Gemeente Delft 19 FEB FEB Gescand archief. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad Gemeente Delft Gescand archief 19 FEB Van Datum Pfh. Steller tel.nr. Programma Registratie nr. Stuk College van B&W 27 oktober 2009 Burgemeester J.M. Veltman Juridische Zaken I Gescand archief 19 FEB J Ondenwerp : Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft Gevraagde beslissing: het vaststellen van de herziene Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft; de inwerkingtreding van dit besluit per 1 januari 2010; het intrekken per 1 januari 2010 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft zoals deze geldt tot 1 januari Samenvatting Vanaf 2004 wordt elk jaar de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft (APV) geactualiseerd. Dit jaar is er sprake van een algehele herziening, die voort komt uit het feit dat in 2008 (en ook in 2007) de model APV van de VNG ingrijpend is herzien. De herziening is in december 2008 al aangekondigd aan de gemeenteraad bij het behandelen van de toenmalige update van de APV. Bij de herziening is uitgegaan van de volgende uitgangspunten c.q. doelstellingen: deregulering en vermindering van administratieve lasten waar mogelijk en verantwoord; uniformering: o op landelijk niveau: de model APV van de VNG fungeert als leidraad en richtsnoer; belangrijk aspect bij de herziening is de deregulering en vermindering o administratieve lasten en aanpassing aan de Europese Dienstenrichtlijn; uniformering op onderdelen op regionaal niveau: het bereiken van een zekere mate van uniformering, met name met de APV van de gemeente Den Haag, mede in het kader van de politieregio Haaglanden. Daarnaast is vergelijking met de APV van de gemeente Rotterdam van belang. aanpassing aan en rekening houden met taken van politie en justitie, zowel in Delft als in de regio Haaglanden; 4. realiseren van inhoudelijke aanpassingen aan nieuw beleid binnen de gemeente, voorts om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen en aan problemen/knelpunten die gemeente en politie in de praktijk ondervinden, bijvoorbeeld bij de handhaving. Deze uitgangspunten en doelstellingen worden hieronder toegelicht.

2 Stuk 763 I pag. Toezicht OP evenementen (Hoofdstuk 1, Afdeling 7 nieuwe nummering; huidig hoofdstuk 2, Afdeling 2). In de model APV wordt een onderscheid gemaakt in kleinere en grote evenementen en een vrijstellingsplicht (= meldingsplicht) voor kleinere evenementen. In de herziene APV Delft komt art. 8 (Feest en muziek en dergelijke) als zodanig te vervallen; daarvoor gold al een meldingsplicht. Dit is ondergebracht in de nieuwe Afdeling 7 van Hoofdstuk Voor evenementen en grote evenementen blijft een vergunningstelsel gehandhaafd. Voorts zijn aanpassingen gedaan vanwege afstemming in de regio; zie daarvoor hieronder. Speelgelegenheden, Hoofdstuk 1, Afdeling 9 (nieuwe nummering). De gemeentelijke autonomie t.a.v. dit onderwerp is beperkt, er is sprake van medebewindtaken. De APV dient vast te leggen hoeveel speelautomaten per vergunning toegestaan worden. Daarvoor geldt geen beleidsvrijheid; het zijn er geen of Deregulering is niet mogelijk, wel wordt in de model APV de vergunning voor onbepaalde tijd geldig. In Delft was dit al het geval. In de model APV bestond voor bepaalde categorieën alarminstallaties een vergunningplicht. De installatie wordt vrijgelaten en daarmee wordt de vergunningplicht afgeschaft, de risico's voor openbare orde en veiligheid zijn beperkt. In de APV van de gemeente Delft was een dergelijke vergunningplicht niet (meer) opgenomen. Verkooppunten vuurwerk. In de model APV wordt aangegeven dat met een vergunning de verkoop van vuurwerk gereguleerd kan worden; voorts kunnen aan de vergunning voonwaarden worden verbonden. Ook wordt de vergunning door veel gemeenten gebruikt om, naast uitsluiten via het bestemmingsplan, een spreidingsbeleid van verkooppunten te voeren en ter nadere regulering. Vanwege openbare orde en veiligheid kiest de VNG voor handhaving van de vergunning en raadt gemeenten een bewuste keuze aan. In de gemeente Delft is het onderwerp verkooppunten vuurwerk ai voldoende geregeld in het bestemmingsplan en in het Vuurwerkbesluit; dat blijkt ook uit de praktijk. Nadere regelgeving is dan overbodig. Seksinrichtinqen, escortbedrijven, straat- en raamprostitutie (Hoofdstuk 3 - nieuwe nummering). In de model APV wordt een vergunningstelsel gehanteerd. De vergunning ziet op andere aspecten van het seksbedrijf, van openbare orde tot hygiëne. De maatschappelijke risico's van niet reguleren zijn groot. De VNG pleit voor behoud van de vergunning voor de exploitatie van een bedrijf en wel voor onbepaalde tijd. In de APV van de gemeente Delft is dit al als zodanig geregeld. Wel is in art. 3:12 (nieuwe nummering) een nieuwe weigeringsgrond toegevoegd voor het verstrekken van een vergunning aan een bedrijf dat voornemens is een seksinrichting of escortbedrijf te exploiteren binnen een straal van 250 meter van een schoolgebouw. Ook wordt de vergunning voor bepaalde tijd gehandhaafd (art. 3:4 nieuwe nummering). Collecte (inzamelvergunning), de VNG pleit voor het verlengen van de duur van de vergunning of een doorlopende vergunning. In Delft wordt al voorzien - onder een aantal voorwaarden - in een vrijstelling voor instellingen die staan vermeld op het collecterooster van het CBF, zie het 5 e Uitvoeringsbesluit APV. Inhoudelijke wijziging van het artikel is niet nodig. Venten. Hoofdstuk 5 Afdeling 3, nieuwe nummering. De VNG pleit voor afschaffen van de vergunning en het opstellen van algemene regels. Als alternatief wordt een tekst voor een vergunningstelsel aangeboden, als de gemeente deze toch wil blijven hanteren. Het voorstel voor de APV voor Delft is, de huidige vergunning te vervangen door een meldingssysteem. Dat biedt de politie meer mogelijkheden tot optreden en bescherming van burgers dan een algemene regel. Wel zal binnen de gemeente nagegaan dienen te worden of deze melding digitaal gedaan kan worden.

