De Tweede Rioleringsnota

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Tweede Rioleringsnota"

Transcriptie

1

2 De Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport Het hoofdrapport van de Tweede Rioleringsnota is bedoeld voor de technische diensten van gemeenten en waterschappen De verkorte uitgave is bedoeld voor bestuurders en management Juli 2002 Werkgroep Riolering West-Nederland (wrw) en Werkgroep Waterkwaliteit West-Nederland (www)

3 INHOUDSOPGAVE 1 SAMENVATTING INLEIDING INTRODUCTIE AANLEIDING DOELSTELLING DOELGROEP LEESWIJZER ACHTERGRONDEN EN ONTWIKKELINGEN INLEIDING WETTELIJK KADER LANDELIJK WATERMILIEUBELEID CIW RAPPORT RIOOLOVERSTORTEN, DEEL 2 EENDUIDIGE BASISINSPANNING LEIDRAAD RIOLERING EEN STATISCHE OF EEN DYNAMISCHE KWALITEIT EMISSIESPOOR INLEIDING CUWVO-AANBEVELINGEN CIW-AANBEVELINGEN AANVULLINGEN WRW CIW OF WRW-BENADERING WERKWIJZE WRW HOE BASISINSPANNING TE BEREIKEN TERMIJN VOOR REALISATIE BASISINSPANNING TECHNISCHE ONTWIKKELINGEN WATERKWALITEITSSPOOR INLEIDING DE TOETSING VAN HET WATERKWALITEITSSPOOR INTEGRALE AANPAK INLEIDING WATERKETEN EN DUURZAAMHEID OPTIMALE OPLOSSING REGULERING INLEIDING WETTELIJK KADER VERGUNNINGVERLENING WVO AANSLUITVERGUNNING HANDHAVING ONTWIKKELINGEN LITERATUURLIJST TWEEDE RIOLERINGSNOTA Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 2/30 juli 2002

4 1 SAMENVATTING Op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) heeft de waterkwaliteitsbeheerder tot taak om verontreiniging van oppervlaktewater tegen te gaan en te voorkomen. In een Wvo-vergunning kan de waterkwaliteitsbeheerder eisen stellen aan lozingen uit de riolering. Ook heeft de waterkwaliteitsbeheerder de bevoegdheid op grond van de Aansluitverordening het hebben van een aansluiting en het lozen van afvalwater vanuit de riolering naar zuiveringstechnische werken in haar beheer te reguleren door middel van een aansluitvergunning. Het hierbij gehanteerde vergunningenbeleid is gegrond op de hiernavolgende nationale doelstellingen. In het kader van het Rijn Actie Plan en het Noordzee Actie Programma zijn op Europees niveau afspraken gemaakt om de lozingen van nutriënten op de Noordzee vanuit het stroomgebied van de Rijn terug te brengen tot 50%. Deze afspraken en diverse Europese richtlijnen zijn vertaald naar Nederlandse wetgeving. De hoofdlijnen van het Nederlandse milieubeleid zijn vastgelegd in het Nationale Milieubeleidsplan. Parallel hieraan zijn de hoofdlijnen van het waterkwaliteitsbeleid vastgelegd in een reeks van beleidsplannen. De belangrijkste zijn: de Derde en Vierde Nota Waterhuishouding (NW3 en NW4). Een goede waterkwaliteit staat voorop. Maar de rol van de waterkwaliteitsbeheerder in het waterbeheer begint te veranderen. Nieuwe inzichten over stedelijk waterbeheer ontwikkelen zich. Zo begint de wijze waarop deze goede waterkwaliteit bereikt kan worden, te veranderen van sectoraal ( ieder voor zich ) naar samenwerking op vele niveaus. Vanwege die veranderende rol van de waterkwaliteitsbeheerder en de vele veranderingen op rioleringstechnisch gebied heeft de Werkgroep Riolering West-Nederland (wrw) besloten om een tweede rioleringnota uit te brengen. Het doel van deze nota is de uitgangspunten van het rioleringsbeleid in samenhang met het waterkwaliteitsbeleid van de waterkwaliteitsbeheerder eenduidig te formuleren. In deze nota is het huidige landelijke beleid concreet vertaald naar beleid voor de zeven schappen, die zijn verenigd in de wrw. Deze nota is bedoeld voor twee doelgroepen: de gemeentelijke rioleringsbeheerders en de leden van de wrw. De leden van de wrw hanteren het landelijke tweesporenbeleid (CUWVO/CIW). In het eerste spoor staat de emissiebeperking uit het rioolstelsel centraal. Dit spoor wordt ook wel het emissiespoor genoemd. De emissiebeperkende maatregelen, die in dit traject voor de riolering worden geformuleerd, leiden ertoe dat aan de basisinspanning wordt voldaan. Vervolgens wordt het waterkwaliteitsspoor ingeslagen. Hierbij wordt het pakket maatregelen dat voor het emissiespoor is opgesteld, getoetst aan de waterkwaliteitsdoelstellingen, die de waterbeheerder voor het stedelijk watersysteem heeft geformuleerd. Op basis van deze toets kunnen aanvullende maatregelen worden bepaald. Deze maatregelen betreffen in eerste instantie de emissiebronnen en in tweede instantie het ontvangend oppervlaktewatersysteem. Het emissiespoor bevat in feite de ondergrenswaarden waaraan het gemeentelijke rioleringsbeheer het stelsel moet laten voldoen. Er is in het emissiespoor immers een basisinspanning vastgesteld, waaraan moet worden voldaan om tot de landelijk gewenste reductie van de vuilemissie van 50% te komen. Er is een referentiewaarde waaronder de berekende vuilemissie vanuit een rioolstelsel in de verbeterde situatie moet blijven. De basisinspanning moest in 1998 gereed zijn volgens de aanbevelingen uit 1992 van de CUWVO. Thans wordt landelijk een termijn tot 2005 gehanteerd. Het verdient echter de voorkeur om de basisinspanning tezamen met de maatregelen van het waterkwaliteitsspoor uit te voeren. De aanpak van knelpunten, zoals de risicovolle overstorten (veedrenking en volksgezondheid) heeft prioriteit. De aanbevelingen die CIW in 2001 heeft uitgebracht, zijn in de Tweede Rioleringsnota leidend voor de aanpak van de basisinspanning. De wrw heeft het CIW advies over het emissiespoor met enkele specifieke aanvullingen gebiedsgericht gemaakt. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 3/30 juli 2002

5 In het waterkwaliteitspoor wordt door de waterbeheerder beoordeeld of de waterkwaliteitsdoelstellingen kunnen worden behaald in wateren waarop het afvalwater uit de riolering wordt geloosd. Er wordt gekeken naar situaties waar de basisinspanning in theorie is gerealiseerd. Leidt de basisinspanning echter niet tot een acceptabele waterkwaliteit, dan moeten er aanvullende maatregelen komen. Aanvullende maatregelen kunnen onderverdeeld worden in brongerichte maatregelen en effectgerichte maatregelen. De waterbeheerder voert een beleid dat zich in eerste instantie richt op sanering aan de bron. Overige maatregelen zijn gericht op de riolering en overstorten, zoals verbetering beheer rioolstelsel, vergroten bergingscapaciteit, verbetering functioneren rioolstelsel, verplaatsen overstortlocaties, real time control en vergroten pompovercapaciteit. Ook kunnen maatregelen worden getroffen in het ontvangende oppervlaktewatersysteem. De waterbeheerder moet aantonen dat de gemeente aanvullende maatregelen moet uitvoeren aan het rioolstelsel. Hiervoor is een uitgebreid modelinstrumentarium ontwikkeld. Om te komen tot een doelmatige uitvoering van het waterbeheer vraagt de plaats van riolering en rioolwaterzuiveringinrichting binnen de waterketen aandacht. Daarbij gaat het niet alleen om financiële doelmatigheid maar ook om maatschappelijke waarden (duurzaam gebruik van water als grondstof en minimaliseren van milieueffecten). Bij duurzaamheid moet dan gedacht worden aan: - duurzaam gebruik van waterbronnen en het zo mogelijk sluiten van kringlopen (voorraadbeheer) - minimaliseren van negatieve effecten van activiteiten (lozingen op oppervlaktewater, grondwateronttrekkingen, strak peilbeheer) en het maximaliseren van positieve effecten. - minimaliseren van milieubelasting en gebruik van schaarse grondstoffen bij de productieprocessen. Voor het bereiken van de doelstellingen voor de waterkwaliteit en riolering zullen maatregelen moeten worden getroffen. Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op de riolering, op de rioolwaterzuiveringinrichting en op het oppervlaktewater. Voor het bepalen van het inspanningsniveau staan normen ter beschikking. De keuze van de te nemen maatregelen moeten goed in hun onderlinge samenhang worden bekeken. Het staat daarbij niet bij voorbaat vast dat de afzonderlijke maatregelen leiden tot een optimaal totaalpakket verbeteringsmaatregelen tegen de laagst maatschappelijke kosten. Dit valt alleen door optimalisatiestudies te bepalen. Afstemming en samenwerking tussen de diverse beheerders is daarvoor voorwaarde. Dit vereist een integrale aanpak. Uiteraard kan voor een verdere intensieve samenwerking met een gemeente gekozen worden. In de uitvoering van het waterkwaliteitsspoor kunnen voor het stedelijke watersysteem hogere ambitieniveaus worden nagestreefd: vergroten van de belevingswaarde, de gebruikswaarde én de toekomstwaarde van het (stedelijk) water als onderdeel van de leefomgeving. Traditionele oplossingen kunnen een belemmering zijn om deze bredere en integrale doeleinden te verwezenlijken. Een goed instrument hiervoor is het stedelijk waterplan. De Tweede Rioleringsnota is juist bedoeld om invulling te geven aan het begrip statische aanpak, waarbij nadrukkelijk de eisen waarop de waterkwaliteitsbeheerder het gemeentelijk rioleringsbeleid toetst, zijn vastgelegd. Om de emissies te kunnen reguleren kan gebruik worden gemaakt van het vergunningeninstrumentarium. De Wvo verbiedt om zonder vergunning afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen te lozen op oppervlaktewater. Daarom is voor de lozing via rioolwateroverstorten, nooduitlaten en regenwateruitlaten een Wvo-vergunning nodig. Ook de lozing van regenwater dat afstroomt van dak- of wegverharding dient te worden getoetst. Een aansluitvergunning is vereist om de riolering aan te sluiten op de zuiveringstechnische werken van het water-/zuiveringsschap en voor het brengen van afvalwater in deze zuiveringstechnische werken. En ten slotte is voor de lozing vanuit de riolering een keurvergunning nodig van de waterkwantiteitsbeheerder van het desbetreffende oppervlaktewater. Om dit instrumentarium effectief te laten functioneren zal de waterbeheerder de naleving van de vergunningsvoorschriften controleren. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 4/30 juli 2002

