Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door ( ) Pelckmans Dieter

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door ( ) Pelckmans Dieter"

Transcriptie

1 FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID De analyse van sociale criminaliteitspreventieve projecten ten aanzien van jongeren tot en met 18 jaar in de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen ( ) van Kortrijk, Mechelen, Antwerpen en Gent. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door ( ) Pelckmans Dieter Academiejaar Promotor : Commissarissen : Prof. dr. Hebberecht Patrick Lic. Hellemans Annelies Lic. Van den Herrewegen Evelien

2 Verklaring inzake toegankelijkheid van de masterproef criminologische wetenschappen Ondergetekende, Pelckmans Dieter ( ) geeft hierbij aan derden, zijnde andere personen dan de promotor (en eventuele co-promotor), de commissarissen of leden van de examencommissie van de master in de criminologische wetenschappen, [de toelating] [geen toelating] (schrappen wat niet past) om deze masterproef in te zien, deze geheel of gedeeltelijk te kopiëren of er, indien beschikbaar, een elektronische kopie van te bekomen, waarbij deze derden er uiteraard slechts zullen kunnen naar verwijzen of uit citeren mits zij correct en volledig de bron vermelden. Deze verklaring wordt in zoveel exemplaren opgemaakt als het aantal exemplaren waarin de masterproef moet worden ingediend, en dient in elk van die exemplaren ingebonden onmiddellijk na het titelblad. Datum: 16 augustus 2011 Handtekening: Pelckmans Dieter

3 I. Woord vooraf Deze masterproef kadert in het behalen van het diploma criminologische wetenschappen en vormt het eindpunt van vier boeiende studiejaren. Het schrijven van een masterproef is zonder twijfel het meest leerrijke maar tevens meest veeleisende onderdeel van deze studie. Zonder steun van een aantal personen was het mij nooit gelukt om deze opdracht tot een goed einde te brengen. Ten eerste wil ik mijn promotor, Prof. Patrick Hebberecht, danken. Dankzij hem ben ik in de wereld van de preventie terechtgekomen en heb ik mijn interesse hiervoor ontdekt. Zijn advies en richtlijnen waren goud waard en onze inhoudelijke discussies gaven mij een zeer verhelderende visie op de materie. Tevens wil ik iedereen bedanken die me heeft geholpen met het verzamelen van de nodige informatie, voor de tijd die ze hiervoor hebben vrijgemaakt en voor de moeite die zij hebben gedaan om mij zo waardevol mogelijke informatie te bezorgen. Ik hoop dat ik hen met het doorsturen van deze masterproef een kleine wederdienst kan bewijzen. Misschien nog belangrijker dan de technische en materialistische ondersteuning is de morele steun die ik van velen heb gekregen. Ik heb het hier in het bijzonder over mijn huisgenoten, bij wie ik steeds kon klagen en die voor de nodige afleiding zorgden. Mijn vriendin, bij wie ik altijd als ik daar nood aan had, mijn batterijen kon opladen. Mijn ouders, die mij de mogelijkheid gaven om deze studie te voltooien en mijn broer en zus, bij wie ik dag en nacht terecht kon voor tips en raad. Tot slot wil ik mijn zus en moeder nog eens extra vermelden voor het nalezen en de hulp bij de opmaak van mijn masterproef. Veel leesplezier! 1

4 II. Inhoudstafel I. Woord vooraf... 1 II. Inhoudstafel... 2 III. Lijst van gebruikte afkortingen... 5 IV. Lijst van figuren en tabellen Inleiding Uitgangspunten Conceptuele en theoretische uitgangspunten Kernbegrippen Criminologische relevantie Onderzoeksvragen Rol van de theorie Methodologisch uitgangspunten Onderzoeksstrategieën Onderzoeksmateriaal (jeugd)delinquentie en de aanpak ervan Inleiding Verklarende theorieën (Jeugd)delinquentie en de aanpak ervan in België Een korte schets van (jeugd)delinquentie in België De aanpak van (jeugd)delinquentie in Vlaanderen/België De rol van de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen De evolutie van de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen De betekenis van de plannen in het veiligheidsveld De structuur van het SVP Conclusie Sociale criminaliteitspreventie

5 4.1 Inleiding Theoretische vooronderstellingen Situationele en sociale preventie Situationele preventie Sociale preventie Conclusie Een vergelijking in de sociaal preventieve aanpak van de vier steden Inleiding Jeugddelinquentie en de aanpak ervan in Gent Kenmerken stad Jeugddelinquentie en jongerenproblemen Lokale aanpak Repressiebeleid Preventiebeleid Conclusie Gent Jeugddelinquentie en de aanpak ervan in Antwerpen Kenmerken stad Jeugddelinquentie en jongerenproblemen Lokale aanpak Repressiebeleid Preventiebeleid Conclusie Antwerpen Jeugddelinquentie en de aanpak ervan in Kortrijk Kenmerken stad Jeugddelinquentie en jongerenproblemen Lokale aanpak Repressiebeleid

6 5.4.5 Preventiebeleid Conclusie Kortrijk Jeugddelinquentie en de aanpak ervan in Mechelen Kenmerken stad Jeugddelinquentie en jongerenproblemen Lokale aanpak Repressiebeleid Preventiebeleid Conclusie Mechelen Een vergelijking in sociaal preventieve aanpak van de vier steden Inleiding Resultaten uit de interviews Resultaten uit de analyses van de projecten Conclusie Algemeen besluit Bibliografie Bijlagen...i 4

7 III. Lijst van gebruikte afkortingen CAT: Centrum voor Studie, Behandeling en Preventie van Alcoholisme en andere Toxicomanieën CAW: Centrum Algemene Welzijnszorg CGG: Centrum Geestelijke Gezondheidszog BSO: Bijzonder Secundair Onderwijs DLPV: Dienst Lokale Preventie en Veiligheid DO(-scholen): Deeltijds Onderwijs FOD: Federale Overheidsdienst GAS: Gemeentelijke Administratieve Sancties KATHO: Katholieke Hogeschool LVD: Lokale Veiligheidsdiagnostiek MOF: als Misdrijf Omschreven Feit NICC: Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie POS: Problematische Opvoedingssituatie PV: Proces Verbaal ROJM: Regionaal Open Jeugdhuis Mechelen SLIV: Dienst Lokale Integrale Veiligheid SVP: Strategisch Veiligheids- en Preventieplan TSO: Technisch Secundair Onderwijs VAGGA: Vereniging Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg Antwerpen VLASTROV: Vlaams Straathoekwerk Overleg VVM: Vlaamse Vervoersmaatschappij 5

8 IV. Lijst van figuren en tabellen Tabel 1: Overzicht opgevolgde feiten gepleegd in de Gentse scholen Tabel 2: kwantitatieve vergelijk tussen de vier steden Tabel 3: Overzicht van de inhoud van de projecten Tabel 4: Het verband tussen de aard van het fenomeen en de vorm van preventie Figuur 1: Organogram van de werking rond het SVP op federaal niveau Figuur 2: Organogram van de werking rond het SVP in Gent Figuur 3: Organogram rond de werking van het SVP in Antwerpen Figuur 4: Organogram van de werking rond het SVP in Kortrijk Figuur 5: Organogram van de werking rond het SVP in Mechelen

9 1 Inleiding Beter voorkomen dan genezen zegt het bekende spreekwoord. Dit is niet anders voor (jeugd)delinquentie. Er zijn verschillende vormen van preventie, waarvan sociale preventie er één van is. Maar wat is nu de plaats van sociale preventie in het stedelijk preventiebeleid en wie of wat bepaalt dit mee? In deze masterproef zal ik voor vier steden onderzoeken welke plaats sociale preventie inneemt binnen de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen Deze plannen zijn ondertussen tweemaal zes maanden verlengd maar ik heb getracht de meest recente wijzigingen in mijn onderzoek mee op te nemen. Tevens zal ik trachten te achterhalen of de politieke samenstelling van het lokale bestuur en de omvang en de aard van jeugdcriminaliteit invloed hebben op de rol van sociale preventie binnen de plannen. Er zijn meerdere redenen waarom ik sociaal criminaliteitspreventieve projecten rond jongeren uit het Strategisch Veiligheids- en Preventieplan als thema gekozen heb. Eén van de redenen is dat (de preventie van) jeugddelinquentie een heel actueel thema is. Het werkt motiverend als je dagelijks het onderwerp van je masterproef in de media ziet verschijnen. Het zijn ook de sociale criminaliteitspreventie projecten waar ik zelf het meest in geloof, zeker ten opzichte van jongeren. Een andere reden is dat dit thema perfect aansluit bij wat ik op mijn stage gezien en geleerd heb. Op mijn stageplaats (stad Gent, Dienst Lokale Preventie en Veiligheid) heb ik het evaluatieproces van de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen van dichtbij kunnen opvolgen. Ik ben dus al enigszins vertrouwd met de werkwijze van deze plannen (in Gent). Eveneens heb ik me tijdens mijn stageperiode vooral toegelegd op projecten van het SVP rond jongeren, al was de afbakening hier wel breder. Op mijn stage hanteerde men de leeftijdsnorm van maximum vijfentwintig jaar. In deze masterproef behandelen we echter maar projecten voor personen tot en met achttien jaar. Hopelijk kan ik met deze masterproef een bescheiden bijdrage leveren aan een Europees onderzoek 1 naar het gebruik van sociale criminaliteitspreventieve projecten. De doelstelling van mijn onderzoek is inzicht te krijgen op de impact van politiek en de omvang en de aard van criminaliteit in een stad, op de invulling van de sociale criminaliteitspreventieve projecten van het Strategisch Veiligheids- en Preventieplan. Ik leg de focus op de projecten die gericht zijn op jongeren tot en met 18 jaar. Het onderzoek zal gebeuren aan de hand van een analyse van de sociaal preventieve projecten in de SVP s van de 4 steden Kortrijk, Mechelen, 1 HEBBERECHT, P. en EVELYNE, B., Social Crime Prevention in Late Modern Europe. A Comparitive Analysis Brussel, VUBPress,,

