Gemeentelijk milieubeleidsplan Wichelen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeentelijk milieubeleidsplan Wichelen"

Transcriptie

1 Gemeentelijk milieubeleidsplan Wichelen Opdrachtgever : Gemeentebestuur Wichelen Projectnr : 1456 Auteur : Wendy Hendrickx Augustus 2005

2 INHOUD pagina 1 INLEIDING Historiek van het milieubeleid van de gemeente Wichelen De beginselen van een duurzaam gemeentelijk milieubeleid Milieubeleidsplan van hogere overheden Provinciaal milieubeleidsplan Gewestelijk milieubeleidsplan Indeling en totstandkoming van het milieubeleidsplan Wichelen Indeling van het milieubeleidsplan Totstandkoming van het milieubeleidsplan INSTRUMENTARIUM Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Uitvoeringsbesluit 14 juni Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Beschrijving van de bestaande toestand Milieubeleidsplan en milieujaarprogramma Samenwerkingsovereenkomst Milieudienst en ambtelijk overleg Interne milieuzorg Registratie Toezicht Adviesraad voor milieu en natuur Knelpunten Doelstellingen Acties VASTE STOFFEN Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en beheer van afvalstoffen Het Vlaams reglement inzake de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (VLAREA) Het uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen Het milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985 en Vlarem I en II De samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en gemeenten Subsidiebesluit afvalvoorkoming en beheer (24 maart 2004) Het decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest (21 december 2001) Kerntakendebat Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan Beschrijving van de bestaande toestand Milieuverantwoord productgebruik Afvalstoffen Knelpunten Doelstellingen Augustus 2005

3 3.5 Acties Milieuverantwoord productgebruik Afvalstoffen WATER Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden De wet van 26 maart 1971 (BS 1 mei 1971) op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en het milieuvergunningsdecreet en Vlarem I en II Code van goede praktijk Gemeentelijke politieverordening Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) Verdrag van Bonn inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten van 23 juni 1979 en bekrachtigd door de wet van 27 april Verdrag van Bern inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa (van 19/11/1979 en bekrachtigd door de wet van 20/04/1990) Richtlijn 92/43/EEG van de raad van de Europese gemeenschappen inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna van 21/05/ Beschikking van het comité van ministers van de Benelux Economische Unie inzake de vrije migratie van vissoorten in de hydrografische stroomgebieden van de Beneluxlanden van 26 april 1996 M (96) Decreet van de Vlaamse regering betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober Decreet van 9 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid Code van goede praktijk voor een duurzaam lokaal waterbeleid Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2001 houdende de subsidiëring van kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeente uitgevoerd worden (Erosiebesluit) Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen Het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering en het VLAREBO Decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en beheer van afvalstoffen en het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en beheer (Vlarea) BS, 16 april Decreet van 24 januari 1984, houdende maatregelen inzake grondwaterbeheer ( BS 5 juni 1984) en uitvoeringsbesluiten Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten (VLAREM I en II) Decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen De samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en gemeenten Kerntakendebat water Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan Beschrijving van de bestaande toestand Oppervlaktewater Augustus 2005

4 4.2.2 Duurzaam watergebruik Integraal waterbeheer Erosie Waterbodem Grondwater Knelpunten Doelstellingen Acties Oppervlaktewater Duurzaam watergebruik Integraal waterbeheer Waterbodem Grondwater NATUURLIJKE ENTITEITEN Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu Vegetatiewijziging Bermbesluit van 27 juni Bosdecreet Onbevaarbare waterlopen Veldwetboek Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Provinciaal ruimtelijk structuurplan Ontwerp ruimtelijk structuurplan Wichelen Landinrichting Subsidiereglementen Samenwerkingsovereenkomst Kerntakendebat Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan Beschrijving van de bestaande toestand Algemene visie (bestaande beleidsplannen) Natuur Landschap Bos Openbaar groen Knelpunten Doelstellingen Acties HINDER Geluidshinder Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Beschrijving van de bestaande toestand Knelpunten Augustus 2005

5 6.1.4 Doelstellingen Acties Lichthinder Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Beschrijving van de bestaande toestand Knelpunten Doelstellingen Acties Geurhinder Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Beschrijving van de bestaande toestand Knelpunten Doelstellingen Acties Bodemverontreiniging Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Beschrijving van de bestaande toestand Knelpunten Doelstellingen Acties Lucht- en stofhinder Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Beschrijving van de bestaande toestand Doelstellingen Knelpunten Acties MOBILITEIT Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Decreet betreffende de mobiliteitsconvenants 20 april De samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en gemeenten Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan Beschrijving van de bestaande toestand Samenwerkingsovereenkomst Mobiliteitsbeleid Wegverkeer Openbaar vervoer Fietsers- en voetgangersnetwerk Waterwegen Knelpunten Doelstellingen Acties ENERGIE Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Energieprestaties van gebouwen Augustus 2005

6 8.1.2 Vrijmaking elektriciteitsmarkt De samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en gemeenten Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan Beschrijving van de bestaande toestand Samenwerkingsovereenkomst Energiecoördinator Energieboekhouding en energie-audit Energiezorg bij openbare verlichting Screenen van lastenboeken Premies energiebesparing Hernieuwbare energie Verwarming Sensibilisatie en informatie Knelpunten Doelstellingen Acties COMMUNICATIE Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan Beschrijving van de bestaande toestand Knelpunten Doelstellingen Acties ACTIEPLAN LIJST MET AFKORTINGEN REFERENTIELIJST BIJLAGEN Globale triade beoordeling van waterbodems Globale Vlarea beoordeling van waterbodems Grondwaterwinningen Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan Augustus 2005

7 TABELLEN pagina Tabel 1: overzicht nieuwe milieuvergunningen voor de periode Tabel 2: inbreuken inzake milieu vastgesteld op het grondgebied van Wichelen...26 Tabel 3: fysicochemische kwaliteitsgegevens van het oppervlaktewater van 1990 tot en met Tabel 4: biologische kwaliteitsgegevens van het oppervlaktewater van 1990 tot en met Tabel 5: vertegenwoordiging van Wichelen in de deelbekkens...79 Tabel 6: samenvattig van de kwaliteit van waterbodems in Wichelen...85 Tabel 7: totale productie en gebruik van meststoffen door landbouwers...90 Tabel 8: totale productie en gebruik van meststoffen door landbouwers per ha...90 Tabel 9: bedrijfsmatig overschot van meststoffen...90 Tabel 10: beheerovereenkomsten in Wichelen die kaderen in de natuurwetgeving (2002) Tabel 11: emissie van CO2 in 2001 door de huishoudens in Wichelen Tabel 12: emissies van verzurende stoffen in 2001 door huishoudens in Wichelen Tabel 13: emissies van ammoniak in 2001 door de veeteelt in Wichelen Augustus 2005

8 FIGUREN pagina Figuur 1: ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval (containerpark + inzameling aan huis).42 Figuur 2: terminaal te verwijderen huishoudeljike afvalstoffen in 2002 en Figuur 3: totaal ingezamelde hoeveelheid afval aan huis...43 Figuur 4: huisvuilafval ingezameld aan huis van 1999 tot en met Figuur 5: afvalfracties grof vuil, GFT, papier/karton en PMD ingezameld aan huis van Figuur 6: hoeveelheid grof vuil, snoeihout, groenafval, papier en hout ingezameld op het containerpark...47 Figuur 7: water in Wichelen...68 Figuur 8: evolutie van de nitraatconcentratie op meetpunt Figuur 9: recent overstroombare gebieden en risicozones in Wichelen...76 Figuur 10: deelbekkens op het grondgebied van Wichelen...79 Figuur 11: afbakening met de gemeenten van het deelbekken Vondelbeek...80 Figuur 12: afbakening met de gemeenten van het deelbekken Scheldeland...81 Figuur 13: afbakening met de gemeenten van het deelbekken De drie Molenbeken...82 Figuur 14: actuele erosiekaart in Wichelen...83 Figuur 15: overzicht meetpunten grondwatermeetnet...87 Figuur 16: ligging grondwaterwinningen in Wichelen...88 Figuur 17: grondwaterkwetsbaarheidkaart Wichelen...89 Figuur 18: Gewestplan Figuur 19: VEN, natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang Figuur 20: vogel- en habitatrichtlijngebieden Figuur 21: gewenste ruimtelijk natuurlijke structuur (ontwerp ruimtelijk structuurplan) Figuur 22: biologische waarderingskaart Wichelen Figuur 23: landschapsatlas Figuur 24: bos in Wichelen Augustus 2005

9 1 INLEIDING De gemeente Wichelen is een Oost-Vlaamse gemeente bestaande uit volgende deelgemeenten: - Wichelen - Schellebelle - Serskamp De gemeente Wichelen heeft een totale oppervlakte van ha en een inwonersaantal van (1 januari 2005). 1.1 Historiek van het milieubeleid van de gemeente Wichelen Vroeger stond de technische dienst en dienst stedenbouw in voor taken die nu toebehoren aan de milieudienst. Zij leverden vergunningen af in kader van het ARAB. Door het intreden van de Vlarem-wetgeving heeft de gemeente een milieuambtenaar aangesteld en werden op termijn verschillende taken overgeheveld naar een milieudienst bestaande uit één milieuambtenaar. Deze formatie is tot op heden zo gebleven. Het gemeentelijk milieubeleid van Wichelen is de laatste jaren sterk uitgebreid. Dit merkt men bij verschillende milieuthema s: - Het gemeentelijk afvalbeleid en de selectieve inzameling van afval waren vroeger georganiseerd binnen de gemeente. Sinds 2002 heeft de gemeente dit overgedragen aan een intergemeentelijk samenwerkingsverband; - Het natuurbeleid is sterk geëvolueerd, voornamelijk door grote wijzigingen in de natuurwetgeving (onder andere decreet van natuurbehoud); - Het waterbeleid beperkte zich vroeger tot het ruimen van grachten en het aanleggen en onderhouden van rioleringen. In het huidige waterbeleid moet de gemeente haar waterlopen integraal beheren en de waterproblematiek oplossen vanuit deze integrale visie. - Omdat mobiliteit en milieu een duidelijk verband tonen, wordt het thema mobiliteit in dit gemeentelijk milieubeleidsplan voor de eerste maal als afzonderlijk milieuthema opgenomen. De uitstoot van vervuilende stoffen en hinder afkomstig van het verkeer hebben nadelige effecten op het milieu. 9 Augustus 2005

10 Ter uitvoering van het gemeentelijk natuurbeleid kan de gemeente beroep doen op studies zoals het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (G.N.O.P.) en de gebiedsvisie opgesteld voor de Kalkense Meersen. Ter ondersteuning en advisering van het gemeentelijk milieubeleid kan de gemeente zich richten tot de milieu- en natuurraad die vier maal per jaar vergadert. In het algemeen kan men stellen dat het milieubeleid in Wichelen een ad hoc beleid is. Aangezien het huidige takenpakket van de milieudienst zeer uitgebreid is, voelt de gemeente zich genoodzaakt een beleid uit te stippelen, prioriteiten te stellen en meer systematisch te werk te gaan ten opzichte van vroeger. In het milieubeleidsplan tracht de gemeente een leidraad op te stellen met prioritaire doelstellingen en acties naast andere wettelijke taken die eveneens tot hun takenpakket horen. Ter ondersteuning van haar milieubeleid heeft de gemeente overeenkomsten (convenanten) afgesloten met het Vlaamse Gewest. Door middel van deze overeenkomst kon de gemeente concrete uitvoering geven aan bepaalde aspecten van het regiobeleid (natuurontwikkelingsplan, afvalbeleid, ) Inmiddels heeft de gemeente de samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling ondertekend. Deze overeenkomst geldde voor een periode van en werd verlengd en bijgestuurd voor een periode van De gemeente kan zelf kiezen welke onderdelen van de overeenkomst ze ondertekent en welk ambitieniveau ze wenst te behalen. Er zijn drie ambitieniveaus waarop de gemeente kan intekenen: niveau 1 is het minst ambitieuze en niveau 3 het meest ambitieuze niveau. Elk gekozen niveau verplicht het lokaal bestuur om acties op verschillende vlakken (clusters) te ondernemen in ruil voor subsidies van het Vlaamse Gewest. De gemeente Wichelen heeft zoals de meeste Oost-Vlaamse gemeenten gekozen om de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen op niveau 1. De clusters vaste stoffen, water, hinder en natuurlijke entiteiten werden ondertekend. Volgende doelstellingen zijn geformuleerd in de samenwerkingsovereenkomst: - de gemeentelijke milieubeleidsplanning ondersteunen; - een stimulans bieden om een duurzaam lokaal milieubeleid op te zetten; - voorzien in de verdere uitbouw van eerstelijnsmilieuzorg; - de milieudeskundigheid op gemeentelijk vlak consolideren of verhogen; - de participatie van de bevolking aan het gemeentelijk milieubeleid bevorderen. Het milieubeleid staat hier centraal, maar ook andere beleidsterreinen worden bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken. 10 Augustus 2005

11 1.2 De beginselen van een duurzaam gemeentelijk milieubeleid Een gemeentelijk beleid evolueert meer en meer richting duurzaamheid. Met de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de gemeenten, krijgt duurzame ontwikkeling steeds een belangrijkere plaats toegewezen. Volgens de Brundtlandcommissie moet onder duurzame ontwikkeling worden verstaan: een ontwikkelingsmodel dat voorziet in de behoeften van de huidige generaties, zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in het gedrang te brengen." Voor het uitwerken van een duurzaam beleid onderschrijft de gemeente Wichelen volgende principes: * Voorkomingsbeginsel of het beginsel van het preventief handelen: milieuschade moet worden voorkomen, eerder dan achteraf de schade te moeten herstellen; * Voorzorgsbeginsel: het milieu mag niet onnodig belast worden, ernstige aanwijzingen van potentiële bedreigingen voor het milieu zijn voldoende om deze bedreigingen aan te pakken; * Het beginsel van de voorkeur voor brongerichte maatregelen eerder dan effectgerichte maatregelen: verontreinigingen moeten bij de bron worden aangepakt, eerder dan beschermingsmaatregelen te nemen op de plaats waar de milieuschade zich voordoet; * Het stand-still-beginsel: de bestaande kwaliteit moet minimaal behouden blijven; * Beginsel van de vervuiler betaalt : de kosten van de milieuverontreiniging worden toegerekend aan en gedragen door de vervuiler; * Integratiebeginsel: milieu-aangelegenheden (doelstellingen en beginselen) moeten in andere beleidsdomeinen geïntegreerd worden, anderzijds moet bij de uitvoering van het milieubeleid rekening worden gehouden met de sociaal-economische aspecten, de internationale dimensie en de beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens; * Het subsidiariteitsbeginsel: bepaalde bevoegdheden komen toe aan het niveau waar die het meest efficiënt uitgeoefend kunnen worden; 11 Augustus 2005

12 * Principe van rechtvaardigheid: omvat de verdelende rechtvaardigheid tussen burgers en volkeren van een zelfde generatie, maar ook solidariteit met de toekomstige generaties; * Participatie: in de beleidsvoering wordt overleg met alle betrokkenen georganiseerd. 1.3 Milieubeleidsplan van hogere overheden Provinciaal milieubeleidsplan Aangezien het milieubeleidsplan beëindigd is, heeft de provincie een nieuw milieubeleidsplan opgemaakt voor de periode Tijdens het openbaar onderzoek van 1 december 2004 tot 31 januari 2005 kon men advies uitbrengen op het ontwerp. Op basis van de ingediende opmerkingen en adviezen maakte de provincie een overwegingsdocument op en stelde ze een definitief milieubeleidsplan vast op 21 april Inhoudelijk bouwt de provincie voort op de krachtlijnen van het vorige milieubeleidsplan, maar wil de provincie zich meer inzetten op die punten waar ze de grootste meerwaarde kan bieden. Ze zal bijvoorbeeld prioriteit geven aan het (bovenlokale) gebiedsgerichte milieubeleid en fungeren als intermediair bestuur. De provincie kiest in tegenstelling tot het vorige milieubeleidsplan niet meer voor concrete acties met strakke doelstellingen, maar wel voor de voortzetting van het reguliere beleid met een aantal bijzondere aandachtspunten en veertien projecten. De provincie zal zich extra inzetten voor deze projecten en wil ze tegen het einde van de planningsperiode afronden. In het milieuprogramma zal de provincie concrete acties uitwerken in detail. In de eerste plaats behandelt het provinciaal milieubeleidsplan volgende thema s: - integraal waterbeleid; - bodem- en grondwater; - luchtverontreiniging; - hinder door geur, stof, licht en lawaai; - afvalstoffenbeheer; - natuur, bos, groen en landschap; - mobiliteit; - energie; - producten en grondstoffen. Het volgende deel van het milieubeleidsplan gaat over de thema s heen en geeft de visie van de provincie over volgende onderwerpen: 12 Augustus 2005

13 - het doelgroepenbeleid; - de voorbeeldfunctie van de provincie; - natuur en milieueducatie; - geïntegreerd gebiedsgericht beleid; - instrumenten. Het laatste deel van het milieubeleidsplan geeft een voorstelling van de 14 projecten: - project 1: werken aan een integraal waterbeleid via de deelbekkenwerking - project 2: bestrijden van erosie - project 3: behoud en versterking van stiltegebieden in Oost-Vlaanderen - project 4: uitbouw, coördinatie en ondersteuning van een overlegplatform huishoudelijke afvalstoffen - project 5: intesiveren van de samenwerking met regionale landschappen en bosgroepen - project 6: samen met landbouwers de natuur beheren - project 7: natuurgerichter beheer van de Provinciale domeinen en natuurgebieden - project 8: creëren van Natuurverbindingsgebieden - project 9: verruimen van het bovenlokale fietsenroutenetwerk tot een netwerk van trage wegen - project 10: ontwikkelen van een visie voor de inplanting van windturbines - project 11: milieubewuster aankopen - project 12: duurzaam bouwen in Oost-Vlaanderen - project 13: samen met gemeenten werken aan een duurzaam milieubeleid - project 14: netwerking en kwaliteitsbewaking van de natuur- en milieueducatie De gemeente Wichelen neemt in het milieubeleidsplan acties op waarin een nauwe samenwerking tussen provincie en de gemeente noodzakelijk is. Bij de uitvoering van onder andere volgende acties (zie actieplan) is de provincie Oost-Vlaanderen aangeduid als betrokkene: - aankoop milieuvriendelijke producten (actie A3-1); - preventie van GFT- en groenafval (actie A3-3); - wateraudit bij nieuwbouw en verbouwingen (actie A4-7); - integraal waterbeheer (actie A4-10); - onderhoud van grachten en waterlopen (actie A4-12); 13 Augustus 2005

14 - vismigratieknelpunten voorkomen en oplossen (actie A4-15); - omgevingsbeheer Meersen (actie A5-6); - bosuitbreiding (actie A5-9); - oprichting van een bosgroep (actie A5-11); - natuureducatie en sensibilisatie (actie A5-16); - oprichting van een regionaal landschap stimuleren (actie A5-17); - gebieden beschermen tegen geluidshinder (actie A6-2); - metingen uitvoeren bij geluidsoverlast (actie A6-7) - een mobiliteitsplan opstellen (actie A7-1); - bedrijfs- en schoolvervoerplannen stimuleren (actie A7-7); - informeren over duurzaam en energiezuinig bouwen (actie A8-9); - communicatie-acties koppelen aan bovenlokale acties en evenementen (actie A9-2); - grensoverschrijdende en bovenlokale communicatie-acties (actie A9-6); Gewestelijk milieubeleidsplan De opvolger van MINA- 2 werd goedgekeurd op 19 september Het nieuwe plan (MINA-3) heeft een planperiode tot 31 december In tegenstelling tot MINA-2 werd in het nieuwe plan getracht een beeld te geven van het gehele Vlaamse milieubeleid. De themabenadering blijft behouden. Twaalf thema s worden onderscheiden: 1. Verdunning van de ozonlaag 2. Verandering van klimaat door het broeikaseffect 3. Verontreiniging door fotochemische stoffen 4. Verzuring 5. Vermesting 6. Verspreiding van milieugevaarlijke stoffen 7. Verontreiniging en aantasting van de bodem 8. Verontreiniging door afvalstoffen 9. Verstoring van watersystemen 10. Hinder 11. Versnippering 12. Verlies aan biodiversiteit 14 Augustus 2005

15 Naast het themabeleid besteedt het nieuwe plan aandacht aan horizontale delen zoals een gebiedsgerichte aanpak en de samenwerking met actoren. De algemene doelstellingen en beginselen uit het decreet algemeen milieubeleid vormen het kader van het Vlaamse milieubeleid: Doelstellingen: - het beheer van het milieu door de duurzame aanwending van grondstoffen en natuur; - de bescherming van mens en milieu tegen verontreiniging en onttrekking, en in het bijzonder van de ecosystemen die van belang zijn voor de werking van de biosfeer en die betrekking hebben op de voedselvoorziening, de gezondheid en de andere aspecten van het menselijk leven; - het natuurbehoud en de bevordering van de biologische en landschappelijke diversiteit, met name door de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke habitats, ecosystemen en landschappen met ecologische waarde en het behoud van wilde soorten, in het bijzonder van de bedreigde kwetsbare, zeldzame en endemische. Beginselen: - voorzorgsbeginsel; - voorkoming of preventief handelen; - voorkeur voor brongerichte maatregelen; - standstill; - de vervuiler betaalt. Na een analyse van het gevoerde beleid worden in het Vlaamse milieubeleidsplan telkens doelstellingen geformuleerd en de vereiste maatregelen en instrumenten opgesomd. Twee soorten doelstellingen zijn opgenomen: langetermijndoelstellingen en plandoelstellingen. De langetermijndoelstellingen richten zich op een periode tussen 2015 en 2030 en zijn gebaseerd op de doelstellingen uit het decreet algemeen milieubeleid. De plandoelstellingen worden uitgevoerd tegen het einde van de planperiode namelijk De plandoelstellingen zijn zoveel mogelijk gekwantificeerd en telkens werd een geschikte indicator gezocht. Het plan bevat ook 41 projecten waarin een aantal prioritaire maatregelen werden opgenomen. 15 Augustus 2005

16 Om te voldoen aan het decreet algemeen milieubeleid is een actieplan noodzakelijk. De acties werden niet afzonderlijk opgenomen zoals in het vorige mileubeleidsplan, maar in elk onderdeel worden de strategielijnen weergegeven met de bijhorende maatregelen. Het actieplan bestaat dus uit een geheel van doelstellingen, maatregelen en projecten. In het decreet wordt gesteld dat bepalingen van het actieplan als bindend kunnen worden aangeduid door de Vlaamse regering. In Mina-3 werd gekozen om de bindende bepalingen gelijk te stellen met alle plandoelstellingen. Het Vlaamse milieubeleidsplan streeft naar een duurzame ontwikkeling waarbij milieukwaliteit en maatschappelijke ontwikkelingen samenhangen. Een geïntegreerde aanpak en een geïntegreerd beleid waarbij gedacht wordt aan de toekomstige generaties is noodzakelijk. Het Europees beleid wordt als aanknopingspunt gekozen. Het Europese milieubeleidsplan is de basis hiervan (MAP 6). Volgende terreinen gelden ook voor Vlaanderen en worden dus overgenomen: Klimaat België streeft erna zijn totale broeikasemissies in 2005 terug te brengen tot het niveau van Emissiereducerende acties worden genomen. Water Het waterbeleid zal in de komende jaren worden gestuurd door de Europese Kaderrichtlijn Water ter bescherming van oppervlaktewateren en grondwater. Tegen 2015 moet een goede toestand voor oppervlakte- en grondwater bereikt worden. Integrale waterbeleidsplannen worden opgesteld en maatregelen op het niveau van stroomgebieden en waterbekkens worden genomen. Ook maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit worden vooropgesteld. Tegen het einde van de planperiode moet 80 % van het huishoudelijk afvalwater gezuiverd worden. De hoeveelheid industrieel afvalwater moet blijven dalen. Ook zal er veel aandacht gaan naar de bescherming, herstel en verbetering van de natuurlijke werking en structuur van watersystemen. Bodem Het Vlaamse bodembeleid richt zich op de aspecten: bodemverontreiniging, bodemsanering, bodemaantasting en waterbodems. Tegen het einde van de planperiode zullen de meest urgente historische bodemverontreinigingen zijn gesaneerd en alle terreinen worden onderzocht waar potentieel bodemverontreinigde activiteiten plaatshadden of hebben. Voor 16 Augustus 2005

17 bodemaantasting zal tijdens de planperiode voornamelijk het juridisch en beleidskader worden aangepakt. Het beleid voor waterbodemverontreiniging richt zich op sanering, verwerking en voorkoming van slib. Biodiversiteit Het Vlaams milieubeleidsplan omvat een natuurbeleidsplan. Het verder realiseren van de natuurlijke structuur blijft centraal staan. Met natuurrichtplannen als kader zal de Vlaamse overheid instrumenten inzetten zoals verwerving, beheerplanning- en uitvoering, natuurinrichting, landinrichting en beheerovereenkomsten. Een ander aandachtspunt is het verder versterken van de biodiversiteit in stedelijke gebieden en het uitwerken van een soortenbeleid. Gezondheid en stedelijk beleid In het gebiedsgericht overheidsbeleid wordt de relatie gelegd tussen milieu en gezondheid. Een minimale blootstelling aan schadelijke stoffen, een maatschappelijke afweging van risico s en een continue evaluatie van normen zijn basisprincipes voor het beleid. Initiatieven worden genomen om het stedelijk milieu te verbeteren. Afval en voorraden Afvalvoorkoming en planmatige aanpak van prioritaire bedrijfsafvalstoffen, huishoudelijke afvalstoffen en hoogwaardig calorisch afval vormen de kern van de beleidsaanpak. De gemeente Wichelen neemt in het milieubeleidsplan verschillende acties op waarin een nauwe samenwerking tussen het Vlaamse Gewest en de gemeente noodzakelijk is. Bij de uitvoering van volgende acties (zie actieplan) is het Vlaamse Gewest aangeduid als betrokkene: - milieumanagement en informatiesysteem (actie A2-5); - registratie van de afvalstromen en bekendmaking van de resultaten (actie A3-11); - bosuitbreiding (acta5-9); - oprichting van een bosgroep (actie A5-11); - natuureducatie en sensibilisatie (actie A5-16); - beheersovereenkomsten met landbouwers stimuleren (actie A5-19); - klachten (geluid, licht, geur en bodemverontreiniging) registreren en opvolgen (actie A6-3, A6-15), (A6-18), (A6-24); - bodemverontreiniging melden aan OVAM (actie A6-25); - opening dijkpad van Wichelen naar Schellebelle (actie A7-6); 17 Augustus 2005

18 - communicatie-acties koppelen aan bovenlokale acties en evenementen (actie A9-2) Indeling en totstandkoming van het milieubeleidsplan Wichelen Indeling van het milieubeleidsplan Clusters De indeling van het milieubeleidsplan is gebaseerd op de clusters van de samenwerkingsovereenkomst. * Het instrumentarium geeft weer welke instrumenten de gemeente nodig heeft om haar milieubeleid uit te voeren zoals het milieujaarprogramma, de milieuraad, databanken, * De cluster 'vaste stoffen' behandelt alle producten in een van-wieg-tot-graf-benadering en is toegespitst op de thema's milieuverantwoord productgebruik en afvalstoffen. * De cluster 'water' bevat acties voor een duurzaam watergebruik en een engagement voor een integraal waterbeheer. * De cluster 'natuurlijke entiteiten' verzamelt alles wat natuur, bos, groen en landschappen betreft. Deze cluster bouwt verder op het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) en streeft naar een verdergaande integratie met ruimtelijke ordening. * De cluster 'hinder' behandelt de onderwerpen geur-, geluids-, licht-, bodem-, lucht- en stofhinder. * De cluster 'mobiliteit' heeft als doel milieudoelstellingen in het mobliliteitsdenken op te nemen. * De cluster 'energie' is gericht op rationeel energiegebruik binnen de gemeentelijke omschrijving. Daarnaast besteedt de gemeente aandacht aan de participatie van en de communicatie naar en met alle betrokkenen om hen te informeren en te sensibiliseren omtrent deze materie. 18 Augustus 2005