3 Stuk 763 I pag. 4. Standplaatsen (Hoofdstuk 5 Afdeling 4 nieuwe nummering). Dit betreft bijvoorbeeld kramen waar goederen zoals oliebollen, ijsjes en loempia's worden verkocht. De VNG pleit voor het verlengen van de duur van de vergunning (onbepaalde tijd). Omdat een vergunning persoonsgebonden is acht de VNG een algemene regel niet goed mogelijk. Ook gaat het om het belang van de verdeling van de openbare ruimte. Daarnaast speelt het uiterlijk aanzien van het straatbeeld en de beheersing daarvan een rol, evenals het voorkomen van overlast, zoals bijvoorbeeld stankoverlast en zwerfvuil. In Delft wordt al gewerkt met een vergunning voor onbepaalde tijd; inhoudelijke wijziging is daarom niet nodig. Snuffelmarkten, Hoofdstuk 5 Afdeling 5 nieuwe nummering. Onder een snuffelmarkt wordt verstaan een markt die onder een dak plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld een automarkt of een bazaar. De VNG geeft als opties aan het behouden van de vergunning vanwege de risico's voor openbare orde en veiligheid van met name grote markten, of het werken met een meldingssysteem. Binnen de gemeente Delft vallen snuffelmarkten buiten een gebouw onder kleine evenementen waarvoor een meldingsplicht geldt. Naar analogie daarvan wordt voorgesteld ook voor snuffelmarkten in gebouwen de vergunningplicht te wijzigen in een meldingsplicht. In de lijst met dereguleringsvoorstellen van de VNG is ook opgenomen het vervallen van de verqunninqplicht voor voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg (huidiq art. 11; nieuw artikel 2:7). Dit artikel heeft onder meer betrekking op bouwsteigers, containers, bankjes en uitstallingen. In het kader van het REAL project wordt binnen de gemeente aandacht besteed aan de omzetting van dit artikel. Dit zal naar verwachting de eerste helft van 2010 zijn beslag krijgen. Daarbij dienen eerst de mogelijke gevolgen van wijziging door het laten vervallen van de vergunningplicht, goed in kaart te worden gebracht. Dat betreft met name de uitwerking/ gevolgen betreft voor de binnenstad van Delft, de werkzaamheden de komende jaren rond de Spoorzone, de gevolgen voor handhaving (verschuiving van toetsing vooraf naar handhaving "achteraf') en de gevolgen voor precarioheffing. Daarom wordt momenteel nog geen wijziging voorgesteld. Naast bovenstaande onderwerpen kent de model APV een aantal artikelen dat als optioneel wordt aangegeven. Afhankelijk van de aard van de gemeente en de behoeften kunnen deze al dan niet worden opgenomen in de APV. Daaronder vallen onder meer: straatartiest (wordt gewijzigd, zie hieronder), winkelwagentjes (wordt gehandhaafd), openstaande kelderingangen e.d. (niet opgenomen), objecten onder hoogspanningslijn (wordt niet opgenomen is geregeld in bestemmingsplannen), veiligheid op het ijs (wordt geschrapt wegens overbodigheid), duiven (niet opgenomen), bijen (niet opgenomen), straatvegen (niet opgenomen). Een aantal onderwerpen c.q. dereguleringsvoorstellen van de VNG dat in de model APV is opgenomen, is in de gemeente Delft in aparte verordeningen opgenomen. Dat betreft: Horecabedrijven en terrassen; de VNG geeft aan dat gemeenten zelf dienen te bepalen of zij willen werken met een vergunning in het belang van openbare orde en veiligheid. In Delft is dit geregeld in de Exploitatieverordening Horeca Voorwerpen op of in het water; de VNG adviseert de vergunning in het modelartikel te vervangen door een melding. In Delft is dit onderwerp geregeld in de Verordening op het Openbaar Gemeentewater Delft.

