Coherentierelaties. Rick Nouwen. 26 November 2009
|
|
- Femke Christiaens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 Coherentierelaties Rick Nouwen 26 November 2009
2 2 Samenhang Referentiële samenhang (H3) Coherentierelaties (vanaf H4) (1) Piet is er niet. (2) Hij is ziek. Referentiële samenhang: (1) Piet[a] is er niet. (2) Hij[a1] is ziek. Coherentierelaties: gevolg (1) oorzaak (2)
3 3 Drie Analysevormen 1. De soort van coherentierelatie ˆ descriptief ˆ redeneer ˆ toevoeging ˆ Een karakterisering van de precieze relatie ˆ oorzaak gevolg ˆ standpunt argument ˆ situatie tijd ˆ Een vraag/antwoord-analyse
4 4 Drie Analysevormen Piet is er niet. Hij is ziek. descriptieve relatie (causale relatie) gevolg oorzaak Piet is er niet. Waar is daarvan de oorzaak? Hij is ziek. Piet is dom. Hij weet niet eens wat polysemie is. redeneer-relatie (argumentatie-relatie) standpunt argument Piet is dom. Waarom denk je dat? Hij weet niet eens wat polysemie is.
5 5 Soorten coherentierelaties U1. U2. Descriptief: U2 geeft meer informatie over (iets in) U1 Toelichting: U2 lost een begripsprobleem op met U1 Redeneer: U2 geeft argument voor U1 Adversatief: U2 spreekt verwachting op grond van U1 tegen Toevoegingen/Samenvoegingen: U1 en U2 beantwoorden samen of beiden dezelfde vraag
6 6 Descriptieve relaties Relaties die samen lijken te vallen met relaties tussen elementen in de werkelijkheid Bijvoorbeeld: causale relaties Causaliteit in de werkelijkheid: als knop A ingedrukt wordt dan gaat lamp B branden Causaliteit in teksten: Jan drukte knop A in. Lamp B ging branden. Bijvoorbeeld: kenmerken Kenmerken in de werkelijkheid: er is een situatie waarin Jan de straat op loopt, waarin het koud is, etc. Kenmerken in teksten: Jan ging naar buiten. Het was koud.
7 7 Descriptieve relaties Causale relaties ˆ Er bestaat een vorm van causaliteit tussen de twee uitingen ˆ oorzaak gevolg ˆ middel doel ˆ reden handelingskeuze ˆ blz. 79 en verder Kenmerk relaties ˆ Een van de uitingen gaat in op kenmerken van een element uit de andere uiting ˆ object omvang ˆ object werking ˆ activiteit werkwijze ˆ object eigenschappen ˆ blz. 82 en verder
8 8 Specifieke Descriptieve relaties Oorzaak Gevolg: In Gent is vannacht rond vijf uur een eetkraam ontploft in de feestzone van de Gentse Feesten. Zeven mensen raakten ernstig gewond. Middel Doel: Premier Abe wil een nieuwe grondwet ter vervanging van de pacifistische constitutie die na de Tweede Wereldoorlog van kracht werd. Daarmee wil hij de weg vrijmaken om de strijdkrachten flexibeler en slagvaardiger te maken.
9 9 Vraag/antwoord-analyse bij descriptieve relaties De vraag verwijst naar (een onderdeel van) de eerste uiting De vraag is een vraagwoord-vraag (geen ja/nee-vraag) De tweede uiting geeft een antwoord op de vraag In Gent is vannacht rond vijf uur een eetkraam ontploft in de feestzone van de Gentse Feesten. Wat was het gevolg hiervan? Zeven mensen raakten ernstig gewond. Premier Abe wil een nieuwe grondwet ter vervanging van de pacifistische constitutie die na de Tweede Wereldoorlog van kracht werd. Welke doel wil hij daarmee bereiken? Daarmee wil hij de weg vrijmaken om de strijdkrachten flexibeler en slagvaardiger te maken.
10 10 Vraag/antwoord-analyse bij descriptieve relaties VA-analyses bij descriptieve relaties resulteren in een informatie-dialoog Descriptieve relaties horen bij een specifiek communicatief probleem namelijk de vraag naar meer informatie over het voorgaande Manieren om descriptieve relaties te herkennen 1. intuitief: de coherentierelatie correspondeert met een relatie in de werkelijkheid 2. één van de relaties op blz.79 blz.87 is toepasbaar 3. de VA-analyse is een informatie-dialoog
11 11 Toelichtingsrelaties Descriptieve relatie: vraag naar meer informatie Toelichtingsrelatie: de (denkbeeldige) lezer heeft een begripsprobleem dat opgelost dient te worden informatiedialoog Piet heeft een Wii gekocht. Daar wil ik meer over horen. Hoeveel heeft dat gekost? Hij moest er 200 euro voor betalen. toelichtingsdialoog Piet heeft een Wii gekocht. Ik begrijp je niet helemaal. Wat bedoel je met Wii? Voor de volledigheid, een Wii is een spelcomputer.
