Status: Goedgekeurd

Transcriptie

1 Status: Goedgekeurd Dit kwalificatiedossier is opgesteld op basis van de formats en handleidingen, zoals deze bekend waren op 1 juni Dit kwalificatiedossier is ontwikkeld onder de verantwoordelijkheid van de paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven van het kenniscentrum ECABO. Het bestuur van het kenniscentrum ECABO heeft op 1 juli 2005 de goedkeuring van het ministerie van OCW ontvangen. De delen 1 en 2 (blz. 1 t/m 58) geven de kern en de nadere uitwerking van het kwalificatieprofiel weer evenals het bijbehorende verantwoordingsdocument, waarin de keuzes van de paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven zijn toegelicht en verantwoord. In deel 3 (vanaf blz. 59) zijn de onderliggende brondocumenten opgenomen. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid

2 Inhoudsopgave DEEL 1 DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW/LNV VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL ALGEMENE INFORMATIE SPECIFIEKE INFORMATIE KERNTAKEN KERNOPGAVEN COMPETENTIEMATRIX... 6 DEEL 2 DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE 15 8 BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL Kern Uitstroomdifferentiaties CERTIFICEERBARE EENHEDEN COMPETENTIEMATRIX VERANTWOORDINGSDOCUMENT De onderliggende beroepscompetentieprofielen Naam en structuur van het kwalificatieprofiel Van beroepscompetentieprofiel(en) naar kwalificatieprofiel Leer- en burgerschapscompetenties Borging van de kwaliteit van examinering Doorstroomrechten Het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier BIJLAGEN DEEL 3 BRONDOCUMENTEN Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit stuk de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid

3 DEEL 1 DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW/LNV VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL Kwalificatieprofiel Vrede en veiligheid (crebo-code: 90570) 1 ALGEMENE INFORMATIE datum: 1 juli 2005 versie: 1 Onder regie van Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO Ontwikkeld door ECABO, afdeling Ontwikkeling en Innovatie in samenwerking met vertegenwoordigers van de branche en het middelbaar beroepsonderwijs Bron- en referentiedocumenten Beroepscompetentieprofielen: - Assistent vrede en veiligheid (12 januari 2004) - Medewerker vrede en veiligheid (12 januari 2004) Het door de Stuurgroep kwalificatiestructuur vastgestelde brondocument Leren en Burgerschap (juni 2004) Raamwerk moderne vreemde talen in het secundair beroepsonderwijs, gebaseerd op de standaard voor Europese taalniveaus (Common European Framework of Reference of Languages; Learning, teaching, assesment, Council of Europe, 2001) Verantwoording door/op Bestuur ECABO d.d. 15 december 2004 Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 1

4 2 SPECIFIEKE INFORMATIE Korte typering van het kwalificatieprofiel De assistent/medewerker vrede en veiligheid kan bij één van de krijgsmachtsdelen gaan werken. De werkzaamheden bestaan uit het uitvoeren van militaire basistaken, zoals het waarnemen in het terrein, het uitvoeren van militaire beveiliging en het optreden bij incidenten. De assistent/medewerker werkt in teamverband, maar voert ook werkzaamheden alleen uit. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is het erg belangrijk dat hij goed kan samenwerken. In zijn gedrag en houding moet hij de voor de krijgsmacht geldende regels, waarden en normen naleven. Ook is het belangrijk dat hij bereid is te leren. Dit betekent dat hij de bereidheid moet tonen tot het aannemen van instructies, verbetervoorstellen, e.d. De medewerker vrede en veiligheid heeft tevens een coördinerende rol op een laag niveau. Dit betekent dat hij op verzoek van de leidinggevende de groep instructies geeft binnen een specifieke opdracht of dat hij de leidinggevende ondersteunt. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. Loopbaanmogelijkheden: het diploma vrede en veiligheid moet worden beschouwd als een voorbereiding op een loopbaan bij de krijgsmacht. Indien iemand met het diploma vrede en veiligheid bij één van de krijgsmachtsdelen gaat werken, dan moet hij eerst een algemene militaire basisopleiding volgen. Het diploma Vrede en veiligheid kan voor onderdelen van deze opleiding vrijstellingen geven. De Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Marechaussee hebben de algemene militaire opleiding (AMO). De Koninklijke Marine heeft voor de matrozen de eerste maritiem militaire vorming (EMMV), de bedrijfsveiligheidopleiding en de opleiding algemene scheepstaken. Voor mariniers is er de eerste vakopleiding tot marinier (EVOMARNS). Voor de Koninklijke Luchtmacht geldt de initiële militaire opleiding (IMO). Vervolgens kan de medewerker doorstromen naar een functieopleiding. De functies waarin de militair terecht kan komen zijn zeer divers, ze variëren van technische of logistieke functies tot de meer operationele functies. Kwalificatiestructuur ECABO, zie bijlage 1 Typering en niveau van de kwalificatie assistent niveau 1 vakman/vakvrouw niveau 2 0 niveau 3 0 niveau 4 0 middenkaderfunctionaris 0 niveau 4 Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 2

5 Uitstroomdifferentiaties De uitstroomdifferentiatie en bijbehorende competentiematrix zijn vastgesteld door het bestuur van het kenniscentrum ECABO op advies van de paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven behorend bij het kenniscentrum ECABO op basis van het mandaat van het ministerie van OCW/LNV. De uitstroomdifferentiaties zijn daarmee integraal onderdeel van het door het ministerie van OCW/LNV vastgestelde kwalificatieprofiel. Vrije ruimte De inhoud van de vrije ruimte wordt vastgesteld en onderhouden door het bevoegde gezag van de onderwijsinstelling. Examinering De onderwijsinstellingen bieden via de bedrijfstakgroepen (BTG s) van de Bve Raad de paritaire commissie inzicht in de wijze waarop de examinering van dit kwalificatieprofiel wordt vormgegeven. De paritaire commissie kan hierover haar mening geven, maar heeft geen bevoegdheden inzake examinering. Diploma Ten bewijze dat is voldaan aan de eisen uit dit kwalificatieprofiel wordt bij uitstroom na de kern het diploma Vrede en veiligheid met de vermelding van Assistent vrede en veiligheid (crebo-code: 90570) toegekend, mits de examinering met een voldoende resultaat is afgerond. Mits voldaan is aan de daarvoor gestelde eisen wordt op het diploma Vrede en veiligheid de uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid (crebo-code: 90580) vermeld. Certificeerbare eenheden Niet van toepassing Wettelijke beroepsvereisten Niet van toepassing Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 3

