Begeleiders Stichting Alexander: Asia Sarti, Adimka Uzozie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Begeleiders Stichting Alexander: Asia Sarti, Adimka Uzozie"

Transcriptie

1 Wennen in je pleeggezin Mirjam Weeda, studentnummer Begeleider UvA: Elly Singer Tweede lezer: Channah Zwiep Begeleiders Stichting Alexander: Asia Sarti, Adimka Uzozie 1

2 Inleiding 4 Eigen kinderen 5 Vooraf aan de plaatsing 7 Eerste periode 9 Huidige situatie 11 Samenvatting van de literatuur 13 Uitwerking onderzoeksvragen 16 Methoden 18 Resultaten Voorbereiding Eerste periode / 4. Situatie nu Biologische ouders van het pleegkind Tips Evaluatie 50 Discussie & Conclusie 52 Tot slot 56 Literatuur 58 Bijlagen 60 2

3 Abstract This project presents results from a qualitative study of sons and daughters of foster carers. These children are very important in the lives of foster children. But, the role of the biolocial children is underexposed in international research: many research has been done about the foster parents and foster children. Therefore this paper fills a gap in the literature. In this research 28 children and adolescents participated in interviews about the adjustment period in their foster home. We asked about their experiences in the preparation, the first period, the current situation and their relationship with the foster children. The results show us that most biological children are positive about foster care, but that foster care has also a big impact on their daily lives. Samenvatting Deze thesis presenteert de resultaten van onderzoek naar de belevingen van eigen kinderen in pleeggezinnen. Dit is een onderbelichte doelgroep in de internationale literatuur: veel onderzoek dat is gedaan was vanuit de beleving van pleegkinderen en pleegouders. 28 eigen kinderen hebben meegewerkt aan een interview over de eerste periode dat een pleegkind in het gezin verbleef. Hierbij werd gevraagd naar de voorbereiding, de eerste periode, de huidige situatie en de relatie die zij hebben met het pleegkind. Hieruit bleek dat eigen kinderen de pleegzorg als positief beschouwen, maar dat een pleegkind wel veel veranderingen in het gezin teweeg bracht. De eigen kinderen zijn veelal positief over de pleegzorg, maar de pleegzorg heeft wel een grote impact op hun leven. 3

4 Inleiding Pleegzorg is een vorm van jeugdzorg, die valt onder de wet op jeugdzorg (Factsheet Pleegzorg Nederland, 2011). Pleegzorg wordt onder andere ingezet als een kind uit huis wordt geplaatst. Dit is in de meeste gevallen een laatste stap in een uitvoerig traject van een ondertoezicht stelling (OTS) (van Manen, 2011). De OTS heeft als doel het kind te beschermen en de bedreiging van de ontwikkeling op te heffen. De OTS wordt door de kinderrechter opgedragen aan Bureau-Jeugdzorg jeugdbescherming, die het gezin een gezinsvoogd toewijst (Quik-Schuijt, 2011). Wanneer deze OTS te weinig effect heeft of als een kind thuis niet meer veilig is, wordt besloten tot uithuisplaatsing. Deze uithuisplaatsing kan op vrijwillige basis plaatsvinden of er kan toe worden besloten door de kinderrechter, dit noemt men een onvrijwillige plaatsing (Factsheet Pleegzorg Nederland, 2011). Bij een uithuisplaatsing gaat de voorkeur voor plaatsing van een kind uit naar pleegzorg, omdat pleegzorg het meeste lijkt op een thuissituatie. In die context is het gemakkelijker voor een pleegkind om een vertrouwensrelatie op te bouwen dan in een tehuis (van den Berg & Weterings, 2010). De gezinsvoogd behoudt het contact met het gezin van herkomst en zorgt voor een bezoekregeling. Het pleeggezin krijgt een pleegzorgwerker toegewezen die hen begeleidt bij eventuele moeilijkheden. Eerst wordt onderzocht of een kind kan worden opgevangen bij familie of bekenden, dit wordt ook wel netwerkpleegzorg genoemd. In 36% van de gevallen gebeurd dit met succes (NJI pleegzorg, 2011). Indien dit niet mogelijk is, wordt een kind geplaatst in een pleeggezin uit het bestand van de pleegzorgorganisatie: de bestandspleegzorg (van Manen, 2011). Dit betekent dat een kind wordt geplaatst in een gezin die onbekend zijn voor het kind en zijn ouders. Dit onderzoek zal worden toegespitst op deze genoemde bestandspleegzorg: de bestandsgezinnen. Wat betekent dit voor een pleegkind? Kinderen die in een pleeggezin terecht komen hebben vaak al veel meegemaakt in het gezin van herkomst. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in achterstand of verstoring op verschillende ontwikkelingsgebieden (van den Bergh, Weterings & Schoenmakers, 2010). Daarnaast is het uit huis geplaatst worden op zich al een traumatische gebeurtenis voor een kind, want het wordt weggehaald uit een vertrouwde 4

5 omgeving. De nieuwe omgeving van een pleeggezin brengt veel veranderingen met zich mee. Zo zijn er zijn andere regels, de kinderen gaan vaak naar een andere school, het pleeggezin heeft vaak een andere sociaal- economische achtergrond dan het gezin van herkomst en er zijn nieuwe pleegbroertjes en zusjes. Het kan voor een pleegkind lastig zijn om zich aan te passen in het nieuwe gezin en om met negatieve gevoelens om te gaan (Bastiaensen, 2001, Singer, Doornenbal & Okma, 2004). In het geval van adoptiegezinnen, is bekend dat geadopteerde kinderen zich in de eerste wenperiode soms schijnbaar aanpassen in het adoptiegezin. Wanneer een kind zich na een poosje meer thuis gaat voelen kan het schijnbare aangepaste gedrag ineens omslaan: het kind wil opeens niet alles meer eten en vertoont ineens gedragsproblemen. Volgens Hoksbergen (2007) is dit het begin van een positief proces: het kind begint zich thuis te voelen en kijkt of hij echt mag blijven. Als ouder kan het lastig zijn om met dit (soms onbegrijpelijke) negatieve gedrag om te gaan. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie in deze eerste periode wordt dan bemoeilijkt, terwijl een goede vertrouwensrelatie juist van belang is voor een succesvolle plaatsing (van den Bergh, Weterings & Schoenmakers, 2010). Een pleegkind moet wennen aan een nieuw gezin, maar ook het gehele gezin zal moeten wennen aan het pleegkind. In ongeveer 70% van de pleeggezinnen zijn er eigen kinderen van pleegouders aanwezig (van Beek & Meerdink, 2001). Over de ervaringen van deze eigen kinderen in een pleeggezin, is nog maar weinig bekend. Deze thesis zal zich daarom richten op de ervaringen van eigen kinderen in het pleeggezin, specifiek wat betreft de wenperiode. Wennen betekent volgens van Dale: gewoon raken of worden. Eigen kinderen Er is meer onderzoek gedaan naar pleegkinderen en pleegouders, dan naar eigen kinderen van pleegouders (Poland & Groze, 1993, Younes & Harp, 2007, Höjer, 2007). Als eigen kinderen van pleegouders worden genoemd in onderzoek, dan gaat het vooral over kenmerken die van invloed zijn op het succes van de plaatsing van het pleegkind. Zo zijn er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar de leeftijdsverschillen tussen eigen kinderen en pleegkinderen. Dit zou een risicofactor kunnen vormen voor het vroegtijdig beëindigen van de plaatsing. Uit onderzoek bleek dat als een eigen kind jonger is dan vijf jaar, of als het pleegkind even oud was als het eigen kind er een toenemende kans was op beëindiging van de plaatsing (van Oijen & Strijker, 2010). Uit andere studies blijkt geen samenhang te bestaan 5

6 tussen de leeftijdsverschillen tussen pleegkinderen en eigen kinderen en vroegtijdige beëindiging (van Oijen, Strijker, 2010). Een mogelijke verklaring voor deze verschillen in uitkomsten in deze onderzoeken is dat elk eigen kind een eigen verhaal heeft. Om deze verhalen te laten spreken is het belangrijk de eigen kinderen van pleegouders zelf aan het woord te laten. Onderzoek waarin eigen kinderen aan het woord komen In een aantal studies komen eigen kinderen van pleegouders en hun ouders aan het woord. Zo hebben Poland en Groze (1993) door middel van vragenlijsten 51 eigen kinderen van pleegouders gevraagd hoe zij voorbereid zijn op het worden van een pleeggezin. Deze eigen kinderen waren tussen de 8 en 32 jaar oud. De ouders van deze kinderen werd ook een vragenlijst voorgelegd. Daarnaast is er door van Beek & Meerdink (2001) onderzoek gedaan naar eigen kinderen van pleegouders en hun ouders. Zij hebben door middel van interviews 20 eigen kinderen gevraagd naar hun ervaringen met pleegkinderen. In een derde studie van Younes & Harp (2007) werden eveneens pleegouders en hun kinderen onderzocht. Hierbij werden semi-gestructureerde interviews gehouden met 16 eigen kinderen en 10 pleegouders en hun kinderen over de impact pleegkinderen zijn op hun leven. De laatste studie is van Höjer (2006). In deze studie is kwantitatief onderzoek en kwalitatief onderzoek gedaan waarbij gebruik werd gemaakt van: focusgroepen (n=17), discussiegroepen (n=17), een vragenlijst (n=684) en interviews (n=4). Het doel van dit onderzoek was om de impact van pleegzorg op de eigen kinderen van pleegouders te onderzoeken. Onderstaande zal zijn gebaseerd op deze onderzoeken. 6

7 Vooraf aan de plaatsing Beslissing pleeggezin Wanneer gezinnen nadenken om wel of niet pleeggezin te worden, denken ze na over veranderingen die alle gezinsleden zullen raken. Ouders kunnen de kinderen bij deze beslissing betrekken. Zo gaan ouders bijvoorbeeld in gesprek met hun kinderen over pleegzorg: waarom kinderen pleegzorg nodig hebben en welke veranderingen kunnen ontstaan in het gezin (Younes & Harp, 2007, Poland & Groze, 1993). Het betrekken van eigen kinderen in de beslissing is echter wel afhankelijk van de leeftijd van de kinderen: hoe jonger de kinderen zijn, des te minder zij worden betrokken in de beslissing (Younes & Harp, 2007, Höjer & Nordenfors, 2004). De meeste kinderen (63%, n=684) herinneren zich dat hen om een mening is gevraagd (Höjer & Nordenfors, 2004). Uit ditzelfde onderzoek blijkt dat 80% van hen het idee hebben dat hun mening werd meewoog in de beslissing bij de wording van een pleeggezin. Voorbereiding pleeggezin worden De pleegouders gaven achteraf aan dat het lastig was om de eigen kinderen op de werkelijkheid van pleegzorg voor te bereiden (Younes & Harp, 2007, Poland & Groze, 1993, van Beek & Meerdink, 2001). Poland en Groze (1993) hebben specifiek naar deze voorbereiding gevraagd. Zij vroegen aan de pleegouders of zij op dit moment informatie konden geven waarvan ze nú wisten dat hun kinderen daarvan geprofiteerd konden hebben. Pleegouders noemden dan vooral dat ze het delen van de ouderlijke aandacht en de rol van de eigen kinderen uitgebreider hadden willen bespreken (Poland & Groze, 1993). Informatie over het pleegkind Als er een nieuw pleegkind in een gezin komt, blijken eigen kinderen het belangrijk te vinden dat zij informatie krijgen over het pleegkind (van Beek & Meerdink, 2001). Hierdoor kunnen zij zich beter voorbereiden op de komst van een pleegkind. De eigen kinderen uit 7

