TOEZICHTINFORMATIE. Toezichtsindicatoren verantwoordingsjaar 2015

Transcriptie

1 TOEZICHTINFORMATIE Toezichtsen verantwoordingsjaar 2015

2 Inhoud 1 Leeswijzer Meer informatie 3 2 Woon & leefklimaat Wabo Wro Waterwet Woningwet Huisvestingswet Monumentenwet 15 3 Zorg & Welzijn Wet Kinderopvang Leerlingenvervoer Leerplichtwet 20 4 Veiligheid & Leefbaarheid Dranken Horecawet Wet Veiligheidsregio s 26 5 Dienstverlening Archiefwet Paspoortwet Wet BRP 33 6 Gezondheid Wet publieke gezondheid 34 7 Informatieveiligheid 35 8 Verschillen met jaarverantwoording Opgesteld door VNG/KING Datum 31 december 2015 Versie 1.0 2

3 1 Leeswijzer Op basis van de wetten worden toezichten geformuleerd. Toezichten richten zich op de onderdelen van de wet waarop het hoogste afbreukrisico zit, maatschappelijk, financieel en politiek. De toezichtinformatie is dus ingericht op hoofdlijnen, op die informatie die het belangrijkst is om te controleren. In dit document kunt u de toezichten per wet bekijken. Hiermee kunt u controleren of uw gemeente aan de eisen voldoet. De toezichten zijn verdeeld in zes thema s. Onder deze thema s vallen de verschillende wetten waarop de toezichten zijn gebaseerd. U kunt via de inhoudsopgave doorklikken naar de juiste wet. 1.1 Meer informatie Voor meer informatie over de toezichtsen kunt u terecht op website van KING. Hebt u vragen of opmerkingen over dit boekje? Neem dan contact met ons op via waarstaatjegemeente@kinggemeenten.nl of via

4 2 Woon & leefklimaat 2.1 Wabo Wabo A01 Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/ peildatum 1 Mate waarin gemeente voldoet aan de kwaliteitscriteria (in procenten) 2 Aandeel actuele omgevingsvergunning en activiteit milieu (in procenten) 3 Aandeel Lex Silencio Positivo (LSP) bij omgevingsvergunning en activiteit milieu (in procenten) 4 Aandeel beroepsprocedures bij omgevingsvergunning en activiteit milieu met een uitgebreide voorbereidingsprocedu re (in procenten) Deze geeft aan in welke mate wordt voldaan aan de kwaliteitscriteria. Voor een goede uitvoer van de VTH taken is het van belang dat het bestand van omgevingsvergunningen activiteit milieu actueel is. Als dit niet het geval is kan dit negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit van het ruimtelijk beleid. Deze zegt iets over de kwaliteit van het vergunningenproces. Hoe meer Lex Silencio's er worden uitgegeven, hoe waarschijnlijker het is dat de gemeentelijke processen niet op orde zijn. De kwaliteit van het omgevingsbeleid kan hierdoor onder druk komen te staan. Deze zegt iets over de kwaliteit van het vergunningenproces. Hoe meer beroepsprocedures, hoe groter de kans dat gemeentelijke processen niet op orde zijn. Dit geldt ook voor de achterblijvende Wabo (VTH) taken bij gemeenten. VTH staat voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving. Met actueel bestand wordt het verschil bedoeld tussen het totale bestand dat van kracht is en hoeveel vergunningen die revisie behoeven ook daadwerkelijk zijn gereviseerd. De Lex Silencio Positivo (LSP) is een van rechtswege verleende vergunning: als een decentrale overheid bij een vergunningaanvraag te laat of niet reageert, wordt de vergunning stilzwijgend verleend. Doel van de invoering van de LSP is de regeldruk te verminderen en de dienstverlening aan bedrijven en burgers te verbeteren. Deze is met name interessant omdat dit de wat zwaardere en complexere vergunningen betreft (uitgebreide voorbereidingsprocedure). Als hier zaken niet goed gaan kunnen de maatschappelijke gevolgen groter zijn. Jaarlijks, op 1 januari Jaarlijks, op 1 januari Jaarlijks, op 1 januari Jaarlijks, op 1 januari Wet/artikel Kwaliteitscrite ria , lid 1 onder e

5 Wabo A01 Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/ peildatum 5 Gebruik van een probleem of risicoanalyse bij handhavingsbeleid (Ja, Nee) 6 Regionale afstemming bij het handhavingsbeleid heeft plaatsgevonden (Ja, Nee) 7 Beleidsdoelen zijn voor het handhavingsbeleid vastgesteld (Ja, Nee) 8 Toezicht en sanctiestrategie zijn voor het handhavingsbeleid vastgesteld (Ja, Nee) 9 Gebruik van risicogebieden voor het handhavingsbeleid (in procenten) 10 Jaarlijkse evaluatie van het uitvoeringsprogramma (Ja, Nee) Als een probleem of risicoanalyse niet aanwezig is, ontbreekt een belangrijke schakel binnen het handhavingsbeleid. Hierdoor kan het voorkomen dat er onvoldoende prioriteit wordt gegeven aan de belangrijkste onderdelen binnen de Wabo. De geeft inzicht in de mate van deze afstemming op de belangrijkste risicogebieden. De gemeenteraad kan ingrijpen als blijkt dat deze afstemming te gering is. Beleidsdoelen binnen het handhavingsbeleid worden door de gemeenteraad geformuleerd en geven weer welke maatschappelijke doelen moeten worden gehaald. Ze geven richting aan het beleid. Een toezicht en sanctiestrategie geeft richting aan de wijze waarop toezicht en handhaving in de gemeente plaatsvindt. Het is een belangrijk richtsnoer binnen de uitvoering van de wettelijke taken. Deze verschaft de gemeenteraad inzicht in hoeverre risicogebieden zijn benoemd binnen het handhavingsbeleid en op welke terreinen dit heeft plaatsgevonden. Voor de gemeenteraad biedt deze inzicht of deze wettelijke taak door het college van B&W wordt uitgevoerd. In de Memorie van Toelichting bij de wet staat: ''Een goede probleem of risicoanalyse is één van de belangrijkste factoren om een kwalitatief goede beleidscyclus te realiseren''. De wet stelt dat de gemeente er zorg voor moet dragen dat het handhavingsbeleid met de andere betrokken bestuursorganen en de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving worden afgestemd. De wet geeft aan dat de gemeente prioriteiten kan benoemen binnen het handhavingsbeleid. Het rijk, provincies en gemeenten hebben diverse risicogebieden binnen het ruimtelijke beleid benoemd: asbestregeling, brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen, constructieve veiligheid en brandveiligheid, verontreinigde grond, risicovolle inrichtingen. De gemeente kan ook zelfstandig risicogebieden benoemen. De gemeente moet evalueren hoe het uitvoeringsprogramma is uitgevoerd. Als ze dit niet doet is ze niet in staat om de uitvoering tijdig bij te sturen, waardoor op termijn de kwaliteit van het ruimtelijk beleid Na afstemming. Jaartal van laatste afstemming Na afstemming. Jaartal van laatste afstemming Na afstemming. Jaartal van laatste afstemming Na afstemming. Jaartal van laatste afstemming Na afstemming. Jaartal van laatste afstemming Jaarlijks, op 1 januari Wet/artikel 7.2 BOR 7.2 BOR 7.2 BOR 7.2 BOR 7.2 BOR 7.7 lid 1 BOR 5