6 3 KERNTAKEN De volgende kerntaken maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel: 1. Oriënteert zich op een gebied/terrein 2. Voert een militaire beveiliging uit 3. Treedt op bij eenvoudige incidenten en voert assisterende werkzaamheden uit bij calamiteiten 4. Draagt zorg voor persoonlijke verzorging Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 4

7 4 KERNOPGAVEN De volgende kernopgaven maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel: Kernopgave 1: Omgaan met regelgeving/procedures versus eigen moreel besef De assistent/medewerker vrede en veiligheid staat (in beginsel) voor de opgave te handelen volgens de regelgeving en procedures van de krijgsmacht. Als het uitvoeren van deze opgave niet in overeenstemming is met zijn ethisch besef kan hij een opdracht weigeren. Dit houdt in dat hij zich voor zijn handelen in de organisatie zal moeten verantwoorden. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 5

8 5 COMPETENTIEMATRIX In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid de competenties opgenomen die bij de kern van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken. Kerntaak 1: Oriënteert zich op een gebied/terrein 2: Voert een militaire beveiliging uit 3: Treedt op bij eenvoudige incidenten en voert assisterende werkzaamheden uit bij calamiteiten 4: Draagt zorg voor persoonlijke verzorging Kernopgave 1: Omgaan met regelgeving/procedures versus eigen moreel besef Competenties Kerntaak Kernopgave De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zich in terreinen te verplaatsen X X 2. een terrein waar te nemen X X 3. beveiligingswerkzaamheden uit te voeren X 4. een beveiligingsronde te lopen X 5. medische hulp te verlenen X 6. bij een eenvoudig incident op te treden X 7. bij de organisatie rondom calamiteiten te assisteren X 8. zijn fysieke conditie op te bouwen en te onderhouden X 9. preventieve maatregelen te nemen X 10. voor materiaal zorg te dragen X X X X 11. volgens procedures en regelgeving te werken X X X X X 12. om te gaan met problemen X X X X X 13. eigen werkzaamheden voor te bereiden X X X X 14. zorg te dragen voor kwaliteit X X X X X 15. veilig en milieubewust te werken X X X X 16. samen te werken X X X X X 17. te communiceren tijdens werkzaamheden X X X X X 18. beroepscompetenties te ontwikkelen X X X X Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 6

9 DEEL 2 DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING 6 VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL Kerntaak 1: Oriënteert zich op een gebied/terrein Proces De assistent/medewerker vrede en veiligheid ontvangt van de leidinggevende de opdracht en bereidt de opdracht voor. De assistent maakt eventueel onder begeleiding een eenvoudig plan van aanpak. De medewerker maakt zelfstandig een plan van aanpak. Hij en de groepsleden verzamelen de benodigde materialen en hulpmiddelen. De groep verplaatst zich te voet en behoudt richting door gebruik te maken van de hulpmiddelen en zo nodig te reageren op tekens en signalen. De groep neemt een geschikte positie in om het terrein systematisch te kunnen observeren, wat inzicht in de situatie (veilig/onveilig) van een bepaald terrein oplevert. Waarneembare zaken worden gesignaleerd en gemeld aan de leidinggevende. De assistent/medewerker vrede en veiligheid participeert actief en levert een bijdrage aan de evaluatie van de opdracht (het proces en het resultaat) met de groepsleden. Rol/verantwoordelijkheden Complexiteit Aanvullend voor de medewerker vrede en veiligheid: Indien de medewerker de opdracht krijgt om het oriënteren op een gebied/terrein te coördineren, dan verstrekt hij een concrete opdracht aan de groepsleden en verdeelt de taken. De groepsleden verzamelen de benodigde materialen en hulpmiddelen. Deze worden voorafgaand aan het verplaatsen gecontroleerd door de medewerker vrede en veiligheid. Indien de materialen en/of hulpmiddelen onveilig zijn, geeft hij dit door aan de leidinggevende. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden stuurt hij de groepsleden en/of de gehele groep zo nodig aan. De medewerker vrede en veiligheid koppelt het resultaat van de ondernomen activiteit terug aan de leidinggevende en evalueert zo nodig de opdracht (het proces en het resultaat) met de groepsleden. De assistent/medewerker vrede en veiligheid voert de activiteit met de groep uit en is daarbij verantwoordelijk voor zijn eigen taakuitvoering. Daarnaast heeft hij te allen tijde te maken met zijn buddy. De medewerker vrede en veiligheid kan binnen een specifieke opdracht zorg dragen voor de coördinatie van een (deel)taak, waarbij hij toeziet op de taakuitvoering door de groepsleden. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. Bij de uitvoering van de taken werkt de assistent/medewerker vooral volgens (standaard)procedures van het betreffende krijgsmachtsdeel. In onverwachte situaties dient de assistent/medewerker vrede en veiligheid snel en juist te handelen; dit maakt het werk complexer. Verder vereist de uitvoering van de taak, in geval van gebrek aan materialen of hulpmiddelen, een improviserend vermogen van de assistent/medewerker. De inzet van vervangende materialen en hulpmiddelen vindt altijd plaats in overleg met de leidinggevende. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 7