10 Antwerpen en Gent. In deze masterproef zijn er twee centrale onderzoeksvragen: heeft de politieke samenstelling van het lokaal bestuur van een stad invloed op het aandeel en de aard van sociaal criminaliteitspreventieve projecten voor jongeren in het lokaal preventiebeleid van een stad? Is er een verband tussen de omvang en de aard van criminaliteit in een stad en de invulling van de sociaal criminaliteitspreventieve projecten voor jongeren door een stad? Voor het bereiken van de doelstelling en het beantwoorden van de centrale onderzoeksvragen hebben we onze masterproef opgedeeld in vier hoofdstukken. In een eerste hoofdstuk behandelen we de uitgangspunten, zowel de conceptuele en de theoretische als de methodologische. Een volgend hoofdstuk handelt over (jeugd)delinquentie en de aanpak ervan. Dit hoofdstuk bestaat uit drie delen. Eerst geven we enkele verklarende theorieën voor delinquentie. Vervolgens bespreken we de situatie en de aanpak in België en tot slot schetsen we de rol van de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen. Het volgende hoofdstuk is helemaal gewijd aan het begrip sociale criminaliteitspreventie. De theoretische vooronderstellingen worden besproken en we gaan dieper in op het onderscheid tussen situationele en sociale preventie. In het voorlaatste hoofdstuk bespreken we stad per stad de jeugddelinquentie en de aanpak ervan. Bovendien onderzoeken we welke (f)actoren invloed hebben op de methodiekbepaling van de projecten binnen de stad. Ter afsluiting van dit hoofdstuk maken we een vergelijking tussen de sociaal preventieve aanpak van de vier steden. Het algemene besluit krijgt zijn plaats in het laatste hoofdstuk. Bij het schrijven van deze masterproef hebben we gebruik gemaakt van verschillende methodieken. Vooreerst is er de literatuurstudie, waarvan we voornamelijk in de eerste drie hoofdstukken gebruik hebben gemaakt. Voor het beantwoorden van de centrale onderzoeksvragen en de bijhorende deelvragen in het vierde hoofdstuk hebben we een documentenanalyse gedaan op de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen van de steden en hebben we per stad één of meerdere sleutelfiguren geïnterviewd. Bij het toepassen van deze methoden hebben we gebruik gemaakt van volgende bronnen: literatuur, media (hoofdzakelijk internet), documenten (o.a. SVP) en personen (sleutelfiguren). Het onderzoek in deze masterproef kende de nodige moeilijkheden en beperkingen. Zo waren niet alle stedelijke diensten even snel bereid mee te werken. Eveneens was niet elke stad even vrijgevig met informatie. Hierdoor was het niet mogelijk om de situatie van elke stad even uitgebreid en grondig te analyseren. Tevens kwamen we af en toe in contact met gevoelige informatie waarbij we een balans moesten vinden tussen het benutten van deze informatie en 8

11 het niet overschrijden van de discretieplicht. Tot slot was het niet altijd eenvoudig vergelijkbare informatie te vinden over jeugdcriminaliteit in de verschillende steden. Dit maakte het beantwoorden van de onderzoeksvragen er niet gemakkelijker op. Ondanks deze moeilijkheden zijn we er toch in geslaagd een waardevol geheel te maken. 9

12 2 Uitgangspunten 2.1 Conceptuele en theoretische uitgangspunten Kernbegrippen Een essentiële stap in het onderzoeksproces is het afbakenen van kernbegrippen. Zonder die afbakening is het onduidelijk welke literatuur we moeten raadplegen of welke onderzoekstrategieën we moeten hanteren om de juiste informatie te verzamelen. Soms volstaat het om een omschrijving van het begrip op te zoeken en over te nemen uit de literatuur. 2 Vooral bij theoriegericht onderzoek is dit het geval. Bij praktijkgericht onderzoek, zoals dit onderzoek, zijn de definities uit de literatuur veel te complex of te abstract, zeker als we de haalbaarheid van de doelstelling in het achterhoofd houden. Daarom maken we gebruik van de stipulatieve definities. 3 Deze definities beginnen met: in dit onderzoek verstaan wij onder. De manier waarop de definities geformuleerd worden of de waarheid ervan doet er niet toe. Het gaat erom dat ze bruikbaar zijn in de masterproef. 4 Het is mogelijk dat de begripsomschrijvingen nog wijzigen in het verloop van het onderzoek. Er kunnen zelfs nog nieuwe begrippen bijkomen. 5 Voor het begrip jongeren zijn er verschillende definities te vinden in de literatuur. Het gaat hier dan vooral om de afbakening van de leeftijd. In deze masterproef verstaan we onder het begrip jongeren personen tot en met 18 jaar. Dit om de haalbaarheid van de doelstelling mogelijk te houden. Voor het begrip overlast passen we volgende definitie toe: overlast gaat over daden die door personen als vervelend, gevaarlijk of storend worden ervaren, veroorzaakt door andere personen en kan zowel door rechtstreeks als onrechtstreeks contact tussen dader en slachtoffer veroorzaakt worden. 6 Jeugddelinquentie is een fenomeen waarover in de literatuur tal van definities terug te vinden zijn. Het is een subjectief begrip dat sterk afhankelijk is van evoluties in de bredere mens- en maatschappijvisies. In deze masterproef wordt het begrip jeugddelinquentie beschouwd als een verzamelbegrip voor strafbare gedragingen die jongeren tot en met 18 jaar plegen, inclusief 2 MASO, I. en SMALING, A., Kwalitatief onderzoek; praktijk en theorie, Amsterdam, Boom, 1998, DECORTE, T., Methoden van criminologisch onderzoek: ontwerp en dataverzameling, Gent, s.l., 2008, 82 4 VERSCHUREN, P. en DOOREWAARD, H., Het ontwerpen van een onderzoek, Den Haag, Lemma, 2007, 95 5 MASO, I., Kwalitatief onderzoek, Amsterdam, Boom, 1987, 26 6 DE WREE, E., Jongeren en openbaar vervoer, Brussel, FOD Binnenlandse Zaken. Veiligheid en preventie, 2005, 8 10

13 statusdelinquentie. Onder statusdelinquentie verstaan we gedrag dat op zich niet strafbaar is, maar omdat het gesteld wordt door een minderjarige, eventueel toch reden geeft tot gerechtelijke interventies. Voorbeelden hiervan zijn het nuttigen van sterke drank op café of het betreden van een discotheek. 7 In de literatuur zijn verschillende omschrijvingen van preventie te vinden. Eén van de discussiepunten dat hierbij altijd terugkomt, is hoe ruim we dit begrip interpreteren. Preventie omvat alles wat tussen het zuivere politioneel toezicht en sociale controle ligt. 8 Een algemene definitie van preventie vinden we bij Goris, Burssens, Melis en Vettenburg: Initiatieven die doelbewust en systematisch een probleem voorkomen. (p. 13) Het gaat er om dat je bewust een activiteit onderneemt, waar op voorhand over nagedacht is, ter voorkoming van een (dreigend) probleem, door de risicofactoren te verminderen en de beschermingsfactoren te versterken. 9 Een belangrijk gegeven is dat er een oorzakelijk verband moet bestaan tussen de interventie (preventie) en hetgeen voorkomen moet worden. 10 Vaak maakt men een onderverdeling in preventie. Volgens Tonry en Farrington zijn er vier vormen van preventie: rechtshandhaving, ontwikkelingspreventie, gemeenschapsgerichte preventie en situationele preventie. 11 Een andere indeling werd gemaakt door Brantingham and Faust. Zij spreken over primaire preventie, waarbij men de gelegenheid tot het plegen van criminaliteit beperkt. Bij secundaire preventie probeert men in te spelen op potentiële daders. Ten slotte is het doel van tertiaire preventie het voorkomen of zo klein mogelijk houden van schade of recidive door gekende daders. 12 Nog een andere indeling wordt gemaakt door Gilling. Hij heeft het enkel over situationele preventie (voorkomen van opportuniteiten) en sociale criminaliteitspreventie (voorkomen van criminele motivaties). 13 In deze masterproef verstaan we onder preventie alle inspanningen die worden 7 BURSSENS, D., DE GROOF, S., HUYSMANS, H., SINNAEYE, I., STEVENS, F., VAN NUFFEL, K., VETTENBURG, N., ELCHARDUS, M., WALGRAVE, L. en DE BIE, M.,(Eds.), Jeugdonderzoek belicht. Voorlopig syntheserapport vanwetenschappelijk onderzoek naar Vlaamse kinderen en jongeren ( ), Onuitgegeven onderzoeksrapport, K.U.Leuven, VUB en UGent, CRAWFORD, A., Crime Prevention & Community Safety: Politics, Policies and Practices, Londen, Longman, 1998, 8 9 GORIS, P., BURSSENS, D., MELIS, B. en VETTENBURG, N., Wenselijke preventie stap voor stap, Antwerpen, Garant, 2007, KING R. D., en WINCUP, E., (eds.), Doing Research on Crime and Justice, Second edition, Oxford, Oxford University Press, 2008, FARRINGTON, D. P. en TONRY, M. H., Building a safer society: Strategic approaches to crime prevention, in: HEBBERECHT, P., cursus criminaliteitspreventie, Gent, BRANTINGHAM, P., en FAUST, F., A conceptual model of crime prevention, in: HEBBERECHT, P., cursus criminaliteitspreventie, Gent, HUCKLESBY, A. en WAHIDIN., A., (eds.), Criminal justice, Oxford, Oxford University Press, 2009,

