ROOS Beleidsprioriteiten BLDSpln Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking

Transcriptie

1 ROOS Beleidsprioriteiten 2015 BLDSpln Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking

2 Stichting ROOS Stichting ROOS (Regionale Omroep Overleg en Samenwerking) is het overleg- en samenwerkingsverband van de dertien regionale publieke omroepen in Nederland en stelt zich ten doel om op grond van samenwerking en beraad ordenend werkzaam te zijn en aldus de belangen van de regionale publieke omroepen te behartigen en het regionale aandeel in het publieke omroepstelsel en in het mediabeleid te versterken. De dertien regionale omroepen zijn allen deelnemer van ROOS. Stichting ROOS heeft een Bestuur en een Raad van Toezicht. Het bestuur wordt gevormd door een onafhankelijk voorzitter en de directeuren van de dertien regionale omroepen in Nederland. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden waarvan vier leden zijn benoemd vanuit de toezichthoudende organen van de aangesloten regionale omroepen en een onafhankelijk voorzitter. Aan samenwerking en overleg wordt vorm gegeven via verschillende overlegvormen. Naast het bestuur (het overleg van directeuren) vindt er regulier overleg plaats tussen de hoofdredacteuren, de hoofden financiën, de hoofden techniek, de personeelsmanagers en de internetcoördinatoren van de regionale omroepen. Uit deze overleggen worden regelmatig werkgroepen geformeerd die een specifieke opdracht hebben. Onderdeel van ROOS is Bureau Regio. Via Bureau Regio vindt uitwisseling plaats van nieuws in de vormen audio, video en teksten tussen de NOS en de regionale omroepen. Bureau Regio maakt ook dagelijks radiobulletins voor een aantal regionale omroepen en het televisieprogramma RegioNed. ROOS is enig aandeelhouder van Omroep Reclame Nederland (ORN). ORN is het verkoopkantoor voor landelijke adverteerders op regionale radio en televisie. Afhankelijk van de ontwikkelingen worden jaarlijks door ROOS de beleidsprioriteiten bijgesteld en vastgesteld. De belangrijkste doelstellingen voor het komende jaar zijn onder verschillende aandachtsgebieden in deze uitgave opgenomen en vormen leidraad voor overleg en samenwerking van de regionale publieke omroepen. 2

3 Inleiding Samenwerken om slagkracht te vergroten en om het mediaaanbod te versterken, daarop stoelt in grote lijnen het beleid van Staatssecretaris Dekker voor de regionale omroep zoals dat opgetekend is in zijn mediabrief van oktober 2014 aan de Tweede Kamer. De genoemde brief bevat voor de publieke omroep de laatste stap van de uitvoering van het Regeerakkoord Rutte-Asscher van eind Het is de stap waarin de publieke omroep wordt klaargemaakt voor de toekomst en waarin de regionale omroepen versterkt moeten worden. Om de regionale mediavoorziening te kunnen versterken werd per 2014 de bekostiging van de regionale omroep al verlegd van de provincies naar het Rijk. Met de mediabrief is meer duidelijkheid verschaft over hoe het Kabinetsbeleid voor de regionale omroep er uit ziet. Het beleid is gebaseerd op drie pijlers. De eerste betreft samenwerking binnen en met de regio om de journalistiek te versterken. Samenwerking tussen de regionale omroepen onderling, als tweede pijler, moet leiden tot een meer slagvaardige en efficiëntere regionale omroep. De derde pijler tot slot behelst meer samenwerking met de landelijke omroep. De brief geeft ook duidelijkheid over de bestuurlijke positie van de regionale omroep. Het Kabinet volgt het advies van de Raad voor Cultuur op dat een zelfstandige en onafhankelijke positie van de regionale omroep noodzakelijk is om vanuit de eigen identiteit maximaal invulling te kunnen geven aan de publieke media-opdracht in de regio. De discussie over een bestuurlijke integratie met de landelijk omroep is daarmee weliswaar van tafel maar noodzaakt de regionale omroepen zich te organiseren tot een slagvaardige en efficiënt georganiseerde sector. De staatssecretaris vindt dat nodig om als collectief de toekomstige uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. ROOS is gevraagd om voor eind april 2015 een plan uit te werken om het regionale omroepbestel slagvaardiger