De voorzitter opent de vergadering om uur. Hij stelt vast dat de raad in voldoende aantal aanwezig is.

Transcriptie

1 190 GEMEENTERAAD VAN TORHOUT VERGADERING VAN MAANDAG 19 DECEMBER 2016 De voorzitter opent de vergadering om uur. Hij stelt vast dat de raad in voldoende aantal aanwezig is. Aanwezig: Norbert De Cuyper; voorzitter Hilde Crevits; titelvoerend burgemeester Norbert De Cuyper; wnd. voorzitter voor agendapunt 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 Kristof Audenaert; wnd. burgemeester Lieselotte Denolf, Eddy De Ketelaere, Elsie Desmet, Rita Dewulf, Hans Blomme, Annick Vanderspurt, Joost Cuvelier; schepenen Bart Naeyaert, Ward Baert, Martine Vanwalleghem, Jos Bruynooghe, Elke Carette, Jurgen Claus, Mieke Verduyn, Pieter Billiet, Vanessa Jodts, Bertrand Vander Donckt, Steve Becelaere, Eva Maes, Ellen de Brabander, Paul Dieryckx, Rik Hoste, Laurie Bogaert, Tom Vanhoutte; raadsleden Tom Vandenberghe; secretaris. Afwezig: Hilde Crevits; titelvoerend burgemeester afwezig voor agendapunt 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10gg Elke Carette; raadslid afwezig voor agendapunt 1, 2, 3 OPENBARE ZITTING 1. Verslag over de vorige zitting Raadslid Bertrand Vander Donckt stelt bij agendapunt 19. dat het stadsbestuur niet aanwezig was op de bespreking van het nieuw vervoersplan van de NMBS. Hij vraagt dit toe te voegen aan het verslag. Er zijn verder geen opmerkingen, bijgevolg is het verslag over de vergadering van maandag 21 november 2016 verondersteld te zijn goedgekeurd. 2. Mededelingen en infopunten De voorzitter meldt dat voor de N-VA een nieuwe fractieleider wordt aangesteld in plaats van Jürgen Claus die te drukke beroepsactiviteiten heeft. Hij wordt vervangen door Ward Baert. 3. Politie - tijdelijke sluiting inrichting - besluit burgemeester - kennisname Gelet op de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (hierna drugwet), inzonderheid artikel 9 bis, ingevoegd bij de wet houdende diverse bepalingen van 20 juli 2006 (B.S., 28 juli 2006); Gelet op het besluit van de burgemeester van 30 november 2016 waarbij de inrichting DE BARRAGE, Markt 8, 8820 Torhout vanaf donderdag 1 december 2016 om uur tot en met zondag 15 januari 2017 om uur overeenkomstig artikel 9bis van de drugwet wordt gesloten; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 november 2016 waarbij de inrichting DE BARRAGE, Markt 8, 8820 Torhout vanaf donderdag 1 december 2016 om uur tot en met zondag 15 januari 2017 om uur overeenkomstig artikel 9bis van de drugwet wordt gesloten, wordt bekrachtigd; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; NEEMT KENNIS van het besluit van de burgemeester van 30 november 2016, zoals bekrachtigd bij besluit van het college van burgemeester en schepenen van 1 december 2016, waarbij de inrichting DE BARRAGE, Markt 8, 8820 Torhout vanaf donderdag 1 december 2016 om uur tot en met zondag 15 januari 2017 om uur overeenkomstig artikel 9bis van de drugwet wordt gesloten. 4. Personeel - formatie - wijziging Bespreking.

2 191 19/12 De schepen leidt in en de secretaris geeft toelichting bij de nieuwe organisatiestructuur aan de hand van een powerpointpresentatie. Dit besluit wordt goedgekeurd met eenparigheid. Gelet op ons besluit van 27 mei 2013 tot hervaststelling van de formatie zoals laatst gewijzigd bij besluit van 24 oktober 2016; Gelet op de nota omtrent de nieuwe organisatiestructuur, opgesteld door OCMW- en stadssecretaris Tom Vandenberghe, en de toelichting hierbij; Gelet op het advies van het managementteam van 7 december 2016; Gelet op de besprekingen in het hoog overlegcomité van 2 december 2016; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op artikel van het gemeentedecreet: 'Het personeel van de gemeenten kan in statutair of in contractueel dienstverband worden aangesteld.'; Gelet op ons besluit van 22 december 2008 tot goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het personeel van de stad Torhout, zoals laatst gewijzigd bij besluit van 24 oktober 2016, inzonderheid artikel 116bis dat stelt: 'Wanneer een statutair personeelslid deelneemt aan een bevorderingsprocedure voor een functie die voorzien is in de contractuele formatie, dan behoudt het personeelslid bij bevordering zijn statutaire aanstelling en wordt het in het uitdovend kader geplaatst.'; Overwegende dat in de beide bestaande personeelsformaties een aantal nieuwe strategische functies worden voorzien; dat een aanvulling aan de rechtspositieregeling m.b.t. externe mobiliteit toelaat dat kandidaten van beide besturen (stad en OCMW) kunnen deelnemen aan de selecties voor deze functies; dat de bijgevoegde functiebeschrijvingen de resultaatsgebieden en vereiste competenties definiëren; Overwegende dat geopteerd wordt om deze functies te voorzien in het contractueel kader; dat artikel 116bis van de RPR de rechten van de huidige statutairen vrijwaart; Overwegende dat daarnaast binnen de nieuwe organisatiestructuur na functieweging nog enkele bijsturingen op vlak van functieniveau noodzakelijk zijn; Overwegende dat deze bijsturingen budgettair werden afgetoetst in beide besturen en voorzien zijn in het budget 2017 en het meerjarenplan; dat de meerkost gecompenseerd wordt door de verwachte uitstroom in de periode vanaf heden tot 31 december 2020; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Artikel 1 - Goedkeuring te verlenen aan de nieuwe gezamenlijke organisatiestructuur voor stad en OCMW Torhout zoals gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit. Deze bijlage maakt één en ondeelbaar deel uit van deze beslissing. Artikel 2 - In de bestaande personeelsformaties van stad en OCMW Torhout volgende functies toe te voegen : In de formatie van de stad Torhout: 1 FTE directeur Mens, contractueel, A5a - A5b 1 FTE directeur Ruimte, contractueel, A5a - A5b 1 FTE coördinator Beleid en managementondersteuning, contractueel, A4a - A4b In de formatie van het OCMW Torhout 1 FTE directeur Facility, contractueel, A5a - A5b 1 FTE coördinator HRM, contractueel, A4a - A4b Artikel 3 - In de bestaande personeelsformatie van stad Torhout wijzigingen aan te brengen m.b.t. volgende functies: Coördinator evenementen en feestelijkheden, 1 FTE, contractueel, B1 - B3: te vervangen door 'coördinator vrijetijdshuis' met opwaardering naar weddenschaal B4 - B5 Administratief medewerker ICT, 1 FTE, contractueel, C1-C3: opwaardering naar weddenschaal C4 - C5 Voor de teams groen, wegen, gebouwen en proper Torhout: opwaardering functies op niveau E (hulparbeider) naar niveau D (arbeider), contractueel, voor de personeelsleden die door opleiding en/of ervaring een niveau van vakkennis en/of technisch inzicht verworven hebben als geschoold arbeider (vakman). Artikel 4 - In de bestaande personeelsformatie van OCMW Torhout wijzigingen aan te brengen m.b.t. volgende functies:

3 192 Chef-kok, 1 FTE, contractueel: verhoging weddenschaal van C1-C3 naar C4-C5 Verantwoordelijke schoonmaak, 1 FTE, contractueel : verhoging weddenschaal van D1-D3 naar C1-C3 Artikel 5 - Kennis te nemen dat deze wijzigingen van beide personeelsformaties financieel haalbaar zijn na grondige aftoetsing, en werden meegenomen bij de budgetopmaak 2017 en het meerjarenplan. Bijlage 1 -organogram

4 193 19/12 5. Personeel - aanwezigheidsbeleid - arbeidsreglement en RPR - wijziging Bespreking. Raadslid Paul Dieryckx stelt achter de filosofie te staan van de aanpak. Hij vraagt of het wel duidelijk is waar men terecht kan in geval van afwezigheidsmelding. Schepen Denolf stelt dat hier in overleg met de vakbonden voldoende aandacht aan gegeven wordt. Dit besluit wordt goedgekeurd met eenparigheid. Gelet op ons besluit van 22 december 2008 tot goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het personeel van de stad Torhout, zoals laatst gewijzigd bij besluit van 24 oktober 2016; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op ons besluit van 28 april 2014 waarbij het arbeidsreglement wordt goedgekeurd; Gelet op de nota omtrent het invoeren van een positief aanwezigheidsbeleid binnen de stad en het OCMW; Overwegende dat deze nota werd opgesteld door een gezamenlijke werkgroep met personeelsleden van de stad en het OCMW en teruggekoppeld en besproken werd met de interne preventieadviseur, de vakbonden, het college van burgemeester en schepenen, de arbeidsgeneeskundige dienst, de preventie-adviseur psychosociale aspecten en de leden van het managementteam van de stad en het OCMW; Gelet op het advies van het managementteam van 7 december 2016; Gelet op de onderhandelingen in het bijzonder onderhandelingscomité van 2 december 2016; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Artikel 1 - Kennis te nemen van de ontwerpnota 'positief aanwezigheidsbeleid voor stad en OCMW Torhout', en de visietekst en het daaraan gekoppelde actieplan goed te keuren om te komen tot een gedragen, geïntegreerd en organisatiebreed aanwezigheidsbeleid voor het personeel van stad en OCMW Torhout. Artikel 2 - Artikel 21 van het arbeidsreglement wordt vervangen door volgende bepalingen: Artikel 21 Het personeelslid dat wegens ziekte of ongeval niet kan komen werken, moet dit onmiddellijk en uiterlijk vóór aanvang van de arbeidsprestaties, persoonlijk en mondeling melden aan zijn/haar eerste of tweede beoordelaar. Wanneer het aanvangsuur van de arbeidsprestaties valt voordat de eerste of tweede beoordelaar aanwezig is, moet het personeelslid de dienst op de hoogte brengen, en terug mondeling contact opnemen van zodra het diensthoofd (of diens vervanger) aanwezig is. Bij deze melding wordt indien mogelijk de duur van de afwezigheid meegedeeld. Bij elke afwezigheid wegens ziekte of ongeval, moet het personeelslid bovendien steeds een geneeskundig getuigschrift afgeven aan het centraal onthaal of ingescand mailen naar het algemeen secretariaatsadres, uiterlijk de middag volgend op de eerste ziektedag. Wanneer het afwezigheidsattest ingescand wordt doorg d, wordt een ontvangstmelding verstuurd aan het personeelslid. Dit getuigschrift geeft de vermoedelijke duur van de afwezigheid aan. Indien het attest ingescand wordt doorg d, dient het personeelslid het origineel te bezorgen uiterlijk bij werkhervatting. Het personeelslid dat wegens ziekte of arbeidsongeval vóór het einde van de arbeidsdag uitzonderlijk het werk wenst te verlaten, moet dit vooraf melden aan het diensthoofd, en een geneeskundig getuigschrift afleveren volgens dezelfde modaliteiten. Bij verlenging van de arbeidsongeschiktheid moet het personeelslid een nieuw geneeskundig getuigschrift afgeven aan het centraal onthaal of ingescand mailen naar het algemeen secretariaatsadres, uiterlijk 2 volle werkdagen voor het verstrijken van de voorgaande ongeschiktheid. Indien dit niet mogelijk is, dan dient het afwezige personeelslid binnen deze termijn persoonlijk en mondeling contact op te nemen met zijn/haar eerste of tweede beoordelaar. Bij verlenging van kortlopende ziekteperiodes waarvoor geen vervanger werd aangesteld, dient het geneeskundig getuigschrift afgeleverd of ingescand g d te worden uiterlijk de dag waarop de vorige arbeidsongeschiktheid verstrijkt. Artikel 22 Wanneer het personeelslid één van bovenstaande formaliteiten niet vervult bij afwezigheid wegens ziekte of ongeval, wordt volgende actie ondernomen volgens onderstaande cascaderegeling:

5 194 o Mondelinge verwittiging, eventueel met recuperatie arbeidstijd en/of invulling als jaarlijkse vakantie, te bepalen in samenspraak met eerste beoordelaar en secretaris; o Aangetekende en gewone brief met mededeling dat personeelslid onwettig afwezig is tot het moment waarop aan beide voorwaarden voldaan wordt; o Aangetekende en gewone brief met mededeling dat personeelslid onwettig afwezig is tot het moment waarop aan beide voorwaarden voldaan is, en vraag tot contactopname met tweede beoordelaar; o Één van de sancties opgesomd in artikel 47 van dit arbeidsreglement. Artikel 23 Elke werknemer die ongeschikt is om te werken, aanvaardt de door het stadsbestuur nodig geachte afwezigheidscontrole. Deze controle mag plaatsvinden gedurende de volledige periode van arbeidsongeschiktheid, ook in de weekends indien het betrokken personeelslid volgens het dienstrooster moet werken. Het personeelslid dat de controle weigert, hindert of onmogelijk maakt, verliest het recht op gewaarborgd loon vanaf de eerste dag van ongeschiktheid en wordt als onwettig afwezig beschouwd. Een adreswijziging zonder kennisgeving aan de werkgever, of het effectief verblijven op een ander verblijfadres zonder dergelijke kennisgeving, wordt beschouwd als het verhinderen van de afwezigheidscontrole. De afwezigheidscontrole wordt steeds vooraf aangekondigd, en het personeelslid dient zich die dag thuis beschikbaar te houden in functie van het bezoek van de controlearts gedurende het opgegeven tijdsblok van 4 aaneensluitende uren. Gaat de controlegeneesheer niet akkoord met de bevindingen van de behandelende arts, en is het personeelslid en/of de behandelende arts hiermee niet akkoord, dan kan het personeelslid samen met de behandelende arts de arbitrageprocedure opstarten. Dit houdt in dat de behandelende arts en de controlearts in gezamenlijk overleg een expertisearts aanduiden, die zal beslissen wie van de beide artsen gelijk heeft. De controlearts neemt hiervoor contact op met de behandelende arts De beslissing van de expertisearts kan niet meer weerlegd worden en is bindend voor het personeelslid en het stadsbestuur. Wordt de behandelende arts in het gelijk gesteld, dan is de periode van afwezigheid verantwoord en draagt het stadsbestuur de kosten van het expertise-onderzoek. Wordt de controlearts in het gelijk gesteld, dan moet het personeelslid het werk hervatten op de datum die wordt vastgesteld door de expertisearts, en draagt het personeelslid de kosten van het expertise-onderzoek. Gaat de controlegeneesheer niet akkoord met de bevindingen van de behandelende arts, en is het personeelslid en/of de behandelende arts hiermee niet akkoord, dan is het personeelslid onwettig afwezig voor de betwiste periode indien het geen expertise aanvraagt. Artikel 24 Het personeelslid dat het werk vervroegd wil hervatten, brengt hiervan de eerste beoordelaar vooraf persoonlijk en mondeling op de hoogte. Na elke ongeschiktheid van meer dan 4 weken, legt de personeelsdienst een werkhervattingsonderzoek voor het personeelslid vast bij de arbeidsgeneesheer. Dit onderzoek gaat bij voorkeur door voor de effectieve werkhervatting en uiterlijk 10 dagen erna. Het personeelslid kan steeds zelf bij de arbeidsgeneesheer een onderzoek aanvragen, en stelt de personeelsdienst minstens in kennis hiervan. In geval van arbeidsongeschiktheid wegens psychosociale redenen, kan het personeelslid eveneens zelf bij de externe preventie-adviseur psychosociale aspecten een onderzoek aanvragen, en stelt de personeelsdienst minstens in kennis hiervan. Elk personeelslid kan ook steeds een onderhoud aanvragen met een vertrouwenspersoon binnen het lokaal bestuur. Artikel 25 Elk personeelslid dat arbeidsongeschikt is, kan een aanvraag indienen tot progressieve werkhervatting. Het stadsbestuur kan deze tijdelijke gunstmaatregel enkel verlenen indien aan volgende vereisten en formaliteiten wordt voldaan: - Een aanvraagbrief, gestaafd met een attest van de behandelende arts dat duidelijk de prestatiebreuk vermeldt die het personeelslid in staat is te werken vanaf een bepaalde datum; - Een bevestiging hiervan door de arbeidsgeneesheer na een onderzoek vastgelegd door de personeelsdienst; - Enkel mogelijk bij een overgang naar een volledige werkhervatting binnen de 12 maanden, tenzij een gemotiveerde afwijking wordt goedgekeurd; - Enkel mogelijk per periode van maximum 3 maanden; - Enkel mogelijk voor personeelsleden met een contract hoger dan een halftijdse prestatiebreuk.

6 195 19/12 In onderling overleg kan tijdens een periode van progressieve werkhervatting een afwijkend dienstrooster worden toegestaan voor maximum 3 maanden, tenzij een gemotiveerde afwijking wordt goedgekeurd. De overige bepalingen van het arbeidsreglement worden vanaf artikel 26 hernummerd. Artikel 3 - Artikel van de rechtspositieregeling (dienstvrijstelling voor de hoogstnodige tijd voor de medische onderzoeken en behandelingen door geneesheren-specialisten van ziekten die geen arbeidsongeschiktheid tot gevolg hebben, en die onmogelijk buiten de diensturen kunnen plaatshebben ) wordt geschrapt. Artikel 4 - Conform artikel 253 1, 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, wordt een kopie van dit besluit binnen een termijn van twintig dagen vanaf de dag na het nemen van dit besluit verstuurd naar de provinciegouverneur 6. Personeel - rechtspositieregeling - externe personeelsmobiliteit en kermismaandag - wijziging Bespreking. Raadslid Paul Dieryckx vraagt of de 'vrije' dienstvrijstelling ook van toepassing is voor de bibliotheek. De schepen stelt dat er voor bepaalde diensten wel vaste sluitingsdagen zullen blijven bestaan. Dit gaat verder dan de bibliotheek en heeft ook betrekking op andere diensten. De schepen zal dit verder bekijken. Dit besluit wordt goedgekeurd met eenparigheid. Gelet op ons besluit van 22 december 2008 tot goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het personeel van de stad Torhout, zoals laatst gewijzigd bij besluit van 24 oktober 2016; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat de integratiebeweging tussen stad en OCMW op diverse beleidsdomeinen is ingezet; Overwegende dat het in die optiek ook opportuun is om de rechtspositieregelingen van beide besturen aan te vullen met de bepalingen inzake externe personeelsmobiliteit; Overwegende dat de vaste dag dienstvrijstelling op kermismaandag omgezet wordt in een vrij te nemen dag pro rata de prestatiebreuk voor de personeelsleden in dienst op die dag; dat de stadsdiensten zodoende op die dag niet meer gesloten zullen zijn hetgeen de dienstverlening ten goede komt: Gelet op het advies van het managementteam van 7 december 2016; Gelet op de onderhandelingen in het bijzonder onderhandelingscomité van 2 december 2016; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Artikel 1 - Artikel 4, paragraaf 1 alinea 1 van de rechtspositieregeling voor het personeel wordt als volgt vervangen: De aanstellende overheid [verklaart]1 een betrekking, vacant in de personeelsformatie, ongeacht haar rangindeling via: 1. een aanwervingsprocedure; 2. een bevorderingsprocedure; 3. een procedure van interne personeelsmobiliteit; 4. een procedure van externe personeelsmobiliteit; 5. een combinatie van één of meerdere van deze de procedures Artikel 2 - In artikel 113 van de rechtspositieregeling voor het personeel van de stad Torhout wordt volgende bepaling toegevoegd: 'De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking via bevordering of ze een beroep doet op externe personeelsmobiliteit.' Artikel 3 - In artikel van de rechtspositieregeling voor het personeel van de stad Torhout wordt volgende bepaling toegevoegd: "De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking via interne personeelsmobiliteit of ze een beroep doet op externe personeelsmobiliteit." Artikel 4 - In de rechtspositieregeling voor het personeel van de stad Torhout wordt een hoofdstuk XV toegevoegd aan Titel II 'De loopbaan) omtrent externe personeelsmobiliteit:

7 196 Hoofdstuk XV: Externe personeelsmobiliteit Afdeling I. Definities Artikel 132ter.1 In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1 OCMW: het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; 2 AGB: het autonoom gemeentebedrijf; 3 APB: het autonoom provinciebedrijf; 4 OCMW-vereniging: vereniging van een of meer OCMW s, of van een OCMW met een of meer andere openbare besturen en/of rechtspersonen, andere dan die welke een winstoogmerk hebben, als vermeld in titel VIII, hoofdstuk I, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; 5 bevoegde raden: a) de gemeenteraad voor het gemeentepersoneel en voor het OCMW-personeel in een betrekking die ook bestaat bij de gemeente; b) de OCMW-raad voor het OCMW-personeel in een betrekking die niet bestaat bij de gemeente; c) de provincieraad voor het provinciepersoneel; d) de raad van bestuur van het AGB en van het APB, respectievelijk voor het personeel van een AGB en een APB; d) het orgaan dat op grond van de statuten van de OCMW-vereniging bevoegd is voor de vaststelling van de rechtspositieregeling van het personeel voor het personeel van een OCMW-vereniging. Afdeling II. Externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied Artikel 132ter.2 Paragraaf 1 Deze afdeling is uitsluitend van toepassing op lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied, meer bepaald: 1 de gemeente en haar OCMW; 2 het OCMW en de OCMW-vereniging met het eigen OCMW als enig lid of met het eigen OCMW en de eigen gemeente als enige leden; 3 de gemeente en haar AGB of AGB s. De regeling voor de externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied is wederkerig en gelijk voor de overheden waarop ze van toepassing gesteld wordt. Paragraaf 2 De externe personeelsmobiliteit tussen de lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied wordt verwezenlijkt op een van de volgende manieren of een combinatie ervan: 1 door deelname van personeelsleden van de ene overheid aan de procedure voor interne personeelsmobiliteit bij de andere overheid; 2 door deelname van personeelsleden van de ene overheid aan de bevorderingsprocedure bij de andere overheid. Bij de toepassing van de externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied worden dus niet alleen personeelsleden in dienst bij de eigen overheid uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de vacante betrekking, maar ook personeelsleden van de andere overheid of overheden met hetzelfde werkingsgebied. Paragraaf 3 De externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied is van toepassing op de volgende betrekkingen: 1 de statutaire betrekkingen; 2 contractuele betrekkingen van onbepaalde duur op de personeelsformatie. De externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied is niet van toepassing op de betrekkingen van gemeentesecretaris en financieel beheerder van de gemeente. Paragraaf 4 De volgende personeelsleden kunnen zich kandidaat stellen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit of voor deelname aan de bevorderingsprocedure voor een vacature bij een andere overheid als zij respectievelijk aan de voorwaarden voldoen voor deelname aan een procedure van interne personeelsmobiliteit of een bevorderingsprocedure bij de eigen overheid: 1 de vast aangestelde statutaire personeelsleden, ongeacht hun administratieve toestand; 2 de contractuele personeelsleden, als ze aan een van volgende criteria beantwoorden:

8 197 19/12 a) ze zijn na 1 januari 2008 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in titel II, hoofdstuk II, afdeling III en hoofdstuk III en ze hebben de proeftijd beëindigd; b) ze zijn voor 1 januari 2008 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. Artikel 132ter.3 Paragraaf 1 De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of ze een beroep doet op externe personeelsmobiliteit met een andere overheid of andere overheden met hetzelfde werkingsgebied. In voorkomend geval deelt ze haar beslissing mee aan die andere overheid of overheden, samen met het verzoek aan die andere overheid of overheden om de vacature intern bekend te maken. Paragraaf 2 De regels over het vacaturebericht, over de wijze van kandidaatstelling en over de termijn voor de kandidaatstelling die van toepassing zijn bij de procedure van interne personeelsmobiliteit en bij de bevorderingsprocedure, zijn ook van toepassing als de aanstellende overheid een beroep doet op kandidaten van een andere overheid. De bekendmaking van de vacature door de andere overheid gebeurt via de interne bekendmakingskanalen die op grond van de plaatselijke rechtspositieregeling van die andere overheid gebruikt worden bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit, respectievelijk de bevorderingsprocedure. Paragraaf 3 Het personeelslid van een andere overheid dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit, moet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de andere voorwaarden voor de vacante betrekking, vastgesteld met toepassing van de regels voor de procedure van interne personeelsmobiliteit. Het personeelslid van een andere overheid dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de bevorderingsprocedure, moet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de andere voorwaarden voor de vacante betrekking, vastgesteld met toepassing van de regels voor de bevorderingsprocedure. Paragraaf 4 Kandidaten van een andere overheid moeten op dezelfde wijze als kandidaten van de eigen overheid: 1 aantonen dat ze voldoen aan de competentievereisten voor de vacante betrekking bij deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit; 2 slagen voor de selectieprocedure bij deelname aan de bevorderingsprocedure. Artikel 132ter.4 Paragraaf 1 De geselecteerde kandidaat die overkomt van een andere overheid, wordt aangesteld in de betrekking waarvoor hij zich kandidaat gesteld heeft. De kandidaat voor een statutaire betrekking wordt in statutair dienstverband aangesteld. De kandidaat voor een contractuele betrekking wordt in contractueel dienstverband aangesteld onverminderd de toepassing van artikel 116bis. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid wordt na de statutaire aanstelling niet opnieuw onderworpen aan een proeftijd, tenzij in geval van deelname aan een bevorderingsprocedure. In voorkomend geval gelden de bepalingen van artikel 123 t.e.m Paragraaf 2 De aanstellende overheid beslist over de aanstelling van de kandidaat die overkomt van een andere overheid. Ze bezorgt een kopie van de aanstellingsbeslissing aan de overheid van herkomst van de kandidaat. De aanstellende overheid bepaalt de datum of de termijn van indiensttreding van het geselecteerde personeelslid. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid legt bij zijn indiensttreding opnieuw de eed af. Artikel 132ter.5 Paragraaf 1 Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid als gevolg van deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit behoudt na zijn aanstelling in de nieuwe betrekking de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige betrekking, als met de nieuwe betrekking dezelfde functionele loopbaan verbonden is. Als het personeelslid aangesteld wordt in een betrekking van dezelfde rang waarmee een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, dan behoudt het zijn schaalanciënniteit en wordt het met die schaalanciënniteit ingeschaald in de daarmee overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe functionele loopbaan. Paragraaf 2

