GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN"

Transcriptie

1 GEMEENTE WETTEREN GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN DEFINITIEF PLAN (augustus 2005) OPDRACHTGEVER: GEMEENTEBESTUUR WETTEREN MENS EN RUIMTE N.V. Studiegroep voor ruimtelijke, ecologische en sociale planning. Waterloolaan Brussel 02/ / Brussel, augustus 2005 projectnummer: 5057_MM

2

3 INHOUD INHOUD 1. INLEIDING VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER DECREET VAN 5 APRIL 1995 BETREFFENDE DE ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE MILIEUBELEID (DABM) MINA- PLAN PROVINCIAAL MILIEUBELEIDSPLAN OOST-VLAANDEREN ( ) PLAATS EN FUNCTIE VAN DE GEMEENTE IN HET MILIEUBELEID TAKEN VAN DE GEMEENTE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN DE WERKPROCEDURE OPBOUW EN STRUCTUUR VAN HET BELEIDSPLAN SITUERING VAN DE GEMEENTE EN ACCENTEN VAN HET MILIEUBELEID BIJZONDER KARAKTER VAN WETTEREN GLOBALE EVALUATIE EN ACCENTEN VAN HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID VANDAAG THEMATISCH BELEID AFVALSTOFFEN EN VERANTWOORD PRODUCTGEBRUIK THEMABESCHRIJVING MILIEUVERANTWOORD PRODUCTGEBRUIK HET GEMEENTELIJK AFVALBELEID VANDAAG KNELPUNTEN EN OVERWEGINGEN VISIE EN DOELSTELLINGEN MOGELIJKE ACTIES INTEGRAAL WATERBELEID THEMABESCHRIJVING WATERBELEID VANDAAG BIJZONDERE KNELPUNTEN VISIE EN DOELSTELLINGEN MOGELIJKE ACTIES NATUUR, LANDSCHAP, BOS EN GROEN THEMABESCHRIJVING NATUURLIJKE ENTITEITEN VANDAAG...57 MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren I

4 INHOUD KNELPUNTEN EN OVERWEGINGEN VISIE EN DOELSTELLINGEN MOGELIJKE ACTIES HINDER THEMABESCHRIJVING MILIEUHINDER VANDAAG KNELPUNTEN EN OVERWEGINGEN VISIE EN DOELSTELLINGEN MOGELIJKE ACTIES MOBILITEIT THEMABESCHRIJVING MOBILITEIT VANDAAG BIJZONDERE KNELPUNTEN EN OVERWEGINGEN VISIE EN DOELSTELLINGEN MOGELIJKE ACTIES ENERGIEZORG THEMABESCHRIJVING ENERGIEZORG VANDAAG BIJZONDERE KNELPUNTEN VISIE EN DOELSTELLINGEN MOGELIJKE ACTIES ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID SITUERING DE ORGANISATIE EN DE WERKING VANDAAG HUIDIGE WERKING VAN DE UITVOERENDE GEMEENTELIJKE DIENSTEN ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR (DE MINA-RAAD) SAMENWERKINGSVERBANDEN VAN WETTEREN BIJZONDERE KNELPUNTEN VISIE EN DOELSTELLINGEN MOGELIJKE ACTIES PROJECTEN VOOR DE KOMENDE VIJF JAAR PROJECT 1: ORGANISATIE EN DIENSTVERLENING PROJECT 2: PROPER WETTEREN PROJECT 3: NATUUR EN GROEN NAAR HET CENTRUM PROJECT 4: CREËREN EN BEHOUDEN VAN (NATUUR)VERBINDINGSGEBIEDEN MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren II

5 INHOUD PROJECT 5: NATUURINRICHTINGSPLAN DE HAM PROJECT 6: LOKALE MILIEUHINDER VERMINDEREN PROJECT 7: ENERGIEZORG EN RATIONEEL WATERGEBRUIK PROJECT 8: TRAGE WEGEN PROJECT 9: NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE IN WETTEREN MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren III

6 AFKORTINGEN AFKORTINGEN AMINAL: administratie milieu-, natuur-, land- en waterbeheer van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap Caplo: centraal aanspreekpunt voor de lokale overheden (Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, AMINAL) DuLo-waterplan: een beleidsplan voor duurzaam lokaal waterbeleid, opgemaakt in het kader van de deelbekkenwerking FSC-hout: hout en houtproducten uit bossen die op een ecologisch en sociaal verantwoorde manier worden beheerd krijgen een label van de Forest Stewardship Council, een internationale vereniging die wereldwijd het bosbeheer wil verbeteren (vandaar ook FSC- gelabeld hout ) GNOP: gemeentelijk natuurontwikkelingsplan GRS: gemeentelijk ruimtelijk structuurplan IBA: individuele behandeling van afvalwater IMZ: interne milieuzorg (binnen de gemeentediensten) IMZS: intern milieuzorgsysteem KWZI: kleinschalige waterzuiveringsinstallatie MBP: (gemeentelijk) milieubeleidsplan; voor het provinciaal milieubeleidsplan van Oost-Vlaanderen ( ) wordt de afkorting PMBP gebruikt Mina-Plan3: Vlaams milieubeleidsplan MJP: milieujaarprogramma; rapportering over het gemeentelijk milieubeleid van het voorbije jaar en planning van de uitvoering in het lopende jaar; er wordt veel nadruk gelegd op het luik acties MKROS: milieuklachtenregistratie- en opvolgingssysteem (deel van MMIS) MMIS: Gewestelijk Milieu Management Informatiesysteem, bestaande uit vier databanken die in het kader van de samenwerkingsovereenkomst ter beschikking worden gesteld van de gemeenten: MILO, Natuurvergunningenloket, de gewestelijke Rioleringsdatabank en MKROS MOS: Milieuzorg op School, een initiatief van de provincie Oost-Vlaanderen NME: natuur- en milieueducatie OVAM: Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest PRSP provinciaal ruimtelijk structuurplan REG: rationeel energieverbruik RUP: ruimtelijk uitvoeringsplan RWZI: rioolwaterzuiveringsinstallatie SO: de Samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar Duurzame ontwikkeling, tussen de Vlaamse overheid en de provincies en gemeenten; de tweede fase bestrijkt de periode VEN: Vlaams Ecologisch Netwerk VLACO: Vlaamse Compostorganisatie vzw VLM: Vlaamse Landmaatschappij VMM: Vlaamse Milieumaatschappij MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren IV

7 WERKGROEP WERKGROEP Samenstelling van de ambtelijke werkgroep die de opmaak van het milieubeleidsplan begeleid heeft: voor de opdrachtgever, het gemeentebestuur van Wetteren: de heer Piet Van Heddeghem, schepen van mobiliteit, leefmilieu, ontwikkelingssamenwerking, jongerenbeleid en communicatie mevrouw Kristel Spruyt, milieuambtenaar, dienst leefmilieu mevrouw Martien Rooze, diensthoofd mobiliteit en ruimtelijke ordening mevrouw Agnes Bellemans, NME-medewerker, dienst leefmilieu mevrouw Benedicte Vispoel, administratief medewerker, dienst leefmilieu de heer Luc Pluym, energiecoördinator van de gemeente de heer Lucien De Geest, voorzitter van de gemeentelijke MiNa-raad de heer William Vandenberghe, lid van de MiNa-raad, voor de polder van Belham de heer Noël Backx, commissaris politiezone Wetteren Laarne Wichelen lid van de gemeentelijke MiNa-raad voor Mens en Ruimte N.V. (studiebureau): Ward Vervoort, projectleider Jessica Doms, Wim Verhaegen, projectmedewerkers MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren V

8 INLEIDING 1. INLEIDING Het decreet van 5 april 1995 betreffende de algemene bepalingen inzake milieubeleid geeft een decretaal kader voor de milieuplanning in Vlaanderen. Die milieuplanning omvat het tweejaarlijks opmaken van een milieurapport, het vijfjaarlijks opstellen van een milieubeleidsplan en het jaarlijks opstellen van een milieujaarprogramma. Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 2002 verplicht intussen ook milieubeleidsplanning op gemeentelijk vlak. Het gemeentelijk milieubeleidsplan moet uiterlijk 1 jaar na vaststelling van het Provinciaal Milieubeleidsplan Oost-Vlaanderen worden vastgesteld. Milieuplanning bij lokale besturen is dus (voorlopig), op decretaal vlak, alleen beperkt tot het opstellen van een milieubeleidsplan. Van de andere kant engageren de lokale besturen zich al geruime tijd, eerst via de milieuconvenanten, op dit ogenblik via de Samenwerkingsovereenkomst 'Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling', tot het jaarlijks opstellen van een milieujaarprogramma. Een gemeentelijk milieubeleidsplan heeft de bescherming en het beheer van het milieu op het grondgebied van de gemeente tot doel. Daarnaast geeft het MBP nadere uitwerking aan het gewestelijk en provinciale milieubeleidsplan. Een MBP kan dit plan aanvullen binnen de perken van de gemeentelijke bevoegdheden, maar mag niet afwijken van de bindende bepalingen van het gewestelijk en provinciaal milieubeleidsplan. De bepalingen van een definitief MBP zijn indicatief, behoudens de bepalingen die door de gemeenteraad als bindend zijn aangeduid. De als bindend aangeduide bepalingen van een MBP zijn vervolgens bindend voor de gemeenten op haar grondgebied en voor de instellingen die eronder ressorteren (dus niet voor de burger). In dit milieubeleidsplan wordt, in navolging van de provincie, projectmatig gewerkt (structurele opbouw). Alle projecten worden als bindend aangeduid. Ter verduidelijking: enkel de globale projectdoelstellingen en de subdoelstellingen zijn bindend; het lagere niveau, bijvoorbeeld de lijst van mogelijke acties, is niet bindend. Ter uitvoering van een MBP dient jaarlijks een milieujaarprogramma vastgesteld te worden waarin zal aangegeven worden welke acties in dat jaar uitgevoerd worden en welke financiële middelen hiertoe vrijgemaakt zullen worden. Het gemeentelijke MBP wordt opgemaakt voor de periode maar de beleidsvisie wordt ook voor de langere termijn uitgewerkt. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

9 VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER 2. VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER 2.1. DECREET VAN 5 APRIL 1995 BETREFFENDE DE ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE MILIEUBELEID (DABM) Het decreet formuleert dat het milieubeleid ten behoeve van de huidige en toekomstige generaties tot doel heeft: 1 het beheer van het milieu door de duurzame aanwending van de grondstoffen en de natuur; 2 de bescherming, tegen verontreiniging en onttrekking, van mens en milieu, en in het bijzonder van de ecosystemen die van belang zijn voor de werking van de biosfeer en die betrekking hebben op de voedselvoorziening, de gezondheid en de andere aspecten van het menselijk leven; 3 het natuurbehoud en de bevordering van de biologische en landschappelijke diversiteit, met name door de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke habitats, ecosystemen en landschappen met ecologische waarde en het behoud van de wilde soorten, in het bijzonder van die welke bedreigd, kwetsbaar, zeldzaam of endemisch zijn. Op basis van een afweging van de verschillende maatschappelijke activiteiten streeft het Vlaamse milieubeleid naar een hoog beschermingsniveau. Het steunt daarbij onder meer op volgende beginselen: het voorzorgsbeginsel; het beginsel van preventief handelen; het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron moeten worden bestreden; het standstill-beginsel. Deze principes vormen ook voor de opmaak van het gemeentelijk milieubeleidsplan voor Wetteren de basis. Het kader voor de milieuplanning in Vlaanderen wordt vastgelegd in het decreet. Die milieuplanning omvat het tweejaarlijks opmaken van een milieurapport, het vijfjaarlijks opstellen van een milieubeleidsplan en het jaarlijks opstellen van een milieujaarprogramma. Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 2002 verplicht intussen ook milieubeleidsplanning op gemeentelijk vlak. In het decreet worden tevens de procedure voor de opmaak, de vereiste inhoud en de juridische draagwijdte van het gemeentelijke MBP vastgesteld. Zo legt het decreet éénduidig vast (art ) dat in het gemeentelijk milieubeleidsplan een actieplan moet worden opgenomen, dat ten minste het volgende bevat: 1. de beoogde kwaliteit van de verschillende onderdelen van het milieu en met name de vooropgestelde milieukwaliteitsnormen en de termijnen waarbinnen ze moeten worden bereikt; 2. de aanduiding van gebieden waarin de kwaliteit van het milieu of een deel ervan bijzondere beschermings- of beheersmaatregelen behoeft; 3. de daartoe vereiste sanering of het herstel van het milieu of de nodige beperking van milieubelasting; 4. de maatregelen, middelen en termijnen die nodig zijn om deze doelstellingen te bereiken. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

10 VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER 2.2. MINA- PLAN 3 De Vlaamse regering heeft op 19 september 2003 het Milieubeleidsplan goedgekeurd. Dit plan zet de bakens uit voor het milieubeleid in Vlaanderen, tot Het plan geeft niet alleen de richting aan waarin de overheid wil gaan met het milieubeleid, maar maakt ook duidelijk aan burger en bedrijfsleven wat zij op milieuvlak kunnen verwachten van de overheid de komende jaren. Om de vijf jaar 5 jaar wordt een Vlaams milieubeleidsplan opgesteld. Het Milieubeleidsplan was het eerste in de rij. We spreken over Mina-plan 3 of over het Milieubeleidsplan Het milieubeleidsplan staat niet op zich, maar baseert zich mede op het milieurapport en wordt geoperationaliseerd via milieujaarprogramma s. De voltallige Vlaamse regering stelt dit milieubeleidsplan vast. Het milieubeleidsplan bepaalt de hoofdlijnen van het milieubeleid dat door het Vlaamse Gewest, alsmede door de provincies en gemeenten in aangelegenheden van gewestelijk belang, dient te worden gevoerd. De primaire functie van het plan is het bevorderen van de doeltreffendheid, de efficiëntie en de interne samenhang van het milieubeleid op alle niveaus en terreinen. MINA-plan 3 gaat uit van een thematische aanpak van de milieuproblemen (vb. verdroging, verzuring, vermesting, ) en bakent een gebiedsgericht en geïntegreerd Vlaams milieubeleid met de nodige aandacht voor de betrokken actoren af (doelgroepen, burgers, maatschappelijke organisaties). Het gemeentelijk milieubeleidsplan van Wetteren moet op lokaal niveau invulling geven aan het MINAplan 3. Het mag er bijgevolg niet mee in tegenspraak zijn. De gemeente kan uiteraard creatief zijn bij de invulling ervan en inspelen op de lokale noden. Qua structuur krijgt de gemeente ruimte voor creativiteit. In dit plan wordt geopteerd voor een thematische cluster -benadering, in overeenstemming met de aanpak volgens de samenwerkingsovereenkomst. Het actieplan van het MBP is echter gepresenteerd rond projecten die niet strikt gebonden zijn aan deze thema s of clusters. Het bindend karakter van MINA-plan 3 is gelegd op het niveau van de plandoelstellingen, die meestal te halen zijn tegen eind Deze plandoelstellingen zijn, overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid, ook bindend voor de lokale overheden en bijgevolg zijn zij richtinggevend voor dit gemeentelijk milieubeleidsplan. In de navolgende tabel zijn de bindende doelstellingen van het Vlaams milieubeleidsplan opgenomen; wij hebben ze in de tabel volgens de clusterindeling van de samenwerkingsovereenkomst gerangschikt. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

11 VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER Plandoelstellingen MINA-plan 3 Vaste stoffen Afvalstoffen: De verontreiniging van bedrijfsafvalstoffen verminderen t.o.v De productie van bedrijfsafval blijft meer achter op de economische groei t.o.v De hoeveelheid definitief verwijderde bedrijfsafvalstoffen vermindert met tenminste 20% t.o.v (2010). De totale hoeveelheid huishoudelijke afvalstoffen blijft minstens gelijk of vermindert t.o.v De productie van huishoudelijke afvalstoffen blijft meer achter op de groei van de consumptie t.o.v De hoeveelheid definitief verwijderde huishoudelijke afvalstoffen vermindert tot gemiddeld 150 kg/inwoner/jaar. Milieuverantwoord productgebruik: De emissies van ozonafbrekende stoffen terugdringen met ten minste 70% t.o.v.de emissies in In 2007 mogen ozonafbrekende stoffen nog slechts in 11 toepassingen gebruikt worden t.o.v. 15 toepassingsgebieden in Bestrijdingsmiddelen : reduceren van verspreidingsequivalenten met 50% (2005 t.o.v. 1990). Water Verbeteren van de structuurkwaliteit (verhogen van de waardevolle trajecten, verminderen van de slechte). Bijkomend beschermen van 200 ha oeverzones waarvan minstens 50% door verwerving. Het waterpeil in watervoerende lagen blijft minstens status quo. Afname van het drinkwatergebruik bij de bevolking tot 215 miljoen m³ (ca. 98 l/per dag). Stijging van het hemelwaterverbruik bij de bevolking tot 30 miljoen m³. Afname van het industrieel watergebruik exclusief koelwater tot 430 miljoen m³. Afname van het totaal watergebruik voor de landbouw (varkens, rundvee, pluimvee en glastuinbouwsector) tot 43 miljoen m³. Saneren van 75% van de bestaande vismigratieknelpunten op het netwerk van prioritaire waterlopen voor vismigratie en het zoveel mogelijk voorkomen van nieuwe knelpunten. Oppervlaktewater: Het aantal meetplaatsen dat voldoet aan de basiskwaliteit voor biochemisch zuurstofverbruik (BZV) verhogen tot 66%. Het aantal meetplaatsen dat voldoet aan de biologische kwaliteitsnorm verhogen tot 40%. Op maximaal 25% van de meetplaatsen met een goede of zeer goede biologische kwaliteit (situatie 2001) is de toestand verslechterd in Verhogen van de zuiveringsgraad van de huishoudens tot 80%. Waterbodem: Tegen 2007 is +/ m³ van de historische ruimingsachterstand van hydraulische aard weggewerkt. Tegen 2007 is +/ m³ van de historische saneringsachterstand van ecologische aard weggewerkt. Tegen 2007 is +/ m³ van de hoeveelheid specie afkomstig van hydraulische ruimingen en ecologische sanering verwerkt volgens BATNEEC. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

12 VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER (vervolg plandoelstellingen MINA-plan 3) Natuurlijke entiteiten Oppervlakte met ecologische waarde doen toenemen: - Afbakening van ha VEN en ha natuurverwevingsgebieden; - Een stijging van oppervlakte natuurgebied met ha; - Inrichten van ha natuur via natuurinrichting, bosuitbreiding en natuurontwikkeling; - Oppervlakte aan bos doen toenemen met ha t.o.v. 1994; Natuurgerichte milieukwaliteit verhogen: milieukwaliteit afstemmen op de ecologische vereisten van kwetsbare soorten en habitats in het VEN en de groen-, park- en bosgebieden en speciale beschermingszones. Bevorderen van de mogelijkheden van migratie tussen en binnen leefgebieden voor bepaalde doelsoorten. Het soortenbeleid versterken: stopzetten van het verlies aan biodiversiteit door effectieve soortenbescherming. Samenwerking met doelgroepen versterken en draagvlak verhogen o.a. via beheersovereenkomsten ( ha), wildbeheerseenheden (200), bosgroepen (19). Samenwerking met lokale besturen versterken. Hinder Geluid: In 2007 ligt het aantal potentieel ernstig gehinderden door geluid niet hoger dan 15% van de bevolking. Afspraken maken over een totale oppervlakte aan stiltegebieden van minstens 300 km². Geur: Minimaal het aantal gehinderden gelijk houden t.o.v (19%). Verminderen van het aantal ernstig gehinderden t.o.v (7%). Verminderen van het aantal geurbronnen boven het aanvaardbaarheidsniveau. Licht: Nieuwe lichtvervuiling voorkomen en bestaande lichtvervuiling verminderen. Bodemverontreiniging: Tegen 2007 is 30% van de gronden met potentieel bodembedreigende inrichtingen of activiteiten onderzocht (+/ gronden). Tegen 2007 is de sanering van 23% van de gronden met historische bodemverontreiniging minstens opgestart (+/ gronden). Tegen 2007 zijn voor 90% van de gemeenten met erosieknelpunten erosiebestrijdingsplannen opgesteld. Tegen 2007 zijn erosiebestrijdingsmaatregelen op het terrein uitgevoerd voor minimaal 20% van de actuele erosieknelpunten en is voor minstens 5% van de potentiële erosieknelpunten de huidige situatie op het terrein bestendigd. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

13 VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER (vervolg plandoelstellingen MINA-plan 3) Energie Bereiken van 2% groene stroom in de distributieleveringen van elektriciteit tegen 2004 en 6% tegen 2010, met een maximale invulling van het haalbaar potentieel aan hernieuwbare warmte. Tegen 2012 het economisch potentieel aan kwalitatieve warmtekrachtkoppeling (WKK) realiseren (1.830 MW). Mobiliteit De totale NOx-emissie verminderen tot maximum 94 kton (er wordt gestreefd naar een verdere reductie tot 87,2 kton). De totale VOS-emissie verminderen tot maximum 93,1 kton (er wordt gestreefd naar een verdere reductie tot 75,35 kton). Versterken en verbeteren van de milieukwaliteit en ruimtelijke kwaliteit in de beoogde gebieden door een gedifferentieerde aanpak van milieuproblemen en maatwerk op niveau van het gebied. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

14 VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER 2.3. PROVINCIAAL MILIEUBELEIDSPLAN OOST-VLAANDEREN ( ) De provincie Oost-Vlaanderen onderschreef de Samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling voor de periode voor alle clusters op het ambitieniveau 2. Ook voor de periode bleef dit ambitieniveau behouden. Het ontwerp PMBP Oost-Vlaanderen was vanaf 1 december 2004 tot 31 januari 2005 in openbaar onderzoek en werd op 21 april 2005 vastgesteld door de provincieraad. Naast het thematisch deel wordt ook aandacht besteed aan doelgroepen. In dit onderdeel worden voor een aantal doelgroepen de belangrijke aandachtspunten besproken. In de thematische hoofdstukken zijn diverse acties en projecten opgenomen die gericht zijn op specifieke doelgroepen. Verder wordt in dit thema-overschrijdend deel ook aandacht besteed aan natuur-en milieueducatie, aan het geïntegreerd gebiedsgericht beleid en aan het instrumentarium van het milieubeleid. Bij het onderdeel gebiedsgericht, geïntegreerd beleid worden een aantal lopende projecten besproken waarbij de integratie tussen de beleidsdomeinen milieu, ruimtelijke ordening, mobiliteit, energie voorop staat. Het onderdeel instrumenten bespreekt de wijze waarop de provincie zich organiseert om haar milieubeleidsplan uit te voeren. In een laatste deel worden de projecten, die in de thematische hoofdstukken en de themaoverschrijdende hoofdstukken reeds werden omschreven, verder uitgewerkt. Deze projecten zijn de speerpunten waar de provincie in de planperiode een prioriteit wil van maken. De projecten werden gekozen omwille van hun actuele en/of dringende aard. Ze werden niet zeer gedetailleerd uitgewerkt, maar beschrijven eerder de doelstellingen. De operationele uitwerking doorheen de planperiode zal in de jaarprogramma s gebeuren. Volgende projecten werden uitgewerkt voor de planperiode. Project 1: 'Werken aan integraal waterbeleid via de deelbekkenwerking' Dit project kadert in de verdere uitwerking van de operationalisering van het decreet integraal waterbeleid. De provincie neemt een coördinerende en ondersteunende rol op bij de opmaak en de uitvoering van de deelbekkenbeheerplannen. Project 2: 'Bestrijden van erosie' De provincie wil deze problematiek aanpakken in samenwerking met de gemeenten. Zij zal een coördinerende rol opnemen en de gemeenten ondersteunen bij de uitvoering van erosiebestrijdingsmaatregelen en de communicatie met de landbouw. Project 3: Behoud en versterking van stiltegebieden in Oost-Vlaanderen In deze planperiode zal prioriteit gegeven worden aan de verdere ondersteuning van het stiltegebied Dender-Mark. Daarnaast zal de provincie op zoek gaan naar een bijkomend stiltegebied dat tegelijkertijd ook een belangrijke natuurwaarde en landschappelijke waarde heeft. Project 4: 'Uitbouw, coördinatie en ondersteuning van het overlegplatform huishoudelijke afvalstoffen' Dit project kadert in het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen en het afvalstoffendecreet. Via het overlegplatform huishoudelijke afvalstoffen wil de provincie de samenwerking en de onderlinge afstemming tussen de verschillende gemeenten en intercommunales bevorderen. De intercommunale Verko neemt deel aan dit overlegplatform met het oog op een betere afstemming met andere intercommunales inzake inzameling, retributie en sensibilisatie en het opzetten van gezamenlijke acties. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

15 VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER Project 5: 'Intensiveren van de samenwerking met regionale landschappen en bosgroepen' Dit project omvat o.m. de oprichting van de Bosgroep Midden-Oost-Vlaanderen en het Regionaal Landschap Schelde-Durme in In dit project zal de samenwerking met de Bosgroepen en Regionale Landschappen worden herzien zodanig dat ze maximaal kunnen worden ingezet in de uitvoering van provinciaal gebiedsgericht natuur-, bos- en landschapsbeleid. Project 6: 'Samen met landbouwers de natuur beheren' De provincie zal in het kader van dit project landschapsbedrijfsplannen opmaken en haar subsidiereglement voor kleine landschapselementen herzien. De landschapsbedrijfsplannen richten zich niet enkel op landschappelijke integratie van de bedrijfsgebouwen, maar voorzien ook herstel/onderhoud van vnl. kleine landschapselementen op percelen verder weg van de gebouwen. Enkel streekeigen beplanting wordt gebruikt. Er worden waar mogelijk beheersovereenkomsten ingeschakeld. Tevens wordt er speciale aandacht geschonken aan de bevordering van de biodiversiteit. Project 7: Natuurgerichter beheer van de provinciale domeinen en natuurgebieden' Dit project betreft o.m. het beheer van het provinciaal domein 'Den Blakken' te Wetteren.Via de opmaak van beheerplannen en een intensieve samenwerking tussen de verschillende betrokkenen wil de provincie een meer natuurgericht beheer realiseren en de ecologische waarde vergroten. De provincie wil eveneens rond de provinciale natuurgebieden en domeinen bijkomende aankopen doen met het oog op bosuitbreiding en natuurontwikkeling. In functie van het creëren van natuurverbindingsgebieden worden eveneens natuurgebieden aangekocht. Project 8: Project 8 'Creëren van natuurverbindingsgebieden' Onder dit project valt de afbakening en de inrichting van de natuurverbindingsgebieden en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. Er worden pilootprojecten opgestart voor de afbakening van een natuurverbindingsgebied (NVB) en een ecologische infrastructuur (EI), één in het Meetjesland en één in de Vlaamse Ardennen. Op basis van de ervaringen kunnen vervolgens de resterende NVB en EI worden afgebakend. Project 9: Verruimen van het bovenlokale fietsroutenetwerk tot een netwerk van trage wegen Tijdens de planperiode van het PMBP zal in eerste instantie gewerkt worden aan de realisatie van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk en de digitalisatie van de atlas van de buurtwegen. Vervolgens kunnen lokale netwerken, die door de gemeenten worden opgebouwd, hierin geïntegreerd worden. Project 10: Ontwikkelen van een visie met betrekking tot de inplanting van windturbines Teneinde de inplanting van windturbines op een meer gecoördineerde manier te laten verlopen en meer aandacht te besteden aan de milieuhygiënische en landschappelijke randvoorwaarden en de eisen vanuit de natuur, wordt een gebiedsvisie opgemaakt voor de inplanting van windmolens in Oost-Vlaanderen. Deze gebiedsvisie dient ook ter ondersteuning van het gemeentelijk (vergunningen)beleid. Gemeenten zullen betrokken worden bij de opmaak ervan. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

16 VLAAMS EN PROVINCIAAL KADER Project 11: Milieubewuster aankopen Implementatie van een doeltreffende en controleerbare procedure aankoop van duurzame goederen en diensten doorheen alle betrokken provinciale diensten. De sensibilisatie en ondersteuning van gemeenten is een aandachtspunt in dit project. Project 12: Duurzaam bouwen in Oost-Vlaanderen De provincie wil een samenhangend beleid voeren om duurzaam bouwen een belangrijke stimulans te geven door enerzijds te zorgen voor vorming en sensibilisering van gemeenten en bouwers en verbouwers, en door anderzijds zelf het goede voorbeeld te geven. De provincie plant onder meer sensibiliseringsacties naar (ver)bouwers in samenwerking met de gemeenten, alsook vorming voor de gemeentelijke technische diensten. Het thema duurzaam bouwen laat toe om geïntegreerd te werken rond een aantal aspecten waaronder duurzaam energie-, water- en materialengebruik. Project 13: Samen met gemeenten werken aan een duurzaam milieubeleid De provincie wil haar doelgroepenbeleid uitvoeren in samenwerking met de gemeenten. Zij zal daarom een aantal globale campagnes uitwerken die via de gemeenten gepromoot kunnen worden en waarbij de gemeenten met ondersteuning van de provincie aanvullende initiatieven kunnen ondernemen. In eerste instantie wordt een campagne opgezet rond het thema 'duurzaam tuinieren'. Naar het personeel van de gemeentelijke diensten zal de provincie nog bijkomende vorming voorzien m.b.t. duurzaam groenbeheer. Project 14: Netwerking en kwaliteitsbewaking van de natuur-en milieueducatie Om de eerstelijnseducatie te kunnen opvolgen en bijsturen is het belangrijk dat men de vele gekende informatie hieromtrent samenbrengt en een overzicht creëert. Gemeenten zijn belangrijke schakels in het NME-netwerk. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

17 PLAATS EN FUNCTIE VAN DE GEMEENTE IN HET MILIEUBELEID 3. PLAATS EN FUNCTIE VAN DE GEMEENTE IN HET MILIEUBELEID Pleidooien voor decentralisering van de besluitvorming en verantwoordelijkheid naar het meest gepast niveau (subsidiariteitsbeginsel) winnen wereldwijd veld. Agenda 21 erkent expliciet de cruciale rol die lokale besturen spelen in het beleid rond duurzame ontwikkeling. Ook in Vlaanderen heeft deze tendens zijn weg gevonden. De lokale besturen hebben belangrijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden inzake milieubeleid. Effectief milieubeleid vereist immers verticale integratie: de verschillende bestuursniveaus moeten elk op hun terrein aan hetzelfde touw trekken. 1 DUURZAME ONTWIKKELING Sedert eind jaren tachtig is duurzame ontwikkeling de drijvende kracht achter het milieubeleid op wereldschaal. Ook in Vlaanderen is dat zo. Duurzame ontwikkeling wordt omschreven als de ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden in gevaar te brengen voor toekomstige generaties om ook in hun behoeften te voorzien. Duurzame ontwikkeling heeft in essentie betrekking op de samenhang tussen milieukwaliteit en maatschappelijke ontwikkelingen. Sociaal-economische ontwikkelingen putten het milieu uit en omgekeerd tasten milieuproblemen de maatschappelijke en economische functies van het milieu aan. De sociaaleconomische ontwikkeling is dus op lange termijn afhankelijk van een goede milieukwaliteit. In die optiek vormt milieubeleid een essentiële schakel in het globale beleid en levert het een belangrijke bijdrage tot de oriëntatie van de maatschappij naar duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling is sterk verbonden met milieuzorg: we moeten de grenzen die het milieu ons stelt erkennen. Maar duurzame ontwikkeling is veel meer dan dat. Ze rust ook op economische en sociale pijlers en kan pas slagen als ze vertrekt van een bestuurlijke en een democratische invalshoek. Een milieubeleidsplan is echter geen beleidsplan voor duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling is wel het referentiekader voor het Milieubeleidsplan TAKEN VAN DE GEMEENTE De gemeenten zijn het basisniveau dat het dichtst bij de burger staat en het meest herkenbaar is. Op basis van het subsidiariteitsprincipe beschikt het lokale niveau over een zo ruim mogelijk takenpakket om haar rol vorm te geven. In een complexe samenleving heeft de burger in de eerste plaats nood aan een aanspreekpunt voor zijn betrekkingen met de overheid. De lokale besturen zijn door hun directe betrokkenheid en nabijheid het uitgelezen niveau om loketfuncties uit te oefenen. De belangrijkste taak van de gemeenten in het globaal milieubeleid in Vlaanderen, is een taak van medebewind. De gemeente heeft daarbij een belangrijke taak als vergunningverlenende overheid. Het 'Bestuursakkoord tussen het Vlaams, het provinciaal en het lokaal bestuursniveau omtrent effectief en burgergericht overheidsbestuur ' vormt het sluitstuk van het kerntakendebat. Het kerntakendebat dat ongeveer 2 jaar geleden opgestart werd, had als doel het Vlaams binnenlands bestuur zo optimaal mogelijk te organiseren door een duidelijke verdeling van bevoegdheden en taken tussen de drie overheidsniveaus. Hierna volgt een overzicht van de milieu- en natuurkerntaken op het niveau van de gemeente. Bij elk ervan is het uitspelen van de voorbeeldfunctie van de gemeente van groot belang. 1 Naar Mina-plan 3, , Algemeen kader MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

18 PLAATS EN FUNCTIE VAN DE GEMEENTE IN HET MILIEUBELEID 1. Integraal waterbeleid: De organisatie van het integraal waterbeleid speelt zich af op drie niveau s : het stroomgebied (Europees), het bekken (Vlaams) en het deelbekken (lokaal). De gemeente is een actieve partner op deelbekken-niveau inzake het beheer van hemelwater, afvalwater en waterlopen binnen de samenwerkingverbanden op deelbekken-niveau. De provincie coördineert en organiseert de opmaak van geïntegreerde deelbekkenbeheersplannen. 2. Handhavingsbeleid: Het gemeentelijk niveau heeft als kerntaak de handhaving voor inrichtingen klasse 2, 3 en de niet ingedeelde hinderlijke inrichtingen en verwante conflictbemiddeling. 3. Huishoudelijke afvalstoffen: Het gemeentelijk bestuursniveau, al dan niet gegroepeerd in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, is bevoegd voor de eindverwerking van huishoudelijke afvalstoffen. De provincie neemt een coördinerende taak op in het afvalbeleid (overlegplatform) om tot een structurele samenwerking te komen tussen lokale overheden. De provincie zal de organisatie van de eindverwerking van de huishoudelijke afvalstoffen op termijn overnemen na Hiermee wordt bedoeld dat de provincie, om de Vlaamse doelstellingen te halen, in een aantal gevallen bindend kan optreden. Slechts als er geen structurele en duurzame oplossing gevonden wordt, kan de provincie zelf een eindverwerkingsinstallatie bouwen en exploiteren. 4. Open ruimtebeleid: Het gemeentelijk niveau heeft wat betreft het open ruimtebeleid vooral een uitvoerende, ondersteunende en complementaire rol ten opzichte van de kerntaken van het Vlaamse niveau. Het Vlaams niveau subsidieert de gemeentelijke initiatieven in het kader van het Gemeentelijk NatuurOntwikkelingPlan (GNOP). De gemeenten zijn betrokken partij bij de uitvoering van het gebiedsgericht bos- en natuurbeleid. Het groenbeheer en beleid, meer specifiek het beheer van de groene ruimte in de bebouwde en stedelijke omgeving is een volwaardige kerntaak van de gemeente. 5. Natuur- en milieu-educatie (NME): De taken van de gemeenten situeren zich vooral op het uitvoerende niveau. De gemeenten kunnen ook eigen initiatieven m.b.t. natuur- en milieueducatie ontwikkelen op voorwaarde dat ze passen binnen de Vlaamse doelstellingen. De lokale besturen staan het dichtst bij de deelnemers aan het NME-aanbod. De slaagkansen van projecten vergroten naarmate rekening kan worden gehouden met de specificiteit van de doelgroepen (scholen, bedrijven, ). Dit betekent niet dat de lokale besturen in de plaats treden van overkoepelende initiatieven (genre MOS) maar wel dat, vanuit een lokale invalshoek, Vlaamse en provinciale acties kunnen ondersteunt en versterkt worden. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

19 PLAATS EN FUNCTIE VAN DE GEMEENTE IN HET MILIEUBELEID 6. Duurzame landbouw: Alle overheden hebben de verantwoordelijkheid om een duurzaam landbouwbeleid te ontwikkelen. De gemeenten kunnen eigen beleidsinitiatieven ontwikkelen (beheersovereenkomsten, sensibiliseren en informeren consument). 7. Mobiliteitsbeleid: Het lokaal mobiliteitsbeleid wordt vorm gegeven bij middel van een decretaal gekaderd lokaal Mobiliteitsplan. 8. Ruimtelijke ordeningsbeleid: Het lokaal ruimtelijke ordeningbeleid wordt uitgewerkt in het decretaal gekaderd Gemeentelijk Ruimtelijke Structuurplan (GRS). Wetteren was één van de eerste gemeenten die over een goedgekeurd GRS beschikten SAMENWERKINGSOVEREENKOMST De Vlaamse overheid werkt sinds jaren op basis van vrijwillige en hernieuwbare samenwerkingsovereenkomsten ( milieuconvenanten ) samen met de provincies en met de steden en gemeenten aan een coherent, duurzaam milieubeleid voor het gewest. De gemeente Wetteren heeft de Samenwerkingsovereenkomst 'Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling' met het Vlaams Gewest ondertekend. Wetteren ondertekende het instrumentarium en de clusters vaste stoffen, water, natuurlijke entiteiten, hinder, energie en mobiliteit op het ambitieniveau 1. Op 28 mei 2004 heeft de Vlaamse Regering de nieuwe fase van de samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd. Een aantal wijzigingen aan de bestaande contracttekst zullen worden doorgevoerd. Zo zal de voor verwarring zorgende cluster burgers en doelgroepen worden afgeschaft. In de plaats wordt een facultatieve optie doelgroepenwerking aan het instrumentarium (niveau 2) toegevoegd.tevens wordt de instapdrempel verlaagd voor gemeenten met minder dan 7500 inwoners en werden op het ambitieniveau 3 de inhoudelijke voorwaarden voor de verschillende clusters aangepast, opdat meer ruimte zou ontstaan voor een eigen invulling door de gemeenten. De SO is een belangrijk kader waarbinnen verschillende acties en projecten van de gemeente kunnen worden uitgevoerd. De gemeente Wetteren heeft in 2005 ingetekend op alle clusters van niveau 1 (vaste stoffen, water, energie, mobiliteit, hinder en natuurlijke entiteiten) en op de optie bodem. De gemeente krijgt in ruil voor het uitvoeren van een aantal taken, die in deze overeenkomst worden opgesomd, financiële en inhoudelijke ondersteuning van de Vlaamse overheid. Doelstelling van de samenwerkingsovereenkomst is om lokale overheden te stimuleren een duurzamer lokaal beleid te voeren. Het milieubeleid vormt hier het uitgangspunt, maar het is duidelijk dat ook andere beleidsterreinen op een andere wijze bij de uitvoering van de overeenkomst worden betrokken. De samenwerkingsovereenkomst is opgebouwd uit het instrumentarium, dat betrekking heeft op de gemeentelijke milieubeleidsinstrumenten (milieuraad, interne milieuzorg,..), en de volgende acht thematische clusters: MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

