Rapport eigendomssituatie energielabels

Transcriptie

1 Directie Landregistratie en Geografie Ruimte en Advies 1.1 Auteur(s) Ramona van Marwijk Martinus Vranken

2 Directie Landregistratie en Geografie Definitief 1 van 21 Opdrachtgever AgentschapNL Status Definitief Verspreiding historie Datum Auteur Opmerking concept 25 januari 2013 definitief 22 februari 2013 definitief 18 april 2013 Aanpassing op verzoek van opdrachtgever Recensiehistorie Datum Recensent Opmerking

3 Definitief 2 van 21 Inhoudsopgave 1 Inleiding Methode Inleiding Eigendomssituatie Bouwjaarklasse Woningtype Aandachtspunten data-analyse Resultaten Basisresultaten Totalen labels en gemiddelden energie-indexen Karakteristieken labelklassen Karakteristieken eigendomssituatie Karakteristieken bouwjaarklasse Karakteristieken woningtype Conclusies Bijlage: Beschrijving basisresultaten...21

4 3 van 21 1 Inleiding Sinds 1 januari 2008 is een energielabel verplicht bij bouw, verkoop of verhuur in woningbouw en utiliteitsbouw. Een energielabel bevat de energie-index en de energieklasse van een bepaald gebouw op een bepaald adres. De bepaling hiervan wordt door gecertificeerde adviseurs uitgevoerd en de resultaten alsmede onderliggende gegevens worden aan Agentschap NL ter registratie aangeboden. De landelijke informatievoorziening van de energielabelregistratie wordt door het Kadaster uitgevoerd. Agentschap NL monitort de ontwikkeling van en binnen het aantal energielabels. Hiertoe heeft het Agentschap het Kadaster verzocht om gegevens te verstrekken over de eigendomssituatie van energielabels en andere hiermee samenhangende informatie. Gebleken is dat er onjuistheden voorkomen in het gegevenskenmerk eigendomssituatie (huur- of koopwoning) dat bij de bepaling van het energielabel wordt opgenomen. Agentschap NL wil graag de bij het Kadaster beschikbare gegevens over eigendomssituatie koppelen met de gegevens over de energielabels en dit gebruiken bij jaarlijkse voortgangsrapportages. De specifieke informatiebehoefte van het Agentschap is als volgt geformuleerd: Agentschap NL vraagt aan de hand van de bij Kadaster bekende gegevens per bouwjaarklasse, woningtype en eigendomssituatie het aantal energielabels, de gemiddelde energie-index en verdeling naar energielabelklasse. Dit per standdatum 1 januari en van de jaren 2008 t/m Dit rapport toont de resultaten van deze analyse.

5 4 van 21 2 Methode 2.1 Inleiding Agentschap NL wil voor 5 opeenvolgende jaren per standdatum (1 januari van elk jaar) inzicht hebben in de eigendomssituatie en aanvullende kenmerken van de woningen met energielabels. Door verschillende openbare en kadastrale registers te combineren, kunnen we per standdatum en per labelsoort (A++, A+, A, B, C, D, E, F en G) uitsplitsingen maken in: Eigendomssituatie o Huur corporaties o Huur investeringsmaatschappijen en andere niet natuurlijke personen (NNP) o Huur particulier o Eigenaar bewoner Bouwjaarklasse o t/m 1945 o o o o vanaf 2005 o Onbekend Woningtype o Vrijstaand o 2 onder 1 kap o Hoekwoning o Tussenwoning o Appartement o Niet wonen o Onbekend Per energielabel is onder andere bekend: Het certificaatnummer waaronder het energielabel is geregistreerd bij Agentschap NL; De opnamedatum van registratie van het certificaat bij Agentschap NL; Energie-index (cijfer dat het energiegebruik aangeeft op basis van de hoeveelheid energie die nodig wordt geacht voor de verschillende behoeften die verband houden met een gestandaardiseerd verbruik van een gebouw); Energieklasse (een bepaalde energie-index valt in een bepaalde energieklasse. Een energieklasse wordt weergegeven met de letters A++ t/m G).

