B. ALGEMENE WERKING 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "B. ALGEMENE WERKING 2012"

Transcriptie

1 B. ALGEMENE WERKING 2012 MISSIE Op excellente wijze kennis verzamelen, ontwikkelen en uitdragen naar alle actoren in de land- en tuinbouw. STRATEGIE Om te komen tot deze missie voert het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw onderzoek uit en draagt de resultaten van dit onderzoek uit naar de praktijk. Door diverse praktijkgerichte proeven wordt theoretisch onderzoek vertaald naar concrete kennis, demonstratieve voorlichting en actuele informatie voor de tuinder. Teelttechnische problemen die zich kunnen voordoen op groenteteeltbedrijven worden ook onderzocht. Tevens gaat veel aandacht naar onderzoek en voorlichting rond milieunormen en wetgeving. De accenten van het proefcentrum zijn in beperkte mate verschoven. Er wordt tegenwoordig vrij veel aandacht besteed aan rationeel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en water. Dit vertaalt zich in waarschuwingen tegen ziekten en plagen en voorlichting over waterbeheer in de land- en tuinbouwsector. Ook wordt er veel energie besteed aan smaakonderzoek. In een deel van de serres alsook in twee koepels wordt biologisch geteeld. Resultaten worden gevulgariseerd door middel van studieavonden, geleide rondgangen, specifieke werkgroepen, cursussen, bedrijfsbezoeken, opendeurdagen, een jaarverslag en publicaties in diverse vakbladen. Om deze doelstelling te kunnen verwezenlijken is tevens nood aan specialisatie. De werking wordt daarom ingedeeld over vijf kenniseenheden: Groenten open lucht gangbaar Groenten onder beschutting gangbaar Groenten onder beschutting biologisch Smaak en consumenten Kenniscentrum Water BETOELAGING Het proefcentrum is erkend door de Vlaamse Overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling als proefcentrum voor de groenteteelt en krijgt daarvoor een financiële bijdrage. Het proefcentrum ontvangt als vzw een belangrijke financiële ondersteuning van het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen. Het PCG werkt eveneens mee aan diverse projecten, gesteund door de Europese Unie, de Vlaamse Overheid, de Provincie Oost-Vlaanderen, Veiling REO, LAVA en Greenbow. Een deel van de inkomsten wordt verkregen uit de financiële bijdrage vanuit de Belgische Boerenbond, de sector en van de gemeenten Kruishoutem, Deinze en Zulte. PROEFVELDWERKING Groenteteelt open lucht Het proefcentrum heeft momenteel een terrein van 8,7 ha. Hiervan zijn 6,5 ha voorbehouden voor proeven in openluchtgroenten. Daarbovenop werd een tweetal hectare grond gehuurd voor de proefveldwerking in openluchtgroenten. In 2012 werden ook heel wat proeven aangelegd op proefplatformen en op percelen van telers. De ADLO-demoprojecten rond bemesting lagen aan op een perceel met een oppervlakte van 1,75 hectare van Hervé Van Vynckt te Deinze-Wontergem (aan café-restaurant Den Bek) en in Anzegem op een preiperceel van teler Ivo Dermaut. Om een degelijke voorlichting te kunnen geven, worden jaarlijks proeven aangelegd zowel in het proefcentrum als bij tuinders. Bij de openluchtproeven zijn de hoofdteelten prei en bladgewassen. Verder wordt onderzoek gedaan in wortelen, bloemkool (vooral industrieteelt), sluitkool, spruitkool en spinazie. Groenten onder beschutting gangbaar Voor de gangbare proeven onder glas beschikt het PCG over 6 serres van elk 380 m² en twee kleinere proefafdelingen (80 m² elk). In deze compartimenten worden vooral proeven aangelegd in bladgewassen. In twee afdelingen wordt los van de ondergrond geteeld, één afdeling voor vruchtgewassen, één afdeling voor bladgewassen of kruiden. De kleine testafdelingen laten proeven toe die intensievere opvolging en metingen behoeven. Deze worden tevens gebruikt voor testen op openluchtgewassen.

2 Groenten onder beschutting biologisch Met het onderzoek naar de biologische productiewijze wordt tegemoet gekomen aan de belangstelling voor milieuvriendelijke productiemethoden. In vier serres worden biologische proeven opgezet in belangrijke vruchtgewassen: twee afdelingen van 400 m² en twee afdelingen van 80 m². Naast de serres beschikt het proefcentrum ook over twee plastiek koepels van elk ongeveer 380 m 2 met daarin onderzoek naar de biologische teeltwijze. Smaak Het PCG beschikt over een smaaklokaal met preparatieruimte ingericht volgens internationale standaarden (ISO). In dit smaaklokaal proeven en beoordelen de panelleden van het consumentenpanel en/of het getrainde panel de producten. Centraal in het onderzoek staan de invloed van rassenkeuze en teelttechniek op de smaak en smakelijkheid van groenten en fruit. Naast consumentenonderzoek en profielbepalingen worden ook smaakafwijkingstesten volgens de GEP procedures uitgevoerd. Kenniscentrum water Binnen de provincie Oost-Vlaanderen is al heel wat praktijkervaring rond watermanagement en afvalwaterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven opgedaan. Om de doorstroming van deze opgebouwde kennis naar de land- en tuinbouwsector te vergemakkelijken en te verbeteren is het Kenniscentrum Water opgericht. Dit kenniscentrum overkoepelt de Provinciale Dienst Landbouw en platteland, de Provinciale Landbouwkamer, het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG), het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) en het Proefcentrum voor de Sierteelt (PCS) voor wat de waterproblematiek op land- en tuinbouwbedrijven betreft. Het kenniscentrum is ondergebracht in het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG) te Kruishoutem. Het Kenniscentrum Water besteedt aandacht aan het totale watermanagement op land- en tuinbouwbedrijven. Belangrijke pijlers vormen irrigatiesturing, kleinschalige waterzuivering, waterhergebruik, gebruik van alternatieve waterbronnen en beperking van de emissie van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar oppervlakte- en grondwater. Aandacht gaat ook naar de opslag van hemelwater en het hergebruik van water. Het afvalwaterbeheer spitst zich vooral toe op kleinschalige waterzuivering voor melkveebedrijven, gesloten teeltsystemen binnen de tuinbouw en hergebruik van waswater in gesloten systemen. Land- en tuinbouwers kunnen op het Kenniscentrum Water terecht voor voorlichting en technische begeleiding betreffende water- en afvalwaterbeheer. INHOUD Een ruime inbreng van tuinders in de teeltwerkgroepen en in de diverse Technische Comités bepalen mee de inhoud van het jaarlijkse teeltschema. Daardoor leunt het proefprogramma dicht aan bij de noden die zich in de praktijk voordoen. Twee teeltwerkgroepen zijn al jaren erg actief, namelijk de prei- en de glasslawerkgroep. Deze werkgroepen zijn samengesteld uit telers van een specifiek gewas. Op vastgestelde data worden bezoeken gebracht aan de bedrijven van de leden van de werkgroep waarbij de gewassen door de groep worden opgevolgd. Spuitschema s, rassenkeuze, bemesting en economische gegevens zijn items waar frequent over gediscussieerd wordt. Door de inbreng vanuit deze werkgroepen wordt richting gegeven aan het onderzoek en de voorlichting. Ook wordt een adressenbestand bijgehouden waarbij specifieke groepen telers zeer doelgericht worden uitgenodigd voor geleide bezoeken. Dit geldt ondermeer voor bloemkooltelers en industriebedrijven, veldslatelers, krulandijvietelers, peterselietelers, GEP-ONDERZOEK Doordat het PCG beschikt over een GEP-erkenning (Good Experimental Practices) kunnen efficiëntieproeven, fytotoxiciteitsproeven en smaakproeven uitgevoerd worden in kader van erkenning van gewasbeschermingsmiddelen. Bekommerd om het voor vele groenteteelten geringe aantal toegelaten middelen, heeft het PCG zich in het verleden vaak als een actieve partner in dit soort proeven geprofileerd en dat wil het proefcentrum ook in de nabije toekomst blijven doen.

3 PROJECTEN GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTVERORDENING (GMO - verordening 2200/96) In uitvoering van het operationeel programma binnen de Gemeenschappelijke Marktordening (verordening 2200/96) geven LAVA, Veiling REO, Greenbow en Green Diamond de opdracht om onderzoek te verrichten naar: Geïntegreerde productie: waarnemings- en waarschuwingssystemen (LAVA): o Waarnemingen en waarschuwingen in de preiteelt; o Waarnemingen en waarschuwingen in kolen (bloemkool en spruitkool). Het project richt zich specifiek tot de telers van de vollegrondsgroenten prei en kolen die hun product leveren aan de LAVA veilingen. Milieubewuste technieken aangaande de bestrijding van vooral plagen in de vollegrondsgroenteteelt kregen in de eerste helft van de jaren 90 een belangrijke startimpuls via financiële middelen uit het programma 2078/92. Tijdens dit zes jaar durende programma werden diverse waarschuwingssystemen in verschillende teelten uitgebouwd. De waarneming- en waarschuwingssystemen die van toepassing zijn op verse marktproducten, waaronder koolgewassen en prei, zijn sinds 1999 geïntegreerd in het GMO-onderzoeksprogramma van de veilingen, gecoördineerd door LAVA en in West- en Oost-Vlaanderen gefinancierd door de Veiling REO. Op waarnemingsvelden gelijkmatig verspreid over Vlaanderen worden op vaste tijdstippen door de proefcentra voor vollegrondsgroenten waarnemingen verricht. In West- Vlaanderen gebeuren deze waarnemingen door het Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro), in Oost-Vlaanderen door het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost- Vlaanderen (PCG). Het coördinerende proefcentrum centraliseert de gegevens, formuleert een advies en bezorgt dit aan de veiling. De veiling zelf bericht haar leden/producenten. Deze inspanningen kaderen perfect in het streven naar groenten geproduceerd volgens Global-Gap lastenboek. Gebruikswaardeonderzoek (LAVA): o Uitvoeren van smaakonderzoek in het kader van het segmentatieonderzoek tomaat en paprika; o Meten van het opgelostestofgehalte van tomaten en paprika s tijdens het smaakonderzoek; o Vulgariseren van de bekomen resultaten via artikels. Marktgericht onderzoek (Veiling REO): o Ruis en residu o Doorstroming resultaten duurzaamheid (sociale duurzaamheid, ergonomie) o Residubeheersing in groenten (sla en prei) o Effect van testmiddel uit Groot-Brittannië op kiemremming bij prei o Invloed van afdekking op vorstschade in prei o Prei enquête grootkeukens Teeltadvies open lucht (Greenbow en Green Diamond): o Verspreiden van waarschuwingsberichten; o Demo ter voorkoming van Fusarium in prei;