6 2 INLEIDING 2.1 Introductie De rol van de waterkwaliteitsbeheerder in het waterbeheer is aan wijzigingen onderhevig. Met name de verhouding tussen waterkwaliteitsbeheerder en rioleringsbeheerder (meestal gemeentelijke taak) begint te verschuiven. Had de rol van de waterkwaliteitsbeheerder een aantal jaren geleden een strikte toetsende rol, nu is deze rol meer verschoven in de richting van procesbegeleider in het totstandkomingsproces van het gemeentelijk rioleringsbeleid. Veranderende inzichten ten aanzien van stedelijk waterbeheer, waarbij de thema s duurzaamheid en integrale benadering van de waterketen nadrukkelijker in beeld zijn gekomen, hebben hiertoe bijgedragen. Het bereiken en behouden van een goede waterkwaliteit is nog steeds het doel, maar de wijze waarop deze bereikt wordt, verandert van sectoraal naar intergraal, waarbij naar samenwerking wordt gezocht op verschillende niveaus. 2.2 Aanleiding De veranderende rol van de waterkwaliteitsbeheerder, maar ook de vele veranderingen op rioleringstechnisch gebied heeft de Werkgroep Riolering West Nederland (wrw) doen besluiten een tweede rioleringnota uit te brengen. De eerste nota dateerde uit 1992 ( Aanbevelingen voor toetsing van gemeentelijk beleid in West-Nederland ).. Ontwikkelingen op het gebied van modelmatige benaderingen van vuilemissies en ook veranderingen op het terrein van milieuwetgeving noodzaken om te komen tot een herijking van de eerste rioleringsnota van de wrw. In de afgelopen periode zijn voor specifieke onderwerpen aparte notities verschenen om de tekortkomingen van de eerste nota aan te vullen en zo te kunnen inspelen op deze nieuwe ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld Regels voor de bepaling van de vuilemissie uit gemengde rioolstelsels (1995) en Toetsing criteria beleidsnotitie randvoorzieningen (1996). Dit alles vormt de aanleiding om na een aantal jaren een nieuwe rioleringsnota te laten verschijnen. 2.3 Doelstelling Doelstelling van deze nota van de wrw en de www is voor het stedelijk gebied gezamenlijk beleid vast te stellen op het gebied van het riolerings- en waterkwaliteitsbeleid. Het beleid richt zich op de uitgangspunten voor de waterkwaliteitsbeheerder in haar toetsende rol (vergunningverlener op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo)) als haar rol als samenwerkende en stimulerende actor om in het speelveld van andere actoren, met name de gemeente en andere betrokkenen, zoals visverenigingen, roeiverenigingen etc. te komen tot een goede waterkwaliteit, waarbij verschillende functies mogelijk zijn (wonen, recreëren, natuur). 2.4 Doelgroep Deze nota heeft twee doelgroepen, die beide gediend zijn bij een heldere verwoording van het waterkwaliteitsbeleid: de gemeentelijke rioleringsbeheerder en de leden van de wrw. De gemeentelijke rioleringsbeheerder krijgt met deze nota meer duidelijkheid in de eisen die aan de riolering gesteld worden om te voldoen aan de voorwaarden, die in de vergunning worden gesteld op grond van de Wvo, in samenhang met een aantal artikelen uit de Wet milieubeheer (Wm) die betrekking hebben op de gemeentelijk planverplichting. Voor de zeven waterkwaliteitsbeheerders is een verwoording van een op de West Nederlandse situatie afgestemd, samenhangend beleid belangrijk om duidelijkheid en eenduidigheid te scheppen. Deze duidelijkheid leidt tot minder discussies over uitgangspunten en definities, zodat het planproces sneller leidt tot de doelstelling van de waterkwaliteitsbeheerder: het bereiken van een op de gewenste waterkwaliteit afgestemd (afval)watersysteem. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 5/30 juli 2002

7 2.5 Leeswijzer De achtergronden van de totstandkoming van deze nota worden toegelicht in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 komt het emissiespoor aan de orde en in hoofdstuk 5 het waterkwaliteitsspoor volgens een statische aanpak. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de integrale aanpak. De vergunningverlening en de handhaving worden behandeld in hoofdstuk 7. Vanuit elk van de hoofdstukken wordt verwezen naar bestaande publicaties of naar de bijlagen. De bijlagen zijn samengevoegd in een aparte bundel. Deze bijlagen zijn afzonderlijke teksten. Ook zijn er bijlagen opgenomen die als achtergrond informatie dienen. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 6/30 juli 2002

8 3 ACHTERGRONDEN EN ONTWIKKELINGEN 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk komen de achtergronden en de ontwikkelingen aan de orde die geleid hebben tot het totstandkomen van deze nota. Als belangrijke achtergrond geldt nadrukkelijk het wettelijk kader waarin de verschillende overheden ten opzichte van elkaar opereren. Daarnaast spelen de uitgangspunten zoals verwoord in de vierde Nota Waterhuishouding (NW4) een belangrijke rol. In het navolgende zal een uitwerking worden gegeven van genoemde wetten, nota s en notities naar een concrete invulling voor de rioleringspraktijk voor het westen van Nederland. De elementen die genoemd worden in het CIW rapport Eenduidige basisinspanning worden hierin nader uitgewerkt. Het afvalwaterbeheer is continu in ontwikkelingen. Diverse ontwikkelingen (zie hiervoor inhoudsopgave van het deel Bijlagen ) noodzaken de wrw tot het uitvoeren van verder onderzoek. Dit heeft tevens invloed op de vorm van deze nota. Gekozen is voor een modulaire opzet met vele bijlagen, die indien gewenst aangevuld of bijgewerkt kunnen worden. 3.2 Wettelijk kader Rijn Actie Plan Noordzee Actie Programma In het kader van het Rijn Actie Plan en het Noordzee Actie Programma zijn op Europees niveau afspraken gemaakt om de lozingen van nutriënten op de Noordzee vanuit het stroomgebied van de Rijn terug te brengen tot 50%. Deze afspraken en andere Europese richtlijnen zijn doorvertaald naar Nederlandse milieubeleid (o.a. Nota s waterhuishouding). Wet milieubeheer (Wm) De Wm vormt een algemene milieukaderwet, waarin tal van onderwerpen zijn geïntegreerd die voorheen in andere wetten waren geregeld. Deze is de opvolger voor de Afvalstoffenwet, de Hinderwet de Wet chemische afvalstoffen, de Wet geluidhinder en de Wet luchtverontreiniging. De procedurele regels zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het komen tot een integrale (afgewogen) milieuvergunning is een belangrijke reden hiervoor geweest. De vergunning in het kader van de Wvo is hier buiten gelaten. Men heeft hier gekozen voor een coördinatieregeling. Er zijn diverse verwijzingen tussen Wm en Wvo onderling. In de Wm wordt ondermeer aandacht besteed aan het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Basisrioleringsplan Ondanks dat het Basisrioleringsplan een veelvuldig gebruikte planvorm is, is de vorm of de inhoud niet vastgelegd. Als belangrijk onderliggend document voor het GRP is eenheid in de inhoud gewenst in de vorm van minimale eisen. De Wm kent een aantal artikelen over het GRP, de belangrijkste zijn: In artikel 4.22 staat aangegeven ten aanzien van de inhoud van het GRP: 1) De gemeente stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 2) Het plan bevat tenminste: a) Een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en transport van afvalwater en een aanduiding van het tijdstip waarop de voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn. b) Een overzicht van de in door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a. c) Een overzicht van de wijze waarop de aanwezige voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd. d) De gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 7/30 juli 2002

