De toekomst van het ijzeren voorraadstelsel en LIFO in het fiscale jaarwinstbegrip

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De toekomst van het ijzeren voorraadstelsel en LIFO in het fiscale jaarwinstbegrip"

Transcriptie

1 De toekomst van het ijzeren voorraadstelsel en LIFO in het fiscale jaarwinstbegrip Bachelor thesis Fiscale Economie November 2012 Naam: Arthur Bronk Administratienummer: Examencommissie Begeleidend docent: Mr. dr. R. Russo Hoogleraar: Prof. dr. P.H.J. Essers 1

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Paragraaf 1.1 Aanleiding en probleemstelling 3 Paragraaf 1.2 Verantwoording van de opzet 4 Hoofdstuk 2 De (fiscale) voorraadwaardering 5 Paragraaf 2.1 Introductie in de voorraadwaardering 5 Paragraaf Het begrip voorraad 5 Paragraaf Goed koopmansgebruik 6 Paragraaf De nominalistische voorraadwaarderingsstelsels 8 Paragraaf 2.2 LIFO 10 Paragraaf LIFO per transactie 10 Paragraaf Collectief LIFO 10 Paragraaf 2.3 IJzeren voorraadstelsel 10 Hoofdstuk 3 Commerciële versus fiscale jaarwinst 13 Paragraaf 3.1 De doelstellingen van de commerciële en fiscale jaarrekening 13 Paragraaf 3.2 De commerciële Nederlandse jaarwinst 14 Paragraaf 3.3 IFRS en de jaarwinst 15 Paragraaf 3.4 CCCTB en de jaarwinst 16 Hoofdstuk 4 De invloed op de fiscale voorraadwaardering 18 Paragraaf 4.1 De invloed van IFRS 18 Paragraaf 4.2 De invloed van CCCTB 18 Paragraaf 4.3 Het toekomstbeeld van de fiscale voorraadwaardering 19 Hoofdstuk 5 Conclusie 21 Bijlage Rekenvoorbeelden en lijst van afkortingen 22 Bijlage 1 LIFO 22 Bijlage 2 IJzeren voorraadstelsel 24 Bijlage 3 Lijst van afkortingen 25 Literatuurlijst 26 2

3 Hoofdstuk 1: Inleiding Paragraaf 1.1 Aanleiding en probleemstelling Ieder jaar stellen bedrijven een commerciële én een fiscale jaarrekening op, met elk hun eigen doel en belanghebbenden. Als gevolg daarvan hebben beide jaarrekeningen ook een verschillend winstbegrip. De Belastingdienst gebruikt de fiscale jaarrekening om de jaarwinst te bepalen, als onderdeel van de totaalwinst die het bedrijf gedurende zijn gehele levensduur maakt. Toerekening van winstbestanddelen aan een periode dient plaats te vinden op basis van goed koopmansgebruik. Artikel 3.25 Wet Inkomstenbelasting 2001 luidt als volgt: De in een kalenderjaar genoten winst wordt bepaald volgens goed koopmansgebruik met inachtneming van een bestendige gedragslijn welke onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst en welke slechts gewijzigd kan worden indien goed koopmansgebruik dit rechtvaardigt. Fiscaal kunnen voorraden volgens een andere waarderingsmethode gewaardeerd worden dan op de commerciële jaarrekening. Waar commercieel volgens de IFRS het ijzeren voorraadstelsel en LIFO niet acceptabel zijn, heeft de HR recent 1 nog een toelichting gegeven op de exacte toepassing van het ijzeren voorraadstelsel. Blijkbaar vindt de HR dit stelsel nog steeds acceptabel (en daarmee geldt dit vermoedelijk ook voor het veel overeenkomsten vertonende LIFO). De vraag is echter of deze stelsels in de toekomst ook nog binnen goed koopmansgebruik blijven vallen. De economische situatie is nu namelijk heel anders dan die ten tijde van de eerste toepassingen van het stelsel, waarbij hoge inflatie een rol speelde in het creëren van schijnwinsten op de voorraad. Bovendien zijn in het huidige ontwerp van de Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB) het ijzeren voorraadstelsel en LIFO evenmin acceptabel. Het is de doelstelling van deze thesis om te onderzoeken of het ijzeren voorraadstelsel en LIFO ook in de toekomst zullen blijven behoren tot de fiscaal geaccepteerde stelsels van voorraadwaardering. Dit zal slechts het geval zijn indien zij nog vallen onder het eerder genoemde begrip goed koopmansgebruik. Zoals gezegd heeft de HR de stelsels onlangs nog aanvaard, maar dit wil niet zeggen dat hier geen verandering in kan komen. Ik zal later in deze thesis duidelijk maken dat de HR kan omgaan. De vraag of de HR dit in de toekomst zal doen wil ik in deze thesis proberen te beantwoorden. Daarnaast hoop ik inzicht te verschaffen in de vraag waarom het commerciële en het fiscale winstbegrip niet op dezelfde wijze bepaald kunnen worden. 1 HR 10 april 2009, BNB 2009/271 3

4 Hoewel het onderwerp zich slechts afspeelt op het gebied van de jaarwinsten en dus draait om het moment van heffing en niet zozeer de totale omvang van de fiscale winst, mag het belang ervan niet onderschat worden. Liquiditeitsaspecten kunnen voor een bedrijf van grote importantie zijn. Daarnaast bestaat de kans dat er op een later tijdstip niks meer te heffen valt, bijvoorbeeld omdat het bedrijf ter ziele is gegaan. Mijn onderzoek zal plaatsvinden aan de hand van de volgende probleemstelling: Zullen LIFO en het ijzerenvoorraadstelsel ook in de toekomst nog gangbare stelsels van voorraadwaardering blijven binnen het begrip goed koopmansgebruik? Paragraaf 1.2 Verantwoording van de opzet Na dit inleidende hoofdstuk zal in het tweede hoofdstuk een fundamentele uitleg verzorgd worden over de wijze waarop bedrijven hun voorraad op de jaarrekening kunnen waarderen. Naast een korte behandeling van de nominalistische stelsels van voorraadwaardering, worden de substantialistische stelsels LIFO en ijzeren voorraad en de verschillen die de stelsels op de jaarrekening onderling zullen meebrengen worden toegelicht. In hoofdstuk drie zullen vervolgens de doelstellingen van de commerciële en de fiscale jaarwinst verduidelijkt worden en de wijze waarop de jaarwinst volgens commerciële wijze, IFRS en CCCTB berekend dient te worden. Hoofdstuk vier zal dan duiden welke factoren van invloed zijn op het begrip goed koopmansgebruik en daarmee de fiscale voorraadwaardering, zoals we er nu bekend mee zijn. Na een schets van het toekomstbeeld van de fiscale voorraadwaardering zal worden afgesloten met een concluderend hoofdstuk en persoonlijke stellingname. 4

5 Hoofdstuk 2: De (fiscale) voorraadwaardering Paragraaf 2.1 Introductie in de voorraadwaardering Paragaaf Het begrip voorraad Voor ik verder in kan gaan op de te bespreken problematiek omtrent voorraadwaardering, moet allereerst duidelijk zijn wat verstaan wordt onder voorraad. Er bestaat geen wettelijke definiëring van het begrip voorraad. In de jurisprudentie en de literatuur is echter door de jaren heen wel een omschrijving van het begrip gegeven. Niet alleen is het van belang de voorraden te kunnen onderscheiden van de bedrijfsmiddelen, maar ook van andere op de debetzijde voorkomende posten als vooruitbetaalde kosten, onderhanden werk en beleggingen. De HR definieërde voorraden in onder andere HR 17 april 1957, BNB 1957/238 als volgt: onder voorraad is te verstaan het geheel van zaken, die ter bewerking, verwerking of verkoop en derhalve als bestemd voor den omzet in het bedrijf aanwezig zijn. Deze definitie sluit echter onterecht de hulpstoffen buiten het voorraadbegrip. 2 Slot verstaat onder een voorraad een hoeveelheid in het bedrijf aanwezige grondstoffen, hulpstoffen, goederen in bewerking, gerede producten en handelsgoederen 3. Dit zijn dus die goederen die in één bedrijfsproces worden verbruikt, dat wil zeggen dat het in deze goederen gestoken kapitaal na één proces weer als geld in de onderneming terugkeert, zulks in tegenstelling tot de duurzame productiemiddelen, zoals machines, die hun prestaties in een reeks processen leveren, zodat het daarin geïnvesteerde kapitaal broksgewijs of in het geheel niet (grond) omloopt, aldus Slot. Essers komt tot de volgende definitie: Onder voorraad is te verstaan het geheel van tot het vlottend kapitaal (dit zijn goederen die voor de winstberekening over de jaren, volgend op het jaar van eerste aanwending in het bedrijf, geen betekenis meer hebben) behorende goederen die a) zijn bestemd voor de verkoop dan wel, b) zijn bestemd ter bewerking voor zodanige verkoop dan wel, c) bij eerste aanwending economisch geheel in een voor de verkoop bestemd goed opgaan, ook al zijn zij technisch niet meer hierin terug te vinden. 4 2 HR 11 maart 1953, BNB 1953/119 met noot Smeets 3 Slot 1987, blz Essers 1996, blz. 17 5

6 Hoewel de onderhanden werken in feite een vorm van voorraad zijn (namelijk nog niet voltooide voorraad), dient dit begrip toch te worden onderscheiden van het begrip voorraad. Bij dit onderscheid is beslissend of de productie tot stand komt op basis van een opdracht dan wel een bestelling. 5 Als sprake is van een contractuele relatie met de opdrachtgever voordat de productie aangevangen wordt, is sprake van onderhanden werk. Productie die niet in opdracht plaats vindt, leidt tot een voorraad. Het per 2007 ingevoerde artikel 3.29b Wet Inkomstenbelasting 2001 bepaalt dat onderhanden werk moet worden gewaardeerd op het gedeelte van de overeengekomen vergoeding voor het aangenomen werk, dat is toe te rekenen aan dat onderhanden werk. Verder kunnen we onderscheid maken tussen de technische en de economische voorraad. De technische voorraad bestaat uit de goederen die daadwerkelijk in de onderneming aanwezig zijn. De economische voorraad omvat de technische voorraad, vermeerderd met de goederen in bestelling en verminderd met de goederen die al zijn verkocht, maar nog niet door de onderneming zijn afgeleverd. 6 De economische voorraad is dus de voorraad waarover de ondernemer prijsrisico loopt en waarvan hij economisch eigenaar is. Paragraaf Goed koopmansgebruik Voor de belastingheffing is het noodzakelijk de totale winst die een bedrijf gedurende haar levensduur behaald, te verdelen in jaarmoten. Daarom hebben we regels nodig voor het toerekenen van bestanddelen van de winst aan een bepaalde periode. Voor de jaarwinstbepaling geeft de Wet Inkomstenbelasting 2001 in artikel 3.25 de volgende hoofdregel: De in een kalenderjaar genoten winst wordt bepaald volgens goed koopmansgebruik met inachtneming van een bestendige gedragslijn welke onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst en welke slechts gewijzigd kan worden indien goed koopmansgebruik dit rechtvaardigt. Een gedragslijn mag worden vervangen door een andere, indien dit met goed koopmansgebruik in overeenstemming is. Verandering van gedragslijn is onder andere denkbaar als deze het gevolg is van: verbeterd inzicht, interne veranderingen binnen de onderneming of gebeurtenissen in de buitenwereld (denk aan veranderingen in wettelijke bepalingen en rechtspraak). 7 De stelselwijziging mag niet ingegeven zijn door het streven naar een incidenteel fiscaal voordeel. 8 Hierbij is niet van belang of het beoogde stelsel tot een betere wijze van winstbepaling zou leiden. 9 5 HR 29 november 1989, BNB 1990/38 en HR BNB 1990/42 6 HR 19 juni 1957, BNB 1957/240 7 Zie Stevens 2011, blz HR 14 juni 1978, BNB 1979/181 9 HR 10 september 1986, BNB 1986/323 6