8 onderzoek van van Beek & Meerdink (2001) geven aan dat ze verschillende dingen willen weten van een pleegkind: hoe het kind heet, hoe oud het kind is of het kind broertjes of zusjes heeft hoe het kind eruit ziet (bijvoorbeeld, is er een foto?) hoe het kind zich gedraagt wat de voorgeschiedenis van het kind is wat het religieuze overtuiging van het kind is wat de gewoontes zijn van het kind zijn of er dingen zijn waar zij zelf rekening mee moeten houden wanneer het kind komt Een aantal aspecten zullen vanzelfsprekend besproken worden, zoals de naam van het kind. Maar over de voorgeschiedenis en het gedrag van een pleegkind zal van tevoren niet alles bekend zijn en dat het wellicht ook niet verstandig is dat eigen kinderen alles weten over het pleegkind?. Mening gevraagd Uit het onderzoek van van Beek & Meerdink (2001) blijkt dat 75% van de kinderen (n= 20) het belangrijk vindt dat hen expliciet wordt gevraagd naar hun mening over de komst van een specifiek pleegkind. Evers- Emden (1999) rapporteerde in haar onderzoek dat de meeste kinderen (n=15) wel het gevoel hadden dat naar hun mening werd geluisterd: als ik er werkelijk tegen was geweest, met goede argumenten, dan was het niet gebeurd (Evers- Emden, 1999, p. 116). 8

9 Eerste periode Veranderingen Wanneer er een (nieuw) pleegkind in het gezin komt vinden er vaak veel veranderingen plaats (Höjer, 2007). Wat houden deze veranderingen in voor de eigen kinderen en waar moeten zij aan wennen? De verschillende aspecten hiervan worden hieronder uitgewerkt. Aandacht Een nieuw kind in huis heeft in het begin vaak extra aandacht nodig van de pleegouders. Soms betekent dit dat eigen kinderen minder (exclusieve) aandacht krijgen van hun ouders: Als je samen in een pleeggezin woont moet je kunnen delen, niet alleen je verzameling of je speelgoed, maar ook de aandacht en liefde (van Beek & Stellingwerff, p. 19, 2003). Uit ander onderzoek werd door 19% (n=684) van de kinderen genoemd dat zij dit het moeilijkste vonden van het pleeggezin zijn (Höjer, 2007). De regels Wanneer een nieuw kind in huis komt worden de regels in het gezin soms aangescherpt (Younes & Harp, 2007, Höjer, 2007). Pleegouders doen dit bijvoorbeeld omdat zij bang zijn dat eigen kinderen negatief gedrag gaan overnemen van een pleegkind: zoals ongehoorzaamheid en koppig gedrag (Younes & Harp, 2007). Eigen kinderen fungeren dan ook vaak als het goede voorbeeld voor de pleegkinderen. Ze moeten begripvol zijn ten opzichte van de pleegkinderen en dat ze laten zien hoe een normaal gezin eruit kan zien (Poland & Groze, 1993). Eigen kinderen bevestigen dit (Younes & Harp, 2007). Ritme en structuur Het gaat vaak om kleine veranderingen in het gezin waar een eigen kind aan moet wennen. Een voorbeeld hiervan is dat een eigen kind altijd uit de rode beker drinkt. Het nieuwe pleegkind wil óók die rode beker drinken, omdat dat ook zijn lievelingskleur is (van Manen, 9

10 2011). Het kan ook zijn dat de structuur van een dag veranderd: een gezin eet nu bijvoorbeeld altijd op een vaste tijd. Gezinsdynamiek Voor de eigen kinderen kan met de komst van een pleegkind de plaats in de kinderrij veranderen. Ze zijn ineens niet meer de oudste of de jongste en hier moeten zij aan wennen (Younes & Harp, 2007, Evers-Emden, 1999). Zo gaf een (voormalig) jongste gezinslid aan dat hij nu het goede voorbeeld moest geven (Evers-Emden, 1999). Pleegouders bemerkten dat eigen kinderen makkelijker omgingen met pleegkinderen die even oud, of jonger waren dan de eigen kinderen (Younes & Harp, 2007). Mening over het pleegkind Eigen kinderen geven aan dat ze het heel erg gezellig vinden wanneer er een nieuw kind in het gezin komt (van Beek & Stellingwerff, 2003). Een nieuw pleegkind in het gezin betekent bijvoorbeeld een nieuw speelkameraadje waarmee je kunt voetballen. Of, je kunt je vertederen over een nieuw pleegkind: zo worden kleine kinderen vaak schattig genoemd (Baas & Breijer, 2011). Tegelijkertijd noemen eigen kinderen de pleegkinderen ook irritant (van Beek & Stellingwerff, 2003). Bijvoorbeeld wanneer de pleegkinderen s ochtends vroeg gaan huilen en iedereen wakker maken (Baas & Breijer, 2011). Emoties Het is goed voorstelbaar dat door de komst van pleegkinderen dus veel gevoelens loskomen bij eigen kinderen. Zoals zojuist genoemd zitten er vaak veel leuke aspecten aan: er komt een nieuw broertje of zusje! Of: ik heb een nieuw iemand om mee te spelen, gezellig! (van Beek & Stellingwerff, 2003). En er kunnen tegelijkertijd ook negatievere gevoelens bestaan. De komst van een pleegkind kan dan ook vragen oproepen bij het eigen kind. Dit kunnen cognitieve vragen zijn zoals: hoe zit het eigenlijk met dit pleegkind? Waaróm heeft hij/zij pleegzorg nodig? Of morele vragen zoals: mag ik het ook zeggen als ik het pleegkind vervelend vind? Mag ik die gevoelens wel hebben? 10

11 Deze laatste vragen wijzen erop dat de belangen van het eigen kind worden geraakt. Dit roept emoties op, zoals boosheid of verwarring. Kinderen ontwikkelen strategieën om met deze emoties om te gaan. Deze kunnen intern of extern gericht zijn: als het extern gericht is, dan heeft het tot doel om de omgeving te beïnvloeden en te reguleren. Als de strategie intern gericht is, dan is het om de eigen emoties te reguleren (Frijda,1988). Verwacht wordt, dat eigen kinderen veelal externe strategieën hanteren om met negatieve emoties om te gaan (Singer, Doornenbal & Okma, 2004). Huidige situatie Gevoelens tijdens het wennen Pleegouders bemerkten dat de eigen kinderen zich geleidelijk aan de pleegkinderen aanpasten. De ouders zagen dat de kinderen in eerste instantie erg enthousiast waren maar dat ze daarna ook jaloers waren, competitiegedrag vertoonden en angstig waren. Andere ouders noemden dat de kinderen zich afwachtend opstelden en zich onzeker voelden. Uiteindelijk pasten de kinderen zich aan de veranderende omstandigheden aan (Younes & Harp, 2007). Eigen kinderen benoemden dat ze zich in eerste instantie richting de pleegkinderen soms ongemakkelijk, onhandig en bang voelden. Uiteindelijk went het nieuwe kind in het gezin: kinderen vertellen dat ze zich op een gegeven moment niet meer konden voorstellen hoe het was zonder het pleegkind (Younes & Harp, 2007). Zorgen om de ouders Eigen kinderen zijn soms bezorgd over hun ouders omdat ze merken dat pleegzorg een vermoeiende en soms stressvolle bezigheid is. Deze bezorgdheid kan met zich meebrengen dat eigen kinderen hun ouders niet willen belasten met hun eigen problemen (Höjer & Nordenfors, 2004). Biologische ouders van het pleegkind Eigen kind contact 11

12 Uit onderzoek van Höjer (2007) blijkt dat de biologische ouders van de pleegkinderen niet vaak in het pleeggezin op bezoek komen. Wanneer dit wel gebeurde, had dit volgens eigen kinderen weinig impact op hun leven. Maar vanuit de jongste groep respondenten kwamen andere geluiden. Zij vertelden dat zij zich verstopten wanneer de biologische ouders op visite kwamen, omdat zij zich dan onprettig voelden. Tevens gaven ze aan dat ze geen speelkameraadje mee naar huis konden nemen wanneer de biologische ouders er waren (Höjer, 2007). Sommigen vonden het lastig om de relatie met de biologische ouders te duiden: het zijn geen gasten, maar het is ook geen familie (Höjer, 2007, p. 79). Andere kinderen vonden dat de biologische ouders zich vreemd gedroegen of erg geïrriteerd waren. Wanneer eigen kinderen wisten dat de biologische ouders hun kinderen hadden mishandeld of verwaarloosd hadden de eigen kinderen negatievere gevoelens: ik wist alle dingen die waren gebeurd met mijn pleegzus, ik vond het lastig om gewoon naast haar ouders te zitten en om aardig voor hen te zijn. Ik heb dat altijd moeilijk gevonden: de kinderen vormen niet de oorzaak van de problemen, maar de ouders. (Höjer, 2007, p.80). Pleegkind contact met ouders Het contact tussen pleegkinderen en hun ouders beschouwen eigen kinderen als neutraal of positief. Maar de eigen kinderen zijn tegelijkertijd ook bezorgd over dit contact, bijvoorbeeld bij ouders met alcohol- en drugsgerelateerde problemen. Ze waren dan bang dat de pleegkinderen in gevaarlijke situaties terecht zouden komen. (Höjer, 2007). Naast bezorgdheid over de bezoekregeling, waren eigen kinderen bezorgd over het feit dat sommige pleegouders hun beloften niet nakwamen. Ze vonden het moeilijk om te zien dat hun pleegbroer- of zus werd teleurgesteld door de eigen ouders. 12% (n=370) gaven aan dat als zij bezorgd waren over hun pleegbroer of -zus, dit vooral had te maken met de biologische ouders (Höjer, 2007). Positie en rol van het pleegkind in de familie Voor sommige eigen kinderen voelt een pleegbroer- of zus net als hun eigen broer of zus. Kinderen die zelf nog heel klein waren toen het gezin pleeggezin werd, ervaren het leven met pleegbroer- of zus als gewoon. Het kan ook zijn, dat het pleegkind door een eigen kind wordt beschouwd als een project van de ouders. Zij bleven wel idealistisch van: we gaan 12