20 PLAATS EN FUNCTIE VAN DE GEMEENTE IN HET MILIEUBELEID - Vaste stoffen (afvalstoffen en milieuverantwoord productgebruik) - Water - Natuurlijke entiteiten (natuur, landschap, groen en bos) - Hinder (lucht, geluid, geur) - Mobiliteit - Energie - Burgers en doelgroepen (cluster wordt in de nieuwe fase van de S.O. afgeschaft zie hoger) - Gebiedsgericht beleid Het instrumentarium en de clusters zijn elk opgebouwd uit drie ambitieniveaus, waarbij ambitieniveau 3 het meest verregaand is en maatregelen omvat die maximaal naar integratie van verschillende clusters streeft. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

21 HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN DE WERKPROCEDURE Het milieubeleidsplan moet uiteraard voldoen aan de beoordelingscriteria van AMINAL maar dient bovenal een werkbare gemeentelijke beleidsvisie inzake natuur en milieu voor de komende vijf jaar en de langere termijn te bevatten. Het gemeentelijk MBP moet worden afgestemd op het provinciaal milieubeleidsplan Oost-Vlaanderen en op het Vlaams milieubeleidsplan ( ), kortweg Mina- Plan3. De Oost-Vlaamse gemeenten zullen ten laatste 1 jaar na vastlegging van het PMBP hun milieubeleidsplan vastleggen of herzien. Bij de opmaak van het gemeentelijk MBP is het van essentieel belang om de taken van de gemeente Wetteren te kennen en goed voor ogen te houden. Dit milieubeleidsplan kwam als volgt tot stand: In een eerste fase in het najaar van 2004 werd via overlegrondes per thema (werkgroepvergaderingen) een voorontwerp opgemaakt. Een eerste, nog onvolledige versie van dit voorontwerp werd op 1 december toegelicht voor de milieuadviesraad (MiNaraad). In overleg met de bevoegde schepen, Piet Van Heddeghem, en de milieuambtenaar werd beslist om de aanvankelijke structuur en opbouw van het beleidsplan grondig aan te passen. Vervolgens werd het herwerkte voorontwerp na de gemeentelijke adviezen en de raadscommissie aangepast tot het ontwerp MBP. Het integrale ontwerp werd goedgekeurd door de gemeenteraad. Het openbaar onderzoek liep van 27 mei tot 27 juli (60 dagen) en was de tweede fase van het planproces. Het bood elke betrokkene (besturen, burgers, organisaties, adviesraden,...) de gelegenheid opmerkingen, adviezen, suggesties, te formuleren en zo aan het MBP mee te werken. In een derde stap werd dan een definitief ontwerp afgerond, dat uiteindelijk op 25 augustus 2005 door de gemeenteraad vastgesteld werd als definitief MBP. Het standpunt van de gemeenteraad over de tijdens het openbaar onderzoek uitgebrachte opmerkingen en adviezen werd bij besluit vastgesteld in een overwegingsdocument. Het MBP is van kracht tot 31/12/2009. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

22 HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN OPBOUW EN STRUCTUUR VAN HET BELEIDSPLAN Situering van de gemeente en accenten van het milieubeleid Na het globale kader van het duurzaam milieubeleid in Vlaanderen, dat in de vorige hoofdstukken geschetst werd, willen wij vooreerst onze gemeente situeren en in het kort aangeven wat in het milieubeleid vooral aan bod moet komen. Dit gebeurt in het navolgende, korte HOOFDSTUK 5. Thematisch beleid In HOOFDSTUK 6 van het milieubeleidsplan worden de milieuthema s vooreerst inhoudelijk beschreven, met een korte toelichting van de relevante beleidscontext en regelgeving. Vervolgens wordt het huidige beleid toegelicht. Dit gebeurt voornamelijk aan de hand van de initiatieven die in het recente verleden werden opgezet en de resultaten daarvan. Het is niet verwonderlijk dat hier duidelijk de stempel van de samenwerkingsovereenkomst met de overheid in te herkennen is. Wetteren heeft zich immers geëngageerd om de bepalingen van het convenant zo goed mogelijk te volgen. Voor alle thema s samen werd in het milieujaarprogramma van 2004 over liefst 83 kleine en grotere acties uitvoerig gerapporteerd. De knelpunten en mogelijkheden voor de toekomst kwamen aan het licht tijdens de vergaderingen van de ambtelijke MBP-werkgroep. De gemeente heeft ervoor geopteerd om de beleidsdoelstellingen en het actieprogramma (gedeeltelijk) eveneens volgens de thematische indeling uit te werken. Visie: de beleidsdoelstellingen voor de periode van vijf jaar Voor elk thema wordt een strategische doelstelling - dit is de algemene lijn die de gemeente ook op lange termijn wil bewaken - verder geconcretiseerd in een aantal operationele doelstellingen, die op hun beurt het kader vormen voor de uitvoering van alle thematische acties. Actieprogramma om het beleid uit te voeren In dit milieubeleidsplan wordt de nadruk gelegd op de doelstellingen en minder op individuele acties. Uit de lijst van mogelijk acties zal de gemeente jaarlijks een gemotiveerde keuze maken. Die keuzes, d.w.z. de nadere invulling, uitwerking en opvolging van de acties en eventuele bijsturing en actualisatie van het MBP, komen in het milieujaarprogramma aan bod. Door de convenantwerking zijn een groot aantal acties reeds enkele jaren aan het lopen. In hoofdstuk 6 wordt de uitvoering beknopt gerapporteerd om het themabeleid van vandaag te beschrijven. Nieuwe acties worden op het eind van elk themahoofdstuk beschreven, behalve wanneer zij zijn opgenomen in een project (zie hierna). In dat geval gebeurt de toelichting niet in het thematisch hoofdstuk maar wel in hoofdstuk 8, onder het project waaraan de betreffende actie werd toegewezen. Projecten voor de komende vijf jaar De projecten zijn een aanvullende uitwerking van het actieprogramma van het milieubeleidsplan. Met andere woorden: de gemeente zal zowel de thematische acties (veelal vereist in het kader van de samenwerkingsovereenkomst) als de projecten uitvoeren. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

23 HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN Het voordeel van werken met projecten is dat ze ruim geformuleerd worden waardoor de gewenste verandering op een soepeler manier (minder op voorhand vastgelegd) bereikt kan worden. Het bereiken van de doelstellingen gebeurt bij projecten m.b.v. lopende, bijgestuurde of nieuwe beleidsinitiatieven die ook over de thema s heen gebundeld worden. De projecten integreren de visie en doelstellingen van het thematisch milieubeleid. De projecten trachten zo uitdrukking te geven aan het integrale karakter van het milieubeleid, zonder de band met het thematisch beleid uit het oog te verliezen. Natuur- en milieueducatie bundelt bijvoorbeeld doelstellingen en acties i.v.m. de thema s afval, natuur, energiezorg, Dit leidt tot een bondigere, doelgerichtere en duidelijkere voorstelling van de acties waar Wetteren echt werk wil van maken. In HOOFDSTUK 8 zijn de volgende negen projecten uitgewerkt: Project 1: Project 2: Project 3: Project 4: Project 5: Project 6: Project 7: Project 8: Project 9: Organisatie en dienstverlening Proper Wetteren Natuur en groen naar het centrum Creëren en behouden van natuurverbindingsgebieden Natuurinrichtingsplan De Ham Lokale milieuhinder verminderen Energiezorg en rationeel watergebruik Trage wegen Natuur- en milieueducatie in Wetteren MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

24 SITUERING VAN DE GEMEENTE EN ACCENTEN VAN HET MILIEUBELEID 5. SITUERING VAN DE GEMEENTE EN ACCENTEN VAN HET MILIEUBELEID 5.1. BIJZONDER KARAKTER VAN WETTEREN Wetteren is een Oost-Vlaamse gemeente langs de Schelde, met ca inwoners. Behalve Wetteren zelf maken ook de deelgemeenten Massemen en Westrem deel uit van de gemeente. Volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen is Wetteren een centrumgemeente in een kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Wetteren dankt dit statuut aan haar (klein)handelsfunctie, het onderwijsaanbod en de gezondheidszorg. De invloedssfeer van Wetteren strekt zich uit over de gemeenten Laarne en Wichelen en delen van de andere aangrenzende gemeenten (Lede, Sint-Lievens-Houtem, Oosterzele, Melle en Destelbergen). Binnen de invloedssfeer van Wetteren wonen mensen. Zelf valt Wetteren binnen de invloedssfeer van Gent. De bevolking woont geconcentreerd in het centrum (bijna 31%) en de erop aansluitende wijken Wetteren Zuid, Overbeke en Overschelde, samen met Wetteren goed voor meer dan 68% van het totaal aantal inwoners. Andere woonkernen zijn de deelgemeenten Westrem en Massemen en de wijken Kwatrecht en Ten Ede. Wetteren is een plantencentrum maar naar tewerkstelling toe heeft dit relatief weinig effect: Wetteren is in belangrijke mate een forenzengemeente (richting Aalst, Brussel en Gent). In dit milieubeleidsplan noemen wij Wetteren wel een plantengemeente omdat de boomkwekerijen en andere tuinbouwbedrijven echt kenmerkend zijn. Wetteren is zeker ook een scholencentrum. Behalve basisonderwijs in de meeste woonkernen, zijn er o.m. vijf secundaire onderwijsinstellingen, die ook heel wat jongeren uit omliggende gemeenten aantrekken. In een milieubeleidsplan wordt uiteraard veel aandacht besteed aan de landschappelijke troeven en de natuurlijke structuur van de gemeente. Dan denken wij in de eerste plaats aan de Scheldevallei en, voor het zuidelijk deel van het grondgebied, de vallei van de Molenbeek en haar zijbeken. De Scheldevallei ten oosten van het centrum sluit aan bij de uitgestrekte Kalkense Meersen. Samen met de gemeenten Wichelen, Laarne en Berlare zorgt onze gemeente ervoor dat dit natuurgebied ook voor zachte recreatie een aantrekkelijk gebied blijft. Wetteren is niet zeer bosrijk maar het Hospiesbos en het stuifduingebied (ten oosten van het centrum tot Wichelen) zorgen wel voor een aanbod. Dat stuifduingebied is duidelijk hoger gelegen dan de vallei van de Schelde en is goed bekend door het provinciaal domein Den Blakken, de Warandeduinen (stuifduinen) en de waardevolle open ruimte van Huisvenne. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

25 SITUERING VAN DE GEMEENTE EN ACCENTEN VAN HET MILIEUBELEID 5.2. GLOBALE EVALUATIE EN ACCENTEN VAN HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID VANDAAG De gemeente Wetteren is een actief deelnemer aan de convenantwerking milieu en natuur die de Vlaamse overheid met de steden en gemeenten voert. Zo kwam het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) in de tweede helft van de jaren 90 tot stand in het kader van een milieuconvenant, waardoor de opmaak van het plan met steun van de overheid kon gebeuren. In 1997 ondertekende het gemeentebestuur het gemeentelijke milieuconvenant Met de ondertekening van het basisconvenant gingen zowel de gemeente als de Vlaamse regering diverse verbintenissen aan. Eén ervan hield in dat de gemeente zich ertoe verbond jaarlijks een milieujaarprogramma vast te stellen. Dit milieujaarprogramma vermeldt de budgettaire middelen die voorzien worden voor het gemeentelijke milieu- en natuurbeleid voor het volgende werkjaar, bespreekt de realisaties en werking van het voorbije jaar en schetst de acties die voorgesteld worden voor het volgende werkjaar. Het milieuconvenant werd verlengd tot 2001, waarna Wetteren de samenwerkingsovereenkomst ondertekende, en recent ook de nieuwe fase ervan. Het milieujaarprogramma 2005 bouwt voort op de jaarprogramma s van de vorige jaren, waardoor dit instrument in hoge mate geschikt blijkt om de continuïteit van het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid te verzekeren. In de groene hoofdstukken van de beleidsnota van de huidige coalitie is het verband met het milieuconvenant duidelijk te herkennen. Zo kan men bijv. vaststellen dat de doelen die bij het beleidsveld milieu geformuleerd werden, tijdens de voorbije vier jaar permanent in de aandacht zijn gebleven. Elk jaar werden er via het milieujaarprogramma acties aan gekoppeld. Denken wij maar aan de acties die rond de doelstelling werken aan een proper(der) Wetteren werden gevoerd en nog gevoerd worden. Hetzelfde kan gezegd worden in verband met de doelstelling mensen respect en waardering voor de natuur aanleren : Wetteren heeft een heel actieve werking in verband met natuuren milieueducatie en onderscheidt zich op dit vlak echt wel van andere gemeenten. Wetteren beschikt vandaag over een interessant natuurleerpad in de Molenbeekvallei. Waar in de beleidsnota sprake is van ecologisch sproeien, als maatregel die de plantsoendienst in de praktijk moest brengen, stellen wij vandaag vast dat de gemeente een volwaardig programma uitvoert om het herbicidengebruik drastisch te beperken en op termijn volledig te bannen. Elke uitvoering van een beleid is voor verbetering vatbaar en er zijn voortdurend nieuwe impulsen nodig, anders zou de gemeente stil staan. In dit milieubeleidsplan krijgen de knelpunten en kansen bij elk thema veel aandacht. Eigen accenten van de gemeente zijn hier belangrijk zij worden benadrukt door in het thematisch beleid (d.i. in het volgende hoofdstuk) telkens een aantal bijzondere kenmerken en aandachtspunten meteen na de themabeschrijving naar voor te schuiven. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

26 6. THEMATISCH BELEID Dit kernhoofdstuk van het milieubeleidsplan brengt voor elk van de milieuthema s de kenmerken van de huidige situatie en van het beleid terzake in beeld, er worden knelpunten en mogelijkheden besproken en de doelstellingen en mogelijke acties van het beleid worden opgegeven. Dit gebeurt volgens een vast stramien en wel als volgt: Themabeschrijving: toelichting van de onderwerpen die onder dit thema thuishoren; compacte beschrijving van het beleidskader De milieutoestand en het beleid vandaag: zeer compacte situering van de huidige situatie; situering en evaluatie van het beleid dat vandaag gevoerd wordt; de relatie tot, en integratie in het RO-beleid komt aan bod wanneer dit relevant is Knelpunten en overwegingen: de knelpunten en ook de kansen en mogelijkheden in verband met dit thema, in relatie gebracht met het huidige beleid Visie en beleidsopties voor de planperiode: - visie (strategische doelstelling lange termijn), zo mogelijk met meetbare plandoelstellingen; - operationele doelstellingen met een toelichting van de taakstelling; - de voorgestelde acties, zowel de lopende acties als nieuwe initiatieven voor de planperiode van dit MBP. Uit de discussies in de gemeente en ook gebruik makend van lopende acties, kwamen 9 projecten naar voor, die soms voornamelijk onder een thema (of cluster volgens de samenwerkingsovereenkomst) thuishoren, soms ook niet. Deze projecten zijn in het afsluitend hoofdstuk 8 uitgewerkt. Er wordt in dit thematisch deel naar verwezen door middel van het projectnummer. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

27 6.1. AFVALSTOFFEN EN VERANTWOORD PRODUCTGEBRUIK THEMABESCHRIJVING Onder deze cluster wordt het afvalstoffenbeleid en het beleid van de gemeente omtrent het gebruik van milieuverantwoorde producten nader bekeken en worden de beleidslijnen voor de planperiode uitgezet. Het groeperen van deze twee onderwerpen in één overkoepelende cluster kadert in een wieg tot graf benadering van vaste stoffen, waarbij men zowel oog heeft voor de mogelijke schadelijke effecten van stoffen die men in het milieu brengt als voor de milieubelasting die een vaste stof op het einde van zijn levenscyclus met zich meebrengt. Een afvalstof wordt gedefinieerd als 'elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen'. Ondanks grote inspanningen de afgelopen jaren blijven afvalstoffen een probleem vormen waaraan een oplossing geboden moet worden. De ontwikkeling van onze consumptiemaatschappij blijft grote hoeveelheden afvalstoffen met zich meebrengen. Daarenboven zijn de vrijkomende afvalstoffen zeer divers (zowel in hoeveelheid, samenstelling als graad van gevaarlijkheid) waardoor de afvalproblematiek dan ook een complex gegeven vormt. De milieuproblemen die deze afvalproductie met zich meebrengt situeren zich op het vlak van het ontstaan van emissies naar de drie compartimenten bodem, water en lucht. Daarnaast gaan grondstoffen en energie verloren, is er meestal sprake van een belangrijk ruimtebeslag (opslag, transport en verwerking) en hoge kosten die met een zorgvuldig beheer gepaard gaan. De oplossingen die aan de genoemde problemen moeten gegeven worden zullen dan ook gezocht moeten worden in het zoveel mogelijk voorkomen van afval en het zo milieuvriendelijk mogelijk beheren en verwerken van afvalstoffen. De maatregelen en instrumenten moeten het afvalbeleid sturen in de richting van afvalpreventie, hergebruik en recyclage. In het thema kadert een algemeen streven naar afvalvoorkoming door een brongerichte aanpak, waarbij de focus wordt gelegd op producten en hun gebruik. De bedoeling is door bewustwording en gedragwijziging de afzetmarkt voor milieuverantwoorde producten te vergroten en het milieubewust gebruik van producten te stimuleren. De keuze van verantwoorde producten en een correct gebruik ervan (juiste toepassing en dosering) staan daarbij centraal. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

28 Bijzondere kenmerken en aandachtspunten van de gemeente: Het beheer van klein (kantoor)materiaal gebeurt centraal door de rekendienst, andere soorten materiaal, zoals schoonmaakproducten, door het magazijn Peperstraat. Hierdoor kan het productgebruik door de gemeentediensten in principe goed ondersteund worden. De milieudienst komt vrij sterk naar buiten met de thematiek van de afvalpreventie en duurzaam productgebruik. Naast sensibilisering aangebracht door de intercommunale VERKO kan Wetteren steunen op een actieve eigen schoolwerking door de ambtenaar die voor natuur- en milieueducatie (NME) instaat. De plantsoendienst, die instaat voor de uitwerking van het reductieplan bestrijdingsmiddelen, ressorteert onder een andere schepen dan de milieudienst. Boomkwekers en andere zelfstandigen zijn vragende partij voor nieuwe fracties die naar het containerpark mogen (piepschuim, plastic plantenpotjes,..) MILIEUVERANTWOORD PRODUCTGEBRUIK Beperken van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door de plantsoendienst De opmaak van een reductieplan voor het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen kadert in een decretale verplichting die alle Vlaamse overheidsdiensten moeten vervullen. Het omvat een intentieverklaring dat werk zal gemaakt worden van een stelselmatige afbouw, gespreid over een periode tussen 2004 en 2015, met als eindpunt een streven naar een nulgebruik. Die afbouw gebeurt uiteraard in fasen. Zo werd bij de aanvang van de uitvoering van dit plan een voorbeeldgebied (ca. 20% van het areaal) afgebakend, waar de plantsoendienst effectief probeert om bestrijdingsmiddelen te weren bij het onderhoud van de groenzones. Het pesticidenreductieprogramma komt in de praktijk hoofdzakelijk neer op het beperken van herbiciden in het gemeentelijk groenonderhoud. Het gemeentebestuur heeft in 2003 een pesticidenreductiecoördinator aangesteld. Hij is het diensthoofd van het team arbeiders van de plantsoendienst dat het reductieplan in de praktijk brengt. Deze mensen worden permanent op de hoogte gehouden omtrent het plan, de gevolgen, de nieuwe werkwijze (o.a. aankoop van producten), de resultaten van de inspanningen. Zij krijgen ook opleiding, bijvoorbeeld over mechanische bestrijding van onkruid of zelfs over het maken van fuiken (muskusrattenverdelging) Bevorderen van milieuvriendelijke producten in de gemeentelijke diensten De implementatie van dit beleid in de gemeentelijke diensten gebeurt via het aankoopbeleid, opname van bepalingen in de bestekken, werkprocedures voor het personeel, codes van de goede praktijk, De gemeente kan bij de productkeuze rekening houden met de beschikbaarheid van het product evenals met de economische en technische haalbaarheid van de toepassing ervan. Als de gemeente niet kiest voor het minst milieuschadelijke product, moet zij haar keuze kunnen motiveren. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

29 Er wordt ook communicatie naar de inwoners en bijzondere doelgroepen toe gevoerd. De gemeente wil zelf een voortrekkersrol opnemen en tegelijk haar voorbeeldfunctie uitspelen. Duurzaam geëxploiteerd hout met FSC-label 2 Het gebruik van duurzaam hout met dit label gebeurt in principe voor alle gemeentelijke projecten en de FSC-eis wordt systematisch opgenomen in bestekken. Sinds 2001 kan men in de gemeente ook het effectieve gebruik van dit hout vaststellen, bijvoorbeeld de bloembakken aan het station, oeverversteviging, vlonders in het provinciaal domein De Blakken, Ook op een natuurleerpad in de Molenbeekvallei werden vlonders in duurzaam tropisch hout gebruikt. Aangezien het hier gaat om een natuureducatief project, zag het gemeentebestuur hier een gelegenheid om de wandelaar te duiden op het gebruik van FSC-hout, d.i. hout dat gegarandeerd afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Selectief inzamelen van printerafval De gemeente doet op het vlak van kantoormaterialen haar duit in het zakje door lege cartridges en toners te laten ophalen voor recyclage. Dit gebeurt nu in het gemeentehuis, bij de politie en in het cultureel centrum De Poort. Milieuvriendelijk papier In een gemeentelijke administratie wordt uiteraard dagelijks veel papier verbruikt, zodat dit in het kader van de interne milieuzorg van de gemeente een belangrijk aandachtspunt is. Er bestaat een systeem van selectieve inzameling (papierbakjes aan de bureaus). Het papier van de bibliotheek wordt eveneens naar het gemeentehuis gebracht. Uitnodigingen en verslagen van het ambtelijk overleg en de werkgroepen worden per doorgestuurd en het personeel wordt ertoe aangezet om zoveel mogelijk recto-verso te kopiëren. In 2004 werd een collegebeslissing genomen voor de aankoop van uitsluitend gerecycleerd, niet gechloreerd papier. Schoonmaakmiddelen De schoonmaakmiddelen worden opgeslagen in het gemeentelijk magazijn. De magazijnier staat in voor de centrale aankoop van schoonmaakmiddelen voor alle gemeentelijke diensten. Er werd vooreerst een volledige inventaris opgemaakt van de schoonmaakmiddelen die in de gemeentediensten worden gebruikt. Sindsdien wordt systematisch nagegaan hoe het assortiment milieuvriendelijke producten kan worden uitgebreid. Het schoonmaakpersoneel zal opgeleid worden omtrent het gebruik ervan, want nieuwe producten vragen vaak een andere werkmethode. De tekenacademie is vragende partij voor een veralgemeend gebruik van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen. Wetteren kan de tekenacademie wat dit betreft als een pilootsituatie gebruiken. 2 veel gebruikte afkortingen zijn toegelicht in de lijst vooraan in het milieubeleidsplan MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

30 Verven en vernissen De gemeente wil eveneens werk maken van de promotie van milieuvriendelijke verven en vernissen. Waar mogelijk moet door gemeentediensten gebruik worden gemaakt van natuurverven, in toepassingen waar dit niet mogelijk is opteert men voor watergedragen verven, vervolgens kiest men voor high-solids en pas in laatste instantie voor solventrijke verven. Gebruik van compost en mulching en van secundaire grondstoffen Het bouw- en sloopafval dat vrijkomt binnen de werking van de technische dienst moet altijd worden gesorteerd en afgevoerd, zodat dit materiaal optimaal voor recuperatie in aanmerking kan komen (Copro-attest). De secundaire bouwstoffen die door eigen diensten worden aangewend moeten ook altijd het vereiste Copro-kwaliteitslabel dragen. De gemeente maakt zelf systematisch gebruik van compost en mulching bij de aanleg en het onderhoud van openbaar groen. De plantsoendienst gebruikt kwaliteitscompost (met VLACO-label) als natuurlijke bemesting en bodemverbeteraar. Het snoeihout wordt verhakseld en gebruikt als mulchlaag in de openbare parken. Compost van de composteerinstallatie van de Intercommunale Verko wordt eveneens ter beschikking gesteld van de bevolking via het containerpark Dendermonde-Appels. Particulieren kunnen mulching gratis afhalen in het containerpark Wetteren Sensibiliseren van het personeel en van de bevolking In het reductieplan bestrijdingsmiddelen zijn de sensibilisatie van de eigen medewerkers en van de bevolking als aparte sporen met bijhorend actieprogramma opgenomen. Het gemeentepersoneel wordt o.m. door middel van affiches op de werkplek gesensibiliseerd omtrent milieuvriendelijke kantoormaterialen en een rationeler papierverbruik. Het schoonmaakpersoneel zal hoe langer hoe beter vertrouwd raken met milieuvriendelijke alternatieven voor te schadelijke schoonmaakmiddelen. Voorts gebruikt het gemeentebestuur de gepaste infokanalen om de bevolking in te lichten en warm te maken voor het gebruik van producten die weinig schadelijk zijn voor het leefmilieu. Dat gebeurt soms ook door sensibilisering op het terrein, zoals in het geval van de houten vlonders op het natuurleerpad Molenbeekvallei. De gemeente kan in het kader van haar voorbeeldfunctie projecten met natuurverven uitwerken en hieraan een sensibilisering van haar inwoners koppelen HET GEMEENTELIJK AFVALBELEID VANDAAG De grote lijnen Met ingang van 1 januari 2004 werd het takenpakket rond afvalinzameling, -verwerking, -recyclage en - preventie overgenomen door de vernieuwde Intercommunale VERKO, een intercommunaal verband waarin Wetteren ook de voorgaande jaren reeds deel van uitmaakte. De gemeente werkt sinds 1997 ook samen met Fost Plus (inzameling van PMD, karton en glas). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

31 Een duurzaam afvalbeleid wil in de eerste plaats afval voorkomen en dan pas afval selectief inzamelen. Het uiteindelijke doel is op die manier de hoeveelheid te verwijderen afval (storten, verbranden) zo veel mogelijk te minimaliseren. Het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen van het Vlaamse Gewest bevat een viertal categorieën van acties: 1. Preventie en hergebruik (waarbij ook een sterk accent gelegd wordt op acties tegen zwerfvuil); 2. Selectieve inzameling; 3. Eindverwerking met verder verminderen van storten; 4. Structurering van de afvalsector met o.a. samenwerking publiek-privaat. Volgens de doelstellingen uit het Uitvoeringsplan en volgens MINA-Plan 3 mag de hoeveelheid huishoudelijk afval voor eindverwerking (met name huisvuil incl. PMD-residu + grofvuil + gemeentevuil) tegen 2007 maximaal 150 kg per inwoner bedragen. De totale hoeveelheid huishoudelijk afval mag niet toenemen t.o.v. het jaar Om dit te bereiken, verbindt de gemeente zich tot het volgende: - aanreiken van afvalpreventiemiddelen; - samenwerking met een erkend kringloopcentrum en een basisdienstverlening van selectieve inzamelingen aanbieden aan de inwoners; - de eigen bedrijfsafvalstoffen selectief inzamelen; - het restafval beperken; - illegaal ontwijkgedrag (vooral sluikstorten) tegengaan. Ook de registratie van de hoeveelheid aangeboden afval en de aard ervan is belangrijk. Er wordt ieder jaar nagegaan hoeveel goederen voor hergebruik geleverd werden aan de kringloopwinkel Afval voorkomen Er bestaat bij de intercommunale sinds enkele jaren een werkgroep afvalpreventie-communicatie, waarin de milieuambtenaren en/of informatieambtenaren van de verschillende gemeenten aangesloten bij Verko en een aantal medewerkers van Verko zetelen. Deze werkgroep komt 1 à 2- maandelijks samen en bespreekt vooral afvalpreventieacties en de organisatie van de sensibilisering. Via het subsidiebesluit hebben de gemeenten de mogelijkheid om afvalpreventiemiddelen (herbruikbare boodschappentassen, herbruikbare bekers, boterhamdozen, compostvaten, ) aan te kopen met subsidie. Om de subsidie te kunnen ontvangen, moet een minimum aantal aangekocht worden. Omdat sommige gemeenten apart niet aan dit minimumaantal geraken, worden de afvalpreventiemiddelen gezamenlijk aangekocht door de gemeenten aangesloten bij de intercommunale Verko. Wetteren heeft een bijzondere interesse betoond in het aanbod aan herbruikbare bekers. Het gemeentebestuur was reeds in 2001 gewonnen voor de aankoop. Invoering van de herbruikbare bekers in de gemeentelijke feestzaal, de buurthuizen en het Jeugdontmoetingscentrum is mogelijk als alternatief voor wegwerpbekers. Omdat het gebruik van glas omwille van veiligheidsredenen (vb. fuiven of optredens) niet steeds mogelijk is, kan het gemeentebestuur deze milieuvriendelijke oplossing aanbieden. Ook bij andere gemeentelijke evenementen zou het wenselijk zijn het gebruik van herbruikbare bekers te verplichten als alternatief voor wegwerpbekers. De gemeente kan ook zelf een dienstverlening opzetten, bv. door de verhuring van herbruikbare bekers aan plaatselijke verenigingen. De Jeugddienst wordt hier actief bij betrokken. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

32 Thuiscomposteren De gemeente promoot het thuiscomposteren van hun GFT- en groenafval door het aanbieden van een compostvat met beluchtingsstok en een wormenbak. De verkoop van compostvaten zit in de lift: in 1998 werden er 48 aan de man gebracht, in 2001 reeds 83 en het jaar nadien 148. Ter ondersteuning van composteren thuis beschikt Wetteren over een actieve compostmeesterwerking. Deze compostmeesters, een vijftiental vrijwilligers, beschikken op het containerpark over een demonstratieplaats die ze met de steun van Verko nog verder uitbouwen met infopanelen, demomateriaal, een schuilhok met materiaal voor de compostmeesters. De werking is sterk op het sensibiliseren van jong en oud gericht en allerminst saai te noemen. Zo wordt jaarlijks deelgenomen aan het weekend van de compostmeester, een evenement dat heel ludiek wordt opgevat en daardoor ook jonge kinderen kan bekoren. Er bestaat een intentie om een wijkwerking uit te bouwen om het composteren thuis nog sterker te stimuleren. DIFTAR In 2002 stapte Wetteren definitief in het DIFTAR-systeem. Diftar staat voor gedifferentieerd tarief voor afvalverwijdering. Dit wil zeggen dat de inwoners van de gemeente betalen in functie van de soort en de hoeveelheid afval die zij aanbieden, overeenkomstig het principe de vervuiler betaalt. De burger betaalt dus minder naarmate hij minder afval aanbiedt. Het basisprincipe kan dan ook positief worden verwoord: de voorkomer wordt beloond. Het doel van een gedifferentieerd tarief is de kosten zo correct mogelijk aan te rekenen en de mensen te stimuleren tot afvalpreventie en een beter sorteergedrag. Concreet wordt sinds 1 januari 2002 een retributie gevestigd op de volgende aan huis ingezamelde fracties van het huishoudelijk afval: - inzameling en verwijdering van huisvuil/restafval; - inzameling en verwijdering van grofvuil (op telefonische aanvraag); - inzameling en compostering van GFT-afval ; - inzameling en recyclage van plastic flesverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons. Er wordt geen retributie geheven op snoeihout, houtafval, papier en karton, gemengde metalen Selectieve inzameling Ophaalmethode Wetteren is reeds in 1997 toegetreden tot het Fost Plus-project voor de selectieve inzameling van glas, karton en papier, plastic, metaal en drankverpakkingen. De jongste jaren werd stapsgewijs een verder doorgedreven selectieve huis-aan-huisinzameling van huishoudelijke afvalstoffen ingevoerd. Deze afvalophaling gebeurt grotendeels door de intercommunale Verko. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

33 Containerpark Het containerpark De Mozen werd in gebruik genomen in In 2002 werd een uitbreiding gerealiseerd en ongeveer gelijktijdig werd ook het personeel overgedragen aan de Intercommunale Verko en werden de openingsuren aangepast. Het containerpark is toegankelijk voor inwoners van Wetteren mits de betaling van 1 euro. Vanaf 1 februari 2003 wordt voor het aanvoeren van puin, grond en speciaal bouwafval op het containerpark door particulieren een bijkomende vergoeding gevraagd. De tarieven zijn afhankelijk van het transportmiddel waarmee het afval wordt aangeboden. Sinds eind 2003 worden op het containerpark twee nieuwe afvalfracties selectief ingezameld: het gaat om vlak glas en plastic folies. Er zijn brochures beschikbaar die de praktische modaliteiten beschrijven (fracties, betalingswijze, openingsuren, ). Over welke hoeveelheden hebben wij het? (hoeveelheden in kg/inw) te verwijderen afvalstoffen (restafval) 212,9 171,7 166,1 159,7 162,0 147,9 134,7 135,9 selectieve inzameling 307,9 360,9 391,5 411,1 444,0 390,4 351,4 371,0 totaal 520,8 532,6 557,6 570,8 606,0 538,3 486,1 506,9 Het is zeker een belangrijke vaststelling dat de totale hoeveelheid ingezameld huishoudelijk afval een merkbare daling kent in Dit is het effect van het Diftarsysteem dat sedert 1 januari 2002 werd ingevoerd. Bovendien blijkt dat de gemeente sinds 2003 ook de belangrijke plandoelstelling van het Vlaamse afvalbeleid voor het restafval, nl. 150 kg per jaar per inwoner haalt. Dit wijst erop dat het afvalbeleid stevig op de sporen staat. Toch wijzen de cijfers van 2004 mogelijk opnieuw in de richting van een stijgende tendens. Het is een opdracht voor iedereen om de gunstige situatie van 2003 te behouden en te verbeteren waar het kan. Voor wat de selectieve inzameling betreft, stelt het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen als taakstelling tegen 2007 een hoeveelheid van 197,5 kg/inw voor grofvuil en148 kg/inw voor de fracties selectief ingezameld huisvuil. Dit zijn echter taakstellingen die gelden op Vlaams niveau, niet op individueel gemeentelijk niveau Herbruikbare goederen recycleren in de kringloopwinkel Verko startte in 1998 met een kringloopcentrum te Dendermonde. De gemeente sloot nog datzelfde jaar een samenwerkingsovereenkomst met dit kringloopcentrum af. Omdat snel duidelijk werd dat dit initiatief een groot succes was, werd beslist om een tweede kringloopwinkel te openen in Wetteren, naast het containerpark. Deze kringloopwinkel is in april 2000 geopend voor het publiek. Verko zamelt er sindsdien ook herbruikbaar textiel in. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

34 De kringloopwinkel neemt jaarlijks deel aan de dag van de kringloopwinkel Bedrijfsafvalstoffen van de gemeente zelf en van zelfstandigen Bedrijfsafvalstoffen van de gemeentelijke diensten worden selectief ingezameld zodat de fracties zuiverder zijn en de hoeveelheid restafval maximaal wordt beperkt. De gemeente is gebonden aan de bepalingen uit het VLAREA (art ); ten minste de volgende bedrijfsafvalstoffen moeten gescheiden worden aangeboden en afzonderlijk worden gehouden bij de ophaling of inzameling: - klein gevaarlijk afval van vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong; - glasafval; - papier- en kartonafvalstoffen; - afval van plantaardige en dierlijke oliën en vetten; - groenafval; - textielafval; - afgedankte elektrische en elektronische apparatuur; - afvalbanden; - steenachtige fracties van bouw- en sloopafval; - afgewerkte olie; - gevaarlijke afvalstoffen; - asbestcementhoudende afvalstoffen; - afgedankte apparatuur en recipiënten die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevatten. Ook onderstaande afvalstoffen moeten gescheiden worden aangeboden en afzonderlijk gehouden bij de ophaling of inzameling, of moeten naderhand uitgesorteerd worden (onder voorbehoud van bepalingen in onderafdeling II): - houtafvalstoffen; - metaalafvalstoffen. Bijzondere vormen van gemeentelijk afval zijn het rioolslib en het veegvuil (het vuil dat o.m. van straten en pleinen afkomstig is). De gemeente heeft voor het verwerken hiervan een speciale aanbestedingsprocedure. Slib uit de riolen en straatkolken kan verwerkt worden tot herbruikbare bouwstoffen. Daarom zal jaarlijks een aanbesteding uitgevoerd worden voor het verwerken van rioolslib en veegvuil. Het rioolslib wordt opgezogen met een kolkenzuiger, het veegvuil (met meer dan 30% zand) wordt machinaal verzameld. Beide afvalstoffen worden vervoerd naar een erkende verwerker. De gemeente wil duidelijkheid scheppen omtrent de mogelijkheden van de KMO s en zelfstandige ondernemers, gevestigd in de gemeente, om gebruik te maken van de gemeentelijke inzamelkanalen voor huishoudelijke afvalstoffen. Zij kunnen op het containerpark enkel papier en karton selectief aanbrengen. Bedrijfsafvalstoffen worden niet toegelaten op het containerpark. Een uitzondering wordt weliswaar gemaakt voor de landbouwers die jaarlijks in de maanden maart en april gratis met hun plasticfolie terecht kunnen op het containerpark. De gemeente neemt de verplichtingen voor bedrijven op in de voorwaarden van de milieuvergunning; het is echter praktisch onhaalbaar om de bedrijven te verzoeken om van alle ophalingen attesten aan de gemeente te bezorgen. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

35 Informeren en sensibiliseren Het afvalbeleid is ongetwijfeld een topper op het vlak van de communicatie tussen het gemeentebestuur en de inwoners, bijzondere doelgroepen incluis. Intern wordt nagenoeg permanent gewerkt aan sensibilisering en opleiding van het gemeentepersoneel. Ter ondersteuning van haar beleid onderneemt de gemeente de nodige sensibiliseringsacties rond sluikstorten, preventie van zwerfvuil, verkeerd aanbieden van afvalstoffen of andere vormen van illegaal ontwijkgedrag met betrekking tot afvalstoffen. In dat verband zijn de jaarlijkse zwerfvuilacties zeker het vermelden waard 3. De gemeente kan voor sensibilisatie i.v.m. afvalpreventie steunen op de goed uitgebouwde werking van Verko maar stelt zelf alle gemeentelijke infokanalen ter beschikking om de communicatie zo efficiënt mogelijk te voeren KNELPUNTEN EN OVERWEGINGEN De milieudienst ervaart het als een moeilijke opgave om elk jaar een nieuwe productgroep in het kader van het beleid m.b.t. milieuverantwoord productgebruik in het milieujaarprogramma op te nemen. Het engagement in de samenwerkingsovereenkomst komt op dit vlak zwaar over. Een goed evenwicht tussen gebruiksvriendelijkheid en milieuverantwoord gebruik van producten is nodig. In verband met het gebruik van producten en afvalvoorkoming kan een gemeente initiatieven nemen die andere aspecten van duurzaam leven (watergebruik, bouwmaterialen, rationeel energiegebruik, ) tegelijk in de kijker zetten, bijvoorbeeld om jonge gezinnen aan te spreken. Een project of gemeentelijke initiatieven rond duurzame levensstijlen maken op dit ogenblik weinig kans omdat de thematiek niet voldoende leeft in de gemeente. Toch bestaan er kansen die de gemeente in de toekomst zeker wil benutten. De uitvoering van het reductieplan bestrijdingsmiddelen wordt toch enigszins belemmerd door een gebrek aan personeel bij de plantsoendienst (onder de technische dienst) en ligt soms moeilijk op het vlak van de begroting, bijv. vanwege de vereiste aankoop van machines voor het verschroeien van onkruid als alternatief voor chemische bestrijding met herbiciden. De samenwerking met VERKO is correct. Toch is de inspraak van de gemeenten eerder gering en komt de drive van de milieuambtenaren te weinig aan bod. Uitstippelen van het beleid door de intercommunale is sterk rendement-gericht. Op het vlak van de sensibilisatie blijft de tijd tussen voorstel en uitvoering te lang, wellicht omdat de administratie zwaar is, het subsidiepad OVAM erg lang is,.. Er is niettemin op vele vlakken een positieve kentering waarneembaar. 3 De gemeente rapporteert hierover onder het thema hinder in haar milieujaarprogramma in dit beleidsplan wordt het beleid terzake dan ook onder dat thema nader toegelicht. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

