Titel: RWZI Beemster 3e fase: uitbreiding en aanpassing zuivering

Transcriptie

1 Titel: RWZI Beemster 3e fase: uitbreiding en aanpassing zuivering Auteur P. Hopman Registratienummer Versie 2.0 Status Definitief Afdeling Ingenieursbureau

2 zuivering Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Voorgenomen werkzaamheden Inleiding Ligging en begrenzing van het plangebied Huidige situatie Gewenste situatie Maatvoering Wijze waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd Afwijkingsmogelijkheden in de uitvoering Legger, beheer en onderhoud Samenwerken 11 3 Verantwoording en uitvoerbaarheid Inleiding Toetsing aan beleid en regelgeving Onderzoek en rapportages Conclusie Uitvoerbaarheid van het projectplan Planologische inpassing Toestemmingen Beschikbaarheid van de benodigde grond Onderzoek, mitigatie en compensatie van nadelige gevolgen Rechtsbescherming 16 4 Bijlagen 18

3 3 1 Inleiding De rioolwaterzuivering van de Beemster behandelt het afvalwater van de gemeente Beemster, Graft-De Rijp, Landsmeer, Purmerend, Schermer, Waterland, Wormerland en Zeevang. De RWZI is in 1972 in bedrijf genomen. In 1992 is de RWZI uitgebreid en verbeterd. De RWZI zit nagenoeg aan zijn capaciteitsgrenzen zowel hydraulisch als biologisch. De huidige RWZI kan de geprognosticeerde ontwerp belasting voor 2025 niet aan. De technische staat van de zuivering is redelijk tot matig. De RWZI Beemster dient te worden aangepast om aan de effluenteisen te voldoen bij een influent toevoer voor het jaar Voor de uitbreiding en renovatie is gekozen voor een ge ntegreerd contract. Dit houdt in dat de toekomstige aannemer verantwoordelijk is voor het nadere ontwerp. Om te garanderen dat het ontwerp voldoet worden er eisen gesteld aan het ontwerp. Leeswijzer Om een goed onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende rollen die het hoogheemraadschap vervult bij de totstandkoming en vaststelling van een projectplan is het gewenst een tweedeling in het projectplan te maken: In hoofdstuk 2 worden de verschillende aspecten van het voorgenomen werk van het hoogheemraadschap in de rol van initiatiefnemer beschreven; In hoofdstuk 3 wordt de verantwoording van de voorgenomen werkzaamheden van het hoogheemraadschap in de rol van bevoegd gezag beschreven. In hoofdstuk 4 komt de uitvoerbaarheid aan de orde.

4 4 2 Voorgenomen werkzaamheden 2.1 Inleiding In het voorliggende plan wordt de uitbreiding en renovatie van de RWZI Beemster beschreven. Volgens de prognose 2040 is de dan benodigde maximale hydraulische belasting gelijk aan het huidige maximale capaciteit. De biologische benodigde capaciteit daarin tegen stijgt, zie tabel in 2.4. Voor het uitbreiden van de biologische capaciteit is gekozen voor het toepassen van fijnzeven. Met de introductie van fijnzeven wordt niet alleen een afvalstof - papiercellulose - afgescheiden die mogelijkheden biedt voor nuttig hergebruik, maar wordt ook de energievraag van de zuivering beperkt. Omdat diverse onderdelen van de zuivering aan het eind van hun levensduur zijn worden er ook diverse onderdelen gereviseerd en/of vervangen.

