GEMEENTERAAD VAN 17 juni 2013 AANWEZIG:

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD VAN 17 juni 2013 AANWEZIG: Odette VAN HAMME, voorzitter van de gemeenteraad; Koen LOETE, burgemeester; Christophe DE WAELE, Dirk VAN DE VELDE, Ann VAN DEN DRIESSCHE, Rita DE CONINCK, Bob D HAESELEER, schepenen; Danny SMESSAERT, schepen/voorzitter OCMW zonder stemrecht; Janvier BUYSSE, Marc WINDEY, Luc VANDEVELDE, Lutgarde DE JAEGER, Rosita MEIRESONNE, Caroline D AUBIOUL, Filip LECOMPTE, Wilfried VAN KERREBROECK, Michel DE SUTTER, Gertjan BLOMME, Roger REYCHLER, Tineke VERSTRAETE, Paul VERSTRAETE, Filip SMET, Rita GYSELS en Ann EGGERMONT, gemeenteraadsleden; Meike VAN GREMBERGEN, stadssecretaris. Verontschuldigd: Schepen DEPUYDT, de raadsleden Jaak DE MUYNCK en Rudi DESMET. Raadslid Koenraad WATERSCHOOT heeft de zitting later vervoegd. AGENDA Openbare Zitting 1. Actuele mondelinge vragen van gemeenteraadsleden Goedkeuring verslag gemeenteraad dd. 13 mei Mededelingen aan de gemeenteraad Algemeen bestuur - beslissing toetreding verschillende steden tot vereniging Audio (vereniging opgericht in toepassing van artikel 8 van het O.C.M.W.-decreet) - goedkeuring Algemeen bestuur - gemeentepersoneel - nieuwe personeelsformatie - wijziging Algemeen bestuur - gemeentepersoneel - nieuwe rechtspositieregeling - aanpassing Algemeen bestuur - definiëring inhoud begrip dagelijks personeelsbeheer - uitbreiding Algemeen bestuur - gemeentepersoneel - arbeidsreglement - aanpassing Algemeen bestuur - organiek reglement voor de adviesraad voor cultuur (ARC) - vaststelling Algemeen bestuur - huishoudelijk reglement van de adviesraad voor cultuur (ARC) - vaststelling Algemeen bestuur - organiek reglement voor het beheersorgaan van de bibliotheek - vaststelling Algemeen bestuur - statutenwijziging stedelijke economische raad - goedkeuring Mobiliteit en werken - oprichting Commissie verkeer en mobiliteit (COVEMO) + ontbinding stedelijke verkeersraad Mobiliteit en werken - oprichten gemeentelijk begeleidingscomité GBC - aanwijzing adviserende leden Vrije tijd - project nieuw zwembad - plan van aanpak II - principiële goedkeuring Veiligheid - brandweer - aankoop van een gesubsidieerde tankwagen - goedkeuring Ondernemen - machtiging tot vestigen erfpacht en toestaan onroerende leasing op 2 kadastrale bedrijfspercelen op industrieterrein Nieuwendorpe Wonen en leven - verkoop van het voormalig jeugdpaviljoen aan het Jan Frans Willemsplein voor de realisatie van een duurzaam woonproject - goedkeuring ontwerp verkoopovereenkomst Algemene financiering - algemene belasting Eeklo - aanslagjaar overeenkomst met de Kruispuntbank van de sociale zekerheid - kennisneming Algemene financiering - budgetwijziging 2013 nr. 2 - goedkeuring Balgerhoeke - arrest Raad van State van 21 mei Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 1/166

2 22. Zonneheem - uitgave eigen krantje (op vraag van raadslid Marc Windey) Uitgave infoblad Zonneheem Woninginbraken aanpakken door synthetische DNA Verbod voor het dragen van hoofddoeken door ambtenaren tijdens de diensturen Opvangmogelijkheden buitenschoolse kinderopvang zomer Comité Internationale Samenwerking (CIS) Streekwerking - oprichten van een overlegorgaan in de zin van artikel 25, 1ste lid van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking OPENBARE ZITTING Actuele mondelinge vragen van gemeenteraadsleden. Op vraag van de heer Jaak De Muynck, gemeenteraadslid: Hemelwaterproblemen. Aangezien raadslid De Muynck zich verontschuldigd heeft voor deze gemeenteraad wordt deze vraag van de agenda afgevoerd. Op vraag van de heer Luc Vandevelde, gemeenteraadslid: Gebruik Herbakkersplein. Raadslid Luc Vandevelde vraagt welke regels het schepencollege hanteert in verband met het parkeren op het Herbakkersplein. Hij gaat ervan uit dat op het Herbakkersplein niet wordt geparkeerd, maar hij heeft vastgesteld dat het plein zaterdag als parkeerplein werd gebruikt. Heeft het college hierover een beslissing genomen? De burgemeester antwoordt dat er zaterdag, voor de bijeenkomst van de Rotary, meer dan 400 mensen uit de Benelux in Eeklo aanwezig waren. Hiervoor werd inderdaad een uitzondering op de parkeerregeling toegestaan. Raadslid Windey is van oordeel dat hierover beter een reglement wordt uitgevaardigd i.p.v. naar willekeur al dan niet parkeren toe te staan. Op vraag van de heer Marc Windey, gemeenteraadslid: Samenstelling gecoro. Raadslid Windey vraagt waarom de samenstelling van de gecoro geagendeerd werd op de geheime zitting. De voorzitter geeft het woord aan de stadssecretaris. De stadssecretaris zegt dat in eerste instantie door het secretariaat werd geadviseerd om het dossier in openbare zitting te behandelen, maar bij verder onderzoek op het gecoro-forum (een site van de VVSG en de VRP) bleek dat daar vermeld wordt dat de gemeenteraad de voordracht van de gecoro-leden bespreekt in besloten zitting, omdat de ingediende kandidaturen en cv s aan de persoonlijke levenssfeer raken. Mede gelet op de opmerkingen tijdens de vorige gemeenteraadszitting werd beslist om het punt op de geheime zitting te agenderen. Op vraag van de heer Michel De Sutter, gemeenteraadslid: 11 juliviering Raadslid De Sutter wil graag weten waarom de 11 juliviering doorgaat op 7 juli 2013 en waarom een andere naam werd toegekend i.p.v. Feestdag van de Vlaamse gemeenschap. Schepen De Coninck antwoordt dat de werkgroep, die de 11 juliviering organiseert, heeft voorgesteld om de festiviteiten op 7 juli te organiseren, omdat dit een zondag is en dat dus meer mensen/families aan de festiviteiten kunnen deelnemen. Deze datum valt ook binnen de periode van het programma van Vlaanderen Feest!. De naamswijziging naar eekloverdag werd ook voorgesteld door de werkgroep. 2. Goedkeuring verslag gemeenteraad dd. 13 mei Raadslid Windey blijft bij zijn standpunt dat, uit respect voor de raadsleden, hun tussenkomsten minstens beknopt in het verslag zouden moeten worden opgenomen. Raadslid De Sutter sluit zich hierbij aan; hij zal hiervoor ten andere nog een voorstel indienen. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 2/166

3 Het verslag van de vergadering van de gemeenteraad dd. 13 mei 2013 wordt goedgekeurd met 14 jastemmen en 9 neen-stemmen. De raadsleden Marc Windey, Luc Vandevelde, Filip Lecompte, Michel De Sutter, Roger Reychler, Tineke Verstraete, Paul Verstraete, Rita Gysels en Ann Eggermont hebben tegengestemd. 3. Mededelingen aan de gemeenteraad. De raadsleden hebben kennis kunnen nemen van het desbetreffende bundel. 4. Algemeen bestuur - beslissing toetreding verschillende steden tot vereniging Audio (vereniging opgericht in toepassing van artikel 8 van het O.C.M.W.-decreet) - goedkeuring. Na de toelichting door de burgemeester neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn besluit van 28 juni 2010 houdende AudiO - beslissing tot toetreding - goedkeuring interne auditcharter; Gelet op art. 224, tweede lid, van het OCMW-decreet dat de instemming van alle deelgenoten vereist voor de toetreding van nieuwe deelgenoten; Gelet op de vraag vanwege stad Genk om toe te treden tot de vereniging Audio, zoals blijkt uit de notulen van de gemeenteraad van 25 oktober 2012; Gelet op de vraag vanwege stad Roeselare om toe te treden tot de vereniging Audio, zoals blijkt uit de notulen van de gemeenteraad van 24 september 2012; Gelet op de vraag vanwege OCMW Bilzen om toe treden tot de vereniging Audio, zoals blijkt uit de notulen van de OCMW-raad van 19 september 2012; Gelet op de groeistrategie, goedgekeurd door de Algemene Vergadering Audio van 24 april 2013; Gelet op het verzoek van de vereniging Audio, om de toetreding van stad Genk, stad Roeselare en OCMW Bilzen formeel goed te keuren; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De toetreding goed te keuren van stad Genk tot de vereniging Audio. Artikel 2 De toetreding goed te keuren van stad Roeselare tot de vereniging Audio. Artikel 3 De toetreding goed te keuren van OCMW Bilzen tot de vereniging Audio. 5. Algemeen bestuur - gemeentepersoneel - nieuwe personeelsformatie - wijziging. De voorzitter geeft het woord aan de burgemeester, die de punten 5, 6, 7 en 8 samen toelicht. Na de tussenkomst van raadslid Windey neemt de raad de volgende beslissingen: De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissing dd. 15 december 2008 houdende vaststelling met ingang van 1 januari 2009 van de nieuwe personeelsformatie van het statutair en het contractueel personeel, zoals gewijzigd en aangepast tot op heden; Gelet op zijn beslissing dd. 19 maart 2013 houdende wijziging van de nieuwe personeelsformatie het statutair en het contractueel personeel; Overwegende dat in de besluitvorming van bovenvermelde beslissing een materiële fout is geslopen waarbij de ingangsdatum van deze wijzigingen wordt vastgesteld op 1 april 2012 i.p.v. 1 april 2013; Overwegende dat het aangewezen is deze materiële fout recht te zetten en de ingangsdatum van de wijzigingen in artikel 1 van bovenvermeld besluit aan te passen naar 1 april 2013; Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 3/166

4 Overwegende dat het om budgettaire redenen aangewezen is om de vier statutaire functies van technisch medewerker te vervangen door contractuele betrekkingen en de reeds ingenomen twee statutaire betrekkingen uitdovend te maken; Overwegende dat de benamingen van de vier technisch medewerkers werden aangepast aan de nieuwe beleidsdomeinen, waardoor het aangewezen is ook in de formatie de nieuwe benamingen te introduceren of te wijzigen; Overwegende dat het aangewezen is de personeelsformatie van het statutair en het contractueel personeel in deze zin dan ook aan te passen en te wijzigen; Gelet op het bijgevoegd nieuw organogram; Gelet op het protocol van het bijzonder comité dd. 31 mei 2013; Gelet op de desbetreffende artikelen van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet dd. 15 juli 2005, inzonderheid op de artikelen 248 tot en met 260 inzake het algemeen bestuurlijk toezicht op de gemeenten; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 In artikel 1 van zijn beslissing dd. 19 maart 2013 houdende wijziging van de nieuwe personeelsformatie het statutair en het contractueel personeel wordt de ingangsdatum 1 april 2012 omgezet naar 1 april Artikel 2 De nieuwe personeelsformatie van het statutair en het contractueel personeel zoals vastgesteld bij zijn beslissing dd. 15 december 2008 en gewijzigd en aangepast tot op heden, wordt met ingang van 1 juli 2013 gewijzigd en aangepast zoals in de aan deze beslissing gehechte bijlage uitgewerkt. Artikel 2 Afschrift van deze beslissing zal aan de hogere overheid voor goedkeuring worden toegezonden. 6. Algemeen bestuur - gemeentepersoneel - nieuwe rechtspositieregeling - aanpassing. De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissing dd. 15 december 2008 houdende vaststelling met ingang van 1 januari 2009 van de nieuwe rechtspositieregeling van het statutair en het contractueel personeel, zoals gewijzigd en aangepast tot op heden; Overwegende dat de functie van e.a. architect- technisch manager vermeld wordt bij de functies voorbehouden aan Belgen, doch dat deze functie uitdovend is en naderhand zal vervangen worden door de functie van algemeen diensthoofd grondgebiedszaken; Overwegende dat het aangewezen is deze nieuwe functie van algemeen diensthoofd grondgebiedszaken eveneens op te nemen in de lijst van functies voorbehouden aan Belgen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering dd. 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat het noodzakelijk is de dwingende bepalingen van dit besluit door te voeren in de rechtspositieregeling en een keuze te maken inzake de niet-dwingende bepalingen; Gelet op de programmawet van 28 december 2011 waarbij de vervroegde pensioenleeftijd wordt gewijzigd; Overwegende dat de titularissen van een functie op A-niveau en personeelsleden die met een leidinggevende functie (ook op niveau C) zijn bekleed slechts kunnen gebruik maken van 1/5- loopbaanonderbreking en verlof voor deeltijdse prestaties; Overwegende dat de meerderheid van de leidinggevenden gebruik zou willen maken van het uitgebreider systeem van loopbaanonderbreking en verlof voor deeltijdse prestaties indien hun persoonlijke situatie daartoe aanleiding geeft; Overwegende dat er vanwege de overheid geen bezwaar is om dit systeem soepeler te maken en toepasbaar op alle leidinggevenden, uitgezonderd de decretale graden; Overwegende dat het aangewezen is de personeelsleden de kans te bieden langer deeltijds te werken en de maximumduur voor verlof voor deeltijdse prestaties uit te breiden naar 12 jaar, nu de vervroegde pensioenleeftijd is opgetrokken en de mogelijkheden qua loopbaanonderbreking worden ingeperkt; Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 4/166

5 Overwegende dat de door de invoering van een langere duur van het verlof voor deeltijdse prestaties er ook beter kan bespaard worden op personeelskosten; Gelet op het koninklijk besluit dd; 25 augustus 2012 tot wijziging van het stelsel van de loopbaanonderbreking voor wat de openbare sector betreft; Gelet op het koninklijk besluit dd. 10 oktober 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit dd. 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 20 mei 2011 houdende regeling van de externe personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden met hetzelfde werkingsgebied; Overwegende dat het aangewezen is de bepalingen van bovenvermelde besluiten te integreren in de rechtspositieregeling; Overwegende dat de salarisschalen van de decretale graden worden vastgesteld overeenkomstig het inwonersaantal van de gemeente waar deze decretale graden zijn aangesteld en dat het inwonersaantal wordt vastgesteld op 1 januari van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen zullen plaatsvinden; Gelet op de publicatie van inwonersaantal op datum van 1 januari 2012 waarbij voor Eeklo dit aantal op wordt vastgesteld; Overwegende dat door de stijging van het bevolkingscijfer de salarisschalen voor de decretale graden veranderen naar klasse 4 ( tot inwoners) m.i.v. 01/01/2013; Gelet op zijn beslissing van heden houdende wijziging nieuwe personeelsformatie van het statutair en contractueel personeel, waarbij de vier statutaire betrekkingen van technisch medewerker omgevormd worden naar vier contractuele betrekkingen en de twee reeds ingevulde statutaire betrekkingen uitdovend worden geplaatst; Overwegende dat het noodzakelijk is de functiebenamingen van deze betrekkingen aan te passen aan de nieuwe beleidsdomeinen, de specifieke aanwervingsvoorwaarden, examenprogramma s en jury s aan te passen of vast te stellen; Overwegende dat het bovendien aangewezen is voor de betrekkingen van technisch medewerker specifieke bevorderingsvoorwaarden vast te stellen zodat kan ingezet worden op interne doorstroming binnen het stadsbestuur; Gelet op de besprekingen ter zake van het college van burgemeester en schepenen dd. 30 april 2013, dd. 15 mei 2013 en dd. 30 mei 2013; Gelet op het protocol van het bijzonder comité dd. 31 mei 2013; Gelet op de desbetreffende artikelen van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet dd. 15 juli 2005, inzonderheid op de artikelen 248 tot en met 260 inzake het algemeen bestuurlijk toezicht op de gemeenten; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De nieuwe rechtspositieregeling van het statutair en het contractueel personeel, zoals gewijzigd en aangepast tot op heden, wordt met ingang van 1 juli 2013 gewijzigd en aangepast zoals in de aan deze beslissing gehechte bijlage uitgewerkt. Artikel 2 Afschrift van deze beslissing zal aan de hogere overheid voor goedkeuring worden toegezonden. BIJLAGE: Artikel 4 Tussen 3 en 4 wordt het volgende ingevoegd: 4 door een procedure van externe personeelsmobiliteit. Het oorspronkelijke 4 wordt 5 en aangepast als volgt: 5 door een combinatie van de procedures, vermeld in punt 1 tot en met 4. Na het derde lid wordt het volgende lid ingevoegd: Bij een procedure van externe personeelsmobiliteit worden alleen personen extern aan het gemeentebestuur, die beantwoorden aan de bepalingen van artikel 137octies 2, uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de betrekking. Artikel 5 2 lid 2 Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 5/166

6 De lijst functies voorbehouden aan Belgen wordt aangevuld met algemeen diensthoofd grondgebiedszaken. Artikel 7 laatste lid wordt vervangen door: De lijst van erkende diploma's of getuigschriften per niveau wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, vastgesteld. Alleen de erkende diploma s of getuigschriften op die lijst komen bij aanwerving in aanmerking. Bijlage 1: wordt geschrapt en vervangen door het ministerieel besluit dd. 19 februari 2013 tot vaststelling van de lijst van erkende diploma s of getuigschriften per niveau ter uitvoering van artikel 11, 2, tweede lid van het BVR dd. 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Artikel 8 wordt aangevuld met het volgende lid: De aanstellende overheid kan aanvullende aanwervingsvoorwaarden vaststellen. Artikel 9, eerste lid: De zinsnede Die schrapping kan, op voorwaarde dat: wordt geschrapt. Volgend leden worden ingevoegd: Die afwijking is mogelijk als de functie noch op basis van de functiebeschrijving, noch krachtens een reglementering van de hogere overheid een diploma vergt. Voor de toepassing van het eerste lid komt een kandidaat die niet over het vereiste diploma beschikt, in aanmerking als hij, ofwel: Artikel 9, 1 tot 3 wordt vervangen door 1 voldoet aan een vereiste inzake relevante beroepservaring en slaagt voor een niveau- of capaciteitstest; 2 beschikt over een op de functie afgestemd ervaringsbewijs, uitgereikt overeenkomstig de Vlaamse regelgeving over de titels van beroepsbekwaamheid; 3 beschikt over een op de functie afgestemd attest van een beroepsopleiding die hij gevolgd heeft bij een door de Vlaamse Regering erkende instelling voor beroepsopleiding Artikel 9 a) en b) b) wordt c) en een nieuw lid b) wordt ingevoegd: b) cijfergegevens die de ondervertegenwoordiging in de plaatselijke tewerkstelling aantonen van bepaalde, in de tewerkstellingsmaatregelen van de hogere overheden genoemde kansengroepen in relatie tot regionale indicatoren over de aanwezigheid van die kansengroepen in de werkloosheid; Artikel 15 3 wordt vervangen door: Psychotechnische proeven en persoonlijkheidstests worden afgenomen door een selectiebureau of door een persoon die voldoet aan de kwalificatievereisten, zoals bepaald in het decreet van 10 december 2010 betreffende de private arbeidsbemiddeling en het BVR van 10 december 2010 tot uitvoering van het decreet betreffende de private arbeidsmarktbemiddeling. Artikel 21 2 tweede lid wordt als volgt vervangen: Voor de toepassing van artikel 9,1 behelst de selectieprocedure ook een niveau- of capaciteitstest, die onderzoekt of de kandidaten in staat zijn te functioneren op het niveau waarin de functie is gesitueerd. Een derde lid wordt toegevoegd: De kandidaat die een attest of getuigschrift voorlegt waaruit blijkt dat hij voor dezelfde of voor een vergelijkbare functie bij dezelfde of bij een andere overheid al eerder geslaagd is voor een niveau- of capaciteitstest als vermeld in het tweede lid, behoudt het gunstige resultaat daarvan en wordt vrijgesteld van een nieuwe deelname aan een niveau- of capaciteitstest. De raad stelt de maximale duur van de vrijstellingen vast op 3 jaar. Artikel 35 Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 6/166