9 e) Een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. In artikel 4.23 staat beschreven dat de gemeenten met een aantal belanghebbenden overleg moet voeren bij de voorbereiding van het plan: 1) Het gemeentelijk rioleringsplan wordt voorbereid door burgemeester en wethouders. Zij betrekken bij de voorbereiding van het plan in elk geval: a) gedeputeerde staten; b) de beheerders van de zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd; c) de beheerders van de oppervlaktewateren waarop het ingezamelde water wordt geloosd, d) de inspecteur (van Volksgezondheid). 2) Zodra het plan is vastgesteld, doen burgemeester en wethouders hiervan mededeling door toezending van het plan aan de in het eerste lid, onder a tot en met d, genoemde organen. 3) Burgemeester en wethouders maken de vaststelling bekend in één of meerdere dag- of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze kennis kan worden verkregen van de inhoud van het plan. In artikel 4.24 wordt een aanwijzingsbevoegdheid besproken over de inhoud van het GRP: 1) Gedeputeerde staten kunnen, nadat burgemeester en wethouders in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze naar voren te brengen, aan de gemeenteraad aanwijzingen geven omtrent de inhoud van het gemeentelijk rioleringsplan. Bij een aanwijzing wordt een termijn gesteld, binnen welke het plan in overeenstemming met de aanwijzing moet zijn gebracht. 2) Bij het geven van een aanwijzing houden gedeputeerde staten rekening met het geldende provinciale waterhuishoudingsplan. Zorgplicht In het hoofdstuk Afvalstoffen van de Wm (art a) is opgenomen dat de gemeente zorgdraagt voor een doelmatige inzameling en een doelmatig transport van het afvalwater dat vrijkomt bij de binnen haar grondgebied gelegen percelen. Ontheffingen kunnen onder voorwaarden worden verleend door Gedeputeerde Staten, op basis van provinciale criteria. Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) De Wvo, daterend uit1970, heeft tot doel de verontreiniging van het oppervlaktewater (en de daarmee in contact staande waterbodem) te voorkomen en te bestrijden. Het lozen van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen op het oppervlaktewater is verboden zonder vergunning. Dit geldt zowel voor het lozen met behulp van een werk (bijvoorbeeld rioolwaterzuiveringsinrichting en riooloverstort) of op andere wijze dan met behulp van een werk. De vergunningsplicht bij het lozen zonder werk is geregeld bij Amvb en geldt alleen voor het rechtstreeks lozen op het oppervlaktewater. De procedure van totstandkoming van een vergunning is geregeld in de Awb. De Wvo-vergunning wordt verleend onder voorwaarden (voorschriften). Van belang is dat de voorschriften handhaafbaar zijn. Het model voor vergunningverlening van de CIW (juni 2001) 1 voorziet hier zoveel mogelijk in. In hoofdstuk 7 Regulering wordt hier nader op ingegaan. Medio 2002 wordt het CIW-rapport: Beoordelen van de effecten van de realisatie van de basisinspanning op de waterkwaliteit (meten en monitoren) verwacht. Hierin wordt een nadere invulling gegeven voor het aspect meten m.b.t. riolering en oppervlaktewater. Dit zal naar verwachting ook een aanbeveling geven voor de meetverplichting in de model-wvo-vergunning voor overstorten. Sinds 1 maart 1993 kent de Wvo de mogelijkheid om bij Amvb regels te stellen met betrekking tot het brengen in oppervlaktewater van daarbij aangewezen afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen. In sommige Amvb s is aangegeven dat aanvullende regelgeving mogelijk is. De volgende Amvb s zijn vastgesteld: 1 CIW, Riooloverstorten, Deel 3 Model voor vergunningverlening riooloverstorten, juni 2001 Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 8/30 juli 2002

10 Lozingenbesluit Wvo Glastuinbouw Dit besluit bevat veel verbodsbepalingen die beogen de emissie van bestrijdingsmiddelen en meststoffen terug te dringen. De restlozingen moeten in beginsel in de gemeentelijke riolering plaatsvinden. Op termijn zal dit besluit mogelijk aangepast worden om een flexibelere werking mogelijk te maken. Bouwstoffenbesluit Bodem- en oppervlaktewaterenbescherming Met de regels in het bouwstoffenbesluit die op de Wvo zijn gebaseerd wordt beoogd om naast oppervlaktewater en de uiterwaarden tevens de waterbodem en de bodem van de kust of de oever te beschermen. Het besluit heeft betrekking op het gebruik van bouwstoffen in werken werk met werk te maken. Het Lozingenbesluit Wvo Stedelijk afvalwater Dit besluit heeft betrekking op de lozingen vanuit rioolwaterzuiveringinrichtingen. Er geldt een verbod voor het lozen van zuiveringsslib, behoudens zeer geringe hoeveelheden (nader omschreven met grenswaarden). Het besluit regelt een aantal meet-, controle- en rapportageverplichtingen voor de waterkwaliteitsbeheerder, naast een aantal eisen die minimaal opgenomen dienen te worden in de Wvo-vergunning. Het Lozingenbesluit Bodemsanering en proefbronnering Dit besluit bevat regels voor het lozen in de riolering van verontreinigd grondwater dat vrijkomt bij bepaalde bodemsaneringen en proefbronneringen. Het geldt voor lozingen van relatief korte duur en lage debieten. De bodemsaneringen betreffen voornamelijk terreinen van benzinestations, chemische wasserijen, garages en dergelijke. Het Lozingenbesluit Wvo Huishoudelijk afvalwater Dit besluit stelt regels aan de rechtstreekse lozing van huishoudelijk afvalwater vanuit huishoudens en bedrijven op oppervlaktewater. Het besluit geldt voor lozingen tot 200 i.e., met een onderscheid tussen lozingen van meer dan 10 i.e. en minder. Bij een beperkte lozing meer dan 40 m tot de riolering geldt dat tenminste geloosd moet worden via een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater). Voor uitgebreidere lozingen geldt een lozingsverbod bij een bepaalde afstand tot de riolering. De afstand is afhankelijk van de omvang van de lozing. Het lozingenbesluit Vaste objecten In dit besluit worden regels gesteld voor het direct lozen op oppervlaktewater van stoffen die vrijkomen bij reinigings- en conserveringswerkzaamheden aan vaste objecten. Het lozingenbesluit Open teelt en veehouderij Het besluit is van toepassing op lozingen ten gevolge van akkerbouw, vollegronds groenteteelt, vollegronds bloemisterij, fruitteelt, melkveehouderij, intensieve varkens- en pluimveehouderij en alle emissies naar oppervlaktewater die daar mee samenhangen. Enerzijds worden emissies naar oppervlaktewater (en/of riolering) verboden, anderzijds wordt voorgeschreven de lozing via de riolering te laten plaatsvinden. Wet afvalwater In de Wet afvalwater is de verhouding tussen Wvo en Wm op het terrein van de indirecte lozingen formeel geregeld. Doordat de strikte scheiding tussen de twee wetten is aangebracht, is het Wmgezag (gemeente of provincie) voor bepaalde lozingen op de riolering in feite formeel uitvoerder van waterkwaliteitsbeleid geworden. 3.3 Landelijk watermilieubeleid Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 9/30 juli 2002

11 De hoofdlijnen van het Nederlandse Milieubeleid zijn vastgelegd in het Nationale Milieubeleidsplan. Parallel hieraan zijn de hoofdlijnen van het waterkwaliteitsbeleid vastgelegd in een reeks van beleidsplannen. De belangrijkste zijn: het Indicatief Meerjarenprogramma Water (IMP water) de Derde Nota Waterhuishouding (NW3), de Evaluatienota Water en de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4). Op rijksniveau voorziet de Wet op de waterhuishouding (WWH) in een Nota Waterhuishouding en een beheersplan voor Rijkswateren. Hierin worden de hoofdlijnen aangegeven van het landelijk beleid ten aanzien van de waterhuishouding. Daartoe behoren onder meer het aanwijzen van de belangrijkste functies van de rijkswateren en aanwijzingen voor de verdere functietoekenning in de provinciale plannen. In het beheersplan voor de rijkswateren wordt aangegeven hoe het kwantiteit - en kwaliteitsbeheer over de rijkswateren zal worden gevoerd. Op provinciaal niveau geldt een provinciaal waterhuishoudingsplan. Dit plan bevat de hoofdlijnen van het regionaal waterhuishoudkundig beleid. Centraal daarin staat de toekenning van functies aan de regionale wateren. De beheerders van oppervlaktewateren stellen beheersplannen op waarin wordt aangegeven wat de beheerder ter invulling van zijn taak verricht. Ter illustratie is het volgende schema toegevoegd. Water Ruimtelijke Ordening Milieu strategisch tactisch strategisch tactisch strategisch tactisch Rijk Beheersplan Rijkswateren Nota Ruimtelijke Ordening Nota Waterhuishouding Milieubeleidsplan Milieuprogramma Provincie Streekplan Waterhuishoudingsplan, incl. grondwaterbeheer Milieubeleidsplan Milieuprogramma Waterschap Beheersplan regionaal oppervlaktewater Gemeente GRP structuurplan¹ bestemmingsplan Milieubeleidsplan¹ GRP, Milieuprogramma Derde Nota Waterhuishouding (NW3) De doelstellingen van de NW3 (zoals onderstaand pakket 1) zijn overgenomen in NW4. Vandaar dat NW3 hier wordt aangehaald. Voorafgaande aan de NW3 is in het IMP water beschreven dat de emissies vanuit de rioolstelsels gezien moeten worden als puntbron. Een directe saneringsaanpak is van toepassing. Dat wil zeggen dat naast sanering van de lozingen op het rioolstelsel, andere maatregelen genomen dienen te worden teneinde de emissie te beperken, In NW3 wordt in pakket 1, zuurstofbindende stoffen, de visie op rioolstelsels weergegeven: Einddoel: Een geoptimaliseerd rioleringssysteem in goede staat van onderhoud. Tussendoel: In 1995 dient een uitgewerkte visie en plan van aanpak voor de vermindering van de emissie gereed te zijn. De verbetering van de knelpuntsituaties dient gerealiseerd te zijn. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 10/30 juli 2002