12 12 Voorbeelden van toelichtingsrelaties Blz.94 blz.98 Zie ook de bijbehorende vragen
13 Redeneerrelaties Informatie-dialoog: descriptieve relatie Toelichtings-dialoog: toelichtingsrelatie De aanvaardbaarheid van de uiting is in het geding ˆ Heeft de schrijver gelijk? ˆ Waarom vindt de schrijver dit? ˆ Wat zijn de argumenten? Typisch: de schrijver wil een standpunt overbrengen Argumentatierelatie De begrijpelijkheid van de uiting is in het geding ˆ De lezer accepteert wat de schrijver zegt, maar... ˆ de lezer mist de informatie om te begrijpen waarom wat de schrijver zegt klopt Typische: de schrijver wil kennis overbrengen Uitlegrelatie 13
14 14 Argumentatierelatie versus Descriptieve relatie (1) Het is gewenst dat de overheid het gebruik van loodvrije benzine krachtig bevordert. (2) Immers, daardoor kan de luchtvervuiling door autoverkeer aanzienlijk gereduceerd worden. Let op, hier is sprake van een feitelijke relatie namelijk een causaal verband Waar het hier echt om gaat is echt een ondersteuning te leveren van waarom bevordering van loodvrije benzine-gebruik gewenst is. (1) is hier dus een standpunt en (2) een argument Zie sectie over herkennen van standpunten
15 15 Uitlegrelaties (stuk dat adviseert over taalgebruik; ihb over dialecten:) Het spreken van een dialect naast het Nederlands is niet schadelijk voor het spreken van Standaard Nederlands. Kinderen die naast het Nederlands nog een dialect spreken beschikken gemiddeld over de beste taalvaardigheid. Het spreken van een dialect naast het Nederlands is niet schadelijk voor het spreken van Standaard Nederlands. Ik begrijp niet hoe je tot die uitspraak komt. Waaruit kan dat worden afgeleid? Kinderen die naast het Nederlands nog een dialect spreken beschikken gemiddeld over de beste taalvaardigheid.
16 16 Uitlegrelaties versus Descriptieve relaties Piet is er vandaag niet. #Waaruit kan dat worden afgeleid? Waar is dit het gevolg van? Hij is ziek Piet is er vandaag niet. Waaruit kan dat worden afgeleid? #Waar is dit het gevolg van? Zijn naambordje staat op UIT
17 17 Aannames bij redeneerrelaties (1) Het is gewenst dat de overheid het gebruik van loodvrije benzine krachtig bevordert. (2) Immers, daardoor kan de luchtvervuiling door autoverkeer aanzienlijk gereduceerd worden. Aanname: de luchtvervuiling moet gereduceerd worden (1) Piet is er vandaag niet. (2) Zijn naambordje staat op UIT. Aanname: Piet s naambordje staat alleen op UIT als hij er niet is
18 18 Argumenteren versus Uitleggen Typisch: ˆ Ingezonden brief, polemiek: argumenteren ˆ Populair-wetenschapplijke stukken: uitleggen > Soms is de precieze indeling echter niet te achterhalen (relationele ambiguïteit) Zie verder discussie in sectie over redeneren versus toelichten
19 19 Adversatieve en daaraan gerelateerde relaties Tot dusver: Descriptieve relatie: vraag naar meer informatie Toelichtingsrelatie: vraag naar aanleiding van begripsprobleem Redeneerrelatie: vraag aan de schrijver om steun voor zijn uitspraak Nu relaties die ontstaan doordat de schrijver wil reageren op verwachtingen/conclusies van de (denkbeeldige) lezer Adversatieve relaties: verwachting tegenspreken Bevestigende relaties: verwachting bevestigen Adversatief-concessieve relaties: een deel tegenspreken, een ander deel bevestigen
20 20 Adversatieve relaties Een platformmedewerker van de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij United Airlines is besmet met de Mexicaanse griep. De man is echter niet in aanraking geweest met passagiers op het vliegveld. (mei 2009) Typisch voor adversatieve relaties: ja/nee-vragen in vragen analyse Een platformmedewerker van de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij United Airlines is besmet met de Mexicaanse griep. # Met wie is de man in aanraking gekomen? Heeft de man mogelijk mensen op het vliegveld kunnen besmetten? <NEE> De man is echter niet in aanraking geweest met passagiers op het vliegveld.
21 Bevestigingsrelaties... (4a) Het is dan ook om die reden dat wij erop willen wijzen dat ons gebouw over een fietsenstalling beschikt en (4b) dat wij in het bijzonder de medewerkers willen vragen hun fiets in deze stalling te parkeren. (5) Studenten kunnen hun fiets daar ook stallen. dat wij in het bijzonder de medewerkers willen vragen hun fiets in deze stalling te parkeren Kunnen studenten hun fiets daar ook kwijt? <JA> Studenten kunnen hun fiets daar ook stallen. Bevestigingsrelaties: ja/nee-vraag met een postief antwoord Adversatieve relaties: ja/nee-vraag met een negatief antwoord 21
22 22 Concessief-adversatieve relatie Brown presenteert zich als een succesvolle prime minister. Zijn maatregelingen tegen de recessie lijken te werken. Maar op veel andere punten is zijn beleid problematisch. Brown presenteert zich als een succesvolle prime minister. Is hij dat ook? <JA> Zijn maatregelingen tegen de recessie lijken te werken. <NEE> Maar op veel andere punten is zijn beleid problematisch.