7 2 wordt geschrapt. 1: Het paragraafteken en cijfer wordt weggelaten en het eerste lid wordt vervangen door: Ten minste 2% van het totale aantal personeelsleden binnen het bestuur, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, wordt vervuld door personen met een arbeidshandicap die aan een van de volgende voorwaarden voldoen: Na 6 wordt de zin Met toepassing van het eerste lid komt het aantal betrekkingen met 4 overeen. geschrapt en het volgend lid ingevoegd: Het uitvoerend orgaan van het bestuur of, als hij daartoe gemachtigd is in het kader van het dagelijks personeelsbeheer, het hoofd van het personeel bepaalt het aantal voltijds equivalenten in overeenstemming met het percentage,vermeld in het eerste lid. Artikel 47 een derde lid wordt toegevoegd: De aanstellende overheid hoort het personeelslid vooraf. Artikel 94 In 3 wordt tussen interne personeelmobiliteit en herplaatsing of bevordering de zinsnede externe personeelsmobiliteit ingevoegd. Artikel 108 derde en vierde lid Wordt vervangen door: De volgende periodes van onbezoldigde afwezigheid komen in aanmerking voor de toekenning van schaalanciënniteit: - de volledige loopbaanonderbreking; - volledig ouderschapsverlof; - volledig bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid; - volledig verlof voor opdracht; - volledig onbetaald verlof; - volledig politiek verlof; - bevallingsverlof en volledige ziekte voor het contractueel personeel. De schaalanciënniteit die voor die periodes van onbezoldigde volledige afwezigheid wordt toegekend, mag in het totaal niet meer belopen dan een jaar. Artikel 109, 1, 1 tot 5 wordt vervangen door 1 tot 6 : 1 de provincies, de gemeenten en de OCMW's van België, de publiekrechtelijke verenigingen waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren; 2 de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn; 3 de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte; 4 de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding; 5 de publiekrechtelijke en vrije universiteiten; 6 elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt. Artikel 137 Tussen lid 1 en 2 wordt het volgende lid ingevoegd: Het personeelslid dat heraangesteld wordt in een functie waarmee een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, behoudt zijn schaalanciënniteit en wordt met die schaalanciënniteit ingeschaald in de overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe functionele loopbaan. Het personeelslid dat als gevolg van die inschaling een lager jaarsalaris zou krijgen, behoudt zijn vorige jaarsalaris op persoonlijke titel zolang dat gunstiger is. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 7/166

8 Volgend hoofdstuk wordt ingevoegd onder Titel II De loopbaan Hoofdstuk XIV. De vervulling van een vacature door externe personeelsmobiliteit Afdeling I. Definities Artikel 137bis In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1 OCMW: het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; 2 AGB: het autonoom gemeentebedrijf; 3 APB: het autonoom provinciebedrijf; 4 OCMW-vereniging: vereniging van een of meer OCMW s, of van een OCMW met een of meer andere openbare besturen en/of rechtspersonen, andere dan die welke een winstoogmerk hebben, als vermeld in titel VIII, hoofdstuk I, van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; 5 bevoegde raden: a) de gemeenteraad voor het gemeentepersoneel en voor het OCMW-personeel in een betrekking die ook bestaat bij de gemeente; b) de OCMW-raad voor het OCMW-personeel in een betrekking die niet bestaat bij de gemeente; c) de provincieraad voor het provinciepersoneel; d) de raad van bestuur van het AGB en van het APB, respectievelijk voor het personeel van een AGB en een APB; e) het orgaan dat op grond van de statuten van de OCMW-vereniging bevoegd is voor de vaststelling van de rechtspositieregeling van het personeel voor het personeel van een OCMW-vereniging. Afdeling II. Externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied Onderafdeling I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen Artikel 137ter 1. Deze afdeling is uitsluitend van toepassing op lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied, meer bepaald: 1 de gemeente en haar OCMW; 2 het OCMW en de OCMW-vereniging met het eigen OCMW als enig lid of met het eigen OCMW en de eigen gemeente als enige leden; 3 de gemeente en haar AGB of AGB s. 2. De regeling voor de externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied is wederkerig en gelijk voor de overheden waarop ze van toepassing gesteld wordt. 3. De externe personeelsmobiliteit tussen de lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied wordt verwezenlijkt op de volgende manieren of op een van de volgende manieren: 1 door deelname van personeelsleden van de ene overheid aan de procedure voor interne personeelsmobiliteit bij de andere overheid; 2 door deelname van personeelsleden van de ene overheid aan de bevorderingsprocedure bij de andere overheid. Bij de toepassing van de externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied worden niet alleen personeelsleden in dienst bij de eigen overheid uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de vacante betrekking, maar ook personeelsleden van de andere overheid of overheden met hetzelfde werkingsgebied. 4. De externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied, vermeld in 3, is van toepassing op de volgende betrekkingen: 1 de statutaire betrekkingen bij de gemeente; 2 bestendige contractuele betrekkingen op de personeelsformatie van de gemeente. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 8/166

9 De externe personeelsmobiliteit tussen lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied is niet van toepassing op de betrekkingen van gemeentesecretaris en financieel beheerder van de gemeente. 5. De volgende personeelsleden kunnen zich kandidaat stellen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit of voor deelname aan de bevorderingsprocedure voor een vacature bij een andere overheid: 1 de vast aangestelde statutaire personeelsleden, ongeacht hun administratieve toestand; 2 de contractuele personeelsleden die beantwoorden aan de criteria om bij de eigen overheid in aanmerking te komen voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit, respectievelijk aan de bevorderingsprocedure. Onderafdeling II. Procedure en voorwaarden Artikel 137quater 1. De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of ze een beroep doet op externe personeelsmobiliteit met een andere overheid of andere overheden met hetzelfde werkingsgebied. In voorkomend geval deelt ze haar beslissing mee aan die andere overheid of overheden, samen met het verzoek aan die andere overheid of overheden om de vacature intern bekend te maken. 2. De regels over het vacaturebericht, over de wijze van kandidaatstelling en over de termijn voor de kandidaatstelling die van toepassing zijn bij de procedure van interne personeelsmobiliteit en bij de bevorderingsprocedure, zijn ook van toepassing als de aanstellende overheid een beroep doet op kandidaten van een andere overheid. De bekendmaking van de vacature door de andere overheid gebeurt via de interne bekendmakingskanalen die op grond van de plaatselijke rechtspositieregeling van die andere overheid gebruikt worden bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit, respectievelijk de bevorderingsprocedure. 3. Het personeelslid van een andere overheid dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit, moet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de andere voorwaarden voor de vacante betrekking, vastgesteld met toepassing van de regels voor de procedure van interne personeelsmobiliteit. Het personeelslid van een andere overheid dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de bevorderingsprocedure, moet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden en aan de andere voorwaarden voor de vacante betrekking, vastgesteld met toepassing van de regels voor de bevorderingsprocedure. 4. Kandidaten van een andere overheid moeten op dezelfde wijze als kandidaten van de eigen overheid: 1 aantonen dat ze voldoen aan de competentievereisten voor de vacante betrekking bij deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit; 2 slagen voor de selectieprocedure bij deelname aan de bevorderingsprocedure. Onderafdeling III. De aanstelling van het personeelslid dat overkomt van een andere overheid Artikel 137quinquies 1. De geselecteerde kandidaat die overkomt van een andere overheid, wordt aangesteld in de betrekking waarvoor hij zich kandidaat gesteld heeft. De kandidaat voor een statutaire betrekking wordt in statutair dienstverband aangesteld. De kandidaat voor een contractuele betrekking wordt in contractueel dienstverband aangesteld. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid wordt na de statutaire aanstelling niet opnieuw onderworpen aan een proeftijd, tenzij in geval van deelname aan een bevorderingsprocedure. In voorkomend geval gelden de bepalingen van artikel 129 en De aanstellende overheid beslist over de aanstelling van de kandidaat die overkomt van een andere overheid. Ze bezorgt een kopie van de aanstellingsbeslissing aan de overheid van herkomst van de kandidaat. De aanstellende overheid bepaalt de datum of de termijn van indiensttreding van het geselecteerde personeelslid. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid legt bij zijn indiensttreding opnieuw de eed af. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 9/166

10 Onderafdeling IV. Administratieve anciënniteiten en andere arbeidsvoorwaarden Artikel 137sexies 1. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid als gevolg van deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit behoudt na zijn aanstelling in de nieuwe betrekking de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige betrekking, als met de nieuwe betrekking dezelfde functionele loopbaan verbonden is. Als het personeelslid aangesteld wordt in een betrekking van dezelfde rang waarmee een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, dan behoudt het zijn schaalanciënniteit en wordt het met die schaalanciënniteit ingeschaald in de daarmee overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe functionele loopbaan. 2. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid als gevolg van deelname aan de bevorderingsprocedure krijgt na zijn aanstelling in de nieuwe betrekking de eerste salarisschaal van de functionele loopbaan die verbonden is met de nieuwe betrekking. De schaalanciënniteit begint opnieuw vanaf nul te lopen. De regeling van de gegarandeerde salarisverhoging bij bevordering naar een graad van een hoger niveau is ook van toepassing op het personeelslid dat als gevolg van een bevordering naar een graad van een hoger niveau overkomt van een andere overheid. 3 In afwijking van 1 wordt ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij de andere overheid gevaloriseerd werd in de schaalanciënniteit, niet gevaloriseerd in de schaalanciënniteit van de nieuwe betrekking, overeenkomstig de bepalingen van artikel 105 tot en met 111. Ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij de andere overheid gevaloriseerd werd in de geldelijke anciënniteit, wordt wel gevaloriseerd in de geldelijke anciënniteit van de nieuwe betrekking, overeenkomstig de bepalingen van artikel 105 tot en met De niveauanciënniteit en de dienstanciënniteit die het personeelslid verworven had bij de andere overheid, worden volledig in aanmerking genomen voor de vaststelling van de niveauanciënniteit en de dienstanciënniteit. De regels voor de vaststelling van de graadanciënniteit na aanstelling in een andere graad bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit zijn ook van toepassing op het personeelslid dat overkomt van de andere overheid en dat aangesteld wordt in een andere graad. Na bevordering neemt de graadanciënniteit in de nieuwe graad een aanvang. 5. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid, is onderworpen aan de regels over de jaarlijkse vakantie, de feestdagen en de andere verloven en afwezigheden zoals vastgesteld in titel VIII. Er zijn geen overgangsbepalingen van toepassing. 6. De regels over het ziektekrediet, zoals bepaald in artikel 246 tot en met 251, zijn van toepassing, met dien verstande dat de jaren dienstactiviteit en de al opgenomen ziektedagen bij de andere overheid, meegerekend worden voor de vaststelling van het aantal dagen ziektekrediet. Afdeling III. Gezamenlijke selecties en gemeenschappelijke wervingsreserves bij sommige overheden met hetzelfde werkingsgebied Artikel 137septies 1. Deze afdeling is uitsluitend van toepassing op de volgende lokale overheden met hetzelfde werkingsgebied: 1 de gemeente en haar OCMW; 2 de gemeente en haar AGB of AGB s. De betrekkingen van gemeentesecretaris en financieel beheerder van de gemeente vallen niet onder het toepassingsgebied van deze afdeling. 2. De aanstellende overheden van de gemeente en haar OCMW kunnen bij de toepassing van de aanwervingsprocedure samen, onder de voorwaarden vastgesteld in deze afdeling, selectieprocedures organiseren voor vacatures in betrekkingen die zowel bestaan bij de gemeente als bij het OCMW. De aanstellende overheden van de gemeente en haar AGB of AGB s, kunnen bij de toepassing van de aanwervingsprocedure samen, onder de voorwaarden, vastgesteld in deze afdeling, selectieprocedures organiseren voor vacatures in betrekkingen die zowel bestaan bij de gemeente als bij haar AGB of AGB s. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 10/166

11 Alleen betrekkingen als vermeld in artikel 137ter, 4, eerste lid, komen in aanmerking voor de toepassing van een gezamenlijke selectieprocedure. 3. De gezamenlijke organisatie van een selectieprocedure gaat gepaard met een gezamenlijke externe oproep aan de kandidaten. Bij de oproep aan de kandidaten wordt meegedeeld dat er een gezamenlijke selectieprocedure wordt georganiseerd, waarvan de resultaten gelden voor de betrokken besturen. De bekendmaking van de vacature vermeldt dat de ingediende kandidaturen geldig zijn voor de overheden die de gezamenlijke selectieprocedure organiseren. Voor de uitvoering van de gezamenlijke selectieprocedure wordt een gemeenschappelijke selectiecommissie geïnstalleerd en is hetzelfde selectieprogramma van toepassing. Het selectieprogramma is afgestemd op een functiebeschrijving voor de betrekking. De algemene regels voor de selectiecommissies in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel, gelden ook voor de gemeenschappelijke selectiecommissie. 4. De aanstellende overheden kunnen na een gezamenlijke selectieprocedure ook een gemeenschappelijke wervingsreserve van de geslaagde kandidaten aanleggen. In voorkomend geval gelden de bepalingen van artikel 25 tot en met 27. In voorkomend geval wordt bij de oproep aan de kandidaten meegedeeld dat er een gemeenschappelijke wervingsreserve wordt aangelegd die geldt voor de betrokken besturen. De aanstellende overheden kunnen elk voor zich een beroep doen op de kandidaten die opgenomen zijn in de gemeenschappelijke wervingsreserve. 5. De aanstellende overheden van de gemeente en haar OCMW en van de gemeente en haar AGB of AGB s kunnen, voor de betrekkingen die ze gemeenschappelijk hebben, de gezamenlijke selectie en het aanleggen van een gemeenschappelijke reserve van geslaagde kandidaten ook toepassen bij een bevorderingsprocedure. In voorkomend geval zijn 1 en 2, derde lid, en 3 en 4 van overeenkomstige toepassing. De aanstellende overheden van de gemeente en haar OCMW en van de gemeente en haar AGB of AGB s kunnen, voor de betrekkingen die ze gemeenschappelijk hebben, de gezamenlijke selectie en het aanleggen van een gemeenschappelijke reserve van geslaagde kandidaten ook toepassen bij een procedure van externe personeelsmobiliteit als vermeld in artikel 137octies, 2. In voorkomend geval zijn 1 en 2, derde lid, en 3 en 4 van overeenkomstige toepassing. Afdeling IV. De externe personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden die niet hetzelfde werkingsgebied hebben en tussen diezelfde lokale en provinciale overheden en diensten van de Vlaamse overheid Onderafdeling I. Toepassingsgebied en algemene bepalingen Artikel 137octies 1. Deze afdeling is van toepassing op de volgende lokale en provinciale overheden, die niet hetzelfde werkingsgebied hebben: 1 de gemeenten; 2 de OCMW s, met uitzondering van het ziekenhuis in eigen beheer, vermeld in artikel 218 van het OCMW-decreet; 3 de OCMW-verenigingen, met uitzondering van de ziekenhuisverenigingen; 4 de AGB s; 5 de provincies; 6 de APB s. Deze afdeling regelt de procedure van externe personeelsmobiliteit tussen de volgende overheden in het Vlaamse Gewest: de gemeente enerzijds, en de andere gemeenten, de andere lokale overheden, vermeld in het eerste lid, punt 2 tot en met 4, die niet hetzelfde werkingsgebied hebben, de provinciale overheden, vermeld in het eerste lid, punt 5 en 6, en de diensten van de Vlaamse overheid anderzijds. Onder diensten van de Vlaamse overheid als vermeld in het tweede lid, worden de diensten verstaan die onder het toepassingsgebied vallen van het Vlaams Personeelsstatuut. 2. Bij de toepassing van de procedure van externe personeelsmobiliteit worden de personeelsleden van de lokale en provinciale overheden en van de diensten van de Vlaamse overheid, vermeld in 1, derde lid, of de personeelsleden van een bepaald segment van die overheidsarbeidsmarkt, uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de vacante betrekking. Onder segment van die overheidsarbeidsmarkt als vermeld in het eerste lid, wordt verstaan: Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 11/166

12 1 een of meer soorten lokale of provinciale overheden als vermeld in 1, eerste lid, punt 1 tot en met 6 ; 2 de diensten van de Vlaamse overheid als vermeld in 1, derde lid. 3 De procedure van externe personeelsmobiliteit is van toepassing op de volgende betrekkingen: 1 statutaire betrekkingen bij de gemeente; 2 bestendige contractuele betrekkingen op de personeelsformatie van de gemeente. De procedure van externe personeelsmobiliteit is niet van toepassing op de betrekkingen van gemeentesecretaris en financieel beheerder van de gemeente. 4. De volgende personeelsleden kunnen zich kandidaat stellen voor deelname aan een procedure van externe personeelsmobiliteit: 1 de vast aangestelde statutaire personeelsleden in een gelijkwaardige graad; 2 de contractuele personeelsleden in een gelijkwaardige graad die bij de eigen overheid werden aangeworven na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen. Onder gelijkwaardige graad als vermeld in het eerste lid wordt verstaan: 1 voor personeelsleden uit de lokale en provinciale overheden, vermeld in 1, eerste lid: een graad van hetzelfde niveau en van dezelfde rang in de hiërarchie van de graden waaraan dezelfde functionele loopbaan en salarisschalen verbonden zijn en met vergelijkbare voorwaarden en een vergelijkbaar functieprofiel; 2 voor personeelsleden uit de diensten van de Vlaamse overheid: een graad van hetzelfde niveau en van dezelfde rang waaraan vergelijkbare salarisschalen verbonden zijn en met vergelijkbare voorwaarden en een vergelijkbaar functieprofiel. Met dezelfde functionele loopbaan en salarisschalen in punt 1, worden gelijkgesteld: de functionele loopbaan en salarisschalen A1a-A1b-A2a en A1a-A2a-A3a voor de basisgraad van niveau A. Onderafdeling II. Procedure en voorwaarden Artikel 137novies 1. De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of ze een beroep doet op de procedure van externe personeelsmobiliteit. In voorkomend geval bepaalt ze op welk segment van de overheidsarbeidsmarkt, vermeld in artikel 137octies, 2, tweede lid, ze een beroep doet. 2. De betrekkingen die vacant verklaard worden met het oog op de toepassing van de procedure van externe personeelsmobiliteit, worden in elk geval meegedeeld aan Jobpunt Vlaanderen of een ander door de Vlaamse Regering vastgesteld kanaal, dat zorgt voor de bekendmaking van de vacature op de eigen website. De regels over het vacaturebericht, over de wijze van kandidaatstelling en over de minimale termijn voor de kandidaatstelling die gelden bij aanwerving, zijn ook van toepassing als de aanstellende overheid een beroep doet op de procedure van externe personeelsmobiliteit. 3. Het personeelslid dat zich kandidaat stelt voor deelname aan de procedure van externe personeelsmobiliteit, moet: 1 voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 137octies, 4; 2 voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden; 3 voldoen aan de vereiste over de taalkennis, opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 4 voldoen aan een vereiste inzake specifieke ervaring in een gelijkwaardige graad; 5 een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie; 6 zo nodig, beschikken over het vereiste diploma. De aanstellende overheid beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen. Als de raad de aanstellende overheid is, beoordeelt het college van burgemeester en schepenen de geldigheid van de ingediende kandidaturen. De kandidaten moeten slagen voor een functiespecifieke selectie, die aantoont dat ze voldoen aan de competentievereisten, vastgesteld in de functiebeschrijving voor de betrekking. Onderafdeling III. De aanstelling van het personeelslid dat overkomt van een andere overheid Artikel 137decies Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 12/166