12 Beleid: onder andere: aanleg nieuwe riolering en inventarisatie van knelpuntsituaties riooloverstorten en verbetering bestaande rioleringssystemen door renovatie, vergroten berging en aanbrengen van randvoorzieningen. Verder worden voor nutriënten (pakket 2), zware metalen (pakket 3) en microverontreinigingen (pakket 4) voor 1995 algemene emissiereducties van tenminste 50% ten opzichte van 1985 gesteld (RAP/NAP). Deze doelstellingen hebben betrekking op het terugdringen van de totale emissies en behoeven niet per definitie voor alle afzonderlijke emissies te gelden. Vierde Nota Waterhuishouding (NW4) Hoofddoelstelling van de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4) is het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het instandhouden en versterken van gezonde veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. Het beleid uit de NW3 zal worden voortgezet en daar waar nodig aangevuld. NW4 zet in op versterking en uitvoering van dit beleid, verbreding van het blikveld verbeteren van de afstemming op andere terreinen ruimtelijke ordening, natuur- en milieubeleid en verdieping van het waterbeheer aandacht voor klimaatontwikkelingen -. Het beleid van de NW4 beslaat de periode De regering kiest voor een gebiedsgerichte aanpak waarbij het stedelijk water onderdeel uitmaakt van de regionale planvorming. Voor nutriënten kan, afhankelijk van het type gebruik van het betreffende watersysteem, de toepassing van een gebiedsgerichte norm worden overwogen. De regering streeft een meer op ecologische, hydrologische aspecten en belevingswaarde gebaseerde planning van de verstedelijking na. De regering vraagt alle betrokken overheden om ecologie en hydrologie (inclusief het aspect van bodemdaling) mede als ordenend principe te hanteren. De regering pleit uitdrukkelijk voor de vorming van een gemeenschappelijke visie van de gemeenten en waterschappen op het waterbeheer in zowel de bebouwde kom als in het buitengebied. Deze visie moet doorvertaald worden naar bestemmingsplannen en waterbeheersplannen. Daarnaast dient de gemeenschappelijke visie te worden verwerkt binnen andere beleidsterreinen, zoals ruimtelijke ordening en milieubeleid. Het initiatief hierbij is gelegd bij gemeenten en waterschappen. 3.4 CIW rapport Riooloverstorten, Deel 2 Eenduidige basisinspanning 2 In 1992 publiceerde de CUWVO (commissie, die adviseerde m.b.t. het waterkwaliteitsbeleid aan de rijksoverheid) het rapport Aanbevelingen voor het beleid en de vergunningverlening met betrekking tot overstortingen uit rioolstelsels en regenwaterlozingen 3. In het rapport werd de basisinspanning en het waterkwaliteitspoor aanbevolen (zie nader 2.2 e.v.). De CUWVO-aanbevelingen worden in het algemeen landelijk door de waterkwaliteitsbeheerders opgevolgd. De CIW, als opvolger van de CUWVO, heeft in 2001, getracht de maatstaven voor de landelijke basisinspanning meer eenduidig te formuleren. Deze zijn in het rapport Eenduidige basisinspanning verwoord 4. Op een aantal punten heeft de Werkgroep Riolering West-Nederland (wrw) deze CIWmethode om de maatstaven te kunnen toetsen aangevuld. 3.5 Leidraad Riolering De Leidraad Riolering is in 1997 gereed gekomen. Deze leidraad is voorgesteld in de Vervolgnotitie Riolering van VROM van 1992 en heeft als doel om technische en financieel organisatorische aspecten van het rioleringsbeheer te uniformeren. De Leidraad kent een opbouw in aparte modules waarin afzonderlijke onderwerpen worden behandeld. De afzonderlijke modules zijn opgesteld met een volwaardige inbreng van alle bij de riolering betrokken overheden en instanties. 2 CIW, Riooloverstorten, Deel1 Knelpuntencriteria riooloverstorten, Deel 2 Eenduidige basisinspanning en Deel 3 Model voor vergunningverlening riooloverstorten, juni CUWVO, werkgroep VI, Overstortingen uit rioolstelsels en regenwaterlozingen, april CIW, Riooloverstorten, Deel 2: Eenduidige basisinspanning, juni 2001 Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 11/30 juli 2002

13 3.6 Een statische of een dynamische kwaliteit Statische kwaliteit Om in het licht van het voorgaande aan het rioleringsbeleid een invulling te geven, hanteren de leden van de Werkgroep Riolering West-Nederland het landelijke tweesporenbeleid (CIW/CUWVO). In het eerste spoor staat de emissiebeperking uit het rioolstelsel centraal. Dit spoor wordt ook wel het emissiespoor genoemd. De emissiebeperkende maatregelen die in dit traject voor de riolering worden geformuleerd, leiden ertoe dat aan de basisinspanning wordt voldaan. Vervolgens wordt in het kader van het waterkwaliteitsspoor het pakket maatregelen, dat voor het emissiespoor is opgesteld, getoetst aan de waterkwaliteitsdoelstellingen die de waterbeheerder voor het stedelijk watersysteem heeft geformuleerd. Uit het waterkwaliteitsspoor kunnen aanvullende maatregelen volgen, die in eerste instantie de riolering betreffen en in tweede instantie het ontvangend oppervlaktewatersysteem. In principe worden het emissiespoor en het waterkwaliteitsspoor tot de statische kwaliteit gerekend. Met name het emissiespoor dient ingevuld te zijn voordat overgegaan kan worden naar de dynamische kwaliteit. meervoudige doelstelling enkelvoudige waterkwaliteitsdoelstelling integrale aanpak zuurstofconcentratie ecologische rijkdom basisinspanning waterkwaliteitsspoor proces begeleiding emissiespoor intentie verklaring uitgangssituatie Tijd Figuur 2.1 Het tweesporenbeleid Dynamische kwaliteit Gemeente en waterbeheerder kunnen ook kiezen voor verbreding in de richting van integraal waterbeheer. De waterbeheerder heeft hier primair een stimulerende en sturende rol. De toetsing aan het beleid staat hierbij op een tweede plaats. Bij een dynamische aanpak van het waterkwaliteitsspoor, wordt in een intensieve samenwerking tussen waterkwaliteitsbeheerder en gemeente een hoger ambitieniveau nagestreefd. Deze benadering omvat een beschouwing van de afvalwaterketen, het grondwater, het oppervlaktewater als onderdeel van de leefomgeving. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 12/30 juli 2002

14 4 EMISSIESPOOR 4.1 Inleiding Het emissiespoor is in feite de eerste stap waaraan een gemeentelijke rioleringsbeheerder moet voldoen. De volgens de Derde Nota Waterhuishouding landelijk gewenste emissiereductie van 50% is door de CUWVO-VI werkgroep in haar publicatie uit april 1992 nader uitgewerkt. Hiervoor zijn referentiestelsels gedefinieerd. Het emissiespoor kan worden omschreven als het vaststellen van maatregelen aan het bestaande rioolstelsel om te voldoen aan de vuilemissie uit het referentiestelsel. Deze maatregelen zouden volgens de CUWVO in 1998 reeds moeten zijn uitgevoerd. De CUWVO-aanbevelingen zijn door de wrw verder uitgewerkt, en vastgelegd in de Regels voor het bepalen van de vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels (verder genoemd Regels ) uit Één van de doelen van de Regels was (en is) een gelijke, eerlijke en eenduidige behandeling van de gemeenten in West-Nederland. Landelijk is in de afgelopen jaren ook duidelijk geworden dat de beschrijving zoals aangegeven door de CUWVO-VI werkgroep wel eenvoudig, maar niet eenduidig was. Mede daarom heeft de CIW subcommissie Riooloverstorten een nationaal referentiestelsel aanbevolen. De basisinspanning is door de CIW in het rapport Eenduidige basisinspanning; nadere uitwerking van de definitie van de basisinspanning (verder genoemd Eenduidige basisinspanning ) d.d. 14 juni 2001 omschreven. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van het denken over de basisinspanning. Een nadere invulling wordt gegeven die aansluit bij de recente ontwikkelingen en bij het gedachtegoed van de leden van de wrw. 4.2 CUWVO-aanbevelingen De wrw heeft haar beleid gebaseerd op de CUWVO-aanbevelingen uit Hierin wordt het tweesporenbeleid uiteengezet. In het eerste spoor staat een algemene emissiebeperking uit het rioolstelsel centraal. Dit spoor wordt het emissiespoor genoemd. De emissiebeperkende maatregelen die in dit traject voor de riolering worden geformuleerd, moeten er uiteindelijk toe leiden dat aan de basisinspanning wordt voldaan. Naast het emissiespoor wordt het waterkwaliteitsspoor uitgevoerd. Hierbij wordt beoordeeld of de lozing die nog zal resteren nadat de basisinspanning zal zijn bereikt, geen belemmering zou betekenen voor het bereiken van de gewenste waterkwaliteit van het stedelijk oppervlaktewater. Op basis van deze toets kunnen zo nodig aanvullende maatregelen worden bepaald. Zie Hoofdstuk 5. Het emissiespoor houdt in dat maatregelen aan het gemeentelijke rioolstelsel worden getroffen om tot de landelijk gewenste reductie van de vuilemissie van 50 % te komen. Referentiestelsels zijn gedefinieerd voor bestaande gemengde stelsels, voor bestaande gescheiden stelsels en voor eerste aanleg. Door de CUWVO is voor bestaande gemengde rioolstelsel de basisinspanning als volgt omschreven: De basisinspanning wordt gedefinieerd als (de vuillozing van) een rioolstelsel met een berging van 7 mm en een pompovercapaciteit van 0,7 mm/h, aangevuld met 2 mm berging in bergbezinkbassins achter elke overstort. Bovendien wordt over de basisinspanning nog het volgende vermeld: Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 13/30 juli 2002