6 Wabo A01 Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/ peildatum onder druk kan komen te staan. Wet/artikel 11 Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) taken is op 1 januari aan de gemeenteraad aangeboden en beschikbaar voor de Gedeputeerde Staten (Ja, Nee) Deze geeft de gemeenteraad inzicht of de VTH taken goed zijn geborgd in een uitvoeringsprogramma dat tijdig aan de raad en Gedeputeerde Staten is aangeboden. De gemeente werkt het handhavingsbeleid jaarlijks uit in een uitvoeringsprogramma, waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten de gemeente het komend jaar uitvoert. Als dit later dan 1 januari van een jaar gebeurt, worden deze taken uitgevoerd op basis van het programma van het jaar hiervoor. Dit heeft nadelige gevolgen van de kwaliteit van de handhaving. Jaarlijks, ijkpunt is 1 januari van een jaar. Toetsing in datzelfde jaar achteraf 7.3 BOR 2.2 Wro Wro Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel 1 Dekking van het gemeentelijke grondgebied door bestemmingsplannen/ beheersverordeningen (in procenten) Deze geeft de gemeenteraad inzicht in de dekking van de bestemmingsplannen/ beheersverordeningen. Idealiter is er voor het hele gemeentelijke grondgebied een bestemmingsplan/ beheersverordening beschikbaar. Een bestemmingsplan bepaalt wat er in een gemeente met de ruimte mag gebeuren. Er staat bijvoorbeeld in waar winkels, horeca en bedrijven mogen komen en hoe groot gebouwen mogen zijn. De beheersverordening is in de wet opgenomen om, met het oog op het beheer, het bestaande gebruik snel en effectief te kunnen vastleggen in een gebied waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. Jaarlijks, op 1 januari 3.1, lid

7 Wro Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel 2 Omvang bestemmingsplannen/ beheersverordeningen ouder dan 10 jaar (in procenten) 3 Omvang digitale bestemmingsplannen/ beheersverordeningen (in procenten) 4 Mate waarin bevoegdheden rond bestemmingsplannen conform wettelijke procedures zijn uitgeoefend (in procenten) Deze biedt de gemeenteraad inzicht in de voortgang van de actualisering van de bestemmingsplannen/ beheersverordeningen. Deze geeft de gemeenteraad inzicht in de voortgang van de digitalisering van de bestemmingsplannen/ beheersverordeningen. Bevoegdheid van het college van B&W (verkregen van de gemeenteraad) om deel van een bestemmingsplan te wijzigen, ervan af te wijken, verder uit te werken of hieromtrent nadere eisen te stellen. Hier zitten zekere risico's aan vast: als dit vaak voorkomt, kunnen Als bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar zijn kan dit negatieve gevolgen hebben voor de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting. De maatschappelijke realiteit sluit dan steeds minder aan bij hetgeen is vastgelegd. Sinds 1 juli 2013 mogen gemeenten geen leges meer heffen als ze nog steeds bestemmingsplannen/ beheersverordeningen hebben die ouder zijn dan 10 jaar. Dat kan zeer nadelige gevolgen hebben voor de financiële positie van een gemeente. Per 1 januari 2010 is een nieuwe stap gezet in het digitaal ontsluiten van ruimtelijke plannen. Vanaf deze datum worden alle nieuwe ruimtelijke plannen volgens nieuwe digitale regels opgesteld en beschikbaar gesteld. Er worden strengere regels aan de vorm gesteld en een publicatie van een bestemmingsplan als PDFbestand op de website is niet meer voldoende. De ruimtelijke plannen zijn in te zien op Of het college van B&W op een juiste manier gebruik maakt van haar bevoegdheid rond bestemmingsplannen hangt af of binnen de wettelijke termijn en volgens de wettelijke procedures is gehandeld (in procenten). Jaarlijks, op 1 januari 3.1, lid Jaarlijks, op 1 januari 3.1, lid Jaarlijks, op 1 januari 3.6, lid a, lid 1,2 en 3 7

8 Wro Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel onduidelijkheden ontstaan over de vorm en inhoud van het ruimtelijke beleid. De maakt voor de gemeenteraad transparant in hoeverre deze bevoegdheid juist wordt doorlopen. 5 Mate waarin vaststellingsbesluiten conform wettelijke procedures zijn afgehandeld (in procenten) 6 Aandeel gehonoreerde aanvragen voor tegemoetkoming in planschade (in procenten) 7 Aandeel gehonoreerde bedrag voor tegemoetkoming in planschade (in procenten) Deze geeft de gemeenteraad inzicht in de kwaliteit van het ruimtelijke proces. De gaat met name in op de communicatie rond het ruimtelijk beleid richting de burgers. Deze geeft de gemeenteraad inzicht in de mate waarin tegemoetkomingen in planschade zich voordoen. Dit is van belang om te weten omdat hoge tegemoetkomingen kunnen leiden tot grote financiële consequenties voor een gemeente. De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan vindt binnen twee weken na vaststelling plaats. Het college van B&W plaatst de kennisgeving van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in de Staatscourant. Bekendmaking gebeurt ook langs elektronische weg. Het gaat er hier om of vaststellingsbesluit binnen de wettelijke termijn en volgens de wettelijke procedures is afgehandeld. Planschade is de vermogensschade (waardevermindering van onroerende zaken) of inkomensschade die ontstaat na planologische wijzigingen. Jaarlijks, op 1 januari 3.8, lid 3 en 4 Jaarlijks, op 1 januari 6.1, lid 1 Zie hiervoor 6. Zie hiervoor 6 Jaarlijks, op 1 januari 6.1, lid 1 8