13 1. De geselecteerde kandidaat die overkomt van een andere overheid, wordt aangesteld in de betrekking waarvoor hij zich kandidaat gesteld heeft. De kandidaat voor een statutaire betrekking wordt in statutair dienstverband aangesteld. De kandidaat voor een contractuele betrekking wordt in contractueel dienstverband aangesteld. Het in statutair of contractueel dienstverband aangestelde personeelslid wordt onderworpen aan een proeftijd: 1 van drie maanden voor het in statutair dienstverband aangestelde personeelslid; 2 volgens de termijnen zoals bepaald in de Arbeidsovereenkomstenwet, met een maximale duurtijd van drie maanden, voor het in contractueel dienstverband aangestelde personeelslid. Deze termijn is verlengbaar met de duur van de afwezigheden, zodra het personeelslid op proef tien werkdagen afwezig is geweest. 2. De aanstellende overheid beslist over de aanstelling van de kandidaat die overkomt van een andere overheid. Ze bezorgt een kopie van de aanstellingsbeslissing aan de overheid van herkomst van de kandidaat. De aanstellende overheid bepaalt de datum of de termijn van indiensttreding van het geselecteerde personeelslid. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid, legt bij zijn indiensttreding opnieuw de eed af. Onderafdeling IV. Administratieve anciënniteiten en andere arbeidsvoorwaarden Artikel 137undecies 1. Het personeelslid dat overkomt van een andere lokale of provinciale overheid behoudt na de aanstelling in een nieuwe betrekking als gevolg van deelname aan de procedure van externe personeelsmobiliteit de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige betrekking. Het personeelslid dat overkomt van de diensten van de Vlaamse overheid en dat aangesteld wordt in een nieuwe betrekking als gevolg van deelname aan een procedure van externe personeelsmobiliteit, krijgt de functionele loopbaan die verbonden is met de graad waarin het wordt aangesteld. Het personeelslid wordt ingeschaald in een salarisschaal van die functionele loopbaan in overeenstemming met de al verworven geldelijke anciënniteit en met de gecumuleerde schaalanciënniteit, verworven in de functionele loopbaan van zijn graad van herkomst. 2. In afwijking van 1 wordt ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij de andere overheid gevaloriseerd werd in de schaalanciënniteit, niet gevaloriseerd in de schaalanciënniteit van de nieuwe betrekking, overeenkomstig de bepalingen van artikel 105 tot en met 111. Ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij de andere overheid gevaloriseerd werd in de geldelijke anciënniteit, wordt wel gevaloriseerd in de geldelijke anciënniteit van de nieuwe betrekking, overeenkomstig de bepalingen van artikel 105 tot en met De niveauanciënniteit en de dienstanciënniteit die het personeelslid verworven had bij de andere overheid, worden volledig in aanmerking genomen voor de vaststelling van de niveauanciënniteit en de dienstanciënniteit. De regels voor de vaststelling van de graadanciënniteit na aanstelling in een andere graad bij de toepassing van de procedure van interne personeelsmobiliteit zijn ook van toepassing op het personeelslid dat met toepassing van de externe personeelsmobiliteit overkomt van de andere overheid en dat aangesteld wordt in een andere graad. 4. Het personeelslid dat overkomt van een andere overheid, is onderworpen aan de regels over de jaarlijkse vakantie, de feestdagen en de andere verloven en afwezigheden zoals vastgesteld in titel VIII. Er zijn geen overgangsbepalingen van toepassing. 5. De regels over het ziektekrediet, zoals bepaald in artikel 246 tot en met 251, gelden voor het personeelslid dat via een procedure van externe personeelsmobiliteit in statutair dienstverband wordt aangesteld. Artikel 146 In 1, 2 e lid wordt het woordje of vervangen door een komma en het lid wordt aangevuld met of externe personeelsmobiliteit. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 13/166

14 Artikel De zinsnede de vervroegde pensionering van 60 jaar wordt vervangen door de zinsnede de vervroegde pensionering tussen 60 en 65 jaar. Artikel 155 Derde lid wordt aangevuld met: of in voorkomend geval de gemeenteraad. Het vierde lid wordt geschrapt. Artikel 164 laatste lid wordt vervangen door: Het uitvoerend orgaan van het bestuur of, als hij daartoe door de raad in het kader van het dagelijks personeelsbeheer gemachtigd is, het hoofd van het personeel, stelt het individuele jaarsalaris van de personeelsleden vast. Artikel 165 wordt vervangen door Voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen komen alleen de werkelijke diensten in statutair of contractueel verband in aanmerking die het personeelslid als titularis van een bezoldigde betrekking heeft geleverd in dienst van : 1 de provincies, de gemeenten en de OCMW's van België, de publiekrechtelijke verenigingen waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren; 2 de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn; 3 de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte; 4 de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding; 5 de publiekrechtelijke en vrije universiteiten; 6 elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang, en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt. Artikel 166 wordt vervangen door: Voor de toepassing van artikel 165 moet worden verstaan onder werkelijke diensten: alle diensten die recht geven op een salaris of die bij ontstentenis van een salaris krachtens deze rechtspositieregeling toch in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van het salaris. Artikel 169 De woorden De gemeentesecretaris worden vervangen door Het uitvoerend orgaan van het bestuur of, als hij daartoe door de raad in het kader van het dagelijks personeelsbeheer gemachtigd is, het hoofd van het personeel,. Artikel 174 wordt aangevuld met volgend lid: De minimale salarisverhoging, vermeld in het voorgaande lid, is een integraal onderdeel van het jaarsalaris. Artikel 198, 1 a) wordt vervangen door: a) het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar ,73 euro; In 1 b) wordt het jaartal 2008 vervangen door 2012 ; In 1 c) wordt het bedrag 248,74 vervangen door het bedrag 698,74 ; 1 d) en e) worden vervangen door : d) voor het jaar 2012 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c), verhoogd met 100 euro; e) vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt c) voor alle personeelsleden verhoogd met 200 euro; 1 f) : wordt geschrapt. Artikel 202, laatste lid Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 14/166

15 Het woordje of tussen functie en de gegarandeerde salarisverhoging wordt vervangen door een komma en de zin wordt verder aangevuld met: of de toelage voor opdrachthouderschap. Artikel 205 2, tweede lid, wordt geschrapt; 2 derde lid wordt 3. Deze paragraaf wordt aangevuld met het volgende lid: Als berekeningsbasis voor het overloon geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haardof standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering of de toelage voor opdrachthouderschap. Artikel 206 tweede lid Het woordje of tussen functie en de gegarandeerde salarisverhoging wordt vervangen door een komma en de zin wordt verder aangevuld met: of de toelage voor opdrachthouderschap. Artikel 229 De zinsnede : Het personeelslid dat minstens 66% arbeidsongeschikt is, wordt vervangen door: Het personeelslid dat aan de voorwaarden voldoet voor de toekenning van een parkeerkaart door de bevoegde hogere overheid, Artikel 260 2e lid, 2e zin, wordt geschrapt. In het laatste lid wordt het woord acht vervangen door twaalf. Hoofdstuk Xbis loopbaanonderbreking toepassingsmodaliteiten 1 e lid, 2e zin wordt geschrapt. 4 e en 6 e lid: De leeftijd van vijftig jaar wordt vervangen door de leeftijd van vijfenvijftig jaar. Een afwijking van deze leeftijdsvoorwaarde, samen met een overgangsbepaling wordt opgenomen tussen het zevende en achtste lid: In afwijking van het voorgaande lid wordt voor werknemers die tewerkgesteld zijn in een voltijds arbeidsregime en die hun arbeidsprestaties verminderen met een vijfde, de leeftijd op 50 jaar gebracht, indien zij op het ogenblik van de begindatum van de vermindering van de arbeidsprestaties voldoen aan de volgende voorwaarden : - daaraan voorafgaand was de werknemer actief in een zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de daaraan voorafgaande 15 jaar; Onder zwaar beroep dient te worden verstaan: - arbeid in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen wisselt; - arbeid in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder permanent verstaat men dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld; - het werk met prestaties die gewoonlijk tussen 20 uur en 6 uur vallen, met uitsluiting van de werknemers die uitsluitend prestaties verrichten tussen 6 uur en 22 uur en van de werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur. Eveneens in afwijking van de leeftijdsvoorwaarde van vijfenvijftig jaar kan de leeftijdsvoorwaarde voor werknemers die tewerkgesteld zijn in een voltijds arbeidsregime en die hun arbeidsprestaties verminderen met een vijfde naar 50 jaar worden gebracht, indien zij op het ogenblik van de begindatum van de vermindering van de arbeidsprestaties een beroepsloopbaan hebben van minimum 28 jaar. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 15/166

16 Komen in aanmerking voor de berekening van de beroepsloopbaan van minstens 28 jaar: 1) elk kalenderjaar van tewerkstelling onder het stelsel van de privé-sector, waarvoor minstens 285 dagen voltijds loon werd uitbetaald, gerekend in een zesdagenweek; 2) elk kalenderjaar van tewerkstelling onder het stelsel van de publieke sector, waarvoor minstens 237 dagen voltijds werkelijk gepresteerde diensten werden vastgesteld, gerekend in een vijfdagenweek. Voor de kalenderjaren in het stelsel van de privé-sector van minder dan 285 dagen tewerkstelling worden alle dagen samengeteld en gedeeld door 285. Het resultaat, afgerond naar de lagere eenheid, geeft het aantal bijkomend in aanmerking te nemen jaren. Voor de kalenderjaren in het stelsel van de publieke sector van minder dan 237 dagen tewerkstelling worden alle dagen samengeteld en gedeeld door 237. Het resultaat, afgerond naar de lagere eenheid, geeft het aantal bijkomend in aanmerking te nemen jaren. Voor de kalenderjaren met respectievelijk meer dan 285 of 237 dagen tewerkstelling worden de dagen die de 285 of de 237 dagen overschrijden, buiten beschouwing gelaten. De som van de jaren van de punten 1) en 2) wordt afgerond naar de hogere eenheid. Voor de jaren van tewerkstelling in de privé-sector, worden gelijkgesteld met voltijds vergoede dagen, de dagen van: moederschapsverlof; verlof naar aanleiding van de geboorte van een kind; adoptieverlof; moederschapsbescherming en de preventieve werkverwijdering van zwangere vrouwen; ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan. Voor de jaren van tewerkstelling in de openbare sector, worden gelijkgesteld met voltijds vergoede dagen, de dagen van: verlof met behoud van wedde; moederschapsverlof; verlof naar aanleiding van de geboorte van een kind; adoptieverlof; moederschapsbescherming en de preventieve werkverwijdering van zwangere vrouwen; ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan. Het bewijs van de 28 jaar beroepsloopbaan gebeurt aan de hand van een formulier, vastgesteld door de Minister van Werk, op voorstel van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Overgangsbepaling: De reglementering die van kracht was vóór en die de mogelijkheid bood om vanaf 50 jaar een gedeeltelijke onderbreking te nemen in het eindeloopbaanstelsel, blijft van toepassing voor de personeelsleden van minstens 50 jaar die het eindeloopbaanstelsel reeds vóór genoten en dit niet meteen tot hun pensioen hadden aangevraagd. Deze personeelsleden kunnen bij hun eerste aanvraag om verlenging na van de oude bepalingen genieten. Afdeling II, de loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid wordt aangevuld met een artikel 278bis: Artikel 278bis 1. In afwijking van art , tweede lid, kan het personeelslid voor de bijstand of de verzorging van een minderjarig kind, tijdens of vlak na de hospitalisatie van het kind als gevolg van een zware ziekte, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst volledig schorsen voor een duur van één week, aansluitend verlengbaar met één week. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder zware ziekte, elke ziekte of medische ingreep die door de behandelend geneesheer van het zwaar zieke kind als dusdanig wordt beschouwd en waarbij de geneesheer oordeelt dat elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging noodzakelijk is. De door het eerste lid geboden mogelijkheid staat open voor : - de werknemer die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke kind en ermee samenwoont; - de werknemer die samenwoont met het zwaar zieke kind en belast is met de dagelijkse opvoeding. Wanneer de in het derde lid bedoelde werknemers geen gebruik kunnen maken van de door het eerste lid geboden mogelijkheid, kunnen ook de volgende werknemers zich op die mogelijkheid beroepen: Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 16/166

17 - de werknemer die ouder is in de eerste graad van het zwaar zieke kind en er niet mee samenwoont; - of, wanneer laatstgenoemde werknemer in de onmogelijkheid verkeert dit verlof op te nemen, een familielid van het zwaar zieke kind tot de tweede graad. 2. In afwijking van art , tweede lid, kan de duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst korter zijn dan 1 maand wanneer de werknemer aansluitend op de in de eerste paragraaf bedoelde schorsing zijn recht bedoeld in artikel 274, eerste lid, wenst uit te oefenen voor hetzelfde zwaar zieke kind. 3. Onverminderd artikel 276, wordt het bewijs van hospitalisatie van het kind geleverd door een attest van het betrokken ziekenhuis. Artikel 279 Er wordt een nieuw lid ingevoegd na het tweede lid: In het kader van artikel 278bis kan, wanneer de hospitalisatie van het kind onvoorzienbaar is, worden afgeweken van voormelde termijn. In dat geval bezorgt de werknemer zo spoedig mogelijk aan de werkgever een attest van de behandelend geneesheer van het zwaar zieke kind waaruit het onvoorzienbaar karakter van de hospitalisatie blijkt. Deze mogelijkheid geldt ook ingeval het verlof verlengd wordt met een week op basis van artikel 278bis. Het oorspronkelijke vierde lid wordt tussen de woorden zieke en bijvoegen met volgende zinsnede aangevuld: en in geval van hospitalisatie van een minderjarig kind het attest van het betrokken ziekenhuis. Artikel 280 Wordt aangevuld met het volgend lid: Deze bepaling is niet van toepassing wanneer de werknemer een volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geniet in het kader van artikel 278bis. In bijlage IV weddenschalen secretaris en financieel beheerder worden twee nieuwe weddenschalen van klasse IV ingevoegd In bijlage VI specifieke aanwervingsvoorwaarden worden de voorwaarden van technisch medewerker en technisch medewerker feesten, evenementen, karweien omgevormd naar technisch medewerker gebouwenbeheer houder zijn van een diploma van hoger secundair onderwijs - richting bouwkunde of daarmee gelijkgesteld in het bezit zijn van een geldig rijbewijs van minstens categorie B technisch medewerker openbare werken houder zijn van een diploma van hoger secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld in het bezit zijn van een geldig rijbewijs van minstens categorie B technisch medewerker openbare ruimte houder zijn van een diploma van hoger secundair onderwijs of daarmee gelijkgesteld in het bezit zijn van een geldig rijbewijs van minstens categorie B In bijlage VII specifieke bevorderingsvoorwaarden worden volgende voorwaarden opgenomen: technisch medewerker gebouwenbeheer vast aangesteld statutair personeelslid zijn of contractueel personeelslid zijn dat de proeftijd heeft beëindigd en mits aangesteld te zijn na een algemeen geldende wervings- en selectieprocedure ten minste drie jaar anciënniteit hebben in niveau D houder zijn van een geldig rijbewijs van minstens categorie B beschikken over een gunstig evaluatieresultaat voor de laatste periodieke evaluatie slagen voor een bevorderingsexamen technisch medewerker openbare werken vast aangesteld statutair personeelslid zijn of contractueel personeelslid zijn dat de proeftijd heeft beëindigd en mits aangesteld te zijn na een algemeen geldende wervings- en selectieprocedure ten minste drie jaar anciënniteit hebben in niveau D houder zijn van een geldig rijbewijs van minstens categorie B beschikken over een gunstig evaluatieresultaat voor de laatste periodieke evaluatie Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 17/166

18 slagen voor een bevorderingsexamen technisch medewerker openbare ruimte vast aangesteld statutair personeelslid zijn of contractueel personeelslid zijn dat de proeftijd heeft beëindigd en mits aangesteld te zijn na een algemeen geldende wervings- en selectieprocedure ten minste drie jaar anciënniteit hebben in niveau D houder zijn van een geldig rijbewijs van minstens categorie B beschikken over een gunstig evaluatieresultaat voor de laatste periodieke evaluatie slagen voor een bevorderingsexamen technisch medewerker groen vast aangesteld statutair personeelslid zijn of contractueel personeelslid zijn dat de proeftijd heeft beëindigd en mits aangesteld te zijn na een algemeen geldende wervings- en selectieprocedure ten minste drie jaar anciënniteit hebben in niveau D houder zijn van een geldig rijbewijs van minstens categorie B beschikken over een gunstig evaluatieresultaat voor de laatste periodieke evaluatie slagen voor een bevorderingsexamen In bijlage VIII examenprogramma s en selectiecommissies worden de de examenprogramma s van technisch medewerker en technisch medewerker feesten, evenementen, karweien en technisch medewerker groen vervangen door: technisch medewerker gebouwenbeheer, openbare ruimte en openbare werken Examenprogramma schriftelijke proef algemene technische kennis van de voorkomende specialiteiten en 10 p. vakbekwaamheden en kennis van de veiligheidsregelgeving (vereist min. 5 p.) work-sample proef de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere sta(a)l(en) 20 p. van het uitvoerend werk dat in de beoogde functie aan bod komt (vereist min. 10 p.) case(s) verslag over een probleem dat verband houdt met de dienst 20 p. (vereist min. 10 p.) mondelinge proef via interview en/of onderhoud, tests en/of andere technieken evaluatie 50 p. (vereist min. 25 p.) van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie, evenals van de persoonlijkheid, de maturiteit, het dynamisme en de motivatie van de kandidaat, alsmede de interesse voor het werkterrein Om te slagen dienen de kandidaten minstens 50% van de punten te behalen in elke proef of in ieder gedeelte van een proef zo deze uit meerdere examengedeelten bestaat en minstens 60% van de punten in het totaal. Selectiecommissie voorzitter: een in functie zijnd leidinggevend ambtenaar of staffunctionaris uit de openbare of privésector met relevante ervaring ten aanzien van de te begeven functie leden: een ervaringsdeskundige een selectiedeskundige secretaris: stadssecretaris, directeur personeel en interne organisatie, een verantwoordelijke van de dienst personeelszaken of een administratief medewerker van deze dienst of bij verhindering van genoemde titularissen, een door de stadssecretaris daartoe gemachtigd personeelslid. technisch medewerker groen Examenprogramma Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 18/166