4 PROJECTEN VLAAMSE OVERHEID, DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ, DUURZAME LANDBOUWONTWIKKELING Demonstratieproject Duurzame Landbouw: Residuarm telen van bladgewassen onder glas (= REBL) (1/07/ /06/2012) Coördinator: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro) Inleiding: Residu is een hot item tegenwoordig. Steeds strengere eisen worden opgelegd vanuit de afzet met betrekking tot residu in bladgewassen: maximaal 5 actieve stoffen, teruggevonden residuwaarden lager dan 1/3 van de MRL,... Om aan tuinders de mogelijkheden te demonstreren om aan deze specifieke eisen te voldoen zal op 1 juli 2010 een tweejarig demonstratieproject Duurzame Landbouw starten met de financiële steun van de Vlaamse overheid. Dit project kreeg de naam 'residuarm telen van bladgewassen onder glas'. Als gevolg van de nieuwe Europese richtlijn over een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zullen een aantal actieve stoffen van de markt verdwijnen. De richtlijn bepaalt onder andere dat ons land tegen 2013 een eerste Nationale Actieplan moet opmaken, waarin het volumereductiedoelstellingen moet vastleggen. Ook bestaat van de Vlaamse Overheid een reductieprogramma van gewasbeschermingsmiddelen en de gevolgen voor de Vlaamse teler: PRPB: Programma voor de reductie van pesticiden en biociden (K.B. 22/02/2005) ( Verder worden door een aantal (buitenlandse) supermarkten extra eisen gesteld i.v.m. residuen. Deze eisen gaan verder dan die van de wetgeving. De strengere eisen die worden gesteld hebben betrekking op de MRL (Maximale Residu Limiet, in mg/kg product) en de ARD (Acute Referentie dosis waarde voor acute toxiciteit, in mg/kg lichaamsgewicht). De eisen zijn bvb. dat er slechts 33,3% van de MRL in de geoogste producten mag teruggevonden worden, of dat er in totaal max. 3-5 actieve stoffen per staal mogen aanwezig zijn. Ondertussen komen er ook bijkomende residu-eisen vanuit Rusland. Op de Belgische veilingen wordt al rekening gehouden met deze strengere eisen en wordt de geleverde sla ingedeeld in deelmarkten: Deelmarkt 1: maximaal 5 actieve stoffen bij oogst, en 1/3 van de toegelaten MRL; Deelmarkt 2: 1/3 van de toegelaten MRL. Naar aanleiding van de bovenvermelde items zal in dit demonstratieproject aangetoond worden dat kwaliteitsvolle sla kan geteeld worden met een beperkter gewasbeschermingsschema, zodat aan de extra eisen voldaan wordt. Meer nog, het doel is om residuarm te telen. Dit wil niet zeggen dat er geen gewasbeschermingsmiddelen mogen ingezet worden, maar wel dat er bij de vooroogst controle maximum 5 residuwaarden teruggevonden en dat de residuwaarden niet meer dan 1/3 van de toegelaten MRL waarde bedragen. Dit beantwoordt aan de wensen van de grootwarenhuizen. Het project heeft als doelstelling naar de serretelers toe: Rationeel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: bewust maken van de mogelijkheid dat met een beperkt aantal middelen kwaliteitssla kan geteeld worden. Door op de welbepaalde ogenblikken de beschikbare middelen in te zetten kunnen residuarme bladgewassen geteeld worden. Hiermee bedoelen we dat maximum 5 actieve stoffen worden geanalyseerd bij oogst waarvan residu >0,01) en dat de residuwaarde van elke actieve stof lager is dan 1/3 van de toegelaten MRL-waarde. Suggesties voor aanvullingen op de DRC advies kaart, fine-tuning van de DRC-advieskaart. Beantwoorden aan vragen van de consument. Imago van het product verbeteren.

5 Projectinhoud: In het eerste projectjaar zullen per proefcentrum 3 praktijkbedrijven opgevolgd worden. Op elk bedrijf zullen gedurende dat jaar in 4 teelten nauwkeurig alle registraties bijgehouden worden (tijdstip van toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, dosis,...). Bij oogst zal telkens een residuanalyse gedaan worden. Zo worden in totaal 9 praktijkbedrijven jaarrond van dichtbij opgevolgd met als doel de impact op residu's van een standaard praktijkschema in beeld te kunnen brengen. Er wordt ook een veldslabedrijf opgevolgd. In het tweede projectjaar zal elk proefcentrum 1 praktijkbedrijf opvolgen: in overleg met de teler wordt a.d.h.v. zijn praktijkschema een aangepast schema opgesteld om zo te voldoen aan de extra eisen van residulimieten. Het doel is om met minder en rationeler gebruik van gewasbeschermingsmiddelen toch kwaliteitsvolle sla te telen. Op de proefcentra zelf zullen gedurende de 2 projectjaren demonstratieproeven aangelegd worden met een standaard praktijkschema en een aangepast schema waarbij ernaar gestreefd wordt dat bij oogst max 5 actieve stoffen teruggevonden worden met een residuwaarde van max. 1/3 van de MRL. Organische bemesting en MAP 4 doorheen de biologische sector (=ORBI) (01/01/ /12/2013) Coördinator: Coördinatiecentrum voor Praktijkonderzoek Biologische Teelt (CCBT) Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro - afdeling bio) Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Provinciaal Proefcentrum voor Kleinfruit Pamel (PPK) Proefcentrum voor de Fruitteelt (Pcfruit) Proefbedrijf Pluimveehouderij Bioforum Organische bemesting en MAP 4 doorheen de biologische sector Het project heeft als doel de biologische boeren te ondersteunen bij de implementatie van MAP4 via demonstratie en sensibilisering van organische bemestingspraktijken over de verschillende sectoren heen. Hierbij wordt rekening gehouden met het bodembeheer en het organische stofgehalte alsook met de intentie om tot gesloten biologische kringlopen te komen, zowel op niveau van het eigen bedrijf, als op niveau van de biosector in zijn geheel. Ook voor bedrijfseconomische randvoorwaarden zal er aandacht zijn. Het project loopt van januari 2012 tot december 2013 en wordt uitgevoerd door de leden-proefcentra van CCBT: Inagro (afdeling bio), PCG, PPK, Pcfruit en Proefbedrijf Pluimveehouderij, in samenwerking met BioForum. PCG zal zich binnen dit project op twee luiken toespitsen. Enerzijds het opvolgen, en op die manier minimaliseren van de uitspoeling; anderzijds een optimale (bij)bemesting ten behoeve van de plant. In twee afdelingen van de biologische serre van het PCG zal de vruchtgroenteteelt komkommer aangelegd worden waarbij het verschil tussen dierlijke en plantaardige bemesting zal worden nagegaan, alsook de toepasbaarheid van verschillende types bijbemesting, zoals bloedmeel, kippenmestkorrels, sojaschroot en moutkiemen. Hierbij zal niet alleen gekeken worden naar de stikstoftoediening, maar ook het toedienen van fosfor van deze samengestelde meststoffen wordt bijgehouden. Door op frequente basis zowel bodem als bodemvocht (aan de hand van peilbuizen die in elk object zal geplaatst worden) te analyseren, wordt de bemesting zo goed mogelijk afgestemd op de behoefte van het gewas. Via de nieuwskanalen van het CCBT en PCG, voor wat betreft bio beschutte teelten, zal u op de hoogte gehouden worden over de vorderingen, de activiteiten en de resultaten binnen dit project. In elk van deze twee afdelingen zullen eveneens tensiometerstations geplaatst worden om op die manier de waterbeweging in de bodem te volgen en de uitspoeling in kaart te brengen. Om ook een zicht te krijgen op het gedrag van bodemvocht in de teelten paprika en tomaat worden ook deze, zij het minder intensief, opgevolgd. Op locatie zal op één bedrijf ( t Groene Evenwicht Assenede) eveneens een komkommer-, tomaat- en paprikateelt opgevolgd worden zodat de gegevens onderling kunnen geanalyseerd, vergeleken en geïnterpreteerd worden.