4 Stuk 763 I pag. 5. Kapvergunning; de VNG adviseert sterke vereenvoudiging. De vergunningplicht wordt beperkt tot een aantal op een lijst aangewezen beschermenswaardige bomen. In Delft is dit onderwerp geregeld in de Bomenverordening. Reclame; de VNG pleit voor het vervangen van de vergunning door een algemene regel. In Delft is dit geregeld in de Reclameverordening. In het kader van de herziening APV zijn deze onderwerpen buiten beschouwing gelaten. Uniformering van reqe/qewnq; op landelijk en op regionaal niveau Reeds enkele jaren wordt de model APV van de VNG als richtsnoer genomen voor de jaarlijkse aanpassingen van de APV voor Delft. Naast inhoudelijke aanpassingen zoals hierboven weergegeven, is de model APV in 2008 ook aangepast wat de indeling en de nummering betreft, zijn overbodige artikelen geschrapt en is kritisch gekeken naar redactie en vereenvoudiging van teksten. In het voorstel tot aanpassing van de APV voor Delft is zoveel mogelijk op deze onderdelen de model APV gevolgd. Wat de nummering en indeling betreft is de zelfde systematiek gevolgd, dat wil zeggen: - de APV bestaat uit een aantal hoofdstukken; - een hoofdstuk is meestal onderverdeeld in een aantal afdelingen; - de afdeling bestaat uit één of meerdere artikelen; - het artikelnummer bestaat uit 2 cijfers: het eerste cijfer verwijst naar het hoofdstuk, het tweede cijfer naar de volgorde van de artikelen in dat hoofdstuk. De afdeling wordt niet meer apart in het artikelnummer opgenomen. Voor de APV voor Delft wordt geen aparte toelichting gehanteerd; voor toelichting op de artikelen wordt verwezen naar de model APV. Als gevolg van de hernummering dient overigens een aantal zaken aangepast te worden, zoals borden, brieven of formulieren. Voorts is naar aanleiding van de model APV nog een aantal inhoudelijke artikelen opgenomen die hierboven nog niet is weergegeven, zoals: - Inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf (Hoofdstuk 2 Afdeling 8; zie hieronder); - Kamperen buiten kampeerterreinen (Hoofdstuk 4 Afdeling 3). - Rookverbod in bossen en natuurterreinen (art. 2:13). Daarnaast is een aantal technisch-juridische aanpassing opgenomen, zoals in geval een artikel is geïntegreerd in een ander artikel of zoals in art. 2:46 (nieuwe nummering) "Gevaarlijke honden". In dit artikel wordt verwezen naar de regeling Muilkorven voor honden bij hondsdolheid. Deze regeling is ingetrokken. Voorstel is de definitie op te nemen zoals deze in de Regeling Agressieve dieren (RAD) was opgenomen. Lid 4 van genoemd artikel kan ook vervallen, omdat genoemde regeling is vervallen. Ook de APV's van de gemeenten Den Haag en Rotterdam zijn bij de voorbereiding in ogenschouw genomen. Waar sprake was van toegevoegde waarde is nagegaan of overnemen van een artikel wenselijk was. Dat is niet in alle gevallen zo en is ook afhankelijk van de grootte van de steden en de problematiek die speelt. Wel moet uiteraard worden voorkomen dat er sprake is van overloop van problemen, doordat bijvoorbeeld in Delft bepaalde zaken niet zijn geregeld waar dat wel het geval is in de omliggende steden. Een voorbeeld van een artikel dat wordt overgenomen van de gemeente Den Haag is het artikel inzake Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen (art. 2:3 nieuwe nummering). Dit artikel bestond al in de APV voor Delft, maar inhoud en redactie is vanwege uniformering binnen de regio overgenomen van Den Haag.

5 Stuk 763 I pag. 6. Aanpassing aan de taken van politie en justitie met name in de regio Haaglanden Evenementen Op 29 januari 2008 heeft het college ingestemd met de kadernota Nota Creatieve Meetlat en deze vervolgens ter vaststelling voorgelegd aan de raad. Op 27 maart 2008 heeft de raad de nota vastgesteld. Op 2 juni 2009 is door het college een nadere uitwerking van deze kadernota vastgesteld in de nota Integraal Evenementenmodel. Deze nota is besproken in de raadscommissie Samenleving en Volkshuisvesting van 30 juni Naast oriëntatie op de model APV is in deze laatste nota nadrukkelijk aansluiting gezocht bij de werkwijze zoals deze wordt gehanteerd door de gemeente Den Haag in samenspraak met de politie Haaglanden. Op deze manier kan binnen de politieregio Haaglanden een tijdige afweging plaatsvinden van de inzet van de politie bij grote evenementen. Een en ander is wat regelgeving betreft onder meer vertaald in APV artikelen; deze worden weergegeven in Hoofdstuk 1 Afdeling 7, alsmede in Hoofdstuk 1, art. 1:2 en art. 1:3 (nieuwe nummering). Voorts vindt in dit kader aanpassing plaats van art. 4:7 Incidentele festiviteiten (nieuwe nummering). Conform eerder ingenomen standpunt van het college zal de individuele ondernemer de mogelijkheid worden geboden om in plaats van 8, 12 incidentele festiviteiten per jaar te houden.. 2 Politiewet Op 29 januari 2008 is door de strafkamer van de Hoge Raad een uitspraak gedaan (nr /06) welke betrekking heeft op artikel 2 Politiewet en artikel 184 lid 1 Sr 2, zie AB 2008/147 m.nt. Brouwer en Schilder en NJ 2008/206 m.nt. Mevis. De casus had betrekking op een persoon (deel uitmakend van een actiegroepje) die geen gevolg gaf (althans in 2 e instantie) aan het bevel van een ambtenaar van politie om zich van een terrein van een particulier te verwijderen. De Hoge Raad concludeert in dit arrest dat artikel 2 Politiewet geen "wettelijk voorschrift" is, zoals is bedoeld in artikel 184 lid 1 eerste deel, Wetboek van Stafrecht. Daarvoor is de in dat artikel opgenomen algemene taakomschrijving te vaag; die taakomschrijving houdt niet uitdrukkelijk de bevoegdheid in tot het doen van een bevel of een vordering. (Mevis, aant.1). Uit een bevel op grond van art. 2 vloeit geen rechtsplicht voort voor de aangesprokene waarvan niet-nakoming een misdrijf in de zin van art. 184 lid 1 eerste zinsnede Sr oplevert (Aantek. 1 Brouwer en Schilder). De uitspraak van de Hoge Raad is genuanceerd. Een waarschuwing geven op basis van art. 2 blijft tot de mogelijkheden behoren. Wel biedt art. 2 Pol.wet een wettelijk kader voor strafbaarheid op grond van het tweede tekstdeel van art. 184 lid 1 Sr (belemmeren, beletten of verijdelen van ambtshandelingen) Politiewet heeft betrekking op de taak van de politie om in ondergeschiktheid aan het bevoegde gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven Wetboek van Strafrecht, eerste 2 lidnummers: I.Hij die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of een vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast of door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten, alsmede hij die opzettelijk enige handeling, door een van die ambtenaren ondemomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, belet, belemmert of verijdelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Met de in het eerste gedeelte van het vorige lid bedoelde ambtenaar wordt gelijkgesteld ieder die, krachtens wettelijk voorschrift, voortdurend of tijdelijk met enige openbare dienst is belast.