10 Betrokkenen Hulpmiddelen Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma s De assistent/medewerker vrede en veiligheid heeft bij de uitvoering van de kerntaak te maken met de leidinggevende die de opdracht verstrekt, zijn buddy en de groepsleden. Kaart, kompas, verrekijker, communicatiemiddelen zoals portofoon, lijnverbindingen, enz. De assistent/medewerker vrede en veiligheid voert de procedure/opdracht consequent en juist uit. In situaties waar geen procedures voor zijn, moet hij altijd contact opnemen met de leidinggevende. Indien hij door omstandigheden niet kan overleggen met de leidinggevende, overlegt hij met andere groepsleden. Hij gaat vervolgens oplossingsgericht te werk. Niet van toepassing Indien de assistent/medewerker vrede en veiligheid voor een keuze of dilemma staat, bijv. de keuze wel of niet van de route af te wijken, meldt hij dit altijd aan de leidinggevende. Hij dient oplossingsgericht te kunnen werken, maar handelt altijd in overleg met de leidinggevende. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 8

11 Kerntaak 2: Voert een militaire beveiliging uit Proces De assistent/medewerker vrede en veiligheid ontvangt van de leidinggevende de opdracht. De assistent maakt eventueel onder begeleiding een eenvoudig plan van aanpak. De medewerker maakt zelfstandig een plan van aanpak. De assistent/medewerker en de overige groepsleden verzamelen de benodigde materialen en hulpmiddelen. De groep volgt de vooraf vastgestelde route waarbij richting wordt behouden met behulp van hulpmiddelen. De groep reageert op tekens en signalen, neemt de benodigde gegevens in ontvangst en verstrekt gegevens aan de posten. Opvallende zaken rapporteren de groepsleden direct aan de leidinggevende. Daarnaast kan de groep de opdracht krijgen toezicht te houden op binnenkomende en uitgaande personen en voertuigen. Hierbij worden legitimatiebewijzen gecontroleerd, wordt gevisiteerd* en worden bezittingen in bewaring genomen. De groep verwijst zo nodig bezoekers door en spreekt hen aan indien zij de veiligheid in gevaar brengen. De assistent/medewerker vrede en veiligheid participeert actief en levert ook een bijdrage aan de evaluatie van de opdracht (het proces en het resultaat) met de groep. Aanvullend voor de medewerker vrede en veiligheid: Indien de medewerker de opdracht krijgt om het uitvoeren van een militaire beveiliging te coördineren, dan verstrekt hij een concrete opdracht aan de groepsleden en verdeelt de taken. De groepsleden verzamelen de benodigde materialen en hulpmiddelen. Deze worden voorafgaand aan het verplaatsen gecontroleerd door de medewerker vrede en veiligheid. Indien de materialen en/of hulpmiddelen onveilig zijn, geeft hij dit door aan de leidinggevende. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden stuurt hij de groepsleden en/of de gehele groep zonodig aan. De medewerker vrede en veiligheid koppelt het resultaat van de activiteiten terug aan de leidinggevende en evalueert zo nodig de opdracht (het proces en het resultaat) met de groepsleden. Rol/verantwoordelijkheden Complexiteit * Visiteren mag alleen worden uitgevoerd in opdracht van de leidinggevende en in oefensituaties. De assistent/medewerker mag niet fouilleren (uitzondering bij de Kmar). De assistent/medewerker vrede en veiligheid voert de activiteit met de groep uit en is daarbij verantwoordelijk voor zijn eigen taakuitvoering. Daarnaast heeft hij te allen tijde te maken met zijn buddy. De medewerker vrede en veiligheid kan daarbij binnen een specifieke opdracht zorg dragen voor de coördinatie van een (deel)taak, waarbij hij toeziet op de taakuitvoering door de groepsleden. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. Bij de uitvoering van de taken werkt de assistent/medewerker vooral volgens (standaard)procedures van het betreffende krijgsmachtsdeel. In onverwachte situaties (bijv. bij calamiteiten) dient de assistent/ medewerker vrede en veiligheid snel en juist te handelen; dit maakt het werk complexer. Het signaleren en doorgeven van de aanwezigheid van een ongewenst persoon kan lastig zijn en vereist kennis en ervaring. Verder vereist het toegang verlenen en weigeren goede sociale en communicatieve vaardigheden. Over het geheel genomen is de complexiteit van de taak echter laag. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 9

12 Betrokkenen Hulpmiddelen Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma s De assistent/medewerker vrede en veiligheid heeft bij de uitvoering van de kerntaak te maken met de leidinggevende of wachtcommandant, zijn buddy en de groepsleden, het beveiligingspersoneel en passanten. Communicatiemiddelen zoals portofoon en mobiele telefoon, draagbare radio, routeschets/-kaart, zaklamp, enz. De assistent/medewerker vrede en veiligheid voert de procedure/opdracht consequent en juist uit. In situaties waar geen procedures voor zijn, moet hij altijd contact opnemen met de leidinggevende. Indien hij door omstandigheden niet kan overleggen met de leidinggevende, overlegt hij met andere groepsleden. Hij gaat vervolgens oplossingsgericht te werk. Prioriteiten stellen De assistent/medewerker vrede en veiligheid moet afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die ook belangrijk is. Hij overlegt hierbij altijd met de leidinggevende. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 10