5 5 2.2 Ligging en begrenzing van het plangebied Figuur 1 In figuur 1 is de ligging van de zuivering aangegeven. De rwzi Beemster staat aan de Zuiderweg in de gemeente Beemster

6 6 2.3 Huidige situatie Figuur 2: Overzicht van het terrein van de rwzi Beemster waar de werkzaamheden plaatsvinden Waterlijn De huidige waterlijn bestaat momenteel uit: een debietmeterput, een harkrooster, een selector, een beluchtingscircuit, vier na bezinktanks en een effluentgemaal. Voor fosfaatverwijdering wordt ijzersulfaat in de leiding voor het beluchtingscircuit gedoseerd. Er is een doseerinstallatie waarmee aluminiumzouten in de afloop van de beluchtingstank kunnen worden gedoseerd voor licht slibbestrijding. Deze dosering is de afgelopen drie jaar niet meer in werking geweest. Sliblijn Het geproduceerde surplusslib wordt op RWZI Beemster gravitair ingedikt in twee indikkers en vervolgens gebufferd in een homogenisatietank. Het ingedikte slib wordt met twee centrifuges

7 7 ontwaterd tot circa 22% droge stof. Het ontwaterde slib wordt opgeslagen in twee slibsilo s en van daaruit per as afgevoerd. 2.4 Gewenste situatie In de nieuwe situatie wordt de biologische capaciteit vergroot zodat de RWZI Beemster voldoet aan de toevoer voor het jaar Tabel Ontwerpbelasting (huidige situatie en (toekomstige situatie 2040 Scenario Eenheid bestaand ontwerp 2040 verschil hydaulische capaciteit (RWA) m /d Biologische belasting v.e. (150 g ,5 % TZV) inwoners equivalenten (54 g BZV) % De huidige en toekomstige effluenteisen blijven gelijk. Totaal stikstof 10 mg N/l Totaal fosfaat 1 mg P/l Onopgeloste bestandsdelen 30 mg/l BZV 20 mg 0 2 /l CZV 125 mg O 2 /l Per 1 maart 2014 zijn lozingen van rwzi s overgegaan naar het activiteiten besluit (AB). Het activiteitenbesluit stelt algemene regels op voor bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen en voorheen een milieuvergunning nodig hadden. Om de gewenste capaciteitsuitbreiding te realiseren wordt er een fijnzeef installatie toegepast. De fijnzeven verwijdert een deel van de in het influent aanwezige vaste stoffen (o.a. wc papier). Deze vaste stof wordt afgevangen op een zeef. Het zeefgoed wordt door middel van transportschroeven gelost in afgesloten containers. De fijnzeven worden geplaatst in een betonconstructie (fijnzeefgebouw). Deze betonconstructie bestaat uit een aanvoerkanaal voor het afvalwater, ruimten voor het opstellen van het benodigde equipement, tien compartimenten voor de fijnzeven, een bordes voor het plaatsen van de containers en twee afvoergoten voor het filtraat. In eerste instantie worden er 8 fijnzeven geplaatst. Elke fijnzeef wordt geplaatst in een fijnzeefomkasting. Het filtraat wordt afgevoerd naar de selector. Het fijnzeefgebouw wordt nabij de selector geplaatst (bijlage 1). Naast het fijnzeefgebouw komen nog twee nieuw te bouwen objecten: Nieuw ontvangstwerk met twee harkroosters. In dit ontvangwerk wordt het afvalwater door de afzonderlijke persleidingen aangevoerd; Een vloeistof dichte vloer met daarop een ijzerchloride doseerinstallatie. Deze vervangt de huidige ijzerfosfaat doseerinstallatie. Tijdens de uitbreiding worden bestaande onderdelen gereviseerd en/of vervangen. Op hoofdlijnen vinden de volgende revisies/vervangingen plaats (deze lijst is niet uitputtend):