13 een paar kinderen redden, ik was toen nog niet geboren dus ik kon niet meebeslissen, maar ik was er uiteindelijk niet gelukkig mee (van Beek & Stellingwerff, p. 34, 2003). Rol van de eigen kinderen De rol van eigen kinderen in relatie tot het pleegkind wordt door pleegouders en onderzoekers omschreven als het halve werk en het is heel knap van de kinderen (van Beek& Meerdink, 2001, Höjer, 2007). Schijnbaar wordt dus een grote verantwoordelijkheid gelegd bij de eigen kinderen. Tevens wordt benoemd dat de eigen kinderen meer steun en erkenning nodig hebben en dat zij beloond moeten worden voor het werk dat zij verrichten. Hierbij lijkt sprake te zijn van een paradox (van Beek& Meerdink, 2001, Höjer, 2007). Samenvatting van de literatuur Voorbereiding Ouders betrekken hun kinderen bij de beslissing tot pleeggezin gezin middels gesprek (Younes & Harp, 2007, Poland & Groze, 1993). Een ouder kind wordt vaker betrokken bij de beslissing (Younes & Harp, 2007, Höjer & Nordenfors, 2004). De eigen kinderen hebben het gevoel dat hun mening meewoog (Höjer & Nordenfors, 2004). Eigen kinderen willen informatie krijgen over het specifieke zodat zij zich goed kunnen voorbereiden. Daarnaast willen zij dat om hun mening wordt gevraagd (van Beek & Meerdink, 2001). De meesten hebben het gevoel dat dit ook gebeurd (Evers- Emden, 1999) Eerste periode Er vinden veel veranderingen plaats in het gezin: De (exclusieve) aandacht verminderd in het begin. In de studie van Höjer vond 19 % van de eigen kinderen (n=684) dit de moeilijkste verandering. De regels worden vaak aangescherpt: om de eigen kinderen het goede voorbeeld te laten geven (Poland & Groze, 1993), of zodat de eigen kinderen 13

14 geen ongewenst gedrag overnemen van de pleegkinderen (Younes & Harp, 2007, Höjer, 2007). Het ritme en de structuur in huis veranderen. De tijden van het eten, of een veranderende plek aan tafel. In de gezinsdynamiek veranderd er vaak ook veel: de plek van het eigen kind in de kinderrij bijvoorbeeld. Dit kan zowel positief, als negatief worden beschouwd. Pleegouders zeggen dat een even oud, of jonger kind het beste matcht (Younes & Harp, 2007) De pleegkinderen worden beschouwd als gezellig, maar ook irritant (van Beek & Stellingwerff, 2003, Baas & Breijer, 2011). Plaatsing kan zowel positieve als negatieve emoties oproepen. Hierbij worden belangen geraakt, waarna een kind intern of extern gaat handelen. Verwacht wordt dat ze vooral extern gericht handelen bij negatieve emoties. Huidige situatie Eigen kinderen raken langzaam maar zeker gewend aan het pleegkind. Hierbij reageerden ze in eerste instantie afwachtend, waarna ze uiteindelijk het pleegkind in het gezin accepteerden (Younes & Harp, 2007) Eigen kinderen bevestigen dit beeld (Younes & Harp, 2007) Sommige kinderen maken zich zorgen over hun ouders, wanneer die het te druk krijgen met de pleegzorg (Höjer, 2007). Biologische ouders De biologische ouders komen niet vaak op bezoek in het pleeggezin. Als dit gebeurde had dit weinig impact op de eigen kinderen (Höjer, 2007). Jongere kinderen vertelden dat dit meer impact had op hun leven. Kinderen vinden de biologische ouders ook wel eens raar, of zijn boos op hen wegens de mishandeling die zij het pleegkind aan hadden gedaan. 14

15 Het contact tussen pleegkind en hun ouders beschouwen de kinderen als neutraal of positief. Soms waren ze ook bezorgd over de bezoekregeling. Positie van het pleegkind in de familie Sommigen zien het als broer of zus, als het kind al vanaf jongs af aan in het gezin is bijvoorbeeld Anderen beschouwen het als project van de ouders Rol eigen kinderen Grote rol door de ouders toebedeeld, meer waardering nodig. 15

16 Uitwerking onderzoeksvragen Overwegende bovenstaande, worden de volgende onderzoeksvragen gedefinieerd met als hoofdvraag: Wat betekent het voor eigen kinderen als er een onbekend pleegkind in hun gezin komt wonen? Welke ervaringen hebben zij met het wennen aan het nieuwe kind en het aanpassen aan de nieuwe gezinssituatie? Welke betekenis verlenen ze aan het pleegkind in het gezin? Deze hoofdvraag wordt onderverdeeld in subvragen: 1. Hoe verloopt de voorbereiding op de komst van een specifiek pleegkind voor de eigen kinderen? 1a. Welke informatie kregen de eigen kinderen van hun ouders over het pleegkind? 1b. Werd aan de eigen kinderen gevraagd om hun mening over de eventuele plaatsing? Hebben zij het gevoel dat zij hierin gehoord worden? 1c. Bij welke voorbereidingen zijn kinderen betrokken voorafgaand aan de plaatsing? 1d. Welke emoties spelen bij een kind voorafgaand aan een plaatsing? 2. Welke ervaringen hebben eigen kinderen in de eerste wenperiode? 2a. Welke veranderingen vinden plaats volgens de eigen kinderen? 2b. Wat vinden eigen kinderen van de pleegkinderen in de eerste periode? 2c. Welke rol vervullen eigen kinderen wat betreft het wenproces van de pleegkinderen? 2d. Welke hulp krijgen eigen kinderen als ze dingen moeilijk vinden? 2e. Welke emoties spelen bij kinderen in de eerste wenperiode? 2f. Welke factoren dragen volgens de eigen kinderen bij aan een goede relatie met het pleegkind? 16

17 3. Welke ervaringen hebben eigen kinderen nu? 3a. Hebben eigen kinderen het idee dat het pleegkind gewend is in het gezin? 3b. Is het eigen kind nu gewend aan het pleegkind? 3c. Welke dingen blijven moeilijk en hoe gaat het kind hiermee om? 4. Wat is de relatie die het eigen kind heeft met het pleegkind? 4a. Welke positie heeft het pleegkind in het gezin volgens het eigen kind? 4b. Welke rol speelt het eigen kind in de opvoeding van het pleegkind? 5. Hoe ervaren eigen kinderen de relatie met de biologische ouders van het pleegkind? 5a. Wat vinden de eigen kinderen van het contact van het pleegkind met de biologische ouders? 5b. Wat vinden eigen kinderen van de biologische ouders van het pleegkind? 6. Welke tips geven eigen kinderen aan andere pleeggezinnen? 7. Hoe evalueren de eigen kinderen de pleegzorg? 7a. Wat hebben de eigen kinderen geleerd van pleegzorg? 7b. Zou het eigen kind zelf later pleegouder willen worden? 17

18 Methoden Werving Bij de werving zijn de volgende criteria richtinggevend geweest: de eigen kinderen moesten ongeveer tussen de 8 en 23 jaar oud zijn en thuis wonend zijn. Daar het onderzoek tot doel heeft wenprocessen bij langdurig geplaatste pleegkinderen te onderzoeken, was het van belang dat de pleegouders langdurige pleegzorg boden. Wanneer een gezin uitsluitend crisisplaatsingen had werd een gezin uitgesloten van deelname. Bij 3 gezinnen werd dit pas tijdens gesprek duidelijk en zijn er delen van het interview gebruikt. Bij gezinnen waarbij een combinatie van langdurige- en crisisplaatsingen was, werd in het interview de nadruk gelegd op de pleegkinderen die langdurig in het gezin zouden blijven. Voor kinderen onder de 18 jaar werd toestemming voor deelname gevraagd aan de ouders. Voor de pleegouders en de eigen kinderen is er een brief opgesteld waarin het doel en de werkwijze van het onderzoek werden toegelicht, waaronder ook de ethische aspecten (zie bijlage 1). Voor de werving is gebruik gemaakt van verschillende wegen. Pleegzorginstellingen zochten via de brief contact met de pleeggezinnen en de eigen kinderen. Daarnaast zijn brieven verstuurd naar gezinnen die reeds hadden meegewerkt aan dit onderzoek. Tenslotte is via het eigen netwerk en de sneeuwbalmethode geworven. Tabel 1 Werving van de eigen kinderen (N=28) Route Frequentie Pleegzorginstelling 8 Oude contacten 5 Eigen netwerk 12 Online pleegzorgpanel 3 18

19 Participanten Aan het onderzoek hebben 28 eigen kinderen van pleegouders deelgenomen, waarbij 14 jongens en 14 meisjes betrokken waren. De leeftijd van de eigen kinderen lag tussen de 7 en 21 jaar, (M= 14,75, SD= 4,16). Tabel 2 : kenmerken van de gezinnen waaruit de kinderen komen (n=18) Kenmerk totaal Leeftijd M= 14.75, SD= 4.16 Opleidingsniveau vader Gemiddeld 7 ( 38.9%) Hoog 9 (50 %) Opleidingsniveau moeder Laag 1 ( 5.6 %) Gemiddeld 8 (44.4 %) Hoog 8 ( 44.4 %) Vorm pleeggezin Alleen crisis 3 gezinnen (16.7%) Alleen langdurig 6 gezinnen (33.3 %) Gemengd 9 gezinnen ( 50 %) Duur pleeggezin in jaren M=8, SD= 6.22 Procedure De interviews vonden plaats bij het kind thuis, in één op één situaties met de onderzoeker en het kind. De mogelijkheid werd geboden om de ouders bij het interview aanwezig te laten 19