9 198 Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid als gevolg van deelname aan de bevorderingsprocedure krijgt na zijn aanstelling in de nieuwe betrekking de eerste salarisschaal van de functionele loopbaan die verbonden is met de nieuwe betrekking. De schaalanciënniteit begint opnieuw vanaf nul te lopen. De regeling van de gegarandeerde salarisverhoging bij bevordering naar een graad van een hoger niveau (artikel 182) is ook van toepassing op het personeelslid dat als gevolg van een bevordering naar een graad van een hoger niveau overkomt van een andere overheid. Paragraaf 3 Voor de valorisatie in schaalanciënniteit en geldelijke anciënniteit van ervaring in de privésector of als zelfstandige voor het personeelslid dat overkomt van een andere overheid als gevolg van deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit of van de bevorderingsprocedure geldt dezelfde valorisatieregeling als voor het eigen personeel, zoals beschreven in de artikelen 100 t.e.m. 106 en 173 t.e.m Paragraaf 4 De niveauanciënniteit en de dienstanciënniteit die het personeelslid verworven had bij de andere overheid, worden volledig in aanmerking genomen voor de vaststelling van de niveauanciënniteit en de dienstanciënniteit. De regels voor de vaststelling van de graadanciënniteit na aanstelling in een andere graad bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit zijn ook van toepassing op het personeelslid dat overkomt van de andere overheid en dat aangesteld wordt in een andere graad. Na bevordering neemt de graadanciënniteit in de nieuwe graad een aanvang. Paragraaf 5 Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid, is onderworpen aan de regels over de jaarlijkse vakantie, de feestdagen en de andere verloven en afwezigheden zoals vastgesteld in titel 8. Er zijn geen overgangsbepalingen van toepassing. De regels over het ziektekrediet, zoals bepaald in artikelen 237 t.e.m. 243, zijn van toepassing, in die zin dat de jaren dienstactiviteit en de al opgenomen ziektedagen bij de andere overheid, meegerekend worden voor de vaststelling van het aantal dagen ziektekrediet. Afdeling III. Gezamenlijke selecties en gemeenschappelijke wervingsreserves bij sommige overheden met hetzelfde werkingsgebied Artikel 132ter.6 Paragraaf 1 Deze afdeling is uitsluitend van toepassing op de gemeente, het OCMW en het AGB. De betrekkingen van secretaris en financieel beheerder vallen niet onder het toepassingsgebied van deze afdeling. Paragraaf 2 De aanstellende overheden van de gemeente en het OCMW kunnen bij de toepassing van de aanwervingsprocedure samen, onder de voorwaarden vastgesteld in deze afdeling, selectieprocedures organiseren voor vacatures in betrekkingen die zowel bestaan bij de gemeente als bij het OCMW. Alleen betrekkingen als vermeld in artikel 132ter.2, paragraaf 3 komen in aanmerking voor de toepassing van een gezamenlijke selectieprocedure. Paragraaf 3 De gezamenlijke organisatie van een selectieprocedure gaat gepaard met een gezamenlijke externe oproep aan de kandidaten. Bij de oproep aan de kandidaten wordt meegedeeld dat er een gezamenlijke selectieprocedure wordt georganiseerd, waarvan de resultaten gelden voor de betrokken besturen. De bekendmaking van de vacature vermeldt dat de ingediende kandidaturen geldig zijn voor de overheden die de gezamenlijke selectieprocedure organiseren. Voor de uitvoering van de gezamenlijke selectieprocedure wordt een gemeenschappelijke selectiecommissie geïnstalleerd en is hetzelfde selectieprogramma van toepassing. Het selectieprogramma is afgestemd op een functiebeschrijving voor de betrekking. De algemene regels voor de selectiecommissies, zoals vermeld in titel 2, hoofdstuk 3, gelden ook voor de gemeenschappelijke selectiecommissie. Paragraaf 4 De aanstellende overheden kunnen na een gezamenlijke selectieprocedure ook een gemeenschappelijke wervingsreserve van de geslaagde kandidaten aanleggen. In voorkomend geval gelden de bepalingen van artikel 24 tot en met 26. In voorkomend geval wordt bij de oproep aan de kandidaten meegedeeld dat er een gemeenschappelijke wervingsreserve wordt aangelegd die geldt voor de betrokken besturen. De aanstellende overheden kunnen elk voor zich een beroep doen op de kandidaten die opgenomen zijn in de gemeenschappelijke wervingsreserve. Paragraaf 5