6 5 van 21 Een overzicht van labelklassen en energie-indexen wordt hieronder gegeven. Labelklasse Energie index A++ <= 0,50 A+ 0,51 0,70 A 0,71 1,05 B 1,06 1,30 C 1,31 1,60 D 1,61 2,00 E 2,01 2,40 F 2,41 2,90 G >= 2,91 Uitgangspunt in de gehanteerde analyse is dat energielabels waarvan de geldigheidsdatum van het certificaat is overschreden niet worden meegerekend. 2.2 Eigendomssituatie Er wordt onderscheid gemaakt tussen huur corporaties, huur investeringsmaatschappijen en andere niet natuurlijke personen (NNP), huur particulier, en eigenaar bewoner. De eigendomssituaties zijn in dit onderzoek als volgt gedefinieerd: - huur corporaties: woning is in bezit van een niet natuurlijke rechtspersoon met de rechtsvorm vereniging of stichting. - huur investeringsmaatschappij en andere NNP: woning is in bezit van een niet natuurlijke rechtspersoon met uitsluiting van de rechtsvormen vereniging of stichting. Dit betreft veelal NV s, en BV s, maar ook publiekrechtelijke rechtspersonen en kerkgenootschappen. - huur particulier: woning is in bezit van een natuurlijke rechtspersoon waarvan het adres niet overeenkomt met het verblijfsadres van de eigenaar (conform GBA) en waarbij de eigenaar meer dan twee woningen in bezit heeft. Er wordt hierbij gekozen voor meer dan twee woningen om tweede woningen, zoals buitenhuisjes, uit te sluiten. - eigenaar bewoner: woning is in bezit van een natuurlijke rechtspersoon waarvan het adres overeenkomt met het verblijfadres (conform GBA) van de eigenaar. 2.3 Bouwjaarklasse Het bouwjaar van een woning wordt verkregen via de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). De BAG is onderdeel van het overheidsstelsel van basisregistraties. Gemeenten zijn bronhouders van de BAG. Zij zijn verantwoordelijk voor het opnemen van de gegevens in de BAG en voor de kwaliteit ervan. Alle gemeenten stellen gegevens over adressen en gebouwen centraal beschikbaar via de Landelijke Voorziening (BAGLV). Het Kadaster beheert deze BAGLV en stelt de gegevens beschikbaar aan de diverse afnemers.

7 6 van Woningtype De woningtypering laat per adres zien welk type woning het betreft, gebaseerd op informatie uit de primaire kadaster gegevens (Landmeetkundig Kartografisch Informatiesysteem, Automatisering Kadastrale Registratie en het Adrescoördinatenbestand. Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende zeven woningtypes: Code A H K N O T V Omschrijving Appartement Hoekwoning 2-onder-1-kap Niet wonen Onbekend Tussen- of geschakelde woning Vrijstaande woning Het woningtype is een berekende waarde. De kwaliteit is afhankelijk van de kwaliteit van de brongegevens en de redeneerregels. Een uitzondering hierop is de toewijzing van het woningtype Appartement, bij koopappartementen is dit expliciet opgeslagen in de kadastrale registratie. 2.5 Aandachtspunten data-analyse Van sommige gelabelde woningen was het niet mogelijk om de bouwjaarklasse (1,6% van het totaal) of het woningtype (7,1% van het totaal) vast te stellen. Deze woningen zijn wel meegenomen in de analyse en hebben in de resultaten de aanduiding onbekend gekregen. Tijdens de analyse is in sommige gevallen een discrepantie aangetroffen tussen afgemelde energielabels met labelklasse A++ en de bijbehorende energie-indexen. Voor 642 woningen bleek de geregistreerde energieindex hoger te zijn dan 0,5; het maximum dat voor deze labelklasse geldt. Op verzoek van de opdrachtgever is in deze gevallen de energie-index leidend verklaard. De bijbehorende labelklassen zijn hieruit afgeleid en in de analyses meegenomen. Bij de databewerking op historische standdata was het voor een beperkt deel van de geregistreerde labels niet mogelijk om deze te combineren met de historie van openbare en kadastrale registraties. Van deze energielabels kon de historische eigendomssituatie en woningkenmerken niet worden vastgesteld en zijn daarom niet meegenomen in de analyse. Op konden de combinaties wel worden gelegd en geeft deze recente standdatum het volledige beeld. Bij sommige energielabels kon er geen match worden gemaakt tussen het adres in de energielabelregistratie en de bij het Kadaster bekende adressen. Bij deze labels kon geen combinatie worden gelegd met pand- en eigendomsgegevens en zijn daarom niet meegenomen in deze analyse. De gepresenteerde aantallen labels en gemiddelde energie-indexen zijn gebaseerd op de volledige ter beschikking staande dataset, er is geen gebruik gemaakt van steekproeven. De in dit rapport gesignaleerde