20 zijn. Het interview duurde ongeveer driekwartier en het werd opgenomen met opname apparatuur. Daartoe werd eerst toestemming gevraagd aan het kind. Het interview werd door de onderzoeker letterlijk uitgewerkt. Naast de interviews met de eigen kinderen, werd aan de pleegouders een korte vragenlijst voorgelegd. Naast enkele sociaal- demografische gegevens wordt daarnaast gevraagd naar voor- en nadelen voor (pleeg)kinderen om in een pleeggezin op te groeien. Pleegouders namen deel aan een kort interview, waarin werd gevraagd naar ervaringen die nog niet waren besproken in de vragenlijst. Instrument Ethische aspecten Het doel van het interview werd aan het begin van het interview uitgelegd aan het kind. Hierbij werd de nadruk gelegd op de praktische kant van het onderzoek. Tijdens het interview werd regelmatig de relatie tussen de gestelde vragen en het doel van het onderzoek expliciet gemaakt. Het interview deed een appel op de actieve rol die eigen kinderen spelen tijdens de wenperiode in het pleeggezin. Aangegeven werd dat de verkregen gegevens vertrouwelijk werden behandeld. De kinderen werd duidelijk gemaakt dat zij op ieder gewenst moment het interview konden onderbreken. Om dit te benadrukken en concreet te maken kregen ze een stopbord. Dit stopbord had op de voorkant een rode cirkel en op de achterkant het woord pauze. Alle data die werd verzameld werden volledig geanonimiseerd opgeslagen. Opbouw interview In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een semi- gestructureerd interview aan de hand van een vragenlijst (bijlage 3), ontworpen door Singer (2004) en Fluitman (2011). De interviewtechniek is gebaseerd op het cognitief affectieve structuren model (zie bijlage 2). 20

21 Het interview begon met het relatiediagram. Dit onderdeel had als doel om wederzijds kennis te maken en om te zien of het pleegkind werd genoemd in het relatiediagram. Vervolgens wordt de chronologie van de pleegkind ervaring aangehouden. Beginnende bij het moment dat het gezin besloot om pleeggezin te worden, gevolgd door de komst van het langdurige pleegkind, hierna over de huidige situatie, het contact met de biologische ouders van het pleegkind en de relatie van het eigen kind met het pleegkind. Tenslotte werd de kinderen gevraagd naar tips voor andere pleeggezinnen. Het interview is ontworpen aan de hand van de cognitief affectieve theorie (zie bijlage 2). De basisstructuur van de interviewvragen is als volgt beschreven: Wat deed je? Hoe voelde jij je? (kiezen uit emotiegezichtjes) Hoe erg of hoe fijn vond je het? (emotiethermometer) Wat maakte dat jij je zo voelde? (belangen) Heb je dat gevoel laten merken? (reguleren) Wilde je dat ook? (controle) Wat wilde je daarmee bereiken? (doelen) Wat deed je met je gevoel van binnen (bij niet laten merken)? (interne handelingen 21

22 Figuur1: voorbeeldvragen emotie blij 6. Blij a) Wat maakt je blij? (Situatie + belang) b) Laat je het merken dat je blij bent?/mogen andere mensen dat zien? (Handelen) i. Hoe laat je dat merken? (Extern handelen) ii. Aan wie laat je dat merken? (Extern handelen) iii. Wil je dat ook? (Overweging) iv. Wat wil je daarmee bereiken?/wat hoopte je dat de ander zou doen? (Belang+ Doel) v. Lukt dat ook? (Emotie + Handelen) c) Heb je er later nog over gepraat? (Extern handelen) Naast het relatiediagram en het stopbord werden er nog enkele ondersteunende attributen gebruikt. Door middel van emotiekaartjes konden de eigen kinderen aangeven welk gevoel ze hadden toen het pleegkind net in het gezin verbleef. Daarnaast werd een emotiethermometer gebruikt om het kind te laten aangeven hoe sterk gevoelens zijn. De emotiethermometer is een stuk hout, beschilderd in verschillende kleuren waar een kind met een verschuifbaar schuifje kan aangegeven in welk gebied de sterkte van de emotie behoort. Analyse Voor de codering van de interviews is gebruik gemaakt van het kwalitatieve dataprogramma MaxQDA. Via open codering en vervolgens axiale codering is het interviewmateriaal geordend. Ten eerste is begonnen met analyseren van de verschillende onderdelen die op chronologische wijze zijn geordend: de voorbereiding, de eerste periode, de huidige situatie, 22

23 de relatie met de biologische ouders en de tips. Binnen deze onderdelen is gekeken naar de positieve en negatieve emoties, of de kinderen emoties het wel of niet uitten, de strategieën die ze hiervoor gebruiken en de achterliggende belangen. De ontwikkelde categorieën zijn deductief en inductief verkregen. In bijlage 4 is een uitgebreid overzicht gemaakt van de verschillende categorieën. Hieronder zijn de categorieën die vallen onder de strategieën en doelen uitgewerkt. De strategieën die werden genoemd door de kinderen zijn op deductieve wijze ingedeeld: de interne strategieën en externe strategieën. Vervolgens zijn op inductieve wijze categorieën toegevoegd. Tabel 3 Strategieën Categorieën Omschrijving Interne strategieën Emoties verbergen Het in je eentje oplossen Afwachten Eigenheid en autonomie het bewust niet uiten van emoties emoties uiten wanneer je alleen bent de kat uit de boom kijken jezelf blijven Externe strategieën Relatie aangaan Gericht op het aangaan van relatie Lichamelijk contact Positieve emoties tonen Negatieve emoties tonen 23

24 Bij het coderen van de doelen is gebruik gemaakt van drie doelen die vanuit de literatuur naar voren kwamen: wil opleggen, jezelf redden en wederzijds begrip of steun zoeken (Okma, 2004). Tabel 4: Doelen Categorieën Omschrijving Wil opleggen Wederzijds begrip/steun Jezelf redden Eenzijdig gericht op veranderen van de ander Enerzijds gericht op het veranderen van de ander en anderzijds gericht op halen van eigen doelen. Eenzijdig gericht op het zelf veranderen 24

25 Resultaten 1. Voorbereiding Ten eerste werd ingegaan op de ervaringen van de eigen kinderen over het worden van een pleeggezin. Vervolgens werd ingegaan op de thema s rondom de plaatsing van een specifiek pleegkind. Kinderen betrekken bij besluit pleeggezin worden De leeftijden van de eigen kinderen op het moment waarop het gezin startte met pleegzorg kon worden onderverdeeld in kinderen die onder de tien jaar (n=17) waren en kinderen tussen de 10 en 17 jaar (n=11). Afhankelijk van de leeftijd werden kinderen betrokken bij het besluit om pleeggezin te worden. Kinderen jonger dan tien jaar werden meestal niet betrokken, maar de kinderen ouder dan 10 jaar meestal wel (n= 8). Het gezin besprak dan gezamenlijk of het hele gezin achter de beslissing stond om pleeggezin te worden. Daarnaast werd het perspectief met elkaar overlegd: werd het gezin een crisis- of langdurig pleeggezin. De gewenste leeftijd en geslacht van het pleegkind kwamen ook wel eens ter sprake: We hebben meer van tevoren erover gehad wat we niet wilden en ik wilde bijvoorbeeld geen oudere jongen in huis dat vond ik niet prettig. Zeker met pleegkinderen, dan voel ik me gewoon niet veilig. Dus we hadden afgesproken dat gaan we in ieder geval niet doen (meisje van 21 jaar). De kinderen die betrokken werden bij de besluitvorming hebben het gevoel dat zij inspraak hebben gehad in de beslissing. Voor een uitgebreide beschrijving zie bijlage 4.1. Reden om pleegouder te worden Aan de eigen kinderen werd gevraagd waarom zij dachten dat ouders graag een pleeggezin wilden worden. De meeste kinderen noemden dat hun ouders graag kinderen wilden helpen, bijvoorbeeld : ja ons mam vindt dat helemaal geweldig, die vindt dat mooi! Dit vindt het een uitdaging om iemand weer op het rechte pad te kunnen krijgen (jongen van 17 jaar). Ook medeleven speelde volgens de eigen kinderen een rol: Nou omdat eh ja het leed zeg maar in 25

26 Nederland. Mijn vader die wou altijd wel adoptie volgens mij, alleen mijn moeder zei: kijk eerst maar eens in Nederland, want daar is ook best wel veel leed (meisje van 15 jaar) Daarnaast waren er een aantal kinderen die vertelden dat hun ouders al eerder in hun leven in aanraking waren gekomen met pleegkinderen. Sommige ouders waren vroeger zelf eigen kind van pleegouders, maar er waren ook ouders die in hun werk pleegkinderen ontmoetten. Op grond van deze ervaringen waren ze geïnspireerd om nu zelf ook pleegouder te worden. Enkele kinderen vertelden dat ouders het gezin graag wilden uitbreiden: mijn ouders wilde altijd al een groot gezin (meisje van 13 jaar). Voor een uitgebreide beschrijving zie bijlage 4.2. Verwachting van de pleegkinderen Veel kinderen verwachtten extra gezelligheid in het gezin door de komst van een pleegkind. Soms hopen ze dat een pleegkind een broertje of zusje, of vriendje zou worden: Gewoon als echt pleegbroertje, gewoon net als gewoon een gewoon broertje of zusje (meisje van 10 jaar, kind 20). Sommigen dachten daarnaast dat het ook wel moeilijk kon gaan worden: Wij zijn best een hecht gezin op zich, dus dan komt er in één keer iemand bij (meisje van 13 jaar). In een paar gevallen hadden de kinderen nog geen beeld van de pleegzorg en waren wat afwachtend: Ik had er niet echt een verwachting bij eigenlijk. Nee in eerste instantie nog niet echt. Ik had zo iets van: ik zie het wel! (jongen van 19 jaar). Voorbereiding op de komst van specifiek pleegkind Nadat werd gevraagd naar de voorbereidingen op het worden van een pleeggezin, werd gevraagd naar de specifieke ervaringen van een eigen kind wat betreft één langdurig geplaatst pleegkind. Hieronder komen de ervaringen van eigen kinderen op chronologische wijze aan bod. 26

27 1a. Informatie die de eigen kinderen kregen over het pleegkind Wanneer er een nieuw pleegkind in het gezin komt, vertellen ouders aan de eigen kinderen vaak de naam, het geslacht, de leeftijd van het pleegkind en iets van de reden van de uit huis of overplaatsing. In sommige gevallen vertellen ouders ook iets over het (probleem)gedrag van het pleegkind: ze zeiden dat ze steeds loog (meisje van 10 jaar). Of: En ze had een hechtingsprobleem, dat heeft ze nog, dat heeft ze wel, maar daar hebben wij niet echt heel veel van gemerkt ofzo. Ze heeft het in haar vorige pleeggezin blijkbaar helemaal niet leuk gehad (meisje van 13 jaar). Deze informatie bleek volgens de eigen kinderen dus niet altijd te kloppen. Over het uiterlijk van een pleegkind blijkt van tevoren zelden iets bekend. Maar één eigen kind vertelde dat zij een foto hadden gezien van het pleegkind. Een aantal kinderen vertelt dat zij niet zoveel te horen krijgen over het nieuwe pleegkind. Dit hangt er soms ook mee samen dat sommigen van tevoren niet veel willen weten over een pleegkind: Nee, ik heb geen details gekregen. Dat hoef ik ook nooit te weten. Vind ik niet interessant. Ik vind gewoon eh als dat kind eh hier zonder spullen aankomt vind ik het al genoeg. Hoef ik niet nog een heel verhaal te weten (jongen van 15 jaar). Je kan wel vertellen het is een hele aardige leuke jongen, maar dat zeggen ze van iedereen waarschijnlijk. Anders blijft pleegzorg er mee zitten! Ja het is echt een rotventje, luistert niet. Ja dan vind je denk ik moeilijker een pleeggezin. Dus ik vind het op zich wel een goed systeem. Dat je alleen een naam krijgt en een leeftijd. Want dan weet je toch waar je je op moet voorbereiden (jongen van 17 jaar). Wanneer het focuspleegkind een crisisplaatsing betrof, of wanneer het gezin veel pleegkinderen in huis had gehad was de informatie die werd gegeven een bekend riedeltje : Dat we weer eentje zouden krijgen en dat we weer aandacht moesten besteden enzo. Op een gegeven moment vind ik wel goed (jongen, 15 jaar, kind 8). 1b. Overleg over de komst van de pleegkinderen De komst van een nieuw pleegkind wordt in de meeste gezinnen overlegd met de eigen kinderen: Ze hebben overlegd of we het zien zitten: (meisje van 17 jaar). Een enkeling geeft aan dat hun mening niet is gevraagd. 27