en efficiënter te organiseren. De eigen identiteit van de verschillende regio s moet daarbij altijd tot uiting blijven komen in de programma s. ROOS heeft de koers van het kabinet toegejuicht. Het voldoet aan de eerder gestelde uitgangspunten dat de legitimatie en uitvoering van de regionale mediaopdracht volledig bij het collectief van de regionale omroepen blijft liggen en dat bij samenwerking met de landelijke omroep het inhoudelijke aspect voorop gesteld wordt. ROOS heeft ook nogmaals de opdracht van de staatssecretaris onderschreven om nog doelmatiger met publieke middelen om te gaan zodat het beschikbare budget primair ten goede komt aan de journalistiek en het programma-aanbod. Ook dat past in de eerder uitgesproken ambitie om de efficiencytaakstelling het programma-aanbod niet te laten raken. Het laatste decennium is de positie van de regionale omroep in het publieke mediabestel een veel besproken onderwerp geweest. De wijziging van duale financiering naar provinciale financiering en nu weer naar rijksfinanciering leidde tot steeds wisselende verhoudingen tussen financier en de regionale omroep. Ook de komende tijd zullen die verhoudingen wijzigen als de sector via één aanspreekpunt aangesproken zal worden en er één begrotings- en verantwoordingscyclus wordt ingevoerd. ROOS begrijpt de (politieke) noodzaak van de komende wijzigingen in het regionale medialandschap maar merkt tegelijk op dat de continue veranderingen veel tijd, energie en ook kosten met zich meebrengen en dus ook afleiden van de primaire taak van de regionale omroep: het bedienen van het publiek. De regionale omroep zal zich evenwel in lijn met het Kabinetsbeleid doorontwikkelen maar is daarna gebaat bij bestendiging van zijn plek in het mediabestel zodat alle maatregelen ook hun vruchten kunnen afwerpen. In dat kader wordt nog opgemerkt dat de nu gekozen koers op termijn niet alsnog moet leiden tot de wens van bestuurlijk integratie van de landelijke en regionale omroep zal in het teken staan van planvorming maar ook van uitvoering. Veel voorbereidend werk is door ROOS en de regionale omroepen sinds het verschijnen van het Regeerakkoord al verzet. Met de brief van het Kabinet moeten nu de plannen voor de uitvoering definitief worden gemaakt. Na de laatste stap van het Kabinet zal dan ook de regionale omroep in dit kader zijn laatste stap zetten naar de toekomst. Die stap is een forse en vraagt veel visie, inzet en flexibiliteit van de besturen en medewerkers van ROOS en de regionale omroepen. 3

4 Strategisch kader Efficiënt, doelmatig en toekomstbestendig Het per 2017, of zoveel eerder als mogelijk of nodig, opnieuw vormgeven van de sector regionale publieke omroep op basis van het kabinetsbeleid is een absolute prioriteit voor het ROOS bestuur. Het moet leiden tot een sector van regionale omroepen die de uitdagingen aan kan die het publiek als klant en de politiek als financier aan de regionale omroep stelt. Het levert de regionale samenleving een mediavoorziening op die die samenleving - kritisch - volgt en er aan bijdraagt dat bewoners goed geïnformeerd zijn, hun omgeving en cultuur kennen, kritisch kunnen participeren en volwaardig deel kunnen uitmaken van de regionale samenleving. En in de vorm van een concessie leidt het tot meerjarige afspraken over de taakstelling en de bekostiging, en biedt het zodoende zekerheid aan samenwerkingspartners en medewerkers van de regionale omroepen. 4

5 Samenwerking in de regio De zorgen over de regionale en lokale journalistiek vragen er om dat alles op alles gezet moet worden om tot versterking te komen. De regionale omroep is vanwege zijn publieke karakter een spilfunctie toebedacht om de journalistiek in de regio via samenwerking te versterken. Die belangrijke rol neemt de regionale omroep graag op zich maar het vereist ook ondersteuning vanuit de belanghebbende overheden en medewerking van relevante mediapartijen en organisaties. De gewenste publiek-private samenwerking namelijk vraagt om ruime wettelijke kaders. Experimenten moeten zoveel mogelijk worden vormgegeven door bestaande journalistieke organisaties. Gezien de grote verschillen in het regionale