SAMENVATTING MECHANICA (HERKANSING + TOETS 2) TIPSNTRICKSBIJTHIJS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SAMENVATTING MECHANICA (HERKANSING + TOETS 2) TIPSNTRICKSBIJTHIJS"

Transcriptie

1 SAMENVATTING MECHANICA (HERKANSING + TOETS 2) TIPSNTRICKSBIJTHIJS

2 Blok 1 (Vectoren en koppels) Krachten zijn vectoren, ze hebben een aangrijppunt, richting en grootte. Vectoren kun je opdelen in componenten (vaak in verticale en horizontale richting), maar door middel van een parallelogram kun je ze langs elke werklijn ontbinden. 2 krachten in tegengestelde richting kunnen een koppel zorgen, en daarmee een moment geven. (van F*a, eigenlijk neem je 1 van de twee krachten als draaipunt en kijk je welk moment de andere kracht hierop uitvoert. Dit is een basis voor het rekenen met momenten in gewapend beton! Het is mogelijk krachten te verplaatsen om het rekenen makkelijker te maken. Hoewel het voor de horizontale en verticale krachten niet uitmaakt waar je ze neerzet, verandert het moment wel (doordat je arm veranderd). Het verplaatsen van een kracht kan je dus doen als je daar ook meteen een koppel (of moment) bij stopt zodat er weer dezelfde situatie ontstaat. Er wordt eigenlijk altijd uitgegaan van een evenwichtsituatie die op elk punt geldt; Alle krachten opgeteld = 0 en alle momenten samen = 0 Vectoren ontbinden. Krachten verplaatsen en het koppel erbij plaatsen. Resultante uitrekenen. Rekenen aan krachten in evenwichtssituatie. Tipsntricks Schuine krachten wil je eigenlijk altijd ontbinden in de horizontale en verticale componenten door middel van cos en sin. Bij het ontbinden van een willekeurige vector x in twee vectoren q en p langs verschillende werklijnen kun je een stelsel maken; Pv + Qv = Xv ^ Px + Qx = Xx. Met behulp van cos en sin kun je meestal een link leggen tussen twee zijden van 1 component (Bv Pv = 0,5* 2*Px). Bij berekeningen met veel krachten kan je het handig vinden een pijl te zetten achter de kracht of achter het moment zodat je niet de richting vergeet. (Bv Bx = 10kN -> ) Dit gaat zeker op als je vaak + en foutjes maakt.

3 Blok 2 (Verbindingskrachten en evenwicht). De drie oplegreacties -Inklemming (geeft een horizontale kracht, verticale kracht en een inklemmingsmoment) -Scharnieroplegging (omdat het object op een scharnier ligt, kan het vrij draaien en voert het scharnier dus geen moment uit op de balk, maar wel een horizontale en verticale kracht). -Roloplegging, deze is aangegeven met een driehoek met rondjes eronder of een driehoek die boven een streepje zweeft. Deze oplegging geeft alleen een verticale kracht (of een kracht uit de punt van de driehoek) Ik ga er hierboven vanuit dat de opleggingen in standaardpositie staan, als de opleggingen onder een hoek staan moet je even logisch nadenken en snappen dat de verticale en horizontale componenten van die oplegreacties dan niet meer verticaal en horizontaal staan maar ook een hoek hebben. Er wordt tenzij anders gezegd uitgegaan van evenwicht. Snappen wat reactiekrachten zijn, en dat er altijd sprake is van actie en reactie (zo heb je in een touw spankracht, waarbij je trekkrachten op beide uiteinden hebt). Vergelijkingen opstellen van horizontaal, verticaal en momentevenwicht in een willekeurig punt (mocht richting een probleem zijn, gebruik die pijltjes!). Oplegreacties berekenen. Een willekeurig punt vrijmaken (zie episch plaatje). Punten vrijmaken is eigenlijk gebaseerd op het Figuur 1 Epische paintskillz besef dat élk punt in een constructie in evenwicht is (uitgangssituatie). In het voorbeeld in het plaatje kunnen we de krachten (dwarskracht,normaalkracht en buigend moment) in Q berekenen door een snede te maken of het punt vrij te maken. Hierna kunnen we de snede/het punt vanuit twee kanten bekijken. De snedekrachten in Q moeten voor het evenwicht zorgen. Stel we kijken naar het deel links van de snede (linkerschets) dan moeten de snedekrachten voor evenwicht zorgen. Aangezien er links van de snede alleen een oplegreactie is (naar boven gericht) moeten de dwarskracht in Q positief zijn en het moment in Q negatief zijn (controleer!). Je kan ook de situatie rechts van de snede bekijken, maar dan moet je onthouden dat de snedekrachten op het negatieve vlak staan, en dus met -1 vermenigvuldigd moeten worden. Qua grootte van de snedekrachten maakt het natuurlijk niets uit. In het onderste stukje van het plaatje even een reminder dat binnen in die balk gewoon constant krachten worden doorgegeven (actie=reactie), maar dat betekent niet dat ze niet aanwezig zijn! IN EEN SNEDE ZIJN LINKS EN RECHTS QUA GROOTTE GELIJK (anders geen evenwicht). Kies dan ook gewoon altijd de luie route en bekijk de makkelijkste kant van de snede (in plaatje de linkerkant).

4 Blok 3 (Systemen met scharnieren) De symbolen van een schematische weergave van een constructie (balk, scharnier, opleggingen). Een scharnier kan géén moment overbrengen (wat je eraan bevestigd kan immers ronddraaien), en het geeft krachten door alsof het onderdeel van een balk is. Het moment in een scharnier is altijd 0. Oplegreacties uitrekenen. Stelsels oplossen (mbv substitutie, stelsel of matrix). Al het voorgaande. Tipsntricks In een scharnier is het moment altijd 0. Vaak krijg je constructies waarbij je bijvoorbeeld 4 oplegreacties moet uitrekenen, terwijl je maar 3 vergelijkingen hebt. De momentstelling in een scharnier voegt dan een extra vergelijking toe. Die extra vergelijking is in sommige gevallen gewoon een oplegreactie. Zo is in het bovenste voorbeeld in het plaatje de oplegreactie in A uit te rekenen met behulp van moment in scharnier. Az*armopleg = F *armf Soms geeft de momentenwet in een scharnier een extra vergelijking. Zo zal voor een moment rechts van het scharnier in het onderste voorbeeld gelden Bz = Bx. Deze kan weer gebruikt worden in stelsels met de algemene evenwichtsvergelijkingen. Als je naar het hele systeem kijkt kun je scharnieren wegdenken en doen alsof ze een onderdeel van de balk zijn. Scharnieren zijn een ontzettend handige controlemogelijkheid, gebruik aan het eind van je berekening Ms = 0 om te kijken of je oplegreacties en andere krachten kloppen. Kijk goed naar de locatie van een scharnier, soms zijn ze aan een balk verbonden, en soms zijn ze in de balk. Als de scharnieren aan de balk verbonden zijn, dus eraan liggen gelden de scharnierwetten daar niet. Als je dit onduidelijk vind kun je de eerste opgave van de toets nog eens bekijken. Probeer aan het eind van je berekening nog eens al je antwoorden in te vullen in je eerste opgestelde vergelijkingen (bv 3 evenwichts voor geheel en 1 moment in scharnier). Als er eentje niet klopt weet je dat ergens een rekenfoutje is gemaakt of dat je vergelijking niet klopt. Let goed op dat je niet in een cirkel gaat rekenen (uitgaan van foute formule, met fout antwoord die formule invullen en dan denken dat het antwoord goed is omdat de controle klopt.