28 Vervolgens werd gevraagd stel dat je niet wilde dat het pleegkind zou komen wat zou er dan gebeuren? Tien kinderen vertelden dat zij zeker gehoord zouden worden in hun mening: dan zouden ze terugbellen van hé, één van de kinderen ziet het niet zitten dus, het gebeurd niet (meisje van 21 jaar). Dit wordt ook belangrijk gevonden: Ja, ja, dat vind ik wel belangrijk. Want het is wel echt iets, eehm, nou ja goed, mijn moeder heeft gewoon de grootste zorg voor het kind, maar ja ik woon nog wel thuis, ja, eehm, je hebt er wel continu mee te maken. Je bent er wel mee bezig. Jaa.. als, als zij, nou als hun het besluiten om het toch niet te doen dat dat best wel een afstand geeft tussen mijn moeder en mij. Gewoon dat ik zo iets hebt van,ja dan kies je dus niet voor mij maar voor een ander kind zeg maar. (meisje van 21 jaar). Vijf kinderen zijn wat sceptischer over hun invloed: ik denk dat papa en mama ons wel omgepraat zouden hebben (meisje, 10 jaar). Of: dan was hij toch gekomen. Twee kinderen noemen dat ze de ene keer er wel invloed op hebben, maar de andere keer niet. Voor een uitgebreide beschrijving van de categorieën zie bijlage c. Voorbereidingen voorafgaand aan de plaatsing Ongeveer de helft van de kinderen hielp met voorbereidingen voordat een pleegkind in huis kwam. De meesten hielpen om de kamer van het pleegkind in orde te brengen: een bed in elkaar schroeven, spullen van zolder halen en dergelijke. Anderen gingen met hun moeder om kleding inkopen voor het pleegkind. De overige kinderen hielpen alleen mee wanneer dat hen wordt gevraagd, of ze hielpen niet mee bij de voorbereidingen. Voor een enkel kind behoren de voorbereidingen tot de verantwoordelijkheid van de ouders. 1d. Emoties die spelen voorafgaand aan een plaatsing Aan eigen kinderen werd gevraagd hoe zij zich vooraf aan de plaatsing voelden. Dit konden zij aangeven met de emotiethermometer, zoals zojuist is beschreven. De sterkte van de emoties worden aangegeven met een beetje of zeer. Tien kinderen waren positief en negatief tegelijk. 28

29 Beetje positief Tien kinderen noemen dat ze een beetje positief zijn over de komst van een pleegkind. Ik vond het wel leuk is een veel gehoorde uitspraak. Het is bijvoorbeeld leuk wanneer er een jongen in huis kwam wonen, want dan had je een extra voetbalmaatje. Veel kinderen vinden het gezellig als er een extra kind in huis komt: meer kinderen om je heen. Altijd wel wat te doen. Altijd wel wat te kletsen eehm, ja. Eeh, druk altijd aan tafel (jongen van 17 jaar). Sommigen zijn in eerste instantie ook erg afwachtend: maar op een gegeven moment leer je jezelf aan om gewoon een beetje te kijken van nou het zal allemaal wel. En dan op het moment dat hij er is ga je pas een mening vormen, zeg maar (meisje van 20 jaar). Beetje negatief Vijftien kinderen zijn een beetje negatief over de plaatsing. Dit heeft er soms mee te maken dat er een onbekend kind in het gezin komt wonen: want ik wist echt niet wat ik kon verwachten, dat vond ik wel vervelend, als ze nu eens heel vreselijk was? (jongen van 13 jaar). Negatieve ervaringen met een eerder pleegkind kunnen eveneens de oorzaak zijn van een negatief gevoel bij een nieuwe plaatsing. Maar bezorgdheid over ouders wordt ook genoemd: Gewoon van eh ja en dan is het hier weer druk en mijn ouders denken dan weer niet aan zichzelf, maar uiteindelijk kwam het allemaal wel goed (jongen van 15 jaar). In sommige gevallen hebben de eigen kinderen negatieve informatie gekregen over het pleegkind: ik had ook wel een beetje mijn twijfels, omdat ze zoveel negatieve informatie over haar hadden gegeven (meisje van 13 jaar). Enkelen noemen dat ze het lastig vinden dat er een jonger kind in het gezin komt wonen, die misschien veel gaat huilen. Een enkel kind vindt de aangekondigde (strengere) regels lastig. Het geslacht van een pleegkind blijkt er ook toe te doen: zo riep de komst van een meisje in een jongensgezin vragen op: Maar ik had mijn twijfels omdat het een meisje was en ik wist niet zo goed hoe ik daar mee om zou moeten gaan (jongen van 18 jaar). 29

30 Zeer positief Daarnaast geven tien kinderen aan dat zij zeer positief zijn over de komst van een nieuw pleegkind. Ze zijn enthousiast, omdat ze weer een nieuw kind in huis mogen begroeten. De veranderingen die dan plaatsvinden stellen zij op prijs. De komst van kleine kinderen wordt ook gewaardeerd: nou ik hou heel erg zo van kleine kindjes en.. ik wist dat eehm, eeh, dat eehm weer een klein baby tje was en dat vind ik altijd leuk (jongen van 12 jaar). Neutraal Er zijn ook kinderen die neutraal zijn over de plaatsing. Neutraal wordt dan omschreven als normaal : er komt weer een nieuw kind op de plek van een weggeplaatst kind. Sommigen hadden geen mening van tevoren, of het maakt hen niet veel uit dat er (weer) een nieuw pleegkind wordt geplaatst. Voor een uitgebreide beschrijving van de categorieën zie bijlage Eerste periode 2a. Veranderingen in het gezin in de eerste periode Veranderingen aandacht Veel eigen kinderen krijgen minder aandacht van hun ouders als een pleegkind net in het gezin is. Voor sommigen is het moeilijk om hiermee om te gaan: je moet aandacht delen met iemand anders, en dat is nooit leuk, maar ik snapte dat toen wel ongeveer (jongen van 17 jaar). Anderen vinden het niet erg moeilijk het maakte mij niet zoveel uit dat zij veel aandacht kreeg (meisje van 10 jaar). Sommige kinderen benoemen dat het ook logisch is dat het pleegkind op dat moment meer aandacht krijgt: ja mijn moeder moest wel meer aandacht besteden aan het pleegkind omdat het nog maar een klein baby tje was, maar dat vond ik niet erg (jongen van 12 jaar). Omdat de pleegkinderen vaak jonger zijn dan de eigen kinderen, krijgen de eigen kinderen vaker s avonds aandacht: En overdag je krijgt dan wel minder aandacht. Maar mijn ouders 30

31 letten er wel heel erg op dat ze wel contact houden met ons, dat ze wel een paar keer extra bewust vragen van hoe is het met je en vind je het nog leuk (meisje, 21 jaar). Voor een uitgebreide beschrijving zie bijlage 4.5. Veranderingen regels Eigen kinderen geven in enkele gevallen aan dat de ouders minder streng tegen hen werden: wij kregen meer speling door dat je tegen pleegkinderen niet té streng kunt zijn (meisje van 15 jaar). Maar volgens een groter deel van de kinderen worden de regels juist aangescherpt: Vroeger mochten wij altijd ons brood met onze handen eten gewoon. Maar nu moet dat allemaal met mes en vork en zo. Wij, ik en mijn broertje weten wel van: als je bij iemand anders gaat eten dan doe je het netjes. Dan eet je je frietjes met je vork en zo. En dat soort hele kleine dingen. Maar zij weet dat allemaal niet. (jongen van 19 jaar). Een kind vertelde dat in de keuken een poster was opgehangen met regels over het oplossen van ruzies. Dit aanscherpen van regels heeft er ook mee te maken dat eigen kinderen het goede voorbeeld (moeten) geven aan de pleegkinderen.: En dan is het zo dat als zij erbij is dan moeten wij ons eraan houden (aan de regels). Wij hebben natuurlijk ook een voorbeeldfunctie voor haar. En als ze er niet bij is dan hoeft het allemaal weer niet dus dat is een beetje dat is af en toe wel vervelend (jongen van 19 jaar). De meeste eigen kinderen vinden het logisch dat zij het goede voorbeeld moeten geven. Het is nodig dat de pleegkinderen regels worden aangeleerd: En tuurlijk af en toe zijn er dingen, dan zegt mijn moeder van of eeh,ga even het goede voorbeeld geven maar dat vind ik ja, je hebt een nieuw kind dat in huis dat hoort er gewoon bij. Als je een jonger broertje/zusje hebt dan ga je gewoon, aanleren of juist niet zeg maar (meisje van 21 jaar). Soms worden deze regels ook wel eens moeilijk gevonden: ja de regels worden dan weer aangescherpt.: ja das effe doorbijten, weer opnieuw beginnen heh, das wel effe moeilijk, maar ja op een gegeven moment na 2 dagen dan zit het er toch wel weer in. (jongen van 17 jaar) Er zijn ook ouders die met de komst van een pleegkind niet strenger of minder streng worden: Nee mijn ouders zijn helemaal niet streng. Die hebben zo iets van eehm wij ruilen als eigen kinderen ons huis al een beetje in voor andere kinderen, dus dan hebben wij wel veel vrijheid nodig dan (meisje van 13 jaar). (zie bijlage 4.5) 31