19 Indeling per cluster Per cluster heeft het milieubeleidsplan volgende indeling: - het beleidskader met bijzondere aandacht voor de bevoegdheden en taken van de gemeente; - een beschrijving van de bestaande toestand in de gemeente Wichelen. Op deze manier wordt voor elke cluster inzicht verworven in de actuele milieutoestand van de gemeente; - een knelpuntenanalyse door toetsing van de milieutoestand aan bestaande referentiewaarden en normeringen; - Doelstellingen worden geformuleerd aan de hand van de knelpuntenanalyse; - Acties worden voorgesteld om de doelstellingen te bereiken en de knelpunten op te heffen. Bij elke actie duidt de gemeente aan: - De initiatiefnemer: deze draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de actie. - De betrokkenen: worden door de initiatiefnemer bij de uitvoering van de actie betrokken. - De periode: start- en eindtermijn van de actie. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen korte termijn acties en lange termijn acties. * Korte termijn acties ( ): De acties worden uitgevoerd in een bepaald jaar of verspreid over heel de planperiode ( ). * Lange termijn acties ( ): - indien de actie niet binnen de planperiode kan uitgevoerd worden maar slechts op langere termijn kan gefinaliseerd worden. - Indien de actie steeds herhaald wordt (bv. jaarlijks) Totstandkoming van het milieubeleidsplan Het milieubeleidsplan werd opgemaakt met behulp van verschillende betrokkenen van de gemeente Wichelen: de milieudienst, technische diensten, de adviesraad voor milieu en natuur, 19 Augustus 2005

20 Op 26 mei 2005 heeft het College van Burgemeester en Schepenen het milieubeleidsplan goedgekeurd en kon het openbaar onderzoek van 60 dagen aanvangen. De gemeente bezorgde onderstaande instanties een exemplaar van het ontwerp milieubeleidsplan ter advisering: - AMINAL (twee exemplaren waarvan één voor de Vlaamse Regering) - OVAM - VMM - VLM - Gemeenteraad - Administratie Economie - Administratie Gezondheidszorg - AROHM - De bestendige deputatie van de provincieraad - Milieuraad Tijdens het openbaar onderzoek lag het ontwerp milieubeleidsplan ter inzage bij de milieudienst van de gemeente Wichelen en was het eveneens te raadplegen op de website. Op 20 juni 2005 organiseerde de gemeente een inspraakvergadering voor alle geïnteresseerden. Dit werd aangekondigd in de geschreven pers. Tijdens het openbaar onderzoek kon iedereen (instanties, verenigingen, raden, inwoners, ) opmerkingen over het milieubeleidsplan schriftelijk indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Wichelen. Na beëindiging van het openbaar onderzoek heeft de gemeenteraad alle ingediende opmerkingen en adviezen onderzocht en een overwegingsdocument opgesteld. Op basis van de ingediende reacties werd het definitief milieubeleidsplan opgemaakt en goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 september Augustus 2005

21 2 INSTRUMENTARIUM Naast de opmaak van een milieubeleidsplan en een milieujaarprogramma zijn er verschillende instrumenten nodig om een duurzaam milieubeleid te voeren en de samenwerkingsovereenkomst te ondersteunen zoals: * een gemeentelijke milieudienst; * milieu- en natuurraad; * handhaving en toezicht; * milieudatabank; * 2.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Uitvoeringsbesluit 14 juni 2002 Door het uitvoeringsbesluit van 14 juni 2002 zijn alle Vlaamse gemeenten verplicht een milieubeleidsplan vast te stellen. Het college van burgemeester en schepenen moet beslissen welke belanghebbende overheidsorganen, instellingen en privaatrechterlijke organisaties bij de opmaak van het plan worden betrokken. Deze betrokkenen worden verenigd in een gemeentelijke milieuraad. De milieuraad geeft advies op het ontwerp milieubeleidsplan. Het college van burgemeester en schepenen motiveert zijn van dit advies afwijkende beslissingen in een begeleidende nota bij het milieubeleidsplan Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid Milieujaarprogramma In het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid wordt de vorm van het milieujaarprogramma wettelijk geregeld. Het milieujaarprogramma bevat ten minste: - een verslag van de stand van uitvoering van het geldend gewestelijk milieubeleidsplan op gemeentelijk vlak en, voor zover deze bestaan, van het provinciaal milieubeleidsplan en het gemeentelijk milieubeleidsplan; - een opgave van de door de gemeente in het komende jaar te verrichten activiteiten en te nemen maatregelen ter uitvoering van het geldend gewestelijk milieubeleidsplan 21 Augustus 2005

22 en, voor zover deze bestaan, van het provinciaal en het gemeentelijk milieubeleidsplan; - een overzicht van de in het ontwerp van begroting geraamde inkomsten en uitgaven voor de uitvoering van het gewestelijk en, voor zover deze bestaan, van het provinciaal en het gemeentelijk milieubeleidsplan. Milieujaarprogramma s kunnen beschouwd worden als een verbijzondering van het milieubeleidsplan. Het is een ideaal instrument om een beleidsplan bij te sturen en tussentijds te evalueren. Milieubeleidsplan Het ontstaan van dit plan kadert in het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. Het gemeentelijk milieubeleidsplan geeft op het niveau van de gemeente nadere uitwerking aan het gewestelijk en, voorzover dit bestaat, aan het provinciaal milieubeleidsplan. Het gemeentelijk milieubeleidsplan mag niet afwijken van de bindende bepalingen van het gewestelijk en het provinciaal milieubeleidsplan. Het decreet legt vast dat een gemeentelijk milieubeleidsplan een actieplan moet omvatten. Dit actieplan moet minstens omvatten: - De beoogde kwaliteit van de verschillende onderdelen van het milieu en met name de vooropgestelde milieukwaliteitsnormen en de termijnen waarbinnen ze moeten worden bereikt; - De aanduiding van gebieden waarin de kwaliteit van het milieu of van een of meer onderdelen daarvan bijzondere beschermings- of beheersmaatregelen behoeft; - De daartoe vereiste beperking van milieubelasting, sanering of herstel van het milieu; - De maatregelen, de middelen en de termijnen die worden vooropgesteld om deze doelstellingen te bereiken, alsmede de prioriteiten die daarbij gelden. De gemeenteraad kan bepalingen van het actieplan bindend verklaren voor de gemeente zelf en voor de instellingen die onder haar ressorteren, de overige bepalingen zijn indicatief. 22 Augustus 2005

23 2.2 Beschrijving van de bestaande toestand Milieubeleidsplan en milieujaarprogramma De gemeente stelt jaarlijks een milieuprogramma op waarin ze rapporteert over het milieubeleid van het jaar voordien en de geplande acties voor het betreffende jaar. Aangezien de gemeente de samenwerkingsovereenkomst heeft ondertekend, is zij verplicht dit document jaarlijks voor 1 april op te stellen en te overhandigen aan het Vlaamse Gewest. Het milieubeleidsplan is het eerste plan van de gemeente waarin de visie van het milieubeleid voor meerdere jaren wordt geformuleerd Samenwerkingsovereenkomst Als vervolg op het vroegere milieuconvenant werd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse gemeenten en het Vlaamse Gewest opgesteld met als titel milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling. De gemeente heeft deze samenwerkingsovereenkomst ondertekend op niveau 1 en heeft zich verbonden voor de uitvoering van de clusters vaste stoffen, water, hinder en natuurlijke entiteiten Milieudienst en ambtelijk overleg De milieudienst bestaat uit één voltijdse milieuambtenaar en staat in voor taken die vanuit de milieu- en natuurwetgeving worden opgelegd, taken vermeld in de samenwerkingsovereenkomst en andere gemeentelijke bevoegdheden zoals: - waterlopenbeheer; - ecologisch bermbeheer; - afvalbeheer; - natuurontwikkeling; - sensibilisering; - medewerking aan milieu-en natuuracties van hogere instanties; - milieu- en klachtenbehandeling; - verlening van adviezen en toezicht op milieu- en natuurvergunningen; - De milieudienst verzorgt dagelijks het milieuloket. 23 Augustus 2005

24 Aangezien het milieubeleid vaak relateert aan andere beleidsdomeinen zoals mobiliteit, ruimtelijke ordening, aankoop, is het belangrijk om deze beleidsdomeinen op elkaar af te stemmen. Afspraken tussen afgevaardigden van alle gemeentediensten worden gemaakt tijdens het ambtelijk overleg dat wekelijks wordt georganiseerd Interne milieuzorg Een milieuzorgsysteem heeft als doel om de activiteiten van de gemeentediensten op een milieuvriendelijke manier uit te oefenen en maatregelen te nemen om de milieubelasting op het intern milieubeheer te beperken. Dit veronderstelt: - een duurzaam watergebruik; - een duurzaam energiegebruik; - een duurzaam afvalbeheer; - gebruik van milieuvriendelijke productiemethodes en producten; - naleving van de milieuwetgeving; - De gemeente bevindt zich in een beginstadium voor het opzetten van een milieuzorgsysteem en heeft hiertoe reeds acties genomen zoals de registratie van het energie- en waterverbruik, energiezuinige armaturen, inzameling van cartridges en toners, Registratie De vergunningen worden momenteel door de milieudienst opgevolgd via het systeem van CEVI (CEMOS). Een overzicht van de afgeleverde milieuvergunningen van 2001 tot en met 2003: Milieuvergunningsaanvragen Klasse Klasse Mededeling kleine verandering 3 1 Klasse Tabel 1: overzicht nieuwe milieuvergunningen voor de periode Augustus 2005

25 In de toekomst zullen via een Milieu Management en Informatiesysteem (MMIS) alle beschikbare en relevante milieugegevens van alle overheidsinstellingen via internet raadpleegbaar worden gesteld. Door ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst verbindt de gemeente zich ertoe om met betrekking tot de gegevensinvoer van het MMIS een bijdrage te leveren tot vier databanken: - het emil - het NAV - het MKROS - de rioleringsdatabank Het milieuvergunningenloket (emil) en natuurvergunningenloket (NAV) Beide instrumenten zijn uitgebreide dossieropvolgingsystemen, waarbij alle gegevens ingevoerd worden in een centraal systeem (databank) en waarbij eveneens de opvolging digitaal opgevolgd kan worden. Het systeem biedt de mogelijkheid om na te gaan waar het ingevoerde dossier zich in het proces bevindt. Milieuklachten-, registratie- en opvolgingssysteem (MKROS) Het MKROS bestaat uit een databank waarin alle informatie over milieuklachten opgeslagen worden en een toepassing voor de invoer, beheer en raadpleging. Gewestelijke rioleringsdatabank De rioleringsdatabank van Vlaanderen wordt opgebouwd door Aquafin in samenwerking met de Vlaamse milieumaatschappij. Deze databank bestaat onder andere uit een beschrijving, locatie en eigenschappen van de rioleringsinfrastructuur. In dit kader worden aan de gemeenten twee acties voorgesteld: - het gebruik van de definities, referentiecodes en uitwisselingsafspraken geformuleerd in RIOREF bij de opmaak van de gemeentelijke rioleringsdatabank (op papier of digitaal); - rioleringsinfrastructuur digitaliseren en beheren door middel van een GIS-toepassing ter beschikking gesteld door het Vlaamse Gewest. Vanaf het moment dat de databanken operationeel zijn, zal de milieudienst van Wichelen haar gegevens via het MMIS invoeren. Een hydronautstudie werd opgemaakt en zal worden gebruikt als basis voor de rioleringsdatabank. 25 Augustus 2005

26 2.2.6 Toezicht De milieuambtenaar van Wichelen beschikt over een Vlarem-bekwaamheidsbewijs en heeft een algemene toezichtsbevoegdheid over de als hinderlijk ingedeelde inrichtingen van tweede en derde klasse (bijlage I titel I Vlarem I). De milieuambtenaar kan ook technische controles uitvoeren binnen klasse één inrichtingen maar moet hierbij binnen de 5 dagen een afschrift van het PV van vaststelling aan AMINAL afdeling milieu-inspectie bezorgen. Daarnaast oefent de milieuambtenaar controle uit op natuurvergunningen en vrije velddelicten en heeft eveneens een functie als bemiddelaar bij lokale hinderproblemen. Voor de uitvoering van dit toezicht, werkt de gemeente nauw samen met de politie. Reeds in 2002 werd samen met de politiezone Wetteren-Laarne-Wichelen een milieucel opgericht. In deze milieucel zetelen de milieuambtenaren en de stedenbouwkundige ambtenaren van de betrokken gemeenten, politieambtenaren gespecialiseerd in milieumisdrijven en de natuurwachter van AMINAL Afdeling Natuur die verantwoordelijk is voor deze regio. Deze milieucel vergadert meerder malen per jaar. Een overzicht van de inbreuken inzake milieu vastgesteld op het grondgebied van Wichelen Inbreuk inzake milieu Afvalverbranding Bodemverontreiniging Geluidshinder Geurhinder Luchtverontreiniging Sluikstorten Waterverontreiniging Meststoffen Gevaarlijke afvalstoffen Tabel 2: inbreuken inzake milieu vastgesteld op het grondgebied van Wichelen Adviesraad voor milieu en natuur De adviesraad voor milieu en natuur heeft als taak de gemeente te adviseren over thema s zoals leefmilieu, natuur en duurzame ontwikkeling en heeft de mogelijkheid om acties uit te voeren. 26 Augustus 2005

27 De milieuraad wordt op verzoek van het College van Burgemeester en Schepenen of van de gemeenteraad onder andere om advies gevraagd: - over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst; - bij het opstellen van beleidsinstrumenten zoals het milieubeleidsplan en milieujaarprogramma; - over de begroting Leefmilieu. De milieuraad wordt op de hoogte gesteld van het gevolg dat aan een advies werd gegeven en ontvangt een motivatie wanneer het College van Burgemeester en Schepenen het advies niet heeft opgevolgd. De milieuraad kan ook zelf initiatief nemen om advies te formuleren over beleidsdossiers met milieu-en/of natuurbelangen. De gemeente Wichelen steunt haar milieuraad door financiële en logistieke ondersteuning te verlenen. Jaarlijks wordt een bedrag van 250 euro begroot voor de werking van de milieuraad. De secretariaatskosten zijn ten laste van de gemeente. Naast de gemeentelijke milieuraad is eveneens een samenwerkingsverband Kalkense Meersen actief waarin afgevaardigden zetelen van de milieuraden van Wetteren, Laarne, Wichelen en Berlare. Via dit samenwerkingsverband wordt onder andere een gebiedsvisie over het natuurgebied Kalkense Meersen begeleid. 2.3 Knelpunten K2-1 Vele verplichtingen van de samenwerkingsovereenkomst moeten door andere diensten worden uitgevoerd. K2-2 Het ambtelijk overleg werkt nog niet optimaal met als voornaamste reden tijdsgebrek. K2-3 Naast de wettelijke taken en de verplichtingen voortvloeiend uit de samenwerkingsovereenkomst heeft de milieuambtenaar weinig tijd om bijkomende milieu-projecten te organiseren. K2-4 Ter realisatie van het milieuzorgsysteem is er geen geschikt kanaal om alle diensten te informeren en sensibiliseren. K2-5 De milieuvergunningen worden geregistreerd door middel van een computerprogramma. De vergunningen daterend voor 1994 zijn enkel beschikbaar op papier. 27 Augustus 2005

28 K2-6 De milieuambtenaar oefent t.o.v. bedrijven in Wichelen twee functies uit nl. een adviserende en controlefunctie. In de praktijk blijkt regelmatig dat beide functies moeilijk combineerbaar zijn. K2-7 Regelmatig is de aanwezigheid van milieuraadsleden op de vergaderingen beperkt. 2.4 Doelstellingen De gemeente wil een breed gamma aan instrumenten voorzien om het milieubeleid te ondersteunen. Een zeer belangrijk instrument is de milieudienst die instaat voor de informatieverstrekking en fungeert als centraal aanspreekpunt. Het uitoefenen en uitbreiden van haar toezichtfunctie is een ambitie van de milieudienst. De milieudienst moet voor deze taken voldoende personeel ter beschikking hebben. Maar de uitvoering van het milieubeleid is niet enkel een bevoegdheid van de milieudienst. De gemeente wil het milieugericht denken in heel de gemeentelijke werking integreren en streeft naar een intern milieuzorgsysteem. Overleg en samenwerking tussen de milieudienst en andere diensten moeten leiden tot een beoordeling van het effect op het milieu bij alle ingrepen op het grondgebied van de gemeente. Om de werking te optimaliseren wil de gemeente zoveel mogelijk gegevens digitaliseren en registreren in databanken. Maar het milieubeleid mag niet enkel gestuurd worden door de gemeentelijke diensten en het bestuur. Met behulp van de milieuraad en diverse samenwerkingsverbanden streeft de gemeente naar inspraak van meerdere doelgroepen en vergroting van de kennis. Om een gericht milieubeleid te voeren wil de gemeente Wichelen gebruik maken van elementen zoals de samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de gemeente, het milieubeleidsplan en het milieujaarprogramma. 2.5 Acties A2-1 Samenwerkingsovereenkomst blijven ondertekenen De gemeente gebruikt de samenwerkingsovereenkomst als leidraad en impuls voor de uitvoering van nieuwe acties. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: gemeentediensten 28 Augustus 2005

29 Periode: A2-2 Milieudienst versterken De milieudienst wordt uitgebreid met bijkomend personeel. Dit geeft de mogelijkheid om meer projecten en acties te organiseren, de dienstverlening uit te breiden, de toezichtfunctie te vesterken, Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: milieudienst, personeelsdienst Periode: 2006 A2-3 Ambtelijk overleg inrichten overeenkomstig de bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst Om de samenwerking tussen de diensten ruimtelijke ordening, groendienst, technische dienst, milieudienst en andere gemeentelijke diensten te bevorderen organiseert men op regelmatige basis vergaderingen waarin vertegenwoordigers van deze diensten zetelen. Volgende items komen ten minste aan bod: taken voortvloeiend uit de samenwerkingsovereenkomst, het milieujaarprogramma, milieu- en bouwvergunningen, infrastructuurwerken met impact op milieu, reductie van bestrijdingsmiddelen, Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: technische dienst, dienst ruimtelijke ordening, groendienst, Periode: A2-4 Intern milieuzorgsysteem opzetten De milieuambtenaar coördineert de opzet van het milieuzorgsysteem en richt een werkgroep op waarin vertegenwoordigers van verschillende diensten zetelen. Het milieuzorgsysteem bestaat uit twee fasen. De eerste fase omvat het opstellen van richtlijnen. In de tweede fase wordt de uitvoering van de richtlijnen geëvalueerd en worden de richtlijnen geactualiseerd. Acties die in alle gemeentediensten worden geïntegreerd, worden onderzocht en na een testfase ingevoerd in de andere gemeentediensten. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar communicatieplanning. De gemeente richt zich voornamelijk op volgende items: 29 Augustus 2005

30 - afvalinzameling en preventie; - duurzaam aankoopbeleid; - duurzaam watergebruik; - duurzaam energiegebruik; - naleving wettelijke voorschriften. Onderstaande acties geformuleerd in de overige clusters van het milieubeleidsplan (waternatuurlijke entiteiten, vaste stoffen, energie, mobiliteit en hinder) kaderen in het intern milieuzorgsysteem: - aankoop van milieuvriendelijk producten (actie A3-1); - reductie van bestrijdingsmiddelen (actie A3-2); - preventie van GFT- en groenafval (actie A3-3); - afvalpreventie op evenementen (actie A3-6); - doelgroepen sensibiliseren voor een selectieve inzameling van afvalstoffen (actie A3-9); - inzamelmogelijkheden toelichten, registratie van de afvalstromen en bekendmaking van de resultaten (actie A3-11); - wateraudit bij nieuwbouw en verbouwingen (actie A4-7); - duurzaam watergebruik in de gemeentediensten (actie A4-8); - infiltratieproject (actie A4-14); - hinder afkomstig van eigen beheer terugdringen (actie A6-4); - geluidshinder van wegen beperken (actie A6-5); - inventaris opstellen van niet-noodzakelijke verlichting (actie A6-12); - lichthinder bij nieuwe klemtoonverlichting beperken (actie A6-13); - armaturen van de openbare verlichting vervangen (actie A6-14); - de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen reduceren (actie A6-22); - voorbeeldfunctie uitoefenen door het gebruik van alternatieven voor ozonafbrekende stoffen (actie A6-27); - gebruik van solventarme producten (actie A6-28); - milieuvriendelijk wagenpark (actie A7-3); - woon-werkverkeer van het gemeentepersoneel analyseren (actie A7-5); - energieboekhouding voor gemeentelijke gebouwen (actie A8-1); - energie-audits (actie A8-2); 30 Augustus 2005

31 - screening van lastenboeken (actie A8-3); - sensibilisatiecampagnes met betrekking op een rationeel energiegebruik (actie A8-4); - project hernieuwbare energie (actie A8-6); -... Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: gemeentediensten, werkgroep interne milieuzorg Periode: 2006 A2-5 Milieu Management Informatiesysteem De gemeente registreert haar gegevens in volgende databanken van het Vlaamse Gewest: - rioleringsdatabank - milieuklachten-, registratie- en opvolgingssysteem (MKROS) - natuurvergunningenloket (NAV) - milieuvergunningenloket (emil) Alle milieuvergunningen (eveneens de oudere) beheert de milieudienst digitaal om opzoekingen te verbeteren. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: Vlaamse Gewest Periode: A2-6 Toezicht uitoefenen De Vlaremambtenaar oefent toezicht uit op hinderlijke inrichtingen van klasse 2 en 3. Daarnaast staat de gemeente in voor: - bemiddeling bij hinderproblemen; - metingen bij geluidsoverlast (actie A6-7); - controle op de naleving van de natuurwetgeving: refliëfwijzigingen, illegale kappingen, heraanplanting, (actie A5-13); - toezicht op de naleving van het mestdecreet; - controle op het werkelijk opgepompt debiet van vergunde grondwaterwinningen (actie A4-13); 31 Augustus 2005

32 - toezicht bij bedrijven naar mogelijks bodem- en/of grondwaterverontreiniging (actie A6-23); - emissiemetingen van stookinstallaties controleren (actie A6-26); - Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners, bedrijven, landbouwers Periode: A2-7 De milieuraad stimuleren en ondersteunen De milieudienst stimuleert een goede werking van de milieuraad aangezien ze een belangrijke rol spelen in de uitvoering van het gemeentelijk milieubeleid. De milieuraad geeft advies (op verzoek of op eigen initiatief) over het gemeentelijk natuur- en milieubeleid en mogen acties organiseren. De raad vergadert minimum vier maal per jaar en organiseert open milieuraden. Jaarlijks stelt ze een verslag op over de werking van de milieuraad. Initiatiefnemer: milieuraad Betrokkenen: milieudienst, milieuraden van buurgemeenten Periode: Augustus 2005

33 3 VASTE STOFFEN De cluster vaste stoffen omvat twee hoofdthema s, namelijk milieuverantwoord productgebruik en afvalstoffen. Milieuverantwoord productgebruik In de eigen diensten kunnen gemeenten milieucriteria integreren bij aankopen. Hierbij dient men zoveel mogelijk te vertrekken van een wieg tot graf benadering, opgevat als een levenscyclusanalyse. Een goede hulp hierbij zijn milieukeurmerken of ecolabels. Men dient ook voorkeur te geven aan hout afkomstig uit duurzaam beheerde bossen en het gebruik van secundaire grondstoffen zoals breekpuin, compost,. Maar alleen in de eigen diensten rekening houden met dergelijke criteria heeft geen zin. Ook taken uitgevoerd door derden moeten op een milieuvriendelijke wijze gebeuren. Afvalstoffen In het afvalstoffendecreet wordt het begrip afvalstof gedefinieerd als: elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Door onze consumptiemaatschappij verhoogt de afvalberg steeds. Vroeger werd afval grotendeels ongesorteerd gestort. Aangezien voor storten veel plaats nodig is, werd daarna het afval verbrand. Vandaag wordt afval zoveel mogelijk selectief ingezameld om zo de juiste verwerkingswijze toe te passen. Voor de omgang met afval zullen we steeds volgende verwerkingshiërarchie hanteren volgens de ladder van Lansink: 1. afvalpreventie 2. hergebruik 3. sorteren en recycleren 4. verbranding met een hoog energierendement 5. verbranden 6. storten In de eerste plaats is het afvalbeleid dus gericht op het voorkomen van afval. Dit krijgt in onze samenleving steeds een belangrijkere plaats. Afvalpreventie omvat voornamelijk een gedragsverandering. Aangezien gemeenten dicht bij de bevolking staan, kunnen zij hieromtrent doelgerichte acties uitwerken. 33 Augustus 2005

34 3.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en beheer van afvalstoffen Het afvalstoffendecreet is een kaderdecreet, wat inhoudt dat voor de effectieve toepassing ervan een aantal uitvoeringsbesluiten nodig zijn. In dit kader werd op 17/12/97 (B.S. 16/04/98) het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer uitgevaardigd, het VLAREA. In het decreet en het uitvoeringsbesluit worden afvalstoffen ingedeeld in 2 hoofdcategorieën: huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen. Daarnaast kunnen ze nog ingedeeld worden in een bijkomende categorie, namelijk hetzij als gevaarlijke, hetzij als bijzondere afvalstoffen. Het afvalstoffendecreet omvat onder andere bepalingen in verband met de doelstellingen van het gewestelijk afvalbeleid, preventie, hergebruik en terugwinning, beheer en verwijdering, sectorale uitvoeringsplannen, veiligheidsmaatregelen, OVAM, milieuheffingen, toezicht en strafbepalingen. Hierbij krijgt het principe van preventie van afvalstoffen de voorkeur, daarna komt nuttige toepassing (met recyclage en compostering) en als laatste verwijdering (waarbij verbranden van afval de voorkeur geniet boven storten). De ophaling en inzameling van huishoudelijke afvalstoffen dienen ingevolge artikel 15 van het Afvalstoffendecreet te worden geregeld door middel van een gemeentelijk reglement. De ophaling dient op regelmatige tijdstippen te gebeuren, al dan niet in samenwerking met andere gemeenten. De ophaling van huishoudelijke afvalstoffen kan door de eigen gemeentelijke diensten gebeuren, maar vele gemeenten doen hiervoor beroep op een intercommunale of privé firma Het Vlaams reglement inzake de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (VLAREA) Het VLAREA verenigt een geheel van besluiten inzake afvalbeheer zoals: - de aanvaardingsplicht voor een aantal fracties waaronder AEEA, afvalbanden, accu s en batterijen; - de afvalstoffencatalogus; - de inzameling, vervoer en verwerking van afvalstoffen; - 34 Augustus 2005

35 Volgens het VLAREA kunnen bepaalde afvalstoffen aangewend worden als secundaire grondstoffen. Eén van de toepassingsmogelijkheden is het gebruik als meststof of bodemverbeterend middel. De Vlaamse regering stelt de lijst op van afvalstoffen die wettelijk mogen gebruikt worden als secundaire grondstoffen en de voorwaarden inzake samenstelling en/of gebruik. Een gebruikscertificaat attesteert de conformiteit met de gestelde voorwaarden Het uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen In artikel 35 en 36 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en beheer van afvalstoffen staat de procedure voor de totstandkoming van uitvoeringsplannen. De OVAM is verantwoordelijk voor het ontwerp en de bewaking van de uitvoering van sectorale uitvoeringsplannen. Het uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen omvat het beleid voor afvalpreventie en recyclage, de afvalstromen, de eindverwerking en het beleid voor aan- en afvoer van afvalstoffen. De strategie, de taakstellingen en acties van deel 4 van het Uitvoeringsplan zijn bindend, tenzij anders aangegeven. Bepalingen die strijdig zijn met een gewestelijk plan van latere datum met verordenende of verbindende kracht, verliezen evenwel hun geldigheid. Een overzicht van een aantal opties waarop de strategische aanpak van het afvalbeleid (met uitzondering van de eindverwerking aangezien dit minder van toepassing is op het gemeentelijk afvalbeleid) is gestoeld: 1. Preventie en hergebruik - Tweesporenbeleid gericht op zowel de consument als de producent / invoerder; - Ondersteuning van nieuwe initiatieven rond preventie en hergebruik, bijvoorbeeld herbruikbare verpakkingen, herbruikbare luiers, ; - Aandacht voor specifieke afvalstromen die bijzonder interessant zijn voor preventie: GFT/groenafval, papier, plasticfractie en verpakkingen; - Goede omkadering: een doorgedreven aanpak, inspanning van consument en producent, een goed werkend systeem van financiële beloningen, ; - Afstemmen prijzenbeleid op afvalpreventie. Milieuvriendelijke alternatieven in het algemeen en vanuit afvalstoffenoogpunt in het bijzonder moeten goedkoper worden dan de klassieke producten. 2. Selectieve inzameling en recyclage - Maximale scheiding aan de bron. Dit levert de zuiverste materialen voor recyclage; - Afstemmen inzamelsystemen in de verschillende regio s zodat de afvalstromen die in Vlaanderen worden ingezameld overal zoveel mogelijk dezelfde zijn; - Afzet van afvalstoffen in de recyclagemarkt gaat voor op energierecuperatie; 35 Augustus 2005