5 Blok 4 (Vakwerken) Vakwerken bestaan in hun geheel uit pendelstaven (een staaf met twee scharnieren aan de uiteinden). Door deze scharnierende verbinding kunnen pendelstaven alleen krachten overbrengen als de resultante van deze krachten door de staaf loopt. Dit komt erop neer dat je bij horizontale en verticale pendelstaven alleen horizontale en verticale krachten kan overbrengen. Schuine pendelstaven zullen, tenzij ze een 0 staaf zijn, ALTIJD voor een horizontale en verticale component zorgen. Het uitrekenen van staafkrachten kan zowel met behulp van de snedemethode als knooppuntmethode. Voor uitleg hoe je deze gebruikt moet je eventjes een filmpje kijken (of misschien een uitwerking van mij als ik hier wat voorbeeldopgaven bij ga doen). Snedemethode en knooppuntmethode. Blok 5 (Normaalkrachtvervorming) De snedemethode is in praktisch elk geval een snellere manier dan knooppuntenmethode. Probeer bij grotere vakwerken altijd eerst de 0staven aan te geven (versimpelt het rekenwerk). Goed opletten dat het ook echt 0staven moeten zijn (anders gaat het helemaal schief). Bij gebruik van de snedemethode snij je 3 staven door. Ga daarna in een punt zitten waar de werklijn van twee staven samenkomen. Als je keuze hebt uit meerdere punten, kies dan het liefst een punt waar ook een kracht of oplegreactie op staat, aangezien het moment dat deze uitvoeren dan 0 is, en je berekening simpeler is. Kies je knooppunt voor je momentsom bij snede goed uit, vaak kun je de berekening versimpelen door in een handig punt te gaan zitten. Maak voor jezelf een schets welke staven trek en druk zijn, liefst met pijltjes van de richting van deze krachten (druk drukt op de knooppunten, trek gaat ervan weg). Vaak helpt zo n schets bij controle of de richting van je krachten wel kloppen. Goed opletten: er is afgesproken dat we alle krachten als trek tekenen, en als ze druk zijn, dus deze schets is echt voor jezelf. Let goed op dat in een pendelstaaf de krachten op beide knooppunten werken (dus als er een trekkracht in staaf 1 zit, trekt staaf 1 aan beide knooppunten waar die mee verbonden is). De snedemethode die je leert bij dit blok gaat niet alleen op voor vakwerken, het komt vaak voor dat je een willekeurige snede moet maken en deze in evenwicht moet zijn met de rest binnen je wolk. Het tekenen van een snede/wolk is eigenlijk een stuk van je constructie vervangen door de staafkrachten. Aangezien een vakwerk uit pendelstaven bestaat zijn die staafkrachten alleen maar normaalkrachten, dus kan je eigenlijk een heel stuk van je vakwerk vervangen door drie

6 normaalkrachten. Let goed op het woord vervangen, je denkt alles buiten je wolk dus weg, maar de normaalkrachten die je hierdoor mee moet gaan rekenen in je vergelijkingen zijn dus de vervanging. De standaardformule voor normaalkrachtvervorming; rek = N Nl en dlengte = EA EA De theorie achter snedes en normaalkrachten. Normaalkrachten zijn reactiekrachten die voor evenwicht zorgen bij een snede. Vaak helpt het om een snede te bedenken die 1 micrometer van een uiteinde zit, en dan te kijken welke richting je normaalkracht op moet zijn voor evenwicht. Primitiveren Vergelijkingen opstellen voor N en qx. Tipsntricks De truc bij dit onderdeel is een goede basisfunctie die je een aantal keren primitiveert. Meestal is de normaalkracht niet constant, maar veranderd deze, in dat geval krijg je een N(x) functie. Soms is de EI of de A verschillend, deze moet je dan ook in je formules verwerken (bv je lengteverandering opdelen in twee stukken, waarbij je voor elk stuk de aparte EI gebruikt). Schrijf altijd je formule eerst in symbolen uit, en bouw deze net zo lang om tot je een vergelijking krijgt met gewenst antwoord = blabalbla. Het voordeel hiervan is dat minder snel door leesfouten verkeerde formules gaat opstellen, en aangezien je uiteindelijk maar 1 berekening maakt is er ook minder kans op rekenfouten. Vaak wordt gevraagd naar de uitrekking of krimp van de balk. Probeer hier realistisch te denken, als een balk van 1 meter 50 cm krimpt is er waarschijnlijk iets mis gegaan. Vul de formules voor de zekerheid in standaardwaarden in, dus in N,A in m², enz. Denk logisch na bij je krachten. Als het lijkt alsof de krachten die op het voorwerp werken je balk indrukken en je uit een antwoord komt waarbij die uitgetrokken wordt, of je N is positief (trek) heb je waarschijnlijk een foute formule voor N of qx opgesteld. Primitiveren kan ook met de GR. Maak altijd een schets met de krachten en de juiste richting, dit helpt enorm bij het opstellen voor de formule. Kijk voor de toets nog even het filmpje waar hij zo n formule opstelt, zo krijg je nog even in je hoofd hoe je dat deed. Vergeet het verband niet tussen vergelijkingen en hun afgeleide. De vormverandering is maximaal als N = 0 (N is afgeleide van uitrekking). Hier zit ook logica achter. Stel mijn N is constant, dan zou ik bij een balk van 1 meter 10x zo weinig lengteverandering hebben dan een balk van 10 meter. Aan de andere kant, stel mijn N is in het eerste deel van de balk positief (trek) wordt de balk hier uitgetrokken. Als N in het tweede deel van de balk negatief is wordt de balk weer ingedrukt, dus wordt de totale lengteverandering minder groot. (Stel eerste deel is uitrekking +10 mm, en tweede deel -2 mm, is mijn max uitrekking op +10, dus bij N is 0). Probeer, en dit geldt voor ELKE FORMULE, voor jezelf van elk van de factoren uit een formule te verklaren waarom ze zo staan, dit helpt bij begrip en gebruik van de formule in

7 plaats van alles dom in te vullen. Als voorbeeld, in dit geval geldt dat mijn rek hoger wordt bij hogere kracht (logisch met N). Als ik een sterk materiaal wil uitrekken gaat dit minder snel dan bij een zwak materiaal (logisch met E onder de deelstreep). Als ik een elastiek van 1 mm doorsnee wil uitrekken gaat dit makkelijker dan een elastiek van 1m doorsnee (logisch met A). Als mijn rek overal hetzelfde is (rek is in m/m) dan zal de lengteverandering lengte * (verandering lengte /lengte) zijn. Logisch ^.^