32 Veranderingen ritme Eigen kinderen noemen ook veranderingen die te maken hebben met een veranderend ritme. Bijvoorbeeld dat door kleine kinderen er nu op tijd moet worden gegeten: ja we gingen veel vroeger eten waardoor ik het eten heel vaak miste (jongen van 20 jaar). Ook worden er in sommige gevallen andere bedtijden afgesproken. Daarnaast noemen eigen kinderen dat zij soms vroeger wakker zijn doordat het pleegkind hun wakker maakt. De oudere kinderen geven aan dat zij nu wat meer afspraken thuis moeten maken over wie wanneer thuis is voor het pleegkind: Maar als er dan bijvoorbeeld echt twee hele kleine kinderen in huis komen, dan heb je opeens weer structuur en daar moet je dan, daar moet je je dan wel een beetje aan houden gewoon. Dan kan je niet zomaar opeens effe weg, want er moet wel iemand thuis zijn. Of misschien moet je even oppassen zo meteen. Je moet weer meer paraat zijn zeg maar (meisje van 21 jaar). Kleine veranderingen die worden genoemd zijn bijvoorbeeld een andere plek aan tafel of veranderende klusjes in het gezin. Sommige gezinnen maken nu vaker uitstapjes naar het zwembad bijvoorbeeld. Maar, door de komst van een klein kind worden dit soort uitstapjes soms juist minder frequent, doordat er met de kleine kinderen rekening wordt gehouden. (zie bijlage 4.5) Gezinsdynamiek Met een extra kind in huis veranderd er vaak veel in de gezinsdynamiek. Zo zorgt de komst van een pleegkind voor extra gezelligheid en drukte: Want dan ben je alleen thuis ja.. dan zit je hierzo meestal en ik ben eigenlijk wel gewend dat er altijd mensen om je heen zijn, dus dan zit je hierzo van, dan hoor je ieder geluid in het huis en dan denk je echt van: nee, dis dis ook niks.. (jongen van 13 jaar). In enkele gevallen zorgt deze drukte in het gezin ervoor dat een eigen kind vaker van huis is dan hij zou zijn geweest zonder pleegkinderen. De positie in de kinderrij kan ook veranderen: want ik was eerst de jongste, maar nu was zij de jongste (jongen van 13 jaar). Deze jongen vond dit een positieve ontwikkeling. Maar 32

33 er waren ook kinderen die het lastig vonden dat een pleegbroer of zus ouder was dan zij waren: Als jij eerst de oudste was, of oudste voelde, gewoon dat jee.. dat je dan moet accepteren dat er een ouder iemand komt en dat je het beste ermee moet maken. En dat kan soms heel moeilijk zijn. (jongen van 12 jaar). Oudste kinderen van een gezin zijn ook trots: Ja je wordt toch weer van iemand een grote broer, dus dat dat is, ja, dat maakt me wel trots (jongen van 15 jaar). Meerdere kinderen vertellen dat er door de komst van het pleegkind nieuwe, of andere activiteiten worden ondernomen: Dus het pleegkind die eh die stelde zich voor als eh als de grote verzoener. Ja gamecube spelen, gamecube spelen (jongen van 17 jaar). Of er werden buiten sneeuwballen gegooid, in de plaats van binnenshuis een bordspel. Er waren ook kinderen die door een nieuw pleegkind spanningen in het gezin ervaren: Nou het pleegkind zorgde soms nog wel eens voor wat spanningen binnen de familie, dus er waren wel wat ruzies soms (jongen van 18 jaar). Zie tabel 4. 33

Wat voor emoties en vraagstukken komen andere pleegouders tegen?

Wat voor emoties en vraagstukken komen andere pleegouders tegen? Krijg je een (nieuw) pleegkind in huis, of zit je midden in een wenperiode? Dan kan het fijn zijn om inzicht te hebben in hoe het wennen verloopt, want een goed begin is het halve werk. Op deze pagina

Nadere informatie

7,4. Spreekbeurt door een scholier 2552 woorden 16 december keer beoordeeld. Nederlands

7,4. Spreekbeurt door een scholier 2552 woorden 16 december keer beoordeeld. Nederlands Spreekbeurt door een scholier 2552 woorden 16 december 2002 7,4 383 keer beoordeeld Vak Nederlands Inleiding: Ik doe mijn spreekbeurt over pleegzorg om 2 redenen. De eerste is dat ik zelf een pleegbroer

Nadere informatie

Feestdagen in de pleegzorg

Feestdagen in de pleegzorg VRAAG 26 DATUM: 21-06-2016 RESULTATEN info@pleegzorgpanel.nl Resultaten van vraag 26, Landelijk Pleegzorg Panel Feestdagen in de pleegzorg Feestdagen kunnen voor kinderen in pleegzorg beladen dagen zijn.

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

Behoefte Onderzoek Pleegkinderen De ervaringen van pleegkinderen zelf

Behoefte Onderzoek Pleegkinderen De ervaringen van pleegkinderen zelf Behoefte Onderzoek Pleegkinderen De ervaringen van pleegkinderen zelf Anne Steenbakkers Rijksuniversiteit Groningen 4 november 2016 Behoefte theorie van Maslow Achterblijvende schoolprestaties Gedragsproblemen

Nadere informatie

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen + > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik JEUGDIGEN Heb jij seksueel misbruik meegemaakt of iemand in jouw gezin, dan kan daarover praten helpen. Het kan voor jou erg verwarrend zijn hierover te praten,

Nadere informatie

Wennen in een pleeggezin

Wennen in een pleeggezin Vraag 15 RESULTATEN DATUM: info@pleegzorgpanel.nl Wennen in een pleeggezin In 2010 hebben 24.150 kinderen voor korte of langere tijd in een pleeggezin gewoond. Sommige kinderen woonden toen al in een pleeggezin,

Nadere informatie

Informatie voor ouders. voorzijde. uw kind bij

Informatie voor ouders. voorzijde. uw kind bij Informatie voor ouders Chapeau Gaat voorzijde uw kind bij Kop pleegouders voorzijde wonen? Wat is pleegzorg? Als u, om wat voor reden dan ook, tijdelijk niet voor uw kind kan zorgen, dan kan het zijn dat

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

EEN PLEEGKIND OP SCHOOL WELKE STAPPEN WORDEN GEZET?

EEN PLEEGKIND OP SCHOOL WELKE STAPPEN WORDEN GEZET? EEN PLEEGKIND OP SCHOOL WELKE STAPPEN WORDEN GEZET? Korte inhoud In dit hoofdstuk wordt na de beschrijving van een casus een overzicht gegeven van onderwerpen die tijdens het aanmeldingsgesprek van een

Nadere informatie

Informatie voor ouders

Informatie voor ouders 657.027-02/Voor ouders 22-08-2003 14:52 Pagina 1 Gaat uw kind bij pleegouders wonen? Informatie voor ouders 657.027-02/Voor ouders 22-08-2003 14:52 Pagina 2 Wat is pleegzorg? Pleegzorg betekent dat uw

Nadere informatie

5.6. Boekverslag door een scholier 2834 woorden 2 maart keer beoordeeld. Virginia Andrews Thriller & Detective Eerste uitgave 1998

5.6. Boekverslag door een scholier 2834 woorden 2 maart keer beoordeeld. Virginia Andrews Thriller & Detective Eerste uitgave 1998 Boekverslag door een scholier 2834 woorden 2 maart 2007 5.6 12 keer beoordeeld Auteur Genre Virginia Andrews Thriller & Detective Eerste uitgave 1998 Vak Engels Mening, Onderwerp: Het onderwerp van het

Nadere informatie

Het verhaal van pleegzorg

Het verhaal van pleegzorg Het verhaal van pleegzorg Welke variatie in pleegzorg is er? Wat is pleegzorg en wat betekent het voor kinderen, ouders, pleegouders en gemeenten? Wat is pleegzorg? Pleegzorg betekent dat een kind gaat

Nadere informatie

Wat is de Kinder Onderzoek Groep?

Wat is de Kinder Onderzoek Groep? Wat is de Kinder Onderzoek Groep? Wereldwijd doen volwassenen veel onderzoek naar de leefwereld van kinderen, maar doen kinderen dat zelf nog weinig. Terwijl zij dat heel goed kunnen en zij toch de experts

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands De vriendschap door Connie Palmen

Boekverslag Nederlands De vriendschap door Connie Palmen Boekverslag Nederlands De vriendschap door Connie Palmen Boekverslag door een scholier 1900 woorden 21 mei 2000 5,4 30 keer beoordeeld Auteur Genre Connie Palmen Psychologische roman, Filosofische roman

Nadere informatie

FACTSHEET PLEEGZORG 2012

FACTSHEET PLEEGZORG 2012 FACTSHEET PLEEGZORG 2012 In Nederland worden veel kinderen door familieleden of bekenden opgevoed wanneer dat door omstandigheden in de thuissituatie niet mogelijk is. Bij deze informele zorg is geen jeugdzorg-

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Ik ben BANG. oefenboekje om te leren omgaan met angst. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson Ik ben BANG oefenboekje om te leren omgaan met angst Steef Oskarsson Bang Bang is een emotie. Net als blij, bedroefd en boos. Iedereen is wel eens bang. Sommige mensen zijn vaak bang, sommigen niet. Iedereen

Nadere informatie

Pleegzorg doe je samen

Pleegzorg doe je samen Kinderen mogen opgroeien in een gezin Pleegzorg doe je samen Informatie voor professionals Kinderen horen thuis, en als dat niet kan: zo thuis mogelijk. Met dit motto geven we bij Lindenhout vorm aan de

Nadere informatie

Bijlage 3: Interview cliënt

Bijlage 3: Interview cliënt Bijlage 3: Interview cliënt Zowel cliënt als een vader Hoeveel kinderen heb je? 3 kinderen. 1 zoontje en 2 dochters En hoeveel jaar zijn ze? Mijn dochters zijn 11 en 8 jaar. En mijn zoontje is 5 jaar.

Nadere informatie

Informatie over adoptie en pleegzorg. Zorgen voor een. Chapeau voorzijde _Adoptie.indd :00

Informatie over adoptie en pleegzorg. Zorgen voor een. Chapeau voorzijde _Adoptie.indd :00 Informatie over adoptie en pleegzorg Zorgen voor een Chapeau voorzijde Kop kind voorzijde van een ander 305788_Adoptie.indd 1 10-06-13 15:00 Pleegzorg of adoptie U denkt erover om voor een kind van een

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Uithuisplaatsing (UHP)

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Uithuisplaatsing (UHP) Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg (UHP) Inleiding Bij een ondertoezichtstelling of een voorlopige ondertoezichtstelling kan het Bureau Jeugdzorg aan de kinderrechter vragen om een machtiging

Nadere informatie

Tijdens het ontbijt kan mijn mama de klastitularis al een beetje leren kennen nog voor dat ze naar het oudercontact komt.

