1566 MZ Assendelft 1566 MZ Assendelft

Transcriptie

1 Hoofdgebouw Dependance Blauwe Ring 89 Blauwe Ring 90A 1566 MZ Assendelft 1566 MZ Assendelft Schoolgids

2 Inhoudsopgave 1. Inhoud INHOUDSOPGAVE INHOUD VOORWOORD STICHTING AGORA WAAR WE VOOR STAAN... 8 Onze missie... 8 Onze visie INTERCONFESSIONELE BASISSCHOOL... 9 Vieringen... 9 Methode ONTWIKKELINGSGERICHT ONDERWIJS Belangrijke aspecten van onze onderwijsvisie: Uitgangspunten Zelfstandig en samen werken Een ambulancebroeder in groep 1/2 tijdens het thema verkeer Thematisch onderwijs Schoolthema s Inrichting en spelontwikkeling in de onderbouw Onderzoek in de midden- bovenbouw Methoden en andere bronnen Ouderbetrokkenheid LITERAIRE SCHOOL Schoolbibliotheek/documentatiecentrum PEDAGOGISCH KLIMAAT Regels en afspraken Grip op de groep Anti-pest beleid met protocol Ontoelaatbaar gedrag Aangifte en melding Veiligheid in en rond de school MEER OVER ONS ONDERWIJS Culturele educatie Cultuur - en erfgoededucatie ste eeuws leren Octant digitaal Bewegingsonderwijs Burgerschap Reshare en Jantje Beton Lief- en leedhoekje Muzieklessen en schoolkoor DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS Toezicht op kwaliteit

3 Leerling dossier Leerlingvolgsysteem Portfolio Cito leerlingvolgsysteem ONDERSTEUNING BIJ LEREN EN PARTICIPEREN Extra ondersteuning op Octant Kind bespreking Klein Zorgteam Groot Zorgteam ZNAO Passend Onderwijs Kinderen met een leerlinggebonden financiering De rol van de intern begeleider Begeleiding met behulp van de videocamera Protocol voor leerlingen met leesproblemen en dyslexie De Dyslexie club De Plusklas Verlengen of versnellen Kleuters CONTACT MET DE SCHOOL Kennismakingsavond Rapport Toetsen en het ouderportal minuten gesprekken Gescheiden ouders Thema avond voor ouders Vertrouwenspersoon Spreken met de directie Nieuwsbrief Website Informatieborden GEZONDHEID Medische situaties op scholen, beleid, protocollen Hoofdluisbestrijding Besmettelijke ziekten EHBO Medisch protocol PRAKTISCHE INFORMATIE Schooltijden Leerplicht Vakanties Studiedagen Aanmeldingsprocedure Voor het eerst naar school Zij instromers Verhuizing Naar het voortgezet onderwijs Ziekte- en ander verlof van de leerkracht Stagiaires Combinatiegroepen Informatie over de groepsindeling in het nieuwe schooljaar Jeugdbladen

4 Sportieve activiteiten Verkeersexamen Sportdag en Koningsspelen Schoolreisje Schoolkamp Afscheid van groep Schoolfotograaf Gebruik van foto s Huiswerk Lekker Fit, Gruitdag en verstandig trakteren Ziekmelden Bijzonder verlof Verzuim en veelvuldig te laat komen Bezoek aan de dokter, tandarts en andere hulpverleners Brede School activiteiten Voor en naschoolse opvang Tussenschoolse opvang (TSO) Tussendoortje Schoolmelk en schoolfruit Trakteren Met de fiets naar school Aansprakelijkheid Mobiele telefoons Gevonden voorwerpen Kleding MEDEZEGGENSCHAP De ouderraad (OR) Ouderbijdrage De medezeggenschapsraad (MR) Wat doet de MR van Octant? KLACHTENREGELING Klachten Stappenplan bij klachten MEER INFORMATIE TER INZAGE BELANGRIJKE ADRESSEN EN TELEFOONNUMMERS

5 2. Voorwoord Een indruk van onze school. Met onze schoolgids willen wij u een beeld geven van onze school. De school waar we trots op zijn en waar we met plezier samenwerken met kinderen en ouders aan de brede ontwikkeling van onze leerlingen. In deze gids informeren wij u over onze visie en missie, de levensbeschouwelijke en onderwijskundige identiteit van onze school. Ook delen we in de gids andere, praktische informatie met u, zodat u een indruk krijgt wat voor school wij zijn en waar we voor staan. Wij zijn trots op de wijze waarop we ons ontwikkelingsgericht onderwijsaanbod realiseren, op ons pedagogisch klimaat en op onze onderwijsresultaten. Resultaten die we structureel monitoren zodat we ons onderwijs kwalitatief blijven ontwikkelen. Dit schoolkatern geeft slechts een beperkt beeld van onze school. Daarom nodigen wij u van harte uit op een van onze informatiebijeenkomsten of om een afspraak te maken voor een nadere kennismaking. Met een vriendelijke groet, ook namens het team, De directie M. (Marja) Eekhof L. (Liesbeth) van Geldorp 5

6 2. De naam van onze school De octant was een hulpmiddel bij de navigatie op zee. Het instrument werd van de achttiende eeuw tot het eind van de twintigste eeuw gebruikt. Met de octant kan de hoogte van een hemellichaam boven de horizon worden gemeten. Tot het eind van de twintigste eeuw, toen satellieten de positiebepalingen mogelijk maakten, was de octant een onmisbaar hulpmiddel bij de navigatie. Icbs Octant wil haar leerlingen kennis en ervaringen meegeven waardoor zij hun positie en richting kunnen bepalen op weg naar een volwaardige deelname aan de maatschappij als zelfstandig en kritisch burger die omziet naar de ander en zijn/haar omgeving. De octant helpt ons om onze richting en positie te bepalen. 6

7 3. Stichting Agora Icbs Octant is een van de scholen die onder het bestuur van de stichting Agora vallen. Agora is een Stichting voor Bijzonder en Primair Onderwijs in de Zaanstreek. Deze verzorgt primair onderwijs Zaanstad, Wormerland en Oostzaan. Agora staat voor vergader- c.q. ontmoetingsplaats. Een plek waar leerlingen personeelsleden elkaar ontmoeten en van en met elkaar leren. Het college van bestuur heeft de dagelijkse leiding en vormt het bevoegd gezag van de stichting. Het toezicht hierop wordt gehouden door de Raad van Toezicht. In de Agora schoolgids kunt u informatie over de stichting en haar scholen vinden. Naast praktische informatie vindt u hierin ook de kenmerken van haar scholen en de gedeelde visie op goed onderwijs en hoe we met elkaar daar vorm aan geven. De Agora schoolgids kunt u vinden op de website van Agora 7

