1. Kan de minister een stand van zaken geven over de uitvoering van het actieplan? Welke acties zijn nog niet afgerond?

Transcriptie

1 VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN GEERT BOURGEOIS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND Vraag nr. 234 van 7 februari 2014 van CHOKRI MAHASSINE Actieplan Jeugdverblijven - Uitvoering Op het einde van de vorige legislatuur stelde de Vlaamse Regering een Actieplan Jeugdverblijven op (Stuk nr ( ) - Nr. 1). De werkzaamheden werden tijdens deze legislatuur voortgezet. Er was een gedachtewisseling met minister van Toerisme Bourgeois op 20 maart 2012 (vraag om uitleg nr. 853 ( )). Er werd vooruitgang geboekt inzake de conformiteit aan de regels inzake ruimtelijke ordening (stedenbouwkundige - zonevreemdheid). Er werd gewerkt aan een afwegingskader voor problematische jeugdverblijven. Het decreet houdende subsidiëring van hostels, jeugdverblijfcentra, ondersteuningsstructuren en de vzw Algemene Dienst voor Jeugdtoerisme werd gewijzigd. 1. Kan de minister een stand van zaken geven over de uitvoering van het actieplan? Welke acties zijn nog niet afgerond? 2. Kan de minister een update geven over de inventaris van de jeugdverblijven? Hoeveel jeugdverblijven zijn nog zonevreemd en/of zonder? Wat is de stand van zaken per provincie? 3. Welke stappen heeft minister Schauvliege genomen inzake jeugdverblijven in speciale beschermingszones? 4. Werd een afwegingskader voltooid op Vlaams niveau? 5. Wat is de totale overnachtingscapaciteit in Vlaanderen en per provincie? Hoe is die de voorbije jaren geëvolueerd? N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Bourgeois (vraag nr. 234), Schauvliege (nr. 278), Smet (nr. 315) en Muyters (422).

2 GEERT BOURGEOIS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND GECOÖRDINEERD ANTWOORD op vraag nr. 234 van 7 februari 2014 van CHOKRI MAHASSINE 1. Op uitzondering van enkele kleinere acties, die niet wezenlijk zijn voor het eindresultaat, zijn alle acties van het actieplan afgerond. Er is de voorbije jaren veel gewerkt inzake: gemeenten sensibiliseren en informeren over jeugdtoerisme (jeugddiensten); gemeenten sensibiliseren en informeren over de problematiek van de zonevreemde jeugdverblijven (diensten Ruimtelijke Ordening, maar ook jeugddiensten); oplossingen zoeken voor de zonevreemde jeugdverblijven; jeugdverblijven begeleiden om zich in orde te stellen met de splicht; jeugdverblijfcentra ondersteunen door oplossingen te zoeken voor de kampvuurplaatsen, groene speelruimte in de omgeving, afval, jeugdverblijfsuitbaters sensibiliseren over omgevingshinder; De belangrijkste actie, die nog een verdere uitwerking krijgt, is het uitwerken van het plan van aanpak voor de zonevreemde jeugdverblijven. 2. Hierbij gaat een actuele stand van zaken (februari 2014) van de zonering van de jeugdverblijven: Niet in orde met ste- Totaal vergundenbouwkundige ver- zone- ning gunning vreemd Aantal verblijveblijven Aantal ver- Zone-eigen Zonevreemd Gedeeltelijk zonevreemd Als bijlage 1 gaat een actueel overzicht van de stand van zaken per provincie. 3. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en een kabinetsmedewerker vertegenwoordigen de voor leefmilieu en natuur bevoegde minister in de Taskforce Jeugdverblijven. Vanuit deze Taskforce is een plan van aanpak voor zonevreemde jeugdverblijven (inclusief ruimtelijk afwegingskader) uitgewerkt, dat de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd op 4 juni Het uitgangspunt was hier duidelijk oplossingsgericht werken. Als onderdeel van het afwegingskader voor de zonevreemde jeugdverblijven, waarvoor een planinitiatief moet opgestart worden, heeft het ANB een grondig onderzoek verricht waarbij voor alle jeugdverblijven die gelegen zijn in VEN/SBZ/perimeter duinendecreet wordt nagegaan in welke mate deze goed geïntegreerd zijn in hun omgeving en waar er zich problemen stellen. Bedoeling is te zoeken naar gerichte oplossingen voor deze jeugdverblijven. Een eerste analyse is al gebeurd. Deze dient nog aangepast te worden overeenkomstig de recente wijzigingen waarbij jeugdverblijfcentra in zones voor jeugdcamping zijn toestaan.