7 De HR kan zijn ideeën over een bepaald leerstuk met betrekking tot goed koopmansgebruik wijzigen. Er wordt dan gesproken van een omgaan door de HR. Zo werd in HR 13 november 1991, BNB 1992/109 een bank gedwongen haar systeem omtrent waardering van obligaties te verlaten. Het vertrouwensbeginsel (zie hierna) bracht in casu mee dat de bank voor reeds in haar bezit zijnde vorderingen het oude stelsel mocht blijven volgen en dat de wijziging alleen gold voor nieuw aan te schaffen obligaties. Ook in andere jurisprudentie 10 stond de HR een overgangsregeling toe. Het goede koopmansgebruik is een dynamisch en open begrip. Anders dan in bijvoorbeeld Duitsland, wenste men in Nederland geen gedetailleerde regelgeving op dit terrein. Aanpassing van het fiscale winstbegrip aan nieuwe inzichten behoort dus altijd tot de mogelijkheden. In HR 8 mei 1957, BNB 1957/208 kiest de HR ervoor om de leer van de bedrijfseconomie voor het goed koopmansgebruik tot uitgangspunt te nemen. Maar zowel een belastingwet als een belastingbeginsel kan de toepassing van deze bedrijfseconomische inzichten inperken. Drie beginselen staan aan de basis van goed koopmansgebruik. Het eerste is het realiteitsbeginsel, dat inhoudt dat de toerekening van baten en lasten dient te geschieden aan de jaren waarop deze betrekking hebben. De ondernemer mag bij het bepalen van de jaarwinst dus geen irreële stellingen innemen. Het tweede beginsel is het voorzichtigheidsbeginsel. De ondernemer mag verwachte verliezen al in het jaar waarop zij betrekking hebben ten laste van de winst brengen. Verwachte winsten daarentegen hoeven pas in het jaar waarin zij werkelijk zijn gerealiseerd tot uitdrukking gebracht te worden. 11 Het voorzichtigheidsbeginsel is met name van belang als het gaat om de continuïteit van de onderneming. Bruins Slot stelt dat het voorzichtigheidsbeginsel ten opzichte van het realiteitsbeginsel maatgevend is. De jaarwinst wordt voorzichtig vastgesteld, met één uitzondering: als de last die in de voorzichtigheid tot uitdrukking wordt gebracht niet reëel is, kan het voorzichtigheidsbeginsel geen toepassing vinden. 12 Het derde en laatste beginsel betreft het eenvoudigheidsbeginsel. Onnodig moeilijke systemen van toerekening worden hierdoor voorkomen. De fiscus zal van de ondernemer slechts een mate van verslaglegging eisen, die redelijkerwijs van hem verwacht kan worden. Overigens kan niet alleen de belastingplichtige, maar ook de fiscus een beroep doen op het eenvoudigheidsbeginsel in het geval dat het de ondernemer is die een onnodig ingewikkeld stelsel wenst in te voeren. 13 Binnen het jaarwinstbegrip is aan de voorraadwaardering geen afzonderlijke wetsbepaling gewijd. Dit betekent dat het moment waarop voorraadwinst tot uitdrukking gebracht moet worden, uitsluitend 10 HR 18 december 1991, BNB 1992/181 en HR 28 juni 2000, BNB 2000/ Deze ongelijke behandeling van winsten en verliezen wordt ook wel het impariteitsbeginsel genoemd. Zie Essers De winstbepaling in de Conceptrichtlijn CCCTB. 12 Bruins Slot HR 28 januari 2011, BNB 2011/85 7

8 wordt bepaald door goed koopmansgebruik. Rechtspraak, voornamelijk uit de jaren 50, heeft binnen goed koopmansgebruik aan de voorraadwaardering een geheel eigen invulling gegeven. De waardering van de voorraden moet dus, net als die van andere bestanddelen van het bedrijfsvermogen, volgens een bepaald systeem geschieden. Het fiscale systeem kan, en moet soms, los van de commerciële gedragslijn gekozen worden en de eisen, die fiscaal aan de bedrijfsadministratie gesteld dienen te worden, mogen niet verder gaan dan voor de controle op het toegepaste systeem strikt noodzakelijk is, hetgeen soms zelfs kan inhouden, dat een voorraadadministratie niet uitdrukkelijk vereist is. 14 Onder meer Essers 15, Hoogendoorn 16 en Bruijsten 17 menen dat het tijd wordt goed koopmansgebruik tot op zekere hoogte te codificeren. Essers geeft als argumenten hiervoor, dat de jurisprudentie tekort schiet om de praktijk adequaat van een goede leidraad te voorzien en dat de wetgever rechtspraak binnen goed koopmansgebruik opzij zet om via grondslagverbreding de belastingtarieven te kunnen verlagen. Codificatie zal aanpassingen door de wetgever niet geheel kunnen voorkomen, maar het zal de wetgever waarschijnlijk wel meer bewust maken van het kader waarbinnen deze aanpassingen zich zullen moeten afspelen. Paragraaf De nominalistische voorraadwaarderingsstelsels De systemen van voorraadwaardering kunnen worden onderscheiden in nominalistische en substantialistische systemen. De nominalistische systemen rekenen tot de winst het verschil tussen de met de verkoop van de goederen behaalde opbrengst en de historische kostprijs daarvan. Bij de substantialistische systemen staat de winstberekening in goederen voorop en wordt de winst bepaald door prijsstijgingen van activa te elimineren, waardoor instandhouding van het goederenkapitaal wordt nagestreefd. De in deze thesis centraal staande waarderingssystemen van LIFO en ijzeren voorraad behoren tot de substantialistische systemen. Voordat ik over ga tot een bespreking hiervan, zal ik echter eerst kort een aantal nominalistische systemen behandelen. Waardering op kostprijs Waardering van voorraden naar kostprijs is het klassieke en meest toegepaste systeem van voorraadwaardering en is in overeenstemming met goedkoopmansgebruik. In dit stelsel kan, indien de marktprijs onder de kostprijs zakt, de voorraad voor een te hoog bedrag te boek staan. Komen de marktprijzen in aanzienlijke mate onder de kostprijs te liggen en heeft deze daling een duurzaam karakter, dan is het echter strijdig met goed koopmansgebruik de kostprijs te handhaven en zal de 14 HR 18 december 1957, BNB 1958/65 15 Essers 2005, blz Hoogendoorn Bruijsten

9 lagere marktwaarde worden aangehouden. Er is dan in feite sprake van een stelselwijziging van waardering op kostprijs naar waardering op marktwaarde. Minimumwaarderingsregel De minimumswaarderingsregel, tevens in overeenstemming met goed koopmansgebruik, gaat uit van waardering op kostprijs zoals in het voorgaande stelsel. Waardering tegen marktwaarde zal echter plaatsvinden als de kostprijs lager is dan de marktwaarde. Nu expliciet het stelsel kostprijs of lagere marktwaarde is gekozen, zal waardering beneden de kostprijs dus ook plaats kunnen vinden zonder dat er sprake is van een stelselwijziging. Indien een lagere marktwaarde weer stijgt tot boven de kostprijs, zal de voorraad weer op de kostprijs moeten worden gewaardeerd. Waardering op marktwaarde Dit waarderingsstelsel houdt in dat de voorraad gewaardeerd wordt op basis van de prijs op de inkoopmarkt. 18 Het stelsel komt voornamelijk voor bij goederen waar de inkoopmarkt en de verkoopmarkt samenvallen (zoals effecten en onroerende zaken). Het is de vraag of dit stelsel voldoet aan het voorzichtigheidsbeginsel van goed koopmansgebruik, omdat in het geval van een oplopend prijspeil winst in aanmerking wordt genomen die pas in een volgend jaar zal worden gerealiseerd. Ik ben van mening dat het stelsel nog wel toegestaan is, omdat een ondernemer niet verplicht is zich voorzichtig op te stellen. Zo werd in HR 14 juni 1978, BNB 1979/181 een deelneming op (hogere) intrinsieke waarde gewaardeerd. Hierdoor kan het stelsel van pas komen ter voorkoming van fiscale verliesverdamping. FIFO Het FIFO-stelsel is vooral interessant als de ondernemer te maken heeft met dalende marktprijzen. De eerst binnengekomen (en dus hoogst gewaardeerde) voorraad wordt geacht tevens als eerst verkocht te zijn. Hoewel er over dit stelsel geen jurisprudentie is verschenen, mag worden aangenomen dat het binnen goed koopmansgebruik valt. 19 Het is bij het onderscheid tussen de nominalistische en de hierna te bespreken substantialistische stelsels van cruciaal belang in het oog te houden dat (bij stijgende inkoopprijzen) de substantialistische stelsels leiden tot een fiscale stille reserve, waardoor een aanzienlijk deel schijnwinst voorlopig voorkomen kan worden in de jaarwinst. Over de ontstane stille reserve zal echter gewoon belasting betaald dienen te worden op het moment dat over de totaalwinst afgerekend wordt. 18 HR 10 juni 1959, BNB 1959/ Essers 1996, blz. 44 9