9 Wro Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel 8 Aandeel grondexploitatieovereenkomsten die voldoen aan de wettelijke procedurele verplichtingen (in procenten) 9 Gemiddeld bedrag per grondexploitatieovereenkomst die voldoet aan de wettelijke procedurele verplichtingen (in aantallen) 10 Wro handhavingsbeleidsplan vastgesteld (Ja, Nee) 11 Aandeel omgevingsvergunningen activiteit afwijkend gebruik bestemmingsplan (in procenten) De gemeenteraad heeft via deze inzicht in hoeveel grondexploitatieovereenkomsten er gesloten zijn en of is voldaan aan de wettelijke verplichtingen. Gemiddeld bedrag per grondexploitatieovereenkomst die voldoet aan de wettelijke procedurele verplichtingen Indicator geeft aan of een gemeente een Wro handhavingsbeleidsplan heeft vastgesteld Indicator geeft inzicht in het aandeel omgevingsvergunningen waarmee kan worden afgeweken van het bestemmingsplan. Hoe beter de inhoud van een bestemmingsplan, hoe minder reden er is om van dit plan af te wijken. Artikel 6.24 gaat erover dat tijdige publicatie van de overeenkomst is vereist (binnen twee weken na het sluiten ervan) en dat publicatie via het juiste medium moet plaatsvinden (een van gemeentewege uitgegeven blad of een dag, nieuws of huisaanhuisblad). Het gaat hier om overeenkomsten die voldoen aan de wettelijke procedurele verplichtingen. Het college van B&W draagt zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving. Jaarlijks dient er een handhavingsbeleidsplan te worden opgeleverd met hierin alle Wro handhavingsvoornemens/ prioriteiten voor aankomend jaar. Jaarlijks, op 1 januari 6.24 Jaarlijks, op 1 januari 6.24 Jaarlijks, op 1 januari 7.1 en 10.1 Jaarlijks, op 1 januari 2.1, lid 1 onder c 9

10 2.3 Waterwet Waterwet 1 Omvang bestuurlijke afspraken tussen gemeente en waterschap (in procenten) Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 2 Omvang correct afgehandelde watervergunningen (in procenten) Deze geeft de gemeenteraad inzicht in de mate van deze bestuurlijke samenwerking. Samenwerking is essentieel om zo doeltreffend mogelijk op te kunnen treden. De geeft de gemeenteraad inzicht in de kwaliteit van de vergunningverlening. Als deze taak niet goed wordt uitgevoerd kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van het waterbeheer. Waterschappen en gemeenten dragen zorg voor de met het oog op een doelmatig en samenhangend waterbeheer benodigde afstemming van taken en bevoegdheden, waaronder het zelfstandige beheer van inname, inzameling en zuivering van afvalwater. Naar aanleiding van het Bestuursakkoord Water uit 2011 wordt dit vaak in regionaal verband opgepakt. Een watervergunning moet bijvoorbeeld worden aangevraagd voor het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater, het onttrekken van grondwater of het bouwen van een steiger. De gemeente heeft bij de vergunningverlening van watervergunningen een loketfunctie en is ervoor verantwoordelijk dat alle vergunningen conform de wettelijke bepalingen worden afgehandeld. Ze kan de vergunningen zelf afhandelen of doorsturen naar het waterschap. Jaarlijks, op 1 januari Jaarlijks, op 1 januari Waterwet/ H Art. 3.8 H6. 2. Art

11 Waterwet 3 Omvang geconstateerde illegale lozingen in het openbaar vuilwaterriool (in aantallen) Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron Als het toezicht op de lozingen tekort schiet kan ernstige vervuiling optreden, met onder meer gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu. Bij deze gaat het om alle illegale lozingen die bij het gemeentelijke toezicht zijn geconstateerd. Jaarlijks, op 1 januari Besluit lozen buiten inrichtingen/ Art. 3.14, 3.15 en Gemeentelijke zorgplichten verankerd in rioleringsplan (Ja, Nee) 5 Gemeentelijke zorgplichten in rioleringsplan afgestemd met milieubeleidsplan (Ja, Nee) De gemeente heeft de zorgplicht voor afvalwater, grondwater en hemelwater. Als dit niet of deels is geborgd, ontstaan risico's op het gebied van het waterbeheer. De gemeente heeft de zorgplicht voor afvalwater, grondwater en hemelwater. Als dit niet of slechts deels is geborgd, ontstaan risico's op het gebied van het waterbeheer. Het nietnaleven van Europese regels (NErpe) kan leiden tot ingebrekestelling door de Europese Commissie of een proces bij het Europese Hof. Dit kan voor de gemeente grote financiële gevolgen hebben. NErpe staat voor Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten. Deze vraag bouwt voort op de vragen bij 4. Indien deze vragen bij 4 ontkennend worden beantwoord, hoeven de vragen bij niet te worden beantwoord. De score zal dan bij de alle vragen 0 zijn. Eenmalig, daarna om de vier jaar, op 1 januari Eenmalig daarna om de vier jaar, op 1 januari Waterwet/ H3 1. Art. 3.5 en 3.6 Wet Milieubeheer/ H 4. Titel 4.6, Artikel 4.22 Benchmark Rioleringszorg Financiële meerjarenraming ten behoeve van rioolheffing (Ja, Nee) De geeft de gemeenteraad inzicht in de financiële degelijkheid van het rioleringsplan. Het risico bestaat, dat als dit niet is geregeld, het beleid niet of onvoldoende kan worden uitgevoerd. Rioolheffing is een belasting die geheven wordt door een gemeente voor het gebruik van de riolering. Eenmalig daarna om de vier jaar, op 1 januari Gemeentewet, titel IV, 3, Art. 228a Benchmark Rioleringszorg

12 Waterwet 7 Aandeel registers op de KRW gebieden (in procenten) Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron De gemeenteraad krijgt met deze inzicht of hieraan wordt voldaan. KRW staat voor Kaderrichtlijn Water. Per KRW gebied moet er één register worden bijgehouden. De gemeente moet rapporteren over de staat van de KRW wateren die onder hun gemeentelijke beheer vallen, conform de Europese weten regelgeving. Eenmalig daarna om de vier jaar, op 1 januari Wet Milieubeheer/ H12. Titel 12.1, Art Woningwet Woningwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/ peildatum Wet/artikel 1 Verslag woningwet voorgelegd aan gemeenteraad (Ja, Nee) 2 Aandeel verleende omgevingsvergun ningen categorie bouwen (in procenten) Voor de raad is dit belangrijke informatie. Als dit welstandsverslag niet aan de raad wordt voorgelegd is de raad niet optimaal geïnformeerd. Het gaat hier om de hoeveelheid omgevingsvergunningen categorie bouwen die zijn geweigerd om redenen van welstand. In de wet staat dat het college van B&W de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voorlegt. In dit welstandsverslag wordt in ieder geval aangegeven op welke wijze het college van B&W is omgegaan met de verstrekte adviezen van de welstandscommissie. Jaarlijks, op 1 januari Jaarlijks, op 1 januari Art. 12 c Art. 2.1, lid 1 onder a 3 Gebruik van bevoegdheid van welstandsvrij verklaren van specifieke gebieden (in aantallen) Welstandsvrij verklaren kan gunstig zijn om bijvoorbeeld de regeldruk te verminderen. Als een gemeente zeer veel gebieden welstandsvrij verklaart, kan de kwaliteit van de ruimtelijke omgeving echter onder druk komen te staan. Burgers en bedrijven hebben dan zoveel vrijheid dat het moeilijk is om als overheid grip te houden op de kwaliteit van de In een welstandsvrij gebied gelden geen welstandsnormen. Jaarlijks, op 1 januari Art. 12, lid 2 12