8 8 Aanpassing van de selector; Vervangen van de beluchtingselementen van de bellenbeluchting in het beluchtingscircuit; Renovatie van het verdeelwerk; Renovatie van de nabezinktanks; Renovatie van de retourslibgemalen; Aanpassing van ØØn van de centrifuges voor opslag van ontwaterd slib tot 12% droge stof; Renovatie van de slibpompenkelder; Aanpassen van de terreinriolering; Aanpassen van de chemicaliºnopslag; Aanpassen van luchtbehandeling; Aanpassen van de elektrotechnische installatie. De beluchting en het beluchtinggebouw wordt in deze fase niet aangepast. Wel worden de huidige beluchtingselementen van de bellenbeluchting vervangen door elementen met dezelfde capaciteit. Na het in bedrijfstellen van de fijnzeefinstallatie vinden over een periode van circa ØØn tot twee jaar uitgebreide metingen plaats. Na deze periode wordt de benodigde beluchtingscapaciteit bepaald. Vervolgens wordt de beluchting vervangen en het beluchtinggebouw aangepast. Gelijktijdig met het vervangen van de beluchting wordt ook de slib de gehele elektrotechnische installatie vervangen. Nadat het project gerealiseerd is zal de geurhinder verbeterd zijn ten opzichte van de huidige situatie. De geurhinder zal afnemen omdat het slib in gesloten opslag verblijft en het transport gaat door middel van tankwagens plaatsvinden waarbij het slib tijdens het overpompen niet meer in contact komt met de buitenlucht. Om geluidhinder te voorkomen zijn de fijnzeven en schroeven voorzien van een omkasting welk voorzien wordt van een geluidisolerende bekleding. Het aantal transportbewegingen neemt toe van 14 naar 20/22 transporten bewegingen per week. Dit blijft nog steeds ruim onder de norm van 20 transportbewegingen per dag. 2.5 Maatvoering Voor de lay-out op hoofdlijnen wordt verwezen naar bijlage 1. Er zijn nog geen ontwerp tekeningen van de nieuwe situatie. De toekomstige aannemer dient dit nader uit te werken. Het ontwerp van de fijnzeefinstallatie is wel nader uitgewerkt. In bijlage 2 zijn de ontwerptekeningen opgenomen van de fijnzeefinstallatie met de container opstelplaatsen. De exacte locatie en de definitieve afmetingen kunnen afwijken van de bijgevoegde ontwerptekeningen. 2.6 Wijze waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd Getracht wordt om een zo goed mogelijk beschrijving te geven op hoofdlijnen. Persleidingen en ontvangstwerk. De persleidingen worden van elkaar gescheiden en komen dan afzonderlijk binnen in het ontvangstwerk. Hiervoor zullen de leidingen die in het fietspad en berm van de Zuiderweg liggen worden opgegraven en van elkaar worden losgekoppeld. Middels debietmeters kan van elke persleiding het aanvoerdebiet worden gemeten. Ook kan het influent van elke persleiding afzonderlijk worden bemonsterd;

9 9 Op het ontvangstwerk komen twee nieuwe harkroosters. Het bestaande harkrooster wordt gesloopt. Het ontvangstwerk en de harkroosters worden afgedekt/omkast en afgezogen om geuremissie te voorkomen; Fijnzeefinstallatie. Nabij de huidige selector wordt de betonconstructie voor de fijnzeefinstallatie gebouwd. Ten behoeve van de fundering worden heipalen aangebracht waarna de betonconstructie in het werk wordt gestort. Nadat het fijnzeefgebouw gereed is worden de fijnzeven ge nstalleerd. De fijnzeven worden afgedekt met een geluidsabsorberende afdekkingen en de lucht wordt afgezogen om geluid- en geuremmissie te voorkomen; De bestaande luchtbehandeling wordt aangepast aan de nieuwe situatie met het ontvangstwerk en de fijnzeven; De bestaande homogenisatietank en/of de slibindikkers worden omgebouwd ten behoeve van de tijdelijke opslag van ingediktslib. Het ingedikte slib (7 tot 10% ds) wordt door middel van tankwagens afgevoerd. Ten opzichte van de huidige situatie komt het slib niet meer in aanraking met de buitenlucht. Hiermee zal de geuremissie t.g.v. het slibtransport afnemen; Defosfateringsinstallatie. De huidige ijzersulfaat doseerinstallatie wordt vervangen door een ijzerchloride doseerinstallatie; Verder worden ook diverse reparatiewerkzaamheden aan de verschillende betonconstructies, de gebouwen en mechanische onderdelen uitgevoerd. Bemaling Voor de bouw van de betonconstructie voor de fijnzeven en de aanleg van leidingen is bemaling nodig. Voor de onttrekking en lozing van dit water is meldings- of vergunning plichtig. De toekomstige aannemer is verantwoordelijk voor het doen van de melding. Transport Het transport voor de bouw vindt plaats via de openbare weg. Het verkeer dient vanaf de westkant te komen en te gaan. De aan- en afvoerroute van het bouwverkeer gaat via de N244-Middenweg- Zuiderweg en v.v.. Tijdelijke voorzieningen Tijdens de bouw en renovatie dient de zuivering in bedrijf te blijven. Dit houdt in dat er tijdelijke voorzieningen en aanvullende maatregelen getroffen worden. Op bepaalde momenten zal de aanvoer naar de installatie voor een korte periode worden onderbroken. Hinder Hinder voor de omgeving tijdens de uitvoeringswerkzaamheden: Tijdens heiwerkzaamheden kan er geluidshinder en mogelijk trillingen ontstaan. Gezien de afstand tot de bebouwing zal de trillingshinder minimaal zijn. Zo nodig wordt er een vooropname van de gebouwen in de nabije omgeving gedaan; Geluidshinder. Door de werkzaamheden aan de zuivering kan deze geluidshinder voor de omgeving geven; Geur hinder. Door de werkzaamheden en het in en uit bedrijf nemen van onderdelen kan er tijdelijk kortstondig geurhinder optreden; Om de persleidingen om te kunnen leggen en het maken van de aansluiting op het nieuw verdeelwerk worden er enkele bomen ter hoogte van het nieuwe verdeelwerk gekapt; Om het verleggen van de persleidingen uit te kunnen voeren wordt er ØØn rijbaan van de Zuiderweg enkele dagen afgesloten. Fiets- en autoverkeer kan gewoon doorgang vinden;