36 - Verbeteren van de mogelijkheden voor afvalrecyclage; - Afzetmogelijkheden garanderen en bevorderen; - Rekening houden met de praktische uitvoerbaarheid voor de burgers. In het uitvoeringsplan zijn alle opgesomde strategische voorstellen vertaald naar taakstellingen en een reeks acties. De gemeenten coördineren de uitvoering van de acties in het uitvoeringsplan op gemeentelijk niveau. Hierbij kan in een intergemeentelijk samenwerkingsverband worden gewerkt op basis van het decreet van houdende de intergemeentelijke samenwerking Het milieuvergunningsdecreet van 28 juni 1985 en Vlarem I en II VLAREM I bevat voorschriften inzake de milieuvergunningsprocedure inzake opslag, behandeling, verwerking, verbranding en storten van de verschillende soorten afvalstoffen. Deze activiteiten worden ingedeeld als hinderlijke inrichtingen overeenkomstig bijlage 1 van VLAREM I. VLAREM II geeft de toepasselijke algemene en sectorale milieuvoorwaarden weer De samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en gemeenten Door verschillende acties van de samenwerkingsovereenkomst worden gemeenten gestimuleerd om een beleid te voeren dat voldoet aan volgende doelstellingen: - het stimuleren van het milieuverantwoord gebruik van producten; - het stimuleren van afvalpreventie; - het stimuleren van hergebruik van afvalstoffen; - het stimuleren van selectieve inzameling van afvalstoffen; - het beperken van de hoeveelheid te verwijderen huishoudelijke afvalstoffen, met name het restafval; - het beperken van de totale hoeveelheid huishoudelijke afvalstoffen Subsidiebesluit afvalvoorkoming en beheer (24 maart 2004) Het besluit zorgt voor een financiële tegemoetkoming bij de uitvoering van het lokale afvalbeleid. De maximum percentages aan subsidies die kunnen worden verleend bij het toepasbaar stellen van het besluit zijn de volgende: 36 Augustus 2005

37 - maximum 70% voor voorzieningen voor preventie van afvalstoffen voor toepassingen zoals compostvaten, herbruikbare luiers, herbruikbare bekers, diftar-systemen, - maximum 50% voor installaties voor afvalstoffenbeheer. Deze subsidie is geldig voor toepassingen zoals de aanleg van nieuwe en de uitbreiding van bestaande containerparken. Volgende wettelijke documenten beschrijven de subsidiëring inzake huishoudelijk afval: - besluit van de Vlaamse regering betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd; - ministerieel besluit houdende vaststelling van nadere regels voor de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd; - omzendbrief van 24 maart 2004; - algemene richtlijnen bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2004 en het ministrieel besluit van 23 januari Het decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest (21 december 2001) Dit decreet legt een verbod op om bestrijdingsmiddelen te gebruiken vanaf 1 januari Maar overheden kunnen een uitzondering aanvragen voor bepaalde toepassingen. Hiervoor stelt elke gemeente een reductieprogramma op dat voor 1 juni 2003 moest worden ingediend bij het Vlaamse Gewest. In dit programma geeft de gemeente aan op welke manier ze minder pesticiden gaat gebruiken en de reden waarom bepaalde toepassingen nog niet vervangen kunnen worden. Uiterlijk 1 januari 2015 moet alle overheden een nulgebruik van bestrijdingsmiddelen bereikt hebben. Om de openbare besturen bij te staan in de uitvoering van het decreet werd een draaiboek opgesteld Kerntakendebat Het Vlaamse Gewest tekent het algemeen afvalbeleid uit, de provincies hebben een belangrijke coördinerende rol met betrekking tot preventie, inzameling en verwerking en de gemeenten staan in voor de uitvoering: reglementeren, ophalen, vervoer en verwerken. De coördinerende rol van de provincies wordt versterkt. Om de uitvoeringsplannen huishoudelijke afvalstoffen te realiseren heeft de provincie de mogelijkheid om in de plaats te treden van een gemeente indien deze nalatig is. 37 Augustus 2005

38 3.1.9 Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan De plandoelstellingen voor de cluster vaste stoffen zijn opgenomen in volgende thema s van het Vlaams milieubeleidsplan en zijn geformuleerd in de bijlagen (zie 13.4). > Verdunning van de ozonlaag > Verontreiniging door fotochemische stoffen > Verspreiding van milieugevaarlijke stoffen > Verontreiniging door afvalstoffen > Vermesting Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan De plandoelstellingen voor de cluster vaste stoffen zijn opgenomen in volgende thema s van het provinciaal milieubeleidsplan De plandoelstellingen en provinciale projecten zijn geformuleerd in de bijlagen (zie 13.5). > Afvalstoffenbeheer > Producten en grondstoffen 3.2 Beschrijving van de bestaande toestand Milieuverantwoord productgebruik Hout De gemeente Wichelen wil voor gemeentelijke projecten hout gebruiken afkomstig van duurzaam beheerde bossen. Om dit te realiseren wordt sinds 2003 in de bepalingen van het bestek het gebruik van FSC- gelabeld of evenwaardig hout opgelegd. Het FSC label biedt een grotere zekerheid dat het hout afkomstig is van bossen die op een verantwoorde, ecologische manier worden beheerd. Daarnaast observeert de FSC (Forest Stewardship Council), een niet-gouvernementele organisatie of de sociale aspecten worden gerespecteerd. Tot op heden werden nog geen bestekken geschreven waarin het gebruik van FSC-gelabeld kon geïntegreerd worden. Wanneer men bij de gemeente een bouwvergunning indient, ontvangt men informatie over FSC gelabeld of evenwaardig hout. Schoonmaakmiddelen Om het milieu te vrijwaren tegen schadelijke stoffen afkomstig van de lozing van schoonmaakmiddelen gebruikt de gemeente milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen in het gemeentehuis. 38 Augustus 2005

39 Papier Het gebruikte papier is niet gerecycleerd, maar beschikt over de milieulabels Nordic Swan en het ECF label (elementary chlorine free) dat garantie biedt dat de vervuilende stoffen bij de productie onder een bepaalde waarde liggen en het papier gebleekt is met hypochloriet in plaats van chloor. Bestrijdingsmiddelen De gemeente bouwt haar gebruik van bestrijdingsmiddelen af en heeft hiervoor een reductieprogramma opgesteld als afwijking op het decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten. De opmaak en uitvoering van het reductieprogramma wordt gecoördineerd door de milieuambtenaar. In het reductieprogramma staan 5 sporen centraal: Spoor 1: sensibilisatie van de medewerker Spoor 2: risico-evaluatie van bestrijdingsmiddelen Spoor 3: sensibilisatie van de burger Spoor 4: beheer van kruidgroei op verhardingen Spoor 5: beheer van groenzones 3 actieprogramma s worden opgesteld Het eerste actieprogramma omvat een aantal sensibiliseringsacties naar het eigen personeel toe en de risico-evaluatie van verschillende bestrijdingsmiddelen. In het tweede actieprogramma wordt een deelproject uitgewerkt. Dit deelproject moet 20% van het patrimonium bevatten van de gemeente. Het is de bedoeling om dit deelproject uit te bereiden tot 30% en binnen dit deelproject uiterlijk tegen 2008 tot een nulgebruik te komen. Vanaf 2009 zal de gemeente streven naar een verdere afbouw van het bestrijdingsmiddelengebruik binnen het volledige areaal (100%), met de bedoeling ten laatste vanaf 1 januari 2015 te komen tot een totaal nulgebruik. Deze progressieve uitbreiding van het deelproject zal worden uitgewerkt in het derde actieprogramma De gemeente heeft een ruwe langetermijnplanning opgemaakt, maar zal deze jaarlijks verder verfijnen. In 2004 wordt het deelproject van 20% afgebakend en worden de groenarbeiders 39 Augustus 2005

40 bijgeschoold in het niet-chemisch groenbeheer. Ook andere betrokkenen zoals aannemers, leveranciers, die in opdracht van de gemeente werken, worden op de hoogte gebracht van het reductieplan. Daarnaast wordt een inventaris opgesteld van alle pesticiden die momenteel in gebruik zijn, de beheerde oppervlakten, de plaatsen die moeilijk onkruidvrij te houden zijn en alle verhardingen die onnodig zijn. Voor elke groenzone wordt afzonderlijk geregistreerd welke handelingen worden uitgevoerd en welke producten gebruikt worden. De producten die momenteel gebruikt worden, worden onderworpen aan de POCER-index Afvalstoffen Afvalpreventie De afvalpreventie-acties die de gemeente heeft ondernomen zijn hoofdzakelijk gericht op sensibilisering van inwoners en gemeentepersoneel waarbij voornamelijk de afvalfracties GFT- en papierafval worden belicht. GFT en snoeihout Als alternatieve methode om het GFT-afval te verwijderen is thuiscomposteren aangewezen. De gemeente verkoopt compostvaten en wormenbakken tegen de prijs van 15 en de bijhorende beluchtingsstok voor 4. In 2003 werden 15 compostvaten en 9 beluchtingsstokken verkocht. Geïnteresseerde inwoners kunnen tijdens het weekend van de compostmeester uitleg krijgen over thuiscomposteren. De gemeente heeft ook 7 compostmeesters, maar zij beschikken momenteel niet over een demonstratieplaats. In de tuin van het oude gemeentehuis van Wichelen wordt een demonstratieplaats aangelegd. Ter realisatie van deze plaats werden middelen zoals een schuilhok en informatieborden aangekocht via de intercommunale VERKO. In 2004 werd door de gemeente een versnippermachine aangekocht voor de verkleining van houtafval zodat het in de plantsoenen kan hergebruikt worden. Papier Om het papierverbruik in de gemeentediensten te verminderen wordt enkelzijdig bedrukt papier gebruikt als kladpapier en daarna verwijderd in dozen die worden geleverd bij de aankoop van papier. Vroeger kocht de gemeente hiervoor afzonderlijke zakken aan en werd bijgevolg meer afval verwijderd dan noodzakelijk. Om de hoeveelheid papier te reduceren wordt het gemeentepersoneel gesensibiliseerd door middel van affiches met tips omtrent het gebruik van het kopieerapparaat en de printers. Ook inwoners kunnen acties ondernemen om het papierafval te reduceren. Door antireclamestickers op de brievenbus te bevestigen kunnen zijn ongewenste reclame vermijden. Twee soorten anti-reclamestickers worden aangeboden. Bij een NEE-NEE sticker krijgt men geen regionale pers en geen folders meer in de brievenbus. Bij een JA-NEE sticker krijgt men 40 Augustus 2005

41 de regionale pers nog wel in de brievenbus. In 2003 werden een honderdvijftigtal stickers afgehaald op de verschillende gemeentehuizen van de deelgemeenten. Plastiek De gemeente participeert aan afvalpreventieacties georganiseerd door de intercommunale VERKO. De gemeente heeft in dit kader 1300 herbruikbare bekers aangekocht die worden uitgeleend bij evenementen. Een reglement voor het uitleensysteem wordt opgemaakt in samenwerking met de jeugdraad Hergebruik Vele voorwerpen worden verwijderd met het grofvuil hoewel anderen deze voorwerpen vaak kunnen gebruiken. De kringloopwinkel zamelt dergelijke voorwerpen in, herstelt ze eventueel en verkoopt ze dan tegen een democratische prijs. De gemeente Wichelen ondersteunt de kringloopwinkels van de intercommunale VERKO. In de kringloopwinkels gelegen in Wetteren en Appels-Dendermonde kunnen inwoners van Wichelen terecht met hun herbruikbare voorwerpen. De intercommunale organiseert ook een gratis ophaling aan huis Inzameling van afvalstoffen Algemeen Huishoudelijk afval In 2002 is de hoeveelheid huishoudelijk afval gedaald door de invoering van het principe de vervuiler betaalt. In 2003 merken we een lichte stijging, in 2004 terug een lichte daling. Dit wordt weergegeven in figuur 1. Ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval (containerpark + aan huis) in kg/inwoner kg/inwoner Augustus 2005

42 Figuur 1: ingezamelde hoeveelheid huishoudelijk afval (containerpark + inzameling aan huis) (Gegevens intercommunale Verko) Terminaal te verwijderen huishoudelijk afval In 2002 en 2003 bedroeg de hoeveelheid terminaal te verwijderen huishoudelijke afvalstoffen voor Wichelen respectievelijk 136 en 137 kg/inwoner (zie figuur2). Deze hoeveelheid omvat het huisvuil, grofvuil, gemeentevuil en sorteerresidu van PMD die afgevoerd zijn om te verbranden of te storten. Uit figuur 2 kan geconcludeerd worden dat de inwoners van Wichelen minder terminaal te verwijderen afvalstoffen inzamelen dan de gemiddelde inwoner van de provincie Oost-Vlaanderen en Vlaanderen. De gemeente voldoet reeds aan de taakstelling gehanteerd in het uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen (150 kg/inwoner tegen 2007). Terminaal te verwijderen huishoudelijke afvalstoffen in 2002 en 2003 kg/inwoner Vlaanderen Oost- Vlaanderen Wichelen Figuur 2: terminaal te verwijderen huishoudeljike afvalstoffen in 2002 en 2003 (gegevens inventarisatielijst huishoudelijke afvalstoffen, OVAM) Inzameling aan huis De afvalophaling aan huis wordt georganiseerd door de intercommunale VERKO en Fost Plus. Sinds januari 2002 werd een gedifferentieerde tarifering ingevoerd waardoor inwoners betalen afhankelijk van de ingezamelde fractie. KMO s en zelfstandigen mogen eveneens afvalstoffen (papier, rest, ) aanbieden met de inzameling aan huis. Volgende fracties worden gescheiden opgehaald: - PMD (tweewekelijks) - GFT (tweewekelijks) 42 Augustus 2005

43 - Papier (maandelijks) - Grof vuil (op afroep) - Snoeihout (2 maal per jaar) - Houtafval (2 maal per jaar) - Metalen (2 maal per jaar) - restafval (tweewekelijks) Ingezamelde hoeveelheid afval aan huis (in kg/inwoner) kg/inwoner Figuur 3: totaal ingezamelde hoeveelheid afval aan huis (Gegevens intercommunale Verko) De ingezamelde hoeveelheid afval aan huis (zie figuur 3) is gedaald van 1999 tot en met Vanaf 2002 is de hoeveelheid afval ingezameld aan huis terug gestegen. De invoering van het diftar-syteem in 2002 en de bijgevolg verminderde afvalinzameling is duidelijk merkbaar. 43 Augustus 2005

44 huisvuilinzameling aan huis (in kg/inwoner) kg/inwoner Figuur 4: huisvuilafval ingezameld aan huis van 1999 tot en met 2004 (Gegevens intercommunale Verko) Van 1999 tot en met 2002 verminderde de huisvuilfractie jaarlijks (zie figuur 4). In 2002 wordt de sterkste daling waargenomen als gevolg van de invoering van het diftar-systeem. In 2003 stijgt de hoeveelheid huisvuilafval licht. In 2004 daalt de hoeveelheid tot onder de hoeveelheid van In 2004 werd 99,356 kg huisvuilafval per inwoner ingezameld. 44 Augustus 2005

45 Afval ingezameld aan huis in kg/inwoner kg/inwoner grof vuil GFT papier en karton PMD Figuur 5: afvalfracties grof vuil, GFT, papier/karton en PMD ingezameld aan huis van (Gegevens intercommunale Verko) Bij de afvalfractie grof vuil wordt een dalende trend vastgesteld, bij de fractie papier en karton een stijgende trend. De daling van de fractie grof vuil is te wijten aan de stopzetting van de gratis huis-aan-huis ophaling. De fractie GFT toont een sterke daling in In 2004 werden in Wichelen via de huis-aan-huisinzameling o.a. volgende hoeveelheden afvalstoffen ingezameld: - grofvuil: 1,27 kg/inwoner - GFT: 109,83 kg/inwoner (taakstelling uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen: 35 kg/inwoner) - papier en karton: 60,25 kg/inwoner - PMD: 13,14 kg/inwoner Inzameling op het containerpark Het containerpark wordt uitgebaat door de intercommunale en is alleen toegankelijk voor particulieren, bedrijfsafval wordt niet toegelaten. Sinds 1 januari 2002 is het onderworpen aan een diftar-systeem. Inwoners betalen 1 toegang, maar sinds september 2003 is een 45 Augustus 2005

46 verhoogd tarief ingevoerd voor de aanvoer van afbreekpuin met een bestelwagen, pick-up of een aanhangwagen. Op het containerpark worden volgende fracties ingezameld: - afbraakmateriaal; - autobanden; - wit glas; - bont glas; - vlak glas; - groenafval; - papier en karton; - KGA; - Snoeihout; - Oude kleding; - Grof vuil; - Piepschuim; - PMD; - Metalen; - Hout/boomstronken; - Landbouwfolies; - Wit- en bruingoed; - Kringloopvuil; - Steenpuin/asbesthoudende materialen; - Plastieke wegwerpzakken. Sinds de invoering van het diftar-systeem in 2002 zijn de ingezamelde hoeveelheden drastisch gedaald. Deze trend is merkbaar bij de meeste afvalfracties zoals grofvuil, snoeihout, puin, wit glas, KGA, PMD, metalen, hout, Via het containerpark werden in 2002, 2003 en 2004 respectievelijk 1,67, 2,11 en 2,10 kg/inwoner herbruikbare goederen ingezameld voor de kringloopwinkel. Vanaf 2004 worden kringloopgoederen ook aan huis opgehaald. Het uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen hanteert als taakstelling 5 kg/inwoner tegen Figuur 6 geeft een overzicht van de ingezamelde hoeveelheid grof vuil, snoeihout, groenafval, papier en hout op het containerpark. 46 Augustus 2005

47 Inzameling afvalfracties op het containerpark in kg/inwoner 70 kg/inwoner grof vuil snoeihout groenafval papier hout Figuur 6: hoeveelheid grof vuil, snoeihout, groenafval, papier en hout ingezameld op het containerpark (Gegevens intercommunale Verko) In 2004 werden in Wichelen op het containerpark o.a. volgende hoeveelheden afvalstoffen ingezameld: - grofvuil: 23,25 kg/inwoner - snoeihout: 26,67 kg/inwoner - groenafval: 30,33 kg/inwoner - papier: 12,86 kg/inw (totale inzameling in Wichelen (aan huis + containerpark): 73,11 kg/inw) (taakstelling uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen: 66 kg/inwoner) - hout: 26 kg/inwoner Afvalinzameling bij de gemeentelijke diensten De afvalstoffen van de gemeentelijke diensten evenals het gemeentevuil en zwerfvuil worden opgehaald door de intercommunale VERKO. In de administratieve diensten worden de fracties papier/karton, inktcartridges, PMD en restafval ingezameld. 47 Augustus 2005

48 Zwerfvuil De hoeveelheid zwerfvuil, voornamelijk zakjes met huishoudelijk afval, is toegenomen sinds de invoering van het diftar-systeem. Bij een melding van sluikstorten gaat men ter plaatse om het afval op te ruimen en te controleren of het afval identificeerbaar is. Wanneer het afval identificeerbaar is wordt een PV opgesteld door de politie. Om de gemeente rein te houden doet men naast de zwerfvuilruiming door gemeentepersoneel beroep op drie verenigingen. Elke vereniging organiseert in een deelgemeente twee maal per jaar een zwerfvuilopruiming. 3.3 Knelpunten K3-1 De hoeveelheid zwerfvuil en het aantal sluikstorten nemen steeds toe. K3-2 Een mentaliteitswijziging is nodig voor de aankoop en gebruik van milieuvriendelijke producten. K3-3 De reductie van bestrijdingsmiddelen is moeilijk realiseerbaar aangezien alternatieve middelen duur zijn en te weinig personeel beschikbaar is om de onkruidverwijdering manueel uit te voeren. K3-4 Hoewel bedrijfsafval van KMO s en zelfstandigen niet toegelaten is op het containerpark, gebeurt dit regelmatig. K3-5 De compostmeesterwerking heeft momenteel geen demonstratieplaats. 3.4 Doelstellingen Het afvalbeleid van de gemeente Wichelen zal zich voornamelijk toeleggen op afvalpreventie. Voor de reductie van afval in het bijzonder GFT-, papier- en plastiekafval zal de gemeente zich wenden tot verschillende doelgroepen zoals scholen, winkeliers, inwoners, gemeentepersoneel, bedrijven, KMO s en zelfstandigen, enz. De gemeente wil zoveel mogelijk inwoners en de scholen aanzetten tot composteren en organiseert hiervoor zelf compostcursussen. De gemeente registreert het aantal verkochte compostinrichtingen, het aantal cursisten en het aantal GFT-containers in de gemeente. Ter preventie van plastiekafval berekent ze de hoeveelheid afval en kosten bespaard door het gebruik van herbruikbare bekers tijdens evenementen. De reductie van reclamedrukwerk volgt de gemeente op door middel van het aantal uitgedeelde anti-reclamestickers. Tegen het einde van de planperiode wil de gemeente dat 5 % van de bevolking reclamedrukwerk weigert. Maar een gedeelte van het afval is niet te vermijden. Dit gedeelte moet in de eerste plaats zoveel mogelijk hergebruikt worden. De gemeente wil het circuit van herbruikbare goederen 48 Augustus 2005

49 nog meer bekend maken en streeft naar 5 kg/inwoner/jaar herbruikbare goederen via het kringloopcentrum. Waar dit mogelijk is, moeten we afval zoveel mogelijk recycleren. Daarom is ook selectieve inzameling naast preventie zeer belangrijk binnen de afvalproblematiek. Hoewel de gemeente de taakstelling opgenomen in het huidige Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen en het Vlaamse milieubeleidsplan (150 kg/inwoner) reeds haalt, heeft ze de intentie om tegen het einde van de planperiode (2009) de hoeveelheid terminaal te verwijderen afval te reduceren t.o.v De totale hoeveelheid afval ingezameld per jaar zal de gemeente tijdens de planningsperiode jaarlijks verminderen met 2 %. Bewustmaken en informeren van alle doelgroepen hieromtrent is prioriteit. Het gebruik van milieuverantwoorde producten wordt geïntegreerd in de eigen gemeentediensten en geïnformeerd naar inwoners van de gemeente. Jaarlijks zal de gemeente Wichelen een nieuw milieuverantwoord product van een verschillende productgroep in de gemeentediensten introduceren en promoten bij haar inwoners. De gemeente zal buiten het deelproject het verbruik van bestrijdingsmiddelen jaarlijks reduceren met 10 % tot Binnen het deelproject vermindert ze jaarlijks het verbruik met 25 % tot en met Aangezien de hoeveelheid zwerfvuil de laatste jaren sterk is toegenomen, wil de gemeente haar beleid inzake zwerfvuil sterk uitbreiden door middel van actieve en passieve sensibilisatie. Ze volgt de hoeveelheid ingezameld zwerfvuil op en streeft tegen het einde van de planperiode (2009) naar een vermindering. 3.5 Acties Milieuverantwoord productgebruik A3-1 Aankoop milieuvriendelijke producten Jaarlijks vervangt de gemeente één product door een milieuvriendelijk product en maakt hierbij een keuze uit volgende productgroepen - cateringproducten: drank, voeding, bv. drank in retourverpakking, grootverpakking, - schoonmaakmiddelen en schoonmaakbenodigdheden bv. duurzame schoonmaakbenodigdheden (geen wegwerp), milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen in alle gemeentediensten, 49 Augustus 2005

50 - kantoormaterialen: papier, opbergmateriaal, printers, computers, fotokopieerapparaat, toners, schrijfgerief, correctiemiddelen,.. bv. hervulbaar kantoormateriaal, milieuvriendelijke materialen (geen P.V.C.), energievriendelijke apparatuur, milieuvriendelijk (gerecycleerd!) papier - materialen voor tuin- en groenaanleg: kringlooptuin, mulching, compost, bestrijdingsmiddelen, bv. compost met Vlaco- of evenwaardig label, hergebruik van tuinafval, - bouw- en onderhoudsmaterialen: puingranulaten, hout, verven, vernissen, bv. hout zonder chemische houtverduurzaming, puingranulaten met COPRO- of evenwaardige keuring, natuurverf of watergedragen verf, De gemeente streeft naar een milieuverantwoord gebruik van producten door haar eigen diensten evenals bij werken uitgevoerd door derden. De gemeente neemt bij een onderhandelingsprocedure of offertevraag extra gunningscriteria op om duurzame aankopen en diensten te realiseren. Bij een aanbestedingsprocedure zal de mogelijkheid worden onderzocht om milieuvoorwaarden te integreren. Een duurzaamheidschecklist wordt hiervoor opgemaakt. Alle diensten worden gesensibiliseerd om milieuvriendelijkere producten aan te kopen en spaarzamer om te gaan met producten. De resultaten worden ter kennis gesteld van inwoners teneinde een milieubewust aankoopgedrag van inwoners te stimuleren. De gemeente stimuleert scholen om milieuverantwoorde producten aan te kopen en dit eveneens te stimuleren bij haar leerlingen bv. hervulbare potloden, markeerpotloden i.p.v. markeerstiften, hervulbare drinkbussen, brooddozen, De schoolkoopwijzer kan gehanteerd worden als hulpmiddel Project 11 en 12 van het provinciaal milieubeleidsplan (zie 13.5) staan in verband met deze actie. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: gemeentediensten, inwoners, scholen, aannemers, provincie Oost-Vlaanderen Periode: A3-2 Reductie van bestrijdingsmiddelen De gemeente voert het programma voor de reductie van chemische bestrijdingsmiddelen uit. 50 Augustus 2005

51 Binnen een deelproject wordt tegen 2008 een nulgebruik bekomen. Vanaf 2009 wordt gestreefd naar een afbouw van bestrijdingsmiddelen binnen het volledige areaal om tegen 2015 een nulgebruik te bekomen. De gemeente neemt onder andere volgende acties: - opleiden van de groenarbeiders - het opstellen van een inventaris van gebruikte bestrijdingsmiddelen, soorten verhardingen en soorten groenzones. - Toetsen van bestrijdingsmiddelen aan de POCER-index - informeren van inwoners - invoeren van alternatieven voor een niet-chemisch beheer van verhardingen en groenzones - Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: groenarbeiders, inwoners Periode: Afvalstoffen A3-3 Preventie van GFT- en groenafval Om de inzameling van GFT- en groenafval te reduceren neemt de gemeente volgende maatregelen: - aanbieden van compostvaten en beluchtingsstokken voor het thuiscomposteren; - aanleren van thuiscomposteren door de compostmeesters. In de tuin van het oude gemeentehuis van de deelgemeente Wichelen richt de gemeente een demonstratieplaats in voor het aanleren van composteren. De gemeente ondersteunt de compostmeesters en biedt haar inwoners compostvaten, wormenbakken en beluchtingsstokken aan. - informeren omtrent ecologisch groenbeheer, afvalarm tuinieren en kringlooptuinen via brochures. Bij onderhoud en aanleg van tuinen dient men rekening te houden met de plantensoorten, de snoei, bodembedekkers, ; - aanleg van openbaar domein zodat groenafval beperkt wordt; - promoten van kippen als afvalverwerkers. 51 Augustus 2005

52 Deze acties richten zich in de eerste plaats naar volgende doelgroepen: tuinliefhebbers, scholen, tuinarchitecten, tuinaannemers, compostmeesters en de groendienst. Project 13 van het provinciaal milieubeleidsplan (zie 3.15) staat in verband met deze actie. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners, compostmeesters, tuinarchitecten, tuinaannemers, groendienst, scholen, provincie Oost-Vlaanderen Periode: A3-4 Reductie van papier- en kartonafval De gemeente promoot en biedt anti-reclamestickers aan haar inwoners om het reclamedrukwerk te verminderen. De gemeente zal de Robinson-lijst bekendmaken en stimuleren bij de bevolking zodat men geen geadresseerd reclamedrukwerk meer ontvangt. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners Periode: 2005 A3-5 Afvalarm winkelen stimuleren De gemeente organiseert campagnes om de principes van afvalarm winkelen in te burgeren onder andere het gebruik van herbruikbare boodschappentassen (eventueel in natuurlijke materialen), aankoop van afvalarme producten, aankoop van navulbare producten, Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners Periode: A3-6 Afvalpreventie op evenementen Organisatoren van evenementen worden verplicht om maatregelen naar afvalpreventie te nemen. Als instrument wordt een afvalplan gehanteerd. In dit plan beschrijft men onder andere de preventiemaatregelen, de afvalfracties die zullen vrijkomen, de afvalinzamelrecipiënten, gemaakte afspraken, verwijdering van afval, Bij gemeentelijke initiatieven stelt de gemeente middelen ter beschikking zoals herbruikbare bekers, mini-containerparken, 52 Augustus 2005