14 ondernomen door officiële instanties ter voorkoming van criminaliteit en overlast. Het gaat hier dan eerder om criminaliteitspreventie. In één van de indelingen van preventie kwam het begrip sociale criminaliteitspreventie voor, een concept waar de te onderzoeken projecten op gebaseerd zijn. Sociale preventie pakt de grondoorzaken van criminaliteit aan en probeert niet enkel de gevolgen van delinquentie zoveel mogelijk te beperken. 14 Het sociale in de term sociale preventie wijst erop dat men zich vooral richt op de mensen zelf en niet op omgevingsfactoren of dergelijke meer. Er wordt ingegaan op de motivaties van individuen of groepen die aanleiding geven tot het plegen van criminaliteit. 15 Men probeert de potentiële delinquenten meer bij de maatschappij te betrekken door socialiserende instituties en organisaties te ondersteunen. 16 Sociale preventie voorziet blijvende veranderingen bij jongeren die dreigen in de criminaliteit te belanden door deze kwetsbare groep te ondersteunen bij het weerstaan aan de verleiding van delinquentie. Er worden interventies ondernomen die op het individu gericht zijn maar vooral gaan ze gericht zijn op zijn familie, zijn school, zijn vriendengroep en zijn buurt Criminologische relevantie Algemeen Jeugddelinquentie is een actueel thema waar de laatste jaren veel over gezegd en geschreven is. Of dit nu te maken heeft met een stijging van het aantal jongeren dat criminaliteit pleegt of door een toenemende intolerantiegraad van de samenleving of omwille van nog andere oorzaken, doet hier niet ter zake. Wat wel van belang is, is te weten dat jeugddelinquentie als een belangrijk maatschappelijk probleem gezien wordt. De aanpak hiervan wordt door veel mensen als prioritair beschouwd en de overheid levert dan ook enorme inspanningen in de strijd tegen dit fenomeen. Ze kiezen voor een bepaald beleid om deze aanpak goed te laten verlopen. Hierbij is er een samenwerking tussen het federale en lokale niveau. Desondanks verloopt deze aanpak niet altijd even vlot. Rond de aanpak van jeugddelinquentie bestaat al een enorme hoeveelheid aan wetgeving, zowel op internationaal, Europees, nationaal, Vlaams als lokaal niveau. En ook het aantal actoren dat zich met deze thematiek bezighoudt is enorm, gaande van politie tot 14 BAILLERGEAU, E, Intervention sociale, Prévention et contrôle social: La prevention sociale d hier à aujourd hui, Déviance et Société, Vol 32 (1), 2008, 8 15 HUCKLESBY, A. en WAHIDIN., A., (eds.), o.c, Oxford, Oxford University Press, 2009, HUGHES, G., Understanding crime prevention: social control, risk and late modernity, Buckingham, Open University Press, 1998, 20 12

15 justitie, van politiek tot hulpverlening. 17 Een essentieel onderdeel van de aanpak van jeugddelinquentie is preventie. Preventie is tevens het criminologisch onderzoeksdomein dat verband houdt met het onderwerp van de masterproef. Er zijn tal van manieren om aan preventie te doen. Men baseert zich hiervoor meestal op één van de preventietheorieën. Eveneens maakt men onderverdelingen in vormen van preventie. Zo heb je onder andere de indeling van preventie in sociale criminaliteitspreventie en situationele criminaliteitspreventie. Het is deze indeling waarmee we in deze masterproef gaan werken. Theoretische en praktische relevantie Er zijn twee vormen van onderzoek: het theoriegericht of kennisgericht onderzoek en het praktijkgericht of handelingsgericht onderzoek. We categoriseren een onderzoek onder één van deze twee begrippen. Hiervoor wordt gekeken naar waar men in de doelstelling van het onderzoek de meeste nadruk op legt. Het onderscheid tussen de twee soorten onderzoek is echter geen zwart-wit verhaal. Een praktijkonderzoek kan theoretische relevantie hebben en ook een theorieonderzoek kan kennis opleveren die men in de praktijk kan gebruiken. 18 Deze masterproef bezit zeker een praktische relevantie. In elke samenleving komt er criminaliteit en overlast voor, zo ook in België. De aanpak van deze criminaliteit verloopt volgens verschillende strategieën. Zo neemt men zowel preventieve en repressieve maatregelen, als maatregelen op vlak van nazorg. Preventie is een belangrijk onderdeel in de aanpak van criminaliteit. Om dit onderdeel zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, heeft men gekozen voor een integraal en geïntegreerd beleid, dat werd vertaald in de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen. 19 De stad of gemeente, vertegenwoordigd door preventieambtenaren, zorgt voor de uitvoering van deze plannen door projecten op te richten, op te volgen en te evalueren. Elk project behandelt een bepaalde problematiek of fenomeen. Een deel van deze projecten oriënteert zich op preventie van jeugddelinquentie. De steden of gemeenten zijn vrij in het kiezen van de theoretische achtergrond van hun projecten. Een aantal van de projecten rond jeugddelinquentie zijn gebaseerd op sociale criminaliteitspreventie. Andere projecten vertrekken meer vanuit de situationele preventie. De vraag welke aanpak nu het beste werkt ter preventie van criminaliteit bij jongeren is zeer moeilijk te beantwoorden en schiet de doelstelling van deze 17 KONTOSSIS, N., (z.d.), Jeugddelinquentie, [WWW]. Dienst Strafrechtelijk Beleid: [16/12/2010] 18 MASO, I. en SMALING, A., o.c., Amsterdam, Boom, 1998, BELGISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENSTEN, (z.d.), Algemene Directie Veiligheid en Preventie, [WWW], ibz: [23/11/2010] 13

16 masterproef ook ver voorbij. Wat we wel gaan doen (en wat al een kleine stap is in de richting) is een analyse maken van projecten die vertrekken vanuit één bepaalde invalshoek (sociaal criminaliteitspreventie) van vier verschillende steden. We onderzoeken of politiek en de omvang en de aard van criminaliteit in een stad invloed hebben op de keuze voor de theoretische invalshoek. Op deze manier creëren we een overzicht en krijgen we meer inzicht in de preventie van jongerendelinquentie. De masterproef heeft eveneens een theoretische relevantie, zij het dat deze minder van belang is dan de praktische relevantie. Er wordt een overzicht gegeven van de theorieën die momenteel gebruikt worden in de aanpak van criminaliteit en de belangrijkste verschilpunten hiertussen. Tevens wordt er een definitie gegeven van sociale criminaliteitspreventie en van de theorieën die hieronder vallen Onderzoeksvragen De meeste centrale onderzoeksvragen zijn te algemeen en kunnen niet zomaar opgelost worden, daarom worden ze opgesplitst in deelvragen. De antwoorden op de deelvragen vormen samen een antwoord op de centrale onderzoeksvraag. De antwoorden op de centrale onderzoeksvragen zijn voldoende om de doelstelling te bereiken. Het is belangrijk er op te letten dat er nooit meer informatie gevraagd wordt dan nodig is om de doelstelling te bereiken. 20 Men kan met onderzoeksvragen verschillende soorten kennis verwerven. Indien men beschrijvende kennis wenst te bekomen, is men op zoek naar louter een beschrijving van de situatie of het probleem. Met de vraag naar verklarende kennis probeert men het fenomeen of probleem te verklaren. Indien men echt op zoek gaat naar de oorzaken van het probleem, spreekt men van een causale verklaring. Evaluatieve kennis dient om een beleid of situatie te kunnen evalueren. Hiervoor zijn natuurlijk de nodige criteria vereist. Met voorspellende kennis gaat men verkondigen wat er in de toekomst te wachten staat. Prescriptieve kennis tenslotte is kennis die duidelijk maakt hoe men iets moet aanpakken om het te veranderen. Het is noodzakelijk vooraf te bepalen wat soort kennis men gaat trachten te bekomen zodat er geen valse verwachtingen gecreëerd worden. 21 Het eerste deel van de onderzoeksvragen zijn deelvragen en tevens beschrijvend van aard. De kennis die hier uit voortkomt, geeft een goed beeld van de huidige context en is nodig om 20 DECORTE, T., o.c., Gent, s.l., 2008, BILLIET, J. en WAEGE, H., (eds.), Een samenleving onderzocht: Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek, Antwerpen, De Boeck, 2008,