23 23 Ondersteuningen in descriptieve relaties, toelichtingsrelaties, redeneerrelaties, bevestigingsrelaties en adversatieve relaties ondersteunt de ene uiting de andere (Hoofdstuk 6) (1) Piet is er niet. (2) Hij is ziek. (1) Piet is dom. (2) Hij weet niet eens wat polysemie is. (1) Piet heeft een Wii gekocht. (2) Da s een spelcomputer. Uiting (2) ondersteunt uiting (1). (uitzondering: invulrelaties blz.97/8) Let op: je tekst heeft niet noodzakelijk een lineaire struktuur Soms zijn er relaties tussen uitingen die niet opeenvolgen (die hoef je nu nog niet aan te geven)
24 24 Voorbeeld van ongelijksoortigheid (3) Een meisje van zes jaar is gisteren op een basisschool in de VS gedood door een kogel die kennelijk uit een vuurwapen van een klasgenootje kwam. (4) Dat meldde een woordvoerder van het ziekenhuis waar het meisje was opgenomen. (5) Het ongeval gebeurde in Buell bij Flint in de staat Michigan. (6) Volgens de Amerikaanse televisiezender Fox ging het wapen per ongeluk af. (3) - (4) gegeven bron (3) - (5) gebeurtenis plaats (3) - (6) gevolg oorzaak
25 25 Toevoegingsrelatie en samenvoegende relaties Toevoegend: de uitingen beantwoorden ieder dezelfde vraag Samenvoegend: de uitingen beantwoorden samen dezelfde vraag (1) In dit boekje lees je hoe je gezond kunt leven met suiker. (2) Verder kun je zélf dingen doen met dit boekje. (3) Iets lekkers maken bijvoorbeeld. (4) Of proefjes doen. (2) Verder kun je zélf dingen doen met dit boekje. Wat zijn daar voorbeelden van? (3) Iets lekkers maken bijvoorbeeld. (4) Of proefjes doen.
26 26 Toevoegingsrelatie en samenvoegende relaties Toevoegend: de uitingen beantwoorden ieder dezelfde vraag Samenvoegend: de uitingen beantwoorden samen dezelfde vraag (1) We moesten wel uit eten gaan toen we terugkwamen van vakantie. (2a) Er was geen eten in huis (2b) en alle winkels waren dicht. (1) We moesten wel uit eten gaan toen we terugkwamen van vakantie. Waarom denk je dat? (2a) Er was geen eten in huis. (2b) en alle winkels waren dicht
27 (1)Soldaat trouwde tijdens patrouille (2a) Een in Irak gestationeerde Amerikaanse soldaat is met een berisping uit het leger ontslagen (2b) omdat hij een korte pauze in zijn patrouille had ingelast om te kunnen trouwen met een Iraakse vrouw. (3a) De 27-jarige sergeant Sean Blackwell, (3b) die deel uitmaakte van de 1ste pantserdivisie van het Amerikaanse leger, (3a) werd in het bijzonder gestraft omdat hij de tijd en de locatie van de patrouille had onthuld aan zijn aanstaande en de rechter die hen in echt verbond. (4) Blackwell heeft geluk dat hij slechts is ontslagen.
28 (5) Volgens zijn advocaat had hij ook voor de krijgsraad kunnen worden gesleept voor plichtsverzuim en het negeren van bevelen. (6) Blackwell trouwde tijdens een patrouille met de Iraakse arts Ehdaa. (7) Om te kunnen trouwen liet hij zich eerst tot moslim bekeren. (8) Nadat het huwelijk bekend was geworden bij Blackwells commandanten, verbood het Amerikaanse leger elk contact tussen Blackwell en Ehdaa. (9) Pas de laatste weken mogen zij weer bellen. (10a) Ehdaa is na de trouwerij meermalen bedreigd door anti-amerikaanse Irakezen (10b) en zal binnenkort naar Europa vertrekken om zich daar te herenigen met haar man. (11) De advocaat van Blackwell verwacht binnenkort het verhaal van het paar te kunnen verkopen aan een uitgeverij. (12) Mogelijk komt er ook een film van.
29 Ht gaat niet goed met de kleine letteren : de opleidingen in talen en culturen met weinig studenten. Trok de opleiding Talen en Culturen van Zuidoost-Azië en Oceanië (waaronder Indonesisch) in 1995 nog 25 eerstejaars, dit studiejaar is dat aantal teruggelopen tot 10. Dezelfde periode daalde het aantal eerstejaars Slavische talen landelijk van 81 naar 36, en dat van Scandinavische talen van 48 naar 27. Dat niet alleen exotische talen te lijden hebben bewijst de teloorgang van Duits: in 1995 meldden zich bij de zes klassieke universiteiten 142 eerstejaars, dit jaar waren dat er nog maar 57. Alleen Egyptologie zit in de lift: 2 eerstejaars in 1995, dit jaar (en vorig jaar) 12.