medialandschap in Nederland zal er overigens sprake zijn van maatwerk per regio. Urgentie online ontwikkelingen De regionale omroepen hebben in 2014 besloten tot een meer intensieve en structurele samenwerking rond de online ontwikkelingen. Deze gaan in technologie, toepassingen en gebruik zo snel dat alleen met een collectieve visie en een gezamenlijke aanpak op de vele trends en ontwikkelingen kan worden ingespeeld om ook in het online domein een verbindend regionaal platform te kunnen zijn. De regionale publieke omroepen zijn in het online domein innovatief, sterk klantgericht en staan ook hier open voor samenwerking met andere (media)partijen. Onder andere dataanalyse, innovatie, research, ontwikkeling en inkoop verdienen een gezamenlijke aanpak. Ook de besluitvorming en financiering willen de regionale omroepen gezamenlijk organiseren. Samenwerking landelijke en lokale omroep Over hoe een samenwerking met de landelijke omroep vorm gegeven kan worden is al veel onderzocht. De regionale omroep blijft het journalistieke, inhoudelijke aspect voorop stellen maar verkent ook graag de mogelijkheden tot vergroting van het bereik en het gezamenlijk gebruiken en ontwikkelen van nieuwe technieken en innovaties. Ook met de lokale omroep worden de gevraagde samenwerkingsafspraken gemaakt. 1 De regionale omroep wil van maximale publieke waarde zijn en daarmee een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de regionale openbaarheid. De regionale omroep is met zijn fijnmazige netwerk de beste professionele binnenlandredactie van de publieke omroep die vanuit het hart van de samenleving een verfijnde regionale nieuwsvoorziening levert. Ook blijft hij voorzien in de culturele taak die juist voor de regionale identiteit van bijzonder belang is. 2 De regionale omroep is een van de noodzakelijke pijlers van de regionale en lokale journalistiek en neemt de spilfunctie voor samenwerking in de regio op zich. Die samenwerking wordt beleidsmatig en zo nodig financieel ondersteund door overheden en relevante (media)partners. 3 De door het Kabinet en Tweede Kamer vastgestelde beleidsen bekostigingskaders moeten voor langere tijd bestendigd worden door ze vast te leggen in een wettelijk kader. 4 De uitgesproken urgentie om gezamenlijk de online ontwikkelingen het hoofd te bieden leidt zo snel mogelijk tot een concreet besluit over de organisatorische aanpak, inhoudelijke aspecten en toekenning van middelen. 5 In 2014 zijn ten gevolge van de rijksbekostiging bestaande afspraken, zoals het Financieel handboek regionale omroep, herzien en zijn nieuwe afspraken gemaakt. In 2015 zal evaluatie daarvan plaatsvinden en in overleg zal verder vorm gegeven worden aan de hernieuwde (financierings)relatie met het ministerie van OCW en het Commissariaat voor de Media. 6 Teveel nog worden kijk, luister en online cijfers van de regionale omroepen apart van elkaar beoordeeld terwijl het bereik van de regionale omroep een optelling is van het bereik via alle eigen platformen, via sociale media en via aggregatie en hergebruik van het aanbod. Alhoewel een eenduidig bereikcijfer lastig te geven zal zijn wordt een andere vorm van rapportage ontwikkeld om het totaal bereik van de regionale omroep inzichtelijk te maken. 7 ROOS en regionale omroepen zullen, mede als gevolg van het verleggen van de politieke en financiële verantwoordelijkheid naar het landelijke niveau, de bijdrage en de maatschappelijke betekenis van de regionale omroep aan het totale Nederlandse mediabestel waar nodig gelijkluidend verduidelijken, uitdragen en aantonen. 8 ROOS is voor de regionale omroep gesprekspartner voor de staatssecretaris van OCW. Daarnaast zal ROOS voor collectieve zaken het aanspreekpunt zijn voor de verschillende departementen en het Commissariaat voor de Media, maar ook voor de verschillende partijen in het publieke bestel waaronder de NOS, de NPO, de landelijke publieke omroepen en de OLON. 9 Reclame-inkomsten dragen bij aan de totale financiering van de regionale omroep. Inkomsten uit reclame moeten na aftrek van kosten worden aangewend voor de programmering. ROOS, als enig aandeelhouder van Omroep Reclame Nederland BV, vraagt de Raad van Commissarissen en directie van ORN binnen het huidige kader te focussen op winstoptimalisatie door maximalisatie van reclameinkomsten enerzijds en beperking van de kosten anderzijds. Hoe de reclame activiteiten, zowel landelijk als regionaal, toekomstig georganiseerd moeten worden is eveneens onderwerp van gesprek. 5