53 Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: organisatoren van evenementen Periode: 2006 A3-7 Afvalpreventie bij bedrijven en scholen stimuleren De gemeente moedigt bedrijven aan om afvalstoffen in de eerste plaats te voorkomen en in de tweede plaats selectief in te zamelen (zoals wettelijk verplicht). Bij milieuvergunningsaanvragen beoordeelt de gemeente het afvalbeheer van de aanvrager. Scholen stimuleert de gemeente door middel van afvalpreventiecampagnes (bv. brooddozenactie, gebruik van herbruikbare drinkflessen, hervulbare potloden, ) en door ondersteuning bij milieu-educatie. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: bedrijven, scholen Periode: A3-8 Kringloopwinkels ondersteunen en promoten De gemeente Wichelen blijft samenwerken met kringloopwinkels en ondersteunt ze financieel. De gemeente voert sensibiliseringsacties om kringloopwinkels bij de bevolking te promoten. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: Verko, inwoners Periode: A3-9 Doelgroepen sensibiliseren voor een selectieve inzameling van afvalstoffen De gemeente informeert alle doelgroepen (inwoners, handelaars, bedrijven, gemeentepersoneel, scholen, ) omtrent de voorzieningen voor het inzamelen van afvalstoffen en de fracties die gescheiden moeten aangeboden worden. Volgende bedrijfsafvalstoffen moeten door de gemeentediensten en bedrijven gescheiden worden aangeboden en afzonderlijk worden gehouden van het restafval overeenkomstig artikel van het Vlarea: glasafval; 53 Augustus 2005

54 klein gevaarlijk afval van vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong; papier- en kartonafvalstoffen; afval van plantaardige en dierlijke oliën en vetten; groenafval; textielafval; afgedankte elektrische en elektronische apparatuur; afvalbanden; steenachtige fracties van bouw- en sloopafval; afgewerkte olie; gevaarlijke afvalstoffen; asbestcementhoudende afvalstoffen; afgedankte apparatuur en recipiënten die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevatten. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners, bedrijven, gemeentediensten, scholen, handelaars Periode: A3-10 Aanvaardingsplicht toelichten De gemeente licht de bevolking en handelaars in omtrent afvalstoffen die vallen onder een aanvaardingsplicht zoals afgedankte elektrische en elektronische apparaten, lampen, landbouwfolies, afgewerkte olie, dierlijke en plantaardige afvalvetten en oliën, afvalfotochemicaliën, Voor de meeste fracties met een aanvaardingsplicht kan men terecht op het containerpark. Oude en vervallen geneesmiddelen waarvoor de aanvaardingsplicht van toepassing is, dienen bij de apotheker worden ingezameld. Het principe, de datums van inwerkingtreding en de inzamelmogelijkheden worden toegelicht. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners, Verko, bedrijven Periode: 2005 A3-11 Registratie van de afvalstromen en bekendmaking van de resultaten De gemeente registreert gegevens van de gesorteerde fracties en de restfractie. De afvalstoffen van de gemeentelijke diensten registreert ze afzonderlijk om de taakstelling van 150 kg restafval per inwoner op de juiste wijze te interpreteren. Per afvalstroom worden onder andere volgende gegevens verzameld: soorten afvalfracties, inzamelwijzen, jaarlijks ingezamelde hoeveelheden per inzamelwijze en fractie, inzamelingskosten, verwerkingswijze, 54 Augustus 2005

55 De resultaten van de afvalinzameling worden gepubliceerd in het informatieblad en de hoeveelheid terminaal te verwijderen afval afgevoerd per inwoner wordt bekendgemaakt. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners, gemeentepersoneel, Verko, OVAM Periode: A3-12 Zwerfvuil en sluikstorten reduceren Door middel van sensibiliseringscampagnes wil de gemeente de hoeveelheid zwerfvuil en het sluikstorten reduceren. Om de gemeente proper te houden worden de opruimacties door verenigingen uitgebreid. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: verenigingen, inwoners Periode: Augustus 2005

56 4 WATER 70% van het aardoppervlak is bedekt met water. Slechts 0,6% van al dat water is geschikt voor menselijk gebruik. Bovendien is deze kleine fractie water niet altijd en overal gemakkelijk beschikbaar. We moeten dus duurzaam omgaan met water. Dit omvat: - waterverbruik verminderen; - zo weinig mogelijk water van hoogwaardige kwaliteit gebruiken; - water zo weinig mogelijk vervuilen; - het grondwaterpeil aanvullen; - afvalwater zuiveren; - hemelwater gebruiken. Volgens het waterloket ging de kwaliteit van onze waterlopen er het voorbije decennium aanzienlijk op vooruit. Met uitzondering van nitraat en een aantal chemische stoffen evolueren alle indicatoren gunstig. Steeds meer vissoorten komen opnieuw voor. Toch is het ondanks deze opmerkelijke verbetering, nog steeds slecht gesteld met de waterkwaliteit in Vlaanderen. Ook de natuurlijke structuur van onze rivieren is dikwijls aangetast (rechtgetrokken waterlopen, steile oevers,...). Bovendien zijn de waterbodems in heel wat rivieren sterk vervuild. Een duurzaam lokaal waterbeleid richt zich voornamelijk op maatregelen zoals, gebruik en infiltratie van hemelwater, duurzaam watergebruik en waterzuivering. De lokale bestuurders hebben een voorbeeldfunctie door deze principes toe te passen in de eigen diensten. Door een integraal waterbeleid zal het beheer van de waterhoeveelheden, de waterkwaliteit en van het leven in en om het water gecombineerd worden aangepakt en op elkaar worden afgestemd. 4.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Oppervlaktewater 56 Augustus 2005

57 4.1.1 De wet van 26 maart 1971 (BS 1 mei 1971) op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en het milieuvergunningsdecreet en Vlarem I en II. Deze wet en haar uitvoeringsbesluiten beperken zich tot het openbaar hydrografisch net en vormen de basis voor de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging. Deze wet heeft betrekking op: - de werking en bevoegdheden van waterzuiveringsmaatschappijen; - de lozingsvoorwaarden voor afvalwater; - de preventieve maatregelen die door de wetgever kunnen worden opgelegd. De wet bevat verbodsbepalingen zoals het verbod om voorwerpen, verontreinigde vloeistoffen of gassen in de openbare oppervlaktewateren of in riolen te brengen. Ter uitvoering van deze wet werden in Vlarem II milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewateren opgenomen. De vergunning voor het lozen van afvalwater wordt geregeld onder de bepalingen van het Milieuvergunningsdecreet en het Vlarem II. Ook betreffende het lozen van huishoudelijk afvalwater zijn in Vlarem II voorwaarden opgenomen. Afhankelijk van de zuiveringszone waarin een woning gelegen is, gelden andere verplichtingen in verband met de zuivering. - Zone A: het gebied is gerioleerd en het afvalwater is via riolering aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie; - Zone B: het gebied is eveneens gerioleerd, maar de aansluiting op een rioolwaterzuiveringsinstallatie is niet aanwezig, maar wordt voorzien door het Vlaamse Gewest of door de gemeente; - Zone C: dit gebied is eveneens gerioleerd, maar de aansluiting op een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt niet voorzien door het Vlaamse Gewest of de gemeente. De particulier staat zelf in voor de zuivering; - Niet gerioleerd gebied. De particulier staat zelf in voor de zuivering. Het Vlaamse Gewest kan 50, 75 of 100 % bijdragen in de kosten van de gemeente verbonden aan de aanleg en de verbetering van niet-prioritaire rioleringen. Enkel projecten die voorkomen op het door de Vlaamse Regering vastgelegde subsidiëringsprogramma komen in aanmerking voor de gewestbijdrage (subsidiebesluit 2002). Het Vlaamse Gewest komt onder bepaalde voorwaarden ook tussen in de kosten voor de aanleg van een kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallatie tot 2000 i.e door gemeenten. 57 Augustus 2005

58 4.1.2 Code van goede praktijk De inhoudelijke eisen voor het aanleggen en verbeteren van niet-prioritaire rioleringen worden beschreven in de code van goede praktijk voor de aanleg van openbare rioleren en individuele voorbehandelingsinstallaties uitgegeven op 16 juli Dit document omvat richtlijnen inzake het door elk openbaar bestuur te volgen rioleringsbeleid. Aansluitend op de code van goede praktijk voor de aanleg van openbare rioleringen en individuele voorbehandelingsinstallaties werden de code van goede praktijk voor de herwaardering van grachtenstelsels en de code van goede praktijk voor de aanleg van hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen op 23 maart 1999 uitgebracht Gemeentelijke politieverordening De wet van 26 maart 1971 houdt samen met haar uitvoeringsbesluiten, een volledige regeling in, waardoor bijkomende verordenende bepalingen vastgesteld door de gemeenteraad uitgesloten zijn. De gemeente blijft echter bevoegd om reglementerend op te treden tegenover de verontreiniging van niet-openbare oppervlaktewateren, die niet vallen onder de wet van 26 maart Voor niet-openbare oppervlaktewateren kunnen in het politiereglement dus bijkomende bepalingen worden opgenomen Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004) Dit besluit verscheen in het Belgisch Staatsblad op 8 november 2004 en treedt in werking op 1 februari Het besluit bevat minimale voorschriften voor de lozing van nietverontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Het besluit legt een verplichting op tot de plaatsing van een hemelwaterput bij het bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een horizontale dakoppervlakte groter dan 75 vierkante meter. Het is ook verplicht als de horizontale dakoppervlakte van een gebouw of constructie met meer dan 50 vierkante meter wordt uitgebreid, doch enkel op die uitbreiding. Een stedenbouwkundige vergunning voor deze werken kan enkel worden afgegeven als op de plannen de plaatsing van een hemelwaterput is aangegeven. Gebouwen die worden opgericht op een goed kleiner dan 3 are en gebouwen met rieten daken of met een groendak zijn vrijgesteld van deze verplichting. Het besluit bepaalt eveneens de verplichting tot plaatsing van een infiltratievoorziening bij het aanleggen of heraanleggen van verharde grondoppervlakken indien de referentieoppervlakte van de verharding groter is dan 200 vierkante meter. Een stedenbouwkundige vergunning voor deze werken kan enkel worden verleend als op de plannen de plaatsing van een infiltratievoorziening is aangegeven. Op de plannen wordt naast de exacte inplanting, omvang en diepte van de infiltratievoorziening, het buffervolume 58 Augustus 2005

59 van de infiltratievoorziening, in liters en de totale verharde grondoppervlakte in vierkante meter vermeld. Het besluit is niet van toepassing in volgende gevallen: - op verharde grondoppervlakken die nog voldoende infiltratie mogelijk maken, zoals steenslagverharding of grastegels; - op verharde grondoppervlakken die tot het openbaar wegdomein behoren of die bestemd zijn om te worden ingelijfd bij het openbaar wegdomein; - indien het hemelwater dat op de verharde oppervlakte valt, op natuurlijke wijze naast de verharde grondoppervlakte op eigen terrein in de bodem kan infiltreren; - indien het hemelwater door contact met de verharde oppervlakte dermate vervuild wordt, dat het als afvalwater dient beschouwd te worden; Als de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning een afvoer van hemelwater moet aanleggen, dan is hij verplicht het overtollige hemelwater minstens tot aan het lozingspunt gescheiden af te voeren van het afvalwater. Het lozen van hemelwater op de openbare gemengde riolering kan enkel bij afwezigheid van een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater waarop met redelijke kosten kan aangesloten worden. Indien een nieuwe openbare riolering die bestemd is voor de afvoer van afvalwater en hemelwater, wordt aangelegd op een plaats waar nog geen riolering aanwezig was, dan moet deze riolering in een gescheiden stelstel worden aangelegd. De gemeenteraden brengen de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen binnen een termijn van 6 maanden in overeenstemming met de voorschriften van de verordening. De gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen kunnen strengere normen opleggen. Structuurkenmerken : vismigratie Verdrag van Bonn inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten van 23 juni 1979 en bekrachtigd door de wet van 27 april 1990 Wanneer het mogelijk is, moeten maatregelen worden genomen om het behoud van trekkende soorten (dus ook vissoorten) te verzekeren. Ook moet onderzoek bevorderd of ondersteund worden. 59 Augustus 2005

60 4.1.6 Verdrag van Bern inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa (van 19/11/1979 en bekrachtigd door de wet van 20/04/1990) Het verdrag heeft tot doel te zorgen voor de instandhouding van in het wild voorkomende dier- en plantensoorten en de daarbij behorende natuurlijke leefmilieus. De nodige samenwerking tussen de verschillende betrokken landen is noodzakelijk Richtlijn 92/43/EEG van de raad van de Europese gemeenschappen inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna van 21/05/1992 Deze richtlijn heeft tot doel bij te dragen tot het waarborgen van de biologische diversiteit door het instandhouden van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna Beschikking van het comité van ministers van de Benelux Economische Unie inzake de vrije migratie van vissoorten in de hydrografische stroomgebieden van de Beneluxlanden van 26 april 1996 M (96) 5 De betrokken regeringen moeten de vrije migratie van de vissoorten in alle hydrografische stroomgebieden verzekeren. Dat zal bij voorrang gebeuren om de migratie van de grote anadrome en katadrome trekvissoorten van en naar de paai- en opgroeigebieden mogelijk te maken Decreet van de Vlaamse regering betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997 Dit decreet waarin de doelstellingen van het natuurbehoud worden vastgesteld, vervangt bijna volledig de wet op het natuurbehoud van Het beleid richt zich op de bescherming, de ontwikkeling, het beheer en het herstel van de natuur en de natuurlijke milieus. Integraal waterbeheer Decreet van 9 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid In dit decreet worden de principes, doelstellingen en structuren vastgelegd conform de bindende bepalingen van de Europese Kaderrichtlijn Water. Integraal waterbeleid wil het beheer van de waterhoeveelheden, de waterkwaliteit en van het leven in en om het water gecombineerd aanpakken en beter op elkaar afstemmen. Het waterbeleid wordt niet meer georganiseerd per waterloop of per gemeente, maar de afwateringsgebieden worden als volgt ingedeeld: 60 Augustus 2005

61 - Vlaanderen wordt ingedeeld in 4 stroomgebieden. Voor het stroomgebied van de Schelde en de Maas moet tegen 2009 een stroomgebiedbeheersplan worden opgemaakt dat toegewezen is aan de stroomgebiedsdistricten. Het stroomgebied van de Ijzer en de Brugse Polders zijn beide toegevoegd aan het stroomgebiedsdistrict van de Schelde. - De stroomgebieden worden ingedeeld in bekkens. Voor elk bekken moet tegen eind 2006 een bekkenbeheersplan worden opgemaakt - De bekkens worden onderverdeeld in een aantal deelbekkens. Tegen eind 2006 worden deelbekkenbeheerplannen opgesteld. Het decreet integraal waterbeleid omvat nieuwe instrumenten zoals de watertoets en oeverzones om de doelstellingen makkelijk te bereiken. - De watertoets dient als instrument om bij de goedkeuring van vergunningen, plannen,.. door overheden rekening te houden met het mogelijk schadelijk effect op het watersysteem. - Ter bescherming van de oevers gelden specifieke bepalingen De oeverzones worden afgebakend in de bekkenbeheerplannen of de deelbekkenbeheerplannen Code van goede praktijk voor een duurzaam lokaal waterbeleid De code van goede praktijk voor duurzaam lokaal waterbeleid vormt de leidraad om op basis van een integrale watersysteemgerichte benadering een strategie uit te werken om te komen tot een pakket van maatregelen voor een duurzame omgang met het watersysteem. In deze code van goede praktijk worden een aantal essentiële stappen beschreven om te komen tot een duurzaam lokaal waterplan. Erosie Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2001 houdende de subsidiëring van kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeente uitgevoerd worden (Erosiebesluit) De gemeenten kunnen subsidies verkrijgen voor de opmaak van een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan en voor het uitvoeren van erosiebestrijdingswerken. In het erosiebestrijdingsplan kunnen de knelpunten en maatregelen worden beschreven. De subsidie die de gemeente ontvangt voor het plan is evenredig met de oppervlakte van het plangebied. Voor het uitvoeren van kleinschalige erosiebestrijdingswerken verleent het erosiebesluit een subsidie van 75 % van de totale kosten. Daarnaast bestaan nog subsidies. 61 Augustus 2005

62 Voor de aanleg van een demonstratieveld kan ook een subsidie worden bekomen via de samenwerkingsovereenkomst. Waterbodem Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen Volgens de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen worden de waterlopenbeheerders belast met het uitbaggeren van de waterloop tot op de vaste bodem, het wegruimen uit de waterloop van aanspoelingen op de bolle oevers en uitspringende hoeken, het reinigen van de doorgangen van de waterloop onder bruggen en overwelfde vakken. Het Vlaamse Gewest is belast met het beheer van de waterlopen van 1 ste categorie, de provincies met het beheer van de waterlopen van de 2 de categorie en de gemeenten met die van 3 de categorie. Daar waar polders actief zijn, wordt het beheer van de waterlopen 3 de categorie overgedragen aan de polders. Volgende polders zijn actief in de gemeente Wichelen: - polder Bergmeersen - polder van Belham - polder tussen Schelde en Durme Het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering en het VLAREBO De waterlopenbeheerder heeft geen onderzoeks- of meldingsplicht aangezien dit enkel noodzakelijk is voor inrichtingen en activiteiten opgenomen in de lijst die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken. Bij eventuele sanering wordt een onderscheid gemaakt tussen nieuwe en historische verontreiniging. Wanneer bij het verwijderen van waterbodem nieuwe verontreiniging wordt vastgesteld moet worden gesaneerd van zodra de bodemsaneringsnormen worden overschreden. Bij historische bodemverontreiniging moet enkel worden gesaneerd indien uit onderzoek blijkt dat er ernstige aanwijzingen zijn voor een ernstige bedreiging. De waterlopenbeheerder moet steeds vermijden dat door het aanbrengen van de ruimingsspecie op de oever de kans bestaat dat de aangelande percelen opgenomen worden in het register van de verontreinigde gronden. Met andere woorden de beheerder mag geen nieuwe bodemverontreiniging veroorzaken met ruimingsspecie uit de waterloop Decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en beheer van afvalstoffen en het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en beheer (Vlarea) BS, 16 april 1998 Bagger- en ruimingsspecie wordt gecatalogeerd als een bijzondere afvalstof die in aanmerking komt voor secundaire grondstof als bodem of bouwstof. 62 Augustus 2005

63 Afhankelijk van het bestemmingstype van het gebied waar de specie terechtkomt geldt in het Vlarea een andere regeling. Als de ruimingspecie beantwoordt aan de VLAREA-normen voor de aanwending van afvalstoffen als secundaire grondstoffen als bodem, kan de ruiminsspecie op de oevers worden afgezet, behalve in de waterwingebieden en de beschermingszones type I, II en III Het besluit van 27 maart 1985 omvat de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones. - Het waterwingebied is begrensd door een lijn op maximaal 20 meter van de installaties bestemd voor het winnen en verzamelen van het grondwater - Beschermingszone type I is het gebied afgebakend door: * het geheel der punten waarvan het grondwater de putten en opvangplaatsen kan bereiken binnen 24 uur. * de minimale buitengrens voor deze zone is de grens van het waterwingebied - Beschermingszone type II is het gebied afgebakend door het geheel der punten vanwaar het water de installaties kan bereiken binnen 60 dagen. Deze zone wordt gedefinieerd als de bacteriologische zone. - Beschermingszone type III is het gebied afgebakend door het geheel der punten van het voedingsgebied, beperkt tot 2 km van de putten. Deze zone wordt gedefinieerd als de chemische zone. Als de ruimingsspecie niet beantwoordt aan de Vlarea-normen voor de aanwending van afvalstoffen als secundaire grondstoffen als bodem, kan de specie nog gebruikt worden als niet-vormgegeven of als vormgegeven bouwstof, overeenkomstig de eisen van het VLAREA. Wanneer aan bovenvermelde voorwaarden niet voldaan is, rest er enkel de mogelijkheid om de specie af te voeren naar een vergunde stortplaats. De regelgeving omtrent het gebruik van bagger- en ruimingsspecie is veranderd door de wijziging van het Vlarea. Het nieuwe Vlarea werd goedgekeurd op 5 december 2003 en verscheen in het Belgisch Staatsblad op 31 april Voor bagger- en ruimingsspecie is een bijzondere regeling vastgesteld om te bepalen wanneer dit kan worden uitgespreid in de 5 meterstrook op de oever of in een oeverzone. Een afstemming is voorzien met de (deel)bekkenbheersplannen. De minister maakt een code van goede praktijk op dat via Omzendbrief wordt verspreid. Grondwater Decreet van 24 januari 1984, houdende maatregelen inzake grondwaterbeheer ( BS 5 juni 1984) en uitvoeringsbesluiten Het decreet omvat maatregelen betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging, de reglementering van het winnen van grondwater en de objectieve aansprakelijkheid inzake grondwaterdaling. 63 Augustus 2005

64 Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn uitvoeringsbesluiten (VLAREM I en II) Intussen wordt de vergunningsverlening inzake grondwaterverontreiniging geïncorporeerd in de milieuvergunning. Met de wijziging van Vlarem I (BS 11 maart 99) wordt ook de vergunning voor de winning van grondwater geïntegreerd in de milieuvergunning. Dit treedt in werking vanaf 1 mei Inzake grondwaterwinningen is de gemeente bevoegd voor het afleveren van vergunningen voor grondwaterwinningen ingedeeld in Klasse 2 en heeft zij adviesbevoegdheid voor grondwaterwinningen ingedeeld in Klasse 1 (rubriek 53 winning van grondwater en rubriek 55 boringen ) alsook voor het toezicht op de naleving van de vergunningsvoorwaarden Decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen Ondermeer wordt voorzien in bepalingen betreffende de berekening van de productie van dierlijk mest per bedrijf en de berekening van het mestoverschot van een bedrijf, de hoeveelheid meststoffen die op een cultuurgrond mag opgebracht worden (bemestingslimieten) alsmede de periode gedurende dewelke dierlijke mest op het land mag worden gespreid (uitrijdperiode), de erkenning voor transport van mest, het verhandelen van mestoverschotten via de mestbank, heffingen op mestoverschotten. De uitvoering van deze regelgeving is toevertrouwd aan de Vlaamse Landmaatschappij. Samenwerkingsovereenkomst De samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en gemeenten Het doel is om te komen tot een duurzaam lokaal waterbeleid door het remediëren en voorkomen van wateroverlast, waterverontreiniging, verdroging, aantasting van het natuurlijk milieu van watersystemen en erosie. Volgende doelstellingen worden in de samenwerkingsovereenkomst onderscheiden: - Maximale aanwending aan de bron van hemelwater; - Sanering van afvalwater in de buitengebieden; - Bewaken en verbeteren van de kwaliteit van riolerings- en waterzuiverings- infrastructuur; - Beperken van het gebruik van waterschadelijke producten; - Beperken van diffuse verontreiniging, erosie en sedimenttransport naar de waterloop; - Duurzaam waterlopenbeheer; 64 Augustus 2005

65 - Duurzaam watergebruik. Gemeenten die niveau 1 van de overeenkomst ondertekenen verbinden zich ertoe om samen met andere lokale waterbeheerders in het deelbekken tot een concrete projectorganisatie en een doelstellingennota te komen. Kerntakendebat Kerntakendebat water Op deelbekkenniveau worden voornamelijk de bevoegdheden behandeld die zijn toegewezen aan de gemeenten: waterlopen 3 de categorie, riolering, subsidiëring hemelwaterputten, KWZI s, milieuvergunningen, Om op het niveau van een deelbekken een afgestemd waterbeheer te kunnen voeren, is een samenwerking nodig tussen de verschillende waterbeheerders. Deze samenwerking wordt geregeld in het decreet integraal waterbeleid. De provincie coördineert de opmaak van deelbekkenbeheerplannen en richt waterschappen op. Dit is een samenwerkingsverband tussen het Vlaamse Gewest, de provincie, de gemeenten en de polders en wateringen. De opmaak van erosiebestrijdingsplannen is een gemeentelijke aangelegenheid, welke wordt gekoppeld aan de opmaak van deelbekkenbeheerplannen. De provincie en het Vlaamse Gewest speelt hierbij een coördinerende rol. De bestrijding van ratten langsheen waterlopen blijft toegewezen aan de waterloopbeheerder. De drinkwatervoorziening blijft wettelijk een gemeentelijke bevoegdheid. Voor wat de collectering en zuivering van afvalwater betreft wordt de kerntaak van de gemeenten de fijnmazige inzameling van het afvalwater in het rioolstelsel. Het Vlaamse Gewest heeft de eindverantwoordelijkheid voor het transport van het afvalwater en de zuivering ervan. De zuivering van het afvalwater behoort tot een zeker inzamelniveau eveneens tot de bevoegdheid van de gemeenten. In buitengebieden (kernen tot 2000 i.e.) kunnen gemeenten taken van kleinschalige collectering en zuivering organiseren Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan De plandoelstellingen voor de cluster water zijn opgenomen in volgende thema s van het Vlaams milieubeleidsplan en zijn geformuleerd in de bijlagen (zie 13.4). > Versnippering > Verontreiniging van oppervlaktewater > Vermesting > Verdroging > Verspreiding milieugevaarlijke stoffen > Verontreiniging en aantasting van de bodem 65 Augustus 2005

66 Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan De plandoelstellingen voor de cluster water zijn opgenomen in volgende thema s van het provinciaal milieubeleidsplan De plandoelstellingen en provinciale projecten zijn geformuleerd in de bijlagen (zie 13.5). > Integraal waterbeleid > Bodem- en grondwater 4.2 Beschrijving van de bestaande toestand Oppervlaktewater Kwaliteit Emissies Voor de uitbouw van de infrastructuur voor afvalwaterzuivering zijn er taken weggelegd voor het Vlaamse Gewest en de gemeenten. Het Vlaamse gewest is verantwoordelijk voor het bovengemeentelijk deel. Dit betekent voornamelijk het bouwen van RWZI s en het aanleggen van collectoren. Gemeenten dienen rioleringen aan te leggen in gebieden die nog niet gerioleerd zijn of op andere plaatsen, waar geen riolering is gepland, de inwoners te verplichten tot de plaatsing van een individuele afvalwaterzuivering. De aansluiting van het gemeentelijk rioleringsstel op het bovengemeentelijk stelsel is eveneens een gemeentelijke bevoegdheid. De rioleringsgraad in Wichelen bedraagt 84,8 % (gegevens VMM februari 2005). De zuiveringsgraad is gestegen van 48,3 % (januari 2003) naar 65,3 % (februari 2005). De zuiveringsgraad is het aantal inwoners waarvan het afvalwater op een collectieve rioolwaterzuiveringsinstallatie is aangesloten op het totaal aantal inwoners. De zuiveringsgraad in Wichelen is vrij laag hoewel de rioleringsgraad vrij hoog is. Dit kan te wijten zijn aan onder andere lozingen in rioleringen die niet aangesloten zijn op een waterzuiveringsinstallatie. In Wichelen behandelt de RWZI ten Brugsken het afvalwater van de inwoners van Wichelen. Daarnaast bevindt zich op het grondgebied van Wichelen een RWZI voor de behandeling van het afvalwater van de inwoners van Lede. Het zuiveringsgebied Wichelen behoort tot het bekken van de bovenschelde. Het zuiveringsgebied omvat volgende fusiegemeenten: - Wichelen: de deelgemeente Schellebelle, Serskamp en Wichelen; 66 Augustus 2005