8 7 van 21 trends zijn gebaseerd op visuele interpretatie van de resultaten. De significantie van de trends kunnen, indien nodig, worden onderbouwd door regressieanalyses en of statistische toetsen. Dit valt echter buiten de oorspronkelijke scope van de onderzoeksvraag.

9 8 van 21 3 Resultaten De resultaten van de analyse bestaan uit basis- en geaggregeerde gegevens. De basisresultaten geven een opsomming van alle resultaten. In de geaggregeerde gegevens worden enkele karakteristieken gegeven over de totale aantallen labels en gemiddelde energie-indexen alsmede een uitwerking hiervan naar labelklasse, eigendomssituatie, bouwjaarklasse en woningtype. 3.1 Basisresultaten De analyseresultaten zijn weergegeven in een Excel-bestand dat separaat aan dit rapport wordt geleverd. Dit betreffen de aantallen afgegeven energielabels en de bijbehorende energie-indexen. Deze zijn voor de verschillende standdata uitgesplitst naar labelklasse, eigendomssituatie, bouwjaarklasse en woningtype. In de bijlage van dit rapport wordt een beschrijving van het Excel-bestand gegeven. De in de resultaten opgenomen aantallen betreffen de aantallen woningen met een energielabel. Het is mogelijk dat een woning meerdere energielabels heeft waardoor het absolute aantal afgegeven labels hoger is dan het absolute aantal woningen met een energielabel. 3.2 Totalen labels en gemiddelden energie-indexen Op standdatum zijn er woningen met een energielabel geregistreerd. Dit betreft 30% van de gehele Nederlands woningvoorraad. Figuur 1 toont het verloop van het aantal afgegeven labels tijdens de onderzoeksperiode. Het aantal labels is in 5 jaar met een factor 15 toegenomen en de sterkste stijging heeft plaatsgevonden in het jaar Aantal labels Standdatum Figuur 1: Aantallen woningen met energielabels (cumulatief) op standdata.

10 9 van 21 Op bedraagt de gemiddelde energie-index van alle woningen waarvoor een energielabel is afgegeven 1,80. Figuur 2 toont het verloop van de gemiddelde energie-index tijdens de onderzoeksperiode. Dit geeft het beeld dat de gemiddelde energie-index afneemt met de tijd, het sterkst over het jaar Dit zou mogelijk verklaard kunnen worden doordat er steeds meer woningen worden gelabeld na het nemen van energiebesparende maatregelen. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat er relatief meer jongere energiezuinigere woningen worden gelabeld. 2,50 2,00 1,95 1,87 1,85 1,84 1,82 1,80 Gemiddelde EI 1,50 1,00 0,50 0, Standdatum Figuur 2: Gemiddelde energie-index van alle gelabelde woningen op standdata. 3.3 Karakteristieken labelklassen De verdeling van de aantallen afgegeven energielabels per labelklasse wordt getoond in figuur 3. A++ A+ A 0,01% 0,06% 2,04% Labelklasse B C D 10,94% 27,57% 30,15% E 16,05% F 9,40% G 3,77% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% % labels Figuur 3: Procentuele verdeling labelklassen op standdatum