6 Kwaliteitsbeleid en ontwikkeling Regionale omroepen zijn er om waarde toe te kennen aan de regionale identiteit. Mensen wonen doelbewust in een regio omdat ze er zich sociaal of economisch mee verbonden voelen. Dat verschaft identiteit. Het hoofdredacteurenoverleg hanteert drie belangrijke uitgangspunten voor het realiseren van die identiteit. Een regionale omroep biedt een aanbod dat relevant is voor het eigen verzorgingsgebied, dat verankerd is in dat gebied en dat zo doelmatig mogelijk gerealiseerd wordt onder meer door samenwerkingen aan te gaan met andere partijen. Het gaat dan om de samenwerking met andere regionale omroepen, met landelijke publieke omroepen en met mediapartijen in de regio. Met samenwerking in de regio versterkt de regionale omroep haar spilfunctie voor de regionale en lokale journalistiek. Relevantie Nieuws is de meest elementaire vorm waarop regionale omroepen identiteit verschaffen. Onderscheidend nieuws wel te verstaan. Nieuws heeft ook de hoogste prioriteit. Het doel is om in fijnmaziger nieuws te voorzien zonder natuurlijk de aansluiting met de regionale samenleving en schaal te verliezen. Naast nieuws is er de culturele taak die voor de regionale identiteit van groot belang is. De calamiteitenfunctie wil de regionale omroep zowel voor radio als voor televisie als online uitvoeren. De calamiteitenstatus is een keurmerk. De regionale omroepen schakelen snel bij rampen. Door de grote kennis van de omgeving wordt de bevolking adequaat geïnformeerd. Smartphones zijn weliswaar gemeengoed, maar in de hectiek rond een calamiteit laat telecommunicatie vaak verstek gaan en is de regionale omroep de meest betrouwbare informatiebron. Op de ROOS Dagen van 2015 zal een congres georganiseerd worden over de calamiteitenfunctie van de regionale omroep. Verankering Hoofdredacteuren hechten grote waarde aan de regionale verankering. Zij zoeken die verankering in het intensief samenwerken met maatschappelijke en culturele organisaties. De Programma Beleidsbepalende Organen (PBO s) hebben hier een belangrijke taak in. Zij kunnen het klankbord zijn van hoofdredacteuren en de geluiden laten horen die er bij hun achterban spelen. Op deze manier bewaken zij dat het aanbod 6

7 aansluit bij de samenleving. De staatssecretaris van OCW benadrukt dat de binding tussen de omroep en zijn publiek verzekerd moet zijn. Zeeuwen, Twentenaren of West-Friezen, de mensen voor wie het media-aanbod gemaakt wordt zouden betrokken moeten zijn bij inhoudelijke en programmatische keuzes. De regionale binding komt in het huidige PBO vooral tot uiting in de representatie van stromingen. De spreiding naar deelgebieden is nog niet verzekerd in de PBO s. De huidige Handreiking PBO zal in dat licht herijkt moeten worden. Samenwerking In de regio werken regionale omroepen samen met regionale dagbladen. De meest vergaande stap is gezet door L1 die samen met Dagblad de Limburger/Limburgs Dagblad een gezamenlijke nieuwssite maakt: 1Limburg. Omroep Brabant heeft de ambitie om de samenwerking met BN/De Stem verder voort te zetten en uit te bouwen in het Regionaal Mediacentrum West-Brabant. Andere regionale samenwerkingen zijn de samenwerking van RTV N-H, het Parool, de AVRO en AT5, het Mediacentrum Dordrecht, een samenwerking van de lokale omroep en RTV Rijnmond. Overuit, de oorspronkelijke samenwerking van RTV Oost met TC Tubantia heeft Wegener nu uitgebreid naar andere regio s, namelijk Gelderland en Noord-Brabant. Provinsje Fryslân heeft afgelopen zomer besloten om voor 2014 en 2015 geld beschikbaar te stellen voor een onderzoek naar het opzetten van een Regionaal Mediacentrum in Friesland, waaraan Omrop Fryslân een beoogd partner is. Deze en nieuwe samenwerkingsverbanden die het media-aanbod links- of rechtsom versterken verdienen doorontwikkeling. Zowel de regionale omroepen als de NOS hebben specifieke wettelijk taken en verplichtingen op het terrein van de nieuws- en informatievoorziening en het is de inzet van beide organisaties de publieke nieuwsvoorziening in Nederland zo stevig mogelijk neer te zetten. In 2014 is uitvoering gegeven aan Bureau Regio dat gevestigd is op de NOS werkvloer. In de komende jaren zal deze samenwerking voortgezet worden. De kernbegrippen relevantie, verankering en samenwerking zijn door het hoofdredacteurenoverleg vertaald in de volgende beleidsprioriteiten. 