BVR vergunning & subsidie gezinsopvang

Transcriptie

1 BVR vergunning & subsidie gezinsopvang Aan de slag na 1 april 2014 donderdag 20 maart 2014 ICC Gent Inhoud 1. Personen werkzaam in de kinderopvang 3. Documenten dagelijkse werking 4. Samenwerkende onthaalouders 5. Subsidievoorwaarden 6. Voorrangsregels 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? 1

2 1. Personen werkzaam in de kinderopvang a. Documenten en attesten b. Kwalificatievoorwaarden c. Ratio kinderbegeleider d. Ratio verantwoordelijke 3 Pas aan bij: Invoegen / Koptekst en Voettekst Personen werkzaam in de kinderopvang a. Documenten en attesten Organisator Verantwoordelijke Kinderbegeleider Identiteitsbewijs Uittreksel strafregister Medisch attest Attest LRH Kwalificatiebewijs Attest kennis NL Attest kennismaken gezinsopvang Attest draagkracht 1 per locatie! enkel gezinsopvang Attest kennis financieel en organisatorisch beheer > 8 plaatsen, 1 persoon 2

3 a. Documenten en attesten Identiteitsbewijs Uittreksel strafregister Attest kennis financieel en organisatorisch beheer Organisator > 8 plaatsen, 1 persoon 1 persoon met kennis: Organisatorisch beheer vd KOlocatie Financieel beheer Opmaak ondernemingsplan (Syntra) (enkel voor nieuwe) Belangrijk: naam + geboortedatum (leeftijd) zichtbaar Organisator: natuurlijke persoon, persoon of personen die handelingsbekwaam zijn om de rechtspersoon te vertegenwoordigen Om de 3 j hernieuwen Model 2 Natuurlijk persoon: Model 2 Rechtspersoon: Uittreksel uit het Centraal strafregister op naam van de rechtspersoon (FOD justitie) In orde brengen tegen 1/4 (ook voor bestaande) a. Documenten en attesten Identiteitsbewijs Uittreksel strafregister Medisch attest Attest LRH Kwalificatiebewijs Attest kennis NL Verantwoordelijke Attest LRH bij kinderen Om de 3j hernieuwen Behaald bij start Model 2 in persoonlijke naam aanvragen bij gemeente of politie Om de 3j hernieuwen Model A zelf ondertekend Model B indien blijkt uit model A, opgemaakt door huisarts Of attest arbeidsgeneesheer (wjizigingbvr) Indien niet meer geldig of +3j oud luisteren en gesprekken voeren lezen en schrijven B2 B1 3

4 a. Documenten en attesten Identiteitsbewijs Uittreksel strafregister Medisch attest Attest LRH Kwalificatiebewijs Kinderbegeleider Verantwoordelijkheid van de organisator om te oordelen of iemand van onberispelijk gedrag is om met kinderen om te gaan of niet. De organisator kan hierbij wel advies vragen aan K&G. Attest kennis NL Attest kennismaken gezinsopvang Attest draagkracht 1 per locatie! enkel gezinsopvang Voor bestaande: enkel indien niet meer geldig of +3j Attest LRH bij kinderen Om de 3j hernieuwen Behaald bij start Waar bewaren? Organisator en kinderbegeleider (raadpleegbaar) a. Documenten en attesten Attest actieve kennis van het Nederlands Alleenwerkende onthaalouders luisteren en gesprekken voeren B1 B2 lezen en schrijven A2 B1 Samenwerkende onthaalouders (+8 kdn) 2015 vanaf 2017 * luisteren en gesprekken voeren B1 B1 lezen en schrijven A2 A2 * 1 van de 2 kbgl binnen 4j na start voorwaarde: andere kbgl geldig attest NL bij de dienst per kbgl zonder attest NL, minstens 3 VTE kbgl met attest NL aangesloten altijd een kbgl met dit attest aanwezig 4