6 In januari - februari 2013 worden de resultaten gepubliceerd en wordt een kostprijsberekening van de verschillende uitgeteste handelsmeststoffen uitgevoerd. Hierbij wordt niet enkel gekeken naar het verschil in kostprijs van de handelsmeststoffen per eenheid stikstof, maar ook het verschil in opbrengst wordt in rekening gebracht. Meer informatie Carmen Landuyt (CCBT): carmen.landuyt@ccbt.be of via tel 09/ Justine Dewitte (PCG): justine.dewitte@proefcentrum-kruishoutem.be of via tel 09/ Telen zonder spuistroom in de glastuinbouw (=SPUG) (01/01/ /12/2013) Coördinator: Proefcentrum Hoogstraten (PCH) Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro) Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) het Proefcentrum voor de Sierteelt (PCS) Samenvatting Sinds de uitvaarding van de Nitraatrichtlijn en de oprichting van de MAP-meetpunten wordt de norm van 50 mg NO3 /l nog te veel overschreden met name in gebieden met veel glastuinbouw. Dit project wil via bewustmaking de teler van vruchtgroenten, snijbloemen en pot- en perkplanten aanzetten tot een meer doorgedreven hergebruik van drainwater zodat de hoeveelheid spui drastisch kan worden gereduceerd en eventueel kan voorkomen worden. Voor telers die niet zonder spui kunnen telen, wordt een alternatieve, biologische zuiveringsstrategie gedemonstreerd. Inhoud: Sinds de uitvaardiging van de Europese Nitraatrichtlijn werden in Vlaanderen kwetsbare zones opgesteld en acties ondernomen om de verontreiniging door stikstofverbindingen te verminderen. Vlaanderen beschikt momenteel over een specifiek meetnet (MAP-meetnet) dat de kwaliteit van het oppervlaktewater opvolgt. Volgens de VLM hebben 17% van de stalen en 33% van de MAP-meetpunten de norm van 50 mg NO3 /l tijdens het winterjaar overschreden. De situatie is zeer streekgebonden en het verband met de intensieve veehouderij maar ook met de glastuinbouw komt duidelijk naar voor. Glastuinbouwgebieden vertonen tijdens de zomer soms grote overschrijdingen van de nitraatnorm, deze overschrijdingen zijn niet toe te schrijven aan andere sectoren. Voor vruchtgroenten en sierteelt gewassen is het, mits een aantal randvoorwaarden, theoretisch mogelijk om een volledige gesloten waterkringloop te vormen. Telers die toch spuien doen dit vaak uit veiligheidsoverwegingen of zijn zich onvoldoende bewust van de hoeveelheden en de samenstelling van de spui die ze produceren. In dit project is het de bedoeling om de telers via bewustmaking aan te zetten tot een meer doorgedreven hergebruik van drainwater zodat de hoeveelheid spui drastisch kan worden gereduceerd en eventueel voorkomen worden. Dit zou de MAP-meetpunten op plaatsen waar veel glastuinbouw aanwezig is, moeten verbeteren. De focus wordt tijdens dit project gelegd op voldoende opslagcapaciteit voor hemelwater binnen het bedrijf, bepaalde technische ingrepen en het verwijderen van nitraat en fosfaat uit de spuistroom. Voor de belangrijkste vruchtgroenten (tomaat, paprika, komkommer), een snijbloembedrijf en twee perk- en potplantenbedrijven zal de benodigde opslagcapaciteit voor hemelwater worden herberekend. Dertien bedrijven zullen gedurende twee jaar intensief worden opgevolgd. De opvolging omvat het in kaart brengen van de waterstromen, een continue registratie van de watergift en van de hoeveelheid drain gedurende de hele teelt, een inventarisatie van de spuistroom en een opsomming van de maatregelen om spui te reduceren die de teler momenteel neemt. Via demonstratieactiviteiten en bezoeken aan praktijkbedrijven trachten we de telers te sensibiliseren over de impact op de waterkwaliteit als deze spui geloosd wordt. Het demonstreren van waterbeheer en technieken om spui te reduceren op verschillende bedrijven behoort tot één van onze taken. Niet voor alle bedrijven zal het mogelijk zijn om de spuistroom tot nul te herleiden. Een chemische reductie van nitraat en fosfaat uit spuiwater vergt te hoge investerings- en werkingskosten.

7 Een alternatieve en biologische zuiveringsstrategie zal tijdens de projectperiode gedemonstreerd worden. Specifiek wordt geopteerd voor de behandeling van het water aan de hand van een Upflow Denitrification Filter. Dit systeem heeft als voordeel dat slechts een beperkte aangroei van biomassa plaatsvindt, het beschikt over een eenvoudige procesvoering en is beter bestand tegen piekbelastingen en eventuele periodes zonder voeding, wat typerend is op tuinbouwbedrijven. Om de praktische haalbaarheid en betrouwbaarheid van de voorgestelde zuiveringsstrategie aan te tonen, worden twee demo cases telkens bij een verschillend tuinbouwbedrijf voorzien. De oprichting van een projectgroep staat de partners toe om tweemaal per jaar de stand van zaken van het project en de behaalde resultaten naar voor te brengen. Ook tweemaal per jaar zal er gezamenlijk vergaderd worden met alle opgevolgde praktijkbedrijven. Hierbij zullen ook de installateurs en de teeltvoorlichters uitgenodigd worden. Uit ervaring is al gebleken dat de input van de telers zelf hierin heel waardevol is daar zij met alle aspecten van hun bedrijfsvoering rekening houden. Zo ontstaat ook een wisselwerking waarbij de telers onderling van elkaar tips opsteken. Meer informatie: Nico Vergote (PCG): of via tel 09/ Elise Vandewoestijne (PCG): of via tel 09/ KNS en dierlijke werkzame N in Vlaanderen = KNS (01/03/ /02/2014) Coördinator: Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro) Partners: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen ( PCG) Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Door de drie praktijkcentra PCG (proefcentrum Kruishoutem), PSKW (proefstation Sint-Katelijne Waver) en Inagro worden proefplatforms aangelegd waarin het demonstratieproject KNS en dierlijke werkzame N in Vlaanderen geïntegreerd wordt. In de provincies Oost- en West-Vlaanderen liggen per provincie twee proefplatforms aan, in Antwerpen en Limburg één. Proefvelden worden aangelegd in de teelten die voor de streek het meest relevant zijn. Aan ieder proefplatform worden twee publieke demomomenten gekoppeld. Jaarlijks wordt per project een studieavond georganiseerd waarin de bekomen resultaten van het project voorgesteld worden. Inhoud Het nieuwe mestactieplan MAP 4 brengt voor de landbouwer een complexe regelgeving met zich mee. Zo hebben de landbouwers de keuze om de bemestingsnormen in te vullen via een systeem van werkzame stikstof of via een systeem van totale stikstof. Ook wordt vanaf 2013 het gebruik van het KNS-systeem verplicht in de groenteteelt. De opzet van demonstrerende proeven waarin de bemesting uitgevoerd wordt volgens beide systemen (totale N en werkzame N) en waarbij bemesting volgens het KNS-systeem vergeleken wordt met het volledig invullen van de bemestingsnorm met minerale meststoffen, moeten de groenteteler een beeld geven van de mogelijkheden van de nieuwe mestwetgeving. De proeven die omvat zitten in dit project worden aangelegd in de teelten prei, sluitkool en selder. In dit project wordt ook het effect van een reductie van de bemesting met 30% en 60% op de opbrengst van de teelt bekeken. Meer informatie Micheline Verhaeghe (PCG): micheline.verhaeghe@proefcentrum-kruishoutem.be of 09/ Groenbedekkers in strijd tegen het nitraatresidu = GRONI (1/03/ /02/2014) Coördinator: Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Partners: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro)

8 Door de drie praktijkcentra PCG (proefcentrum Kruishoutem), PSKW (proefstation Sint-Katelijne Waver) en Inagro worden proefplatforms aangelegd waarin het Groenbemesters in strijd tegen het nitraatresidu geïntegreerd wordt. In de provincies Oost- en West-Vlaanderen liggen per provincie twee proefplatforms aan, in Antwerpen en Limburg één. Proefvelden worden aangelegd in de teelten die voor de streek het meest relevant zijn. Aan ieder proefplatform worden twee publieke demomomenten gekoppeld. Jaarlijks wordt per project een studieavond georganiseerd waarin de bekomen resultaten van het project voorgesteld worden. Inhoud Groenbedekkers kunnen een krachtig middel vormen in de strijd tegen het nitraatresidu. Via demonstrerende proeven wordt in eerste instantie getracht het potentieel van groenbedekkers om het nitraatresidu te verlagen aan te tonen. Ook het effect van verschillen in inzaaitijdstip (voorjaarszaai en najaarszaai op 15/08, 01/09 en 15/09), en het gebruik van verschillende soorten groenbedekkers (gele mosterd, rammenas, Phacelia, raaigras, rogge en haver) op N-opname en vrijstelling (tijdstip en hoeveelheid) wordt gedemonstreerd. Aan de hand van geregelde staalname wordt de nitraattoestand van de bodem opgevolgd. Ten slotte wordt ook de bijdrage van groenbedekkers aan de organische stof in de bodem, en de economische meerwaarde van groenbedekkers door besparingen op kunstmeststoffen onder de loep genomen. Meer informatie of via tel. 09/ Optimaal en duurzaam bemesten met innovatieve technieken (=OBIT) (1/03/ /02/2014) Coördinator: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw (PCG) Partners: Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Innovatief en Duurzaam Agrarisch ondernemen (Inagro) Door de drie praktijkcentra PCG (proefcentrum Kruishoutem), r (proefstation Sint-Katelijne Waver) en Inagro worden proefplatforms aangelegd waarin het demonstratieproject Optimaal en duurzaam bemesten met innovatieve technieken geïntegreerd worden. In de provincies Oost- en West-Vlaanderen liggen per provincie twee proefplatforms aan, in Antwerpen en Limburg één. Proefvelden worden aangelegd in de teelten die voor de streek het meest relevant zijn. Aan ieder proefplatform worden twee publieke demomomenten gekoppeld. Jaarlijks wordt een studieavond georganiseerd waarin de bekomen resultaten van de projecten voorgesteld worden. Inhoud De voorbije jaren werd een breed gamma aan technieken ontwikkeld die tot doel hebben de uitspoeling van nitraten in het najaar te verminderen. Deze technieken zijn echter nog niet ten volle verspreid onder de Vlaamse groentetelers. Dit project wil de Vlaamse groentetelers sensibiliseren en hen een aantal technieken aanreiken om het nitraatresidu verder te reduceren. Het KNS systeem, dat vanaf 2013 de bemestingshandleiding voor de tuinbouwer zal moeten worden, wordt gedemonstreerd in diverse teelten. In de proeven worden de teelten prei, selder, wortel, sluitkool en de teeltcombinaties spinazie - bonen, bloemkool - bloemkool, prei - andijvie en alternatieve sla alternatieve sla zowel bemest volgens het KNSsysteem als volgens het systeem waarin de maximale toegelaten minerale bemesting gegeven wordt. Verder wordt het nut van rijenbemesting en traagwerkende meststoffen (nitrificatieremmers, gecoate meststoffen, ureumhoudende meststoffen) aangetoond in de teelten prei en sluitkool. Ook het toedienen van startfosfaten kan een invloed hebben op het nitraatresidu. Sterkere planten die een betere beginontwikkeling kennen kunnen beter de beschikbare stikstof uit de bodem opnemen waardoor er minder bijbemesting nodig is. Dit wordt gedemonstreerd in andijvie, prei, bloemkool en venkel. Meer informatie mv@proefcentrum-kruishoutem.be of via tel.: 09/