10 10 Voorafgaand aan de gedeeltelijke afsluiting wordt een verkeersplan opgesteld welk met de wegbeheerder wordt afgestemd; Bouwverkeer. Tijdens de bouw zal er dagelijks diverse transportbewegingen plaatsvinden. Dagelijks de werknemers van de aannemer maar ook het transport van materialen en materieel. Eisen aan het ontwerp en uitvoering De toekomstige aannemer is verantwoordelijk voor het verdere ontwerp en de uitvoering. Aan het ontwerp en de uitvoering worden eisen gesteld. De berekeningen, tekeningen en werkplannen voor de uitbreiding en renovatie worden door de aannemer ter toetsing aan de opdrachtgever (HHNK) in te dienen. 2.7 Afwijkingsmogelijkheden in de uitvoering Dit projectplan is opgesteld op basis van een voorontwerp voor de aanpassingen van de zuivering. De fijnzeefinstallatie is uitgewerkt tot het niveau van een definitief ontwerp. Het werk voor de aanpassingen en de bouw van de betonconstructie voor de fijnzeven wordt als een Engineering en Construct contract aanbesteed. Dit houdt in dat de toekomstige opdrachtnemer naast de uitvoering van de werkzaamheden ook verantwoordelijk is voor het verdere ontwerp van de verschillende onderdelen en de maatvoering. De fijnzeven worden door HHNK direct ingekocht bij een leverancier. Deze leverancier is ook verantwoordelijk voor het installeren van de fijnzeven. Dit projectplan beschrijft vooral de functionele eisen van het gehele systeem waarbij de fijnzeefinstallatie en opstelplaats van de container nader zijn uitgewerkt. Het ontwerp van het ontvangwerk en de ijzerchloride doseerinstallatie ligt geheel bij de aannemer, waarbij er functionele eisen zijn gesteld waar de aannemer aan moet voldoen. Het ruimtebeslag, locatie en de afmetingen van de fijnzeefinstallatie met de containeropstelplaatsen zijn in deze fase zo nauwkeurig mogelijk aangegeven. Daarom behoudt het hoogheemraadschap zich het recht voor om in beperkte mate af te wijken van de maatvoering, ligging en locatie van de fijnzeefinstallatie en opstelplaats van de containers. Tevens is getracht om een zo goed mogelijk beschrijving te geven van de uit te voeren werkzaamheden. Maar afwijkingen en onvoorziene omstandigheden zijn niet uit te sluiten. Daarom behoudt het hoogheemraadschap zich het recht voor om in beperkte mate af te wijken van de uit te voeren werkzaamheden. 2.8 Registratie, beheer en onderhoud Rwzi Beemster is en wordt niet opgenomen in de legger. Het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd door het hoogheemraadschap, afdeling waterketen rayon Zuid. Dit wordt uitgevoerd conform de beheer- en onderhoudsrichtlijn van HHNK. De kosten hiervoor zullen worden opgenomen in de exploitatiebegroting.