36 Afvalvoorkoming De Warande: drank- en snackautomaten zijn er als onderdeel van de concessie; het is moeilijk om in te grijpen. Selectief inzamelen bij het openluchtzwembad van De Warande lijkt niet te lukken. Dit mag een belangrijk knelpunt genoemd worden gezien het grote aantal bezoekers (tot en meer per zomer). Er worden klachten over geurhinder door huishoudelijk afval genoteerd, vooral in verstedelijkt gebied en tijdens de zomer. Deze klachten zijn echter te weinig belangrijk om er vanuit het beleid op in te spelen. In bepaalde perioden (bijvoorbeeld september) worden opvallend veel zakjes met restafval in de straatvuilbakjes en in bermen gedeponeerd. Bij de milieudienst komen regelmatig vragen om bijkomende straatvuilbakjes te plaatsen. De gemeente is niet van plan om alle vragen te beantwoorden omdat een groot aanbod van openbare vuilbakken ingaat tegen de grote lijnen van het afvalbeleid. De organisatie van de opruiming van afval bij evenementen (wielerwedstrijden, rock,..) verdient meer aandacht. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

37 VISIE EN DOELSTELLINGEN AFVALLINGSKOERS IN WETTEREN De gemeente wil ook in de toekomst een ambitieus afvalbeleid voeren dat resoluut gericht is op preventie. Het gaat daarbij in de eerste plaats om de verdere implementatie, evaluatie en optimalisatie van het huidige afvalbeleid binnen het intercommunaal samenwerkingsverband. Dit beleid is gebaseerd op het principe de vervuiler betaalt. Bij een brongerichte aanpak horen ook een verantwoord productgebruik en afvalpreventie door de gemeentediensten zelf. Zwerfvuil beschouwen wij als een belangrijk aspect van de afvalproblematiek in onze gemeente maar wij kiezen ervoor om de initiatieven in dat verband onder de aanpak van de lokale milieuhinder voor te stellen. De rode draad in het afvalbeleid is de zogenaamde Ladder van Lansink waarbij de aanpak van de afvalproblematiek trapsgewijs behandeld wordt. Voorkomen van afvalstoffen, zowel van de hoeveelheid als van de schadelijkheid ervan, is dé prioriteit. Wordt er toch afval geproduceerd dan moeten volgende technieken achtereenvolgens worden onderzocht en zo mogelijk worden toegepast: hergebruik en recyclage van afvalstoffen; verbranden met energierecuperatie onder strenge milieuhygiënische voorwaarden; en ten slotte als laatste toevlucht het storten onder strenge milieuhygiënische voorwaarden van de restfractie of - anders gezegd - van die afvalstoffen die niet kunnen worden voorkomen, hergebruikt, gerecycleerd of verbrand. In de slagzin ( afvallingskoers ) is een strijdeffect vervat. De volgende operationele doelstellingen op lokaal niveau omvatten deeltaken die zich in het actuele afvalstoffenbeleid op Vlaams niveau inschrijven. Doelstelling 1: OPTIMALISERING VAN DE SELECTIEVE OPHALING VAN AFVALSTOFFEN De verdere optimalisatie van de selectieve ophaling van afvalstoffen heeft zowel betrekking op de afvalstromen geproduceerd door de eigen diensten (voorbeeldfunctie) als op de afvalproductie van huishoudens en bedrijven. Een duidelijke communicatie rond de ophaling en inzameling van de verschillende afvalfracties is primordiaal. Een gerichte communicatie naar specifieke doelgroepen (het gemeentepersoneel, scholen, kmo s, zelfstandigen, landbouwers, ) kan daarbij van nut zijn. Deze communicatie wordt door de intercommunale VERKO voorbereid, in samenspraak met de aangesloten gemeenten de gemeente stelt wel haar eigen informatiekanalen ter beschikking om de communicatie daadwerkelijk te voeren. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

38 Doelstelling 2: STIMULEREN EN BELONEN VAN HET AFVALBEWUST EN AFVALPREVENTIEF GEDRAG VAN DE BEVOLKING Het gemeentelijk beleid tracht het afvalprobleem brongericht aan te pakken door afvalpreventie te belonen. De gemeente en VERKO werkten de afgelopen jaren aan de invoering van een Diftar-systeem, waarbij Diftar verwijst naar gedifferentieerde tarifering in de afvalophaling. Er wordt daarbij een strikte toepassing beoogd van het principe de vervuiler betaalt. Het systeem wordt sinds begin 2002 gefaseerd ingevoerd en voldoet trouwens aan het voornemen van de overheid om vóór 1 januari 2008 een gedifferentieerd tariefstelsel te verplichten. Het effect van het Diftar-systeem weerspiegelt zich in een duidelijke daling van de ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen vanaf 2003.Verdere implementatie, evaluatie en bijsturing staan voorop nu dit ambitieus afvalbeleid op de sporen staat. Doelstelling 3: UITBOUWEN VAN DE VOORBEELDFUNCTIE INZAKE AFVALPREVENTIE Het terugdringen van de hoeveelheid restafval door hergebruik en recyclage te stimuleren zal in eerste instantie worden verdergezet als onderdeel van de interne milieuzorg (IMZ) binnen de gemeentediensten. Hieraan gekoppeld zal de gemeente haar ervaring op dit gebied trachten uit te dragen door gerichte acties naar specifieke doelgroepen. Doelstelling 4: UITBOUWEN VAN DE VOORBEELDFUNCTIE VAN DE GEMEENTE INZAKE MILIEUVERANTWOORD PRODUCTGEBRUIK De keuze van milieuverantwoorde producten en een correct gebruik ervan (juiste toepassing en dosering) staan centraal. Via groene lijsten wordt gestreefd naar de aankoop van haalbare milieuvriendelijke alternatieven voor producten die te schadelijk zijn voor het milieu. Met een gebruiksregister dat de aard, hoeveelheid en toepassing van producten bijhoudt, kunnen maatregelen geëvalueerd en bijgestuurd worden. Ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen maakt hier deel van uit. Het is niet altijd evident om bestrijdingsmiddelen achterwege te laten. De mankracht van de plantsoendienst is niet zodanig uitgebouwd dat manuele onkruidbestrijding volstaat. Temeer ook omdat de burger vaak intolerant is ten opzichte van onkruid. De implementatie van het reductieplan is een grote opgave voor de volgende jaren. Dit plan zal uitvoerig besproken worden met het personeel van de plantsoendienst, zodat de effectieve uitvoering van het plan zonder problemen kan verlopen. Het is immers van zeer groot belang dat het personeel zelf gemotiveerd is om anders te gaan werken. De gemeente voorziet bovendien het nodige budget om de overschakeling naar een werkwijze zonder chemische stoffen materieel te ondersteunen. Het uitspelen van de voorbeeldfunctie van de gemeente beoogt een bewustwording en gedragsverandering in de woon- en werksfeer bij specifieke doelgroepen en de bredere bevolking. De ervaring inzake milieuvriendelijk productgebruik, opgedaan door de eigen gemeentediensten in het kader van interne milieuzorg, wordt aangegrepen om de sensibilisering te richten op productgroepen die aansluiten bij de woon- en leefsfeer (papiergebruik, schoonmaakproducten, onkruidbestrijding, houtwerk in de tuin, ). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

39 Doelstelling 5: VERSTERKEN VAN DE SAMENWERKING EN EENVORMIGHEID VAN HET AFVALBELEID OVER DE GEMEENTEGRENZEN HEEN De samenwerking is een feit doordat de buurgemeenten samen met Wetteren een beroep doen op de intercommunale voor hun afvalophaling en ondersteuning van de sensibilisering. De gemeente is gewonnen voor een actievere gezamenlijke inbreng die de soms te sterk op rendement gerichte aanpak van Verko kan bijsturen. Relatie met het PMBP Oost-Vlaanderen Voor diverse acties die de gemeente opneemt in haar plan, kunnen het Overlegplatform huishoudelijke afvalstoffen en OVAM als betrokkenen worden aangegeven. De beleidsvisie van de gemeente kan een link leggen naar de volgende projecten uit het provinciaal milieubeleidsplan : - project 4 'Uitbouw, coördinatie en ondersteuning van het overlegplatform huishoudelijke afvalstoffen'. Dit sluit nauw aan bij doelstelling 5 uit het voorliggende ontwerpplan. De intercommunale Verko neemt deel aan het overlegplatform. - project 11 'Milieubewuster aankopen'. Ssensibilisering en ondersteuning van gemeenten is een aandachtspunt in dit project. - project 12 'Duurzaam bouwen in Oost-Vlaanderen'. De provincie plant onder meer sensibiliseringsacties in samenwerking met de gemeenten naar bouwers en verbouwers, alsook vorming voor de gemeentelijke technische diensten. - project 13 'Samen met gemeenten werken aan een duurzaam milieubeleid'. De provincie wil haar doelgroepenbeleid uitvoeren in samenwerking met de gemeenten. Zij zal daarom een aantal globale campagnes uitwerken die via de gemeenten gepromoot kunnen worden en waarbij de gemeenten met ondersteuning van de provincie aanvullende initiatieven kunnen ondernemen. In eerste instantie wordt een campagne opgezet rond het thema 'duurzaam tuinieren'. Naar het personeel van de gemeentelijke diensten zal de provincie nog bijkomende vorming voorzien m.b.t. duurzaam groenbeheer. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

40 MOGELIJKE ACTIES Lopende acties Milieujaarprogramma 2005 Productgebruik Het vermelde volgnummer verwijst naar de actiefiches uit het MJP Volgnr. MJP 2005 Titel van de actie en toelichting 9 Selectieve inzameling van printerafval 10 Gebruik van milieuvriendelijke papier 11 Milieuvriendelijke schoonmaakproducten 12 Opmaak pesticidenreductieplan en gefaseerde afbouw van het pesticidengebruik 13 Implementatie van het gebruik van FSC-hout voor alle projecten (systematisch opnemen van de FSC-eis in de gemeentelijke bestekken) 14 Sorteren en afvoeren van bouw- en sloopafval cfr. copro-reglementering 15 Afvoer en inzameling van snoeihout en gebruik van compost en mulching Afvalbeleid 16 Acties in het kader van afvalpreventie: werkgroep afvalpreventie-communicatie / Aankoop en gebruik van herbruikbare bekers (opgenomen in Project 2) 17 Promoten van thuiscomposteren - verkoop van compostvaten, beluchtingsstokken en wormenbakken 18 Ondersteuning en uitbouw gemeentelijke vrijwillige compostmeesterwerking 19 Antireclame stickers 20 Samenwerkingsovereenkomst gemeente wetteren kringloopcentrum intercommunale Verko 21 Selectieve inzameling via containerpark De Mozen 22 Optimalisering selectieve inzameling door burgers + sensibilisering 23 - Optimalisering selectieve inzameling van eigen bedrijfsafvalstoffen - Aanbestedingsprocedure voor het verwerken van rioolslib en veegvuil MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

41 Nieuwe acties voor de planperiode Opleiding en motivatie uitvoerders pesticidereductieprogramma en voorzien van een budget voor de aankoop van bepaald materieel, bijv schroeimachine In verband met de beperking van bestrijdingsmiddelen is het opleiden en blijvend motiveren van het uitvoerend personeel van groot belang want zij moeten in de eerste plaats overtuigd zijn van dit programma. De betrokkenheid van de milieudienst bij het reductieprogramma moet voldoende groot zijn. Opvolging is nodig, bijvoorbeeld ook door vergaderingen van de Provincie mee bij te wonen. De milieudienst kan ook instaan voor sturing, indien dit nodig is, en voor het aanbrengen van nieuwe ideeën en inzichten. De selectieve inzameling bij het openluchtzwembad De Warande specifiek aanpakken, o.m. door bepalingen in de concessie (opgenomen in Project 2) Aanpak van de afvalproblematiek bij evenementen optimaliseren (opgenomen in Project 2) Sensibiliserende slogans op de zakken voor restafval (opgenomen in Project 2) De milieubeurs is een belangwekkend nieuw initiatief in voorbereiding. De organisatie van de eerste editie (2005), in samenwerking met Wichelen en Laarne is reeds concreet aan de gang (opgenomen in Project 9) Het belangrijke luik afval van een tweejaarlijkse milieubeurs, i.s.m. Wichelen en Laarne, inhoudelijk voorbereiden en afstemmen op de noden in Wetteren (opgenomen in Project 2) Inwoners of groeperingen, wijken... met een klein geschenk belonen voor afvalpreventief gedrag (opgenomen in Project 2) Straatvuilbakjes ontraden restafval door technische ingreep (opgenomen in Project 2) Gezamenlijke zwerfvuilacties Scheldegemeenten reactiveren (opgenomen in Project 2) Samen met andere gemeenten een reparatiedienst voor het kringloopcentrum van VERKO bepleiten In andere gemeenten heeft men de ervaring dat een kringloopcentrum of kringwinkel een grotere rol in het hergebruik van goederen krijgt wanneer het centrum defecte apparaten (audio, keukenapparaten, wasmachines, ) aanvaardt en voor verkoop herstelt. Het kringloopcentrum in Wetteren beschikt niet over een dergelijke dienst. Deze actie bestaat dan ook in een gezamelijke vraag van enkele gemeenten, aangesloten bij VERKO, om de mogelijkheid te onderzoeken. Een reparatiedienst kan bijv. door een sociale werkplaats verzorgd worden en kan ook dienst doen als sociale leerwerkplaats. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

42 6.2. INTEGRAAL WATERBELEID THEMABESCHRIJVING De cluster water omvat alle aspecten van het watersysteem. Een watersysteem beperkt zich niet tot een waterloop, maar wordt gedefinieerd als een samenhangend en functioneel geheel van oppervlaktewater, grondwater, waterbodems en oevers, met inbegrip van de daarin voorkomende levensgemeenschappen en alle bijbehorende fysische, chemische en biologische processen en de daarbij behorende technische infrastructuur. Ook de waterketen (watergebruik en waterzuivering) speelt hierin een belangrijke rol. Integraal waterbeheer komt dus niet enkel aan bod in het openruimtebeleid, maar ook in het beleid t.a.v. de bebouwde ruimte (infiltratiemogelijkheden van de bodem, buffering, groendaken, ). De laatste decennia groeide het besef dat waterlopen veel meer zijn dan afvoerkanalen voor (afval)water. De vraag naar een meer integrale beheersaanpak, waarbij ook andere functies dan waterafvoer de nodige aandacht krijgen, wordt steeds nadrukkelijker gesteld. Bovendien nemen verschillende waterbeheerders en actoren diverse initiatieven gerelateerd met waterbeheer. Om de noden en de daaraan gekoppelde acties op elkaar af te stemmen, is een planmatige aanpak vereist. Hierbij is het plan echter geen doel op zich, maar wel het opstarten van het proces van overleg tussen alle actoren. Dit proces moet uiteindelijk uitmonden in een aantal gedragen acties. De Europese Kaderrichtlijn water, in december 2000 goedgekeurd, legt de nadruk op het planmatig aanpakken van het waterbeheer. Het Decreet betreffende het Integraal Waterbeleid (18 juli 2003) vormt hier de doorwerking van op Vlaams niveau. De watertoets is ongetwijfeld het instrument dat bij de aankondiging van het decreet de meeste aandacht heeft opgeëist. De watertoets houdt in dat elke vergunningverlenende overheid - dus ook een gemeente - dient na te gaan, bij het verlenen van een vergunning voor een actie, plan of programma, of er geen schadelijke effecten ontstaan voor het watersysteem of dat deze zoveel mogelijk worden beperkt of gecompenseerd. De code van goede praktijk voor duurzaam lokaal waterbeleid 4 biedt, in uitwerking van de cluster water in de samenwerkingovereenkomst , een aanzet voor een planmatig waterbeleid. De Vlaamse waterbeleidsplannen dienen opgemaakt te worden volgens de grenzen van de bekkens en deelbekkens, niet volgens administratieve grenzen. Voor een DuLo-waterplan op deelbekkenniveau is daarom overleg en samenwerking met buurgemeenten noodzakelijk. Een gemeente zal niet alleen voor haar grondgebied een plan opstellen maar moet verschillende plannen opstellen (volgens een gelijkaardig stramien ) voor de verschillende deelbekkens die op het grondgebied aanwezig zijn. Om die redenen voert de provincie Oost-Vlaanderen de coördinatie tussen de gemeenten en zij staat ook in voor het eigenlijke rapport van het DuLo-waterplan per deelbekken. De opmaak kadert in de samenwerkingsovereenkomst en de tweede fase ervan ( ) en kan ook fungeren als beleidsvisie voor het milieubeleidsplan. De taak van de gemeente bestaat erin om de provincie de nodige informatie te geven en om samen met de andere gemeenten over de inhoud 4 AMINAL, Afdeling Water MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

43 van het plan te overleggen in het bestuur van het deelbekken dat in het kader van het DuLo-waterplan is opgericht. Wetteren is betrokken bij de deelbekkenwerking van Scheldeland en Drie Molenbeken. 'Duurzaam Lokaal waterplan (DuLo-waterplan)' is een term uit de Samenwerkingsovereenkomst, 'deelbekkenbeheerplan' een term uit het decreet Integraal Waterbeleid. Beide termen worden door elkaar gebruikt. Op 28 mei 2004 keurde de Vlaamse regering de Samenwerkingsovereenkomst goed. Hierbij werd de cluster Water expliciet afgestemd op het decreet Integraal Waterbeleid. Er is dan ook niet langer sprake van DuLo-waterplannen maar van deelbekkenbeheerplannen WATERBELEID VANDAAG Bijzondere kenmerken en aandachtspunten in Wetteren Wetteren is een plantengemeente: een bijzondere aandacht voor het watergebruik van boomkwekers en tuinbouwers in het algemeen is wenselijk. De gemeente participeert in het deelbekkenoverleg van de deelbekkens Scheldeland en drie Molenbeken. Kalkense Meersen komen niet in aanmerking als gecontroleerd overstromingsgebied (GOG), wel voor de opvang van eigen oppervlaktewater en hemelwater. Langs de Molenbeek zijn de wachtbekkens Herdershoek en Schalmdries ingericht. Deze constructies zijn aangegrepen om kansen voor natuurontwikkeling te creëren. Bijkomende wachtbekkens op het grondgebied van Wetteren zijn op het terrein niet meer mogelijk Participatie in de deelbekkenwerking Voor een degelijk waterbeleid moeten de verschillende beleidsdomeinen, met onder meer het milieubeleid, het natuurbeleid en het beleid voor de ruimtelijke ordening, geïntegreerd werken. Het wordt een van de grootste uitdagingen om die beleidsterreinen op elkaar af te stemmen. In de toekomst zal het waterbeheer op stroombekkenniveau worden georganiseerd. De aan te pakken problemen zijn immers zo groot (zowel organisatorisch als financieel) dat er per deelbekkenniveau prioriteiten moeten worden gesteld. De gemeente is actief betrokken bij de opmaak van een deelbekkenbeheerplan voor de deelbekkens Scheldeland en drie Molenbeken. Dit proces wordt doorlopen in samenwerking met de andere betrokken gemeenten, polders en wateringen, Aminal afdeling Water, enz De provincie Oost- Vlaanderen staat in voor de coördinatie en regie van het planproces. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

44 Deelbekkens van het Boven-Scheldebekken te Wetteren: Drie Molenbeken (06-06) en Scheldeland ( bron:viwc) De polderbesturen, gemeentebesturen, provinciebestuur Oost-Vlaanderen en AMINAL Afdeling Water zijn betrokken bij de opmaak van het DuLo-waterplan voor het deelbekken en vormen de werkgroep van het overleg. Andere belanghebbenden (AWZ, VMM, Aquafin, ) worden beschouwd als agendalid en maken deel uit van de uitgebreidere werkgroep. Deelbekken Scheldeland Onder andere volgende bestaande plannen zullen in dit lokaal waterplan worden geïntegreerd: Oppervlaktekwantiteitsmodellering Kalkense Meersen: in opdracht van afdeling Water, de studie werd in 2002 afgerond; Gebiedsvisie voor de Kalkense Meersen: in navolging van het GNOP en op initiatief van de gemeente Wetteren werd in 2002 een samenwerkingsverband opgericht met de gemeenten die een deel van de Kalkense Meersen op hun grondgebied hebben. Naast deze gebiedsvisie werd ook nog een structuurschets van het hele gebied opgemaakt (zie hier voor ook het thema Natuur, landschap, bos en groen in het volgende hoofdstuk). Deelbekken Drie Molenbeken In dit deelbekken heeft de gemeente in samenwerking met afdeling Water en met de Provincie reeds belangrijke initiatieven ondernomen en zijn effectief maatregelen uitgevoerd in het kader van een MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

45 integraal waterbeleid (bestrijden van wateroverlast, ruimte creëren voor water, natuurontwikkeling bevorderen,..): Beheersplan voor de wachtbekkens Schalmdries en Herdershoek: in opdracht van afdeling Natuur; Studie integraal waterbeheer Molenbeek: in juni 2000 ging de Bestendige Deputatie van Oost- Vlaanderen akkoord met de opmaak van een studie van het stroomgebied dat zich uitstrekt over het grondgebied van de gemeenten Wetteren, Sint Lievens-Houtem, Zottegem, Lede en Oosterzele ; Oppervlaktewatermodellering van de Molenbeek: in opdracht van afdeling Water; Inventarisatie van het grachtenstelsel van de Molenbeek en suggesties voor de herwaardering ervan : inventarisatie in het kader van actie 66 uit Mina Plan2. De tweede fase, in opdracht van afdeling Water, moet leiden tot het opstellen van gebiedsspecifieke richtplannen. Overleg met zowel lokale besturen als landbouw- en natuurverenigingen is in deze opdracht voorzien om plannen te toetsen aan hun maatschappelijk draagvlak Tegengaan van wateroverlast en erosie In het deelbekken van de Drie Molenbeken werden twee wachtbekkens ingericht: Schalmdries en Herdershoek. De wachtbekkens hebben voornamelijk als doel om de problemen bij de waterafvoer in het stroomgebied van de beek op te lossen. Aangezien de bekkens per jaar maar enkele keren worden gevuld, kunnen de gebieden ook andere functies vervullen, bijvoorbeeld als wandelgebied. De gebieden bezitten bovendien een hoge natuurwaarde (cfr. het beheersplan dat hoger vermeld werd zie ook de toelichting in het volgende hoofdstuk). Wetteren heeft niet in die mate te kampen met erosieproblemen dat een uitvoerig bestudeerd erosiebestrijdingsplan noodzakelijk is. Op het grondgebied van de gemeente zij er slechts twee gebieden die op dit vlak gevoelig mogen worden genoemd, nl. de omgeving van Boskant en van Ten Ede. De bestrijding van bodemerosie vereist in elk geval een geïntegreerde, brongerichte aanpak. De gemeente wil de land- en tuinbouwers op hun grondgebied actief benaderen, sensibiliseren en ondersteunen. Communicatie is zeer belangrijk voor het slagen van een integrale erosieaanpak. Het gemeentebestuur doet dit in samenwerking met de Landelijke Raad. Naar aanleiding van de laatste landbouwtelling werden aan de land- en tuinbouwers infobrochures bezorgd. In maart 2005 werden land- en tuinbouwers op een specifieke informatievergadering uitgenodigd Kwaliteit van grond- en oppervlaktewater en van de waterbodems (slib) Om te voorkomen dat vervuild grondwater wordt geconsumeerd kunnen bewoners, die om een bepaalde reden niet aangesloten zijn op het waterleidingsnet, hun putwater kosteloos laten onderzoeken. Dergelijk onderzoek wordt schriftelijk aangevraagd via een standaardformulier, verkrijgbaar op de dienst Leefmilieu. De aanvragen worden vervolgens door de dienst Leefmilieu opgestuurd naar de Vlaamse Milieumaatschappij of naar het klantenkantoor van TMVW. De resultaten MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

46 van het onderzoek worden schriftelijk meegedeeld aan de aanvrager. De mogelijkheid tot putwateronderzoek staat gepubliceerd in de gemeentelijke infogids. Verontreinigende stoffen die in het oppervlaktewater aanwezig zijn kunnen de waterbodems vervuilen doordat deze stoffen zich vasthechten aan de kleideeltjes en het organisch materiaal van de waterbodem. De gemeente is verantwoordelijk voor het beheer van de waterlopen van 3de categorie op het grondgebied van de gemeente. Voor de gemeente ruimingswerken uitvoert, moet de waterbodem van de waterlopen onderzocht worden op verontreinigingsparameters. De milieudienst laat indien nodig, staalnames van de waterbodem nemen en analyseren door het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. De meetgegevens worden getoetst aan het vigerend normenkader en geïnterpreteerd. Op basis van deze gegevens wordt beslist welke ruimingsspecie op de oever kan worden gedeponeerd. Als de specie zo aangerijkt of verontreinigd is dat het milieuhygiënisch niet meer te verantwoorden is om ze op de oever te deponeren, wordt nagegaan of de lozingen in de waterloop zijn weggenomen. Als dat het geval is, vormt de integrale sanering van de waterbodem het sluitstuk van de sanering van de waterloop. Indien er nog steeds lozingen zijn, wordt de waterloop alleen geruimd als er dringende hydraulische, milieuhygiënische of ecologische redenen zijn. De specie wordt dan afgevoerd naar een erkende stortplaats Onderhoud van sloten en beken In het verleden werd bij de ruiming van waterlopen waarover de gemeente bevoegdheid heeft weinig rekening gehouden met randvoorwaarden voor natuur. Volgens de huidige beleidsvisie worden principes toegepast waardoor de beken een meerwaarde voor natuur verkrijgen. Zo wordt er in principe ondiep geruimd en nooit over de hele lengte in een beurt. Er worden ook geen ruimingswerken na 1 februari en vóór 15 september gepland. De gemeente maakt ook praktische afspraken met het Polderbestuur (voor Wetteren Noord) met het oog op een natuurvriendelijk onderhoud van de waterlopen: maaiwerken, slibruimingswerken, kruidruimingswerken. Ingeval van oeververstevigingswerken, verbeteringswerken en wijzigingen van waterlopen is een voorafgaand advies van de MiNa-raad gewenst. In recente aanbestedingen werden reeds enkele bepalingen inzake ecologisch ruimen van grachten opgenomen. Voorkomen en aanpakken van vismigratieknelpunten De gemeente heeft bij de aanleg van nieuwe waterinfrastructuur of bij herstellingen een bijzondere aandacht voor het vrijwaren van de vispassage. Een studiebureau werkte in opdracht van de gemeente een visie uit voor Oude Molenbeek te Wetteren, tussen de Zuidlaan en de Schelde. Dit stroomafwaartse beekgedeelte van de Molenbeek werd bekeken in functie van het oplossen van vismigratieknelpunten. Het beektraject heeft nog slechts een beperkt debiet en is deels overwelfd. Er bieden zich echter mogelijkheden aan tot gedeeltelijk herstel van deze loop. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

47 Riolering en waterzuivering De gemeente kan maar een efficiënt rioleringsbeleid ontwikkelen indien zij op een systematische wijze de relevante gegevens van het rioleringsstelsel kan inzamelen en opnemen in een inventaris. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) brengt daarom alle gemeenten in kaart. De door de VMM opgemaakte leidraad omvat o.a. een overzichtskaart met de gegevens die in de rioleringsdatabank van de VMM zijn opgeslagen: lozingspunten, zuiveringszones A, B en C, gemeentewegen ingekleurd volgens de rioleringstoestand, enz Deze leidraad werd in 2002 beschikbaar gesteld van de gemeente. Indien mogelijk legt de gemeente gescheiden rioleringen aan. In het kader van integraal waterbeheer moet het hemelwater en het afvalwater zoveel mogelijk worden afgekoppeld. Hierdoor wordt het zuiveringsrendement in rioolwaterzuiveringsinstallaties geoptimaliseerd, wordt de kans op wateroverlast en overstroming ingedijkt en wordt verdroging tegengegaan door infiltratie van het gescheiden regenwater. In alle nieuwe rioleringsprojecten van Wetteren wordt prioritaire aandacht besteed aan een gescheiden stelsel. Dit is verplicht volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004, houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. De geplande projecten kan men in het milieujaarprogramma vinden. Wanneer een gescheiden riolering wordt aangelegd, dan zijn de burgers verplicht om gescheiden aan te sluiten (Vlarem, artikel ). De verplichting wordt kenbaar gemaakt maar in de praktijk is een systematische controle moeilijk haalbaar. Zowel het zuiveringsgebied Wetteren (ten zuiden van de Schelde tot en met Sint-Lievens-Houtem) als zuiveringsgebied Overschelde beschikken nu over een functionerend zuiveringsstation (RWZI). De gemeente saneert lozingspunten door de aanleg van een gemeentelijk rioleringsnet. Hiervoor is de gemeente afhankelijk van het programma van Aquafin (bovengemeentelijk rioleringsstelsel), zowel voor wat de bouw van collectoren betreft als van de waterzuivering. Volgende projectfiches voor subsidiëring werden ingediend bij de VMM voor de volgende 5 jaar: Oosterzelestraat-Gijzenzelestraat, Dompelhoekstraat, Kasterstraat, Fortstraat, Rijckerstraat. Met uitzondering van de Dompelhoekstraat en de Fortstraat werd geen van deze projecten echter voor subsidiëring goedgekeurd (programma ). Het gemeentelijk rioleringsproject in de Fortstraat werd ter subsidiëring opgenomen op het tweede kwartaalprogramma van Dit kwartaalprogramma werd echter nog niet goedgekeurd. Een deel van de werkzaamheden in de Fortstraat werd als bovengemeentelijk project opgenomen op het bovengemeentelijk programma van Aan het project in de Dompelhoekstraat werd nog geen subsidie toegekend. Dit project staat op het indicatief programma. Momenteel wordt de afbakening van de zuiveringszones door de NV Aquafin herbekeken 5, waaruit moet blijken waar er zeker individuele afvalwaterzuiveringsinstallaties (IBA) moeten gebouwd worden en waar deze dus bij nieuwbouw moeten opgelegd worden. Ook het begrip C-zone wordt herzien. 5 Begin 2003 heeft de gemeente van het Vlaamse Gewest reeds een indeling van de zuiveringszones ontvangen, die de gemeente vervolgens heeft verfijnd. Vanaf 1 april 2003 werd deze indeling gebruikt in de toepassing LogisView. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

48 Volgens de huidig Vlaremwetgeving moet voor iedere nieuwe lozing in zuiveringszone C 6 of het nietgerioleerd gebied een IBA opgelegd worden. De nieuwe zoneringsplannen van de overheid worden voor het einde van 2005 verwacht. Aquafin onderzoekt de plaatselijke mogelijkheden voor projecten van kleinschalige waterzuivering voor de woningen die niet zullen aangesloten worden op het rioleringsstelsel. Door het Vlaamse gewest wordt het proefproject kleinschalige waterzuivering (KWZI) Westrem voorzien. Dit is een totaalproject waarbij naast de kleinschalige zuivering ook een volledig gescheiden rioolstelsel zal gerealiseerd worden. Het project heeft betrekking op een 33-tal woningen. De bestaande riolering is gemengd en loost op de Molenbeek. De volledige financiering zal door het Vlaamse Gewest gebeuren Rationeel watergebruik door de gemeente en sensibilisatie van de bevolking Wetteren besteedt reeds enkele jaren veel aandacht aan een duurzamer waterbeheer binnen het gemeentelijk patrimonium en in de dagelijkse werking van de stadsdiensten. De nauwgezette registratie en evaluatie van het watergebruik gebeurt volgens een dienstencontract reeds in het gemeentehuis en in het cultureel centrum De Poort. De evaluatie leidt tot waterbesparende mogelijkheden. De gemeente verbindt er zich toe om in het geval van nieuwbouw, herbouw of verbouwing van gemeentelijke gebouwen een audit van het gebouw in kwestie uit te voeren m.b.t. de mogelijkheden van een duurzaam watergebruik. De resultaten van deze audit worden via concrete maatregelen geïmplementeerd in het ontwerp Gemeentelijke reglementen en subsidieregeling In het kader van het lokaal waterbeleid kunnen de inwoners van Wetteren momenteel gebruik maken van de volgende subsidieregelingen: Hemelwaterinstallaties. Wetteren verleent een subsidie voor gebruik van regenwater voor wcspoeling en/of wasmachine in een bestaande woning. Het gebruik van regenwater in een nieuwbouwwoning wordt sinds 2003 niet meer gesubsidieerd. Aanleg van een infiltratievoorziening. Naast het plaatsen van regenwaterputten, die reeds gesubsidieerd werden, is het laten infiltreren van hemelwater het tweede luik in het herstel van de waterbalans. Daarom keurde de gemeenteraad in zitting van 28 oktober 2004 het subsidiereglement goed voor de aanleg van infiltratievoorzieningen bij bestaande woningen. Het bedrag van de subsidie hangt af van de grootte van de aangesloten verharde oppervlakte. 6 Enkel de gerioleerde gebieden zijn momenteel opgedeeld in zuiveringszones: Zuiveringszone A: dit gebied is gerioleerd. Het afvalwater is via de riolering aangesloten op een operationele RWZI. Zuiveringszone B: dit gebied is gerioleerd. De aansluiting op een operationele RWZI wordt voorzien door het Vlaamse Gewest of door de gemeente via een goedgekeurd investeringsprogramma. Zuiveringszone C: dit gebied is gerioleerd. De aansluiting op een operationele RWZI wordt niet voorzien door het Vlaamse Gewest of door de gemeente. Daarnaast zijn er gebieden zonder riolering. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

49 Aanleg van een individuele afvalwaterzuiveringsinstallatie (IBA). Ongezuiverde lozingen of lozingen via bezinkputten en te kleine of verouderde septische tanken zijn zeer slecht voor de bodem- en waterkwaliteit. Een IBA kan hier een oplossing bieden. Een Europese richtlijn verbiedt bovendien vanaf 2006 het lozen van ongezuiverd huishoudelijk afvalwater in oppervlaktewater. De gemeenteraad keurde ook dit reglement einde oktober 2004 goed. Subsidiereglement voor groendaken. De gemeente wenst de aanleg van groendaken te stimuleren. Dit initiatief past in het natuur- en groenbeleid, al is een groendak in de eerste plaats bedoeld om hemelwater tijdelijk te bergen, evaporatie toe te laten en het infiltrerend watervertraagd af te voeren. In Wetteren is ook een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening met betrekking tot het overwelven van baangrachten van toepassing. Op 1 oktober 2004 werd het besluit "houdende vaststellingen van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater" goedgekeurd. Deze gewestelijke stedenbouwkundige verordening gaat uit van het principe dat hemelwater in eerste instantie hergebruikt moet worden, dan infiltreert in de bodem en als het niet anders kan, vertraagd wordt afgevoerd. De verordening legt minimale voorschriften op. De gemeenten zijn vrij om strengere normen op hun grondgebied uit te vaardigen. Elk toekomstig gebouw in Vlaanderen met een dakoppervlakte groter dan 75 vierkante meter zal in de aanleg van een hemelwaterput moeten voorzien. Dit geldt ook wanneer een dakconstructie met meer dan 50 vierkante meter wordt uitgebreid. Indien verharde grondoppervlakten van meer dan 200 vierkante meter worden aangelegd, die bestaande infiltratiemogelijkheden grotendeels onmogelijk maken, vallen ze ook onder deze regelgeving. De nieuwe verordening is sinds 1 februari 2005 van kracht (B. Vl. R. dd. 01/10/2004). In Wetteren werd na overleg tussen de milieuambtenaar, de stedenbouwkundig ambtenaar en het diensthoofd ruimtelijke ordening gekozen voor de overname van de gewestelijke verordening, met een verstrenging op enkele punten BIJZONDERE KNELPUNTEN In het oudere gerioleerd gebied van de gemeente zorgt de riolering op enkele plaatsen regelmatig voor overlast. Dit is vooral het geval in de Fortstraat de sanering van deze toestand is opgenomen in het programma van VMM-Aquafin (zie hiervoor ). Knelpunt De Ham: het gemaal De Voorde is ondergedimensioneerd. De uitvoering van het proefproject KWZI Westrem was geruime tijd onzeker. Volgens recente informatie van de overheid wordt het project opnieuw verdergezet. Aquafin heeft contact gezocht met de gemeente om een goedkeurig van de voorgestelde locatie te bekomen. Er zijn wellicht onvergunde grondwaterputten van boomkwekers (tuinbouwers); de gemeente kan illegale winningen niet rechtstreeks aanpakken omdat die per definitie niet gekend zijn. Sensibiliseren van de beroepsgroep is de boodschap. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

50 De gedetailleerde rapportering van knelpunten uit de interviews in het kader van de deelbekkenwerking (Scheldeland, Drie Molenbeken) gebeurt via de provincie. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

51 VISIE EN DOELSTELLINGEN WATERGOUD De gemeente streeft naar een duurzaam waterbeleid door het afstemmen van de verschillende dimensies ervan. Dit zal in de eerste plaats via een actieve participatie in de deelbekkenwerking van Scheldeland en Drie Molenbeken gebeuren. Daarnaast zal Wetteren een rationeel watergebruik door de gemeentediensten ondersteunen en alle inwoners van de gemeente blijvend informeren over wateraspecten die iedereen aanbelangen. De code van goede praktijk voor duurzaam lokaal waterbeleid beschrijft een aantal krachtlijnen, zeven watersporen die in de doelstellingennota s van de deelbekkenbeheerplannen als leidraad en als rode draad van de deelbekkenwerking worden gehanteerd: 1. Maximale retentie (infiltratie, berging en vertraagde afvoer) van hemelwater aan de bron Zo min mogelijk hemelwater wordt versneld afgevoerd naar de waterloop. Het hemelwater wordt zo veel mogelijk aan de bron opgevangen en gebruikt (zie ook spoor 7), geïnfiltreerd en zo nodig vertraagd afgevoerd, gescheiden van het rioleringsstelsel. Dit alles om piekafvoeren te voorkomen in de strijd tegen wateroverlast en erosie, infiltratie te bevorderen in de strijd tegen verdroging, en verdunning van het afvalwater tegen te gaan in de strijd tegen waterverontreiniging. 2. Sanering afvalwaterlozingen Afgezonderde (groepen van) afvalwaterlozingen die buiten het bestaande riolerings- en zuiveringsnetwerk vallen, saneren, hetzij door een bestaande rioolwaterzuiverings-installatie na aansluiting op het bestaande netwerk, hetzij door zuivering in een kleinschalige waterzuiveringsinstallatie na aansluiting op een gemeenschappelijk lokaal rioleringsstelsel, hetzij door een individuele afvalwaterzuiveringsinstallatie. 3. Bewaking en verbetering van de kwaliteit van de riolerings- en zuiveringsinfrastructuur De rioleringsinfrastructuur wordt op dergelijke manier onderhouden, verbeterd en uitgebouwd dat hydraulische overbelasting en biologische onderbelasting van het rioleringsstelsel en de zuiveringsinfrastructuur zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Het gaat hierbij om de uitbouw van het gescheiden rioleringsstelsel, het afkoppelen van parasitaire debieten (vb.grachten aangesloten op riolering), maximale aansluiting van particulieren, enz. 4. Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging Er wordt gestreefd naar het voorkomen van het gebruik van waterschadelijke producten of, indien dit niet mogelijk is, ze te vervangen door het gebruik van minder schadelijke alternatieven. Afstromend hemelwater van potentieel vervuilde oppervlakken wordt opgevangen en gezuiverd (bijvoorbeeld druk bereden wegen, parkings, ). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