8 4. Waar we voor staan Icbs Octant: de school waar kinderen écht leren Op Icbs. Octant leren kinderen in relatie tot de werkelijkheid door de wereld in de school te halen én door de wereld in te gaan. Het team van Octant heeft van elk kind hoge verwachtingen: reëel en ambitieus en helpt kinderen zich zo optimaal en zo breed mogelijk te ontwikkelen. Het onderwijs is betekenisvol, zodat kinderen gemotiveerd van en met elkaar leren om met kennis, zelfvertrouwen en nieuwsgierigheid mee te doen in de samenleving. Onze missie Wij handelen vanuit onze interconfessionele identiteit en de daaraan ontleende waarden. De samenwerking van professioneel personeel volgens de principes van het Ontwikkelingsgericht Onderwijs, levert in onze literaire school passend onderwijs van hoge kwaliteit met goede opbrengsten. Het geeft ieder kind kennis en vaardigheden mee waardoor het in staat is zich te ontplooien tot een autonome, kritische en sociale burger. Op onze school, waar ieder kind zich competent voelt en gekend mag weten, leren de kinderen zelf medeverantwoordelijk te zijn voor hun ontwikkeling. Ons onderwijs sluit aan bij de dynamiek in de samenleving op micro en macro niveau. Gedeelde waarden liggen onder onze missie. Onze visie Icbs Octant onderschrijft en realiseert de beoogde kenmerken van scholen die beschreven zijn in de visie van Agora. Het team van Icbs Octant werkt continu aan verbetering van haar (passend-) onderwijs in een breed aanbod dat in samenhang is met de wijk, vrije tijd en opvang. Onderwijs dat gericht is op een doorlopende ontwikkeling van kinderen en op opbrengsten en waar met hoge verwachtingen van kinderen en de ouders als educatief partner, wordt samengewerkt. Kinderen kunnen zich optimaal en zo breed mogelijk ontwikkelen. Ons betekenisvol onderwijs zorgt voor gemotiveerd, betrokken leren met en van elkaar en kennis maken met elkaars geloofs- en levensovertuiging en cultuur. De leerlingen kunnen met kennis en vaardigheden, zelfvertrouwen en nieuwsgierigheid participeren in de samenleving. Wij geven onze levenshouding gestalte door het realiseren van een veilige, respectvolle en verdraagzame sfeer in de school waarbij geen onderscheid wordt gemaakt op grond van geloof, ras, geloofs- levens- of politieke overtuiging of sociaal maatschappelijke positie van kinderen en hun ouders/verzorgers. Wij willen kinderen leren de ander te accepteren zoals hij of zij is, samen te werken, verantwoordelijkheid te dragen en autonomie in de zorg voor elkaar en verbinding met de ander. Door het structureel aanbieden van waarden en normen in de lessen en in de omgang met elkaar willen we bijdragen aan een wereld waarin verdraagzaamheid en respect is voor iedereen. Van alle ouders/verzorgers en kinderen verwachten we een respectvolle en open houding m.b.t. de identiteit van onze school. Van onze leerlingen verwachten wij een actieve deelname aan de lessen, vieringen en activiteiten ook van die, welke in het teken staan van ons interconfessionele identiteit. 8

9 5. Interconfessionele basisschool In onze school is zowel de katholieke- als protestants-christelijke levensovertuiging terug te vinden. Op onze school zijn alle kinderen welkom, mits hij of zij respect heeft voor de identiteit van de school. We maken geen onderscheid op grond van geloof, ras, politieke overtuiging of sociaal maatschappelijke positie van ouders. In ons handelen is onze levensbeschouwelijke identiteit zichtbaar. We willen de leerlingen het volgende leren: belangstelling voor en meeleven met elkaar, het accepteren van de ander zoals hij of zij is, samenwerken, verantwoordelijkheid dragen, zelfstandigheid. Zo willen wij samen bouwen aan een wereld waarin er verdraagzaamheid en respect is voor iedereen. Ook leerlingen die thuis niet godsdienstig worden opgevoed krijgen deze basis mee, mede hierdoor kunnen zij een eigen levensvisie kunnen ontwikkelen. Vieringen Wij vinden het belangrijk om binnen de schooltijd rustpunten te hebben, ergens bij stil te staan. Vieringen, gedenkdagen, rituelen en symbolen zijn de bouwstenen in het menselijk leven, onze samenleving en geven structuur en samenhang. Een cultuur van vertellen en vieren maakt deel uit van het klimaat van onze school. Wij vieren als school met elkaar de belangrijke christelijke en traditionele feesten zoals: Kerstmis, Pasen en Sinterklaas. Methode Voor ons levensbeschouwelijk onderwijs gebruiken wij de methode Trefwoord gedurende de periode voor Kerst en voor Pasen. We integreren de thema s van Trefwoord zo mogelijk in de thema s van de groepen. De leerlingen maken zo ook kennis met andere religies. De catechesemethode heeft aandacht voor kinderen met een andere godsdienstige achtergrond, zij worden uitgenodigd om daar in de klas over te vertellen. In de bovenbouw worden thema s gekozen met een religieuze- of interculturele invalshoek. 9

10 6. Ontwikkelingsgericht onderwijs Op Octant werken wij ontwikkelingsgericht. De Russische pedagoog en didacticus Vygotski is de grondlegger van dit onderwijsconcept. Ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) houdt rekening met de verschillen tussen individuele kinderen en zorgt voor een ononderbroken ontwikkeling van ieder kind. We hechten veel waarde zowel aan de cognitieve-, als de sociaal- emotionele- en de brede ontwikkeling van het kind Op Octant geven we geen individueel onderwijs, we komen tegemoet aan alle verschillen vanuit een gemeenschappelijke basis. Belangrijke aspecten van onze onderwijsvisie: Basiskenmerken: zelfvertrouwen, emotioneel vrij en nieuwsgierig Een kind dat zelfvertrouwen heeft, emotioneel goed in zijn vel zit en nieuwsgierig is, zal zich goed kunnen ontwikkelen. Deze basisvoorwaarden zijn bij ons doelen op zich. Resultaatgericht Voorafgaand aan elke les bespreekt de leerkracht met de leerlingen de doelen. Zij zijn ook op het digibord en/of op het werkblad te zien. Achteraf vindt altijd in de groep of met de individuele leerling evaluatie op doelen plaats. Brede ontwikkeling Naast het overdragen van kennis zoals vastgelegd in de kerndoelen voor het basisonderwijs, streven we naar een brede ontwikkeling van onze leerlingen. We dragen niet alleen kennis over, maar werken ook bewust aan de overige aspecten die bijdragen tot de gehele ontwikkeling van een kind, als: een actieve, betrokken houding op het eigen leerproces, zorg om elkaar en de omgeving, actief burgerschap. Door het structureel aanbieden van verschillende activiteiten willen we talenten ontdekken en een bijdrage te leveren tot de ontwikkeling van talent. De meerwaarde van ons onderwijs komt van pas in het vervolg onderwijs en in de maatschappij. Betekenisvolle activiteiten en betrokkenheid van kinderen We geven ons onderwijs vorm in betekenisvolle activiteiten. In de onderbouw leren de kinderen door spel het nabootsen van de echte wereld om hen heen. In de middenbovenbouw ligt het accent op onderzoek. De leerkrachten bepalen de leerdoelen, de kinderen hebben inbreng in de keuze en de vorm van de activiteiten. Door het geven van verantwoordelijkheid is de betrokkenheid van kinderen bij hun eigen leerproces groot. Begeleidende rol van de leerkracht De rol van de leerkracht binnen OGO is belangrijk. De leerkracht ontwerpt de leeractiviteiten binnen de thema s, aan de hand van de vereiste kern- tussen en einddoelen. Met deze doelen voor ogen bedenken leerlingen en leerkracht met elkaar de activiteiten die gericht zijn op de ontwikkeling van uw kind in de brede zin. Hierin verschilt ons onderwijs van het traditioneel onderwijs. De leerkracht onderneemt, stuurt, ondersteunt en coacht de kinderen in het leren, het opdoen van kennis en ervaringen. De leerkracht richt zich daarbij op "de zone van de naaste ontwikkeling". Dat wil zeggen dat het hier gaat om iets wat het kind op het punt staat te leren, zelf te kunnen. De leerkracht bepaald op elk moment of een sturende rol noodzakelijk is of dat het wenselijk is dat zij/hij zich wat meer op afstand moet houden. Uitgangspunten Een veilige omgeving is een voorwaarde om te kunnen leren en je te ontwikkelen. Kinderen moeten zich competent voelen en zich gezien weten. Verschillen tussen kinderen zijn er en mogen er zijn. Het is belangrijk om hoge verwachtingen te hebben van kinderen. Ontwikkelingskansen van kinderen dienen optimaal benut te worden. Ons onderwijs is van goede kwaliteit. Bij ontwikkeling en leren van kinderen gaat het om brede persoonlijkheidsontwikkeling en specifieke kennis en vaardigheden. Kinderen ontwikkelen zich doorlopend. Kinderen leren meer als zij betrokken en gemotiveerd zijn. Kinderen raken betrokken als zij kunnen deelnemen aan echte, betekenisvolle activiteiten (in relatie met echte wereld), waarin zij dat wat ze leren direct kunnen toepassen. 10