6 Stuk 763 I pag. 7. Met andere woorden: wanneer in een wetsartikel of -bepaling niet nadrukkelijk is opgenomen dat een politieambtenaar de bevoegdheid heeft een bevel te geven, bijvoorbeeld aan iemand om zich te verwijderen of zijn weg te vervolgen, dan kan deze bevoegdheid niet worden uitgeoefend op basis van artikel 2 Politiewet. Daarvoor is het artikel te algemeen; een concrete bevelsbevoegdheid is noodzakelijk, vastgelegd in een wettelijke bepaling. De politie-ambtenaar moet gerechtigd zijn een bevel te geven. Door deze uitspraak van de HR (het issue als zodanig is zeker niet nieuw), is er volgens de politie een leemte ontstaan in de mogelijkheden om in de praktijk op te treden. De mogelijkheid tot optreden is ook van belang in situaties waarin tijdig optreden wenselijk is om verdere escalatie te voorkomen. APV Delft In de huidige APV van Delft is in art. 2:1 (nieuwe nummering; huidig artikel 1) Samenscholing en ongeregeldheden, in lid 2 al nadrukkelijk een bevelsbevoegdheid voor een politieambtenaar opgenomen inzake het vervolgen van de weg of zich in de door de politieambtenaar aangegeven richting te verwijderen. Ook in huidig artikel 5 verboden optocht, is een lid 2 een bevelsbevoegdheid voor de politie opgenomen. Dit artikel wordt omgevormd tot "verboden betoging" (art. 2:4 nieuwe nummering). Het hier beschreven probleem is uiteraard iets dat niet alleen in Delft aan de orde is. Vooruitlopend op een mogelijk landelijk voorstel, wordt voorgesteld in een aantal artikelen expliciet de bevelsbevoegdheid voor de politie op te nemen. Dat betreft: art. 2:32 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen (nieuwe nummering; art. 4 huidige nummering);); art. 2:34 Verboden gedrag bij of in gebouwen (nieuwe nummering; art. 6 huidige nummering); art. 2:35 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten (nieuwe nummering; art. 7 huidige nummering). Inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Deze afdeling was nog niet opgenomen in de APV voor Delft. In Afdeling 8 van Hoofdstuk 2 (nieuwe nummering) wordt aangegeven dat de exploitant/leidinggevende de burgemeester van oprichting en wijziging van exploitatie in kennis dient te stellen (voor een deel van de inrichtingen is dat overigens al geregeld in de Exploitatieverordening Horeca). Hieronder vallen ook kampeerinrichtingen. Voorts wordt degene die in een dergelijke inrichting overnacht, verplicht een aantal persoonlijke gegevens te verstrekken. De verplichting tot het bijhouden van een nachtregister is ook geregeld in de Wetboek van Strafrecht, art Politieambtenaren worden in art. 6:2 (nieuwe nummering) aangewezen als toezichthouder voor deze Afdeling. Dat geeft hen de bestuursrechtelijke bevoegdheid tot toezicht en handhaving, waardoor men, indien nodig, in een vroeg stadium kan optreden. 4. Aanpassing aan nieuw beleid en knelpunten in de praktijk Op basis van praktijkervaringen van gemeente en politie, maar ook door respons van bijvoorbeeld ondernemers wordt een aantal artikelen aangepast. Hieronder staan enkele van de belangrijkste wijzigingen weergegeven:

7 Stuk 763 I pag. 8. Straatartiest. 2:6 (nieuwe nummering; huidig art. 10) Het muziek ten gehore brengen wordt beschouwd als het uiten van de vrije mening. Het is daarom niet gebonden aan een vergunning. Wel wordt in de praktijk door een aantal ondernemers aangegeven dat men overlast ondervindt van muzikanten die lange tijd bijvoorbeeld vlak voor de winkel staan te spelen. Om overlast voor anderen te voorkomen wordt daarom voorgesteld enige beperking aan te brengen in tijd en ruimte wat betreft het ten gehore brengen van muziek. Deze beperking geldt niet voor overige straatartiesten. Drugsoverlast - Verzameling van 2 of meer personen in verband met harddrugs. 2:53 (nieuwe nummering; huidig art. 6.3) Waar nu in het artikel sprake is van aangewezen "wegen" wordt dit gewijzigd in een "gebied" dat door de burgemeester kan worden aangewezen. Dit is makkelijker te omschrijven en te hanteren. In Delft geldt het verbod alleen op de aangewezen wegen, voor 2 of meer personen. Verbod afvalstoffen te verbanden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken.. 5:24 (nieuwe nummering; huidig art. 18). In dit artikel was bepaald dat in de maand december- met uitzondering van Lichtjesavond geen vuur gestookt mocht worden, zoals vuurkorven. Bij gemeente en politie bestaat de behoefte dit verbod uit te breiden tot en met 2 januari. Omdat het verbod specifiek de periode rondom Kerst en Oud en Nieuw betreft en het artikel moeilijk leesbaar was, is de periode van het verbod nader gepreciseerd en is de redactie van het artikel verbeterd. Seksinrichtingen Hoofdstuk 3, art. 3:12 (nieuwe nummering; huidig art. 2). Bij de weigeringsgronden voor een vergunning t.b.v. een seksinrichting is opgenomen dat een aanvraag voor de exploitatie van een seksinrichting of een escortbedrijf geweigerd wordt wanneer de voorgenomen locatie zich bevindt binnen een straal van 250 meter van een school. Vervoer inbrekerswerktuigen. 2:30 (nieuwe nummering; huidig art. 2). In dit artikel, dat in de huidige versie overeenkomt met dat van de APV Den Haag, is nieuw toegevoegd dat men in de openbare ruimte ook geen middelen bij zich mag dragen die bedoeld zijn voor het plegen van fietsendiefstal. Het gaat vaak om specifieke werktuigen die worden gebruikt. De toevoeging kan een bijdrage leveren voor de bestrijding door de politie van fietsendiefstal. Aanleiding De APV voor Delft wordt jaarlijks geactualiseerd. Deze keer wordt de verordening in zijn geheel herzien, mede naar aanleiding van de herziening van de model APV van de VNG in De herziening is in december 2008 al aan de raad aangekondigd bij de behandeling van de toenmalige actualisering. Bevoegdheid Het vaststellen van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft is een bevoegdheid van de gemeenteraad op basis van artikel 149 Gemeentewet.

8 Stuk 763 I pag. 9. Historie / relatie met eerdere besluiten/ proces In 2004 is een algehele herziening van de toenmalige APV door de raad vastgesteld; tevens is toen besloten om te gaan werken met een jaarlijkse actualisering/update van de APV, welke telkens per 1 januari van enig kalenderjaar in werking treedt. Tussentijdse wijzigingen worden voorgesteld indien dit noodzakelijk is. 4. Wat willen we bereiken? (Beoogd effect) Een actuele APV welke zo goed mogelijk is toegespitst op de problematiek van de gemeente Delft inzake openbare orde en veiligheid en openbare ruimte en welke op relevante onderdelen aansluit bij de APV van gemeenten in de politieregio Haaglanden (met name Den Haag) en omliggende steden, met name Rotterdam. 5. Wat gaan we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen) Herziening, daarbij inbegrepen actualisering van de regelgeving. 6. Wat mag het kosten? (Financiële paragraaf) Is in verband met de voorgestelde wijzigingen niet aan de orde. 7. Communicatie Op basis van artikel 3:42 Awb is publicatie verplicht. 8. Verdere procedure Na vaststelling van de wijzigingen door de gemeenteraad wordt het besluit gepubliceerd in "Delft op zondag" en wordt het stuk ter inzage gelegd bij de Publieksbalie. Het betreft een algemeen verbindend voorschrift, dat niet openstaat voor bezwaar en beroep. Bijlage: Overzicht van de voorgestelde wijzigingen en een toelichting daarop. Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van Delft, mr. drs. G.A.A. Verkerk.burgemeester. mr. drs. H.G.L.M. Camps.secretaris.

9 Raadsbesluit Datum Registratie nr. Stuk Onderwerp 17 december II : Herziening Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet overwegende dat het aanbeveling verdient regels te stellen ter handhaving van de openbare orde BESLUIT: I. Vast te stellen de navolgende Algemene plaatselijke verordening voor Delft: Algemene plaatselijke verordening voor Delft Inhoudsopgave Hoofdstuk Hoofdstuk Afdeling 1 1: :1 2 2 Algemene bepalingen Begripsbepalingen Beslistermijn Indiening aanvraag Voorschriften en beperkingen Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing Intrekking ofwijziging van vergunning of ontheffing Termijnen Weigeringsgronden Openbare orde Bestrijding van ongeregeldheden Samenscholing en ongeregeldheden Verstoren openbare orde

10 Stuk 763 II pag. Afdeling 2 Betoging 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 2:4 Verboden betoging Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken 2:5 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg 2:6 Straatartiest Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg 2:7 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg 2:8 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg Afdeling 6 2:9 Maken, veranderen van een uitweg 2:10 2:11 Veiligheid op de weg 2: :14 2:15 Afdeling Afdeling 8 2:16 2:17 2:18 2:19 Winkelwagentjes Hinderlijke beplanting of voorwerp Openen straatkolken en dergelijke Rookverbod in bossen en natuurterreinen Voorzieningen voor verkeer en verlichting Verwijdering en dergelijke van voorzieningen voor verkeer en verlichting Verbod carbid te schieten Evenementen Begripsbepaling Evenement Ordeverstoring Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf 2:20 Begripsbepaling 2:21 Kennisgeving exploitatie 2:22 Verschaffing gegevens nachtregister