11 Samenwerken De rwzi Beemster ligt in de gemeente Beemster. Het Hoogheemraadschap heeft overleg met de gemeente over de uitbreiding en de daarvoor benodigde vergunningen. Tijdens de realisatie dient de rwzi Beemster in bedrijf te blijven. Om de hinder te beperken worden de werkzaamheden tijdens de bouw in samenspraak met de beheerder uitgevoerd.

12 12 3 Verantwoording en uitvoerbaarheid 3.1 Inleiding Dit deel vormt de verantwoording van de in hoofdstuk 2 omschreven voorgenomen werkzaamheden. Deze verantwoording is belangrijk voor de juridische houdbaarheid van het plan. Het plan wordt begrensd door relevante wettelijke kaders en beleidskaders. Het plan behoort te passen binnen het bestaande Europese, nationale, provinciale en regionale waterbeleid. Dit projectplan levert primair een bijdrage aan de doelstellingen uit de Waterwet. Deze doelstellingen zijn vertaald in waterbeleid en waterregelgeving, zie paragraaf 3.2. Daarnaast moeten de voorgenomen werkzaamheden passen binnen het omgevingsbeleid en regelgeving van rijk, provincie en gemeente, zie paragraaf 3.3. De conclusies met betrekking tot water- en omgevingsbeleid en bijbehorende regelgeving staan in paragraaf 3.4. Op het gebied van bodem, archeologie en natuur zijn onderzoeken uitgevoerd, zie paragraaf 3.5. Deze paragraaf gaat tevens in op de ligging van kabels en leidingen. De conclusie van de verantwoording wordt weergegeven in paragraaf Toetsing aan beleid en regelgeving Dit project plan is opgesteld op grond van de Waterschapswet en de Inspraakverordening van het hoogheemraadschap. Het geeft inzicht in: De fysieke verschijningsvorm van het project (zie hoofdstuk 2) De wet- en regelgeving en het beleid op grond waarvan het projectplan wordt opgesteld (zie par ) De wet- en regelgeving die anderszins geraakt wordt door het plan (zie par en 3.4) Waterbeleid en regelgeving Bij het tot stand komen van dit project zijn relevant: a. Waterschapswet. b. Inspraakverordening HHNK c. Waterbeheersplan HHNK. d. Energie- efficiencyplan. e. Milieu- en klimaatbeleid HHNK. f. Programma afvalwaterketen. a. Waterschapswet De toepassing van de Waterschapswet is gericht op: Toebedeelde taken aan het hoogheemraadschap met betrekking tot het zuiveren van afvalwater. Dit is benoemd onder Artikel 1 lid 2 van deze wet. b. Inspraakverordening De Waterschapwet verplicht het algemeen bestuur van een waterschap tot het vaststellen van een