10 Paragraaf 2.2 LIFO Paragraaf LIFO per transactie Het LIFO-stelsel gaat uit van de (in de praktijk vaak onjuiste) gedachte dat de laatst ingekochte goederen het eerst verkocht worden. Het gebruik van LIFO is allereerst toegestaan omdat het zonder toepassing van een omslachtig administratief systeem vaak onmogelijk te zeggen is welke inkoopprijs behoort bij een verkocht goed. Bij stijgende inkoopprijzen leidt het LIFO-stelsel tot een fiscale stille reserve, omdat de voorraad voor een te laag bedrag te boek staat. Zo kan een aanzienlijk deel schijnwinst voorlopig voor de belastingheffing uitgesteld worden. Gesteld kan worden dat het LIFOstelsel zijn betekenis mede ontleend aan de mogelijkheid die zij biedt om de jaarlijkste winst te beïnvloeden. Men kan het daarom zien als een pragmatische poging om de problemen, die prijsfluctuaties voor de ondernemer vormen, op te lossen. Het LIFO-stelsel is een vorm van substantialistische voorraadwaardering die twee varianten kent. De eerste is LIFO per transactie (individueel LIFO). Hier wordt de winst per transactie bepaald. Gedurende het gehele jaar zullen de verkopen dus moeten worden afgeboekt volgens het LIFO-stelsel. Paragraaf Collectief LIFO Bij collectief LIFO (LIFO op jaarbasis) wordt een gemengde goederenrekening gehanteerd en via inventarisatie van de goederenvoorraad en waardering daarvan tegen LIFO-waarde de winst bepaald. 20 Een belangrijk voordeel van collectief LIFO is dat de stille reserves in de voorraad niet gedurende het jaar in de winst kunnen vallen als gevolg van een incidentele lage voorraad. Moest deze lage voorraad echter op de balansdatum voor komen, dan vallen de stille reserves uiteraard ook bij collectief LIFO in de winst. In bijlage 1 is een rekenvoorbeeld opgenomen dat de gevolgen van LIFO voor de jaarrekening verduidelijkt en de verschillen tussen LIFO per transactie en collectief LIFO aantoont. Paragraaf 2.3 IJzeren voorraadstelsel Voorraadwaardering op basis van het ijzeren voorraadstelsel is binnen de regels van goed koopmansgebruik door de HR tot ontwikkeling gebracht. In dit stelsel wordt uitgegaan van duurzame 20 Stevens 2011, blz

11 waardering naar het prijspeil bij invoering van de normale ( gestadig aan te houden ) voorraad gronden hulpstoffen, goederen in bewerking en gerede producten. Prijsmutaties kunnen zo voorlopig buiten de fiscale winst gehouden worden. In tegenstelling tot het LIFO-systeem blijft ook bij een lagere voorraadpositie die op de balansdatum plaats vindt, de stille reserve in de voorraad in stand. Niet van belang is of de voorraad met eigen of vreemd vermogen is gefinancierd. 21 Gezien het doel van het ijzeren voorraadstelsel, het binnen het bedrijf houden van de liquide middelen die nodig zijn om de voorraden te vervangen, is dit opvallend. Het is duidelijk dat het ten laste brengen van de winst van de prijsstijgingen van met vreemd vermogen gefinancierde voorraden niet wordt gerechtvaardigd door dit doel. Hoewel de HR haar beslissing niet duidelijk heeft gemotiveerd, lijkt zij substantialisme zo te interpreteren dat geen winst ontstaat als het ene goed wordt vervangen door een ander goed dat in het vermogen dezelfde plaats inneemt. Het principiële verschil met het collectieve LIFO-stelsel is dat het ijzeren voorraadstelsel de mogelijkheid tot het vormen van een mancoreserve biedt. Wanneer op de balansdatum de feitelijke voorraad lager is dan de normale voorraad, mag er met dit manco rekening gehouden worden. Er wordt dan een voorziening gevormd voor dit manco. Deze voorziening wordt berekend door het tekort op de normale voorraad om te rekenen tegen het verschil tussen de prijs op de inkoopmarkt op balansdatum en de ijzeren voorraadprijs. De mancoreserve schuift zo de stille reserve in de voorraad door naar de vervangende voorraad. Bij een groot tekort op de normale voorraad bestaat overigens de mogelijkheid dat de aanwezige voorraad voor een negatief bedrag te boek moet worden gesteld. Als de verschijning van een mancoreserve op de balans bij een onderneming structureel van aard wordt, is de ijzeren voorraad te hoog ingeschat en zal deze aangepast moeten worden. Onder de normale voorraad verstaat de HR de gestadig aan te houden voorraad; dit is de voorraad die nodig is om het productieproces bij de bestaande capaciteit ongestoord voortgang te doen vinden. De omvang van de normale voorraad kan veranderen als gevolg van wijziging in de grootte van de onderneming dan wel wijziging in de manier van bedrijfsvoering. Als de normale voorraad niet meer volstaat en uitbreiding nodig blijkt, wordt deze uitbreiding opgevangen door aan de bestaande normale voorraad een extra schijf toe te voegen met als ijzeren voorraadprijs de marktprijs op het tijdstip van niveauverhoging. Moest op een later tijdstip het niveau weer verlaagd worden, dan vindt schijfafbraak plaats volgens de LIFO-methode. In de bedrijfseconomie is de volgende formule gangbaar, die ook in fiscaal opzicht kan worden gebruikt: IJzeren voorraad = D * (½L + V + T) 22 met D = dagverbruik, L = levertijd in dagen, V = voorzichtigheidsmarge en T = duur productieproces 21 HR 5 september 1979, BNB 1980/ Slot 1987, blz

12 In het geval van een surplus boven de normale voorraad vindt waardering plaats op basis het nominalistische stelsel van kostprijs of lagere marktwaarde. 23 Als de prijs op de inkoopmarkt daalt tot beneden de ijzeren voorraadprijs is toegestaan de normale voorraad tegen deze lagere marktwaarde te waarderen. 24 Stijgt de prijs later weer tot boven de ijzeren voorraadprijs, dan dient waardering weer plaats te vinden op grond van de ijzeren voorraadprijs. Het is natuurlijk niet mogelijk om allerlei totaal verschillende voorraden onder één noemer te waarderen. Om deze reden heeft de HR het criterium soortgelijk, of althans soortverwant 25 geïntroduceerd. De voorraden waarop de waardering in de toekomst betrekking heeft, moeten dus soortgelijk of tenminste soortverwant zijn aan de voorraden die bij invoering van het systeem aanwezig waren. De opgebouwde stille reserve in de voorraad zal dus aan de winst toegevoegd moeten worden wanneer wordt overgegaan op een nieuw assortiment. Als nadere omschrijving van het begrip soortgelijk of soortverwant zou kunnen gelden: goederen die van dezelfde aard zijn, tot dezelfde kwaliteits- en prijsklasse behoren en gelijkgerichte prijsbewegingen vertonen. 26 Het vervangingscriterium betreffende de voorraad wordt door de HR in technische zin opgevat en niet in economische zin. Het gevolg van dit standpunt is ook dat ondernemers vaak op een ongelegen moment te maken krijgen met winstneming, omdat zij moeten investeren in voor het nieuwe product noodzakelijke bedrijfsmiddelen. Daarentegen wordt het voorraadbegrip zélf in beginsel zowel in economische als in technische zin toegestaan (zie paragraaf 2.1.1). In zijn meest recente arrest 27 betreffende het ijzeren voorraadstelsel, oordeelde de HR dat het stelsel naast de economische ook op de technische voorraad kan worden toegepast. De technische voorraad kan echter niet tot uitganspunt worden genomen als de normale omvang hiervan groter is dan de normale economische voorraad. Voor het verschil tussen de omvang van de technische en de normale voorraad wordt dan namelijk geen prijsrisico meer gelopen en het tegengaan van prijsrisico s is juist het doel van het ijzeren voorraadstelsel. Onterechte verliesneming wordt door deze uitspraak dus voorkomen. Er geldt wel een nuance wanneer het verschil tussen de normale technische en economische voorraad niet aanmerkelijk is. Vanwege eenvoudigheidsoverwegingen staat de HR dan wel toe dat van de normale technische voorraad wordt uitgegaan. Ook gaf de HR in genoemd arrest aan dat het stelsel nog altijd acceptabel is in het kader van goed koopmansgebruik. In bijlage 2 is een rekenvoorbeeld opgenomen dat de gevolgen van het ijzeren voorraadstelsel voor de jaarrekening verduidelijkt en de verschillen met LIFO aantoont. 23 HR 7 maart 1956, BNB 1956/ HR 24 december 1958, BNB 1959/63 25 HR 7 maart 1956, BNB 1956/ Sillevis e.a. 2012, onderdeel C.g4 27 HR 10 april 2009, BNB 2009/271 12

13 Hoofdstuk 3: Commerciële versus fiscale jaarwinst Paragraaf 3.1 De doelstellingen van de commerciële en fiscale jaarrekening Om de verschillen tussen de commerciële en fiscale jaarwinst te verklaren, is het allereerst noodzakelijk om de verschillende doelstellingen van beide jaarrekeningen duidelijk te maken. De commerciële en de fiscale jaarrekening zijn van oudsher al van elkaar losgekoppeld. In Nederland stonden commercieel de aandeelhouders (in plaats van de crediteuren) centraal, waarbij het vooral ging om het leveren van informatie op basis van een true and fair view. De leer van de bedrijfseconomie was hierbij het uitgangspunt. Een fiscale bepaling van de winst met voorzichtigheid in het achterhoofd, werd geacht meer in overeenkomst te zijn met de bescherming van de belangen van de belastingbetaler dan een fiscaal systeem dat aansluiting zocht bij een benadering die zich op de aandeelhouders richt. 28 Deze historische ontwikkeling is nog altijd zichtbaar in de huidige commerciële en fiscale jaarrekeningen. De commerciële jaarrekening dient thans het tweeledige doel informatie te verstrekken aan belanghebbenden over vermogen én resultaat van de onderneming. 29 Welk gedeelte van dit resultaat daadwerkelijk wordt uitgekeerd, is van vele factoren afhankelijk. De grootste belanghebbers bij de commerciële jaarrekening zijn de aandeelhouders (en andere participanten), leveranciers, werknemers en financiers. Aandeelhouders willen weten hoe de waarde van hun investering zich ontwikkelt en leveranciers en financiers willen weten of een onderneming gezond is zodat ze hun risico s in kunnen schatten. De fiscale jaarstukken dienen er daarentegen toe gegevens te verschaffen aan de overheid ten behoeve van belastingheffing door deze overheid naar de grondslag winst. 30 Deze winst leidt dan ook tot een daadwerkelijk te betalen bedrag aan de fiscus in de vorm van belasting. Aspecten als het liquiditeitsbeginsel en het realisatiebeginsel spelen een veel grotere rol dan in de commerciële jaarrekening. Het liquiditeitsbeginsel houdt kort gezegd in dat een ondernemer alleen kan worden geacht belasting te betalen over ondernemingswinst indien en zodra de ondernemingsactiviteiten daadwerkelijk de voor de belastingbetaling noodzakelijke middelen opleveren. 31 De enige 28 Essers 2005, blz Hoogendoorn Hoogendoorn Bruijsten