10 199 19/12 De aanstellende overheden van de gemeente en het OCMW en van de gemeente en haar AGB of AGB s kunnen, voor de betrekkingen die ze gemeenschappelijk hebben, de gezamenlijke selectie en het aanleggen van een gemeenschappelijke reserve van geslaagde kandidaten ook toepassen bij een bevorderingsprocedure. In voorkomend geval zijn 1 en 2, derde lid, en 3 en 4 van overeenkomstige toepassing. De aanstellende overheden van de gemeente en haar OCMW en van de gemeente en haar AGB of AGB s kunnen, voor de betrekkingen die ze gemeenschappelijk hebben, de gezamenlijke selectie en het aanleggen van een gemeenschappelijke reserve van geslaagde kandidaten ook toepassen bij een procedure van externe personeelsmobiliteit als vermeld in artikel 132ter.7, paragraaf 2. In voorkomend geval zijn 1 en 2, derde lid, en 3 en 4 van overeenkomstige toepassing. Afdeling IV. De externe personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden die niet hetzelfde werkingsgebied hebben en tussen diezelfde lokale en provinciale overheden en diensten van de Vlaamse overheid Artikel 132ter.7 Paragraaf 1 Deze afdeling is van toepassing op de volgende lokale en provinciale overheden, die niet hetzelfde werkingsgebied hebben: 1 de gemeenten; 2 de OCMW s, met uitzondering van het ziekenhuis in eigen beheer, vermeld in artikel 218 van het OCMW-decreet; 3 de OCMW-verenigingen, met uitzondering van de ziekenhuisverenigingen; 4 de AGB s; 5 de provincies; 6 de APB s. Deze afdeling regelt de procedure van externe personeelsmobiliteit tussen de volgende overheden in het Vlaamse Gewest: enerzijds de gemeente en anderzijds de andere gemeenten de andere lokale overheden vermeld in punt 1, 3 en 4 die niet hetzelfde werkingsgebied hebben, de provinciale overheden vermeld in punt 5 en 6, en de diensten van de Vlaamse overheid. Onder diensten van de Vlaamse overheid worden de diensten verstaan die onder het toepassingsgebied vallen van het Vlaams Personeelsstatuut. Paragraaf 2 Bij de toepassing van de procedure van externe personeelsmobiliteit worden de personeelsleden van de lokale en provinciale overheden en van de diensten van de Vlaamse overheid, vermeld in 1, tweede lid, of de personeelsleden van een bepaald segment van die overheidsarbeidsmarkt, uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de vacante betrekking. Onder segment van die overheidsarbeidsmarkt wordt verstaan: 1 een of meer soorten lokale of provinciale overheden als vermeld in 1 punt 1 tot en met 6 ; 2 de diensten van de Vlaamse overheid als vermeld in 1, derde lid. Paragraaf 3 De procedure van externe personeelsmobiliteit is van toepassing op de volgende betrekkingen: 1 statutaire betrekkingen bij de gemeente; 2 contractuele betrekkingen van onbepaalde duur op de personeelsformatie van de gemeente. De procedure van externe personeelsmobiliteit is niet van toepassing op de betrekkingen van secretaris en financieel beheerder. Paragraaf 4 De volgende personeelsleden kunnen zich kandidaat stellen voor deelname aan een procedure van externe personeelsmobiliteit: 1 de vast aangestelde statutaire personeelsleden in een gelijkwaardige graad; 2 de contractuele personeelsleden in een gelijkwaardige graad die bij de eigen overheid werden aangeworven na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. Onder gelijkwaardige graad als vermeld in het eerste lid wordt verstaan: 1 voor personeelsleden uit de lokale en provinciale overheden, vermeld in 1, eerste lid: een graad van hetzelfde niveau en van dezelfde rang in de hiërarchie van de graden waaraan dezelfde functionele loopbaan en salarisschalen verbonden zijn en met vergelijkbare voorwaarden en een vergelijkbaar functieprofiel; Met dezelfde functionele loopbaan en salarisschalen worden gelijkgesteld: de functionele loopbaan en salarisschalen A1a-A1b-A2a en A1a-A2a-A3a voor de basisgraad van niveau A. 2 voor personeelsleden uit de diensten van de Vlaamse overheid: een graad van hetzelfde niveau en van dezelfde rang waaraan vergelijkbare salarisschalen verbonden zijn en met vergelijkbare voorwaarden en een vergelijkbaar functieprofiel. Artikel 132ter.8

11 200 Paragraaf 1 De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of ze een beroep doet op de procedure van externe personeelsmobiliteit. In voorkomend geval bepaalt ze op welk segment van de overheidsarbeidsmarkt, vermeld in artikel 132ter.7, 2, ze een beroep doet. Paragraaf 2 De betrekkingen die vacant verklaard worden met het oog op de toepassing van de procedure van externe personeelsmobiliteit, worden in elk geval meegedeeld aan Jobpunt Vlaanderen of een ander door de Vlaamse Regering vastgesteld kanaal, dat zorgt voor de bekendmaking van de vacature op de eigen website. De regels over het vacaturebericht, over de wijze van kandidaatstelling en over de minimale termijn voor de kandidaatstelling die gelden bij aanwerving, zijn ook van toepassing als de aanstellende overheid een beroep doet op de procedure van externe personeelsmobiliteit. Paragraaf 3 Het personeelslid dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de procedure van externe personeelsmobiliteit, moet: 1 voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 132ter.7, 4; 2 voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden; 3 voldoen aan de vereiste over de taalkennis, opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 4 voldoen aan een vereiste inzake specifieke ervaring in een gelijkwaardige graad; 5 een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie; 6 zo nodig, beschikken over het vereiste diploma. De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen, behalve als de gemeenteraad de aanstellende overheid is. In dat geval beoordeelt het college van burgemeester en schepenen de geldigheid. De kandidaten moeten slagen voor een functiespecifieke selectie, die aantoont dat ze voldoen aan de competentievereisten, vastgesteld in de functiebeschrijving voor de betrekking. Artikel 132ter.9 Paragraaf 1 De geselecteerde kandidaat die overkomt van een andere overheid, wordt aangesteld in de betrekking waarvoor hij zich kandidaat gesteld heeft. De kandidaat voor een statutaire betrekking wordt in statutair dienstverband aangesteld. De kandidaat voor een contractuele betrekking wordt in contractueel dienstverband aangesteld. Het in statutair of contractueel dienstverband aangestelde personeelslid wordt onderworpen aan een proeftijd: 1 van drie maanden voor het in statutair dienstverband aangestelde personeelslid; 2 volgens de termijnen zoals bepaald in de Arbeidsovereenkomstenwet, met een maximale duurtijd van drie maanden, voor het in contractueel dienstverband aangestelde personeelslid. Deze termijn is verlengbaar met de duur van de afwezigheden, zodra het personeelslid op proef tien werkdagen afwezig is geweest. Paragraaf 2 De aanstellende overheid beslist over de aanstelling van de kandidaat die overkomt van een andere overheid. Ze bezorgt een kopie van de aanstellingsbeslissing aan de overheid van herkomst van de kandidaat. De aanstellende overheid bepaalt de datum of de termijn van indiensttreding van het geselecteerde personeelslid. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid, legt bij zijn indiensttreding opnieuw de eed af. Artikel 132ter.10 Paragraaf 1 Het personeelslid dat overkomt van een andere lokale of provinciale overheid behoudt na de aanstelling in een nieuwe betrekking als gevolg van deelname aan de procedure van externe personeelsmobiliteit de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige betrekking. Het personeelslid dat overkomt van de diensten van de Vlaamse overheid en dat aangesteld wordt in een nieuwe betrekking als gevolg van deelname aan een procedure van externe personeelsmobiliteit, krijgt de functionele loopbaan die verbonden is met de graad waarin het wordt aangesteld. Het personeelslid wordt ingeschaald in een salarisschaal van die functionele loopbaan in overeenstemming met de al verworven geldelijke anciënniteit en met de gecumuleerde schaalanciënniteit, verworven in de functionele loopbaan van zijn graad van herkomst. Paragraaf 2 Voor de valorisatie in schaalanciënniteit en geldelijke anciënniteit van ervaring in de privésector of als zelfstandige van het personeelslid dat overkomt van een andere overheid als gevolg van