15 De basisinspanning is uitdrukkelijk bedoeld als een referentie voor een bepaalde vuiluitworp en niet als middelvoorschrift. Dit betekent dat, afhankelijk van de lokale omstandigheden, op grond van technische of financiële overwegingen kan worden gekozen voor een combinatie van alternatieve maatregelen aan het afvalwatersysteem. Uitgangspunt dient te zijn dat bij deze maatregelen zowel de jaarals piekemissies overeenkomen met, of kleiner zijn dan de emissies van de gedefinieerde basisinspanning. De wrw heeft de CUWVO-aanbevelingen uitgewerkt in de nota Aanbevelingen voor toetsing van gemeentelijk rioleringsbeleid in West-Nederland (1992). De daarna volgende toepassing van rekenmodellen leidde tot interpretatieverschillen en onduidelijkheden. Ter aanvulling op de aanbevelingen heeft de wrw daarom in 1996 de Regels voor het bepalen van de vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels opgesteld. 4.3 CIW-aanbevelingen Uit een landelijke enquête, gehouden onder gemeenten, waterschappen en adviesbureaus, bleek in 1997 dat er over het algemeen een breed draagvlak bestond voor de basisinspanning, maar dat de behoefte bestond om meer eenduidigheid in de omschrijving en berekening van de basisinspanning te krijgen. De subcommissie Riooloverstorten van de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW, opvolger van de CUWVO) heeft daarom, uitgaande van de CUWVO-referentiestelsels, algemene maatstaven en meetmethoden voor de basisinspanning aanbevolen. Deze zijn omschreven in het rapport Eenduidige basisinspanning; nadere uitwerking van de definitie van de basisinspanning d.d. 14 juni Onderstaand zijn de belangrijkste punten uit het rapport weergegeven. Voor de volledige omschrijving van de maatstaven en meetmethoden van de basisinspanning wordt verwezen naar het rapport Eenduidige basisinspanning. In het rapport Eenduidige basisinspanning is de maatstaf voor het referentiestelsel van een gemengd stelsel gesteld op 50 kg CZV/ha jaar. De jaargemiddelde vuilemissie van bestaande gemengde stelsels mag deze maatstaf niet overschrijden en gemeentebreed dient aan de jaargemiddelde vuilemissie uit de gemengde stelsels te worden voldaan. Voor de maatstaven voor bestaande gescheiden en verbeterd gescheiden stelsels heeft de CIW de CUWVO-aanbevelingen gehandhaafd. Voor eerste aanleg bij nieuwbouw zijn geen maatstaven en meetmethoden aangegeven. Aan de hand van functionele eisen dienen de gemeente en de waterbeheerder gezamenlijk een duurzame invulling te geven aan het ontwerp daarbij rekening houdend met het gestelde in NW4. Ten aanzien van de vuilemissie is minimaal het verbeterd gescheiden stelsel of een gelijkwaardig systeem voorgeschreven. Daarnaast is in de meetmethode omschreven hoe de berekeningen aan de bestaande stelsels moeten plaats vinden ten einde de resultaten te kunnen toetsen aan de maatstaf. 4.4 Aanvullingen wrw De CIW heeft voor wat betreft de maatstaven en meetmethoden op enkele punten de nadere invulling heeft overgelaten aan het maatwerkoverleg tussen gemeente en waterkwaliteitsbeheerder. Het gaat hierbij om de omvang van de pompovercapaciteit en de beoordeling op pieklozingen. Omdat er op deze punten daarmee geen eenduidigheid is, heeft de wrw het noodzakelijk gevonden op hierop het rapport Eenduidige basisinspanning aan te vullen. Deze zijn in bijlage 6B Aanvullingen wrw op CIW-rapport Eenduidige basisinspanning vermeld. Belangrijk punt zijn de maatstaven voor de piekemissies 1 keer per 1 en per 2 jaar, die bepaald zijn op respectievelijk 20 en 32,6 kg CZV/ha. Daarnaast zijn ook aanvullingen op de meetmethoden gegeven (zie bijlage 6B). Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 14/30 juli 2002

16 4.5 CIW of wrw-benadering De CIW heeft aangegeven dat overeengekomen maatregelen welke in een GRP zijn vastgesteld om aan de basisinspanning van kracht blijven en niet opnieuw behoeven te worden getoetst. Inmiddels heeft ca. 90% van de gemeenten binnen het gebied van de wrw-partners de maatregelen bepaald om aan de basisinspanning te voldoen, volgens de genoemde Regels. Deze maatregelen zijn veelal vertaald naar een GRP en/of Wvo-vergunning. Vanuit het oogpunt van gelijke behandeling van gemeenten kan het derhalve als wenselijk worden gezien om deze wijze van het bepalen van de maatregelen in het kader van de basisinspanning voort te zetten. De wrw leden zouden er daarom voor kunnen kiezen om voor de gemeenten die nog een basisrioleringsplan moeten opstellen, de lijn volgens de Regels te blijven volgen. In de praktijk zullen de verschillen tussen bestaande aanpak en de CIW-aanpak gering zijn, mede door de aanvullingen van de wrw op het CIW rapport Eenduidige basisinspanning. 4.6 Werkwijze wrw In de paragrafen 4.2 t/m 4.5 is beschreven hoe de basisinspanning zich in 10 jaar tijd ontwikkeld heeft. Hierbij is één ding duidelijk: er is altijd discussie geweest omtrent de precieze invulling van de basisinspanning. Ook na het verschijnen van het rapport Eenduidige basisinspanning is er geen sprake van een landelijk eenduidige aanpak. Zowel de CIW ( Eenduidige basisinspanning ) als de wrw ( Regels ) hebben beoogd geen nieuw beleid te formuleren. Uitgangspunt is en blijft derhalve de CUWVO-aanbevelingen uit Om zoveel mogelijk hierbij aan te sluiten heeft de wrw een aanvulling gemaakt op het CIW rapport Eenduidige basisinspanning (paragraaf 4.5). De wrw leden kunnen voor de gemeenten, die nog een basisrioleringsplan moeten opstellen, de lijn volgens de Regels blijven volgen of kiezen voor de CIW aanpak met de aanvullingen van de wrw. Vanuit de eerlijke en gelijke behandeling van gemeenten valt het te verdedigen dat volgens de Regels uit 1996 gewerkt blijft worden. Anderzijds is het ook logisch om mee te gaan met de ontwikkeling van de basisinspanning. In de praktijk zullen de verschillen tussen beide aanpakken gering zijn, mede door de aanvullingen van de wrw op het CIW rapport Eenduidige basisinspanning. 4.7 Hoe basisinspanning te bereiken Om de basisinspanning te bereiken zijn diverse mogelijkheden beschikbaar. Strikt sectoraal gezien is het bouwen van bergbezinkbassins met 2 mm of meer achter elke overstort voldoende. Gebleken is echter dat deze werkwijze zelden tot een milieutechnisch en financieel optimale oplossing leidt. Zie hiervoor hoofdstuk 6. In principe zijn er twee methoden om de vuilemissie door lozingen uit met name gemengde rioolstelsels te verminderen: A. de hoeveelheid overstortwater beperken; B. de vuilconcentratie van het overstortwater verlagen. Ad A. Om de hoeveelheid overstortwater te beperken staan een aantal mogelijkheden ter beschikking. Deze zijn in volgorde van voorkeur: 1. minder regenwater in rioolstelsels toelaten door afkoppelen van afvoerende oppervlakken; 2. meer regenwater vasthouden door vergroten van de berging. 3. meer regenwater afvoeren naar rioolwaterzuiveringinrichting door vergroten pompovercapaciteit Ad B. Om de vuilconcentratie van het overstortwater te beperken kunnen de volgende methoden worden toegepast: Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 15/30 juli 2002

