Verschillen belading uniforme stapelwagens

Transcriptie

1 Verschillen belading uniforme stapelwagens Inleiding Het project 1-kar is eind 2012 afgerond en vanaf dat moment is er in de keten sprake van één uniforme stapelwagen. Het uitgangspunt van het project is één functioneel gelijke stapelwagen, toch zijn er in de uiteindelijke ontwikkeling en realisatie enkele verschillen tussen de verschillende type stapelwagens ontstaan. Achtergrond verschillen Het oorspronkelijke uitgangspunt van het project, was de modificatie van de FloraHolland-oud stapelwagens en vervanging van de Aalsmeer-stapelwagens door compleet nieuwe. Gedurende de ontwikkeling zijn twee uitgangspunten gewijzigd: 1. Er is besloten om de oude Aalsmeer stapelwagens ook om te bouwen in plaats van de te vervangen. Dit heeft geresulteerd in een besparing van enkele miljoenen euro s. 2. Omdat op de helft van alle stapelwagens de gehele voor en achterzijde vernieuwd moest worden, ontstond een eenmalige kans om de belading van de stapelwagens met 5 legbordgaten te verhogen (t.o.v. het uitgangspunt de FH-oud stapelwagen). Deze verhoging is ook op de FloraHolland-oud stapelwagen gerealiseerd, door het toevoegen van een extra onderdeel. Uiteindelijk onstaan er in het project 1-kar, dus twee typen stapelwagens: De N08 (De aangepaste FloraHolland-oud stapelwagen) De A08 (De aangepaste Aalsmeer stapelwagen) De N en A verwijzen hierin naar Naaldwijk en Aalsmeer en de 08 naar het jaar van het ontwerp. A08 N08 NB: Gedurende het project zijn nog twee types geïntroduceerd. De N09 en A09. Deze types zijn gelijk qua bodemconstructie gelijk aan de N08 en aan de bovenzijde gelijk aan de A08. Dit was noodzakelijk om de bodemconstructie tijdelijk sterk genoeg te maken voor hoog koppelen. In dit document worden deze niet apart behandeld tenzij noodzakelijk.

2 Verschillen Met betrekking tot de beladingsmogelijkheden van de kar zijn er 2 verschillen ontstaan tussen beide ontwerpen: 1. De bodem van de N08 is iets hoger dan de A08. Dit is ontstaan omdat beide typen zijn gemodificeerd, in plaats van een complete vervanging van de Aalsmeer wagens door nieuwbouw. 2. De koprekken (bovenste uitneembare deel) is anders uitgevoerd. Op de N08 is hier een borgkabelbuisje aanwezig, die het onmogelijk maakt om de vaste legborden in de bovenste 5 legbordgaten te gebruiken. 1. De bodem van de N08 is hoger dan de A08. Doordat beide type stapelwagens voor het project 1-kar worden gemodificeerd, blijven beide bodemhoogtes intact. Dit levert een functioneel verschil op. De bovenkant van de bodem (dus de hoogte waar de eerste producten ten opzichte van de vloer geplaatst kunnen worden) bevindt zich op de N08 4 cm hoger dan op de A08. Hoe herken ik welk type bodem ik heb? Er is één uniek kenmerk tussen beide typen bodems. Dit zijn de twee tussenstijlen aan de voorzijde van de stapelwagen. Bij de N08-bodem zijn deze twee