1 De versterking van de regionale en lokale journalistiek en het regionale media-aanbod hebben een hoge prioriteit van het hoofdredacteurenoverleg. Begin 2015 worden debatten gevoerd om aanbevelingen voor te leggen aan het ROOSbestuur voor het rapport dat ROOS in april zal maken voor de staatssecretaris van OCW. De staatssecretaris heeft de regionale omroepen een spilfunctie toegekend voor de regionale en lokale journalistiek. Regionale omroepen werken daarvoor ook aan diverse vormen van samenwerking met andere partijen. In de regio is dat in regionale mediacentra. 2 Het Programma Beleidsbepalend Orgaan (PBO) bewaakt de regionale identiteit van de regionale omroep en speelt een belangrijke rol bij de verantwoording van deze taak voor de regio. Het komende jaar wordt gewerkt aan een herijking van de Handreiking PBO, rekening houdend met de binding naar deelgebieden. 3 De regionale omroepen benutten de technologische ontwikkelingen om het media-aanbod op een effectievere en efficiëntere manier aan te bieden aan het publiek via nieuwe media- en verspreidingsvormen. De ontwikkelingen zoals ingezet in voorgaande jaren worden doorontwikkeld. 4 Landelijk wordt de samenwerking met de NOS versterkt in de gezamenlijke redactie van Bureau Regio. Er wordt gewerkt aan een aantal onderzoeksthema s die gezamenlijk met de regionale omroepen en de NOS worden uitgewerkt. Ook de online activiteiten worden uitgebreid en Bureau Regio zal vanaf begin 2015 regionaal nieuws selecteren voor NOS.nl. De samenwerking met EenVandaag wordt het komende jaar voortgezet, Omroep Max gebruikt items van de regionale omroep in Hallo Nederland en ook met NPODoc wordt de uitwisseling van materiaal voortgezet. NPODoc stelt een tijdslot beschikbaar voor de serie RegioDoc met regionale documentaires. 5 Het hoofdredacteurenoverleg continueert de aandacht voor kwaliteitsbevordering van regionale omroepen. De ROOS Dagen worden voortgezet en de NL-Awards opnieuw uitgereikt. De ROOS Dagen brengen nieuwe ontwikkelingen in de sector onder de aandacht en bevorderen de kennis- en informatie-uitwisseling tussen de regionale omroepen. De NL-Awards tonen en belonen de kwaliteit van de regionale programma s. ROOS stimuleert dat de omroepen programma s inzenden voor nationale en internationale journalistieke en omroepprijzen. Dat heeft het afgelopen jaar geleid tot een Grand Prix Circom voor de documentaire Houdt God van vrouwen?. De nieuwsserie van Omroep Brabant over de vleesfraude van Vion is genomineerd voor een Loep. 6 Jaarlijks worden de prestaties van de omroepen geëvalueerd. 7 ROOS brengt aan de hand van inhoudelijke voorbeelden de kwaliteit en betekenis van de regionale omroep onder de aandacht via een nieuwsbrief. 7

8 Infrastructuur, distributie en standaardisatie De nieuwe digitale technieken en platformen leiden tot een snel toenemend en blijvend ander mediagebruik door de consument. Het aantal platformen neemt tegelijk ook, door de vele aanbieders van distributiemogelijkheden en apparatuur, steeds meer toe. De regionale omroep speelt hierop in door zijn content beschikbaar te stellen via verschillende platformen als smartphones, tablets en interactieve televisietoestellen en ook via verschillende diensten. Van belang daarvoor is dat de regionale omroep zijn media-aanbod op uniforme wijze produceert en beschikbaar stelt, zodat het op al deze platformen op de juiste wijze kan worden weergegeven. Alleen op die manier kan iedere consument worden bereikt, ongeacht zijn of haar keuze voor een apparaat of dienst. Wel moeten scherpe keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld voor de verschillende diensten en platforms om aan te sluiten bij het consumentengedrag en bij technische ontwikkelingen. Ook verslaglegging verandert doordat de beschikbare technieken veranderen. Tegenwoordig verwacht de consument dat informatie over een nieuwsfeit direct beschikbaar is. Daarom willen omroepen zo snel mogelijk op locatie gemaakte artikelen, foto s en video - zowel live als opgenomen - kunnen verwerken voor publicatie op internet, radio en televisie. Om te zorgen dat redacties dit eenvoudig kunnen doen zijn slimme technische oplossingen nodig. 