19 schriftelijke proef algemene en technische kennis van onder meer groenaanleg 10 p. en onderhoud, planten, meststoffen, tuinbouwmachines en (vereist min. 5 p.) kennis van de veiligheidsregelgeving work-sample proef de kandidaat wordt geconfronteerd met één of meerdere 20 p. sta(a)l(en)van het uitvoerend werk dat in de beoogde functie (vereist min. 10 p.) aan bod komt en/of met een probleem inzake concrete organisatie van de dienst case(s) verslag over een probleem dat verband houdt met de dienst 20 p. (vereist min. 10 p.) mondelinge proef via interview en/of onderhoud, tests en/of andere technieken 50 p. (vereist min. 25 p.) evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie, evenals van de persoonlijkheid, de maturiteit, het dynamisme en de motivatie van de kandidaat, alsmede de interesse voor het werkterrein Om te slagen dienen de kandidaten minstens 50 % van de punten te behalen in elke proef of in ieder gedeelte van een proef zo deze uit meerdere examengedeelten bestaat en minstens 60 % van de punten in het totaal. Selectiecommissie voorzitter: een in functie zijnd leidinggevend ambtenaar of staffunctionaris uit de openbare of privésector met relevante ervaring ten aanzien van de te begeven functie leden: een ervaringsdeskundigen een selectiedeskundige secretaris: stadssecretaris, directeur personeel en interne organisatie, een verantwoordelijke van de dienst personeelszaken of een administratief medewerker van deze dienst of bij verhindering van genoemde titularissen, een door de stadssecretaris daartoe gemachtigd personeelslid. Gemeentesecretaris (Loopbaanspreiding 15 jaar) m.i.v Klasse 4 Minimum ,71 Maximum ,35 Verhogingen 1 x 1 x 2.598,55 7 x 2 x 1.965, , , , , ,13 Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 19/166

20 , , , , , , , , , , ,35 Financieel beheerder (Loopbaanspreiding 15 jaar) m.i.v Klasse 4 Minimum ,20 Maximum ,46 Verhogingen 1 x 1 x 2.447,89 7 x 2 x 1.851, , , , , , , , , , , , ,64 Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 20/166

21 , , , ,46 Gezien en goedgekeurd om als bijlage gevoegd te worden bij onze beslissing van heden. 7. Algemeen bestuur - definiëring inhoud begrip dagelijks personeelsbeheer - uitbreiding. De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissing dd. 15 december 2008 houdende vaststelling met ingang van 1 januari 2009 van de nieuwe rechtspositieregeling van het statutair en het contractueel personeel, zoals gewijzigd en aangepast tot op heden; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering dd. 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat artikel 35 van bovenvermelde beslissing werd aangepast waardoor de vaststelling van het aantal voltijds equivalenten dat vervuld wordt door personen met een arbeidshandicap (2% van het totale aantal personeelsleden binnen het bestuur, uitgedrukt in voltijdse equivalenten), gebeurt door het uitvoerend orgaan van het bestuur of, als hij daartoe gemachtigd is in het kader van dagelijks personeelsbeheer, het hoofd van het personeel; Gelet op zijn beslissing dd. 14 december 2009 houdende definiëring van de inhoud van het begrip dagelijks personeelsbeheer ; Overwegende dat het aangewezen is de definiëring van de inhoud van het begrip dagelijks personeelsbeheer, uit te breiden met de vaststelling van het totaal aantal personeelsleden met een arbeidshandicap binnen het bestuur, uitgedrukt in voltijdse equivalenten; Overwegende dat het eveneens aangewezen is de tewerkstelling van art 60 ers via het OCMW en de tewerkstelling van brugprojecten via een traject van deeltijds leren, deeltijds werken - onder het dagelijks personeelsbeheer te catalogeren; Gelet op de omzendbrief B.A. 2000/08 dd. 17 november 2000 betreffende de toepassing van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen op besluiten van provinciale en gemeentelijke overheden en OCMW s gecoördineerde onderrichtingen; Gelet op de desbetreffende artikelen van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet dd. 15 juli 2005, inzonderheid op de artikelen 248 tot en met 260 inzake het algemeen bestuurlijk toezicht op de gemeenten; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel Artikel 1 c) collectief personeelsbeheer van zijn beslissing dd. 14 december 2009 houdende definiëring van de inhoud van het begrip dagelijks personeelsbeheer wordt aangevuld met: - vaststelling van het aantal personeelsleden met een arbeidshandicap, uitgedrukt in voltijdse equivalenten; - behandeling tewerkstelling in het kader van art. 60 en brugprojecten. 8. Algemeen bestuur - gemeentepersoneel - arbeidsreglement - aanpassing. De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissing dd. 21 september 2009 houdende nieuwe vaststelling van het arbeidsreglement voor het statutair en (gesubsidieerd) contractueel personeel, zoals gewijzigd en aangepast tot op heden; Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 21/166

22 Gelet op zijn beslissing dd. 15 december 2008 houdende vaststelling met ingang van 1 januari 2009 van de nieuwe rechtspositieregeling van het statutair en het contractueel personeel, zoals gewijzigd en aangepast tot op heden; Gelet op de vraag van een aantal personeelsleden tot wijziging van hun bestaand uurrooster; Gelet op een aantal door de diensten aangepaste uurroosters ter verbetering of nadere ondersteuning van de dienstverlening; Gelet op de nieuwe uurroosters in het stedelijk zwembad ten gevolge van een lagere personeelsbezetting en gewijzigde openingsuren; Gelet op een aantal nieuwe aanvragen om halftijdse en deeltijdse loopbaanonderbreking en deeltijdse arbeid en op een aantal nieuwe vervangingsovereenkomsten; Gelet op de in- en uitdiensttreding van een aantal medewerkers bij diverse diensten; Overwegende dat het noodzakelijk is de nieuwe of gewijzigde dienstroosters in het arbeidsreglement te incorporeren en de niet meer van toepassing zijnde uurroosters te schrappen; Overwegende dat feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag vrij door het personeelslid opgenomen kunnen worden of worden vervangen door een dag vastgesteld door de gemeenteraad; Overwegende dat verschillende soorten verlof niet kunnen worden gecombineerd mede door de invoering van het nieuwe tijdsregistratiesysteem dat een dergelijke combinatie niet toelaat; Overwegende dat een diensthoofd of het personeelslid dat in opdracht van de stad een begrafenisplechtigheid bijwoont de duur van deze afwezigheid op het werk niet hoeft in te halen; Overwegende dat het adres van de jeugddienst werd gewijzigd; Overwegende dat de samenstelling van het Hoog Overlegcomité werd aangepast; Overwegende dat de gegevens uit bijlage 1 werden geüpdated; Overwegende dat ook de lijst van personeelsleden met kennis van EHBO (bijlage 2) moet worden bijgewerkt; Gelet op het protocol van het bijzonder comité dd. 31 mei 2013; Gelet op de desbetreffende artikelen van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet dd. 15 juli 2005, inzonderheid op de artikelen 248 tot en met 260 inzake het algemeen bestuurlijk toezicht op de gemeenten; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Het arbeidsreglement voor het statutair en (gesubsidieerd) contractueel personeel wordt met ingang van 1 juli 2013 gewijzigd, aangepast en vervolledigd zoals in de aan deze beslissing gehechte tekst uitgewerkt. Artikel 2 Alle personeelsleden zullen van het aanbrengen van de voormelde wijzigingen aan het arbeidsreglement worden geïnformeerd. Artikel 3 Afschrift van deze beslissing zal aan de hogere overheid en aan de Inspectie van de Sociale Wetten worden toegezonden. BIJLAGE: Arbeidsreglement. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 22/166

23 Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 23/166

102 Gezien en goedgekeurd om als bijlage gevoegd te worden bij onze beslissing van heden. Na de behandeling van dit punt heeft raadslid Waterschoot de zitting vervoegd. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 102/166

103 9. Algemeen bestuur - organiek reglement voor de adviesraad voor cultuur (ARC) - vaststelling. Na de inleiding door schepen De Coninck neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974, waarbij de gemeentebesturen een beroep moeten doen op bestaande of op te richten organen en structuren met het oog op inspraak en advies van de gebruikersgroeperingen en de ideologische en filosofische strekkingen bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid; Gelet op het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, waardoor het gemeentebestuur met het oog op de organisatie van het overleg en de advisering bij de voorbereiding en de evaluatie van het cultuurbeleid, inzonderheid bij de opmaak en de uitvoering van het strategisch meerjarenplan, een adviesraad voor cultuur moet oprichten; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, in het bijzonder art. 200, waarin staat dat ten hoogste twee derden van de leden van de hier bedoelde raden en overlegstructuren van hetzelfde geslacht moet zijn; Gelet op het op 26 april 2010 door de gemeenteraad goedgekeurd huishoudelijk reglement en organiek reglement voor de stedelijke cultuurraad; Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 15 januari 2013 in verband met de hersamenstelling en de statuten van de stedelijke adviesraden; Gelet op verschillende besprekingen in verband met hervorming van de stedelijke raden, o.a. in de gemeenteraad van 19 maart 2013 en de gemeenteraadscommissies van 26 maart 2013, 24 april 2013 en 29 mei 2013; Gelet op de besprekingen met de voorzitters en secretarissen van de stedelijke adviesraden dd. 2 en 8 mei 2013; Gelet op de bespreking in het schepencollege van 30 mei en 5 juni 2013; Gelet op het voorstel van organiek reglement voor het beheersorgaan van de bibliotheek, besproken in het beheersorgaan op 16 april 2013; Gelet op de adviezen uitgebracht door de bestaande cultuurraad op 16 april en 7 mei 2013, de werkgroep monumentenzorg op 25 april en 28 mei BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Het organiek reglement van de adviesraad voor cultuur wordt als volgt vastgesteld: ERKENNING Artikel 1 De gemeente organiseert een adviesraad voor cultuur in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, volgens de nadere voorwaarden bepaald in dit organiek reglement. DOELSTELLINGEN Artikel 2 De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zal de bovengenoemde adviesraad voor cultuur betrekken bij de voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleid. Het adviesorgaan zal bijgevolg in het kader van de beleidsvoorbereiding en evaluatie om advies gevraagd worden over alle aangelegenheden, bedoeld in artikel 4, 1 tot en met 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, met uitzondering van 7 (jeugdbeleid) en 9 (sport). De adviesraad voor cultuur zal tevens om advies worden gevraagd bij de opmaak en de uitvoering van het strategische meerjarenplan. Het stadsbestuur zal de adviesraad voor cultuur om advies vragen over het budget inzake culturele materies. Daarnaast heeft de adviesraad voor cultuur de mogelijkheid om over alle hierboven genoemde aangelegenheden en over alle andere beleidsdossiers, waarvan zij vindt dat er culturele belangen in het geding zijn, advies uit te brengen aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen. Artikel 3 De bijkomende opdrachten van de adviesraad voor cultuur: Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 103/166

104 a) het verzamelen van informatie en documentatie over het cultureel leven en over de culturele behoeften; b) het bevorderen en het organiseren van overleg, coördinatie en samenwerking tussen de betrokken culturele verenigingen, organisaties en instellingen; c) het stimuleren van de inspraak van de brede bevolking bij de opbouw van het gemeentelijk beleid in het betrokken beleidsdomein; d) het bevorderen van de deelname van alle lagen van de bevolking aan het sociaal-cultureel werk; e) het ondersteunen van culturele initiatieven en het signaleren van de noden op dit vlak. INFORMATIE-UITWISSELING EN OVERLEG Artikel 4 Het decreet openbaarheid van bestuur voorziet dat nagenoeg elk voltooid document waarover een bestuur beschikt door iedereen kan worden opgevraagd. Er gelden wel een aantal uitzonderingen die de overheid mag inroepen om andere belangen te beschermen. De documenten van de adviesraad voor cultuur zijn raadpleegbaar op de stedelijke website. De schepen bevoegd voor cultuur zal aan het adviesorgaan mededeling geven van de agendapunten van de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen die te maken hebben met de beleidsmateries waarover het adviesorgaan adviesbevoegdheid heeft. Artikel 5 Wanneer het stadsbestuur de adviesraad voor cultuur om advies vraagt, zal zij bij de adviesvraag alle nodige informatie voegen. Tevens hebben de leden van dit adviesorgaan het recht om inzage te nemen in alle documenten en dossiers die betrekking hebben op de adviesvraag, tenzij er wettelijke bezwaren zijn. Dit inzagerecht kan uitgeoefend worden via een ambtenaar die toegewezen wordt aan het adviesorgaan. Wanneer de adviesraad voor cultuur op eigen initiatief een advies wenst uit te brengen, kan het steeds informatie opvragen aan het college van burgemeester en schepenen, die deze informatie zal ter beschikking stellen tenzij er wettelijke bezwaren zijn. Artikel 6 Er zal een afsprakennota voor alle Eeklose adviesraden worden opgesteld. Deze zal een aantal universele praktische bepalingen bevatten i.v.m. de manier waarop de adviesfunctie zal worden uitgeoefend. Dit document zal minimaal de volgende bepalingen bevatten: a) bepalingen i.v.m. het vragen van adviezen; b) bepalingen i.v.m. het uitbrengen van adviezen; c) bepalingen i.v.m. het beantwoorden van adviezen; d) bepalingen i.v.m. structureel overleg tussen verschillende adviesraden. ONDERSTEUNING Artikel 7 Het stadsbestuur zal de adviesraad voor cultuur ondersteunen door: a. het voorzien van een werkingstoelage. De onkosten van vrijwilligers kunnen vergoed worden, mits het voorleggen ven betalingsbewijzen. b. het ter beschikking stellen van een medewerker voor administratieve en logistieke ondersteuning. c. het ter beschikking stellen van de stedelijke infrastructuur. d. ter dekking van het risico lichamelijke ongevallen een verzekeringspolis af te sluiten voor de leden van de algemene vergadering, de raad van bestuur, het dagelijks bestuur en de werkgroepen van de adviesraad voor cultuur. SAMENSTELLING EN WERKING VAN DE ADVIESRAAD VOOR CULTUUR Artikel 8 De adviesraad voor cultuur zal een huishoudelijk reglement over zijn samenstelling en zijn werking ter bekrachtiging voorleggen aan de gemeenteraad. Dit huishoudelijk reglement zal minimaal de volgende elementen bevatten, die conform moeten zijn met de bepalingen van het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974 en decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid a. regels over het lidmaatschap (stemgerechtigde leden/waarnemers); b. de procedure van samenstelling (dagelijks bestuur, Bestuur; Algemene vergadering en sectorale deelraden); Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 104/166

105 c. rechten en plichten van de stemgerechtigde leden; d. regels voor de organisatie en de interne werking van de (advies)raad voor culturele aangelegenheden; e. wijze van toezicht over de financiële middelen van de (advies)raad voor culturele aangelegenheden f. duur van het lidmaatschap. WIJZIGINGEN Artikel 9 Aan dit organiek reglement van de adviesraad voor cultuur kunnen maar wijzigingen door de gemeenteraad aangebracht worden, na voorafgaande besprekingen met de betrokken adviesraad, die tevens moet gevraagd worden om een schriftelijk advies uit te brengen. Artikel 10 Het organiek reglement van 26 april 2010 voor de stedelijke cultuurraad voor cultuurbeleid van Eeklo wordt opgeheven. 10. Algemeen bestuur - huishoudelijk reglement van de adviesraad voor cultuur (ARC) - vaststelling. Na de inleiding door schepen De Coninck neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974, waarbij de gemeentebesturen een beroep moeten doen op bestaande of op te richten organen en structuren met het oog op inspraak en advies van de gebruikersgroeperingen en de ideologische en filosofische strekkingen bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid; Gelet op het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, waardoor het gemeentebestuur met het oog op de organisatie van het overleg en de advisering bij de voorbereiding en de evaluatie van het cultuurbeleid, inzonderheid bij de opmaak en de uitvoering van het strategisch meerjarenplan, een adviesraad voor cultuur moet oprichten; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005,in het bijzonder art. 200, waarin staat dat ten hoogste twee derden van de leden van de hier bedoelde raden en overlegstructuren van hetzelfde geslacht moet zijn; Gelet op het op 26 april 2010 door de gemeenteraad goedgekeurd huishoudelijk reglement en organiek reglement voor de stedelijke cultuurraad. Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 15 januari 2013 in verband met de hersamenstelling en de statuten van de stedelijke adviesraden; Gelet op verschillende besprekingen in verband met hervorming van de stedelijke raden, o.a. in de gemeenteraad van 19 maart 2013 en de gemeenteraadscommissies van 26 maart 2013, 24 april 2013 en 29 mei 2013; Gelet op de besprekingen met de voorzitters en secretarissen van de stedelijke adviesraden dd. 2 en 8 mei 2013; Gelet op de besprekingen in het schepencollege van 30 mei en 5 juni 2013; Gelet op het voorstel van organiek reglement voor het beheersorgaan van de bibliotheek, besproken in het beheersorgaan op 16 april 2013; Gelet op de adviezen uitgebracht door de bestaande cultuurraad op 16 april en 7 mei 2013 en de werkgroep monumentenzorg op 25 april en 28 mei BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Het huishoudelijk reglement van de adviesraad voor cultuur wordt als volgt vastgesteld: STRUCTUUR 1. Opdracht en doelstellingen 2. Lidmaatschap - samenstelling - verhouding afgevaardigden van verenigingen en deskundigen - voorwaarden voor de leden - duur van het lidmaatschap 3. Rechten en plichten Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 105/166