13 Woningwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/ peildatum bebouwde omgeving. Wet/artikel 4 Toepassing bestuursdwang om bouwwerken aan de regels te laten voldoen (in aantallen) Als er veel bestuursdwang nodig is zegt dit iets over nalevingsgraad (die is laag). Dit kan verschillende oorzaken hebben. Handhaving in het kader van de woningwet is van belang omdat de veiligheid van mensen in het geding kan zijn als niet wordt ingegrepen. Delen van een gebouw kunnen bijvoorbeeld instorten als niet aan de regels is voldaan. Bestuursdwang: 1) Bestuurlijke sanctie (art. 5:2, lid 1 onder a Awb i.s.m. art Wabo) (intrekken van de omgevingsvergunning) 2) Herstelsanctie: a. Last onder bestuursdwang (art. 5:2, lid 1 onder b Awb i.s.m. art. 5:21 Awb) b. Last onder dwangsom (art. 5:2, lid 1 onder b Awb i.s.m. art. 5:31d Awb) Jaarlijks, op 1 januari Art. 13, 13a en 14 13

14 2.5 Huisvestingswet Huisvestings wet (A03) Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildat um 1 Taakstelling verblijfsgerechtig den voor eerste helft achterliggende kalenderjaar (in aantallen) 2 Taakstelling verblijfsgerechtig den voor tweede helft achterliggende kalenderjaar (in aantallen) 3 Hoogte achterstand taakstelling verblijfsgerechtig den (in aantallen) Elk half jaar krijgt de gemeente een taakstelling opgelegd. Bij het niet voldoen aan de taakstelling kan de provincie nadere informatie opvragen en zo nodig overgaan tot indeplaatsstelling. Dit is een risico (politiek en financieel) voor de gemeente. De vier opgenomen en geven de gemeenteraad inzicht in de stand van zaken zodat de raad vroegtijdig weet wanneer er zich problemen voordoen. De toezichthouder kan op basis van deze informatie haar toezichthoudende taak goed uitvoeren. Zie hiervoor 1 Het Rijk legt gemeenten op basis van deze wet een doelstelling op hoeveel asielzoekers met een verblijfsvergunning moeten worden gehuisvest (taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigde n). De eerste helft van het achterliggende kalenderjaar loopt van 1 januari 31 juni. Jaarlijks, op 1 januari De tweede helft van het achterliggende kalenderjaar loopt van 1 juli 31 december. Jaarlijks, op 1 januari Zie hiervoor 1 Jaarlijks, op 1 januari Wet/artikel Hoofdstuk 5, 60a sub b. en 60 b Hoofdstuk 5, 60a sub b. en 60 b Regeling informatieverstrekk ing Centraal Orgaan opvang asielzoekers 2006 Bron COA (Centraal Orgaan opvang asielzoeker s) COA COA 14

15 Huisvestings wet (A03) Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildat um 4 Daadwerkelijk aantal gehuisveste verblijfsgerechtig den (in aantallen) Zie hiervoor 1 Jaarlijks, op 1 januari Wet/artikel Regeling informatieverstrekk ing Centraal Orgaan opvang asielzoekers 2006 Bron COA 2.6 Monumentenwet Monumenten wet (A06) Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildat um Wet/artikel Bron 1 Omvang rijksmonumenten (in aantallen) Het risico dat ontstaat als zaken niet goed worden geregeld is dat (onherstelbare) schade kan worden aangericht aan rijksmonumenten. Volgens de Monumentenwet 1988 is de definitie van rijksmonument: "Alle vóór tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken en terreinen welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde." Jaarlijks, op 1 januari Monumentenwet 1988 Register Rijksmonument en 15

16 Monumenten wet (A06) Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildat um Wet/artikel Bron 2 Aandeel verleende omgevingsvergunnin gen voor wijziging aan/van rijksmonumenten (in procenten) 3 Omvang adviezen die door de monumentencommis sie zijn afgegeven met betrekking tot rijksmonumenten (in aantallen) De provincie als toezichthouder en de gemeenteraad hebben op basis van deze gegevens een beeld van de zorg waarmee de gemeente monumentenzorg heeft opgepakt. Deze geeft inzicht in hoeverre het onderwerp speelt in een gemeente. Het geeft niet aan in hoeverre de adviezen van deze commissie zijn opgevolgd. Bij een ingreep in een rijksmonument (sloop, reconstructie, nieuwe bestemming) moet advies worden ingewonnen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Wat betreft de status van een vergunning kent men verschillende categorieën:1) Vergunning verleend 2) Vergunningsvrij verklaard 3) Vergunning geweigerd 4) Aanvraag per 31 december nog in behandeling De gemeente is wettelijk verplicht om een commissie in te stellen die zich bezig houdt met zaken op het gebied van de monumentenzorg. Jaarlijks, op 1 januari Jaarlijks, op 1 januari Wabo, Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunn ing 2.1 lid 1 Monumentenwet 1988, Hoofdstuk II. Beschermde monumenten 2. Vergunningen tot wijziging, sloop of verwijdering 15 lid 1 en 2 16

17 Monumenten wet (A06) Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildat um Wet/artikel Bron 4 Omvang bestuursrechtelijke handhavingszaken (in aantallen) 5 Aandeel bestuursrechtelijke handhavingszaken (in procenten) Deze zegt iets over de nalevingsgraad in een gemeente. Hoe meer handhavingszaken, hoe meer overtredingen er blijkbaar zijn geconstateerd. Bij een overtreding van de wet moet de gemeente handhaven. Deze zet het aantal handhavingszaken af tegenover het aantal rijksmonumenten in de gemeente. Het geeft een indicatie van de nalevingsgraad. De gemeente is verantwoordelijk voor de handhaving. Dit kan bijvoorbeeld plaatsvinden wanneer aan een rijksmonument wordt verbouwd zonder vergunning of dat er bij een vergunde verbouwing iets afwijkends van de vergunning wordt verbouwd. Volgens de Monumentenwet 1988 is de definitie van rijksmonument: "Alle vóór tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken en terreinen welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde." Jaarlijks, op 1 januari Jaarlijks, op 1 januari Hoofdstuk IV Hoofdstuk IV Register Rijksmonument en (voor het aantal rijksmonument en) 17