stijlen voorzien van een extra onderdeel, om de koppeling vrij te houden van legborden en fusten. Bij de A08 is dit gerealiseerd door de tussenstijlen met een knik uit te voeren: A08: Knik N08: Extra onderdeel De legbordgaten van beide types, bevinden zich op een gelijke hoogte t.o.v. de vloer. Alleen de hoogtes t.o.v. de bodem wijken dus af. Hiervoor is gekozen, zodat je bij de aanvoer van een partij met verschillende typen stapelwagens een zo veel mogelijk uniforme uitstraling krijgt, omdat maar 1 laag (de onderste) afwijkt in hoogte en niet alle. Zodoende is de stapelwagen ook op de zelfde hoogte deelbaar. Effect? Door het verschil in de hoogte van de bodem kan het voorkomen dat je bij bepaalde lengtes de 2e en volgende lagen producten op de A08-stapelwagen lager kan plaatsen den op de N08. Dit is geprobeerd weer te geven in de tabel op pagina 4. In de tabel staan links de hoogte van de legbordgaten (ten opzichte van vloer en bodem) en boven van links naar rechts de verschillende productlengten. In de tabel is met cijfers aangegeven het hoeveelste legbord bij een optimale belading in welke legbordgat geplaatst kan worden. De tabel laat zien dat: 1. De hoogte van de bodem effect heeft op de hoogte waar een legbord geplaatst kan worden. 2. Dit geen effect heeft op de mogelijkheid tot beladen. Immers geldt dat voor iedere productlengte hetzelfde aantal lagen geplaatst kan worden, bij beide type stapelwagens. (bij lengte 30 en 40 kan één laag extra geplaatst worden op de A08, maar daarvoor moet het bovenste legbordgat gebruikt worden. Dit lijkt voor niemand wenselijk, omdat het product dan volledig onbeschermd staat). Bij de berekening is rekening gehouden met: Beladingshoogte maximaal 2.60m. Maten geven onderkant van de gaten weer, zowel vanaf de vloer als vanaf de karbodem. Bledden liggen ongeveer 1,5 cm hoger dan de onderkant van het gat. Gegeven de variaties in karren kunnen maten iets afwijken. Voor relatie bledhoogte - producthoogte is uitgegaan van producthoogte + 5 cm. Voor de lengte is uitgegaan van de VBN voorschriften: Productlengte wordt aangegeven in een sorteerkenmerk S20, in stappen van 5 cm. Opgegeven wordt de lengte van de kortste steel, afgerond naar beneden. Dus 33 cm wordt 30 cm. En 34 cm valt in de groep 30, ondanks dat de langste steel 37 cm kan zijn. De langste steel mag niet meer dan 3 cm langer zijn dan de kortste steel. Vrije ruimte tussen bovenkant product en bled is minimaal 5 cm. Het schema is streng ingevuld: Eerstvolgende positie is minimaal huidige positie+lengte+5 cm. Dit is gedaan omdat de lengte (zie hierboven) naar beneden wordt afgerond. In de praktijk zou een bled hier en daar nog een positie lager kunnen uitkomen. Er is alleen gekeken naar de beladingsmogelijkheden, niet naar vestigingspecifieke aanvoervoorschriften. Deze voorschriften worden los gezien van de fysieke mogelijkheden van de stapelwagen.