13 Kerntaak 3: Treedt op bij eenvoudige incidenten en voert assisterende werkzaamheden uit bij calamiteiten Proces De assistent/medewerker vrede en veiligheid ontvangt een melding van het eenvoudige incident of de calamiteit via de leidinggevende, anderen of signaleert een onveilige situatie en constateert of het om een eenvoudig incident of calamiteit gaat. Bij een eenvoudig incident zorgt hij voor veiligheid op de plaats van het incident door het uitvoeren van noodzakelijke maatregelen. Hij roept hulp in via communicatieapparatuur. Vervolgens verlenen hij en/of de groepsleden zo nodig eerste hulp. De assistent/medewerker vrede en veiligheid koppelt het incident terug aan de leidinggevende en participeert in de evaluatie met de groep. In geval van een calamiteit assisteert de assistent/medewerker bij de organisatie van de repressieve maatregelen. Alleen in opdracht van de leidinggevende zorgt hij voor de veiligheid op de plaats van de calamiteit, roept hij hulp in en/of verlenen hij en de groepsleden eerste hulp. Tevens participeert hij actief in en levert een bijdrage aan de evaluatie van de uitvoering van de opdracht (het proces en het resultaat) met de groepsleden. Rol/verantwoordelijkheden Complexiteit Betrokkenen Hulpmiddelen Kwaliteit van proces en resultaat Aanvullend voor de medewerker vrede en veiligheid: Bij een eenvoudig incident kan de medewerker vrede en veiligheid in opdracht van de leidinggevende het optreden coördineren en zo nodig bijsturen. Het incident koppelt hij terug aan de leidinggevende en hij evalueert het verloop met de groep. De assistent/medewerker vrede en veiligheid treedt op met de groep en is daarbij verantwoordelijk voor zijn eigen taakuitvoering. Zijn eigen veiligheid staat voorop. De medewerker vrede en veiligheid kan daarbij binnen een specifieke opdracht zorg dragen voor de coördinatie van een (deel)taak, waarbij hij toeziet op de veiligheid en taakuitvoering door de groepsleden. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. Bij de uitvoering van de taken werkt de assistent/medewerker vooral volgens (standaard)procedures van het betreffende krijgsmachtsdeel. In onverwachte situaties (bijv. bij calamiteiten) dient de assistent/medewerker snel en juist te handelen.verder vereist de taak, in geval van gebrek aan materialen of hulpmiddelen, een improviserend vermogen van de assistent/medewerker vrede en veiligheid. De inzet van vervangende materialen en hulpmiddelen vindt altijd plaats in overleg met de leidinggevende. De assistent/medewerker vrede en veiligheid kan bij de uitvoering van de kerntaak te maken krijgen met de leidinggevende, zijn buddy en de groepsleden, slachtoffer(s), de meldkamer en/of hulpdiensten, bijv. de ambulance, de politie en de brandweer. Instructiekaarten, noodverband, communicatiemiddelen zoals een portofoon en mobiele telefoon, blusmiddelen, enz. De assistent/medewerker vrede en veiligheid voert de procedure/opdracht consequent en juist uit. In situaties waar geen procedures voor zijn, moet hij altijd contact opnemen met de leidinggevende. Indien hij door omstandigheden niet kan overleggen met de leidinggevende, overlegt hij met andere groepsleden. Hij gaat vervolgens oplossingsgericht te werk. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 11

14 Keuzes en dilemma s Niet van toepassing Voor het optreden bij incidenten gelden vaste en strikte procedures. Indien de assistent vrede en veiligheid voor een keuze of dilemma staat, meldt hij dit altijd aan de leidinggevende. Hij dient oplossingsgericht te kunnen werken, maar handelt altijd in overleg met de leidinggevende. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 12

15 Kerntaak 4: Draagt zorg voor persoonlijke verzorging Proces De assistent/medewerker vrede en veiligheid draagt continu zorg voor zijn persoonlijke hygiëne bijv. van zijn lichaam, kleding, uitrusting en bij het bereiden en bewaren van voedsel. Tevens neemt hij (preventieve) maatregelen tegen (infectie)ziekten en stress en merkt hij signalen op van stress bij zijn buddy. Deze signalen meldt hij aan zijn leidinggevende. Hij onderhoudt en bouwt zijn eigen fysieke conditie op door zijn fysieke kracht en uithoudingsvermogen te trainen. Hiervoor krijgt de assistent/medewerker vrede en veiligheid een eigen trainingsprogramma, aangepast aan zijn behoefte en voert dit uit. Zijn vorderingen houdt hij zelf bij en worden bijgehouden door zijn leidinggevende. Daarnaast kunnen hij en de groep een (fysieke) opdracht ontvangen van de leidinggevende, bijv. ter voorbereiding op een fysiek zware oefening. Hij participeert in de uitvoering en in de evaluatie van de opdracht met de groepsleden. Rol/verantwoordelijkheden Complexiteit Betrokkenen Hulpmiddelen Kwaliteit van proces en resultaat Aanvullend voor de medewerker vrede en veiligheid: De medewerker kan daarbij de instructie krijgen van zijn leidinggevende om de uitvoering van de opdracht te coördineren en zo nodig bij te sturen. Hij koppelt de uitvoering dan terug aan zijn leidinggevende. Overige zaken koppelt hij indien noodzakelijk eveneens terug. Hij evalueert het verloop zo nodig ook met de groepsleden. De assistent/medewerker vrede en veiligheid is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor zijn persoonlijke hygiëne. Dit vereist onder alle omstandigheden discipline van de assistent/medewerker vrede en veiligheid. De assistent/medewerker vrede en veiligheid voert activiteiten zelfstandig of met de groep uit. Elk lid is verantwoordelijk voor zijn eigen taakuitvoering. Daarnaast heeft hij te allen tijde te maken met zijn buddy. De medewerker kan daarbij binnen een specifieke opdracht zorg dragen voor de coördinatie van een (deel)taak, waarbij hij toeziet op de taakuitvoering door de groepsleden. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de leidinggevende. De complexiteit is laag, echter onder fysiek en/of geestelijk zware omstandigheden moet de assistent/medewerker vrede en veiligheid te allen tijde blijven zorgdragen voor zijn persoonlijke verzorging. Verder vereist zorgdragen voor persoonlijke verzorging in geval van gebrek aan materieel of hulpmiddelen een improviserend vermogen van de assistent/medewerker vrede en veiligheid. Dit improviseren koppelt hij altijd terug aan de leidinggevende. De assistent/medewerker vrede en veiligheid heeft bij de uitvoering van de kerntaak te maken met de leidinggevende, zijn buddy en de groepsleden. Trainingsmaterialen, gevechtsrantsoen, instructiekaarten, handboek militair, handboek marinier, enz. De assistent/medewerker vrede en veiligheid voert de oefeningen/opdrachten consequent uit en weet per situatie in te schatten of hij zelf actie moet ondernemen dan wel hulp moet inroepen. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 13