30 30 Presentatie-opdracht Dinsdag 1 december Groep 2: Carien, Jennifer, Klaas, Mara, Suzanne (Kemps), Wendy Groep 1: Josje, Kim, Leonie, Marie-Louise, Marion, Marjolein (de J) Donderdag 10 december Deeltijd: Jojanneke, Romke
31 31 Presentatie-opdracht Slide 1: je tekst (lees m voor) Slide 2 en verder ˆ descriptieve relaties tussen opeenvolgende uitingen ˆ toelichtingsrelaties tussen opeenvolgende uitingen ˆ redeneerrelaties tussen opeenvolgende uitingen (argumentatie of uitleg?) ˆ (concessief-)adversatieve relaties of bevestigingsrelaties tussen opeenvolgende uitingen Leg steeds uit hoe je tot de conclusie bent gekomen, geef bij twijfelgevallen een vraag/antwoord-analyse
Coherentierelaties. Rick Nouwen. Blok 2 2010/2011
1 Coherentierelaties Rick Nouwen Blok 2 2010/2011 2 Samenhang Referentiële samenhang (H3) Coherentierelaties (vanaf H4) (1) Piet is er niet. (2) Hij is ziek. Referentiële samenhang: (1) Piet[a] is er niet.
Nadere informatieNota Deel 1. Rick Nouwen. 8 december 2009
1 Nota Deel 1 Rick Nouwen 8 december 2009 2 Algemene Richtlijnen Wees zuinig met papier: nieuwe secties hoeven niet op een nieuwe pagina; de titel e.d. hoeft ook niet op een nieuwe pagina; maak er gewoon
Nadere informatieNota Deel 2. Rick Nouwen. Week 2, 2010
1 Nota Deel 2 Rick Nouwen Week 2, 2010 2 Algemene Richtlijnen Wees zuinig met papier: nieuwe secties hoeven niet op een aparte pagina; de titel e.d. hoeft ook niet op een aparte pagina; maak er gewoon
Nadere informatieHoofdhandelingen en Thema s. Tekstanalyse, 2010/2011
1 Hoofdhandelingen en Thema s Tekstanalyse, 2010/2011 2 Vandaag Hiërarchie in coherentierelaties Teksten rond hoofdhandelingen en teksten rond thema s Oefenteksten 3 Hiërarchie Een vraag/antwoord-analyse
Nadere informatieSegmenteren II. Rick Nouwen. Blok /2011
Segmenteren II Rick Nouwen Blok 2 2010/2011 2 Segmentering aangeven volgens de methode Uitingen in verschillende zinnen worden opeenvolgend genummerd (1, 2, etc.) Uitingen binnen een zin krijgen hetzelfde
Nadere informatieSegmenteren II. Rick Nouwen. 16 November 2009
Segmenteren II Rick Nouwen 16 November 2009 2 Tegen het over-segmenteren Op vrijdag heeft Jan linguini gegeten. Jan heeft gegeten Wat hij at was linguini Dat deed hij op vrijdag 2 Tegen het over-segmenteren
Nadere informatieReferentie. Rick Nouwen. 19 November 2009
1 Referentie Rick Nouwen 19 November 2009 2 Samenhang Coherentierelaties (vanaf H4) Referentiële samenhang (H3) Vandaag: H3 Volgende week: extra stof over activatie 3 Referentieel verband Referentiële
Nadere informatieReferentie. Rick Nouwen. Blok /2011
1 Referentie Rick Nouwen Blok 2 2010/2011 2 Samenhang Coherentierelaties (vanaf H4) Referentiële samenhang (H3) Vandaag: H3 Volgende week: extra stof over activatie 3 Referentieel verband Referentiële
Nadere informatieGrammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.
Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.
Nadere informatie2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands
SPREKEN EXAMEN II 2001/2002 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets
Nadere informatieVoorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3.
Welkom Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3. Onderstreep de woorden waarvan je de betekenis niet weet en zoek
Nadere informatieLuk. 24, preek - NGKE
Luk. 24, 13-35 - preek - NGKE -11-9- 16 Helemaal gemist Die vrijdag gaat hij vroeg naar zijn akker buiten de stad. Om op de laatste dag voor het Pesachfeest nog net het laatste onkruid weg te kunnen halen.
Nadere informatieEen retour Rotterdam
71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart
Nadere informatieOp naar geluk. Ap Dijksterhuis Hoogleraar Psychologie Radboud Universiteit Founding partner d&b Schrijver
Op naar geluk Ap Dijksterhuis Hoogleraar Psychologie Radboud Universiteit Founding partner d&b Schrijver Het onbewuste regeert Van een heel groot deel van de invloeden op ons gedrag zijn we ons niet
Nadere informatie1. er wordt echt leuke muziek gedraaid. 2. we hebben zes jaar geleden een groot huis gekocht. 3. ik probeer meteen een goedkoop reisje te boeken.
