Investeren in HRM. Onderzoek naar gericht investeren in HR en de invloed op medewerkertevredenheid. Thesis
|
|
- Laura Boer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Investeren in HRM Onderzoek naar gericht investeren in HR en de invloed op medewerkertevredenheid. Thesis Master Arbeids en Organisatie Psychologie Universiteit Utrecht Roos Damstra juli 2011 Begeleider en eerste beoordelaar: Dr. Marieke D. den Ouden Tweede beoordelaar: Prof. dr. Wilmar B. Schaufeli
2 Investeren in HRM Roos Damstra SAMENVATTING In dit onderzoek dat gebaseerd is op het JD-R model (Bakker & Demerouti, 2007) is onderzocht hoe werktevredenheid samenhangt met diverse energiebronnen, inhoud van het werk, relatie met collega s, relatie met leidinggevende, zelfstandigheid/verantwoordelijkheid, loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, informatie en communicatie, werksfeer afdeling en diversiteit en inclusie. Daarnaast is nagegaan of de werkstressoren hoeveelheid werk en werkstress deze relaties modereren (verzwakken). Het doel van het onderzoek was de organisatie te adviseren over anticyclisch investeren in HR. De respondenten (N=517), allen werkzaam bij een uitvoeringsorganisatie van de overheid die de wegen en vaarwegen beheert, vulden een online medewerkerstevredenheidsonderzoek in. Conform het JD-R model van Bakker & Demerouti (2007) was de verwachting dat de energiebronnen een positieve samenhang zouden vertonen met werktevredenheid hetgeen voor de meeste energiebronnen met uitzondering van relatie met leidinggevende en werksfeer afdeling werd bevestigd. Het verwachte modererende (dempende) effect van de werkstressoren hoeveelheid werk en werkstress op deze relaties werd echter niet gevonden. Op grond van de bevindingen werden adviezen omtrent HR uitgebracht aan de organisatie over het vergroten van de werktevredenheid. 2
3 Investeren in HRM Roos Damstra INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 2 INLEIDING Inleiding onderzoek Het JD-R model Werktevredenheid Energiebronnen en werktevredenheid Stressoren en werktevredenheid Interactie-effecten Energiebronnen als moderator Stressoren als moderator Hypothesen 11 METHODEN Participanten en procedure Meetinstrumenten Analyse 18 RESULTATEN Voorbereidende analyse Hypothesetoetsing 24 DISCUSSIE Uitkomsten Beperkingen Implicaties voor toekomstig onderzoek Implicaties voor de werkvloer Conclusie 31 BIJLAGEN 33 LITERATUUR 69 3
4 Investeren in HRM Roos Damstra INLEIDING 1.1 Inleiding onderzoek Een goed georganiseerde HRM afdeling kan een grote bijdrage leveren aan het zakelijk succes van een organisatie en een belangrijk onderdeel uitmaken van de bedrijfsstrategie (Lengnick -Hall & Lengnick -Hall, 1988; Brewster & Larsen, 1992; Bamberger & Meshoulam, 2000; Schuler & Jackson, 2007). HRM- strategieën zijn plannen en programma s die kwesties met betrekking tot het beheer van de human resources in een organisatie proberen op te lossen (Schuler, 1992). Het wordt algemeen aangenomen dat de integratie van HRM met de bedrijfsstrategie bijdraagt aan effectief management van human resources, verbetering van de organisatie prestatie en een competitief voordeel ten opzichte van de concurrent (Schuler & Jackson, 1999; Holbeche, 1999) door het creëren van een uniek HRM systeem dat niet door anderen kan worden geïmiteerd (Barney, 1991). Om een organisatie goed te laten functioneren is het van belang dat er geïnvesteerd wordt in HRM. Het gaat er werkgevers om dat medewerkers de juiste resultaatbijdragen leveren om de strategische doelen van de organisatie te realiseren en tevens hun (potentiële) kwaliteiten ontwikkelen om optimaal te functioneren en de ontwikkeling van organisaties mogelijk te maken. De uitdaging voor werkgevers is om daarbij rekening te houden met de wensen en belangen van individuele medewerkers en de werktevredenheid. Werkgevers pogen middels het investeren op meerdere terreinen binnen HR om deze tevredenheid zo hoog mogelijk te houden (Acker, 2004). Hierbij wordt gedacht aan loopbaanmogelijkheden, maar bijvoorbeeld ook aan informatievoorziening van de organisatie aan de medewerkers. Organisaties maken de investerings keuze onder andere op basis van de kosten en de inspanningen van directie en medewerkers die voor de betreffende investering of verandering moeten worden vrij gemaakt in vergelijking tot de verwachte opbrengst. In tijden van financiële crisis gaan de kosten nog zwaarder wegen en bestaat de kans dat er weinig tot geen kostbare investeringen meer worden gedaan in HRM, terwijl dit een zeer belangrijk onderdeel van de organisatie is (Haen, 2009). Echter, andere organisaties besluiten juíst nu te investeren in HRM (Rowley & Warner, 2007). Dit kan anti-cyclisch investeren in HRM worden genoemd. De Britse econoom John 4
5 Investeren in HRM Roos Damstra Maynard Keynes is de grondlegger van de anticyclische begrotingspolitiek, volgens welke de overheid in tijden van voorspoed moet sparen om in tijden van economische teruggang te investeren. Analoog hieraan is anticyclisch investeren, investeren tegen de economische cyclus in. Een bedrijf dat anti-cyclisch investeert doet dat juist niet of minder ten tijde van hoogconjunctuur, maar spaart zodat er ook geld overblijft om in tijden van economische tegenspoed in te kunnen zetten zodat bijvoorbeeld de plannen op HR gebied niet stopgezet hoeven te worden. De medewerkers met expertise worden niet eerst de laan uitgestuurd om vervolgens weer te worden aangenomen (Van Wijnen, 2009). Op deze manier wordt gericht en doorlopend geïnvesteerd op het gebied van HR. Van groot belang is wélke investering op HRM gebied als belangrijkste wordt ervaren door de medewerkers en de meeste invloed heeft op de werktevredenheid. Uit onderzoek blijkt dat werktevredenheid in belangrijke mate bijdraagt aan onder andere een verhoogde productiviteit van de organisatie, klanttevredenheid en de kwaliteit van het product (Acker, 2004; Oberlander, 1990). Daarnaast zorgt een hoge medewerkertevredenheid voor een lage turnover (Trevor, 2001). Door over deze kennis te beschikken kan gericht worden geïnvesteerd in HR, juist ten tijde van de economische crisis, en een belangrijke concurrentieslag worden gemaakt. Investeringen op HR gebied, zoals loopbaanontwikkelingsmogelijkheden of de inhoud van het werk, kunnen gezien worden als energiebronnen die invloed hebben op onder andere werktevredenheid, zoals beschreven in het JD-R model (Bakker & Demerouti, 2007). Werkstressoren kunnen deze relatie verstoren. Dit onderzoek is verricht bij een grote ambtelijke uitvoeringsorganisatie die geïnteresseerd was in het idee van anticyclisch investeren. Het geeft meer inzicht in de wensen van de medewerkers op het gebied van investeringen in HR. Er is onderzocht welke energiebronnen op het werk door de medewerkers als belangrijkste predictor van werktevredenheid worden ervaren en welke werkstressoren op deze relatie van invloed zijn. Op basis van de verkregen informatie kan de onderzochte organisatie de keuze maken om in de belangrijkste aspecten van HR te investeren om de werktevredenheid binnen de organisatie te optimaliseren. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van het model in figuur 1. Daarin is verbeeld dat verwacht wordt dat energiebronnen enerzijds en stressoren anderzijds samenhangen met 5
6 Investeren in HRM Roos Damstra en van invloed zijn op werktevredenheid. Dit model is gebaseerd op het reeds bestaande JD- R model (Bakker & Demerouti, 2007). Inhoud van het werk Relatie met collega s J O B R E S O U R C E S Relatie met leidinggevende Zelfstandigheid / verantwoordelijkheid Loopbaanontwikkelings mogelijkheden Informatie en communicatie Hoeveelheid werk en Werkstress Werktevredenheid Werksfeer afdeling Diversiteit en inclusie Figuur 1 Energiebronnen op het werk, werktevredenheid en werkstressoren, gebaseerd op JD-R model (Bakker & Demerouti, 2007) 1.2 Het JD-R model Het JD-R model (Bakker & Demerouti, 2007; Bakker, Demerouti, Taris, Schaufeli & Schreurs, 2003; Demerouti, Bakker, Nachreiner & Schaufeli, 2001) gaat uit van het idee dat elke baan verschillende factoren kent die van invloed kunnen zijn op beleving van en prestaties in het werk. Deze factoren worden verdeeld in job demands (werkstressoren) en job resources (energiebronnen) (Bakker & Demerouti, 2007). De werkstressoren verwijzen naar die fysieke, psychologische, sociale of organisatorische aspecten van het werk die aanhoudende fysieke en / of psychologische (cognitieve en emotionele) inspanning of vaardigheden vereisen en kunnen resulteren in fysieke of psychische problemen. Voorbeelden zijn een hoge werkdruk, een ongunstige fysieke omgeving, en emotioneel zware interacties met klanten, de hoeveelheid werk en werkstress. Hoewel taakeisen niet per se negatief zijn, kunnen zij dit wel worden op het moment dat er 6