17 vervolgens dieper in te gaan op situatie. Hoe is het gesteld met delinquentie en overlast gepleegd door jongeren? Hier kijken we eerst op het federale niveau en vervolgens op het niveau van de vier steden. Hoe verloopt de aanpak van delinquentie en overlast gepleegd door jongeren? Bij deze vraag bekijken we zowel het federale beleid als de vertaling hiervan binnen het beleid van de vier steden. Wat verstaat men in de literatuur onder preventie? Wat bestaat er van preventie (binnen de aanpak van delinquentie en overlast gepleegd door jongeren)? Wat verstaat men in de literatuur onder sociale criminaliteitspreventie? Wat wordt er in deze masterproef verstaan onder het begrip sociale criminaliteitspreventie? Wat zijn de projecten uit het SVP die hier onder vallen? Wat is de inhoud van de sociaal preventieve projecten? Hoe is het gesteld met de (dis)continuïteit van de sociaal preventieve projecten in de vier steden? Welke actoren hebben invloed op het preventiebeleid in de stad? Vervolgens worden er twee centrale onderzoekvragen gesteld die we met het behulp van deelvragen trachten te beantwoorden. De twee centrale onderzoeksvragen zijn evaluerend van aard. De bijhorende deelvragen zijn beschrijvend of verklarend van aard. De eerste centrale onderzoeksvraag die we stellen gaat als volgt: heeft de politieke samenstelling van het lokaal bestuur van een stad invloed op het aandeel en de aard van sociaal criminaliteitspreventieve projecten voor jongeren in het lokaal preventiebeleid van een stad? Om deze te beantwoorden zijn er enkele deelvragen. Zijn er sociaal criminaliteitspreventieve projecten uit het SVP aanwezig in Gent, Antwerpen, Kortrijk en Mechelen? Wat is de inhoud (methoden, technieken, niveau, doelgroepen) van de projecten? Zijn er verschillen en gelijkenissen tussen de projecten van de steden met een verschillende politieke partij die de meerderheid heeft in de regerende coalitie? Is er een verband tussen deze gelijkenissen en verschillen en de politieke samenstelling van de meerderheid binnen de steden? Zijn er verschillen tussen de projecten van Gent en Antwerpen, waar eenzelfde politieke partij de meerderheid heeft in de regerende coalitie? Wat is de politieke ideologische visie van de burgemeester en wat is zijn impact? De tweede centrale onderzoeksvraag gaat als volgt: is er een verband tussen de omvang en de aard van criminaliteit in een stad en de invulling van de sociaal criminaliteitspreventieve projecten voor jongeren door stad? Ook hier zijn enkele deelvragen voor nodig om ze te beantwoorden. Wat is de omvang en de aard van criminaliteit per stad? Zijn er verschillen en gelijkenissen tussen de projecten van de steden met veel criminaliteit? Zijn er verschillen en gelijkenissen tussen de projecten van steden met dezelfde/verschillende aard en omvang van criminaliteit? Zijn deze verschillen en gelijkenissen te wijten aan de omvang en aard van criminaliteit? 15

18 2.1.4 Rol van de theorie Sociale criminaliteitspreventie is een leidraad doorheen de masterproef. Een goede afbakening van dit begrip is nodig voor het selecteren van de projecten, want er wordt enkel gewerkt met projecten die sociale criminaliteitspreventie als theoretische invalshoek hebben. De analyse die nodig is voor het beantwoorden van de centrale onderzoeksvragen is een praktijkanalyse. Documenten uit de praktijk worden bestudeerd en vergeleken en we gaan interviews doen met personen die zich bezighouden met het ondersteunen van de projecten. De analyse gebeurt aan de hand van de verschillende onderdelen (doelgroepen, doelstellingen, e.d.) van sociale criminaliteitspreventie. Omdat het een praktijkanalyse is, gaat het niet om het toetsen of verder ontwikkelingen van de theorie, maar om de toepassing ervan in de praktijk. De theorie speelt geen centrale rol maar is wel nadrukkelijk aanwezig. In deze masterproef wordt de nadruk voornamelijk gelegd op de kenmerken van gemeenschapsgerichte preventie omdat die het individuele overstijgt Methodologisch uitgangspunten Onderzoeksstrategieën Vanaf het moment dat de onderzoeker zijn onderzoeksprobleem heeft vastgelegd, is het belangrijk dat hij in de literatuur gaat kijken wat er hier allemaal al over geschreven is. 23 Hij moet op zoek gaan naar de tegenstrijdigheden over zijn onderwerp en naar de zogenaamde blinde vlekken. 24 Gebaseerd op deze literatuurstudie, kan hij zijn onderzoeksobject verder afbakenen. Een literatuurstudie kan handig zijn voor zowel het inhoudelijke gedeelte, het theoretische als het methodologische gedeelte van het onderzoek. Maar mogelijk nog belangrijker is dat men literatuur gaat raadplegen bij de begripsbepaling. Op basis van de literatuur gaat de onderzoeker zijn eigen definitie opstellen voor de kernbegrippen in zijn onderzoek. 25 Bij het opstellen van de probleemstelling is een literatuurstudie belangrijk opdat we zo te weten komen hoe een onderzoek naar een dergelijk onderwerp in zijn werk gaat en wat we allemaal nodig hebben voor een gelijkaardig onderzoek. Tevens kan men uit de literatuur afleiden wat de eventuele bijdrage 22 HUCKLESBY, A. en WAHIDIN., A., (eds.), o.c., Oxford, Oxford University Press, 2009, BILLIET, J. en WAEGE, H., (eds.), o.c, Antwerpen, De Boeck, 2008, GOETHALS, J. en PAUWELS, L., Kwantitatieve en kwalitatieve criminologische onderzoeksmethodes: een introductie, Leuven, Acco, 2008, BILLIET, J. en WAEGE, H., (eds.), o.c., Antwerpen, De Boeck, 2008,

19 kan zijn van het onderzoek. 26 Een literatuurstudie kan ook in het verdere verloop van het onderzoek nog van pas komen. 27 In deze masterproef maken we gebruik van een literatuurstudie voor het beantwoorden van de inleidende beschrijvende onderzoeksvragen. Bij de probleemstelling zijn al tal van omschrijvingen van de nodige begrippen gegeven en het is dan een logisch gevolg dat we ons hier op baseren. Eveneens is er in de literatuur al veel geschreven over (de ontwikkelingen in) preventie en kunnen we hier veel informatie uit halen. Van een literatuurstudie hebben we ook gebruikt gemaakt bij het opstellen van de probleemstelling, het theoretisch kader en het schrijven van het theoretisch en methodologisch gedeelte. Er wordt telkens gezocht op basis van kernwoorden en synoniemen hiervan, in drie verschillende talen (Frans, Nederlands, Engels) of op basis van gerenommeerde auteurs op het gebied van dit onderwerp. Voor het beantwoorden van de centrale onderzoeksvragen en de bijhorende deelvragen maken we ondermeer gebruik van de methode van de documentenanalyse. Onder documentenanalyse verstaan we volgens Maso: het verzamelen van materiële zaken die tot stand komen door menselijke gedragingen (p. 51). Meestal wordt deze methode gebruikt als aanvullende informatie, maar als er geen andere mogelijkheid is tot het verzamelen van informatie over een bepaald onderwerp, moet de onderzoeker zich baseren op enkel de documenten. Documenten kunnen een heel verschillende informatiewaarde hebben, afhankelijk van de personen en de redenen waarvoor ze zijn opgesteld. 28 Voor de analyse van de documenten, onderneemt de onderzoeker enkele stappen. Eerst creëert hij categorieën en definities voor de gerapporteerde onderdelen. Vervolgens worden deze categorieën geoperationaliseerd in samenhang met de onderdelen. Nadien kan de analyse echt van start gaan. 29 Een documentenanalyse wordt in deze masterproef toegepast op de verzamelde projecten van de SVP s. In dit onderzoek is deze methodiek geen aanvulling maar essentieel, omdat de analyse van de SVP s de doelstelling is. De documenten die we verzamelen hebben een grote informatiewaarde. Ze worden op een professionele manier samengesteld zonder dat de opstellers sociaal wenselijk gedrag vertonen. Wel is er mogelijk invloed van de persoonlijke theoretische achtergrond van de opsteller. Een derde strategie waarvan we in deze masterproef gebruik hebben gemaakt is die van het interview. Om de te bekomen resultaten uit de documentenanalyse aan te vullen en te 26 MASO, I. en SMALING, A., o.c., Amsterdam, Boom, 1998, BILLIET, J. en WAEGE, H., (eds.), o.c., Antwerpen, De Boeck, 2008, MASO, I. en SMALING, A., o.c., Amsterdam, Boom, 1998, CROW, I. en SEMMENS, N., Researching Criminology, New York, Open University Press, 2008,