3 Nr. Gat tov vloer tov onderstel 5 203, , ,5 176 A , , , , , , , , , , , , , , , , ,5 3 2 Split 5 91, , , , , , , , , ,5 Bodem 16,

4 Nr. Gat tov vloer tov onderstel 5 203, ,5 N , , , , , , , , , , , , , , , , , ,5 3 2 Split 5 91, , , , , , , , , ,5 Bodem 20,

5 Wat te doen bij beladen van stapelwagen? Voor een aanvoerder is er dus geen onderscheid in de hoeveelheid belading van een stapelwagen. Om zijn partijen zo uniform mogelijk aan te voeren is het aan te raden om voor de legbordposities uit te gaan van het overzicht van de N08. Wanneer de aanvoerder zijn productlengten op de legbordgaten van dit schema plaatst, kan hij voor alle type stapelwagens dezelfde legbordgaten aanhouden. Situatie tot einde 1-kar Voor een kweker die alleen op FloraHolland-oud aanvoert is het simpel: Alle stapelwagens zijn tot het einde van het project qua bodem gelijk aan de N08 en dus alleen zo te beladen. Voor een kweker die alleen op Aalsmeer aanvoert is het lastiger: De aangepaste stapelwagens zijn grotendeels gelijk aan de A08. Slechts een beperkt aantal is qua bodem gelijk aan de N08. Voor uniformiteit en duidelijkheid is beladen volgens de N08-tabel de oplossing. De oude Aalsmeer-stapelwagen heeft weer andere legbordposities. Voor een kweker die op beide aanvoert: Deze heeft waarschijnlijk een gelijkmatige verdeling van de type stapelwagens. Voor uniformiteit en duidelijkheid is beladen volgens de N08-tabel de oplossing. Situatie na 1-kar De kweker heeft in bijna alle gevallen te maken met beide typen stapelwagens. Voor uniformiteit en duidelijkheid is beladen volgens de N08-tabel de oplossing. De verdeling is dan ongeveer: 60% bodem type N08 en 40% bodem type A08. Het kost de aanvoerder geen belading. Langere termijn. Op de langere termijn zal het verschil langzaam aan verdwijnen. Voor de toekomst zal één type gekozen worden als standaard en bij vervanging/uitbreiding alleen dit type nog besteld worden. Gezien de levensduur van de stapelwagens is 100% uniformiteit nog heel ver weg. In dit buisje zit de borgkabel vast (waarmee de legborden vast zitten aan de kar). Hierin is een veer geplaatst (die de kabel flexibel maakt zodat de kabel functioneert met een inklapbare stapelwagen). Voor de modificatie was de hoogte van de onderzijde van het buisje gelijk aan de hoogte van het hoogste legbordgat, en had niemand dus last van dit buisje. Met de beladingsverhoging van 5 gaten is deze situatie veranderd. Effect? Wanneer een gebruiker van de stapelwagen gebruik wil maken van de vijf bovenste legbordgaten in de N08-kar dan kan deze hier geen vast legbord voor gebruiken. Deze kan namelijk niet om het borgkabelbuisje heen. In de tabel (bij het verschil met de bodemhoogte in dit document) is te zien dat dit alleen relevant is voor de lengtes (40, 45, 75 en mogelijk 70, als die net niet uit komt). Bij de lengtes kleiner dan 40cm, worden wel legborden in de bovenste 5 gaten geplaatst, maar is hier altijd al sprake van een los legbord. Wat te doen bij beladen van de stapelwagen? Wil de kweker met de bovengenoemde productlengten de bovenste 5 gaten toch gebruiken, dient deze bij het beladen van de N08-stapelwagen rekening te houden met het gebruik van een los legbord in bepaalde lengtes. Een los legbord is een oplossing die geen geld kost. Bij het ophalen wordt statiegeld betaald. Bij het aanvoeren of inleveren wordt dit weer verrekend. Er wordt geen bedrag aan huur ingehouden. Het is ten strengste verboden om in deze 5 gaten een vast legbord te gebruiken door de constructie te slopen of het legbord kapot te knippen. Kosten hiervoor worden in rekening gebracht bij de aanvoerder. Omdat hier sprake is van de minder gangbare producthoogtes (geen lengte 50 of 60) is dit slechts een beperkte deel van de aanvoer. Voor veel kwekers zijn de betreffende lengtes ook slechts een deel van de aanvoer. Daarbij komt dat het niet op alle stapelwagens speelt, en zeker niet na het project 1-kar. In dit geval kan de kweker zeer waarschijnlijk zonder losse legborden in zijn proces al rekening houden met de belading. 2. Het borgkabelbuisje op de N08. Het borgkabelbuisje op onderstaande tekening weergegeven Situatie tijdens project 1-kar Voor een kweker die op Aalsmeer aanvoert speelt dit probleem niet. Voor een kweker die op FH-oud aanvoert geldt dat 90% van de stapelwagens dit borgkabelbuisje hebben. Bij bepaalde lengtes zal dus rekening gehouden moeten worden met een los legbord. Situatie na 1-kar Na 1-kar geldt voor iedere gebruiker dat ongeveer de helft van de stapelwagens wel een borgkabelbuisje heeft en de andere helft niet. De beperkte groep kwekers die hiermee te maken heeft, kunnen dit zeer waarschijnlijk allemaal oplossen in hun eigen proces. Daarnaast kan altijd nog worden teruggevallen op de mogelijkheid van het losse legbord.

6 De verwachting is dat de problemen met het borgkabelbuisje na het project 1-kar zijn opgelost, of in ieder geval sterk gereduceerd zal zijn. Toekomst Een aanpassing van het ontwerp voor het borgkabelbuisje is overwogen, maar niet reëel. Dit kost voor ca stapelwagens een investering van enkele tientallen euro s per stapelwagen. Dit is niet reëel, omdat het slechts een beperkt deel van de aanvoer betreft en er een werkbare oplossing is, die de gebruiker niets extra kost. Bij de vervanging/aanschaf van stapelwagens zullen alleen maar stapelwagens worden aangeschaft, waarbij het borgabelbuisje niet aanwezig is. Ook zal bij onderhoud of vervanging van het bovenste deel van de stapelwagen een reparatie zonder borgkabelbuisje plaatsvinden. Het percentage stapelwagens met het buisje zal dus beetje bij beetje afnemen in de toekomst. Ook hier geldt dat gezien de levensduur van de stapelwagens, 100% uniformiteit nog heel ver weg is.