14 belanghebbende bij de fiscale jaarwinstbepaling is de Belastingdienst (als vertegenwoordiger van de Nederlandse Staat). Ook de wetgever heeft oog voor de verschillende doelstellingen van de beide jaarrekeningen, die zij als volgt formuleerde: Bij de wijziging van fiscale winstbepalingsregels wordt de vraag of het wenselijk en mogelijk is om dichter naar de jaarverslaggevingsregels toe te groeien, in de beschouwing betrokken. Ook bij de voorbereiding van dit wetsvoorstel is dat geschied. De rechtvaardiging voor de uiteindelijke verschillen is dat de jaarrekeningen verschillende doelen hebben. Met de commerciële jaarrekening streeft de onderneming zoveel mogelijk shareholders value na, en ligt de nadruk dus op het vermogen. De fiscale jaarrekening heeft het doel tot een grondslag voor de belastingheffing te komen en is dus gericht op het vaststellen van de belastbare winst. 32 Paragraaf 3.2 De commerciële Nederlandse jaarwinst Om ervoor te zorgen dat de verschillende belanghebbenden bij de commerciële jaarrekening adequaat van informatie worden voorzien, zijn er nadere eisen aan gesteld in de Wet op de jaarrekening (opgenomen in Titel 9, Boek 2 BW). Deze wet is een implementatie van de Vierde EG-richtlijn. Uit artikel 2:362 BW lid 1 blijkt dat een zodanig inzicht moet worden verschaft dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat en, voor zover de aard van de jaarrekening het toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de onderneming. De commerciële jaarrekening dient een balans en winst- en verliesrekening te bevatten (met toelichting). De balans moet getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen en de samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar weergeven (artikel 2:362 BW lid 2). De winst- en verliesrekening moet ook getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het resultaat van het boekjaar en zijn afleiding uit de posten van baten en lasten weergeven (artikel 2:362 BW lid 3). In artikel 2:362 BW lid 1 wordt ook vermeld dat de jaarrekening opgesteld moet worden volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. Met deze formulering heeft de wetgever zich in principe aangesloten bij de heersende bedrijfseconomische opvattingen. Uitdrukkelijk is hierbij het fiscale begrip goed koopmansgebruik niet gehanteerd, omdat deze term in de praktijk een te ruime betekenis had gekregen. 33 De nadere invulling van de heersende bedrijfseconomische opvattingen vindt plaats op grond van de door de Raad voor de Jaarverslaggeving opgestelde Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) en de hierna volgende IFRS. 32 Kamerstukken II 2005/06, , nr. 8, par Memorie van toelichting behorende bij de Wet op de jaarrekening van ondernemingen, zitting , nr. 3, blz

15 Paragraaf 3.3 IFRS en de jaarwinst In 1973 richtte een negental organisaties van accountants het International Accounting Standards Committee (IASC) op, met als doel de ontwikkeling van wereldwijd geldende standaarden voor financiële verslaggeving. Een serie boekhoudschandalen werkte als katalysator op de vorming ervan. Als gevolg van een in 2005 ingevoerde Europese Verordening 34 moeten alle Europese beursgenoteerde ondernemingen hun geconsolideerde jaarrekening inmiddels opstellen op basis van International Financial Reporting Standards (IFRS) die de goedkeuring van de Europese Commissie hebben gekregen. De IASC gaat inmiddels door het leven als International Accounting Standards Board (IASB) en stelt deze mondiale standaarden voor de jaarverslaggeving op. De IASB bestaat uit veertien leden. Dit zijn onafhankelijke individuen en specialisten op het gebied van de externe financiële verslaggeving. Ze worden benoemd door de Board of Trustees. 35 Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen mogen er ook voor kiezen om de enkelvoudige jaarrekening op basis van IFRS op te stellen. Ook niet-beursgenoteerde ondernemingen mogen de IFRS gebruiken (artikel 2:362 BW lid 8). Hoewel wereldwijd meer en meer ondernemingen de IFRS zijn gaan toepassen, gelden in de Verenigde Staten nog altijd de US Generally Accepted Accounting Principles (US GAAP). Wel is het zo dat IFRS en US GAAP intentioneel convergeren. 36 De IASB meldt expliciet dat eventuele fiscale gevolgen van zijn standaarden niet van belang zijn; het gaat om de kwaliteit van de standaarden met betrekking tot het profijt dat de diverse groepen belanghebbenden ervan hebben voor het nemen van economische beslissingen. 37 Goedkeuring van IFRS door de Europese Commissie vindt plaats via een zogenaamde endorsementprocedure. Op grond van artikel 3 paragraaf 2 van de Verordening moet de Europese Commissie de IFRS formeel goedkeuren. In de Verordening zijn criteria voor goedkeuring vastgelegd. Zo moet voldaan zijn aan de eis van een true and fair view zoals bedoeld in de Vierde en Zevende richtlijn en het Europees openbaar belang moet gediend worden. Daarnaast moet beantwoord worden aan de criteria van begrijpelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van financiële informatie nodig voor het nemen van economische beslissingen en het beoordelen van het management. Wanneer een goedkeuringsbesluit definitief is, zal het rechtstreeks bindend zijn voor Europese ondernemingen Verordening (EG) nr. 1606/ Böhmer, Hoogendoorn & Krens 2010, blz Alexander, Britton & Jorissen 2007, blz IASB framework, onderdeel Toepassingsgebied 38 Essers 2005, blz

16 Ook voor de IFRS geldt dat de voornaamste doelstelling het verschaffen van een true and fair view van de vermogenssituatie betreft. De IFRS met toelichting beslaan inmiddels meer dan 2600 bladzijden. Met een strenge regelgeving wordt zoveel mogelijk gepoogd gaten en lekken in de standards te voorkomen. Overigens worden ook de verschillen tussen IFRS en RJ steeds kleiner, omdat de RJ zich richting IFRS begeeft. Paragraaf 3.4 CCCTB en de jaarwinst Op 16 maart 2011 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd voor een richtlijn over een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting, de Common Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB). Deze ontwerprichtlijn biedt bedrijven de mogelijkheid om één stel regels voor de berekening van de heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting toe te passen. Ook volstaan ze dan met één geconsolideerde belastingaangifte die bij één belastingdienst ingediend moet worden voor alle activiteiten binnen de EU. De tarieven zullen voorlopig door de lidstaten zelf bepaald mogen blijven worden. Hoewel er geen formele link bestaat tussen IFRS en CCCTB is het zeer waarschijnlijk dat de IFRS een behoorlijke invloed heeft bij de invulling van de CCCTB. De ontwerprichtlijn kent in artikel 9 een aantal beginselen die betrekking hebben op de jaarwinst: - Winsten en verliezen worden alleen in aanmerking genomen wanneer zij gerealiseerd zijn (eerste lid). - Transacties en belastbare feiten worden afzonderlijk gewaardeerd (tweede lid). - De belastinggrondslag moet op consistente wijze worden bepaald, tenzij uitzonderlijke omstandigheden een wijziging rechtvaardigen (derde lid). - De belastinggrondslag wordt voor elk belastingjaar vastgesteld, tenzij anders is bepaald (vierde lid). In vergelijking met goed koopmansgebruik ontbreken het voorzichtigheidsbeginsel en het eenvoudigheidsbeginsel. Voorzichtigheid wordt in de richtlijn als zodanig niet genoemd, maar een aantal specifieke bepalingen in de richtlijn heeft dit beginsel wel als achtergrond. Hiermee wordt niet het principe opgenomen, maar alleen regels. Gesteld kan worden dat de CCCTB meer rule based zijn dan het principle based goed koopmansgebruik. Voor het eenvoudigheidsbeginsel geldt dat voornamelijk kleinere ondernemingen hierop een beroep kunnen doen. Aangezien de CCCTB in eerste instantie voor de grotere internationale ondernemingen van toepassing zal zijn, is het weglaten van dit beginsel te begrijpen Russo

17 De hoofdbeginselen van goed koopmansgebruik vinden we in de CCCTB dus niet expliciet terug. De exacte toepassing van de in de CCCTB opgenomen beginselen zal in de toekomst nog toegelicht moeten worden. Dit zal voornamelijk moeten gebeuren door de nationale rechters. Doordat er geen referentie wordt gemaakt naar een systeem als IFRS hebben nationale rechters geen enkel referentiekader om hun beslissingen op te baseren in het geval er onduidelijkheden bestaan, waardoor de kans vergroot wordt dat de rechters beïnvloed worden door hun eigen rechtscultuur op het gebied van de fiscale winstbepaling. Dat dit tot rechtsonzekerheid leidt moge duidelijk zijn Russo

18 Hoofdstuk 4: De invloed op de fiscale voorraadwaardering Paragraaf 4.1 De invloed van IFRS Harmonisatie van IFRS en het fiscale jaarrekeningenrecht is onwaarschijnlijk, gezien de in paragraaf 3.1 genoemde verschillende doelstellingen van de commerciële en fiscale jaarrekeningen. 41 Bovendien vindt de opstelling van de IFRS door de IASB plaats via wat in feite een particuliere organisatie is. De vraag is of het wenselijk is dat een dergelijke organisatie invloed krijgt op de fiscale jaarwinstbepaling. De HR heeft in zaken omtrent de fiscale jaarwinstbepaling ook nog nooit rechtstreeks verwezen naar bepalingen uit de IFRS en zich daarbij aangesloten. Wel zou het zo kunnen zijn dat IFRS in de toekomst voor het Nederlandse fiscale winstbegrip als uitgangspunt kan gelden, moest besloten worden het goed koopmansgebruik te vervangen door een systeem dat meer aansluit bij de commerciële grondslagen. Er moet dan voor gezorgd worden dat er aanpassingen plaatsvinden die een fiscale winst bewerkstelligen die aansluit bij de doelstellingen van de fiscale jaarrekening. 42 Daarnaast is het denkbaar dat de IFRS als aanvulling op goed koopmansgebruik nuttige inzichten kan verschaffen voor de nadere invulling van de fiscale jaarwinstbepaling op terreinen waar goed koopmansgebruik nog leemten bevat. 43 Essers ziet in de IFRS een bron van inspiratie voor de fiscale jaarwinstbepaling. Ondanks de onverenigbare verschillen tussen de achtergronden en doelstelling van de IFRS en de beginselen van de fiscale jaarwinstbepaling, bevatten de IFRS ook veel inhoudelijke elementen die waardevol kunnen zijn voor de fiscale jaarwinstbepaling, of op zijn minst de moeite van het bestuderen waard zijn, mits iedere keer weer de vereiste vertaalslag wordt aangebracht om de aansluiting tussen IFRS en de fiscale jaarwinstvaststelling te bewerkstelligen. 44 Paragraaf 4.2 De invloed van CCCTB In de ontwerprichtlijn CCCTB worden voorraden en onderhanden werk op dezelfde wijze behandeld. Beide dienen op grond van artikel 29 van de ontwerprichtlijn te worden gewaardeerd op kostprijs dan wel lagere opbrengstwaarde. Toepassing van substantialistische voorraadwaarderingssystemen is dus 41 Vgl. Brüll, Zwemmer & Cornelisse 2008, blz Zie Essers 2005, blz voor het betoog hiervoor van Kampschoër 43 Bruijsten Essers 2005, blz