67 - Dendermonde: de deelgemeente Schoonaarde; - Wetteren: de Jabekestraat, Dendermondsesteenweg, Legeweg en de Ryckestraat. Binnen dit zuiveringsgebied wonen ca inwoners. De aanleg van kleinschalige waterzuiveringsinstallaties tot 2000 i.e. is eveneens een gemeentelijk bevoegdheid. De gemeente Wichelen werkt reeds 8 jaar aan het ontwerp van een kleinschalige waterzuivering. De wijk Aard gelegen op de linker Schelde-oever, is door de Schelde volledig afgesneden van de rest van de gemeente. De wijk is gelegen midden in landschappelijk waardevol agrarisch gebied met ecologisch belang. De woonzone zelf is gelegen in woongebied met landelijk karakter. Voor de zuivering werd gekozen voor een rietveld met wortelbevloeiing. Bij de aanleg wordt een gescheiden stelsel voorzien waarbij de riolering wordt geplaatst in de bestaande grachtbedding. Voor de bouw werd een stedenbouwkundige en milieuvergunning reeds verleend. De dorpskernen van de deelgemeenten Schellebelle, Wichelen en een gedeelte van Serskamp zijn gecollecteerd. Het afvalwater wordt afgevoerd naar de RWZI. Een aantal omliggende wijken zijn nog niet gecollecteerd en lozen op het oppervlaktewater. De aansluiting van nieuwe woningen op de gemeentelijke riolering wordt voorzien door de gemeente. Verschillende woningen zijn nog niet aangesloten op de riolering aangezien ze gravitair niet aansluitbaar zijn. Dit afvalwater moet dus worden opgepompt naar de riolering. Aangezien een vijftiental woningen in de Stationstraat hun afvalwater achteraan de woning lozen op de Roebeek, wordt hier een leiding aangelegd om het afvalwater op één gemeenschappelijk punt op te pompen naar de riolering. Sommige woningen in de Hoogstraat van Shellebelle lozen hun afvalwater op de Schelde. Bij grote verbouwingswerken is men verplicht een systeem te voorzien om het afvalwater vooraan te lozen in de riolering. In de zuiveringszone A en B is de gemeente verantwoordelijk voor de uitbouw van de gemeentelijke rioleringen die op de leidingen en collectoren (uitgebouwd door Aquafin) zijn aangesloten. In de zuiveringszone C en in de zone van niet gerioleerd gebied zijn de gezinnen verplicht om zelf in te staan voor de zuivering van het afvalwater. Voor bestaande lozingen gelegen in zuiveringszone C en niet gerioleerd gebied moet een septische put of een gelijkwaardige voorbehandelingsinstallatie, gebouwd en uitgebaat worden overeenkomstig de code van goede praktijk. Voor nieuwe lozingen is een septische put niet voldoende en wordt een meer verregaande zuivering (IBA) opgelegd in de bouwvergunning. 67 Augustus 2005

68 nota: Een lozing in de openbare riolering in een zuiveringszone C is een bestaande lozing indien deze bestond voor 1 augustus Voor een lozing in een niet-gerioleerd gebied spreekt men van een bestaande inrichting indien deze gebouwd is voor 1 januari 1993 en de lozing gemeld werd voor 1 maart Woningen gebouwd na 1 januari 1993 of lozingen gemeld na 1 maart 1993 dienen dus als nieuw beschouwd te worden. Het Vlaamse Gewest biedt een vrijstelling van de jaarlijkse afvalwaterheffing voor de bouw van een individuele waterzuiveringsinstallatie in zuiveringszone C of niet gerioleerd gebied. De gemeente Wichelen maakt een subsidiereglement op voor het plaatsen van een individuele voorbehandelingsinstallatie bij een bestaande lozing buiten zuiveringszone A of B (lozing voor 1 augustus 1995 in zuiveringszone C en lozingen gemeld voor 1 maart 1993 in niet gerioleerd gebied). Aanvullend op deze gemeentelijke premie kan de particulier een subsidie van het Vlaamse Gewest verkrijgen indien de installatie voldoet aan bepaalde voorwaarden. Aangezien Aquafin momenteel nieuwe zoneringsplannen opmaakt voor heel het Vlaamse Gewest zal de gemeente haar beleid in het buitengebied afstemmen op een voorontwerp dat ter beschikking wordt gesteld aan de gemeente. Aangezien de gemeente werkt aan een integraal waterbeheer, maakt zij een geïnformatiseerd totaal rioleringsplan op. Om dit te realiseren heeft ze zich ingeschreven om via Eurotronics dit register aan te leggen. Immissies Het meetnet oppervlaktewater beheerd door de VMM heeft onder andere als doel de waterkwaliteit aan de hand van de waarde van bepaalde parameters en door middel van indexen en waterkwaliteitsklassen, te bepalen. Figuur 7: water in Wichelen (zie volgende pagina) Deze figuur geeft een overzicht van de ligging van de meetpunten van het VMM-meetnet met de overeenkomstige waterkwaliteit (PI) bepaald tijdens de laatste staalname. De waterlopen op het grondgebied van Wichelen zijn per categorie voorgesteld. Fysicochemische kwaliteitsbepaling De Prati-index ( PI) 68 Augustus 2005

69 d.i. een waardeschaal van 1 tot en met 16, gesteund op bepalingen van zuurstofverzadiging (%O2) en de temperatuur. Om de kwaliteit te beoordelen wordt op basis van deze index een onderverdeling gemaakt in 6 klassen. PRATI-INDEX KLASSE BEOORDELING niet verontreinigd >1 2 2 aanvaardbaar >2 4 3 matig verontreinigd >4 8 4 verontreinigd > zwaar verontreinigd In tabel 3 worden de fysicochemische kwaliteitsgegevens weergegeven voor de meetpunten op het grondgebied van Wichelen. De resultaten worden weergegeven voor een periode van 1990 tot en met 2003 om een beeld te krijgen van de evolutie van de waterkwaliteit. 69 Augustus 2005

70 Meetpunt STEENBEEK Schellebelle, Aard, afw veldweg ten Z van Sloot OUDE SCHELDE/ BELLEBEEK ZIJBEEK ( ) Schellebelle, Aard (5.49) BOSBEEK Bohemen, Doornweg STEENBEEK Schellebelle, Aard, 100 m voor pompgemaal DRIESELOOT Schellebelle, Aard, thv schot op Schelde ROEBEEK Schellebelle, Haasakker, lage weg WELLEBEEK Knapenveld, watermolenweg, opw samenvloeiing MOLENBEEK Elsrot Knapenveld, Boeygem, afw molen MOLENBEEK Brugske, Dendermondsesteenweg, voor monding in Schelde BOSBEEK Elsbrug, Watermolenweg, veldweg OUDE SCHELDE Kalken,Broekmeers,veldweg,vr monding ,41 Tabel 3: fysicochemische kwaliteitsgegevens van het oppervlaktewater van 1990 tot en met 2003 (gegevens VMM) ( ): Index niet representatief, berekening gebaseerd op minder dan 6 metingen) Het oppervlaktewater op de gemeten punten is volgens de fysicochemische methode tijdens de periode 1990 tot en met 2003 vrij gelijkaardig gebleven, van matig verontreinigd tot verontreinigd. Biologische waterkwaliteit De Belgische Biotische Index ( BBI) d.i. een waardeschaal van 0 tot en met 10, gesteund op onderzoek naar het voorkomen van macro-invertebraten; het hoogste cijfer geeft de beste kwaliteit aan. 70 Augustus 2005

71 BBI BEOORDELING 9 10 zeer goede kwaliteit 7 8 goede kwaliteit 5 6 matige kwaliteit 3 4 slechte kwaliteit 1 2 zeer slechte kwaliteit 0 uiterst slechte kwaliteit In tabel 4 wordt de biologische kwaliteitsbepaling van de meetpunten op het grondgebied van Wichelen weergegeven. De biologische kwaliteitsbepaling wordt opgevolgd vanaf het jaar In het overzicht worden de resultaten tot en met 2003 getoond. Meetpunt STEENBEEK Schellebelle, Aard, afw veldweg ten Z van Sloot OUDE SCHELDE/ BELLEBEEK ZIJBEEK Schellebelle, Aard BOSBEEK Bohemen, Doornweg STEENBEEK Schellebelle, Aard, 100 m voor pompgemaal DRIESELOOT Schellebelle, Aard, thv schot op Schelde ROEBEEK Schellebelle, Haasakker, lage weg WELLEBEEK Knapenveld, watermolenweg, opw samenvloeiing MOLENBEEK Elsrot Knapenveld, Boeygem, afw molen MOLENBEEK Brugske, Dendermondsesteenweg, voor monding in Schelde BOSBEEK Elsbrug, Watermolenweg, veldweg OUDE SCHELDE Kalken,Broekmeers,veldwe g,vr monding Tabel 4: biologische kwaliteitsgegevens van het oppervlaktewater van 1990 tot en met 2003 (gegevens VMM) 71 Augustus 2005

72 Volgens de biologische bepaling is de kwaliteit op de meetpunten (Roebeek), (Wellebeek) en (Bosbeek), slecht tot zeer slecht. De waterkwaliteit is verbeterd (BBI van 2 naar 5) op meetpunt (Bosbeek) en (Molenbeek). Een goede kwaliteit wordt vastgesteld op meetpunt (Steenbeek) en (Oude Schelde/Bellebeek zijbeek). Nitraatbepalingen In 1999 is de Vlaamse Milieumaatschappij in Vlaanderen gestart met specifieke landbouw- of MAP-meetnetten voor de vaststelling van het nitraatgehalte in grond- en oppervlaktewater. Op deze manier krijgen landbouworganisaties feedback over de gevolgen van de (gewijzigde) bemestingspraktijken op de kwaliteit van het oppervlaktewater. De meetresultaten worden weergegeven in de meetdatabank van de VMM. De mestproductie, het mestgebruik door landbouwers in Wichelen en de verschillende invloedsfactoren wordt verder uitgediept in het deel grondwater. Het toetsingscriterium is de 50 mg nitraat per liter-drempel uit het Mestactieplan (MAP). De concentratie aan nitraat mag nooit hoger zijn dan die drempel. In gebieden met mestoverschotten komen overschrijdingen van de 50 mg nitraat per literdrempel vooral voor in de wintermaanden met piekconcentraties rond nieuwjaar. Het is dus interessanter om winters te vergelijken in plaats van gewone kalenderjaren. De uitspoeling van nitraten is namelijk sterk afhankelijk van de hoeveelheid en de spreiding in de tijd van de neerslag. In jaren met een nattere najaarsperiode zal de uitspoeling gemiddeld groter zijn, maar door de hogere waterafvoer is de gemiddelde concentratie lager. In Vlaanderen is de laatste jaren een verbetering van het nitraatgehalte in het oppervlaktewater merkbaar. Dit is vooral te wijten aan de verstrengde uitrijregeling en aan de inzet van de landbouw om daadwerkelijk betere milieuresultaten op te leveren. 72 Augustus 2005

73 Evolutie nitraatconcentratie meetpunt ,00 50,00 mg NO3/l 40,00 30,00 20,00 Waterloop: Oude Schelde/Bellebeek - Zijbeek 10,00 0,00 1/07/1999 1/08/1999 1/09/1999 1/10/1999 1/11/1999 1/12/1999 1/01/2000 1/02/2000 1/03/2000 1/04/2000 1/05/2000 1/06/2000 1/07/2000 1/08/2000 1/09/2000 1/10/2000 1/11/2000 1/12/2000 1/01/2001 1/02/2001 1/03/2001 1/04/2001 1/05/2001 1/06/2001 1/07/2001 1/08/2001 1/09/2001 1/10/2001 1/11/2001 1/12/2001 1/01/2002 1/02/2002 1/03/2002 1/04/2002 1/05/2002 1/06/2002 1/07/2002 1/08/2002 1/09/2002 1/10/2002 1/11/2002 1/12/2002 1/01/2003 1/02/2003 1/03/2003 1/04/2003 1/05/2003 1/06/2003 Nitraatconcentratie (mg NO3/l) normconcentratie 50 mg NO3/l = 11,3 mg N/l Straat/toponiem: Schellebelle, Aard Figuur 8: evolutie van de nitraatconcentratie op meetpunt Aangezien de VMM databank slechts één meetpunt in Wichelen heeft waarvan de nitraatkwaliteit bepaald wordt, kan er geen besluit genomen worden omtrent het nitraatgehalte in de oppervlaktewateren van Wichelen. Het meetpunt gelegen op de Oude Schelde / Bellebeek Zijbeek in Schellebelle heeft een maximum nitraatconcentratie van 24,12 mg NO3/l in januari Deze concentratie ligt ver onder de toegestane maximumconcentratie van 50 mg NO3/l. In dit natuurgebied gelden strenge bemestingsnormen Structuurkenmerken Volgens het GNOP hebben verschillende beken in de gemeente slechts over een beperkt aantal trajecten een waardevol verloop. De delen met de belangrijkste ecologische potentialiteit bevinden zich in de meersgebieden. De talrijke ingrepen op de structuurkenmerken van de Schelde hebben de natuurlijke relatie van deze rivier met haar alluviaal gebied onmogelijk gemaakt. Belangrijke meanders werden afgesneden maar ook slikken en vooral schorren zijn nu vrijwel afwezig. Het is dan ook zeer belangrijk om de weinige trajecten die nog aanwezig zijn, zoals in de Bergenmeersen, te bewaren. Menselijke ingrepen aan waterlopen (zoals barrières, overwelving, ) hebben een invloed op tal van natuurlijke processen zoals de migratie van vissen, het infiltreren van water, 1. Vismigratie wordt momenteel verhinderd door allerhande migratiebarrières zoals stuwen en bodemvallen op onze waterlopen. Met behulp van een gestandaardiseerde methodologie werden waardevolle waterlopen in combinatie met strategisch belangrijke verbindingswaterlopen aangeduid en 73 Augustus 2005

74 opgenomen in de prioriteitenlijst van de te saneren waterlopen in Vlaanderen. In een tweede stap werden op deze prioritaire waterlopen de vismigratieknelpunten geïnventariseerd en opgenomen in een databank. In de aanpak van de knelpunten werd een fasering gemaakt (fase 1 tot fase 6). Deze fasering berust dan op het toekennen van een graad van hoogdringendheid voor het oplossen van de knelpunten. In de databank zijn voor de gemeente Wichelen volgende vismigratieknelpunten opgenomen die aanwezig maar niet prioritair zijn: a Terugslagkleppen op de Molenbeek ter hoogte van ter Brugsken (fasering 5) Aan de monding in de Schelde bevinden zich twee terugslagkleppen met een lengte van 3 meter. Verder onderzoek zal uitwijzen of terugslagkleppen een probleem vormen voor vismigratie (zie integraal waterbeheer). b Een stuw op de Molenbeek in Bruinbeke (fasering 3) Een verstelbare stuw veroorzaakt een verval van 0,8 m waarna het water op een betonnen afzink terecht komt van 15 m lang met een lage waterstand en een hoge stroomsnelheid. Het totaal verval van de afzink bedraagt nog eens 0,3 m. Deze constructie dient om verdere tijwerking op de Molenbeek tegen te gaan. c Een watermolen op de Molenbeek (fasering 3) Langsheen de watermolen is er een verval van 2 m. Het rad is in vervallen staat. Een bypass is niet aanwezig. Zowel op de linker- als op de rechteroever is er bebouwing. Het oplossen van deze knelpunten moet gebeuren door de hogere overheid in samenspraak met de gemeente Wichelen. Elke stuw aanwezig voor de monding in de Schelde vormt een vismigratieknelpunt. 2. Door het overwelven van baangrachten kan hemelwater niet in de bodem infiltreren en kan de gracht haar zuiveringsfunctie niet meer uitvoeren. Hoewel een mondelinge regeling omtrent het overwelven van baangrachten reeds wordt toegepast in Wichelen, wordt een reglement voor het overwelven van baangrachten opgemaakt. In het reglement wordt opgenomen dat het verboden is om baangrachten geheel of gedeeltelijk te dempen of te beschoeien met materialen die de infiltratie van water naar de bodem kunnen tegenwerken. Het overwelven van baangrachten kan uitzonderlijk worden toegestaan mits motivering. Indien overwelvingswerken worden toegelaten moeten ze voldoen aan verschillende voorwaarden zoals een overwelving van maximaal van 5 meter lengte per kavel of perceel, de betonbuizen dienen geplaatst te worden in een volledig ontruimde grachtbodem,. 74 Augustus 2005

75 4.2.2 Duurzaam watergebruik Inwoners van Wichelen worden gestimuleerd om hemelwater te gebruiken en kunnen sinds december 2003 een gemeentelijke premie bekomen bij de plaatsing van een hemelwaterinstallatie bij een bestaande inrichting. Om inzicht te verwerven in het waterverbruik van het gemeentepersoneel wordt sinds half 2003 het waterverbruik in de drie gemeentehuizen geregistreerd. Wekelijks worden de waterstanden opgenomen. Aangezien het verbruik nog maar recent geregistreerd wordt, kunnen nog geen conclusies worden getrokken Integraal waterbeheer De gemeente Wichelen behoort tot het stroomgebied van de Schelde en wordt doorkruist door een sterk meanderende Schelde die voor een stuk ook de noordelijke grens van de gemeente bepaalt. Figuur 7 ( Water in Wichelen ) duidt alle waterlopen in Wichelen aan per categorie. Door een integraal waterbeleid zal het beheer van de waterhoeveelheden, de waterkwaliteit en van het leven in en om het water gecombineerd worden aangepakt en op elkaar worden afgestemd Overstromingskaarten Hevige regenval veroorzaakt in Wichelen vaak overstromingsproblemen aangezien het water van Lede, Zottegem, (Vlaamse Ardennen) naar Wichelen stroomt en in de Schelde alleen bij laag water kan geloosd worden. Het Vlaamse Gewest beschikt over drie types van overstromingskaarten om de risicozones af te bakenen (risicozones overstromingen, begeleidende nota 31 maart 2003): 1. van Nature Overstroombare Gebieden (NOG) Uit de NOG kaart kan worden afgeleid op welke gronden er zich in het verleden sedimenten hebben afgezet als gevolg van overstromingen. Deze kaart wordt niet gebruikt om risicozones af te bakenen, vermits deze kaart niet noodzakelijk het actueel overstromingsrisico weergeeft. Deze kaarten zijn wel van belang om een beeld te geven van de mogelijke gevolgen van zeer extreme weerkundige omstandigheden of het falen van bestaande waterkeringen (dijkbreuken e.d.) 2. Recent Overstroomde Gebieden (ROG) 75 Augustus 2005

76 Een geactualiseerde ROG kaart werd opgesteld en is een weergave van de gekende overstromingen die zich daadwerkelijk hebben voorgedaan in de periode Gebieden die sinds 1988 niet (meer) overstroomden zijn op de ROG-kaart niet ingekleurd. 3. Gemodelleerde Overstroomde Gebieden (MOG) De MOG kaart is een kaart met gemodelleerde overstromingsgebieden en vertrekt vanuit overstromingsgebieden die via modelleringstudies in de periode werden afgebakend. De risicozones overstroming zijn een combinatie van zowel de geactualiseerde ROG kaart als de MOG kaart omdat hierdoor het aantal gebieden zonder informatie geminimaliseerd wordt. De kaart met de risicozones werd overlegd met het gewestplan. Deze ruimtelijke analyse maakt het mogelijk na te gaan welke bestemmingen zich in de risicozone bevinden. De risicozones zijn eerder indicatief en niet bruikbaar tot op perceelsniveau. Voor Wichelen werd volgende overstromingskaart opgemaakt Figuur 9: recent overstroombare gebieden en risicozones in Wichelen (gegevens geo-vlaanderen) 76 Augustus 2005

77 Overstromingspunt 1 Overstromingen treden hier regelmatig op aangezien alleen met laag water in de Schelde kan geloosd worden. Dit knelpunt wordt opgelost door de plaatsing van een pompsysteem om lozen bij hoog water mogelijk te maken. Overstromingspunt 2 Dit gebied is jaren geleden éénmalig overstroomd. De oorzaak is niet gekend. Overstromingspunt 3 Overstromingen aan Bruinbeke treden regelmatig op aangezien het water van de Molenbeek alleen met laag water in de Schelde kan geloosd worden. Dit knelpunt wordt opgelost door de plaatsing van een pompsysteem om lozen bij hoog water mogelijk te maken. Overstromingspunt 4 De overstromingsproblemen zijn opgelost door de aanleg van rioleringen en aanpassingen aan rioleringen. Overstromingspunt 5 De overstromingen aan de Roebeek worden opgelost door verschillende ingrepen: 77 Augustus 2005

78 - Het afvalwater wordt achteraan de woningen afgevoerd en opgepompt naar de riolering; - Aan de Schelde wordt een pompsysteem geplaatst om de lozing bij hoogwater mogelijk te maken; - Twee natuurlijke wachtbekkens worden gecreëerd. Overstromingspunt 6 De Kalkense Meersen is een gebied dat van nature uit onder water komt te staan ten gevolge van hoge grondwaterstanden. Overstromingspunt 7 De Paardenweide is een gecontroleerd overstromingsgebied Deelbekkenbeheerplannen Ter realisatie van een integraal waterbeleid worden plannen opgemaakt waarin alle invloeden van het watersysteem worden beoordeeld en de mogelijke acties worden onderzocht. Om tegemoet te komen aan de uitgangspunten van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, zullen plannen worden opgemaakt op deelbekkenniveau en niet op een kleinere schaal zoals een gemeente. De gemeente Wichelen heeft zich met andere lokale waterbeheerders verbonden tot het opstellen van deelbekkenbeheerplan waarvan de gemeente een deel uitmaakt. De provincie Oost-Vlaanderen coördineert de deelbekkenwerking. De betrokkenen van elk deelbekken brengen informatie aan om het plan op te stellen en voeren acties voortvloeiend uit deze plannen uit. De gemeente Wichelen is vertegenwoordigd bij 3 deelbekkens: 78 Augustus 2005

79 Figuur 10: deelbekkens op het grondgebied van Wichelen (bron: website provincie Oost-Vlaanderen) deelbekken % t.o.v. deelbekken % t.o.v. oppervlakte gemeente Vondelbeek 0,6 3,1 Scheldeland 8,3 71,4 Drie Molenbeken 3,5 26,1 Tabel 5: vertegenwoordiging van Wichelen in de deelbekkens 79 Augustus 2005

80 1. Vondelbeek Het deelbekken Vondelbeek behoort hydrografisch tot het bekken van de Dender. Het bekken bevindt zich in het oosten van de provincie Oost-Vlaanderen en strekt zich uit over de gemeenten Lebbeke, Dendermonde, Aalst, Lede en Opwijk en voor een klein deel ook over de gemeenten Buggenhout, Merchtem, Haaltert, Erpe-Mere en Wichelen. Er bevinden zich 2 VHA-zones in het deelbekken: nrs. 432 en 433. Figuur 11: afbakening met de gemeenten van het deelbekken Vondelbeek (bron: website provincie Oost-Vlaanderen) 2. Scheldeland Het deelbekken Scheldeland bevindt zich tussen Gent en Dendermonde ten noorden van de tijgebonden Schelde. Het behoort hydrografisch tot het bekken van de Boven-Schelde. Het omvat de Vha-zones 472, 481 ten noorden van de Schelde, 483 en Augustus 2005

81 Het omvat alle poldergebieden of gebieden die zich als polder gedragen gelegen rond de tijgebonden Boven-Schelde. Voor dit deelbekken wordt door een studiebureau een beheersplan opgemaakt. Figuur 12: afbakening met de gemeenten van het deelbekken Scheldeland (bron: website provincie Oost-Vlaanderen) 3. De Drie Molenbeken Het deelbekken Drie Molenbeken omvat vier volledige Vhazones, met name de Vha-zones 473, 474, 480 en 482. Deze Vha-zones vormen een hydrografisch geheel omdat de waterlopen ervan allen uitmonden in het getijgebonden gedeelte van de Boven-Schelde op de rechteroever. 81 Augustus 2005

82 Figuur 13: afbakening met de gemeenten van het deelbekken De drie Molenbeken (bron: website provincie Oost-Vlaanderen) De concrete projectorganisatie en de doelstellingennota worden opgesteld volgens de code van goede praktijk voor duurzaam lokaal waterbeleid. In de startnota s worden een aantal knelpunten en potenties opgesomd gebaseerd op de 7 sporen opgenomen in de code van goede praktijk: - het waterbergend vermogen vergroten; - het bestrijden van erosie aan de bron; - zorgen voor water van een voldoende kwaliteit en rationeel watergebruik; - afspraken maken over in te stellen waterpeilen; - het behouden en versterken van het natuurlijk en landschappelijk karakter van de waterlopen; - water als ordenend principe erkennen bij de ruimtelijke planning. 82 Augustus 2005

83 4.2.4 Erosie Figuur 14: actuele erosiekaart in Wichelen (gegevens geo-vlaanderen) Op het grondgebied van Wichelen wordt weinig erosie waargenomen. Figuur 14, gebaseerd op de bodemkaart van Geo-vlaanderen, bevestigt dit. Wichelen is weinig erosiegevoelig voor akkerbouw. Als landbouwer kan men een beheerovereenkomst afsluiten met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en kan men een vergoeding bekomen voor onderstaande toepassingen voor erosiebestrijding: - aanleg en onderhoud van grasbufferstroken; - aanleg en onderhoud van grasgangen; 83 Augustus 2005

84 - niet-kerende bodembewerking; - direct inzaaien; - aanleg en onderhoud van aarden dam met erosiepoel Waterbodem De verontreiniging van oppervlaktewateren heeft eveneens een verontreiniging van baggerspecie tot gevolg. Immers, tal van in het oppervlaktewater geloosde stoffen die niet of langzaam worden afgebroken, adsorberen aan zwevend materiaal en komen met het bezinken van het materiaal op de bodem van de watergangen terecht en gaan daar ophopen. Het fenomeen erosie (zie 4.2.4) draagt eveneens bij tot de waterbodemproblematiek door de aanvoer van sediment naar de waterlopen. Het aangevoerde sediment vermengt zich in de waterlopen met eventueel al verontreinigde bodem, waardoor het volume het af te voeren slib toeneemt. Dit vormt een bedreiging voor de levende organismen. In sommige gevallen blijkt dat de verontreinigingssituatie zo ernstig is, dat verwijdering van de verontreinigde waterbodem noodzakelijk is. Jaarlijks wordt een deel van de waterlopen beheerd door de gemeente Wichelen, geruimd door een aannemer. Het geruimde slib wordt verspreid op de oevers of verwijderd door de aannemer. Jaarlijks worden een aantal waterlopen gekozen zodat uiteindelijk alle waterlopen vierjaarlijks geruimd worden. Het is van belang om de kwaliteit van waterbodems te controleren. Hiervoor werd door de VMM een gestandaardiseerde methode ontwikkeld voor de bemonstering en de fysischchemische, ecotoxicologische en biologische analyses van waterbodems. De Triadebeoordeling combineert de drie onderdelen van de karakterisatie (fysico-chemie, ecotoxicologie en biologie). Op die manier wordt een ecologisch oordeel over de kwaliteit van de waterbodem gevormd. Dit kan een aanzet zijn voor diepgaander onderzoek of bescherming van de waterbodem of vormt een aanwijzing voor een al dan niet ernstige bedreiging voor het ecosysteem. Bij de triadekwaliteitsbeoordeling wordt op basis van de signalen, bekomen in de drie beoordelingen afzonderlijk, de waterbodems gerangschikt in volgorde van globale kwaliteitsbeoordeling van de Triade. Uiteindelijk kan men op deze manier waterbodems rangschikken volgens toenemende prioriteit voor saneringsonderzoek. Voor verschillende meetplaatsen in Wichelen werd de kwaliteit van de waterbodems opgenomen in de databank van de VMM (niet alle meetplaatsen in de databank worden bemonsterd door de VMM). Bijlage 1 geeft een overzicht van de metingen. Onderstaande tabel is een samenvatting van de analyseresultaten van de metingen. 84 Augustus 2005

85 Aantal meetplaatsen Totaal Fysico-chemische beoordeling niet afwijkend t.o.v. referentie 2 licht afwijkend t.o.v. referentie 7 afwijkend t.o.v. referentie 8 18 sterk afwijkend t.o.v. referentie 1 Ecotoxicologische beoordeling geen acute impact 1 licht acute impact 1 acute impact 3 5 ernstige acute impact 0 Biologische beoordeling goede biologische kwalteit 0 matige biologische kwaliteit 0 slechte biologische kwaliteit 1 3 zeer slechte biologische kwaliteit 2 Triade beoordeling eerste prioriteit voor verder saneringsonderzoek 2 tweede prioriteit voor verder saneringsonderzoek 0 3 derde prioriteit voor verder saneringsonderzoek 1 Tabel 6: samenvattig van de kwaliteit van waterbodems in Wichelen (gegevens VMM databank waterbodem) Volgens de fysicochemische bepaling is de kwaliteit van de waterbodems in Wichelen op de meeste meetplaatsen licht afwijkend of afwijkend t.o.v. de referentie. Aangezien op weinig meetplaatsen resultaten van de ecotoxicologische en biolgische bepaling gekend zijn, kan hiervan geen besluit genomen worden. Voor twee van de drie meetpunten waarvoor de globale triade werd bepaald, blijkt dat sanering eerste prioriteit is. 85 Augustus 2005