11 10 van 21 Figuur 4 toont het verloop van de aantallen afgegeven labels per labelklasse over de onderzoeksperiode Aantal labels A++ A+ A B C D E F G Standdatum Figuur 4: Aantallen afgegeven labels (cumulatief) per labelklasse op standdata. De relatieve verdeling van de aantallen afgegeven labels per labelklasse wordt hieronder weergegeven. Hierbij valt op dat het relatieve aandeel van de labels B, C toeneemt met de tijd en dat het relatieve aandeel van de ongunstige labels E, F en G afneemt met de tijd. Dit komt overeen met het beeld van een in tijd afnemende gemiddelde energie-index over de gehele woningvoorraad in figuur 2. 35% 30% % Labels 25% 20% 15% 10% % 0% A++ A+ A B C D E F G Labelklasse Figuur 5: Verloop procentuele verdeling afgegeven labels (cumulatief) per labelklasse op standdata.

12 11 van Karakteristieken eigendomssituatie Figuur 5 toont de verdeling van de aantallen afgegeven energielabels per eigendomssituatie. Duidelijk is dat de meeste energielabels zijn afgegeven voor woningen in eigendom van woningcorporaties. Tevens valt op dat er meer labels zijn afgegeven voor door particulieren verhuurde woningen dan voor door eigenaren bewoonde woningen. huur corporatie Eigendomssituatie huur investeringsmaatschappij en overige NNP eigenaar bewoner huur particulier Aantal labels Figuur 6: Aantallen afgegeven labels (cumulatief) per eigendomssituatie op standdatum Het verloop van de aantallen afgegeven labels per eigendomssituatie tijdens de onderzoeksperiode ziet er als volgt uit: Aantal labels huur corporatie huur investeringsmaatschappij en overige NNP eigenaar bew oner huur particulier Standdatum Figuur 7: Verloop aantallen afgegeven labels (cumulatief) per eigendomssituatie op standdata.

13 12 van 21 Indien de aantallen worden geïndexeerd naar de vroegste standdatum , zoals in onderstaande figuur, dan blijkt dat de sterkste stijgers de eigendomssituaties huur investeringsmaatschappijen en overige NNP, huur particulier en eigenaar bewoner betreffen. Vooral sinds 2010 blijft de stijging van huurwoningen van huurcorporaties hierbij achter huur corporatie Index huur investeringsmaatschappij en overige NNP eigenaar bew oner huur particulier Standdatum Figuur 8: Verloop van de geïndexeerde aantallen afgegeven energielabels (cumulatief) per eigendomssituatie op standdata (index: =100). Op standdatum kan het gemiddelde van alle energie-indexen per eigendomssituatie als volgt worden weergegeven. 2,50 2,00 1,80 1,82 1,83 1,90 GemiddeldEI 1,50 1,00 0,50 0,00 huur corporatie huur investeringsmaatschappij en overige NNP eigenaar bew oner huur particulier Eigendomssituatie Figuur 9: Gemiddelde energie-index van alle gelabelde woningen per eigendomssituatie op standdatum

14 13 van 21 Hieruit kan worden afgeleid dat gemiddelde energie-indexen van gelabelde woningen in bezit van corporaties het gunstigst zijn. Gelabelde woningen die bewoond worden door eigenaren hebben een gunstiger gemiddelde energie-index dan woningen die door particulieren worden verhuurd. Hieronder wordt het verloop van de gemiddelde energie-indexen per eigendomssituatie tijdens de onderzoeksperiode getoond. De in figuur 2 weergegeven daling van de gemiddelde energie-index in de tijd, komt hier bij alle eigendomssituaties tot uitdrukking. 2,5 Gemiddelde EI 2 1,5 1 0, huur corporat ie huur invest eringsmaatschappij en overige NNP eigenaar bewoner huur part iculier Eigendomssituatie Figuur 10: Verloop gemiddelde energie-indexen per eigendomssituatie op standdata.