11 Ontwikkeling vindt plaats binnen de zone van naaste ontwikkeling (ZNO). De ZNO wordt gecreëerd in de interactie tussen het kind en de meerwetende partner die samen deelnemen aan een betekenisvolle activiteit. Kinderen leren van en met elkaar en hebben ook volwassenen nodig om zich te kunnen ontwikkelen. Als leerkrach, teamlid zijn we een rolmodel voor kinderen en door goed te kijken en mee te doen krijgen we zicht op wat kinderen nodig hebben. Kinderen moeten eigenaar kunnen zijn van hun ontwikkeling. Zelfstandig en samen werken In ons onderwijs is het belangrijk dat de kinderen zelfstandig leren werken. Zelfstandigheid ontwikkelen is belangrijk voor de karaktervorming en draagt bij aan een goede leerhouding. Bovendien is het de basis voor een goede samenwerking met anderen. In de kleuterbouw worden de kinderen gestimuleerd om zelfstandig te zijn. Daarbij gaat het om zelf de spullen te pakken en weer op te ruimen en te spelen zonder de hulp van de leerkracht. De kinderen leren om met elkaar te overleggen en samen plannen te maken. De diverse vormen van leren worden door de dag heen afgewisseld. In de bovenbouw zijn de kinderen in de ochtend vooral individueel aan het werk. Het samenwerkend leren wordt daar vooral gebruikt bij het werken met thema s. Samenwerkend leren; ook een voorbereiding voor het Voortgezet Onderwijs De leerkrachten zetten het samenwerken en onderzoeken in tweetallen en in groepjes bewust in: kinderen leren ook van elkaar, daarnaast is het leren samenwerken een doel op zich. Omdat dit de kinderen voorbereidt op het vervolgonderwijs en de verdere toekomst. Thematisch onderwijs Een ambulancebroeder in groep 1/2 tijdens het thema verkeer Het werken met thema s is kenmerkend voor het OGO-onderwijs. De activiteiten die binnen een thema worden aangeboden, zijn gekoppeld aan de kern- de tussen en einddoelen van de verschillende vakgebieden per jaargroep. Wij hanteren daarbij de doelen van de Stichting Leerplan Ontwikkeling. Op Octant leren kinderen en doen zij nieuwe vaardigheden op vanuit een zinvolle context, in thema s.. De kinderen gaan erop uit om te onderzoeken hoe het er in de echte wereld aan toe gaat. Vooraf stelt de leerkracht zichzelf de doelen voor deze excursie en worden de doelen met de leerlingen besproken. Evaluatie en verwerking vindt in de groep plaats. We stimuleren in ons onderwijs de onderzoekende houding van kinderen. Thema s worden soms in meerdere jaargroepen tegelijk aangeboden. De keuze van de thema s zijn leeftijd gerelateerd. Zo komen de kinderboerderij, het restaurant, circus en kleine diertjes komen vaak terug bij de kleuters en komen in groep 3 en 4 eerder thema s aan bod als beroepen en kunst. In de bovenbouw groep 5 t/m 8 zien we dat de wereld van de kinderen groter wordt en het interesse gebied breder. 11

12 Thema s als de Middeleeuwen, de prehistorie, het heelal of de krant komen dan aan de orde. De activiteiten die bij de thema s worden aangeboden zijn terug te vinden in de verschillende hoeken en op de werklijsten. In principe staat bij elk thema een boek centraal. Het thema wordt vaak afgesloten met een eindproduct : een expositie, een presentatie, een restaurant, een verkoop en meer. Ouders en verzorgers worden regelmatig uitgenodigd bij dergelijke afsluitingen. Aan het eind van een themaperiode krijgen de kinderen het themamateriaal mee naar huis. Spelactiviteit bij het thema: de kapper Woordveld over het thema de dokter in groep 4 Aan een thema wordt gedurende zes tot acht weken gewerkt. Per schooljaar komen er dus ongeveer zes thema s aan bod. Bij de keuze van een thema wordt rekening gehouden met de actualiteit, de interesses van de leerlingen en de spreiding over verschillende levensgebieden: primaire levensbehoeften, techniek, handel en economie, cultuur, kunst en religie. Elke leerkracht houdt de thema s waar de kinderen aan werken bij in een map. Deze gaat mee met de groep, zodat wanneer eenzelfde thema later in de schoolloopbaan nog een keer wordt aangeboden er sprake is van verdieping en verrijking. Schoolthema s Ieder jaar heeft Octant één bouw overstijgende thema. Dit is het thema rond de Kinderboekenweek. Het onderwijs in de hele school staat dan in het teken van het betreffende onderwerp. De gangen en de klaslokalen zijn aangekleed in de stijl van het thema en de leerstof uit de methoden wordt zo veel mogelijk aangepast aan het thema. Binnen elk thema wordt aandacht gegeven aan de volgende zes kernactiviteiten: Spelactiviteiten/ * onderzoeksactiviteiten Lees- schrijfactiviteiten Constructieve activiteiten Thema Reken/wiskunde activiteiten Echte activiteiten uitstapjes Gespreksactiviteiten en andere kringactiviteiten Het webmodel met de zes kernactiviteiten 12