16 Keuzes en dilemma s Gedisciplineerd handelen De assistent/medewerker vrede en veiligheid moet in staat zijn om zichzelf te blijven verzorgen, ook onder fysiek en/of geestelijk verzwaarde omstandigheden. Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 14

17 7 EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE Niet van toepassing Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 15

18 8 BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA Verklaring van de gebruikte coderingen: L E N S C O P leercompetentie economische burgerschapscompetentie normatieve burgerschapscompetentie sociale burgerschapscompetentie culturele burgerschapscompetentie organisatorische burgerschapscompetentie politieke burgerschapscompetentie Beroepscompetentie 1 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 2 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Zich in terreinen verplaatsen De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om zich op adequate wijze te verplaatsen t.b.v. het uitvoeren van opdrachten. Verplaatst zich te voet bij daglicht en duisternis Reageert op tekens en signalen en geeft tekens en signalen door Behoudt richting m.b.v. hulpmiddelen Bereikt de bestemming op veilige en verantwoorde wijze Een terrein waarnemen De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze het terrein waar te nemen om inzicht in de situatie te verkrijgen. Kiest een geschikte positie Observeert systematisch het terrein Signaleert ongewone geluiden, waarneembare en markante zaken Voert melding uit in wie, wat, waar en wanneer-vorm Gebruikt elektronische, optische, communicatie- en/of andere middelen en/of methoden op juiste wijze Heeft inzicht in de veiligheid of onveiligheid van een bepaald terrein Heeft juiste methode(n) en hulpmiddelen gehanteerd Heeft op concrete wijze melding gedaan van de waarneming Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 16

19 Beroepscompetentie 3 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 4 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beveiligingswerkzaamheden uitvoeren De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze beveiligingswerkzaamheden uit te voeren t.b.v. de veiligheid van zichzelf en anderen. Controleert toegangsbewijzen Verleent of weigert toegang aan personen om gegronde redenen Visiteert in opdracht van de leidinggevende bezoekers/personeel Spreekt personen aan op gedrag dat veiligheid en orde in gevaar brengt Rapporteert schriftelijk en/of mondeling opvallende zaken aan zijn leidinggevende en overlegt in geval van twijfel Gebruikt zo nodig de juiste communicatie- en/of andere middelen Communiceert in correct Nederlands en in eenvoudig Engels Treedt dienstverlenend op Veilige werksituatie/omgeving voor zichzelf en anderen Onbevoegden is geen toegang verleend Een beveiligingsronde lopen De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze te assisteren bij een beveiligingsronde om de veiligheid van een gebied of terrein te bewaken. Volgt vooraf vastgestelde route onafhankelijk van tijd en plaats Behoudt richting Reageert op tekens en signalen en geeft zo nodig tekens en signalen door Neemt de benodigde gegevens in ontvangst van (neven)posten en verstrekt gegevens aan (neven)posten Rapporteert opvallende zaken mondeling aan de leidinggevende en draagt de relevante gegevens over aan collega s Gebruikt zo nodig de juiste communicatiemiddelen, andere hulpmiddelen en/of apparatuur Een correct uitgevoerde beveiligingsronde Correcte rapportage/communicatie over opvallende zaken Een veilig gebied of terrein Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 17

20 Beroepscompetentie 4a (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 5 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 5a (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Een beveiligingsronde lopen (Uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze een beveiligingsronde te lopen om de veiligheid van een gebied of terrein te bewaken. Bewaakt tijdens de verplaatsing de zichtafstand van de groepsleden en corrigeert de groepsleden zo nodig Een correct uitgevoerde beveiligingsronde Correcte rapportage/communicatie over opvallende zaken Een veilig gebied of terrein Medische hulp verlenen De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze medische hulp te verlenen aan anderen. Spreekt, zo mogelijk, het slachtoffer aan Beoordeelt het functioneren van vitale functies van het slachtoffer Gebruikt op juiste wijze hulpmiddelen/materialen Roept indien nodig direct hulp in m.b.v. communicatiemiddelen Zorgt voor eigen veiligheid Treedt alert (niet afwachtend) op Voorkomt of beperkt (ernstige) consequenties van het ongeval Medische hulp verlenen (Uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze medische hulp te verlenen aan anderen. Zorgt voor eigen veiligheid, de veiligheid van de groep en spreekt groepsleden zo nodig hierop aan Voorkomt of beperkt (ernstige) consequenties van het ongeval Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 18