18 3 Zorg & Welzijn 3.1 Wet Kinderopvang Kinderopvang Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatu m Wet/artikel Bron 1 Aandeel tijdig afgehandelde aanvragen (in percentages) 2 Aandeel geïnspecteerde locaties (in percentages) 3 Aandeel geïnspecteerde locaties (in percentages) Deze geeft basisinformatie die relevant is voor de gemeenteraad. Deze informatie zegt iets over de processen rond de aanvragen kinderopvang. Deze geeft de gemeenteraad inzicht in hoeverre de taakstelling van de te inspecteren locaties Kinderdagverblijven, Buitenschoolse opvang, Gastouderbureau s en de Peuterspeelzalen wordt gehaald. Deze geeft de gemeenteraad inzicht in hoeverre de taakstelling van de te inspecteren nieuwe locaties Voorzieningen Gastouderopvang wordt gehaald. Voor de onderdelen KDV (Kinderdagverblijven), BSO (Buitenschoolse opvang), GOB (Gastouderbureaus), PSZ (Peuterspeelzalen), VGO (Voorzieningen Gastouderopvang). Voor de onderdelen KDV, BSO, GOB, PSZ. VGO nieuw Peildatum 1 maart 2016 voor de data uit GIR (Gemeenschappelijke Inspectieruimte)/LRKP (Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen) Peildatum 1 maart 2016 voor de data uit GIR/LRKP Peildatum 1 maart 2016 voor de data uit GIR/LRKP Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzale n, Art. 12 Idem Idem LRKP, GIR Inspectere n, GIR Handhaven LRKP, GIR Inspectere n, GIR Handhaven LRKP, GIR Inspectere n, GIR Handhaven 18

19 Kinderopvang Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatu m Wet/artikel Bron 4 Aandeel geïnspecteerde locaties (in percentages) 5 Aandeel ingezette handhavingstrajec ten (in percentages) Deze geeft de gemeenteraad inzicht in hoeverre de taakstelling van de te inspecteren bestaande locaties Voorzieningen Gastouderopvang wordt gehaald. Deze geeft de gemeenteraad inzicht in hoeverre handhaving wordt ingezet nadat in een handhavingsrapport het advies handhaven wordt gegeven. VGO bestaand Voor de onderdelen KDV, BSO, GOB, PSZ, VGO Peildatum 1 maart 2016 voor de data uit GIR/LRKP Peildatum 1 maart 2016 voor de data uit GIR/LRKP Idem Idem LRKP, GIR Inspectere n, GIR Handhaven LRKP, GIR Inspectere n, GIR Handhaven 6 Aantal acties n.a.v. tekortkomingen (in aantallen) Deze geeft de gemeenteraad inzicht op hoeveel geconstateerde tekortkomingen geen handhavingsactie volgt. Voor de onderdelen KDV, BSO, GOB, PSZ, VGO Peildatum 1 maart 2016 voor de data uit GIR/LRKP Idem LRKP, GIR Inspectere n, GIR Handhaven 19

20 3.2 Leerlingenvervoer Leerlingenvervoer Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 1 Aanwezigheid Verordening Leerlingenvervoer (Ja, Nee) Als de gemeente een verordening heeft voldoet ze aan de wet. Uiteraard dient de verordening wel aan de wettelijke regels te voldoen. Iedere gemeente dient een Verordening Leerlingenvervoer te hebben. Dit volgt uit de wet. Wpo is de Wet Primair Onderwijs, Wec is de Wet op de expertisecentra, Wvo is de Wet op het voortgezet onderwijs. Jaarlijks, op 1 januari Wpo, Wec, Wvo/ Allen Art Leerplichtwet Leerplichtwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/art ikel Bron 1 Omvang voortijdig schoolverlat ers 18 (in aantallen) 2 Omvang voortijdig schoolverlat ers leeftijd 18+ (in aantallen) De geeft het aantal nieuwe schoolverlaters aan, in de leerplichtige/kwalificatieplichtige leeftijd jonger dan 18 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten. Deze is voor de gemeenteraad van belang omdat het informatie geeft over een risicogroep voor de arbeidsmarkt. De geeft het aantal nieuwe schoolverlaters aan, in de leerplichtige/kwalificatieplichtige leeftijd ouder dan 18 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten. Deze is voor de gemeenteraad Voor exacte definities zie DUO Leerplichttelling Voor exacte definities zie DUO Leerplichttelling In maart 2016 zijn de data van deze (schooljaar ) beschikbaar. Deze data worden door DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) verstrekt en zijn afkomstig uit de Leerplichttelling. Eenzelfde systematiek herhaalt zich begin 2017, dan over de cijfers van het schooljaar Art Zie hiervoor 1 Art DUO Leerplicht telling DUO Leerplicht telling 20

21 Leerplichtwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/art ikel van belang omdat het informatie geeft over een risicogroep voor de arbeidsmarkt. Bron 3 Omvang relatief verzuim (aantal meldingen) 4 Omvang absoluut verzuim (aantal meldingen) 5 Omvang thuiszitters (in aantallen) Deze informatie is van belang vanuit preventie om absolute schooluitval te voorkomen. De gemeenteraad kan op basis van deze vroegtijdig schakelen om het verzuim te verminderen. De geeft het aantal jongeren aan dat niet is ingeschreven bij een opleiding, zonder dat daarvoor vrijstelling is verleend. Deze jongeren vormen een risicogroep. De jongeren die niet meer staan ingeschreven kunnen snel op het verkeerde pad belanden, waardoor deze op andere terreinen binnen het jeugdbeleid weer zichtbaar worden (b.v. op het gebied van criminaliteit). De geeft het aantal thuiszitters aan. Deze groep jongeren gaat langdurig niet naar school. Politiek gezien trekt het onderwerp veel aandacht. Mede daardoor is deze interessant voor de gemeenteraad. Voor exacte definities zie DUO Leerplichttelling Voor exacte definities zie DUO Leerplichttelling Voor exacte definities zie DUO Leerplichttelling Zie hiervoor 1 Art Zie hiervoor 1 Art Zie hiervoor 1 Art DUO Leerplicht telling DUO Leerplicht telling DUO Leerplicht telling 21