52 5. Voorkomen en beperken van erosie en sedimenttransport naar de waterloop Erosie op het land en de afvoer van bodemdeeltjes naar de waterloop wordt tegengegaan. 6. Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer Het ontwikkelen en instandhouden van gezonde watersystemen die aan de behoeften van de karakteristieke ecosystemen en de eisen van gevoelige soorten kunnen voldoen en een verantwoord menselijk gebruik voor de huidige en toekomstige generaties waarborgen. De watersystemen worden in evenwicht gebracht voor het hele grondgebied waarvoor het deelbekkenbeheerplan opgemaakt wordt. Concreet is het waterlopenbeheer gericht op vertraagde afvoer, stroomopwaartse buffering van water, stimuleren van het zelfzuiverend vermogen, herstel van het natuurlijk milieu van het watersysteem, De ecologische functie van watergebonden elementen wordt gemaximaliseerd (bijvoorbeeld integratie van waterlopen, grachtenstelsels en bijhorende oeverzones als verbindingseenheden natuur). 7. Duurzaam (drink)watergebruik De druk op de grondwaterreserves wordt verminderd door het gebruik van grond- en leidingwater, daar waar mogelijk en verantwoord, te beperken. Op kwalitatief vlak wordt gestreefd naar het gebruik van laagwaardig water voor laagwaardige toepassingen (vb. hemelwater voor wc-spoeling, oppervlaktewater als proceswater, hergebruik van gezuiverd afvalwater, enz.). Op kwantitatief vlak is het de uitdaging om niet meer water te gebruiken dan nodig (vb. installeren van waterbesparende apparatuur, meldingssystemen voor lekkende kranen, enz.). Wanneer de deelbekkenbeheerplannen meer vorm krijgen, kan een duidelijker zicht gekregen worden op de plannen die als prioritair naar voor zullen komen en kan eventueel de werking bijgestuurd worden. In elk geval mag worden aangenomen dat ook in Wetteren de actieprogramma s van de deelbekkenbeheerplannen nog tijdens de planperiode van dit milieubeleidsplan in uitvoering zullen worden gebracht. DOELSTELLING 1: VERDER UITBOUWEN VAN EEN DUURZAAM LOKAAL WATERBELEID IN HET KADER VAN DE DEELBEKKENWERKING Het waterbeleid zal vooral grensoverschrijdend vorm moeten krijgen in het kader van de opmaak van deelbekkenbeheersplannen gestuurd door de hogere overheid. Aanvullend en in uitvoering hiervan zal de gemeente haar lokaal waterbeleid vorm geven. Voorwaarde voor een duurzaam lokaal waterbeleid is afstemming tussen de verschillende bestuursniveaus én integratie van de verschillende dimensies in de planning en uitvoering van concrete projecten. De opmaak en uitvoering van deelbekkenbeheersplannen (DuLo-waterplannen) voor de deelbekkens die op het grondgebied van Wetteren gesitueerd zijn, is de belangrijkste taak voor de komende jaren. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

53 DOELSTELLING 2: BEWAKING EN GEFASEERDE VERBETERING VAN DE KWALITEIT VAN DE RIOLERING- EN ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR Haalbaarheidsoverwegingen dwingen de gemeente tot een genuanceerd en afgewogen graduele uitbouw van het gescheiden rioleringsstelsel. De kosten zullen niet altijd opwegen tegen de baten in de keuze voor een volledig gescheiden rioleringstelsel. De gemeente maakt systematisch gebruik van de bestaande instrumenten om reeds in de planfase de impact van ingrepen in het systeem te kunnen afwegen naar hun effect op de zuiveringgraad van de waterlopen. Afgezonderde (groepen van) afvalwaterlozingen die buiten het bestaande riolerings- en zuiveringsnetwerk vallen, saneren. Er wordt gestreefd naar een maximale aansluitingsgraad op het rioleringsnet. De gemeente wil een prioritaire aanpak van de sanering bepleiten voor (1) Gransveldestraat, (2) Schoorstraat-Kortewagenstraat en (3) het ouder gerioleerd gebied van Wetteren, met name de Brusselsesteenweg (ter hoogte van de doortocht Kwatrecht) en de Fortstraat. Voor de zuivering van het afvalwater van woningen die niet op het rioleringnet kunnen worden aangesloten (zuiveringszone C) kan individuele waterzuivering een oplossing bieden. Het afvalwaterbeleid van de gemeente zal op de nieuwe zoneringsplannen van de overheid worden afgestemd (van zodra deze er zijn). DOELSTELLING 3: INFILTRATIE, BERGING EN VERTRAAGDE AFVOER VAN HEMELWATER Dit houdt in dat het hemelwater aan de bron wordt opgevangen en gebruikt, geïnfiltreerd en zo nodig vertraagd afgevoerd, gescheiden van het rioleringsstelsel. Hierdoor kan men piekafvoeren voorkomen in de strijd tegen wateroverlast en erosie, infiltratie bevorderen in de strijd tegen verdroging, en verdunning van het afvalwater tegengaan om de zuivering van het afvalwater te optimaliseren Het hemelwater dat op parkeergelegenheden, industrieterreinen, pleinen en wegen valt, wordt meestal naar de riolering of de waterlopen geleid. Het afkoppelen van grote, verharde oppervlaktes bij nieuw- of hernieuwbouw verhoogt het waterbergend vermogen van het grondgebied van de gemeente. De voorbeeldfunctie van de gemeentelijke dien9999sten verder uitbouwen kan particulieren stimuleren in dit verband. DOELSTELLING 4: DUURZAAM WATERLOPENBEHEER Een goed onderhoud van de waterlopen is nodig. Duurzaam waterlopenbeheer koppelt het vermijden van wateroverlast aan respect voor natuurwaarden. Concreet is het waterlopenbeheer gericht op vertraagde afvoer, stroomopwaartse buffering van water, stimuleren van het zelfzuiverend vermogen, herstel van het natuurlijk milieu van het watersysteem, Het streven naar zuiver water biedt nieuwe kansen voor ecologische meerwaarden. De ecologische functie van watergebonden elementen wordt verbeterd (bijvoorbeeld integratie van waterlopen, MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

54 grachtenstelsels en bijhorende oeverzones als verbindingseenheden natuur) zonder de veiligheidsaspecten uit het oog te verliezen. De nadruk ligt op oppervlakkige ruiming, d.i. het verwijderen van hindernissen zoals zwerfvuil, waardoor de afvoer gehinderd wordt. Grondige ruiming of slibruiming wordt enkel uitgevoerd wanneer noodzakelijk. Bij het maaien zowel als bij het ruimen wordt gekozen voor milieuvriendelijke technieken. Bij herstellingwerken worden zoveel mogelijk de principes van natuurtechnische milieubouw toegepast. De gemeente verbindt zich ertoe om bij alle geplande buitengewone werken en bij herstellingswerken van waterlopen rekening te houden met vismigratie: bij het herstel van bestaande of de aanleg van nieuwe infrastructuur wordt geen verval, te hoge stroomsnelheid of te lage waterstand gecreëerd. Indien dit niet mogelijk is, worden compenserende maatregelen aangebracht. De gemeente verbindt zich ertoe bij het uitwerken van een geschikte oplossing voor het opheffen van vismigratieknelpunten rekening te houden met een prioriteitenlijst. DOELSTELLING 5: DUURZAAM WATERGEBRUIK STIMULEREN De druk op de grondwaterreserves wordt verminderd door het gebruik van grond- en leidingwater, daar waar mogelijk en verantwoord, te beperken. Op kwalitatief vlak wordt gestreefd naar het gebruik van laagwaardig water voor laagwaardige toepassingen (vb. hemelwater voor wc-spoeling, oppervlaktewater als proceswater, hergebruik van gezuiverd afvalwater, enz.). Op kwantitatief vlak is het de uitdaging om niet meer water te gebruiken dan nodig (vb. installeren van waterbesparende apparatuur, meldingssystemen voor lekkende kranen, enz.). Een water-audit, een grondige doorlichting, kan uitwijzen of er rationeler met water kan omgesprongen worden. Uit de doorlichting moet blijken wat de mogelijkheden zijn voor waterbesparende technologieën als spaardouchekoppen, spaarknoppen op toiletten, doorstoombegrenzers, ). Het rationeel watergebruik wordt binnen het gemeentelijk patrimonium en de werking van de diensten geoptimaliseerd. De voorbeeldfunctie van de gemeente wordt uitgebouwd, vooral door de bevolking te sensibiliseren d.m.v. eigen verwezenlijkingen in bouw- en verbouwprojecten van de gemeente. Relatie met het PMBP Oost-Vlaanderen Vanuit dit hoofdstuk kan een link gelegd worden naar de volgende projecten uit het provinciaal milieubeleidsplan : - project 1 'Werken aan integraal waterbeleid via de deelbekkenwerking'. De provincie neemt een coördinerende en ondersteunende rol op bij de opmaak en de uitvoering van de deelbekkenbeheerplannen. - project 2 'Bestrijden van erosie'. De provincie wil deze problematiek aanpakken in samenwerking met de gemeenten. Zij zal een coördinerende rol opnemen en de gemeenten ondersteunen bij de uitvoering van erosiebestrijdingsmaatregelen en de communicatie met de landbouw. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

55 MOGELIJKE ACTIES Lopende acties Milieujaarprogramma 2005 Volgnr. MJP 2005 Titel van de actie en toelichting 24 opmaak dulo-waterplan voor het deelbekken scheldeland 25 opmaak dulo-waterplan voor het deelbekken drie molenbeken 26 aanleg van rioleringen, indien mogelijk volgens het gescheiden systeem 27 onderzoek naar de plaatselijke mogelijkheden voor projecten van kleinschalige waterzuivering voor de woningen die niet zullen aangesloten worden op het rioleringsstelsel(gnopactied5et7a1) + opstarten proefproject kleinschalige waterzuivering westrem 28 opmaak subsidiereglement m.b.t. de bouw van een individuele afvalwaterzuiveringsinstallatie 29 opmaak van een gemeentelijk (stedenbouwkundige) verordening m.b.t. het overwelven van baangrachten 30 controle van de kwaliteit van ondiep grondwater 31 slibruimingen van de waterlopen van 3de categorie op het grondgebied van de gemeente 32 natuurvriendelijk beheer van beken en sloten (gnopactie d1 t12 a1) 33 sensibilisering van land- en tuinbouwers over het thema erosiebestrijding 34 subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties 35 opmaak subsidiereglement m.b.t. infiltratievoorzieningen 36 duurzaam waterbeheer binnen het gemeentelijk patrimonium 37 sensibiliseren i.v.m. de subsidieregelingen inzake water Nieuwe acties voor de planperiode Uitvoeren actieprogramma s van de deelbekkenbeheerplannen De doelstellingennota s van de deelbekkenbeheerplannen zijn voorzien voor het einde van 2004, waarna de actieprogramma s in 2005 zullen worden uitgewerkt. Het onderschrijven en maximaal steunen van de uitvoering van de programma s op het grondgebied van Wetteren, is een belangrijk actiepunt voor de planperiode van dit milieubeleidsplan. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

56 Veiligheid op het vlak van overstromingen en wateroverlast volledig trachten te verzekeren Het grote principe van het waterbeheer moet zijn: veiligheid en natuur optimaal laten samengaan. Vanuit dit thema staat de veiligheid (voorkomen van wateroverlast) duidelijk voorop. Ingrepen om de veiligheid te waarborgen zijn voor een groot deel de bevoegdheid van andere bestuursniveaus. Afhankelijk van de aandacht die in de deelbekkenbeheerplannen aan dit aspect besteed wordt, zal de gemeente niettemin al het mogelijke doen om in de overlegfora van het waterbeheer te pleiten voor een optimale veiligheid. Prioritaire gebieden voor sanering van lozingen Wetteren heeft op dit moment geen nood aan een geïntegreerd IWB-project (combinatie sanering, verbeteren, riolering, gerichte acties om af te koppelen, natuurontwikkeling,..) in een of meer delen van de gemeente. Mogelijk kunnen problematische lozingen in een gracht die uiteindelijk naar de Kalkense Meersen afwatert wel specifiek worden aangepakt. Wanneer de deelbekkenbeheerplannen klaar zijn, kan mogelijk wel een IWB-project voor Wetteren gedefinieerd zijn. Op het vlak van de riolering zijn twee gebieden voor de gemeente prioritair met het oog op integrale sanering: (1) Gransveldestraat en (2) Schoorstraat-Kortewagenstraat. Ook het ouder gerioleerd gebied van Wetteren vraagt een dringende aandacht, met name de Brusselsesteenweg (ter hoogte van de doortocht Kwatrecht) en de Fortstraat. Opmaken van een totaal hemelwaterafvoerplan voor het centrumgebied Een totaal hemelwaterplan, naar analogie met het TRP, zou het beleid zeker ondersteunen, bijvoorbeeld op het vlak van keuzes voor de aanleg van gescheiden riolering. Nu moet dit telkens geval per geval (ad hoc) beoordeeld worden, hetgeen inderdaad niet steeds de efficiëntste werkwijze is. De gemeente wil de mogelijkheid onderzoeken en de haalbaarheid van een totaal hemelwaterafvoerplan voor het centrum overwegen. Sensibileren van tuinbouwers rond onvergunde grondwaterputten, via de beroepsfederaties De vergunningsplicht moet nageleefd worden maar het is niet eenvoudig om alle (eventuele) overtreders individueel te benaderen. De aanvraag voor een vergunning kost maximaal 100, zodat de beroepsfederatie de leden wel zou moeten kunnen overtuigen om een vergunningsaanvraag in te dienen. Wetteren zou als typische plantengemeente naast een GNOP, een structuurplan en een milieubeleidsplan trouwens ook een tuinbouwplan kunnen gebruiken. Daarin zouden alle relevante milieuaspecten van de sector aan bod kunnen komen. ( zie hierover ook Project 1) Kaderstuk Water in de nieuwe editie van de informatiebrochure Wonen, bouwen en verbouwen Actie opgenomen in Project 7 (Energiezorg en rationeel watergebruik). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

57 6.3. NATUUR, LANDSCHAP, BOS EN GROEN THEMABESCHRIJVING Een centrale langetermijndoelstelling van het Vlaamse natuurbeleid is het verlies aan biodiversiteit stopzetten door instandhouding, ontwikkeling en herstel van de natuur en het natuurlijk milieu en door het duurzaam gebruik van ecosystemen en soorten. Biodiversiteit hangt voor een groot deel samen met het grondgebruik, met de ruimte die de natuur daarbij behoudt en met de kwaliteit van het milieu. De biodiversiteit gaat achteruit omdat de mens het evenwicht tussen natuurlijke processen en functies heeft verstoord. Vlaanderen is gebonden aan diverse internationale verdragen, besluitvorming in het kader van Europese conferenties, richtlijnen van de Europese Unie en overeenkomsten van de Benelux. De Vlaamse vertaling daarvan bevindt zich voornamelijk in het Bosdecreet en in het Natuurdecreet (decreet betreffende het Natuurbehoud en het Natuurlijk milieu), dat inmiddels ook werd gewijzigd en aangevuld met gebiedsgerichte bepalingen. Dit thema behandelt de klassieke groene thema s zoals het natuurbeleid, bos- en groenbeleid. In uitvoering van het Natuurdecreet bevat Mina-plan3 eveneens een Natuurbeleidsplan, weliswaar verspreid over dit en een aantal andere thema s en delen. Accenten worden gelegd op zes deelgebieden: gebiedsgericht beleid, relatie natuurdoelstellingen en milieubeleid, soortenbescherming, doelgroepenbeleid, ondersteuning provinciale en lokale overheden en het ondersteunend beleid. Aspecten die van belang zijn voor natuur- en bosbeleid en die een geïntegreerde aanpak vragen werden opgenomen in de delen Geïntegreerd overheidsbeleid en Gebiedsgericht beleid. De bespreking en samengaande acties inzake milieukwaliteit en inzake versnippering worden behandeld binnen de betreffende thema s. Met het Harmonisch park- en groenbeheer wil de Vlaamse overheid het beheer van parken en openbaar groen op een duurzamere en ecologisch verantwoorde leest schoeien. Drie pijlers vormen de basis: de maatschappelijke noden van de parkgebruiker het behoud en de versterking van de natuurwaarden de bescherming van het leefmilieu VEN en IVON 7 Het Natuurdecreet, het MINA-plan 3 en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) voorzien in de afbakening van ha grote eenheden natuur en grote eenheden natuur in ontwikkeling, die samen het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) vormen. In die gebieden is natuur de hoofdfunctie en zijn andere functies ondergeschikt. Daarnaast moet ha natuurverwevingsgebied (NVWG) worden afgebakend, waar de natuurfunctie nevengeschikt is. VEN en NVWG worden ondersteund door 7 Informatie overgenomen uit deel VI # 31 van Natuurrapport Toestand van de natuur in Vlaanderen: cijfers voor het beleid. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud nr. 24, Brussel. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

58 natuurverbindingsgebieden (NVBG), waarvoor geen taakstellende oppervlakte is voorzien. NVBG en NVWG vormen samen het IVON of Integraal Verwevings en Ondersteunend Netwerk. De afbakening van VEN en NVWG is gekoppeld aan specifieke planologische bestemmingen op de ruimtelijke uitvoeringsplannen en gewestplannen. In het RSV wordt aangegeven dat voor de totstandkoming van de natuurlijke structuur ha natuurgebied bijkomend wordt afgebakend, naast ha bosuitbreiding. Die afbakening gebeurt in gewestelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen of RUP s. Voor de gebieden van het VEN en het IVON, voor alle groene bestemmingen op de gewestplannen en voor alle Speciale Beschermingszones 8 en Ramsargebieden, dient een natuurrichtplan (NRP) te worden opgemaakt. In het NRP worden de natuurdoelen binnen de vernoemde gebieden bepaald en gekoppeld aan de nodige maatregelen. De provincies staan in voor de afbakening van zoekzones voor natuurverbindingsgebieden (NVBG) en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang (EIB). Die worden indicatief afgebakend in de provinciale ruimtelijke structuurplannen (PRS), die ondertussen voor alle provincies door de Vlaamse regering werden goedgekeurd. Via een provinciaal RUP kunnen de gebieden in detail worden afgebakend met daaraan gekoppelde, specifieke stedenbouwkundige voorschriften en eventuele onderliggende planologische bestemmingswijzigingen. Inrichtingsvisie en -maatregelen worden opgenomen in een natuurrichtplan waarvoor het Natuurdecreet het wettelijke kader biedt. Deze context is voor het gemeentelijk milieubeleid van belang aangezien een VEN-gebied gedeeltelijk op het grondgebied van Wetteren gelegen is en daarnaast ook een NVBG en vier EIB. De gemeente zal betrokken worden bij de opmaak van het natuurrichtplan of de gebiedsvisie voor deze gebieden. De gemeente kan ook mee invulling geven aan het VEN, de natuurverbindingsgebieden en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang o.a. via beheersovereenkomsten, een aangepast oeverbeheer, soortenbeschermingsprojecten en hieromtrent voorstellen doen vanuit haar terreinkennis. 9 8 SBZ in het kader van de Europese vogel- en habitatrichtlijnen 9 informatie overgenomen uit een advies van de Provincie bij het ontwerp MBP Wetteren MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

59 NATUURLIJKE ENTITEITEN VANDAAG Bijzondere kenmerken en aandachtspunten De Wetterse bevolking is zich vaak helemaal niet bewust van de natuurwaarden en het boeiende landschap dat zich rondom het verstedelijkt gebied uitstrekt. De gemeente heeft een relatief heel lage bebossingsgraad (4,3% tegenover 8% Vlaams gemiddelde). Er zijn heel wat boomkwekers actief in Wetteren. Zij zijn meestal jong en hebben grote lopende investeringen. Het gaat niet om uitbollende bedrijven die eventueel in aanmerking zouden komen voor natuur-/bosontwikkeling. De plantsoendienst (gemeentelijk groen) en de milieudienst (eerder natuurprojecten) ressorteren onder verschillende schepenen; er is anderzijds een gunstige ontwikkeling aan de gang doordat de werking rond plantsoenen en deze ivm natuurprojecten naar elkaar toegroeien. Op de milieudienst werkt een deeltijdse medewerker NME, die de algemene thema s van de natuur- en milieueducatie behartigt en tevens zeer actief natuurstudie en natuureducatie promoot bij de Wetterse schooljeugd. Samengaand met vorige: de sterke profilering en identiteit NME in de gemeente is een sterke troef. Er bestaat een jarenlange werking op dat vlak, veel initiatieven voor de doelgroep scholen - de gemeentelijke activiteiten NME zijn vaak seizoensgebonden. Impulsen uit het samenwerkingsverband tussen de MiNa-raden van vier gemeenten hebben geleid tot een bundeling van krachten voor de duurzame ontwikkeling van de Kalkense meersen. Uit deze werking maar vooral ook door de langetermijnvisie voor het Schelde-estuarium en de actualisatie van het Sigmaplan voor het Zeescheldebekken is een heel belangrijke dynamiek op gang gekomen die o.m. zal leiden tot de oprichting van een Regionaal Landschap Schelde-Durmeland en in een nog ruimer verband een Schelde-Landschapspark. I. NATUUR, BOS EN LANDSCHAP In het gemeentelijke natuurontwikkelingsplan dat in 1994 en 95 tot stand kwam (GNOP Wetteren) worden de natuurwaarden en het landschap van de gemeente uitvoerig beschreven. Voor een beknopte situering in dit milieubeleidsplan beperken wij ons tot de belangrijke gemeentelijke groengebieden en de natuur die in bovengemeentelijke netwerken is opgenomen. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

60 Vlaams Ecologisch Netwerk, IVON en Natura 2000 VEN Op het niveau van het Vlaams Gewest worden in het Vlaams Ecologische Netwerk (VEN) waardevolle en gevoelige natuurgebieden afgebakend. Het VEN heeft tot doel de natuur in Vlaanderen beter te beschermen, te herstellen en te ontwikkelen. Het netwerk wordt gevormd door Grote eenheden natuur (GEN) en Grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO). Een GEN is een reeds bestaand natuurlijk waardevol gebied. Een GENO daarentegen is een gebied dat na inrichting of met een aangepast beheer tot een natuurterrein met nog meer waarde kan uitgroeien. Binnen het VEN gelden voorschriften over welke activiteiten of ingrepen toegelaten zijn en welke niet. De Vlaamse regering besloot op 19 juli 2002 om de eerste selectie van gebieden voor het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) voorlopig vast te stellen. Bij Besluit van 18 juli 2003 verscheen op 17 oktober 2003 in het Belgisch Staatsblad de lijst van gebieden die definitief in het VEN, 1 ste fase, afgebakend zijn. VEN-afbakening 1 ste fase (informatie en kaart uit Geoloket, OC GIS Vlaanderen) Er is slechts 1 VEN-gebied voor een klein deel afgebakend binnen de grenzen van de gemeente (in voege getreden op ), namelijk: - VEN-gebied 215: De Vallei van de Boven-Zeeschelde van Kalkense meersen tot Sint-Onolfspolder (GENO op het grondgebied van Wetteren). Dit gebiedje sluit over de gemeentegrens uiteraard aan bij het overige deel van de Kalkense meersen (grondgebied Laarne, Berlare). Buiten Wetteren maar dicht bij de gemeentegrens zijn in de 1ste fase van het VEN nog de volgende twee gebieden op de kaart te situeren : - VEN-gebied 218: De Vallei van de Serkampse beek (Serkampse bossen); grondgebied Lede - VEN-gebied 217: De Oosterzeelse bossen; grondgebied Oosterzele. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

61 INTEGRAAL VERWEVINGS- EN ONDERSTEUNEND NETWERK (IVON) In het provinciaal ruimtelijk structuurplan 10 werden natuurverbindingsgebieden (NVBG) en ecologische infrastructuur van bovenlokaal (EIB) aangeduid die gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente zijn gelegen. De gebiedsgerichte selecties werden uitgevoerd, rekening houdend met de zgn. natuuraandachtszones. De selectie van de gebieden gebeurde op bekkenniveau (Wetteren: Boven-Scheldebekken). Voor de NVBG wordt in het PRS ook een indicatie gegeven van de natuur- en landschapselementen die potenties bezitten om de natuurverbinding te realiseren. Belangrijk om weten is dat in het PRS enkel beken en kanalen als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang (EIB) werden geselecteerd. Hierbij ging men uit van de aanname dat kleine natuur- en bosgebieden van lokaal belang zijn en desgewenst in een gemeentelijk structuurplan geselecteerd kunnen worden. Uit figuur 63 van het PRS Oost-Vlaanderen zijn de volgende NVGB en EIB af te lezen, gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente of er onmiddellijk aan grenzend: Natuuraandachtszone 5V3: Kalkense meersen Natuurverbinding 5N13: Vallei van de Zeeschelde. Elementen die de verbinding schragen: rietland en - stroken, slikken, nat grasland, ruigte, zoetwaterschorren, wilgenstruweel, valleibos. Natuurverbinding 5N12: Verbindingsgebied van Serskamp. Elementen die de verbinding schragen: bosjes, heischrale gronden, (knot)bomenrijen. Ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang: - 5 E 1: Maanbeek (bomenrijen, bosjes) - 5 E 5: Serskampse beek (bomenrijen, natte graslanden en bosjes) - 5 E 6: Waalbeek (bomenrijen, natte graslanden en bosjes) - 5 E 7: Kottombeek Molenbeek Onderbeek (bomenrijen, natte graslanden en bosjes) 10 het PRS Oost-Vlaanderen is op 24 maart 2004 in werking getreden MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

62 NATURA 2000 SBZ-H (groen) en SBZ-V (blauw raster) als deel van NATURA 2000 (informatie en kaart uit Geo-loket, OC GIS Vlaanderen) In het kader van de Europese vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn, zijn de volgende speciale beschermingszones (SBZ-V, resp. SBZ-H) van het Europees ecologisch netwerk NATURA 2000 op het grondgebied van Wetteren vertegenwoordigd: - BE : Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent drie delen van deze SBZ-H bevinden zich langs de Schelde ten oosten van het centrum en aansluitend bij het groter geheel van de Kalkense Meersen; - BE 3-5: een klein deel van het vogelrichtlijngebied (SBZ-V) Durme en Middenloop van de Schelde, overlappend met de SBZ-H die aansluit bij de Kalkense Meersen. - BE : Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek, - waar behalve bos voornamelijk schraalgrasland en verschillende types heide als waardevolle habitats beschermd worden. In Wetteren gaat het om het Hospiesbos en omgeving die over de gemeentegrens aansluiten bij Serskampbos Gemeentelijke natuurgebieden Molenbeekvallei De Molenbeek strekt zich uit van het brongebied in Oombergen tot de monding in de Schelde te Wetteren. In het hele valleigebied liggen beekbegeleidende bosjes met waardevolle lenteflora en drassige weilanden. Op de rechteroever van de Molenbeek, ter hoogte van Dassenveld, is vanaf 2000 een streekeigen bos aangelegd: het Herdersbroek. Het bos is er kunnen komen dank zij samenwerking tussen Aminal, afdeling Natuur (Vlaamse overheid), de Wetterse boomtelers, de Jeugdraad en de gemeente Wetteren. Aminal, afdeling Water, wilde in eerste instantie het overstromingsgevaar in de Molenbeekvallei indijken en legde daarvoor twee wachtbekkens aan (in de Schalmdries en in de Herdershoek). Aminal MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

63 stelde ook een beheerplan op om - in samenspraak met de plaatselijke landbouwers - het valleigebied van de Molenbeek nieuwe kansen te geven. De aangeplante bomen en struiken zijn inheems en eigen aan het natte valleigebied: zwarte els, sleedoorn, vlier, gelderse roos, hazelaar, rode kornoelje en es. In het laagst gelegen weidegedeelte is in september 2001 een poel aangelegd waar de wilde eend, kikkers, salamanders en libellen een geschikte biotoop vinden. Leerlingen van de Wetterse basisscholen kunnen er educatief wateronderzoek doen. In het bos kan gespeeld worden en gewandeld. Wel komen er geen klassieke speeltuigen. De aangeplante wilgenpoten zullen binnen enkele jaren zorgen voor een heuse boomhut. Er komt ook een doolhof en langs de oever van de Molenbeek zijn de knotwilgen in eer hersteld. Het gemeentebestuur ontwikkelde in uitvoering van het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan een natuurleerpad langs de Molenbeek (zie hierover ook III. NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE). Kalkense Meersen In de alluviale vlakte van de Schelde vormen de Kalkense Meersen een relatief open landschap dat zich uitstrekt over de gemeenten Laarne, Wichelen, Berlare en Wetteren. Slechts een fractie van dit uitgestrekt gebied ligt op het grondgebied van Wetteren (Voorbellem, Aaldries, Springels, D'Helst). Volledig in Wetteren liggen enkele gebieden die aansluiten bij de Kalkense Meersen: de Kastermeersen, de Meerkens en de weilanden ten noorden van de Liefkenshoekgracht. De vochtige hooi- en weilanden en het uitgebreide sloten- en bekennet bepalen voor een groot deel het landschap van de Kalkense Meersen. Deze kenmerken zijn echter minder van toepassing voor het Wetterse gedeelte, een gebied met een nog ongeschonden open ruimte en een relatieve stilte. Daar wisselen graasweiden, akkers en sierboomkwekerijen elkaar af. Het zware kleigrondtype, dat overheerst in het grootste gedeelte van het gebied, komt niet voor in Wetteren. De Kalkense Meersen bevatten voor Vlaanderen unieke biotopen. Om de natuurrijkdom van de Kalkense Meersen te behouden, bouwt de vereniging Natuurpunt hier reeds sedert 1990 een natuurgebied uit. Het gebied werd in 1996 erkend als natuurreservaat. In 2004 kwam, onder impuls van de projectdirectie ontwikkelingsschets Schelde-estuarium (ProSes) en na een grondige studie, de natuurinrichtingsschets Kalkense Meersen tot stand. Het basisprincipe van de inrichtingsschets is het harmonieus samengaan van de functies veiligheid (tegen overstromingen) en natuurontwikkeling in combinatie met andere functies (landbouw, recreatie, waterbeheer, ). De visie uit de gemeentelijke structuurplannnen van de 4 gemeenten werd verwerkt in het rapport. Sinds 2003 trad ook de provincie toe tot het samenwerkingsverband. Onder coördinatie van de provincie werden een gebiedsvisie en een landbouweconomische studie opgemaakt. In het Besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2004 betreffende de Kalkense Meersen komt de volgende passage voor: 'Inrichten van circa 600 ha wetland in de Kalkense Meersen. Dit gebied doet na omvorming dienst als buffer voor neerslag en bovenafvoer, waarbij de algemene garanties tegen overstroming gerespecteerd worden en prioritair uitgewerkt en uitgevoerd worden.' Tegen 2010 moet dit project gerealiseerd of in uitvoering zijn. De maatregel heeft tot doel om habitattypes en doelsoorten van het Europese Natura2000-type te versterken in het Schelde-estuarium. De regie berust bij de Vlaamse Gemeenschap, bij de concrete uitwerking zullen ook de lokale besturen de nodige inbreng hebben. Voorbereidend studiewerk zoals de gebiedsvisie zullen daarbij belangrijke basisdocumenten zijn. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

64 d Heide Het natuurreservaat d' Heide is iets groter dan 2ha en ligt nabij de Braektestraat, tegen de grens met Serskamp en het aanpalende Serskampbos. De natuurvereniging Natuurpunt (destijds De Wielewaal, afdeling Scheldeland) kocht het gebied in 1993 aan. Het bestond toen uit een populierenaanplant en hooiland. Midden in het gebied lagen twee ondiepe vlasrootputten. Vanaf 1996 werden de populieren gekapt en diende de vereniging een natuurontwikkelingsproject in dat door Aminal, afdeling Natuur, werd goedgekeurd. Het reservaat zal allicht in de komende jaren verder ontwikkelen tot een rijke en stabiele biotoop waarin hooiland, water, moeras en bos samen een prachtig stuk natuur vormen. Dankzij een doelgericht beheersplan evolueert de Boskant ook naar een amfibieënreservaat. In de oude vlasrootputten leeft de zeldzame kamsalamander (soort opgenomen in de Habitatrichtlijn), samen met drie andere soorten. Warandeduinen-Speelbos De Zandbergen zijn sinds het voorjaar van 2001 erkend als natuurreservaat onder de officiële benaming Warandeduinen-Speelbos. De Wetterse stuifduinen zijn ongetwijfeld de best bewaarde restanten van de stuifduinmassieven langs de Schelde in Oost-Vlaanderen. Er komen een aantal echt zeldzame plantensoorten voor: ook in Europees verband zijn rivierduingraslanden zeer zeldzaam geworden. Afdeling Natuur van Aminal, die de stuifduinen beheert, werkt samen met de gemeente een openstellingsplan uit. Dit is nodig om de recreatiedruk te beperken. Zwerfvuil, overlast door loslopende honden, fietsers die het fietspad verlaten... zullen aangepakt worden Uitvoering van het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) Het GNOP werd in 1996 goedgekeurd en krijgt sindsdien een uitvoering. Het actieplan kadert het gemeentelijk natuuurbeleid rond 3 pijlers: algemeen natuurbeleid; gebiedsgericht natuurbeleid; soortgericht natuurbeleid. Voor elk van deze drie grote luiken werden doelstellingen geformuleerd, met taakstellingen die onder deze doelstellingen gegroepeerd konden worden. In het kader van de volgende pagina staat een overzicht van de uitvoering van het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (stand van zaken einde 2004). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

65 Overzicht van de uitgevoerde GNOP-acties Doelstelling 1: Beschermen, herstellen en ontwikkelen van algemene natuur- en landschapswaarden Taakstelling 4 - subsidiereglementen voor het onderhoud van en de heraanleg van knotbomenrijen: actie 3 - voor de aanleg van poelen: actie 2 - voor aanplant houtkanten en heggen: actie 1 - voor onderhoud en de heraanleg van hoogstamboomgaarden, idem, taakstelling 3, actie 1 Taakstelling 14 natuurvriendelijk beheer van de wegbermen - actie 2: verhogen van de natuurwaarden van de wegbermen; opmaak en naleving van het bermbeheersplan Doelstelling 2a: Beschermen, herstellen, ontwikkelen en verbinden van bijzonder natuur- en landschapswaarden deelgebied Scheldevallei Oost - algemeen organisatorische actie: oprichten samenwerkingsverband Minaraden van de gemeenten in de Kalkense Meersen, Taakstelling 3 - actie 1: gezamenlijke aanpak van het grensoverschrijdend gebied zijn beleid en acties in overeenstemming met de ruimtelijke samenhang van het gebied Doelstelling 2c: deelgebied Stuifduingebied en ruimere omgeving (Speelbos, Den Blakken, Huisvenne) Taakstelling 6 natuureducatieve projecten - actie 1:Natuurleerpad Molenbeek - padinrichting netwerk van natuurleerpaden. Samengaan van natuureducatie en natuurontwikkeling in waardevol gebied, in de nabijheid van scholen. Doelstelling 2 e : deelgebied Vallei van de Molenbeek en zijbeken Taakstelling 13 een op natuurontwikkeling gericht beheer van de wachtbekkens actie 1: - ondertekening beheersovereenkomst tussen gemeentebestuur Wetteren en Aminal, afdeling Water (eigenaar) voor beheer van 2 ha in wachtbekken Herdershoek en educatieve zone in wachtbekken Schalmdries - afplaggen van een zone ter bevordering van bruine kikkerpopulatie in wachtbekken Herdershoek - aanplanting streekeigen bos met elzen, wilgen, essen enz... - ondertekening beheersovereenkomst met schoolkinderen Vrije Basisschool Massemen voor natuurbeheer in educatieve zone wachtbekken Schalmdries Aankoop hooiland: herstel van een hooiland met dotterbloem en houtkant van sleedoorn en meidoorn in de Molenbeekvallei, aanleg poel Doelstelling 3: soortgericht natuurbeleid Taakstelling 8 beschermen en bevorderen van bepaalde fauna in de bebouwde gebieden - actie 1: Actieplan "zwaluwen" - actie 2: Beschermen en aantrekken van deze vogels, subsidiereglement voor het onderhoud van nesten MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

66 Subsidies ter ondersteuning van het gebiedsgericht en soortgericht beleid De gemeente heeft zogenaamde GNOP-subsidiereglementen voor: - het aanplanten van bepaalde lijnvormige kleine landschapselementen; - het onderhouden en aanplanten van knotbomen; - het aanplanten van hoogstamboomgaarden; - het heraanleggen en onderhouden van veedrinkpoelen. De subsidiereglementen worden jaarlijks, net voor het plantseizoen bekendgemaakt in het gemeentelijk infoblad. Er wordt een GNOP-inventaris bijgehouden met het aantal en de eigenaars van veedrinkpoelen en hoogstamboomgaarden in Wetteren. De eigenaars worden per brief gesensibiliseerd om hun veedrinkpoel te herwaarderen. De GNOP-commissie stelt een evaluatie voor en, indien nodig, een aanpassing, van het subsidiereglement voor hoogstamboomgaarden. De GNOP-subsidies zijn onderdeel van Project 4. De gemeenteraad heeft recent ook een subsidiereglement goedgekeurd om zwaluwenkolonies te beschermen. Inwoners van Wetteren kunnen subsidies aanvragen wanneer zij zwaluwnesten op hun eigendom laten hangen en beschermen. Vanaf het ogenblik dat de nesten bewoond zijn kan de subsidieaanvraag ingediend worden. Subsidies aan natuurverenigingen Door het verlenen van subsidies worden erkende natuurverenigingen gestimuleerd om waardevolle terreinen (met een groene bestemming volgens het gewestplan) aan te kopen Bos en bosuitbreiding Uit het GRS Wetteren blijkt dat in de gemeente slechts 4,3 % van de totale oppervlakte bos is, wat minder is dan het gemiddelde percentage voor Vlaanderen (8%). Omdat de Vlaamse overheid minder geïnteresseerd is in de aankoop van kleine bosrelicten, vormt dit een taak van de lokale overheid. Op die manier wordt het bosareaal in Wetteren verder ontwikkeld en beschermd. In 2001 werd een MiNa-werkgroep opgericht ten einde de potentiële aankopen te screenen en hierover verslag uit te brengen bij het college van burgemeester en schepenen (vb. bostype, biologische waardering, ligging Gewestplan, historische achtergrond, oppervlakte, verkoopprijs, enz...). In Wetteren bestond een reservefonds voor de aankoop van bossen. Dit fonds werd echter om budgettaire redenen reeds twee jaar niet verder aangevuld. Het bewaren van de bestaande bossen en bosrelicten in de Molenbeekvallei is prioritair. Daarom werd in 2003 beslist het Loweebos met aanpalende weiden aan te kopen. De goedkeuring van het College over een onderhandelde aankoopsom was reeds in februari 2003 een feit. In 2004 moest de aankoopakte door alle partijen ondertekend worden, waarna een begin kon worden gemaakt van de herwaardering van het gebied (inclusief beheers- en gebruiksovereenkomsten met landbouwers en ingrepen in functie van natuurontwikkeling). Door het verzet van een van de medeëigenaars tegen de verkoop, kon het project niet starten en wordt deze actie noodgedwongen voor onbepaalde tijd afgevoerd. Dit betekent echter niet dat het bos in gevaar is want het wordt hoe dan ook beschermd door het Bosdecreet. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