21 Beroepscompetentie 6 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 6a (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 7 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Bij een eenvoudig incident optreden De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze op te treden bij eenvoudige incidenten t.b.v. de algemene veiligheid. Zet het gebied rondom het incident af Zorgt voor eigen veiligheid Alarmeert de juiste instanties Gebruikt op juiste wijze communicatiemiddelen en/of andere hulpmiddelen Een situatie die, voor zover mogelijk, veilig is voor slachtoffers en betrokkenen Heeft, voor zover mogelijk, de consequenties van het incident beperkt Bij een eenvoudig incident optreden (Uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze op te treden bij eenvoudige incidenten t.b.v. de algemene veiligheid. Zorgt voor eigen veiligheid, de veiligheid van de groep en spreekt groepsleden zo nodig hierop aan Een situatie die, voor zover mogelijk, veilig is voor slachtoffers en betrokkenen Heeft, voor zover mogelijk, de consequenties van het incident beperkt Bij de organisatie rondom calamiteiten assisteren De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze te assisteren bij de organisatie van repressieve maatregelen rondom calamiteiten t.b.v. de algemene veiligheid. Zet in opdracht van de leidinggevende het gebied rondom de calamiteit af Zorgt voor eigen veiligheid Alarmeert in opdracht van de leidinggevende de juiste instanties Gebruikt in opdracht van de leidinggevende op juiste wijze communicatiemiddelen en/of andere hulpmiddelen De opdrachten zijn volgens de instructies van de leidinggevende goed uitgevoerd Heeft, voor zover mogelijk, bijgedragen aan een situatie die zo veilig mogelijk is voor slachtoffers en betrokkenen Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 19

22 Beroepscompetentie 8 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 8a (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 9 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Fysieke conditie opbouwen en onderhouden De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zijn fysieke conditie op te bouwen en te onderhouden om de krachtsinspanningen die van hem verwacht worden te kunnen verrichten. Voert trainingsprogramma s gericht op fysieke kracht en uithoudingsvermogen uit Leert onder begeleiding eigen kunnen inschatten Merkt tijdig mogelijke blessures op en reageert daar adequaat op Is zich bewust van de consequenties van (on)gezonde gewoonten en de gevolgen daarvan voor de fysieke conditie Goede fysieke basisconditie Fysieke conditie opbouwen en onderhouden (Uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zijn fysieke conditie op te bouwen en te onderhouden om de krachtsinspanningen die van hem verwacht worden te kunnen verrichten. Schat met begeleiding eigen kunnen goed in en handelt hiernaar Goede fysieke basisconditie (H)erkent de grenzen van zijn fysieke mogelijkheden Preventieve maatregelen nemen De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze (preventieve) maatregelen te nemen t.b.v. de bescherming van de gezondheid van zichzelf en en zijn buddy. Past persoonlijke hygiëne toe Probeert stress te voorkomen Voert juiste maatregelen uit ter voorkoming en bestrijding van diverse (infectie)ziekten Spreekt buddy aan op onvoldoende verzorging/onverantwoord gedrag Heeft zoveel mogelijk maatregelen getroffen om gezond te blijven en heeft zo nodig zijn buddy hierop geattendeerd Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 20

23 Beroepscompetentie 9a (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 10 (VM) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetentie 11 (BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces Preventieve maatregelen nemen (Uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze (preventieve) maatregelen te nemen t.b.v. de bescherming van de gezondheid van zichzelf en anderen. Spreekt buddy, groepsleden en/of gehele groep aan op onvoldoende verzorging/onverantwoord gedrag wat betreft hun gezondheid Heeft zoveel mogelijk maatregelen getroffen om gezond te blijven en heeft zo nodig zijn buddy en anderen hierop geattendeerd Voor materiaal zorgdragen De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zorg te dragen voor goed onderhoud van de persoonlijke uitrusting en beschermingsmiddelen en het direct beschikbaar zijn daarvan voor gebruik. Gebruikt het materieel verantwoord Onderhoudt persoonlijke uitrusting en beschermingsmiddelen Repareert zo nodig gebreken Meldt vermissingen, beschadigingen, zaken die niet zelf hersteld kunnen worden of die ontbreken Goed onderhouden persoonlijke uitrusting en beschermingsmiddelen t.b.v. een zo optimaal mogelijke bescherming Volgens procedures en regelgeving werken De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze volgens procedures en regelgeving te werken. Gedraagt zich volgens de gedragscode van het krijgsmachtsdeel Volgt instructies, procedures en regelgeving op Verzoekt anderen tot het opvolgen van regels en voorschriften en houdt hierbij rekening met de hiërarchische positie van de personen Rapporteert afwijkingen en onregelmatigheden aan de leidinggevende De assistent/medewerker vrede en veiligheid gedraagt zich volgens procedures en regelgeving en de gedragscode van de het krijgsmachtsdeel Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 21

24 Beroepscompetentie 12 (BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces N N O N Beroepscompetentie 13 (BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces O N N Beroepscompetentie 13a (BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces Omgaan met problemen De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze met problemen om te gaan. Signaleert het probleem Brengt het probleem samen met zijn buddy en/of leidinggevende in kaart Houdt zich aan de gedragsregels van de krijgsmacht Bespreekt eigen activiteiten met de leidinggevende Overlegt met de leidinggevende over mogelijke oplossingen rekening houdend met belangen en normen van anderen en de krijgsmacht Heeft het probleem op correcte wijze in kaart gebracht De leidinggevende is adequaat geïnformeerd zodat deze het probleem kan beheersen of oplossen Eigen werkzaamheden voorbereiden De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zijn werkopdracht voor te bereiden, zodat deze efficiënt kan worden uitgevoerd. Ontvangt de opdracht van de leidinggevende Verzamelt alle relevante informatie Maakt onder begeleiding een eenvoudig plan van aanpak Toont verantwoordelijkheid Stemt de manier van werken af met de leidinggevende Verzamelt de juiste materialen en hulpmiddelen met zijn groepsleden Gaat efficiënt en zorgzaam om met materialen en hulpmiddelen Een goed voorbereide opdracht Eigen werkzaamheden voorbereiden (Uitstroomdifferentitie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zijn werkopdracht voor te bereiden, zodat deze efficiënt kan worden uitgevoerd. Maakt een (eenvoudig) plan van aanpak Een goed voorbereide opdracht Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 22