9 Onderzoek naar het beheer van oogstresten bij vollegrondsgroenten en mogelijkheden van vanggewassen en teeltrotaties met het oog op de waterkwaliteitsdoelstellingen van het Actieprogramma (=ORES) (01/09/ /06/2014) Coördinator: Universiteit Gent (UGent) Partners: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Proefcentrum voor de groenteteelt (PSKW) Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro) Bodemkundige Dienst van België (BDB) Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek (ILVO) 1. Inleiding Oogstresten van landbouwgewassen vormen een cruciale schakel voor het op peil houden van de bodemvruchtbaarheid. In landbouwecosystemen blijft bij de oogst in veel gevallen meer bovengrondse biomassa achter op het veld dan dat er verwijderd wordt in het geoogste product. Hierbij moet ook nog de ondergrondse biomassa aan oogstresten gevoegd worden die per definitie op het veld achterblijft en die in een aantal gevallen aanzienlijk kan zijn. Naast een belangrijke rol in opbouw/behoud van organische stof, bevatten oogstresten ook een aanzienlijke hoeveelheid nutriënten. Binnen een duurzame landbouwuitbating is het optimaal behoud of optimale benutting van deze nutriënten dan ook een belangrijke zorg. In normale omstandigheden zijn deze oogstresten een belangrijke bron van nutriënten voor de volggewassen in de rotatie. Ten slotte hebben oogstresten via hun effect op organische stof en nutriënten ook een belangrijk effect op bodemstructuur en op bodembiologie, die zeer sterk met elkaar gelinkt zijn. 2. Proeven in kader van het onderzoek 2.1. Lange termijnproeven (lopen gedurende 2 jaar) DOEL: Evalueren van het potentieel van alternatieve gewasrotaties en vanggewassen bij vollegrondsgroenten. Bloemkool al of niet in combinatie met niet-groenten Hier wordt geopteerd voor bloemkool in combinatie met gras (Italiaans raaigras) in rotatie (waarbij in het voorjaar minstens één snede gras wordt geoogst), in vergelijking met een dubbele teelt bloemkool als referentiescenario. Het gras kan nog een significante hoeveelheid stikstof opnemen voor de winter, en zal snel terug N opnemen na de winter. Bloemkool in combinatie met vanggewassen (proef uitgevoerd door PCG) Eén teelt bloemkool wordt gevolgd door een vanggewas, met 2 verschillende inzaaitijdstippen en 2 verschillende winterharde vanggewassen, en vergeleken met een klassieke dubbele teelt groenten, waarvan de laatste bloemkool. Als vanggewassen wordt gebruik gemaakt van Italiaans raaigras en rogge. Het vanggewas wordt in het voorjaar ondergewerkt en gevolgd door een zelfde combinatie bloemkool-vanggewas Korte termijnproeven DOEL: Onderzoeken of oogstresten beter afgevoerd (en nuttig gebruikt) worden of als ze beter ter plaatse blijven en behandeld worden. Conventioneel inwerken na oogst (standaardscenario) Behandeling niet-inwerken : oogstresten blijven onbehandeld op het veld tot na de winter.

10 IWT-PROJECTEN Toedienen van immobiliserende materialen voor het inwerken van oogstresten. In deze proef wordt gebruik gemaakt van graanstro en oogstrest korrelmaïs (10 ton/ha) en jonge groencompost (50 ton/ha) als immobiliserende materialen. (proef uitgevoerd door PCG) Behandeling in situ compostering : oogstresten in situ composteren in combinatie met toeslagstoffen. In situ compostering kan gebeuren door de oogstreten op kleine rillen te trekken, waardoor een natuurlijke compostering in gang wordt gezet, die de N kan immobiliseren. Behandeling onderzaai : bloemkool met onderzaai van een vanggewas (Italiaans raaigras, rogge). Het doel van de onderzaai is tijd winnen voor het vanggewas. Behandeling bodemkwaliteit : Oogstresten worden ingewerkt op een proefperceel waar gedurende de afgelopen 4 jaar sterke verschillen in bodemkwaliteit zijn gecreëerd door combinaties van organisch stofbeheer (compost) en niet kerende bodembewerking, in vergelijking met gangbaar bodembeheer. Geïntegreerde aanpak van valse meeldauw (Bremia lactucae) in de teelt van zware kropsla onder glas door kennis van epidemiologie (= BRMIA) (01/09/ /08/2012) Coördinator: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro) Universiteit Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Laboratorium voor fytopathologie (UGent) De bestrijding van één van de belangrijkste ziekten in de teelt van zware kropsla onder glas, valse meeldauw of witziekte, veroorzaakt door de schimmel Bremia lactucae, steunt voornamelijk op chemische controle, in combinatie met het gebruik van resistente slavariëteiten. Hoewel dit systeem zijn nut bewijst in de huidige teelt van kropsla, groeit het besef - ook bij de telers zelf - dat deze manier van werken op termijn niet meer houdbaar zal zijn. Doordat de resistenties relatief makkelijk en steeds rapper worden doorbroken, wordt naast het gebruik van deze rassen ook het systematisch chemisch behandelen aangeraden (zgn. kalenderbespuitingen). Hierbij behandelt de tuinder op vastgestelde tijdstippen zonder rekening te houden met de mogelijke infectiekans. Bovendien gebeurt dit met een beperkt aantal middelen. De combinatie van het gebruik van weinig middelen aan een hoge frequentie werkt resistentie van de schimmel tegen het fungicide in de hand. Het veelvuldig toepassen van chemische middelen geeft ook aanleiding tot residuen en hierop wordt streng gecontroleerd. Een reductie van het gebruik van chemische gewasbescherming is dan ook wenselijk, niet alleen voor de bescherming van de gezondheid van de consument en de toepasser, maar ook van het milieu en voor het imago van de Belgische kropsla. In serres bestaat de mogelijkheid om het klimaat, de watergift,... te sturen om zo de schimmel uit het gewas te houden, maar daarvoor zijn er te grote hiaten in de epidemiologie van Bremia lactucae. Een betere kennis hiervan is dan ook vereist. Doelstellingen van het project: Het verwerven van meer inzicht in de pathogeen Bremia lactucae in de teelt van Vlaamse zware glassla. Aan de hand van kennis van de epidemiologie een geïntegreerde Bremia bestrijdingsmethode ontwikkelen bruikbaar voor de praktijk. Reductie van de toegepaste actieve stof in de bestrijding van Bremia in glassla. Afzet van glassla ondersteunen door verbeteren van de interne kwaliteit.

11 Het voorgestelde stappenplan moet aanzetten tot nadenken om dit ook toe te passen in andere teelten en tegen andere ziektes: het innovatieve denken ontwikkeld bij Bremia in glassla dient als typevoorbeeld voor andere gewassen en ziektes. Ook valse meeldauw in veldsla, lollo rossa, lollo bionda, eikenbladsla, spinazie,... kan via deze methode benaderd worden. Wellicht kunnen ook andere ziektes dan valse meeldauw, zoals Botrytis, Sclerotinia en Rhizoctonia, via dergelijke bestrijdingsstrategie aangepakt worden. Beheersing van rand in bladgewassen (= TIPRELET) (01/10/ /09/2013) Coördinator: Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro) Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Universiteit Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Laboratorium voor Plantecologie (UGent- PE) Universiteit Gent, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, Laboratorium voor In Vitro Biologie en Tuinbouw (UGent-Tb) Rand is de belangrijkste fysiogene afwijking bij bladgroenten, waarbij necrose optreedt aan de bladranden. Meer specifiek vormt deze afwijking een continue bedreiging tijdens de teelt van sla (Lactuca spp.) en andijvie (Cichorium endivia). Bij de traditionele teelt van serresla slagen telers er nog redelijk goed in het randprobleem onder controle te houden, door hun rassenkeuze, watergiftstrategie en klimaatregeling. De door de telers toegepaste beheersingsstrategie voor rand bij kropsla is echter empirisch ontwikkeld, steunend op jarenlange praktijkervaring. Bij de omschakeling naar innovatieve teelttechnieken of -systemen blijken de traditionele beheersingsstrategieën veel minder of niet effectief te zijn. Dit is in extreme mate het geval bij de grondloze teelt van kropsla: de uitval door rand stijgt hierbij naar ongeveer 40 %. Daarnaast bemoeilijkt rand de uitbreiding van alternatieve bladgewassen, die economisch noodzakelijk is voor de diversificatie van de bladgroentesector. Zowel bij krulandijvie als bij nieuwe slatypes, die geschikt zijn voor versnijderij (bijv. multileaf) blijken de traditionele maatregelen ontoereikend. Samenvattend kan gesteld worden dat rand een bedreiging vormt voor de toekomstige ontwikkelingen in de Vlaamse bladgroentesector en voor de economische duurzaamheid ervan. Hoewel rand al decennia lang door de wetenschappelijke wereld bestudeerd wordt, werd er nog geen beredeneerde strategie ontwikkeld om rand te voorkomen. Diverse publicaties associëren rand met een calciumgebrek in jonge ontwikkelende bladeren, dat mogelijks veroorzaakt wordt door een gebrekkige transpiratie en/of een te hoge groeisnelheid. De beschikbare wetenschappelijke studies zijn echter vaak ontoereikend en bovendien is er nog weinig gekend over de onderliggende (eco)fysiologische processen, die uiteindelijk resulteren in necrose van de bladranden. Het project TIPRELET - TIPburn PREvention of LEttuce Types - probeert deze wetenschappelijke hiaten in te vullen door een innovatieve benadering van de randproblematiek, waarbij het dynamische gedrag van slaplanten als respons op hun omgeving centraal staat. Nieuwe of verbeterde onderzoekstechnieken zullen aangewend worden, die tot hiertoe nog niet werden toegepast in het onderzoek naar rand. Voorbeelden hiervan zijn een model voor de inschatting van de transpiratie van kropsla en een online monitoringsysteem voor de groeisnelheid, ontwikkeld door de projectaanvrager, Inagro, en de universitaire onderzoekspartner UGent-PE (Labo Plantecologie) in opeenvolgende IWT-projecten. Ook de bepaling van bladverdampingsgradiënten via beeldanalyse zal voor deze studie worden toegepast. Voor de toepassing van hedendaagse technieken voor biochemische en anatomische studie wordt beroep gedaan op de expertise van de universitaire partner UGent-Tb (Labo voor In Vitro Biologie en Tuinbouw). Om tot een praktijkgerichte oplossing voor de randproblemen te komen, worden diverse experimenten aangelegd in de drie belangrijkste proefcentra in Vlaanderen met expertise in bladgroenten: Inagro, PCG en PSKW, resp. in West-, Oost-Vlaanderen en Antwerpen. Hierbij zal aan de hand van een nauwgezette visuele beoordeling van rand, een precieze identificatie van de verschillende randtypes worden gemaakt. Daarnaast zullen enkele commercieel inzetbare biosensoren, zoals bladdikte- en stengeldiametersensoren, op de planten geïnstalleerd worden om het gedrag van de planten op mogelijke alternatieve teeltstrategieën te onderzoeken. Op die manier zal bepaald worden welke factoren, zowel in het blad- als in het wortelmilieu, een belangrijke invloed heeft op de ontwikkeling van rand.