8 Blok 6 en 7 (QVM lijnen = BELANGRIJK) Het verband tussen de belasting (q), dwarskrachten (v) en momentenlijn (m) (primitieven en afgeleiden). Snedekrachten zorgen voor evenwicht met de rest van het systeem binnen je wolk, en vervangen het deel dat je wegdenkt met je snede. Ik kan dit niet hard genoeg benadrukken dus ik heb dit zowel dikgedrukt, onderstreept en schuin getypt. NIET VERGETEN. De QVM lijnen gaan over de krachten in de snede. Bij een oplegreactie van Az = -10 zal de Vlijn hier een sprong van +10 maken. Begrijpen dat binnen in de balk de momenten en krachten doorgegeven worden door elk stukje (moment niet als er een scharnier zit). Hoewel je in het hele systeem misschien momentenwet=0 hebt, kan midden in je balk een enorm groot moment zitten (die je dus niet op het eerste oog ziet). Begrijpen wat positief en negatief is. In de mechanica is beneden positief, dus alles naar beneden is positief. In je Vlijn geldt daarom ook, trappetje naar beneden = positief. Voor de tekens bij momenten kun je denken aan de smileys. Randvoowaarden in je lijnen. Dit is letterlijk de basis voor het tekenen van de lijnen, en als je ze eenmaal doorhebt kun je ze lekker achter elkaar doorpompen. Ik heb een pagina met allerlei randvoorwaarden getekend, er staan er ook een aantal in het filmpje. QVM lijnen tekenen. Als je het fijner vind kun je bij het tekenen van de Vlijn rechts beginnen. In dit geval kun je gewoon de richting v/d pijlen volgen, in plaats van te onthouden dat de snedekrachten voor evenwicht moeten zorgen. Probeer het maar bij een aantal Vlijnen. Onthoudt dat snedekrachten voor evenwicht zorgen, ze zijn dus tegengesteld aan het netto moment, verticale kracht en horizontale krachten binnen je wolk. Teken voor het tekenen van je lijnen de randvoorwaarden (bv op dit punt moet M 0 zijn, enz). In geval van een qlast over de gehele lengte van je balk zal je Vlijn altijd een Rc hebben van q, voor sommige vragen en ter controle is het misschien fijn om een formule op te stellen voor je Vlijn. Deze kan je later invoeren op je GR en controles uitvoeren (is je max V echt je max, is je V daar echt 0 enzovoort). De constantes zijn meestal oplegreacties links. Tenzij je te maken hebt met een inklemming (of een moment/koppel) op een uiteinde is je M aan het uiteinde eigenlijk altijd 0. Omdat QVM lijnen primitieven/afgeleiden zijn kun je Mmax uitrekenen met V=0. Goed onthouden, als je Q 0 is, en dit primitiveer je, krijg je toch een constante C1 (oplegreactie). Je Vlijn zal dus wel constant zijn, maar niet 0! Een heel handig trucje om snel te checken of je lijn kan kloppen is om je hand op het figuur met krachten te leggen, dan links van je hand te kijken naar de krachten en momenten, en te bedenken dat je snedekrachten (dus je lijnen) deze op moeten heffen. Probeer dit eens uit bij een aantal QVM lijnen in de icozblokken.

9 Blok 8 (Doorsnedegrootheden) Het nieuwe assenstelsel kennen. De x-as staat in de lengterichting van de balk, de z-as in de hoogterichting en de y-as in de breedterichting. Wat het statisch moment is (arm*oppervlakte). Deze kan onder andere gebruikt worden om het zwaartepunt te vinden. Een van de manieren om het zwaartepunt te vinden is beschreven in de volgende formule bij het figuur hier rechts. (0,5h1) (h1 b1) + (0,5h2 + h1) (h2 b2) z c = (b1 h1) + (b2 h2) Wat je hier eigenlijk doet is het statisch moment van beide elementen bij elkaar optellen en delen door te totale oppervlakte. Voordeel: geen primiteven/intergralen hier :D. Kennen en begrijpen van de algemene spanrekformule bij een moment: M z σ = Izz Omdat begrip van formules belangrijk is, hier weer logisch nadenken; Bij een groter moment zal de spanning hoger worden, als ik verder aan de buitekant van de balk ga zitten is hier meer vervorming (trek of druk) dus zal de spanning hoger zijn, en als ik een profiel heb die liever niet wilt vervormen, zoals een I-balk, zal hij minder snel verbuigen dan als ik een makkelijker te verbuigen materiaal heb (kleine Izz). Zwaartepunt berekenen en Izz berekenen. Het berekenen van Yc en Iyy gaat op precies dezelfde manier als je Zc en Izz, alleen dan beschouw je alle coordinaten langs de y-as. Het berekenen van Izz kan vaak makkelijker. Je kan bijvoorbeeld Izzhelestuk Izz stukje doen (geldt alleen als de zwaartepunten van alle elementen op dezelfde coordinaat liggen. In dit geval dus de (Ieigen van grote rechthoek Ieigen kleine rechthoek). Als het object bestaat uit meerdere elementen, of zodra je überhaupt gaat rekenen met meer dan 1 element voor je Izz, MOET je de z ²*A gebruiken. Vergeet niet dat z afstand zwaartepunt tot zwaartepunt element is, als deze op dezelfde z liggen valt je hele z ²A weg (jippie). Als je het fijn vind kan je de tabel van Snellink gebruiken om alle waardes overzichtelijk uit te rekenen. Let goed op de eenheden, Izz staat in mm^4, dus vul je waardes ook in mm in! Over het algemeen is het lastig in te schatten hoe groot je Izz moet zijn, maar je kunt hem eigenlijk altijd door 10^6 delen. Zorg dat je geen fouten meer maakt in Izz en zwaartepunt uitrekenen, dit is de basis voor latere berekeningen.

10 Blok 9 (Vormverandering door buiging) Het verband tussen q, V, M, k, Fi en w (primitieves en afgeleiden). Een beetje begrip hebben over verband tussen M en k (staat ook in je betoncementconstructieboekje). QMMlijnen kunnen tekenen. Primitiveren en het voorgaande. Controleer je formules met je rekenmachine of bedenk de vorm (als je functie C1x² is dan kan je lijn niet lineair zijn). De constantes in formules zijn vaak randvoorwaarden (oplegreacties). Bedenk voor het tekenen van de lijnen de randvoowaarden, schrijf deze op! -Inklemming; Inklemmingsmoment, GEEN hoekdraaiing en GEEN verplaatsing (erg handig, hier heb je al ¾ randvoorwaarden mee). -Scharnieroplegging; GEEN verplaatsing (en hoek aan rechterkant = -hoek aan linkerkant). -Uiteinde balk (vrij of op (rol)scharnierr); moment = 0. Let goed op de eenheden, vooral aangezien je met EI werkt. Je bouwt hier weer gewoon verder op de info die je al geleerd hebt.