3 Van de 92 jeugdverblijven waarvoor een planinitiatief nodig is, liggen er 22 in of nabij Europese of Vlaamse topnatuur (Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), speciale beschermingszones (SBZ) of perimeter van het duinendecreet). Hiervan liggen er 14 in en 8 in de omgeving van het VEN, een SBZ of in de perimeter van het duinendecreet. Conform het door de Vlaamse Regering goedgekeurde plan van aanpak, moet voor 6 jeugdverblijven, gelegen in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), nagegaan worden of die jeugdverblijven op de huidige locatie kunnen blijven en/of uitbreiden. Indien dit het geval is, dan zal er een gewestelijk RUP worden opgemaakt. Voor de andere jeugdverblijven gelegen in of nabij de speciale beschermingszones, VEN en perimeter van het duinendecreet, zal de natuurimpactstudie door Toerisme Vlaanderen worden gemaakt. Het Agentschap Natuur en Bos begeleidt de opmaak van deze natuurimpactstudie. Voor de overige jeugdverblijven (70) zal het ruimtelijk uitvoeringsplan door het provinciaal of gemeentelijk niveau opgemaakt worden. 4. Ja, De Vlaamse Regering ging op 14 juni 2013 akkoord met het plan van aanpak voor de zonevreemde jeugdverblijven. Dit plan van aanpak bepaalt voor welke jeugdverblijven er een planinitiatief moet komen en op welk niveau dit ruimtelijk plan dient gemaakt te worden. Daarnaast omvat dit plan van aanpak de verschillende stappen die een provincie, stad of gemeenten moet doorlopen om uiteindelijk het ruimtelijk plan op te maken en een aantal ondersteuningsmaatregelen die het Vlaamse niveau voorziet voor de provincies en gemeenten. Het omvat ook een voorstel van ruimtelijke afweging t.o.v. de omgeving. Begin februari 2014 hebben Toerisme Vlaanderen en Ruimte Vlaanderen overleg gepleegd over de verdere stappen in het proces van de regularisering: De provincie West-Vlaanderen zal zelf een ruimtelijk plan opmaken voor de zonevreemde jeugdverblijven in de provincie. Dit proces is reeds opgestart. De provincie Oost-Vlaanderen maakte in het verleden een ruimtelijk afwegingskader op voor de zonevreemde jeugdverblijven. Met de opmaak van ruimtelijke plannen willen ze starten in Voor Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant zal Ruimte Vlaanderen gericht lokale besturen aanspreken op basis van een lijst met zonevreemde jeugdverblijven die een uitbreidingswens hebben, om na te gaan in hoeverre zij bereid zijn om een ruimtelijk plan voor bepaalde jeugdverblijven op te maken. Eind maart 2014 zullen zij hierover meer weten en wordt er met deze gemeente in gesprek gegaan en nagegaan wat het verdere traject is. Mogelijks geeft de provincie Vlaams-Brabant, vanuit de dienst Jeugd, de gemeenten een extra financiële ondersteuning voor de opmaak van deze ruimtelijke plannen. Toerisme Vlaanderen schrijft een opdracht uit om een Plan-Milieu-effectenrapport op te maken voor de zes jeugdverblijven die gelegen zijn in Vlaams ecologisch Netwerk (VEN). 5. Als bijlage 2 gaat een tabel die per provincie een overzicht geeft van de evolutie van de overnachtingscapaciteit van alle jeugdverblijven die minder dan 60 dagen per jaar verhuren. Tussen 2008 en 2014 is de overnachtingscapaciteit voor de jeugd in Vlaanderen en in alle provincies gestegen. In Vlaanderen ging de capaciteit met 12,8 vooruit. In de provincie West- Vlaanderen is de logiescapaciteit het sterkst gestegen (+ 29). In Limburg ging de overnachtingscapaciteit slechts licht omhoog (+ 4). Ik geef graag mee dat ook de (brand)veiligheid en de kwaliteit van de jeugdverblijven in Vlaanderen dankzij de volgehouden investeringen voor Toerisme voor Allen, de voorbije 10 jaar sterk verbeterd is. BIJLAGEN 1. Zonering jeugdverblijven per provincie 2. Evolutie overnachtingscapaciteit jeugdverblijven per provincie

4 Bijlage 1 bij het antwoord op schriftelijke vraag nr. 234 van 7 februari 2014 Overzicht per provincie van de actuele stand van zaken (februari 2014) van de zonering van de jeugdverblijven Antwerpen Aantal verblijveblijven Aantal ver- Zone-eigen Zonevreemd Limburg Zone-eigen Zonevreemd Vlaams-Brabant Aantal verblijveven Aantal verblij- Zone-eigen Zonevreemd zone- Gedeeltelijk vreemd Oost-Vlaanderen Zone-eigen Zonevreemd

5 West-Vlaanderen Aantal verblijveven Aantal verblij- Zone-eigen Bijlage 2 bij het antwoord op schriftelijke vraag nr. 234 van 7 februari 2014 Overzicht van de overnachtingscapaciteit van jeugdverblijven in Vlaanderen: Zonevreemd Vlaanderen Antwerpen Brussels Limburg Oost Vlaams- West- Gewest Vlaanderen Brabant Vlaanderen