86 De verwijdering van het ruimingsslib wordt bepaald in het Vlarea. In december 2003 keurde de Vlaamse Regering een wijziging van het Vlarea goed. Op 30 april 2004 werd deze aanpassing in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Voor bagger- en ruimingsspecie wordt een bijzondere regeling vastgelegd om te bepalen wanneer dit kan worden uitgespreid in de 5 meterstrook op de oever of in een oeverzone. Afstemming is voorzien in de (deel)bekkenbeheersplannen. Een code van goede praktijk wordt in de toekomst opgemaakt. In bijlage 2 wordt aangegeven of de ruimingsspecie/baggerspecie als bodem of bouwstof kan gebruikt worden volgens het Vlarea. Van de 17 onderzochte meetplaatsen is het ruimingsspecie op 10 plaatsen niet meer te gebruiken als bodem. Op 5 meetplaatsen kan het gebruikt worden op bodemtype 5 zoals industriegronden. Slechts op 2 plaatsen kan het ruimingsspecie vrij gebruikt worden als bodemstof. Het ruimingsspecie kan op meerdere meetplaatsen gebruikt worden als bouwstof (9 meetplaatsen van de 17) Grondwater Infiltratie De gemeente Wichelen verleent sinds december 2003 een gemeentelijke premie voor de bouw van een infiltratievoorziening. Tot op heden werd één aanvraag ingediend. Door de aanleg van infiltratievoorzieningen wordt er minder water, trager naar de oppervlaktewateren afgevoerd zodat de grondwaterreserves worden aangevuld. Hemelwaterinstallaties en de infiltratievoorzieningen dienen wel aan bepaalde eisen te voldoen en te worden gebouwd volgens een code van goede praktijk. Aanvullend op de gemeentelijke premie kan de particulier een gewestelijke subsidie bekomen indien de installatie voldoet aan de door het Vlaamse Gewest opgestelde reglement Grondwatermeetnet In het kader van de Europese kaderrichtlijn Water wordt het bestaande primaire grondwatermeetnet uitgebreid om een beeld te krijgen van de evolutie van de waterkwaliteit en kwantiteit van de voornaamste watervoerende lagen. Momenteel zijn er 2107 nieuwe en 97 bestaande meetpunten van het freatisch grondwatermeet (AMINAL afdeling water). Nog 200 meetputten in de diepe 86 Augustus 2005

87 watervoerende lagen. Eind 2004 zullen er nog 150 extra in natuurgebieden gelokaliseerd zijn. Dit freatisch grondwatermeetnet is uitgebouwd om de hoeveelheid nitraat op te volgen in het grondwater, maar ook andere parameters worden gemeten. De resultaten van de kwaliteitsbepalingen, de locatie en andere gegevens i.v.m. deze meetpunten zijn raadpleegbaar op de Databank Ondergrond Vlaanderen. Figuur 15 geeft de ligging weer van de meetpunten in Wichelen van het grondwatermeetnet zoals opgenomen in de Databank Ondergrond Vlaanderen. Figuur 15: overzicht meetpunten grondwatermeetnet (Bron: Databank Ondergrond Vlaanderen) Grondwaterwinningen De diepe watervoerende lagen in Oost-Vlaanderen zijn belangrijk voor de watervoorziening van bedrijven en economische activiteiten. Een continue daling van de peilen wordt vastgesteld door het aanpompen van de lagen. Bijlage 3 geeft een detailoverzicht van de vergunde grondwaterwinningen in Wichelen opgenomen in de Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV). De ligging wordt weergegeven op figuur Augustus 2005

88 Figuur 16: ligging grondwaterwinningen in Wichelen (gegevens: Databank Ondergrond Vlaanderen) Inwoners van Wichelen die hun woning niet kunnen aansluiten op het waterbedelingsnet kunnen een premie bekomen bij de installatie van een grondwaterwinning. De grondwaterwinning moet dienen voor huishoudelijk gebruik, gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente en de aanvrager moet op dat adres in het bevolkingsregisters ingeschreven zijn. De toelage bedraagt 50% van de uitgevoerde werken (inclusief BTW) met een maximum van 625 euro per toelage en wordt slechts éénmaal binnen de 15 jaar aan eenzelfde persoon verleend. Voor de analyse van het putwater kan men beroep doen op de Gezondheidsinspectie en de diensten van de TMVW (Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening). Het labo van de TMVW voert een gratis onderzoek uit bij putten van woningen, voor zover de TMVW geen gratis onderzoek uitvoerde in de voorbije 3 jaar. Dit gebeurt voor alle woningen in Wichelen ongeacht of de woning aangesloten is of niet. Jaarlijks wordt een analyse van het putwater van ca. 10 woningen in Wichelen aangevraagd. De meeste putwaters worden geanalyseerd als drinkbaar Grondwaterkwetsbaarheid Op volgende kaart wordt de grondwaterkwetsbaarheid weergegeven voor de gemeente Wichelen. 88 Augustus 2005

89 De kaart geeft een overzicht van verontreiniging in de bovenste waterlaag door stoffen, die van op de bodem in de grond dringen, enkel rekening houdend met statische parameters. De grondwaterkwetsbaarheidskaart is een onderdeel van de databank Ondergrond Vlaanderen en is gebaseerd op drie factoren: de watervoerende laag, de deklaag en de onverzadigde zone. Om de kwetsbaarheid te evalueren werd een kwetsbaarheidsschaal opgesteld met 5 kwetsbaarheidsgraden nl. 1. uiterst kwetsbaar 2. zeer kwetsbaar 3. kwetsbaar 4. matig kwetsbaar 5. weinig kwetsbaar Figuur 17: grondwaterkwetsbaarheidkaart Wichelen (gegevens: Databank Ondergrond Vlaanderen) (Legende: oranje=weinig kwetsbaar / geel=zeer kwetsbaar) In het grootste gedeelte van Wichelen is de risicograad van verontreiniging van het grondwater zodanig dat de kwetsbaarheidsgraad als zeer kwetsbaar wordt vastgesteld. Bij verontreiniging in dit gebied zal de vervuiling sneller in het grondwater terechtkomen dan in gebieden die niet kwetsbaar zijn. In Serskamp is de kwetsbaarheidsgraad weinig kwetsbaar. Dit gebied is hoger gelegen. 89 Augustus 2005

90 Meststoffenproductie door landbouwers Het mestprobleem is ontstaan op het einde van de jaren zestig. De veestapel groeide aan waardoor de hoeveelheid geproduceerde dierlijke mest sterk steeg. De dierlijke mest die men niet nodig had werd uitgereden op akkers en grasland. Ook werd toen veel kunstmest gebruikt. Uiteindelijk kreeg de grond veel fosfaat, nitraat, ammoniak en iets minder kalium toegevoegd. Hierdoor werden de bodem en de grond- en oppervlaktewateren aangetast. De mestbank bevat verschillende gegevens i.v.m. meststoffenproductie. Naast de hoeveelheid geproduceerde mest is het interessant om de aanvoer van N en P2O5 te kennen. In volgende tabellen worden de gegevens van Wichelen van 1998 tot 2001 voorgesteld. Stikstof (kg N) Fosfaat (kg P 2 O 5 ) Omschrijving Dierlijke productie Gebruik van dierlijke mest Gebruik van andere meststoffen Gebruik van chemische meststoffen Totalen Tabel 7: totale productie en gebruik van meststoffen door landbouwers (gegevens VLM) Stikstof (kg N)/ha Fosfaat (kg P 2 O 5 )/ha Omschrijving Dierlijke productie Gebruik van dierlijke mest Gebruik van andere meststoffen Gebruik van chemische meststoffen Totalen Tabel 8: totale productie en gebruik van meststoffen door landbouwers per ha (gegevens VLM) De meststoffenproductie en gebruik in Wichelen is van 1999 tot 2001 vrij constant gebleven. Aantal bedrijven Stikstof (kg N) Fosfaat (kg P 2 O 5 ) Omschrijving Zonder kunstmest Met kunstmest Totalen Tabel 9: bedrijfsmatig overschot van meststoffen (gegevens VLM) Het niet oordeelkundig uitspreiden van mest heeft belangrijke gevolgen voor de kwaliteit van het grondwater. Nitraten en andere stikstofverbindingen, en in mindere mate fosfaten kunnen uitspoelen naar het grondwater toe en bijgevolg de kwaliteit van (ondiepe) 90 Augustus 2005

91 putwaters beïnvloeden. Door oppervlakkige afspoeling en langzame drainage naar sloten en grachten is vermesting eveneens mede verantwoordelijk voor de eutrofiëring van de oppervlaktewateren. Ter controle van het mestdecreet worden binnen de politiezone (Wichelen, Laarne, Wetteren) onverwachte controles uitgevoerd op het uitrijden van mest en mesttransport. Deze actie is een samenwerking tussen de politie, de mestbank en de milieuambtenaren van de betrokken gemeenten. 4.3 Knelpunten K4-1 Op verschillende meetplaatsen is de waterkwaliteit slecht. K4-2 Een aantal woningen zijn niet aangesloten hoewel een riolering aanwezig. Deze woningen zijn gravitair niet aansluitbaar. K4-3 Knelpunten met wateroverlast. K4-4 De gemeente is niet op de hoogte of aansluitingen op gescheiden stelsels op de juiste wijze uitgevoerd zijn. K4-5 De gemeente heeft geen hemelwaterinstallatie of infiltratievoorziening in eigen beheer. K4-6 De gemeente heeft de intentie om de kwaliteit van de waterbodem te laten analyseren alvorens de ruiming, maar dit wordt vaak niet uitgevoerd wegens budgettaire beperkingen. K4-7 Een duidelijk overzicht van alle grondwaterwinningen en de opgepompte debieten is niet voorhanden in de gemeente K4-8 Sproeiwater van ondoorlaatbare containervelden komt rechtstreeks in de gracht en is mogelijks vervuild met pesticiden, mest, 4.4 Doelstellingen Oppervlaktewater Volgens meetgegevens is de kwaliteit van het oppervlaktewater matig verontreinigd tot verontreinigd. Ter verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater voert de gemeente een vergunningenbeleid en optimaliseert ze de waterzuiveringsinfrastructuur. Tegen 2009 streeft de gemeente naar een goede en aanvaardbare kwaliteit van het oppervlaktewater (minimum BBI 7 en een PI van 1 tot 2 ). De nitraatconcentratie van het oppervlaktewater mag de drempel van 50 mg/l niet overschrijden. 91 Augustus 2005

92 De zuiveringsgraad bedroeg 65,3 % in 2005 (21/02/2005). De gemeente wil de zuiveringsgraad verbeteren (streefdoel 80%) door een verhoging van het aantal woningen waarvan het afvalwater wordt gezuiverd. Een maximale afkoppeling van afvalwater en hemelwater wordt nagestreefd. De gemeente streeft naar een maximale bescherming van bestaande structuurkenmerken. Knelpunten onder andere voor vismigratie worden onderzocht en indien mogelijk opgeheven door een gezamenlijk overleg met alle betrokkenen. Duurzaam watergebruik Naast sensibiliseren en informeren van de bevolking wordt het principe van duurzaam watergebruik geïntegreerd in eigen beheer. Maatregelen zoals de opvang en gebruik van hemelwater, waterbesparende maatregelen, infiltratie, worden toegepast. In kader van het intern milieuzorgsysteem volgt de gemeente Wichelen het leidingwaterverbruik van alle gemeentelijke diensten jaarlijks op en streeft naar een jaarlijkse vermindering van 5 m 3 /jaar/per voltijdse werknemer. Integraal waterbeheeer Enerzijds wordt een optimale waterbeheersing nagestreefd en anderzijds wordt gezorgd voor het vrijwaren van het natuurlijk milieu. De gemeente lost de gekende overstromingspunten op indien mogelijk. Grensoverschrijdend werkt de gemeente mee aan een integraal waterbeheer door middel van deelbekkenbeheerplannen. Dit betekent dus voldoende ruimte creëren voor een natuurlijke ontwikkeling van de waterlopen en het voorkomen van verontreiniging wat moet leiden tot een grotere biodiversiteit. Waterbodem Om het ruimingsspecie afkomstig van waterbodems op een correcte wijze te verwijderen, onderzoekt de gemeente de kwaliteit van het ruimingsspecie alvorens de ruiming van grachten. De gemeente heeft als doel dat tegen het einde van de planperiode de helft van de onderzochte waterbodems niet afwijkend zijn van de referentie volgens de fysicochemische bepaling (zie databank VMM). Grondwater De gemeente voert een grondwaterbeleid met als prioriteiten: - behouden van de grondwaterpeilen en voorraden noodzakelijk voor het duurzaam behoud van drinkwaterreserves en de ontwikkeling van natuurwaarden; - een gericht vergunningenbeleid voeren ten aanzien van de waterwinning; 92 Augustus 2005

93 - inzicht verwerven in de grondwaterkwaliteit en in de mogelijke beïnvloedende factoren. De maximale hoeveelheid nitraat in het grondwater mag de drempel van 50 mg nitraat/liter niet overschrijden. 4.5 Acties Oppervlaktewater A4-1 Bevolking inlichten over het reglement overwelven baangrachten Aangezien de overwelving of inbuizing van baangrachten de infiltratiemogelijkheden verhindert, de bergingscapaciteit verkleint, heeft de gemeente een reglement opgesteld. De maatregelen komen ten goede voor zowel de kwantitatieve als de ecologische aspecten van de waterloop. Inwoners worden ingelicht over dit reglement en de gemeente waakt over de juiste toepassing van het reglement. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners, technische dienst Periode: 2005 A4-2 Een premie verlenen voor individuele voorbehandelingsinstallaties voor afvalwater (IBA) De gemeente biedt een premie aan inwoners voor het plaatsen van een individuele voorbehandelingsinstallatie voor afvalwater bij woningen die nooit kunnen aansluiten op riolering. Op de huidige zoneringskaarten zijn deze gebieden aangeduid met zone C of niet gerioleerd gebied. De gemeente zal indien beschikbaar de nieuwe zoneringskaarten opgemaakt door Aquafin gebruiken. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: betrokken inwoners, technische dienst, dienst ruimtelijke ordening, Aquafin Periode: A4-3 Verdere uitbouw van het zuiveringsbeleid Dit omvat: - optimalisering van het bestaande gemeentelijk rioleringsstelsel; - uibreiding van het rioleringsstelsel; 93 Augustus 2005

94 - zuivering in het buitengebied aanpakken. Initiatiefnemer: technische dienst Betrokkenen: milieudienst Periode: A4-4 Rioleringsdatabank opmaken Om de rioleringssituatie op haar grondgebied in te schatten en de inventarisatie van de zuiveringsinfrastructuur en lozingssituatie op te volgen maakt de gemeente aan de hand van een nieuw softwareprogramma een rioleringsdatabank op. Initiatiefnemer: technische dienst Betrokkenen: milieudienst Periode: 2005 A4-5 Vergunningenbeleid voeren De gemeente onderzoekt of bijkomende voorwaarden in de milieuvergunning moeten opgenomen worden. Bij de verlening van een vergunning (milieu- of stedenbouwkundige vergunning) vindt overleg plaats tussen de milieudienst, de dienst ruimtelijke ordening en de technische dienst. Items zoals de beperking van verharde oppervlakten of waterdoorlatende alternatieven en de afvoer van regen- en afvalwater (afkoppeling regenwater en eventueel IBA) worden onderzocht. De gemeente zal bij de verlening van vergunningen een watertoets uitvoeren om de mogelijk schadelijke effecten op het watersysteem te beperken. Bij nieuwe verkavelingen wordt de afvoer van afvalwater en regenwater en buffering beoordeeld. Bij een vergunning voor containervelden worden extra voorwaarden omtrent infiltratie opgenomen. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: bedrijven, dienst ruimtelijke ordening, technische dienst, Periode: A4-6 Sensibilisatiecampagnes organiseren De gemeente Wichelen informeert haar inwoners omtrent volgende items: 94 Augustus 2005

95 - bestaande subsidies en reglementen (IBA s, hemelwaterinstallatie, infiltratievoorziening, overwelving van baangrachten, ); - de voordelen van een gescheiden lozing van hemelwater en afvalwater; - de verplichte aansluiting op de riolering en de correcte aansluiting; - duurzaam waterbeheer: gebruik van hemelwater, waterbesparingsmaatregelen, gebruik van watervervuilende producten beperken, Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners Periode: Duurzaam watergebruik A4-7 Wateraudit bij nieuwbouw en verbouwingen Om haar voorbeeldfunctie uit te oefenen wordt door de gemeente bij nieuwbouw en verbouwingen van gemeentelijke gebouwen steeds geëvalueerd of een rationeel watergebruik wordt toegepast in het gebouw en dus hemelwater kan worden gebruikt. Project 12 van het provinciaal milieubeleidsplan (zie 13.5) staat in verband met deze actie. Initiatiefnemer: technische dienst Betrokkenen: milieudienst, provincie Oost-Vlaanderen Periode: A4-8 Duurzaam watergebruik in de gemeentediensten Enerzijds worden werknemers aangemoedigd om hun waterverbruik te reduceren door middel van een gedragsverandering. Anderzijds wordt door kleine technische aanpassingen (bv. aan het sanitair) het waterverbruik automatisch verminderd. Het waterverbruik wordt in de eigen diensten geregistreerd en opgevolgd. Daarnaast wordt hergebruik van water aangemoedigd en de werknemers gesensibiliseerd omtrent de effecten van bepaalde producten op de verontreiniging van oppervlaktewater. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: gemeentediensten Periode: Augustus 2005

96 A4-9 Doelgroepen stimuleren tot een duurzaam gebruik van water De gemeente onderneemt acties om verenigingen, inwoners, scholen, bewust te maken dat water schaars en niet overal beschikbaar is. Volgende tips voor een duurzaam watergebruik worden meegedeeld: - waterverbruik reduceren door middel van spaartoetsen op toiletten, spaardouchekop, - water zo weinig mogelijk vervuilen - hemelwater gebruiken door middel van een hemelwaterinstallatie of hemelwaterton - Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: inwoners, scholen, verenigingen Periode: Integraal waterbeheer A4-10 Integraal waterbeheer De opmaak van deelbekkenbeheerplannen wordt gecoördineerd door de provincie (project 1 van het provinciaal milieubeleidsplan (zie 13.5). De gemeente participeert aan de vergaderingen van de deelbekkenwerking en levert informatie. Na de opmaak van de deelbekkenbeheerplannen voert de gemeente acties uit die voortvloeien uit het plan. Ter realisatie van een integraal waterbeleid integreert de gemeente volgende instrumenten: - de watertoets: de gemeente beslist bij een vergunningsaanvraag of de goedkeuring van een programma / plan of er geen schadelijk effect ontstaat op het watersysteem. Indien schadelijke effecten ontstaan weigert ze de vergunning, het plan of het programma of legt gepaste voorwaarden op; - overleg met de dienst ruimtelijke ordening voor het behouden van bestaande uitwijkingsplaatsen voor water; - aangepaste stedenbouwkundige voorschriften in BPA s en RUP s om het verhardingspercentage te beperken; Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: provincie Oost-Vlaanderen, betrokken gemeenten, technische dienst, het Waterschap 96 Augustus 2005

97 Periode: A4-11 Knelpunten wateroverlast remediëren De gemeente lost knelpunten van wateroverlast op door het nemen van maatregelen zoals een pompsysteem, een natuurlijk wachtbekken, Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: technische dienst Periode: Waterbodem A4-12 Onderhoud van waterlopen en grachten De gemeente maakt een visie en planning op voor het onderhoud en de ruiming van grachten en waterlopen. Bij onderhoud houdt de gemeente Wichelen rekening met de deelbekkenbeheerplannen en volgt de code van goede praktijk voor een duurzaam lokaal waterbeleid. Indien budgettair haalbaar zal de gemeente alvorens het ruimen van grachten stalen nemen en analyseren en toetsen aan de Vlarea-normen. In bestekken voor de ruiming van grachten wordt opgenomen dat het ruimingsspecie moet verwijderd worden volgens de bepalingen van het Vlarea. De gemeente zorgt voor een natuurvriendelijk beheer en inrichting van grachten en waterlopen en beschermt ze tijdens het onderhoud. Het beheer van oevers werd opgenomen onder de cluster natuurlijke entiteiten. Oevers worden ingericht volgens de code van goede praktijk natuurvriendelijke oevers. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: technische dienst, aannemer ruiming grachten, provincie Oost-Vlaanderen Periode: Grondwater A4-13 Grondwaterreserves op peil houden Volgende acties worden genomen om de grondwatervoorraad op peil te houden: 97 Augustus 2005

98 - Nieuwe aanvragen voor grondwaterwinningen worden grondig geëvalueerd en indien mogelijk worden alternatieven voorgesteld. - De vergunde debieten, de watervoerende lagen waaruit het grondwater wordt opgepompt en het werkelijk opgepompt debiet van vergunde waterwinningen wordt opgevolgd. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: technische dienst Periode: A4-14 Infiltratieproject De gemeente plaats een infiltratievoorziening om het grondwater in de bodem te infiltreren en het versneld afvoeren van hemelwater via verharde oppervlakken naar de riolering te voorkomen. Inwoners worden via dit voorbeeldproject gesensibiliseerd en geïnformeerd omtrent de infiltratie van grondwater. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: technische dienst Periode: 2007 A4-15 Vismigratieknelpunten voorkomen en oplossen De gemeente zal bestaande knelpunten van vismigratie oplossen in samenwerking met de betrokken waterbeheerder. Bij infrastructuurwerken aan grachten en waterlopen zal ze vismigratieknelpunten voorkomen. Initiatiefnemer: milieudienst Betrokkenen: technische dienst, provincie Oost-Vlaanderen, Vlaamse Gewest, polders Periode: Augustus 2005

99 5 NATUURLIJKE ENTITEITEN De laatste decennia werd een steeds toenemende aantasting van natuurgebieden vastgesteld en een sterke achteruitgang van soorten. In Vlaanderen zijn in de loop van deze eeuw meer dan 300 inheemse plant- en diersoorten uitgestorven en ongeveer 30 % van alle soorten is in mindere of meerdere mate bedreigd. Ook de oppervlakte van natuurlijke landschappen kent een sterke achteruitgang. In het natuurdecreet krijgen gemeenten een uitdrukkelijke taak toegewezen, met name op het vlak van gebiedsgericht beleid in verbindingsgebieden en in het stedelijk milieu, en wat betreft het doelgroepenbeleid en natuureducatie. Een belangrijk instrument van het gemeentelijk natuurbeleid is het GNOP (gemeentelijk natuurontwikkelingsplan). Dit document heeft geen juridische basis, maar het is zeer belangrijk voor het uitvoeren van concrete acties en voor de werking met andere beleidsdomeinen zoals ruimtelijke ordening. 5.1 Beleidskader en gemeentelijke bevoegdheden Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu Dit decreet vervangt voor het Vlaamse Gewest bijna volledig de wet op het natuurbehoud van 12 maart Met het natuurbehoudsdecreet wordt samen met het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (5 april 1995) gepoogd het natuurbeleid in andere maatschappelijke sectoren te integreren. Tevens is dit decreet een vergelijk geworden tussen de natuurbehouds- en de landbouwsector waarbij alle maatregelen in verband worden gebracht met bepaalde gebiedscategorieën, waaruit dan blijkt of en in welke mate de landbouw gebonden wordt door een specifieke maatregel. In het Natuurbehoudsdecreet worden op eenduidige wijze de doelstellingen van het natuurbehoud vastgelegd, met name de bescherming, de ontwikkeling, het beheer en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu, alsook de handhaving of het herstel van de daartoe vereiste milieukwaliteit. Daarnaast streeft het een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak na. Volgende krachtlijnen worden onderscheiden: - Horizontale maatregelen, met name maatregelen die overal, dus ook buiten de specifiek voor de natuur bestemde gebieden, kunnen worden genomen; - Het vrijwaren van een ecologische milieukwaliteit, bovenop de algemene basismilieukwaliteit; 99 Augustus 2005

100 - Gebiedsgericht natuurbeleid, zowel inzake het creëren van ruimtelijke netwerken VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk) en IVON (Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk) als op het vlak van het creëren van natuurreservaten; - Soortgericht natuurbeleid, dit wil zeggen het nemen van specifieke beschermingsmaatregelen voor planten- of diersoorten of andere organismen; - Doelgroepenbeleid, door middel van voorlichting en educatie, in functie van draagvlakbevordering voor het natuurbehoud. Het natuurbeleid sluit ook aan bij de beginselen van milieubeleid zoals geformuleerd in het Decreet algemene bepalingen inzake milieubeleid. - Onder het stand-still beginsel wordt verstaan dat er geen natuur meer verloren mag gaan; - Het principe de vervuiler betaalt is terug te vinden in de verplichting tot herstel en in geldboetes; - Het invoeren van de zorgplicht voor natuur betekent dat de nodige maatregelen moeten genomen worden om schade te voorkomen, te beperken of te herstellen; - Met het voorkomingsbeginsel is het onder andere verboden om vermijdbare schade toe te brengen aan de natuur en is het mogelijk om bepaalde activiteiten te verbieden of aan bepaalde voorwaarden te onderwerpen. Verder is de overheid verplicht om binnen het VEN en het IVON de risico s op verdroging terug te dringen. Zo kunnen vergunningverlenende overheden, vooral gemeentebesturen, vergunningen weigeren of voorwaarden opleggen als vermijdbare schade zou ontstaan. In een eerste uitvoeringsbesluit werd door de Vlaamse regering richtlijnen voor die vergunningverlening vastgelegd: met name voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en van kleine landschapselementen; - Het beginsel van voorkeur voor brongerichte maatregelen is terug te vinden in de bescherming van insijpelingsgbieden voor het grondwater, de reglementering van het gebruik van meststoffen, het verbod om bestrijdingsmiddelen te gebruiken en om het grondwaterpeil te verlagen in het VEN; - Met het integratiebeginsel wordt beoogd dat bij de besluitvorming op andere beleidsterreinen van het Vlaams Gewest en van de ondergeschikte besturen steeds rekening wordt gehouden met natuur. Het IVON (Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk) is een geheel van gebieden waarin de administratieve overheden (dus ook de gemeenten) zorg dragen voor het behoud van de aanwezige natuurwaarden en maatregelen nemen ter bevordering en versterking van die natuurwaarden. Natuur in de bebouwde omgeving behoort tot de uitvoerende verantwoordelijkheid van de gemeenten; de Vlaamse regering kan eventueel wel maatregelen nemen om de gemeente 100 Augustus 2005

101 hierbij te ondersteunen. Dit geldt ook voor het ontwikkelen van kleine landschapselementen door de gemeente om natuurverbindingen tot stand te brengen. Hiervoor kan een convenant met de Vlaamse overheid worden afgesloten Vegetatiewijziging Het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 is het eerste uitvoeringsbesluit van het Decreet op het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en vervangt het eerste Vegetatiebesluit (besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 1996). Het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen is nu in bepaalde gevallen hetzij verboden, hetzij onderworpen aan het verkrijgen van een natuurvergunning, hetzij onderworpen aan een meldingsplicht (enkel van toepassing voor het wijzigingen van vegetatie in landbouwgebied) Bermbesluit van 27 juni 1984 Het bermbesluit beoogt een natuurvriendelijk bermbeheer te stimuleren via een aangepast maaibeheer (met een eerste maaibeurt na 15 juni en eventueel een tweede maaibeurt na 15 september) met daartoe geschikt materiaal en met verbod tot gebruik van biociden. Het is van toepassing op bermen en taluds langs wegen, waterlopen en spoorwegen, waarvan het (on)kruidbeheer toebehoort aan publiekrechtelijke rechtspersonen (onder andere openbare besturen) Bosdecreet Het bosdecreet van 13 juni 1990 (BS 28 september 1990), dat het vroegere boswetboek grotendeels vervangt (een aantal artikels van het Boswetboek (vooral titel XI) zijn tot op heden nog van kracht), is van toepassing op alle bossen in Vlaanderen. Het erkent en regelt de verschillende bosfuncties en maakt een deskundig beheer van de bossen mogelijk. Naast een multifunctionaliteit legt het decreet de nadruk op bescherming en behoud van het bos in Vlaanderen. Net zoals alle andere eigenaars van openbare bossen is de gemeente verplicht een beheersplan op te maken voor alle bossen in haar eigendom. Inmiddels werd dit bosdecreet in 1999 grondig gewijzigd via: - het decreet van 18 mei 1999 houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begroting (BS 30 september 1999) - het decreet van 18 mei 1999 (BS 23 juli 1999) houdende wijzigingen van het bosdecreet 101 Augustus 2005