(Je hoeft niet alle woorden te gebruiken.) zitten, lopen, liggen, staan + luisteren, mensen, lezen, krant, oude mensen, praatje maken, bellen, een vriendin, winkelen, buitenwijk, het is heel slecht. tenzij,
Nadere informatieVeertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel
Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl
Nadere informatieVoorbeeldles Taaldomeinen in samenhang: Argumenteren
Voorbeeldles Taaldomeinen in samenhang: Argumenteren Uitwerking bij ontwerpprincipe 1 Geschikt voor groep(en): 7 en 8 Taaldomeinen: lezen en schrijven Lesdoelen: Lezen: De leerlingen weten wat een standpunt
Nadere informatieWat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt.
Hoofdstuk 7 Emoties Nu is het tijd om door te gaan. Je hebt je dwarslaesie, je bent hopelijk klaar met al de medische dingen, nu is het tijd om ook je gevoelens aandacht te geven. Dus: ga lekker zitten,
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieSchrijfvaardigheid Formuleren, handelingsdeel 1 en schrijfplan 2
Wat betekent dit? Schrijfvaardigheid Formuleren, handelingsdeel 1 en schrijfplan 2 W817 " Foutief taalgebruik Handelingsdeel 1 Tip van Rob: http://www.nu.nl/gadgets/2681270/ultrabooks-volgend-jaar-stukgoedkoper.html
Nadere informatie1
1 2 3 4 5 6 7 8 - - - 9 10 o o 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Toetsingskader scriptie master Financieel recht SCRIPTIE BEOORDELINGSFORMULIER MASTER FINANCIEEL RECHT Uitleg beoordelingsformulier
Nadere informatie8 6 Samenwerking in de wereld. Lees het verhaal Bijna de derde Wereldoorlog.
Lees het verhaal Bijna de derde Wereldoorlog. Dirk komt thuis. Dirk heeft gewonnen met voetballen. Hij is heel blij. Maar dan ziet hij zijn moeder. Zijn moeder kijkt niet blij. De moeder van Dirk denkt
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2006
Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieLingua e Traduzione neerlandese II, les 20 en 21, mei 2017 pragmatische partikels
Lingua e Traduzione neerlandese II, les 20 en 21, mei 2017 pragmatische partikels De naam: Pragmatische partikels, modale partikels, schakeringspartikels Omschrijving : Pragmatische partikels hebben veel
Nadere informatieFlitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking
Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt Van Raamwerk tot Handreiking Hoe zat het ook alweer? Nieuwe Kwalificatieprofielen voor het mbo in 2004 Mét
Nadere informatieWat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.
103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar
Nadere informatie.Jarigen.Kalender / Schoolgids. .Informatieavonden. .Gymnastiekrooster. Nieuwsbrief 1 september Nieuwsbrief INHOUD: Basisschool De Windroos
Nieuwsbrief 3 september 2012 INHOUD: Welkom Namen op voorwerpen.jarigen.kalender / Schoolgids Nieuwsbrief 1 september 2012 Welkom: 2012 2013 We willen alle leerlingen en ouders graag verwelkomen en veel
Nadere informatieExamentraining - Geschiedenis. HAVO 5 Republiek Duitsland Koude oorlog
Examentraining - Geschiedenis HAVO 5 Republiek Duitsland Koude oorlog Doel Bewustwording nieuw programma Kansen zien! Kennis & vaardigheden herhalen Typische examenzaken Vergroten motivatie Inhoud Inhoudelijke
Nadere informatieOR & VERGADEREN VARIATIE EN VERRASSING HOUDEN DE. Richard Broer trainer/adviseur VERGADERAARS ALERT!
1 OR & VERGADEREN VARIATIE EN VERRASSING HOUDEN DE VERGADERAARS ALERT! Richard Broer trainer/adviseur IS VERGADEREN HET JUISTE INSTRUMENT? 2 Ja! Iedereen tegelijk op de hoogte Korte tijd nodig Synergetische
Nadere informatieEen politieke partij oprichten
Een politieke partij oprichten Korte omschrijving werkvorm Verdeel de leerlingen in groepjes van vier. Ieder groepje richt een politieke partij op. Elke partij mag acht standpunten kiezen. Vijf standpunten
Nadere informatieHoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?
Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: 1 2 Welke strategie heb je gebruikt? 3 Ben je het er mee eens? Ben je het er mee oneens? 4 Zou je die vraag aan de klas kunnen stellen? 5 Kun je je 6 Wil 7 oplosmethode
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 7 Werken
Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet
Nadere informatieHerhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie
Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,
Nadere informatieonthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.