20 evalueren gaan we interviews doen met de personen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, opvolging en evaluatie van de projecten in hun stad. Hierdoor kunnen we onze bekomen inzichten toetsen aan de praktijk en ook voor hen kan dit gesprek verhelderend zijn. Er bestaan verschillende soorten interviews. We sommen de belangrijkste op. Er is het volledig ongestructureerd interview (of het diepte-interview) waarbij er in het begin één of enkele brede vragen worden gesteld. Vervolgens gaat de interviewer dieper in op de antwoorden en blijft zo het gesprek sturen. Een tweede soort is het halfgestructureerde interview. De interviewer werkt hier met een topiclijst waar vragen en thema s instaan die zeker aan bod moeten komen. Hierin bestaan er verschillende soorten, gaande van het half-open interview (minst voorgestructureerde vorm) tot het interview met een guide (meest gestructureerd). Deze laatste vorm sluit aan bij het face-to-face interview, waarbij gewerkt wordt met een vragenlijst. 30 In deze masterproef kiezen we voor de meer gestructureerde vorm van interviewen. Omdat er al veel informatie verzameld is, is het, mits een goede voorbereiding, mogelijk om de lacunes op te vullen door zeer gerichte vragen te stellen. We gaan in dit onderzoek gebruik maken van een theoretische steekproeftrekking. De respondenten worden geselecteerd op basis van hun kennis en inzichten over het onderwerp en worden dus niet at random getrokken. 31 In deze masterproef zijn de respondenten preventieambtenaren, projectcoördinatoren of personen die de projecten uitvoeren. Zij houden zich bezig met preventieve projecten in hun stad en zijn op deze manier goed op de hoogte van de werking van de SVP-projecten. Ondanks de vele voorbereidingen waren er toch enkele moeilijkheden of opmerkingen tijdens en na het interviewen. Een eerste opmerking betreft het interview in Mechelen, waarbij er twee personen op hetzelfde moment werden geïnterviewd. De reden hiervoor was dat ze elkaar konden aanvullen gedurende dit interview. Een minpunt was dat de geïnterviewden elkaar soms onderbraken, elkaar niet lieten uitpraten en enkele keren zelfs in discussie gingen. Een volgende opmerking betreft het interview van Antwerpen, dat via is verlopen. De nadelen hiervan waren dat doorvragen of dieper in gaan op antwoorden bijna onmogelijk was (enkel terug via e- mail), er minder sociale druk was om alles correct en uitgebreid uit de doeken te doen, de antwoorden redelijk oppervlakkig waren en het moeilijk te achterhalen was wie nu echt de belangrijke figuren waren binnen de werking rond het SVP. Er was ook een voordeel: het bespaarde veel tijd (geen verplaatsing, interview moet niet uitgetypt worden). Een laatste 30 GOETHALS, J. en PAUWELS, L., o.c., Leuven, Acco, 2008, DECORTE, T., o.c., Gent, 2008,

21 opmerking in verband met het interview betreft het aantal interviews of het aantal personen dat geïnterviewd zijn per stad. Er is slechts één persoon uit Antwerpen gecontacteerd (het was moeilijk iemand te vinden die hiervoor bereid was) en één persoon uit Kortrijk (wel twee interviews). Hierdoor moesten we er van uitgaan dat de informatie van deze personen klopte (het is bijvoorbeeld niet mogelijk geweest bepaalde uitspraken voor te leggen aan iemand anders) en beschikten we maar over de visie van één persoon. Een laatste onderzoeksstrategie die nuttige informatie, heeft opgeleverd voor de masterproef is de participerende observatie. Het doel van participerende observatie is net als bij andere onderzoeksstrategieën het verzamelen van wetenschappelijke gegevens. De observator doet dit door een bepaalde periode deel te nemen aan het dagelijkse leven van het onderzoeksobject, zonder hier een grote invloed op uit te oefenen. Soms kan dit zelfs zonder medeweten van de participanten. De observator gaat interacties aan met de participanten en gaat deze interacties analyseren. Eveneens moet de observator heel flexibel zijn en zich vlot kunnen aanpassen aan veranderende situaties. 32 De participerende observatie die informatie heeft opgeleverd voor deze masterproef betreft een stage bij de Dienst Lokale Preventie en Veiligheid van de stad Gent. Deze stage heeft voor een goed inzicht in de werking van de projecten van de SVP s gezorgd. De opgedane kennis was een goede achtergrond voor de start van de masterproef Onderzoeksmateriaal In een onderzoek bestaan er twee soorten informatie: data (of gegevens) en kennis. Wanneer het gaat om kenmerken van het onderzoeksobject, spreekt men van data. Als men het heeft over kant-en-klare inzichten en theorieën, gaat het om kennis. In deze masterproef gaan we vooral kennis verzamelen. Er zijn zes soorten bronnen waar we als onderzoeker data en kennis vandaan kunnen halen: personen, media, werkelijkheid, documenten, literatuur en secundaire data. 33 We maken voornamelijk gebruik van personen, media, documenten en literatuur. De personen beschouwen we als deskundigen en ze leveren ons kennis door hen te interviewen. Met media bedoelen we vooral het internet. Met documenten bedoelen we in deze masterproef de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen. De omschrijving van de preventieprojecten levert ons kennis op. Tot slot maken we in deze masterproef gebruik van literatuur als databron. Ook de literatuur gebruiken we grotendeels als kennisbron. Eveneens kan men onderscheid 32 MASO, I. en SMALING, A., o.c., Amsterdam, Boom, 1998, DECORTE, T., o.c., Gent, s.l., 2008,

22 maken tussen primaire en secundaire onderzoeksgegevens. Wanneer men het heeft over primaire onderzoeksgegevens, heeft de onderzoeker zelf het volledige proces van dataverzameling doorlopen. Hij heeft zelf zijn methodieken voor het verzamelen gekozen en uitgevoerd. Bij secundaire datagegevens zijn de gegevens door anderen verzameld. Dit bespaart de onderzoeker veel tijd en geld. Nadelen zijn er echter ook. De onderzoeker heeft geen controle op het verzamelproces, de kwaliteit van de data kan niet zoals gewenst zijn en het is mogelijk dat de data niet altijd even toegankelijk zijn. 34 De analyse die we gaan doen om antwoorden te bekomen op de onderzoeksvragen is een documentenanalyse. Een eerste stap hierbij is (na het opstellen van de onderzoeksvragen) te selecteren welke documenten allemaal verzameld moeten worden om tot antwoorden te komen. De documenten worden zelf bijeen gebracht en het gaat hier dan om primaire onderzoekgegevens. Het nadeel van een dergelijke documentenanalyse is dat de documenten niet opgesteld zijn om onderzocht te worden. De onderzoeker heeft mogelijk nog heel veel werk met het structureren van de gegevens. 35 Als we kijken naar deze masterproef is het tevens belangrijk op te merken dat de gegevens (de projecten) opgesteld zijn door verschillende personen (uit verschillende steden). Zij hebben hun eigen invulling hieraan gegeven en vertrekken dus vanuit hun eigen theoretische achtergrond. De gegevens zijn theoriegeladen en bovendien zit hier mogelijk ook nog een verschil op per stad of zelfs per project. Dit geldt evengoed bij de interviews. De personen die geïnterviewd worden, spreken vanuit hun eigen theoretische achtergrond en dit zal zijn invloed hebben op de verzamelde gegevens. Ook zij zullen theoriegeladen zijn. 34 BILLIET, J. en WAEGE, H., (eds.), o.c., Antwerpen, De Boeck, 2008, CROW, I. en SEMMENS, N., o.c., New York, Open University Press, 2008,