Tijdens het ontbijt kan mijn mama de klastitularis al een beetje leren kennen nog voor dat ze naar het oudercontact komt. Ik vind het wel goed dat er zo iemand tussen de leerkrachten en de mensen is. Ik zeg het, ik heb dat nergens in geen andere school gezien. Het is beter om dit te hebben want ouders voelen zich beter hierdoor.

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen

Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen door Thea Beckman Boekverslag door een scholier 1406 woorden 6 oktober 2008 7,6 23 keer beoordeeld Auteur Genre Thea Beckman Jeugdboek Eerste uitgave 1980

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID Onderdeel Pleegzorg. november 2008, uitgevoerd door:

RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID Onderdeel Pleegzorg. november 2008, uitgevoerd door: RAPPORTAGE ONDERZOEK CLIËNTTEVREDENHEID 2008 Onderdeel Pleegzorg november 2008, uitgevoerd door: www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl ONDERDEEL: INHOUDSOPGAVE Pagina Inleiding 3 Onderdeel: Pleegkinderen

Nadere informatie

Inleiding WIST JE DAT JE GEVOEL VAAK BEPAALT WAT VOOR HUMEUR JE HEBT?

Inleiding WIST JE DAT JE GEVOEL VAAK BEPAALT WAT VOOR HUMEUR JE HEBT? Inleiding Gevoelens: we hebben ze allemaal. Maar soms is het lastig te weten hoe je je nu écht voelt. Je bent blij, maar ook zenuwachtig. Of je weet niet of je boos of verdrietig bent. Of je snapt niet

Nadere informatie

De Keukentafel Uitdaging

De Keukentafel Uitdaging De Keukentafel Uitdaging MAG HET WAT RUSTIGER AAN DE KEUKENTAFEL Gemaakt in het kader van het Swing project Een cliëntproces; tools voor samenwerking Door Nic Drion Aan de keukentafel Aan de keukentafel

Nadere informatie

Vragenlijst. 1. Op school of op het werk krijg ik mijn beste ideeën als ik A. mijn gedachten bespreek met anderen B. rustig zelf ga nadenken

Vragenlijst. 1. Op school of op het werk krijg ik mijn beste ideeën als ik A. mijn gedachten bespreek met anderen B. rustig zelf ga nadenken Vragenlijst 1. Op school of op het werk krijg ik mijn beste ideeën als ik A. mijn gedachten bespreek met anderen B. rustig zelf ga nadenken 2. Als mijn docent of mijn baas me iets moeilijks opdraagt, probeer

Nadere informatie

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus! Bijbellezing: Johannes 4 vers 7-27 Zit je in de put? Praat es met Jezus! Wij hadden vroeger een waterput Vroeger is meer dan 55 jaar geleden Naast ons huis aan de Kerkstraat in Harkema Ik weet nog hij

Nadere informatie

Video-hometraining. Informatie voor ouders

Video-hometraining. Informatie voor ouders Video-hometraining Informatie voor ouders Sterk Huis is er voor iedereen die hulp nodig heeft. Wij bieden een warme en veilige omgeving waar je terechtkunt met grote opvoedings- en ontwikkelingsvragen.

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Hedonia door Kees van Kooten

Boekverslag Nederlands Hedonia door Kees van Kooten Boekverslag Nederlands Hedonia door Kees van Kooten Boekverslag door een scholier 2047 woorden 12 oktober 2004 7,8 25 keer beoordeeld Auteur Genre Kees van Kooten Komedie Eerste uitgave 1984 Vak Nederlands

Nadere informatie

Op het moment suprême doe je gewoon wat je vertrouwd is!

Op het moment suprême doe je gewoon wat je vertrouwd is! Op het moment suprême doe je gewoon wat je vertrouwd is! Een interview met Lizette en Anton, Lelystad, januari 2016 Mensen vragen vaak aan mij: Wat is Positive Discipline en hoe werkt het? of Ik wist niet

Nadere informatie

Video-hometraining. Informatie voor ouders

Video-hometraining. Informatie voor ouders Video-hometraining Informatie voor ouders Video-hometraining In het omgaan met kinderen komen we dagelijks grote en kleine problemen tegen. Bijvoorbeeld omdat kinderen moeilijk gerdag laten zien of problemen

Nadere informatie

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy Reality Reeks Verwerkingsopdrachten Mooi meisje Verliefd op een loverboy Lees blz. 3. Woont Laura in de stad of op het platteland? Hoe weet je dat? Lees blz. 5 en 7. Woont Laura s oma al lang op de boerderij?

Nadere informatie

Werkstuk Verzorging Kindermishandeling

Werkstuk Verzorging Kindermishandeling Werkstuk Verzorging Kindermishandeling Werkstuk door een scholier 2457 woorden 9 april 2007 6,5 170 keer beoordeeld Vak Verzorging Inleiding Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het erg interessant vind

Nadere informatie

Pleegzorg Kompaan en De Bocht

Pleegzorg Kompaan en De Bocht Pleegzorg Kompaan en De Bocht Informatie voor mensen die mogelijk pleegouder willen worden Pleegzorg Kompaan en De Bocht (2012) 3 april 2012 Pleegzorg Kompaan en De Bocht (2012) 2 Inhoud 1. Wat is pleegzorg?

Nadere informatie

M i j n o u d e r s g a a n s c h e i d e n

M i j n o u d e r s g a a n s c h e i d e n M i j n o u d e r s g a a n s c h e i d e n W E R K B O E K E C H T S C H E I D I N G, S T E U N J E K I N D M I J N W E R K B O E K Dit werkboek is speciaal voor kinderen met gescheiden ouders. Er zijn

Nadere informatie

Uw kind gaat naar een pleeggezin

Uw kind gaat naar een pleeggezin Parlan biedt verschillende soorten hulp aan kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar en hun ouders/verzorgers of pleegouders. Onze hulp bestaat onder andere uit opvoedkundige ondersteuning en behandeling

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

Ongevraagd advies Jeugdplatform Amsterdam: huidige stand van zaken pleegzorg

Ongevraagd advies Jeugdplatform Amsterdam: huidige stand van zaken pleegzorg Amsterdam, 11 oktober 2016 Onderwerp: Advies van het Jeugdplatform Amsterdam over de Pleegzorg Geachte wethouder Kukenheim, Het afgelopen jaar (in de periode juni 2015 tot augustus 2016) hebben in Amsterdam

Nadere informatie

Onderzoek naar de invloed van emoties bij patiënten en de naasten na de diagnose

Onderzoek naar de invloed van emoties bij patiënten en de naasten na de diagnose Onderzoek naar de invloed van emoties bij patiënten en de naasten na de diagnose Manuel Kaal 27 maart 2017 H3746 Samenvatting van de belangrijkste resultaten Meer dan een derde van de respondenten heeft

Nadere informatie

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen? Stap 6. Changes only take place through action Dalai Lama Wat ga je doen? Jullie hebben een ACTiePlan voor het experiment gemaakt. Dat betekent dat je een nieuwe rol en andere ACTies gaat uitproberen dan

Nadere informatie

Vraag 10: Grenzen in pleegzorg

Vraag 10: Grenzen in pleegzorg VRAAG 10 DATUM: 5 april 2011 RESULTATEN info@pleegzorgpanel.nl Vraag 10: Grenzen in pleegzorg Pleegzorg krijgt vorm door de inzet van de vele betrokkenen. Deze inzet heeft vanzelfsprekend zijn beperkingen

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd

Boekverslag Nederlands Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd Boekverslag Nederlands Echte mannen eten geen kaas door Maria Mosterd Boekverslag door M. 1904 woorden 7 april 2013 6,2 5 keer beoordeeld Auteur Genre Maria Mosterd Biografie Eerste uitgave 2008 Vak Methode

Nadere informatie

DEEL 1. BOUWSTEEN 5 Theorie Eigen Keuze Monique van Dam DEEL 1: YOU

DEEL 1. BOUWSTEEN 5 Theorie Eigen Keuze Monique van Dam DEEL 1: YOU DEEL 1 1 BOUWSTEEN 5 Theorie Eigen Keuze BOUWSTEEN 5 Eigen Keuze 2 Inhoud Introductie bouwsteen 5: Eigen Keuze 3 ANDERS denken 4 Waar kies je voor? Wist je dat? 5 Nieuwe kansen 12 Van toen naar nu 13 Nieuwe

Nadere informatie

Pleegzorg en De Rading; informatie voor aspirant pleegouders

Pleegzorg en De Rading; informatie voor aspirant pleegouders Pleegzorg en De Rading; informatie voor aspirant pleegouders Pleegzorg en De Rading; Ieder kind heeft het recht om op te groeien in een gezin. Soms zijn er thuis problemen en is het beter als een kind

Nadere informatie

Korte quiz. 1. Een heel stoere knul of meid. 2. Het stuk ongedierte dat. 3. Iemand met dezelfde ouders. 4. Dat varken dat graag alle

Korte quiz. 1. Een heel stoere knul of meid. 2. Het stuk ongedierte dat. 3. Iemand met dezelfde ouders. 4. Dat varken dat graag alle 2 Korte quiz Een broer/zus is: 1. Een heel stoere knul of meid. 2. Het stuk ongedierte dat je steeds lastigvalt. 3. Iemand met dezelfde ouders als jezelf. 4. Dat varken dat graag alle aandacht heeft. 5.

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

Waar gaan we het over hebben?

Waar gaan we het over hebben? Waar gaan we het over hebben? Onderwerp: Sommige meisjes zijn heel snel verliefd, andere meisjes zullen niet snel of misschien zelfs helemaal niet verliefd worden. Dit is bij ieder meisje anders. Wat gebeurt

Nadere informatie

Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3

Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3 Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3 ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Ervaringen en ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Jos de Kimpe Carlijn Nieuwenhuis FEBRUARI

Nadere informatie

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben IK WIJZER Ik wil graag weten wie ik ben Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Copyright DilemmaManager B.V. Pagina 2 van 8 1 Inleiding Hallo Ruben, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer.

Nadere informatie

NASCHOOLSE DAGBEHANDELING. Figaro. Welkom! Waarom kom jij naar de groep? Informatieboekje voor kinderen die komen kennismaken. Dit boekje is van:

NASCHOOLSE DAGBEHANDELING. Figaro. Welkom! Waarom kom jij naar de groep? Informatieboekje voor kinderen die komen kennismaken. Dit boekje is van: NASCHOOLSE DAGBEHANDELING Figaro Welkom! Binnenkort kom je kennismaken op Figaro. In dit boekje leggen we je alvast wat dingen uit. Het boekje is gemaakt voor kinderen die hier voor de eerste keer komen,

Nadere informatie

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan TIPS VOOR DOCENTEN HUIL! Het lucht op Nu met nog meer tranen! Kim Koelewijn Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan 9-99 TIPS VOOR DOCENTEN Dichtbij en verder weg Wanneer je met

Nadere informatie

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Arrangement 1 De Luisterthermometer Arrangement 1 De Luisterthermometer DEEL 2 De medewerker Naam: Organisatie: Manager: Datum: Luisterprincipe 2 Luisteren is geven 2.1 Gehoord zijn Je hebt de afgelopen weken vast een keer met je manager

Nadere informatie

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Hallo Sander, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer. Hierin staat wat jij belangrijk vindt en wat je minder belangrijk vindt.