22 Leerplichtwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/art ikel Bron 6 Beschikbaar heid jaarverslag gemeente over Leerplichtw et (Ja, Nee) Deze is relevant voor de gemeenteraad om te toetsen of het gevoerde beleid effectief was. Artikel 25 legt de verplichting bij het college van B&W om jaarlijks vóór 1 oktober verslag uit te brengen aan de gemeenteraad over het in het laatst afgesloten school of cursusjaar in de gemeente gevoerde beleid, inzake de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht en de resultaten daarvan. Gegevens zijn niet beschikbaar vanuit DUO en kunnen via waarstaatjegemeenten.nl worden aangeleverd. Art

23 4 Veiligheid & Leefbaarheid 4.1 Dranken Horecawet Drank en horecawet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatu m Wet/artikel Bron 1 Omvang vergunde horeca activiteiten (in aantallen) 2 Aandeel fte toezichttaken op vergunde horeca activiteiten (in aantallen) De geeft de gemeenteraad inzicht in de omvang van het aantal horeca activiteiten in de gemeente. Inzicht in de omvang van de sector is van belang om toezicht te kunnen houden. Dit gegeven geeft de gemeenteraad inzicht in de totale capaciteit zoals die is gereserveerd voor de uitoefening van de wettelijke toezichttaken. De omvang hiervan moet toereikend zijn, het is aan de gemeenteraad om dit te toetsen. Hieronder vallen de vergunde alcohol verkooppunten en de vergunde commerciële en paracommerciële horecabedrijven. Het betreft de slijters die sterke drank verkopen. Voor de verkoop van zwakalcoholhoudende drank gaat het om horecabedrijven en paracommerciële instellingen die dit verstrekken. Het betreft hier het aantal fte zoals die door de burgemeester zijn aangewezen. Het gaat hier om BOA's (buitengewone opsporingsambtenaren). In kleine gemeenten en in samenwerkingsverbanden zou het ook kunnen gaan om politieagenten die specifiek voor deze taak door de burgemeester zijn aangewezen. Jaarlijks, op 1 januari Art. 3,4 Jaarlijks, op 1 januari Art. 41 t/m 44 3 Aandeel controles op vergunde horeca activiteiten (in procenten) Deze biedt de gemeenteraad inzicht in welke mate de gemeente controle heeft uitgeoefend op de vergunde horeca activiteiten in de stad. Deze controles vinden plaats bij de horecaondernemer. Het gaat hier om het totale aantal controles op locatie. Jaarlijks, op 1 januari Art. 3,4,41 23

24 Drank en horecawet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatu m Wet/artikel Bron 4 Aandeel controles op verleende ontheffingen bij evenementen (in procenten) 5 Aandeel controles op leeftijdsgrenzen bij vergunde horeca activiteiten (in procenten) 6 Aandeel overtredingen binnen de uitgevoerde controles bij vergunde horeca activiteiten (in procenten) Door controles op evenementen uit te voeren kan overlast worden voorkomen. Het gaat hier om ontheffingen die onder meer worden gegeven voor evenementen zoals carnaval, festivals, straatfeesten en sportactiviteiten. De geeft inzicht in de omvang van de controles op leeftijdsgrenzen waarop alcohol mag worden verkocht/verstrekt. De gemeenteraad krijgt via deze beter zicht in hoeverre dit wordt opgepakt. De geeft de gemeenteraad inzicht in de verhouding tussen het aantal uitgevoerde controles en de overtredingen die hieruit naar voren kwamen. Dit zegt iets over de nalevingsgraad in de gemeente. Zowel artikel 4 als 35 van de DHW (Drank en Horecawet) geven de mogelijkheid tot ontheffing van het verbod om zonder vergunning zwakalcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken. Het gaat hier wel om gelegenheden van tijdelijke aard, voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 dagen. Deze evenementen dienen eenmalig te zijn, dan wel in de regel niet meer dan tweemaal per jaar plaats te vinden. Controles op leeftijdsgrenzen bij drankverstrekkers richten zich op het controleren van de verstrekking van alcoholhoudende drank aan een jongere onder de 18 jaar. Jaarlijks, op 1 januari Art. 4,35 Jaarlijks, op 1 januari Art. 20,41 Jaarlijks, op 1 januari Art

25 Drank en horecawet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatu m Wet/artikel Bron 7 Aandeel bestuurlijke boetes (in procenten) Deze geeft de gemeenteraad inzicht in de omvang van de bestuursrechtelijke handhavingsacties. De gemeente legt in een handhavingsbeleid vast welke middelen bij welke overtreding worden gebruikt. Er kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden opgetreden. De middelen zijn: bestuurlijke boete, procesverbaal, intrekken DHWvergunning, schorsen DHWvergunning, tijdelijk stilleggen alcoholverkoop in de detailhandel, toepassen bestuursdwang, sluiten van een horecagelegenheid, verwijderen van bezoekers, 'three strikes out'. Jaarlijks, op 1 januari Art. 44a,44b 8 Aandeel bestuursdwang (in procenten) Deze geeft de gemeenteraad inzicht in de omvang van de bestuursrechtelijke handhavingsacties. Bij bestuursdwang wordt de overtreder gedwongen een overtreding ongedaan te maken. Als dit niet lukt kan de overheid dit zelf doen. Artikel 44 van de wet bepaalt dat de burgemeester bevoegd is tot het toepassen van bestuursdwang ter handhaving van de bij artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gestelde verplichting. Jaarlijks, op 1 januari Art Aandeel schorsing van een vergunning (in procenten) Deze geeft de gemeenteraad inzicht in de omvang van de bestuursrechtelijke handhavingsacties. Jaarlijks, op 1 januari Art

26 4.2 Wet Veiligheidsregio s Wet Veiligheidsregio's Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 1 Aanlevering gegevens risicokaart (Ja, Nee) 2 Risicoprofiel veiligheidsregio vastgesteld (Ja, Nee) Als de informatie voor de risicokaart wordt aangeleverd ontstaat een actueel beeld van de aanwezige risico's. Op die manier kunnen de risico's worden beheerst. Het risicoprofiel biedt onder meer een overzicht van de risicovolle situaties die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden. Op basis van deze informatie kan in samenspraak met de gemeenteraad risicogestuurd worden gehandeld. De wet stelt dat het college van B&W informatie aanlevert voor de risicokaart aan Gedeputeerde Staten. Deze kaart is via internet ontsloten en laat de plaatsgebonden en geografisch te onderscheiden risico's binnen de veiligheidsregio's zien. Een voorbeeld is een overstroming. Zie hiervoor de Regeling provinciale risicokaart (artikel 2). Het bestuur van de veiligheidsregio stelt het risicoprofiel vast na overleg met de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, waarbij het bestuur de gemeenteraden tevens verzoekt hun wensen kenbaar te maken omtrent het in het beleidsplan op te nemen beleid. Jaarlijks, op 1 januari 10, art. 45 Eenmalig, daarna om de vier jaar, op 1 januari Art. 15, lid 3 26