11 Blok 10 (Buigspanningen) Begrijpen hoe buiging werkt, dus als een buik als een regenboog buigt, zal het materiaal aan de bovenkant uitrekken (trek) en aan de onderkant ingedrukt worden (druk). De formules van Me/I en Izz kennen. Spanning = N/A + Me/I Kunnen Eigenlijk al het voorgaande, dit is het samenvoegen van alles wat je tot nu toe geleerd hebt. Voor je begint kijk je naar het gevraagde gegeven. Meestal zit deze in een formule, of een onderdeel uit de formule (bv b uit Izz, of dat ze het grootste buigend moment willen). Buig de formule om zodat je het gegeven dat je als eindantwoord wilt apart hebt. Daarna schrijf je ergens naast, of in een blokje, de waardes die je vind voor de factoren in je nieuwe formule. Deze vul je tijdens je berekening aan, zodat je overzichtelijk hebt waar al je gegevens staan. Bereken altijd eerst de oplegreacties. Teken met deze waarden je q, v en mlijnen. Lees hier het maximum buigend moment vanaf (dit is het moment in de snede=snedekracht!). Bedenk voor jezelf hoe de balk op die locatie zou buigen onder invloed van de krachten (buig desnoods je potlood door ^.^ ). Hier kan je van afleiden waar de trek en drukspanningen zitten (tenzij ze naar de grootste buigspanning vragen, in dat geval maakt het niet uit). Haal hier het moment uit. Bereken het zwaartepunt en de Izz. Vul deze in je formule in en hoppaaaa. Goed opletten bij omrekening van N*mm naar knm, dit is een factor 10^6. Let altijd op bij je moment, zorg dat je alle krachten meeneemt die een moment uitvoeren, deze tel je gewoon bij het moment op. Als je tijd over hebt, controleer je antwoorden. Daarnaast kun je een beetje logisch inschatten hoe groot je spanning of je moment zal zijn. De spanningsgrafiek bestaat uit twee grafieken (een lineaire grafiek voor je N/A aangezien je N bijna altijd constant is) en een Me/I grafiek. Bij deze tweede moet je goed opletten of de doorsnede symmetrisch is, dan zal de Me/I ook symmetrisch zijn, anders moet je de uiterste waarden berekenen. De N/A grafiek (als N en A constant zijn) dan verschuift deze de Me/I grafiek naar links bij druk en naar rechts bij treknormaalkrachten. Schrijf altijd de formule spanning=n/a + Me/I uit, en bouw deze om zodat je het antwoord krijgt dat je wilt weten. Let op de eenheden. Controleer per antwoord of het een beetje reëel is (dus Izz moet idioot groot zijn, en je spanningen zullen meestal een antwoord tussen de 1-50 N/mm² zijn).

12 Blok 11 (Beton buigwapening) De logica achter de formules. Pak je boekkie en ga er eventjes voor zitten, want het enige wat je bij dit blok moet doen is zorgen dat je de formules snapt, waarna het gewoon invullen en aflezen wordt. De eerste formule bij buigwapening is Nc = Ns, let op, dit geldt als er geen normaalkracht is, maar het gaat hier om buiging en moment, dus de enige horizontale krachten zijn Nc en Ns. Als je staal 435N/mm² kan houden, en de totale oppervlakte van je wapeningsdoorsnee is 800 mm², dan is de maximale kracht die staal kan houden 435*800 (niet heel lastig). Nc is iets lastiger. Ik kan dit beter persoonlijk uitleggen, dus als je het wilt snappen moet je eventjes langskomen, maar in feite komt het erop neer dat het de inhoud van je betondrukzone is in je spaningsgrafiek. N/mm² * mm * mm = N = Nc. De alpha wordt gebruikt om de inhoud van je spanningsgrafiek uit te rekenen, dit is eigenlijk de coëfficient voor je Xu*Fcd. In geval van het standaardgrafiekje heb je dus een driehoek en een rechthoek, met beide dezelfde breedte (0,5 xu, of 1,75 en 3,5), dus dan is de coëfficient voor de oppervlakte 0,75. Voor parabolen en andere leuke figuurtjes kan je de formule voor de oppervlakte terugvinden in de vergeetmenietjes, hier kun je heel makkelijk je alpha en beta uithalen. Voor de beta ga ik even terug naar de koppels. Met een beetje inzicht zie je dat Nc en Ns samen een koppel zijn, en dus een moment uitvoeren. DIT MOMENT HEFT HET MOMENT DAT VOOR BUIGING ZORGT OP. HEUJJ. Hieruit volgt: Mu = Moment koppel = Nc * z = Ns * z. Zoals je weet is de z de afstand tussen de twee krachten. Voor de afstand van de bovenkant van de balk naar het zwaartepunt van Ns geldt d (afstand tot wapening). Voor de afstand tot het aangrijppunt van Nc geldt de afstand tot het zwaartepunt van je spanrekgrafiek. Als je deze uitrekent van het standaardfiguur (driehoekrechthoek) geldt dat deze afstand gelijk is aan 7/18 e * Xu. Voor de z geldt dan d = z beta*xu = z-7/18 * xu. De beta is dus de coëfficient voor de xu die de afstand tot het zwaartepunt v/d bovenkant van de balk aangeeft. Ook hier zijn waardes in de vergeetmenietjes te vinden.

13 Blok 12 (Schuifspanning) Algemene schuifspanningsfkijormules: Vz Sz Sx = Izz Rx = Sx x De schuifspanningen zijn over het algemeen maximaal in het midden van een profiel, waar de verbindingsbreedte het kleinst is. Oplegreacties berekenen. QVM lijnen tekenen (en hier je maximale Vz uit aflezen/afleiden). Izz berekenen. Formules ombouwen. In geval van een rechthoekige doorsnede met verbindingslijn in het midden is de Sx formule een stuk eenvoudiger te schrijven. Zo geldt het hiervoor de herleiding die hier boven staat. Bereken eerst de oplegreacties, en teken daarna de V-lijn. Bij vragen die over een maximum gaan moet je uitgaan van de maximum V, bij vragen die gaan over een verbinding die maximaal x kn kan houden is het slim te rekenen met Vgem (als je deze invult in de formules en rekent met Sxgem *x rolt er een goede R uit). Onthoudt dat als je een profiel opsplitst in meerdere elementen dat er naast Ieigen ook een z²a meegerekend moet worden. Het is handig om de tabel te gebruiken voor Izz (hier kan je heel makkelijk statisch moment Sz mee uitrekenen). Niet vergeten dat Izz een factor h³ in zich heeft, daarom geldt eigenlijk altijd Izz>Sz (goeie controle voor rekenfoutjes). Ordegrootte van antwoorden; Sx zit ongeveer tussen N/mm, Rx is ongeveer kn, aantal verbindingen is meestal <100. Hier geldt allemaal meestal bij, maar als je een Sx van 10 kn/mm hebt is er waarschijnlijk iets mis gegaan. Onthoudt dat je alle waardes in hun standaard invult, dus mm en N, N/mm enz. Handig stappenplan; schrijf eerst je te vinden waarde (rare t of je Sx uit in formules, en zoek daarna per onderdeel van die formule de waarde). Vb: Sx = Vz*Sz/Izz. Vz=3,5*10^3, Sz = z *A en Izz = 1/12*b*h³. Invullen geeft Sx = blablabla Met bovenstaande manier kan je ook vaak erachter komen wat je mist, of mogelijk formules wat fijner ombouwen zodat je minder hoeft te rekenen (soms kan je wat b of h wegstrepen).