11 Stuk 763 II pag. Afdeling 9 Toezicht op speelgelegenheden 2:23 Begripsomschrijvingen 2:24 Maximum aantal automaten in hoog- en laagdrempelige inrichtingen 2:25 Aanwezigheidsvergunning, tenaamstelling, nietoverdraagbaarheid 2:26 Kleine kansspelen Afdeling 10 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid 2:27 Betreden gesloten woning of lokaal 2:28 Plakken en kladden 2:29 Vervoer plakgereedschap e.d. 2:30 Vervoer inbrekerswerktuigen en hulpmiddelen voor winkeldiefstal 2:31 Bescherming groenvoorzieningen 2:32 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 2:33 Verboden drankgebruik 2:34 Verboden gedrag bij of in gebouwen 2:35 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten 2:36 Natuurlijke behoefte doen 2:37 Onbetamelijk gedrag op begraafplaatsen 2:38 Messen en andere voorwerpen 2:39 Bedelarij 2:40 Neerzetten van fietsen e.d. 2:41 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. 2:42 Bespieden van personen 2:43 Sleuteladres 2:44 Loslopende honden 2:45 Verontreiniging door honden 2:46 Gevaarlijke honden 2:47 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 2:48 Loslopend vee en pluimvee Afdeling 11 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen 2:49 Begripsomschrijvingen 2:50 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister Ariikel 2:51 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht Afdeling 12 Drugsoverlast 2:52 Handel in en gebruik van verdovende middelen 2:53 Verzameling van 2 of meer personen in verband met harddrugs

12 Stuk 763 II Afdeling Hoofdstuk Afdeling Afdeling Afdeling Afdeling Afdeling 13 2:54 2:55 2:56 3 3:1 3:2 3:3 3:4 3:5 3:6 3:7 3:8 3:9 3:10 3:11 3:12 4 3:13 3:14 5 3:15 3:16 pag. 4. Veiligheidsrisicogebieden, gebiedsontzegging en cameratoezicht op openbare plaatsen Veiligheidsrisicogebieden Gebiedsontzegging Cameratoezicht op openbare plaatsen Seksinrichtingen, straat- en raamprostitutie, sekswinkels en dergelijke Begripsomschrijvingen en nadere regels Begripsomschrijvingen Bevoegd bestuursorgaan Nadere regels Seksinrichtingen, straat- en raamprostitutie, sekswinkels en dergelijke Seksinrichtingen Gedragseisen exploitant en beheerder Sluitingstijden Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder Straat- en raamprostitutie Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotischpornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke Beslistermijn en weigeringsgronden Beslissing op aanvraag Weigeringsgronden Beëindiging exploitatie; wij Beëindiging exploitatie Wijziging beheer Intrekking en sluiting Intrekking van de vergunning Sluiting

13 Stuk 763 II pag. 5. Hoofdstuk 4 Afdeling Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente Geluid-en lichthinder Afdeling Afdeling Hoofdstuk Afdeling Afdeling 4:1 4:2 4:3 4:4 4:5 4:6 4:7 4:8 2 4:9 4:10 3 4:11 4:12 4: :1 5:2 5:3 5:4 5:5 5:6 5:7 5:8 5:9 5:10 2 5:11 Geluidhinder algemeen Geluidsapparaten Geluidhinder door motorvoertuigen of bromfietsen Geluidhinder door vrachtauto's Begripsomschrijvingen Aanwijzing collectieve festiviteiten Kennisgeving incidentele festiviteiten Verboden incidentele festiviteiten Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast Ven/oer stoffen die stank of vuil verspreiden Mestvaalten en dergelijke Kamperen buiten kampeerterreinen Begripsbepaling Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen Aanwijzing kampeerplaatsen Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente Parkeerexcessen Begripsbepalingen Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. Te koop aanbieden van voertuigen Defecte voertuigen Voertuigwrakken Kampeermiddelen e.a. Parkeren van grote voertuigen Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen Overlast van fiets of bromfiets Collecteren Inzameling van geld of goederen

14 Stuk 763 II pag. 6. Afdeling 3 5:12 5:13 5:14 Venten Begripsbepaling Ventverbod Vrijheid van meningsuiting Afdeling Afdeling Afdeling Afdeling Afdeling Afdeling Hoofdstuk 4 5:15 5: :18 5 5:19 5:20 6 5:21 7 5:22 5:23 8 5:24 5: :27 5:28 6 6:1 6:2 6:3 6:4 6:5 6:6 Standplaatsen Begripsbepaling Standplaatsen, uitstallingen op de weg Toestemming rechthebbende Afbakeningsbepalingen Snuffelmarkten Begripsbepaling Organiseren van een snuffelmarkt Gevonden voorwerpen Gevonden voorwerpen Crosswedstrijden, crossen, motor- en ruiterverkeer Crossterreinen Beperking verkeer in natuurgebieden Verbod vuur te stoken Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of vuur te stoken Voorkoming van vreugdevuren Verstrooiing van as Begripsbepaling Verboden plaatsen Hinder of overlast Straf-, overgangs- en slotbepalingen Strafbepaling Toezichthouders Binnentreden woningen Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening Overgangsbepaling Citeertitel

15 Stuk 763 II pag. 7. Hoofdstuk Algemene bepalingen 1:1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg als bedoeld onder b; weg: weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn; bebouwde kom: de bebouwde kom waarvan de gemeenteraad de grenzen heeft vastgelegd overeenkomstig artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 bij raadsbesluit van 24 juni 2004; rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht; bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Bouwverordening Gemeente Delft; gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet; handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen kei 1:2 Beslistermijn Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is. Het bevoegde bestuursorgaan kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen. Van het besluit tot verdaging wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager. Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt niet voor de beslissing op een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 3:4 eerste lid. In geval van een groot evenement zoals genoemd in artikel 2:17 eerste lid, geldt een beslissingstermijn tot 4 weken vóór de datum van het desbetreffende evenement, mits is voldaan aan het bepaalde in artikel 1:3, derde lid. In geval van een evenement zoals genoemd in artikel 2:17 tweede lid, geldt een beslissingstermijn tot 2 weken vóór de datum van het desbetreffende evenement, mits is voldaan aan het bepaalde in artikel 1:3, vierde lid. 1:3 Indiening aanvraag ndien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

16 Stuk 763 II pag In geval van een groot evenement zoals genoemd in artikel 2:17, eerste lid, geldt een indieningstermijn van uiterlijk 16 weken voorafgaande aan de datum van het desbetreffende evenement. In geval van een evenement zoals genoemd in artikel 2:17, tweede lid, geldt een indieningstermijn van uiterlijk 8 weken voorafgaande aan de datum van het desbetreffende evenement. kei 1:4 Voorschriften en beperkingen Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. kei 1:5 Persoonlijk karaktervan vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet. 1:6 Intrekking ofwijziging van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd: indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist; indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; indien de houder dit verzoekt. kei 1:7 Termijnen De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet. 1:8 Weigeringsgronden De vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van: a. b. c. d. de openbare orde; de openbare veiligheid; de volksgezondheid; de bescherming van het milieu.