15 14 van Karakteristieken bouwjaarklasse Figuur 8 toont de verdeling van de aantallen afgegeven energielabels per bouwjaarklasse op standdatum t/m Bouwjaarklasse nu Onbekend Aantal labels Figuur 11: Aantallen afgegeven energielabels (cumulatief) per bouwjaarklasse op standdatum De aantallen woningen met een energielabel zijn tevens afgezet tegen de totale woningvoorraad in Nederland. Het overzicht hiervan wordt in onderstaande figuur gegeven. Bouwjaarklasse Totale woningvoorraad Gelabelde woningen % gelabelde woningen t/m % % % % 2006-nu % Onbekend % Totalen % Figuur 12: Aantallen gelabelde woningen ten opzichte van de totale woningvoorraad per bouwjaarklasse op standdatum Hieruit kan worden afgeleid dat, ten opzichte van de totale woningvoorraad, de hoogste dichtheid aan labels voorkomt bij woningen in de bouwjaarklassen en De laagste dichtheid aan labels komt voor bij woningen in de bouwjaarklassen 2006-nu en t/m 1945.

16 15 van 21 Hieronder wordt de toename van de aantallen afgegeven labels per bouwjaarklasse gegeven tijdens de gehele onderzoekperiode Aantal labels t/m nu Onbekend Standdatum Figuur 13: Verloop van de aantallen afgegeven energielabels (cumulatief) per bouwjaarklasse op standdata. De relatieve verdeling van de aantallen afgegeven labels per bouwjaarklasse wordt hieronder weergegeven. Hierbij valt op dat de relatieve verdeling van de labels per bouwjaarklasse vrij constant is. De grootste verschuiving lijkt plaats te vinden in het jaar 2008: het aandeel labels uit bouwjaarklasse neemt iets af terwijl het aandeel labels uit bouwjaarklasse t/m 1945 juist toeneemt. 60% % Labels 50% 40% 30% 20% 10% t/m nu Onbekend 0% Standdatum Figuur 14: Relatieve verdeling afgegeven labels (cumulatief) per bouwjaarklasse op standdata

17 16 van 21 De gemiddelde energie-indexen van de afgegeven labels per bouwjaarklasse zien er als volgt uit. 2,50 2,00 2,03 2,09 1,80 1,95 Gemiddelde EI 1,50 1,00 1,40 1,17 0,50 0,00 t/m nu Onbekend Bouwjaarklasse Figuur 15: Gemiddelde energie-index van gelabelde woningen per bouwjaarklasse op standdatum Hieruit kan worden afgeleid dat gelabelde woningen gebouwd na 1965 gemiddeld een gunstigere energieindex hebben naarmate de bouwjaarklasse recenter is. Eveneens blijkt dat het niet vanzelfsprekend is dat de oudste woningen de minst gunstige energie-index hebben: de gemiddelde energie-index van woningen uit de oudste bouwjaarklasse (</=1945) is iets gunstiger is dan die van woningen gebouwd in de periode daarna ( ). Het verloop van de gemiddelde energie-indexen per bouwjaarklasse tijdens de onderzoeksperiode ziet er als volgt uit. Er is bij alle bouwjaarklassen een dalende trend te zien van de gemiddelde energie-index met de tijd. Dit is in lijn met de in figuur 2 getoonde daling van de energie-index in de tijd over de gehele woningvoorraad. 2,5 Gemiddelde EI 2 1,5 1 0, t/m nu Onbekend Bouw jaarklasse Figuur 16: Verloop van de gemiddelde energie-index van gelabelde woningen per bouwjaarklasse op standdata.

18 17 van Karakteristieken woningtype De verdeling van de aantallen afgegeven energielabels per woningtype op standdatum ziet er als volgt uit. Tussenw oning Appartement Woningtype Hoekw oning Onbekend ^1 Kap Vrijstaand Aantal labels Figuur 17: Aantallen afgegeven energielabels (cumulatief) per woningtype op standdatum De aantallen woningen met een energielabel zijn tevens afgezet tegen de totale woningvoorraad in Nederland. Het overzicht hiervan wordt in onderstaande figuur gegeven. Woningtype Totale woningvoorraad Gelabelde woningen % gelabelde woningen Appartement % Tussenwoning % Hoekwoning % Onbekend % 2^1 Kap % Vrijstaand % Totalen % Figuur 18: Aantallen gelabelde woningen ten opzichte van de totale woningvoorraad per woningtype op standdatum Ten opzichte van de totlae woningvoorraad komt de hoogste dichtheid aan gelabelde woningen voor bij het woningtype appartement, gevolgd door hoek- en tussenwoningen. De laagste dichtheid komt voor bij vrijstaande en 2 onder 1 kapwoningen.