14 Blok 13 (Beton: Dwarskrachtenwapening) De formules bij dwarskrachtenwapening; -ved = Ved/bd (Ved in N, b in mm, d in mm, ved in N/mm²) -Asw/s = ved*b/(fyd*0,9*cot0) De tabellen en waarom je ze gebruikt (hoofdstuk 7). Aflezen van tabellen, inschatten. Al het voorgaande. Dwarskrachtenwapening wordt gebruikt om de dwarskracht op te vangen. Logischerwijs geldt hoe meer beugels, hoe sterker de wapening en hoe groter de op te vangen dwarskracht is. Bedenk dat bij een qlast de Vlijn lineair is. Aangezien je beugels de dwarskracht opvangen, zou je in het midden van de balk dus minder wapening aanbrengen omdat de dwarskracht daar lager is. Probeer de vakwerkanalogie te begrijpen (ze vervangen beton eigenlijk door een vakwerk, zodat je snapt waar trek en druk optreden). Zorg dat je elke formule een keer leest zodat je hem begrijpt, want ze zijn de basis voor de tabellen. Zorg altijd dat je de goede eenheden kiest, Asw/s staat volgens de formule in mm²/mm, maar in de tabel in mm²/m.

15 Blok 14 (Scheurvorming, duurzaamheid, hoofdspanningen). Het principe dat als ik een elementje laat draaien, de spanningen op de vlakken veranderen, en dat er een moment komt waarbij 1 van de spanningen (schuifspanning) gelijk is aan 0. (Formules staan in ppt). De naamgeving van de verschillende spanningen op vlakjes (Bv sigmaxz ofzo). Theorie uit betonboekje over duurzaamheid, betondekking, verankering en scheuren Rekenen aan beton. Formules onthouden en invullen. Let op dat de fi in de hoofdspanningsformules gewoon in graden staat. Atan = tan -1 De hoofdspanningen zijn er als de schuifspanning gelijk is aan 0. Let zeer goed op en +, zeker bij de richting van de spanningen. Voor het rekenen met beton raad ik aan om gewoon nog een keertje alle behandelde hoofdstukken door te lopen en per formule te kijken of je hem begrijpt.

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Deze oefening heeft als doel vertrouwd te raken met het integreren van de diverse betrekkingen die er bestaan tussen de belasting en uiteindelijk de verplaatsing:

Nadere informatie

Module 4 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 4 Uitwerkingen van de opdrachten Module 4 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Analyse Constructie bestaat uit scharnierend aan elkaar verbonden staven, rust op twee scharnieropleggingen: r 4, s 11 en k 8. 2k 3 13 11, dus niet vormvast.

Nadere informatie

Basismechanica. Blok 2. Spanningen en vervormingen

Basismechanica. Blok 2. Spanningen en vervormingen Blok 2 2.01 Een doorsnede waarin de neutrale lijn (n.l.) zich op een afstand a onder de bovenrand bevindt. a = aa (mm) De coordinaat ez van het krachtpunt (in mm). 2 2.02 Uit twee aan elkaar gelaste U-profielen

Nadere informatie

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten Module Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 3 Inwendige krachten in lineaire constructiedelen Opdracht Statisch bepaalde constructie. Uitwendig evenwicht te bepalen met evenwichtsvoorwaarden. Daarna

Nadere informatie

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 2 Uitwerkingen van de opdrachten Module Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 3 Inwendige krachten in lineaire constructiedelen Opdracht Analyse Statisch bepaalde constructie. Uitwendig evenwicht te bepalen met evenwichtsvoorwaarden.

Nadere informatie

M-V-N-lijnen Nadruk op de differentiaalvergelijking. Hans Welleman 1

M-V-N-lijnen Nadruk op de differentiaalvergelijking. Hans Welleman 1 M-V-N-lijnen Nadruk op de differentiaalvergelijking Hans Welleman 1 Uitwendige krachten 50 kn 120 kn 98,49 kn 40 kn 40 kn 30 kn 90 kn 4,0 m 2,0 m 2,0 m werklijnen van de reactiekrachten Hans Welleman 2

Nadere informatie

UITWERKING. Tentamen SPM1360 : STATICA 24 maart Opgave 1. Onderdeel a) Zie boek. Onderdeel b)

UITWERKING. Tentamen SPM1360 : STATICA 24 maart Opgave 1. Onderdeel a) Zie boek. Onderdeel b) Opgave Onderdeel a) Zie boek. Onderdeel b) UITWERKING Evenwicht betekent een gesloten krachtenveelhoek en krachten die allen door één punt gaan. Met een krachten veelhoek kan R worden bepaald. ieronder

Nadere informatie

UITWERKING. Tentamen (TB 138) SPM1360 : STATICA 25 augustus Opgave 1. Onderdeel a)

UITWERKING. Tentamen (TB 138) SPM1360 : STATICA 25 augustus Opgave 1. Onderdeel a) Opgave Onderdeel a) UITWERKING a) onstructie I is vormvast en plaatsvast, constructie II is plaatsvast maar niet vormvast. ij deze constructie kan er een mechanisme ontstaan. onstructie III is plaatsvast

Nadere informatie

Projectopdracht Bovenloopkraan

Projectopdracht Bovenloopkraan Projectopdracht Bovenloopkraan De opdrachten: Om op een veilige, en verantwoorde manier te kunnen werken, moet er in een werkplaats een bovenloopkraan met een loopkat worden gemonteerd. Een loopkat is

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur Opleiding BSc iviele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: onstructiemechanica STUDIENUMMER : NM : UITWERKINGSFORMULIER Tentamen T1031 ONSTRUTIEMEHNI 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur Dit tentamen bestaat

Nadere informatie

I y y. 2 1 Aangezien er voor de rest geen andere krachtswerking is op de staaf, zijn alle overige spanningen nul.

I y y. 2 1 Aangezien er voor de rest geen andere krachtswerking is op de staaf, zijn alle overige spanningen nul. Oplossing deel 1 Staaf BC is een staaf tussen twee scharnierpunten, zonder dat er tussen de scharnierpunten een kracht ingrijpt. Bijgevolg ligt de kracht volgens BC en grijpt er in B enkel een verticale

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min)

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min) Opleiding Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NAAM : UITWERKINGSFORMULIER Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november 2014 09:00 12:00 uur (180 min)

Nadere informatie

NIETJE NIET VERWIJDEREN

NIETJE NIET VERWIJDEREN NIETJE NIET VERWIJDEREN Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen NAAM : Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMEchanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 21 pagina

Nadere informatie

Projectopdracht Bovenloopkraan

Projectopdracht Bovenloopkraan Projectopdracht Bovenloopkraan De opdrachten: Om op een veilige, en verantwoorde manier te kunnen werken, moet er in een werkplaats een bovenloopkraan met een loopkat worden gemonteerd. Een loopkat is

Nadere informatie

OPGAVE FORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min)

OPGAVE FORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min) Opleiding Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NAAM : OPGAVE FORMULIER Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november 2014 09:00 12:00 uur (180 min) Dit