13 Inrichting en spelontwikkeling in de onderbouw U kunt het ontwikkelingsgerichte karakter van onze school ook herkennen aan de inrichting van de school en de lokalen. In de onderbouwgroepen zijn verschillende thematische hoeken ingericht, zoals: de spelhoek, de kring, de bouwhoek, de lees-schrijfhoek en de verteltafel. Ontwikkeling en leren vindt plaats door de activiteiten in de hoeken met elkaar te verbinden. In de groepen 1/2 staat het spel centraal. Door spelervaringen groeit de kennis van de wereld, kunnen eigen ervaringen ingezet worden en kunnen de kinderen zich steeds verder ontwikkelen. In groep 3 heeft het spel nog een heel belangrijke functie, vanuit het spel worden leergerichte activiteiten aangeboden. In de groepen 3 en 4 verschuift het accent zich van spel- naar meer leergerichte activiteiten. Alle basisvaardigheden worden aangeleerd: lezen, schrijven, rekenen, in een schrift werken e.d. Groep 1-2 is op excursie geweest naar de brandweer, daarna wordt er een tekening gemaakt en de leerkracht schrijft de uitleg van het kind erbij. Ook in de groepen 3/4 wordt het thematisch aanbod verdeeld over de zes kernactiviteiten. Aan de lees- schrijfactiviteiten en rekenen/wiskunde activiteiten wordt de meeste tijd en aandacht besteed. Onderzoek in de midden- bovenbouw De bovenbouwgroepen brengen hun lokaal in de sfeer van het thema door boekenhoeken, een vragenwand over het thema, onderzoeksactiviteiten, zelf ontworpen teksten en ander materiaal. In de groepen 5 tot en met 8 verschuift het accent van spelen naar onderzoeken. Dit gebeurt vooral in thematische activiteiten. We bedenken samen met de kinderen de activiteiten; dit leidt tot grotere betrokkenheid. We hechten daarbij veel belang aan taal en lezen, schrijven, rekenen en wiskunde, wereldoriëntatie en expressie. De kinderen worden aangemoedigd te reflecteren op hun werk om zo tot betere resultaten te komen. Kinderen presenteren hun werk op allerlei manieren aan elkaar en vaak ook aan de ouders/verzorgers. Wilt u meer weten over Ontwikkelings Gericht Onderwijs, dan kunt u een bezoek brengen aan de website van de Academie voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Onderzoek en samenwerken 13

14 Methoden en andere bronnen Voor de vakken rekenen, spelling, bewegingsonderwijs en de ontwikkeling van het handschrift werken wij met methoden. Wij bieden de leerstof voor taal, wereldoriëntatie, geestelijke stromingen, bevordering van gezond gedrag, verkeer, techniek en burgerschapskunde in betekenisvolle thema s aan. Wij gebruiken daar bij methoden en andere bronnen. De topografie van Nederland, Europa en de wereld wordt apart ingeoefend. In groep 7 wordt extra aandacht besteed aan verkeer. Hieronder vindt u per vakgebied de methoden/bronnenboeken: Themalezen: Via de themawoorden wordt het aanvankelijk lezen opgestart (de aangeleerde letters en klanken ingeoefend) en later wordt het technisch lezen verder opgestart (leestempo). De themawoorden spelen ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de eigen teksten. De groepen beschikken over een uitgebreide collectie themaboeken om het leesonderwijs verder op gang te brengen. De leeslijnboeken worden incidenteel als ondersteuning van het leesonderwijs gebruikt. Voor begrijpend lezen worden in de midden- en bovenbouw zowel themateksten, actuele teksten als lessen van de methode Nieuwsbegrip gebruikt. Daarnaast werken we met kaarten begrijpend leesstrategieën van groep 1 t/m 8. De methode Taaltijd wordt in groep 4 t/m 8 ingezet als bronnenboek. Het taalonderwijs wordt verder vormgegeven vanuit het werken met eigen geschreven teksten en informatieve teksten van anderen. Taaljournaal wordt als methode voor spelling gebruikt. Werkwoord spelling in de lift is de methode voor werkwoordspelling vanaf groep 6. Alles telt, is de rekenmethode in groep 3 t/m 8. Schrift in groep 1 t/m 8. Schrijfmethode die zich richt op de gehele ontwikkeling van grove en fijne motoriek, inclusief het schrijven. Lets do it! Methode Engels. Moet je doen en Laat maar zien in groep 1 t/m 8. Methode voor de expressievakken tekenen, handvaardigheid en drama. De lessuggesties kunnen worden toegepast in thema s. Basislessen bewegingsonderwijs voor de groepen 1 t/m 8. Grip op de groep en de STOP methode, bronnenboek voor sociaal emotionele ontwikkeling in groep 1 t/m 8. Trefwoord, catechese methode voor godsdienstige vorming Naast de hierboven genoemde lesmethoden maken we uiteraard ook gebruik van leskisten, internet en educatieve televisieprogramma s. Ouderbetrokkenheid We werken met thema s en daarom vragen we de leerlingen om materialen over het thema van huis mee te nemen. We nodigen leerlingen uit om informatie te vragen aan volwassenen die veel van het thema afweten of om informatie op te zoeken in de openbare bibliotheek. We halen de echte wereld naar binnen door een gast in de klas te halen die veel van een thema weet. We gaan de echte wereld in door op excursie te gaan en activiteiten te ondernemen die het thematisch onderwijs verdiepen, verrijken en bijdragen aan de brede ontwikkeling van de kinderen. Bij de afsluiting van een thema worden regelmatig ouders uitgenodigd om naar de resultaten te komen kijken. Ouders spelen dus een belangrijke rol in ons onderwijs. 14

15 7. Literaire school Een goede taal- leesontwikkeling is de sleutel tot de toekomst. Daarom maken wij extra werk van de taal- leesontwikkeling van de leerlingen: Octant een literaire school. Door kinderen veel in contact te brengen met boeken en andere vormen van geschreven taal willen we de kinderen motiveren om zelf lezer en schrijver te worden. Al in de kleutergroepen vinden veel geletterde activiteiten plaats: er worden boeken voorgelezen en nagespeeld aan de verteltafel, er is een boekenhoek en een lees-luisterhoek. Er is materiaal waarmee leerlingen zelf teksten kunnen maken, zoals letterstempels en de tekstverwerker. Ook het spel geeft aanleiding tot lees- en schrijfactiviteiten (boodschappenlijstjes, kassabonnen, prijslijsten, enz.). De leerlingen maken regelmatig zelf boeken en lezen in hun zelf gemaakt boek. Vanuit deze activiteiten ontwikkelen de kinderen hun leesvaardigheid. In de hogere groepen is er veel aandacht voor verschillende leesvormen en leesmomenten per dag, voorlezen, boekpromotie, lekker lezen in zelfgekozen boeken en het maken van eigen boeken. Vanaf groep 1 t/m 8 werken we structureel en systematisch aan de leesstrategieën die de resultaten van het begrijpend lezen verhogen. Stuurgroep Een vast orgaan in onze school is de stuurgroep Taal. Deze bestaat uit de intern begeleiders, leerkrachten, afvaardiging van de directie en de bouwcoördinatoren. De groep borgt het plan Teksten schrijven en het Plan begrijpend lezen, zij maakt het jaarlijks nascholingsplan, evalueert de resultaten en adviseert in nascholing en beleid. Werkgroep Leerkrachten maken deel uit van de werkgroep die initiatief neemt in schoolbrede activiteiten die in het teken van lezen staan, zodat ook in de praktijk te merken is dat wij een literaire school zijn. Kinderboekwinkel de Boekenwurm De enige boekwinkel in Saendelft oost is op onze basisschool. Kinderboekwinkel de Boekenwurm wordt gedreven door de leerlingen van de bovenbouw. Zij zijn daar zelf verantwoordelijk voor. De winkel is in bepaalde periodes op vaste tijden geopend. Op ouderavonden en inloopavonden zijn er extra koopavonden. De openingstijden worden via de nieuwsbrief bekend gemaakt. De Biebbus Eens in de twee weken staat de Biebbus voor onze school. Alle kinderen lenen dan o.l.v. de leerkracht boeken en lezen die op school. De leerkracht besteedt aandacht aan de geleende materialen door voor te lezen, door kinderen recensies te vragen, de boeken in te zetten bij de thema s etc. 15