106 4. Procedure en samenstelling - oproep tot kandidatuurstelling - voorwaarden voor culturele verenigingen - procedure voor private en publieke culturele organisaties die als nieuw lid wensen toe te treden tot de adviesraad voor cultuur. - procedure voor deskundigen die als nieuw lid wensen toe te treden tot de adviesraad voor cultuur 5. Structuur van de adviesraad voor cultuur 6. Algemene vergadering - samenstelling - opdracht en takenpakket - werking: samenroepen vergaderingen en frequentie - werking: opstellen agenda - werking: verslag - stemming 7. Raad van bestuur - samenstelling - opdracht en takenpakket - werking - bestuursmandaten 8. Dagelijks bestuur - samenstelling - opdracht en takenpakket - werking 9. Werkgroepen - samenstelling - opdracht en takenpakket - werking Artikel 1 Het huishoudelijk reglement regelt de interne werking van de adviesraad voor cultuur en is een concretisering en een aanvulling op het organiek reglement. Artikel 2 Dit huishoudelijk reglement is slechts rechtsgeldig na bekrachtiging door de gemeenteraad. OPDRACHT EN DOELSTELLINGEN Artikel 3 De adviesraad voor cultuur adviseert het stadsbestuur inzake de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleid. a. Het stadsbestuur vraagt de adviesraad voor cultuur om advies over alle culturele aangelegenheden, omschreven onder in art 4, 1 tot en met 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, met uitzondering van 7 (jeugdbeleid) en 9 (sport). Deze culturele aangelegenheden zijn: 1) bescherming en de luister van de taal (o.a. bij het geven van straatnamen); 2) aanmoediging van de vorming van navorsers (o.a. studiebeurzen en prijzen voor kunstenaars); 3) schone kunsten (plastische kunsten, toneel, muziek, dans, audiovisuele expressie); 4) cultureel patrimonium (met inbegrip van monumenten en landschappen), musea en andere wetenschappelijk - culturele instellingen; 5) bibliotheken, discotheken en soortgelijke diensten; 6) (plaatselijke) radio-omroep en (regionale) televisie; 7) permanente vorming en culturele animatie. b. Het stadsbestuur zal de adviesraad voor cultuur om advies vragen over de begrotingsposten inzake culturele materies. c. Daarnaast heeft de adviesraad voor cultuur het recht om op eigen initiatief over alle beleidsdossiers, waarvan zij vindt dat er culturele belangen in het geding zijn, advies uit te brengen aan het stadsbestuur. LIDMAATSCHAP Artikel 4: samenstelling Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 106/166

107 De adviesraad voor cultuur wordt samengesteld uit stemgerechtigde leden en waarnemers. Stemgerechtigde leden zijn: a. één afgevaardigde van elke private of publieke culturele organisatie (vereniging, instelling of dienst) die werkt met vrijwilligers en een actieve culturele werking kan aantonen binnen het grondgebied van de gemeente; b. één afgevaardigde van elke private of publieke culturele organisatie (vereniging, instelling of dienst) die werkt met beroepskrachten en een actieve culturele werking kan aantonen binnen het grondgebied van de gemeente; Op de samenkomst van het adviesorgaan kan de effectieve afgevaardigde zich laten vervangen door zijn plaatsvervanger; c. deskundigen inzake cultuur, woonachtig in de gemeente; d. Eén vertegenwoordiger per werkgroep. Waarnemers met raadgevende stem zijn: a. de schepen bevoegd voor cultuur b. de gemeentelijke ambtenaar, aangeduid door het college van burgemeester en schepenen ter ondersteuning van dit adviesorgaan; c. de diensthoofden van de gemeentelijke culturele instellingen; d. externe deskundigen. Deze kunnen gehoord worden in het kader van de adviesverlening over een specifiek item. e. afgevaardigden van de deelraden. Artikel 5: verhouding afgevaardigden van organisaties en deskundigen Het aantal deskundigen mag samen niet meer bedragen dan één vierde van het aantal afgevaardigden van private of publieke culturele organisaties. Artikel 6: voorwaarden voor leden De effectieve afgevaardigde en de vaste plaatsvervanger worden in volle vrijheid aangeduid door de betrokken culturele vereniging, organisatie of instelling, en moeten voldoen aan volgende voorwaarden: a) minimum achttien jaar oud zijn; b) actief betrokken zijn bij de werking van de organisatie waardoor ze worden aangeduid; c) geen lid zijn van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen; d) zich bereid verklaren zich actief te engageren om de doelstellingen van de adviesraad voor cultuur te realiseren; e) niet reeds vanuit een andere hoedanigheid lid of plaatsvervanger zijn in deze adviesraad. De deskundigen, zoals voorzien in van dit artikel, moeten voldoen aan volgende voorwaarden: a. minimum achttien jaar oud zijn; b. woonachtig zijn in de gemeente; c. de culturele deskundigheid of de persoonlijke interesse van de betrokken personen; d. vanuit hun werkervaring en/of engagement in de kunst en culturele sector een bepaalde deskundigheid bezitten; e. geen politiek mandataris zijn; f. zich bereid verklaren zich actief te engageren voor de opdrachten van de adviesraad voor cultuur, zoals omschreven in artikel 3. g. niet reeds vanuit een andere hoedanigheid lid of plaatsvervanger zijn in deze adviesraad. Artikel 7: Duur van het lidmaatschap De duur van het lidmaatschap bedraagt zes jaar. De mandaten vervallen respectievelijk ten laatste binnen de zes maanden volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad. Aan het mandaat van een afgevaardigde/plaatsvervanger van een vereniging, organisatie of instelling komt (tussentijds) een einde door: a. het ontslag uit de adviesraad voor cultuur of uit de afvaardigende vereniging of instelling; b. de intrekking van de opdracht door de afvaardigende organisatie; c. overlijden of rechtsonbekwaamheid; d. de intrekking door het gemeentebestuur van de erkenning van de afvaardigende organisatie omdat deze niet meer beantwoordt aan de gestelde criteria; e. wanneer de betrokken afgevaardigde /plaatsvervanger niet meer voldoet aan de gestelde criteria; f. een afwezigheid van het lid op drie opeenvolgende vergaderingen van de adviesraad voor cultuur waarvoor het lid een uitnodiging ontving. Wanneer aan het mandaat van een afgevaardigde/plaatsvervanger van een private of publieke culturele vereniging, organisatie of instelling een einde komt, dient de belanghebbende vereniging, organisatie of instelling binnen de drie maanden in de vervanging te voorzien. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 107/166

108 Als dit niet gebeurt, vervalt het lidmaatschap van de betrokken vereniging, organisatie of instelling en kan het alleen worden terug verkregen na het indienen van een nieuwe aanvraag. Aan het lidmaatschap van een deskundige komt een einde door: a. ontslag uit de adviesraad voor cultuur b. overlijden of rechtsonbekwaamheid c. wanneer hij niet meer voldoet aan de gestelde criteria RECHTEN EN PLICHTEN Artikel 8 Plichten van het stemgerechtigd lid : a) onderschrijven van de doelstellingen van de adviesraad voor cultuur en er zich toe verbinden om actief mee te werken aan de realisering ervan; b) het bijwonen van de vergaderingen van de adviesraad voor cultuur. De afgevaardigden van de private en publieke culturele organisaties mogen zich laten vertegenwoordigen door een plaatsvervanger; c) afgevaardigden van een private of publieke culturele organisatie dienen hun achterban grondig te informeren over de werkzaamheden van de adviesraad voor cultuur en ook geregeld overleg te plegen met deze achterban in functie van het opsporen van behoeften, ideeën en verwachtingen inzake cultuurbeleid. Rechten van het stemgerechtigd lid : a) spreek- en stemrecht op alle vergaderingen van de adviesraad voor cultuur; b) stemrecht op de samenkomsten van de organen van de adviesraad voor cultuur waar het lid deel van uitmaakt; c) inzagerecht in alle documenten en dossiers die het stadsbestuur ter beschikking stelt aan de adviesraad voor cultuur (ter inzage via de website van de stad); PROCEDURE VAN SAMENSTELLING Artikel 9: oproep tot kandidatuurstelling De adviesraad voor cultuur wordt telkens weer samengesteld bij het begin van elke nieuwe legislatuur van de gemeenteraad. De organisatie van de nieuwe samenstelling, wordt voorbereid door het stadsbestuur in samenspraak met het dagelijks bestuur van de adviesraad voor cultuur volgens volgende procedure: a) De culturele verenigingen, organisaties en instellingen, die werken met vrijwilligers respectievelijk met professionele beroepskrachten en die in aanmerking komen voor het lidmaatschap van de adviesraad voor cultuur, worden door de stad of het dagelijks bestuur uitgenodigd een aanvraag hiertoe in te dienen en een afgevaardigde en een plaatsvervanger aan te duiden. Deze verengingen, organisaties en instellingen én hun afgevaardigden en plaatsvervangers moeten voldoen aan de verder gestelde voorwaarden. b) Via verschillende informatiekanalen lanceert de stad of het dagelijks bestuur een oproep opdat deskundigen zich kandidaat zouden stellen als lid van de adviesraad voor cultuur. Artikel 10: Voorwaarden voor culturele organisaties Om een afgevaardigde te kunnen aanwijzen, moeten de private en publieke culturele organisaties voldoen aan volgende voorwaarden: a. hun zetel in de gemeente hebben; b. gedurende minstens één jaar een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente met betrekking tot één of meerdere van de culturele materies opgesomd in artikel 4, 1 tot en met 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, met uitzondering van 7 (jeugdbeleid) en 9 (sport). c. jaarlijks een werkingsverslag indienen over het voorbije jaar waaruit blijkt dat zij als georganiseerde vereniging, organisatie of instelling in die periode regelmatig culturele activiteiten heeft uitgeoefend; d. aantonen dat zij een georganiseerde vereniging, instelling of dienst zijn door het indienen van hun statuten of doelstellingen, de samenstelling van het bestuur en het aantal leden of de omvang van het bereikt doelpubliek. Artikel 11: Procedure voor private en publieke culturele organisaties die als nieuw lid wensen toe te treden tot de adviesraad voor cultuur. a. Een schriftelijke aanvraag indienen bij het dagelijks bestuur van de adviesraad voor cultuur b. Het dagelijks bestuur onderzoekt de aanvraag en kan hiertoe bijkomende documenten zoals statuten, reglementen, samenstelling van het bestuur, opgave van het aantal leden en een Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 108/166

109 werkingsverslag opvragen en neemt binnen de twee maanden een voorlopige beslissing. De uiteindelijke aanvaarding gebeurt door de algemene vergadering. c. Indien de algemene vergadering oordeelt dat de vereniging, organisatie of instelling beantwoordt aan de gestelde criteria wordt ze aanvaard als lid van de adviesraad voor cultuur en kan ze een effectieve afgevaardigde en een vaste plaatsvervanger aanwijzen. d. Indien de aanvraag tot lidmaatschap niet wordt goedgekeurd, ontvangt de betrokken vereniging een toelichting en overzicht van de belangrijkste motieven die gehanteerd werden. Artikel 12: Procedure voor deskundigen die als nieuw lid wensen toe te treden tot de adviesraad voor cultuur De deskundigen dienen een schriftelijke aanvraag in bij het dagelijks bestuur van de adviesraad voor cultuur door het invullen van het aanvraagformulier voor lidmaatschap. a. De kandidaten moeten motiveren over welke deskundigheid ze beschikken en hierover een korte toelichting geven aan de algemene vergadering. b. Indien het aantal deskundigen het maximum vermeld onder artikel 5 overschrijdt, kan de algemene vergadering beslissen de niet-verkozen kandidaten toe te voegen aan de algemene vergadering als waarnemers (zonder stemrecht). STRUCTUUR VAN DE ADVIESRAAD VOOR CULTUUR Artikel 12 De adviesraad voor cultuur omvat: 1) een algemene vergadering; 2) een raad van bestuur; 3) een dagelijks bestuur 4) werkgroepen. De werkgroepen/sectorale deelraden zijn: 1) werkgroep monumentenzorg 2) werkgroep funerair erfgoed 3) werkgroep immaterieel en roerend erfgoed 4) werkgroep kunst in de openbare ruimte. Deze werkgroepen vergaderen afzonderlijk om te beraadslagen over problemen eigen aan de hen toegewezen opdracht. Ze hebben een rechtstreekse adviserende bevoegdheid over hun sectorale materie voor de hele gemeente. De algemene vergadering kan in haar midden werkgroepen per werksoort, per beleidsthema of per territoriale geleding oprichten, voor het onderzoek van bepaalde aspecten van het cultuurbeleid. De waarnemers kunnen op de samenkomsten van deze commissies uitgenodigd worden. Externe deskundigen kunnen gehoord worden in het kader van de adviesverlening over een specifiek item. DE ALGEMENE VERGADERING Artikel 13: samenstelling De algemene vergadering bestaat uit alle stemgerechtigde leden en waarnemers. Artikel 14: opdracht en takenpakket a. Het bekrachtigen van de adviezen De algemene vergadering geeft advies aan het gemeentebestuur over de grote lijnen van het gemeentelijk cultuurbeleid. De algemene vergadering kan geldige besluiten treffen of gemotiveerde adviezen geven, ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden. Alle voorstellen van advies ontworpen door de raad van bestuur of het dagelijks bestuur moeten bekrachtigd worden. Voor dringende aangelegenheden volstaat de goedkeuring van de raad van bestuur of het dagelijks bestuur, mits bekrachtiging op de eerstvolgende samenkomst van de algemene vergadering. Het goedkeuren van het huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement wordt aan de gemeenteraad ter bekrachtiging voorgelegd, aansluitend bij de erkenning. b. Het goedkeuren van de stemgerechtigde leden van de algemene vergadering, de raad van bestuur, het dagelijks bestuur en de werkgroepen en het aanvaarden van de ontslagname van een bestuurslid. Artikel 15: werking: samenroepen vergaderingen en frequentie De algemene vergadering komt ten minste tweemaal per jaar samen. De samenkomsten van de algemene vergadering worden voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 109/166

110 ondervoorzitter, en als ook deze niet aanwezig is, door een ander bestuurslid aangeduid door de raad van bestuur. De samenkomsten van de algemene vergadering zijn openbaar. De agenda en vergaderdatum en plaats worden daarom ruim bekend gemaakt in de gemeente. Alle inwoners van de gemeente hebben spreekrecht op de samenkomsten van de algemene vergadering. Het stemrecht blijft echter voorbehouden aan de stemgerechtigde leden Artikel 16: werking: opstellen agenda De uitnodiging moet ten minste acht dagen vóór de bijeenkomst verstuurd worden naar de stemgerechtigde leden en naar de waarnemers. De agenda wordt bij de uitnodiging gevoegd. De algemene vergadering bepaalt tijdens haar bijeenkomst de voorlopige datum voor de volgende gewone vergadering en haar voorlopige agenda. De definitieve agenda wordt samengesteld door het dagelijks bestuur. Op de agenda moet elk voorstel worden ingeschreven dat ten minste 3 weken voor de samenkomst door een lid werd ingediend. Over onderwerpen die niet op de agenda voorkomen, kan niet geldig beraadslaagd worden, tenzij mits het akkoord van twee derden van de aanwezige stemgerechtigde leden. Als een bepaald punt niet (volledig) kan afgehandeld worden, wordt het automatisch verzonden naar de agenda van de volgende bijeenkomst en dan bij prioriteit behandeld. De raad van bestuur kan buitengewone algemene vergaderingen beleggen telkens als het dit nodig acht. Het bestuur moet daartoe overgaan wanneer één tiende van de stemgerechtigde leden daar schriftelijk om verzoekt bij de voorzitter, met een opgave van de te bespreken agenda. De gevraagde samenkomst dient plaats te vinden binnen de maand na het indienen van het verzoek. Buitengewone vergaderingen op verzoek van de leden; kunnen niet worden opgeroepen tijdens de maanden juli en augustus. Artikel 17: werking: verslag Van elke zitting van de algemene vergadering wordt een verslag opgesteld. De besluiten en gemotiveerde adviezen van de algemene vergadering worden binnen de vastgestelde termijn en volgens de voorgeschreven procedure overgemaakt aan de desbetreffende instanties. Op vraag van een stemgerechtigd lid, kan een minderheidsnota aan de adviezen worden toegevoegd. Minderheidsnota's maken een onafscheidelijk deel uit van de adviezen. Elke inwoner van de gemeente kan inzage nemen in de verslagen en de documenten van de (advies)raad voor culturele aangelegenheden via de ambtenaar door de gemeente aangeduid ter ondersteuning van het adviesorgaan. Artikel 18: stemming Alle beslissingen worden met een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden genomen. Het huishoudelijk reglement wordt opgesteld en gewijzigd bij gewone meerderheid van stemmen op een aanwezigheid van ten minste twee derden van de stemgerechtigde leden of hun plaatsvervangers. Als er op de eerste samenkomst onvoldoende stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, wordt binnen veertien dagen een tweede vergadering bijeengeroepen, die geldig kan beraadslagen ongeacht het aantal stemgerechtigde leden. Het huishoudelijk reglement en de eventuele wijzigingen, zijn slechts rechtsgeldig na bekrachtiging door de gemeenteraad. Personeelsleden van publieke culturele organisaties ressorterend onder de inrichtende overheid, hebben in de adviesraad voor cultuur nooit stemrecht over aangelegenheden die betrekking hebben op hun eigen instelling of dienst, ook al zouden zij in de adviesraad een private culturele organisatie of instelling vertegenwoordigen. Als er gestemd wordt over personen of functies, of op verzoek van ten minste één derde van de aanwezige stemgerechtigde leden, gebeurt de stemming geheim en schriftelijk. In de andere gevallen is de stemming publiek. Bij publieke stemming, is de stem van de voorzitter van de vergadering beslissend ingeval van staking van stemmen. Bij geheime stemming over een aan te nemen of te verwerpen punt, wordt het punt verworpen bij staking van stemmen. Wanneer er bij geheime stemming over personen, staking van stemmen is, heeft een nieuwe stemronde plaats tussen de kandidaten met het gelijk aantal stemmen. Wanneer ook deze stemronde geen beslissend resultaat oplevert, is de jongste kandidaat gekozen. RAAD VAN BESTUUR Artikel 19: samenstelling Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 110/166