7 Investeren in HRM Roos Damstra niet voldoende van deze inspanningen kan worden hersteld (Meijman & Mulder, 1998 in: Bakker & Demerouti, 2007). Bakker en Demerouti definiëren energiebronnen als volgt: Energiebronnen verwijzen naar de fysieke, psychologische, sociale of organisatorische aspecten van het werk die functioneel zijn in het bereiken van werkdoelen, het verminderen van werkstressoren en de bijbehorende fysiologische en psychologische kosten en het stimuleren van persoonlijke groei, leren en ontwikkeling " (Bakker & Demerouti, 2007, p. 312). De energiebronnen zijn niet alleen nodig om te kunnen omgaan met functie-eisen, maar zijn ook op zichzelf staand erg belangrijke factoren in het werk (Bakker & Demerouti, 2007). Kulik, Hackman en Oldham (1987) gaven immers al eerder aan in hun theorie over werkkenmerken dat energiebronnen, zoals autonomie, feedback en de betekenis van de taak die uit gevoerd wordt, een sterk motiverende rol kunnen hebben in het uitvoeren van iemands werkzaamheden. Energiebronnen kunnen betrekking hebben op de organisatie in het algemeen, zoals loon, carrière, werkzekerheid, maar ook op de inter-persoonlijke en sociale relaties op het werk, zoals de support van collega s, leidinggevende en het klimaat binnen het team, en ook op de organisatie van het werk, zoals participatie in de besluitvorming op de werkvloer en autonomie (Bakker & Demerouti, 2007). 1.3 Werktevredenheid Een belangrijk proces dat speelt binnen het JD-R model is het motivationele proces. Het beschrijft de invloed van de energiebronnen op de motivatie van de medewerker en de bevlogenheid in het werk. Als gevolg hiervan verbeteren niet alleen de prestaties van de werknemer, maar stijgt ook de betrokkenheid, daalt het verloop van personeel en stijgt de werktevredenheid, een erg belangrijk aspect (Bakker & Demerouti, 2007). Onderzoek wijst uit dat tevreden medewerkers zeer gemotiveerd zijn, een goede arbeidsmoraal hebben en effectiever en efficiënter werken (Matzler, Fuchs & Schubert, 2004). Daarnaast zouden ze zich meer inzetten voor continue verbetering van de organisatie en de kwaliteit van het product dan ontevreden medewerkers ( Eskildsen & Dahlgaard, 2000). 7
8 Investeren in HRM Roos Damstra Medewerkertevredenheid kan worden beïnvloed door verschillende omgevingsfactoren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen factoren die de werktevredenheid positief beïnvloeden, de energiebronnen, en negatief beïnvloeden, de stressoren. Onderzoek naar het JD-R model heeft aangetoond dat er een positieve relatie is tussen energiebronnen op het werk en werktevredenheid. Daarnaast is er een negatieve relatie tussen stressoren en werktevredenheid (Demerouti et al., 2001). 1.4 Energiebronnen en werktevredenheid Uit verschillende onderzoeken blijkt dat energiebronnen een positief verband hebben met werktevredenheid (Aryee, Srinivas & Tan, 2005 ; Gordon, Whelan-Berry & Hamilton, 2007). In dit onderzoek worden de energiebronnen inhoud van het werk, relatie met collega s, relatie met leidinggevende, zelfstandigheid/verantwoordelijkheid, loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, informatie en communicatie, werksfeer afdeling en diversiteit en inclusie geanalyseerd en verder bestudeerd. De inhoud van het werk houdt in dat de medewerker een taak uitvoert die bij zijn opleidingsniveau past en afwisselend is. De relatie met collega s betreft de mate waarin de collega s de medewerker ondersteunen en helpen met de werkzaamheden en eventuele problemen op het werk en daarbuiten (Acker, 2004). De relatie met de leidinggevende is de manier van aansturen door de leidinggevende, de ondersteuning en waardering die de medewerker van hem of haar krijgt en tevens de betrokkenheid die de medewerker ervaart. Uit het onderzoek van Acker kwam tevens naar voren dat relatie met collega s en relatie met leidinggevende een significant positieve invloed hebben op de ervaren werktevredenheid van de medewerker. Bovenstaande is in lijn met recent onderzoek waarin de positieve invloed van social support op bevlogenheid in het werk nog eens wordt benadrukt (Xanthopoulou, Bakker, Heuven, Demerouti & Schaufeli, 2008). Lewig en Dollard (2003) bevestigen in hun onderzoek dat werktevredenheid kan worden vergroot door het verhogen van de controle die de medewerker op zijn werk heeft, de social support die iemand ontvangt en de beloning die de medewerker voor de uitvoer van zijn werkzaamheden krijgt. 8
9 Investeren in HRM Roos Damstra De zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de medewerker is de mate van autonomie in het werk die de medewerker ervaart. Autonomie is de invloed die men kan uitoefenen op zijn of haar werkzaamheden zoals werktempo, werkvolgorde en manier van uitvoering en is één van de belangrijkste predictoren van werktevredenheid. Het kan tevens fungeren als buffer op de relatie tussen stressoren en werktevredenheid (Hakanen, Bakker & Demerouti, 2005). De energiebron loopbaanontwikkelingsmogelijkheden is positief gecorreleerd met werktevredenheid (Acker, 2004). Deze bevinding uit het onderzoek van Acker is consistent met andere studies die aantonen dat loopbaanontwikkelingsmogelijkheden binnen de organisatie een belangrijke rol spelen in het voorspellen van tevredenheid (Mor-Barak, Nissly & Levin, 2001). Met loopbaanontwikkelingsmogelijkheden worden de mogelijkheden binnen het werk voor het maken van een carrière bedoeld, zoals promotiekans. Met de energiebron informatie en communicatie wordt de communicatie binnen de organisatie bedoeld op afdelingsniveau, tussen afdelingen en tussen medewerker en leidinggevende. Daarnaast wordt de informatievoorziening binnen de organisatie bij deze energiebron meegenomen. Uit onderzoek blijkt dat communicatie en informatie een zeer brede energiebron is die gerelateerd is aan een hoge mate van werktevredenheid, (Muchinsky, 1977). De energiebron werksfeer afdeling betreft het klimaat en de resultaatgerichtheid van de afdeling waarop de medewerker werkzaam is, zoals de openheid, samenwerking en de rol die ieder voor zijn of haar rekening neemt. Uit onderzoek blijkt dat onzekerheid over de rol die iemand aan moet nemen, een negatieve invloed heeft op het zelfvertrouwen en het moreel van de medewerker. Duidelijkheid daarentegen voorkomt angst en onzekerheid en stimuleert op de tevredenheid en de prestaties op het werk (Churchill, Ford & Walker, 1976). Met de energiebron diversiteit en inclusie wordt de diversiteit onder de medewerkers op gebied van ras, afkomst, geslacht en seksuele voorkeur en de daaraan verbonden gelijke rechten en plichten bedoeld. Resultaten uit eerder onderzoek tonen aan dat diversiteit management sterk gerelateerd is aan werktevredenheid van de medewerkers (Pitts, 2009). 9
10 Investeren in HRM Roos Damstra 1.5 Stressoren en werktevredenheid Uit onderzoek van Acker (2004) en uit het JD-R model blijkt dat werkstressoren negatieve correlaties hebben met werktevredenheid (Bakker & Demerouti, 2007). Met de stressor hoeveelheid werk wordt bedoeld of iemand zijn werk binnen de daarvoor bestemde tijd af kan krijgen en of de verschillende opdrachten die de medewerker uit moet voeren te combineren zijn. De stressor werkstress betreft de vermoeidheid en de emotionele betrokkenheid van de medewerker bij het werk. Uit eerdere onderzoeken blijken hoeveelheid werk en werkstress een negatieve correlatie te hebben met werktevredenheid en als stressor op te treden (Butt & Lance, 2005; Pugliesi, 1999). 1.6 Interactie-effecten In bovenstaan zijn de directe effecten van de energiebronnen en werkstressoren op werktevredenheid beschreven. Uit eerder uitgevoerd onderzoek (Hakanen et al, 2005) en op basis van het JD-R model kan opgemaakt worden dat de energiebronnen en stressoren tevens een interactie-effect kunnen hebben op de relatie tussen energiebronnen, dan wel stressoren, en werktevredenheid (Bakker & Demerouti, 2007). In onderstaande worden deze effecten nader omschreven Energiebronnen als moderator Verschillende energiebronnen kunnen een buffer zijn voor stressoren (Bakker et al., 2003). Het JD-R model gaat ervan uit dat verschillende stressoren en energiebronnen met elkaar interacteren en gezamenlijk het welzijn, zoals de werktevredenheid of bevlogenheid, van de medewerker voorspellen (Bakker & Demerouti, 2007). Dit blijkt ook uit onderzoek van Bakker, Hakanen, Demerouti en Xanthopoulou (2007). Zij vonden in hun onderzoek dat energiebronnen kunnen optreden als buffer op de relatie tussen stressoren en welzijn, in dit geval bevlogenheid in het werk. De energiebronnen verminderen de negatieve invloed van de stressor op het welzijn van de medewerker. Ander onderzoek voegt hieraan toe dat de bufferwerking van de energiebronnen belangrijker wordt naarmate het gewicht van de stressoren toeneemt (Hakanen et al., 2005). 10