19 niet toegestaan. Van voorraadbestanddelen die normaal gesproken niet onderling uitwisselbaar zijn moet de kostprijs afzonderlijk worden bepaald. Van andere voorraadbestanddelen wordt de kostprijs bepaald via de FIFO-methode of de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs. Tevens dient de voorraadwaardering op consistente wijze plaats te vinden. 45 Het valt goed in te denken dat als de CCCTB ingevoerd wordt, haar winstbepalingsregels richting geven aan de invulling van de Nederlandse winstbepalingsregels. Doornebal 46 verwacht dat als de CCCTB ingevoerd wordt, de invulling van goed koopmansgebruik op kortere of langere termijn beïnvloed zal worden door de grondslagen van de CCCTB. De grondslagen van de CCCTB zijn immers, evenals goed koopmansgebruik, erop gericht om een heffingsgrondslag voor de belastingheffing te creëren. Met andere woorden, het verschil in doelstelling tussen de commerciële en fiscale winstberekening dat een belemmering kan vormen om de grondslagen van de commerciële winstberekening te gebruiken voor de fiscale winstberekening, bestaat niet tussen de winstberekening volgens goed koopmansgebruik en volgens de CCCTB. Bruijsten 47 deelt zijn mening. Paragraaf 4.3 Het toekomstbeeld van de fiscale voorraadwaardering Hoe ziet de toekomst van de fiscale voorraadwaardering er nu uit, in het bijzonder met betrekking tot de waarderingsstelsels LIFO en ijzeren voorraad? Het probleem dat aan de basis staat van het ontstaan van beide stelsels, schijnwinsten in de fiscale winst die voortkomen uit inflatie, is hedentendage een stuk minder relevant dan ten tijde van de invoering ervan. Met de implementatie van IFRS in de EU in 2005 werd een systeem ingevoerd dat beide stelsels niet langer aanvaardde. Ook de ontwerprichtlijn van de CCCTB acht de stelsels niet acceptabel. De vraag is hoe lang deze stelsels nog in overeenstemming worden geacht met goed koopmansgebruik. Ik vermoed dat de stelsels op korte termijn nog niet in gevaar zullen komen. Op langere termijn ligt dit echter anders. De roep om een gemeenschappelijke (Europese) grondslag door over de landsgrenzen opererende bedrijven is er al langer en wordt alleen maar luider. Dat de CCCTB er zal komen lijkt dan ook buiten kijf te staan. In welke vorm en in welke landen deze ingevoerd zal worden moeten we nog afwachten. Mogelijk komt er, om rechtsonzekerheid te voorkomen, alsnog een versie die zijn invulling deels wel door middel van een formele link uit de IFRS haalt. Het is hierbij dan mogelijk wenselijk om, zoals bij de endorsement-procedure voor de EU, een controle bij implementatie van de IFRS uit te voeren. Als alles naar wens verloopt zal er een moment komen dat 45 Van Eijsden, Van De Streek & Strik 2011, blz Doornebal Bruijsten

20 deze gemeenschappelijke heffingsgrondslag algemeen aanvaard wordt en dan lijkt het mij onwaarschijnlijk dat het begrip goed koopmansgebruik zich niet zal aansluiten bij de voorraadwaardering zoals die in deze heffingsgrondslag gebruikelijk is. Als LIFO en het ijzeren voorraadstelsel in die gemeenschappelijke heffingsgrondslag dan nog altijd als onaanvaardbaar gezien worden, vermoed ik dat zij niet langer tot de gangbare stelsels van voorraadwaardering worden gerekend binnen het begrip goed koopmansgebruik. 20

21 Hoofdstuk 5: Conclusie Het was de doelstelling van deze thesis om te onderzoeken of het ijzeren voorraadstelsel en LIFO ook in de toekomst zullen blijven behoren tot de fiscaal geaccepteerde stelsels van voorraadwaardering. Momenteel worden ze fiscaal nog gerekend tot de aanvaardbare stelsels van voorraadwaardering. Elementen die hier echter een negatieve invloed op uitoefenen zijn de minder sterke inflatie en het feit dat IFRS en de conceptrichtlijn CCCTB de stelsels niet accepteren. In het theoretische gedeelte van deze thesis is het begrip voorraad nader omlijnd, is de rol van goed koopmansgebruik bij het verdelen van de winst in jaarmoten duidelijk gemaakt en zijn zowel de nominalistische als de substantialistische voorraadwaarderingsstelsels uitgelegd. Daarnaast heb ik inzicht verschaft in de vraag waarom het noodzakelijk is een apart commercieel en fiscaal winstbegrip te hanteren. De aan het begin van deze thesis opgestelde probleemstelling luidde: Zullen LIFO en het ijzerenvoorraadstelsel ook in de toekomst nog gangbare stelsels van voorraadwaardering blijven binnen het begrip goed koopmansgebruik? Mijn antwoord hierop luidt als volgt. Ik vermoed dat de stelsels op de kortere termijn nog gangbaar zullen blijven binnen het goed koopmansgebruik. Op langere termijn ga ik er echter vanuit dat er een algemeen aanvaarde gemeenschappelijke heffingsgrondslag binnen (een deel van) de EU komt en dan lijkt het mij zeer waarschijnlijk dat het begrip goed koopmansgebruik zich zal aansluiten bij de voorraadwaardering zoals die in deze heffingsgrondslag gebruikelijk is. Als LIFO en het ijzeren voorraadstelsel in die gemeenschappelijke heffingsgrondslag, zoals nu het geval is in de conceptrichtlijn CCCTB, niet aanvaard worden vermoed ik dat zij dan niet langer tot de gangbare stelsels van voorraadwaardering worden gerekend binnen het begrip goed koopmansgebruik. 21

22 Bijlage: Rekenvoorbeelden en lijst van afkortingen Bijlage 1 LIFO Voorraadwaardering volgens het lifo-stelsel: Werkelijke voorraad op is kilogram (kg) stenen (soortverwant) à 15,-. Aankopen: kg à 16, kg à 17, kg à 17, kg à 18, kg à 19,- Verkopen: kg à 20, kg à 21, kg à 22,- Voorraad per is kilogram. LIFO per transactie *15= , aankoop 2000*16= 32000, verkoop 2000*16= -/ ,- 2000*15= -/ , , aankoop 2000*17= 34000, verkoop 2000*17= -/ ,- 6000*15= -/ , ,- 22

23 aankoop 2000*17,50= 35000,- eindvoorraad , aankoop 3000*18= 54000, verkoop 1000*18= -/ , , aankoop 4000*19= 76000,- eindvoorraad ,- De jaarwinst in 2010 en 2011 bedraagt respectievelijk 62000,- en 4000,- en is als volgt opgebouwd: opbrengsten 2010 kosten *20= 80000,- verkoop mei 62000,- 8000*21= ,- verkoop augustus , , ,- opbrengsten 2011 kosten *22= 22000,- verkoop februari 18000,- Collectief LIFO Bij gebruik van hetzelfde rekenvoorbeeld als hiervoor, bedraagt de jaarwinst in het geval van collectief LIFO slechts 57000,- voor 2010 en 3000,- voor Voorraad *15= ,- Inkopen kg , ,- Eindvoorraad *15= 60000,- Inkoopwaarde omzet ,- Omzet kg ,- Jaarwinst ,- Voorraad ,- Inkopen kg , ,- 23

24 4000*15= 60000,- 3000*18= 54000,- 3000*19= 57000,- Eindvoorraad ,- Inkoopwaarde omzet 19000,- Omzet kg 22000,- Jaarwinst ,- Bijlage 2 IJzeren voorraadstelsel De gegevens blijven hetzelfde als in bijlage 1, met dien verstande dat er nu wordt uitgegaan van een normale voorraad van 8000 kilogram met als basisprijs 10,- per kilogram. We zien dat de jaarwinst 45000,- bedraagt in 2010 en in 2011 zelfs nihil is. Daarmee leidt het ijzeren voorraadstelsel tot een lagere winst en hogere stille reserve dan de beide LIFO-stelsels. 8000*10= 80000,- -/- 4000*18= 72000,- Eindvoorraad ,- Inkoopwaarde omzet ,- Omzet kg ,- Jaarwinst ,- Voorraad ,- Inkopen kg , ,- 8000*10= 80000,- 2000*18= 36000,- (18 is de LIFO-waarde van het surplus) Eindvoorraad ,- Inkoopwaarde omzet 22000,- Omzet kg 22000,- Jaarwinst ,- 24

25 Bijlage 3 Lijst van afkortingen BNB = Beslissingen in belastingzaken BW = Burgerlijk Wetboek CCCTB = Common Consolidated Corporate Tax Base EU = Europese Unie FIFO = First in, first out HR = Hoge Raad IASC = International Accounting Standards Committee IFRS = International Financial Reporting Standards LIFO = Last in, first out RJ = Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving 25

26 Literatuurlijst Boeken Alexander, Britton & Jorissen 2007 D. Alexander, A. Britton, A. Jorissen, International financial reporting and analysis, Londen: Thomson Learning Böhmer, Hoogendoorn & Krens 2010 S. Böhmer, M.N. Hoogendoorn, F. Krens, Handboek jaarrekening 2010, Deventer: Kluwer Brüll, Zwemmer & Cornelisse 2008 D. Brüll, J.W. Zwemmer, R.P.C. Cornelisse, Goed koopmansgebruik, Deventer: Kluwer Van Eijsden, Van De Streek & Strik 2011 J.A.R. van Eijsden, J.L. van de Streek, S.A.W.J. Strik, Common consolidated corporate tax base (CCCTB), Deventer: Kluwer Essers 1996 P.H.J. Essers, Fiscale voorraadwaardering, Deventer: Uitgeverij FED Essers 2005 P.H.J. Essers, De toekomst van goed koopmansgebruik na de invoering van International Financial Reporting Standards in 2005, Deventer: Kluwer Sillevis e.a L.W. Sillevis e.a., Studenteneditie cursus belastingrecht: inkomstenbelasting (2012/2013), Deventer: Kluwer Slot 1987 G. Slot, Voorraadwaardering, Deventer: Kluwer Stevens 2011 L.G.M. Stevens, Elementair belastingrecht voor economen en bedrijfsjuristen (2011/2012), Deventer: Kluwer Artikelen Bruijsten

27 C. Bruijsten, De toekomst van het fiscale jaarwinstbegrip, WFR 2009/823. Bruins Slot 2009 W. Bruins Slot, Wat is er beter dan goed koopmansgebruik?, NTFR 2009/1046. Doornebal 2008 J. Doornebal, Ontwikkelingen rond goed koopmansgebruik, TFO 2008/160. Essers 2011 P.H.J. Essers, De Hoge Raad als gids en orakel bij goed koopmansgebruik, WFR 2011/1076. Essers 2011 (2) P.H.J. Essers, De winstbepaling in de Conceptrichtlijn CCCTB, WFR 2011/1395. Hoogendoorn 2005 J. Hoogendoorn, De IAS/IFRS en de fiscale winstbepaling, WFR 2005/107. Kampschöer 2004 G.J.W.M. Kampschöer, IFRS en de verhouding tot het Nederlandse fiscale winstbegrip, WFR 2004/1228. Russo 2011 R. Russo, Een nieuw winstbegrip in de CCCTB: Nu de invulling nog, Forfaitair 2011/217. Van De Streek 2012 J.L. van de Streek, De voortgaande ontwikkeling van de CCCTB, WFR 2012/1155. Jurisprudentieregister HR 11 maart 1953, BNB 1953/119 HR 7 maart 1956, BNB 1956/121 HR 8 mei 1957, BNB 1957/208 HR 17 april 1957, BNB 1957/238 HR 19 juni 1957, BNB 1957/240 HR 18 december 1957, BNB 1958/65 HR 24 december 1958, BNB 1959/63 HR 10 juni 1959, BNB 1959/262 HR 14 juni 1978, BNB 1979/181 HR 5 september 1979, BNB 1980/215 HR 10 september 1986, BNB 1986/323 HR 29 november 1989, BNB 1990/38 HR 29 november 1989, BNB 1990/42 27

Lifo- en het ijzeren voorraadstelsel; het einde van een tijdperk?