13 13 inspraakverordening. Hiervoor worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van het beleid van het bestuur worden betrokken. Het doel van inspraak is tweeledig. Enerzijds wordt ingezetenen en belanghebbenden in het gebied van het hoogheemraadschap de mogelijkheid geboden om hun mening over een ontwerpbesluit van het bestuur kenbaar te maken. Anderzijds is inspraak voor het hoogheemraadschap een belangrijk hulpmiddel om op basis van een evenwichtige belangenafweging tot een besluit te komen. In de inspraakverordening is opgenomen, dat o.a. voor projectplannen, daaronder begrepen werkzaamheden tot aanleg of wijziging van zuiveringstechnische werken, de mogelijkheid van inspraak wordt geboden. c. Het waterbeheersplan van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is getiteld Van veilige dijken tot schoon water. In dit plan beschrijft het Hoogheemraadschap de doelstellingen voor de periode voor drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen,droge voeten en schoon water. Het strategisch doel is als volgt geformuleerd: In 2015 wordt de verontreiniging van het watersysteem door directe, indirecte en overige lozingen voorkomen en/of beheersbaar gehouden, zodat de (ecologische) waterkwaliteitsdoelstellingen conform de KRW worden gehaald. Het hoogheemraadschap en de gemeente zijn samen de beheerders van de afvalwaterketen. Het hoogheemraadschap zal samen met de gemeente o.a. afspraken maken over de hoeveelheid afvalwater die het hoogheemraadschap afneemt bij de overdrachtspunten van de gemeente. Het lopende uitvoeringsprogramma wordt verder gerealiseerd. Het omvat o.a. beheer en onderhoud van zuiveringen, investeringsprogramma s aan de rwzi s. d. Energie-efficiencyplan Om de potentie voor energiebesparing te toetsen is het Energiebesparingsonderzoek RWZI Beemster (december 2007) uitgevoerd, voortkomend uit een vergunningverplichting. In 2008 is, in het kader van de derde serie Meerjarenafspraken (MJA3) over energie-efficiency, de afspraak voor het zuiveringsbeheer getekend door de Unie van Waterschappen. Het hoogheemraadschap heeft zich geconformeerd aan deze landelijke MJA3. Het doel is om in vijftien jaar tijd een winst in energie-efficiency van 30% te hebben bereikt, ten opzichte van Dit doel is opgenomen in het Milieu- en klimaatbeleid van HHNK. Als eerste is vervolgens het Energie-efficiencyplan (EEP) voor de gezamenlijke zuiveringen van HHNK opgesteld. Daarbij is ondermeer het genoemde energiebesparingsonderzoek benut, en vervolgens formeel terzijde gelegd. Voor Beemster zijn de volgende voorwaardelijke maatregelen opgenomen: De huidige centrifuges worden uit bedrijf genomen en vervangen voor een bandindikker. Het slib van de Beemster wordt getransporteerd naar de vergisting op de RWZI Zaandam-Oost om daarin in het kader van de energiefabriek te worden vergist. Hiermee wordt slib omgezet in gas welk geschikt is als brandstof. Het restmateriaal kan beter worden ontwaterd waardoor er minder hulpstoffen (chemicaliºn) en minder droogenergie voor de slibdroger nodig is. Ondanks de extra transporten geeft dit een positief resultaat. Daar waar dit kan wordt in deze fase elektromotoren van frequentie regelaars voorzien.