11 Investeren in HRM Roos Damstra Deze bufferhypothese is consistent met de visie van Kahn en Byosserie (1992), die vonden dat interactie-effecten kunnen optreden tussen twee variabelen in de werksituatie bij de invloed op een derde variabele. Zij stellen dat de eigenschappen van de werksituatie, evenals kenmerken van het individu, de effecten van een stressor kunnen bufferen. Ander onderzoek bevestigt dat de energiebronnen, zoals performance feedback, sociale steun en ontwikkelingsmogelijkheden, inderdaad een belangrijke rol spelen doordat het de invloed van de stressoren op het ontstaan van burnout vermindert (Hakanen et al., 2005) Stressoren als moderator Bovenstaande bevestigt dat energiebronnen een interactie-effect kunnen hebben op de relatie tussen stressoren en welzijnsfactoren, zoals werktevredenheid. Over de modererende rol van taakeisen op de relatie tussen energiebronnen en motivatie en werktevredenheid is echter veel minder bekend. Op basis van het JD-R model wordt verwacht dat de werkstressoren, zoals hoeveelheid werk en werkstress invloed hebben op de relatie tussen de energiebronnen en werktevredenheid (Bakker & Demerouti, 2007). Verder onderzoek zou deze verwachting kunnen bevestigen door te onderzoeken of werkstressoren de positieve eigenschappen van de energiebronnen in het werk en de relatie met werktevredenheid kunnen beïnvloeden. Dit zal in dit onderzoek getoetst worden. 1.7 Hypothesen In dit onderzoek wordt de relatie tussen energiebronnen op het werk en de algemene werktevredenheid van de medewerkers getoetst. Uit meerdere onderzoeken (Aryee et al., 2005; Gordon et al., 2007) is gebleken dat energiebronnen een positieve invloed hebben op werktevredenheid. Op basis van het JDR model en bovenstaande literatuur wordt verwacht dat werkstressoren (hoeveelheid werk en werkstress) een modererende invloed hebben op de relatie tussen de genoemde energiebronnen en werktevredenheid, dus een interactie effect vertonen (Bakker & Demerouti, 2007). De werkstressoren hoeveelheid werk en werkstress worden om deze reden in dit onderzoek op hun modererende werking getoetst. 11
12 Investeren in HRM Roos Damstra Dit wordt in onderstaande afzonderlijk weergegeven voor acht verschillende energiebronnen, namelijk inhoud van het werk, relatie met collega s, relatie met leidinggevende, zelfstandigheid/verantwoordelijkheid, loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, informatie en communicatie, werksfeer afdeling en diversiteit en inclusie en de relatie met werktevredenheid. Hypothese 1 1a Energiebron inhoud van het werk hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). 1b Bij een hogere mate van werkstress is de relatie tussen energiebron inhoud van het werk en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). 1c Bij een hogere mate van werkhoeveelheid is de relatie tussen energiebron inhoud van het werk en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). Hypothese 2 2a Energiebron relatie met collega s hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). 2b Bij een hogere mate van werkstress is de relatie tussen energiebron relatie met collega s en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). 2c Bij een hogere mate van werkhoeveelheid is de relatie tussen energiebron relatie met collega s en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). Hypothese 3 3a Energiebron relatie leidinggevende hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). 3b Bij een hogere mate van werkstress is de relatie tussen energiebron relatie leidinggevende en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). 3c Bij een hogere mate van werkhoeveelheid is de relatie tussen energiebron relatie leidinggevende en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). 12
13 Investeren in HRM Roos Damstra Hypothese 4 4a Energiebron zelfstandigheid/verantwoordelijkheid hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). 4b Bij een hogere mate van werkstress is de relatie tussen energiebron zelfstandigheid/verantwoordelijkheid en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). 4c Bij een hogere mate van werkhoeveelheid is de relatie tussen energiebron zelfstandigheid/verantwoordelijkheid en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). Hypothese 5 5a Energiebron loopbaanontwikkelingsmogelijkheden hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). 5b Bij een hogere mate van werkstress is de relatie tussen energiebron loopbaanontwikkelingsmogelijkheden en werktevredenheid minder sterk (interactieeffect). 5c Bij een hogere mate van werkhoeveelheid is de relatie tussen energiebron loopbaanontwikkelingsmogelijkheden en werktevredenheid minder sterk (interactieeffect). Hypothese 6 6a Energiebron informatie en communicatie hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). 6b Bij een hogere mate van werkstress is de relatie tussen energiebron informatie en communicatie en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). 6c Bij een hogere mate van werkhoeveelheid is de relatie tussen energiebron informatie en communicatie en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). Hypothese 7 7a Energiebron werksfeer afdeling hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). 13
14 Investeren in HRM Roos Damstra 7b Bij een hogere mate van werkstress is de relatie tussen energiebron werksfeer afdeling en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). 7c Bij een hogere mate van werkhoeveelheid is de relatie tussen energiebron werksfeer afdeling en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). Hypothese 8 8a Energiebron diversiteit en inclusie hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). 8b Bij een hogere mate van werkstress is de relatie tussen energiebron diversiteit en inclusie en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). 8c Bij een hogere mate van werkhoeveelheid is de relatie tussen energiebron diversiteit en inclusie en werktevredenheid minder sterk (interactie-effect). 14
15 Investeren in HRM Roos Damstra METHODEN In onderstaande worden de participanten en procedure, meetinstrumenten en analyse van de hypothesen besproken. 2.1 Participanten en procedure De data die in dit onderzoek zijn gebruikt zijn afkomstig uit de InternetSpiegel van Rijkswaterstaat (RWS). Rijkswaterstaat beheert en ontwikkelt het nationale netwerk van wegen en vaarwegen ( De internetspiegel is het jaarlijkse medewerkerstevredenheidsonderzoek waaraan door alle medewerkers van RWS, door middel van het invullen van een digitale vragenlijst, dient te worden meegewerkt. Alle medewerkers van Rijkswaterstaat zijn hiervoor per mail benaderd. De vragenlijst wordt één keer per jaar afgenomen. De data die in dit onderzoek worden gebruikt, betreft de afname in 2010 bij projectleiders en -managers van de bouwdienst binnen RWS. Er is voor deze groep gekozen aangezien RWS specifiek geïnteresseerd is in de werktevredenheid van een groep hoog opgeleide managers. De selectie vond plaats op basis van de functie (minimaal managementniveau) en de afdeling (bouwdienst). De selectie bevatte uiteindelijk 517 participanten. Hiervan is 77% man (N=397) en 23% vrouw (N=120). De participanten variëren in leeftijd tussen leeftijdsgroep jaar en 60 jaar en ouder. 35,4 procent (N= 183) heeft een HBO studie afgerond. 47,0 procent (N= 243) heeft een universitaire studie afgerond. De overige respondenten zijn lager opgeleid. Gemiddeld werkten de participanten 14,6 jaar bij het bedrijf (SD= 13,0 jaar met een gemiddelde aanstelling van 35,2 uur per week (SD= 4,9 uur). De meerderheid van de participanten, 70 procent, is ingedeeld in salarisschaal 11 of hoger, waarvan 57,4 procent tussen salarisschaal 11 en 13 is ingedeeld. 2.2 Meetinstrumenten De vragenlijst die in dit onderzoek gebruikt is, is opgebouwd rond een conceptueel model voor medewerkerstevredenheidsonderzoek, gemaakt en veelvuldig getoetst door InternetSpiegel, een onderzoeksplatform gespecialiseerd in meetinstrumenten voor 15
16 Investeren in HRM Roos Damstra overheidsorganisaties. De vragenlijst voor het MTO is niet gebaseerd op bestaande wetenschappelijke schalen, maar opnieuw opgebouwd, getest en gevalideerd door het onderzoeksplatform InternetSpiegel. TNS NIPO heeft het onderzoek voor de deelnemende organisatie uitgevoerd. Elk concept (energiebron, stressor of werktevredenheid) is gemeten met behulp van een schaal in de InternetSpiegel. Deze vragenlijst bestaat uit 75 stellingen verdeeld over 8 energiebronnen ( inhoud van het werk, relatie met collega s, relatie met leidinggevende, zelfstandigheid/verantwoordelijkheid, loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, informatie en communicatie, werksfeer afdeling en diversiteit en inclusie ), 2 stressoren ( hoeveelheid werk en werkstress ) en werktevredenheid. Bij de schalen van de energiebronnen en stressoren kan men stemmen op een 5-punts Likert schaal die loopt van 1 (zeer mee ) tot 5 (zeer mee eens). Bij het concept werktevredenheid kan men stemmen op een 5-punts Likert schaal die loopt van 1 (zeer tevredenen) tot 5 (zeer ontevreden). Algemene werktevredenheid. Deze vragenlijst bestaat uit vijftien items waarover men de tevredenheid aan kan geven (voorbeeld: Uw baan, alles bijeengenomen ). De interne consistentie van de schaal is zeer goed, Cronbach s alpha is Een alpha van 0.70 wordt als bevredigend beschouwd in het algemeen (Carmines & Zeller, 1979). Er zijn acht energiebronnen gemeten. De eerste energiebron inhoud van het werk bestaat uit vijf items (voorbeeld: Mijn capaciteiten komen in mijn werk goed tot hun recht ). De interne consistentie van de schaal is goed, Cronbach s alpha is Relatie met collega s bestaat uit zes items (voorbeeld: Mijn collega s hebben persoonlijke belangstelling voor me ). De interne consistentie van de schaal is bevredigend, Cronbach s alpha is Relatie met leidinggevende bestaat uit tien items (voorbeeld: Ik heb het gevoel gewaardeerd te worden door mijn leidinggevende ). De interne consistentie van de schaal is zeer goed, Cronbach s alpha is Zelfstandigheid/ Verantwoordelijkheid wordt bestaat uit drie items (voorbeeld: Ik kan zelf beslissen in welke volgorde ik mijn werk doe ). De interne consistentie van de schaal is bevredigend, Cronbach s alpha is