5 1. Personen werkzaam in de kinderopvang b. Kwalificatievoorwaarden verantwoordelijke vanaf 1/4/14 kwalificatiebewijs vrijstelling: indien 3j ervaring overgang: indien gestart vóór 1/4/2015: 6j tijd Ministerieel Besluit kinderbegeleider Ministerieel Besluit vanaf 1/4/14 kwalificatiebewijs + module kennismaking met de gezinsopvang vrijstelling: indien 3j ervaring overgang: tot 1/4/ module werken in de gezinsopvang Module = startvoorwaarde (bij de aanvraag) indien kinderbegeleider aangesloten is vóór 1/3/14 en starten vóór 1/11/14, vallen zij onder oude regelgeving b. Kwalificatievoorwaarden Kinderbegeleider gezinsopvang overgangsmaatregelen Kinderbegeleiders (OO) Aangesloten vóór 1/3/2014 Starten vóór 1/11/2014 Kinderbegeleiders (OO) Sluit aan na 1/3/ jaar gewerkt (als OO) tussen 1/4/2009 en 1/4/2014? Gekwalificeerd? (zie MB) JA* NEEN JA NEEN 20u module kennismaken met de gezinsopvang vóór start * 20u module werken in de kinderopvang vóór start * OK Kwalificatie (zie MB) in orde tegen 1/4/2024 Afwijking aanvragen bij K&G: door de persoon zelf, K&G geeft attest 2014: Indien geen aanbod binnen provincie binnen 3 maand: vrijstelling (wijzigingbvr) 5

6 b. Kwalificatievoorwaarden samenwerkende onthaalouders Kinderbegeleiders (OO) Aangesloten vóór 1/3/2014 Starten vóór 1/11/2014 Kinderbegeleiders (OO) Sluit aan na 1/3/ jaar gewerkt (als OO) tussen 1/4/2009 en 1/4/2014? Gekwalificeerd? (zie MB) JA* NEEN JA NEEN Voor de start: modules?? OK Kwalificerend traject Kwalificatie (zie MB) in orde tegen 1/4/2024 Afwijking aanvragen bij K&G: door de persoon zelf, K&G geeft attest b. Kwalificatievoorwaarden Welke kwalificaties komen in aanmerking? kinderbegeleider Secundair onderwijs examencommissie, van de studierichting personenzorg, specialisatiejaar, en de onderliggende studierichting kinderverzorging volwassenonderwijs: * een certificaat kinderzorg, begeleider in de KO of kinderzorg/begeleider KO * een certificaat jeugd en gehandicaptenzorg beroepsonderwijs: een diploma van het 3 de jaar van de 3 de graad (= 7e jaar) van: kinderzorg, begeleider in KO of kinderzorg/begeleider in KO technisch onderwijs: een diploma van het 2 de jaar van de 3 de graad van: sociale en technische wetenschappen gezondheids en welzijnswetenschappen jeugd en gehandicaptenzorg deeltijds beroepssecundair onderwijs: begeleider in de KO 6

7 b. Kwalificatievoorwaarden Welke kwalificaties komen in aanmerking? kinderbegeleider Hoger beroepsonderwijs minstens 2/3 van graduaatsopleiding orthopedagogie gegradueerde in de verpleegkunde diploma gegradueerde socialagogisch werk Bachelor / hoger onderwijs van 1 cyclus diploma of 120 studiepunten/1 ste en 2 de jaar van: studiegebieden onderwijs, sociaalagogisch werk, gezondheidszorg, psychologie en pedagogische wetenschappen b. Kwalificatievoorwaarden Welke kwalificaties komen in aanmerking? kinderbegeleider Kwalificatiebewijzen behaald tot een bepaalde einddatum postgraduaat hogescholen (leidinggevende/verantwoordelijke in de KO) syntra (verantwoordelijke KO) bepaalde deelcertificaten CVO (zie overzicht) Indien voor 1/4 aan het werk: komen ook in aanmerking: diploma of certificaat hoger beroepsonderwijs en hoger onderwijs korte type voor sociale promotie (uitz. Lerarenopleiding en getuigschrift pedagogische bekwaamheid diploma van het hoger onderwijs (1 of meer cycli), bachelor of master 7

8 b. Kwalificatievoorwaarden Welke kwalificaties komen in aanmerking? verantwoordelijke Bachelor / hoger onderwijs diploma van: studiegebieden onderwijs, sociaalagogisch werk, gezondheidszorg, psychologie en pedagogische wetenschappen Indien voor 1/4 aan het werk: komen ook in aanmerking: diploma of certificaat hoger beroepsonderwijs en hoger onderwijs korte type voor sociale promotie (uitz. Lerarenopleiding en getuigschrift pedagogische bekwaamheid diploma van het hoger onderwijs (1 of meer cycli), bachelor of master c. Ratio kinderbegeleider Gezinsopvang maximaal 8 opvangplaatsen. = het aantal kinderen tegelijkertijd in de opvanglocatie aanwezig 1. opvangkinderen: tot en met de lagere school ALTIJD (ook vriendjes!) 2. eigen kinderen: t.e.m. kleuterschool: enkel indien aanwezig lagere school: tellen NOOIT mee kinderen die behoren tot het gezin van de onthaalouder Inspanning gevraagd: gemiddeld 4 kinderen tegelijk opvangen per aanwezige kinderbegeleider per kwartaal. 8