Lifo- en het ijzeren voorraadstelsel; het einde van een tijdperk? Lifo- en het ijzeren voorraadstelsel; het einde van een tijdperk? Datum: 19 november 2012 Door: Niels Koek (963023) Studierichting: Fiscale Economie (bachelor thesis) Examencommissie: Prof. dr. P.H.J.

Nadere informatie

Winstbepaling en (voorraad)waardering

Winstbepaling en (voorraad)waardering HOOFDSTUK 1 Winstbepaling en (voorraad)waardering 1.1 Inleiding Dat een boek over voorraadwaardering gaat over de waardering van voorraden op de balans zal niemand verbazen, maar waarschijnlijk is niet

Nadere informatie

Voorwoord. HOOFDSTUK 1 Winstbepaling en (voorraad)waardering 1

Voorwoord. HOOFDSTUK 1 Winstbepaling en (voorraad)waardering 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V HOOFDSTUK 1 Winstbepaling en (voorraad)waardering 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Bedrijfseconomische opvattingen t.a.v. winstbepaling en (voorraad)waardering 1 1.3 Fiscaalrechtelijke invulling

Nadere informatie

Op weg naar een Europese winstbelasting?

Op weg naar een Europese winstbelasting? Op weg naar een Europese winstbelasting? Hoe zou het winstberekeningsstelsel in een eventuele Europese winstbelasting er uit kunnen zien en in hoeverre sluit deze aan bij de International Financial Reporting

Nadere informatie

LAAT HET CCCTB-CONCEPT DE VOORRAAD NOG IN ZIJN WAARDE?

LAAT HET CCCTB-CONCEPT DE VOORRAAD NOG IN ZIJN WAARDE? LAAT HET CCCTB-CONCEPT DE VOORRAAD NOG IN ZIJN WAARDE? VOORRAAD IN HET GOED KOOPMANSGEBRUIK EN DE CCCTB- RICHTLIJN. Nicky Broeders thesisbegeleider: R. Russo Anr. 126180 1 Inleiding Op 16 maart 2011 kwam

Nadere informatie

De invulling van de fiscale winstbepaling in de CCCTB en het goed koopmansgebruik

De invulling van de fiscale winstbepaling in de CCCTB en het goed koopmansgebruik De invulling van de fiscale winstbepaling in de CCCTB en het goed koopmansgebruik Is de fiscale winstbepaling volgens de CCCTB een goed alternatief voor de fiscale winstbepaling volgens goed koopmansgebruik?

Nadere informatie

De commerciële en fiscale waardering van onderhanden werk

De commerciële en fiscale waardering van onderhanden werk ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De commerciële en fiscale waardering van onderhanden werk Jasper Sonneveld Studentnummer: 305524 Begeleider:

Nadere informatie

IFRS als uitgangspunt voor de fiscale winstbepaling.

IFRS als uitgangspunt voor de fiscale winstbepaling. IFRS als uitgangspunt voor de fiscale winstbepaling. In hoeverre past IFRS binnen fiscale beginselen? Universiteit van Tilburg Master Fiscale Economie Marsha Zweers 446932 Examencommissie Mr.dr. R. Russo

Nadere informatie

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening 16 hoofdstuk Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening 16.1 Onder de werking van boek 2 titel 9 van het burgerlijk wetboek vallen ondernemingen die gedreven worden in de vorm van een NV, BV,

Nadere informatie

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 2 De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 201 a Jaarrekening die het bestuur van een NV en een BV wettelijk verplicht is op te stellen en te overleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders.

Nadere informatie

CCCTB versus goed koopmansgebruik bij de fiscale winstbepaling

CCCTB versus goed koopmansgebruik bij de fiscale winstbepaling CCCTB versus goed koopmansgebruik bij de fiscale winstbepaling Is de CCCTB een alternatief voor het Nederlandse goed koopmansgebruik bij de berekening van de belastinggrondslag op nationaal niveau? Naam

Nadere informatie

Hebben het LIFO- en het ijzeren voorraadstelsel nog toekomst?

Hebben het LIFO- en het ijzeren voorraadstelsel nog toekomst? Tilburg University Tilburg School of Economics and Management Bachelor thesis Hebben het LIFO- en het ijzeren voorraadstelsel nog toekomst? Datum: 4 januari 2013 Door: Emiel Dignouts ANR: 223143 Studierichting:

Nadere informatie

Herwaarderen van activa ter voorkoming van verliesverdamping

Herwaarderen van activa ter voorkoming van verliesverdamping ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Herwaarderen van activa ter voorkoming van verliesverdamping Is het in overeenstemming met goed koopmansgebruik

Nadere informatie

Voorraadwaardering in Fiscaal en Bedrijfseconomisch Perspectief

Voorraadwaardering in Fiscaal en Bedrijfseconomisch Perspectief Voorraadwaardering in Fiscaal en Bedrijfseconomisch Perspectief Naam: Leonie Kroeze Collegekaartnummer: 0307491 Telefoonnummer: 0650255752 Betreft: Bachelorscriptie Adres: Keizersgracht 10B Begeleider:

Nadere informatie

Het winstbegrip van de CCCTB en de fiscale winstbepaling in Nederland

Het winstbegrip van de CCCTB en de fiscale winstbepaling in Nederland Het winstbegrip van de CCCTB en de fiscale winstbepaling in Nederland Bachelorhesis fiscale economie 2013 Tilburg University School of economics and management Fiscale economie Naam student: Esmeralda

Nadere informatie

De fiscale winstbepaling in G.K.G. en de CCCTB

De fiscale winstbepaling in G.K.G. en de CCCTB De fiscale winstbepaling in G.K.G. en de CCCTB Is op basis van een vergelijking tussen beide systemen, de fiscale winstbepaling uit de CCCTB als een goed alternatief voor g.k.g. te betitelen? Bachelorthesis

Nadere informatie

De invulling van het winstbegrip in de Common Consolidated Corporate Tax Base en het goed koopmansgebruik.

De invulling van het winstbegrip in de Common Consolidated Corporate Tax Base en het goed koopmansgebruik. De invulling van het winstbegrip in de Common Consolidated Corporate Tax Base en het goed koopmansgebruik. Bachelor thesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg School of Economics and Management Tilburg,

Nadere informatie

De toekomst van voorraadwaardering

De toekomst van voorraadwaardering De toekomst van voorraadwaardering In hoeverre blijven het lifo-stelsel en het ijzeren-voorraadstelsel van voorraadwaardering in de toekomst nog bruikbaar voor de fiscale winstbepaling? Bachelorscriptie

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Bijlage 1 Handelsstal en Springstal De Eijk 87

Inhoud. Voorwoord 5. Bijlage 1 Handelsstal en Springstal De Eijk 87 Inhoud Voorwoord 5 1 Vermogenspositie 9 1.1 De fiscale jaarrekening 10 1.2 Waarderingsgrondslagen in de fiscale boekhouding 14 1.3 Andere waarderingsgrondslagen en stille reserves 25 1.4 Afsluiting 30

Nadere informatie

De beginselen van goed koopmansgebruik en (her)waardering voor een landbouwbedrijf

De beginselen van goed koopmansgebruik en (her)waardering voor een landbouwbedrijf De beginselen van goed koopmansgebruik en (her)waardering voor een landbouwbedrijf Naam : Mw. E.P.A. (Evelyn) Lammers Administratienummer : 995006 Studierichting : Master Fiscale Economie Datum : 30 juni

Nadere informatie

Verhouding tussen de International Financial Reporting Standards en de Nederlandse fiscale winstberekening

Verhouding tussen de International Financial Reporting Standards en de Nederlandse fiscale winstberekening Verhouding tussen de International Financial Reporting Standards en de Nederlandse fiscale winstberekening In deze bijdrage wordt onderzocht of voor de Nederlandse fiscale winstberekening op specifieke

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

Financiële verslaggeving in beweging. Programma

Financiële verslaggeving in beweging. Programma Financiële verslaggeving in beweging Prof. dr Jos M.J. Blommaert 1 Programma Four key steps Recente ontwikkelingen Voorzieningen als verplichtingen Goodwill en reële waarde Impairmenttoets 2 1 Four key

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 215 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 215 JAARREKENING

Nadere informatie

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering)

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering) Uitwerking examen Financial Accounting dd 9 januari 08 (na normeringsvergadering) Opgave (30 punten) Vraag ( punten) Noem twee functies van het kasstroomoverzicht. Draagt in samenhang met de balans en

Nadere informatie

Bedrijfseconomie & Goed koopmansgebruik

Bedrijfseconomie & Goed koopmansgebruik Tilburg University Bedrijfseconomie & Goed koopmansgebruik Bachelor Thesis Fiscale Economie C. Boskan S63333 Mr. dr. R. Russo. Prof. dr. J.A.G. van der Geld 26-4-2011 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1: Inleiding

Nadere informatie

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen

Nadere informatie

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5 Inhoud Antwoorden hoofdstuk 1 2 Antwoorden hoofdstuk 2 3 Antwoorden hoofdstuk 3 4 Antwoorden hoofdstuk 4 5 Antwoorden hoofdstuk 5 6 Antwoorden hoofdstuk 6 8 Antwoorden hoofdstuk 7 9 Antwoorden hoofdstuk

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst

Nadere informatie

6136 GM SITTARD TE DEPONEREN FINANCIEEL VERSLAG 2013 B V DR. NOLENSLAAN 117. Company.info ALRECREA. Handeisregist er 14024391 te Zuid-Limburg

6136 GM SITTARD TE DEPONEREN FINANCIEEL VERSLAG 2013 B V DR. NOLENSLAAN 117. Company.info ALRECREA. Handeisregist er 14024391 te Zuid-Limburg TE DEPONEREN FINANCIEEL VERSLAG 2013 VAN ALRECREA B V DR. NOLENSLAAN 117 6136 GM SITTARD Dossiernummer Handeisregist er 14024391 te Zuid-Limburg INHOUDSOPGAVE I. JAARREKENING 2013 pag. 4 Algemene toelichting

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 24.10.2018 L 265/3 VERORDENING (EU) 2018/1595 VAN DE CCOMMISSIE van 23 oktober 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV Datum: 10 april 2018 Spuiboulevard 298 Postbus 310 3300 AH Dordrecht T (078) 770 80 95 E info@rom-d.nl JAARSTUKKEN ROM-D HOLDING NV 2016 - BLADZIJDE 2 INHOUDSOPGAVE 1.