17 Investeren in HRM Roos Damstra Loopbaanontwikkelingsmogelijkheden bestaat uit acht items (voorbeeld: Ik krijg voldoende gelegenheid om trainingen en opleidingen te volgen ). De interne consistentie van de schaal is zeer goed, Cronbach s alpha is Informatie en communicatie bestaat uit zes items (voorbeeld: De communicatie tussen afdelingen verloopt goed ). De interne consistentie van de schaal is goed, Cronbach s alpha is Werksfeer afdeling bestaat uit drie items (voorbeeld: Op mijn afdeling heerst een open sfeer ). De interne consistentie van de schaal is bevredigend, Cronbach s alpha is Diversiteit en Inclusie bestaat uit zes items (voorbeeld: Mijn organisatie heeft een werkomgeving waarin verschillende denkbeelden en perspectieven worden gewaardeerd ). De interne consistentie van de schaal is goed, Cronbach s alpha is Er zijn twee werkstressoren gemeten, de eerste taakeis hoeveelheid werk bestaat uit zes items (voorbeeld: Ik heb vaak meer te doen dan ik aankan ). De interne consistentie van de schaal is goed, Cronbach s alpha is Werkstress bestaat uit zeven items (voorbeeld: Ik voel mij vermoeid als ik opsta en er weer een werkdag voor me ligt ). De interne consistentie van de schaal is zeer goed, Cronbach s alpha is Alle concepten met hun Alfa s zijn samengebracht in tabel 1. 17
18 Investeren in HRM Roos Damstra Tabel 1 Interne consistenties (Cronbach s Alfa) van de variabelen Variabelen Cronbach s Alfa (N=517) Werktevredenheid 0.87 Energiebronnen Inhoud werk 0.82 Relatie collega s 0.78 Relatie leidinggevende 0.93 Zelfstandigheid/verantwoordelijkheid 0.76 Loopbaanontwikkelingsmogelijkheden 0.90 Informatie en communicatie 0.82 Sfeer afdeling 0.70 Diversiteit en inclusie 0.80 Stressoren Hoeveelheid werk 0.85 Werkstress Analyse Voor de statistische analyse is gebruikt gemaakt van het programma Statistical Package for the Social Sciences (SPSS), versie Er is begonnen met een factoranalyse van de vragenlijst. Hoewel de alfa s van de acht schalen (energiebronnen) redelijk tot goed waren kan de factoranalyse ook laten zien of de onderscheiden schalen goed terug te vinden zijn. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de varimax rotatie. Uit de factoranalyse kwam naar voren dat er vier in plaats van acht verschillende factoren te onderscheiden zijn. Eén van de na factoranalyse ontstane factoren kwam geheel overeen met vijf oorspronkelijk te onderscheiden schalen (namelijk relatie met leidinggevende, loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, informatie en communicatie, werksfeer afdeling en diversiteit en inclusie ). Dit werd een algemene factor die hiermee het grootst werd. Blijkbaar ervaren de respondenten overlap in concepten terwijl er op grond van iteminhoud wel degelijk verschillende concepten inzitten. Vandaar dat ervoor is gekozen de algemene factor te splitsen in de vijf oorspronkelijke factoren. Om deze reden wordt in dit onderzoek van acht factoren, zoals ze in de bestaande schaalverdeling staan, uitgegaan. 18
19 Investeren in HRM Roos Damstra Cronbach s alfa is per schaal nogmaals berekend om te bekijken of de items hetzelfde concept meten en op deze manier de interne consistentie van de vragenlijst te bepalen. Op basis van de hoge alfa s is besloten om bij geen enkele schaal één of meerdere items uit de vragenlijst te verwijderen. Van de verschillende variabelen zijn gestandaardiseerde z-scores gemaakt om zo te beter te kunnen vergelijken. Daarna zijn interactietermen berekend. Vervolgens in een grote Multipele Regressieanalyse uitgevoerd om de hypotheses te toetsen. In de eerste stap is er gecontroleerd voor de correctiefactoren geslacht, leeftijd, opleiding, aantal dienstjaren, contact en salaris. In de tweede stap zijn de hoofdeffecten van de energiebronnen en de stressoren getoetst. Niet significante energiebronnen zijn uit de analyse gehaald en niet in de volgende stap meegenomen. Hiertoe is besloten nadat uit nadere analyse voorafgaand aan de verwijdering bleek dat er ook geen significante interactie-effecten met de beide stressoren aanwezig en de betreffende energiebronnen waren. Volledige interactie is hiermee dan ook uitgesloten. Ten slotte zijn de interactietermen toegevoegd om te controleren of er sprake is van moderatie door de werkstressoren hoeveelheid werk en werkstress. 19
20 Investeren in HRM Roos Damstra RESULTATEN 3.1 Voorbereidende analyse In tabel 2 zijn de verschillende correlaties tussen de variabelen weergegeven. Tabel 2 Correlatiecoëfficiënten van alle gebruikte variabelen (N=517) 20
21 Investeren in HRM Roos Damstra Tabel 2 M S Geslacht 1,23 0, Leeftijd 6,76 2,17 -, Opleiding 5,73 1,30 4.Dienstjaren 14,65 12,98 5.Aanstelling 35,21 4,87 6.Salaris 3,77 0,74 7.Inhoud Werk 20,27 3,38 8.Relatie collega s 22,72 3,13 9.Relatie leidinggevende 35,07 7,31 10.Zelfstandigheid/ 12,01 1,97 verantwoordelijkheid 11.Loopbaanontwikkelingsmogelijk- 28,25 5,76 heden 12.Informatie en 19,77 3,75 communicatie 13.Werksfeer afdeling 11,03 1,93 14.Diversiteit en inclusie 15.Hoeveelheid werk 22,20 3,67 16,81 4,66 16.Werkstress 26,11 5,38 17.Werktevredenheid 56,60 7,67 N=517, significant op **p<.01, *p<.05 ** -,052 -,252 -,247 ** -,191 ** ** ** -,147,336 ** 1,679 ** -,356 ** -,032,132 ** -, ,561 ** -,056,201 ** 1 -,061 -,035,151 ** -,030,035,203 ** 1,001 -,009,014 -,001 -,015,015,414 ** 1 -,066,045 -,013,039 -,019,006,369 **,435 ** 1,008,036,038,015 -,047,136 **,348 **,227 **,215 ** 1 -,051 -,111 *,078 -,086 *,023,059,504 **,453 **,647 **,214 ** 1 -,068,089 *,009,107 * -,003,031,389 **,392 **,665 **,220 **,554 ** 1,002,026 -,051,038,006 -,039,322 **,507 **,466 **,148 **,444 **,513 ** 1 * - -,037,107,150 **,079,198 ** -,191 **,174 -,023,017,064,469 **,422 **,507 **,294 **,557 **,494 **,458 ** 1 ** - -,173 **,184 ** - *,031,100,198 **,111 * -,001,101 *,092 *,010 1,018 -,023,081 -,015 -,006,101 *,361 **,289 **,342 **,251 **,408 **,337 **,267 **,400 **,354 ** 1,043 -,042,027 -,017 -,023 -,013,632 **,518 **,569 **,364 **,652 **,593 **,476 **,598 **,130 **,481 ** 1 21
22 Investeren in HRM Roos Damstra De verwachting is dat er hoge correlaties bestaat tussen de energiebronnen en werktevredenheid en deze vermindert onder invloed van het interactie-effect van de stressoren hoeveelheid werk en werkstress. Om dit te kunnen onderzoeken is er een regressieanalyse uitgevoerd die is opgebouwd uit drie blokken. Zo ontstaan er drie modellen die steeds verder uitgebouwd zijn. In het eerste blok is geanalyseerd of de correctiefactoren geslacht, leeftijd, opleiding, dienstjaren, aanstelling en salaris van invloed zijn op werktevredenheid. Uit de resultaten blijkt dat geen van de correctiefactoren significant samenhangt met werktevredenheid. In het tweede blok zijn die energiebronnen toegevoegd die een significant hoofdeffect hebben. Door deze selectie zijn de energiebronnen relatie met leidinggevende en werksfeer afdeling uit de analyse weggelaten aangezien zij geen significant hoofdeffect vertoonden. (Uit nadere analyse voorafgaand aan de verwijdering bleek ook geen significant interactie-effect met de beide stressoren aanwezig. Volledige interactie is hiermee dan ook uitgesloten). In het derde blok zijn de interactietermen van de resterende energiebronnen met de beide stressoren toegevoegd. Uit de resultaten blijkt dat geen van de interactie-effecten significant is. In tabel 3 is bovenstaande schematisch weergegeven. In bijlage A is de volledige regressieanalyse in 3 modellen weergegeven. Tabel 3 Regressieanalyse in 3 stappen Model R² S.E. R² Change Sig. F Change 1,004 1,00,004 n.s. 2,681,57,681,000 3,006,57,006 n.s. 1 correctiefactoren 2 hoofdeffecten 3 interactie-effecten N=517 a=adjusted Uit de resultaten blijkt dat geen van de interactie-effecten significant is. Om deze reden concentreert dit onderzoek zich verder op de hoofdeffecten en wordt stap 3 buiten beschouwing gelaten. In tabel 4 zijn de beta s, standard errors en significanties per variabele systematisch weergegeven. Daarnaast zijn de toegevoegde verklaarde variantie en de cumulatieve verklaarde variantie per blok weergegeven. 22
