Raadsvoorstel. Aan het slot leggen wij u enkele voorstellen ter besluitvorming voor.

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Nummer 113 Dienst Bestuursdienst Algemene Bestuurszaken en Middelen Datum 25 februari 2003 Betreft Verzelfstandiging Bestuursacademie, financiële slotbijdrage en liquidatie gemeenschappelijke regeling Liggen voor u ter inzage in de raadsportefeuille Commissie Bijlage(n) Samenvatting Onze organisatie neemt deel in de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie, die op haar beurt onderdeel uitmaakt van de Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie Randstad. Deze laatste Gemeenschappelijke Regeling houdt Bestuursacademie Randstad in stand. Al langer speelt dat een aantal deelnemers in de Gemeenschappelijke Regeling hun bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de instandhouding en de bedrijfsvoering van de academie willen beëindigen. Dat heeft geleid tot de keuze om de Bestuursacademie te verzelfstandigen, door deze onder te brengen in een private Stichting. Met deze verzelfstandiging komt er een eind aan die verantwoordelijkheid van de deelnemers. Achtergrondinformatie over deze keuze is terug te vinden in de brief van het bestuur van de Bestuursacademie aan al haar deelnemers d.d. 10 juli 2002 die voor u ter inzage ligt in de raadsportefeuille. De besluitvorming is inmiddels in een vergevorderd stadium. Onderdeel daarvan vormt de noodzaak tot het heffen van een extra financiële bijdrage van de deelnemers. Daarover handelt dit voorstel. Tevens vormt als onderdeel van de verzelfstandigingoperatie het liquideren van de Gemeenschappelijke Regeling Randstad, gevolgd door liquidatie van de andere drie Gemeenschappelijke Regelingen, waaronder de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie waaraan onze gemeente deelneemt. Ook op dit onderdeel wordt in dit voorstel nader ingegaan. Overigens past het plan om de Bestuursacademie te verzelfstandigen op de afspraken die in het najaar van 2001 door het bestuur van Bestuursacademie Randstad, samen met de besturen van de Bestuursacademies Noord-Nederland en Oost-Nederland zijn gemaakt om met elkaar een proces van integratie in te gaan. Om die integratie te kunnen realiseren moet Bestuursacademie Randstad namelijk eerst in een stichting worden ondergebracht. Aan het slot leggen wij u enkele voorstellen ter besluitvorming voor. Gelet op de geplande fasering in het proces van verzelfstandiging dient de gemeentelijke besluitvorming uiterlijk 24 maart 2003 aan het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie bekend te worden gemaakt. Voorstel 1. Aanleiding De Bestuursacademies zijn opgericht door en voor de lokale overheden. Deze binding komt sterk tot uiting in het aanbod van de Bestuursacademies. Inmiddels is echter het inzicht ontstaan dat deze binding niet per se in de juridische vorm van een Commissie Algemene Bestuurtszaken en Middelen

2 Volgvel 2 Gemeenschappelijke Regeling behoeft terug te komen. Zoals gezegd heeft dit geleid tot een oriëntatie op mogelijkheden om het bestuursdienstonderwijs in een nieuwe vorm voort te kunnen zetten. Op basis van deze oriëntatie is gekozen voor de variant, waarin Bestuursacademie Randstad wordt ondergebracht in een private stichting, de Stichting Bestuursacademie West-Nederland. Een belangrijk uitgangspunt voor de verzelfstandigingoperatie is, dat het bestuursdienstonderwijs in stand wordt gehouden. Om te voldoen aan de verwachtingen van de lokale overheid is het van belang het bestaande opleidingsaanbod te bestendigen en de kwaliteit ervan te garanderen. Dat vormt een voorwaarde voor de omzetting naar de stichtingsvorm. 2. Aanpak van de verzelfstandiging De verzelfstandiging van Bestuursacademie Randstad komt in vier stappen tot stand: 1. oprichten Stichting Bestuursacademie West-Nederland 2. overdracht van de thans door de Gemeenschappelijke Regeling geëxploiteerde academie aan de Stichting Bestuursacademie West-Nederland en het meegeven van een startvermogen aan deze stichting, dit in combinatie met overdracht van het personeel aan de reeds bestaande Stichting Werkgever Bestuursacademie West- Nederland 3. oprichten van de Stichting Waarborgfonds en het regelen van baangaranties in geval van een onverhoopt faillissement van de private Stichting, dit ter zekerstelling van lopende verplichtingen jegens (ex-) personeelsleden 4. wijzigen van de regeling Gemeenschappelijke Regeling Randstad nu en liquideren ervan op termijn, alsmede het liquideren op termijn van de nog bestaande Gemeenschappelijke Regelingen Noordhollandse Bestuursacademie, Bestuursacademie Zuid-Holland en Utrechtse Bestuursacademie. Beslissingen hieromtrent de onderdelen 1, 2 (deels) en 3 zijn inmiddels genomen in het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR, terwijl voorstellen voor de onderdelen 2 (deels) en 4 zijn vastgesteld in de Algemeen Besturen van één of meerdere van de vier betrokken Gemeenschappelijke Regelingen. In het kader van de onderdelen 2 (deels) en 4 worden u hierna enkele besluiten voorgelegd, die behoren tot de competentie van u als besluitvormend orgaan van onze gemeente. Voor een uitvoerige toelichting op het traject van verzelfstandiging en de samenhang tussen de voorstellen die in dat kader aan de verschillende bestuursorganen worden uitgebracht verwijzen wij u naar de beschrijvingsbrief, die ons is aangeboden door het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Randstad en die voor u ter inzage ligt in de raadsportefeuille. 3. Liquidatie van Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie Noord-Holland heeft op 16 december 2002 besloten om u op grond van de