Nadere informatie

BEWAARDER RE WONINGFONDS IV BV DIRECTIEVERSLAG 2016

BEWAARDER RE WONINGFONDS IV BV DIRECTIEVERSLAG 2016 BEWAARDER RE WONINGFONDS IV BV DIRECTIEVERSLAG 2016 INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Verslag van de directie JAARREKENING Balans Winst- en verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting algemeen en waarderingsgrondslagen

Nadere informatie

RJ-Uiting : Handreikingen bij de toepassing van fiscale grondslagen door microrechtspersonen of kleine rechtspersonen

RJ-Uiting : Handreikingen bij de toepassing van fiscale grondslagen door microrechtspersonen of kleine rechtspersonen RJ-Uiting 2016-5: Handreikingen bij de toepassing van fiscale grondslagen door microrechtspersonen of kleine rechtspersonen Ten Geleide Op 9 oktober 2015 is de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening (wetsvoorstel

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Financieel Verslag 2014 Stichting Mama Watoto

Financieel Verslag 2014 Stichting Mama Watoto Financieel Verslag 214 Stichting Mama Watoto 1 Inhoud Jaarrekening Balans per 31 december 214 5 Winst-en-verliesrekening over 214 7 Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening 1 Overige gegevens

Nadere informatie

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 Jaarrekening is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 april 2014 R. Mooij Jaarverslag 2014 31 december 2014 JAARVERSLAG

Nadere informatie

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar

Stichting Beheer Warenar Kerkstraat HE Wassenaar Kerkstraat 75 2242 HE INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 31 december 2016 1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 2 Toelichting op de balans per 31 december 2016 6 A BALANS PER 31 DECEMBER 2016

Nadere informatie

Zijn het lifo- en ijzerenvoorraadstelsel. van deze tijd?

Zijn het lifo- en ijzerenvoorraadstelsel. van deze tijd? BACHELOR THESIS: FISCALE ECONOMIE Zijn het lifo- en ijzerenvoorraadstelsel nog wel van deze tijd? 22 november 2011 2011 Naam Studierichting Yassir Azza Fiscale Economie Administratienummer 771523 Examencommissie

Nadere informatie

Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten

Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten Jaarverslag 2010 Rhodenborg Beleggingen I BV Houten Inhoudsopgave pagina Jaarrekening Balans per 31 december 2010 2 Algemene toelichting 3 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 4 Grondslagen

Nadere informatie

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Jaarrapport 2016

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Jaarrapport 2016 Haarlem Jaarrapport 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring van de accountant 3 JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2016 5 2 Winst-en-verliesrekening over

Nadere informatie

CCCTB. Een onderzoek naar de gevolgen van een Europese vennootschapsbelasting op het goed koopmansgebruik. Roos Kaan

CCCTB. Een onderzoek naar de gevolgen van een Europese vennootschapsbelasting op het goed koopmansgebruik. Roos Kaan CCCTB Een onderzoek naar de gevolgen van een Europese vennootschapsbelasting op het goed koopmansgebruik Roos Kaan 10036024 6 juli 2016 Universiteit van Amsterdam BSc Fiscale Economie Mw. mr. W.N.C. Verbruggen

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Veilige Havens Internationaal Mr. S. van Houtenlaan TX Amstelveen

Jaarrekening Stichting Veilige Havens Internationaal Mr. S. van Houtenlaan TX Amstelveen Jaarrekening 2017 Mr. S. van Houtenlaan 5 1181 TX Rapportage Opdrachtbevestiging 4 Algemeen 5 Grondslagen voor de waardering 6 Jaarrekening 2017 Balans per 31 december 2017 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015 Jaarverslag 2015 31 december 2015 JAARVERSLAG 2015 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2015 - Balans per 31 december 2015 3 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2015 4 - Algemene

Nadere informatie

Stichting Ambassadors Dieren Rapport inzake Jaarstukken 2013

Stichting Ambassadors Dieren Rapport inzake Jaarstukken 2013 Stichting Ambassadors Dieren Rapport inzake Jaarstukken 2013 17 mei 2014 Inhoudsopgave Algemeen rapport 1. Algemeen 4 2. Resultaat 4 3. Fiscale positie 4 Jaarstukken 4. Balans per 31-12-2013 6 5. Winst-

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Uit welke onderdelen bestaat een extern jaarverslag (jaarrapport)? De externe jaarverslaggeving (jaarrapport) bestaat uit: de balans, de winst- en verliesrekening en de toelichting

Nadere informatie

EValuation Capital Management B.V. Postbus NB AMSTERDAM. Tussentijdse cijfers 1 januari tot en met 30 juni 2013

EValuation Capital Management B.V. Postbus NB AMSTERDAM. Tussentijdse cijfers 1 januari tot en met 30 juni 2013 Postbus 79005 1070 NB AMSTERDAM Tussentijdse cijfers 1 januari tot en met 30 juni 2013 INHOUD Pagina TUSSENTIJDSE CIJFERS 1 JANUARI TOT EN MET 30 JUNI 2013 Samenstellingsverklaring 2 Algemeen 3 TUSSENTIJDSE

Nadere informatie

Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Overlopende activa

Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Overlopende activa Balans per 31 december 2017 na resultaatbestemming 31-12-2017 31-12-2016 Activa Vaste activa Materiële vaste activa 275.822 331.720 Financiële vaste activa 89.572.947 83.960.204 Vlottende activa Vorderingen

Nadere informatie

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken Stichting NKV Gebouw te Helmond 1 Balans per 31 december 2017 (ná verwerking voorstel resultaatbestemming) ACTIVA Vaste activa 31 december 2017 31 december 2016 Materiële vaste activa inventaris en machines

Nadere informatie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon

Nadere informatie

Jaarrekening boekjaar Stichting. ecosan ghana. Amsterdam

Jaarrekening boekjaar Stichting. ecosan ghana. Amsterdam Jaarrekening boekjaar 2016 ecosan ghana Inhoudsopgave pagina Balans per 31 december 2016 3 Winst en Verliesrekening 2016 4 Toelichting op de Balans 5 Grondslagen van waardering en Resultaatbepaling 6 Overige

Nadere informatie

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met te Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van 01-01-2017 tot en met 31-12-2017 Inhoudsopgave Pagina Balans per 31 december 2017 3 Winst-en-verliesrekening over 2017 5 Grondslagen

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

EValuation Capital Management B.V. Postbus 79005 1070 NB AMSTERDAM. Tussentijdse cijfers 1 januari tot en met 30 juni 2015

EValuation Capital Management B.V. Postbus 79005 1070 NB AMSTERDAM. Tussentijdse cijfers 1 januari tot en met 30 juni 2015 Postbus 79005 1070 NB AMSTERDAM Tussentijdse cijfers 1 januari tot en met 30 juni 2015 INHOUD Pagina TUSSENTIJDSE CIJFERS 1 JANUARI TOT EN MET 30 JUNI 2015 Samenstellingsverklaring 2 Algemeen 3 TUSSENTIJDSE

Nadere informatie

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016 Haarlem Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016 INHOUD Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring van de accountant 3 TUSSENTIJDS OVERZICHT 1 Balans

Nadere informatie

Mijndomein.nl Services BV

Mijndomein.nl Services BV 15 Mijndomein.nl Services BV 1 Cappa Accountants & Adviseurs Inhoudsopgave jaarrekening 2015 De in dit rapport opgenomen getallen tussen haakjes zijn negatief. Tenzij anders vermeld luiden de bedragen

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 HALFJAARVERSLAG 2013 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

Goed koopmansgebruik & HIR

Goed koopmansgebruik & HIR Goed koopmansgebruik & HIR Roberto van den Heuvel Totaalwinst vs. jaarwinst Totaalwinst Art. 3.8 Wet IB 2001 / art. 8 Wet Vpb Totaalwinst bepalen: Vermogensbestandelen vermogensetikettering bezittingen

Nadere informatie

Naam van de rechtspersoon Squarewise Transitions B.V. Zetel van de rechtspersoon Amsterdam. Datum van vaststelling van de jaarrekening 12 juni 2019

Naam van de rechtspersoon Squarewise Transitions B.V. Zetel van de rechtspersoon Amsterdam. Datum van vaststelling van de jaarrekening 12 juni 2019 Startdatum van de periode waarop de betrekking heeft 1 januari 2018 Einddatum van de periode waarop de betrekking heeft 31 december 2018 Jaarrekening vastgesteld (J/N) Datum deponering 1 INHOUD Jaarverslag2

Nadere informatie

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede J A A R STUKKEN 2016 Pertax BV Ede Opmaakdatum: 30 maart 2017 Jaarstukken 2016 - Jaarrekening - Overige gegevens Opmaakdatum: 6 april 2017 1 Jaarrekening - Balans - Winst-en-verliesrekening - Toelichting

Nadere informatie

BACHELOR THESIS. Commerciële en fiscale voorziening bij reorganisatie. Administratienummer: Datum: april Prof. dr. J.A.G.

BACHELOR THESIS. Commerciële en fiscale voorziening bij reorganisatie. Administratienummer: Datum: april Prof. dr. J.A.G. BACHELOR THESIS Commerciële en fiscale voorziening bij reorganisatie Naam: Hanife Senal Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 730835 Datum: april 2011 Examencommissie: Mr. dr. R. Russo

Nadere informatie

Balans per 31 december 2012

Balans per 31 december 2012 Balans per 31 december 2012 ACTIVA 31 december 2012 31 december 2011 Vaste activa Materiële vaste activa Onroerende zaken 330.249 345.191 1 Inventaris 6.878 8.475 1 Vervoermiddelen 1.625 2.525 1 338.752

Nadere informatie

Stichting Common Lisp Foundation Kraaipanstraat PG AMSTERDAM JAARREKENING 2014 INHOUDSOPGAVE. Aanbiedingsbrief Samenstellingsverklaring 3

Stichting Common Lisp Foundation Kraaipanstraat PG AMSTERDAM JAARREKENING 2014 INHOUDSOPGAVE. Aanbiedingsbrief Samenstellingsverklaring 3 Kraaipanstraat 19 1091 PG AMSTERDAM JAARREKENING 2014 INHOUDSOPGAVE Pag. Aanbiedingsbrief Samenstellingsverklaring 3 Jaarrekening Balans per 31 december 2014 5-6 Staat van baten en lasten over 2014 7 Toelichting

Nadere informatie

Jaarstukken 2011 van Permar Energiek BV. Jaarstukken 2011. - Jaarrekening - Overige gegevens

Jaarstukken 2011 van Permar Energiek BV. Jaarstukken 2011. - Jaarrekening - Overige gegevens Jaarstukken 2011 - Jaarrekening - Overige gegevens Opmaakdatum: 20 april 2012 1 Jaarrekening - Balans - Winst-en-verliesrekening - Toelichting 2 Balans per 31 december 2011 (Bedragen x 1.000) (na resultaatbestemming)

Nadere informatie

Schuld of voorziening: That s the question

Schuld of voorziening: That s the question Schuld of voorziening: That s the question Afstudeerscriptie Fiscaal Recht Naam: Olaf de Laat Studentnummer: 741101 Begeleider: drs. F.J. Elsweier Afstudeerdatum: 24 augustus 2011 Examencommissie: drs.