17 Stuk 763 II pag. 9. Hoofdstuk Openbare orde Afdeling Bestrijding van ongeregeldheden 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden Het is verboden op de weg deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden. Een ieder, die op de weg aanwezig is bij enig voorval, waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis, waardoor er wanordelijkheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. Het is verboden zich te begeven of te bevinden op terreinen, wegen of weggedeelten, wanneer deze door of vanwege het bevoegd gezag in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van wanordelijkheden zijn afgezet. 4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod. 5. Het is verboden om, wanneer een voorval, gebeurtenis of samenscholing als bedoeld in het tweede lid plaatsvindt, tezamen met anderen zich in de richting daarvan te begeven als daarbij voorwerpen en/of stoffen worden medegevoerd, die plegen te worden gebruikt of geschikt zijn om te worden gebruikt bij wanordelijkheden, zoals een ketting, knuppel, helm of bivakmuts. 6. Het verbod in het vijfde lid is niet van toepassing als de in dat lid bedoelde voorwerpen kennelijk niet bestemd zijn voor het daar aangeduide gebruik. 7. Het bepaalde in de leden 1 t/m 4 geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. kei 2:2 Verstoren openbare orde Onverminderd het bepaalde in de artikelen 424,426 bis van het Wetboek van Strafrecht is het verboden, op of aan de openbare weg of in een voor het publiek toegankelijk bouwwerk op enigerlei wijze de orde te verstoren, personen lastig te vallen of te vechten. Het is verboden, op een in het eerste lid bedoelde plaats een voorwerp en/of stof, kennelijk meegebracht om de orde te verstoren, bij zich te hebben. Afdeling 2 Betoging kei 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats, als bedoeld in artikel 1 Wet openbare manifestaties, een betoging te houden, als bedoeld in de artikelen 3 en 4 Wet openbare manifestaties, moet vóór de openbare aankondiging van deze vergadering of betoging en tenminste 4 x 24 uur voordat deze zal worden gehouden, de burgemeester hiervan schriftelijk kennis geven.

18 Stuk 763 II pag a. b. c. d. e. f. 9- a. b. Indien aard of omvang van de betoging of vergadering zulks rechtvaardigen, kan de burgemeester de termijn van 4x24 uur bekorten. De kennisgeving moet tenminste bevatten: naam, adres en telefoonnummer (en zo mogelijk) faxnummer en adres van de organisator en kennisgever van de vergadering of betoging; doel van de vergadering of betoging; datum waarop de vergadering of betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en beëindiging; de plaats en, voorzover van toepassing, de gewenste route en de plaats van beëindiging; het aantal te verwachten deelnemers en de wijze van samenstelling van vergadering of betoging; de middelen van vervoer van de deelnemers aan de vergadering of betoging; door de organisatie zelf te nemen maatregelen om een ordelijk verloop van de vergadering of betoging te bevorderen. Op de kennisgeving wordt door het Regiokorps Politie Haaglanden de datum en het tijdstip van inlevering vermeld en een kopie daarvan terstond overhandigd of toegezonden aan degene, die de kennisgeving heeft gedaan. Zo mogelijk na mondeling overleg met degene, die de kennisgeving heeft gedaan, wordt hem zo spoedig mogelijk schriftelijk de volgende stukken toegezonden: de algemene voorschriften van de burgmeester op grond van de wet; eventuele met de organisator gemaakte afspraken over een ordelijk verloop en eventuele door de burgemeester gestelde voorschriften. Indien het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na 100 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk 100 uur op de aan de dag van dat tijdstip voorafgaande werkdag. kei 2:4 Verboden betoging Het is verboden een betoging als bedoeld in artikel 2:3 te doen plaatsvinden, feitelijk te leiden of aan een dergelijke betoging deel te nemen, terwijl men weet of redelijkerwijze kon weten, dat; a. de kennisgeving daarvan niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:3 is gedaan; b. gehandeld wordt in afwijking van de gegevens die bij de kennisgeving als bedoeld in artikel 2:3 zijn verstrekt; c. de voorschriften, die de burgemeester krachtens het vijfde lid van artikel 2:3 gegeven heeft, niet nageleefd worden; d. de burgemeester de betoging verboden heeft. Indien een betoging krachtens het bepaalde in het eerste lid ongeoorloofd is, is iedereen die in of nabij de optocht aanwezig is, op eerste vordering van een ambtenaar van politie verplicht zich terstond te verwijderen in de door die ambtenaar bevolen richting of langs de door hem aangeduide weg.