102 Een aantal van deze in 1999 uitgevoerde wijzigingen zijn ook voor de gemeente belangrijk: - In het begrotingsdecreet werd het artikel 90 bis van het oude bosdecreet gewijzigd. Dit artikel bepaalde een moratorium op het kappen van bossen. De vergunningverlenende overheid kon alleen maar ontbossing machtigen voor werken van algemeen belang. De wijziging van het artikel 90 bis zwakte dit moratorium af. Bouwvergunningen voor ontbossing kunnen in de toekomst ook afgeleverd worden voor woongebieden, industriegebieden en hiermee gelijkgestelde gebieden. - Een nieuw artikel 4 bis zorgt ervoor dat openbare en privé parken nu ook onder de toepassing van het bosdecreet kunnen vallen. Via een subsidie kan de overheid een sturend en ondersteunend beleid voeren. - Naar analogie van andere Europese landen werd het principe van de algemene toegankelijkheid van de bossen ingevoerd, ook voor privébossen. Zo werd bijv. een nieuwe definitie van het begrip bosweg ingevoerd, geldt de toegankelijkheid in eerste instantie voor de voetganger, moeten de signalisatieborden voor de toegang en het verkeer in bossen uniform zijn. - Ook onder hoofdstuk 3 over het bosbeheer zijn een aantal nieuwe bepalingen opgenomen. Zo kunnen nu onder andere personeelsleden van de gemeente gemandateerd worden om taken met betrekking tot het beheer en/of toezicht op bossen uit te oefenen volgens de richtlijn van het bosbeheer. Daarnaast kan de toepassing van het bosdecreet voor privébossen en openbare bossen andere dan domeinbossen kleiner dan 0,5 ha, gelegen in niet groene bestemmingszones op verzoek van de gemeente gedelegeerd worden naar de gemeente. - Het speerpunt van dit decreet is de mogelijkheid tot het oprichten van bosgroeperingen nieuwe stijl. Bosgroepen moeten in eerste instantie een oplossing bieden voor versnipperde eigendomsstructuren van de bossen. Ze moeten een efficiënt en transparant instrument vormen dat het vertrouwen van de boseigenaars opwekt, zodat die bereid zijn actief in een open sfeer met andere boseigenaars samen te werken. De bosgroep moet de nodige initiatieven nemen om de samenwerking te stimuleren. De gemeenten kunnen in deze bosgroepen een belangrijke voorbeeldfunctie vervullen voor de andere eigenaars. Er zijn in totaal twaalf doelstellingen waaraan een bosgroep moet voldoen. Hieruit blijkt dat ze een instrument zijn om het vooropgestelde bosbeleid, dat uitgaat van duurzaamheid en verweving van functies, te realsieren, rekening houdend met de lokale maatschappelijke behoeften terwijl ook de belangen van de boseigenaar voldoende aan bod komen. Zeer recent werd het bosdecreet verder gewijzigd door de volgende vier nieuwe besluiten van de Vlaamse regering daterend van 27 juni 2003 (BS 10 september 2003): - het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de criteria voor duurzaam bosbeheer voor bossen gelegen in het Vlaamse gewest (duurzaamheidsbesluit) 102 Augustus 2005

103 - het besluit van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en de subsidiëring van bosgroepen en de wijze waarop leden van het Bosbeheer kunnen meewerken in erkende bosgroepen (bosgroepenbesluit) - het besluit van de Vlaamse regering betreffende de subsidiëring van beheerders van openbare en privé bossen (subsidiebesluit) - het besluit van de Vlaamse regering betreffende de beheersplannen van bossen (beheerplanbesluit) Ook deze recent uitgevoerde wijzigingen zijn van belang voor de gemeente: - Het beheer van openbare bossen moet gebeuren met naleving van de criteria voor duurzaam bosbeheer (CDB) op een redelijke en bosbouwtechnisch verantwoorde wijze. De CDB worden vastgelegd in de bijlage van het duurzaamheidsbesluit - In hoofdstuk II van het bosgroepenbesluit worden de criteria en de procedure toegelicht die vereist zijn voor de voorlopige en de definitieve erkenning van een bosgroep In hoofdstuk III van het bosgroepenbesluit wordt de subsidieregeling van erkende bosgroepen toegelicht - In het subsidiebesluit wordt de subsidiëring voor (her)bebossen (hoofdstuk II), openstellen (hoofdstuk III), bevorderen van de ecologische functie (hoofdstuk IV), en het opstellen van een bosbeheerplan dat voldoet aan de CDB (hoofdstuk V) geregeld - In het beheerplanbesluit wordt de vorm en de inhoud van een bosbeheerplan en de bij de opmaak van een dergelijk plan te volgen procedure geregeld Onbevaarbare waterlopen De basiswet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen (BS 15 februari 1968), werd door het Vlaamse Gewest aangevuld met het Decreet van 21 april 1983 houdende de ruiming van Onbevaarbare waterlopen (BS 15 juli 1983). De wet onderscheidt 3 categorieën onbevaarbare waterlopen. Voor onbevaarbare waterlopen van 3 de categorie moeten de ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken gebeuren door het gemeentebestuur. Dit kan ondermeer zijn het uitbaggeren van de waterloop tot op de vaste bodem of het herstellen van en verstevigen van bestaande dijken. De kosten moeten gedragen worden door de verantwoordelijke instantie (=de gemeente). Buitengewone werken van verbetering (onder meer het uitgraven, verbreding, rechttrekking) en wijziging voor de waterlopen van de 3 de categorie moeten gebeuren door en op kosten van het gemeentebestuur, na beslissing van het gemeentebestuur en na machtiging van de Bestendige Deputatie. De gemeente staat eveneens in voor het waterlopenbeheer de bescherming van de oevers. Tevens behoort de bedding van de waterlopen van de 3 de categorie toe aan de gemeente. 103 Augustus 2005

104 Daar waar polders actief zijn, wordt het beheer van de waterlopen 3 de categorie overgedragen aan de polders. Volgende polders zijn actief in de gemeente Wichelen: - polder Bergmeersen - polder van Belham - polder tussen Schelde en Durme Veldwetboek Het veldwetboek bevat allerlei regelingen eigen aan het platteland, alsook met betrekking tot de veldpolitie Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het decreet van 24 juli 1997 houdende de ruimtelijke planning geeft de juridische grondslag voor de opmaak van het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen en van provinciale en gemeentelijke structuurplannen. Op basis van dit decreet werd op 24 september 1997 het eerste Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen definitief vastgesteld. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vormt de basis voor het ruimtelijk beleid voor de komende tien jaar ( ). Eén van de doelstellingen van het RSV is de uitbouw van een duurzame natuurlijke structuur, om meer ruimte te geven aan natuur Provinciaal ruimtelijk structuurplan Het ruimtelijk structuurplan van de provincie Oost-Vlaanderen is in werking getreden op 24 maart In het ruimtelijk structuurplan wordt de natuurlijke structuur verder verfijnd voor wat betreft de natuurverbindingsgebieden en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. Inzake bosuitbreiding zal de provincie een ondersteunend beleid voeren ten opzichte van het Vlaams beleid en zich toeleggen op bossen in natuurverbindingsgebieden en in de provinciale domeinen Ontwerp ruimtelijk structuurplan Wichelen De gemeente Wichelen beschikt over een ontwerp ruimtelijk structuurplan. Het ontwerp ruimtelijk structuurplan geeft overzicht van de bestaande ruimtelijk-natuurlijke en landschappelijke structuur en de visie van de gewenste structuur Landinrichting De Vlaamse regering nam op 26 april 1990 het besluit houdende nadere regelen betreffende de landinrichting en wijzigde dit bij besluit van 23 oktober Daarmee was uitvoering gegeven aan het oprichtingsdecreet van de VLM. Beide besluiten werden opgeheven en 104 Augustus 2005

105 vervangen door het besluit van de Vlaamse regering van 6 juni 1996 houdende de nadere regelen betreffende de landinrichting ( BS 16/10/1996). Landinrichting werkt met proefprojecten waarvoor de VLM een landinrichtingsplan opmaakt. Per project treden het Landinrichtingscomité, de Stuurgroep en de betrokken gemeenten, adivserend op bij de totstandkoming van de plannen Subsidiereglementen Subisidie voor de aankoop van natuurterreinen De verwerving van natuurterreinen kan gebeuren door de overheid (Vlaamse Gewest, Provincie en Gemeenten) of door terreinbeherende natuurverenigingen. Het Vlaamse Gewest kan de aankoop van terreinen door erkende terreinbeherende natuurverenigingen subsidiëren. Deze regeling is gesteund op het uitvoeringsbesluit van 29 juni 1999 (BS 18 september 1999) waardoor het subsidiereglement volledig hervormd is en het Vlaamse Gewest in sommige gevallen tot 90 % van het aankoopbedrag kan tussenkomen. Naast de subsidie van het Vlaams Gewest kunnen natuurverenigingen nog een extra subsidie van de provincie krijgen voor de aankoop van natuurterreinen. Deze subsidie werd in 2005 geheroriënteerd naar een subsidie voor soortenbeschermingsprojecten gericht aan natuurverenigingen, regionale landschappen en bosgroepen. De subsidie voor de aankoop van gebieden blijft mogelijk indien dit gekoppeld wordt aan soortgerichte maatregelen. De gemeente kan ook zelf natuurterreinen verwerven en hiervoor ook beroep doen op provinciale subsidies. Door het Vlaamse Gewest kunnen aan de gemeenten ook toelagen worden verstrekt voor de verwerving van groene ruimten om ze als openbare groene ruimte voor passieve recreatie te beheren. Hiervoor moet elk jaar een beheersplan worden opgemaakt. Tevens kunnen deze gebieden, waarover de gemeente het eigendomsrecht bezit of verworven heeft, in beheer worden gegeven, via huur of erfpacht, bij een erkende natuurvereniging. Deze bezit de vereiste know-how om een effectieve natuurproductie te realiseren. In de beheerscommissie bij een dergelijk reservaat zetelt dan gewoonlijk een afgevaardigde van het gemeentebestuur. Subsidie voor natuur- en landschapsbeheer Beheersovereenkomsten met landbouwers 105 Augustus 2005

106 Op grond van het Besluit van 18 december 2003 (BS 13 februari 2004) tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening (EEG) nr 1257/99 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling is het mogelijk om beheersovereenkomsten te sluiten voor 5 doelstellingen: het weidevogelbeheer; het perceelsrandenbeheer; het herstel, de ontwikkeling en het onderhoud van kleine landschapselementen; erosiebestrijding en het botanisch beheer. Het sluiten van beheersovereenkomsten is mogelijk sedert Beheersovereenkomsten worden vrijwillig afgesloten door de landbouwers met de overheid waarbij de landbouwer een vergoeding van de overheid ontvangt voor het toepassen van een bedrijfsvoering die mede gericht is op het beheer van natuur en landschap. De bedoeling is een betere natuur-, milieu- en landschapskwaliteit te bereiken. De toepassing van beheersovereenkomsten kadert het best in een gebiedsgericht beleid. Er wordt een beheersplan opgemaakt voor een bepaald gebied (bijvoorbeeld in verwevingsgebieden waar natuurontwikkeling en beheerslandbouw de hoofdfunctie vormen of gebieden van openbare besturen die in huur of gebruik worden gegeven aan de landbouw. De gemeentebesturen kunnen hierbij stimulerend optreden door binnen bepaalde marges een supplement (maximum tot 30 %) op de beheersvergoeding toe te kennen. Dit is zelf wenselijk voor die gebieden die het GNOP daartoe aanduidt. Hierbij staat de Vlaamse Landmaatschappij in voor de actieve bevordering, het sluiten en de controle van beheersovereenkomsten in Vlaanderen. Beheer door natuurverenigingen Ook voor het beheer van natuurgebieden kunnen erkende natuurverenigingen, steunend op het hogervermeld uitvoeringsbesluit van 29 juni 1999, een subsidie van het Vlaamse Gewest ontvangen. Beheer door ondergeschikte besturen Vaak over het hoofd gezien is het KB van 23 juli 1981 (BS 23 juli 1981) betreffende de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van ondergeschikte besturen of ermee gelijkgestelde rechtspersonen worden uitgevoerd. Op grond van dit KB kunnen ondergeschikte besturen zoals provincies, gemeenten, OCMW s, polders en wateringen een subsidie van 60 % verkrijgen van het Vlaamse Gewest voor het inrichten van natuurgebieden, natuurreservaten en natuurparken en voor het herstel en verbetering van het landschap met haar typische fauna en flora. Dit opent perspectieven op samenwerking om bijvoorbeeld in een (momenteel drooggetrokken) valleigebied in een gemeente door technische ingrepen plaatselijk de grondwaterstand terug op een normaal en dus hoger peil te brengen. Daarbij kan polders en wateringen rekenen op 60 % subsidie door het Vlaamse Gewest, de gemeente zou daar bvb. 20 % kunnen aan toevoegen. 106 Augustus 2005

107 Met het Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan wordt het gemeentelijk beleid inzake natuur geconcretiseerd. In het kader van het Gemeentelijk milieuconvenant werden de gemeenten gestimuleerd om voor hun grondgebied een eigen natuurbeleid op te maken. Met het opstellen van een GNOP wordt door de gemeente een actieprogramma opgesteld ter verbetering van de toestand en de kwaliteit van de natuur op haar grondgebied. In het kader van de huidige samenwerkingsovereenkomst worden gemeenten gestimuleerd om deze plannen ook uit te voeren Samenwerkingsovereenkomst Via de samenwerkingsovereenkomst verbindt de gemeente zicht ertoe om een beleid te ontwikkelen en uit te voeren met betrekking tot natuur, bos en groen en landschappen. De gemeente besteedt aandacht aan volgende punten: - uitbouwen van gemeentelijke deskundigheid op het vlak van ecologische processen, het agrarisch natuurbeheer, de landschapszorg, het duurzaam bosbeheer en het harmonisch park- en groenbeheer; - het toepassen van vernieuwende concepten en begrippen rond natuurbeheer, landschapszorg, groen- en bosbeheer; - het bevorderen van de natuurwaarde, de landschapszorg en de groen- en bosstructuren door het uitvoeren van acties en/of projecten op gemeentelijke eigendommen die kaderen binnen visie, planning, beheer; de visie is gebaseerd op de Gewestelijke visie die van toepassing is; - het toepassen van het principe van de natuurzorgplicht en het beginsel inzake het integreren van natuuroverwegingen in andere vergunningenstelsels; - het beschermen en ontwikkelen van kleine landschapselementen, lijn- en puntvormige elementen; - het nemen van aanvullende of ondersteunende maatregelen in het kader van een gewestelijke soortenbeschermingsplan van een soort van internationaal of gewestelijk belang of het nemen van maatregelen in het kader van een soortbeschermingsplan van een soort van proviniciaal of bovenlokaal belang of het nemen van maatregelen in het kader van een soortenbeschermingsplan van een soort van lokaal belang; - het ontwikkelen van inzicht in de historische landschappelijke ontwikkeling en landschapselementen; - het stimuleren van participatie; - het opzetten van gerichte informatie- en sensibiliseringscampagnes Kerntakendebat In het kerntakendebat krijgen gemeenten onder andere volgende bevoegdheden: 107 Augustus 2005

108 - bevoegdheden voorzien in het bosdecreet: het beheer en de controle en handhaving van specifiek vermelde bossen; - initiatieven inzake het aanleggen van speelbossen of realiseren van speelzones in bestaande bossen ten behoeve van jeugdorganisaties; - het beheer van bossen in eigendom van lokale overheidsinstellingen, geregeld door art. 45 van het bosdecreet; - realisatie van bijkomend bos door enerzijds ruimte te voorzien binnen de eigen structuurplannen en anderzijds door zelf projecten te realiseren; - groenbeheer en beleid, meer specifiek het beheer van de groene ruimte in de bebouwde en stedelijke omgeving; - beheer van parken van lokaal belang; - afleveren van vergunningen; Plandoelstellingen Vlaams milieubeleidsplan De plandoelstellingen voor de cluster natuurlijke entiteiten zijn opgenomen in volgende thema s van het Vlaams milieubeleidsplan en zijn geformuleerd in de bijlagen (zie 13.4). > Versnippering > Verlies aan biodiversiteit > Gebiedsgericht milieubeleid > Verandering van het klimaat door broeikaseffect Plandoelstellingen provinciaal milieubeleidsplan De plandoelstellingen voor de cluster natuurlijke entiteiten zijn opgenomen in volgende thema s van het provinciaal milieubeleidsplan De plandoelstellingen en provinciale projecten zijn geformuleerd in de bijlagen zie (13.5). > Natuur, bos, groen en landschap 5.2 Beschrijving van de bestaande toestand Algemene visie (bestaande beleidsplannen) Gewestplan Het gewestplan geeft een duidelijk overzicht van de ruimtelijke indeling in Wichelen. 108 Augustus 2005

109 Figuur 18: Gewestplan (zie volgende pagina) Volgens het gewestplan liggen volgende gebieden met groene bestemming in Wichelen: - natuurgebieden: een deel is versnipperd over de gemeente, de grotere gebieden zijn de Molenbeekvallei, de Vijverbeek en het Eetgoed; - bosgebieden tegen de Nonnenbossen en aan de Paardenweide; - parkgebieden: Meirbos en Hulst; - agrarische gebieden; - landschappelijk waardevol gebied: agrarische gebieden in het westen (Kalkense Meersen), agrarische gebieden in het zuiden (grens met Lede en Smetlede, Billegem); - natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten: het gebied ten zuiden van Serskamp tegen Smetlede; - agrarsich gebied met ecologisch belang: het gebied aan de Kalkense Meersen en een gebied aan de Scheldeoevers G.N.O.P. In kader van het milieuconvenant heeft de gemeente een G.N.O.P. (gemeentelijk natuurontwikkelingsplan) opgesteld in Dit document beschrijft de visie van het natuurbehoud op het grondgebied van Wichelen. Het G.N.O.P. heeft volgende indeling: een algemene situering, een inventaris, een knelpuntenanalyse, de beleidsdoelstellingen en een actieprogramma. Voor de uitvoering van de vooropgestelde beleidsdoelstellingen werd een globaal actieprogramma opgesteld voor heel het grondgebied. Het is een uitgebreid programma dat over verschillende jaren kan uitgevoerd worden. Tot op heden zijn een aantal acties gerealiseerd. Een greep uit deze acties: - Subsidiereglement voor onderhoud en (her)aanleg van knotwilgen (D1 T4 A4) - Verhoogde waakzaamheid inzake de naleving van de wetgeving betreffende natuur en landschap (D1 T1 A1) De gemeente oefent controle uit op de naleving van natuurvergunningen. Een goede samenwerking met de natuurwachter en de politie wordt vastgesteld. - Aankoop van terreinen voor bebossing (D1 T5 A2) In de Bremenhulstraat te Serskamp werd een perceel van ongeveer 1 hectare aangekocht voor bebossing. 109 Augustus 2005

110 - Onderzoek naar plaatselijke mogelijkheden voor projecten van kleinschalige waterzuivering (D1 T10 A1). De gemeente Wichelen werkt reeds 8 jaar aan het ontwerp van een kleinschalige waterzuivering voor de wijk Aard gelegen op de linker Schelde (zie cluster water) - Omgevingsbeheer rond de Meersen (D2a T2 A1) Een gebiedsvisie omtrent de Kalkense Meersen is in opmaak. - Oprichten samenwerkingsverband minaraden (D2a T3 A1) Afgevaardigden van de gemeenten Wetteren, Berlare, Laarne en Wichelen (leden van de minaraden, milieuambtenaren en Schepenen) en van de provincie Oost- Vlaanderen zijn vertegenwoordigd in een samenwerkingsverband. Op vraag van dit samenwerkingsverband wordt een gebiedsvisie voor de Kalkense Meersen opgemaakt. Dit samenwerkingsverband streeft naar de oprichting van een Regionaal Landschap. - Omgevingsbeheer in de Scheldevallei (D2a T2 A1) De gemeente is bezig met de aansluiting van gezinnen op de riolering en de uitvoering van het TRP in de Scheldevallei. - Bosaanleg op tussenliggende terreinen (D 2b T1 A1) Ontwerp ruimtelijk structuurplan Wichelen Het ontwerp ruimtelijk structuurplan van Wichelen geeft een analyse van de bestaande en gewenste ruimtelijk-natuurlijke en landschappelijke structuur van Wichelen. (zie natuur en landschap) VEN-gebieden Het VEN is een samenhangend geheel van grotere natuurgebieden. Het VEN is zelf een deel van de natuurlijke structuur waartoe ook verwevings- en verbindingsgebieden horen naast verspreide groengebieden en natuurreservaten. Het VEN omvat volgende onderdelen: - GEN (grote eenheden natuur): gebieden die natuurelementen over een oppervlakte van minstens de helft van het gebied bevatten, ofwel gebieden waarin een specifiek natuurelement met hoge natuurkwaliteit aanwezig is. - GENO (grote eenheden natuur in ontwikkeling): gebieden die één of meer van de volgende kenmerken vertonen: - aanwezigheid van natuurelementen, verspreid over de oppervlakte van het gebied, waarin de gezamenlijke oppervlakte kleiner is dan de helft van het gebied; 110 Augustus 2005

111 - aanwezigheid van belangrijke fauna- of flora-elementen waarvan het voortbestaan moet worden ondersteund door maatregelen inzake het grondgebruik; - terreinen, al dan niet door kunstmatige ingrepen tot stand gekomen, met belangrijke mogelijkheden voor natuurontwikkeling. In de GEN en GENO neemt de overheid de nodige maatregelen om de natuur en het natuurlijk milieu te behouden, te herstellen en te ontwikkelen. Deze maatregelen worden beschreven in het natuurbehoudsdecreet. Voor elk gebied van de GEN en GENO wordt een natuurrichtplan opgesteld. In het maatregelenbesluit is opgenomen wat in de VEN-gebieden kan en mag. Dat besluit beschrijft de beschermingsstatus van de VEN-gebieden. Een beperkt aantal maatregelen zijn onmiddellijk (zonder natuurrichtplan) van toepassing: - geen pesticiden op landbouwgronden die onder de nulbemesting vallen; - geen vegetatiewijziging en wijzigen van kleine landschapselementen, behalve indien voorzien in bosbeheersplan; ook verboden is het scheuren (omploegen) van permanent grasland (d.i. minimum 4 jaar ononderbroken grasland); - geen reliëfwijziging; - geen verlaging van het grondwaterpeil, versterken afwatering, wijzigingen aan waterlopen: inbuizen, nieuwe irrigaties en drainages, aanleg van overstorten. Verder is het verboden om niet-inheemse planten te introduceren, bomen en struiken inbegrepen (tenzij er een bosbeheersplan is, maar dat moet in de toekomst dan wel voldoen aan de criteria duurzaam bosbeheer). Strandvisserij met warrelnetten is eveneens niet meer toegestaan in het VEN. In VEN-gebieden zijn ontheffingen en tegemoetkomingen. Alles samen hebben 17 artikelen van het maatregelenbesluit betrekking op de voorschriften (waarvan 3 onmiddellijk van toepassing), 26 artikelen voor de ontheffingen en 20 artikelen vergoedingen. Figuur 19: VEN, natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. (zie volgende pagina) In Wichelen zijn volgende gebieden (gedeeltelijk gelegen op het grondgebied van de gemeente) aangeduid als GEN of GENO (zie figuur 19): - de vallei van de Boven Zeeschelde van Kalkense meersen tot Sint-Onolfspolder (nr. 125); 111 Augustus 2005

112 - de vallei van de Serskampse beek (Serskampse bossen) (nr. 218); - de vallei van de Molenbeken (nr. 219) Natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang In het provinciaal ruimtelijk structuurplan zijn de natuurverbindingsgebieden en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang afgebakend. De ecologische infrastructuur vervolledigt de natuurlijke structuur en bestaat uit kleine natuurgebieden buiten het VEN of het IVON, uit kleine landschapselementen of beekvalleien en uit natuur in bebouwde omgeving. Figuur 19 visualiseert de voorlopige afbakening van natuurverbindingsgebieden en de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang op het grondgebied van Wichelen opgenomen in het ruimtelijk structuurplan Oost-Vlaanderen. De uiteindelijke ligging van de natuurverbindingsgebieden wordt vastgelegd in de provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen en kadert in project 8 van het provinciaal milieubeleidsplan (zie 13.5) Vogel- en habitatrichtlijngebieden Natura 2000 omvat een Europees netwerk van beschermde gebieden. De gebieden worden bepaald door twee richtlijnen: de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Voor alle Vogelrichtlijngebieden en Habitatrichtlijngebieden wordt een natuurrichtplan opgesteld. Habitatrichtlijngebieden zijn speciale zones waarin de habitats en soorten vermeld in de bijlage van de richtlijn beschermd worden. Dit omvat maatregelen zowel omtrent gebiedsbescherming als soortbescherming. Volgende habitatrichtlijngebieden zijn gedeeltelijk gelegen op het grondgebied van Wichelen: - Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek - Schelde- en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent In Vogelrichtlijngebieden moeten bijkomende beschermingsmaatregelen worden genomen voor de te beschermden soorten vermeld in de bijlage van de richtlijn en voor de geregeld voorkomende trekvogels. De zone Durme en de middenloop van de Schelde is een beschermingszone aangeduid als Vogelrichtlijngebied. Een gedeelte is gelegen in de Kalkense Meersen en de Scheldeoevers op het grondgebied van Wichelen. Er zijn momenteel volgende beschermingsmaatregelen van kracht met een ruimtelijke impact: - M.E.R. vereiste voor de aanleg van een hoofdtransportleiding, voor ruilverkavelingen/of landinrichtingsprojecten en voor waterhuishoudingprojecten die het waterregime beïnvloeden; - toepassing van het vegetatiebesluit. 112 Augustus 2005

113 Figuur 20: vogel- en habitatrichtlijngebieden (zie volgende pagina) Natuur De natuurlijke structuur Het ontwerp ruimtelijk structuurplan beschrijft de elementen van de ruimtelijk natuurlijke structuur in Wichelen. De belangrijkste bestaande elementen zijn: - de Scheldevallei met meersen en slikken; - valleien van Molenbeek, Roebeek en Wichelse beek; - heiderelict te Serskamp; - bossen rond Serskamp; - concentraties van kleine natuurelementen. Volgende elementen maken deel uit van de gewenste ruimtelijk natuurlijke structuur: - Het alluvium van de Schelde met waardevolle meersen, de valleirand van de Vlaamse vlakte, de oude Scheldemeander, overstromingsgebieden, zoetwaterslikken enz., is een natuurlijk element van Vlaams niveau. Het gebied wordt zo weinig mogelijk verder gecultiveerd en blijft hoofdzakelijk natuurlijk van aard. - De beekvalleien van Roebeek, Molenbeek, Bosbeek en Wichelse beek Leedse beek worden ontwikkeld tot herkenbare, natuurlijke, groene linten in het landschap. De bescherming van structurerende elementen in de vallei is noodzakelijk: meandering, oevervegetaties en valleibosjes, beekbegeleidende vochtige ruigten en graslanden, bron- en kwelzones. - De doortochten van de beekvalleien doorheen bebouwd weefsel blijven open met een natuurlijke inrichting - Fijnmazige natuurverbindingen door middel van wegbermen en bomenrijen zorgen voor groene relaties tussen de verschillende bossen rond Serskamp. De valleirand van de Roebeek als overgang van Serskamp naar de beekvallei is een drager van de lokale bosstructuur. Verspreide bosjes kunnen worden verbonden tot een continue structuur. - Bestaande spoorwegbermen worden verder uitgebouwd tot groene assen om het ontbreken van lijnvormige kleine natuurelementen en groene verbindingen tussen de Roebeek en Molenbeek op te vangen. - De bosstructuur rond het Eetgoed wordt versterkt, waarvoor in de eerste plaats het gebied ten zuidoosten van Dreef, in aanmerking komt als bosuitbreidingsgebied. 113 Augustus 2005

114 - Enkele locaties zijn geschikt om ontwikkeld te worden als speelbos. - Er wordt gewaakt over het behoud van eventueel betere bescherming van de kwetsbare heidrelicten ten zuidwesten van Serskamp. Deze heide mag niet bebost worden omdat de typische en zeldzame soorten die er voorkomen dan verdwijnen. - Kleine natuurelementen in de Molenbeekvallei, rond het voormalig kasteeldomein Zijp en rond de gehuchten, worden beschermd, beheerd en indien nodig hersteld. 114 Augustus 2005

115 Figuur 21: gewenste ruimtelijk natuurlijke structuur (ontwerp ruimtelijk structuurplan) 115 Augustus 2005

Gemeentelijk Milieubeleidsplan Berlare

Gemeentelijk Milieubeleidsplan Berlare Gemeentelijk Milieubeleidsplan Berlare 2005 2013 Opdrachtgever : Gemeentebestuur Berlare Projectnr : 1680 Auteur : Wendy Hendrickx INHOUD pagina 1 INLEIDING... 1 1.1 Historiek van het milieubeleid van

Nadere informatie

Bijlagen. Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke december 2004, ontwerp

Bijlagen. Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke december 2004, ontwerp Bijlagen Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke 2005-2009 december 2004, ontwerp Lijst met gebruikte afkortingen AEEA Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur AMINAL Administratie voor Milieu-,

Nadere informatie

Gemeente Kampenhout MILIEUJAARPROGRAMMA 2005

Gemeente Kampenhout MILIEUJAARPROGRAMMA 2005 Gemeente Kampenhout *************************************************************************** *************************************************************************** MILIEUJAARPROGRAMMA 2005 ***************************************************************************

Nadere informatie

Milieu en natuur. Toestand milieu en natuur in de regio Waas & Dender: 24. enkele kerngegevens

Milieu en natuur. Toestand milieu en natuur in de regio Waas & Dender: 24. enkele kerngegevens 99 MILIEU ENNATUUR 100 Milieu en natuur De zorg voor het milieu is een gedeelde opdracht: zowel lokale besturen als inwoners en het bedrijfsleven hebben de taak duurzaam om te springen met de leefomgeving.