67 Voor het provinciaal domein Den Blakken is een nieuw bosbeheerplan in opmaak Grensoverschrijdende initiatieven Wanneer men het beleid inzake natuur, bos en landschap projectmatig bekijkt, dan springen twee belangrijke initiatieven onmiddellijk in het oog: de opmaak van een een gebiedsvisie voor de Kalkense Meersen (gemeentegrensoverschrijdend) en een actieve participatie van de gemeente in het nog ruimer opgevatte plan voor de oprichting van een Regionaal Landschap. Het Regionaal Landschap Schelde-Durme. Vanuit het samenwerkingsverband van de MiNa-raden van Wetteren, Wichelen, Laarne en Berlare werd aan het provinciebestuur de vraag gesteld of het mogelijk is een Regionaal Landschap op te richten. Een RL is een zeer interessant instrument ter promotie van het streekeigen karakter, de natuurrecreatie, de natuureducatie, het recreatief medegebruik, het natuurbehoud en het behoud en beheer van kleine landschappen in de regio 11. In februari 2004 gaf het college van burgemeester en schepenen van Wetteren de principiële goedkeuring aan het nemen van verdere stappen voor de ontwikkeling van een Regionaal Landschap in de streek. Het provinciebestuur zal een aanzet geven tot een geografische afbakening en coördineert het overleg tussen de gemeenten. In november 04 ging een vergadering door met 10 tot 11 mogelijke partners. Het CBS van Wetteren zou het centrum van het Regionaal Landschap graag in de gemeente zien. Het is niet zeker dat deze wens zal worden vervuld want steden zoals Lokeren en Dendermonde kunnen er ook aanspraak op maken. Volgens het uitvoeringsbesluit van het Natuurbehoudsdecreet moet een regionaal landschap een aaneengesloten werkingsgebied van minimaal ha bestrijken om erkend te worden met de medewerking van de gemeenten die nu overleggen wordt deze eis ingevuld. Het Landschapspark Scheldeland is een initiatief van ProSes, d.i. de projectdirectie van de ontwikkelingsschets Schelde-estuarium (grensoverschrijdend tussen Nederland en België). De perimeter van dit project is ruimer dan het voorlopig bepaalde werkingsgebied van het regionaal landschap en er zijn momenteel 25 gemeenten in het overleg betrokken. Daarvan zijn 6 gemeenten als trekkers te beschouwen; Wetteren is er een van. Deze zes gemeenten langs de Zeeschelde (Bornem, Brasschaat, Temse, Waasmunster, Wetteren en Zwijndrecht) samen met het Vlaams Gewest en de provincies zijn momenteel bezig om een "Schelde-Landschapspark" uit te werken met als doel het vinden van een kwalitatief goed evenwicht tussen functies als wonen, werken, landbouw en natuurwaarden in samenhang met de rivier. Op 1 december 2004 werd het "Scheldecharter" ondertekend. Hierin zijn een 200-tal projecten opgenomen om het "Schelde-Landschapspark" te realiseren. 11 Regionale landschappen behoren tot de instrumenten van het Vlaamse natuurbehoud. De oprichting en de werking ervan wordt gekaderd door het Natuurbehoudsdecreet, met name de maatregelen onder hoofdstuk VII die bedoeld zijn om het maatschappelijk draagvlak te bevorderen. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

68 II. STEDELIJK GROEN De plantsoendienst zorgt voor het beheer van het openbaar groen zoals parken, woonwijken, wegbermen, kerkhoven, speel-en sportvelden. Een belangrijke taak van de dienst, kaderend in de uitvoering van het natuurbeleid, is het maaien van de bermen in Wetteren volgens het gemeentelijk bermbeheerplan uit III. NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE (NME) Er is relatief zeer veel aandacht voor medegebruik van de natuur en voor natuur- en milieueducatie (NME) in diverse lopende projecten, waaronder de schoolwerking van de NME-cel. Twee recente verwezenlijkingen stonden de voorbije jaren in de kijker. 1) De inrichting van de wachtbekkens Herdershoek en Schalmdries werd voluit benut als een kans voor natuurontwikkeling en natuureducatie. In de Herdershoek werden met de plaatselijke landbouwers gebruiksovereenkomsten afgesloten. Het is wenselijk dat er een aangepast beheer gevoerd worden, met de nadruk op de natuurfunctie. Bepaalde delen zullen door runderen begraasd worden en andere graslanden zullen worden gehooid. Ook de bosoppervlakte in het gebied Herdershoek werd uitgebreid en als wandel- en speelgebied vrij toegankelijk gemaakt. Een eerste boomplantactie ging door op 29 oktober 2000, samen met de Wetterse jeugdverenigingen. In combinatie met de historische Van Hauwermeirsmolen in Massemen werd ook een gedeelte van Schalmdries ingericht als educatieve zone. 2) Voor de inrichting van het natuurleerpad Molenbeekvallei kreeg het gemeentebestuur financiële steun van het Vlaamse gewest en de provincie Oost-Vlaanderen. Het project werd tevens met steun in het kader van het Europees project Interreg Euregio Scheldemond III gerealiseerd. In de lente van 2002 werd op een schoorsteen van de Maelbroekmolen een ooievaarsplatform ingericht. Er kwamen ook infoborden langs het pad en de milieudienst heeft er een mooie brochure over opgesteld. Voor de klassen (leerkrachten) werd een lespakket samengesteld. Het natuurleerpad heeft niet alleen natuurwaarden te bieden, het is ook bijzonder rijk aan cultuurhistorische elementen van het watermolenlandschap dat je hier aantreft. Het pad start aan het Dassenveld tegenover de Herdershoek en voert de wandelaar langs boeiende delen van de beekvallei. Langs de Hofmeers beland je aan de Blekerij of Maelbroekmolen (met het wachtbekken Herdershoek ). Via de Varekouter wandel je langs de drassige weiden die bij het Loweebos aansluiten. Langs de Hoogschuur kom je in de Molencauter en via de vallei van de Oliemeersbeek wandel je terug naar de Herdershoek. Er wordt een gemeentelijke subsidie verleend voor de inrichting van NME-projecten die geheel of grotendeels in Wetteren tot stand komen. Met natuur- en milieueducatie wordt in dit subsidiereglement het spelenderwijs verwerven van kennis en inzicht in de samenhang van de natuur bedoeld. Wanneer je actief in de natuur wil 'snuisteren' is het soms handig om een aantal specifieke materialen bij je te hebben. De gezinsrugzakjes zijn een initiatief van de provincie Oost-Vlaanderen. De Provincie verleende de dienst Leefmilieu het concept voor de uitvoering. Wetteren leeft vzw nam de kosten voor de aanmaak van de rugzakjes op zich, daarbij ondersteund door een bankinstelling. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

69 De gezinsrugzakjes kunnen gratis worden ontleend, mits het betalen van een kleine waarborg. Vanaf oktober worden de gezinsrugzakjes ook klasrugzakjes. Elke leerkracht kan ze onder dezelfde voorwaarden ontlenen en met de klas een natuurwandeling maken. De 'klasrugzakjes' kunnen enkel ontleend worden op de milieudienst KNELPUNTEN EN OVERWEGINGEN Natuurontwikkeling gebeurt nog te zeer zonder doordachte beleidsvisie. Plannen leven naast elkaar (GNOP, wachtbekkens, educatieve voorzieningen, inzet sociale werkplaats,..), waardoor ook de communicatie over het gevoerde beleid niet optimaal is. De perceptie van de milieudienst (milieu natuur) en de gemeentelijke projecten zijn goed maar de communicatie kan sterk verbeteren er zijn concrete voorbeelden van knelpunten op het terrein (cfr. verwijderen van paaltjes wandelroute NME). Het motto kan zijn: communicatie moet over de juiste zaken gebeuren, op de juiste manier. Speelbos stuifduingebied: mensen worden weggejaagd (overlast veroorzaakt door honden) ook mountainbike is een knelpunt van recreatie versus natuur en veiligheid van wandelaars. Afdeling Natuur ervaart overrecreatie in het algemeen, brandstichting, mountainbiking, rondhangers, loslopende honden en zwerfvuil als knelpunten voor een goede werking in het erkend natuurreservaat Warandeduinen-Speelbos. Kleine percelen populier (natuurreservaat De Bueren, grens met Melle): volgens de MiNa-raad is overleg nodig met de bosgroep die er actief is. Organisatorisch bestaat een knelpunt door plaatsproblemen voor het didactisch materiaal en het personeel NME. Een duurzaamheidsambtenaar zou taken i.v.m. natuur en landschap kunnen behartigen (de milieuambtenaar heeft te veel andere prioritaire taken). Gebiedsvisie en integraal waterbeheer Molenbeek: nog heel wat acties wachten op uitvoering en verdienen aandacht tijdens de planperiode van het MBP; de aankoop van het Loweebos is er een van de actie kon niet doorgaan wegens een weigering van een van de medeverkopers. De gemeente kan een belangrijke taak vervullen door een visie en projecten te bepalen, uitgaande van de studie die specifiek rond de Molenbeek werd opgemaakt. Bestaande bossen zijn bedreigd wegens hun ligging in agrarisch gebied. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

70 VISIE EN DOELSTELLINGEN ONS LANDSCHAP IS ONZE LAND-SCHAT Het gemeentelijk beleid gaat voor een een duurzame uitbouw van de ecologische infrastructuur als ruimtelijke ondersteuning van de bovenlokale natuurkernen (prioritaire gebieden voor natuur) binnen de gemeente. Die uitbouw steunt op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het GNOP. Samen met de plantsoendienst wordt verder gewerkt aan het harmonisch park- en groenbeheer in het bebouwd gebied. Het natuurbeleid maakt m.a.w. ook deel uit van het groen- en openruimtebeleid van de gemeente en richt zich zowel op de natuurwaarden in de bebouwde als de onbebouwde ruimte. De communicatie over dit beleid krijgt een bijzondere aandacht. De gemeente zal in de eerste plaats het standstill principe toepassen door bestaande waardevolle natuur- en landschapselementen te onderhouden en te beschermen, met bijzondere aandacht voor de vijf prioritaire gebieden, nl. Scheldevallei Oost, Scheldevallei West, Stuifduingebied, Zuidoosten en de vallei van de Molenbeek en zijbeken. Bovendien worden de burgers via het toekennen van subsidies aangespoord hetzelfde te doen. Zo verleent de gemeente een subsidie voor het onderhoud van knotbomen en de heraanleg van veedrinkpoelen. De achteruitgang van de natuurwaarden is echter zodanig vergevorderd, dat het niet volstaat om te beschermen wat er nog is. De verstedelijking neemt toe, de open ruimte neemt af. De gemeente wil daarom alle mogelijkheden benutten die bijdragen tot de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden. Uit het Gemeentelijk Structuurplan Wetteren blijkt dat in de gemeente slechts 4,3 % van de totale oppervlakte bos is, wat minder is dan het gemiddelde percentage voor Vlaanderen (8%). Daarom werd in 2003 beslist het Loweebos met aanpalende weiden aan te kopen. Door het verlenen van subsidies worden natuurverenigingen gestimuleerd waardevolle gronden aan te kopen. De burgers kunnen subsidies aanvragen voor o.a. het aanplanten van kleine landschapselementen. Verder besteedt de gemeente aandacht aan de doelstellingen in het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (Gnop), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 7 mei Er zullen ook specifieke communicatie-acties naar de burgers en de doelgroepen toe gevoerd te worden. Bovendien zal de gemeente ervoor zorgen dat ze zelf een voortrekkersrol opneemt. Daartoe zal zij bij de communicatieacties eraan toevoegen op welke manier zij het communicatieonderwerp toepast binnen de eigen gemeentelijke diensten of werking. Zo zal de gemeente ook de nodige ruchtbaarheid geven aan de verschillende subsidiereglementen d.m.v. een jaarlijkse publicatie in het gemeentelijk infoblad en op de webstek van de gemeente. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

71 DOELSTELLING 1: BEHOUDEN EN VERSTERKEN VAN DE BESTAANDE NATUURWAARDEN EN DE LANDSCHAPPELIJKE DIVERSITEIT De gemeente wil een beleid voeren waarbij de ecologisch waardevolle gebieden op haar grondgebied behouden blijven en indien mogelijk worden uitgebreid. Natuur is niet enkel beperkt tot de reservaten. Ook verspreide natuur- en groenelementen in de dorpskernen en in het landbouwgebied (de ecologische infrastructuur ) moeten worden beschermd en waar mogelijk verder ontwikkeld. Het beleid zal daartoe de bindende bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) betreffende de natuurlijke structuur uitvoeren, evenals de GNOP-acties die daarmee in verband staan. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen prioritaire gebieden, verbindingsgebieden en bosverwevingsgebieden. Voor de vijf prioritaire gebieden gelden de volgende bindende bepalingen: - De gemeente maakt een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (natuurinrichtingsplan) op voor het natuurgebied De Ham. - Er wordt een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan( RUP) en landschapsbeheersplan opgesteld voor de omgeving rond het Hospiesbos. - Er wordt in samenwerking met het Vlaams Gewest (AMINAL) eveneens een RUP en landschapsbeheersplan opgesteld voor het Stuifduingebied (Speelbos - De Blakken - Huisvenne). Afdeling Natuur is hier nog niet bij betrokken. Gezien het bovenlokaal belang van het gebied (SBZ, beschermd landschap) is het aangewezen de hogere overheid te betrekken: behalve afdeling Natuur ook AROHM, Monumenten en Landschappen. - Er wordt in samenwerking met de provincie verder werk gemaakt van een ecologisch en landschappelijk beheersplan voor de Molenbeek en zijbeken. - Speciale aandacht moet gaan naar de valleigedeelten die momenteel niet of onvoldoende juridisch (planologisch) beschermd zijn : - gedeelte van de Molenbeek stroomopwaarts van de samenvloeiing met de Waalbeek - gedeelte Waalbeek, en Bavegemse beek ten zuiden van spoorweg Gent-Brussel - de valleigronden van zijbeken - Scheldevallei Oost. Wetteren onderschrijft de doelstellingen van het Vlaamse en provinciale niveau gezien het belang van een goede afstemming van de verschillende visies. In het kader van het Vlaams ecologisch netwerk (VEN en IVON) staat de provincie in voor de natuurverbindingsgebieden. De gemeente wil een bijzondere aandacht besteden aan het behoud van de bossen, ook die beboste percelen die geen groene bestemming hebben volgens het gewestplan. Het is de vraag of een RUP (het zou gaan om een sectoraal ruimtelijk uitvoeringsplan dat enkel betrekking heeft op de bossen) het gepaste instrument is om alle bossen zonder groene bestemming een betere bescherming te geven. De bossen zoudens anderzijds kunnen voorgesteld worden als natuurverbindingsgebied. De provincie is zeker opgezet met een ambitieus beleid en suggesties van de gemeente inzake de natuurverbindingsgebieden. De gemeente is van oordeel dat het een goed idee is om bij de overheid aan te dringen op de opmaak van een natuurrichtplan (NRP) voor het habitatrichtlijngebied dat zich op het grondgebied van Wetteren MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

72 bevindt, met name voor het habitatrichtlijngebied van het Hospiesbos en het Papeleubos. Daarmee maakt de gemeente kenbaar dat zij deze NRP niet op de lange termijn wil zien schuiven. Het is echter niet zeker dat de overheid deze gebieden als prioritair zal willen beoordelen er zijn immers in heel Vlaanderen vele gebieden waarvoor een NRP opgemaakt moet worden. Het doordacht beschermen van (bedreigde) fauna en flora is ook een van de taken die onder deze doelstelling vallen. Zo heeft de gemeente recent een subsidiereglement voor het instandhouden van zwaluwenkolonies opgemaakt. DOELSTELLING 2: DUURZAME ONTWIKKELING EN BEHEER VAN PARK-, GROEN- EN BOSGEBIEDEN Samenwerking is noodzakelijk voor het versterken van grensoverschrijdende natuurwaarden. Het ecologisch netwerk, de natuurlijke structuur stopt immers niet aan de gemeentegrenzen. Verdere afstemming op de initiatieven van buurgemeenten en de provincie Oost-Vlaanderen wordt vooropgesteld. Het samenwerkingsverband met Wichelen, Laarne en Berlare heeft reeds een concreet resultaat opgeleverd, namelijk een gebiedsvisie voor het geheel van de Kalkense meersen. Aangezien de huidige dynamiek op het vlak van de natuur- en landschapsontwikkeling (én ontwikkeling van de recreatiemogelijkheden die ermee in verband staan) in de regio zeer belangrijk is geworden, wordt er in dit beleidsplan een centrale plaats aan toegekend ( doelstelling 3). De gemeente wil bij het onderhoud van het openbaar groen zo veel mogelijk rekening houden met de ecologische waarden en zo min mogelijk milieuschade veroorzaken. De plantsoendienst streeft dan ook naar het naleven van een nulgebruik van herbiciden, voert bermmaaisel af en plant inheems groen aan. De principes van harmonisch park- en groenbeheer en ecologisch bermbeheer moeten als leidraad dienen voor het onderhoud van de groenelementen in de gemeente. Het Harmonisch Park- en Groenbeheer moet helpen om parken en groenzones te beheren op een manier waarbij er zowel rekening gehouden wordt met de wensen van de gebruikers, als zorg gedragen wordt voor de natuur en het milieu en dit zonder de duurzaamheid van het groen in gevaar te brengen. Bovendien moeten de verschillende functies die een park en het groen kunnen vervullen, zoals de ecologische, economische, recreatieve en landschappelijke, samen en in evenwicht kunnen voorkomen. De integratie van de drie pijlers van het harmonisch park- en groenbeheer in één visie leidt tot een wijzigend beheer van parken (inclusief kleine bosgebieden) en ander openbaar groen. Daartoe zijn beheersplannen noodzakelijk. Zo n beheersplan legt de concrete krijtlijnen vast voor een duurzaam en milieuverantwoord beheer dat rekening houdt met de gebruiker en met historisch waardevolle elementen uit het vroegere beheer. Vertaald naar de praktijk wil dit bijvoorbeeld zeggen dat onkruidverdelgers geweerd worden en dat de natuur meer en meer de kans krijgt om zijn gang te gaan zodat de diversiteit aan flora en fauna aanzienlijk toeneemt. Zo kunnen parkjes en plantsoenen een voorbeeldfunctie opnemen i.v.m. het gebruik van biologische en milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen, het gebruik van groencompost, Informeren van de gebruiker van het gemeentelijk groen is hier van het grootste belang, en kan de bezoeker ervan overtuigen dat een natuurlijke aanpak geen synoniem is van verwaarlozing. Het wil ook zeggen dat bij het opstellen van een beheerplan overleg gepleegd wordt met de (bos)parkgebruiker. Op die manier kan er rekening gehouden worden met de verschillende wensen, kan het groengebied aan verschillende behoeften voldoen en vindt iedereen er zijn gading. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

73 Wetteren wil tijdens de planperiode ook werk maken van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor bossen en bosjes in agrarisch gebied ( RUP Bossen ). De gemeente is allerminst bosrijk en bovendien verdwijnen de kleine relicten te gemakkelijk, bijv. doordat de bostoestand na een kapping niet wordt hersteld. DOELSTELLING 3: WETTEREN WERKT MEE AAN EEN REGIONAAL LANDSCHAP / LANDSCHAPSPARK SCHELDELAND VAN HOGE KWALITEIT Deze doelstelling houdt meer in dan een loutere participatie in het overleg dat rond beide projecten gevoerd wordt. De Mina-raad van Wetteren stond mee aan de wieg van het Regionaal Landschap Schelde-Durmeland en de gemeente is tevens een van de zes voortrekkers bij de uitwerking van het Schelde-Landschapspark. Wetteren heeft dan ook terecht eigen ambities om die voortrekkersrol lokaal te consolideren. Wat de ecologisch infrastructuur en de landschapswaarden aangaat, biedt het Regionaal Landschap een geschikt grensoverschrijdend forum en samenwerkingsverband, waarin ook de wensen van de provincie inzake de natuurverbindingsgebieden in de Schelderegio concreet aan bod zullen komen, zodat de gemeente haar inspanningen i.v.m. de uitbouw van de lokale natuurlijke structuur er beter zal kunnen op afstemmen. De uitvoering van de gebiedsvisie en de natuurinrichtingsschetsen voor de Kalkense meersen zullen geïntegreerd worden in de werking van het RL, waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan inzake ondersteuning door de provincie en het gewest. De gemeente zal het nodige doen om die kansen optimaal te benutten. De werking van een Regionaal Landschap zal de inrichting van de gebiedsvisie volgens ProSes mee ondersteunen (financieel, logistiek, enz). Het is duidelijk dat op basis van het BVR de hoofdfunctie in de Kalkense meersen natuur wordt. Vandaar dat afdeling Natuur zowel voor de inrichting als voor het verdere beheer als initiatiefnemer zal optreden, het Regionaal Landschap zou wel een partner kunnen zijn in de verdere uitwerking. Natuureducatie behoort tot de kerntaken van een Regionaal Landschap. De gemeente heeft een sterke traditie op het vlak van NME en wil die laten meespelen in het ruimer verband van het regionaal landschap. Anderzijds kan het grensoverschrijdend project oplossingen leveren voor enkele knelpunten van de lokale NME-werking te Wetteren (zie hiervoor ook doelstelling 4). DOELSTELLING 4: UITBOUW VAN DE COMMUNICATIE EN UITBOUW VAN HET DRAAGVLAK VOOR HET NATUURBELEID Het bestuurlijke en maatschappelijk draagvlak voor het Vlaamse, provinciale en gemeentelijk natuurbeleid moet verder worden uitgebouwd. Lokaal wordt het bestuurlijk draagvlak verder uitgebouwd door frequent overleg tussen de beleidsverantwoordelijken en tussen de verschillende gemeentediensten met het oog op verdere afstemming tussen het natuurbeleid en de andere beleidsdomeinen. De realisatie van een samenhangend ecologisch netwerk is geen taak van de gemeente alleen. Duurzaam groen- en bosbeheer, behoud en beheer van KLE, vergroten van de belevingswaarde van het stedelijk landschap zijn een gedeelde verantwoordelijkheid voor de overheden, terreinbeherende verenigingen en particulieren. Sensibiliseren en actief betrekken van de lokale maatschappelijke actoren bij de uitvoering van het natuurbeleid op alle beleidsniveaus wordt ondersteund door de gemeente. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

74 Natuureducatie behoort tot de kerntaken van een Regionaal Landschap maar is evenzeer een kerntaak van het gemeentelijk milieubeleid. De gemeente ondersteunt ook daarom voluit de oprichting en de uitbouw van het Regionaal Landschap Schelde-Durmeland. Wetteren rekent op een vruchtbare wisselwerking zogauw het project uit de startblokken is gekomen. Het is een wens van de gemeente om over afzienbare tijd een lokaal centrum te kunnen gebruiken met goede faciliteiten voor natuureducatie. De gemeente zal de natuur-educatieve infrastructuur in de gemeente blijven ondersteunen en uitbouwen als dit nodig en wenselijk is. De scholen en jongerenverenigingen worden aangemoedigd om te participeren in natuurinrichtingsprojecten, zoals De Ham en de Kalkense meersen die nu in ontwikkeling zijn. Relatie met het PMBP Oost-Vlaanderen Deze visie en doelstellingen hebben een duidelijke link met de volgende projecten uit het provinciaal milieubeleidsplan : - Project 5 'Intensiveren van de samenwerking met regionale landschappen en bosgroepen'. Dit project omvat de oprichting van de Bosgroep Midden-Oost-Vlaanderen en het Regionaal Landschap Schelde-Durme in Project 6 'Samen met landbouwers de natuur beheren'. De provincie zal in het kader van dit project landschapsbedrijfsplannen opmaken en haar subsidiereglement voor kleine landschapselementen herzien. - Project 7 'Natuurgerichter beheer van de provinciale domeinen en natuurgebieden'. Dit project betreft o.m. het beheer van het provinciaal domein 'Den Blakken'. - Project 8 'Creëren van natuurverbindingsgebieden'. Onder dit project valt de afbakening en de inrichting van de natuurverbindingsgebieden en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang MOGELIJKE ACTIES Lopende of nieuwe acties Milieujaarprogramma 2005 Volgnr. MJP 2005 Titel van de actie en toelichting 38 Opmaak van een natuurinrichtingsplan voor De Ham (opgenomen in Project 5) 39 Aankoop en beheer van een alluviaal zeer waardevol bosrelict met voorkomen van bosgeelster en aanpalende weiden, gelegen aan de Molenbeek, ter plaatse Loweebos genoemd (de actie werd voor onbepaalde tijd geschrapt) 40 Herinrichting van een populierenbos tot educatief essen-elzenbos 41 Subsidiereglement voor de aankoop van natuurgebieden door erkende natuurverenigingen MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

75 42 Herinrichting van het provinciaal domein Den Blakken (provinciale actie waar de gemeente bij betrokken wordt) 43 Verderzetten van de GNOP-subsidies waarmee een goed beheer van kleine landschapselementen wordt beoogd (opgenomen in Project 4) 44 Opmaak van een bestek voor het consequent en correct toepassen het bermbeheersplan + uitvoering van de maaiwerkzaamheden conform het beheersplan 45 Subsidiereglement instandhouding zwaluwkolonies 46 Natuurleerpad Molenbeekvallei (opgenomen in Project 9) 47 Natuur- en milieueducatie 48 Onderzoek naar de mogelijkheid om een regionaal landschap Schelde-Durmeland op te richten 49 Bewaren en onder de aandacht brengen van het cultuurhistorisch erfgoed van de Trage Wegen 50 Opmaak van een gemeentelijke kapverordening door afdeling Bos en Groen heel belangrijk geacht om het verloren gaan van waardevolle, opgaande, interessante, vegetatie tegen te gaan 51 Herstellen van lijn- en puntvormige landschapselementen gelegen op de Trage Wegen 52 Opmaak van een subsidiereglement voor groendaken 53 Opmaak van een gebiedsvisie voor de Kalkense Meersen door het samenwerkingsverband van de MiNa-raden van de gemeenten Laarne, Wetteren, Wichelen en Berlare Nieuwe acties voor de planperiode Uitwerken van een beleidsvisie met keuzes inzake bosuitbreiding Op het vlak van de gewenste uitbreiding van het bosareaal is er sprake van twee strekkingen in de gemeente. Enerzijds is er een sterke vraag naar wilde speelterreinen (Jeugdraad), anderen zien bos in sterke mate in de natuursfeer en met herstel van het oorspronkelijk landschap. De actie moet in elk geval in nauw overleg met het Vlaams Gewest uitgevoerd worden. Het gewest is immers bevoegd voor het bosbeleid in Vlaanderen. Bosuitbreiding in het algemeen of de vraag van de jeugd naar een speelbos kan in geen geval in het Vlaams Natuurreservaat Warandeduinen-Speelbos noch in het stuifduinengebied sensu stricto ingevuld worden. Er zijn wel mogelijkheden in Den Blakken (beheerplan wordt vanuit afdeling Natuur opgevolgd). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

76 Regionaal Landschap: centrum in Wetteren bepleiten Ontwikkelingen rond Kalkense meersen en regionaal landschap: een RL met wieg en centrum in Wetteren zou een oplossing kunnen bieden voor alle punten waar de uitvoering van het lokale natuurbeleid momenteel vastloopt Accentueren van de link tussen centrum en het groene buitengebied van Wetteren d.m.v. verwijzing (opgenomen in Project 3) Bij de hogere overheid aandringen om een natuurrichtplan (NRP) op te maken voor het habitatrichtlijngebied van het Hospiesbos en het Papeleubos (opgenomen in Project 4) Alle bestaande bossen op het grondgebied van de gemeente beter beschermen, ook die beboste percelen die geen groen bestemming hebben volgens het gewestplan (opgenomen in Project 4) Het verbindingsgebied tussen het Papeleubos en d Heide herstellen (opgenomen in Project 4) Een actieve participatie van het Scheppers Instituut (TSO met belangrijke tuinbouwschool) aan de rand van De Ham aanmoedigen in het kader van natuurinrichting en NME in het gebied (opgenomen in Project 9) Een demohuis voor NME met faciliteiten voor natuureducatie bepleiten en de mogelijkheden onderzoeken (opgenomen in Project 9) MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

77 6.4. HINDER THEMABESCHRIJVING Hinderproblemen zijn vaak subjectief (moeilijk meetbaar, afhankelijk van persoon tot persoon), lokaal (enkele meters tot kilometers verwijderd) en kortstondig (als de bron stopt, verdwijnt ook het effect). Dergelijke milieuproblemen kunnen het best op lokaal niveau worden aangepakt. Ondersteuning vanuit de provincie en het gewest is echter wel noodzakelijk. Het Vlaams Gewest formuleerde volgende doelstellingen: efficiënt optreden bij de vaststelling van milieuhinder; stimuleren van verantwoordelijk gedrag bij burgers door sensibilisatiecampagnes rond bepaalde thema's; streven naar standaardisatie bij de aanpak van hinderproblemen; voeren van een rationeel verlichtingsbeleid; integratie van de problematiek van de ruimtelijke ordening in de milieuhinderproblematiek. De gemeente hanteert actueel de volgende operationele doelstellingen van het beleid i.v.m. hinderaspecten: inventaris opstellen van hinderbronnen en knelpunten; bemiddelen bij problemen; tenminste 2 sensibilisatiecampagnes per jaar; politiereglementen opstellen; handhaving van het beleid. Bovendien wil de gemeente klachten registreren en opvolgen via MKROS, zogauw dit registratie- en opvolgingssyteem van de overheid operationeel is geworden. Onder hinder wordt in Wetteren ook enigszins ongebruikelijk de landschapsvervuiling door achtergelaten autowrakken, ontsierende constructies, etc verstaan. Binnen dit thema komen ook luchtverontreiniging en bodemverontreiniging aan bod wegens de hinder die ze veroorzaken voor het welzijn van de omwonenden. Het zijn weliswaar materies die eerder op een hoger beleidsniveau worden aangepakt. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

78 Sinds kort wordt in Vlaanderen veel aandacht besteed aan de relatie tussen milieu en gezondheid. Het LOkaal GezondheidsOverleg (LOGO) is een samenwerkingsverband voor gezondheidsoverleg en -organisatie dat zich op een bovenlokaal niveau (regio s van tot inwoners) situeert, en instaat voor de coördinatie en ondersteuning van het lokale gezondheidsoverleg. Het accent ligt op lokaal gerichte acties, netwerkvorming en het op elkaar afstemmen van organisaties. Niet alleen de gezondheidssector maar ook de lokale besturen, de OCMW s, de welzijns-, de sociaalculturele en de onderwijssector worden hierin betrokken. Verder staat een LOGO ook in voor de lokale informatieverzameling, mits sturing vanuit de Vlaamse overheid. Bij deze LOGO s werken sinds kort milieugezondheidskundigen, waarbij men terecht kan voor vragen rond Milieu en Gezondheid. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

79 MILIEUHINDER VANDAAG Bijzondere kenmerken en aandachtspunten Hinder is niet alleen vanuit milieustandpunt belangrijk maar behelst de hele leefbaarheid van de gemeente. Zo hebben heel wat hinderaspecten duidelijke gezondheidsgevolgen. Het is het onderdeel van het milieubeleid dat het nauwst verbonden is met het leven in de gemeente en zo ook een impact heeft op het grootst aantal inwoners. Wetteren als scholencentrum: vnl. zwerfvuil levert nogal wat hinder op. Wetteren plantengemeente: verbranding van groen in open lucht. Opruimen van zwerfvuil gebeurt door laaggeschoolden van vzw De Schakel (er wordt vrij veel geld voor voorzien in de begroting). Er zijn ook hinderaspecten zonder duidelijke link met het milieubeleid s.s.: de aanpak van zwerfkatten, ratten en hondenpoep maar ook visuele vervuiling van het landschap. Klachtenbehandeling Klachten die toekomen op de milieudienst zullen van zodra het MKROS effectief wordt opgestart via dit systeem geregistreerd worden. Dit milieuklachtenregistratie en opvolgingssysteem van de overheid werd recent online gebracht als oefenloket en is vanaf april 2005 een officieel loket. De politie en de milieudienst registreren al de binnenkomende klachten en maken jaarlijks een overzicht op volgens het soort hinder (geluidshinder, geurhinder, verbranden van afval, sluikstorten, ). Aanpak van de problemen gebeurt via onderlinge samenwerking door enerzijds de verschillende gemeentelijke diensten (lokale politie, milieudienst, dienst stedenbouw, ) en anderzijds de klagers, de buurtbewoners en de veroorzakers. Geluidshinder Geluidshinder of lawaai is een belangrijk milieuprobleem dat het leven van mens en natuur nadelig beïnvloedt. Het gaat om geluid dat o.m. de mens als onaangenaam of hinderlijk ervaart en dan ook dikwijls als lawaai wordt omschreven. Traditioneel wordt geluidshinder ingedeeld volgens de bron die veroorzaakt, nl. wegverkeer, vliegverkeer, spoorverkeer, industrie, luidruchtige recreatie (motocross, dancings, popfestivals,...) en burenlawaai (lawaai uit cafés, grasmaaiers, kettingzagen,...). Uit het aantal klachten blijkt dat lawaai door de bevolking veruit als de belangrijkste hinderbron wordt beschouwd. De gemeente pakt geluidshinder aan door enerzijds controles uit te voeren en anderzijds in overleg met de betrokken partijen te gaan (bemiddelingsrol). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

80 Het gemeentelijk politiereglement wordt gebruikt en voor het toezicht wordt ook rekening gehouden met de geldende wetgeving en met de uitgebrachte adviezen van de VLM, de OVAM, de VMM, de Gezondheidsinspectie, de brandweer, de dienst Leefmilieu enz Geluidsmetingen gebeuren met eigen sonometer. Bij muziekoverlast en andere geluidshinder door nietvergunde inrichtingen en particulieren gebeurt dit door de politie. De Vlaremambtenaar (dienst Leefmilieu) doet de metingen voor verguningsplichtige inrichtingen van klasse 2 en 3. Het Vlaamse Gewest gebruikt als basis voor de afbakening van potentiële stiltegebieden een onderzoek van de Universiteit Gent uit Hierin werden op basis van beperkte gegevens een aantal potentiële stiltegebieden aangeduid. Ondertussen zijn reeds een 20-tal gebieden nader onderzocht. Eén van die gebieden met name de Kalkense Meersen - ligt gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente Wetteren. De gemeente blijft op de hoogte van verdere ontwikkelingen door contact te houden met de Provincie, die de potentiële stiltegebieden nader wil uitwerken 12. Zo zullen de gemeenten betrokken worden bij de afbakening en inrichting van een bijkomend stiltegebied in de provincie (momenteel is enkel het stiltegebied Dender-Mark reeds in een concrete fase). Geurhinder en luchtverontreiniging Hoewel geurhinder of stank meestal niet bedreigend is voor mens of milieu, wordt het wel als hinderlijk ervaren. Zo bestaat er een negatieve invloed op de kwaliteit van de leefomgeving, met mogelijke gevolgen op fysiek, psychisch en sociaal vlak. Geurhinder is subjectief en moeilijk kwantificeerbaar. Hinder treedt op, afhankelijk van de aard van de stof, vanaf bepaalde concentraties, frequentie en intensiteit van geurwaarneming. De meeste klachtbronnen in verband met geurhinder in Wetteren zijn: horeca, landbouw, rottend organisch materiaal, emissies van productieprocessen en het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen en plastic in open lucht. De milieuwetgeving voorziet geen specifieke normering rond geurhinder, waardoor het moeilijk is om op te treden. De geurhinder afkomstig van hinderlijke bedrijven, van het gebruik van mest en het verbranden van afval wordt aangepakt. Dit gebeurt enerzijds door het uitvoeren van gerichte controles en anderzijds door het informeren (verbranden van afval) en het actief betrekken (hinderlijke bedrijven, landbouwers en telers) van de doelgroepen. Geurhinder is vooral een lokaal probleem. Gezien het gemeentelijk bestuursniveau het dichtst bij de burger en bij de plaats van de geurhinder staat is vooral op gemeentelijk niveau een snel optreden en een snelle controle in geval van klachten van belang. Het uitrijden van mest is gebonden aan het mestdecreet en dus ook de controle van de naleving door de politie en de VLM. 12 Zie ook 2.3. en het PMBP Oost-Vlaanderen: Project 3 - Behoud en versterking van stiltegebieden in Oost- Vlaanderen MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

81 Het valt op dat luchtverontreiniging niet in de hinderrubrieken van het milieujaarprogramma van de gemeente is opgenomen, maar wel bijvoorbeeld lichthinder en hondenpoep, zwerfkatten. Relevante informatie inzake lokale luchtkwaliteit ontbreekt om de werkelijke blootstellinggraad van de plaatselijke bevolking te kunnen evalueren. Het meetnet van VMM is niet uitgebouwd om op lokaal vlak een aanduiding van de luchtkwaliteit te kunnen geven. Met het streven van het mobiliteitsbeleid (zie verder) naar een groter aandeel langzaam verkeer en openbaar vervoer in de verkeersstromen (duurzaam mobiliteitsbeleid) draagt de gemeente haar steentje bij tot de oplossing van de globale problematiek van de emissie van broeikasgassen en ander vervuilende stoffen. De belangrijkste bijdrage die de gemeente kan leveren situeert zich op het vlak van de reductie van emissies die de luchtkwaliteit aantasten. Maatregelen in dit verband hangen samen met een meer duurzaam energiegebruik en zullen aan bod komen in het thema Energie De Vlaamse overheid vraagt bovendien meer aandacht voor de volgende aspecten i.v.m. luchtverontreiniging : - Verdunning van de ozonlaag. De gemeente kan een rol spelen bij de sensibilisatie, controle wat het gebruik van milieuvriendelijke alternatieven voor ozonafbrekende stoffen bijv.. m.b.t. koel- en airconditioninginstallaties betreft. Ook kan zij haar voorbeeldfunctie opnemen door binnen de eigen stedelijke werking acties te ondernemen. - Verspreiding van milieugevaarlijke stoffen asbest. Informeren en sensibiliseren van de bevolking m.b.t. asbest: wat is asbest, wat zijn de risico s, hoe te herkennen, hoe te verwijderen, overzicht van de meest toegepaste asbesthoudende producten, De gemeente stelt reeds informatie van de overheid ter beschikking (bijv. de campagne Asbest in en om het huis! ) en op het containerpark kan men terecht voor selectieve inzameling van asbest. - Verzuring - het gemeentelijk beleid m.b.t. verwarmingsinstallaties. Bij voorkeur wordt door de gemeente gestookt met gas. Bij de keuze van brandertechnologie moet voldoende worden stilgestaan en de voorrang worden gegeven aan lage NOx-branders. Naar de bevolking toe kan de gemeente sensibiliseren over het belang en de verplichting van de jaarlijkse inspectie en het onderhoud van verwarmingsinstallaties, de vervanging van oude, slechtwerkende en/of energieverslindende ketels, enz. Lichthinder Lichthinder wordt omschreven als de overlast die de mens ondervindt van kunstlicht, hetzij in de vorm van regelrechte verblinding, hetzij als verstorende factor bij het verrichten van avondlijke en nachtelijke activiteiten, hetzij als bron van onbehagen. Licht kan eveneens verstorend werken op de natuurlijke omgeving, met name op planten en dieren. Bij lichtvervuiling overschrijdt de intensiteit van de kunstmatige verlichting de perken van het optimaal nut of komt licht op de plaatsen terecht waar het niet hoeft te zijn. Voor de lichtvervuiling kunnen drie grote verantwoordelijken worden aangewezen: de openbare verlichting, de industriële verlichting (incl. serreverlichting) en de lichtreclames. VLAREM II geeft algemene voorschriften ter beperking van lichthinder, zowel voor ingedeelde als niet-ingedeelde inrichtingen: MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