9 c. Ratio kinderbegeleider Groepsopvang Als 2 begeleiders aanwezig: maximaal 9 opvangplaatsen/ kinderbegeleider = het aantal kinderen gelijktijdig in de opvanglocatie aanwezig uitzondering: tijdens rust (max 2 uren) als 2 begeleiders aanwezig: maximum 14 kinderen/ begeleider Inspanning gevraagd: gemiddeld 7 kinderen tegelijk opvangen per aanwezige kinderbegeleider per kwartaal. d. Ratio verantwoordelijke De ratio die voorheen bestond, valt nu weg Goed om weten: VVSG werkt een document uit dat een richting geeft inzake personeelsinzet 9

10 Inhoud 1. Personen werkzaam in de kinderopvang 3. Documenten dagelijkse werking 4. Samenwerkende onthaalouders 5. Subsidievoorwaarden 6. Voorrangsregels 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? Hoe moet de infrastructuur van de kinderopvanglocatie er uit zien na 1 april 2014? a. Binnenruimtes en nettovloeroppervlakte b. Verschillende zones en hun uitrusting c. Inrichting d. Buitenspelmogelijkheid e. Brandveiligheid f. Huisdierenbeleid g. Aanwezigheid van telefoontoestel h. Actief, auditief en visueel toezicht 10

11 a. Binnenruimtes en nettovloeroppervlakte Binnenruimtes = afzonderlijke ruimtes gescheiden van elkaar door wanden van vloer tot plafond materiaal van de wand maakt niet zoveel uit verschuifbare wanden kunnen ook Welke binnenruimtes? leefruimte rustruimte (kinderen < 18 mnd) sanitaire ruimte Indien > 36 kinderen: circulatieruimte! OVERGANG van 3 jaar a. Binnenruimtes en nettovloeroppervlakte Nettovloeroppervlakte = vloeroppervlakte in leef en rustruimte; die gebruikt wordt voor spel, verzorging of rusten; meer bepaald de oppervlakte tussen de binnenmuren; met min. vrije hoogte van 2,20 m. bij schuin plafond: min. vrije hoogte van 1,80 m op voorwaarde dat hoogste punt 2,20 m bedraagt. bij ruimte met tussenverdiep: hoogte wordt doorgerekend tot het plafond Overgangsperiode van 3 jaar om te voldoen aan hoogte van de plafonds. 11

12 a. Binnenruimtes en nettovloeroppervlakte d Regelgeving: Nettovloeroppervlakte bedraagt min. 5m² per kinderopvangplaats in de leefruimte en rustruimte samen, waarvan min. 3 m² in de leefruimte. Wat moet in orde zijn vanaf 1 april 2014? totale oppervlakte van leefen rustruimte samen: min. 5 m² per kinderopvangplaats; geen aparte rustruimte? min. 5 m² per kinderopvangplaats in de leefruimte Overgangsperiode van 3 jaar om te voldoen aan min. 3 m² leefruimte per kinderopvangplaats a. Binnenruimtes en nettovloeroppervlakte Wat telt mee als nettovloeroppervlakte? Een tafel in de leefruimte waar kinderen kunnen aan spelen, verzorgd worden Een verzorgingstafel/hoek in de leefruimte Alle ruimte die wordt gebruikt voor spel, verzorging of rusten Meubilair dat gebruikt wordt in functie van de opvang 12