12 Finaal wordt op basis van de nieuw verworven kennis betreffende het proces van randontwikkeling en de beïnvloedende factoren een strategie uitgewerkt, geoptimaliseerd en gevalideerd voor beredeneerde preventie van rand. Deze strategie moet toelaten in de toekomst rand tegen te gaan bij verschillende soorten bladgewassen, en in verschillende teeltwijzen. Ontwikkeling van een kennisgebaseerd kwaliteitssysteem voor aardbeien (= OKKA) (01/01/ /12/2012) Coördinator: Katholieke Universiteit Leuven, Afdeling Mechatronica, Biostatistiek & Sensoren departement Biosystemen (KULeuven) Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT) Proefcentrum Fruitteelt (Pcfruit) Proefcentrum Hoogstraten (PCH) Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Dit project beoogt een kennisgebaseerd kwaliteitssysteem te ontwikkelen voor aardbeien. Hierbij staan consumentenonderzoek, stroomlijning van de vergelijkende rassenproeven in de praktijkcentra, ontwikkeling van nieuwe meettechnieken voor kwaliteit en de ontwikkeling van beslissingsondersteunende programmatuur centraal. De wetenschappelijke deeldoelstellingen van dit project zijn: Onderzoek naar consumentenverwachtingen met betrekking tot aardbeien en vertaling naar sensorische en instrumentele kwaliteitsattributen; Vergelijking van verschillende massaspectrometrische technieken voor snelle aromaprofilering van aardbeien; Ontwikkeling van een visie gebaseerd systeem voor het kwantificeren van de vorm van aardbeien. De praktijkgeoriënteerde deeldoelstellingen zijn: Implementatie voor een meetplatform voor kwaliteitskenmerken van aardbei in praktijkcentra en veilingen; Standaardisatie van meetmethoden voor gewas- en vruchtkenmerken en ontwikkeling van een gestandaardiseerd dataformaat; Implementatie van een web gebaseerde database voor vergelijkend rassenonderzoek van aardbei; Implementatie van een kennisgebaseerd systeem om data van het rassenonderzoek te interpreteren, het potentieel van een aardbeiras voor de Belgische markt in te schatten en beslissingsvorming te faciliteren; Validatie van dit systeem en robuustheidsonderzoek. De kenniseenheid smaak en consumenten binnen PCG zal de consumentenstudies voor haar rekening nemen. Maar niet alleen de consumenten zijn belangrijk, ook de producenten en de handel en distributie hebben specifieke eisen of wensen voor de aardbeien. Ook deze zullen meegenomen worden om een volledig beeld te krijgen van wat kwaliteit betekend bij aardbeien. Om instrumentele metingen voor kwaliteitsparameters te ontwikkelen en op punt te stellen zal bovendien een analytisch sensorisch panel voor aardbeien op het PCG samengesteld worden. Smaak, aroma, textuur en visuele kenmerken zullen zowel door dit panel als door instrumenten gemeten worden. De relatie tussen al deze gegevens zal onderzocht worden om waar mogelijk welbepaalde sensorische eigenschappen instrumenteel te kunnen gaan meten. Dit is interessant omdat sensorische panels niet zo herhaalbaar zijn als instrumenten en hun capaciteit veel beperkter is: slechts een beperkt aantal aardbeien kan geëvalueerd worden in 1 smaaksessie. En willen we het kwaliteitssysteem gebruiken om het potentieel van een aardbeiras voor de Belgische markt in te schatten of om de minimale kwaliteitsnormen voor commercialisatie in een keurmerk vast te leggen dan dienen er veel verschillende aardbeien op veel momenten geanalyseerd te worden.

13 Optimalisatie van bemesting door introductie van innovatieve technieken op akker- en tuinbouwbedrijven (= TDBM) (01/03/ /02/2012) Coördinator: Belgische Boerenbond, afdeling BB-consult (BB) Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro) Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Bemesten zonder de norm van reststikstof in de sperperiode te overschrijden is geen sinecure in de vollegrondsgroenteteelt. Wil men onder de norm eindigen, dan moet elke kilogram stikstof gewikt en gewogen worden. Bemestingsadviseurs van de proefcentra Inagro, PCG en PSKW kunnen u daarbij helpen. Dankzij een doorgedreven kennis omtrent bemesting, kunnen ze de stikstofbemesting op uw bedrijf helpen sturen. Met de komst van het nieuwe Mestdecreet wordt ook de vollegrondsgroenteteelt streng gecontroleerd en is een correcte bemesting meer dan noodzakelijk. Om een optimale bemesting toe te dienen is het nodig om dit op perceels en teeltniveau uit te rekenen. De laatste jaren is er op de proefcentra intensief gezocht naar mogelijkheden om met minimale dosissen stikstof toch een hoge opbrengst en kwaliteit te behalen. Met die kennis willen de bemestingsadviseurs tot bij de teler gaan. Zo is het mogelijk elke situatie apart te evalueren en een advies op maat aan te bieden. Volgende dienstverlening is mogelijk: Mondeling contact: Een eerste vorm is telefonisch contact. Dit kan gaan over toelichting bij een analyseverslag voor een bepaalde teelt. Aan de hand van bijkomende informatie kan een stikstofstreefwaarde toegekend worden. Deze vorm van advies is beperkt in omvang. Kostprijs: gratis Bedrijfsbezoek: De mogelijkheid bestaat om ook een bemestingsadviseur langs te laten komen op je bedrijf. Hij bekijkt de situatie ter plekke op perceelsniveau en geeft advies voor alle vollegrondsgroenten en aardappelen. Zo kan de teler met dit pakket een gans bemestingsplan laten opstellen voor een heel jaar. Kostprijs: 50 euro Bemestingsaudit: Een derde pakket is een volledige doorlichting van het gebruik van stikstof op je bedrijf. Met dit pakket kan gezocht worden naar een optimalisatie van alle facetten die met bemesting te maken hebben. Dit kan gaan van de bodemgesteldheid, de keuze van meststoffen, mogelijkheden voor beperken van het nitraatresidu, berekeningen voor de afgifte van (nieuwe) bemestingsmachines, verdeling mest(stoffen), opstellen van een bemestingsplan, oordeelkundige inzet van dierlijke mest, Kostprijs: 100 euro Optimaliseren N-bemesting door: Gebruik te maken van tussentijdse stalen (KNS-systeem) zodat de vrijstelling van stikstof door mineralisatie kan ingeschat worden; Optimalisatie van toedieningswijze; Plaatsspecifieke bemesting zoals band-, rijen- en puntbemesting; Betere afstelling van de meststoffenstrooiers; Gebruik van compost; Keuze van meststoffen (vb. met nitrificatieremmers); Introductie van innovatieve meettechnieken.

14 Om de mineralisatie beter te kunnen inschatten, is recentelijk een uniek stikstofmeetnet uitgebouwd. Zie daarvoor hoger bij "Optimaal gebruik van dierlijke mest in de vollegrondsgroenteteelt" bij projecten gefinancierd door het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid. Online monitoring en model gebaseerd adviessysteem voor 'Just-on-time' N-bemesting in vollegrondsgroenteteelt ECOFERT (= EFERT) (01/09/ /08/2012) Coördinator: Universiteit Leuven, Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen, Afdeling M3-BIORES (Prof. E. Schrevens ism Prof. J. Diels) (KULeuven) Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro) Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Onderzoek verricht naar duurzaam en efficiënt gebruik van stikstof en water in de vollegrondsgroenteteelt door gerichte en modelgebaseerde Just-on-time bemesting. Hoofddoel vormt het minimaliseren van de milieu-impact bij gelijkblijvende gewasproductie en -kwaliteit. Het project heeft als doel om de bemestingsstrategie voor stikstof in de vollegrondstuinbouw te optimaliseren naar een zo hoog mogelijke gebruiksefficiëntie van nutriënten en water, gebaseerd op een modelmatige benadering van het Just-in-time principe. Via het gebruik van een dynamisch model in plaats van een statische balansberekening kan er zeer precies bemest worden volgens de behoefte van het gewas, kan de voorgeschiedenis van het perceel in rekening gebracht worden, kan het mineralisatie- en opnameniveau geschat worden en kan het milieu impact voorspeld worden rekening houdend met de neerslagverdeling en temperatuur van de voorbije periode en van de verwachte neerslagverdeling en temperatuur over de komende teeltcyclus. Om deze doelstelling te bereiken zal een dynamisch bodem-plant model, aangepast aan de vereisten van het optimaliseren van een Just-in-time N-bemesting, samengesteld worden op basis van modelcomponenten beschikbaar in eigen en andere onderzoeksgroepen. Het model zal voorzien worden van een beslissingsmodule voor N-bemesting, en gekalibreerd en gevalideerd worden op basis van meetgegevens van in het verleden uitgevoerde veldproeven, en van een nieuwe veldproef waarin verschillende N-bemestingsschema s in een prei-bloemkool teeltsysteem vergeleken worden. Dit model dient als ruggengraat voor de ontwikkeling van een on-line monitoring en model gebaseerd adviessysteem voor Just-on-time bemesting in de vollegrondsgroenteteelt. Het adviessysteem zal uitvoerig getest worden op pilootbedrijven. Het systeem zal worden gebruikt om de bemestingsstrategieën op perceelsniveau te optimaliseren. Diversificatie van het witloofaanbod (= DIWI) (01/09/ /08/2014) Coördinator: Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT) Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen (Inagro) Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen (PCG) Universiteit Leuven, Afdeling Mechatronica, Biostatistiek & Sensoren - departement Biosystemen Nationale Proeftuin voor Witloof (NPW) De rendabiliteit van de Vlaamse witloofbedrijven is de laatste jaren sterk onder druk gekomen door de lage prijs van witloof. Via een recent Frans consumentenonderzoek werden hiervoor verschillende redenen blootgelegd, waaronder een gebanaliseerd imago en een gebrek aan diversiteit. Bij tuinbouwproducten zoals banaan en kiwi die met gelijkaardig problemen kampen werden er recent met succes een reeks innovatieve producten geïntroduceerd (bananensmoothies, banana-to-go, gele en rode kiwi, kiwibes). In principe lijkt dit ook mogelijk voor witloof: het is immers een product dat warm en koud, vers en verwerkt kan gegeten worden.