1 Infrastructuur Technologie wordt goedkoper, betrouwbaarder en compacter. ICT-oplossingen zijn steeds meer in staat dezelfde of meer functionaliteit tegen een lagere kostprijs te bieden dan traditionele broadcast apparatuur. Omroepen kiezen daarom vaker voor oplossingen gebaseerd op computers en IP. Ook kan deze technologie worden ingezet om meerdere omroepen tegelijk te bedienen, terwijl de kwaliteit gelijk blijft of zelfs verhoogd kan worden. A. Standaarden - Om te zorgen dat meer kan worden samengewerkt zullen werkwijzen uniform moeten worden ingericht. Door standaarden en werkprocessen te harmoniseren wordt het voor omroepen mogelijk techniek en ondersteuning te bundelen. Daarmee kan gezamenlijk worden gezorgd dat de content van de omroepen efficiënt wordt geproduceerd en naar een breed scala aan platforms kan worden verspreid. B. Collectieve Inkoop - De regionale omroep kan op technisch vlak door samenwerking zijn innovatiekracht versterken. Tegelijkertijd kan inkoop- en synergievoordeel worden behaald. Door gezamenlijke inkoop kunnen kosten worden bespaard en kunnen betere leveringsvoorwaarden worden bedongen bij leveranciers. 2 Distributie De regionale omroep stelt zijn content beschikbaar op een breed aanbod van platforms. Daarmee sluit hij aan op de explosieve groei aan platforms en technieken waarmee de consument het media-aanbod kan ontvangen. De regionale content is reeds beschikbaar via browsers, app s, smartphones, tablets, radio, TV, smart TV s en zelfs openbare schermen, zodat het publiek zo goed mogelijk wordt bereikt. Om deze reeks aan mogelijkheden zo goed mogelijk van regionale content te voorzien ligt een gezamenlijke aanpak waarbij wordt geprofiteerd van synergievoordelen en innovatiekracht voor de hand. Van belang daarvoor is dat de regionale omroep de werkprocessen waarmee het media-aanbod wordt geproduceerd onderling afstemt en zodanig inricht, dat het op al deze platforms op de juiste wijze wordt weergegeven. A. Uitzending Gemist - Het media-aanbod van de regionale omroep is via browsers en app s terug te kijken, luisteren en lezen. In 2015 zullen de regionale programma s ook via uitzending gemist diensten van televisiedistributeurs beschikbaar worden gemaakt voor het publiek. B. App s - De in 2013 ontwikkelde app MijnRegio wordt doorontwikkeld en geïntegreerd in de in succesvolle app s voor ios en Android smartphones en tablets van de omroepen. Komend jaar wordt de gezamenlijke ontwikkeling van de app s voortgezet, om te anticiperen op de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. C. Connected TV - Sinds begin vorig jaar is de content van het merendeel van de regionale omroepen ook via gezamenlijke ontwikkelde app s voor Smart TV beschikbaar. Komend jaar wordt het aantal Smart TV s en settopboxen waarop de content ontvangen kan worden uitgebreid. Verder wordt onderzocht of de app s middels de internationale standaard HbbTV via het lineaire televisiesignaal kunnen worden doorgegeven. Ook zal het aantal deelnemende omroepen toenemen. 8