25 Beroepscompetentie 14 (BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces N N N N O Beroepscompetentie 14a (BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces N O Beroepscompetentie 15 (BOS/SC) Beheersingscriteria gericht op het proces N Zorgdragen voor kwaliteit De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zorg te dragen voor een goede werkuitvoering en goede kwaliteit van het af te leveren werk zodat aan de belangen van de krijgsmacht tegemoet gekomen wordt. Werkt volgens de gedragsregels van de krijgsmacht Gaat efficiënt en zorgzaam om met materieel, materialen en hulpmiddelen Brengt samen met de leidinggevende fouten, verstoringen en afwijkingen in het eigen werkproces in kaart Spreekt buddy aan op fouten, verstoringen en afwijkingen Plant in overleg met de leidinggevende de eigen activiteiten Een kwalitatief goed uitgevoerde opdracht Zorgdragen voor kwaliteit (Uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zorg te dragen voor een goede werkuitvoering en goede kwaliteit van het af te leveren werk zodat aan de belangen van de krijgsmacht tegemoet gekomen wordt. Spreekt buddy, groepsleden en/of gehele groep aan op fouten, verstoringen en afwijkingen Plant zo nodig in overleg met de leidinggevende de eigen activiteiten Een kwalitatief goed uitgevoerde opdracht Veilig en milieubewust werken De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze volgens voorschriften voor veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden te werken zodat het werk verantwoord wordt uitgevoerd. Handelt conform de richtlijnen/relevante voorschriften, die gelden voor Defensie, op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden Reageert alert en actief op (het ontstaan van) onveilige situaties Werkt volgens de gedragsregels van de krijgsmacht Blijft rustig in moeilijke situaties Meldt onveilige situatie aan de leidinggevende Verzamelt afval en restmateriaal, sorteert dit en voert dit af volgens voorschriften Het werk is conform de richtlijnen/voorschriften voor veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden uitgevoerd Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 23

26 Beroepscompetentie 16 (SC) Beheersingscriteria gericht op het proces N S S/O S/O O N C/N C/N Beroepscompetentie 16a (SC) Beheersingscriteria gericht op het proces N Samenwerken De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze samen te werken, zodat het werk zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd. Past zich aan de cultuur van het krijgsmachtsdeel aan Neemt deel aan overleg Maakt werkafspraken met groepsleden Komt gemaakte werkafspraken na Houdt zich aan het buddysysteem Communiceert op correcte wijze Respecteert eigen grenzen en grenzen van anderen Houdt rekening met verschillen tussen groepsleden en hun manier van werken Geeft aan wanneer de (werk)druk te hoog is Spreekt zijn buddy aan op zijn handelen Gaat respectvol om met mensen van verschillende rangordes Houdt rekening met de werkzaamheden van de groepsleden en overlegt bij eventuele problemen met de leidinggevende Ondersteunt zo nodig collega s bij het uitvoeren van het werk Vraagt indien nodig hulp of advies van de leidinggevende of anderen Stelt zich coöperatief en flexibel op De assistent/medewerker vrede en veiligheid heeft een bijdrage geleverd aan het doelmatig uitvoeren van een opdracht De assistent/medewerker vrede en veiligheid functioneert binnen een team Samenwerken (Uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze samen te werken, zodat het werk zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd. Maakt werkafspraken met groepsleden en spreekt groepsleden op de afspraken aan Houdt zich aan het buddysysteem, signaleert afwijkingen en koppelt deze terug aan de leidinggevende Activeert in voorkomende gevallen zijn buddy, zijn groepsleden en/of de gehele groep Communiceert op correcte wijze en stemt hierbij het gedrag af op betrokkenen Spreekt buddy, groepsleden en/of de gehele groep aan op hun handelen Ondersteunt zo nodig collega s en/of leidinggevende bij het uitvoeren van het werk De medewerker vrede en veiligheid heeft er (mede) voor gezorgd dat hijzelf en anderen de opdracht doelmatig hebben uitgevoerd De medewerker vrede en veiligheid functioneert binnen een team Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 24

27 Beroepscompetentie 17 (SC) Beheersingscriteria gericht op het proces N/C N C N N Beroepscompetentie 17a (SC) Beheersingscriteria gericht op het proces Communiceren tijdens werkzaamheden De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze te communiceren. Communiceert volgens de gedragsregels van de krijgsmacht Luistert actief Stelt zo nodig gerichte vragen met als doel de opdracht/vraag helder te krijgen Onderscheidt hoofd- en bijzaken in informatie van eenvoudige aard Gebruikt de aangeleverde informatie op het juiste moment Neemt zo nodig het woord Toont empatisch vermogen Maakt op juiste wijze gebruik van de beschikbare hulpmiddelen Hanteert correcte omgangsvormen Stemt de communicatiestijl af op de ander en op de situatie Spreekt helder en duidelijk Communiceert zowel mondeling als schriftelijk in het Nederlands Communiceert mondeling in eenvoudig Engels Let op non-verbale communicatie (intercultureel) Legt een probleem op duidelijke wijze voor aan zijn buddy of de leidinggevende Alle betrokkenen ervaren de verkregen informatie als juist en de assistent/medewerker is als vriendelijk en servicegericht ervaren Heeft geldende bedrijfsregels en omgangsvormen gehanteerd Communiceren tijdens werkzaamheden (Uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze te communiceren. Verwoordt de instructie helder Communiceert mondeling en schriftelijk in eenvoudig Engels Alle betrokkenen ervaren de verkregen informatie als juist en de medewerker is als vriendelijk en servicegericht ervaren Heeft geldende bedrijfsregels en omgangsvormen gehanteerd Heeft heldere instructies gegeven Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 25