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Het CVBB werkzaam in het kader van MAP 4 ten dienste van land- en tuinbouw Dirk Coomans, Algemeen coördinator Provinciale coördinatoren

Nadere informatie

SMAAK EN CONSUMENTEN PARTNER VOOR PUBLIEK EN PRIVAAT ONDERZOEK

SMAAK EN CONSUMENTEN PARTNER VOOR PUBLIEK EN PRIVAAT ONDERZOEK PCG tot uw dienst HET PCG Het PCG is sinds 1977 actief in onafhankelijk praktijkonderzoek en voorlichting in de groenteteelt en biedt een ruime waaier aan diensten en adviezen voor telers en andere actoren

Nadere informatie

B. ALGEMENE WERKING 2010

B. ALGEMENE WERKING 2010 B. ALGEMENE WERKING 2010 MISSIE Op excellente wijze kennis verzamelen, ontwikkelen en uitdragen naar alle actoren in de land- en tuinbouw. STRATEGIE Om te komen tot deze missie voert het Provinciaal Proefcentrum

Nadere informatie

UITSPOELING VAN NITRAATSTIKSTOF NAAR WATER VERMINDEREN M.B.V. DYNAMISCH STIKSTOF(N)-BEMESTINGSMODEL - ECOFERT

UITSPOELING VAN NITRAATSTIKSTOF NAAR WATER VERMINDEREN M.B.V. DYNAMISCH STIKSTOF(N)-BEMESTINGSMODEL - ECOFERT UITSPOELING VAN NITRAATSTIKSTOF NAAR WATER VERMINDEREN M.B.V. DYNAMISCH STIKSTOF(N)-BEMESTINGSMODEL - ECOFERT Proefcode: OL11 EFERT01, OL11 EFERT02, OL11 EFERT04, OL11 EFERT05, OL11 EFERT06 Uitgevoerd

Nadere informatie

B. ALGEMENE WERKING 2013

B. ALGEMENE WERKING 2013 B. ALGEMENE WERKING 2013 MISSIE Op excellente wijze kennis verzamelen, ontwikkelen en uitdragen naar alle actoren in de land- en tuinbouw. STRATEGIE Om te komen tot deze missie voert het Provinciaal Proefcentrum

Nadere informatie

ADLO Studiedag 03/06/2014 Resultaten demonstratieprojecten 2012 en Proefplatform. test. test. Proefplatform. Probleem. test

ADLO Studiedag 03/06/2014 Resultaten demonstratieprojecten 2012 en Proefplatform. test. test. Proefplatform. Probleem. test ADLO Studiedag 3/6/214 Resultaten demonstratieprojecten 212 en 213 Proefplatform Deze demonstratie wordt financieel gesteund door: 3 praktijkcentra: Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

Nadere informatie

Opties voor duurzaam stikstof- en koolstofbeheer in intensieve teelten

Opties voor duurzaam stikstof- en koolstofbeheer in intensieve teelten Opties voor duurzaam stikstof- en koolstofbeheer in intensieve teelten De Vliegher A. De Waele J. Agneessens L. CriNglooP Collectief 9 oktober 2014 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid

Nadere informatie

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Het CVBB ten dienste van land- en tuinbouw Dirk Coomans, Algemeen coördinator Franky Coopman, Joris De Nies, Katleen Geerinckx,

Nadere informatie

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Het CVBB ten dienste van land- en tuinbouw Dirk Coomans, Algemeen coördinator Franky Coopman, Joris De Nies, Katleen Geerinckx,

Nadere informatie

LANGE TERMIJNPROEF: ALTERNATIEVE ROTATIES MET NITRAATUITSPOELING VAN DE OOGSTRESTEN BLOEMKOOL VOOR MINDER

LANGE TERMIJNPROEF: ALTERNATIEVE ROTATIES MET NITRAATUITSPOELING VAN DE OOGSTRESTEN BLOEMKOOL VOOR MINDER LANGE TERMIJNPROEF: ALTERNATIEVE ROTATIES MET NITRAATUITSPOELING VAN DE OOGSTRESTEN BLOEMKOOL VOOR MINDER Proefcode : OL12 BKORLT Uitgevoerd in opdracht van: Vlaamse Landmaatschappij (VLM) Project Onderzoek

Nadere informatie

INVLOED VAN STARTFOSFATEN OP HET NITRAATRESIDU IN ANDIJVIE

INVLOED VAN STARTFOSFATEN OP HET NITRAATRESIDU IN ANDIJVIE INVLOED VAN STARTFOSFATEN OP HET NITRAATRESIDU IN ANDIJVIE Proefcode : OL12 DTBM02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg

Nadere informatie

sensorisch onderzoek Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen Contact

sensorisch onderzoek Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen Contact Contact Voor elke vraag op het gebied van sensorische analyse en een antwoord op maat, contacteer: Dr. ir. Saskia Buysens Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen Karreweg 6 B-9770

Nadere informatie

GROEICURVE VAN EEN TWEEDE VRUCHT BLOEMKOOL

GROEICURVE VAN EEN TWEEDE VRUCHT BLOEMKOOL GROEICURVE VAN EEN TWEEDE VRUCHT BLOEMKOOL Proefcode : OL13 BKBM11 Uitgevoerd in opdracht van: IWT project: IWT-LBO 110766 On-line monitoring en model gebaseerd adviessysteem voor 'Just-ontime' N-bemesting

Nadere informatie

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem Actieprogramma 2015 2018 in uitvoering van de Nitraatrichtlijn Uitgangspunt van het 5 de Actieprogramma Bodemkwaliteit (organische stof)

Nadere informatie

Rode MAP-meetpunten met duidelijke invloed van land- en tuinbouw : CVBB pakt ze aan!

Rode MAP-meetpunten met duidelijke invloed van land- en tuinbouw : CVBB pakt ze aan! Rode MAP-meetpunten met duidelijke invloed van land- en tuinbouw : CVBB pakt ze aan! Inleiding De doelstelling voor de waterkwaliteit in Vlaanderen is duidelijk: tegen 2018 (einde MAP 5) moet het aantal

Nadere informatie

MAP 5 in de tuinbouw. Wase Tuinders 28/01/2016 Micheline Verhaeghe

MAP 5 in de tuinbouw. Wase Tuinders 28/01/2016 Micheline Verhaeghe MAP 5 in de tuinbouw Wase Tuinders 28/01/2016 Micheline Verhaeghe Inhoud Waarom MAP 5 kwaliteit oppervlakte- en grondwater Werking CVBB MAP 5 in de praktijk Nitraatresidu Focusbedrijven P-klassen Verplichte

Nadere informatie

WAARNEMINGS- EN WAARSCHUWINGSSYSTEMEN

WAARNEMINGS- EN WAARSCHUWINGSSYSTEMEN WAARNEMINGS- EN WAARSCHUWINGSSYSTEMEN Els Lapage Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling KVIV-studiedag, 24 april 2014 Inhoud Wat? Financiering en uitvoerders Waarnemingen

Nadere informatie

Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans

Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans Demetertool Vlaanderen is open ruimte Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans LNE Groenbedekker Gele mosterd De online Demetertool

Nadere informatie

Onderzoek biologische landbouw en voeding 2015. Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo 2015

Onderzoek biologische landbouw en voeding 2015. Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo 2015 Onderzoek biologische landbouw en voeding 2015 Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo 2015 1 Contact Vlaams onderzoeks en kennisnetwerk voor biologische landbouw & voeding

Nadere informatie

Met compost groeit de prei als kool

Met compost groeit de prei als kool Met compost groeit de prei als kool Joris De Nies 27 juni 2018 +/- 1 ha glastuinbouw Tomaat, paprika, sla,komkommer, courgette +/- 10 ha vollegrondsgroenten Prei, bloemkool, sla, spruiten, asperges, kolen,

Nadere informatie

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

B. ALGEMENE WERKING 2002

B. ALGEMENE WERKING 2002 B. ALGEMENE WERKING 2002 DOELSTELLING De taak van het proefcentrum (PCG) situeert zich tussen het wetenschappelijk onderzoek en de praktijkvoorlichting. Door diverse praktijkgerichte proeven wordt theoretisch

Nadere informatie

Vlaamse overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Vlaamse overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling SCHEMA VOOR HET OPMAKEN VAN HET EINDRAPPORT VOOR DEMONSTRATIEPROJECTEN DUURZAME LANDBOUW 2012 Projecttitel: Optimaal

Nadere informatie

Bodemkundige Dienst van België

Bodemkundige Dienst van België onafhankelijke v.z.w. spin-off KULeuven(1945) ± 100 medewerkers www.bdb.be Certalent Advies BDB-West (Roeselare) Hoofdzetel (Heverlee) land- en tuinbouw milieuhygiëne bodemhygiëne Analyse SPB Environnement

Nadere informatie

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters

Nadere informatie

Onderzoek biologische landbouw en voeding Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo2017

Onderzoek biologische landbouw en voeding Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo2017 Onderzoek biologische landbouw en voeding 2017 Een greep uit de Vlaamse onderzoeksthema s ter gelegenheid van BioXpo2017 1 Contact Vlaams onderzoeks en kennisnetwerk voor biologische landbouw & voeding

Nadere informatie

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere

Nadere informatie

Groenten voor de markt van morgen : wat met residuen?