Nadere informatie

Milieubeleidsplan Wommelgem Versie 3.0

Milieubeleidsplan Wommelgem Versie 3.0 Duurzame ontwikkeling wordt in de literatuur (Cf het Brundtland-rapport) omschreven als een ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden van het heden zonder de behoeftevoorziening van de komende generaties

Nadere informatie

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3 1.1. WETGEVING 1.1.1. INLEIDING I Een overzicht geven van alle wetgeving in verband met milieu is haast onbegonnen werk. Hieronder wordt de belangrijkste milieuwetgeving per thema weergegeven. In voorkomend

Nadere informatie

Leeswijzer cluster Hinder. Onderdeel van de handleiding 2005-2007. Cluster Hinder

Leeswijzer cluster Hinder. Onderdeel van de handleiding 2005-2007. Cluster Hinder Leeswijzer cluster Hinder Cluster Hinder Samenwerkingsovereenkomst. 'Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling.' Uitvoeringsfase 2005-2007 Toelichting Leeswijzer. De leeswijzer is een onderdeel van

Nadere informatie

1. De gemeente... 3. 2. Instrumentarium... 4

1. De gemeente... 3. 2. Instrumentarium... 4 Inhoud 1. De gemeente... 3 2. Instrumentarium... 4 2.1 Beleidsinstrumenten... 4 2.1.1 Milieubeleidsplan / Milieujaarprogramma... 4 2.1.2 Samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling...

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Intekening en rapportering

Samenwerkingsovereenkomst Intekening en rapportering Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Intekening en rapportering 3 niveau s (basis, onderscheiding, projecten) Jaarlijks ondertekenen Voor 2012 - basis GR 06/12/2011 Jaarlijks

Nadere informatie

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007 1/6 AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007 STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING MET BETREKKING TOT HET OVERWELVEN VAN BAANGRACHTEN Toelichting In de huidige gemeentelijke stedenbouwkundige

Nadere informatie

BASISNIVEAU verwijzing MJP

BASISNIVEAU verwijzing MJP Bijlage ALGEMEEN - Gemeenten Index Milieujaarprogramma 214 (rapportering 213) Samenwerkingsovereenkomst 28-213 Opgelet: voor de uitgevoerde acties op onderscheidingsniveau is een apart tabblad voorzien.

Nadere informatie

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering BIODIVERSITEIT RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering DUURZAME ONTWIKKELING INTEGRAAL WATERBEHEER BIODIVERSITEIT Wat? Belang?

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3

BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 INHOUDSOPGAVE DEEL I. BRONNEN VAN HET MILIEURECHT BEVOEGDHEIDSVERDELING INZAKE MILIEUBELEID HOOFDSTUK I. INLEIDING 3 HOOFDSTUK II. DE BRONNEN VAN HET (MILIEUHYGIËNE) RECHT 4 1. Overzicht 4 2. Kenbronnen

Nadere informatie

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België:

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België: Overzicht An Cliquet Vakgroep Internationaal publiekrecht, Universiteit Gent Brussel, 18 oktober 2011 Internationaal: Bevoegdheden inzake milieu Evolutie van internationaal milieurecht Internationale rechtsregels

Nadere informatie

Milieukwaliteitsnormen

Milieukwaliteitsnormen Omgevingsrecht in de Lage Landen: Toren van Babel of Tuin der Lusten? Milieukwaliteitsnormen Jan Verheeke, secretaris Minaraad, VVOR-symposium, s Hertogenbosch, 22 april 2016 Legenda, en meteen ook beknopte

Nadere informatie

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan de beleidscoördinator grondgebiedszaken.

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan de beleidscoördinator grondgebiedszaken. Functie Graadnaam: deskundige Functienaam: Duurzaamheidsambtenaar Functionele loopbaan: B1-B3 Code: Afdeling: Grondgebiedzaken Dienst: Milieu Subdienst: FB-07-14-b Doel van de entiteit De afdeling grondgebiedzaken

Nadere informatie

pagina 1 van 6 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de geografische indeling van watersystemen en de organisatie van het integraal waterbeleid in uitvoering van Titel I van het decreet van 18 juli

Nadere informatie

Gemeentelijk Milieubeleidsplan Zwevegem Bouwen aan landschap en milieu

Gemeentelijk Milieubeleidsplan Zwevegem Bouwen aan landschap en milieu Gemeentelijk Milieubeleidsplan Zwevegem 2010 2015 Bouwen aan landschap en milieu Brochure bij het milieubeleidsplan 2010-2015 Inleiding: Wat is een milieubeleidsplan? Het milieubeleidsplan 2010-2015 is

Nadere informatie

Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke

Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke Ontwerp Milieubeleidsplan Harelbeke 2005-2009 december 2004, ontwerp Colofon Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal Opdrachtgever: Gemeente Harelbeke Projectleiding en coördinatie:

Nadere informatie

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest. Statuten ADOMA Artikel 1 Er wordt een adviesraad voor milieu en natuur opgericht, hierna Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu van de stad Antwerpen (afgekort ADOMA) genoemd. De ADOMA is tevens

Nadere informatie

Gemeente Kampenhout ONTWERP GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN

Gemeente Kampenhout ONTWERP GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN Gemeente Kampenhout ONTWERP GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2005-2009 LIMBURG VLAAMS-BRABANT Herckenrodesingel 101 Domeinstraat 11A 3500 HASSELT 3010 KESSEL-LO tel: 011/26.08.70 fax: 011/26.08.80 tel: 016/89.34.40

Nadere informatie

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Gebruik de RIA-leidraad en de RIA-checklist om deze RIA in te vullen. 1 Gegevens van het advies 1.1 Gegevens van de

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Graad Deskundige (m/v) Functietitel Deskundige Milieu (m/v) Doelstelling van de functie Als Deskundige Milieu adviseert u de milieuvergunningen die op het grondgebied

Nadere informatie

9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET INTEGRAAL WATERBELEID

9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET INTEGRAAL WATERBELEID 9 SEPTEMBER 2005: Besluit Vlaamse regering betreffende de geografische indeling en organisatie Laatste aanpassing: 29/05/2009 9 SEPTEMBER 2005: BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING BETREFFENDE DE ORGANISATIE

Nadere informatie

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE 1. EXPLOITANT BIJLAGE 3. Meldingsformulier inzake de exploitatie van een klasse 3 inrichting, de verandering van een inrichting of de overname van een inrichting door een andere exploitant (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

Nadere informatie

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur

Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Statuten Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur Artikel 1. Oprichting Het gemeentebestuur richt, op initiatief van de milieuverenigingen van Dilbeek, een gemeentelijke adviesraad voor milieu en

Nadere informatie

Overzicht gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - GECORO

Overzicht gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - GECORO Overzicht gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - GECORO Door de invoering van het decreet ruimtelijke ordening moeten alle gemeenten een adviescommissie voor ruimtelijke ordening oprichten.

Nadere informatie

GR punt 18: Leefmilieu wijziging subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties voor woningen - goedkeuring

GR punt 18: Leefmilieu wijziging subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties voor woningen - goedkeuring GR20140227 punt 18: Leefmilieu wijziging subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties voor woningen - goedkeuring De raad Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

De Gemeenteraad, In openbare vergadering,

De Gemeenteraad, In openbare vergadering, STATUTEN MILIEURAAD De Gemeenteraad, In openbare vergadering, Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 22 maart 2004 houdende wijzigingen van de statuten van de milieuraad ingevolge richtlijnen vastgelegd

Nadere informatie

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN. Gemeente Wevelgem. Goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 15 april 2005

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN. Gemeente Wevelgem. Goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 15 april 2005 GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2005 2009 Gemeente Wevelgem Goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 15 april 2005 INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 1 1.1 De gemeente en het milieubeleidsplan... 1 1.1.1

Nadere informatie

Integraal Waterbeleid in Vlaanderen. Mieke De Leeuw Grenzeloze Schelde vzw

Integraal Waterbeleid in Vlaanderen. Mieke De Leeuw Grenzeloze Schelde vzw Integraal Waterbeleid in Vlaanderen Mieke De Leeuw Grenzeloze Schelde vzw Integraal Waterbeleid in Vlaanderen Europese Kaderrichtlijn Water (23/12/2000) Doel : goede toestand tegen 2015 Middel : - stroomgebiedbeheerplannen

Nadere informatie

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen BIJLAGE 2 Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Dit decreet wil onder meer de ontwikkeling van een lokaal ouderenbeleid

Nadere informatie

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, Milieueffectrapportage Graaf

Nadere informatie

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DE PINTE

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DE PINTE STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG DE PINTE 1. Oprichting Art 1. Het lokaal overleg kinderopvang is een gemeentelijke adviesraad. Met de oprichting van deze gemeentelijke adviesraad

Nadere informatie

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN

GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN GEMEENTE BEVEREN GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2006-2010 Tekstdeel BODEMKUNDIGE DIENST VAN BELGIE vzw W. de Croylaan 48 3001 Leuven-Heverlee INTERGEMEENTELIJK SAMENWERKINGSVERBAND VAN HET LAND VAN WAAS

Nadere informatie

vanaf 1/1/2014: BBC (beleids- en beheerscyclus) = nieuw systeem voor boekhouding en meerjarenplanning niet langer alles apart in begroting maar:

vanaf 1/1/2014: BBC (beleids- en beheerscyclus) = nieuw systeem voor boekhouding en meerjarenplanning niet langer alles apart in begroting maar: 17 BBC vanaf 1/1/2014: BBC (beleids- en beheerscyclus) = nieuw systeem voor boekhouding en meerjarenplanning niet langer alles apart in begroting maar: strategische doelstellingen actieplannen acties strategische

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT MILIEURAAD (goedgekeurd gemeenteraad 10 juni 2013)

HUISHOUDELIJK REGLEMENT MILIEURAAD (goedgekeurd gemeenteraad 10 juni 2013) HUISHOUDELIJK REGLEMENT MILIEURAAD (goedgekeurd gemeenteraad 10 juni 2013) Gelet op artikel 4 van de overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de gemeente over het gemeentelijke milieu en natuurbeleid,

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN MONITEUR BELGE 02.12.2005 BELGISCH STAATSBLAD 52081 GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

Stad Menen Milieubeleidsplan 2010-2013 ontwerp

Stad Menen Milieubeleidsplan 2010-2013 ontwerp Stad Menen Milieubeleidsplan 2010-2013 ontwerp STAD MENEN MILIEUBELEIDSPLAN 2010 2013 2 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 3 ALGEMEEN KADER 7 I. Milieubeleid en wettelijk kader 7 I.1 Milieubeleid 7 I.2 Wettelijk

Nadere informatie

Deskundige milieu en natuur (B1-B3)

Deskundige milieu en natuur (B1-B3) Deskundige milieu en natuur (B1-B3) Aanwervingsvoorwaarden In het bezit zijn van Bachelordiploma, of een diploma dat hiermee gelijkgesteld werd, in de richting van chemie, biologie of milieuzorg of een

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Contracttekst Vlaams Gewest - Gemeenten

Samenwerkingsovereenkomst Contracttekst Vlaams Gewest - Gemeenten Contracttekst Vlaams Gewest - Gemeenten Samenwerkingsovereenkomst. 'Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling.' Uitvoeringsfase 2005-2007 Inhoudsopgave. 1 Hoofdstuk 1:Definities 1 2 Hoofdstuk 2: Duur

Nadere informatie

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet ingediend op 653 (2015-2016) Nr. 4 20 april 2016 (2015-2016) Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten ingevolge de integratie van

Nadere informatie

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname Functie Graadnaam: afdelingshoofd Functienaam: omgevingsambtenaar Functionele loopbaan: A4a-A4b Functiegroep: Leidinggevenden Code: Afdeling: Wonen & Ondernemen Dienst: Subdienst: Doel van de entiteit

Nadere informatie

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem)

(artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) MELDINGSFORMULIER INZAKE DE EXPLOITATIE VAN EEN KLASSE 3 INRICHTING, DE VERANDERING VAN EEN INRICHTING OF DE OVERNAME VAN EEN INRICHTING DOOR EEN ANDERE EXPLOITANT (artikelen 2, 5 en 42 Vlarem) A. IDENTIFICATIE

Nadere informatie

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N. EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven Uitgave 2013 C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N. 2013 by Euro Books Uitgegeven door Euro Trans Lloyd Kaleshoek 8 8340 Damme

Nadere informatie

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning Brussel, 24 juni 2008 082406_Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning Advies Uniek loket bouw- en milieuvergunning 1. Inleiding De SERV werd op 29 mei door de Vlaamse minister van Openbare werken,

Nadere informatie

Jaarverslag. Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009. Deel BIM

Jaarverslag. Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009. Deel BIM Jaarverslag Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) 2009 Deel BIM 1 Inhoud Brussels Hoofdstedelijke Gewest : Leefmilieu Brussel - BIM... 3 1. Voorstelling Leefmilieu Brussel - BIM... 3 2. Projecten en

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 14.11.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 68251 VLAAMSE OVERHEID N. 2011 2948 [C 2011/35922] 14 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december 2008 ------------------------------ VR PV 2008/47 - punt 0027 Betreft : Regio Noorderkempen Afbakening van de gebieden van de natuurlijke

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN 24 februari 2005

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN 24 februari 2005 GEMEENTE BOECHOUT 2530 Heuvelstraat 91 UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN 24 februari 2005 Aanwezig: Albert Mariën, burgemeester-voorzitter; Fred Entbrouxk, Michel Bruyneel, Wilfried

Nadere informatie

COLOFON. Intergemeentelijke Milieudienst Interleuven. Verantwoordelijke uitgever: Gemeentebestuur Tremelo Veldonkstraat 1 3120 Tremelo

COLOFON. Intergemeentelijke Milieudienst Interleuven. Verantwoordelijke uitgever: Gemeentebestuur Tremelo Veldonkstraat 1 3120 Tremelo Milieubeleidsplan 2011-2015 Tremelo COLOFON Opdrachthouder: Uitvoerders: Intergemeentelijke Milieudienst Interleuven Frieda Stroobans Verantwoordelijke uitgever: Gemeentebestuur Tremelo Veldonkstraat 1

Nadere informatie

POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE HET ORGANISEREN VAN AFVALARME EVENEMENTEN

POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE HET ORGANISEREN VAN AFVALARME EVENEMENTEN POLITIEREGLEMENT BETREFFENDE HET ORGANISEREN VAN AFVALARME EVENEMENTEN Gemeente Willebroek HOOFDSTUK 1: Definities en toepassingsgebied Afdeling 1: DEFINITIES Artikel 1: De begrippen en definities vermeld

Nadere informatie

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING STATUTEN VAN DE GEMEENTELIJKE RAAD VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING HOOFDSTUK I Inleiding Artikel 1 De gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking Affligem, afgekort als GROS, is een gemeentelijke

Nadere informatie

Historiek. LOKALE AGENDA 21 - Leuven. Milieuconvenant. Resultaten. Acties. Duurzaam beleid in convenant. Agenda 21 van UNCED, Rio 92

Historiek. LOKALE AGENDA 21 - Leuven. Milieuconvenant. Resultaten. Acties. Duurzaam beleid in convenant. Agenda 21 van UNCED, Rio 92 LOKALE AGENDA 21 - Leuven Historiek Presentatie voor delegatie van stad en gemeenten van het Brussels Gewest Agenda 21 van UNCED, Rio 92 3 aanleidingen in Leuven ondertekening milieuconvenant 1997-1999

Nadere informatie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout. ERKENNING EN ZETEL Artikel 1. De gemeentelijke Sportraad wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012, zijnde het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren

Nadere informatie

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S)

INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) INTERGEMEENTELIJKE ONROERENDERFGOED- DIENSTEN (IOED S) 8 september 2015 Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 We betrekken zo veel als mogelijk de lokale besturen bij het erfgoedbeleid en bij de maatregelen die

Nadere informatie

Ontwerp Milieubeleidsplan

Ontwerp Milieubeleidsplan HOOFDSTUK I : ALGEMEEN MILIEUBELEID Doelstellingen Uit het stedelijk beleidsplan 2008-2013: In het stedelijk beleidsplan worden de missie, de strategische en tactische doelstellingen voor de beleidsperiode

Nadere informatie

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector)

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector) Sectorconvenant 2013-2014 tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector) Tussen de Vlaamse Regering, hierbij vertegenwoordigd door: De heer Philippe Muyters, Vlaams minister

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie

Huishoudelijk Reglement Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie Huishoudelijk Reglement Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie Goedgekeurd in de gemeenteraad van 24 juni 2013 Bekendgemaakt op 27 juni 2013 1. Juridisch kader Het decreet van 20 maart

Nadere informatie

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota ZELZATE RUP EUROHAL 01.06.2018 WWW.VENECO.BE I. COLOFON Dit document is een publicatie van Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Planid: RUP_43018_214_00006_00001 Versie Datum Omschrijving

Nadere informatie

OVERZICHT ACTIES EN PROJECTEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 2008

OVERZICHT ACTIES EN PROJECTEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 2008 OVERZICHT ACTIES EN PROJECTEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST 008 Zwart : basis is verplicht Rood: onderscheidingsniveau jaarlijks terugkerend (vast aantal punten) Groen: occasionele acties THEMA PUNTEN INSTRUMENTARIUM..

Nadere informatie

MILIEUBELEIDSPLANNING...

MILIEUBELEIDSPLANNING... Inhoudstafel 1 MILIEUBELEIDSPLANNING... 1 1.1 ACHTERGROND... 1 1.2 BELEIDSKADER... 2 1.3 PROCEDURE... 4 1.4 PLANPERIODE... 5 1.5 OPVOLGING... 5 1.6 OPBOUW PLAN... 6 1.7 TOTSTANDKOMING... 7 2 SITUERING

Nadere informatie

Milieubeleidsplan 2006-2010

Milieubeleidsplan 2006-2010 Provincie Vlaams-Brabant Gemeente Drogenbos Milieubeleidsplan 2006-2010 Opdrachtgever: Opdrachthouder: Gemeente Drogenbos Haviland, Intercommunale Grote Baan 222 Brusselsesteenweg 617 1620 DROGENBOS 1731

Nadere informatie

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR STATUTEN GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR Naam, duur en zetel Artikel 1 1. Op 26 mei 1992 werd in de gemeente Beveren een adviesraad opgericht met als naam "Gemeentelijke Adviesraad voor

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

enerzijds, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, minister-president,

enerzijds, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, minister-president, Overeenkomst van vijf jaar tussen het Vlaams Gewest en de provincie Oost- Vlaanderen betreffende de structurele onderbouwing van een provinciaal steunpunt duurzaam wonen en bouwen. Tussen, enerzijds, het

Nadere informatie

SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR EEN CULTUURPROJECT EN CULTUURWERKING: Intergemeentelijke culturele samenwerking

SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR EEN CULTUURPROJECT EN CULTUURWERKING: Intergemeentelijke culturele samenwerking SUBSIDIEREGLEMENT DEPARTMENT CULTUUR Cultuurloket SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR EEN CULTUURPROJECT EN CULTUURWERKING: Intergemeentelijke culturele samenwerking Goedgekeurd door de provincieraad

Nadere informatie

VR DOC.0722/3

VR DOC.0722/3 VR 2017 1407 DOC.0722/3 Bijlage 1. Gegevens die moeten worden opgenomen in de verschillende delen van een natuurbeheerplan als vermeld in artikel 3, tweede lid Hieronder worden de gegevens vermeld die

Nadere informatie

Ondergrondse inzamelsystemen. Griet Bossaerts Stafmedewerker IOK Afvalbeheer

Ondergrondse inzamelsystemen. Griet Bossaerts Stafmedewerker IOK Afvalbeheer Ondergrondse inzamelsystemen Griet Bossaerts Stafmedewerker IOK Afvalbeheer Agenda IOK Afvalbeheer waarom afval ondergronds knelpunten uit het verleden rol van de intercommunale opmaak verordening en stedenbouwkundige

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 1025 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE N. 2008 92 VLAAMSE OVERHEID [C 2007/37387]

Nadere informatie

Statuten projectvereniging Berg en Nete

Statuten projectvereniging Berg en Nete 1 STATUTEN Statuten projectvereniging Berg en Nete Hoofdstuk 1: naam, zetel, doelstellingen en duur Artikel 1 - Naam van de projectvereniging De projectvereniging wordt genoemd projectvereniging Berg en

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Oprichtingsstatuten van de Sectorale Deelraad Vrije Tijd Aalst

Oprichtingsstatuten van de Sectorale Deelraad Vrije Tijd Aalst Oprichtingsstatuten van de Sectorale Deelraad Vrije Tijd Aalst Artikel 1 : Opdracht, doelstellingen en samenstelling Er werd goedgekeurd onder de benaming Sectorale Deelraad Vrije Tijd een raad voor vrijetijdsbeleid

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Situering van de watertoets in het Decreet Integraal Waterbeleid

Situering van de watertoets in het Decreet Integraal Waterbeleid Situering van de watertoets in het Decreet Integraal Waterbeleid Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets Situering van de watertoets in het Decreet Integraal

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING

Nadere informatie

Het bodembeleid in Vlaanderen. Martien Swerts Dienst Land en Bodembescherming Departement Leefmilieu, Natuur en Energie

Het bodembeleid in Vlaanderen. Martien Swerts Dienst Land en Bodembescherming Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Het bodembeleid in Vlaanderen Dienst Land en Bodembescherming Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Milieubeleidsplan 2011-2015 (MINA 4) Kader voor milieubeleid Om de 5 jaar Decretaal bepaald Per milieuthema

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

De overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en het. bedrijfsleven over de aanpak van zwerfvuil

De overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en het. bedrijfsleven over de aanpak van zwerfvuil RVB 2016_14 Overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en het bedrijfsleven over de aanpak van zwerfvuil Standpunt Raad van Bestuur VVSG Dit document is bestemd voor Het betreft Gewenste beslissing van de RVB

Nadere informatie

Bijlage 1. Model van huishoudelijk reglement van de Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie als vermeld in artikel 2

Bijlage 1. Model van huishoudelijk reglement van de Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie als vermeld in artikel 2 Bijlage 1. Model van huishoudelijk reglement van de Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie als vermeld in artikel 2 Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie Huishoudelijk

Nadere informatie

GEMEENTE SINT - GILLIS - WAAS

GEMEENTE SINT - GILLIS - WAAS GEMEENTE SINT - GILLIS - WAAS GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2006-2010 Tekstdeel BODEMKUNDIGE DIENST VAN BELGIE vzw W. de Croylaan 48 3001 Leuven-Heverlee INTERGEMEENTELIJK SAMENWERKINGSVERBAND VAN HET

Nadere informatie

Nieuwpoort Gemeentelijk Milieubeleidsplan 2005-2009

Nieuwpoort Gemeentelijk Milieubeleidsplan 2005-2009 Nieuwpoort Gemeentelijk Milieubeleidsplan 2005-2009 Colofon Opdrachtgever Stad Nieuwpoort Opdrachthouder wvi West-Vlaamse Intercommunale dienstverlenende vereniging Projectteam Ann Tack, Nathalie Garré,

Nadere informatie

Gemeentelijk MilieuJaarProgramma 2008

Gemeentelijk MilieuJaarProgramma 2008 Gemeente Wetteren Gemeentelijk MilieuJaarProgramma 2008 Gemeente Wetteren Milieujaarprogramma 2008 2 Oppervlakte gemeente: 3665 ha Aantal inwoners: 23.299 inw. (op 1/1/2007) Adres gemeentehuis: Markt 1,

Nadere informatie

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001 RUP Decof Procesnota Fase: Startnota Mei 2017 Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001 Opgemaakt door: Pieter Himpe, ruimtelijk planner Nagekeken door: Joachim D eigens, ruimtelijk planner RUP Decof : Procesnota

Nadere informatie

Beknopte samenvatting van het GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN WETTEREN AAN DE SCHELDE

Beknopte samenvatting van het GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN WETTEREN AAN DE SCHELDE Beknopte samenvatting van het GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN 2005-2009 WETTEREN AAN DE SCHELDE Waarom een milieubeleidsplan (MBP)? Iedere Vlaamse gemeente is decretaal verplicht om met een gemeentelijk

Nadere informatie

Reglement met betrekking tot de subsidiëring van erkende milieu- en natuurverenigingen en gebiedsspecifieke werkgroepen van verenigingen

Reglement met betrekking tot de subsidiëring van erkende milieu- en natuurverenigingen en gebiedsspecifieke werkgroepen van verenigingen Reglement met betrekking tot de subsidiëring van erkende milieu- en natuurverenigingen en gebiedsspecifieke werkgroepen van verenigingen Goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 juni 2012 Bekendgemaakt op

Nadere informatie

De omgevingsvergunning komt eraan!

De omgevingsvergunning komt eraan! De omgevingsvergunning komt eraan! Sessie : vergunning Werner Van Hoof teammanager gebiedsontwikkeling VVSG studiedag : 23 november 2011 Dienstverlenende vereniging Opgericht in 1973, sinds 2003 intercommunale

Nadere informatie

Gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen en lokalen van verenigingen 1

Gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen en lokalen van verenigingen 1 Gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen en lokalen van verenigingen 1 Gelet op art. 135 2 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op art. 42 van het

Nadere informatie

VR DOC.1027/2

VR DOC.1027/2 VR 2015 0910 DOC.1027/2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het subsidiëren van operationele groepen inzake het Europees Partnerschap voor Innovatie - netwerk voor de productiviteit en duurzaamheid

Nadere informatie

Grondwater in de omgevingsvisie

Grondwater in de omgevingsvisie Grondwater in de omgevingsvisie De Omgevingswet treedt in 2019 in werking en verplicht het Rijk, provincie en gemeente tot het opstellen van een omgevingsvisie. Over de termijn waarbinnen de omgevingsvisie

Nadere informatie

Gemeentelijke Begeleidingscommissie Huishoudelijk Reglement

Gemeentelijke Begeleidingscommissie Huishoudelijk Reglement Gemeentelijke Begeleidingscommissie Huishoudelijk Reglement Inhoud 1. Juridisch kader... 1 2. Verantwoordelijkheid van de (I)GBC in het plan- en ontwerpproces... 1 3. Oprichting en samenstelling van de

Nadere informatie

23 DECEMBER 2011. - Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

23 DECEMBER 2011. - Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen 23 DECEMBER 2011. - Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen Afdeling 3. - Huishoudelijke afvalstoffen (in werking sinds 1 juni 2012) Art. 26. Elke gemeente draagt

Nadere informatie

De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets

De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets De evaluatie van het instrument watertoets 1. Situering van de watertoets 2. Eerste evaluatie in 2010 en

Nadere informatie

Beleidsnota Omgeving. ingediend door mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw

Beleidsnota Omgeving. ingediend door mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Beleidsnota 2014-2019 Omgeving ingediend door mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw ² ²) µ ³ µ ³ ³ ³ II. 1. Horizontale oriëntaties SD1. Vergroening van

Nadere informatie

1.STATUTEN JEUGDRAAD WICHELEN

1.STATUTEN JEUGDRAAD WICHELEN 1.STATUTEN JEUGDRAAD WICHELEN Artikel 1: oprichting en erkenning In uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het

Nadere informatie

(artikelen 2, 5 en 42 van titel I van het VLAREM) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE. 1. Exploitant (ingeval van overname: de overnemer)

(artikelen 2, 5 en 42 van titel I van het VLAREM) A. IDENTIFICATIE VAN DE MELDINGSPLICHTIGE. 1. Exploitant (ingeval van overname: de overnemer) MELDINGSFORMULIER INZAKE DE EXPLOITATIE VAN EEN KLASSE 3 INRICHTING, DE VERANDERING VAN EEN INRICHTING OF DE OVERNAME VAN EEN INRICHTING DOOR EEN ANDERE EXPLOITANT (artikelen 2, 5 en 42 van titel I van

Nadere informatie