19 Stuk 763 II pag. 1 Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken 2:5 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden op door het college aangewezen openbare plaatsen. Het college kan de werking van het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren. Het verbod geldt niet voor het huis-aan-huis verspreiden of het aan huis bezorgen van gedrukte of geschreven stukken en afbeeldingen. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. Afdeling 4. Vertoningen e.d. op de weg kei 2:6 Straatartiest Het is toegestaan akoestische muziek ten gehore te brengen in de openbare ruimte, mits: - niet langer dan een half uur op dezelfde plaats en - niet binnen een straal van 75 meter gemeten vanaf deze plaats en niet vanaf een plaats die eerder op dezelfde dag is ingenomen; - de verkeersstromen niet worden gehinderd. Het is verboden akoestische muziek ten gehore te brengen op door de burgemeester aangegeven openbare plaatsen. Het is verboden ten behoeve van publiek als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar of filmoperateur op te treden op of aan de door de burgemeester aangegeven wegen of gedeelten daarvan. De burgemeester kan de werking van het verbod van lid 2 en 3 beperken tot bepaalde dagen of uren. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod in lid 2 en Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg kei 2:7 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg Het is verboden zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de bestemming daarvan. Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op: a. vlaggen, wimpels en vlaggenstokken, indien zij geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt;

20 Stuk 763 II pag b. c. d. e. f.. 9- h. i. i- a. b. c. vlaggen, wimpels en vlaggenstokken, indien zij geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt; - elk onderdeel zich hoger dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt, en - elk onderdeel, in welke stand het scherm ook staat, zich op meer dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevind, en - elk onderdeel, in welke stand het scherm ook staat, minder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt; de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijs op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen en/an.degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten draagt er zorg voor dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is; voertuigen; voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard; standplaatsen als bedoeld in artikel 5:15 terrassen als bedoeld in de Exploitatieverordening Horeca 1998; Reclame als bedoeld in de Reclameverordening 2005; evenementen als bedoeld in artikel 2:17; afvalbakken bij een horecabedrijf als bedoeld in de Exploitatieverordening Horeca. Het is verboden op, aan, in, over of boven de weg voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging schade toebrengen aan de weg, gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daan/an, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg. Voor de toepassing van het tweede lid, onder c, wordt onder weg verstaan hetgeen artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat. Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daan/an, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg; indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van het in de nabijheid gelegen onroerende zaak. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften, de Woningwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 of het Provinciaal wegenreglement of voorzover er sprake is van een evenement als bedoeld in artikel 2:17.

21 Stuk 763 II pag. 1 2:8 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg Het is verboden zonder vergunning van het college een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven ofte spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor overheden bij het uitvoeren van hun publieke taak. Het verbod geldt voorts niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, het Provinciaal wegenreglement, de Waterschapskeur of de Telecommunicatiewet. kei 2:9 Maken, veranderen van de uitweg Het is verboden een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg: a. indien degene die voornemens is een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg daarvan niet van tevoren melding heeft gedaan aan het college, onder indiening van een situatieschets van de gewenste uitweg en een foto van de bestaande situatie; b. indien het college het maken of veranderen van de uitweg heeft verboden. Het college verbiedt het maken of veranderen van de uitweg: a. indien daardoor het verkeer op de weg in gevaar wordt gebracht; b. indien dat zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats; c. indien het openbaar groen daardoor op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; d. indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of het Provinciaal wegenreglement. Afdeling 6. Veiligheid op de weg 2:10 Winkelwagentjes De rechthebbende op een bedrijf die ten behoeve van het winkelend publiek winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht deze te voorzien van de naam van het bedrijf of van een ander herkenningsteken en door het publiek op of langs de weg achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of te doen verwijderen.

22 Stuk 763 II pag Het is verboden zich met een winkelwagentje op de weg te bevinden buiten de onmiddellijke omgeving van het bedrijf als bedoeld in het eerste lid of, indien het bedrijf gelegen is in een winkelcentrum, buiten de onmiddellijke omgeving van dat winkelcentrum. Als onmiddellijke omgeving van het bedrijf of winkelcentrum wordt aangemerkt de weg of het weggedeelte, grenzende aan dat bedrijf of winkelcomplex en tevens een aan die weg of dat weggedeelte aansluitende parkeerplaats. Het is verboden een winkelwagentje dat is gebruikt op de weg, onbeheerd daarop achter te laten anders dan op een daartoe aangewezen plaats. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer. kei 2:11 Hinderlijke beplanting of voorwerp De rechthebbende op een boom, heg, struik of andere beplanting welke aan het wegverkeer het vrije uitzicht kan belemmeren of daan/oor op andere wijze hinder of gevaar kan opleveren, is verplicht deze beplanting te snoeien, te knotten, op te binden, te verwijderen of op te ruimen na aanschrijving door het college, binnen een door hen te stellen termijn en overeenkomstig hun aanwijzingen. Het is verboden langs de weg een voorwerp aan te brengen, te plaatsen of te hebben dat aan het wegverkeer het uitzicht belemmert of op andere wijze hinder of gevaar kan opleveren. kei 2:12 Openen straatkolken en dergelijke Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of enigerlei andere afsluiting, die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken. kei 2:13 Rookverbod in bossen en natuurterreinen Het is verboden te roken in bossen, op heide of veengronden dan wel in duingebieden of binnen een afstand van dertig meter daarvan gedurende een door de brandweer aangewezen periode. Het is verboden in bossen, op heide of veengronden dan wel in duingebieden of binnen een afstand van honderd meter daarvan, voorzover het de open lucht betreft, brandende of smeulende voorwerpen te laten vallen, weg te werpen of te laten liggen. Het in het eerste en tweede lid gestelde verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 3, van het Wetboek van Strafrecht. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet voorzover het roken plaatsvindt in gebouwen en aangrenzende erven. kei 2:14 Voorzieningen voor verkeer en verlichting De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk voorwerpen, vanwege en overeenkomstig de aanwijzingen van het college, voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.