13 a. Binnenruimtes en nettovloeroppervlakte Wat telt niet mee als nettovloeroppervlakte? Ruimtes waarvan het plafond lager is dan 1,80 m. Vaste elementen zoals muren, schouwen, trappen Zones in de leefruimte waar niet gespeeld, verzorgd of gerust kan worden Zones in de rustruimte waar niet gerust kan worden Meubilair in de leefruimte waar geen speelgoed of verzorging in bewaard wordt Alle ruimtes die geen leef of rustruimte zijn b. Verschillende zones en hun uitrusting Zone = ruimte met een bepaalde functie hoeft niet noodzakelijk een afzonderlijke ruimte te zijn een zone kan zich situeren binnen een ruimte, bv. keukenzone Welke verschillende zones: Toegang Zone voor keukenactiviteit: Werkoppervlak: verplicht in elke keukenzone Wasbak met koud en warm stromend water: verplicht in elke keukenzone Koelkast: volstaat in één keukenzone Opwarmingstoestel: volstaat in één keukenzone 13

14 b. Verschillende zones en hun uitrusting Zone voor verzorging met minstens: verzorgingstafel en kussen wasbak met koud en warm stromend water bad of kinderbad opbergsysteem voor de persoonlijke spullen van de kinderen kindertoiletten of potjes Goed om weten: de uitrusting moet aangepast zijn aan het aantal vergunde plaatsen. bovenstaande elementen moeten aanwezig zijn, maar ze hoeven niet noodzakelijk bij elkaar te liggen c. Inrichting Licht natuurlijk daglicht min. 1 raam aanwezig in de buitenmuur van de leefruimte grootte raam bedraagt min. 1/12 van de totale nettovloeroppervlakte van de leefruimte Voorbeeld: 26 m² leefruimte / 12 = 2,17 m² glasopp. Overgangsperiode van 3 jaar om te voldoen aan de min. glasoppervlakte. 14

15 c. Inrichting Ventilatie Zowel in leef, rust als sanitaire ruimte Koolstofdioxineconcentratie < 1200 ppmm Temperatuur Geen specifieke norm Goed evenwicht zoeken tussen: Omgevingstemperatuur Bedmateriaal Kleding van de kinderen Circulatie Vrije circulatie moet mogelijk zijn aan min. 1 lange zijde van het kinderbed d. Buitenspelmogelijkheid Het aantal m² buitenruimte is niet regelgevend bepaald, maar buitenspelmogelijkheid is wel verplicht. Hou rekening met: voldoende vlot en veilig bereikbaar afgestemd op het aantal kinderen aangepast aan de leeftijd van de kinderen mogelijkheid tot vrij spel Aanbieden van georganiseerde buitenactiviteiten Veiligheid van het speelterrein Goed om weten: Enkel wandelen volstaat niet. Kinderen moeten echt kunnen spelen! 15

16 e. Brandveiligheid voor gezinsopvang mogelijkheid tot veilige evacuatie maatregelen brandpreventie EN risicoanalyse (2 jaarlijks) gebruiksklare telefoon aanwezigheidslijst kinderen (cfr. aanwezigheidsregister) e. Brandveiligheid voor samenwerkende onthaalouders (groepsopvang) EN brandveiligheidsattest brandweer A, B of C risicoanalyse gebruiksklare telefoon aanwezigheidslijst kinderen (cfr. aanwezigheidsregister) 16

17 f. Huisdierenbeleid Regelgeving: Dieren worden buiten het bereik van kinderen gehouden In de praktijk: Kinderen mogen dieren kunnen zien, maar er zelf niet bij kunnen. Onder toezicht kan een kind wel contact hebben mits de nodige hygiënische en veiligheidsmaatregelen genomen worden. g. Telefoontoestel moet gebruiksklaar zijn (GSM mag) moet in de locatie aanwezig zowel binnen als buiten hoorbaar moet beschikbaar zijn voor kinderbegeleider(s) 17

18 h. Actief, auditief en visueel toezicht Wat na 1 april? permanente begeleiding van de kinderen, ook gedurende spelmomenten actief auditief toezicht tijdens slaapmomenten, bv. via een babyfoon EN actief visueel toezicht; ga regelmatig kijken bij slapende kinderen Zorg voor een werkwijze, laat het niet aan het toeval over! Kinderen mogen nooit alleen gelaten worden in de locatie; principe: handelen als een goede huisvader Inhoud 1. Personen werkzaam in de kinderopvang 3. Documenten dagelijkse werking 4. Samenwerkende onthaalouders 5. Subsidievoorwaarden 6. Voorrangsregels 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? 18