Nederlands Leesvaardigheid Leesstrategieën Oriënterend lezen Globaal lezen Intensief lezen Zoekend lezen Kritisch lezen Studerend lezen Om het onderwerp vast te stellen en te bepalen of de tekst bruikbaar
Nadere informatieKlas:.. 2HV. 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier
Naam: Klas:.. 2HV 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier Inhoudsopgave INLEIDING 3 1. LES 1 ORIËNTATIELES 3 2. LES 2 ARGUMENTEN VERZAMELEN 4 3. LES 3 - LEREN BEOORDELEN 6 4. LES 4 DROGREDENEN
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3
Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting door een scholier 1653 woorden 13 februari 2011 6 16 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting H1,2,3,4,5 paragraaf 1,2,(3) Schrijfdoelen
Nadere informatieOriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen
Samenvatting Nederlands leesvaardigheid 1 en 2 en argumenteren katern Lezen hoofdstuk 1 Leesstrategieën Manieren van heten leesstrategieën Leesdoel Leesstrategie Aanpak vaststellen Snel bepalen of een
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieHerhalingsoefeningen De Sprong, thema 6
Herhalingsoefeningen De Sprong, thema 6 Vocabulaire Oefening 1 Zoek de synoniemen bij elkaar de macht - de grondwet - de maatschappij - diverse - een belangrijke taak hebben - eens - in feite - lokaal
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieEindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland 1p 1 In 1848 werd de grondwet in Nederland veranderd. Dit had gevolgen voor de machtsverhouding tussen
Nadere informatieUitwerkbijlage VMBO-BB
Uitwerkbijlage VMBO-BB 2015 tijdvak 1 geschiedenis en staatsinrichting CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in deze uitwerkbijlage. BB-0125-a-15-1-u Meerkeuze: omcirkel het antwoord;
Nadere informatieDocenten Handleiding
2HV Docenten Handleiding 1. les 1 Oriëntatieles In groepjes met even aantallen wordt een discussie gevoerd over een stelling. De helft van een groepje zal over deze stelling discussiëren, terwijl de andere
Nadere informatieHet is dus eigenlijk beter om morgen pas te evalueren.. Mensen zijn rare wenzens. Mijn onderbewuste zegt mij: ik heb iets belangrijks geleerd vandaag.
FOCUS collegereeks Psychologie voor managers 24 november 2016 Ap Dijksterhuis 8,6 Wat is uw algemene indruk van dit college? Het is dus eigenlijk beter om morgen pas te evalueren.. Mensen zijn rare wenzens.
Nadere informatie4. Controleer na het lezen van de tekst jullie voorspelling. Klopte de voorspelling met de inhoud van de tekst?
Tekst lezen 1. Lees de uitleg. Als je een tekst gaat lezen, dan kun je de volgende leesstrategieën inzetten: De buitenkant van de tekst bekijken, voorspellen waar het over kan gaan en je voorkennis activeren.
Nadere informatieFilmverslag Frans Un Long Dimanche d'un Fiancailles
Filmverslag Frans Un Long Dimanche d'un Fianca Filmverslag door E. 1877 woorden 4 mei 2014 6 6 keer beoordeeld Vak Frans A Algemeen Regisseur: Titel: Jean-Pierre Jeunet Un long Dimanche de Fianca Premiere:
Nadere informatieHOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren
HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren 1. Inleiding Aan de hand van een concept cartoon verdiepen leerlingen zich in de vraag hoe het komt dat een meisje een meisje is. Een concept cartoon is een visuele
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2
Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting door Ive 1045 woorden 27 juni 2018 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Talent Samenvatting Nederlands 1.2 t/m 5.2 1.2 Leesstrategieën
Nadere informatieOpdracht Levensbeschouwing Doodstraf
Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht door een scholier 1930 woorden 14 maart 2003 6,2 18 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 0. Geef een korte argumentatie waarom jij tegen of voor de doodstraf
Nadere informatieHoofdstuk 3. Antwoorden
Hoofdstuk 3 Antwoorden Oefening 1 en 2 1 r. 1 verleiden 2 r. 2 de reclametekstschrijver 3 r. 4 de dialectspreker 4 r. 5 de beroepsgroep 5 r. 5 buitensluiten 6 r. 7 versieren 7 r. 16 het voorzetsel 8 r.
Nadere informatieExamenopgaven VMBO-KB 2004
Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID-SCHRIJFVAARDIGHEID CSE KB Bij dit examen horen een uitwerkbijlage en een tekstboekje. Beantwoord alle vragen
Nadere informatieThema Nederlandse cultuur en gewoontes
http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les
Nadere informatie2 de graad lager onderwijs
2 de graad lager onderwijs Hallo beste lezer, Wat een toeval dat jij mijn dagboek gevonden hebt! Ik kijk er al naar uit om je alles te vertellen wat ik meegemaakt heb de laatste maanden, wat waren me dat
Nadere informatieLESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen
LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen
Nadere informatieNT 2 2003/2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen
SPREKEN EXAMEN I 2003/2004 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit twee delen. Elk deel begint met een
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Geld
Spreekopdrachten thema 2 Geld Opdracht 1 bij 2.1 Cursist A is groenteman. Cursist B koopt iets bij hem op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemiddag!
Nadere informatie2. kennelijk ook van mening is dat verzoeker geen recht had op schadevergoeding.