23 Investeren in HRM Roos Damstra Tabel 4 Weergave van de resultaten uit MR-analyse: Werktevredenheid verklaard uit correctiefactoren, energiebronnen en werkstressoren (N=517) Model Variabele Beta S.E. Sig. R² Cum. R² 1 (Constant),503 n.s. correctiefactoren Geslacht,032,118 n.s. Leeftijd -,044,030 n.s. Opleiding,038,046 n.s. Dienstjaren,033,005 n.s. Aanstelling -,020,009 n.s. Salaris -,011,082 n.s. 2 hoofdeffecten n.s.= niet significant (Constant),290 n.s. Geslacht,068,069,019 Leeftijd,000,017 n.s. Opleiding,001,026 n.s. Dienstjaren -,015,003 n.s. Aanstelling,015,005 n.s. Salaris -,085,048,018 InhoudWerk,334,034,000 RelatieCollegas,109,030,000 Zelfstandigheid/,074,028,008 Verantwoordelijkheid Loopbaanmogelijkheden,211,036,000 Informatie en communicatie,188,032,000 Diversiteit en inclusie,152,034,000 Hoeveelheid werk,127,031,000 Werkstress,063,033, De verklaarde variantie door de energiebronnen en werkstressoren is 68,1 % en daarmee hoog te noemen. In tabel 4 is te zien dat de energiebronnen inhoud werk, loopbaanmogelijkheden en informatie en communicatie hieraan de grootste bijdrage leveren. Het is opmerkelijk te noemen dat we werkstressoren hoeveelheid werk en werkstress tevens een (marginaal) significant positieve bijdrage aan de verklaarde variantie 23
24 Investeren in HRM Roos Damstra van de werktevredenheid leveren. Het lijkt erop dat de medewerkers nog voor het niveau van overbelasting zitten en de werkstressoren als positief ervaren. Het gaat hierbij dan om positieve stress. Er is aangetoond dat alle interactie-effecten niet significant zijn. In onderstaande zal per hypothese worden besproken of de hoofdeffecten zijn aangetoond. 3.2 Hypothesetoetsing Hypothese 1 1a Energiebron inhoud van het werk hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). De resultaten voor hypothese 1a zijn conform de verwachtingen. Er blijkt een significant positief verband te bestaan tussen inhoud van het werk en werktevredenheid (r=.63, p<.01). Dit wordt ondersteund door de regressieanalyse waaruit tevens een positief verband blijkt (β=.33, p<.01). Hypothese 1a wordt aan de hand van deze gegevens bevestigd. Hypothese 2 2a Energiebron relatie met collega s hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). In het geval van hypothese 2a wordt een positieve samenhang verwacht tussen relatie collega s en werktevredenheid. De gevonden correlatie bevestigt dit (r=.52, p<.01). De regressieanalyse ondersteunt het significante positieve verband (β=.11, p<.01). Hypothese 2a wordt bevestigd. Hypothese 3 3a Energiebron relatie met leidinggevende hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). Uit tabel 2 blijkt dat er een positief verband bestaat tussen relatie met leidinggevende en werktevredenheid (r=.57, p<.01). In de regressieanalyse blijkt echter dat dit verband niet meer significant is. Dit is tegen de verwachting in. Hypothese 3a wordt aan de hand van deze resultaten verworpen. 24
25 Investeren in HRM Roos Damstra Hypothese 4 4a Energiebron zelfstandigheid/verantwoordelijkheid hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). De resultaten van hypothese 4a zijn conform de verwachtingen. Er blijkt een significant positief verband te bestaan tussen zelfstandigheid/verantwoordelijkheid en werktevredenheid (r=.36, p<.01). De uitgevoerde regressieanalyse ondersteunt dit verband (β=.07, p<.01). Hypothese 4a wordt bevestigd. Hypothese 5 5a Energiebron loopbaanontwikkelingsmogelijkheden hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). De gevonden correlatie bevestigt de verwachte positieve samenhang tussen loopbaanontwikkelingsmogelijkheden en werktevredenheid (r=65, p<.01). De regressieanalyse ondersteunt deze significante samenhang (β=.21, p<.01). Hypothese 5a wordt aan de hand van deze resultaten bevestigd. Hypothese 6 6a Energiebron informatie en communicatie hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). In het geval van hypothese 6a wordt een positieve samenhang tussen informatie en communicatie en werktevredenheid verwacht. De gevonden correlatie bevestigt dit (r=.59, p<.01). De uitgevoerde regressieanalyse ondersteunt het significante positieve verband (β=.19, p<.01). Hypothese 6a wordt bevestigd. Hypothese 7 7a Energiebron werksfeer afdeling hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). 25
26 Investeren in HRM Roos Damstra Er is een positieve samenhang gevonden tussen werksfeer afdeling en werktevredenheid (r=.48, p<.01). In de regressieanalyse blijkt dit verband echter niet meer significant te zijn. Dit is tegen de verwachting in. Op basis van deze resultaten wordt hypothese 7a verworpen. Hypothese 8 8a Energiebron diversiteit en inclusie hangt positief samen met werktevredenheid (hoofdeffect). Het significant positieve verband tussen diversiteit en inclusie en werktevredenheid wordt bevestigd door de correlatie (r=.60, p<.01). De uitgevoerde regressieanalyse ondersteunt dit verband (β=.15, p<.01). De resultaten bevestigen hiermee hypothese 8a. Naast het bespreken van de resultaten aangaande de hypothesen zijn er andere opvallende zaken te noemen. Er is een negatieve samenhang tussen de correctiefactor salaris en werktevredenheid gevonden (r=-.01). Dit verband is niet significant. Uit de regressieanalyse blijkt echter wel dat er een significante negatieve relatie bestaat tussen salaris, in samenhang met de hoofdeffecten, en werktevredenheid (β=-.09, p<.05). De scheve verdeling tussen hoog en laag opgeleiden respondenten kan aan hieraan ten grondslag liggen. De correctiefactor geslacht correleert met werktevredenheid (r=.04). Deze samenhang is niet significant. Geslacht lijkt, in samenhang met de hoofdeffecten, een gering effect te hebben op werktevredenheid. Dit wordt door de regressieanalyse ondersteund (β=.07, p<.05). De scheve verdeling tussen mannen (n=397) en vrouwen (n=120) kan hieraan ten grondslag liggen. De resultaten kunnen op toevallige bevindingen berusten door het kleine aantal vrouwen van de respondenten. 26
27 Investeren in HRM Roos Damstra DISCUSSIE 4.1 Uitkomsten Het doel van dit onderzoek is het bestuderen van de energiebronnen op het werk en de invloed daarvan op de werktevredenheid. De verwachting was dat energiebronnen een significant positieve invloed hebben op werktevredenheid en de aanwezigheid van werkstressoren deze relatie, door middel van interactie, significant vermindert. De hoofdeffecten van de energiebronnen worden voor het grootste deel bewezen. De interactie-effecten zijn echter helemaal niet gevonden. In onderstaande wordt dit verder toegelicht. De hoofdeffecten van de energiebronnen op de werktevredenheid worden voor het overgrote deel bevestigd. Er zijn hoofdeffecten gevonden voor de energiebronnen inhoud van het werk, relatie met collega s, zelfstandigheid/verantwoordelijkheid, loopbaanontwikkelingsmogelijkheden, informatie en communicatie en diversiteit en inclusie. De hoofdeffecten van de energiebronnen relatie met leidinggevende en werksfeer afdeling zijn niet aangetoond. De bevindingen voor de hoofdeffecten sluiten aan bij uitkomsten van eerder onderzoek (Demerouti et al., 2001; Schaufeli & Bakker, 2004; Janssen, Peeters, De Jonge, Houkes & Tumers, 2004) waarin werd aangegeven dat energiebronnen voor een hogere mate van werktevredenheid zorgen bij de medewerkers van een organisatie. De hoofdeffecten van de energiebronnen relatie met leidinggevende en sfeer afdeling op werktevredenheid zijn echter niet significant. Dit is in tegenstelling met eerder uitgevoerd onderzoek waarin het sociale element van de energiebron ( social support van collega s en leidinggevenden) een grote rol speelt bij het bepalen van de werktevredenheid (Xanthopoulou et al., 2008). Dit onverwachte en opmerkelijke resultaat kan worden verklaard door de overlap in concepten, zoals tijdens de bespreking van de factoranalyse al is aangegeven. De factoren (energiebronnen) relatie met leidinggevende en werksfeer afdeling werden door de factoranalyse in één factor ondergebracht, tezamen met drie andere energiebronnen. Uiteindelijk is besloten deze grote factor onder te verdelen in de bestaande schalen. Door de grote overlap in concepten zouden bovenstaande twee factoren geen significant verband met werktevredenheid meer kunnen hebben. De drie resterende factoren uit de grote 27