17 1. verbeteren van het functioneren van rioolstelsels ter voorkoming van slibafzetting in riolen; 2. het bergen van vuile afvalwaterstromen; 3. het scheiden van de vuillozing van overstortwater via randvoorzieningen. Zie hiervoor ook bijlage 3: Maatregelen ter vermindering van de riooloverstortproblematiek, en bijlage 7: Rendement randvoorzieningen. Voor het ontwerp van een bergbezinkvoorziening dient het ontwerp te voldoen aan de criteria van bijlage 7. Voor het afkoppelen van afvoerend oppervlak is bij directe lozing op het oppervlaktewater overleg met de waterkwaliteitsbeheerder noodzakelijk, omdat voor deze lozing vergunning vereist is op grond van de Wvo. In het geval van infiltreren in de bodem ontstaat een bodemlozing, waarvoor ook restricties gelden (Wet bodembescherming). Veel regenwater naar de rioolwaterzuiveringinrichting afvoeren is vaak ondoelmatig. Regenwater heeft over het algemeen een betere kwaliteit dan de kwaliteit van het effluent van de rioolwaterzuiveringinrichting [bron: OASA, De POK verbergen, RWA 1996]. Verder beïnvloedt de aanvoer van zo geheten dun water (minder vuil water) het zuiveringsproces doorgaans negatief. Meer water naar de rioolwaterzuiveringinrichting brengen, kan ook op bezwaren stuiten van de zuiveringsbeheerder die een zuiveringsinrichting bedrijft met een beperkte capaciteit. Deze toegestane hoeveelheid is veelal geregeld tussen zuiveringsbeheerder en rioleringsbeheerder via een aansluitvergunning. Verder wordt verwezen naar hoofdstuk 6 Integrale Aanpak en bijlage 4 Afkoppelen verharde oppervlakken. 4.8 Termijn voor realisatie basisinspanning Wettelijk gezien had de basisinspanning in 1995 moeten zijn gerealiseerd. In de aanbevelingen van de CUWVO-VI werkgroep werd voorgesteld dat de basisinspanning in 1998 gereed zou moeten zijn. Dit is in veel gevallen niet gehaald. In overleg met de waterkwaliteitsbeheerder dient de basisinspanning zo snel als mogelijk is te worden uitgevoerd. Hoewel in de Vierde Nota Waterhuishouding een uitvoeringstermijn tot 2003 wordt genoemd (bijlage B actiepunt 3.1.3) wordt landelijk thans een termijn tot 2005 gehanteerd. Vanuit de optiek van het hoogste milieurendement tegen de laagst maatschappelijke lasten heeft het de voorkeur de basisinspanning tezamen met de maatregelen die nodig zijn in het kader van het waterkwaliteitsspoor uit te voeren. De aanpak van knelpunten, zoals de risicovolle overstorten (veedrenking, volksgezondheid) heeft prioriteit. 4.9 Technische ontwikkelingen De nieuwe technische ontwikkelingen zijn vooral gericht op minder regenwater afvoeren naar het rioolstelsel. Het afkoppelen van afvoerend oppervlak biedt hiertoe perspectief. Echter moet onderkend worden dat de vervuiling op het afvoerend oppervlak die met het regenwater wordt meegevoerd, bij rechtstreekse afvoer oorzaak kan zijn van diffuse verontreiniging van het oppervlaktewater. Afhankelijk van de vervuiling van het afvoerend oppervlak is directe lozing op het oppervlaktewater mogelijk of is behandeling van het regenwater noodzakelijk. Voor de verschillende aspecten van afkoppelen wordt verwezen naar bijlage 4. Een belangrijk onderzoeksterrein ligt nog braak in mogelijkheden van verbeteren van het functioneren van rioolstelsels. Er is onderzoek verricht naar de aanleg van zelfreinigende stelsels, de toepassing van andere vormgeving van buizen en van vuilinsluitende stelsels. Ook zijn andere typen randvoorzieningen ontwikkeld en wordt onderzoek gedaan naar de rendementsverbetering van randvoorzieningen. De bredere toepassing van nieuwe ontwikkelingen is vaak beperkt. Dit vindt deels zijn oorzaak in het gegeven dat adviesbureaus niet gemakkelijk een nieuwe ontwikkeling zullen toepassen. Daarnaast zullen nieuwe ontwikkelingen, willen zij voor bredere toepassing in aanmerking kunnen komen, onderzocht moeten zijn op hun effectiviteit. De wrw stelt zich op het standpunt dat de toepassing van nieuwe ontwikkelingen eerst kan worden gehonoreerd nadat bij één of enkele onderzoeken de verwachte vuilemissiereductie is aangetoond. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 16/30 juli 2002

18 Een logisch vervolg op de module C2100 Rioleringsberekeningen, hydraulisch functioneren uit de Leidraad Riolering is het toepassen van de resultaten van de regenreeksberekeningen (=overstortreeks) voor andere toepassingen. Een voorbeeld hiervan is de wrw studie Toetsing criteria randvoorzieningen waarin is aangegeven hoe een bergbezinkbassin ontworpen kan worden, gebruik makend van de resultaten van een regenreeksberekening, deels opgenomen in bijlage 7. Deze methodiek kan ook worden uitgewerkt voor andere typen randvoorzieningen.. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 17/30 juli 2002

19 5 WATERKWALITEITSSPOOR 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat het waterkwaliteitsspoor met een statische aanpak centraal. Volgens de beslisboom (zie figuur 5.1) start deze als aan het emissiespoor invulling is gegeven. Het emissiespoor kan worden beschouwd als een brongerichte benadering (vermindering van vervuiling uit het rioolstelsel). Het waterkwaliteitsspoor is een effectgerichte benadering (Komen de waterkwaliteitsdoelstellingen niet in gevaar?). Met het waterkwaliteitsspoor wordt door de waterbeheerder beoordeeld of de waterkwaliteitsdoelstellingen kunnen worden behaald in oppervlaktewateren, waarop overstorten en nood- en regenwateruitlaten lozen, waarbij in eerste instantie die situatie wordt beoordeeld. Het verdient aanbeveling om het emissiespoor en het waterkwaliteitsspoor zoveel mogelijk als complementair te beschouwen. Door de maatregelen in het kader van het emissiespoor te combineren met de maatregelen die voortvloeien uit het waterkwaliteitsspoor, kunnen de kosten zoveel mogelijk worden beperkt. Het hele traject dat in het kader van een waterkwaliteitstoets wordt doorlopen, van gegevensverzameling tot het formuleren van maatregelen, vormt onderwerp van paragraaf 5.2. De methodiek en de instrumenten die voor de toetsing van het waterkwaliteitsspoor ter beschikking staan, komen in bijlage 14 tot en met 16 aan de orde. Deze instrumenten zijn aan wetenschappelijke ontwikkelingen en vernieuwende inzichten onderhevig. Daarom wordt een perspectief geschetst voor de komende 3 jaar. Ten slotte wordt in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk kort ingegaan op de afbakening van het waterkwaliteitsspoor. 5.2 De toetsing van het waterkwaliteitsspoor Algemeen De toetsing van het waterkwaliteitsspoor wordt in een aantal fasen doorlopen, zie ook figuur 5.1. De toetsing van het waterkwaliteitsspoor valt onder de verantwoordelijkheid van de waterkwaliteitsbeheerder. Deze neemt daarom het initiatief voor het waterkwaliteitsspoor. De waterkwaliteitsbeheerder moet immers aannemelijk maken dat aanvullende maatregelen, boven op de basisinspanning, noodzakelijk zijn om aan de waterkwaliteitsdoelstelling(en) te voldoen. Grenswaarden en functietoekenning van oppervlaktewater Aan de toetsing van de waterkwaliteit liggen landelijke normen voor fysisch-chemische waterkwaliteitsparameters ten grondslag. Alle oppervlaktewateren in Nederland dienen te voldoen aan minimale eisen vanuit het oogpunt van hygiëne en een evenwichtige ontwikkeling van flora en fauna. In Vierde Nota Waterhuishouding wordt een onderscheid gemaakt in de korte en de lange termijn. Op de korte termijn dient voldaan te worden aan de minimumkwaliteit, waardoor de gehalten van verontreinigende stoffen in water en waterbodem minimaal moeten voldoen aan het maximaal toelaatbaar risico (MTR). Voor de langere termijn gelden streefwaarden (verwaarloosbaar risiconiveau VR), zie ook bijlage 16. De minimale norm voor zuurstof in de Vierde Nota Waterhuishouding is bepaald op 5 mg/l. In provinciale nota s geldt voor de functie van stedelijk wateren minimale norm van 3 mg/l. Voor de functie viswater bij hoofdwaterlopen en boezemwateren geldt een norm van groter dan 6 mg/l. De specifieke functietoekenningen verschillen per wrw lid. Hiervoor wordt verwezen naar bijlage 12. Bij een integrale aanpak kan de waterkwaliteitsbeheerder en de gemeente een hoger ambitieniveau afspreken. Deze integrale aanpak wordt beschreven in hoofdstuk 6. Tweede Rioleringsnota Hoofdrapport 18/30 juli 2002

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland,

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland, ^ PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2011/09 Nummer 1120019 Beleidsregel ontheffing gemeentelijke zorgplicht stedelijk afvalwater 2011 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 136