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat in de reactie op zijn klacht over Martinair heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een vermeende overtreding van
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv
Nadere informatieGriep uit Mexico. Oefeningen
2009-17 tekst 1 Amsterdam, 2 mei 2009 Er is een nieuwe griep. Deze ontstond in Mexico. Daar stierven 15 mensen door de griep. Naam Eerst zei men varkensgriep. Nu zegt men Mexicaanse griep. De griep is
Nadere informatieHOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2
HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2 Toelichting In deze powerpoint staat theorie en uitleg over het betoog De dia s met theorie zijn oranje gekleurd Op de witte dia s staan
Nadere informatieProject Alcohol 2014
Project Alcohol 2014 Naam: Jong geleerd is oud gedaan!!!! Laat je niet Naam: F L s E s E N Klas:!!! 1 Inleiding De carnaval komt eraan. Een feest dat gevierd moet worden. Maar is het feestje van plezier
Nadere informatieFilosofie voor de Wetenschappen
Date 15-10-2013 1 Filosofie voor de Wetenschappen Presentatie voor de Honours-studenten van de Rijksuniversiteit Gent Jan-Willem Romeijn Faculteit Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Date 15-10-2013
Nadere informatieKlein Kontakt. Jarigen in mei zijn: - A -
- A - Klein Kontakt Het is mei, de natuur is helemaal tot leven gekomen, overal bloeien bomen. De vogels zijn erg druk, ze leggen de laatste hand aan hun nestjes. Overal mooie dingen om ons heen, helaas
Nadere informatieZondag 28 juni 2015 Hem even aan te mogen raken
Zondag 28 juni 2015 Hem even aan te mogen raken Bij Marcus 5 : 21-43 Voor mensen met school-gaande kinderen nadert de zomervakantie. Hier in de kerk blijven al enige tijd wat meer stoelen leeg om dat dan
Nadere informatieOefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.
Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn
Nadere informatieHet Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]?
Het Adjectief Groen, groot, dik, donker, zijn allemaal adjectieven. We kunnen ze op verschillende manieren in een zin gebruiken. Als we het adjectief direct voor een substantief zetten, komt er soms een
Nadere informatiePatiënt weigert medicijnen in te nemen. Probleemoplossend gesprek
Patiënt weigert medicijnen in te nemen. Probleemoplossend gesprek Korte beschrijving van het gesprek Een verpleegster controleert of de patiënte haar medicijnen in heeft genomen. De patiënte weigert de
Nadere informatieOp bezoek, locatie Den Helder Bezoektijden en regels.
Op bezoek, locatie Den Helder Bezoektijden en regels www.nwz.nl Inhoud Bezoektijden 3 Twee bezoekers per patiënt 3 Bent u verkouden? Stel uw bezoek dan uit 4 Richtlijnen voor meegebracht eten en drinken
Nadere informatieEXAMEN OCTROOIGEMACHTIGDEN. Tentamen Octrooirecht 11 januari Casus I : ± 90 minuten. Casus II : ± 60 minuten. Casus III : ± 30 minuten
EXAMEN OCTROOIGEMACHTIGDEN Tentamen Octrooirecht 11 januari 2010 Casus I : ± 90 minuten Casus II : ± 60 minuten Casus III : ± 30 minuten CASUS I Pharmahappy B.V. sluit een overeenkomst met Prof. Wiskid
Nadere informatieThema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?
www.edusom.nl Thema Op het werk Les 13. Hoe werkt de machine? Kofi is op het werk. Kofi moet aan de machine werken. De chef vertelt Kofi eerst hoe de machine werkt. Dan werkt Kofi met de machine. De machine
Nadere informatieTekst lezen en vragen stellen over de tekst
Voorspellen Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en het plaatje. Tekst lezen en vragen stellen over de tekst 1. Lees de uitleg. Tijdens het lezen van een tekst,
Nadere informatieVanavond extra avondprogramma! Niet vergeten! 19.00 tot 21.00 uur. VANAVOND EEN UITGAVE VAN VAKANTIESPELEN KRIEBELDAM DE KRIEBELDAMMER
Iedereen die volgende week niet terug komt een hele fijne vakantie toegewenst! VAKANTIE Vanavond extra avondprogramma! Niet vergeten! 19.00 tot 21.00 uur. VANAVOND Vandaag extra veel tekeningen van de
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Nederland
Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen
Nadere informatieLezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen
Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk
Nadere informatieKennismaking met programmeren
Kennismaking met programmeren handleiding voorwaarden Project van de Pedagogische Academie, Hanzehogeschool Groningen en Groningen Programmeert in samenwerking met: Leerdoelen De kinderen begrijpen hoe
Nadere informatieKlassieke homocystinurie
Klassieke homocystinurie uitgelegd aan kinderen Homocystinurie 1 2 Wat is homocystinurie? Je hebt een zeer zeldzaam probleem, genaamd homocystinurie (afgekort HCU). Wanneer we eten, breekt ons lichaam
Nadere informatieNT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen
Examen I: Spreken Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje 2009 Voorbeeldexamen Examennr. kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit twee delen. Elk deel begint met een korte
Nadere informatieExamen VWO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2009 tijdvak 2 dinsdag 23 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten
Nadere informatieWat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN
Wat kan ik na het 1 ste jaar? Ik kan mezelf kort voorstellen: naam, woonplaats, beroep, Ik kan iemand op een eenvoudige maar correcte manier begroeten en afscheid nemen. Ik kan in een eenvoudig gesprek
Nadere informatieTHEMA KERN SUBKERN INHOUDEN DIT DOEN WIJ AL DIT WILLEN WIJ DOEN SEO
SEO Zelf Gevoelens Beschrijven welke gevoelens ik ervaar. Beschrijven welke gevoelens ik wel en niet begrijp. Omgaan met gevoelens en beschrijven hoe mijn reactie op gevoelens afhangt van het soort gevoel
Nadere informatieKan ik het wel of kan ik het niet?