16 Voorleeswedstrijd Elk jaar houden we per bouw voorleeswedstrijden. In elke groep oefenen kinderen o.l.v. de leerkracht en nomineert elke groep een medeleerling voor de finale. Tijdens de finale met een heuse jury bestaande uit kinderen en een teamafvaardiging, zijn ouders van harte welkom en zijn natuurlijk boekenbonnen te winnen. De Kinderboekenweek Elk jaar wordt in alle groepen gewerkt aan het thema van de Kinderboekenweek. Werken met teksten Het werken met teksten neemt bij ons op school een centrale plaats in. Het gaat hierbij zowel om het lezen van thematische teksten van anderen (van kinderen en van volwassenen), als om het zelf schrijven van teksten. Bij het lezen van thematische teksten gaat het om het goed begrijpen van de tekst, om antwoorden te vinden op je eigen of andermans vragen en om het uitbreiden van de woordenschat. De opgedane kennis uit de teksten biedt weer aanknopingspunten om met elkaar te praten en samen verder te komen in een thema. Het schrijven van teksten is een proces dat een langere periode in beslag neemt. Eerst oriënteren de leerlingen zich op het thema en op het type tekst dat geschreven gaat worden. Een gedicht zit anders in elkaar dan een informatieve tekst en aan een sprookje stel je andere eisen dan aan een verslag. Er wordt ook gepraat over voor wie de tekst bedoeld is en waarom we de tekst willen schrijven. Vervolgens schrijven de leerlingen een ontwerptekst. Deze tekst wordt aan anderen voorgelezen en samen wordt besproken hoe de tekst verbeterd kan worden. Bij het verbeteren gaat het om het verbeteren van de inhoud van de tekst (snapt de ander wat je bedoelt) en om het toepassen van de juiste spelling en interpunctie. Tenslotte wordt nog aandacht besteed aan het vormgeven van de tekst. Afhankelijk van de bedoelingen wordt de tekst gepubliceerd op internet, als poster of boek. Ook in de groepen 1, 2 en 3 al wordt op deze manier met het schrijven van teksten omgegaan. Natuurlijk neemt de leerkracht (als meer wetende partner) het schrijven over als de leerling dit zelf nog niet kan. We werken met (tekst)portfolio s. Schoolbibliotheek/documentatiecentrum Op beide locaties investeren we in een goed gevulde schoolbibliotheek/documentatiecentrum met actuele materialen. In alle groepen is een biebkast aanwezig met daarin een steeds wisselende collectie jeugdliteratuur. Het documentatiecentrum wordt gebruikt bij het maken van informatieve teksten en bij het voorbereiden van presentaties binnen de thema s in de klas. 16

17 8. Pedagogisch klimaat Een goed pedagogisch klimaat borgen we door regelmatig met elkaar in gesprek te gaan over onze waarden en normen: het team van Octant, de leerlingen en ook de ouders. Kinderen leren samenwerken en verantwoording dragen voor hun eigen handelen, dat kan alleen als het schoolen groepsklimaat optimaal is. Het team werkt structureel aan het aanbieden van waarden en normen en omgaan met elkaar. De kinderen leren met elkaar in gesprek te gaan en uit te leggen wat hen dwars zit. Een goede sfeer vinden wij belangrijk: Wanneer de kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen komen ze tot leren en durven ze nieuwe stappen in hun ontwikkeling te maken. Dan leren de kinderen ook van elkaar en lukt het om samen te werken en te spelen. We stellen ons tot doel dat de kinderen leren op een respectvolle manier met elkaar om te gaan, ongeacht de verschillen in uiterlijk, land van herkomst of cultuur, leeftijd, sekse, seksuele gerichtheid, handicap of geloof. Een veilige schoolomgeving houdt niet op bij de voordeur; Octant is een samenwerkingsverband aangegaan met de andere basisscholen in Saendelft met als doel een veilige omgeving voor de kinderen te realiseren. Samen stemmen we af en we proberen zoveel mogelijk gezamenlijk een standpunt naar buiten te brengen. Hierbij rekenen we op de steun van de ouders. We staan als school op het standpunt: Gelijke behandeling voor iedereen. Regels en afspraken Elke dag werken we bewust aan een goed pedagogisch klimaat waar iedereen zich gekend weet en waar respect is voor elkaar en de omgeving. Daarin bent u de ouder, verzorger een belangrijke partner. We hebben aan de identiteit ontleende waarden van onze school verwoord in onze kapstokregels : we horen er allemaal bij we houden rekening met elkaar we zorgen goed voor alle materialen en middelen (onze omgeving) In de eerste zes weken van het schooljaar komen deze regels uitgebreid aan bod en worden het hele jaar door onderhouden. Zij staan centraal in onze omgang met elkaar en hangen in alle groepen. Grip op de groep We besteden veel aandacht aan het vormen van een positieve groep. Hierbij gebruiken we de methode Gripp op de groep die we gedurende de eerste zes weken inzetten. De spelvormen en handvatten die in deze methode worden gehanteerd, zetten we indien gewenst ook gedurende het schooljaar in. Anti-pest beleid met protocol Pesten is een element van groeps- en identiteitsvorming en ongewenst omdat het mensen een leven lang schade kan berokkenen. Ons beleid is erop gericht om pesten te voorkomen, belicht de rol van de gepeste en de pester, en geeft handvatten voor teamleden en ouders. Daarnaast kent het een duidelijk protocol met stappenplan. Ontoelaatbaar gedrag Voorop staat respectvolle omgang met elkaar en een veilig klimaat voor iedereen. Helaas komt het voor dat kinderen of ouders gedrag laten zien dat wij niet kunnen accepteren omdat dit indruist tegen onze visie, missie en onze identiteit. Het gaat dan om: herhaald storend of agressief gedrag van de leerling; bedreigend of agressief gedrag van ouders/verzorgers van de leerling, waardoor de veiligheid van het personeel of andere leerlingen in gevaar komt of waardoor het onderwijs niet ongestoord kan worden gegeven; fysiek geweld zoals slaan, schoppen enz. verbaal geweld, zoals schelden, uitlachen, belachelijk maken; pestgedrag, zoals buiten sluiten en roddelen; 17