111 De raad van bestuur wordt verkozen uit en door de stemgerechtigde leden van de algemene vergadering. Elk stemgerechtigd lid kan zich kandidaat stellen, maar het aantal deskundigen, mag samen niet meer bedragen dan één vierde van het aantal afgevaardigden van private of publieke culturele organisaties, diensten of instellingen. Voor de nu lopende legislatuur wordt het aantal bestuursleden met stemrecht, vastgelegd op 13 personen. Deze worden aangevuld met een aantal waarnemers: a. de schepen bevoegd voor cultuur b. de gemeentelijke ambtenaar, aangeduid door het college van burgemeester en schepenen ter ondersteuning van dit adviesorgaan; c. de diensthoofden van de gemeentelijke culturele instellingen; Externe deskundigen kunnen gehoord worden in het kader van de adviesverlening over een specifiek item. Aan het mandaat van een lid van de raad van bestuur komt een einde door: a. ontslag uit de vereniging of organisatie waarvoor het lid is afgevaardigd; b. ontslag uit de sectorale deelraad; c. aanvaarden van een politiek mandaat; d. als deskundige niet meer woonachtig zijn op het grondgebied van de gemeente; e. als culturele vereniging, organisatie of instelling geen werking meer ontplooien op het grondgebied van de gemeente; f. overlijden; Bij het voortijdig wegvallen, om welke reden ook, van een bestuurslid, wordt in de opvolging tot het einde van het betrokken bestuursmandaat voorzien door een tussentijdse verkiezing. Artikel 20: opdracht en takenpakket a. Het voorbereiden van de samenkomsten van de algemene vergadering, het opstellen van de agenda en het bepalen van de datum van de buitengewone vergadering. b. Het uitvoeren van beslissingen die genomen werden door de algemene vergadering. c. Het bekrachtigen van de adviezen van de werkgroepen d. Het betrokken zijn bij het proces van opmaak en uitvoering van de strategische meerjarenplanning. e. Het organiseren (i.s.m. de stad) van de hersamenstelling van de adviesraad voor cultuur. f. Bevoegd voor het aanstellen van de stemgerechtigde leden. De beslissing van de raad van bestuur moet nadien bekrachtigd worden door de algemene vergadering. g. Het nemen van initiatieven inzake inspraak en participatie. h. De raad van bestuur is bevoegd over alle aangelegenheden die niet aan de algemene vergadering zijn toevertrouwd. Artikel 21: werking van de raad van bestuur De raad van bestuur vergadert tenminste om de 2 maanden, de maanden juli en augustus niet meegerekend. De vergaderingen van de raad van bestuur vinden minimum 10 dagen voor de algemene vergadering plaats. De samenkomsten van het bestuur zijn niet openbaar. Verder wordt de werking van het bestuur geregeld volgens de bepalingen vermeld onder de artikels 13 tot 18 die ook gelden voor de algemene vergadering. Art. 22: voorzitter, ondervoorzitter en secretaris Onder de verkozen bestuursleden kiest de raad van bestuur daarna bij geheime stemming achtereenvolgens de voorzitter, de ondervoorzitter en een secretaris. De voorzitter is verantwoordelijk voor de werking van de adviesraad voor cultuur. Hij plant de vergaderingen en zit ze voor. Bij afwezigheid, wordt hij vervangen door de ondervoorzitter. De verkozen secretaris is verantwoordelijk voor het administratief werk van de adviesraad voor cultuur, in afspraak met de gemeentelijke ambtenaar die door het college van burgemeester en schepenen ter beschikking wordt gesteld van het adviesorgaan. De duur van de bestuursmandaten bedraagt 6 jaar, behoudens hernieuwing. De bestuursmandaten vervallen op de eerstvolgende algemene vergadering, na de nieuwe samenstelling van de algemene vergadering. Aan het mandaat van een bestuurslid komt een einde door: a. ontslag uit de vereniging of organisatie waarvoor het lid is afgevaardigd; b. ontslag uit de sectorale deelraad; Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 111/166

112 c. aanvaarden van een politiek mandaat; d. als deskundige niet meer woonachtig zijn op het grondgebied van de gemeente; e. als culturele vereniging, organisatie of instelling geen werking meer ontplooien op het grondgebied van de gemeente; f. overlijden. Bij het voortijdig wegvallen, om welke reden ook, van de voorzitter, ondervoorzitter of de secretaris, wordt in de opvolging tot het einde van het betrokken bestuursmandaat voorzien door een tussentijdse verkiezing. Bestuursleden kunnen zich op de samenkomsten van het bestuur niet laten vervangen door een plaatsvervanger. DAGELIJKS BESTUUR Artikel 23: samenstelling Het dagelijks bestuur bestaat 7 personen: a) 5 stemgerechtigde leden: de voorzitter van de adviesraad voor cultuur de ondervoorzitter van de adviesraad voor cultuur de secretaris van de adviesraad voor cultuur twee andere leden gekozen uit de raad van bestuur b) 2 waarnemers met raadgevende stem de schepen van cultuur de gemeentelijke ambtenaar, aangeduid door het college van burgemeester en schepenen ter ondersteuning van dit adviesorgaan. Aan het mandaat van een bestuurslid van het dagelijks bestuur komt een einde door: a. ontslag uit de vereniging of organisatie waarvoor het lid is afgevaardigd; b. ontslag uit de werkgroep; c. aanvaarden van een politiek mandaat; d. als deskundige niet meer woonachtig zijn op het grondgebied van de gemeente; e. als culturele organisatie geen werking meer ontplooien op het grondgebied van de gemeente f. overlijden; Bij het voortijdig wegvallen, om welke reden ook, van een bestuurslid, wordt in de opvolging tot het einde van het betrokken bestuursmandaat voorzien door een tussentijdse verkiezing. Artikel 24: opdracht en takenpakket Het dagelijks bestuur voert het dagelijks beheer van de adviesraad voor cultuur en heeft de volgende bevoegdheden: a. Het voorbereiden van de vergaderingen van de raad van bestuur en voert alle taken die hieruit voortvloeien uit. b. Het bepaalt de houding van de adviesraad voor cultuur ten overstaan van dringende en actuele problemen, op voorwaarde dat de algemene vergadering en de raad van bestuur niet tijdig samengeroepen kunnen worden en onder voorbehoud van goedkeuring door de eerstvolgende algemene vergadering. c. De raad van bestuur neemt kennis van de binnengekomen briefwisseling en zorgt ervoor dat daaraan het nodige gevolg wordt gegeven. d. Het dagelijks bestuur is bevoegd voor alle aangelegenheden die niet aan de algemene vergadering of aan de raad van bestuur zijn toevertrouwd. Artikel 25: werking van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur vergadert zoveel als noodzakelijk is. De vergaderingen moeten minimum 10 dagen voor de raad van bestuur plaatsvinden. De samenkomsten van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar. Alle beslissingen worden met een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden genomen. WERKGROEPEN Artikel 26: samenstelling Elke werkgroep is samengesteld uit leden van de algemene vergadering van de adviesraad voor cultuur die bij de samenstelling kozen voor het lidmaatschap van betreffende werkgroep. Elke werkgroep bestaat uit minimum 8 leden. De werkgroepen kiezen onder hun leden bij geheime stemming een voorzitter en een afgevaardigde met stemrecht die verslag kan uitbrengen over de werking van de werkgroep aan de algemene vergadering. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 112/166

113 Externe deskundigen kunnen gehoord worden in het kader van de adviesverlening over een specifiek item. Artikel 27: opdracht en takenpakket De werkgroep formuleert adviezen (op eigen initiatief of op vraag van het gemeentebestuur) die betrekking hebben op hun sector. Een afschrift van het advies wordt bezorgd het dagelijks bestuur en kunnen bekrachtigd worden door de raad van bestuur. Artikel 28: werking van de werkgroepen Elke werkgroep vergadert zo dikwijls als nodig, maar minstens vier maal per jaar. De samenkomsten worden voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door een ander lid van de werkgroep. Aan het mandaat van een lid van een werkgroep komt een einde door: a. ontslag uit de vereniging of organisatie waarvoor het lid is afgevaardigd; b. ontslag uit de werkgroep; c. aanvaarden van een politiek mandaat; d. als deskundige niet meer woonachtig zijn op het grondgebied van de gemeente; e. als culturele vereniging, organisatie of instelling geen werking meer ontplooien op het grondgebied van de gemeente; f. overlijden. Bij het voortijdig wegvallen, om welke reden ook, van een lid, wordt in de opvolging tot het einde van het betrokken bestuursmandaat voorzien door een tussentijdse verkiezing De samenkomsten van de werkgroepen zijn niet openbaar. Elke inwoner van de gemeente kan inzage nemen in de verslagen. Alle werkgroepen van de adviesraad voor cultuur hebben het recht om een eigen huishoudelijk reglement op te stellen Verder wordt de werking van de werkgroepen geregeld volgens de bepalingen vermeld onder de artikels 13 tot 18 die ook gelden voor de algemene vergadering. Artikel 29 Het huishoudelijk reglement van 26 april 2010 voor de stedelijke raad voor cultuurbeleid wordt opgeheven. 11. Algemeen bestuur - organiek reglement voor het beheersorgaan van de bibliotheek - vaststelling. Na de inleiding door schepen De Coninck neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974, waarbij de gemeentebesturen een beroep moeten doen op bestaande of op te richten organen en structuren met het oog op inspraak en advies van de gebruikersgroeperingen en de ideologische en filosofische strekkingen bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid; Gelet op het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid, waardoor het gemeentebestuur met het oog op de organisatie van het overleg en de advisering bij de voorbereiding en de evaluatie van het cultuurbeleid, inzonderheid bij de opmaak en de uitvoering van het strategisch meerjarenplan, een adviesraad voor cultuur moet oprichten; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, in het bijzonder art. 200, waarin staat dat ten hoogste twee derden van de leden van de hier bedoelde raden en overlegstructuren van hetzelfde geslacht moet zijn; Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 15 januari 2013 in verband met de hersamenstelling en de statuten van de stedelijke adviesraden; Gelet op verschillende besprekingen in verband met hervorming van de stedelijke raden, o.a. in de gemeenteraad van 19 maart 2013 en de gemeenteraadscommissies van 26 maart 2013, 24 april 2013 en 29 mei 2013; Gelet op de besprekingen met de voorzitters en secretarissen van de stedelijke adviesraden dd. 2 en 8 mei 2013; Gelet op de bespreking in het schepencollege van 30 mei 2013; Gelet op het voorstel van organiek reglement voor het beheersorgaan van de bibliotheek, besproken in het beheersorgaan op 16 april 2013; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 113/166

114 Enig artikel Het organiek reglement van het beheersorgaan de bibliotheek wordt vastgesteld als volgt: I. Organiek Reglement voor het beheersorgaan van de bibliotheek van Eeklo Titel 1: Opdracht Artikel 1 Er wordt een beheersorgaan opgericht dat als opdracht krijgt de inrichtende overheid (gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen) bij te staan bij het beheer van de bibliotheek. Titel 2: Omvang en zetel Bibliotheek Artikel 2 De bibliotheek is gevestigd in de Molenstraat 36 te 9900 Eeklo. Titel 3: Doel Bibliotheek Artikel 3 (art. 2, 3 decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid): De bibliotheek is culturele infrastructuur die de gemeente beheert met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van de lokale bevolking en met bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit. De bibliotheek zorgt voor een laagdrempelige toegang tot informatie zowel schriftelijk als digitaal. Daarnaast is de bibliotheek een ontmoetingsruimte voor het publiek en een plaats voor activiteiten voor jeugd en volwassenen. Titel 4: Bevoegdheden Artikel 4 Het beheersorgaan heeft inspraak- en adviesrecht over alle aspecten van het beheer van de bibliotheek (zoals bij verbouwingswerken, inrichting en uitrusting, het financiële beleid, het opstellen van het huishoudelijke reglement,) en in het bijzonder over de beleidsplanning met betrekking tot de bibliotheek. Om zijn bevoegdheden daadwerkelijk te kunnen uitoefenen heeft het beheersorgaan recht op informatie ten aanzien van alle beleidsbeslissingen van de inrichtende overheid betreffende de bibliotheek. De cultuurbeleidscoördinator stelt een lijst met actiepunten op voor het jaarlijks actieplan, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het college.deze uitvoering van deze actiepunten worden door de cultuurbeleidscoördinator in een globaal werkingsverslag aan het college voorgelegd. Titel 5: Samenstelling Artikel 5 Het beheersorgaan wordt samengesteld volgens optie 9b van het Cultuurpact: 1. De leden van het beheersorgaan worden aangeduid en benoemd door de gemeenteraad. 2. Het aantal leden van het beheersorgaan wordt vastgelegd op 18 waarvan 7 vertegenwoordigers van de politieke fracties en 11 vertegenwoordigers van de gebruikers. 3. Laatstgenoemde vertegenwoordigers worden verkozen uit de ingediende kandidaturen bij de stad. De bibliothecaris bepaalt in overleg met het beheersorgaan aan welke criteria deze kandidaten worden getoetst. De criteria zijn: - Uittredend lid - Regelmatig bezoeker van het aanbod van de bibliotheek - Lid zijn van een Eeklose culturele vereniging - Professionele betrokkenheid bij het cultuurveld - Engagement tonen door aanwezigheid op de vergaderingen, aanwezigheid bij belangrijke activiteiten en door geen lid te zijn van een ander Eekloos beheersorgaan. De gemeenteraad maakt op basis van deze criteria een selectie uit de kandidaten op voorstel van de uittredende voorzitter, de cultuurbeleidscoördinator, de bibliothecaris en de schepen van cultuur. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 114/166

115 Hierbij wordt rekening gehouden met een evenwicht tussen mannen en vrouwen, een evenwicht in leeftijd van de kandidaten en een evenwicht in vertegenwoordiging van de strekkingen. 4. Daarnaast kan het al samengestelde beheersorgaan van de bibliotheek deskundigen coöpteren. 5. De schepen van cultuur is waarnemende lid van het beheersorgaan. Artikel 6 De toetreding tot het beheersorgaan behelst de aanvaarding van het organiek reglement en houdt de verplichting in tot het nakomen ervan. Artikel 7 De hoedanigheid van lid wordt verloren: - voor de leden afgevaardigd door de gemeenteraad: indien de politieke fractie van de gemeenteraad waardoor zij afgevaardigd werden tot hun vervanging besluit. De gemeenteraad dient over te gaan tot een globale hernieuwing van hun vertegenwoordigers in de loop van de drie eerste maanden volgend op de installatie van een nieuwe gemeenteraad - voor de vertegenwoordigers van de gebruikers en van de strekkingen : bij een nieuwe bestuursverkiezing in de adviesraad waarvan men afgevaardigde is of indien de adviesraad tot hun vervanging besluit ; bij ontslag of uitdiensttreding uit de gebruikersgroep die men vertegenwoordigt. Er dient eveneens te worden overgegaan tot een globale hernieuwing van de vertegenwoordigers van de gebruikers en van de strekkingen in de loop van de zes eerste maanden volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad. - Door ontslag van het lid ; dit ontslag dient schriftelijk aan de voorzitter van Het beheersorgaan medegedeeld te worden. - Door overlijden of rechtsonbekwaamheid. - Door niet meer woonachtig te zijn in de gemeente. Het lidmaatschap mag evenwel niet langer duren dan zes jaar, doch is hernieuwbaar. Artikel 8 Indien aan een lidmaatschap voortijdig een einde komt, door de redenen vermeld onder art. 7, wordt zo spoedig mogelijk in de opvolging voorzien door de politieke fractie. Deze opvolging dient te geschieden met inachtneming van de voorwaarden gesteld onder art. 5. De opvolger voleindigt het mandaat. Titel 6: Voorzitter Ondervoorzitter Artikel 9 De voorzitter wordt bij geheime stemming door alle leden van het beheersorgaan verkozen uit de vertegenwoordigers van de gebruikers. De ondervoorzitter wordt verkozen uit de door de gemeenteraad aanvaarde leden. Indien in de eerste stemronde geen der kandidaten de volstrekte meerderheid der stemmen bekomt, wordt herkozen onder de twee best geplaatste kandidaten. Bij een gelijk aantal stemmen in deze tweede stembeurt is de oudste kandidaat verkozen. Titel 8 Samenkomsten Artikel 10 De bibliothecaris is, zonder stemrecht, belast met het secretariaatswerk van het beheersorgaan. Het beheersorgaan vergadert minstens éénmaal per semester en zo dikwijls als de belangen van de bibliotheek het vereisen. De oproepingsbrieven worden door de voorzitter, of bij ontstentenis door de ondervoorzitter alsmede door de secretaris ondertekend en, samen met de dagorde, verstuurd aan ieder lid ten minste één week voor de vergadering. Op de agenda moet elk voorstel worden ingeschreven dat minstens veertien dagen voor de vergadering schriftelijk door een lid wordt ingediend bij de voorzitter. Over onderwerpen die niet op de agenda voorkomen, kan niet geldig beraadslaagd worden, tenzij mits akkoord van twee derden van de aanwezige stemgerechtigde leden. Eén derde van de stemgerechtigde leden van het beheersorgaan kan de bijeenroeping van het beheersorgaan eisen met een door hen opgestelde dagorde. Deze samenkomst dient plaats te vinden binnen de maand na schriftelijk indienen van zulk verzoek bij de voorzitter. Artikel 11 De vergaderingen van het beheersorgaan worden voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de ondervoorzitter en als ook die afwezig is door het lid met de hoogste leeftijd. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 115/166

116 Artikel 12 De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van uitgebrachte stemmen. Als er gestemd wordt over personen of functies, of op verzoek van minstens één derde van de aanwezige leden, gebeurt de stemming geheim. Bij staking van stemmen is, behoudens bij geheime stemming, de stem van de voorzitter van de vergadering beslissend. Bij geheime stemming over een aan te nemen of te verwerpen punt, wordt het punt verworpen bij staking van stemmen. Wanneer er bij geheime stemming over personen, staking van stemmen is, heeft een nieuwe stemronde plaats tussen de twee kandidaten met het hoogst aantal stemmen. Wanneer ook deze stemronde geen beslissend resultaat oplevert, is de oudste kandidaat gekozen. Artikel 13 Van elke bijeenkomst van het beheersorgaan wordt een verslag opgesteld en opgeslagen. Deze notulen worden opgesteld door de secretaris en door hem samen met de voorzitter ondertekend, na goedkeuring door de volgende vergadering. Elk lid ontvangt een beknopt verslag van de vergadering van het beheersorgaan binnen één maand na de samenkomst. Artikel 14 Omwille van hun bijzondere deskundigheid, kan de voorzitter van het beheersorgaan voor welbepaalde punten personen uitnodigen die geen lid zijn van het beheersorgaan. Zijn hebben slechts raadgevende stem. Artikel 15 Het beheersorgaan kan werkgroepen vormen indien nodig. Het voorzitterschap van deze werkgroepen wordt steeds waargenomen door een lid van het beheersorgaan. In de schoot van deze werkgroepen kan een beroep gedaan worden op niet-leden van het beheersorgaan of deskundigen. Artikel 16 Aan het Organiek reglement voor het beheersorgaan van de Bibliotheek van Eeklo kunnen slechts wijzigingen worden aangebracht door de gemeenteraad, na voorafgaande besprekingen met het beheersorgaan van de Bibliotheek, die tevens gevraagd wordt een schriftelijk advies uit te brengen. 12. Algemeen bestuur - statutenwijziging stedelijke economische raad - goedkeuring. Na de toelichting door schepen De Waele en de tussenkomst van raadslid Waterschoot neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 15 januari 2013 in verband met de hersamenstelling en de statuten van de stedelijke adviesraden; Gelet op verschillende besprekingen in verband met hervorming van de stedelijke raden, o.a. in de gemeenteraad van 19 maart 2013 en de gemeenteraadscommissies van 26 maart 2013, 24 april 2013 en 29 mei 2013; Gelet op de besprekingen met de voorzitters en secretarissen van de stedelijke adviesraden dd. 2 en 8 mei 2013; Gelet op de bespreking in het schepencollege van 30 mei 2013; In vervanging van de statuten van de stedelijke economische raad, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27 augustus 1998 en gewijzigd bij gemeenteraadsbesluiten van 25 oktober 1999, 27 augustus 2001, 23 april 2007 en 29 september 2008; Gelet op het voorstel tot wijziging van de statuten, besproken in de vergaderingen van de stedelijke economische raad op 26 maart en 29 mei 2013; Gelet op het gemeentedecreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel De gewijzigde statuten van de economische raad worden als bijlage bij deze beslissing goedgekeurd. BIJLAGE: Staturen economische raad. Artikel 1 - DOEL Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 116/166