1 Kan ik het wel of kan ik het niet? Hieronder staan een aantal zogenaamde kan ik het wel, kan ik het niet-schalen. Deze hebben betrekking op uw taalvaardigheid in zowel het Nederlands als het Engels.
Nadere informatieDeel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen
Nadere informatieEen staatsexamen Nederlands overleven
Een staatsexamen Nederlands overleven De inleiding van een tekst kan verschillende functies hebben, zoals: 1 de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen 2 de hoofdgedachte van de tekst formuleren
Nadere informatieDocentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2
Docentenhandleiding Derde Kamer - Handboek Politiek 2 De Derde Kamer der Staten-Generaal deel 2 is een interactief lesprogramma over politiek voor leerlingen van groep 7 en 8. Met behulp van het Handboek
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren
Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren Samenvatting door B. 1258 woorden 29 oktober 2014 4,3 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Betrouwbaarheid controle 1.auteur 2.publicatieplaats
Nadere informatieEen onderzoekende houding bij leerlingen. Hoe krijg je dit voor elkaar?
Een onderzoekende houding bij leerlingen Hoe krijg je dit voor elkaar? Bouwbijeenkomst Datum: 30 oktober 2013 Henderien Steenbeek - h.w.steenbeek@rug.nl, h.w.steenbeek@pl.hanze.nl Sabine van Vondel s.van.vondel@rug.nl
Nadere informatiemaatschappijwetenschappen havo 2016-I
Opgave 4 Toestaan van wietteelt? Bij deze opgave horen de teksten 6 tot en met 8 en afbeelding 1 uit het bronnenboekje. Inleiding In Nederland is het telen van hennepplanten (cannabis), waaruit wiet of
Nadere informatieANTWOORDEN TAALSTERK B1 THEMA 2 WERK ZOEKEN
ANTWOORDEN TAALSTERK B1 THEMA 2 WERK ZOEKEN Opdracht 4 1. En wat doe jij volgend jaar? 2. luisteren naar verhalen over opleiding en werk, vragen stellen, praten met de andere deelnemers 3. 22.00 uur 4.
Nadere informatieBijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje b
Bijlage VMBO-KB 2008 2 tijdvak 2 geschiedenis en staatsinrichting CSE KB Bronnenboekje 800045-2-736b Staatsinrichting van Nederland bron 1 Reclame voor fietsrijlessen voor vrouwen (1896). bron 2 Op de
Nadere informatieExamen HAVO. Wiskunde A1,2
Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een
Nadere informatieOndersteuningskwaliteit / Analyse van bovenaf. Week 2, 2010
1 Ondersteuningskwaliteit / Analyse van bovenaf Week 2, 2010 2 Let op! Komende donderdag geen college! Presentatieopdrachten Hfdstk 10/11 verplaatst naar 19/11 Hoofdstuk 10 4 Ondersteuningsrelaties Overzicht
Nadere informatie3. In de inleiding worden verschillende woorden gebruikt om de mate van aandacht van de media weer te geven. Welke woorden zijn dit?
Tekst lezen en woordenschat 1. Bekijk de buitenkant van de tekst van deze les. a) Wat voor soort tekst is dit (bijvoorbeeld: nieuwsbericht, achtergrondartikel, column)? Waarom denk je dat? b) Waar denk
Nadere informatieDag 15 - natuurlijk speechen met mind mapping
Dag 15 - natuurlijk speechen met mind mapping Zodra je er op gaat letten zie je dat veel toespraken eigenlijk heel onnatuurlijk overkomen. De spreker staat kaarsrecht achter zijn spreekgestoelte. Hij duikt
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieMarije Smits ZINTUIGEN PROEF OPDRACHT 1. Esra Isguzar CMD2E. Experience Design Zintuigen Proef Esra Isguzar
E X P E R I E N C E D E S I G N Marije Smits ZINTUIGEN PROEF OPDRACHT 1 Esra Isguzar 0841000 CMD2E Experience Design Zintuigen Proef Esra Isguzar 0841000 Inleiding Ik vond deze opdracht vrij moeilijk.
Nadere informatieMelkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Wat leert je kind? Taal en ouders: de basisschool Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Wat leert je kind?, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn
Nadere informatieANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD
ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD Opdracht 1: de pinpas de geldautomaten het geld het bedrag Opdracht 8 1. Hij betaalt in Nederland met de euro. 2. Wij wisselen geld. 3. Je hebt briefjes en munten.
Nadere informatieTekstanalyse. Studiehandleiding Blok 2, DEELTIJD. Docent: Rick Nouwen. Afdeling Taalbeheersing Vakgroep Nederlands Universiteit Utrecht
Tekstanalyse Studiehandleiding Blok 2, 2009-2010 DEELTIJD Docent: Rick Nouwen Afdeling Taalbeheersing Vakgroep Nederlands Universiteit Utrecht Cursuscode: 200400857 1 Doel van de cursus Deze cursus gaat
Nadere informatie