27 Wet Veiligheidsregio's Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 3 Ontwerp beleidsplan vooraf besproken met de gemeenteraad (Ja, Nee) Het is van belang dat de gemeenteraad vroegtijdig mee kan praten over het beleidsplan van de veiligheidsregio. In deze fase betreft het nog een ontwerp beleidsplan. In het beleidsplan is het beleid vastgelegd ten aanzien van de taken van de veiligheidsregio. Eenmalig, daarna om de vier jaar, op 1 januari Art. 14, lid 1, 2a 4 Brandbeveiligingsverordening vastgesteld (Ja, Nee) 5 Doelen brandveiligheid en brandweerzorg vastgesteld (Ja, Nee) Het college van B&W is belast met de organisatie van de brandweerzorg. De brandbeveiligingsverordening vormt de basis van deze taak. Gemeenten stellen doelen vast op het gebied van de brandveiligheid en de brandweerzorg. De geeft aan of doelen op deze gebieden zijn vastgesteld. Deze verordening gaat in op het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en alles hetgeen daarmee verband houdt. Jaartal van vaststelling verordening kan worden opgenomen. Eenmalig daarna om de vier jaar, op 1 januari Art. 3, lid 2 Art. 3a 27

28 5 Dienstverlening 5.1 Archiefwet Archiefwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 1 Toepassing kwaliteitssysteem voor het beheer van te bewaren archiefbescheiden 2 Aanwezigheid overzicht van (te bewaren) archiefbescheiden De gemeente dient kwaliteitseisen aan het eigen informatiebeheer te stellen die passen bij haar verantwoordelijkheden en taken. Deze kwaliteitseisen moeten regelmatig worden getoetst en geëvalueerd. De aanwezigheid van een kwaliteitssysteem geeft een indicatie van de bereidheid om het informatiebeheer voortdurend te verbeteren, het ontbreken ervan geeft een indicatie van het tegenovergestelde. Een gemeente zonder geordend overzicht van aanwezige archiefstukken zal niet in staat zijn om opgevraagde stukken snel te leveren, heeft geen idee of het beheer van die stukken aan de eisen voldoet en zal niet in staat zijn tijdig archiefstukken over te brengen of te vernietigen. Een kwaliteitssysteem is het geheel van organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, procedures, processen en voorzieningen die nodig zijn voor het ten uitvoer brengen van de kwaliteitszorg (ISO 8402). Het gaat hier om het percentage archiefbescheiden (papier/digitaal) dat is beschreven en opgenomen in het overzicht zoals bedoeld in artikel 18 van de Archiefregeling. De meest betrouwbaare eenheid om het percentage vast te stellen is de omvang van het aantal processen/zaken/dossiers i.p.v. op basis van meters/gbtb. De toegepaste eenheid kan in het toelichtingsveld worden aangegeven Jaarlijks, op 1 januari Jaarlijks, op 1 januari Archiefregelin g 2010 (Ar); art. 16 Link met NENISO 15489:2001 en ISO en Archiefwet 1995 (Aw); art. 3 en 21.2; Ab art. 12; Ar art. 18 en 23 28

29 Archiefwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 3 Gebruik metagegevensschema 4 Aanwezigheid bewaarstrategie papier en digitaal Dossiers of archiefstukken zijn alleen terug te vinden en te beheren als kenmerken van die stukken worden vastgelegd. Denk aan onderwerp, datum ontvangst of behandelaar. Dit noemen we metagegevens. In een metagegevensschema moeten alle soorten kenmerken die een gemeentelijke administratie toekent in samenhang worden opgenomen. Dit is noodzakelijk voor de uitwisselbaarheid van gegevens, bijvoorbeeld wanneer digitale archiefbescheiden op termijn in een digitale archiefbewaarplaats moeten worden ondergebracht. Een bewaarstrategie dient ertoe de duurzaamheid van papieren én digitale archiefstukken op langere termijn te borgen. Zonder periodieke vervanging van bijvoorbeeld duurzame verpakkingsmaterialen wordt de overlevingstijd van papieren archieven verkort. Digitale archieven worden onleesbaar of gaan gemakkelijk verloren, als er geen systematische zorg is voor bijvoorbeeld het gebruik van (verouderde) bestandsformaten en veilige opslag. Het gaat hier om het percentage van alle in 2 bedoelde archiefbescheiden (papier/digitaal) dat is beschreven op basis van een vastgesteld metadataschema zoals bedoeld in artikel 17 van de Archiefregeling. De meest betrouwbaare eenheid om het percentage op vast te stellen zijn het aantal processen/zaken/dossiers i.p.v. op basis van meters/gbtb. De toegepaste eenheid kan in het toelichtingsveld worden aangegeven Een veilige opslag bestaat er bij papieren archieven bijvoorbeeld uit dat periodieke vervanging van de verpakking moet plaatsvinden waarin het is opgenomen. Voor digitale archieven wordt er bijvoorbeeld tijdig geconverteerd of gemigreerd. Jaarlijks, op 1 januari Jaarlijks, op 1 januari Ar; art. 17 en 19; NENISO :2006 en NENISO :2007 Archiefbesluit 1995 (Ab); art

30 Archiefwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 5 Selectie van archiefbescheiden 6 Toepassing van vervanging. besluiten en verklaringen Gemeenten zijn verplicht de bewaartermijnen te volgen die in de Selectielijst gemeentelijke en intergemeentelijke organen zijn voorgeschreven. Deze selectielijst verenigt verschillende belangen in zich: het bewaren van dossiers/archiefstukken voor zolang verantwoording (aan het college van B&W, gemeenteraad en burger) wenselijk is, het blijvend bewaren van dossiers/archiefstukken die om (cultuur)historische redenen van belang zijn en het tijdig vernietigen van dossiers/archiefstukken waar het voorgaande niet voor geldt. Wanneer de selectielijst niet of niet goed wordt gevolgd, worden archiefstukken te vroeg, te laat of ten onrechte vernietigd. Vervanging van papieren door digitale archiefbescheiden (gevolgd door vernietiging van het papieren exemplaar) is op dit moment een van de meest urgente maar ook meest risicovolle bewerkingen van archief. Het niet of niet volgens de regels toepassen van vervanging leidt in de praktijk tot informatieverlies en in het ergste geval tot volledig verlies van het vervangen archief. Dit betreft het percentage van alle archiefbescheiden (ook de op termijn vernietigbare) waarvan de bewaartermijn is geregistreerd op basis van de categorieën die in de Selectielijst gemeentelijke en intergemeentelijke organen zijn voorgeschreven. De Selectielijst uit 2005 is in 2012 geactualiseerd. Op archiefbescheiden gevormd vanaf 1 janauari 2017 is de Selectielijst 2017 van toepassing. De meest betrouwbaare eenheid om het percentage vast te stellen is de omvang van het aantal processen/zaken/dossiers i.p.v. op basis van meters/gbtb. De toegepaste eenheid kan in het toelichtingsveld worden aangegeven Jaarlijks, op 1 januari Aw; art. 5 en 9; Ab art. 25 Jaarlijks, op 1 januari Aw; art. 7; AB art