Nadere informatie

Controle: Bekijk nu of aan het evenwicht wordt voldaan voor het deel BC, daarvoor zijn immers alle scharnierkracten bekend

Controle: Bekijk nu of aan het evenwicht wordt voldaan voor het deel BC, daarvoor zijn immers alle scharnierkracten bekend Hints/procedures voor het examen 4Q130 dd 25-11-99 ( Aan het einde van dit document staan antwoorden) Opgave 1 Beschouwing vooraf: De constructie bestaat uit twee delen; elk deel afzonderlijk vrijgemaakt

Nadere informatie

==== Technische Universiteit Delft ==== Vermeld rechts boven uw werk Instellingspakket Toegepaste Mechanica

==== Technische Universiteit Delft ==== Vermeld rechts boven uw werk Instellingspakket Toegepaste Mechanica ==== Technische Universiteit Delft ==== Vermeld rechts boven uw werk Instellingspakket Toegepaste Mechanica NM Tentamen STTIC STUDIENUMMER STUDIERICHTING ls de kandidaat niet voldoet aan de voorwaarden

Nadere informatie

Antwoordformulier CTB1310 Constructiemechanica 2 ~ ~ 5 ECTS ^^^^'^

Antwoordformulier CTB1310 Constructiemechanica 2 ~ ~ 5 ECTS ^^^^'^ Tentamen CTB 1310 Constructiemechanica 2 Antwoordformulier CTB1310 Constructiemechanica 2 ~ ~ 5 ECTS ^^^^'^ Maak alle opgaven op dit antwoordformulier. Lever dit formulier in. Kladpapier wordt niet ingenomen.

Nadere informatie

Statica & Sterkteleer 1. Statica en Sterkteleer: Voorkennis:

Statica & Sterkteleer 1. Statica en Sterkteleer: Voorkennis: Statica & Sterkteleer 1 Statica en Sterkteleer: Voorkennis: Statica & Sterkteleer 2 Statica & Sterkteleer 3 Stappenplan bij een krachtenveelhoek: Statica & Sterkteleer 4 F1 = 10 N F2 = 15 N F3 = 26 N F4

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min)

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CTB1110 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 3 november :00 12:00 uur (180 min) Opleiding Civiele Techniek Constructiemechanica ermeld op bladen van uw werk: STUDIEUMMER : oornaam AAM : Achternaam UITWERKIGSFORMULIER Tentamen CTB1110 COSTRUCTIEMECHAICA 1 3 november 014 09:00 1:00

Nadere informatie

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Analyse De constructie bestaat uit een drie keer geknikte staaf die bij A is ingeklemd en bij B in verticale richting is gesteund. De staafdelen waarvan

Nadere informatie

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 De in figuur 6.1 gegeven constructie heeft vier punten waar deze is ondersteund. A B C D Figuur 6.1 De onbekende oplegreacties zijn: Moment in punt

Nadere informatie

ANTWOORDFORMULIER. Tentamen CT / CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2012, 09:00 12:00 uur

ANTWOORDFORMULIER. Tentamen CT / CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2012, 09:00 12:00 uur Subfaculteit Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NAAM : ANTWOORDFORMULIER Tentamen CT1036-1 / CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2012, 09:00 12:00

Nadere informatie

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 2 Statisch onbepaald Opdracht 1 De in figuur 6.1 gegeven constructie heeft vier punten waar deze is ondersteund. Figuur 6.1 De onbekende oplegreacties

Nadere informatie

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling.

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling. Universiteit Twente Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Opleidingen Werktuigbouwkunde & Industrieel Ontwerpen Kenmerk: CTW.14/TM-5739 ONDERDEEL : Statica DATUM : 10 oktober 2014 TIJD : 14:00

Nadere informatie

OPGAVEN. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 5 november 2010, 09:00 12:00 uur

OPGAVEN. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 5 november 2010, 09:00 12:00 uur Subfaculteit iviele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: onstructiemechanica STUDIENUMMER : NM : OPGVEN Tentamen T1031 ONSTRUTIEMEHNI 1 5 november 2010, 09:00 12:00 uur Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven.

Nadere informatie

kinematisch en statisch (on) bepaaldheid Noodzakelijk aantal opleggingen, graad van statisch onbepaaldheid Hans Welleman 1

kinematisch en statisch (on) bepaaldheid Noodzakelijk aantal opleggingen, graad van statisch onbepaaldheid Hans Welleman 1 kinematisch en statisch (on) bepaaldheid Noodzakelijk aantal opleggingen, graad van statisch onbepaaldheid Hans Welleman 1 PLAATSVASTE STARRE LICHAMEN Rotatie Centrum Horizontale roloplegging Verticale

Nadere informatie

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling.

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling. Universiteit Twente Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Opleidingen Werktuigbouwkunde & Industrieel Ontwerpen Kenmerk: CTW.5/TM-5758 ONDERDEE : Statica DATUM : 4 november 5 TIJD : 8:45 :5

Nadere informatie

Module 3 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 3 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 2 Normaalspanningen Opdracht 1 a De trekkracht volgt uit: F t = A f s = (10 100) 25 = 25 000 N = 25 kn b De kracht kan als volgt worden bepaald: l F Δl

Nadere informatie

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Lees de opgave goed, zodat je precies weet wat er gevraagd wordt. Zoek naar grootheden en eenheden. Schrijf de gegevens die je nodig denkt te hebben overzichtelijk

Nadere informatie

Module 9 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 9 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module 9 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Zie voor de gevraagde begrippen de tekst van dit onderdeel. Opdracht 2 De vormfactor wordt bepaald door: W p W De weerstandmomenten van de gegeven doorsneden

Nadere informatie

Projectopdracht Bovenloopkraan

Projectopdracht Bovenloopkraan Projectopdracht Bovenloopkraan De opdrachten: Om op een veilige, en verantwoorde manier te kunnen werken, moet er in een werkplaats een bovenloopkraan met een loopkat worden gemonteerd. Een loopkat is

Nadere informatie

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie.

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMEchanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 5 pagina s excl voorblad 02-11-2015 van

Nadere informatie

Construerende Technische Wetenschappen

Construerende Technische Wetenschappen Faculteit: Opleiding: Construerende Technische Wetenschappen Civiele Techniek Tentamen Mechanica I Datum tentamen : 14-4-2009 Vakcode : 226014 Tijd : 3½ uur (09:00-12:30) Beoordeling: Aantal behaalde punten

Nadere informatie

CT2121 EXPERIMENT 1 ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE BUIGINGSTHEORIE FORMULIER 1: AFTEKENFORMULIER

CT2121 EXPERIMENT 1 ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE BUIGINGSTHEORIE FORMULIER 1: AFTEKENFORMULIER CT2121 EXPERIMENT 1 ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE BUIGINGSTHEORIE FORMULIER 1: AFTEKENFORMULIER Naam Studienummer LET OP: NA HET JUIST INVULLEN VAN DE VERPLAATSINGEN BIJ ONDERDEEL 4 KRIJG JE EEN

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Blz 64: Figuur De rondjes in de scharnierende ondersteuningen horen onder de doorgaande ligger te worden getekend.