3 Volgvel 3 desbetreffende bepaling uit de geldende regeling, voor te stellen deze Gemeenschappelijke Regeling te liquideren. Daaraan voorafgaand had het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Randstad reeds uitgesproken te streven naar liquidatie van die Gemeenschappelijke Regeling. Hiertoe is op 17 januari 2003 besloten door de Algemene Besturen van de drie onderliggende Gemeenschappelijke Regelingen en Provinciale Staten van Noord-Holland, die ter zake op grond van de regeling beslissingsbevoegd zijn. Met de geplande overdracht van de Bestuursacademie aan de private Stichting en het voorzien in een Waarborgfonds voor achterblijvende verplichtingen jegens expersoneelsleden, vervalt de bestaansgrond aan de Gemeenschappelijke Regelingen. Reden om tot liquidatie ervan over te gaan. Deze liquidatie kan worden geëffectueerd zodra alle verplichtingen van de Gemeenschappelijke Regelingen zijn afgewikkeld. Dat is zo geregeld in artikel 9 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Tot deze afwikkeling rekenen wij ook het op een adequate manier invulling geven aan de garanties en zekerstellingen die de Gemeenschappelijke Regeling Randstad, en daarmee de Gemeenschappelijke Regelingen Noordhollandse Bestuursacademie, Bestuursacademie Zuid-Holland en Utrechtse Bestuursacademie jegens de Stichting Bestuursacademie West-Nederland stellen in de notariële akte, waarmee de academie wordt overgedragen. Welke periode nodig is om dit finaal te regelen kan op dit moment nog niet met zekerheid worden vastgesteld, maar alles is er op gericht dat uiterlijk per 31 december 2003 te realiseren. Tot dat tijdstip zullen de Gemeenschappelijke Regelingen nog blijven bestaan, maar dit zal materieel geen betekenis meer hebben zodra alle deelnemers hun financiële bijdrage aan de verzelfstandigingoperatie hebben voldaan (zie hierna). Dit is voorzien in het voorjaar van Voor wat betreft de volgorde van liquidatie van de vier Gemeenschappelijke Regelingen is nog relevant te vermelden, dat er tussen de betrokken Algemene Besturen commitment bestaat over het feit, dat de liquidatie van de Gemeenschappelijke Randstad geëffectueerd moet zijn, voordat de liquidatie van de drie andere Gemeenschappelijke Regelingen in gang kan worden gezet. Dat heeft te maken met het feit, dat deze drie, samen met de provincie Noord-Holland, de dragers vormen van de Gemeenschappelijke Regeling Randstad en een andere volgorde van liquidatie ongewenste gevolgen voor de deelnemers aan de nog niet geliquideerd zijnde Gemeenschappelijke Regelingen zou kunnen hebben. Zij zijn dan immers minder in getal maar de verantwoordelijkheid voor instandhouding van de academie blijft wel volledig aanwezig. Het is daarom van belang er rekening mee te houden dat een besluit tot liquidatie van onze Gemeenschappelijke Regeling de facto pas in uitvoering wordt genomen als het liquidatiebesluit van de Gemeenschappelijke Regeling Randstad geëffectueerd is en ook de deelnemers aan de twee andere Gemeenschappelijke Regelingen tot liquidatie van hun Gemeenschappelijke Regeling hebben besloten. Begin april 2003 zal hierover duidelijkheid bestaan. 4. Kosten van verzelfstandiging van Bestuursacademie Randstad en liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie Zoals gezegd is een belangrijke voorwaarde voor de verzelfstandigingoperatie van Bestuursacademie Randstad, dat het bestuursdienstonderwijs op langere termijn in stand kan worden gehouden. Dat verplicht ons als deelnemer van de Gemeenschappelijke