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

Lozingen. Dag 2 9.00-10.00 uur. 60 min

Lozingen. Dag 2 9.00-10.00 uur. 60 min Lozingen Dag 2 9.00-10.00 uur 1 60 min Leerdoelen lozingen Nieuwe structuur lozingsregels Lozingen wel en niet in besluit Diverse soorten lozingen verspreid over hele besluit Relatie zorgplicht en lozingen

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Algemene regels en maatwerkbeschikking voor de lozingssituatie van: VOF Hoekstra Lozingsadres: Lisdoddeweg 61 Lelystad Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus

Nadere informatie

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen VERKLARENDE WOORDENLIJST Afkortingen AMvB... Algemene Maatregel van Bestuur BARIM... Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer BBB... Bergbezinkbassin

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB2492

ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-08-2007 Datum publicatie 29-08-2007 Zaaknummer 200607060/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade. Doelen Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. 2. Geen (onaanvaardbare) economische schade of maatschappelijke hinder door wateroverlast. Bescherm volksgezondheid Beperk overlast

Nadere informatie

Bijlage 7. Wetgeving en Beleid

Bijlage 7. Wetgeving en Beleid Bijlage 7. Wetgeving en Beleid Wet milieubeheer Aanpassingen op grond van Wet gemeentelijke watertaken (Artikel III) Artikel 1.1 Eerste lid wordt als volgt gewijzigd: de begrippen huishoudelijk afvalwater

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

MPGAD

MPGAD Bezoekadres De Blom boogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel T (0344) 64 90 90 F (0344) 64 90 99 E info@wsrl.n1 I www.waterschaprivierenland.n1 Bank IBAN NL93 NWAB 0636 7572 69 BIC NWABNL2G

Nadere informatie

Riolering en het Watersysteem

Riolering en het Watersysteem Riolering en het Watersysteem Deel 1: Beleidsnotitie Auteur : Saskia Baars Waterschap: Hoogheemraadschap van Delfland Cluster: Afvalwaterzuivering en Werken Team: Waterketenmanagement en Technologische

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Gert Dekker Inhoudsopgave Omgevingswet in vogelvlucht Consequenties stedelijk waterbeheer Hoe anticiperen in organisatie en

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: G.J., G. en R. Luimes Lozingsadres: Bomenweg 20 Emmeloord Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: C. Straver Lozingsadres: Ketelweg 34 Dronten Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon:

Nadere informatie

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw.

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Nummer Onderwerp : B-3.01.2008 : Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Korte inhoud : Voorgesteld wordt: 1. In te stemmen met de verwoorde

Nadere informatie

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 14.48265 postadres: versie: Definitief postbus 156 auteur: Irene van der Stap 2300 AD Leiden oplage: Digitaal telefoon (071) 3 063

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 890 Aanpak riooloverstorten Nr. 2 RAPPORT SAMENVATTING De oorzaak van de riooloverstortproblematiek ligt bij de beperkte bergingscapaciteit

Nadere informatie

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012 Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012 BEOORDELINGSGRONDSLAG VOOR AFVALWATERSYSTEMEN Hans Korving Witteveen+Bos Waar gaan we het over hebben? Motivatie Context Aanpak Zelf aan de slag Uitwerking grondslag

Nadere informatie

Beleidsregels Wvo gedragslijn lozing bronneringswater

Beleidsregels Wvo gedragslijn lozing bronneringswater CVDR Officiële uitgave van Waterschap Rivierenland. Nr. CVDR271460_1 9 februari 2016 Beleidsregels Wvo gedragslijn lozing bronneringswater Hoofdstuk 1 Inleiding Op grond van nationale verplichtingen en

Nadere informatie

FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet

FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet Ontwerpbeschikking FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen Veranderingsvergunning (nr. 14-02) op grond van de Waterwet FrieslandCampina Domo Beilen, veranderingsverg. nr. 14-02 Inhoud 1. Aanhef...

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

Bijlage 1: Afkortingen en begrippen

Bijlage 1: Afkortingen en begrippen Bijlage 1: Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA IBA KRW NBW NW4 BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. (verbreed) BasisRioleringsPlan

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: W.R. Bouma Lozingsadres: Luttelgeesterweg 21 Luttelgeest Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE

Nadere informatie

BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO

BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO INHOUDSOPGAVE - AANLEIDING - HUIDIGE SITUATIE - GEVOLGEN RIOOLOVERSTORT - OVERSTORTREDUCTIE - BERGING EN BEZINKING OVERTOLLIG RIOOLWATER - WERKING BBB - WERKING (schematisch)

Nadere informatie

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Ontheffing voor de lozingssituatie van: «Naam_SD» Lozingsadres: «Straat» «HuisNrLt» «Woonplaats1» Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus 229 8200 AE

Nadere informatie

Samenvatting Voortgangsrapportage Riolering 2006

Samenvatting Voortgangsrapportage Riolering 2006 Bijlage 1, agendapunt III.3 Samenvatting Voortgangsrapportage Riolering 2006 De Voortgangsrapportage Riolering is een jaarlijks terugkerende rapportage waarmee Delfland alle betrokkenen informeert over

Nadere informatie

Ontheffing. Wet milieubeheer. EMEiEVINEiEiDIENST. ! ;r FUEVOLAND & EOEI EN VECHTSTREEK

Ontheffing. Wet milieubeheer. EMEiEVINEiEiDIENST. ! ;r FUEVOLAND & EOEI EN VECHTSTREEK ! ;r 'a'll{ EMEiEVINEiEiDIENST FUEVOLAND & EOEI EN VECHTSTREEK Wet milieubeheer Ontheffing Ontheffing van de verplichting tot doelmatige inzameling en het doelmatig transport van afualwater dat vrijkomt

Nadere informatie

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen Blad 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Huidige situatie; wat is er al bereikt?... 4

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen. Raadsvoorstel Gemeente Mook en Middelaar Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d. d. Raadscommissie Commissie d.d. Programma Onderwerp Portefeuillehouder Bijlagen 23 februari 2017 Samenleving

Nadere informatie

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor: Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van

Nadere informatie

Activiteitenbesluit: Lozingen

Activiteitenbesluit: Lozingen Activiteitenbesluit: Lozingen Februari 2008 Naast de bundeling van algemene regels wordt met het Activiteitenbesluit ook het woud aan lozingsregels geordend. Vele individuele beschikkingen worden vervangen

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d.) 3 april 2012) Nummer 2644 Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets BIJLAGE 2 Resultaten watertoets Watertoets Ter voorbereiding van het actualiseringstraject van de bestemmingsplannen is een Plantoets Omgevingsaspecten 8) uitgevoerd. In het kader van deze plantoets heeft

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

UITVOERINGSPLAN AANSLUITEN NIET-GERIOLEERDE PANDEN

UITVOERINGSPLAN AANSLUITEN NIET-GERIOLEERDE PANDEN Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSB/2004.1478 RIS124451_03-FEB-2005 UITVOERINGSPLAN AANSLUITEN NIET-GERIOLEERDE PANDEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Besluit: I. in te stemmen met de invoering

Nadere informatie

Stimuleringsregeling afkoppelen bestaand verhard oppervlak 2002 Zuiveringschap Limburg en beslisbomen verantwoord afkoppelen van regenwater

Stimuleringsregeling afkoppelen bestaand verhard oppervlak 2002 Zuiveringschap Limburg en beslisbomen verantwoord afkoppelen van regenwater RELATIEBLAD VAN HET ZUIVERINGSCHAP LIMBURG Stimuleringsregeling afkoppelen bestaand verhard oppervlak 2002 Zuiveringschap Limburg en beslisbomen verantwoord afkoppelen van regenwater Stimuleringsregeling

Nadere informatie

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7 Memo nummer water 1 datum 15 juli 2013 aan Arno Derks Croonen van Arjan van Beek Oranjewoud kopie Ruud van Hoek Oranjewoud project Haalbaarheidsstudie Prodrive Ekkersrijt gemeente Son projectnummer 252510

Nadere informatie

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens. Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van Regge en Dinkel

Nadere informatie

Datum 15 mei 2012 Doorkiesnummer Afzender Hedzer Gietema/ Andrea Swenne

Datum 15 mei 2012 Doorkiesnummer Afzender Hedzer Gietema/ Andrea Swenne Memo Aan AB 30 mei 2012 Datum 15 mei 2012 Doorkiesnummer 055 527 2115 Afzender Hedzer Gietema/ Andrea Swenne docbase nummer : 251132 Afdeling Planvorming Aanleiding Tijdens het AB van 18 april 2012 zijn

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl Vergadering gemeenteraad d.d. 21 december 2017 Agenda nummer 8 Portefeuillehouder: wethouder de heer IJ.J. Rijzebol Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W 2 2018-2022 en verordening op de afvoer van

Nadere informatie

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure) datum 14-9-2015 dossiercode 20150914-63-11571 Samenvatting watertoets (korte procedure) In dit document vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens op de website www.dewatertoets.nl. De toets

Nadere informatie

Bijlage VI. Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water

Bijlage VI. Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water Bijlage VI Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water 1 Inleiding In het Nationaal Bestuursakkoord Water (medio 2003) zijn de volgende afspraken overeengekomen

Nadere informatie

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater

Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater Bijlage 1: Toelichting achtergronden en gebruik modelverordening voor de afvoer van hemelwater en grondwater Met de inwerkingtreding van de Wet Gemeentelijke Watertaken per 1 januari 2008 is o.a. de Wet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; Verordening bodemenergiesystemen gemeente Papendrecht De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017; gelet op de artikelen

Nadere informatie

WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN)

WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN) 318827_1331028363790_waterparagraaf_slaakdam_2_S_BEM1201217_1.pdf *BEM1201217* BEM1201217 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d 22-01-2013 nr.(s) MYZ12000090 Omgevingsmanager WATERPARAGRAAF

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van een gedeelte van een woonwagen en voor een meterkast buiten de aangelegde woonwagenlocatie aan de Heelalstraat.