28 Investeren in HRM Roos Damstra factor, samen met de andere energiebronnen, hebben in de regressieanalyse echter nog wel een significant verband met werktevredenheid. De tweede verwachting, dat werkstressoren een modererende werking hebben op de relatie tussen energiebronnen en werktevredenheid en deze vermindert, wordt niet bevestigd. De stressoren hoeveelheid werk en werkstress hebben wel direct (marginaal) significante invloed op werktevredenheid. Het niet vinden van de interactie-effecten is in strijd met eerder verricht onderzoek naar het JD-R model (Korunka, Kubicek, Schaufeli & Hoonakker, 2009; Hakanen, Perhoniemi & Toppinen-Tanner, 2008). Uit de resultaten blijkt dat de twee werkstressoren een positieve significante samenhang vertonen met werktevredenheid. In plaats van het modereren van de relatie tussen de energiebronnen en werktevredenheid dragen de twee stressoren positief bij aan de mate van werktevredenheid. De relatie tussen de energiebronnen en werktevredenheid wordt dus niet verstoord en is opmerkelijk te noemen op basis van het JD-R model (Bakker & Demerouti, 2007). Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat er (nog) geen sprake is van overbelasting waardoor de hoeveelheid werk en de werkstress zorgen voor positieve stress waar de medewerker zich juist prettig bij voelt. Een interactie-effect dat de samenhang tussen de energiebronnen en werktevredenheid vermindert, treedt dan niet op omdat de stressoren nog niet als een bron van stress worden ervaren. 4.2 Beperkingen De resultaten uit dit onderzoek dienen niet zomaar geaccepteerd te worden, maar behoeven enige reflectie voordat er advies uitgebracht kan worden aan de deelnemende organisatie en er eventueel gegeneraliseerd kan worden naar andere medewerkers binnen andere organisaties. De onderzoeksgroep is in vergelijking met de beroepsbevolking van Nederland hoger opgeleid, bestaat meer uit mannen, werkt langer en volledig in overheidsdienst, waardoor generaliseren naar medewerkers van andere organisaties, in andere functies en op parttime basis moeilijk is. Daarnaast kan de sociale wenselijkheid mogelijk een rol spelen in dit onderzoek. De gematigde scores op de tevredenheid die zijn gemeten zouden het resultaat kunnen zijn van 28
29 Investeren in HRM Roos Damstra de bezuinigingen als gevolg van de crisis die net waren aangekondigd. Hoewel de meeste medewerkers nog niet geconfronteerd werden met implicaties van de bezuinigingsmaatregelen konden zij zich hier echter wel een voorstelling van maken. Uit solidariteit met ontslagen collega s kan de gerapporteerde tevredenheid lager zijn uitgevallen dan op dat moment werkelijk ervaren werd. Een andere beperking is dat de onderzoeker geen informatie had over de non-respondenten. Het is mogelijk dat de niet-respondenten weigerden deel te nemen aan deze studie aangezien zij minder tevreden waren en daarom dit soort gevoelens niet bloot wilden geven (Acker, 2004). In dit onderzoek is gebruik gemaakt van zelfrapportage. De respondenten hebben zelf gerapporteerd over hun ervaringen op het werk. Interessanter zou het zijn geweest als er naast de zelfrapportage ook gerapporteerd was door collega s en leidinggevende(n) van de medewerkers. Dit zou het beeld objectiever hebben gemaakt. Nu is er sprake van een subjectief beeld geschetst door de medewerker zelf. Er is gebruik gemaakt van cross-sectioneel onderzoek. Oorzaak en gevolg zijn op deze manier lastig vast te stellen omdat deze op hetzelfde moment worden gemeten. Om deze reden is het lastig om een causale relatie te meten. Longitudinaal onderzoek kan de verbanden wel zichtbaar maken. De kwaliteit van de meetinstrumenten kan in twijfel worden getrokken aangezien er in de vragenlijst geen gebruik is gemaakt van standaard wetenschappelijke lijsten. De gebruikte schalen bevestigen wel het bestaan van de hoofdeffecten van de energiebronnen op werktevredenheid, zoals blijkt uit het JD-R model (Bakker & Demerouti, 2007), maar tonen geen significante interactie-effecten aan. Uit de factoranalyse is tevens gebleken dat de acht verschillende schalen eigenlijk in vijf verschillende schalen onder te verdelen zijn. Toch is gekozen voor handhaving van de acht oorspronkelijke schalen. 4.3 Implicaties voor toekomstig onderzoek Het onderzoek biedt meerdere aanknopingspunten voor vervolgonderzoek. Aangezien de werkstressoren hoeveelheid werk en werkstress geen significante modererende invloed hebben op de relatie tussen de onderzochte energiebronnen en werktevredenheid, is het interessant te bestuderen of er andere werkstressoren zijn die dit wel doen. Dit is op grond van de literatuur over het JD-R model (Bakker & Demerouti, 2007) namelijk een reële 29
30 Investeren in HRM Roos Damstra verwachting die echter in dit onderzoek niet is bewezen. Het is bewezen dat energiebronnen een modererende rol, ook wel buffer-effect genoemd, kunnen hebben op de relatie tussen werkstressoren en werktevredenheid (Bakker & Demerouti, 2007; Bakker et al, 2003; Bakker et al., 2007). Het is interessant om in vervolgonderzoek de modererende rol van de werkstressoren op de relatie tussen energiebronnen en werktevredenheid helder te krijgen om hier mee het JD-R model aan te vullen en completer te maken. Daarnaast is het van belang of de werkstressoren wellicht een mediërende in plaats van modererende invloed hebben op de relatie tussen energiebronnen en werktevredenheid. Uit de resultaten blijkt dat de stressoren een positieve significante samenhang vertonen met werktevredenheid en dus positieve stress veroorzaken. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de vraag of andere stressoren ditzelfde effect vertonen en wanneer deze positieve stress omslaat en de stressor belastend wordt. Vervolgens zou de relatie tussen bevlogenheid en werktevredenheid nader bestudeerd kunnen worden. Veel van de onderzoeken voorspellen dezelfde positieve relatie tussen energiebronnen en werktevredenheid en werktevredenheid en bevlogenheid (Bakker & Demerouti, 2007: Lewig & Dollard, 2003; Xanthopoulou et al., 2008). Nader onderzoek dient de verschillen en samenhang helder te krijgen. De relatie tussen de energiebronnen en stressoren en werktevredenheid is statistisch verklaard. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het causaal verklaren van de werktevredenheid en verhoogt hiermee de wetenschappelijke waarde. Na het uitvoeren van dit onderzoek is het mogelijk een advies uit te brengen aan de deelnemende organisatie, Rijkswaterstaat, op het gebied van investeren in HR. Helaas was het niet mogelijk de gegevens van het medewerkerstevredenheidsonderzoek van 2008 met die van 2010 te kunnen vergelijken. Om de effecten van de veranderende factoren op tevredenheid te volgen is herhaling van het onderzoek zinvol. 4.4 Implicaties voor de werkvloer Uit het testen van de hypothesen komt naar voren dat de energiebronnen inhoud werk, relatie collega s, zelfstandigheid/autonomie, loopbaanmogelijkheden, informatie/communicatie en diversiteit/inclusie een significant positieve samenhang vertonen met de werktevredenheid van de medewerkers. De resultaten laten zien dat de 30
/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven
Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm
Nadere informatieMTO Gemeente Dantumadeel Dantumadeel Medewerkerstevredenheidsonderzoek Dantumadeel 06
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 59 90 e info@internetspiegel.nl www.internetspiegel.nl Rapport MTO Gemeente Dantumadeel Dantumadeel Medewerkerstevredenheidsonderzoek
Nadere informatieBevlogen aan het werk!
Bevlogen aan het werk! Werkplezier binnen de zorgsector Scholingsdag CNV Utrecht, 16 november 2010 Mark van de Grift, MSc Ons werk is veranderd Van Naar Fysieke arbeid Mentale en emotionele arbeid Extern
Nadere informatieMTO Provincie Noord Brabant Provincie NB monitor 2005
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 59 90 e info@internetspiegel.nl www.internetspiegel.nl Rapport MTO Provincie Noord Brabant Provincie NB monitor 2005 ISP360
Nadere informatieSuccesvol Job Craften Hoe maak je je werk leuk(er)? Interventie bij een Politiekorps
Succesvol Job Craften Hoe maak je je werk leuk(er)? Interventie bij een Politiekorps Dhr. Karel de Groot, Politie Brabant-Noord Drs. Maggie (Machteld) van den Heuvel, UU Prof. dr. Eva Demerouti, Dr. Maria
Nadere informatieDe kunst bevlogen te blijven
De kunst bevlogen te blijven De rol van persoonlijke hulpbronnen in het welbevinden van jonge veterinaire professionals Nederlandstalige samenvatting Het psychisch welzijn van dierenartsen en andere zorgprofessionals
Nadere informatieComputeraffiniteit belangrijk op kantoor
Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling
Nadere informatieGemeente Dantumadeel Hoofdrapport
Grote Bickersstraat KS Amsterdam Postbus AE Amsterdam t f e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Hoofdrapport Medewerkertevredenheidsonderzoek F oktober Medewerkeronderzoek InternetSpiegel oktober
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining
Nadere informatieBehoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk
Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het
Nadere informatieAchtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid
Achtergrond informatie Quickscan Bevlogenheid Bezoek onze website op Twitter mee via @Activeliving93 Linken? Linkedin.com/company/active-living-b.v. Bezoekadres Delta 40 6825 NS Arnhem Altijd ~ Overal
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieWERKBELEVINGSONDERZOEK HOGESCHOOL ZUYD - FACULTEIT ICT
WERKBELEVINGSONDERZOEK HOGESCHOOL ZUYD - FACULTEIT ICT Versie : 0.1 Auteur : Alfred Wagenaar Datum : 14 Februari 2008 Review : Ewout ten Broek Status : Concept 2 1 RESULTATEN In dit rapport zullen allereerst
Nadere informatieWat is eigenlijk PSA?