23 3 (jeugd)delinquentie en de aanpak ervan 3.1 Inleiding In het onderdeel verklarende theorieën geven we een overzicht van theorieën die elk op hun manier een poging doen om delinquentie te verklaren. Het is onmogelijk en tevens niet de doelstelling van deze masterproef om alle verklarende theorieën te vermelden en daarom beperken we ons tot de belangrijkste. Het tweede onderdeel (jeugd)delinquentie en de aanpak ervan in België bestaat nog eens uit twee delen. In het eerste deel trachten we een beeld te schetsen van hoe het gesteld is met de jeugdcriminaliteit in België. Dit deel starten we met enkele kritische opmerkingen omtrent het beschikbare cijfermateriaal te formuleren. In het tweede deel volgt er een bondig overzicht van de manier waarop men jeugdcriminaliteit aanpakt in België. In het laatste onderdeel de rol van de Strategische Veiligheids- en Preventieplannen bekijken we eerst het ontstaan en de evolutie van de plannen. Vervolgens schetsen we de betekenis van de plannen in het veiligheidsveld. Tot slot geven we meer uitleg over de structuur van een SVP. 3.2 Verklarende theorieën Er zijn tal van theorieën die delinquentie proberen te verklaren. Wij geven een overzicht van de belangrijkste theorieën aan de hand van het boek Theories of Delinquency. De eerste groep theorieën, de rationele keuzetheorieën, zijn afkomstig van de klassieke school. Men stelt dat de delinquenten handelen naar vrije wil en logisch nadenken om een begeerd doel te bereiken. De delinquent beseft de (eventuele) gevolgen van zijn handelingen maar die wegen niet op tegen de voordelen die eruit volgen. Een tweede groep theorieën geven biologische en biosociale verklaringen. Deze theorieën beweren dat innerlijke en lichamelijke eigenschappen de oorzaak zijn van delinquentie of dat een persoon op zijn minst aanleg voor delinquent gedrag kan hebben. Omgevingsfactoren, die in interactie zijn met deze eigenschappen, bepalen mee of deze eigenschappen leiden tot delinquent gedrag. Psychologische theorieën is de volgende groep. De oorzaken liggen dan bij mentale gebreken, psychiatrische storingen en algemene persoonlijke problemen. Vaak ligt de oorzaak ervan in de groei en ontwikkelingen van de delinquent tijdens zijn kindertijd. Als men dit wil oplossen, moet men het individu behandelen, ook al ligt een deel van het probleem bij externe omgevingsfactoren. Vervolgens bespreken we sociale desorganisatie en anomie. Bij deze theorieën legt men de oorzaak bij sociale factoren. De 21

24 onzekerheid en verwarring die sociale desorganisatie en anomie veroorzaken, maken personen kwetsbaar voor delinquent gedrag. Er is een beperkte band met sociale instituties en de controle valt weg. Deze theorieën wil vooral delinquentie in lage sociale klassen verklaren. Ook Cohen theorie kijkt naar de lage sociale klassen. 36 In zijn subcultuurtheorie zoekt Cohen de oorzaak bij de status-frustratie waarmee jongens uit de lage sociale klassen geconfronteerd worden. Ze willen beantwoorden aan de succesnormen van de middenklassen maar slagen hier niet in. Als reactie hierop vormen ze samen met lotgenoten een eigen delinquente subcultuur. De differentiële associatietheorie van Sutherland geeft het proces weer dat een delinquent doorlopen heeft voor hij een misdadiger was. De belangrijkste fase hierbij is wanneer de negatieve houding tegenover rechtsnormen het haalt van de positieve houding. Andere theorieën zijn de controletheorieën. Volgens de sociale controletheorie van Hirschi worden alle jongeren geconfronteerd met de aantrekkingskracht tot delinquent gedrag. Het is dan afhankelijk van de sociale band die ze met de samenleving hebben of ze effectief overgaan tot het plegen van delinquent gedrag. De labelling-theorie beschouwt secundaire deviantie als delinquent gedrag dat door de delinquent is gepleegd ten gevolge van de sociale reacties die zijn gekomen op eerder gepleegde misdrijven. 37 Het kapitalisme wordt door de radicale theorie dan weer beschouwd als oorzaak van criminaliteit. Kapitalisme creëert een strijd tussen verschillende klassen en dit veroorzaakt criminaliteit (vooral gepleegd door de laagste klassen) (Jeugd)delinquentie en de aanpak ervan in België Een korte schets van (jeugd)delinquentie in België Er wordt veel gesproken en gespeculeerd over de jeugd van tegenwoordig en over de stijgende jeugdcriminaliteit in Vlaanderen en België. Maar het is eigenlijk gissen vanwaar deze speculaties vandaan komen (en daar draait het ook niet om in deze masterproef) omdat er zeer weinig cijfers over jeugdcriminaliteit beschikbaar zijn. Cijfers over de criminaliteit waar de politie mee in aanraking komt, worden in de politiële criminaliteitsstatistieken gepubliceerd. Het probleem hierbij is dat men zelden aparte cijfers over de leeftijd van de delictplegers bijhoudt en men dus weinig kan zeggen over het criminele gedrag van minderjarigen. Eveneens zijn er amper 36 SHOEMAKER, D. S., Theories of Delinquency, An examination of Explanations of Delinquent Behavior, Oxford, Oxford University Press, 2010, HEBBERECHT, P., cursus Criminologie, Gent, 2007, 131 p. 38 SHOEMAKER, D. S., o.c., Oxford, Oxford University Press, 2010,

25 (betrouwbare) cijfers van het jeugdparket en de jeugdrechtbank beschikbaar. Het is pas in 2003 dat de toenmalige Minister van Justitie een onderzoeksopdracht heeft gegeven aan het NICC met betrekking tot cijfergegevens over jeugddelinquentie en jeugdbescherming. De eerste resultaten hiervan volgden enkele jaren later maar het is nog te vroeg om duidelijke evoluties waar te nemen. 39 Ondanks deze inspanning is het bijna onmogelijk cijfers weer te geven over de werkelijk gepleegde criminaliteit. Er zijn tal van factoren (bijvoorbeeld wijzigingen op het gebied van strafwetgeving) die de statistieken beïnvloeden en vervormen. Eveneens is er het probleem van de dark number. Een groot deel van de delicten wordt zelfs nooit geregistreerd. 40 Toch trachten we een korte schets te geven van jeugddelinquentie in België. We baseren ons op cijfers inzake de aanmeldingen bij de jeugdparketten uit 2005 die men tegenover de cijfers inzake aanmelding bij correctionele parketten heeft geplaatst. Opmerking hierbij is dat het gaat om een beperkt deel van het aantal werkelijk gepleegde misdrijven, enkel de zaken die het hele selectieproces (dark number, seponeren, e.d.) overleefd hebben. Ongeveer 11,2 % ( feiten) van het totaal aantal misdrijven wordt gepleegd door minderjarigen. Indien men dit verrekent met het aantal personen die tot elke groep behoren (minder- of meerderjarigen), liggen de verhoudingen ongeveer gelijk en kan men stellen dat minderjarigen niet meer verantwoordelijk kunnen geacht worden voor de geregistreerde criminaliteit dan meerderjarigen. Wanneer we gaan kijken naar het type delict krijgen we volgende resultaten: 47,2 % (17.120) van het aantal delicten dat jongeren plegen zijn eigendomsdelicten (onder andere brandstichting, vernieling, diefstal, ), 20,8 % (7542) gaat over delicten tegen personen, 16 % (5808) van de feiten hebben te maken met drugs en doping, misdrijven tegen de openbare veiligheid en orde zijn goed voor ongeveer 11,9 % (4312) van het aantal delicten gepleegd door jongeren, 3,1 % (1128) zijn delicten tegen familie en moraal (waaronder verkrachting en aanranding)en tenslotte 1 % (362) gaat over delicten tegen openbare trouw. Bekijken we dit nu ten opzichte van het totaal aantal delicten dan krijgen we het volgende: minderjarigen staan in voor ongeveer 15,8 % van het aantal misdrijven rond drugs en doping, op het gebied van eigendomsdelicten hebben minderjarigen een aandeel van 15,6 %, ze zijn verantwoordelijk voor 8,3 % van de persoonsdelicten, voor 5,9 % van het aantal misdrijven tegen openbare veiligheid en orde, voor 3,3 % van het aantal delicten tegen openbare 39 VANNEESTE, C., GOEDSEELS, E., DETRY, I., (eds.), De nieuwe statistiek van de jeugdparketten: een belichting van de eerste analyseresultaten vanuit verschillende invalshoeken, Gent, Academia Press, 2008, VETTENBURG, N., ELCHARDUS, M. en WALGRAVE, L., Jongeren van nu en straks: overzicht en synthese van recent jeugdonderzoek in Vlaanderen, Tielt, Lannoo nv, 2006, p

Hoger, Lager? Evoluties inzake criminaliteit. Stefaan Pleysier Hoofddocent Leuvens Instituut voor Criminologie KU Leuven

Hoger, Lager? Evoluties inzake criminaliteit. Stefaan Pleysier Hoofddocent Leuvens Instituut voor Criminologie KU Leuven Hoger, Lager? Evoluties inzake criminaliteit Ellen Van Dael Coördinator statistisch analisten College van Procureurs-generaal Openbaar Ministerie Stefaan Pleysier Hoofddocent Leuvens Instituut voor Criminologie

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Jongerengeweld in Vlaanderen. Omvang, aard en populaire veronderstellingen. Forumdag jeugd en welzijn. Roeselare, 24 april 2012.