12 201 19/12 deelname aan de procedure van externe personeelsmobiliteit geldt dezelfde valarisatieregeling als voor het eigen personeel, zoals beschreven in de artikelen artikelen 100 t.e.m. 106 en 173 t.e.m Paragraaf 3 De niveauanciënniteit en de dienstanciënniteit die het personeelslid verworven had bij de andere overheid, worden volledig in aanmerking genomen voor de vaststelling van de niveauanciënniteit en de dienstanciënniteit. De regels voor de vaststelling van de graadanciënniteit na aanstelling in een andere graad bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit zijn ook van toepassing op het personeelslid dat met toepassing van de externe personeelsmobiliteit overkomt van de andere overheid en dat aangesteld wordt in een andere graad. Paragraaf 4 Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid, is onderworpen aan de regels over de jaarlijkse vakantie, de feestdagen en de andere verloven en afwezigheden zoals vastgesteld in titel 8. Er zijn geen overgangsbepalingen van toepassing. De regels over het ziektekrediet, zoals bepaald in artikelen 237 t.e.m. 243, zijn van toepassing, in die zin dat de jaren dienstactiviteit en de al opgenomen ziektedagen bij de overheid van herkomst, meegerekend worden voor de vaststelling van het aantal dagen ziektekrediet. Artikel 5 - Artikel van de rechtspositieregeling wordt als volgt vervangen: 'Het personeelslid in actieve dienst op datum van kermismaandag krijgt een dag dienstvrijstelling à rato van zijn/haar prestatiebreuk. Deze bijkomende dag kan opgenomen worden tot 31 december van het lopende jaar.' Artikel 6 - Conform artikel 253 1, 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, wordt een kopie van dit besluit binnen een termijn van twintig dagen vanaf de dag na het nemen van dit besluit verstuurd naar de provinciegouverneur. 7. Personeel - aanvullend pensioenstelsel voor contractuele personeelsleden - VIAmiddelen - goedkeuren verhoogde bijdrage voor het jaar 2016 Dit besluit wordt goedgekeurd met eenparigheid. Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid op de artikelen 42 en 43; Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van de pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid; Gelet op het sectoraal akkoord voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaams onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008; Gelet op het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten dat werd goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009; Gelet op het sectoraal akkoord over het addendum nr. 1 aan het kaderreglement tweede pensioenpijler contracten, zoals aangevuld met de aanvullende nota bij het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten van 26 mei 2011, dat werd goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité van C1 van 16 oktober 2013; Gelet op het raadsbesluit van 27 mei 2010 tot invoering van een aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden en goedkeuring bestek opgemaakt door de RSZPPO; Gelet op het raadsbesluit van 23 december 2013 waarbij de contractuele personeelsleden tewerkgesteld in de VIA-diensten (koepel vrije tijd) de bijdrage voor de tweede pensioenpijler wordt opgetrokken met 3% vanaf 1 januari 2013; Gelet op het schrijven vanwege gsd-v i.v.m. de besteding van de restmiddelen VIA 4 voor het jaar 2016 van 12 september 2016; Overwegende dat de stad Torhout in het kader van de besteding van de restmiddelen uit VIA 4 een aanvraag heeft ingediend; dat voor het jaar 2016 het te ontvangen bedrag geraamd wordt op ,51; Overwegende dat geopteerd wordt voor de verhoging van de tweede pensioenpijler voor de contractuele personeelsleden die eerder nog geen verhoging ontvingen (m.a.w. voor de contractuele personeelsleden van de niet VIA-diensten); dat aan de besteding van de restmiddelen immers geen strikte voorwaarden zijn gekoppeld; dat deze optie een gelijke behandeling van alle personeelsleden ten goede komt; dat de middelen evenwel slechts volstaan om voor het jaar 2016 een verhoging toe te kennen van 1%; Gelet op het protocol van akkoord afgesloten met de representatieve vakorganisaties in het bijzonder onderhandelingscomité van 2 december 2016;