Blz 64: Figuur De rondjes in de scharnierende ondersteuningen horen onder de doorgaande ligger te worden getekend. lgemene opmerking De zetter heeft bij de formuleopmaak in uitwerkingen veelal geen cursieve l gebruikt voor de lengte maar l. Dit is een storend probleem want hiermee is het onderscheid met het getal 1

Nadere informatie

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

1.1 Lineaire vergelijkingen [1] 1.1 Lineaire vergelijkingen [1] Voorbeeld: Los de vergelijking 4x + 3 = 2x + 11 op. Om deze vergelijking op te lossen moet nu een x gevonden worden zodat 4x + 3 gelijk wordt aan 2x + 11. = x kg = 1 kg

Nadere informatie

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie.

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMEchanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 18 pagina s excl voorblad 02-11-2015 van

Nadere informatie

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. NIETJE NIET LOSHALEN!!

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. NIETJE NIET LOSHALEN!! Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMechanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 5 pagina s excl voorblad 27-1-2017 van 09:00-12:00

Nadere informatie

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie.

Elk vermoeden van fraude wordt gemeld bij de examencommissie. Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Naam : Studienr : Schriftelijk tentamen CTB1110 ConstructieMechanica 1 Totaal aantal pagina s Datum en tijd Verantwoordelijk docent 20 pagina s excl voorblad

Nadere informatie

VAKWERKEN. Hans Welleman 1

VAKWERKEN. Hans Welleman 1 VAKWERKEN Hans Welleman 1 WAT IS EEN VAKWERK vormvaste constructie opgebouwd uit alleen pendelstaven Hans Welleman 2 STAAFAANDUIDINGEN Randstaven Bovenrand Onderrand dd sd Wandstaven Verticalen Diagonalen

Nadere informatie

UITWERKING MET ANTWOORDEN

UITWERKING MET ANTWOORDEN Tentamen T0 onstructieechanica Januari 0 UITWERKING ET ANTWOORDEN Opgave a) Drie rekstrookjes b) Onder hoeken van 45 graden c) Tussen 0,5l en 0,7l (basisgevallen van Euler) d) () : Nee de vergrotingsfactor

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031-CT CONSTRUCTIEMECHANICA 1 23 januari :00 12:00 uur

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031-CT CONSTRUCTIEMECHANICA 1 23 januari :00 12:00 uur Subfaculteit iviele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: onstructiemechanica STUIENUMMER : NM : UITWERKINGSFORMULIER Tentamen T101-T106-1 ONSTRUTIEMEHNI 1 2 januari 201 09:00 12:00 uur it tentamen bestaat

Nadere informatie

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen.

Deze stelling zegt dat je iedere rechthoekige driehoek kunt maken door drie vierkanten met de hoeken tegen elkaar aan te leggen. Meetkunde Inleiding We beginnen met het doorlezen van alle theorie uit hoofdstuk 3 van het boek. Daar staan een aantal algemene regels goed uitgelegd. Waar je nog wat extra uitleg over nodig hebt, is de

Nadere informatie

Module 1 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 1 Uitwerkingen van de opdrachten 1 kn Module 1 en van de opdrachten F R Opdracht 1 Bepaal de resultante in horizontale en verticale richting: F H 0 6 4 kn dus naar rechts F V 0 4 1 kn dus omhoog De resultante wordt m.b.v. de stelling

Nadere informatie

5.1 Lineaire formules [1]

5.1 Lineaire formules [1] 5.1 Lineaire formules [1] Voorbeeld : Teken de grafiek van y = 1½x - 3 Stap 1: Maak een tabel met twee coördinaten van deze lijn: x 0 2 y -3 0 Stap 2: Teken de twee punten en de grafiek: 1 5.1 Lineaire

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen

Nadere informatie

Productontwikkeling 3EM

Productontwikkeling 3EM Vragen Productontwikkeling 3EM Les 10 Sterkteleer (deel 2) Zijn er nog vragen over voorgaande lessen?? Paul Janssen 2 Inleiding Inleiding Sterkteberekening van liggers (en assen) Voorbeelden Berekening

Nadere informatie

CONSTRUCTIEMECHANICA 4. 2.8 Antwoorden

CONSTRUCTIEMECHANICA 4. 2.8 Antwoorden ONSTRUTEEHN 4.8 ntwoorden oorsnedegrootheden.1.1 a) met de oorsprong van het assenstelsel in punt : Z (00; 6,5) mm b) zz 9,1 x 10 8 mm 4 5, x 10 8 mm 4 z z 0 c) met behulp van de irkel van ohr: zz, x 10

Nadere informatie

Construerende Technische Wetenschappen

Construerende Technische Wetenschappen Faculteit: Opleiding: Construerende Technische Wetenschappen Civiele Techniek Oefententamen Module I Mechanica Datum tentamen : 14-1-2015 Vakcode : 201300043 Tijd : 3:00 uur (18:15-21:15) Studenten met

Nadere informatie

Hertentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA 4. 1 jul 2009, 09:00 12:00 uur

Hertentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA 4. 1 jul 2009, 09:00 12:00 uur Subfaculteit Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NAAM : Hertentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA 4 1 jul 009, 09:00 1:00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven.

Nadere informatie

S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. a) steunpuntreacties. massa balk m b = b * h * l * ρ GB = 0.5 * 0.5 * 10 * 2500 = 6250 kg

S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. a) steunpuntreacties. massa balk m b = b * h * l * ρ GB = 0.5 * 0.5 * 10 * 2500 = 6250 kg S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. Een gewapend-betonbalk ligt op planken met een grondoppervlak van 1000 x 50 mm². De volumemassa van gewapend beton is 500 kg/m³. Gevraagd : a) de steunpuntsreacties

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Hoofdstuk 1 : Krachten, spanningen en rekken Voorbeeld 1.1 (p. 11) Gegeven is een vakwerk met twee steunpunten A en B. Bereken de reactiekrachten/momenten

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde

Nadere informatie

OPGAVE FORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 4 november 2011, 09:00 12:00 uur

OPGAVE FORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 4 november 2011, 09:00 12:00 uur Subfaculteit iviele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: onstructiemechanica STUDIENUMMER : NM : OPGVE FORMULIER Tentamen T101 ONSTRUTIEMEHNI 1 4 november 2011, 09:00 12:00 uur Dit tentamen bestaat

Nadere informatie

Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA april 2012, 09:00 12:00 uur

Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA april 2012, 09:00 12:00 uur Subfaculteit Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NM : Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHNIC 4 16 april 01, 09:00 1:00 uur Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven.

Nadere informatie

TENTAMEN SPM1360 : STATICA. 6 april :00 17:00 uur. duur 180 minuten

TENTAMEN SPM1360 : STATICA. 6 april :00 17:00 uur. duur 180 minuten TENTMEN SPM1360 : STTI 6 april 2005 14:00 17:00 uur duur 180 minuten it tentamen bestaat uit 4 opgaven. Per opgave is een indicatie van de benodigde tijd weergegeven. Werk iedere opgave op een apart ruitjesblad

Nadere informatie

Vraag 1. F G = 18500 N F M = 1000 N k 1 = 100 kn/m k 2 = 77 kn/m

Vraag 1. F G = 18500 N F M = 1000 N k 1 = 100 kn/m k 2 = 77 kn/m Vraag 1 Beschouw onderstaande pickup truck met de afmetingen in mm zoals gegeven. F G is de massa van de wagen en bedraagt 18,5 kn. De volledige combinatie van wielen, banden en vering vooraan wordt voorgesteld

Nadere informatie

Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA april 2013, 09:00 12:00 uur

Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA april 2013, 09:00 12:00 uur Subfaculteit Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NAAM : Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA 4 15 april 013, 09:00 1:00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven.