Nadere informatie

VRAGENLIJSTEN GEZIN & OPVOEDING

VRAGENLIJSTEN GEZIN & OPVOEDING VG&O 0-3 VRAGENLIJSTEN GEZIN & OPVOEDING VERSIE VOOR PLEEGOUDERS VAN JEUGDIGEN VAN 0 T/M 3 JAAR NAAM JEUGDIGE: GEBOORTEDATUM: GESLACHT: INVULDATUM: MEETMOMENT: DEZE VRAGENLIJST IS INGEVULD DOOR: MAN PLEEGMOEDER

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Beste pleegouder, U heeft aangegeven graag op de hoogte gehouden te

Nadere informatie

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING 1. DE HERSENEN 1.1 HOE ZIEN HERSENEN ERUIT? VRAAG WIE KAN VERTELLEN WAT HERSENEN ZIJN? VRAAG HEBBEN KINDEREN KLEINERE HERSENEN DAN GROTE MENSEN? 1.2 WANNEER GEBRUIK JE ZE?

Nadere informatie

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19 Inhoud Hallo!...5 Wie is wie? Even voorstellen...7 Wat is mijn PrOP?...9 1 PrOP opstellen...11 2 Doelen voor mijn PrOP...19 Ik verander mijn P!...23 3 Leren van anderen: het sociogram...25 4 Omgaan met

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg Boekverslag door een scholier 1665 woorden 24 april 2006 6,4 82 keer beoordeeld Auteur Genre Yvonne Kroonenberg Jeugdboek Eerste uitgave 2004 Vak

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Uw kind gaat naar een pleeggezin. Pleegzorg Parlan

Uw kind gaat naar een pleeggezin. Pleegzorg Parlan Uw kind gaat naar een pleeggezin Pleegzorg Parlan Voor u en uw zoon of dochter is een plaatsing in een pleeggezin een ingrijpende gebeurtenis. U zit waarschijnlijk vol met vragen en gevoelens en uw kind

Nadere informatie

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com info@opeenrijtje.com 3.0 [2]

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com info@opeenrijtje.com 3.0 [2] Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com info@opeenrijtje.com 3.0 [2] Voorwoord Voor je ligt het e-book: Praktisch en Positief Opvoeden met structuur van de PEPmethode. Op basis

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

Scheiden, ja wat verstaan we eigenlijk onder scheiden.

Scheiden, ja wat verstaan we eigenlijk onder scheiden. Werkstuk door een scholier 2635 woorden 9 juni 2010 5 10 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Scheiden het eind of een nieuw begin? Scheiden, ja wat verstaan we eigenlijk onder scheiden. Als je iets scheid

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Verliefd zijn is een ramp!

Boekverslag Nederlands Verliefd zijn is een ramp! Boekverslag Nederlands Verliefd zijn is een ramp! door Caja Cazemier Boekverslag door een scholier 1869 woorden 28 januari 2006 7,2 133 keer beoordeeld Auteur Genre Caja Cazemier Jeugdboek Eerste uitgave

Nadere informatie

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod Veilig Thuis Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod Een stukje uitleg Dat je samen met papa/mama, of een andere persoon in dit boekje gaat werken is niet zo maar. Dat komt omdat

Nadere informatie

Ik ben BOOS. oefenboekje om te leren omgaan met boosheid. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson

Ik ben BOOS. oefenboekje om te leren omgaan met boosheid. Steef Oskarsson. Copyright Steef Oskarsson Ik ben BOOS oefenboekje om te leren omgaan met boosheid Steef Oskarsson Boos Boos is een emotie. Net als blij, bedroefd en bang. Iedereen is wel eens boos. Sommige mensen zijn vaak boos, sommigen niet.

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo!! Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod Veilig Thuis Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod 2 Een stukje uitleg Dat je samen met papa/mama, of een andere persoon in dit boekje gaat werken is niet zo maar. Dat komt omdat

Nadere informatie

Waar gaan we het over hebben?

Waar gaan we het over hebben? Waar gaan we het over hebben? Onderwerp: Wat gebeurt er met je als je een leuk meisje of jongen tegenkomt? Je vindt de ander leuk en misschien word je wel verliefd. Eerst wil je heel vaak bij hem of haar

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

Onrust in de nacht Samenvatting Dementie Wat is onrustig gedrag in de nacht? Levensloop Jul ie contact verandert Persoonlijkheid

Onrust in de nacht Samenvatting Dementie Wat is onrustig gedrag in de nacht? Levensloop Jul ie contact verandert Persoonlijkheid Onrust in de nacht Samenvatting Hieronder hebben we de inhoud van de aflevering Onrust in de nacht samengevat. Gemakkelijk om er nog eens bij te pakken. Wat is onrustig gedrag in de nacht? Dementie kan

Nadere informatie

OPGELUCHT STAAT NETJES

OPGELUCHT STAAT NETJES OPGELUCHT STAAT NETJES Krop de boel niet op, praat het van je af! Een dobbelspel voor wie durft... OPGELUCHT STAAT NETJES Je hart luchten is fijn: je voelt je minder alleen en samen kun je op een rijtje

Nadere informatie

Beginsituatie. Aanpak

Beginsituatie. Aanpak Ouderparticipatie op school Meedoen kun je leren! Februari Juli 2012 Beginsituatie De aanleiding voor SBO School A 1 om met het project Ouderparticipatie op school Meedoen kun je leren!, aandacht te besteden

Nadere informatie

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Arrangement 1 De Luisterthermometer Arrangement 1 De Luisterthermometer DEEL 1 De manager Naam: Organisatie: Datum: Luisterprincipe 1 Luisteren begint met luisteren naar jezelf 1.1 Inventariseren van stemmen Vertel eens van een situatie

Nadere informatie

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE? Hulp Heb je vragen? Bel dan naar Veilig Thuis, tel.: 0800 2000 Internet Wil je meer lezen? Kijk op www.jipdenhaag.nl En test jezelf op www.loverboytest.nl Dit is een uitgave van JIP Den Haag en Middin.

Nadere informatie

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting Boekverslag door F. 1662 woorden 8 juni 2016 7 7 keer beoordeeld Auteur Ted van Lieshout Genre Psychologische roman, Jeugdboek Eerste uitgave 1996 Vak Nederlands Gebr. Ted van Lieshout Floor van de Ven,

Nadere informatie

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school. Een Berbers dorp Ik ben geboren en opgegroeid in het noorden van Marokko. In een buitenwijk van de stad Nador. Iedereen kent elkaar en altijd kun je bij de mensen binnenlopen. Als er feest is, viert het

Nadere informatie

Nooit meer zo alleen. Wennen in een pleeggezin. Een onderzoek van Universiteit van Amsterdam en Stichting Alexander

Nooit meer zo alleen. Wennen in een pleeggezin. Een onderzoek van Universiteit van Amsterdam en Stichting Alexander Nooit meer zo alleen Wennen in een pleeggezin Een onderzoek van Universiteit van Amsterdam en Stichting Alexander Elly Singer, Adimka Uzozie, Kirti Zeijlmans Nooit meer zo alleen Wennen in een pleeggezin

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis

Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis Onderzoek artsenbezoek De rol van emotie bij een bezoek aan de medisch specialist in opdracht van Zilveren Kruis 1 Onderzoeksverantwoording Onderzoek Artsenbezoek Doel onderzoek TNS NIPO heeft in opdracht

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

E-BOOK 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES. kinderen en Emoties 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES

E-BOOK 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES. kinderen en Emoties 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES E-BOOK 10 GOUDEN TIPS OVER KINDEREN EN EMOTIES VOORWOORD In 2016 schreef ik de Gids over emoties bij kids 80 praktische tips. Mijn kennis en ervaring blijft zich echter door ontwikkelen. Daarom deel ik

Nadere informatie

Bron foto s: Pixabay

Bron foto s: Pixabay Vragen bij de dominoafbeelding: o Van wat zie je een deel afgebeeld staan? o Bij welke boom zou je graag wonen? o Krijg je een goed beeld van de boom als je maar een stukje ziet? Bekijk de volledige afbeelding:

Nadere informatie

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg Stap 6: Deel 2 6.2.1 Dealen met afleiding onderweg In het tweede deel van jullie experiment ga je verder met het ondernemen van ACTies die je met de anderen hebt afgesproken te doen. Daarnaast krijg je

Nadere informatie

Hulpvragen Signs of Success

Hulpvragen Signs of Success Hulpvragen Signs of Success Signs of Success is een vragende benadering. Je probeert verandering bij de jongere en zijn netwerk op gang te brengen door vragen te stellen. In deze tool vind je een bonte

Nadere informatie

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN AMIGA4LIFE Hooggevoelig, wat is dat? 7-10 jaar WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN 1 voorlichtingsbrochure hooggevoeligheid - www.amiga4life.nl Ik heb een talent! Ik kan goed

Nadere informatie

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is: Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is: Mijn gezinsvoogd werkt bij de William Schrikker Jeugdbescherming. Wat een toestand, zeg! Wat gebeurt

Nadere informatie

Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans

Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

Johannes 12:1-8 Dichtbij Jezus

Johannes 12:1-8 Dichtbij Jezus Johannes 12:1-8 Dichtbij Jezus Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op: hmveurink@gmail.com. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6

Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6 Wenbeleid Inhoud 2 Hoofdstuk 1: Inleiding 3 Hoofdstuk 2: Eerste kennismaking 4 Hoofdstuk 3: Het afscheid 5 Hoofdstuk 4: De gehele periode van wennen 6 Bijlage 1: Wenschema 2 1. Inleiding Pedagogische medewerkers

Nadere informatie

16. Statistische analyse Meldpunt

16. Statistische analyse Meldpunt 16. Statistische analyse Meldpunt Statistische analyse Meldpunt Inleiding In de periode 19 juli 2010 tot en met 16 maart 2012 ontving de commissie zevenhonderdeenenveertig meldingen van seksueel misbruik.

Nadere informatie

Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist

Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist Bewonerstevredenheidsonderzoek Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist is de overkoepelende stichting waaronder Zorgboerderij Vlist valt. Op Zorgboerderij

Nadere informatie

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar De afgelopen weken was het niet zo leuk bij Pim thuis. Zijn moeder lag de hele dag in bed. Ze stond niet meer op, deed geen boodschappen

Nadere informatie