19 18 van 21 Hieronder wordt de toename van de aantallen afgegeven labels per woningtype gegeven over de gehele onderzoeksperiode Aantal labels Tussenw oning Appartement Hoekw oning Onbekend 2^1 Kap Vrijstaand Standdatum Figuur 19: Verloop van de aantallen afgegeven energielabels (cumulatief) per woningtype op standdata. Indien de aantallen worden geïndexeerd naar de vroegste standdatum , zoals in onderstaande figuur, dan blijkt dat de sterkste stijger het woningtype vrijstaand betreft. De minste stijging vindt plaats bij appartementen, hoek- en tussenwoningen Index Tussenw oning Appartement Hoekw oning Onbekend 2^1 Kap Vrijstaand Standdatum Figuur 20: Verloop van de geïndexeerde aantallen afgegeven energielabels (cumulatief) per woningtype op standdata. (Index: 100 op )

20 De gemiddelde energie-indexen per woningtype zien er als volgt uit. 19 van 21 2,50 2,00 1,99 1,87 1,84 1,83 1,80 1,74 Gemiddelde EI 1,50 1,00 0,50 0,00 2^1 Kap Vrijstaand Appartement Onbekend Hoekwoning Tussenwoning Woningtype Figuur 21: Gemiddelde energie-index van gelabelde woningen per woningtype op standdatum Opvallend is dat de gemiddelde energie-index van vrijstaande woningen gunstiger is dan die van 2^1 kap woningen Tevens valt op dat appartementen een ongunstigere energie-index hebben dan tussenwoningen. Het verloop van de gemiddelde energie-indexen per woningtype tijdens de onderzoeksperiode ziet er als volgt uit. 2,5 Gemiddelde EI 2 1,5 1 0, Tussenwoning Appartement Hoekwoning Onbekend 2^1 Kap Vrijstaand Woningtype Figuur 22: Verloop van de gemiddelde energie-index van gelabelde woningen per woningtype op standdata.