Jongerengeweld in Vlaanderen. Omvang, aard en populaire veronderstellingen. Forumdag jeugd en welzijn. Roeselare, 24 april 2012. Jongerengeweld in Vlaanderen. Omvang, aard en populaire veronderstellingen Forumdag jeugd en welzijn Roeselare, 24 april 2012 Dr. Diederik Cops Postdoctoraal onderzoeker Jeugdonderzoeksplatform Leuvens

Nadere informatie

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19 Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18 In de startblokken 19 STAP 1 Van interesse tot brainstormen over het onderwerp 29 Beschrijvende

Nadere informatie

[Be-Gen] NETWORK PROJECT. [Understanding the operational, strategic, and political implications of the National Genetic Database]

[Be-Gen] NETWORK PROJECT. [Understanding the operational, strategic, and political implications of the National Genetic Database] NETWORK PROJECT [Be-Gen] [Understanding the operational, strategic, and political implications of the National Genetic ] Contract - BR/132/A4 EINDRAPPORT (Januari 2019) PROMOTOREN: BERTRAND RENARD (NICC)

Nadere informatie

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is. Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een is. Plan van aanpak 1.aanleiding (10 punten) Er is geen duidelijk omschreven aanleiding

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Justitiehuizen - Werklastmeting De minister liet heeft eerder

Nadere informatie

De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek.

De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek. De impact van elektronisch toezicht in vergelijking tot de gevangenisstraf. Een belevingsonderzoek. Brussel, 21 2013 t. f. +32 9 264 69 71 e. Inhoud 2 A. Introductie B. Aandacht voor veroordeelde en huisgenoot

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

Lokaal Integraal Veiligheidsbeleid:

Lokaal Integraal Veiligheidsbeleid: Lokaal Integraal Veiligheidsbeleid: Onderzoek naar een geïntegreerde aanpak i.o.v. FOD Binnenlandse Zaken Onderzoeker: Tom Bauwens Promotor: prof. dr. Els Enhus Copromotoren: prof. dr. Paul Ponsaers &

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Introductie stage-scriptie combi Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Welkom toekomstige Scientist-Practitioners Achtergrond Vanuit Orthopedagogiek:GenG steeds meer accent op scientist-practitioner model

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

De politionele aanpak van minderjarigen in Vlaanderen. Annelies De Schrijver K.U.Leuven. Overzicht

De politionele aanpak van minderjarigen in Vlaanderen. Annelies De Schrijver K.U.Leuven. Overzicht De politionele aanpak van minderjarigen in Vlaanderen Annelies De Schrijver K.U.Leuven Studiedag Politiezorg voor jongeren: een vak apart 23 februari 2010 Overzicht Een moeilijke relatie Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

Lijst van figuren. Lijst van tabellen

Lijst van figuren. Lijst van tabellen Voorwoord Lijst van figuren Lijst van tabellen v xiii xv 1 Inleiding 1 1.1 Waargaatditboekover?... 1 1.2 Criminaliteit en criminologie.... 3 1.3 Een veelkleurig en fluïde onderzoeksobject... 5 1.3.1 Standaardclassificatie....

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

BELANG VAN DE MINDERJARIGE. Artikel 5

BELANG VAN DE MINDERJARIGE. Artikel 5 BELANG VAN DE MINDERJARIGE Artikel 5 Het belang van de minderjarige vormt de belangrijkste overweging bij het verlenen van jeugdhulp. Het belang van de minderjarige wordt vastgesteld in dialoog met de

Nadere informatie

Effecten van een veiligheids- en preventiebeleid op school sinds januari 2014

Effecten van een veiligheids- en preventiebeleid op school sinds januari 2014 Dieter Burssens Wetenschappelijk onderzoeker Tel 02 243 46 84 Email Dieter.Burssens@just.fgov.be Office Finance Tower, Kruidtuinlaan 50, 7e verdieping, bus 71, 1000 Brussel OPLEIDING Licentiaat Criminologische

Nadere informatie

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor Statistisch analisten van het Openbaar Ministerie College van Procureurs-generaal BRUSSEL College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor Persbericht 21 april

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

Onderzoek de spreekkamer!

Onderzoek de spreekkamer! Onderzoek de spreekkamer! Lennard Voogt Inleiding Het wetenschappelijk fundament van de manuele therapie wordt sterker. Manueel therapeuten krijgen steeds meer inzicht in de effectiviteit van hun inspanningen

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

JONGEREN EN GEWELD DADER- EN SLACHTOFFERSCHAP GEMETEN EN BELEEFD

JONGEREN EN GEWELD DADER- EN SLACHTOFFERSCHAP GEMETEN EN BELEEFD JONGEREN EN GEWELD DADER- EN SLACHTOFFERSCHAP GEMETEN EN BELEEFD Jongeren en geweld Dader- en slachtofferschap gemeten en beleefd Evi Verdonck, Diederik Cops, Prof. dr. Stefaan Pleysier en Prof. dr. Johan

Nadere informatie

SWVG zoekt wetenschappelijk medewerkers

SWVG zoekt wetenschappelijk medewerkers SWVG zoekt wetenschappelijk medewerkers Ben je geboeid door wetenschappelijk onderzoek? Voel je je uitgedaagd om wetenschappelijk onderzoek te verrichten en de minister hiermee te ondersteunen bij het

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Toename van administratieve afhandeling

Toename van administratieve afhandeling Toename van administratieve afhandeling Studiedag Centrum voor Politiestudies 16/02/2017 Tom De Schepper en Melissa Rasschaert VVSG Inhoud 1. Administratieve afhandeling 2. Fenomenen en categorisering

Nadere informatie

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken Methodologie verdachten Politiële criminaliteitsstatistieken INHOUDSTAFEL VERDACHTEN: METHODOLOGISCHE HANDLEIDING... 3 Waarom?... 3 Wat verstaat men onder verdachten?... 3 Twee kenmerken: geslacht en leeftijd...

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Ontwikkeling van een recidivemonitor

Ontwikkeling van een recidivemonitor Ontwikkeling van een recidivemonitor Promotoren: Prof. Dr. Lieven Pauwels (UGent), Dr. Antoinette Verhage (UGent) en Prof. Dr. Marleen Easton (HoGent). Onderzoekers: Jannie Noppe (UGent) en Kenneth Hemmerechts

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2003 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

INFORMATIEBROCHURE BINNENLANDSE

INFORMATIEBROCHURE BINNENLANDSE INFORMATIEBROCHURE BINNENLANDSE A D O P T I E 1 INLEIDING Wie in zijn praktijk geconfronteerd wordt met een vrouw die ongewenst zwanger is en overweegt haar kind af te staan voor adoptie vindt in deze

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Mechelen PrOS-project

Mechelen PrOS-project www.besafe.be Mechelen PrOS-project Mechelen PrOS-project FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Lokale Integrale Veiligheid 2014 Mechelen PrOS-project I. Projectbeschrijving

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Inhoud Voorwoord Criminologie: een terreinverkenning Beschrijvende criminologie Het strafrechtelijk systeem in actie

Inhoud Voorwoord Criminologie: een terreinverkenning Beschrijvende criminologie Het strafrechtelijk systeem in actie Inhoud Voorwoord 5 1 Criminologie: een terreinverkenning 13 1.1 De opdracht van de criminologie 13 1.2 Wat is criminologie? 20 1.3 De geschiedenis van de criminologie 24 1.4 Aandachtsgebieden binnen de

Nadere informatie

Seminarie kwalitatieve onderzoeksmethoden

Seminarie kwalitatieve onderzoeksmethoden Seminarie kwalitatieve onderzoeksmethoden Tineke Cappellen 17 november 2006 Onderzoeksproces Probleemstelling Onderzoeksvra(a)g(en) Onderzoeksmethode Bepaling van de steekproef Uitvoering van het onderzoek

Nadere informatie

DNA DATABANKEN ALS BRON VOOR CRIMINOLOGISCH ONDERZOEK. Sabine De Moor

DNA DATABANKEN ALS BRON VOOR CRIMINOLOGISCH ONDERZOEK. Sabine De Moor DNA DATABANKEN ALS BRON VOOR CRIMINOLOGISCH ONDERZOEK Sabine De Moor Data bronnen Surveys Interviews Observaties Gerechtelijke dossiers Politie data DNA databanken Voordelen DNA databanken: 'Onbekende'

Nadere informatie

PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU

PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU PRESTUDY TASKS: DOING WHAT IS GOOD FOR YOU Aan het voorstel werken helpt om na te denken over onderzoeksvragen en de focus van de studie. Onderzoeker maken verschillende beslissingen voor ze aan het veldwerk

Nadere informatie

ZORGNODEN VAN EEN POPULATIE IN KAART BRENGEN

ZORGNODEN VAN EEN POPULATIE IN KAART BRENGEN ZORGNODEN VAN EEN POPULATIE IN KAART BRENGEN Quick and dirty Waar ben je naar op zoek? Iets over data Kwantitatief Databanken die toelaten regionaal te zoeken Kwalitatief Zelf verzamelen? Toekomst 3 Wat

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Wat zijn OC's? Een eenvoudige definitie van OC is niet voorhanden. Op het internet vind je maar liefst 16 betekenissen voor 'onderzoek' en 31 voor 'competentie'!