2 april 2014 Uitgave 1 Wat is eigenlijk PSA? Onder psychosociale arbeidsbelasting of kortweg PSA wordt verstaan de stress in de werksituatie die wordt veroorzaakt door werkdruk, maar ook door zaken als
Nadere informatieVitaal personeel. Wilmar Schaufeli. Universiteit Utrecht. Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 1
Vitaal personeel Wilmar Schaufeli Universiteit Utrecht Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 1 Curatie Preventie Amplitie Workshop Vitaal Personeel - GGZ kennisdag 2009 2 Leidt geluk tot succes
Nadere informatieVertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015
Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015 1 Dit rapport geeft een overzicht op groepsniveau van hun bevlogenheid, energie- en stressbronnen en de gemiddelde
Nadere informatiede jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een
Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk
Nadere informatieBevlogenheid het resultaat van leiderschap
Bevlogenheid het resultaat van leiderschap Hans Aerts Werken is leuk, het is zinvol. Het leidt tot enthousiasme en geluk. Ook hoor je vaak dat werken structuur en houvast biedt in je leven. Werken is niet
Nadere informatieOnderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie
Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische
Nadere informatieVertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Onderwijs 9-10-2013
Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Onderwijs 9-10-2013 Beste Anneke, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die jij
Nadere informatiePsychosociale arbeidsbelasting
Psychosociale arbeidsbelasting Een positieve benadering Wilmar Schaufeli Universiteit Utrecht Drie perspectieven Smal: Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) Breder: Werkstress Breedst: Duurzame inzetbaarheid
Nadere informatieMaster Psychologie, Arbeids- en Organisatiepsychologie THESIS. Werktevredenheid. Ruurd Schiere, 0233099 26 januari 2011
Master Psychologie, Arbeids- en Organisatiepsychologie THESIS Werktevredenheid De mediërende rol van bevlogenheid en verveling tussen energiebronnen en taakeisen enerzijds en werktevredenheid anderzijds
Nadere informatieMedewerkerstevredenheidsonderzoek
Medewerkerstevredenheidsonderzoek Dit medewerkerstevredenheidsonderzoek bestaat uit een aantal standaard onderwerpen die vaak gebruikt worden in medewerkerstevredenheidsonderzoeken. Afhankelijk van de
Nadere informatieWat beweegt ambtenaren?
Wat beweegt ambtenaren? Presentatie onderzoeksresultaten Scriptieverdediging Master of Culture and Change mw. A.G. (Diana) Schaeffer - Elsinga Utrecht, 27 augustus 2015 Word een HELD al is het maar voor
Nadere informatieAchtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid
Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid Active Living B.V. Delta 40 6825 MS Arnhem 026-7410410 Vragenlijst Mentale Vitaliteit De vragenlijst Mentale Vitaliteit, ofwel Quickscan
Nadere informatieJob crafting op basis van een online feedback instrument
Job crafting op basis van een online feedback instrument Theoretische achtergrond Toepasbaarheid Resultaten Aan het werk! Groepsopdracht / discussie Theoretische achtergrond (1) Job crafting 1.0: Fysieke
Nadere informatieSecundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang. Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008
Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008 Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang Huidige uitdagingen voor organisaties Veranderd werknemersperspectief
Nadere informatieKwaliteit en bevlogenheid
Kwaliteit en bevlogenheid Wilmar Schaufeli Universiteit Utrecht Congres Werk Gezondheid 2 okt. 2012-1 Onderwerpen 1. Ontwikkelingen 2. Mega-trends 3. Bevlogenheid Congres Werk Gezondheid - 2 Werk Van Naar
Nadere informatieDe gevolgen van werkdruk voor het welzijn van de werknemer
De gevolgen van werkdruk voor het welzijn van de werknemer Laura Honshorst Studentnummer: 10553096 Email: laura.honshorst@gmail.com Bachelor scriptie Sociologie Universiteit van Amsterdam Begeleider: Matthijs
Nadere informatieOnderzoeksrapportage Leadership Connected 2016
Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen
Nadere informatieSamenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten
Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen
Nadere informatieVertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeldteam Aantal deelnemers:
Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 24-8-2015 1 Dit rapport geeft een overzicht op groepsniveau van hun bevlogenheid, energie- en stressbronnen en de gemiddelde werkenergiebalans.
Nadere informatieManagement Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatieWerkbeleving onder hoogbegaafde werkers
Werkbeleving onder hoogbegaafde werkers Toelichting onderzoeksmodel en opzet onderzoek Toon Taris Universiteit Utrecht congres hoogbegaafdheid en werk, 27/6/2014 1 Opzet Aanleiding Achtergrond van het
Nadere informatieOnline onderzoek Uw werknemers
Toelichting Online onderzoek In dit bestand vindt u een inspirerende voorbeeldvragenlijst voor een werknemertevredenheid onderzoek! De vragenlijst is bedoeld als hulpmiddel bij het opstellen van uw eigen
Nadere informatieIn het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur.
Samenvatting Introductie Het doel van dit proefschrift is om inzicht te krijgen in wat bijdraagt aan goed toegeruste zorgmedewerkers werkzaam in de verpleeghuiszorg voor mensen met dementie. Een sterke
Nadere informatieHoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers
Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Succesvol reorganiseren Hoe je zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Succesvol reorganiseren Rijksorganisaties hebben te maken met veranderingen
Nadere informatieMEDEWERKERSONDERZOEK 2017
MEDEWERKERSONDERZOEK 2017 STICHTING IKPOB RAPPORTAGE Beste lezer, Voor u ligt de rapportage van het medewerkersonderzoek binnen het openbaar bestuur. De resultaten in deze rapportage zijn gebaseerd op
Nadere informatieLangdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari
Nadere informatieDuurzame inzetbaarheid; de wereld verandert en wij gaan mee
Masterthesis Duurzame inzetbaarheid Faculteit Sociale Wetenschappen Onderzoeksbegeleider: Dr. V. Brenninkmeijer 13 juli 2011 Tweede beoordelaar: MSc J. Akkermans Aantal woorden: 9763 Utrecht, Universiteit
Nadere informatieSUR-V.com. HR Monitor. Stel snel en eenvoudig een wetenschappelijk verantwoord HR onderzoek op.
SUR-V.com HR Monitor Stel snel en eenvoudig een wetenschappelijk verantwoord HR onderzoek op. Onze unieke HR Monitor Weet u wat er speelt binnen uw organisatie? Waar uw medewerkers energie van krijgen
Nadere informatieMEDEWERKERSONDERZOEK 2018
MEDEWERKERSONDERZOEK NIEUW WOELWIJCK RAPPORTAGE Beste lezer, Voor u ligt de rapportage van het Medewerkersonderzoek binnen Nieuw Woelwijck, als aanvulling op de online dashboard rapportage. NIEUW WOELWIJCK
Nadere informatieVertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeld teamrapportage 1 Aantal deelnemers: 10 26-10-2014
Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE Voorbeeld teamrapportage 1 Aantal deelnemers: 10 26-10-2014 1 Dit rapport geeft een overzicht op groepsniveau van hun bevlogenheid, energie- en stressbronnen en de gemiddelde
Nadere informatieVertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Wilma Zorg 18-10-2013
Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Wilma Zorg 18-10-2013 Beste Wilma, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die jij hebt
Nadere informatieDuurzame Inzetbaarheid. Plan van Aanpak. Verstarring erger dan vergrijzing
Duurzame Inzetbaarheid Plan van Aanpak Verstarring erger dan vergrijzing Energiek zijn en blijven is motivatie x competenties x conditie Definitie: Duurzame inzetbaarheid is de mate, waarin medewerkers
Nadere informatieHandleiding Nederlandse Werkwaardentest
Handleiding Nederlandse Werkwaardentest Versie 1.0 (c), mei 2008 Dr Edwin van Thiel Nederlandse werkwaardentest De Nederlandse werkwaardentest is eind 2006 ontwikkeld door 123test via een uitgebreid online
Nadere informatieWat motiveert u in uw werk?
Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u
Nadere informatieHRM Monitor. te gebruiken voor o.a. medewerkers tevredenheidsonderzoek. tevens te gebruiken voor het meten van belangrijke HR thema s als
HRM Monitor te gebruiken voor o.a. medewerkers tevredenheidsonderzoek tevens te gebruiken voor het meten van belangrijke HR thema s als - bevlogenheid - - transformationeel leiderschap - - talent- en persoonlijkheidsonderzoek
Nadere informatieHART VOOR DE MENS, LIEFDE VOOR HET VAK. GORTcoaching.nl. Het coachbureau met hart voor de mens en liefde voor het vak
HART VOOR DE MENS, LIEFDE VOOR HET VAK GORTcoaching.nl Het coachbureau met hart voor de mens en liefde voor het vak Specialisaties Executive Coaching Competentie Coaching Life Coaching Team Coaching Loopbaan
Nadere informatieBronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress
WORK EXPERIENCE SCAN VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Voor elk bedrijf is het van belang de oorzaken van stresserende factoren zo snel mogelijk te herkennen om vervolgens het beleid hierop af te kunnen
Nadere informatieWORK EXPERIENCE PROFILE
WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat
Nadere informatiePersoneelsMonitor. Afdeling: Informatica Faculteit / Dienst: Faculteit der Exacte Wetenschappen
PersoneelsMonitor Afdeling: Informatica Faculteit / Dienst: Faculteit der Exacte Wetenschappen Arbeidsinhoud Uitdaging - Zelfstandigheid - Duidelijkheid Rapportage Informatica Pagina 2/54 Arbeidsinhoud
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.