13 202 Artikel 1 Verhoogt de pensioentoelage voor de tweede pensioenpijler met 1% van 1 januari 2016 t.e.m. 31 december 2016 voor alle contractuele medewerkers die tewerkgesteld zijn in de diensten die niet behoren tot de VIA-diensten volgens het organogram zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 27 mei Artikel 2 - Er wordt hiervoor een addendum bij het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten goedgekeurd. Artikel 3 - De verhoging wordt toegestaan bij wijze van een inhaaltoelage voor de diensttijd die tijdens het jaar 2016 effectief werd gepresteerd en waarvoor de personeelsleden die in aanmerking komen overeenkomstig artikel 1 pensioengerechtigd jaarloon ontvangen hebben. De periode die voor de inhaaltoelage in aanmerking wordt genomen, loopt vanaf 1 januari 2016 t.e.m. 31 december Deze inhaaltoelage bestaat uit een éénmalige koopsom gelijk aan de verhoging van het toelagepercentage op het uitbetaalde pensioengerechtigd jaarloon. 8. Adviesraden - raad voor personen met een beperking - wijziging statuten Dit besluit wordt goedgekeurd met eenparigheid. Gelet op ons besluit van 24 november 2008, gewijzigd in zitting van 28 januari 2013; Gelet op punt van het algemeen beleidsprogramma waarbij bepaald wordt een overleg met personen met een beperking te organiseren door het oprichten van een adviesraad; Gelet op artikel 42 van het gemeentedecreet; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; ARTIKEL 1 - De statuten van de raad voor personen met een beperking worden vastgelegd als volgt: Artikel 1 Oprichting Er wordt een raad voor personen met een beperking te Torhout opgericht. De raad is gevestigd op het stadskantoor van Torhout. Artikel 2 Bevoegdheden De raad voor personen met een beperking is een adviserend orgaan dat op stedelijk vlak over aangelegenheden die hetzij rechtstreeks hetzij onrechtstreeks de personen met een beperking aanbelangen, advies geeft. De adviesraad voor personen met een beperking kan over alle andere beleidsdossiers, waarvan zij vindt dat er belangen mee gepaard gaan, op eigen initiatief, een advies uitbrengen aan het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad. Artikel 3 Samenstelling De raad voor personen met een beperking maakt geen onderscheid tussen de verschillende vormen van handicap. De diversiteit tussen personen met een beperking wordt als een meerwaarde voor de adviesraad aanzien. - Stemgerechtigde leden: - Personen met een beperking woonachtig en gedomicilieerd in Torhout. - Ouders van personen met een beperking, jongeren, volwassenen + evt. partner gedomicilieerd en woonachtig in Torhout. - Vertegenwoordigers van Torhoutse verenigingen voor personen met een beperking, ouderverenigingen (max. 2 personen) die werken met vrijwilligers en een werking ontplooien op het grondgebied van Torhout. - Vertegenwoordigers van diensten, instellingen, scholen voor personen met een beperking die werken met professionele beroepskrachten en een werking ontplooien op het grondgebied van Torhout. - Geïnteresseerde personen en verenigingen met een sociaal karakter 2 personen, die een werking ontplooien op het grondgebied van Torhout. - Raadgevende leden: - de schepen voor emancipatiebeleid - 1 vertegenwoordiger van het OCMW - geïnteresseerde gemeenteraadsleden - voorzitter of plaatsvervanger van alle andere Torhoutse adviesraden Na elke volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt de raad voor personen met een beperking binnen de drie maanden op uitnodiging van het college van burgemeester en schepenen opnieuw samengesteld onder het voorlopige voorzitterschap van de uittredende voorzitter. De leden van de raad voor personen met een beperking worden telkens aangewezen voor de duur van de legislatuur.

14 203 19/12 Artikel 4 - De raad voor personen met een beperking kan steeds waarnemende leden met raadgevende stem aanduiden, omwille van hun deskundigheid. Artikel 5 Het secretariaat van de raad voor personen met een beperking wordt waargenomen door een lid van het Sociaal Huis, aangesteld door het college van burgemeester en schepenen. De secretaris is niet stemgerechtigd. Artikel 6 Logistieke ondersteuning. Het stadsbestuur stelt toegankelijke vergaderaccommodatie gratis ter beschikking aan de adviesraad personen met een beperking. De werkingskosten worden gedragen door het stadsbestuur. Artikel 7 Aan het lidmaatschap van de raad wordt een einde gesteld: 1. bij het einde van elke legislatuur 2. hetzij van rechtswege wanneer de organisatie die men vertegenwoordigt ontbonden wordt of niet meer voldoet aan de voorwaarden van opname in de raad 3. hetzij door het schriftelijke ontslag van het lid zelf 4. hetzij door intrekking van het mandaat door de organisatie die men vertegenwoordigt 5. hetzij door 3 opeenvolgende niet ter kennis gebrachte afwezigheden voor een algemene vergadering 6. hetzij door stemming in de algemene vergadering waarbij 2/3 van de stemgerechtigde aanwezige leden voor het ontslag van het voornoemde lid stemt. Artikel 8 - De raad voor personen met een beperking komt minstens drie maal per jaar samen in algemene vergadering. De raad wordt samengeroepen door de voorzitter: 1. telkens hij/zij dit nodig acht 2. telkens 5 stemgerechtigde leden van de algemene vergadering hierom schriftelijk verzoeken. De algemene vergadering neemt haar beslissingen met gewone meerderheid van stemmen, dit is de helft + één, van de aanwezige stemgerechtigde leden. Elk lid van de algemene vergadering kan steeds agendapunten laten opnemen, ten laatste 15 dagen voor de vergadering. De uitnodiging tot de algemene vergadering wordt samen met de agenda ten laatste 14 dagen voor de algemene vergadering verstuurd. De voorzitter van de stedelijke raad voor personen met een beperking leidt de algemene vergadering. Bij zijn/haar afwezigheid zal de ondervoorzitter dit doen of een lid van het dagelijks bestuur. Artikel 9 - Bijeenroepingen agenda De raad voor personen met een beperking vergadert telkens aangelegenheden die tot zijn bevoegdheid behoren dit vereisen. De raad wordt door de voorzitter bijeengeroepen. Op verzoek van de schepen voor sociale zaken of de schepen van emancipatiebeleid, van het vast bureau of van minstens twee organisaties die in de raad vertegenwoordigd zijn, is de voorzitter ertoe gehouden de raad op de aangeduide dag en tijd voor de vooropgestelde agenda bijeen te roepen. Artikel 10 - In spoedeisende gevallen geschiedt de bijeenroeping digitaal en schriftelijk aan huis ten minste vijf werkdagen voor de vergadering, zij bevat de agenda en geeft mededeling van dag, uur en plaats van vergadering. Artikel 11 - De voorstellen van de agendapunten worden schriftelijk ingediend bij de voorzitter of op het secretariaat van de raad. De voorzitter stelt de agenda vast. Elk lid heeft het recht voorstellen in te dienen, tot vijftien dagen voor aanvang van de vergadering. Het voorstel dient schriftelijk te gebeuren en is ondertekend door het lid van wie het uitgaat. Artikel 12 - Er kan geldig gestemd worden indien de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Verontschuldigde stemgerechtigde leden kunnen een volmacht geven aan een lid van de algemene vergadering. Indien de helft van de stemgerechtigde leden niet aanwezig is wordt de stemming uitgesteld tot de volgende algemene vergadering. Er wordt dan geldig gestemd bij gewone meerderheid van de stemmen ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden. Artikel 13 - Het vast bureau van de raad voor personen met een beperking is samengesteld uit: 1. de voorzitter 2. 1 ondervoorzitter + 1 stemgerechtigd lid van de algemene vergadering 3. de schepen voor emancipatiebeleid 4. de secretaris 5. de deskundige(n) die uitgenodigd worden naar een vergadering Verkiezing van het dagelijks bestuur: 1. de kandidaten dienen voor de aanvang van de algemene vergadering schriftelijk hun kandidatuur in. 2. er kan geldig gestemd worden indien de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Verontschuldigde stemgerechtigde leden kunnen een volmacht geven aan een lid van de algemene vergadering. Indien de helft van de stemgerechtigde leden niet aanwezig is wordt de