Groenten voor de markt van morgen : wat met residuen? Groenten voor de markt van morgen : wat met residuen? Dr. Ir. Paul Demyttenaere Directeur REO Veiling Studiedag KVIV 5 oktober 2010 : besluit Op de vraag vanuit de markt naar residu vrij product zal de

Nadere informatie

Vlaamse overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Vlaamse overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling SCHEMA VOOR HET OPMAKEN VAN HET EINDRAPPORT VOOR DEMONSTRATIEPROJECTEN DUURZAME LANDBOUW 2012 Projecttitel: KNS

Nadere informatie

Beredeneerde bemesting bij tomaat

Beredeneerde bemesting bij tomaat Beschutte teelt -project Beredeneerde bemesting bij tomaat Justine Dewitte Project: Demo: aard en niveau bemesting in biologische teelt trostomaat Doelstelling: De stikstofbemesting (verschillende meststoffen)

Nadere informatie

DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN

DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN 3 JUNI 2014 Doel: Nitraatresidu in maïs beperken via een verdere optimalisatie

Nadere informatie

MAP6 Ho e benaderen? Bart Debussche

MAP6 Ho e benaderen? Bart Debussche MAP6 Ho e benaderen? Bart Debussche MAP 6 stand van zaken Europese Commissie principiële goedkeuring actieprogramma MAP6 o p 21/ 12/ 18 Openbaar onderzoek lopende tot 21/2/2019 Omzetting in Vlaamse regelgeving:

Nadere informatie

Vlaamse overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Vlaamse overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling SCHEMA VOOR HET OPMAKEN VAN HET EINDRAPPORT VOOR DEMONSTRATIEPROJECTEN DUURZAME LANDBOUW 2012 Projecttitel: Integratie

Nadere informatie

Vragenlijst Integraal Waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven in uw gemeente /stad

Vragenlijst Integraal Waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven in uw gemeente /stad Vragenlijst Integraal Waterbeheer op land- en tuinbouwbedrijven in uw gemeente /stad Water is een kostbaar goed en vormt één van de basisbehoeften in onze maatschappij. Wereldwijd wordt water steeds schaarser.

Nadere informatie

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU

ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU Proefcode : OL13 BKTTZA Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg

Nadere informatie

Vlaamse overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Vlaamse overheid. Departement Landbouw en Visserij. Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling SCHEMA VOOR HET OPMAKEN VAN HET EINDRAPPORT VOOR DEMONSTRATIEPROJECTEN DUURZAME LANDBOUW 2012 Projecttitel: Groenbedekkers

Nadere informatie

Impact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg

Impact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg Impact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg Mia Tits, Frank Elsen Project uitgevoerd door de Bodemkundige

Nadere informatie

Meerjarig proefopzet bodembeheer

Meerjarig proefopzet bodembeheer Meerjarig proefopzet bodembeheer Koen Willekens, Bart Vandecasteele, Alex De Vliegher, Greet Ruysschaert, Bert Van Gils, Bert Reubens, Johan Van Waes Eenheid Plant, Teelt en Omgeving Studiedag Bioforum

Nadere informatie

DEMETERtool in de praktijk. Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers

DEMETERtool in de praktijk. Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers DEMETERtool in de praktijk Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers Slotevenement 7 maart 2016 Landbouwbedrijven 50 bedrijven (10 per provincie) op vrijwillige basis verschillende types landbouwbedrijf

Nadere informatie

GROENBEMESTERS VROEGE ZAAI: OPVOLGING N- VAST- EN VRIJSTELLING

GROENBEMESTERS VROEGE ZAAI: OPVOLGING N- VAST- EN VRIJSTELLING GROENBEMESTERS VROEGE ZAAI: OPVOLGING N- VAST- EN VRIJSTELLING Proefcode : OL09 GRBM01 Uitgevoerd in opdracht van : Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch comité Karreweg

Nadere informatie

Toekomst bemesting aardappelen. Bart Debussche 31/01/2017

Toekomst bemesting aardappelen. Bart Debussche 31/01/2017 Toekomst bemesting aardappelen Bart Debussche 31/01/2017 Overzicht Terugblik Evolutie Toekomst 1. Bemestingsnormen 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Nadere informatie

Het mestdecreet Waar staan we er (voor)?

Het mestdecreet Waar staan we er (voor)? Het mestdecreet Waar staan we er (voor)? Tongeren, 25 januari 2011 Poperinge, 26 januari 2011 Bocholt, 27 januari 2011 Hoogstraten, 3 februari 2011 Oudenaarde, 8 februari 2011 Waarom? Huidige actieprogramma

Nadere informatie

Historiek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013)

Historiek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013) Besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2011 betreffende de maatregelen bij een overschrijding van de nitraatresidudrempelwaarde, als vermeld in artikel 14 van het Mestdecreet van 22 december 2006

Nadere informatie

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Projectduur: 1 januari 2016 31 december 2017 Financiering: Verantwoordelijke: Partners: Praktijkgerichte oplossingen

Nadere informatie

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? 25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? Resultaten van systeemonderzoek Bodemkwaliteit op Zand van WUR proeflocatie Vredepeel 24 januari 2019, Janjo de Haan, Marie Wesselink, Harry Verstegen

Nadere informatie

Doelstelling: stikstof (N) uitspoeling naar grond- en oppervlaktewater reduceren in het volledige Leadergebied 3 luiken

Doelstelling: stikstof (N) uitspoeling naar grond- en oppervlaktewater reduceren in het volledige Leadergebied 3 luiken Aanpak nitraatproblematiek Doelstelling: stikstof (N) uitspoeling naar grond- en oppervlaktewater reduceren in het volledige Leadergebied 3 luiken Demoproeven rond aanpassing van het tijdstip en locatie

Nadere informatie

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB januari 2012 december 2018 Marijke Dierickx en Dominique Van Haecke Projectpartners Financiering + 10 andere Vlaamse praktijkcentra

Nadere informatie

Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker/consument en de houding van de retail

Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker/consument en de houding van de retail Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker en de houding ten opzichte van residuen RESIDUEN Resten van een (gebruikt) gewasbeschermingsmiddel (= actieve stof) die achterblijven in de bodem, in het

Nadere informatie

De bedrijfsdoorlichting als mogelijke oplossing?!

De bedrijfsdoorlichting als mogelijke oplossing?! De bedrijfsdoorlichting als mogelijke oplossing?! Marijke Dierickx Hoe ga ik correct om spuistroom? 7/12/2010 Situering rol erkende centra Bedrijfsdoorlichting, hoe verloopt dat? Waar kan ik terecht? Praktijkvoorbeelden

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad 10e Directie Dienst 102 Land- en Tuinbouw Verslag aan de Provincieraad betreft TOELAGEN VOOR DIVERSE PROEFPROJECTEN IN OOST-VLAANDEREN Mevrouwen en mijne Heren, Op de provinciebegroting 2001 is op artikel

Nadere informatie

Grondwaterbescherming in Vlaanderen

Grondwaterbescherming in Vlaanderen Grondwaterbescherming in Vlaanderen Brugge, 12 mei 2014 Dominique Huits 175 personeelsleden 30 ha eigen proefvelden (12 ha biologisch) Jaarlijks ± 80 proefvelden bij landbouwers verspreid over de provincie

Nadere informatie

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw Aardappelen Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan 48-3001 Heverlee Tel 016/310922 Fax 016/224206

Nadere informatie

Organische bemesting en MAP 4 doorheen de biologische kleinfruitsector

Organische bemesting en MAP 4 doorheen de biologische kleinfruitsector Organische bemesting en MAP 4 doorheen de biologische kleinfruitsector Situering In 2011 zorgde de komst van MAP 4 voor heel wat bezorgdheid. Er leefden vele vraagtekens, of en hoe de verstrengde wetgeving

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) - 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn

Nadere informatie

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden 1 Bemestingsnormen editie maart 2014 Sinds 2012 zijn de stikstofbemestingsnormen voor de beheerovereenkomst water 30%

Nadere informatie

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt Doelstelling: Inzicht in nutriëntenbehoefte en analyses (bodem, blad, plantsap, nitraatresidu) bij de biologische teelt van kleinfruit

Nadere informatie

Actua Bemesting. Dominique Van Haecke. PCS Studiedag Boomkwekerij 2016, 4 februari 2016, Destelbergen 1

Actua Bemesting. Dominique Van Haecke. PCS Studiedag Boomkwekerij 2016, 4 februari 2016, Destelbergen 1 Actua Bemesting Dominique Van Haecke 1 Inhoud Systeem Werkzame Stikstof Fosforbemestingsnormen Verplichte staalnames met bemestingsadvies Staalnames ikv betalingsrechten CVBB - Individuele Begeleiding

Nadere informatie

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB Het CVBB in relatie tot perceelsgerichte bemesting Dirk Coomans, Algemeen coördinator Franky Coopman, Joris De Nies, Katleen Geerinckx,

Nadere informatie

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Projectduur: 1 januari 2016 31 december 2017 Financiering: Verantwoordelijke: Partners: Praktijkgerichte oplossingen

Nadere informatie

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen

Nadere informatie

VLM - acties rond de Heulebeek. Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West

VLM - acties rond de Heulebeek. Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West VLM - acties rond de Heulebeek Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West Mestbank BA - HH Oppervlaktewater Grondwater Doelstellingen MAP5 - nitraat Maximum 5% van de MAPmeetpunten

Nadere informatie

MAP meetpunt met invloed van glastuinbouw

MAP meetpunt met invloed van glastuinbouw MAP meetpunt met invloed van glastuinbouw Studiedag bemesting, 3 juni 2014 Maarten Van Mechelen 1, Els Berckmoes 2,Marijke Dierickx ³, Els Mechant ³, Elise Vandewoestijne 4 & An Decombel 5, Stan Verdonck

Nadere informatie

Organische stof in bodem opkrikken door inzet bodembedekkers

Organische stof in bodem opkrikken door inzet bodembedekkers Organische stof in bodem opkrikken door inzet bodembedekkers Demoproject bemesting in de vollegrondssierteelt: het totaal concept gedemonstreerd! Verónica Dias (PCS) Stijn Moermans (BDB) Projectpartners

Nadere informatie

Studieavond prei. Bemesting van winterprei

Studieavond prei. Bemesting van winterprei Studieavond prei Bemesting van winterprei - TIP - Ken uw veld Rekenvoorbeeld fictief veld herfstprei 25/4: 15 ton varkensdrijfmest (8 kg N/ton) 31/05: profielanalyse (0-30/30-60) cm: 13/06: toediening

Nadere informatie

1. Energie 2. Waterportaal 3. Waarnemingen & waarschuwingen 4. Demonstratie compostkeerder 5. Automatische proefveldspuit

1. Energie 2. Waterportaal 3. Waarnemingen & waarschuwingen 4. Demonstratie compostkeerder 5. Automatische proefveldspuit Inhoud 1. Energie 3 2. Waterportaal 4 3. Waarnemingen & waarschuwingen 5 4. Demonstratie compostkeerder 6 5. Automatische proefveldspuit 7 6. Delicatessegroenten en kruiden 8 7. Innovatieve teelten: yacon

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

ALLES rondom residuen: wat moeten we weten?