82 De exploitant treft maatregelen om lichthinder te voorkomen, lichtbronnen dienen beperkt tot de noodwendigheden voor uitbating en veiligheid, niet-functionele lichtoverdracht dient maximaal te worden beperkt, klemtoonverlichting mag alleen op de inrichting zijn gericht en lichtreclame mag in intensiteit de normale intensiteit van de openbare verlichting niet overtreffen. Door toepassing van VLAREM II en van de wet op de vliegverkeerregels is het projecteren van geconcentreerde lichtbundels en lasers in principe verboden. Sensibilisering rond lichthinder gebeurt door een actieve deelname aan de campagne Nacht van de Duisternis die in heel Vlaanderen georganiseerd wordt. Anders dan in vele gemeenten heeft Wetteren het voordeel dat sensibilisering kan gevoerd worden met de medewerking van een plaatselijke sterrenkundige vereniging. Dit maakt vooral de Nacht van de Duisternis veel concreter dan in gemeenten die geen dergelijk draagvlak hebben. Op aanraden van de Intercommunale Maatschappij voor Energievoorziening in West- en Oost-Vlaanderen wordt jaarlijks tijdens de Nacht enkel de monumentenverlichting gedoofd. Hierdoor wordt de veiligheid in de gemeente nauwelijks in het gedrang gebracht. Tenslotte is het precies dit type verlichting dat het meest storend werkt omdat het naar boven gericht is. De bewoners en middenstanders werden opgeroepen om de actie te steunen door zoveel mogelijk oprit-, tuin-, etalage- en/of reclameverlichting te doven. Het aantal klachten i.v.m. lichthinder wordt niet specifiek bijgehouden door de politie. In 2002 voerde de milieudienst een eenmalige controleactie waarbij gedurende een tijdspanne van 3 uur s avonds het grondgebied van Wetteren uitgekamd werd om overbelichting van bedrijventerreinen, sportterreinen, handelszaken e.d. op te sporen. Inbreuken op de wetgeving werden opgevolgd door de verantwoordelijken aan te schrijven en aan te sporen om gepaste maatregelen te treffen. Bodemverontreiniging Het Vlaams bodemsaneringsdecreet (1995) omschrijft bodemverontreiniging als de aanwezigheid van stoffen en organismen, veroorzaakt door menselijke activiteiten, op of in de bodem, die de kwaliteit van de bodem op rechtstreekse of onrechtstreekse wijze nadelig beïnvloeden of kunnen beïnvloeden. OVAM inventariseert jaarlijks het aantal gekende verontreinigde gronden en houdt hiervan een register bij. Het beleid inzake bodemverontreiniging wordt grotendeels uitgewerkt op niveau van het Vlaams gewest, met het bodemsaneringsdecreet en het milieuvergunningenbeleid. De gemeente volgt de richtlijnen en bepalingen van dit decreet op en voert de taken uit die haar in het kader van deze wetgeving zijn toegewezen zijn. Zwerfvuil en sluikstorten Verspreid over de gemeente zijn er voldoende recipiënten voorhanden om straatvuil in te deponeren. Een keer per week worden deze geledigd. Op bepaalde plaatsen werden bovendien vangnetten voor PMD (een vijftal blikvangers ) geplaatst. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

83 Het opgeruimde zwerfvuil, voornamelijk afkomstig uit parkjes en pleinen, maar ook het dagelijkse straatvuil wordt door de gemeentelijke diensten opgehaald en zoveel mogelijk gesorteerd. Het nietvoorgesorteerde gemeentevuil wordt afgevoerd naar de Intercommunale VERKO. De gemeente beschikt over een veegmachine om de centrumstraten te reinigen Er komen bij de politie relatief veel klachten over sluikstorten, waardoor Wetteren deze hinder als vrij belangrijk mag beoordelen. De vzw Sociale Werkplaats De Schakel werkt met laaggeschoolden, langdurig werklozen en moeilijk in de arbeidsmarkt te integreren personen. Een ploeg van 5 arbeiders en 1 instructeur voert in Wetteren en deelgemeenten straatbeeldverfraaiiende werken uit, o.m. het opruimen van groot en klein zwerfvuil, het vegen van goten, pleinen en straten, het opkuisen en onderhouden van plantsoenen, enz.. De overeenkomst met De Schakel liep initieel van oktober 2003 tot december Ondertussen is de overeenkomst verlengd. De gemeente heeft trouwens zeer positieve reacties ontvangen van de burgers. Samenwerking met de lokale politie De aandachtspunten met een milieulink in het zonaal veiligheidsplan (lokale politiezone Wetteren Laarne Wichelen)zijn: wildplakken, continue controle op zwerfvuil, controles van het mestvervoer en geluidsoverlast doorcafés. Een wijziging van het strafwetboek is vanaf in voege. De gemeenten zullen meer directe bevoegdheid krijgen via het toepassen van administratieve sancties KNELPUNTEN EN OVERWEGINGEN Sluikstorten in het algemeen; remediërende acties sluikstorten indien privaat terrein: de gemeente schrijft de terreineigenaars aan maar zij krijgt vaak als antwoord dat zij niet de veroorzakers zijn. Mest uitrijden bij nacht, waardoor overtreders aan controle ontsnappen. (Rest)afval stockeren in voortuinen de ophaling van het restafval gebeurt in Wetteren tweewekelijks. Verbranding in open lucht van groenproducten door tuinders en boomkwekers: conflict met regelgeving en bepalingen van de S.O. In de contracttekst van de S.O. is de passage hernomen over het opstellen van een politiereglement rond het verbod op verbranden van afval in open lucht. Het reglement zou er moeten komen van zodra het Vlaamse Gewest een modelreglement heeft opgesteld. Geluidshinder door ULM, luchtballons,.. in de Kalkense Meersen (stiltegebied). Dit is een bovenlokale bevoegdheid; het is moeilijk om er op lokaal niveau effectief tegen op te treden. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

84 Klachtenregistratie: er blijven kleine onduidelijkheden bestaan op het vlak van de opvolging (gemeente politie). Het milieuklachtenregistratie- en opvolgingssysteem (MKROS) van de overheid werd na een testfase operationeel vanaf april Visuele vervuiling van het landschap, o.m. lelijke schuilhokken voor het vee, afgedankte badkuipen voor het drenken van het vee, berghokjes gemaakt van recuperatiemateriaal, achtergelaten wrakken. Er is in Wetteren in het verleden sprake van geweest om deze vormen van landschapsvervuiling aan te pakken maar een verordening is er nooit gekomen. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

85 VISIE EN DOELSTELLINGEN HINDER-MISSEN-BELEID Geluidshinder, geur- en lichthinder aanpakken door een consequente en eenduidige klachtenopvolging, conflictbemiddeling en verscherpt toezicht. De gemeente wil de milieuhinder, veroorzaakt door menselijke activiteiten, daardoor zo laag mogelijk houden en binnen haar bevoegdheden op dit vlak een beleid voeren dat de lokale milieuhinder optimaal kan beheersen. DOELSTELLING 1: EEN CONSEQUENT HANDHAVINGSBELEID (CONTROLE EN SANCTIONERING) VOEREN, BINNEN DE BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTE EN IN SAMENWERKING MET DE LOKALE POLITIE Gezien de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende beleidsniveaus, mag het aanpakken van lokale lawaaihinder, geurhinder en lichtvervuiling voor zover de gemeente dit in eigen beheer kan, als een belangrijke taak worden gezien. De gemeente, met name de milieuambtenaar, treedt hierbij zoveel mogelijk als bemiddelaar op. De samenwerking met de lokale politie en AMINAL, afdeling Milieuinspectie zal verder uitgediept en gesystematiseerd worden. Het gaat voornamelijk om afstemming van de taken en het initiëren van werkbare procedures. Een duidelijke taakverdeling tussen politiediensten en de milieudienst wat betreft controle en sanctionering vormt hierin een belangrijke stap. De bedoeling moet zijn de effectiviteit van het handhavingbeleid te verhogen door een meer planmatige en gecoördineerde uitvoering en duidelijke afspraken. De uitbreiding van de mogelijkheden om administratief te handhaven ( administratieve sancties ingevolge de wijziging van het strafwetboek die in 2005 in voege treedt), zal ook een verdere afstemming tussen de politiediensten en de gemeentediensten vragen. Om het milieutoezicht te optimaliseren, voorziet de gemeente ook algemene acties in verband met de interne organisatie van de dienst Leefmilieu. DOELSTELLING 2: HINDER VOORKOMEN DOOR SENSIBILISEREN EN PREVENTIEF OPTREDEN De gemeente moet geen vergaande actieprogramma s voor elk van de hinderaspecten uitwerken. De nadruk mag gelegd worden op het uitwerken van goede beleidslijnen en het sensibiliseren van de veroorzakers van de milieuhinder, met een prioritaire aandacht voor verbranding in open lucht en geluid/nachtlawaai. Afvalverbranding wordt erkend als een activiteit die niet enkel directe hinder veroorzaakt maar ook een ernstige milieuvervuiling kan veroorzaken. Naast een voortzetting van de regelmatige sensibilisatie d.m.v. artikels die alle burgers bereiken, opteert de gemeente voor een correcte handhaving en sanctionering. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

86 DOELSTELLING 3: GECOÖRDINEERDE EN EFFICIËNTE KLACHTENOPVOLGING DOOR GEMEENTE EN POLITIE Aangezien vele hinderproblemen een bovenlokaal karakter hebben, zal de gemeente meewerken aan initiatieven van de hogere overheden inzake klachtenregistratie, -evaluatie en opvolging (vb. enquêteringen, leefomgevingonderzoek, eenduidig klachtenregistratiesysteem, ). Het laten uitgroeien van de bestaande klachtenregistratie en -opvolging tot een volwaardig registratie- en opvolgingssysteem, afgestemd op het systeem van de overheid, is een prioriteit. Daarbij moet in de eerste plaats een gecoördineerde en efficiënte klachtenopvolging door milieudienst en lokale politie blijven primeren. Daarnaast zal een operationeel registratie- en opvolgingssysteem van milieuklachten de mogelijkheid bieden om de hinderproblematiek in de gemeente steeds beter in kaart te brengen. Een regelmatige analyse en rapportering van de geregistreerde klachten zal toelaten om strategieën voor een efficiëntere hinderbestrijding uit te werken. DOELSTELLING 4: WETTEREN REIN HOUDEN EN DE BEVOLKING SENSIBILISEREN DOOR SUCCESVOLLE OPRUIMACTIES IN DE TOEKOMST TE BLIJVEN ORGANISEREN De gemeente kiest ervoor om de samenwerking met de sociale werkplaats De Schakel voort te zetten. De feitelijke werking van de ploeg die o.m. regelmatig zwerfvuil opruimt, alsook de maatschappelijke meerwaarde van de samenwerking worden door het gemeentebestuur en de inwoners van Wetteren sterk geapprecieerd. Deze systematische aanpak van de hinder die optreedt door allerlei soorten afval in de publieke ruimte wordt aangevuld met jaarlijkse opruimacties waavoor verenigingen, scholen en elke inwoner van Wetteren worden uitgenodigd. Dit sterk sensibiliserend initiatief wordt ludiek omkaderd. Wetteren denkt dat het een goed idee is om dit in de toekomst samen met de buurgemeenten uit te werken, zodat het nog meer weerklank kan krijgen. De intercommunale VERKO wordt actief bij dit initiatief betrokken. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

87 MOGELIJKE ACTIES Lopende acties milieujaarprogramma 2005 Volgnr. MJP 2005 Titel van de actie en toelichting 54 Bijhouden en opvolgen klachtenregister 55 Gebruik en jaarlijkse ijking van de sonometer 56 Onderzoek noodzaak aanstelling personeel tot toezichthoudende ambtenaar 57 Onderzoek van de afwijkingsaanvragen op het KB van 24 februari 1977 voor de productie van elektronisch versterkte muziek in niet-ingedeelde openbare en private, inrichtingen 58 Evaluatie van het politiereglement m.b.t. geluidshinder, opmaak politiereglement m.b.t. ulm s, luchtballons en parapantes boven de Kalkense meersen, sensibiliseringsactie rond het gebruik van lawaaierige toestellen en machines voor privé-doeleinden 59 Klachten m.b.t. geluidshinder onderzoeken en eventuele saneringsmaatregelen opleggen via de milieuvergunning (vb. koelgroepen) 60 Opstellen van politiereglement rond het verbod van verbranding van plantaardige afvalstoffen + sensibiliseringsactie 61 Klachten rond geurhinder onderzoeken en eventuele saneringsmaatregelen opleggen via de milieuvergunning (vb. spuitinstallaties) 62 Controle op de naleving van de wetgeving inzake uitrijden en onderwerken van mest 63 Deelname aan de nacht van de duisternis (opgenomen in Project 6) 64 Beperken lichtvervuiling in het Vlaams natuurreservaat De Warandeduinen Aanbrengen van nieuwe, verlaagde armaturen aan de verlichtingspalen langs de Warandestraat. Deze actie, gericht op het beperken van de lichtvervuiling in het reservaat, werd tijdens het voorjaar van 2004 uitgevoerd en is afgerond. De kosten werden door het Vlaamse gewest gedragen (Aminal, afdeling Natuur). 65 Opmaak gemeentelijke inventaris vlarebo-activiteiten (vb. stortplaatsen voor huishoudelijk afval) 66 Hernieuwen van raamcontract met een erkend bodemsaneringsdeskundige (in kader van artikel ) 67 Aankoop straatafvalzuiger (Glutton) MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

88 68 Afsluiten samenwerkingsovereenkomst met vzw SW De Schakel (opgenomen in Project 2) 69 Zwerfvuilactie (opgenomen in Project 2) 70 WelGedaanPas: duurzaam werken aan een propere schoolomgeving 71 Probleem hondenpoep 72 Rattenbestrijding 73 Zwerfkatten Nieuwe acties voor de planperiode Gelijkvormig beleid ivm afwijkingen regelgeving muziek (opgenomen in Project 6) Visuele vervuiling van het landschap aanpakken door een landschapsverordening (opgenomen in Project 6) Uitwerken van een beleidslijn over lichthinder en onderzoeken waar lichthinder in het landelijk gebied van Wetteren kan beperkt worden (opgenomen in Project 6) MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

89 6.5. MOBILITEIT THEMABESCHRIJVING De meeste gezinnen hebben één (soms twee) wagen(s) waarvan veelvuldig wordt gebruik gemaakt voor woon-werkverkeer. Door deze luxe is men mobieler en speelt de locatie van werken, wonen, winkelen steeds minder een rol. Spijtig genoeg heeft deze luxe ook een negatief aspect. Denk maar aan de toenemende uitstoot van CO 2, NOx, CO, de grotere belasting op het milieu door geluidshinder, versnippering door de aanleg van wegen, verkeersonveiligheid. Een betere organisatie van de verkeersstromen en het aantrekkelijker maken van alternatieve verplaatsingsmogelijkheden zijn dus aan de orde. Mogelijkheden zijn het overbodig maken van verplaatsingen door onder andere het promoten van alternatieve vervoersvormen zoals het openbaar vervoer en fietsgebruik. Bij het nemen van verkeerstechnische maatregelen moet in de mate van het mogelijke rekening gehouden worden met milieuaspecten. De invloed van verschillende types verkeersinfrastructuur op de emissies van voertuigen die ze gebruiken, kan immers hoe langer hoe beter ingeschat worden. Daarnaast mag zeker benadrukt worden dan een milieuvriendelijk rijgedrag een positief effect heeft, vooral doordat het energieverbruik en de uitstoot van schadelijke stoffen erdoor worden beperkt. De cluster Mobiliteit heeft als doel het milieubeleid, het mobiliteitsbeleid en het beleid RO van de gemeente zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Het beleid bestaat uit 2 grote lijnen: toetsen hoe milieuvriendelijk het mobiliteitsbeleid van de gemeente is; specifieke acties voeren omtrent milieu en verkeer. De gemeente heeft het mobiliteitsconvenant ondertekend en een conform verklaard mobiliteitsplan, waarin de milieutoetsing deel uitmaakt van de evaluatie van het mobiliteitsplan. De cluster mobiliteit wordt in het MBP voornamelijk behandeld om de integratie met het GRS en het mobiliteitsplan te verduidelijken. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

90 MOBILITEIT VANDAAG Bijzondere kenmerken en aandachtspunten Wetteren scholengemeente: mobiliteit van de jeugd en veiligheid. Het centrum van Wetteren wordt doorsneden door de Schelde. Onderscheid verblijfsgebied verkeersgebied: een belangrijke leidraad in het mobiliteitsplan. Trage wegen en voetwegen zijn geïnventariseerd: de gemeente kan een gefundeerd globaal actieplan uitwerken. Gemeentelijk wagenpark en fietsverkeer van de eigen diensten Krachtlijnen i.v.m. het leefmilieu uit het gemeentelijk mobiliteitsplan Voor het mobiliteitsplan werd gekozen voor het beleidsscenario dat het best scoorde op vlak van duurzaamheid. In het mobiliteitsplan werd een integratie met het ruimtelijke ordeningbeleid nagestreefd. De uitvoering van de acties uit het mobiliteitsplan en het Gemeentelijk Ruimtelijke Structuurplan geven vorm aan een duurzamer en en sterker geïntegreerd lokaal beleid dat streeft naar een kwalitatieve leefomgeving. Voorts werden de beleidsopties van de 3 partners (gemeentebestuur, De Lijn, Vlaams Gewest) zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Ruimte voor milieuvriendelijke vervoersmodi, de uitbouw van langzame verkeersnetwerken en Trage Wegen, herinrichting van doortochten en het afstemmen van nieuwe ruimtelijke ingrepen (voorzieningen en woonwijken) op het openbaar vervoersnetwerk (vb: autovrije wijken, inbreidingsprojecten in de stad) moeten de gemeente leefbaarder en duurzamer maken en houden. Bij de initiatieven die de gemeente onderneemt m.b.t. de aanleg van fietspaden kan steeds de link met het provinciaal fietsnetwerk en het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk voor ogen worden gehouden. De Provincie subsidieert gemeenten voor de aanleg van fietspaden uit deze netwerken. Aangezien de gemeente de milieutoetsing van het mobiliteitsplan (conform sinds februari 2002) van de gemeente uitvoerde in het kader van het mobiliteitsconvenant, overeenkomstig de bepalingen van niveau 2, voldoet de gemeente aan de gevraagde milieutoets op niveau 1 en 2 van deze cluster. Er werd recent een verkeerscirculatieplan uitgewerkt dat het beleid veel concreter zou moeten kunnen maken. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

91 Milieuvriendelijke gemeentelijke voertuigen Er wordt een inventaris van het gemeentelijk wagenpark (aantal, type, brandstoftype, leeftijd, emissie, enz.) opgemaakt, alsook een gebruiksanalyse van het wagenpark (hoe en waarom, afstanden, frequentie van gebruik, bezettingsgraad, enz.). Bij de aanschaf van nieuwe voertuigen wordt bij de keuze van het type voertuig ook rekening gehouden met het verbruik en de aard van de brandstof (ondermeer LPG). De gemeente wil daarbij gebruik gaan maken van de criteria- set die vervat is in de ecoscore. Deze ecoscore is voor elk voertuig terug te vinden in de databank milieuvriendelijk voertuig 13. De ecoscore houdt behalve met de CO 2 - uitstoot ook rekening met andere verontreinigende stoffen die belangrijk zijn in verband met het broeikaseffect en de luchtkwaliteit in het algemeen. Ook geluidshinder werd in deze score opgenomen Informatie en sensibiliseringscampagnes De sensibiliseringscampagne Met Belgerinkel naar de Winkel wil zowel handelaars als consumenten sensibiliseren: fietsen is gezond, milieuvriendelijk en een oplossing om het verkeer en de parkeerdruk rond handelszaken te temperen. Het principe is eenvoudig: fietsende klanten krijgen van de deelnemende handelaars een spaarkaart. Telkens zij voor een aankoop op de fiets springen, levert dit een stempel op de spaarkaart op. Met een volle spaarkaart maakt men kans om prijzen te winnen. In 2004 werd de actie uitgebreid naar de basisscholen (twee weken per fiets naar school= een volle spaarkaart) om ook daar het fietsgebruik te stimuleren. De campagne Zonder automobiel in de stad, een Europees initiatief gesteund door de Vlaamse overheid, heeft als doel die dag het autoverkeer in de gemeenten te beperken en op zoek te gaan naar alternatieven. Tijdens de autoluwe dag van 2003 is bijna alle gemeentepersoneel op alternatieve wijze naar het werk gekomen. In 2004 heeft deze actie geleid tot een speciale vermelding in het projectenboek 2004 van de VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde). In 2003 werd in samenwerking met de basisschool en middelbare school Koninklijk Atheneum de week van de zachte weggebruiker georganiseerd. Tijdens deze week bedienden de lijnbussen de basisscholen en werd in de middelbare school de toneelvoorstelling Flits uitgevoerd, waar de scholieren geconfronteerd werden met de gevolgen van het verbruik van alcoholische dranken en het besturen van een wagen BIJZONDERE KNELPUNTEN EN OVERWEGINGEN Het mobiliteitsplan werkt feitelijk geen doelstellingen uit het verkeerscirculatieplan is veel concreter. De Schelde is een barrière voor fietsverkeer. 13 website - de databank is deel van het energie- en milieuinformatissysteem voor het Vlaams egewest (EMIS) MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

92 Aanleg van vlotte verbindingen voor langeafstand-fietspaden: er bestaat discussie wegens de bestemming; in de MiNa-raad werd de discussie reeds meermaals ruimer gevoerd, in relatie tot buurtwegen en voetwegen. De waardedaling van voertuigen op LPG stond de beleidsintenties in de weg, waardoor een toename van het aantal voertuigen op LPG in het wagenpark uitbleef. Mobiliteitsgedrag en perceptie van afstanden: voor sommige mensen is de afstand tussen station en markt (1,3 km) reeds te groot om de auto te laten staan. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

93 VISIE EN DOELSTELLINGEN AUTOMOBIEL, ZELFS ZONDER WAGEN Wetteren wil een duurzame mobiliteit in de gemeente bevorderen. De strategische doelstelling van het milieubeleid binnen dit streven is het verbeteren van de leefbaarheid (terugdringen van verkeersonveiligheid, lawaaihinder, luchtvervuiling, ) en daaraan gekoppeld het stimuleren van alternatieven voor gemotoriseerd verkeer (langzaam verkeer en openbaar vervoer). De gemeente zal bij de communicatie van het resultaat van acties steeds de nadruk leggen op het positieve aspect van de acties op het leefmilieu. Hierna volgen doelstellingen die passen in het scenario duurzame mobiliteit (mobiliteitsplan en ontwikkelinsgopties GRS) en waaraan ook in het kader van het milieubeleid acties kunnen worden gekoppeld. Doelstelling 1: VERKEERSVEILIGHEID EN VERKEERSLEEFBAARHEID VERHOGEN In het gemeentelijk mobiliteitsplan werd gekozen voor het beleidsscenario dat het best scoorde op vlak van duurzaamheid. De uitvoering van de acties uit het mobiliteitsplan en het gemeentelijk ruimtelijke structuurplan (GRS) geven vorm aan een duurzamer en geïntegreerd lokaal beleid dat streeft naar een kwalitatieve leefomgeving. Ruimte voor milieuvriendelijke vervoersmodi, de uitbouw van langzaam verkeersnetwerken, herinrichting van doortochten en het afstemmen van nieuwe ruimtelijke ingrepen (voorzieningen in woonwijken, veralgemeend invoeren van de zone 30) op het openbaar vervoersnetwerk moeten Wetteren verkeersveiliger en leefbaarder en houden. Een bijzondere kans ligt in het globaal actieplan Trage Wegen dat weldra operationeel zal zijn. De gemeente streeft een grondige herwaardering van buurtwegennet na, de trage weg als cultuurhistorisch relict, als verbindingselement voor de zwakke weggebruiker, als recreatief en of natuureducatief wandelpad. Doelstelling 2: NIEUWE FIETSVOORZIENINGEN VOOR EEN VEILIGER FIETSVERKEER Tijdens de planperiode van het milieubeleidsplan wil de gemeente de doelstellingen van het mobiliteitsplan inzake fietsverkeer realiseren en ook het globaal actieplan Trage Wegen met oog voor functionele en recreatieve fietsverbindingen uitvoeren. Het is een grote wens van de gemeente om de barrièrewerking van de Schelde op het grondgebied van Wetteren voor fietsverkeer op te lossen maar de haalbaarheid hiervan moet eerst grondig onderzocht worden. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

94 Het gemeentelijk milieubeleid streeft vanuit deze visie volgende bijkomende doelstellingen na: Doelstelling 3: STIMULEREN VAN MILIEUVRIENDELIJKE MOBILITEIT BINNEN DE GEMEENTEDIENSTEN De voorbeeldfunctie van de gemeente krijgt vorm in specifieke acties naar het personeel toe. Het gemeentepersoneel wordt gestimuleerd om alternatieve verplaatsingsmethoden te gebruiken (openbaar vervoer, fiets, te voet) voor het woon-werkverkeer (dienstfietsen, woon-werkverkeer met de fiets stimuleren, fietsvergoedingen, terugbetaling openbaar vervoer). Daarnaast wordt een evaluatie van het eigen wagenpark en het gebruik ervan naar milieuvriendelijkheid vooropgesteld. De gemeente zal milieuvriendelijk rijgedrag sterker promoten en de positieve effec ten ervan benadrukken. Doelstelling 4: AANMOEDIGEN VAN PARKEREN EN OVERSTAPPEN OP OPENBAAR VERVOER, STAPPEN EN FIETSEN De verbetering van het voetgangers- en fietsnetwerk (aanleg korte verbindingen en voetgangersrelaties, infrastructurele ingrepen, diefstalveilige fietsenstallingen, doortochten, oversteekplaatsen, snelheidbeheersing) blijft een continue zorg. Vooral op het vlak van de fietsstallingen wil de gemeente meer inspanningen doen om de doelstelling te verwezenlijken. Daarnaast blijft Wetteren meewerken aan initiatieven die de bevolking informeren en aanmoedigen om de auto aan de kant te laten wanneer het kan. Andere mobiliteitsdoelstellingen worden niet verder uitgewerkt in het milieubeleidsplan omdat de link met het leefmilieu niet rechtstreeks gelegd wordt. Het gaat om de volgende doelstellingen: Optimalisering van de mobiliteit door een categorisering van het wegennet in Wetteren Doorgaand verkeer weren uit de dorpskernen en de verblijfsgebieden Vrachtverkeer geleiden Relatie met het PMBP Oost-Vlaanderen Deze visie en doelstellingen hebben een duidelijke link met het volgende project uit het provinciaal milieubeleidsplan : - Project 9 'Verruiming van het bovenlokale fietsroutenetwerk tot een netwerk van trage wegen'. In dit project zijn gemeenten belangrijke partners en is een goede afstemming op de gemeentelijke initiatieven noodzakelijk. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

95 MOGELIJKE ACTIES Lopende acties Milieujaarprogramma 2005 Volgnr. MJP 2005 Titel van de actie en toelichting 74 Met belgerinkel naar de winkel 75 Zonder auto mobiel in de stad 76 Milieuvriendelijke voertuigen en inventarisatie van het gemeentelijk wagenpark 77 Speelstraten 78 Trage wegen (opgenomen in Project 8) Nieuwe acties voor de planperiode Het centrum en alle woonwijken worden als een zone 30 ingericht (cfr. gemeentelijk mobiliteitsplan). Haalbaarheid van een fietsverbinding over de Schelde (= droom) onderzoeken Grote wens: betere fietsverbinding over de Schelde, waardoor de barrièrewerking voor het fietsverkeer kan worden opgeheven. De beste lokatie is wellicht tussen Ten Hede en Kwatrecht. Trage wegen: gefaseerde uitwerking van het actieplan dat na een inventarisatie werd uitgewerkt (opgenomen in Project 8) Het aantal dienstfietsen per gemeentegebouw herzien De ervaring leert dat 1 dienstfiets per gemeentelijke vestiging soms te weinig is, waardoor de actie niet optimaal werkt. Parkeren en overstappen door concrete ingrepen aanmoedigen Sterker aanmoedigen van parkeren en overstappen op het openbaar vervoer of stappen/fietsen in het centrum van Wetteren. Dit zou kunnen verwezenlijkt worden door bij belangrijke gebouwen een veilige, overdekte fietsenstalling te voorzien. De huidige fietsenstalling van het gemeentehuis is trouwens te krap. Ook op strategische plaatsen in winkelstraten zou deze maatregel waarschijnlijk een duidelijk effect hebben. Organiseren van cursussen energiezuinig en milieuvriendelijk rijgedrag voor het gemeentepersoneel MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

96 6.6. ENERGIEZORG THEMABESCHRIJVING Energie is in onze huidige samenleving onmisbaar geworden. Voor al onze dagdagelijkse bezigheden hebben we één of andere vorm van energie nodig. Maar het veelvuldig gebruik van energie heeft ook gevolgen. Energiebronnen zoals olie, aardgas en steenkool zijn niet onuitputtelijk. De verbranding van deze grondstoffen zorgt bovendien voor milieuproblemen zoals de steeds toenemende luchtvervuiling. Om ervoor te zorgen dat de toekomstige generaties nog over voldoende reserves beschikken en kunnen leven in een aangename omgeving wordt het hoog tijd om rationeel met energie om te springen. Om te kunnen voldoen aan internationale akkoorden met betrekking tot de vermindering van broeikasgassen (Rio 1992 en Kyoto 1997), moet elke maatschappelijke schakel een bijdrage leveren. Het broeikasgas koolstofdioxide (CO 2 ) levert de grootste bijdrage aan de totale uitstoot van broeikasgassen. Dit gas komt voornamelijk vrij bij het verbruik van energie. Om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan ontwerpt de Vlaamse overheid het Vlaams klimaatbeleidsplan. De cluster energie omvat het beleid omtrent: - energiebesparing: een duurzaam energiebeleid dat het primair energieverbruik moet verminderen; - energie-efficiëntie: rationeel energieverbruik (REG) dat de CO 2 -uitstoot moet verminderen; - hernieuwbare energiebronnen. In het regeerakkoord van de huidige Vlaamse regering is opgenomen dat het toewijzingsplan voor CO 2 - emissierechten zal worden toegepast. Er moet een groter maar realistisch aandeel van energie uit hernieuwbare bronnen komen: wind, zon, biomassa). Vanaf 2006 wil de regering energieprestatiecertificaten voor nieuwe woningen invoeren, vanaf 2008 ook voor bestaande woningen die verkocht of verhuurd worden. Het mag duidelijk zijn dat er een duidelijk verband bestaat tussen het thema energiezorg en milieuvriendelijke mobiliteit (hoofdstuk 6.5). Ook de milieuhinder kan beduidend ingeperkt worden door duurzame mobiliteit, het rationeel gebruik van energie en overschakelen op schonere energiebronnen (verband met hoofdstuk 6.4). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

97 ENERGIEZORG VANDAAG bijzondere kenmerken en aandachtspunten Het energiezorgsysteem zit in Wetteren reeds goed op de sporen, ook organisatorisch; de beleidsmensen beginnen overtuigd te raken van de efficiëntie ervan en het systeem wordt uitgebreid. In de rapporten van de coördinator wordt naast verwarming en electriciteit steeds het waterverbruik en -besparing meegenomen: de huidige werking overschrijdt dus het thema energie en past in de interne milieuzorg van de gemeente. Door de eigenheid van Wetteren (vele boomkwekerijen) bestaan mogelijk kansen voor een energiebos; er lopen evenwel geen initiatieven en de bedrijven zijn te bloeiend om een dergelijke reconversie te overwegen Energieboekhouding en REG-beleid Wetteren heeft zich voor dit thema op niveau 1 (SO) verbonden om een energieboekhouding en energiezorgsysteem op te starten en de verschillende doelgroepen binnen de gemeente te sensibiliseren. De hoofdtechnicus van de sportdienst werd op initiatief van de milieudienst aangesteld als energiecoördinator voor alle gemeentediensten. Het energiezorg en - boekhoudsysteem bestaat erin dat dagelijks de verbruiken worden bemeterd en geregistreerd. Zo komen onmiddellijk abnormale zaken aan het licht die direct ingrijpen vergen. Niet alleen is dit systeem geïnstalleerd, vergde aanpassingen aan bestaande meters (nieuwe plaatsing), maar er gebeurde ook een energiescan door een externe firma. Ook de reeds uitgevoerde besparende maatregelen werden onder de loep genomen. In eerste instantie werden de grote energieverbruikers aangepakt, zoals het gemeentehuis, CC De Poort en het sportcentrum De Warande (een sporthal, zwembad en openluchtzwembad). Begin 2003 werd een dienstencontract Enerlution Vision van Electrabel ondertekend. Sinds alle aanpassingen rond zijn (eind september begin oktober 2003) heeft men een goed beeld van het dagelijks verbruik. De energiecoördinator kon vanaf begin 2004 de verbruiken goed volgen op computer. De belangrijkste doelstelling is om zoveel mogelijk energie te besparen in de gemeentelijke gebouwen. In het sportcentrum gebeurt dit door een externe beheerder die meedeelt in de winst. Deze heeft op eigen kosten de atmosferische verwarmingsketels vervangen door hoog rendementsketels en boilers vervangen door platenwisselaars. Een echte energie audit blijft vooralsnog uit maar zal wellicht een plaats krijgen in het nieuwe dienstencontract. De reeds toegepaste maatregelen, alsook de toekomstige acties, worden uitvoerig in het milieujaarprogramma van de gemeente gerapporteerd. Wetteren heeft zich akkoord verklaard over een deelname aan de samenaankoop van een boekhoudsysteem voor gemeentegebouwen door GeDIS. De gemeente kiest voor de maximale optie 3, MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

98 d.w.z. dat de distributienetbeheerders het pakket in eigen beheer aankopen, het gratis ter beschikking stellen van de gemeente én zorgen voor de opvolging. De gemeente moet wel blijven instaan voor de aankoop van impulstellers en dataloggers. Als alles naar wens verloopt, zal de gemeente op het einde van elk jaar een complete energieboekhouding ontvangen, die nog vele bijkomende mogelijkheden biedt. Naast de grafieken op zich zullen ook bijv. vergelijkingen met gelijkaardige gebouwen in andere steden en gemeenten worden bezorgd. Meten is weten wordt dan realiteit. Een gedetailleerde analyse van de curves zal wel door de energiecoördinator van Wettenen moeten gebeuren. Enerlution Vision blijft wel bestaan (looptijd is 5 jaar) Initiatieven rond hernieuwbare energie De gemeenteraad keurde in december 2000 een subsidiereglement goed voor de installatie van een zonneboiler voor het verwarmen van sanitair water in een woning of een bedrijfsruimte. Bovenop de financiële tussenkomst van de Intercommunale IMEWO wordt een gemeentelijke toelage verleend van 15% van de kostprijs van de installatie. In 2002 werd de haalbaarheidsstudie opgevraagd aangaande de inplantingsmogelijkheden van windmolens op het grondgebied van Wetteren. Naar aanleiding hiervan werd een nota aan het college van burgemeester en schepenen overgemaakt Stimuleren en sensibiliseren door de voorbeeldfunctie uit te spelen De reeds gedane inspanningen door de gemeente zouden impulsen moeten zijn naar de bevolking om een gelijkaardige werkwijze ook toe te passen in gezinswoningen. Een goede communicatie van beschikbare subsidies is hiervoor van groot belang. In het gemeentelijk infoblad wordt regelmatig een artikel gepubliceerd omtrent het subsidiereglement voor het plaatsen van een zonneboiler. Daarnaast informeert en sensibiliseert Wetteren de gemeentediensten en haar burgers omtrent de verschillende mogelijkheden om aan rationeel energiegebruik te doen. Wetteren neemt jaarlijks deel aan de Maand van de Energiebesparing. De gemeente promoot rationeel energiegebruik door het publiceren van tips in het gemeentelijk infoblad en door het verzorgen van de tip van de week binnen de gemeentelijke diensten (zowel gemeentehuis, sportcentrum, zwembad, cultureel centrum, bibliotheek enz.). In 2004 werd de mogelijkheid tot het opstarten van een demo-project duurzaam bouwen (hergebruik regenwater, individuele afvalwaterzuivering, zonneboiler, gebruik van FSC-hout enz.) onderzocht. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

99 BIJZONDERE KNELPUNTEN Een demoproject duurzaam bouwen blijft een idee dat nog niet concreet kan worden gemaakt de maatschappelijke vraag is nog niet sterk (wellicht een initiatief voor het hogere beleidsniveau provincie / GeDIS). De energiecoördinator kan tijdens de zomer minder tijd besteden aan het energiezorgen boekhoudsyteem doordat andere taken hem opeisen. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

100 VISIE EN DOELSTELLINGEN De strategische doelstelling voor dit thema werd ook in het MJP 2004 aldus geformuleerd: De gemeente verbindt er zich toe een lokaal duurzaam energiebeleid op de sporen te zetten dat erop gericht is het milieu zo weinig mogelijk te belasten. Tegelijkertijd onderneemt zij acties en maatregelen naar haar inwoners of naar groepen van inwoners toe om een gelijkaardige gedragsverandering te stimuleren. Deze strategie wordt uitgewerkt in volgende operationele doelstellingen. DOELSTELLING 1: VERMINDEREN VAN DE EIGEN ENERGIEVRAAG VAN DE GEMEENTE EN DE UITBOUW VAN HET ENERGIEZORG- EN BOEKHOUDSYSTEEM, DAT REEDS GOED OP DE SPOREN STAAT, VERZEKEREN (RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK) De gemeente wenst haar voorbeeldfunctie op te nemen wat betreft milieuverantwoord energiegebruik. De energiecoördinator staat in voor de planning en de uitwerking van het energiebeleid van de gemeente: energieboekhouding, uitvoeren van energie-audits en uitwerken van maatregelen. Deze taak wordt geconfirmeerd en de gemeente zal voortaan ook een beroep doen op de deskundige ondersteuning door GeDIS. Een energiezorgsysteem laat eerst en vooral toe om het energieverbruik in eigen beheer systematisch op te volgen. Het is een evaluatie-instrument: het maandelijks energieverbruik van individuele gebouwen wordt nauwgezet bijgehouden en vergeleken met het verwachte verbruik. Een energiezorgsysteem is eveneens een beleidsinstrument dat moet leiden tot eenvoudige ingrepen om onnodig energieverbruik te vermijden. Het gemeentebestuur heeft zijn goedkeuring gegeven aan een uitbreiding van het aantal gebouwen dat in het energiezorgsysteem wordt opgenomen. De ervaring die is opgedaan in De Warande zal maximaal worden aangewend. De keuze van de gebouwen wordt bepaald na een grondige inventarisatie. Relighting is geen prioriteit, centrale verwarming van de gemeentegebouwen is op het vlak van het energiegebruik veel belangrijker. DOELSTELLING 2: DE AANDACHT VOOR HET GEBRUIK VAN DUURZAME ENERGIEBRONNEN DOOR DE GEMEENTE LEVEND HOUDEN (duurzaam energiegebruik) Hoewel het in de gegeven marktcontext niet haalbaar is om systematisch duurzame energiesystemen in te voeren, wil Wetteren de ontwikkelingen en mogelijkheden alert blijven volgen en in het algemeen meer aandacht besteden aan het onderzoeken van de haalbaarheid ervan in gemeentegebouwen. Voor effectieve toepassing komen in de eerste plaats die technieken in aanmerking, waarvoor de gemeente een subsidieregeling heeft of nog zal uitwerken (zonneboiler, warmtepomp en fotovoltaïsche panelen). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