21 20 van 21 4 Conclusies Kadaster heeft een analyse uitgevoerd naar de eigendomssituatie van woningen met een geldig energielabel gedurende de periode tot en met De analyse is uitgevoerd door de gegevens van de landelijke beheervoorziening energielabels te combineren met verschillende openbare en kadastrale registraties. De basisresultaten zijn opgenomen in een separaat geleverd Excel-bestand. Daarnaast zijn geaggregeerde resultaten en karakteristieken uitgewerkt in relatie tot labelklasse, eigendomssituatie, bouwjaarklassen woningtype. Uit de resultaten kunnen de volgende conclusies worden getrokken: In 2012 zijn er voor woningen energielabels afgegeven. Aan het eind van de onderzoeksperiode op standdatum zijn er in totaal woningen met een geregistreerd energielabel. Dit is 30% van de totale woningvoorraad in Nederland. De gemiddelde energie-index van alle gelabelde woningen bedraagt 1,80 en valt daarmee binnen labelklasse D. Het grootste deel van de tot en met afgegeven energielabels (58%) valt in labelklassen C en D. Tijdens de onderzoeksperiode verandert de relatieve verdeling van aantallen labels per labelklasse. Het relatieve aandeel van labels B, C neemt toe met de tijd en het relatieve aandeel van de meer ongunstige labels E en F neemt af met de tijd. De gelabelde woningen betreffen hoofdzakelijk huurwoningen van corporaties (83%) en in veel mindere mate door particulieren verhuurde woningen (5%) en door eigenaren bewoonde woningen (4%). De grootste stijging in gelabelde woningen vindt plaats bij de eigendomssituaties huur investeringsmaatschappijen en overige NNP, huur particulier en eigenaar bewoner. Huurwoningen van corporaties hebben de meest gunstige gemiddelde energie-index (1,80). Door particulieren verhuurde woningen hebben gemiddeld de minst gunstige energie-index (1,90). Van de gelabelde woningen valt een groot deel in de bouwjaarklasse (44%) gevolgd door bouwjaarklassen (25%) en (20%). Ten opzichte van de totale Nederlandse woningvoorraad worden de hoogste dichtheden aan labels gevonden in de bouwjaarklassen en Gelabelde woningen hebben sinds bouwjaarklasse een gunstigere gemiddelde energie-index naarmate de bouwjaarklasse recenter is. Echter, de gemiddelde energieindex van woningen uit de oudste bouwjaarklasse (t/m 1945) is iets gunstiger dan die van woningen gebouwd in de periode daarna ( ). Het grootste deel van de gelabelde woningen bestaat uit appartementen (36%) en tussenwoningen (35%). Ten opzichte van de totale Nederlandse woningvoorraad worden de hoogste dichtheden aan gelabelde woningen gevonden bij het woningtype appartement (40%), gevolgd door hoek- (33%) en tussenwoningen (31%). De sterkste stijger tijdens de onderzoeksperiode betreft het woningtype vrijstaand, gevolgd door 2^1 kap. Opvallend is dat de gemiddelde energie-index van vrijstaande woningen (1,87) gunstiger is dan die van 2^1 kap woningen (1,99). Verder is het opvallend dat de gemiddelde energie-index van tussenwoningen (1,74) gunstiger is dan die van appartementen (1,84).

22 21 van 21 5 Bijlage: Beschrijving basisresultaten De basisresultaten van de analyse worden separaat geleverd in een Excel-bestand. In het bestand is per standdatum is een tabblad aangemaakt waarin de gegevens van alle voorafgaande jaren zijn opgenomen. De basisgegevens zijn in de bijbehorende kolommen geplaatst. De namen en beschrijving van de kolommen wordt hieronder gegeven. Naam kolom Omschrijving Label Labelklasse: A++ tot en met G Eigendomssituatie Eigendomssituatie: huur corporatie, huur investeringsmaatschappij (BV s en NV s), huur overige NNP, huur particulier, eigenaar bewoner Bouwjaarklasse Bouwjaarklassen: tm 1945, , , , 2006-nu, onbekend Woningtype Woningtypen: vrijstaand, 2^1kap, hoekwoning, tussenwoning, appartement, onbekend Aantal labels cumulatief Het aantal labels dat in deze combinatie tot standdatum is afgegeven % Totaal aantal labels % van het totaal aantal afgegeven labels tot standdatum Gemiddelde energie index De gemiddelde energie-index van de labels die in deze combinatie tot standdatum zijn afgegeven Aantal labels vgj Het aantal labels dat alleen in het voorafgaande jaar van standdatum in deze combinatie is afgegeven. Bijvoorbeeld 50 labels op standdatum betekent dat er over het jaar labels in deze combinatie zijn afgegeven. Gemiddelde energie index vgj De gemiddelde energie-index van de labels die alleen in het voorafgaande jaar van standdatum in deze combinatie zijn afgegeven. Bijvoorbeeld 1,84 op standdatum betekent dat de in het jaar 2011 afgegeven labels een gemiddelde energie-index hebben van 1,84. Gezien de mogelijke uitsplitsingen naar labelklasse, eigendomssituatie, bouwjaar en woningtype zijn er in theorie 1512 verschillende combinaties mogelijk waarvan de aantallen labels en gemiddelde energie-indexen kunnen worden bepaald. In de praktijk blijkt dat er op standdatum slechts 835 combinaties voorkomen waarbij energielabels zijn geregistreerd. In de hierop volgende jaren neemt het aantal combinaties toe tot 1355 op standdatum In het Excel bestand zijn alleen de combinaties opgenomen waarvoor energielabels zijn afgegeven.