117 De stedelijke economische raad heeft als doelstelling het Eeklose stadsbestuur te adviseren omtrent beleidsbeslissingen die een weerslag hebben op de lokale economie. Door het oprichten van werkgroepen kunnen concrete voorstellen en/of acties uitgewerkt worden om de handelsfunctie van Eeklo te promoten en het daarvoor beschikbare budget optimaal te besteden. De adviezen kunnen op eigen initiatief of op verzoek van het college van burgemeester en schepenen worden verstrekt en dit op regelmatige en systematische wijze. Van het stadsbestuur wordt verwacht dat zij de stedelijke economische raad tijdig zal informeren over de economische aspecten van het beleid en over de gevolgen die aan de adviezen van de stedelijke economische raad worden gegeven. De stedelijke economische raad verwacht dat wanneer adviezen niet gevolgd worden, er een gemotiveerd antwoord zal gegeven worden. Artikel 2 - LIDMAATSCHAP De stedelijke economische raad moet de mening vertolken van zoveel mogelijk Eeklose ondernemers. Daarom wordt er geopteerd voor een vertegenwoordiging vanuit alle hoeken van de stad, alsook vanuit de verenigingen die in onze stad actief zijn op economisch vlak. De algemene vergadering bestaat uit stemgerechtigde, plaatsvervangende en waarnemende leden. De schepen en de ambtenaar lokale economie zijn waarnemend lid. Ten hoogste twee derde van de leden mogen van hetzelfde geslacht zijn. De ledenlijst ligt steeds ter inzage bij de voorzitter en de secretaris. Nieuwe leden worden voorgesteld op de algemene vergadering en over hun lidmaatschap wordt beslist zoals bepaald in artikel Vanaf de eerstvolgende algemene vergadering kunnen zij aanwezig zijn. Van de leden van de stedelijke economische raad wordt verwacht dat zij willen meewerken aan het stimuleren van de economische bedrijvigheid in onze stad. De aanwezigheid op iedere algemene vergadering is voor elk lid één van de voornaamste verplichtingen van het lidmaatschap. Het lidmaatschap vervalt wanneer het lid de functie, in hoofde waarvan het lidmaatschap werd bekomen, niet langer waarneemt. Ontslag dient steeds rechtstreeks bij de voorzitter te worden gemeld. De algemene vergadering kan, zoals bepaald in artikel , beslissen tot schorsing of afzetting van een lid. Leden die niet aanwezig kunnen zijn op de algemene vergadering verwittigen vooraf de voorzitter of secretaris. Driemaal afwezig zijn binnen eenzelfde kalenderjaar wordt beschouwd als ontslagnemend. Op de eerstvolgende algemene vergadering wordt dit ontslag besproken. De betrokken persoon kan op deze vergadering de reden van zijn/haar afwezigheid toelichten, waarna de algemene vergadering deze al dan niet aanvaardt. Artikel 3 - ZETEL De stedelijke economische raad heeft haar maatschappelijke in het stadskantoor, Industrielaan 2 te Eeklo Artikel 4 - ALGEMENE VERGADERING 4 1 Bijeenroeping en samenkomst De algemene vergadering van de stedelijke economische raad komt minstens tweemaal per jaar samen. Bijkomende vergaderingen kunnen steeds plaatshebben op initiatief van de voorzitter, de raad van bestuur of 1/5 van de stemgerechtigde leden. De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de ondervoorzitter en als ook die afwezig is door een lid van de raad van bestuur. De uitnodiging, samen met de dagorde, moet minstens 8 dagen op voorhand schriftelijk verstuurd worden. Bij dringende bijeenroeping kan de voorzitter deze termijn, voor zoveel als nodig is, inkorten. De vergaderingen zijn niet openbaar. Enkel de leden van de stedelijke economische raad zijn toegelaten, zoals bepaald onder artikel 2. De goedgekeurde verslagen zijn openbaar. Enkel de raad van bestuur kan sprekers naar de vergaderingen uitnodigen. 4 2 Bevoegdheid De algemene vergadering heeft de bevoegdheid over : a. verkiezing en ontslag van de voorzitter, ondervoorzitter, secretaris, penningmeester en maximum 5 leden van de raad van bestuur ; allen worden gekozen uit de algemene vergadering door de stemgerechtigde leden b. voorstel tot wijziging van de statuten c. goedkeuring van het jaarlijks financieel verslag d. voorstel tot ontbinding van de stedelijke economische raad e. het bespreken en stemmen over alle onderwerpen die op de dagorde zijn geplaatst of er op de vergadering zelf worden aan toegevoegd, met goedkeuring van de algemene vergadering f. het oprichten van werkgroepen in haar schoot Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 117/166

118 g. het vastleggen van de opdrachten voor de raad van bestuur h. alle punten die haar in deze statuten worden toegeschreven. 4 3 Verslaggeving Van elke vergadering zal een verslag worden opgesteld door de secretaris. Dit verslag wordt, samen met de agenda van de volgende vergadering, gezonden aan alle leden. In het verslag zullen de aan- en afwezigheden alsook de verontschuldigingen zorgvuldig worden opgenomen. Het verslag zal bij het begin van elke vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd. De verslagen en einddocumenten worden meegedeeld aan de gemeenteraad. 4 4 Locatie De stedelijke economische raad heeft geen vaste vergaderruimte. Er zal naar gestreefd worden om zoveel mogelijk in de Eeklose horecazaken en in andere locaties die over een aangepaste (gratis) vergaderzaal beschikken om beurten te vergaderen. 4 5 Stemming De stemmenverdeling gebeurt à rato van het aantal handelszaken en hun betrokkenheid, dit om te vermijden dat enkel grote bedrijven de stedelijke economische raad zouden domineren. De stemmenverdeling is jaarlijks herzienbaar. De stemmen worden verdeeld per groepering. Onder groepering wordt verstaan een winkelstraat of beroepsgroepering. De stemmenverdeling en lijst van groeperingen is als volgt : Markt 4 Ringplatform 1 Boelare 4 Zeelaan en Kunstdal 2 Werkgroep OKEE 4 Oostveldstraat 1 Koning Albertstraat 1 Krügercomplex 3 Stationsstraat 4 Tieltsesteenweg 1 Molenstraat 1 Liberaal Verbond van Zelfstandigen (LVZ) 1 Kerkstraat 1 Horeca-federatie 1 UNIZO 1 VOKA 1 Totaal aantal stemmen: 31 De stemming gebeurt bij handopsteking, behalve wanneer het om personen gaat. Dan wordt er geheim gestemd De algemene vergadering kan geldig beraadslagen als de helft plus één van de stemgerechtigde leden aanwezig is. De algemene vergadering kan echter, indien zij éénmaal is bijeengeroepen zonder dat het vereiste aantal leden is opgekomen, bij een tweede afzonderlijke oproeping binnen de 10 dagen, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en besluiten over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Adviezen worden goedgekeurd bij gewone meerderheid van stemmen. Artikel 5 - RAAD VAN BESTUUR 5 1. Samenstelling De raad van bestuur bestaat uit: de voorzitter, ondervoorzitter, secretaris, penningmeester en maximum 5 bestuursleden zoals bedoeld onder artikel 4 2.a. Op uitnodiging van de voorzitter komt de raad van bestuur minstens tweemaal per jaar samen Bevoegdheid De raad van bestuur is bevoegd voor het dagelijks beheer van de stedelijke economische raad. De raad van bestuur dient steeds verantwoording af te leggen op de eerstvolgende algemene vergadering. De raad van bestuur bereidt in opdracht de krachtlijnen voor van de door de algemene vergadering goed te keuren adviezen en waakt over de opvolging ervan Mandaat Het mandaat van de raad van bestuur duurt zes jaar, doch men kan zich herverkiesbaar stellen. Mandaten eindigen door het verstrijken van de gestelde termijn, overlijden, ontslag, afzetting of door verlies van het lidmaatschap Functie-omschrijving De voorzitter De voorzitter coördineert en organiseert de raad van bestuur en de algemene vergadering die hij voorzit. De voorzitter stelt de dagorde op voor de raad van bestuur en stelt samen met de raad van bestuur de dagorde op van de algemene vergadering. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 118/166

119 De voorzitter is verantwoordelijk voor de vertegenwoordiging van de stedelijke economische raad in andere organisaties. De voorzitter coördineert de oprichting van de werkgroepen. De voorzitter onderhoudt de contacten met het stadsbestuur, teneinde het doel van de stedelijke economische raad optimaal te verwezenlijken De secretaris De secretaris bezorgt de uitnodiging voor de algemene vergadering aan de leden. De secretaris houdt de ledenlijst en de archieven bij. De secretaris zorgt voor de verslaggeving van de raad van bestuur en de algemene vergadering De penningmeester De penningmeester beheert het budget en de rekeningen van de stedelijke economische raad. De penningmeester stelt jaarlijks een financieel verslag op met de inkomsten en uitgaven van het vorige werkingsjaar. Het financieel verslag wordt bezorgd aan de financiële dienst van de stad. De penningmeester zorgt voor het innen van de toelagen De bestuursleden De bestuursleden werken ondersteunend mee aan de voorbereiding en uitvoering van besluiten door de algemene vergadering Verkiezing Tijdens de algemene vergadering van de stedelijke economische raad in de maand juni van het jaar na de gemeenteraadsverkiezingen zal, zesjaarlijks, de verkiezing van de leden van de raad van bestuur plaatshebben overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 2.a. en dit volgens het principe van de gewone meerderheid van stemmen. Uiterlijk 14 dagen vóór de betreffende algemene vergadering worden, bij wijze van agendering en uitdrukkelijke oproep, de kandidaturen opgevraagd. Kandidaturen worden schriftelijk ingediend bij de voorzitter tot uiterlijk 7 dagen vóór de bedoelde algemene vergadering. Elke kandidaat kan zich slechts voor één enkele functie kandidaat stellen. De kandidaat-voorzitter dient zijn/haar kandidatuur te motiveren. Enkel leden van de stedelijke economische raad die minstens een jaar onafgebroken op de ledenlijst voorkomen, kunnen hun kandidatuur indienen. De uittredende voorzitter leidt de verkiezing. De verkiezing gebeurt bij afzonderlijke en geheime stemming conform de bepalingen in artikel De kandidaat die het hoogst aantal stemmen behaalt, is verkozen. Wanneer een gelijk aantal stemmen behaald wordt door verschillende kandidaten voor éénzelfde functie wordt onmiddellijk een tweede stembeurt georganiseerd. Is er dan staking van stemmen, dan beslist de voorzitter. Artikel 6 - JAARLIJKSE EVALUATIEVERGADERING Jaarlijks zal de werking van de stedelijke economische raad geëvalueerd worden. De secretaris maakt een overzicht van de voorbije activiteiten en aan de hand hiervan leidt de voorzitter de evaluatie. De penningmeester geeft een financieel verslag. Artikel 7 - VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN De algemene vergadering is bevoegd voor het voorstellen van wijzigingen van de statuten, die ter goedkeuring aan de gemeenteraad dienen te worden voorgelegd. De voorgestelde wijziging moet uitdrukkelijk vermeld worden op de agenda van de algemene vergadering. Minstens 2/3 van de stemgerechtigde leden die op de ledenlijst voorkomen, moet aanwezig zijn, terwijl 2/3 van de uitgebrachte stemmen de wijziging moet goedkeuren. De algemene vergadering kan echter, indien zij éénmaal is bijeengeroepen zonder dat het vereiste aantal leden is opgekomen, bij een tweede afzonderlijke oproeping binnen de 10 dagen, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en besluiten over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. Twee derden van de uitgebrachte stemmen moet de wijziging goedkeuren. Gezien en goedgekeurd om als bijlage gevoegd te worden bij onze beslissing van heden. 13. Mobiliteit en werken - oprichting Commissie verkeer en mobiliteit (COVEMO) + ontbinding stedelijke verkeersraad. Na de inleiding door schepen De Waele, de tussenkomsten van de raadsleden Luc Vandevelde en Waterschoot en het antwoord van schepen De Waele neemt de raad de volgende beslissing: Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 119/166

120 De gemeenteraad, Gelet op de beslissing van het schepencollege dd. 15 januari 2013 in verband met de hersamenstelling en de statuten van de stedelijke adviesraden; Gelet op verschillende besprekingen in verband met hervorming van de stedelijke raden, o.a. in de gemeenteraad van 19 maart 2013 en de gemeenteraadscommissies van 26 maart 2013, 24 april 2013 en 29 mei 2013; Gelet op de besprekingen met de voorzitters en secretarissen van de stedelijke adviesraden dd. 2 en 8 mei 2013; Gelet op de bespreking in het schepencollege van 30 mei 2013; Overwegende dat wordt voorgesteld om de stedelijke verkeersraad te ontbinden en te vervangen door de commissie verkeer en mobiliteit - COVEMO ; Gelet op het voorstel van huishoudelijk reglement voor deze commissie; Gelet op de bespreking in de verkeersraad van 22 mei 2013; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De raad gaat over tot de ontbinding van de stedelijke verkeersraad. Artikel 2 Een commissie verkeer en mobiliteit (COVEMO) wordt opgericht. Het huishoudelijk reglement van de commissie verkeer en mobiliteit (COVEMO) wordt als bijlage bij deze beslissing goedgekeurd. BIJLAGE: Huishoudelijk reglement van de commissie verkeer en mobiliteit. I DOELSTELLING VAN COVEMO Art. 1 Doelstelling De Commissie Verkeer en Mobiliteit, hierna COVEMO, is een stedelijke adviesraad die als opdracht heeft - advies uitbrengen en opvolgen van het mobiliteitsplan (het decreet van 20 maart 2009 voert binnen het mobiliteitsbeleid het participatiebeginsel in) - het beleid inzake verkeersleefbaarheid- en veiligheid adviseren - adviseren van projecten zowel op verkeerskundig vlak als op vlak van ruimtelijke ordening en milieu - melding overmaken over gevaarlijke verkeerssituaties - Art. 2 Inzage documenten Om een duidelijk en correct advies te kunnen verstrekken is het nodig om inzage te krijgen in de bijhorende documenten. De leden van COVEMO gaan de verbintenis aan om discreet en met de nodige verantwoordelijkheidszin om te gaan met de ingewonnen informatie. II SAMENSTELLING EN STRUCTUUR Art. 3 Secretariaat van COVEMO Stadskantoor, Industrielaan 2 te 9900 Eeklo, stedelijke mobiliteitsambtenaar De vergaderingen zullen doorgaan in het stadskantoor. Art. 4 Samenstelling - participatie van de bewoners: bij het begin van de legislatuur wordt een oproep voor kandidaten in het informatieblad Eikenblad en website geplaatst. Alle kandidaten zullen worden weerhouden. - Vaste leden zijn: burgemeester, schepen van openbare werken en mobiliteit, mobiliteitsambtenaar, 2 afgevaardigden van de lokale politie - naargelang het voorgestelde project kunnen ook derden worden uitgenodigd. De vertegenwoordiging van man/vrouw (1/3de van hetzelfde geslacht) zal nagestreefd worden. Bij drie keer ongeldige afwezigheid wordt het lid als ontslagnemend beschouwd. Art. 5 Stemgerechtigde Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 120/166

121 De leden van COVEMO zijn stemgerechtigd met uitzondering van de vaste leden zijnde, burgemeester, schepen van openbare werken en mobiliteit, secretaris, afgevaardigden van de lokale politie en indien derden aanwezig zijn. Art. 6 Afgevaardigde voor de gemeentelijke begeleidingscommissie (GBC) Naargelang het project of dossier dat besproken zal worden in de GBC zullen drie afgevaardigden van COVEMO op de desbetreffende GBC kunnen aanwezig zijn. De drie afgevaardigden die zich geroepen voelen om aanwezig te zijn op de GBC kunnen zich kandidaat stellen op de vergadering. De drie kandidaten met de meeste stemmen zullen afgevaardigd worden. Art. 7 - Verkiezing voorzitter en ondervoorzitter De kandida(a)t(en) voorzitter(s) maken zich kenbaar aan het secretariaat van COVEMO 5 werkdagen voor de eerste vergadering van de legislatuur. De kandidaten worden kenbaar gemaakt bij het begin van de eerste vergadering van de legislatuur. Bij geheime stemming zal de voorzitter gekozen worden. Diegene met de meeste stemmen is voorzitter. De verkiezing van de ondervoorzitter zal op dezelfde manier gebeuren als van de voorzitter. Art. 8 - Uitnodiging De uitnodiging met bijhorende documenten worden per mail 5 werkdagen voor de vergadering aan de leden overgemaakt. Bij dringende bijeenroeping kan de voorzitter deze termijn voor zoveel als nodig inkorten. De leden zelf kunnen hun agendapunten 3 werkdagen voor de vergadering aan de voorzitter overmaken met een gemotiveerd dossier. Er zal steeds 1 exemplaar ter inzage liggen op het secretariaat van COVEMO. Art. 9 Vergaderingen De adviesraad komt minstens drie maal per jaar samen. De datum van vergadering wordt op de voorgaande vergadering vastgelegd. De vergadering wordt samengeroepen door voorzitter en secretaris, op vraag van het college van burgemeester en schepenen, op vraag van een derde van de leden. Men kan geldig vergaderen wanneer de helft plus één van de leden aanwezig is. Per lid kan één volmacht gegeven worden. Art. 10 Besluiten van de vergadering Er wordt gestreefd om een zo groot mogelijke consensus te bereiken. Bij stemming over de besluitvorming van een advies is bij de helft plus één van de aanwezigen het besluit aangenomen. De minderheidsstandpunten zullen eveneens in het verslag worden opgenomen. Art. 11 Overmaken adviezen De adviezen die geformuleerd zijn, worden binnen de 14 werkdagen overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen. Art. 12 Duur COVEMO wordt opgericht volgens de legislatuur duurtijd 6 jaar. Op het einde van de legislatuur blijven de leden van COVEMO tot zolang de nieuwe leden zijn aangeduid. III REKENING Art. 13 Kas De gelden zullen door de financieel beheerder van de stad beheerd worden. De leden bepalen de aankopen en de besteding van de gelden. De financiële transacties worden op elke vergadering meegedeeld. Er zal een overgangsperiode ingelast worden van bestaande naar nieuwe maatregel, zijnde dat het huidige budget (2013) blijft bestaan tot het is opgebruikt. Art. 14 Vergoedingen Het mandaat bij COVEMO is onbezoldigd. Indien leden onkosten maken in functie van het lidmaatschap van COVEMO kunnen deze vergoed worden na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 121/166