18 vandalisme; respectloos gedrag zoals spugen, een brutale mond geven; liegen; stelen; cyberpesten. Als kinderen op school ontoelaatbaar gedrag vertonen volgen we de methodiek: Ontoelaatbaar gedrag. Een eerste stap is dat de leerkracht contact opneemt met de ouders van de betreffende leerling. Uiteraard zal de leerkracht ook zelf actie ondernemen om het ontoelaatbare gedrag te stoppen. De leerkracht reflecteert daarbij op haar/zijn eigen rol en vraagt hierbij feedback en tips van collega s. Mocht het ontoelaatbare gedrag herhaaldelijk voorkomen, dan gaan we over op het stappenplan ontoelaatbaar gedrag. Dit is op school beschikbaar. Aangifte en melding Wanneer er sprake is van bedreiging en/of ernstig verbaal of fysiek geweld tegen een leerling of teamlid, zullen wij daarvan aangifte of melding doen bij de politie. Wij zullen de betrokkenen hiervan van te voren op de hoogte stellen. Veiligheid in en rond de school Om te zorgen voor veilige voorzieningen binnen en buiten de school en om calamiteiten en problemen te voorkomen en op te lossen, zijn er op alle locaties personeelsleden aanwezig met een diploma bedrijfshulpverlening (BHV). Dit betekent dat deze mensen een training hebben gevolgd en zich jaarlijks nascholen op het gebied van EHBO, brandbestrijding en ontruiming. Uiteraard vindt ongevallen registratie plaats. Op school is een Arbo coördinator. Deze voert o.a. de risico-inventarisatie uit waaruit aandachtspunten komen voor verbetering van de fysieke veiligheid. Daarnaast houdt deze zich met de bedrijfshulpverleners bezig en met de veiligheid in en om het gebouw. Jaarlijks houden wij twee ontruimingsoefeningen. 18

19 9. Meer over ons onderwijs Ons onderwijs is actueel; van deze tijd, wij hebben immers de opdracht om kinderen toe te rusten voor de toekomst. Daarbij zien we het als onze opdracht om kinderen een brede ontwikkeling mee te geven. Dit betekent dat we ons realiseren dat kinderen de weg moeten weten in een digitale wereld, maar dat we ook werken aan gebieden als sociale competenties, talent- en culturele ontwikkeling, kunstzinnige expressie en de motorische ontwikkeling. Aandacht voor expressie Culturele educatie De landelijke trend is dat er in de laatste jaren steeds meer de nadruk wordt gelegd op de vakken taal/lezen en rekenen en dat in ons streven om hierbij de opbrengsten naar een hoger plan te tillen het belang van creatieve vakken en kunstzinnige vorming wordt vergeten. Cultuureducatie is ondersteunend in de taal- en rekenontwikkeling van kinderen. In het OGO-onderwijs dat op Octant wordt gegeven, is de brede ontwikkeling van kinderen een van de belangrijke uitgangspunten bij het leren. In ons thematisch onderwijs neemt de cultuureducatie in al haar facetten een belangrijke plaats. Octant voert daarom cultuur beleid: Cultuuronderwijs met kwaliteit. Wij maken daarbij structureel gebruik van vakdocenten en ontwikkelen een doorgaande lijn in binnen- en buitenschoolse culturele educatie in de buitenschoolse activiteiten. Cultuur - en erfgoededucatie Elke groep bezoekt tenminste eenmaal per jaar een cultureel evenement en een erfgoedactiviteit, georganiseerd door het Kunstenplan Zaanstad (FluXus). Dit kan op school zijn, in de Verkadezaal van de muziekschool, in het Zaantheater, in een museum of in bioscoop. Er wordt gewerkt met een vierjarenplan zodat het aanbod voor de leerlingen heel gevarieerd is. Alle activiteiten worden in de klas voorbereid. 21 ste eeuws leren Het Ontwikkelingsgericht onderwijs op onze school heeft alle elementen in zich van het toekomst gericht leren. Het leren dat kinderen toerust om adequaat te kunnen handelen in een wereld die snel verandert. Vaardigheden als: samenwerken probleemoplossend kunnen denken en handelen ICT geletterdheid die het mogelijk maakt om te anticiperen op de ontwikkelingen creativiteit kritisch denken communicatie sociaal- en cultureel vaardig zijn maken standaard deel uit van ons thematisch onderwijs. 19

20 Octant digitaal De digitale omgeving van kinderen verandert snel. De digi borden, de computers en de toegang tot internet zijn belangrijke middelen in het onderwijs. Op Octant schenken we aandacht aan de gebieden begrip, gebruik, communicatie en strategie. De kinderen krijgen lessen waarin deze kennis en vaardigheden worden geleerd en verder ontwikkeld. Zo krijgen de leerlingen lessen Veilig internetten. Bewegingsonderwijs Op onze school vinden wij het belangrijk dat de kinderen voldoende en goed bewegingsonderwijs krijgen; een goede motorische ontwikkeling van een kind is immers een belangrijk element in de hele ontwikkeling van kinderen. De lessen bewegen voor de kleuters vinden plaats in het kleuterspeellokaal, de gymnastieklessen voor groep 3 t/m 8 worden gegeven in de gymzaal naast de school. De doelstelling is dat de kinderen tenminste één keer per week les krijgen van een vakleerkracht bewegingsonderwijs. Het gymrooster is te vinden op de jaarkalender. Gebruik van gymkleding en gymschoenen zijn verplicht. Na de gymlessen wordt er gedoucht. Omdat kleuters doorgaans hun eigen veters nog niet kunnen strikken, geven we er bij de deze kinderen de voorkeur aan dat zij gymschoenen met klittenband of elastiek dragen. Burgerschap Burgerschapsvorming is beschreven in onze visie en missie, is te zien in ons handelen en ons onderwijs waar onze levensbeschouwelijke identiteit gekoppeld is aan onze onderwijskundige. Actief burgerschap geven wij verder vorm door jaarlijks structureel te werken aan goede doelen en in onze thema s. Reshare en Jantje Beton Uit ideëel oogpunt doen wij mee aan de kledinginzameling van Reshare en de jaarlijkse actie Jantje Beton. De acties leveren ook voordeel op voor de kinderen van onze school. Het geld dat wij krijgen door de inzameling van kleding wordt gebruikt om de schoolbibliotheek en het documentatiecentrum aan te vullen. De inkomsten door deelname aan de actie Jantje Beton gebruiken wij om klein spelmateriaal aan te schaffen dat gebruikt kan worden tijdens het buitenspelen. 20