101 DOELSTELLING 3: UITSPELEN VAN DE VOORBEELDFUNCTIE VAN DE GEMEENTE INZAKE RATIONEEL EN DUURZAAM ENERGIEGEBRUIK Het informatieaanbod van de overheid op het vlak van REG wordt via de gemeentelijke informatiekanalen voortdurend naar de inwoners van Wetteren doorgespeeld. Op de gemeentelijke website komen links naar de sites van de overheid. REG-affiches (verlichting uitdoen, PC uitzetten, verwarming niet nodeloos aan laten staan, ) zijn aanwezig in alle gemeentelijke gebouwen en worden ook vernieuwd wanneer er actuelere informatiemateriaal beschikbaar is. Wetteren is er klaar voor om het bestaande subsidiereglement over hernieuwbare energie uit de breiden. In de ruimtelijke ordening, bij de ontwikkeling van nieuwe gebieden of bij de ontwikkeling van stadsinbreidingsprojecten, moet ook aandacht naar hernieuwbare energie gaan. Een beleidskader moet onderzoeken hoe het gebruik van hernieuwbare energie kan gestimuleerd worden. Relatie met het PMBP Oost-Vlaanderen Deze visie en doelstellingen hebben een link met de volgende projecten uit het provinciaal milieubeleidsplan : - Project 10 'Ontwikkelen van een visie m.b.t. de inplanting van windturbines'. Deze gebiedsvisie dient ook ter ondersteuning van het gemeentelijk (vergunningen)beleid. Gemeenten zullen betrokken worden bij de opmaak ervan. - Project 12 'Duurzaam bouwen in Oost-Vlaanderen'. De provincie plant onder meer sensibiliserende acties naar (ver)bouwers in samenwerking met de gemeenten, alsook vorming voor de gemeentelijke technische diensten. Het thema duurzaam bouwen laat toe om geïntegreerd te werken rond een aantal aspecten waaronder duurzaam energie-, water- en materialengebruik MOGELIJKE ACTIES Lopende acties Milieujaarprogramma 2005 Volgnr. Titel van de actie en toelichting MJP Opstart van een energieboekhouding en energiezorgsysteem voor het gemeentehuis en het cultureel centrum De Poort (gebouwen met een jaarlijks energieverbruik boven de kwh of een jaarlijks warmteverbruik hoger dan kw) 80 Opstart van een energiebeheerssysteem in het domein De Warande (binnenzwembad, buitenzwembad, sporthal) 81 Subsidiereglement voor de installatie van een zonneboiler + onderzoek naar de uitbreiding van het subsidiereglement naar andere installaties op zonne-energie 82 Duurzaam energiegebruik: informeren en sensibiliseren van personeel en burgers MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

102 Nieuwe acties voor de planperiode De navolgende nieuwe initiatieven, die grotendeels voortbouwen op bestaande acties, zijn opgenomen in Project 7, waar zij dan ook nader toegelicht worden. Confirmatie van de functie en de taken van de energiecoördinator Keuze van de opname van nieuwe gebouwen in het energiezorgsysteem, op basis van een inventaris Het bestaande dienstencontract uitbreiden naar de andere (grote) gemeentegebouwen Meer aandacht schenken aan hernieuwbare energie en de bestaande subsidieregeling uitbreiden tot warmtepomp en fotovoltaïsche panelen De mogelijkheid van het gebruik van zonnepanelen in De Warande concreet onderzoeken. Optimalisatie communicatie over energiezorg en IMZ in het algemeen MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

103 ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID 7. ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID 7.1. SITUERING Volgens de samenwerkingsovereenkomst met de overheid en de rapportering in het milieujaarprogramma van de gemeente verstaat men onder het instrumentarium van het milieubeleid de volgende hoofdpunten: - Beleidsinstrumenten o MJP en MBP o Fase 2 van de samenwerkingsovereenkomst ( ) o Milieubarometer o Duurzaamheidstoets - Gemeentelijke dienst o Mina-werkers o Duurzaamheidsambtenaar o Interne milieuzorg en IMZS o Inventarisatie en MMIS o Integratie op gemeentelijk vlak o Milieutoezicht en handhaving o Samenwerkingsverbanden - MINA-raad De gemeente rapporteert in het lopende MJP 2005 over de items die hierboven schuin gedrukt zijn. Dit wil zeggen dat de gemeente niet rapporteert over een milieubarometer en een duurzaamheidstoets en dat zij tevens geen duurzaamheidsambtenaar in dienst heeft. Wetteren werkt tot vandaag ook niet met Mina-werkers. In het kader van de S.O. zijn dit namelijk verplichtingen van niveau 2. Wetteren moet er niet aan voldoen al kan de gemeente uiteraard wel vrij initiatieven in verband ermee nemen. In het lopende jaarprogramma zijn 5 acties aan het instrumentarium gewijd, waaronder de opmaak van dit milieubeleidsplan. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

104 ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID 7.2. DE ORGANISATIE EN DE WERKING VANDAAG Bijzondere kenmerken en aandachtspunten Het milieujaarprogramma van de gemeente is zeer uitvoerig en bevat een groot aantal acties (82 in het MJP 2005). Wetteren maakt gebruik van een milieucel : ambtelijk overleg van lokale Politie, milieuambtenaar en stedenbouwkundige ambtenaar. Wetteren kan ook een beroep doen op de werkgroep Provincie Oost-Vlaanderen, die zorgt voor een ondersteuning van de gemeenten in het kader van de samenwerkingsovereenkomst. Een viertal keer per jaar wordt er een regiovergadering georganiseerd. Wetteren behoort tot de regio Boven-Schelde. De MiNa-raad heeft een belangrijke taak als adviesraad en werkt zeer constructief. Het is geen actieorgaan, ook al overkoepelt de raad wel actieverenigingen. Najaar 2004: charter oprichting van het Schelde Landschapspark (25 gemeenten) HUIDIGE WERKING VAN DE UITVOERENDE GEMEENTELIJKE DIENSTEN Dienst Leefmilieu De milieudienst heeft momenteel de volgende samenstelling: - een voltijds milieuambtenaar (niveau A), in dienst vanaf 01/09/2000; - een voltijds administratief bediende (niveau C); - een NME-medewerker (3/4) die instaat voor de natuur- en milieueducatie (geco-statuut); - een voltijds technisch medewerker milieu (niveau D). De functie van milieuloket voor eerstelijnsmilieuzorg wordt tijdens de kantooruren waargenomen. Men kan op de milieudienst steeds terecht met vragen, klachten en problemen. Organisatie van de interne milieuzorg (IMZ) Wanneer een gemeente haar inwoners wil aanzetten tot milieuzorg, is het belangrijk dat de gemeente zelf het goede voorbeeld geeft binnen de gemeentelijke diensten. Op het gemeentehuis wordt een intern milieuzorgsysteem ingevoerd vanuit het personeel zelf (bottom-up benadering). De bedoeling is dat er duurzaam wordt omgesprongen met natuurlijke hulpbronnen: energie, grondstoffen en water. Interne milieuzorg moet ondersteund worden vanuit het beleid en vanuit de verschillende gemeentelijke diensten (gemeentehuis, magazijn, kinderdagverblijf, kleuterschool, tekenacademie, sportcentrum, enz.). Eventueel kan ook het schoonmaakpersoneel en de aankoopdienst erbij betrokken worden (bv. voor gebruik van milieuvriendelijke schoonmaakproducten). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

105 ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID Ambtelijk overleg: integratie op gemeentelijk niveau Om te komen tot een geïntegreerd duurzaam lokaal milieubeleid wordt ambtelijk overleg georganiseerd met volgende doelstellingen: - maximale afstemming tussen het milieubeleid en de andere beleidsplanningsprocessen (m.b.t. ruimtelijke ordening, mobiliteit,...); - de coördinatie van de opmaak en uitvoering van het milieujaarprogramma en het milieubeleidsplan; - de communicatie van het lokale milieubeleid, zowel naar de gemeentelijke diensten, als naar de doelgroepen en burgers. Tenminste de ambtenaren uit de verschillende milieusectoren en de beleidsdomeinen worden bij dit ambtelijk overleg betrokken. Het overleg zal aansluiten bij bestaande overlegstructuren van de gemeente, zijnde enerzijds het wekelijks diensthoofdenoverleg waarop de recentste beslissingen van het college van burgemeester en schepenen worden meegedeeld en anderzijds de tweemaandelijkse vergadering van de milieucel (Lokale politie, milieuambtenaar en stedenbouwkundig ambtenaar). In het kader van bepaalde projecten (pesticidenreductieplan, ruimen van grachten,...) worden aanvullende overlegmomenten georganiseerd met de diensten of met afgevaardigden van de diensten. Toezicht Wetteren telt momenteel drie personen met een Vlarem-bekwaamheidsbewijs (diensthoofd Plantsoendienst, commissaris). Twee ervan werden in 2003 door de gemeenteraad aangeduid als Vlaremambtenaar belast met de controle op de als hinderlijk ingedeelde inrichtingen van tweede en derde klasse, conform art.58 van Titel I van het Vlarem. De huidige milieuambtenaar,kristel Spruyt, heeft het Vlarem-bekwaamheidsbewijs nadien eveneens behaald. Voor het uitoefenen van de toezichttaken werkt de milieudienst nauw samen met de lokale politie. De manier van samenwerken en de verdeling van de taken werd uitvoerig besproken in de milieucel en vastgelegd in een draaiboek. De dienst Leefmilieu blijft uiteraard het aanspreekpunt voor niet-dringende milieuovertredingen tijdens de kantooruren. De politie fungeert als aanspreekpunt voor dringende oproepen die buiten de kantooruren gebeuren. Voor het vaststellen van overtredingen op de natuurvergunningen en vrije velddelicten heeft de milieuambtenaar een goede samenwerking met de natuurwachter bij Aminal, afdeling Natuur. Daarnaast moet de milieuambtenaar de nodige tijd kunnen vrijmaken om haar controlerende bevoegdheid in het kader van de Vlarem-wetgeving te kunnen uitvoeren. De bedoeling is om een goede relatie te creëren tussen de gemeentelijke dienst Leefmilieu en de bedrijven zodat problemen op voorhand besproken kunnen worden. Op deze manier kan ook een betere kennis van de milieuwetgeving in kleine bedrijven binnendringen, waar vaak de tijd en/of interesse ontbreekt. Om praktische redenen wordt er telkens een bepaalde sector (2002: bakkerijen; 2003: garages; 2004: slagers) bekeken. Alle mogelijke bedrijven van de sector worden opgespoord: zowel die mét milieuvergunning als die zonder milieuvergunning. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

106 ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID Ook treedt de milieuambtenaar, i.s.m. de lokale politie, op bij lokale hinderproblemen, zoals burenhinder (vb. lichthinder, geurhinder, geluidshinder, plantafstanden). De gemeente rapporteert jaarlijks over de evaluatie en de planning m.b.t. het toezicht dat ze uitvoert. Deze rapportering bevat tevens een globaal overzicht m.b.t. de toezichttaken. Inventarissen en MMIS Voor het beheer en ter beschikking stellen van milieu-informatie gebruikt het Vlaamse Gewest een gradueel op te bouwen Milieu Management Informatiesysteem (MMIS). De digitale databanken en internettoepassingen van het MMIS zullen op de dienst Leefmilieu raadpleegbaar zijn voor de milieuambtenaar en de administratief medewerker. Sedert november 2002 maakt de dienst Leefmilieu gebruik van het Milieuvergunningen-opvolgsysteem van CEVI. De gemeente zal gebruik maken van het milieuklachtenregistratie- en opvolgingssysteem (MKROS). In april 2005 kreeg de milieudienst het bericht dat het systeem na een testfase in voege is getreden. Het centraal meldpunt waar de burgers met elke klacht terecht kunnen, wordt vervuld door de dienst communicatie. Het is de bedoeling dat ook de lokale politie de databank kan raadplegen. In 2003 heeft de gemeente het softwarepakket Aqua-GIS van Aquafin ontvangen. Er is nog geen inventarisatie van de riolering van het volledig grondgebied van de gemeente. Voor de opvolging van natuurvergunningen wordt gebruik gemaakt van het natuurvergunningenloket ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR (DE MINA-RAAD) De gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur werd in 2002 samengesteld conform de bepalingen in de samenwerkingsovereenkomst. De beroepsgroepen en/of -organisaties, de sociaal-culturele organisaties en vormingsorganisaties werden uitgenodigd om een stemgerechtigd lid in de MiNa-raad af te vaardigen. Het huishoudelijk reglement werd op 19 december 2002 door de gemeenteraad bekrachtigd. Hieraan werd een afsprakennota toegevoegd waarin de samenwerking en de ondersteuning tussen gemeente en MiNa-raad nader worden bepaald. De Mina-raad adviseert het gemeentebestuur over het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid: - alle aspecten met betrekking tot het voorkomen, het aanwijzen en het bestrijden van milieuhinder en -verontreiniging die op het grondgebied van de gemeente voorkomen; - alle aspecten met betrekking tot het behoud en de bescherming van de natuur op het grondgebied van de gemeente; - alle aspecten van natuur- en milieueducatieve aard in de gemeente; - het informeren en sensibiliseren van de burgers over hoger vernoemde aspecten. De adviesraad voor milieu en natuur streeft er naar om intensief samen te werken met andere lokale adviesraden, door bijv. het organiseren van gezamenlijke thematische vergaderingen of door het organiseren van een jaarlijkse start- en evaluatievergadering van alle raden samen. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

107 ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID SAMENWERKINGSVERBANDEN VAN WETTEREN De Milieucel In 2002 werd een milieucel opgericht in Wetteren waarin zowel de milieuambtenaar, de stedenbouwkundige ambtenaar als de lokale politie vertegenwoordigd zijn. Voor de meest voorkomende milieuovertredingen, zoals verbranden van afval in open lucht, sluikstorten, bodemvervuiling, en geluidshinder, worden stroomschema s opgesteld. In 2002 werd een algemeen stroomschema voor milieu- en stedenbouwkundige overtredingen opgemaakt door de milieucel. Het schema bevat werkafspraken en te volgen stappen bij milieu- en stedenbouwkundige overtredingen. Er werden eveneens checklists opgesteld die door de politieagenten als leidraad worden gebruikt op het terrein. De checklist bevat o.m. de te volgen stappen bij de vaststelling, de te contacteren deskundige,... Werkgroep Intercommunale Verko Wetteren werkt in het kader van afvalpreventie nauw samen met de andere gemeenten van de Intercommunale Verko. Bedoeling is initiatieven uit te werken die afvalpreventie bij de burgers stimuleren door het gratis of voordelig aanbieden van materiaal. De milieuambtenaren van de verschillende betrokken gemeenten overleggen enkele keren per jaar. Werkgroep provincie Oost-Vlaanderen Op regelmatige tijdstippen organiseert de provincie Oost-Vlaanderen, dienst planning en natuurbeleid regiovergaderingen waarop overleg wordt gepleegd tussen de verschillende milieuambtenaren van een zelfde regio. De provincie wil een kwaliteitsvolle ondersteuning van het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid uitbouwen voor alle gemeenten. Gemeenten kunnen terecht bij de gratis helpdesk voor vragen over milieu, natuur, duurzaamheid of aanverwante onderwerpen. Uitgebreide onderzoeken die een plaatsbezoek vergen, vallen onder het milieucontract van de provincie. Via dit contract kunnen gemeenten nauwer samenwerken met de provincie en extra steun krijgen bij de uitvoering van projecten. De overeenkomst vangt aan op 1 januari van het jaar van ondertekening en wordt afgesloten per kalenderjaar, met een stilzwijgende verlenging tot 31 december De provincie verbindt zich ertoe een team van milieudeskudigen ter beschikking te stellen voor het uitwerken van verschillende projecten. Samenwerkingsverband Mina-raden Kalkense Meersen In 2002 werd een samenwerkingsverband opgericht tussen de Mina-raden van de gemeenten (Laarne, Wetteren, Wichelen en Berlare) die een deel van de Kalkense Meersen op hun grondgebied hebben liggen. In het samenwerkingsverband zitten de milieuambtenaren en de schepenen van Leefmilieu van de betrokken gemeenten, alsook de voorzitters van de gemeentelijke MiNa-raden. Dit samenwerkingsverband wil, via een gezamenlijke aanpak van het grensoverschrijdende gebied van de Kalkense Meersen, het gemeentelijk beleid en de Gnopacties uitvoeren in overeenstemming met de ruimtelijke samenhang van het gebied. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

108 ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID 7.3. BIJZONDERE KNELPUNTEN Afhankelijk van de ambities, kan men de milieudienst voor de volgende vijf jaar al of niet voldoende bemand noemen. Het is zeker een vaststelling dat de milieudienst bij de huidige bezetting niet aan alle verwachtingen kan voldoen. Een goede vlucht van de interne milieuzorg kan bijv. niet gegarandeerd worden wanneer men te veel taken daaromtrent aan de milieuambtenaar toewijst. Er wordt momenteel te weinig aandacht besteed aan de interne milieuzorg (IMZ) wegens tijdsgebrek tengevolge van de onderbezetting van de milieudienst. De milieudienst heeft in alle gemeentelijke diensten geïnformeerd wie interesse heeft om in een werkgroep interne milieuzorg te zetelen. Hier is weinig reactie op gekomen. Initiatieven zoals recto-verso kopiëren geraken moeilijk ingeburgerd. Grote projecten werken wel (energiezorg, waterbesparing). Ook het milieutoezicht is niet optimaal georganiseerd wegens tijdsgebrek van de milieuambtenaar. Er is geen budget beschikbaar voor Mina-werkers; de gemeente heeft er nog niet mee gewerkt. Men heeft hierover geïnformeerd bij CAPLO maar zij konden de aanvragen niet volgen. De Mina-werkers zouden natuurbeheerswerken (hooilandbeheer, paden,..) kunnen doen, waarvoor men nu een beroep doet op een landbouwer of op de plantsoendienst. Prioritair is de infrastructurele uitbouw van de dienst Leefmilieu, aangezien er nu 3 personen werken in een bureau met een beschikbare ruimte van 20 m² en de huidige inrichting niet meer is aangepast aan de noden van de dienst. De NME-werking heeft te kampen met plaatsproblemen, vooral voor het werkbaar stockeren van allerlei didactisch materiaal, en heeft geen herkenbaar loket VISIE EN DOELSTELLINGEN De gemeente wil de milieudienst optimaal ondersteunen bij de uitwerking van een geïntegreerd milieubeleid. Centraal staat de integratie van het milieubeleid in alle beleidsvelden van de gemeente en in de dagelijkse gemeentelijke werking. De organisatie daarvan gebeurt voor een groot deel binnen de werkdomeinen die een sterke band met milieuthema s en het doelgroepenbeleid hebben. De formelere kerntaken van het lokale milieubeleid, zoals het behandelen van milieuvergunningen, het toezicht en het behandelen van klachten, vragen oog voor organisatie die pas mogelijk is wanneer de dienst Leefmilieu over voldoende personeel beschikt. De gemeente streeft ernaar om deze kerntaken toe te wijzen aan de milieuambtenaar, die dan ook over een Vlarem-bekwaamheidsattest beschikt, en de taken die passen in een duurzaamheidsbeleid (incl. sensibiliseren, organiseren van acties, de interne milieuzorg, etc.) door andere ambtenaren te laten behartigen. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

109 ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID Een tweede bijzondere doelstelling betreft de communicatie van het milieubeleid: de milieudienst wil werken aan een herkenbare huisstijl die de communicatie over de vele initiatieven in verband met milieu en natuur kan verbeteren. De gemeente wenst het engagement voor de nieuwe fase van de samenwerkingsovereenkomst met de overheid op niveau 1 te houden : liever bescheiden, maar goed. Voor afvalstoffen kan niveau 2 misschien aangezien de bepalingen van dat niveau reeds grotendeels worden ingevuld MOGELIJKE ACTIES Lopende acties Milieujaarprogramma 2004 Volgnr. MJP 2004 Titel van de actie en toelichting 1 Opmaak gemeentelijk milieubeleidsplan Deze actie was voorzien voor het lopende jaar 2004 en is effectief in uitvoering gegaan. Voor de opmaak van het MBP heeft de gemeente gekozen voor een uitbesteding. Na een offertevraag werd de opdracht toegewezen aan het studiebureau Mens en Ruimte uit Brussel. 2 Opstellen en invoeren van een intern milieuzorgsysteem binnen de gemeentelijke diensten 3 Regularisatie milieuvergunningen gemeentelijke exploitaties 4 Inventarisatie en opbouw van een Milieu Management Informatiesysteem 5 Organiseren van ambtelijk overleg 6 Preventief sensibiliseren van de bedrijven die geen milieuvergunning (klasse 1 of 2) hebben of die geen melding deden van hun klasse 3-activiteiten en controleren van de naleving van de Vlarem II-voorwaarden 7 Opstellen van stroomschema s voor de meest voorkomende milieuovertredingen zoals branden van afval in open lucht, sluikstorten, bodemvervuiling, en geluidshinder 8 Afsluiten milieucontract met de provincie Oost-Vlaanderen en indienen van concrete projecten Nieuwe acties voor de planperiode Naast de lopende acties kunnen een aantal nieuwe initiatieven tijdens de planperiode ontwikkeld en uitgevoerd worden. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

110 ORGANISATIE EN INSTRUMENTEN VOOR HET GEMEENTELIJK MILIEUBELEID Aanwerving van een duurzaamheidsambtenaar en de NME-taken voltijds maken (opgenomen in Project 1) Een eigen gebouwtje (demo-huis) voor een gemeentelijke NME-antenne is een wens (opgenomen in Project 9) Vanuit de bevoegdheid Leefmilieu pleiten voor de opmaak van een tuinbouwplan, waarin relevante aspecten van het actuele milieubeleid sterk aan bod komen. (opgenomen in Project 1) Optimaliseren van de externe communicatie van de milieudienst (opgenomen in Project 1) MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

111 PROJECTEN VOOR DE KOMENDE VIJF JAAR 8. PROJECTEN VOOR DE KOMENDE VIJF JAAR In het inleidende hoofdstuk 4.2 werd de keuze om te werken met projecten verantwoord. De projecten zijn een aanvullende uitwerking van het actieprogramma van het milieubeleidsplan. Voor een goed begrip: de gemeente zal zowel de thematische acties (veelal vereist in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met de overheid) als de projecten uitvoeren. Motivering Welke aanleiding is er om een project naar voor te schuiven voor de planperiode van dit milieubeleidsplan? Beschrijving Hier worden de delen van het project beschreven. Er kunnen lopende, succesvolle acties in een project opgenomen zijn. Door ze samen te brengen met nieuwe initiatieven worden ze goed gekaderd en kunnen deze acties misschien een nieuw elan krijgen. Hoever staat dit project? Is dit een volledig nieuw initiatief of kan de gemeente voortbouwen op wat er reeds gestart is? Doelstellingen voor de komende vijf jaar Waar wil de gemeente met het initiatief staan wanneer zij een nieuw milieubeleidsplan zal opmaken? Voor enkele projecten is het mogelijk om een tijdspad voor het bereiken van de plandoelstellingen op te nemen. Betrokkenen De belangrijkste actoren, samenwerkingverbanden, gemeentediensten die samen met de milieudienst aan het welslagen van het initiatief zullen werken. Bij de betrokken actoren wordt meermaals de duurzaamheidsambtenaar vermeld. Wetteren beschikt nog niet over deze functie in Project 1 wordt de aanstelling wel bepleit. Middelen Sommige acties vereisen geen inzet van middelen buiten de gewone begroting en het bestaande personeelskader. Voor bepaalde initiatieven kan gebruik worden gemaakt van steun door de overheid. Andere acties zijn misschien ambitieuser en vragen een bijzondere inspanning van het gemeentebestuur. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

112 PROJECT 1: ORGANISATIE EN DIENSTVERLENING PROJECT 1: ORGANISATIE EN DIENSTVERLENING Motivering De gemeente wil de milieudienst optimaal ondersteunen bij de uitwerking van een geïntegreerd milieubeleid. Centraal staat de integratie van het milieubeleid in alle beleidsvelden van de gemeente en in de dagelijkse gemeentelijke werking. De organisatie daarvan gebeurt voor een groot deel binnen de werkdomeinen van de milieudienst die een sterke band met milieuthema s en het doelgroepenbeleid hebben. Maar ook de formelere kerntaken van het lokale milieubeleid, zoals het behandelen van milieuvergunningen, het toezicht en het behandelen van klachten, vragen oog voor organisatie. De gemeente streeft ernaar om deze kerntaken toe te wijzen aan de milieuambtenaar, die dan ook over een Vlarem-bekwaamheidsattest beschikt. De taken die passen in een duurzaamheidsbeleid (incl. sensibiliseren, organiseren van acties, de interne milieuzorg, etc. ) kunnen best door andere ambtenaren worden behartigd. Beschrijving Interne organisatie van de milieudienst De gemeente wenst het engagement voor de nieuwe fase van de S.O. op niveau 1 te houden : liever bescheiden, maar goed. Voor afvalstoffen kan niveau 2 misschien aangezien de bepalingen van dat niveau reeds grotendeels worden ingevuld. Naast de lopende acties kunnen overigens een aantal nieuwe initiatieven tijdens de planperiode ontwikkeld en uitgevoerd worden. Aanwerving van een duurzaamheidsambtenaar zou de milieuambtenaar ontlasten en de uitvoering van het vergunningenbeleid ten goede komen. Deze ambtenaar zou taken op zich kunnen nemen waarvoor nu onvoldoende tijd beschikbaar is, bijvoorbeeld ivm de interne milieuzorg. In de samenwerkingsovereenkomst is een subsidie voor het in dienst nemen van een duurzaamheidsambtenaar voorzien maar deze dekt slechts 1/3 van de werkelijke kost. Er is veel te zeggen voor de uitbouw van een herkenbare NME-dienst. Naar analogie met de cultuurambtenaar (én cultuurbeleidsambtenaar) en de sportambtenaar zou de milieudienst een voltijdse NME-ambtenaar in dienst kunnen nemen. De omzetting van de huidige functie (3/4) naar een voltijdse baan zal op beleidsvlak nog besproken worden. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

113 PROJECT 1: ORGANISATIE EN DIENSTVERLENING Schema gewenste interne organisatie van de milieudienst KERNTAKEN UITVOERING BELEIDSTAKEN MILIEUBELEID - milieuvergunningen - milieutoezicht - klachten interne milieuzorg (IMZ) - natuur- en milieueducatie - sensibiliseren milieuambtenaar - duurzaamheidsambtenaar (Vlarem-bekwaamheidsattest) (eventueel in intercommunaal verband) - administratief bediende - voltijds NME-medewerker - technisch medewerker Optimaliseren van de externe communicatie van de milieudienst De dienst Leefmilieu ervaart de nood aan een sterke huisstijl. De externe communicatie gebeurt niet enkel rond natuur en landschap maar evenzeer rond het afvalbeleid en hinderaspecten, al vragen de verschillende doelgroepen wel een specifieke benadering. De projecten van dit milieubeleidsplan bieden een goed aanknopingspunt om de gewenste huisstijl te ontwikkelen. Een vlotte communicatie van het milieubeleid was alleszins een belangrijk uitgangspunt van de projectbenadering die in dit plan gebruikt wordt. Het is eenvoudiger om de bevolking te benaderen met gebundelde acties die binnen enkele jaren tot definieerbare resultaten moeten leiden. Voor de milieuthema s die een sterke link met het doelgroepenbeleid hebben, kan de gemeente bijvoorbeeld een aanstekelijk logo ontwerpen (jongeren en milieu natuur water IMZ). Vanuit de bevoegdheid Leefmilieu pleiten voor de opmaak van een tuinbouwplan, waarin relevante aspecten van het actuele milieubeleid sterk aan bod komen. De MBP-werkgroep heeft vastgesteld dat diverse milieuthema s in Wetteren heel relevant zijn voor de boomkwekers en tuinbouwers in het algemeen. Het is in de gegeven omstandigheden voor de milieudienst niet goed mogelijk om specifieke knelpunten, bijvoorbeeld betreffende groenafval, grondwaterputten, het waterbeleid in het algemeen, verbranden van afval,.. aan te pakken. Een milieubeleidsplan beoogt weliswaar een sterke mate van integratie maar kan niet alle beleidsvelden even sterk in het voetlicht plaatsen. Een tuinbouwplan bestaat vandaag niet maar is wellicht een goede suggestie voor een plantengemeente zoals Wetteren. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

114 PROJECT 1: ORGANISATIE EN DIENSTVERLENING Hoever staat dit project? De organisatie en ondersteuning van de milieudienst en ook de versteviging van de dienstverlening zijn vanzelfsprekend permanente bekommernissen. Er bestaat een goed uitgebouwde milieudienst, er gebeurt overleg op het niveau van de diensthoofden, Het project wil een antwoord bieden op het personeelsgebrek dat in de milieudienst ervaren wordt. De eventuele aanwerving van een duurzaamheidsambtenaar en de overschakeling van een ¾ NMEfunctie naar een voltijdse functie zal op beleidsvlak nog besproken worden. Doelstellingen voor de komende vijf jaar De milieudienst wordt uitgebouwd volgens de aanbevelingen die in dit project zijn gedaan. De milieudienst beschikt over een herkenbare huisstijl die bij het doelgroepenbeleid goed zal worden gebruikt. Betrokkenen Bevoegde schepen en het gemeentebestuur Dienst Leefmilieu Middelen De aanwerving van een duurzaamheidsambtenaar wordt in het kader van de samenwerkingsovereenkomst gesubsidieerd. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

115 PROJECT 2: PROPER WETTEREN PROJECT 2: PROPER WETTEREN Motivering Het valt op dat er in het algemeen nogal veel sensibiliseringsacties gericht zijn op jongeren (acties van het type In groep geen troep ). De gemeente wil er echter over waken dat de jeugd als doelgroep niet wordt gestigmatiseerd. Het is zeker niet zo dat jongeren de enige boosdoeners zijn wanneer men de afvalproblematiek en bijvoorbeeld zwerfvuil onder de loep neemt. Een positieve benadering van jongeren moet de leidraad zijn. Dit gebeurt in Wetteren in de praktijk met veel inzet van de NME-cel van de milieudienst (zie daarvoor Project 9, Natuur- en milieueducatie). Behalve de schoolgemeenschap willen wij ook de burger aanspreken en zorgen voor een fleuriger straatbeeld. De organisatie van een jaarlijkse stratenschoonmaak moet de mensen motiveren om bewuster met afval om te gaan. Via een stevige sensibiliseringscampagne met artikels in de gemeentelijke informatiebladen, pers en een affichecampagne wordt de burger aangesproken om deel te nemen. De gemeente bundelt onder dit project ook andere initiatieven in verband met het rein houden van Wetteren (inclusief de aanpak van zwerfvuil tijdens evenementen) en wenst in de toekomst een hernieuwde aandacht te besteden aan diverse vormen van landschapsvervuiling (zie hiervoor echter Project 6). Beschrijving De samenwerkingsovereenkomst met vzw Sociale Werkplaats De Schakel bestendigen De vzw werkt met laaggeschoolden, langdurig werklozen en moeilijk in de arbeidsmarkt te integreren personen. Een ploeg van een vijftal arbeiders en een instructeur voert in de deelgemeenten straatbeeldverfraaiende werken uit, zoals het wegnemen van groot en klein zwerfvuil, het vegen van goten, pleinen en straten, het opkuisen en onderhouden van plantsoenen, enz. Na het ruimen van een straat ontvangen de bewoners een flyer waarop te lezen staat dat hun straat door vzw De Schakel gereinigd werd, plus een oproep om hun straat proper te houden. De gemeente kiest ervoor om de samenwerking met de sociale werkplaats voort te zetten. De feitelijke werking van de ploeg die o.m. regelmatig zwerfvuil opruimt, alsook de maatschappelijke meerwaarde van de samenwerking worden door het gemeentebestuur en de inwoners van Wetteren sterk geapprecieerd. Gezamenlijke zwerfvuilacties Scheldegemeenten reactiveren en de succesvolle actie Wetteren Proper voortzetten MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

116 PROJECT 2: PROPER WETTEREN De lente is de ideale periode om zwerfvuil op te ruimen. Er vlug bij zijn is de boodschap, want eens het gras begint te groeien wordt de vieze rommel snel toegedekt. Op 19 maart 2005 organiseerde de dienst Leefmilieu reeds voor de derde keer een grote lenteschoonmaak. De gemeente wil alle verenigingen, dekenijen en clubs die Wetteren rijk is, op de been brengen en rekent erop dat elke vereniging haar steentje bijdraagt om het zwerfvuil in de buurt op te ruimen. De gemeentediensten zorgen voor vuilniszakken, gratis handschoenen en de ophaling van het zwerfvuil. Niet alleen in Wetteren maar ook in Berlare, Buggenhout en Dendermonde steken heel wat vrijwilligers in de vroege lente de handen uit de mouwen. De selectieve inzameling bij het openluchtzwembad De Warande specifiek aanpakken, o.m. door bepalingen in de concessie De aanwezigheid van drankautomaten bij de ingang bevordert het gebruik van blikjes. De automaten zijn onderdeel van de lopende concessie. Aangezien de concessie aan herziening toe is, kunnen mogelijk overwegingen i.v.m. afvalpreventie bij de herziening te berde gebracht worden. Als deel van deze actie is ook de volgende suggestie het overwegen waard: drukken van afvalpreventieboodschap op achterzijde van het toegangsticket. Dit is een kleine ingreep om nagenoeg het hele doelpubliek te bereiken. Aanpak van de afvalproblematiek bij evenementen optimaliseren De gemeente wil erover waken dat bij evenementen systematisch de afvalstraatjes van VERKO gebruikt worden. Omdat het gebruik van glas omwille van veiligheidsredenen (vb. fuiven of optredens) niet steeds mogelijk is, kan het gemeentebestuur het gebruik van herbruikbare bekers stimuleren. Ook bij andere gemeentelijke evenementen zou het wenselijk zijn deze milieuvriendelijke oplossing als alternatief voor wegwerpbekers aan te bieden. De gemeente zal tevens overgaan tot de aankoop van een tweede straatafvalzuiger. Sensibiliserende slogans op de zakken voor restafval De zakken worden elk jaar herdrukt. Dit biedt de mogelijkheid om zonder een noemenswaardige meerkost een set aansprekende slogans op de huisvuilzakken te drukken, in de plaats van het nu unieke, wel wat banale opschrift Houd Wetteren rein. Het belangrijke luik afval van een tweejaarlijkse milieubeurs, i.s.m. Wichelen en Laarne, inhoudelijk voorbereiden en afstemmen op de noden in Wetteren MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

117 PROJECT 2: PROPER WETTEREN De organisatie van een milieubeurs is een nieuw initiatief van de drie buurgemeenten. De gemeente ziet er goede kansen voor communicatie van de milieueducatie waarmee zij ook een ruimer publiek wil bereiken. Het initiatief wordt dan ook onder Project 9 nader toegelicht. Inwoners of groeperingen, wijken... met een klein geschenk belonen voor afvalpreventief gedrag De intercommunale VERKO stelt draagtassen Hoog tijd voor minder afval ter beschikking van de gemeente. De tassen kunnen worden gebruikt als geschenk, als een prijs op de milieubeurs,.. In de gemeente bestaat nog geen duurzaamheidspasje maar wel een spaarkaart in het kader van de actie Met belgerinkel naar de winkel en afvalarm naar huis. Een geschenk zou mensen met een volle spaarkaart kunnen belonen. Ook de marktbezoekers kunnen als een bijzonder doelpubliek beschouwd worden (uitreiken van de draagtassen van VERKO). Straatvuilbakjes ontraden restafval door technische ingreep Deponeren van zakjes restafval in openbare vuilbakken mogelijk aan te pakken door een gleufdeksel te laten monteren en /of een sterk ontradende boodschap op de vuilbakjes aan te brengen. Hoever staat dit project? De werking van De Schakel en de jaarlijkse zwerfvuilactie zijn initiatieven die reeds enkele jaren op veel bijval mogen rekenen. De andere acties worden voorbereid. De idee i.v.m. wisselende slogans op de huisvuilzakken werd eerder reeds gesuggereerd maar het gemeentebestuur was er niet warm voor. Doelstellingen voor de komende vijf jaar Het illegaal ontwijkgedrag is beteugeld doordat achterlaten van restafval bij straatvuilnisbakjes efficiënt wordt aangepakt. De bezoekers van De Warande kunnen in een nette omgeving van hun vrije tijd genieten. Evenementen afvalarmer maken, samen met de politie. Tijdens elk evenement worden afvalstraatjes gebruikt. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

118 PROJECT 2: PROPER WETTEREN Betrokkenen Overlegplatform huishoudelijke afvalstoffen en OVAM Dienst Leefmilieu Technische Dienst Intercommunale VERKO Sociale werkplaats De Schakel MiNa-raad Jeugdraad Wetterse verenigingen Middelen Geen van de deelacties van dit project vereist een belangrijke meerkost die de begroting van het afvalbeleid zou kunnen bezwaren. De aankoop van een tweede straatafvalzuiger werd reeds goedgekeurd. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