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo

Practicum hoogtemeting 3 e klas havo/vwo Deel (benaderbaar object) Om de hoogte van een bepaald object te berekenen hebben we geleerd dat je dat kunt doen als je in staat bent om een rechthoekige driehoek te bedenken waarvan je één zijde kunt

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de

Nadere informatie

Oefenopgaven buiging, zwaartepunt berekenen, traagheidsmoment en weerstandsmoment berekenen.

Oefenopgaven buiging, zwaartepunt berekenen, traagheidsmoment en weerstandsmoment berekenen. Oefenopgaven Leerjaar 2 periode 4 1 Oefenopgaven buiging, zwaartepunt berekenen, traagheidsmoment en weerstandsmoment berekenen. Opdracht 1 buigende momentenlijn. Hoe groot is het inklemmoment. Opdracht

Nadere informatie

BEZWIJKBELASTING VAN RAAMWERKEN ^ BOVENGRENSBENADERING. Gevraagd: 6.3-1t/m 4 Als opgave 6.2, maar nu met F 1 ¼ 0 en F 2 ¼ F.

BEZWIJKBELASTING VAN RAAMWERKEN ^ BOVENGRENSBENADERING. Gevraagd: 6.3-1t/m 4 Als opgave 6.2, maar nu met F 1 ¼ 0 en F 2 ¼ F. 6.3 Vraagstukken Opmerking vooraf: Tenzij in de opgave anders is aangegeven hebben alle constructies overal hetzelfde volplastisch moment M p. 6.2-1 t/m 4 Gegeven vier portalen belast door een horizontale

Nadere informatie

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A Omtrek en oppervlakte (1) Werkblad 1 Van een rechthoek die mooi in het rooster past zijn lengte en breedte hele getallen. Lengte en breedte zijn samen gelijk

Nadere informatie

Statica en Sterkteleer: Voorkennis:

Statica en Sterkteleer: Voorkennis: Statica en Sterkteleer: Voorkennis: Stappenplan bij een krachtenveelhoek: F1 = 10 N F2 = 15 N F3 = 26 N F4 = 13 N Oplossing: Kracht in N Hoek in Horizontale Verticale Fr graden F1 = 10 30 10 * cos(30)

Nadere informatie

Mechanica Evenwicht Vraagstukken

Mechanica Evenwicht Vraagstukken Mechanica Evenwicht Vraagstukken Coenraad Hartsuijker Meer informatie over deze en andere uitgaven vindt u op www.academicservice.nl. 1999, 2015 C. Hartsuijker Academic Service is een imprint van Boom

Nadere informatie

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1 krachten Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

Tentamen CT3109 ConstructieMechanica 4 16 april 2012 ANTWOORDEN

Tentamen CT3109 ConstructieMechanica 4 16 april 2012 ANTWOORDEN Opgave ANTWOORDEN Hier geen complete antwoorden op de theorie, slechts hints om je aan te etten om echt in de theorie te duiken in de voorbereiding op het komende tentamen. a) Zie lesmateriaal. Uitleg

Nadere informatie

Mechanica, deel 2. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Mechanica, deel 2. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Mechanica, deel Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven Academiejaar 010-011 Voorwoord Dit is een verzameling van opgeloste oefeningen van vorige jaren die ik heb

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2). HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen: 1) Haakjes wegwerken 2) Vermenigvuldigen en delen van links naar rechts 3) Optellen en aftrekken van links naar rechts Schrijf ALLE stappen ONDER

Nadere informatie

CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 INHOUD

CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 INHOUD CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 ARCHITECTURALE EN BINNENHUISKUNST 25 lesuren, 2009-2010 Bart Wuytens INHOUD DEEL 1: HOEKEN EN AFSTANDEN Hoofdstuk 1: hoeken en afstanden in rechthoekige

Nadere informatie

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf Checklist 3 HAVO wiskunde klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf 1. Hoofdstuk 1 - lineaire problemen Ik weet dat de formule y = a x + b hoort bij de grafiek hiernaast. Ik kan bij een lineaire formule de

Nadere informatie

vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode

vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,

Nadere informatie

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB Deel 3 havo De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof van tien hoofdstukken door te werken, eventueel met de verkorte

Nadere informatie

RFEM Nederland Postbus 22 6865 ZG DOORWERTH

RFEM Nederland Postbus 22 6865 ZG DOORWERTH Pagina: 1/12 CONSTRUCTIE INHOUD INHOUD Constructie 1 Graf. Staven - Snedekrachten, Beeld, -Y, 6 1.3 Materialen 1 qp (M-y) 6 1.7 Knoopondersteuningen 1 Graf. Staven - Snedekrachten, Beeld, -Y, 7 1.13 Doorsnedes

Nadere informatie

Lineaire formules.

Lineaire formules. www.betales.nl In de wiskunde horen bij grafieken bepaalde formules waarmee deze grafiek getekend kan worden. Lineaire formules zijn formules die in een grafiek een reeks van punten oplevert die op een

Nadere informatie

CTB3330 : ConstructieMechanica 4

CTB3330 : ConstructieMechanica 4 CTB3330 COLLEGE 13 CTB3330 : Constructieechanica 4 13-14 Niet-smmetrische en/of inhomogene doorsneden Inleiding lgemene theorie voor etensie en buiging Niet-smmetrische doorsneden Voorbeelden kromming

Nadere informatie

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax 00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten

Nadere informatie

Constructief Ontwerpen met Materialen B 7P118 KOLOM- BEREKENING

Constructief Ontwerpen met Materialen B 7P118 KOLOM- BEREKENING KOLOM- BEREKENING We onderscheiden 3 soorten constructies: 1. Geschoorde constructies (pendelstaven) Com B 2. Schorende constructies (schijven, kernen) Beton 2 3. Ongeschoorde constructies (raamwerken

Nadere informatie

Uitgebreide uitwerkingen deeltentamen A; 4Q134 dd

Uitgebreide uitwerkingen deeltentamen A; 4Q134 dd 1 Uitgebreide uitwerkingen deeltentamen A; 4Q134 dd 99-10-04 N.B.Het werken in symbolen is noodzakelijk voor het beoordelen van (tussen-)resultaten. Na het bereiken van een antwoord in symbolen is het

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden

Nadere informatie

Checklist Wiskunde B HAVO HML

Checklist Wiskunde B HAVO HML Checklist Wiskunde B HAVO 4 2014-2015 HML 1 Hoofdstuk 1 Lineaire vergelijkingen en lineaire ongelijkheden oplossen. Wanneer klapt het teken om? Haakjes en breuken wegwerken. Ontbinden in factoren: x buiten

Nadere informatie