19 3. Documenten dagelijkse werking Welke documenten moet je als organisator voorzien i.k.v. de dagelijkse werking? a. Huishoudelijk reglement b. Schriftelijke overeenkomst c. Actuele inlichtingenfiche d. Aanwezigheidsregister (nieuw!) 3. Documenten dagelijkse werking a. huishoudelijk reglement minimale bepalingen zijn gewijzigd (workshop ronde 3) door contracthouder (gezinnen) ondertekend voor ontvangst en kennisneming uiterlijk op het ogenblik van schriftelijke overeenkomst Goed om weten: modelbrief ouders VVSG b. schriftelijke overeenkomst minimale bepalingen liggen vast (workshop ronde 3) opvangplan maakt hier deel van uit overgangsperiode van 1 jaar voor beide documenten 19

20 3. Documenten dagelijkse werking c. inlichtingenfiche kind voor elk opgevangen kind min. volgende bepalingen: identificatiegegevens van het kind en het gezin bereikbaarheidsgegevens van het gezin en behandelende arts specifieke aandachtspunten onder meer over gezondheid en omgang met het kind vermelden van personen die kind mogen ophalen Systematisch ACTUALISEREN. Zorg voor een werkwijze. 3. Documenten dagelijkse werking d. aanwezigheidsregister (nieuw vanaf 1 april!) moet ter beschikking zijn op de opvanglocatie zelf registratie aankomst en vertrekuur (IN/UIT), tot op de minuut nauwkeurig registratie van de afgelopen twaalf maanden schriftelijke of elektronische bevestiging ouders Goed om weten: VVSG maakt werk van een modelformulier dat kan gebruikt worden door de onthaalouders. 20

21 Inhoud 1. Personen werkzaam in de kinderopvang 3. Documenten dagelijkse werking 4. Samenwerkende onthaalouders 5. subsidievoorwaarden 6. Voorrangsregels 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? 4. Samenwerkende onthaalouders Attest actieve kennis Nederlands = niveau kinderbegeleiders gezinsopvang: luisteren en gesprekken voeren: B1, lezen en schrijven: A2 overgangsperiode van 1 jaar voor groepsopvang overgangsperiode van 3 jaar voor gezinsopvang Attest draagkracht niet van toepassing voor de samenwerkende onthaalouders (Attest) Brandveiligheid specifieke brandveiligheidsvoorschriften: brandveiligheidsattest A, B of C (afgeleverd door de burgemeester) 21

22 4. Samenwerkende onthaalouders Infrastructuur Gezinsopvang: verklaring op eer organisator nieuwe groepsopvang: verslag positief advies toezichthouder Infrastructuur moet voldoen aan voorwaarden bijlage 2 BVR vergunningen Kwalificatie Niet: attest van de 2 modules vóór de start. Wel: vóór 1 april 2024 kwalificatiebewijs. Welk? ministerieel besluit. (idem kinderbegeleider) Subsidievoorwaarden één afzonderlijke subsidiegroep groepsopvang binnen een zorgregio (naast subsidiegroep gezinsopvang en groepsopvang KDV) Voorwaarden openingsdagen en uren gelden op niveau subsidiegroep (art 54). overgang : min. 180 openingsdagen / min. 9 openingsuren 4. Samenwerkende onthaalouders Ratio zie punt 1. Personen werkzaam in de kinderopvang Vergunde capaciteit kan niet groter zijn dan 18 plaatsen. ( art.65 BVR vergunningen) Voedselveiligheid bijkomende verplichtingen: gecontroleerd door inspecteurs FAVV. autocontrolegids voor de voedselveiligheid in de opvang van baby s en peuters De voorziening moet zich registreren, een toelating aanvragen en heffing betalen. Aanwezigheidsregister kinderbegeleiders Organisator zorgt voor: planning en registratie van de aanwezigheid van de kinderbegeleiders 22

23 Inhoud 1. Personen werkzaam in de kinderopvang 3. Documenten dagelijkse werking 4. Samenwerkende onthaalouders 5. Subsidievoorwaarden 6. Voorrangsregels 7. Subsidievoorwaarden 5. Subsidievoorwaarden Trap 1 basissubsidie Gezinsopvang Groepsopvang 220 openingsdagen 220 openingsdagen Gebruik Nederlands Overgangsperiode van 5 jaar voor taalvereiste Gebruik Nederlands Overgangsperiode van 5 jaar voor taalvereiste & kwalificerend traject Versoepeling op komst? Trap 2 inkomenstarief Gezinsopvang Groepsopvang 11 uren (tussen 6u20u) 11 uren (tussen 6u20u) 80% bezetting Overgangsperiode 70%, 75% & 80% 80% bezetting Overgangsperiode: 70%, 75% & 80% Versoepeling op komst? 23