4 Volgvel 4 Regeling Noordhollandse Bestuursacademie om, samen met deelnemers aan deze en de andere Gemeenschappelijke Regelingen, ook in financieel opzicht onze verantwoordelijkheid te nemen om dat mogelijk te maken. Ter dekking van de kosten van verzelfstandiging en liquidatie en voor het bijeen brengen van het startvermogen van de Stichting wordt van de deelnemers een eenmalige aanvullende bijdrage gevraagd. Ons is de afgelopen periode duidelijk geworden, dat de verzelfstandiging van de Bestuursacademie en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regelingen niet gerealiseerd kan worden als de deelnemers deze bijdrage niet opbrengen. De verzelfstandiging brengt noodzakelijkerwijs frictiekosten met zich mee. Onder andere voor het afkopen van de verplichtingen jegens het voormalig personeel, voor het voldoen van de schadeloosstelling aan IZA, voor de uitvoering van het sociaal plan en voor de externe begeleiding van dit traject. En ook het liquideren van de Gemeenschappelijke Regelingen brengt kosten met zich mee. De kosten zijn voor beide onderdelen gezamenlijk geraamd op 3.1 miljoen. Tabel 1: kosten verzelfstandiging en liquidatie Lasten X Kosten van verzelfstandiging 1. Voorziening wachtgeld, IZA-premie en FPU Sociale regeling Slotcontrole fiscus e.d Kosten externe ondersteuning, notaris, accountant e.d Kosten liquidatie vier Gemeenschappelijke Regelingen 100 Totaal Restant 0,23 als dekking 250 Resteert te dekken Deze kosten vallen onder de categorie verplichte uitgaven en worden door de deelnemers aan de Gemeenschappelijke Regelingen opgebracht in de vorm van een bijdrage van 0,35 per inwoner voor gemeenten en een daarvan op de gebruikelijke wijze afgeleid bedrag voor de provincies, waterschappen en regio s. Deze bijdrage staat overigens los van de eerder dit jaar aan de deelnemers gevraagde bijdrage, welke voor een belangrijk deel nodig was om exploitatieverliezen uit voorafgaande jaren te dekken (Haarlemmermeer heeft ,45 betaald op 18/04/2002). Zoals uit tabel 1 blijkt is het restant van de hiermee gegenereerde opbrengst met de nu gevraagde extra bijdrage verrekend. Daarnaast moet worden voorzien in de vermogens- en liquiditeitenbehoefte van de nieuwe stichting, wil deze op een verantwoorde basis kunnen starten. Het hiervoor benodigde bedrag is op basis van algemeen geldende regels en gebruiken bij verzelfstandiging bepaald op 2,5 miljoen. Dit bedrag moet zeker niet hoog worden geacht om de eerste jaren van verzelfstandiging goed door te komen.

5 Volgvel 5 Tabel 2: bijdrage in startvermogen stichting Componenten X Normatief eigen vermogen 812 Liquiditeitenbehoefte Totaal Hiervoor wordt van de deelnemers een bijdrage gevraagd van 0,31 per inwoner voor gemeenten en een daarvan weer op de gebruikelijke wijze afgeleid bedrag voor de provincies, waterschappen en regio s. De hoogte van de totaalbijdrage voor de verschillende categorieën deelnemers is weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 3: bijdrage per categorie deelnemers naar het inwonertal per Deelnemer Bijdrage in Gemeenten individueel 0,66 per inwoner Provincie Noord-Holland ,= Provincie Zuid-Holland ,= Provincie Utrecht ,= Waterschappen Noord-Holland totaal ,= Waterschappen Zuid-Holland totaal ,= Waterschappen Utrecht totaal 7.000,= Gewesten individueel 3.025,= 5. Financiële dekking Zoals hiervoor reeds is aangegeven is met de verzelfstandiging / liquidatie een gemeentelijke bijdrage van 0,66 per inwoner gemoeid. Uitgaande van een inwoneraantal van per betekent dit een éénmalige bijdrage van Met deze bijdrage is in de begroting nog geen rekening gehouden. Wel is in de reguliere PCC-producten reeds aangekondigd dat met de verzelfstandiging / liquidatie nog kosten gemoeid zouden zijn. Daar nog geen juiste inschatting van de gemeentelijke bijdrage kon worden gemaakt is er echter voor gekozen geen pm bedrag in de begroting te reserveren. Op dit moment kan besluitvorming echter niet langer worden uitgesteld. Uiterlijk 24 maart 2003 dient namelijk de gemeentelijke besluitvorming aan het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie

6 Volgvel 6 kenbaar te worden gemaakt. De bijdrage dient vervolgens na facturering voor 1 juni 2003 te worden voldaan. Het instemmen met de verzelfstandiging/liquidatie valt te kenmerken onder de noemer onvermijdbaar. Op grond van artikel 39 van de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie wordt de regeling opgeheven wanneer de bevoegde organen van ten minste tweederde van het aantal deelnemers daartoe besluit. Op grond van artikel 9 van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn de deelnemers en dus ook de gemeente Haarlemmermeer medeverantwoordelijk voor het afwikkelen van verplichtingen en verplicht tot het bijdragen in de liquidatiekosten ( 0,35 per inwoner). Wat betreft de gevraagde bijdrage in het startvermogen van de private stichting ( 0,31 per inwoner) geldt dat Haarlemmermeer moreel verplicht is dit bedrag ter beschikking te stellen. Omdat Haarlemmermeer zich niet heeft laten vertegenwoordigen in het Algemeen Bestuur van de Noordhollandse Bestuursacademie, zijn wij tijdens het hele traject van verzelfstandiging volgend geweest en hebben wij ons aldus tot dusver geconformeerd aan de langs democratische genomen besluiten. Instemming met de voorgestelde besluiten is de volgende stap in de ingeslagen weg. Collega-gemeenten zullen het niet-betalen als niet-solidair ervaren. Zo is in een soortgelijk traject bij een andere Bestuursacademie door collega-gemeenten behoorlijk druk uitgeoefend op de gemeente die besloten had om niet te betalen. De nu voorziene bedragen zijn naar huidig inzichten minimaal nodig om op een adequate manier invulling te geven aan de financiële randvoorwaarden voor verzelfstandigingen, waartoe ook het bijeen brengen van het startvermogen behoort. Als deze bedragen uiteindelijk niet beschikbaar zouden komen kan het voornemen om te verzelfstandigen niet worden geëffectueerd. De Gemeenschappelijke Regelingen blijven dan bestaan en de deelnemers blijven verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de academie. Haarlemmermeer blijft dan verplicht om bij te dragen in eventuele exploitatietekorten van de academie. Ook is het zo dat het Dagelijks Bestuur van de Bestuursacademie Randstad heeft aangegeven dat zij opstapt als de verzelfstandiging niet doorgaat. Voor verdere uitleg verwijzen wij u naar sub 3 van voormelde beschrijvingsbrief. Wij stellen u voor om de eenmalige bijdrage van beschikbaar te stellen en deze uitgaaf te verwerken in het cijfermatige meerjarenbeeld bij de 1 e bestuurlijke tussenrapportage van N.B. Het (tussentijds) uit de Gemeenschappelijke Regeling treden is geen optie omdat aan het uittreden een uittredesom is verbonden van 0,99 per inwoner. Ook is er sprake van een opzegtermijn van ten minste 2 jaar. (Zie 4.2 van de beschrijvingsbrief) 6. Voorstel Gelet op het voorgaande stellen wij u voor te besluiten tot 1. liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie per 31 december 2003;

7 Volgvel 7 2. beschikbaarstelling van , zijnde een eenmalige extra bijdrage ten behoeve van de voorgenomen verzelfstandiging van Bestuursacademie Randstad en liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie en deze te voldoen voor 1 juni 2003; 3. verwerking van deze uitgaaf in het cijfermatige meerjarenbeeld bij de 1 e bestuurlijke tussenrapportage van Dit voorstel is behandeld in de Raadscommissie Algemene Bestuurszaken en Middelen Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, de secretaris, de burgemeester, mw. ir. H.J. Wijsenbeek mr. A.Ph. Hertog

8 Raadsbesluit De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 25 februari 2003, nummer 113; gezien de brief van het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie; gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen; gelet op de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie; besluit: 1. tot liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie per 31 december 2003; 2. tot beschikbaarstelling van , zijnde een eenmalige extra bijdrage ten behoeve van de voorgenomen verzelfstandiging van Bestuursacademie Randstad en liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Noordhollandse Bestuursacademie en deze te voldoen voor 1 juni 2003; 3. tot verwerking van deze uitgaaf in het cijfermatig meerjarenbeeld bij de 1 e bestuurlijke tussenrapportage van Vastgesteld in de openbare vergadering van 6 maart De secretaris, De voorzitter, mw. ir. H.J. Wijsenbeek mr. A.Ph. Hertog Commissie Algemene Bestuurtszaken en Middelen