122 Het lid, dat de onkosten zal maken, zal ten minste 14 werkdagen voor de uitgave het secretariaat van COVEMO schriftelijk of per mail op de hoogte brengen zodat de uitgave ter goedkeuring kunnen voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen. IV ERKENNING Art. 15 Huishoudelijk reglement Dit huishoudelijk reglement en zijn wijzigingen worden ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. Gezien en goedgekeurd om als bijlage gevoegd te worden in onze beslissing van heden. 14. Mobiliteit en werken - oprichten gemeentelijk begeleidingscomité GBC - aanwijzing adviserende leden. Na de toelichting door schepen De Waele neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet, artikel 42 en 43; Gelet op het decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid, artikel 26/1 en 26/2, ingevoegd bij het decreet van 10 februari 2012, (hierna het Decreet te noemen); Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid, artikel 2tot en met 12, (hierna het Besluit te noemen); Overwegende dat artikel 26/1 van het decreet bepaalt dat elke gemeente een Gemeentelijke Begeleidingscommissie (afgekort GBC ) zal oprichten en ook de minimale samenstelling van de GBC vastlegt. Overwegende dat artikel 2 tot en met 5 van het Besluit nadere regels bevat omtrent de aanwijzing van de vaste, de variabele en adviserende leden. Overwegende dat het overeenkomstig artikel 5 van het Besluit aan de gemeente toekomt adviserende leden van de GBC aan te wijzen; Overwegende dat artikel 26/1 van het Decreet bepaalt dat de gemeenteraad in het kader van participatie kan beslissen de vergaderingen van de GBC open te stellen voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de bevolking; Overwegende dat het volgens artikel 26/2 van het Decreet in sommige gevallen zinvol en noodzakelijk kan zijn de werkzaamheden van de GBC of deelaspecten ervan te bundelen op bovengemeentelijk vlak. Deze beslissing komt volgens artikel 9, 1, tweede lid van het besluit toe aan het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Er wordt een Gemeentelijke Begeleidingscommissie of GBC opgericht als multidisciplinair en beleidsdomeinoverschrijdend overlegforum verantwoordelijk voor: 1 de voorbereiding, de opmaak, de opvolging, de evaluatie en, in voorkomend geval, de herziening van het gemeentelijk of intergemeentelijk mobiliteitsplan; 2 de begeleiding van de voorbereiding, de opmaak, de opvolging en de evaluatie van projecten die aansluiten bij het duurzame lokale mobiliteitsbeleid. Artikel 2 Met behoud van de toepassing van artikel 26/1, 2, derde lid van het Decreet en artikel 2 en artikel 5 van het Besluit, worden de volgende adviserende leden toegevoegd aan de GBC: 3 leden van de Commissie Verkeer en Mobiliteit, algemeen diensthoofd grondgebiedszaken, mobiliteitsambtenaar, milieuambtenaar, KMO-ambtenaar, stedenbouwkundig ambtenaar en lokale politie Deze adviserende leden worden uitgenodigd op elke vergadering van de GBC. Artikel 3 De schepen van openbare werken en mobiliteit wordt aangewezen als voorzitter van de GBC. In geval van verhindering, kan de voorzitter deze bevoegdheid delegeren aan een ander lid van het College of een gemeentelijke ambtenaar. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 122/166

123 Artikel 4 De raad beslist tot het openstellen van de vergaderingen van de GBC voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de bevolking over aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 5 In toepassing van artikel 2. 1 van het Besluit van de Vlaamse regering dd. 25/01/2013 kan de GBC, in voorkomend geval, deelnemen aan de werkzaamheden van een IGBC. 15. Vrije tijd - project nieuw zwembad - plan van aanpak II - principiële goedkeuring. De voorzitter geeft het woord aan schepen Dirk Van de Velde, die het dossier toelichting en de historiek ervan schetst. Dan hoort de raad in de eerste ronde de tussenkomsten van de raadsleden Windey, Waterschoot, Lecompte en Reychler. Na het antwoord van schepen Dirk Van de Velde hoort de raad in de tweede ronde de tussenkomsten van de raadsleden Windey, Waterschoot, Lecompte en De Sutter. Na het antwoord van schepen Dirk Van de Velde stemt de raad over het voorstel van raadslid Windey om dit punt uit te stellen en andere mogelijkheden te onderzoeken gelet op de impact van dit project op de andere, toekomstige noodzakelijkere investeringen en de financiën van de stad voor de komende en volgende legislatuur. Dit voorstel wordt verworpen met 14 stemmen tegen 10. Burgemeester Koen Loete, de schepenen Christophe De Waele, Dirk Van de Velde, Ann Van den Driessche, Rita De Coninck en Bob D Haeseleer, de raadsleden Odette Van Hamme, Janvier Buysse, Lutgarde De Jaeger, Rosita Meiresonne, Caroline D Aubioul, Wilfried Van Kerrebroeck, Gertjan Blomme en Filip Smet hebben tegen het voorstel gestemd. Dan neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissingen dd. 17 december 2007 en 25 oktober 2010, waarbij de gemeenteraad akkoord ging met het principe van het bouwen van een nieuw zwembad en het indienen van een subsidieaanvraag in het kader van het Vlaams Sportinfrastructuurplan ; Gelet op zijn beslissingen van 17 oktober 2011 houdende - beëindiging van subsidieaanvraag en mandaat tussen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Eeklo betreffende de inhaalbeweging voor sportinfrastructuur via alternatieve financiering van eenvoudige zwembad; - toetreding van de stad Eeklo tot TMVW als vennoot secundaire diensten met betrekking tot de sportinfrastructuur van de stad Eeklo; Gelet op zijn beslissing van 19 december 2011 houdende toetreding van de stad Eeklo tot TMVW als vennoot secundaire diensten voor de stedelijke sportinfrastructuur, gelegen aan de B.L.Pussemierstraat en de Oostveldstraat, met ingang van 1 februari 2012; Overwegende dat TMVW sinds 1 februari 2012 instaat voor het beheer van het stedelijk zwembad; Overwegende dat de milieuvergunning voor het stedelijk zwembad in 2018 verloopt; Gelet op het voorstel van TMVW houdende plan van aanpak voor de bouw van een nieuw zwembad op de site aan de stedelijke sporthal, B.L.Pussemierstraat 157; Gelet op de principiële goedkeuring van het plan van aanpak voorgesteld door TMVW in de gemeenteraad van 25 juni 2012; Gelet op het overleg binnen de technische werkgroep ter voorbereiding van het project; Gelet op het aangepast voorstel van plan van aanpak waarin, het voorwerp van de opdracht, de procedure voor de marktconsultatie en de daaraan gekoppelde beoordelings- en gunningsmethodiek wordt behandeld, opgemaakt door TMVW in overleg met de technische werkgroep; Gelet op de actualisatie van de financiële situatie, mei 2013, opgemaakt door TMVW; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 123/166

124 Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de bespreking in de gemeenteraadscommissie dd. 29 mei 2013; Gelet om de bespreking in het college van burgemeester en schepenen dd 30 mei 2013; BESLUIT met 14 ja-stemmen, 9 neen-stemmen en 1 onthouding: Enig artikel De gemeenteraad hecht zijn principiële goedkeuring aan het plan van aanpak II met het voorwerp van de opdracht, de procedure voor de marktconsultatie en de daaraan gekoppelde beoordelings- en gunningsmethodiek voor het project "nieuw zwembad" zoals voorgelegd door de watermaatschappij TMVW. Dit plan van aanpak II wordt als bijlage bij deze beslissing. BIJLAGE: Plan van aanpak II project Nieuw zwembad. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 124/166

137 Gezien en goedgekeurd om als bijlage gevoegd te worden bij onze beslissing van heden. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 137/166

138 De raadsleden Marc Windey, Luc Vandevelde, Filip Lecompte, Michel De Sutter, Roger Reychler, Tineke Verstraete, Paul Verstraete, Rita Gysels en Ann Eggermont hebben tegengestemd. Raadslid Koen Waterschoot heeft zich bij de stemming onthouden. 16. Veiligheid - brandweer - aankoop van een gesubsidieerde tankwagen - goedkeuring. Tijdens de behandeling van dit punt heeft schepen Dirk Van de Velde de zitting tijdelijk verlaten. Na de inleiding door de heer burgemeester neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn besluit van 22 oktober 2011 waarbij het aankoopprogramma van gesubsidieerd brandweermaterieel voor het Eeklose korps voor de periode goedgekeurd werd; Gelet op zijn besluit van 21 mei 2007 waarbij dit aankoopprogramma aangepast werd door de inschrijving er in van een auto-elevator, die in 2010 geleverd werd; Overwegende dat het oorspronkelijke aankoopprogramma ook voorzag in de aankoop van een gesubsidieerde tankwagen onder de code 13200, herhaald in het meerjarenplan van 2010; Gelet op het schrijven dd. 28 mei 2013 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Civiele Veiligheid Directie Materieel en Nieuwe Technologiën, waarin gemeld wordt dat de levering van een brandweertankwagen van liter toegekend werd aan het Eeklose korps; Overwegende dat de kostprijs van de vrachtwagen, exclusief opties en prijsherzieningen in functie van de indexatie van de grondstoffen en lonen, ,21 bedraagt, inclusief 21% BTW; Overwegende dat het aandeel van de stad Eeklo in deze kostprijs 25% bedraagt, hetzij ,30 te verhogen met eventuele kostprijsherzieningen; Overwegende dat de overdracht van de nieuwe tankwagen aan de stad enkel kan plaatsvinden mits de Minister van Binnenlandse Zaken gemachtigd wordt om het door de stad verschuldigde bedrag af te nemen van de lopende rekening van de stad bij de bank Dexia, thans Belfius; Gelet op de toereikende kredietvoorziening in het investeringsbudget 2013, onder de post 2013/GBB- BRW/ / /BESTUUR/CBS/IE 8-9; Overwegende dat de tweedehandse brandweertankwagen, die in 2005 aangekocht werd, derdehands zal doorverkocht worden; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De raad gaat in op het schrijven van Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Civiele Veiligheid Directie Materieel en Nieuwe Technologieën dd. 28 mei 2013 en gaat akkoord met de aankoop van 1 brandweertankwagen van liter, materieelcode Artikel 2 De kostprijs van de tankwagen, exclusief opties en prijsherzieningen in functie van de indexatie van de grondstoffen en lonen, bedraagt ,21 inclusief 21% BTW. Het aandeel van de stad Eeklo in deze kostprijs bedraagt 25%, hetzij ,30 te verhogen met eventuele kostprijsherzieningen. De Minister van Binnenlandse Zaken wordt gemachtigd om het door de stad verschuldigde bedrag af te nemen van de lopende rekening van de stad bij de bank Dexia, thans Belfius. Artikel 3 De aanrekening van het stedelijk aandeel in de kosten zal gebeuren op de post 2013/GBB- BRW/ / /BESTUUR/CBS/IE 8-9 van het investeringsbudget Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 138/166

139 17. Ondernemen - machtiging tot vestigen erfpacht en toestaan onroerende leasing op 2 kadastrale bedrijfspercelen op industrieterrein Nieuwendorpe. Tijdens de behandeling van dit punt heeft schepen Dirk Van de Velde de zitting tijdelijk verlaten. Na de inleiding door de heer burgemeester neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn besluiten van 16 september 1996 en 17 februari 1997 houdende de verkoop van een perceel nijverheidsgrond in de hoek Ringlaan / Nieuwendorpe aan de NV Van Hecke Gebroeders, Burgemeester Henri Rijckaertstraat 1a te 9932 Zomergem-Ronsele; Gelet op de daarop volgende akte van verkoop dd. 7 juli 1997, verleden door het Comité tot aankoop van onroerende goederen Gent I, meer bepaald rubriek 10f hieruit, de bijzondere voorwaarden en specifiek deze betreffende het vervreemdingsverbod voor deze industriegrond behoudens machtiging hiervoor van de gemeenteraad; Gelet op zijn besluiten van 21 maart 2005 en 24 september 2012 waarbij aan de NV Van Hecke Gebroeders machtiging verleend werd tot wederverkoop van haar bedrijfspercelen en infrastructuur aan de BVBA Gebroeders Buysse, met huidige exploitatiezetel Ringlaan te 9900 Eeklo; Overwegende dat de BVBA Gebroeders Buysse haar laatste aankoop wenst te financieren bij middel van een onroerende leasing bij haar financiële instelling, die hiervoor in onderpand een recht van erfpacht wil gevestigd zien op de bedrijfsterreinen van de BVBA, Ringlaan 30-32; Gelet op het schrijven ter zake dd. 21 januari 2013 van notaris Christophe Werbrouck te Dottignies, aangevuld met het schrijven dd. 26 april 2013 van notaris De Jaeger uit Watervliet; Overwegende dat de instrumenterende notaris bij zijn schrijven van 21 januari 2013 laat weten dat alle bijzondere voorwaarden die in de oorspronkelijke aankoopakte Van Hecke van 7 juli 1997 integraal in de nieuwe aktes erfpacht en leasing zullen hernomen worden; Overwegende dat de stad hierdoor zo nodig haar recht van terugkoop kan laten gelden voor een nieuwe twintigjarige periode; Overwegende dat de gemeenteraad derhalve kan instemmen met de gevraagde machtigingen tot het vestigen van een erfpacht op de bedrijfspercelen van de BVBA Gebroeders Buysse, Ringlaan 32 te Eeklo voor een periode van 27 jaar, en het toestaan van een onroerende leasing erop voor 20 jaar ten voordele van de BVBA door haar financieringsmaatschappij die erfpachthouder wordt; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De gemeenteraad verleent machtiging aan de BVBA Gebroeders Buysse, Ringlaan te 9900 Eeklo tot het vestigen van een erfpacht voor 27 jaar en machtigt de erfpachthouder tot het toestaan van een onroerende leasing aan de BVBA, dit voor een periode van 20 jaar en op de volgende bedrijfspercelen ervan: - Een bedrijfscomplex bestaande uit een appartement, burelen en nijverheidsgebouwen op en met grond, gelegen Nieuwendorpe 30, kadastraal bekend of bekend geweest onder de sectie F van de 2e afdeling, nummer 412/M met een kadastrale oppervlakte van één hectare dertien are en drie centiare; - Een bedrijfscomplex op en met grond, gelegen Nieuwendorpe 32, kadastraal bekend of bekend geweest onder de sectie F van de 2e afdeling, nummer 412/N met een kadastrale oppervlakte van één hectare vijfenzeventig are tweeënvijftig centiare ; De houder van het erfpachtrecht op voormelde panden wordt de financieringsmaatschappij KBC Immolease, die een onroerende leasing zal toestaan op deze panden ten voordele van de BVBA Gebroeders Buysse. Artikel 2 Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 139/166

140 De machtigingen worden verleend onder de volgende opschortende voorwaarde: De bijzondere voorwaarden die in de oorspronkelijke verkoopakte dd. 7 juli 1997 tussen de stad Eeklo (verkoper) en de NV Van Hecke Gebroeders (destijds koper) opgenomen werden onder rubrief 10f, moeten expliciet en integraal hernomen worden in de nieuwe aktes houdende vestiging erfpacht en leasing. Artikel 3 Deze machtigingen gelden slechts in zoverre de aktes vestiging erfpacht en onroerende leasing verleden worden binnen de 12 maanden volgend op dit besluit. Zoniet herneemt de stad Eeklo al haar rechten betreffende het betrokken perceel. Artikel 4 De instrumenterende notaris wordt ermee gelast een digitale kopie van de notariële aktes te bezorgen dadelijk na het verlijden ervan. 18. Wonen en leven - verkoop van het voormalig jeugdpaviljoen aan het Jan Frans Willemsplein voor de realisatie van een duurzaam woonproject - goedkeuring ontwerp verkoopovereenkomst. Tijdens de behandeling van dit punt heeft schepen Dirk Van de Velde de zitting tijdelijk verlaten. Na de inleiding door de heer burgemeester neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn besluit van 19 december 2011 waarbij de raad instemde met de verkoop van de zogenaamde voetafdruk van het buiten gebruik te stellen jeugdpaviljoen, teneinde er een duurzaam woonproject te realiseren in een parkomgeving; Gelet op zijn besluit van 21 mei 2012 waarbij de raad principieel instemd met de verkoop van de zogenaamde voetafdruk van het buiten gebruik te stellen jeugdpaviljoen voor het bedrag van aan de NV Lofting Immo, dit voor de realisatie van haar bouwproject De Fonteine ; Overwegende dat de NV Lofting Immo na het verwerven van het pand al haar verplichtingen zal dienen na te komen, namelijk het realiseren van een duurzaam woonprojectproject, dit volgens het lastenboek zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2011, en de aanvaarde offerte voor het bouwproject de Fonteine, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 mei 2012 en eventueel latere goedgekeurde aanpassingen ervan; Overwegende dat deze verplichting opgenomen werd in het ontwerp van verkoopovereenkomst dat thans voor goedkeuring aan de raad voorgelegd wordt; Overwegende dat de opbrengsten van de verkoop, zijnde , aangewend zullen worden voor de financiering van buitengewone uitgaven van het budget 2013 of later; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De raad stemt in met de verkoop van de zogenaamde voetafdruk van het buiten gebruik gestelde jeugdpaviljoen, Jan Frans Willemsplein 13, aan de NV Lofting Immo, met maatschappelijke zetel te 2070 Zwijndrecht, Neerstraat 12B voor het bedrag van De verkoop gebeurt voor de realisatie door de koper van een duurzaam woonprojectproject volgens het lastenboek zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2011 en de aanvaarde offerte van de vennootschap Lofting Immo voor het bouwproject de Fonteine, goedgekeurd door de raad in zitting van 21 mei 2012 en eventueel latere goedgekeurde aanpassingen ervan. Artikel 2 Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 140/166

141 Het ontwerp van verkoopovereenkomst ter zake wordt goedgekeurd en blijvend aan dit besluit gehecht. Artikel 3 De opbrengsten van de verkoop zullen aangewend worden voor de financiering van buitengewone uitgaven van het budget 2013 of later. BIJLAGE: Ontwerp van verkoopovereenkomst. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 141/166

151 Gezien en goedgekeurd om als bijlage gevoegd te worden bij onze beslissing van heden. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 151/166

152 19. Algemene financiering - algemene belasting Eeklo - aanslagjaar overeenkomst met de Kruispuntbank van de sociale zekerheid - kennisneming. Na de toelichting door de heer burgemeester en de tussenkomst van raadslid Waterschoot neemt de raad kennis van de overeenkomst met de Kruispuntbank van de sociale zekerheid nr. 13/50. De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissing van 17 december 2012, houdende het heffen van een Algemene Belasting Eeklo voor het aanslagjaar 2013; Overwegende dat voornoemde belasting is behouden voor het jaar 2013, inbegrepen de sociale correctie voor de personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging; Gelet op de overeenkomst nr. 13/50 tussen de Stad Eeklo en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid betreffende de machtiging van het Sectoraal Comité van aan de Stad Eeklo om mededeling te bekomen van de lijst van personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging, die vanaf voorkeurtarieven genieten bij het RIZIV, HVKZ of DOSZ, waarin eveneens wordt voorzien dat de overeenkomst aan de gemeenteraad moet worden voorgelegd vooraleer uitvoering kan worden gegeven aan de overeenkomst; Gelet op het gemeentedecreet; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: Enig artikel De gemeenteraad neemt kennis van de overeenkomst nr. 13/50 betreffende de machtiging van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid van 05/04/2011 aan de stad Eeklo om mededeling te bekomen van de lijst van personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging, die vanaf 01/01/2013 voorkeurtarieven genieten bij het RIZIV, HVKZ of DOSZ. BIJLAGE: Overeenkomst nr. 13/50. Verslag gemeenteraad 17 juni blz. 152/166

Nog meer weergeven