24 5. Subsidievoorwaarden Bezetting De dienst is erkend voor 74 gesubsidieerde kinderopvangplaatsen gezinsopvang % = dagen % = dagen De dienst is erkend voor 15 gesubsidieerde kinderopvangplaatsen groepsopvang % = 2640 dagen 15 x 220 x 120% = 3960 dagen Openingsdagen Een samenwerkingsverband is maar 4 dagen per week open en neemt 5 weken verlof, gespreid over het kalenderjaar. 52 weken 5 = 47 weken 4 dagen x 47 = 188 dagen Inhoud 1. Personen werkzaam in de kinderopvang 3. Documenten dagelijkse werking 4. Samenwerkende onthaalouders 5. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? 6. Voorrangsregels 7. Subsidievoorwaarden 24

25 6. Voorrangsregels Waar en welke? Trap 2 De organisator geef voorrang aan bepaalde gezinnen: Absolute voorrang in kader van werksituatie Voorrang alleenstaanden Voorrang gezinnen met laag inkomen Voorrang pleegkinderen Voorrang broer of zus Eigen voorrangsregels kunnen nog steeds, maar wettelijke zijn prioritair! 6. Voorrangsregels 20% regel berekend over alle kinderopvanglocaties per subsidiegroep met inkomenstarief 20% op jaarbasis van àlle opgevangen kinderen uit gezinnen met minimum 2 kenmerken van voorrangregels of kinderen uit kwetsbare gezinnen Afwijken van absolute voorrang werksituatie indien 20% voorrangsgroepen niet is behaald Zo niet, inspanningen leveren om 20% te behalen Aantonen:???? 25

26 6. Voorrangsregels Voorbeeld: 1 plaats en 2 aanvragers: Gezin 1 = alleenstaande ouder die werkloos is en VDAB opleiding zal volgen om job te zoeken Gezin 2 = ouderpaar dat voor 2 de dochter opvang zoekt om uit werken te gaan Wie heeft voorrang? Gezin 1 Gezin 2 20% niet behaald 20% wel behaald 6. Voorrangsregels Label geven In overleg met softwarebedrijven Minimaal eerste 4 ifv voorrangsregels Afwachten referentiekader BVR Subsidiëring Opnamebeleid in HHR 26

27 Inhoud 1. Personen werkzaam in de kinderopvang 3. Documenten dagelijkse werking 4. Samenwerkende onthaalouders 5. Subsidievoorwaarden 6. Voorrangsregels 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? Subsidiëring gaat automatisch over en blijft met voorschotsysteem (per kwartaal & 95%) EGO Valt weg vanaf 01/04/ 14 Zie website Kind en Gezin 27

28 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? Registratie van opvangprestaties Maandelijks ipv per kwartaal Per opvanglocatie ipv dienstniveau Aan de hand van een elektronisch registratieformulier Wat precies? alle types aanwezigheden en afwezigheden per kind (obv kindcode) Begin en einduur/ dag hoeft niet, maar is handig ifv facturatie Maandelijks Per opvanglocaties Sturen naar Hierover volgt nog meer info vanuit Kind en Gezin en gebeurt in samenwerking met softwareontwikkelaars 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? Velden Voornaam en naam kind Aanvinken BO ja/neen = van zodra kind naar school gaat Aantal aanwezigheden Niet alleen gereserveerde, maar ook extra dagen! cfr dagdelen Aantal gerechtvaardigde afwezigheden (min. 18 dagen) cfr. dagdelen Aantal ongerechtvaardigde afwezigheden (min. 18 dagen) cfr. dagdelen 28

29 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? Registratieformulier Op eind maand toegestuurd vanuit Kind en Gezin en voor 10 de van volgende maand: naar Vergelijkbaar met zelfstandige sector 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? Nieuwe starters Als organisator vergunning voor opvanglocatie aanvragen als startvoorwaarden voldaan zijn Kind en Gezin kent vergunning toe. Procedure vergunning aanvragen: afwachten op procedure besluit Zie website Kind en Gezin: Aanvraag van een vergunning voor kinderopvang van baby's en peuters 29

30 7. Wat doorgeven aan Kind en Gezin en op welke termijn? VRAGEN? 30