Nadere informatie

2. In functie van implementatie van onderzoekscompetenties in de lerarenopleiding

2. In functie van implementatie van onderzoekscompetenties in de lerarenopleiding Gebruikswijzer P- Reviews: Hoe kunnen de Reviews op een nuttige manier geïntegreerd worden in de lerarenopleiding? In deze gebruikswijzer bekijken we eerst een aantal mogelijkheden tot implementatie van

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Recht van spreken 1 maximumscore 2 a Het volgende citaat of een deel ervan (regels 27-37): Zebel concludeert de dader. 1 b Voorbeelden van een andere mogelijkheid zijn: 1 De dader erkent zijn

Nadere informatie

ONDERZOEKSCOMPETENTIES

ONDERZOEKSCOMPETENTIES Naam: Nummer: JVR-Kollege Forumlaan 4 1020 Laken Klas: 4GR 4GL 4LA 4LB1 4LB2 2 e 3 e trimester ONDERZOEKSCOMPETENTIES KLASSIEKE TALEN TWEEDE GRAAD Lkr.: D. Cannaerts E. Duyck J. Thomas K. Van Bouchaute

Nadere informatie

Onderzoeksfiche e00005.pdf. 1. Referentie

Onderzoeksfiche e00005.pdf. 1. Referentie 1. Referentie Referentie Vanfraechem, I. (2003). Herstelgericht groepsoverleg in Vlaanderen. Verslag van een wetenschappelijk begeleid pilootproject. Onuitgegeven onderzoeksrapport, K.U.Leuven, Faculteit

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Brainstorming Rond Zorgplanning Welkom!

Brainstorming Rond Zorgplanning Welkom! Brainstorming Rond Zorgplanning 2018 Welkom! Brainstorming Rond Zorgplanning 2018 Welkom Waarom of waarvoor zit ik hier? Wat is het probleem? Cliëntenbureau Waarom hebben we jullie uitgenodigd? Brainstorming

Nadere informatie

MODULE Evidence Based Midwifery

MODULE Evidence Based Midwifery VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,

Nadere informatie

Facts & Figures: Slachtofferschap van delinquent gedrag

Facts & Figures: Slachtofferschap van delinquent gedrag Facts & Figures: Slachtofferschap van delinquent gedrag Arne de Boeck 1. Inleiding Jeugddelinquentie beroert regelmatig de maatschappelijke en politieke gemoederen. Denk maar aan de heisa die vorig jaar

Nadere informatie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek SBO maatschappelijke finaliteit Prof. Dr. Ann Jorissen (UA) IWT, 11 januari 2010 1 Effective Governance of Private Enterprises: the influence

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK. Bijzondere orthopedagogiek van personen met een mentale, psychische, fysieke of sensoriële handicap II

UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK. Bijzondere orthopedagogiek van personen met een mentale, psychische, fysieke of sensoriële handicap II UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK Bijzondere orthopedagogiek van personen met een mentale, psychische, fysieke of sensoriële handicap II 2DE LICENTIE ORTHOPEDAGOGIEK ACADEMIEJAAR 2001-2002 1.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 4: FYSIEKE EN SOCIALE OMGEVING Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2009 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE

GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE Behaal een academisch diploma. Ontwikkel uw loopbaan als gerontoloog U bent nu net afgestudeerde bachelor of enige tijd werkzaam als zorgverstrekker in een ziekenhuis,

Nadere informatie

Opleiding Master in de Fysica en Sterrenkunde. Procedure voor de evaluatie van de masterproef

Opleiding Master in de Fysica en Sterrenkunde. Procedure voor de evaluatie van de masterproef Opleidingsraad van 5/3/2013. Opleiding Master in de Fysica en Sterrenkunde Procedure voor de evaluatie van de masterproef De evaluatieprocedure is in voege vanaf academiejaar 2013-14. Voor het academiejaar

Nadere informatie

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inhoudsopgave Overzicht tabellen en figuren 19 Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inleiding 21 1 Situering van het onderzoek 21 1.1 Onderzoek in detentie 21 1.2 Vrouwelijke gedetineerden 22 1.3 Internering

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2010 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Docent: Marcel Gelsing Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Ga naar: www.gelsing.info Kies voor de map Eindopdrachten Download: Integrale eindopdracht Fase 1.pdf Les 1: fase 1 en 2

Nadere informatie

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag a. Reactie discuttant (Erika Frans) De resultaten van Sexpert zijn gelijklopend met eerder onderzoek: o Meer vrouwen dan mannen zijn het slachtoffer

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

van toezicht en handhaving

van toezicht en handhaving 1 inleiding voor beslissers veiligheid door samenwerken Effecten van toezicht en handhaving meten Een inleiding 2 inleiding voor beslissers Na elke calamiteit neemt de roep om strenger toezicht en harder

Nadere informatie

KWALON Conferentie 13 december 2012. Methodenleer aan de universiteit: ontwerpen, uitvoeren en reflecteren. Inge Bleijenbergh

KWALON Conferentie 13 december 2012. Methodenleer aan de universiteit: ontwerpen, uitvoeren en reflecteren. Inge Bleijenbergh KWALON Conferentie 13 december 2012 Methodenleer aan de universiteit: ontwerpen, uitvoeren en reflecteren Inge Bleijenbergh Bijdrage Het bieden van inzicht in en reflecteren op de plaats en organisatie

Nadere informatie

Naar een versterkte positie van het jeugdparket?

Naar een versterkte positie van het jeugdparket? Studiedagen VLAAMS JEUGDDELINQUENTIERECHT Naar een versterkte positie van het jeugdparket? Dirk DE WAELE advocaat-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen Filosofie van het nieuwe decreet Snel, constructief,

Nadere informatie

Inleiding. Waarom deze methode?

Inleiding. Waarom deze methode? Inleiding In dit boek ligt de focus op de praktische benadering van de uitvoering van onderzoek en de vertaalslag naar de (sociaal)juridische beroepspraktijk. Het boek is bruikbaar voor zowel een beginnende

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Gegevens 2012 Anvers I 902 1 248 199 49 8 1159 Anvers II 666 16 158 137 21 14 854 Anvers III 815 3 315 279 36 7 1140 Anvers IV 1723 5 290 290 0

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 4 Verklaringen voor daling van de criminaliteit 15 maximumscore 2 a de sociaal-economische benaderingswijze Voorbeelden van verklarende vragen (één van de volgende): 1 Is er een verband tussen verkleinen

Nadere informatie

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen 1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.

Nadere informatie

Onderzoeksontwerp. Module 1 (29 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit

Onderzoeksontwerp. Module 1 (29 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit Onderzoeksontwerp Module 1 (29 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit De cursus Module 1: Overzicht plus empirische cyclus Module 2: Interventiecyclus (beroepsproducten) Diagnostisch onderzoek Ontwerpgericht

Nadere informatie

Opgave 3 De burger als rechter

Opgave 3 De burger als rechter Opgave 3 De burger als rechter Bij deze opgave horen tekst 5 en de tabellen 2 en 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Hoe behoren volgens het Nederlandse publiek veroordeelde plegers van misdrijven gestraft

Nadere informatie

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening 1 INHOUD PRESENTATIE I. Belgisch drugbeleid II. O.M. en problematisch druggebruik III.De rechtbank en problematisch

Nadere informatie

Overlast en de maatschappelijke aanpak ervan

Overlast en de maatschappelijke aanpak ervan 4 de Postuniversitaire Vormingscyclus Criminologie: Update in de criminologie Overlast en de maatschappelijke aanpak ervan van 28 februari tot 17 april 2008 telkens op donderdagavond van 18.00u tot 20.30u

Nadere informatie

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Evaluatie van de spelonderdelen AUTEUR(S) VANMEDEGAEL STEVEN,

Nadere informatie

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Vier jaar onderzoek naar onderzoeksmatig leiderschap: welke inzichten levert het op? Meta Krüger Lector leiderschap in het onderwijs Inhoud lezing

Nadere informatie

20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief

20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief 20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief Wat is exact het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief marktonderzoek in termen van onderzoek (wat doe je) in termen van resultaat (wat kan je er mee) in

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

Jaarstatistiek 2015 van de instroom van protectionele zaken op de jeugdparketten

Jaarstatistiek 2015 van de instroom van protectionele zaken op de jeugdparketten Jaarstatistiek 2015 van de instroom van protectionele zaken op de jeugdparketten arr AN INHOUDSTAFEL Protectionele zaken Tabel 1: Aantal protectionele zaken binnengekomen tussen 1 januari 2015 en 31 december

Nadere informatie

Hogeschool Utrecht Lectoraat Crossmediale communicatie in het @reintjanrenes

Hogeschool Utrecht Lectoraat Crossmediale communicatie in het  @reintjanrenes www.publab.hu.nl Hogeschool Utrecht Lectoraat Crossmediale communicatie in het publieke domein drs. Danielle van Wallinga drs. Karen Bosch dr. Reint Jan Renes danielle.vanwallinga@hu.nl karen.bosch@hu.nl

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

Project First Offenders

Project First Offenders Project First Offenders Op 1 mei 2012 startte het Parket van de Jeugdrechtbank van het gerechtelijke arrondissement Gent samen met de Dienst Maatschappelijke Zorg en de jeugdinspecteurs van politie Gent

Nadere informatie

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische PVT Steven Degrauwe U.P.C. Sint- FRT, een visie gebaseerd op rehabilitatie

Nadere informatie