ALLES rondom residuen: wat moeten we weten? ALLES rondom residuen: wat moeten we weten? Inhoud presentatie Wat is een MRL? Waar staan ARfD en ADI voor? Food Chain projecten Bayer CropScience page 2 Alles over residuen winter 2011/2012 Wat zijn residuen?

Nadere informatie

Brochure en poster bemesting

Brochure en poster bemesting Brochure en poster bemesting Lore Schoeters 1 Bemesting Wat gebeurt er met meststoffen in de bodem? Hoe kan ik de nutriënten die in de bodem zitten optimaal gebruiken? Hoe kan ik ervoor zorgen dat de uitspoeling

Nadere informatie

ADLO demoproject Opvangen van drainwater. Inleiding. Studiedag Bemesting. containervelden Timing: 1 april maart 2014 Doelstelling:

ADLO demoproject Opvangen van drainwater. Inleiding. Studiedag Bemesting. containervelden Timing: 1 april maart 2014 Doelstelling: ADLO demoproject 2011 18 Studiedag Bemesting Kwaliteitsvolle planten met reductie van nutriëntenuitspoelingen op tray en containervelden Kwaliteitsvolle planten met reductie van nutriëntenuitspoeling op

Nadere informatie

Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst

Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst Beperkte bijbemesting volstaat voor goede biologische prei-opbrengst Lieven Delanote, Annelies Beeckman, Johan Rapol MAP4 legt aan de groentetelers een aantal nieuwe normen en maatregelen inzake bemesting

Nadere informatie

Sturen van de N-bemesting

Sturen van de N-bemesting Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen Sturen van de N-bemesting: gedreven door onderzoek, voorlichting en beleid Jan Bries & Davy Vandervelpen BDB Sturen van de N-bemesting Onderzoek

Nadere informatie

GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER

GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER Marleen Mertens Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) INVLOED VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN Positieve effecten: Bijdrage

Nadere informatie

Periode Kort overzicht projecten

Periode Kort overzicht projecten Periode 2018-2019 Kort overzicht projecten CCBT- project: Biologische frambozenteelt: geschikte rassen en biologisch plantgoed Zoektocht naar geschikte rassen en plantgoed van (zomer)frambozen Geen biologisch

Nadere informatie

Situatieschets van de glastuinbouw in Vlaanderen. Marleen Mertens

Situatieschets van de glastuinbouw in Vlaanderen. Marleen Mertens Situatieschets van de glastuinbouw in Vlaanderen Marleen Mertens Glastuinbouw: belangrijke deelsector in Vlaamse landbouw Areaal tuinbouw: 8,2 % landbouwareaal glastuinbouw: 0,3 % van het landbouwareaal

Nadere informatie

Oordeelkundige stikstofbemesting in de boomkwekerij

Oordeelkundige stikstofbemesting in de boomkwekerij Oordeelkundige stikstofbemesting in de boomkwekerij Demoproject (2014-2016): N-bemesting in vollegrondssierteelt: het totaalconcept gedemonstreerd maart 2015 februari 2017 Dominique Van Haecke Projectpartners

Nadere informatie

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2012;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2012; 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 betreffende de bemestingsadvisering voor groenteteelten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende nadere

Nadere informatie

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015 MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015 Mestbeleid = 3 sporenbeleid 29/05/2015 2 Focus op oordeelkundige bemesting N Evenwichtsbemesting

Nadere informatie

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen Stikstofbemesting bij biologische aardappelen A. Beeckman (Inagro), J. Rapol (Inagro), L. Delanote (Inagro) Samenvatting Uit proeven van voorgaande jaren kwam naar voor dat stalmest te traag werkt om optimaal

Nadere informatie

CONSUMENTENONDERZOEK GELE GEBLOKTE PAPRIKA

CONSUMENTENONDERZOEK GELE GEBLOKTE PAPRIKA CONSUMENTENONDERZOEK GELE GEBLOKTE PAPRIKA Proefcode: SM13PARS03 Offertecode: 13_010_JV Code klant: GEP nummer: Uitgevoerd in opdracht van: LAVA cvba Maarten De Moor Leuvensesteenweg 130 A 3191 Boortmeerbeek

Nadere informatie

RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL

RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL RASSENPROEF TOMAAT VOOR VERWERKING IN TUNNEL Proefcode: gb12tors02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem

Nadere informatie

Bert Purnot Luc Engelborghs. Probleemstelling

Bert Purnot Luc Engelborghs. Probleemstelling Probleemstelling Groenteteelt: relatief hoge verliezen van nutriënten naar milieu (relatief beperkte bewortelingsdiepte) Nitraat: zeer mobiel en snelle uitspoeling Monitoringsnetwerk VMM = MAP-meetpunten

Nadere informatie

Waterportaal. Waterportaal als BELANGRIJKSTE aanspreekpunt!

Waterportaal. Waterportaal als BELANGRIJKSTE aanspreekpunt! Waterportaal Waterportaal als BELANGRIJKSTE aanspreekpunt! Wie zijn we? Initiatief van de provincie Oost-Vlaanderen Vijf samenwerkende partners: Missie De missie van het Waterportaal is drieledig: 1) Loketfunctie

Nadere informatie

Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek

Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek Bram Van Nevel Bram.van.nevel@inagro.be 051/27.33.47 Waarom groenbedekkers? 1. Restnitraat 2. Verhogen bodemvruchtbaarheid 3. Verlagen

Nadere informatie

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1 Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Bram Vervisch, Annelies Beeckman, Johan Rapol, Lieven Delanote, Victoria Nelissen, Koen Willekens Inleiding Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond

Nadere informatie

IPM WETGEVING RICHTLIJNEN CHECKLIST Annie Demeyere Dienst Voorlichting

IPM WETGEVING RICHTLIJNEN CHECKLIST Annie Demeyere Dienst Voorlichting IPM WETGEVING RICHTLIJNEN CHECKLIST Annie Demeyere Dienst Voorlichting IPM-wetgeving-richtlijnen Europese wetgeving Vlaamse implementatie: NAPAN Vlaams Actieplan Duurzaam Gebruik van Pesticiden BVR toepassing

Nadere informatie

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden 6 Bemesting bij appel en peer Vruchtkwaliteit Ann Gomand 18 januari 19 Meer is zeker niet altijd beter!!! Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1, B 38 Sint Truiden 3 ()11 69 7 8 pcfruit@pcfruit.be

Nadere informatie

Terugblik op MAP5 24/01/2019

Terugblik op MAP5 24/01/2019 Terugblik op MAP5 Victoria Nelissen Studiedag Pitfruit 18/01/2019 Overzicht Situering MAP5 Doelstellingen Pijlers Oppervlaktewater: NO 3 Grondwater: NO 3 Oppervlaktewater: Orthofosfaat Focusgebied/Focusbedrijven

Nadere informatie

N-index: wat zeggen de cijfers?

N-index: wat zeggen de cijfers? Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking

Nadere informatie

Referentiepercelen: nitraatresidu Resultaten van een eerste jaar werking. Hoe het startte

Referentiepercelen: nitraatresidu Resultaten van een eerste jaar werking. Hoe het startte Referentiepercelen: nitraatresidu 2012 Resultaten van een eerste jaar werking Hoe het startte Een van de taken die aan het CVBB werden toevertrouwd is het opzetten van een netwerk van referentiepercelen.

Nadere informatie

www.vlaanderen.be/landbouw/praktijkgidswater WATER IN DE LAND- EN PRAKTIJKGIDS TUINBOUW

www.vlaanderen.be/landbouw/praktijkgidswater WATER IN DE LAND- EN PRAKTIJKGIDS TUINBOUW PRAKTIJKGIDS WATER IN DE LAND- EN TUINBOUW www.vlaanderen.be/landbouw/praktijkgidswater Water is onmisbaar op het land- en tuinbouwbedrijf. Het is essentieel als drinkwater voor het vee, als gietwater,

Nadere informatie

IPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij

IPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij IPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij Overzicht IPM: vanwaar komt het? IPM: wat is dit? IPM: hoe toepassen

Nadere informatie

Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs

Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs Auteurs Gert Van de Ven, An Schellekens Wendy Odeurs Joos Latré 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Adviezen...

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie 11765 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [2011/200737] 11 FEBRUARI 2011. Ministerieel besluit tot nadere bepaling van de strengere verbodsbepalingen ter uitvoering van artikel 38 van het Mestdecreet

Nadere informatie

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB januari 2012 december 2018 Marijke Dierickx en Dominique Van Haecke Projectpartners Financiering + 10 andere Vlaamse praktijkcentra

Nadere informatie

OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN

OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN Praktisch De tuinbouwsector neemt slecht 8% van de totale landbouwoppervlakte in Vlaanderen in beslag, maar is verantwoordelijk voor bijna één derde van

Nadere informatie

CONSUMENTENONDERZOEK GROENE GEBLOKTE PAPRIKA

CONSUMENTENONDERZOEK GROENE GEBLOKTE PAPRIKA CONSUMENTENONDERZOEK GROENE GEBLOKTE PAPRIKA Proefcode: SM12PARS01 Offertecode: 12_005_JV Code klant: GEP nummer: Uitgevoerd in opdracht van: LAVA cvba Maarten De Moor Leuvensesteenweg 130 A 3191 Boortmeerbeek

Nadere informatie

De ontwikkeling tot MAP5: standpunt op hoofdlijnen

De ontwikkeling tot MAP5: standpunt op hoofdlijnen De ontwikkeling tot MAP5: standpunt op hoofdlijnen 1/ De resultaten van de nitraatmetingen in Vlaanderen evolueren in onvoldoende mate naar de door Europa vooropgestelde doelstellingen. Enkel de doelstellingen

Nadere informatie