Nadere informatie

Stichting Getekend Door Schilder AH Assendelft. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting Getekend Door Schilder AH Assendelft. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting Getekend Door Schilder 7 1567AH Assendelft KvK-nummer: 5283128 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 215 Inhoud FINANCIEEL VERSLAG Samenstellingsverklaring Bestuursverslag JAARSTUKKEN 215 JAARREKENING

Nadere informatie

IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG 2011. Krijgsman 6 - Postbus 8010-1180 LA AMSTELVEEN Telefoon 020-7559000 - Fax 020-7559090

IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG 2011. Krijgsman 6 - Postbus 8010-1180 LA AMSTELVEEN Telefoon 020-7559000 - Fax 020-7559090 IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG 2011 Krijgsman 6 - Postbus 8010-1180 LA AMSTELVEEN Telefoon 020-7559000 - Fax 020-7559090 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARVERSLAG 3 JAARREKENING Balans per 31 december 2011

Nadere informatie

Twiki RoboticsR. Jaarverslag 2013

Twiki RoboticsR. Jaarverslag 2013 R Jaarverslag 2013 inhoudsopgave Directieverslag 3 Jaarrekening 2013 4 Balans 4 Winst- en verliesrekening 5 Toelichting op de jaarrekening 2013 6 Verwijzingen jaarrekening 2013 7 Overige gegevens 10 Controleverklaring

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Financiële beleggingen Vorderingen Overlopende activa Liquide middelen

Financiële beleggingen Vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Balans per 31 december 2017 na resultaatbestemming 31-12-2017 31-12-2016 Activa Vaste activa Financiële beleggingen 47.393.176 46.794.340 Vlottende activa Vorderingen 205.551 0 Overlopende activa 26.270

Nadere informatie

Hoofdstuk 16.3 Prijsgrondslagen (waardering) Winstbegrip Historisch kostenstelsel Vervangingswaarde

Hoofdstuk 16.3 Prijsgrondslagen (waardering) Winstbegrip Historisch kostenstelsel Vervangingswaarde Hoofdstuk 16.3 Prijsgrondslagen (waardering) Winstbegrip Historisch kostenstelsel Vervangingswaarde Winstbegrip te definiëren als: bedrag dat aan het einde van een periode ontrokken kan worden aan de onderneming,

Nadere informatie

De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet.

De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze ziet de RJ graag uiterlijk 1 mei 2006 tegemoet. RJ-Uiting 2006-1 Ten geleide De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft het verzoek ontvangen om een uitspraak te doen over de verwerking in de jaarrekening van om niet verkregen en gekochte CO2 emissierechten.

Nadere informatie

Stichting Yourney te Amsterdam. Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013

Stichting Yourney te Amsterdam. Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013 Stichting Yourney te Amsterdam Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013 Inhoudsopgave RAPPORT Blz. Algemeen 3 Fiscale positie 4 JAARREKENING Grondslagen voor de financiële verslaggeving 5 Balans per 31

Nadere informatie

Stichting "De Binnenvaart" Hooikade CD Dordrecht. Rapport inzake jaarstukken 2017

Stichting De Binnenvaart Hooikade CD Dordrecht. Rapport inzake jaarstukken 2017 Stichting "De Binnenvaart" Hooikade 10 3311 CD Dordrecht Rapport inzake jaarstukken 2017 Dossiernummer: 0019000 Datum: 15 november 2018 INHOUDSOPGAVE Pagina FINANCIEEL VERSLAG 1 Opdracht 2 2 Samenstellingsverklaring

Nadere informatie

JAARRAPPORT 2011. Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM

JAARRAPPORT 2011. Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM JAARRAPPORT 2011 Oyens & Van Eeghen Beheer B.V. Zuidplein 124 1077 XV AMSTERDAM Vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders d.d. 30 mei 2012. INHOUD 1 INLEIDING 2 JAARREKENING 3 OVERIGE

Nadere informatie

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015 CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein 20 5651 GR Eindhoven Publicatierapport 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Eindhoven, dossiernummer 17175918 Vastgesteld door de Algemene Vergadering van

Nadere informatie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon

Nadere informatie

Examen AA. Financial Accounting 2 / EV2

Examen AA. Financial Accounting 2 / EV2 Examen AA Financial Accounting 2 / EV2 DATUM: 9 januari 2018 TIJD: 13.30 15.30 uur Belangrijke informatie: Dit examen bestaat uit 3 opgaven van 6 pagina s inclusief voorblad. Controleer of dit examen compleet

Nadere informatie

BEWAARDER RE WONINGFONDS VI BV DIRECTIEVERSLAG 2015

BEWAARDER RE WONINGFONDS VI BV DIRECTIEVERSLAG 2015 BEWAARDER RE WONINGFONDS VI BV DIRECTIEVERSLAG 2015 INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Verslag van de directie JAARREKENING Balans Winst- en verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting algemeen en waarderingsgrondslagen

Nadere informatie

Titel van het document Publicatiestukken 2018 onecentral B.V. Naam van de rechtspersoon onecentral B.V. Zetel van de rechtspersoon

Titel van het document Publicatiestukken 2018 onecentral B.V. Naam van de rechtspersoon onecentral B.V. Zetel van de rechtspersoon . Startdatum van de periode waarop de betrekking heeft 1 januari 2018 Einddatum van de periode waarop de betrekking heeft 31 december 2018 Datum deponering 17 april 2019 1 INHOUD. Jaarverslag...2 Informatie

Nadere informatie

Financieel verslag 2014

Financieel verslag 2014 Financieel verslag 2014 Inhoud Jaarrekening 2 Balans per 31 december 2014 3 Winst- en verliesrekening 2014 4 Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening 5 Overige gegevens 11 Statutaire regeling

Nadere informatie

Stichting DENBI gevestigd te Kootwijkerbroek. Rapport inzake de jaarrekening 13 november 2014 tot en met 31 december 2015

Stichting DENBI gevestigd te Kootwijkerbroek. Rapport inzake de jaarrekening 13 november 2014 tot en met 31 december 2015 Stichting DENBI gevestigd te Kootwijkerbroek Rapport inzake de jaarrekening 13 november 2014 tot en met 31 december 2015 Inhoudsopgave Pagina Accountantsverslag Samenstellingsverklaring van de accountant

Nadere informatie

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening Verschillende overheidsregelingen eisen van ondernemingen financiële bijdragen voor de kosten van het opruimen van producten of productiefaciliteiten van die

Nadere informatie

Stichting Nederlands Debat Instituut. Rapport inzake de Jaarrekening 11 januari 2013 tot en met 31 augustus 2014

Stichting Nederlands Debat Instituut. Rapport inzake de Jaarrekening 11 januari 2013 tot en met 31 augustus 2014 Stichting Nederlands Debat Instituut Rapport inzake de Jaarrekening 11 januari 2013 tot en met 31 augustus 2014 Inhoudsopgave Pagina Financieel verslag Samenstellingsverklaring 2 Algemeen 4 Jaarrekening

Nadere informatie

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2015 van : Samenwerkend U.A., Inhoudsopgave Pagina 1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2015 I: Balans per 31 december 2015 3 II: Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN Publicatierapport 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 17254018. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 17 mei 2017

Nadere informatie

Stichting Ledro4life.eu EINDHOVEN FINANCIEEL VERSLAG 2014

Stichting Ledro4life.eu EINDHOVEN FINANCIEEL VERSLAG 2014 FINANCIEEL VERSLAG 2014 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring 3 Resultaat 4 Financiële positie 5 JAARREKENING Balans per 31 december 2014 6 Staat van baten en lasten over 2014

Nadere informatie

HERINVESTERINGSRESERVE Artikel 3.54 Wet IB 2001

HERINVESTERINGSRESERVE Artikel 3.54 Wet IB 2001 HERINVESTERINGSRESERVE Artikel 3.54 Wet IB 2001 Bachelorscriptie 2012 Naam: Ahmet Altun ANR: 640747 Studierichting: Fiscaal Economie Datum: 11 December 2012 Examencommissie: Prof. Dr. J.A.G. van der Geld

Nadere informatie

Financieel Verslag Stichting 2109 Gevestigd te Son en Breugel

Financieel Verslag Stichting 2109 Gevestigd te Son en Breugel Financieel Verslag 2016 Stichting 2109 Gevestigd te Voorblad 0 0 Inhoud Accountantsrapportage 2 Samenstellingsverklaring 3 Algemeen 4 Resultaatvergelijking 5 Jaarrekening 7 Balans 8 Resultatenrekening

Nadere informatie

CTOUCH Services & Training B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven

CTOUCH Services & Training B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven CTOUCH Services & Training B.V. Het Schakelplein 20 5651 GR Eindhoven Publicatierapport 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 6410.9879 Vastgesteld door de Algemene Vergadering

Nadere informatie

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2016 van : Samenwerkend U.A., Inhoudsopgave Pagina 1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2016 I: Balans per 31 december 2016 3 II: Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

Naam van de rechtspersoon Zetel van de rechtspersoon. Datum van vaststelling van de jaarrekening 25 oktober 2018

Naam van de rechtspersoon Zetel van de rechtspersoon. Datum van vaststelling van de jaarrekening 25 oktober 2018 . Startdatum van de huidige financiële rapportageperiode 1 januari Einddatum van de huidige financiële rapportageperiode 31 december Datum deponering 30 oktober 2018 1 INHOUD. Jaarverantwoording... 2 Informatie

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47

JAARVERSLAG 2014 2011 EV HAARLEM. Haarlem, 7 april 2015 - 1 - STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 JAARVERSLAG 2014 STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47 2011 EV HAARLEM Haarlem, 7 april 2015-1 - INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Resultaat 4 3 Financiële positie 5 4 Kengetallen

Nadere informatie

Renpart Vastgoed Management B.V. PUBLICATIESTUKKEN 2007 RENPART VASTGOED MANAGEMENT B.V. TE DEN HAAG

Renpart Vastgoed Management B.V. PUBLICATIESTUKKEN 2007 RENPART VASTGOED MANAGEMENT B.V. TE DEN HAAG PUBLICATIESTUKKEN 2007 RENPART VASTGOED MANAGEMENT B.V. TE DEN HAAG BALANS (opgemaakt voor resultaatbestemming, bedragen in euro) ACTIVA 31 december 2007 31 december 2006 VASTE ACTIVA Materiële vaste activa

Nadere informatie

Financieel verslag 2018

Financieel verslag 2018 Financieel verslag 2018 Stichting Beheer Biesbosch MuseumEiland INHOUDSOPGAVE Accountantsrapport Samenstellingsverklaring van de accountant 4 Jaarrekening Balans per 31 december 2018 7 Staat van baten

Nadere informatie

EValuation Capital Management B.V. Postbus NB AMSTERDAM. Tussentijdse cijfers 1 januari tot en met 30 juni 2014

EValuation Capital Management B.V. Postbus NB AMSTERDAM. Tussentijdse cijfers 1 januari tot en met 30 juni 2014 Postbus 79005 1070 NB AMSTERDAM Tussentijdse cijfers 1 januari tot en met 30 juni 2014 INHOUD Pagina TUSSENTIJDSE CIJFERS 1 JANUARI TOT EN MET 30 JUNI 2014 Samenstellingsverklaring 2 Algemeen 3 TUSSENTIJDSE

Nadere informatie