21 Lief- en leedhoekje Spelmateriaal dankzij actie Jantje Beton Bij vrolijke en verdrietige gebeurtenissen richten wij bij de entree van beide gebouwen een lief- en leedhoekje in. Muzieklessen en schoolkoor Het schoolkoor van Octant onder leiding van Paul Waerts,( dirigent en ouder van leerlingen op school) repeteert een keer in de week op woensdag na schooltijd. Alle kinderen kunnen hieraan meedoen. Het schoolkoor treedt op bij bijzondere gebeurtenissen en vieringen op school. Tevens is er jaarlijks een uitvoering. Paul Waerts geeft ook muzieklessen aan leerlingen in groep 4. 21

22 10. De resultaten van het onderwijs Toezicht op kwaliteit De Nederlandse overheid houdt via de onderwijsinspectie toezicht op de kwaliteit van het onderwijs op de scholen. In principe bezoekt een inspecteur van onderwijs een school één keer in de vier jaar. De rapportages kunt u vinden op In het schooljaar zal onze school worden bezocht. Uitstroomgegevens Leerweg/schooltype VWO HAVO/VWO HAVO VMBO/HAVO 2 VMBO theoretisch VMBO kaderberoepsgericht VMBO basisberoepsgericht, LWOO VMBO basisberoepsgericht OPDC Praktijkonderwijs De uitstroom naar het VO is conform of boven de verwachting gezien de populatie en de mogelijkheden van de leerlingen van Octant. De toelatingseisen voor het HAVO zijn de laatste jaren strenger geworden. Wij zien bij veel leerlingen dat het niveau van schoolvorderingen (CITO) hoger uitkomt dan op basis van de NIO (intelligentie toets in groep 8) te verwachten is. Een deel van de leerlingen stroomt hierdoor uit naar een hoger niveau van VO dan op basis van de NIO aangegeven wordt. Deze leerlingen houden dit hogere niveau in het algemeen vast. De schoolloopbaan in het VO laat over het algemeen zien dat de schooladviezen reëel zijn geweest. Leerling dossier Alle informatie over de leerling wordt in een leerling dossier verzameld. Ouders/verzorgers hebben recht op inzage in dit dossier. Dit is geregeld bij de wet. Wanneer u inzage wil, kunt u contact opnemen met de school. Leerlingvolgsysteem Leerlingen ontwikkelen zich binnen de thematische activiteiten. De leerkracht volgt binnen deze activiteiten de ontwikkeling van de leerlingen systematisch, gerelateerd aan de onderwijsbedoelingen. Voor zowel de planning van het onderwijsaanbod als voor de evaluatie van het ontwikkelingsverloop van de leerlingen wordt in de onderbouw gebruik gemaakt van het handelingsgerichte observatie- en registratie instrument Horeb. Het terugkijken op de activiteiten en de ontwikkeling van de leerlingen geeft de leerkracht aandachtspunten voor nieuwe activiteiten en ontwikkelingskansen. De notities in het kinderdagboek geven een goed beeld van het ontwikkelingsverloop van de leerling. In de bovenbouw werken de leerkrachten met een activiteitenboek en een logboek. Het kinderdagboek wordt alleen tot en met groep 4 gebruikt. De ontwikkeling van de leerlingen wordt in beeld gebracht door het registreren van de resultaten van eigen gemaakte en methodegebonden toetsen. Portfolio Wij vinden het belangrijk dat leerlingen ook zelf inzicht krijgen in wat zij geleerd hebben en dat zij zelf mede verantwoordelijk worden voor hun eigen ontwikkeling. Wij willen dit bereiken door te werken met tekstportfolio s. Leerlingen selecteren samen met de leerkracht werk dat hun ontwikkeling in beeld brengt. De leerkracht en/of leerling maakt aantekeningen bij dit portfoliowerk. Het werken met deze taalportfolio s is nog volop in ontwikkeling. Het taalportfolio zal op den duur aan het rapport worden toegevoegd. 22

23 Cito leerlingvolgsysteem Om de resultaten te spiegelen aan een landelijke norm, gebruiken wij een aantal toetsen van het Cito leerlingvolgsysteem. Wij nemen de volgende toetsen af: Rekenen voor kleuters (groep 2) Taal voor kleuters (groep 2) Drie Minuten Toets lezen (vanaf groep 3) Technisch lezen (groep 3 en 4) Leestechniek en tempo (vanaf groep 3) Begrijpend lezen (vanaf groep 3) Rekenen en Wiskunde (vanaf groep 3) Spelling (vanaf groep 3) De resultaten van deze CITO toetsen worden uitgedrukt in een letter: A (goed tot zeer goed) B (ruim voldoende tot goed) C (matig tot ruim voldoende) D (zwak tot matig) E (zeer zwak tot zwak) De resultaten van de toetsen worden digitaal verwerkt. De intern begeleider en de groepsleerkracht analyseren de toetsgegevens of deze overeenkomen met de verwachtingen en het aanbod. Samen kijken ze naar de mogelijke oorzaken van verschillen en bespreken ze welke extra ondersteuning en/of verrijking plaats kan vinden. Het overzicht van de Cito toetsen is voor ouders te bekijken in het ouderportaal. 23