9 D. HD-Televisie - Het merendeel van de regionale omroepen produceert de televisieprogrammering in de High Definition (HD) standaard. Deze hogere kwaliteit zou niet alleen via app s en websites voor het publiek beschikbaar moeten zijn, maar ook via de distributienetwerken van de kabel- en glasvezelaanbieders. E. Radio - ROOS zal in 2015 nauwlettend de beleidsvoorbereidingen volgen voor de heruitgifte van de FM frequenties per 1 september Inzet daarbij is dat de huidige frequenties voor de regionale omroep worden behouden en dat geen verdere aantasting van frequentierechten en verzorging plaatsvindt. F. Digitale Radio - Iedere regionale omroep heeft een vergunning voor het uitzenden van Digitale Radio (DAB+) in het eigen verzorgingsgebied en de verplichting in 2015 via deze nieuwe radiostandaard te ontvangen te zijn. Vanaf 2015 zullen ook hier beleidsvoorbereidingen getroffen worden voor de heruitgifte. De huidige verplichting aan commerciële en publieke regionale omroepen om gezamenlijk tot exploitatie van een TDAB+ netwerk te komen is niet langer wenselijk. Een eventuele her uitgifte zou niet langer gebaseerd moeten zijn op de koppeling tussen FM en TDAB+, maar moet gebaseerd zijn op volledige dekking in de allotments en biedt de vergunninghouder een zodanige bandbreedte dat kwaliteit en nieuwe toepassingen gewaarborgd zijn. 3 Contributie Voor het verkrijgen en verwerken van materiaal hebben omroepen verbindingen nodig, zowel via de ether als via hoogwaardige (internet)verbindingen. Daarbij zijn kwaliteit en beschikbaarheid van groot belang voor het goed kunnen uitvoeren van de calamiteitenfunctie en de journalistieke taak van de regionale omroep. A. PMSE - Voor het kunnen produceren en verspreiden van programma s hebben omroepen behoefte aan etherfrequenties. Door de groei van mobiel internetgebruik en de toename van het aantal apparaten dat van draadloze oplossingen gebruik maakt, staat de beschikbare ruimte voor omroeptoepassingen onder druk. Omroepen gebruiken deze frequentieruimte om programma s te kunnen produceren en verspreiden. ROOS overlegt met het ministerie van Economische Zaken en is actief lid van de PMSE om de te borgen dat voldoende frequenties beschikbaar blijven voor de productie van de programma s. B. ISDN - Voor sportverslaggeving wordt in voetbalstadions gebruik gemaakt van in ROOS-verband aangelegde digitale telefoonlijnen. Een werkgroep onderzoekt of deze infrastructuur nog aansluit bij de huidige werkprocessen. 9

10 Arbeidsvoorwaarden en Personeelsontwikkeling In de lopende CAO hebben de partners onder meer afgesproken om een plan te maken voor permanente educatie. Dit heeft geleid tot een sectorplan voor de publieke omroep, dat met de goedkeuring van het ministerie SZW uitgevoerd wordt in 2015 en De minister van SZW heeft subsidies voor sectorplannen beschikbaar gesteld om knelpunten in sectoren op te lossen. De publieke omroep staat voor de taak om te innoveren met krimpende middelen en de audiovisuele sector is sterk in verandering. Dat vraagt aanpassingen van de regionale omroep en zijn personeel om in te spelen op snelle technologische ontwikkelingen. Uitwerking geven aan de opleidingen om medewerkers op te leiden voor innovaties in de regionale journalistiek staat dan ook hoog op de agenda van het P&Ooverleg in de komende jaren. Het P&O-overleg adviseert het ROOS-bestuur over de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarvoor heeft een werkgroep uit het P&O-overleg direct contact met de ROOSvertegenwoordiger in het CAO-overleg. 1 De inbreng in de CAO en de implementatie van de CAO-afspraken zijn belangrijke aandachtspunten voor het P&O-overleg. Specifiek zullen de CAO-afspraken rond de werkzekerheid een prominente behandeling krijgen. 2 Het P&O-overleg adviseert het ROOS-bestuur over (sociaal) plannen, personeelsregelingen en mobiliteitsplannen. 3 Het P&O-overleg adviseert over mogelijke organisatiewijzigingen en veranderingstrajecten. De clustervorming van de omroepen heeft ook invloed op de organisatie van P&O in de clusters. Het overleg wordt gebruikt om informatie uit te wisselen. 4 Bij gewijzigde wet- en regelgeving wordt een gemeenschappelijke aanpak voorgestaan. 5 Het P&O-overleg oriënteert zich op ontwikkelingen in de AV-sector en mogelijke implicaties voor het HRM-beleid. Het overleg werkt zo mogelijk gezamenlijk te ontwikkelen personeelsinstrumenten uit. 6 Het P&O-overleg bewaakt het ROOS-beoordelingssysteem en adviseert over de ontwikkeling van het systeem aan het ROOS-bestuur. 7 Het P&O-overleg streeft naar een nauwe samenwerking met de NOS Academy en onderzoekt de mogelijkheid om personeel uit te wisselen. Dit is een uitwerking van de afspraken die zijn vastgelegd in Nieuws van alle kanten een gezamenlijke notitie van ROOS en de NOS en om uitvoering te geven aan het eerder genoemde sectorplan. 8 Het P&O-overleg zorgt voor de uitwisseling en ontwikkeling van kennis en kunde onder de hoofden P&O. 10