Nadere informatie

Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens)

Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens) (Tekst geldend op: 06-01-2010) Besluit van 15 november 2007, houdende regels met betrekking tot het lozen vanuit particuliere huishoudens (Besluit lozing afvalwater huishoudens) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 Bijlage 2 Datum huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Belangrijkste conclusies 3 2 age 4 2.1 Algemene opmerking 4 3 Stand van zaken

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst Zeeuws-Vlaamse IBA-wacht

Samenwerkingsovereenkomst Zeeuws-Vlaamse IBA-wacht De partijen: 1. Provincie Zeeland 2. Waterschap Zeeuws-Vlaanderen 3. Gemeente Terneuzen 4. Gemeente Sluis 5. Gemeente Hulst Overwegende: Samenwerkingsovereenkomst Zeeuws-Vlaamse IBA-wacht Dat op grond

Nadere informatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit lozing afvalwater huishoudens Besluit lozing afvalwater huishoudens Algemene regel en beschikking met maatwerkvoorschriften voor de lozingssituatie van: D.H. van den Hul Lozingsadres: Mosselweg 15 Biddinghuizen Waterschap Zuiderzeeland

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan 2007 tot en met 2011 Gemeente Oostzaan

Gemeentelijk Rioleringsplan 2007 tot en met 2011 Gemeente Oostzaan Gemeentelijk Rioleringsplan 2007 tot en met 2011 Gemeente Oostzaan Bijlagenrapport Gemeente Oostzaan Ontwerp GRP 28 september 2006 Inhoudsopgave BIJLAGEN Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018 De raad van de gemeente Groningen; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. [datum]; Gelet

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 16 december 2010 Waterketen / BWK S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 2 december 2010 A.C. de Ridder ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 8 Voorstel

Nadere informatie

- regels zijn altijd gekoppeld aan digitale werkingsgebieden - de werkingsgebieden van de Verordening ruimte zijn digitaal

- regels zijn altijd gekoppeld aan digitale werkingsgebieden - de werkingsgebieden van de Verordening ruimte zijn digitaal Toelichting op veranderingen Om de veranderingen in de ontwerp Interim omgevingsverordening ten opzichte van vigerende regels inzichtelijk te maken, is per thema in onderstaand overzicht aangegeven welke

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

EENDUIDIGE BEPALING AFVOEREND VERHARD OPPERVLAK

EENDUIDIGE BEPALING AFVOEREND VERHARD OPPERVLAK EENDUIDIGE BEPALING AFVOEREND VERHARD OPPERVLAK A) Aanleiding en Doel Het verhard oppervlak wordt door de gemeenten bepaald voor het opstellen van een Basis RioleringsPlan (BRP). De aanpassingsfrequentie

Nadere informatie

Startbijeenkomst. Herinrichting Het engelse werk Dwarsakkers en Royenstein

Startbijeenkomst. Herinrichting Het engelse werk Dwarsakkers en Royenstein Startbijeenkomst Herinrichting Het engelse werk Dwarsakkers en Royenstein Programma 19:30 19:35 20:00 20:10 21:00 21:15 Opening en welkom Bert Koning (projectleider) Aanleiding tot het project Projectopzet

Nadere informatie

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd

Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden. H.A.E. de Werd Regelgeving effluent en restmateriaal uit biobedden H.A.E. de Werd Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 3261074007_3 december 2007 2007 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009

Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009 Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009 Algemeen Wetgeving en beleid De Keur is gebaseerd op de Waterschapswet, de Waterwet, het Waterbesluit, het Waterbeheerplan en de Provinciale Waterverordening.

Nadere informatie

sectorplan 27 Industrieel afvalwater

sectorplan 27 Industrieel afvalwater sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en

Nadere informatie

Omgevingswet: gevolgen voor VTH in het waterdomein. Spreker: mr. dr. ir. J.J.H. van Kempen, Rijkswaterstaat

Omgevingswet: gevolgen voor VTH in het waterdomein. Spreker: mr. dr. ir. J.J.H. van Kempen, Rijkswaterstaat Omgevingswet: gevolgen voor VTH in het waterdomein Datum: 30 april 2018 Spreker: mr. dr. ir. J.J.H. van Kempen, Rijkswaterstaat Inhoudsopgave Regulering van activiteiten Vergunningverlening Maatwerkvoorschriften

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Afvalwaterplan DAL/W 2 In vogelvlucht. Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s

Afvalwaterplan DAL/W 2 In vogelvlucht. Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s In vogelvlucht Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s watersysteem De afvalwaterketen Wij beschouwen de afvalwaterketen als één geheel,

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : 18 mei 2010

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum : 18 mei 2010 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater;

Nadere informatie

5 Uitvoeren van activiteiten

5 Uitvoeren van activiteiten 5 Uitvoeren van activiteiten 5.1 Algemene regels Algemene regels 5.1.1 Reguleren van activiteiten door middel van algemene regels Reguleren van activiteiten door middel van algemene regels De PS kunnen

Nadere informatie

Voorblad B&W-advies. Onderwerp: Afspraak Rijkswaterstaat over basisinspanning. Vergadergegevens. Vervolgbehandeling

Voorblad B&W-advies. Onderwerp: Afspraak Rijkswaterstaat over basisinspanning. Vergadergegevens. Vervolgbehandeling Advies B&WA dvies B&W Afspraak Rijksw aterstaat ov er basisinspanni ngv oor de ver gaderi ng v ana dvies B&W Afspraak Rijksw aterstaat over basisinspanning voor de v ergadering van 6 maart 2018 Afdelingshoofd

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN

GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 2 oktober 2001 Nr. 2001-16006/40, RMM Verzonden: 10 oktober 2001 Beslissen bij dit besluit op de aanvraag tot het veranderen van de vergunning ingevolge

Nadere informatie

Toelichting Watertoets

Toelichting Watertoets Toelichting Watertoets Zorgboerderij Schoolstraat te Dongen projectnr. 203471 revisie 00 21 januari 2010 Opdrachtgever Vieya T.a.v. de heer J.W. Revet Postbus 134 5100 AC Dongen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Tabel 3-1 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de rioleringszorg (stedelijk afvalwater en regenwater) Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzameling

Nadere informatie

Juist (nu) aansluiten

Juist (nu) aansluiten Samenvatting aanpak project Juist (nu) aansluiten Opsteller: M.J.M. Wansink Status: definitief Projectfase: initiatie Datum: 9-3-2011 Versie: 0.2 Kopie: Opdrachtgever Projectteam Projectdossier (origineel)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23603 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 18juli 1994 In het voorstel

Nadere informatie

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Haarlemmermeer Raadsvoorstel20071171301 Portefeuillehouder J.J. Nobel Steiler M. van Munster Collegevergadering 25 september 2007 Raadsvergadering 25 oktober 2007 1. Samenvatting Wat willen we

Nadere informatie

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier. MEMO Aan: Koos verbeek Van: J. den Dulk Datum: 23 mei 2007 Onderwerp: Stand van zaken maatregelen ter voorkoming wateroverlast Oranjebuurt, De Lier Bijlagen: Functioneel programma van eisen voor de verbetering

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154 Watervergunning Voor het aanpassen van de waterhuishouding t.b.v. de uitbreiding van de carpoolvoorziening op de locatie Streektransferium Linielanding te Nieuwegein Datum 15 mei 2017 Zaaknummer 11154

Nadere informatie

KEUR VAN SCHIELAND EN DE KRIMPENERWAARD

KEUR VAN SCHIELAND EN DE KRIMPENERWAARD KEUR VAN SCHIELAND EN DE KRIMPENERWAARD NOTA VAN BEANTWOORDING zienswijzen die naar aanleiding van de ter inzage legging van 31 augustus t/m 11 oktober 2007 schriftelijk en mondeling naar voren zijn gebracht

Nadere informatie

Toelichting op de Aansluitverordening Rijn en IJssel

Toelichting op de Aansluitverordening Rijn en IJssel BIJLAGE Het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel; Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 23 juni 2015; Gelet op de artikelen 56, eerste lid, en 78, eerste lid, van de Waterschapswet

Nadere informatie

Auteur: H.A.M. van der Wal isbn boek: 978-90-01-82227-9

Auteur: H.A.M. van der Wal isbn boek: 978-90-01-82227-9 3 Milieuregelgeving 3.1 Opbouw milieuwetgeving In dit hoofdstuk wordt de belangrijkste milieuregelgeving weergegeven waar met bouwen rekening mee moet worden gehouden. De rode draad van de Wet milieubeheer

Nadere informatie

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum];

Nadere informatie