24 11. Ondersteuning bij leren en participeren Als de ontwikkeling van een leerling stagneert of ons zorgen baart, ondernemen wij actie. In eerste instantie kijkt de leerkracht welke aanpak of extra ondersteuning hij de leerling binnen de groep en de activiteiten kan bieden. De leerkracht informeert de ouders en schrijft een handelingsplan. In een handelingsplan staan alle extra activiteiten en de gemaakte afspraken over een leerling vermeld. Als bij de evaluatie van het handelingsplan blijkt dat deze extra ondersteuning onvoldoende resultaat oplevert, bespreekt de leerkracht de leerling met de intern begeleider (IB-er) en de ouders. De IB-er en leerkracht maken indien nodig samen een nieuw handelingsplan. Het kan dan voorkomen dat er extra hulp aangeboden wordt buiten de groep en/of dat aan de ouders gevraagd wordt thuis met het kind te oefenen. Wanneer de zorgen na deze extra ondersteuning blijven, wordt de leerling opnieuw besproken met de IB-er en de ouders. Er wordt dan overwogen om een nader onderzoek te doen door de leerkracht of de IB-er. Extra ondersteuning op Octant Als leerlingen extra zorg nodig hebben, wordt dit in principe geboden binnen de eigen groep, door de eigen leerkracht. Er is maar heel beperkt tijd voor extra hulp buiten de groep. Wij kiezen ervoor om deze extra tijd voornamelijk te besteden aan lees hulp voor leerlingen uit groep 3 en groep 4. Kind bespreking Ook kan de leerling worden ingebracht in een kind bespreking. Dit is een bespreking met collega leerkrachten, waarin vanuit de gezamenlijke deskundigheid naar het kind wordt gekeken. Klein Zorgteam De intern begeleiders bespreken met elkaar de voortgang van de handelingsplannen in het klein zorgteam (KZT). Zij formuleren daar adviezen over het vervolg van de ondersteuning. Is nog meer deskundigheid noodzakelijk, dan kan de leerling worden besproken in het groot zorgteam (GZT) Het GZT bestaat uit de IB-ers, de directeur, een onderwijspsycholoog of pedagoog van de schoolbegeleidingsdienst (SBD), een schoolmaatschappelijk werker, een onderwijsconsulent van Agora en de verpleegkundige van Centrum Jong. Groot Zorgteam Leerlingen kunnen alleen in het groot zorgteam besproken worden na schriftelijke toestemming van de ouders. De leerkracht vult hiervoor een leerlingbespreekformulier in, waarin omschreven wordt waaruit het probleem bestaat en welke hulp er al geboden is en wat de hulpvraag is. Tijdens het GZT-overleg licht de leerkracht het probleem zelf toe. Ook ouders kunnen voor deelname worden uitgenodigd, zij hebben immers jarenlange ervaring met hun kind en hebben vaak belangrijke informatie. Voor de ontwikkeling van een kind is het van belang dat ouders en school op één lijn zitten. In het GZT worden de ervaren knelpunten geanalyseerd en wordt een advies geformuleerd over het vervolg. Soms is er nog meer informatie nodig en wordt er een afspraak met de ouders gemaakt door de schoolmaatschappelijk werkster voor een huisbezoek; of er wordt besloten een observatie of een gericht onderzoek te (laten) doen. Hierbij kan het gaan om een onderzoek op school of om een extern onderzoek door bijvoorbeeld de onderwijspsycholoog of -pedagoog van de schoolbegeleidingsdienst, door de schoolarts of de logopedist. Voor een extern onderzoek wordt de ouders om toestemming gevraagd. Met alle adviezen en met de informatie uit eventueel onderzoek hopen we het kind de juiste leeromgeving en leermiddelen te kunnen bieden. Lukt het binnen onze school niet, ook niet met behulp van externen om een in de vorm van een onderwijsarrangement een optimale situatie te creëren, dan wordt in overleg met de ouders gekeken welke ander school c.q. vorm van onderwijs binnen of buiten het samenwerkingsverband waar de stichting Agora onder valt, voor hun kind het meest geschikt is. Dit kan onderwijs op een school voor speciaal onderwijs. Om in aanmerking te komen voor een plek buiten het reguliere basisonderwijs beoordeeld een onafhankelijke commissie watde juiste onderwijsplek is. Vervolgens kan een beschikking worden afgegeven. De ouders schrijven dan vervolgens hun kind in 24

25 ZNAO In de Zaanstreek is het Zaans Netwerk voor Advies en Ondersteuning (ZNAO) opgericht. Het ZNAO is een centrale plaats waar scholen en ouders met complexe zorg- en verwijzingsvragen terecht kunnen voor advies en ondersteuning. Het ZNAO is ook het meldpunt waar scholen hun aanvraag voor een beschikking naartoe sturen. Het ZNAO screent het onderwijskundig rapport (OWR) op volledigheid, registreert de aanvraag en stuurt deze door naar de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), of een commissie voor indicatie (CVJ) De PCL beoordeelt of een beschikking kan worden afgeven voor speciaal basisonderwijs. De CVJ beoordeelt of een beschikking kan worden afgegeven voor speciaal onderwijs. Het komt wel eens voor dat ouders niet willen meewerken aan een onderzoek of dat ze het advies van het groot zorgteam om voor gespecialiseerd onderwijs te kiezen niet willen opvolgen. In beide gevallen kunnen wij als school een optimale ontwikkeling van uw kind niet garanderen. De leerling heeft dan meer zorg nodig dan wij kunnen bieden en/of die zorg is te gespecialiseerd. Passend Onderwijs Soms heeft een kind extra ondersteuning nodig in het leren en participeren. De schoolbesturen hebben m.i.v. 1 augustus 2014 bij de invoering van Passend Onderwijs zorgplicht voor alle kinderen die worden aangemeld bij één van haar scholen. Onze school heeft op 1 augustus 2013 een schoolondersteuningsprofiel. Hierin staat beschreven waartoe de school is toegerust in het kader van Passend Onderwijs en wat zij verder wil ontwikkelen. Op onze school is in principe is elk kind welkom. Wij verwachten van u als ouder/verzorger volledige openheid van zaken zodat we samen kunnen bepalen wat uw kind nodig heeft. Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte en de capaciteit van de school ( groepsgrootte, samenstelling van de groep, aanwezige expertise) zal dit op school, op school in samenwerking met externe professionals, een (tijdelijk) extern onderwijsarrangement of plaatsing op een school voor speciaal onderwijs zijn. Kinderen met een leerlinggebonden financiering De mogelijkheid om voor uw kind een leerlinggebonden financiering ( de zogenoemde rugzak ) aan te vragen wordt in de huidige vorm afgeschaft met de invoering van het Passend Onderwijs op 1 augustus De financiering die nodig is om het kind optimaal te kunnen begeleiden, wordt vervolgens ingezet volgens het beleid dat op het bestuurlijk niveau wordt bepaald. De leerlinggebonden financiering voor de kinderen die deze nog in de huidige vorm krijgen ( de rugzak ) ontvangen daarvoor extra begeleiding, ook kunnen materialen worden aangeschaft. De rol van de intern begeleider De intern begeleider (IBer) speelt dus een rol bij de extra ondersteuning van de leerlingen, maar ondersteunt de leerkracht ook met de zorg voor alle leerlingen. Door middel van gesprekken met de leerkracht en bezoeken aan de klas, wordt gekeken naar het onderwijs in de groep en hoe dit het beste kan worden afgestemd op de behoefte van de leerlingen. De IB-er onderhoudt ook contacten met externe professionals, zoals schoolmaatschappelijk werk, de schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts en instanties zoals Centrum Jong. Bovendien coördineert de IB-er de extra ondersteuning voor kinderen met een leerlinggebonden budget. Het is zijn/ haar taak om ontwikkelingen op onderwijskundig gebied bij te houden, zodat zij een echte vraagbaak is voor de leerkrachten die zij ondersteunt. Zij neemt deel aan diverse netwerkbijeenkomsten en studiedagen. De IB-er bespreekt regelmatig de extra ondersteuning met de directeur en maakt deel uit van het managementteam van de school. Onze school kent twee intern begeleiders; één voor de onder- en één voor de midden en bovenbouw. Begeleiding met behulp van de videocamera In de groepen worden regelmatig opnames gemaakt met een videocamera. Deze opnames worden gemaakt om leerkrachten te ondersteunen bij hun onderwijstaak en hen te helpen het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Hierbij kan het gaan om de zorg voor specifieke leerlingen, om het draaien van een klas of om specifieke vaardigheden binnen OGO. De opnames kunnen gemaakt worden door nascholers, ambulante begeleiders van buiten de school of IB-ers binnen de school. Deze opnames zijn voor gebruik binnen de school en worden alleen met toestemming van de desbetreffende leerkracht aan anderen vertoond. Soms wordt er een specifieke vorm van begeleiding met een videocamera (School Video Interactie Begeleiding- SVIB) ingezet. Dit wordt gedaan door de interne of externe begeleider met een specifieke opleiding. Voor de inzet van SVIB geldt ook een aparte beroepscode. De opnames worden alleen bekeken door de leerkracht en de 25