119 PROJECT 3: NATUUR EN GROEN NAAR HET CENTRUM PROJECT 3: NATUUR EN GROEN NAAR HET CENTRUM Motivering In de visie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wetteren (GRS) wordt een slagzin gehanteerd: Wetteren aan de Schelde: op zoek naar een hechte band. De gemeente moet het imago van een dynamisch stedelijk centrum nastreven. Een centrum gelegen aan de Schelde en ontstaan dankzij de Schelde. Vandaag de dag heeft Wetteren echter geen voeling meer met de rivier waaraan zij is ontstaan. Eén van de doelstellingen is dan ook de Schelde terug op te nemen in het stedelijk gebeuren, er nieuwe functies aan te geven en er een volwaardig stadselement van te maken. De Schelde heeft geen echte vervoersbetekenis meer voor Wetteren. Dit betekent niet dat zij geen andere functies zoals natuur in de stad, een recreatieve functie of een begeleidende woonfunctie kan opnemen in de toekomst. Wetteren is dan wel een plantengemeente en rondom het centrum is heel wat natuur van goede kwaliteit aanwezig, zeker ook langs de Schelde, maar in het centrum van de gemeente merkt men deze troeven niet. De link tussen het verstedelijkte centrum en het groene buitengebied kan gelegd worden door in het centrum sterke verwijzingen naar de groengebieden en de rivier aan te brengen. Beschrijving Accentueren van de link tussen het centrum en het groene buitengebied van Wetteren d.m.v. verwijzing De volgende suggesties komen in aanmerking om deze actie concreet uit te werken: - Waar mogelijk groenelementen langs straten en pleinen aanbrengen, van de groene rand naar het centrum, met aandacht voor plaatselijke flora in de plaats van het weinig natuurlijk siergroen dat nu gebruikt wordt. - Verbeteren van de kwaliteit van de gemeentelijke plantenbakken. Nu wordt een soms weinig aantrekkelijk gamma van allerlei materialen gebruikt (beton, hout, gemetste bakken, ). - Op de markt een verwijsbord naar natuurwaarden in Wetteren die een bezoeker kunnen aantrekken. - Sterk uitbreiden van groene verlichtingspalen, een idee dat voorkomt uit de spontane groei van zelfhechtende planten op 2 verlichtingspalen langs de brede inkomlaan naar het centrum. Er kan gebruik worden gemaakt van hechters zoals de Klimop of Wilde wingerd, klimplanten die zich door middel van wortelhaartjes in de kleinste oneffenheden van een substraat vastzetten. De afdeling Bos en Groen van Aminal beschikt over uitgebreide informatie en praktijkervaring omtrent alle vormen van begroening (cfr. bijvoorbeeld de brochure Gevelbegroening ). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

120 PROJECT 3: NATUUR EN GROEN NAAR HET CENTRUM Wanneer de gemeente echt werk wil maken van deze actie en verder wil gaan dan enkele punctuele ingrepen, dan kan een ideeënwedstrijd een geschikte ondersteuning vormen. Dit kan gerealiseerd worden door het Scheppers-instituut van Wetteren en de hogeschool Melle erbij te betrekken - afstudeerwerk tuin- en landschapsarchitecten of de wedstijd open te stellen voor alle scholen. Hoever staat dit project? De beperkte band tussen Wetteren en de Schelde, de weinig natuurlijke inrichting van het centrum en het ontbreken van verwijzingen zijn knelpunten die zowel in het structuurplan als bij de opmaak van dit milieubeleidsplan sterk naar voor kwamen. Concrete initiatieven zijn er tot vandaag niet. Doelstellingen voor de komende vijf jaar Dit is een relatief zeer ambitieus project dat het beleidsdomein milieu overstijgt. De uitvoering van het milieubeleidsplan kan een nieuwe impuls zijn om een gekend gebrek aan kwaliteit van het stedelijk centrum te verhelpen. Na 5 jaar moet een wijziging of minstens een duidelijke kentering zichtbaar zijn. Betrokkenen Dienst Leefmilieu Dienst Cultuur Dienst Stedenbouw Technische dienst en Plantsoendienst Tuinbouwbedrijven Scholen Ontwerpbureau (indien de gewenste schakels tussen het centrum en het buitengebied professioneel aangepakt worden) Middelen Ideeënwedstrijden kosten weinig geld. Het kan nodig zijn om studieopdracht (urban design) uit te schrijven om tot een wezenlijk resultaat te komen. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

121 PROJECT 4: CREËREN EN BEHOUDEN VAN (NATUUR)VERBINDINGSGEBIEDEN PROJECT 4: CREËREN EN BEHOUDEN VAN (NATUUR)VERBINDINGSGEBIEDEN Motivering In het kader van het Vlaams Ecologisch Netwerk ligt de bevoegdheid voor de afbakening van het VEN (GEN en GENO) bij het Gewest, de provincie staat in voor de gemeentegrensoverschrijdende natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur. In het provinciaal milieubeleidsplan is daaraan een project gewijd, namelijk Project 8: Creëren van natuurverbindingsgebieden. In het kader van dit project zullen twee pilootprojecten worden opgestart voor de afbakening van een natuurverbindingsgebied (NVB) en een ecologische infrastructuur (EI), één in het Meetjesland en één in de Vlaamse Ardennen. Op basis van de ervaringen kunnen vervolgens de resterende NVB en EI worden afgebakend. Het is de taak van het lokale bestuursniveau om de samenhang van de plaatselijke ecologische infrastructuur te bewaken en versterken. Aan deze taakstelling werd in het GRS uit 2000 reeds meer dan een summiere uitwerking gegeven, ook al was de afbakening van het Vlaams ecologisch netwerk op dat moment nog niet aangevat. De verbindingsgebieden - of V-gebieden - volgens de terminologie van het structuurplan Wetteren zijn die gebieden die op gemeentelijk niveau belangrijk geacht worden voor het realiseren van (ecologische) verbindingen tussen twee of meerdere natuurlijke gebieden. Ze garanderen min of meer het aaneensluiten van de prioritaire gebieden. Door deze gebieden met elkaar te verbinden ontstaat een ecologisch netwerk. De natuurfunctie komt er ondergeschikt voor met andere functies van het buitengebied. Het ruimtelijk beleid dat de gemeente wenst te voeren in de verbindingsgebieden is gericht op het behoud, het herstel en de ontwikkeling van kleine landschapselementen. Dit moet evenwel gebeuren in evenwicht met de andere functies van het gebied. Het bouwvrij houden van de verbindingsgebieden staat voorop. Deze V-gebieden en de prioritaire gebieden van de natuurlijke structuur zijn op de bijgevoegde kaart uit het GRS Wetteren gesitueerd. Beschrijving Verder toekennen van subsidies voor het aanplanten, (her)aanleggen en onderhouden van kleine landschapselementen ( GNOP subsidies) Om zoveel mogelijk inwoners van de gemeente actief te betrekken bij de uitwerking van het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan, heeft het gemeentebestuur verschillende aanmoedigingspremies uitgewerkt voor : MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

122 PROJECT 4: CREËREN EN BEHOUDEN VAN (NATUUR)VERBINDINGSGEBIEDEN - aanplanten en onderhouden van knotbomen - aanplanten van hoogstamboomgaarden - aanplanten van lijnvormige kleine landschapselementen - heraanleggen en onderhouden van veedrinkpoelen Wetteren stimuleert hiermee de aanplanting en het herstel van kleine landschapselementen die zeer belangrijk zijn voor de fauna en flora en een stevige ecologische infrastructuur kunnen vormen naarmate zij in een netwerk op elkaar aansluiten. Poelen zijn belangrijk als voortplantingsplaats voor salamanders, kikkers en padden. Houtkanten, hagen en bomenrijen vormen een ideale leefomgeving voor dieren en planten. Deze kleine landschapselementen hebben een belangrijke verbindingsfunctie in de natuur. Dieren en planten kunnen er zich veilig door verplaatsen. Het meest kenmerkend in Wetteren zijn de knotbomenrijen. De bomen worden echter vaak niet goed meer onderhouden of zij worden vernield. Er zijn nog maar weinig hoogstamboomgaarden in Wetteren. Het gemeentebestuur wil ervoor zorgen dat ook deze waardevolle landschapselementen niet helemaal verdwijnen. De GNOP-subsidiereglementen en aanvraagformulieren kunnen gratis verkregen worden op de dienst Leefmilieu. Een korte beschrijving van het doel van deze aanmoediging en de subsidiebedragen zijn ook op de webstek van de gemeente te vinden. Opmaken van een gebiedsdekkende kaart met mogelijke aanleg van verbindingselementen De weerhouden verbindingsgebieden ( V-gebieden ) zijn : V1 : verbindingsgebied Vallei Molenbeek Scheldevallei West, via de Molenbeek V2 : verbindingsgebied Vallei Molenbeek Stuifduingebied met omgeving, V3 : verbindingsgebied Vallei Molenbeek Zuidoosten, via t Sijp V4 : verbindingsgebied Stuifduingebied Scheldevallei Oost V5 : verbindingsgebied Scheldevallei West Scheldevallei Oost V6 : verbindingsgebied Scheldevallei West Noordwesten V7 : verbindingsgebied Scheldevallei Oost Noordwesten, via beekvallei (Laresloot-De Sloot) V8 : verbindingsgebied Hospiesbos Stuifduingebied en omgeving, via Boskantgracht (Serskampbeek) De mogelijkheden zijn slechts grofweg gekend. Om te kunnen bouwen aan een netwerk van landschapselementen, is meer inzicht in knelpunten en kansen nodig. MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

123 PROJECT 4: CREËREN EN BEHOUDEN VAN (NATUUR)VERBINDINGSGEBIEDEN De V-gebieden gebied per gebied aanpakken Hiervoor is een werkplan nodig: welke gebieden worden eerst of het grondigst aangepakt, waar liggen de taken van verschillende betrokken partijen? Het verbindingsgebied tussen het Papeleubos en d Heide herstellen De gemeente wil hier concreet werk van maken. Het verbindingsgebied is nu een maïsakker van een landbouwer die einde loopbaan is. Er kan o.m. werk worden gemaakt van een overeenkomst met de eigenaar. Bij de hogere overheid aandringen om een natuurrichtplan (NRP) op te maken voor het habitatrichtlijngebied van het Hospiesbos en het Papeleubos Het natuurdecreet vermeldt voor welke gebieden in de toekomst een natuurrichtplan moet worden opgemaakt. Voor alle speciale beschermingszones van de habitat- en vogelrichtlijnen (SBZ-H resp. SBZ-V) is dit sowieso het geval. De gemeente is van oordeel dat het een goed idee is om bij de overheid aan te dringen op de opmaak van een NRP voor het habitatrichtlijngebied dat zich op het grondgebied van Wetteren bevindt. Daarmee maakt de gemeente kenbaar dat zij deze NRP niet op de lange termijn wil zien schuiven. Het is echter niet zeker dat de overheid deze gebieden als prioritair zal willen beoordelen er zijn immers in heel Vlaanderen vele gebieden waarvoor een NRP opgemaakt moet worden. Alle bestaande bossen op het grondgebied van de gemeente beter beschermen, ook die beboste percelen die geen groene bestemming hebben volgens het gewestplan De gemeente wil nagaan of een gemeentelijk RUP het gepaste instrument is. Een andere mogelijkheid is het laten opnemen van de bospercelen als natuurverbindingsgebieden (deel van het IVON waarvoor de provincie bevoegd is). In dit laatste geval is overleg met de Provincie Oost-Vlaanderen nodig. Hoever staat dit project? De GNOP-subsidies ter bevordering van KLE worden reeds sinds 1998 ruim bekendgemaakt. Dit gebeurt o.m. jaarlijks bij de aanvang van het plantseizoen via het gemeentelijk infoblad. De V-gebieden (verbindingsgebieden volgens het structuurplan) zijn schetsmatig gekend en weergegeven op de kaart van de gewenste natuurlijke structuur, richtinggevend deel van het GRS. De opmaak van Natuurrichtplannen bevindt zich nog in een pilootstadium (bevoegdheid van het Vlaamse gewest). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

124 PROJECT 4: CREËREN EN BEHOUDEN VAN (NATUUR)VERBINDINGSGEBIEDEN Er zijn nog geen concrete stappen gezet om de verbinding tussen het Papeleubos en d Heide te herstellen, noch om bossen zonder groene bestemming betyer te beschermen. Doelstellingen voor de komende vijf jaar De V-gebieden zijn gedetailleerd in kaart gebracht en er is een werkplan opgesteld om deze verbindingsgebieden landschappelijke en ecologisch op te waarderen. Het resultaat van de GNOP-subsidies is geëvalueerd en de aanmoediging werd eventueel bijgesteld om beter in het project te passen. De gemeente heeft concreet werk gemaakt van het herstel van de verbinding tussen Papeleubos en d Heide. Alle bestaande bossen op het grondgebied van Wetteren hebben een betere bescherming dan vandaag het geval is. Betrokkenen Dienst Leefmilieu, duurzaamheidsambtenaar en NME-cel Dienst Stedenbouw MiNa-raad (GNOP-commissie) Natuurverenigingen Provincie Oost-Vlaanderen (afstemmen op het provinciale netwerk) Landbouwers en alle bewoners die KLE aanleggen of herstellen Middelen GNOP-subsidies zijn in de jaarlijkse begroting opgenomen. Afhankelijk van de organisatie van het project kan een uitbesteding nodig zijn (bijv. voor het opstellen van een masterplan). MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

125 PROJECT 4: CREËREN EN BEHOUDEN VAN (NATUUR)VERBINDINGSGEBIEDEN MENS EN RUIMTE Definitief MBP Wetteren

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN STAD GERAARDSBERGEN

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN STAD GERAARDSBERGEN GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2005 2009 STAD GERAARDSBERGEN def. versie, november 2005 - MR5062 GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN (2005-2009) OPDRACHTGEVER: STADSBESTUUR GERAARDSBERGEN MENS EN RUIMTE N.V.

Nadere informatie

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN KORTENBERG

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN KORTENBERG IN OPDRACHT VAN DE GEMEENTE KORTENBERG GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN KORTENBERG 2005 2009 def. versie, november 2005 - MR5061 GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2005-2009 OPDRACHTGEVER: GEMEENTEBESTUUR KORTENBERG

Nadere informatie

Milieu en natuur. Toestand milieu en natuur in de regio Waas & Dender: 24. enkele kerngegevens

Milieu en natuur. Toestand milieu en natuur in de regio Waas & Dender: 24. enkele kerngegevens 99 MILIEU ENNATUUR 100 Milieu en natuur De zorg voor het milieu is een gedeelde opdracht: zowel lokale besturen als inwoners en het bedrijfsleven hebben de taak duurzaam om te springen met de leefomgeving.

Nadere informatie

SINT-TRUIDEN 2005 2009 VERSIE APRIL 2005, MR5065

SINT-TRUIDEN 2005 2009 VERSIE APRIL 2005, MR5065 G E M E E N T E L I J K M I L I E U B E L E I D S P L A N SINT-TRUIDEN 2005 2009 DEFINITIEVE VERSIE APRIL 2005, MR5065 Milieubeleidsplan Sint-Truiden 2005-2009 Colofon opgemaakt door NV Studiegroep voor

Nadere informatie

Bijlagen. Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke december 2004, ontwerp

Bijlagen. Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke december 2004, ontwerp Bijlagen Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke 2005-2009 december 2004, ontwerp Lijst met gebruikte afkortingen AEEA Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur AMINAL Administratie voor Milieu-,

Nadere informatie

Beknopte samenvatting van het GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN WETTEREN AAN DE SCHELDE

Beknopte samenvatting van het GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN WETTEREN AAN DE SCHELDE Beknopte samenvatting van het GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2005-2009 WETTEREN AAN DE SCHELDE Waarom een milieubeleidsplan (MBP)? Iedere Vlaamse gemeente is decretaal verplicht om met een gemeentelijk

Nadere informatie

IN OPDRACHT VAN DE GEMEENTE KORTENBERG GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN KORTENBERG 2005 2009 O N T W E R P

IN OPDRACHT VAN DE GEMEENTE KORTENBERG GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN KORTENBERG 2005 2009 O N T W E R P IN OPDRACHT VAN DE GEMEENTE KORTENBERG GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN KORTENBERG 2005 2009 O N T W E R P juni 2005 - MR5061 COLOFON Opgesteld te Brussel, 2004-2005 MENS EN RUIMTE Studiegroep voor ruimtelijke,

Nadere informatie

Gemeente Kampenhout MILIEUJAARPROGRAMMA 2005

Gemeente Kampenhout MILIEUJAARPROGRAMMA 2005 Gemeente Kampenhout *************************************************************************** *************************************************************************** MILIEUJAARPROGRAMMA 2005 ***************************************************************************

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter

Advies. Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter Brussel, 24 april 2009 042409_Advies provinciale mobiliteitscharter Advies Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter Situering en inhoud voorontwerp

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.

Nadere informatie

Milieubeleidsplan Wommelgem Versie 3.0

Milieubeleidsplan Wommelgem Versie 3.0 Duurzame ontwikkeling wordt in de literatuur (Cf het Brundtland-rapport) omschreven als een ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de komende generaties

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

Leeswijzer cluster Hinder. Onderdeel van de handleiding 2005-2007. Cluster Hinder

Leeswijzer cluster Hinder. Onderdeel van de handleiding 2005-2007. Cluster Hinder Leeswijzer cluster Hinder Cluster Hinder Samenwerkingsovereenkomst. 'Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling.' Uitvoeringsfase 2005-2007 Toelichting Leeswijzer. De leeswijzer is een onderdeel van

Nadere informatie

Inhoudstafel INLEIDING...2

Inhoudstafel INLEIDING...2 ontwerp ruimtelijk structuurplan Turnhout Inhoudstabel Inhoudstafel INLEIDING...2 DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE...8 INLEIDING: ANALYSE VAN DE RUIMTELIJKE CONTEXT...11 HOOFDSTUK I: SITUERING & GESCHIEDENIS...12

Nadere informatie

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS Advies 2019-08 / 28.06.2019 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Opzet project Kluisbos... 3 3 Enkele bedenkingen / aandachtspunten... 4 3.1 Procesaanpak

Nadere informatie

inleiding ruimtelijk structuurplan tienen stad TIENEN Juli 2006 Erwin Lammens ruimtelijk planner - planoloog

inleiding ruimtelijk structuurplan tienen stad TIENEN Juli 2006 Erwin Lammens ruimtelijk planner - planoloog stad TIENEN ruimtelijk structuurplan tienen Juli 2006 opdrachthouder Erwin Lammens ruimtelijk planner - planoloog ruimtelijk planner - stedenbouwkundige 2 inhoud I. Doel...4 II. Structuurplanning en structuurplan...4

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan de beleidscoördinator grondgebiedszaken.

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan de beleidscoördinator grondgebiedszaken. Functie Graadnaam: deskundige Functienaam: Duurzaamheidsambtenaar Functionele loopbaan: B1-B3 Code: Afdeling: Grondgebiedzaken Dienst: Milieu Subdienst: FB-07-14-b Doel van de entiteit De afdeling grondgebiedzaken

Nadere informatie

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Artikel 1. Oprichting Het gemeentebestuur richt, op initiatief van de milieuverenigingen van Dilbeek, een gemeentelijke adviesraad voor milieu en

Nadere informatie

enerzijds, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, minister-president,

enerzijds, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, minister-president, Overeenkomst van vijf jaar tussen het Vlaams Gewest en de provincie Oost- Vlaanderen betreffende de structurele onderbouwing van een provinciaal steunpunt duurzaam wonen en bouwen. Tussen, enerzijds, het

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

Artikel 3. Deze overeenkomst beoogt de volgende doelstellingen :

Artikel 3. Deze overeenkomst beoogt de volgende doelstellingen : DE PROVINCIE OOST-VLAANDEREN EN BOSGROEP VLAAMSE ARDENNEN vzw Tussen enerzijds de Provincie Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de Bestendige Deputatie, waarvoor optreden de heer A. Denys, gouverneur,

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie vergadering van Besluit van de Deputatie aanwezig, kenmerk betreft verslaggever 1. Feitelijke en juridische gronden, dossiernummer: zittingnummer: termijn: Het provinciedecreet, inzonderheid artikel 57.

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

bosgroepen en regionale landschappen

bosgroepen en regionale landschappen Briefadvies bosgroepen en regionale landschappen Bosgroepen en regionale landschappen Datum van goedkeuring 18 december 2014 Volgnummer 2014 42 Coördinator + e-mailadres Co-auteur + e-mailadres Kathleen

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

De werking van de Beleids-en beheerscyclus

De werking van de Beleids-en beheerscyclus Achter de schermen De werking van de Beleids-en beheerscyclus Nu de gemeenteraadsverkiezingen achter de rug zijn en het stof weer is gaan liggen, ontwaken de nieuwe gemeenteburen. In sommige steden en

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 april 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Nota Ruimte. Ontwerp Nota Ruimte. Goedkeuring.

Nadere informatie

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 INHOUDSOPGAVE DEEL I. BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 HOOFDSTUK II. DE BRONNEN VAN HET (MILIEUHYGIËNE) RECHT 4 1. Overzicht 4 2. Kenbronnen

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

1. Aankoop grond in Reukens

1. Aankoop grond in Reukens Advies van GNOP-commissie voor de uitvoering van een aantal projecten met betrekking tot de uitbouw en verbetering van een ecologisch netwerk binnen de gemeente Aartselaar. Het oprichten van een GNOP-commissie

Nadere informatie

Gemeentelijk milieubeleidsplan Wichelen

Gemeentelijk milieubeleidsplan Wichelen Gemeentelijk milieubeleidsplan Wichelen 2005 2009 Opdrachtgever : Gemeentebestuur Wichelen Projectnr : 1456 Auteur : Wendy Hendrickx Augustus 2005 INHOUD pagina 1 INLEIDING...9 1.1 Historiek van het milieubeleid

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

1 INLEIDING 1.1 SITUERING VAN DE GEMEENTE HOOGLEDE EN HAAR MILIEU SITUERING EN NATUURBELEID

1 INLEIDING 1.1 SITUERING VAN DE GEMEENTE HOOGLEDE EN HAAR MILIEU SITUERING EN NATUURBELEID 6 1 INLEIDING Het milieubeleidsplan is een vorm van duurzame planning omtrent milieu en leefkwaliteit. Het vernieuwende aan dit document is dat de gemeente Hooglede zijn visie over de gewenste ontwikkelingen

Nadere informatie

pagina 1 van 6 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de geografische indeling van watersystemen en de organisatie van het integraal waterbeleid in uitvoering van Titel I van het decreet van 18 juli

Nadere informatie

Milieubarometer. Wat is de milieubarometer

Milieubarometer. Wat is de milieubarometer Dienst Leefmilieu Milieubarometer Wat is de milieubarometer Binnen de gemeente Herk-de-Stad wordt het milieubeleid regelmatig geëvalueerd. Meten is weten is immers het sluitstuk van iedere beleidscyclus.

Nadere informatie

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december 2008 ------------------------------ VR PV 2008/47 - punt 0027 Betreft : Regio Noorderkempen Afbakening van de gebieden van de natuurlijke

Nadere informatie

Rol van de provincies in het stiltegebiedenbeleid. Lut Muyshondt geluidsdeskundige Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek

Rol van de provincies in het stiltegebiedenbeleid. Lut Muyshondt geluidsdeskundige Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Rol van de provincies in het stiltegebiedenbeleid Lut Muyshondt geluidsdeskundige Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Historiek 1989: eerste inventarisatiestudie prof. Gysels (OLM-RUG) Zoeken naar

Nadere informatie

1. De gemeente... 3. 2. Instrumentarium... 4

1. De gemeente... 3. 2. Instrumentarium... 4 Inhoud 1. De gemeente... 3 2. Instrumentarium... 4 2.1 Beleidsinstrumenten... 4 2.1.1 Milieubeleidsplan / Milieujaarprogramma... 4 2.1.2 Samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling...

Nadere informatie

NATURA 2000 in Vlaanderen. Filiep CARDOEN Afdelingsverantwoordelijke NATUUR

NATURA 2000 in Vlaanderen. Filiep CARDOEN Afdelingsverantwoordelijke NATUUR NATURA 2000 in Vlaanderen Filiep CARDOEN Afdelingsverantwoordelijke NATUUR Overzicht - Algemene doelstelling - Stand van zaken afbakening SBZ - Doelstelling Natura 2000 -Implementatie: - Juridisch kader

Nadere informatie

Samenwerking met lokale overheden Johan Peymen 1

Samenwerking met lokale overheden Johan Peymen 1 Samenwerking met lokale overheden Johan Peymen 1 Op 1/1/2005 hebben 239 van de 308 (of 78 %) gemeenten de samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Op basis van de doelstelling van de vorige regering, 80

Nadere informatie

BBC EN PLANNING IN GEEL

BBC EN PLANNING IN GEEL BBC EN PLANNING IN GEEL Geel? GEEL? Geel? 38.000 inwoners Antwerpse Kempen Gezinsverpleging - Barmhartige Stede Uitgestrekt grondgebied: ca 11.000 ha Stedelijke kern versus landelijk buitengebied Aanwezigheid

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad directie Leefmilieu dienst Milieubeleidsplanning, -ondersteuning en Natuurontwikkeling Verslag aan de Provincieraad registratienr. 1005603 betreft verslaggever STEUNPUNT DUURZAAM WONEN EN BOUWEN Overeenkomst

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

Provincie Vlaams Brabant

Provincie Vlaams Brabant 156 Provincie Vlaams Brabant OPEN RUIMTE Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Het is dus een kostbaar goed, dat we moeten beschermen. Voor de Visienota Ruimte betekent dit dat we de verdere inname

Nadere informatie

Gecoro en Minaraad De Ham Wetteren. Voorstelling Gebiedsvisie

Gecoro en Minaraad De Ham Wetteren. Voorstelling Gebiedsvisie Gecoro en Minaraad 02.03.2009 De Ham Wetteren Voorstelling Gebiedsvisie gemeente WETTEREN INHOUD 1. Situering opdracht - uitgangssituatie 2. Inrichtingsvisie 3. Verder verloop uitwerken visie 2 INHOUD

Nadere informatie

Landschap en ruimtelijke ontwikkeling

Landschap en ruimtelijke ontwikkeling WINVORM 19 mei 2015 MAARTEN HOREMANS ruimtelijk planner stedenbouwkundig ambtenaar Landschap en ruimtelijke ontwikkeling een noodzakelijk duo voor een kernversterkend beleid Situering Situering Situering

Nadere informatie

Overzicht. Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek. Algemeen opzet. Algemeen opzet. Beginselen van natuur- en landschapsbeleid

Overzicht. Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek. Algemeen opzet. Algemeen opzet. Beginselen van natuur- en landschapsbeleid Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek Overzicht Algemeen opzet van het wetboek Bestuurlijke organisatie en planning Beschermde delen van natuur en landschap Algemene en gebiedsgerichte bescherming

Nadere informatie

Historiek. LOKALE AGENDA 21 - Leuven. Milieuconvenant. Resultaten. Acties. Duurzaam beleid in convenant. Agenda 21 van UNCED, Rio 92

Historiek. LOKALE AGENDA 21 - Leuven. Milieuconvenant. Resultaten. Acties. Duurzaam beleid in convenant. Agenda 21 van UNCED, Rio 92 LOKALE AGENDA 21 - Leuven Historiek Presentatie voor delegatie van stad en gemeenten van het Brussels Gewest Agenda 21 van UNCED, Rio 92 3 aanleidingen in Leuven ondertekening milieuconvenant 1997-1999

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Intekening en rapportering

Samenwerkingsovereenkomst Intekening en rapportering Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Intekening en rapportering 3 niveau s (basis, onderscheiding, projecten) Jaarlijks ondertekenen Voor 2012 - basis GR 06/12/2011 Jaarlijks

Nadere informatie

9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET INTEGRAAL WATERBELEID

9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET INTEGRAAL WATERBELEID 9 SEPTEMBER 2005: Besluit Vlaamse regering betreffende de geografische indeling en organisatie Laatste aanpassing: 29/05/2009 9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE

Nadere informatie

1 Algemene inleiding bij de gecoördineerde versie van 2016

1 Algemene inleiding bij de gecoördineerde versie van 2016 GRS SCHOTEN 1 E PARTIËLE HERZIENING - INFORMATIEF GEDEELTE - 1 1 Algemene inleiding bij de gecoördineerde versie van 2016 1.1 Algemeen Waar de menselijke maat verloren raakt, daar kan menselijkheid verloren

Nadere informatie

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte

ruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte Deel I: visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling informatief gedeelte richtinggevend gedeelte I II III IV V bindend gedeelte deel I. visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

JAARPROGRAMMA 2019 SARO

JAARPROGRAMMA 2019 SARO JAARPROGRAMMA 2019 SARO INHOUD I. SITUERING... 1 II. MISSIE SARO... 2 III. CENTRALE UITDAGINGEN VOOR 2019... 2 IV. SARO EN STRATEGISCHE ADVISERING... 3 WERKVELD 1: PLANNING EN OMGEVINGSDENKEN... 3 WERKVELD

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent

Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent Interne staatshervorming Wat? Context? Doel? Regioscreening Wat? Doel? Evaluatie interne staatshervorming Uitgevoerd in opdracht

Nadere informatie

Deel 1: Het nieuwe decreet lokaal Sport voor Allenbeleid

Deel 1: Het nieuwe decreet lokaal Sport voor Allenbeleid Deel 1: Het nieuwe decreet lokaal Sport voor Allenbeleid van 2007 1 IINLEIIDIING Het vorige Decreet houdende erkenning en subsidiëring van de gemeentelijke sportdiensten, de provinciale sportdiensten en

Nadere informatie

Nota aan de Bestendige Deputatie. PRINCIPEBESLISSING : AKKOORD voorstel principieel akkoord tot opstart. alle leden van de Bestendige Deputatie

Nota aan de Bestendige Deputatie. PRINCIPEBESLISSING : AKKOORD voorstel principieel akkoord tot opstart. alle leden van de Bestendige Deputatie *0403872* 8e Directie Dienst 81 Planning en Natuurbehoud vergadering van Nota aan de Bestendige Deputatie aanwezig Herman Balthazar, gouverneur-voorzitter Marc De Buck, Alexander Vercamer, Ivan Verleyen,

Nadere informatie

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s Decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting Besluit van de Vlaamse Regering van.. betreffende de landinrichting 4.03.2014 Situering

Nadere informatie

Ruimtelijk Structuurplan Vilvoorde. Inleiding

Ruimtelijk Structuurplan Vilvoorde. Inleiding Ruimtelijk Structuurplan Vilvoorde Inleiding Inleiding Bedoeling van het document Structuurplan Vilvoorde: de stad geherwaardeerd biedt een ruimtelijk kader waarbinnen Vilvoorde zijn gewenste toekomstontwikkeling

Nadere informatie

Gebiedsgerichte Werking

Gebiedsgerichte Werking Wat komt er aan bod? Inleiding Historiek Gebiedsgerichte Werking Gent Gebiedsgerichte Werking 1. Doelstellingen 2. Organisatie 3. Proces 4. Instrumenten 4 december 2007 Even terug in de tijd GGW heeft

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN MONITEUR BELGE 02.12.2005 BELGISCH STAATSBLAD 52081 GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN " Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem op het grondgebied Zulte " Deel 2: Grafisch plan Stedenbouwkundige voorschriften mei 2012 Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Graad Deskundige (m/v) Functietitel Deskundige Milieu (m/v) Doelstelling van de functie Als Deskundige Milieu adviseert u de milieuvergunningen die op het grondgebied

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen Technum Afdeling Ruimtelijke Planning Leiepark 18 9051 Gent T 09 240 09 11 F 09 240 09 00 INHOUD 1 OPVOLGING, OVERLEG EN SAMENWERKING...

Nadere informatie

Gemeentelijk Milieubeleidsplan Zwevegem Bouwen aan landschap en milieu

Gemeentelijk Milieubeleidsplan Zwevegem Bouwen aan landschap en milieu Gemeentelijk Milieubeleidsplan Zwevegem 2010 2015 Bouwen aan landschap en milieu Brochure bij het milieubeleidsplan 2010-2015 Inleiding: Wat is een milieubeleidsplan? Het milieubeleidsplan 2010-2015 is

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven AFBAKENING GEBIEDEN NATUURLIJKE EN AGRARISCHE STRUCTUUR REGIO HASPENGOUW - VOEREN gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven startvergadering 31 maart 2015 1 agenda startvergadering kennismaking

Nadere informatie

BASISNIVEAU verwijzing MJP

BASISNIVEAU verwijzing MJP Bijlage ALGEMEEN - Gemeenten Index Milieujaarprogramma 214 (rapportering 213) Samenwerkingsovereenkomst 28-213 Opgelet: voor de uitgevoerde acties op onderscheidingsniveau is een apart tabblad voorzien.

Nadere informatie

KLEINSCHALIGE EEN PRAKTIJKVOORBEELD EROSIEBESTRIJDINGSWERKEN. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

KLEINSCHALIGE EEN PRAKTIJKVOORBEELD EROSIEBESTRIJDINGSWERKEN. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap KLEINSCHALIGE EROSIEBESTRIJDINGSWERKEN EEN PRAKTIJKVOORBEELD A F D E L I N G L A N D Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 3 Inhoudsopgave 1. Situering en doel van deze brochure 5 2. Voorstellen en ontwerpen

Nadere informatie

Strategische nota. 15 december 2014

Strategische nota. 15 december 2014 Strategische nota 15 december 2014 De strategische nota geeft een beschrijving van de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties van het bestuur voor de periode van het meerjarenplan. Enkel de prioritaire

Nadere informatie

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE ONTWERP GRS Bindend deel Identificatienummer : 104792414/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 21.05.2007 Voorontwerp GRS 2007 jpa 20.03.2008 Ontwerp

Nadere informatie

Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel

Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel Interlokale Vereniging Westhoekpersoneel Jaarverslag 2007 Inhoudstafel 1. De beleidsdomeinen van de Interlokale Vereniging in 2007 3 2. Partners van de Interlokale Vereniging in 2007 4 3. Uitgevoerde opdrachten

Nadere informatie

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van ISjuli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de decreten

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

GEMEENTE HEUVELLAND RUP Brandweerkazerne. Procesnota mei 2019

GEMEENTE HEUVELLAND RUP Brandweerkazerne. Procesnota mei 2019 GEMEENTE HEUVELLAND RUP Brandweerkazerne Procesnota mei 2019 COLOFON Opdracht: RUP Brandweerkazerne - Procesnota Opdrachtgever: Gemeente Heuvelland Bergstraat 24 8950 Heuvelland (Kemmel) Opdrachthouder:

Nadere informatie

Ontwerp Milieubeleidsplan

Ontwerp Milieubeleidsplan HOOFDSTUK I : ALGEMEEN MILIEUBELEID Doelstellingen Uit het stedelijk beleidsplan 2008-2013: In het stedelijk beleidsplan worden de missie, de strategische en tactische doelstellingen voor de beleidsperiode

Nadere informatie

Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen

Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen Pascal De Decker Sint-Lucas Architectuurschool & Hogeschool Gent Ruimte-conferentie Rotterdam 19 april 2010 1 Inhoud Korte geschiedenis RSV

Nadere informatie

Jaargang 1 Nummer 1 1Juni 2004

Jaargang 1 Nummer 1 1Juni 2004 Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) Nieuwsbrief Jaargang 1 Nummer 1 1Juni 2004 Coördinatiecommissie Integraal waterbeleid Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid opgestart Met het decreet

Nadere informatie

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen BIJLAGE 2 Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Dit decreet wil onder meer de ontwikkeling van een lokaal ouderenbeleid

Nadere informatie

Actualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering

Actualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering Actualisatie en gedeeltelijke herziening Informatie- en inspraakvergadering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen? - is geen bestemmingsplan - bevat geen informatie over individuele percelen Ruimtelijk Structuurplan

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Dendermonde Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Bindend gedeelte Studiebureau VDS b.v.b.a. 2 Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk

Nadere informatie

Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn

Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet integraal waterbeleid met het oog op de omzetting van de Europese overstromingsrichtlijn Minaraad, 28 januari 2010 SERV, 29 januari 2010 Contactpersoon

Nadere informatie

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007 1/6 AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007 STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING MET BETREKKING TOT HET OVERWELVEN VAN BAANGRACHTEN Toelichting In de huidige gemeentelijke stedenbouwkundige

Nadere informatie

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID Advies 2016-17 / 29.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 algemeen 3 3.2 geringe traditie 4 3.3 aanvullende werking

Nadere informatie

Functiekaart. Functie. Doel van de dienst. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. coördinerend/deskundigen

Functiekaart. Functie. Doel van de dienst. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. coördinerend/deskundigen Functie Graadnaam: deskundige Functienaam: deskundige omgeving Functionele loopbaan: B1-B3 Afdeling: grondgebiedzaken Dienst: omgeving Functiefamilie: administratief coördinerend/deskundigen Doel van de

Nadere informatie

Subsidiereglement ontwikkelingssamenwerking

Subsidiereglement ontwikkelingssamenwerking Reglement Subsidiereglement ontwikkelingssamenwerking Vastgesteld door de gemeenteraad op 24 september 2015 HOOFDSTUK I : ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 1 Het college van burgemeester en schepenen kan subsidies

Nadere informatie

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) 8 september 2015 Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 We betrekken zo veel als mogelijk de lokale besturen bij het erfgoedbeleid en bij de maatregelen die

Nadere informatie

Stedelijke milieuraad Sint-Niklaas. Stramin

Stedelijke milieuraad Sint-Niklaas. Stramin Stedelijke milieuraad Sint-Niklaas Stramin 1. Aantrekken van nieuwe en jongere leden. 2. Dynamiek tijdens vergaderingen 3. Werking en samenstelling Wat loop goed? Stramin.. Is inhoudelijke sterk Is een

Nadere informatie

Functieprofiel deskundige mobiliteit

Functieprofiel deskundige mobiliteit Functieprofiel deskundige mobiliteit 1. NAAM: 2. Datum in dienst: 3. FUNCTIENAAM a. Functionele benaming: Deskundige mobiliteit b. Graadbenaming: Deskundige c. Niveau: B functie d. Datum opmaak: 15/01/2018

Nadere informatie

Gemeenteraadsverkiezingen 2012. Memorandum voor de politieke partijen van Kampenhout. Gemeentelijke Raad voor OntwikkelingsSamenwerking (GROS)

Gemeenteraadsverkiezingen 2012. Memorandum voor de politieke partijen van Kampenhout. Gemeentelijke Raad voor OntwikkelingsSamenwerking (GROS) Gemeenteraadsverkiezingen 2012 Memorandum voor de politieke partijen van Kampenhout Gemeentelijke Raad voor OntwikkelingsSamenwerking (GROS) Als erkende adviesraad van het gemeentebestuur groepeert de

Nadere informatie

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces Mededeling Vlaamse Regering Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces 1. Context Na het leggen van de grondvesten van een nieuw systeem van Vlaamse openbare statistieken door de

Nadere informatie

Aandachtspunten t.a.v. de PROVINCIES. 2. Mobiliteit Ouderen willen zich overal kunnen verplaatsen, ook bij beperking van de persoonlijke mobiliteit.

Aandachtspunten t.a.v. de PROVINCIES. 2. Mobiliteit Ouderen willen zich overal kunnen verplaatsen, ook bij beperking van de persoonlijke mobiliteit. OOK Vlaams OUDEREN OVERLEG KOMITEE vzw - Vlaamse OUDERENRAAD Aandachtspunten t.a.v. de PROVINCIES 1. Informatie en communicatie Ouderen willen de diensten en taken van de provincie beter kennen. 2. Mobiliteit

Nadere informatie

1. Kan de minister een stand van zaken geven over de uitvoering van het actieplan? Welke acties zijn nog niet afgerond?

1. Kan de minister een stand van zaken geven over de uitvoering van het actieplan? Welke acties zijn nog niet afgerond? VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN GEERT BOURGEOIS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND Vraag

Nadere informatie

Basisbereikbaarheid Inleiding

Basisbereikbaarheid Inleiding Basisbereikbaarheid Inleiding Eric Sempels Departement Mobiliteit en Openbare Werken Afdeling Beleid Programmamanagement Basisbereikbaarheid 29/03/2019 1 1 1 1. Van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid

Nadere informatie

Gemeentelijke Begeleidingscommissie Huishoudelijk Reglement

Gemeentelijke Begeleidingscommissie Huishoudelijk Reglement Gemeentelijke Begeleidingscommissie Huishoudelijk Reglement Inhoud 1. Juridisch kader... 1 2. Verantwoordelijkheid van de (I)GBC in het plan- en ontwerpproces... 1 3. Oprichting en samenstelling van de

Nadere informatie