Nadere informatieDe invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention
De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van
Nadere informatiehttp://internetspiegel.tns-nipo.com/lokaal/vraagbekijken.asp?questionid=-1§ionid...
InternetSpiegel: hét instrument voor online medewerkertevredenheidsonderzoek voor... Page 1 of 12 Inleiding Module: Inleiding U bent nu ingelogd in de vragenlijst. Op iedere pagina vindt u vragen over
Nadere informatieMANTELZORG, GOED GEVOEL
UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt
Nadere informatieLeeswijzer rapporten
Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid
Nadere informatieWork Engagement Scan
Voorbeeld Groepsoverzicht 1 Work Engagement Scan Organisatie Y PiCompany BV T 030 20 40 800 E info@picompany.nl Over de Work Engagement Scan 2 Weten hoe bevlogen mensen zijn Bevlogen werknemers presteren
Nadere informatieJonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten
Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale
Nadere informatieJob crafting: Het crossover effect van job crafting tussen werk koppels
Masterscriptie 2011/2012, 20050040209-3 Arbeids- en Organisatiepsychologie Faculteit Sociale Wetenschappen Docenten: Maria Peeters en Ilona van Beek 23 juni 2012 Job crafting: Het crossover effect van
Nadere informatieHPC-O. Human Performance Contextscan Organisatierapportage <Naam onderwijsinstelling> Datum: Opdrachtgever: Auteur:
HPC-O 1 HPC-O Human Performance Contextscan Organisatierapportage Datum: Opdrachtgever: Auteur: 24 april 2008 drs M.G. Wildschut HPC-O
Nadere informatieVervolgonderzoek omtrent de psychosociale gesteldheid van politiepersoneel
Vervolgonderzoek omtrent de psychosociale gesteldheid van politiepersoneel Prof. dr. W.B. Schaufeli (Universiteit Utrecht) en Prof. dr. T.W. Taris (Universiteit Utrecht) Samenvatting In 2013 is in opdracht
Nadere informatieDr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0
Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0 INTRODUCTIE Competitief voordeel Werknemers maken het verschil Innovatie Creativiteit
Nadere informatieVertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Accountant
Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Anneke Accountant 18-11-2016 Beste Anneke, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die
Nadere informatieWerkbelevingsonderzoek 2013
Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:
Nadere informatieUitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie
Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest
Nadere informatieHet modererende effect van Pro-activiteit en klanttevredenheid in het Job Demands-Resources model.
Het modererende effect van Pro-activiteit en klanttevredenheid in het Job Demands-Resources model. Opleiding: Master Psychologie van arbeid en gezondheid in organisaties Naam: Stéphanie Davidse Studentnummer:
Nadere informatiePersoonlijke factoren en Sales succes
Persoonlijke factoren en Sales succes Welke samenhang is er? Gerard Groenewegen Mei 2009 06-55717189 1 Agenda 1. Inleiding 2. Opzet studie 3. Beoordeling van dit onderzoek 4. Bevindingen 5. Conclusie 6.
Nadere informatieBadkuipmanagement. Hoe houdt u, uw badeendjes drijvende? Drs. Mark B.J. de Lat
Badkuipmanagement Hoe houdt u, uw badeendjes drijvende? Drs. Mark B.J. de Lat KPMG Advisory N.V. NVvA Symposium Zeist, 23 april 2009 Agenda Conclusie: Niets is wat het lijkt dat het is Badkuipmanagement
Nadere informatieWerkbeleving 21 maart Bea Voorbeeld
Werkbeleving 21 maart 2018 Bea Voorbeeld Hoe beleef je je werk? De meeste mensen functioneren het best en beleven het meeste plezier aan hun werk wanneer er evenwicht is tussen de eisen die aan hen gesteld
Nadere informatieHoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen
Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers
Nadere informatieEmotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.
Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities
Nadere informatieBetrouwbaarheid en Validiteit van de Nederlandse vertaling van de Work Design Questionnaire. Marjan Gorgievski 1. Patty Peeters.
Nederlandse vertaling van de WDQ 1 Betrouwbaarheid en Validiteit van de Nederlandse vertaling van de Work Design Questionnaire Marjan Gorgievski 1 Patty Peeters Eric Rietzschel Tanja Bipp 1 Gegevens auteurs
Nadere informatieeen onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland
een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs Hof van Twente www.aenk.nl Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet,
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.
Nadere informatieHet effect van doelstellingen
Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek
Nadere informatieZiekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden
Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden Martine Mol en Jannes de Vries Een hoge werkdruk onder werknemers komt vooral voor
Nadere informatieRapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek
Rapportage Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2017 Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga maart 2016 MTO-CQI www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde medewerkerstevredenheidsonderzoek
Nadere informatieGEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG
GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit
Nadere informatieBevlogenheid in de zorg:
Bevlogenheid in de zorg: Hoe hard zacht kan zijn Prof. dr. Wilmar Schaufeli Universiteit Utrecht Ziel en zakelijkheid in de zorg - 29/11/12-1 Ziel en zakelijkheid in de zorg - 29/11/12-2 Het Janus-gezicht
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieVertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Ben Projectmanager
Vertrouwelijk INDIVIDUEEL RAPPORT Ben Projectmanager 9-10-2013 Beste Ben, Dit rapport geeft een totaaloverzicht van jouw energie- en stressbronnen op organisatie- en functieniveau. De antwoorden die jij
Nadere informatie3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:
Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor
Nadere informatieWerken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig?
Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Resultaten van 10 jaar onderzoek naar de beleving en beoordeling van arbeid Prof. Dr. Hans De Witte Gewoon Hoogleraar Arbeidspsychologie, WOPP-KU Leuven Seminarie
Nadere informatieSuccesvol reorganiseren: hoe u zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers
Succesvol reorganiseren: hoe u zorgt voor veranderbereidheid bij medewerkers Rijksorganisaties hebben te maken met veranderingen in de omgeving door nieuwe technologie, maatschappelijke ontwikkelingen
Nadere informatieMEDEWERKERSTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2004 Resultaten en vervolgtraject
MEDEWERKERSTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2004 Resultaten en vervolgtraject Inleiding In mei van dit jaar is een nieuw medewerkertevredenheidsonderzoek gehouden. De eerste resultaten van dit onderzoek zijn in
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieVoortdurend onderweg naar morgen.
Voortdurend onderweg naar morgen. https://www.youtube.com/watch?v=uaxwm3svc7o Waar bent u naar onderweg? De pauze? Het weekend? Iets doen? Carrière? De business case? 2020? Waarmaken van eigen droom? Plezier
Nadere informatieFactoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden
Het verhogen van duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking is een van de grootste uitdagingen voor de geïndustrialiseerde landen in de komende decennia. Omdat de beroepsbevolking krimpt en vergrijst
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients
Nadere informatieIn vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners
In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners Colloquium psychosociale risico s Brussel, 23-09-2014 dr Sofie Vandenbroeck 2 Opdrachtgevers Federale
Nadere informatieStudieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers
Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.
Nadere informatieDe rol van jobcrafting en de regulatiefocus in het Job-Demands Resources Model
Universiteit Utrecht Master psychologie, Arbeids en Organisatiepsychologie THESIS De rol van jobcrafting en de regulatiefocus in het Job-Demands Resources Model Marit Luschen: 3265234 Datum: 17-6-2013
Nadere informatieWaardoor geraakt de hardwerkende Vlaming gestresseerd?
Waardoor geraakt de hardwerkende Vlaming gestresseerd? Over Vlamingen bestaat het beeld (de mythe?) van de hardwerkende Vlaming. De arbeidsproductiviteit ligt in Vlaanderen/België in vergelijking met andere
Nadere informatieSTABLE LOVE, STABLE LIFE?
STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit
Nadere informatieBevlogenheid van studenten en docenten. Debbie Jaarsma Hoogleraar Evidence-Based Medical Education & Innovation (UMCG)
Bevlogenheid van studenten en docenten Debbie Jaarsma Hoogleraar Evidence-Based Medical Education & Innovation (UMCG) UPPER Jubileumsymposium 24 juni 2014 Bevlogenheid is een toestand van opperste voldoening
Nadere informatieBevlogenheid op de werkvloer: Werkstress L à werkplezier! J
Bevlogenheid op de werkvloer: Werkstress L à werkplezier! J Dr. Daantje Derks Smart Government, 18 juni 2015 Focus psychologie Negatief Ziekteverzuim, verslaving, afwezigheid op het werk, trainingen Meer
Nadere informatieMidlife Carreers Wat drijft 45-pluswerknemers?
& Midlife carreers Wat drijft de 45 Midlife Carreers Wat drijft 45-pluswerknemers? Midlife carrieers Achtergrond Op een totale beroepsbevolking van ruim 7 miljoen Nederlanders, is ruim 3 miljoen ouder
Nadere informatie