14 14 Na een periode van circa 2 jaar draaien met de fijnzeefinstallatie kan de beluchtingbehoefte goed worden bepaald. Dan zal worden besloten over het wel of niet aanpassen van de beluchting en wanneer. e. Milieu- en klimaatbeleid Op 11 februari 2009 (reg. nr ) is het milieu- en klimaatbeleid door het CHI vastgesteld. Het milieubelang is net als het financieel belang een onderdeel in het besluitvormingsproces. Zo is duurzaam bouwen een uitgangspunt; afwijken daarvan moet gemotiveerd worden. Een ander doel is het gebruik van chemicaliºn te verminderen door het zuiveringsproces te optimaliseren. Ten aanzien van energieverbruik en emissie van broeikasgassen geldt: Tot 2020 wordt ieder jaar 2% efficiºnter gewerkt. Bij een onveranderd beheersgebied en een gelijkblijvende opgave betekent dit een besparing ten opzichte van 2005 met 30%. In 2020 is het aandeel duurzame energie, afkomstig van hernieuwbare energiebronnen, 20% van het totale gebruik. Het toepassen van een fijnzeefinstallatie met de afzet van het zeefmateriaal past binnen dit beleid. f. Programma Afvalwaterketen In juni 2013 is het programma Afvalwaterketen opgesteld. Hierin zijn doelen en maatregelen beschreven. De hoofddoelen zijn: De belangrijkste doelstelling van de (afval)waterketen is de zorg voor schoon water voor mens, dier en milieu. Het hoogheemraadschap streeft naar een integrale (afval)waterketen tegen acceptabele kosten. EØn van de uitgangspunten die hierbij hoort is: Met betrekking tot het zuiveren van afvalwater vindt tot 2025 een transitie plaats in de wijze waarop met het afvalwater wordt omgaan. Het afvalwater wordt beschouwd als een bron van grondstoffen en energie die teruggewonnen kunnen worden Omgevingsbeleid en regelgeving Vanuit het omgevingsbeleid is relevant: a. Omgevingsvergunning. Een omgevingsvergunning is benodigd. Met de gemeente Beemster is hierover reeds contact geweest. De omgevingsvergunning wordt na de vaststelling van het definitief ontwerp aangevraagd. Op de omgevingsvergunning is de Crisis en Herstelwet van toepassing hetgeen gevolgen heeft voor de beroepsprocedure. b. Flora en fauna. Er wordt een quickscan naar de Flora en fauna uitgevoerd. c. Waterwet. Lozingen van de RWZI s zijn per 1 maart 2014 over gegaan naar activiteitenbesluit. Archeologie Uit bureau onderzoek en navraag bij de gemeente blijkt dat er geen archeologische vondsten zijn te verwachten op het terrein van de RWZI.

15 Onderzoek en rapportages Ten behoeve van de bouw van de fijnzeefinstallatie en de renovatie van onderdelen zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd: Asbestinventarisatierapport van de gebouwen. Uitgevoerd door Sanitas, OA d.d Verkennend bodemonderzoek van HB adviesbureau 13HB1025 d.d Grondmechanisch onderzoek van Lankema projectnr d.d Quickscan flora en fauna onderzoek door Waterproef, reg. nr d.d Conclusie In paragraaf 3.2 van dit deel is aangetoond dat de zuiveringtechnischewerken in het projectplan passen binnen de doelstellingen van het nationale en regionale waterbeleid en de waterregelgeving. Daarnaast is aangetoond dat het gekozen ontwerp past binnen het geldende omgevingsbeleid en regelgeving. 3.5 Uitvoerbaarheid van het projectplan Planologische inpassing Sinds kort is een nieuw bestemmingsplan Buitengebied 2012 van kracht. Er zijn geen maatvoeringen in het bestemmingsplan vastgelegd (bebouwingspercentage en bouwen goothoogte voor gebouwen). Wel is er een maximumhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van 10 meter van toepassing. Hoewel geen maatvoering in het bestemmingsplan is opgegeven, zal HHNK voor zich zelf wel eisen stellen om onnodig ruimtebeslag en bouwhoogte tegen te gaan, gelet op het draagvlak van de omgeving en om toekomstige uitbreidingen mogelijk te houden Toestemmingen Dit projectplan vormt de grondslag voor de aanpassing van de zuivering technische werken zoals genoemd in paragraaf 2.4. Daarnaast is een aantal vergunningen en ontheffingen nodig voor de uitvoering. Het hierbij gaat om: 1. Vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (o.a. Aanlegvergunning, Ontgrondingmelding, Kapvergunning, Uitritvergunning); Voor de omgevingsvergunning, activiteit milieu zijn geluid en geur van belang. In overleg met gemeente en de milieudienst is aangegeven dat de gemeente bevoegd gezag is. Afhankelijk van het nog op te stellen ontwerp van de aannemer wordt bepaald of de voorgenomen activiteiten vallen onder het Activiteitenbesluit (AB), type B beperkte milieutoets (OBM) voor geur en geluid, waar de gemeente het bevoegd gezag is of dat er een complete aanvraag omgevingsvergunning ingediend moet worden met de gemeente als bevoegd gezag. 2. Vergunningen die met het waterbeheer van doen hebben, zijn ge ntegreerd in de watervergunning.