31 Archiefwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 7 Tijdige overbrenging van archiefbescheiden 8 Aanwijzing archiefbewaarplaats die aan de eisen voldoet 9 Aanwezigheid archiefruimte die aan de eisen voldoet Met de overbrenging van archieven naar een archiefdienst worden de archieven openbaar en dus raadpleegbaar. Uitstel van overbrenging benadeelt de burger die archieven wil raadplegen. In een archiefbewaarplaats worden archieven voor de eeuwigheid bewaard. De overlevingstijd van archieven wordt bekort door onregelmatige klimaatbeheersing, ondeugdelijke bouwkundige aanleg of onjuist gebruik. Daarom is het belangrijk dat er niet alleen een bewaarplaats ís maar ook dat deze aan alle wettelijke eisen voldoet (zie hiervoor Archiefbesluit en regeling). Het ontbreken van een archiefruimte die aan de eisen voldoet verhoogt de kans op verlies van archief door brand, wateroverlast, diefstal, schimmeluitbraak en ongediertevraat. Het betreft hier enkel overheidsarchief. Particuliere collecties en archieven vallen hier buiten. De meest betrouwbaare eenheid om het percentage vast te stellen is de omvang van het aantal processen/zaken/dossiers(invnrs) i.p.v. op basis van meters/gbtb. De toegepaste eenheid kan in het toelichtingsveld worden aangegeven. De meest betrouwbaare eenheid om het percentage vast te stellen is de omvang van het aantal processen/zaken/dossiers i.p.v. op basis van meters/gbtb. De toegepaste eenheid kan in het toelichtingsveld worden aangegeven. Jaarlijks, op 1 januari Aw; art. 3 en 1213; Ab art. 9.1 en 12 Jaarlijks, op 1 januari Aw; art. 21.1, 31, 33.2 en 34; Ab art. 13; Ar art. 2741, 4757 en 59 Jaarlijks, op 1 januari Aw; art. 21.1; Ab art. 13; Ar art. 2746, 57 en 59 31

32 Archiefwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 10 Correcte toepassing van openbaarheidsbeperkingen Na overbrenging zijn archieven openbaar, tenzij beperkingen aan de openbaarheid worden opgelegd die goed gemotiveerd moeten zijn. Wanneer beperkingen te ruim of ongemotiveerd worden opgelegd, blokkeert men de toegang tot (delen van) archieven. Daarmee komt ook de mogelijkheid tot controle van de overheid in gevaar. De beperkingscriteria zijn: eerbiediging persoonlijke levenssfeer; belang van de Staat of zijn bondgenoten; voorkomen van onevenredige bevoor of benadeling van betrokken natuurlijke of rechtspersonen dan wel van derden). Jaarlijks, op 1 januari Aw; art. 15, 15a en 16; Ab art 9.3 en Paspoortwet Paspoortwet Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 1 Zelfevaluatie uitgevoerd vóór 1 oktober (Ja, Nee) Gemeenten die de zelfevaluatie op tijd uitvoeren geven goed vorm aan de kwaliteitscyclus die binnen dit domein is vastgesteld. Gemeenten zijn verplicht om vóór 1 oktober de controle op de toepassing van beveiligingsmaatregelen (zelfevaluatie) uit te voeren. Jaarlijks, op 1 januari Paspoortwet/ Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN) Art

33 5.3 Wet BRP Wet BRP Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 1 Zelfevaluatie uitgevoerd vóór 1 oktober (Ja, Nee) Gemeenten die de zelfevaluatie op tijd uitvoeren geven goed vorm aan de kwaliteitscyclus die binnen dit domein is vastgesteld. In het verleden waren gemeenten verplicht om iedere drie jaar een GBA audit uit te voeren, deze is in 2014 vervangen door de zelftoets BRP. De zelftoets moet volgens de wet vóór 1 oktober van een jaar worden uitgevoerd. Het college van B&W moet een uittreksel hiervan sturen aan het College bescherming persoonsgegevens. Een gemeente kan ervoor kiezen om dit uittreksel voor de gemeenteraad ter inzage te leggen. Jaarlijks, op 1 januari vanaf 2015 Art. 4.3 en Besluit Brp Art

34 6 Gezondheid 6.1 Wet publieke gezondheid Publieke gezondheid Indicator Wat zegt de? Extra toelichting Frequentie/peildatum Wet/artikel Bron 1 Mate waarin nota gemeentelijk gezondheidsbeleid ingaat op de landelijke prioriteiten (Ja, Nee) De geeft aan in hoeverre het gemeentelijke gezondheidsbeleid ingaat op de landelijke prioriteiten. In de laatste landelijke nota Gezondheid dichtbij (2011) worden overgewicht, diabetes, depressie, roken en schadelijk alcoholgebruik genoemd als prioriteiten voor het gezondheidsbeleid in de periode De gemeenteraad stelt binnen twee jaar na openbaarmaking van de landelijke nota (dus uiterlijk 2013) een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast. In het opmerkingenveld kan worden aangegeven in welke jaar de gemeentelijke nota is vastgesteld. Iedere 2 jaar op 1 januari Hoofdstuk III, Art

35 7 Informatieveiligheid Vooralsnog zullen er zich bij de uitvraag over verantwoordingsjaar 2015 bij informatieveiligheid geen wijzigingen voordoen. Medio januari zal de definitieve vragenlijst informatieveiligheid worden gepubliceerd op de website van Waarstaatjegemeente.nl. 35

36 8 Verschillen met jaarverantwoording 2014 Vorig jaar zijn toezichten opgenomen die betrekking hadden op de participatiewet, jeugdwet en Wmo Deze en waren alleen geldig voor het verantwoordingsjaar Om die reden zijn deze niet opgenomen voor het verantwoordingsjaar Daarnaast is de voor onderwijshuisvesting komen te vervallen. De verantwoordelijkheden hiervoor zijn vanaf 2015 veel meer komen te liggen bij de schoolbesturen. 36

37 KWALITEITSINSTITUUT NEDERLANDSE GEMEENTEN NASSAULAAN JS DEN HAAG POSTBUS GK DEN HAAG T F INFO@KINGGEMEENTEN.NL 37