11 Adressen Omrop Fryslan Zuiderkruisweg 2 Postbus JP LEEUWARDEN Telefoon: Internet: RTV Noord Helperpark 298 Postbus RP GRONINGEN Telefoon: Internet: RTV Drenthe Beilerstraat 30 Postbus AZ ASSEN Telefoon: Internet: RTV Oost Hazenweg 25 Postbus BA HENGELO Telefoon: Internet: Omroep Gelderland Rosendaalseweg 704 Postbus AS ARNHEM Telefoon: Internet: RTV Utrecht Hengeveldstraat 29 Postbus BA UTRECHT Telefoon: Internet: Omroep Flevoland Larserpoortweg 40 Postbus AN LELYSTAD Telefoon: Internet: RTV NH Aletta Jacobslaan 9 Postbus AM AMSTERDAM Telefoon: Internet: Omroep West Laan van s-gravenmade 2 Postbus AA DEN HAAG Telefoon: Internet: RTV Rijnmond Lloydstraat 23 Postbus OO BM ROTTERDAM Telefoon: Internet: Omroep Zeeland Kanaalstraat 64 Postbus ZH OOST-SOUBURG Telefoon: Internet: Omroep Brabant Science Park Eindhoven 5550 Postbus AC EINDHOVEN Telefoon: Internet: Stichting Omroep Limburg (houdster zendmachtiging L1) Ambyerstraat-Zuid 77b Postbus AA MAASTRICHT Telefoon: Internet: L1 Ambyerstraat-Zuid 77b Postbus AA MAASTRICHT Telefoon: Internet: Omroep Reclame Nederland Sales (ORN) Mart Smeetslaan 2B Gebouw Heideheuvel 3 Postbus AG HILVERSUM Telefoon: Internet: Bureau Regio Journaalplein 1 Postbus AB HILVERSUM Telefoon: Internet: Stichting ROOS Mart Smeetslaan 2A Gebouw Heideheuvel 3 Postbus AX HILVERSUM Telefoon: Internet: 11

12 Media-aanbod: één of meer elektronische producten met beeld- of geluidsinhoud die bestemd zijn voor afname door het algemene publiek of een deel daarvan; Regionale publieke media-instelling: instelling die is aangewezen voor de verzorging van een regionale publieke mediadienst; Publieke mediaopdracht: mediaopdracht als hieronder bedoeld; Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking 1. Er is een publieke mediaopdracht die bestaat uit: a. het op landelijk, regionaal en lokaal niveau verzorgen van publieke mediadiensten door het aanbieden van media-aanbod op het terrein van informatie, cultuur, educatie en verstrooiing, via alle beschikbare aanbodkanalen; en b. het verzorgen van publieke mediadiensten waarvan het media-aanbod bestemd voor landen en gebieden buiten Nederland en voor Nederlanders die buiten de landsgrenzen verblijven. 2. Publieke mediadiensten voldoen aan democratische, sociale en culturele behoeften van de Nederlandse samenleving door het aanbieden van media-aanbod dat: a. evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand is en zich tevens kenmerkt door een grote verscheidenheid naar vorm en inhoud; b. op evenwichtige wijze een beeld van de samenleving geeft en de pluriformiteit van onder de bevolking levende overtuigingen, opvattingen en interesses op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied weerspiegelt; c. gericht is op en een relevant bereik heeft onder zowel een breed en algemeen publiek, als bevolkingsen leeftijdgroepen van verschillende omvang en samenstelling met in het bijzonder aandacht voor kleine doelgroepen; d. de Nederlandse identiteit met inbegrip van culturele diversiteit in Nederland weerspiegelt en daaraan bijdraagt; e. onafhankelijk is van commerciële invloeden en, behoudens het bepaalde bij of krachtens de wet, van overheidsinvloeden; f. voldoet aan hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen; en g. voor iedereen toegankelijk is. 3. Het programma-aanbod van de algemene programmakanalen van de landelijke, regionale en lokale publieke mediadiensten wordt via omroepzenders verspreid naar alle huishoudens in het verzorgingsgebied waarvoor de programma s zijn bestemd zonder dat zij voor de ontvangst andere kosten moeten betalen dan de kosten van aanschaf en gebruik van technische voorzieningen die de ontvangst mogelijk maken. 4. In het kader van de uitvoering van de publieke mediaopdracht volgen en stimuleren publieke media-instellingen technologische ontwikkelingen en benutten de mogelijkheden om media-aanbod aan het publiek aan te bieden via nieuwe media- en verspreidingstechnieken. Uit de Mediawet