16 16 3. Waterwet. Lozingen RWZI s gaat per 1 maart 2014 over naar het Activiteiten besluit. Inhoudelijk zal het niet veel verschillen met het huidige Waterbesluit. Aspecten als toepassen van andere hulpmiddelen (ijzerchloride i.p.v. ijzersulfaat) moeten in dat kader worden meegenomen. De effluent eisen staan in Natuur. Een algemene toets in het kader van de Flora- en Faunawet (Ffw) moet worden uitgevoerd (bevoegd gezag is de provincie). De voorwaarden, die gekoppeld zijn aan vergunningen en ontheffingen, worden meegenomen in de het contract Beschikbaarheid van de benodigde grond De gronden zijn in eigendom van het hoogheemraadschap. De rwzi Beemster is in een Cross Border Lease -contract opgenomen. Dat betekent, dat (bouw-) activiteiten op Beemster aan de regels in dit contract gebonden zijn. In het kort gesteld komen die regels erop neer, dat er beperkingen zijn aan de bouwmogelijkheden. Dit houdt ook in dat bestaande onderdelen die uit bedrijf worden genomen nog niet gesloopt kunnen worden. 3.6 Onderzoek, mitigatie en compensatie van nadelige gevolgen Er zijn geen nadelige gevolgen te verwachten. Er hoeven geen maatregelen te worden getroffen om nadelige gevolgen te beperken of compenseren. Bij de voorbereiding van dit projectplan is onderzoek gedaan naar de gevolgen voor dit project voor de omwonenden. Er dient een geluids- en geurrapport op te stellen in verband met de omgevingsvergunning. Het aantal verkeersbewegingen neemt toe van circa 14 keer per week naar 20/22 keer per week. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor de omgeving. 3.7 Rechtsbescherming Dit plan is tot stand gekomen na zorgvuldig onderzoek naar alle relevante belangen en waarden en in afstemming met de kaders vanuit wetgeving en beleid. Toch kan het zijn dat belanghebbenden opmerkingen hebben op dit plan en/of vinden dat hun specifieke belang onvoldoende is meegenomen. Het projectplan zal bekend gemaakt worden in het digitale Waterschapsblad onder vermelding van de mogelijkheid tot inspraak door middel van het indienen van een zienswijze. Belanghebbenden kunnen vanaf de dag waarop het ontwerp-projectplan ter inzage is gelegd gedurende zes weken hun zienswijze(n) naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren brengen. Belanghebbenden kunnen daarbij aangeven dat hun zienswijze in de Nota van inspraak moet worden geanonimiseerd. Het hoogheemraadschap dient vervolgens alle ingebrachte zienswijzen in een Nota van inspraak te beantwoorden. Deze wordt bij het vastgestelde plan gevoegd. Een projectplan voor een zuiveringtechnisch werk heeft niet de status van een voor beroep vatbaar besluit. Dit betekent dat het projectplan niet, zoals gebruikelijk bij besluiten, formeel bekend hoeft te worden gemaakt om in werking te kunnen treden. Wel horen de indiener van zienswijzen vanuit het oogpunt van behoorlijk bestuur natuurlijk bericht te krijgen over wat het hoogheemraadschap met de zienswijze heeft

17 17 gedaan en hoe het definitieve plan uiteindelijk is geworden. Verder wordt in het Waterschapsblad een mededeling (dus geen bekendmaking) geplaatst omtrent de vaststelling van het projectplan en reactie op de ingebrachte zienswijzen. In de mededeling zal worden aangegeven dat beroep tegen het besluit niet mogelijk is. Bezwaar en beroep komen wel aan de orde bij een eventueel aan te vragen omgevingsvergunning.

18 18 4 Bijlagen

19 19 Bijlage 1 Zuiderweg Aanvoerwerk met harkrooster Fijnzeven

20 20 Bijlage 2. fijnzeefinstallatie bovenaanzicht fijnzeefinstallatie Zijaanzicht fijnzeefinstallatie De blauwe blokken in de tekening zijn de containers waarin het fijnzeefgoed wordt opgeslagen.

21 21 Bijlage 3 artist impression fijnzeef installatie en inlaatwerk