28 Beroepscompetentie 18 (ON) Beheersingscriteria gericht op het proces L O O Beroepscompetentie 18a (ON) Beheersingscriteria gericht op het proces Beroepscompetenties ontwikkelen De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties gedurende de loopbaan te ontwikkelen om goed te blijven functioneren in zijn beroep. Voorziet de consequenties van zijn handelen Verwoordt wat goed en fout is gegaan en erkent fouten of onvolkomenheden Stelt verbeterpunten op samen met de leidinggevende Vraagt op eigen initiatief feedback van zijn leidinggevende, buddy en individuele groepsleden Staat open voor opbouwende kritiek op zijn gedrag Geeft feedback volgens de feedbackregels aan zijn buddy en individuele groepsleden Toont motivatie om te leren Toont verantwoordelijkheid Deelt kennis en ervaring met andere groepsleden Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties Heeft op een correcte manier feedback en verbeterpunten gegeven aan zijn buddy of individuele groepsleden Beroepscompetenties te ontwikkelen (Uitstroomdifferentiatie Medewerker vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties gedurende de loopbaan te ontwikkelen om goed te blijven functioneren in zijn beroep. Stelt verbeterpunten op Geeft feedback volgens de feedbackregels aan zijn buddy, individuele groepsleden en/of de gehele groep Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties Heeft op een correcte manier feedback en verbeterpunten gegeven aan zijn buddy, individuele groepsleden en/of de hele groep Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 26

29 Beroepscompetentie 19 (BOS) Beheersingscriteria gericht op het proces (Deel)werkzaamheden te coördineren (Uitstroomdifferentiatie Medewerker Vrede en veiligheid) De medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze de (deel)werkzaamheden te coördineren. Geeft duidelijke instructie aan een groep personen Verdeelt de taken Bewaakt de voortgang, het (groeps)proces en het resultaat en stuurt zo nodig bij Speelt in op veranderende eisen en omstandigheden Luistert actief naar en observeert de groepsleden Begeleidt en motiveert de groepsleden Spreekt de groepsleden aan vanuit de basishouding gelijkwaardigheid De medewerker vrede en veiligheid heeft de coördinatietaak op correcte wijze uitgevoerd Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 27

30 9 OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL 9.1 KERN Voor het kwalificatieprofiel Vrede en veiligheid is de volgende inhoud van de kern vastgesteld. Kern De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van de kern: Kerntaken 1, 2, 3, 4 Kernopgaven 1 Competenties Alle competenties behalve de competenties genummerd met a en behalve UITSTROOMDIFFERENTIATIES Voor het kwalificatieprofiel Vrede en veiligheid is de volgende uitstroomdifferentiatie vastgesteld. Uitstroomdifferentiatie 1 Medewerker vrede en veiligheid (crebo-code: 90580) Korte typering van de uitstroomdifferentiatie: De medewerker werkt in teamverband, maar voert ook werkzaamheden alleen uit. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan zijn leidinggevende. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is het erg belangrijk dat hij goed kan samenwerken. In zijn gedrag en houding moet hij de voor de krijgsmacht geldende regels, waarden en normen naleven. De medewerker vrede en veiligheid heeft tevens een coördinerende rol op een laag niveau. Dit betekent dat hij op verzoek van de leidinggevende de groep instructies geeft binnen een specifieke opdracht of dat hij de leidinggevende ondersteunt. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van deze uitstroomdifferentiatie: Kerntaken 1, 2, 3, 4 Kernopgaven 1 Competenties Alle competenties Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 28

31 10 CERTIFICEERBARE EENHEDEN Niet van toepassing Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 29

32 11 COMPETENTIEMATRIX In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid de competenties opgenomen die bij de kern en de uitstroomdifferentiaties van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven en in welke uitstroomdifferentiaties. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken. Kerntaak Kernopgave Uitstroomdifferentiatie 1: 2: 3: 4: Oriënteert zich op een gebied/terrein Voert een militaire beveiliging uit Treedt op bij eenvoudige incidenten en voert assisterende werkzaamheden uit Draagt zorg voor persoonlijke verzorging 1: Omgaan met regelgeving/procedures versus eigen moreel besef 1: Medewerker vrede en veiligheid Competenties Kern Uitstroomdifferentiatie 1 De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op KT KT KT KT KT KT KT KT adequate wijze zich in terreinen te verplaatsen X X 2. een terrein waar te nemen X X 3. beveiligingswerkzaamheden uit te voeren X 4. een beveiligingsronde te lopen X 4a een beveiligingsronde te lopen X 5. medische hulp te verlenen X 5a medische hulp te verlenen X 6. bij een eenvoudig incident op te treden X 6a bij een eenvoudig incident op te treden X 7. bij de organisatie rondom calamiteiten te assisteren X 8. zijn fysieke conditie op te bouwen en te onderhouden X 8a zijn fysieke conditie op te bouwen en te onderhouden X 9. preventieve maatregelen te nemen X Kernopgave KO 1 Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 30

33 Competenties Kern Uitstroomdifferentiatie 1 Kernopgave De assistent/medewerker vrede en veiligheid is in staat om op adequate wijze KT 1 KT 2 KT 3 KT 4 KT 1 KT 2 KT 3 KT 4 KO 1 9a preventieve maatregelen te nemen X 10. voor materiaal zorg te dragen X X X X 11. volgens procedures en regelgeving te werken X X X X X 12. om te gaan met problemen X X X X X 13. eigen werkzaamheden voor te bereiden X X X X 13a. eigen werkzaamheden voor te bereiden X X X X 14. zorg te dragen voor kwaliteit X X X X X 14a. zorg te dragen voor kwaliteit X X X X X 15. veilig en milieubewust te werken X X X X 16. samen te werken X X X X X 16a. samen te werken X X X X X 17. te communiceren tijdens werkzaamheden X X X X X 17a. te communiceren tijdens werkzaamheden X X X X X 18. beroepscompetenties te ontwikkelen X X X X 19. (deel)werkzaamheden te coördineren X X X X X Kwalificatiedossier Vrede en veiligheid 31