Hebben het LIFO- en het ijzeren voorraadstelsel nog toekomst?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hebben het LIFO- en het ijzeren voorraadstelsel nog toekomst?"

Transcriptie

1 Tilburg University Tilburg School of Economics and Management Bachelor thesis Hebben het LIFO- en het ijzeren voorraadstelsel nog toekomst? Datum: 4 januari 2013 Door: Emiel Dignouts ANR: Studierichting: Fiscale Economie Examencommissie: Prof. dr. J.A.G. van der Geld Mr. dr. R. Russo (begeleider)

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Doelstellingen Probleemstelling Verantwoording opzet... 6 Hoofdstuk 2 Fiscale voorraadwaardering 2.1 Winstbepaling Totaalwinst Jaarwinst Goed Koopmansgebruik Realiteitsbeginsel Eenvoudbeginsel Voorzichtigheidsbeginsel Fiscale voorraad Definitie voorraad Technische en economische voorraad Verschillende voorraadsystemen Nominalisme en substantialisme LIFO IJzeren voorraadstelsel...15 Hoofdstuk 3 IFRS 3.1 Oorsprong IFRS Europese invloed op IFRS Algemene beginselen

3 3.4 Voorraadwaardering volgens IFRS Hoofdstuk 4 CCCTB-voorstel 4.1 Doelstellingen Beperkingen Economische gevolgen Relatie CCCTB-voorstel en IFRS Belastinggrondslag Voorraadwaardering volgens CCCTB-voorstel...26 Hoofdstuk 5 Vergelijking jaarwinstbegrip, IFRS en CCCTB-voorstel 5.1 Vergelijking jaarwinstbegrip en IFRS Directe invloed IFRS op jaarwinst Indirecte invloed IFRS op jaarwinst Invloed CCCTB op jaarwinstbegrip Overeenkomsten goed koopmansgebruik, IFRS en CCCTB-voorstel Verschillen goed koopmansgebruik, IFRS en CCCTB-voorstel...31 Hoofdstuk 6 Conclusie en persoonlijke stellingname 6.1 Conclusie Beantwoording hoofdvraag Beantwoording deelvragen Persoonlijke stellingname.. 35 Hoofdstuk 7 Literatuurlijst 7.1 Boeken

4 7.2 Artikelen Jurisprudentielijst Overig

5 Hoofdstuk 1 Inleiding Dit inleidende hoofdstuk bestaat uit een aanleiding, beschrijving van de doelstellingen, probleemstelling en een verantwoording van de opzet. 1.1 Aanleiding De fiscale en commerciële winstbepaling hebben een doelstelling die op gespannen voet met elkaar staan. Fiscaal wordt de nadruk gelegd op de bepaling van de belastbare winst. Aan de andere kant moet er commercieel gezien een waarheidsgetrouw en realistisch beeld van de onderneming worden weergegeven. Één van de factoren die van belang zijn bij de bepalingen van beide winsten is de waardering van de voorraad. We kennen verschillende systemen die gebruikt worden om de waarde van de voorraad te bepalen. In de loop van de tijd zijn bepaalde waarderingssystemen onder druk komen te staan. Zo zijn het ijzeren voorraadstelsel en het Last In First Out (hierna: LIFO) commercieel volgens het IFRS afgekeurd en fiscaal volgens het CCCTB-voorstel uitgesloten. De Hoge Raad heeft echter onlangs besloten om deze systemen nog steeds toe te staan bij de bepaling van de fiscale en commerciële winst. 1 Naast het feit dat er op talloze gebieden in Europa een trend van harmonisering heerst zijn er verschillende redenen aan te dragen waarom dit opmerkelijk is. Vandaar dat de vraag reist of deze twee voorraadstelsels nog wel te gebruiken zijn binnen het stelsel dat wij kennen en of er niet beter aansluiting kan worden gezocht bij Europese regelgeving. Beide stelsels kunnen alleen gebruikt worden zolang deze vallen binnen het begrip goed koopmansgebruik. 1.2 Doelstellingen In deze bachelorthesis zal onderzocht worden hoe voorraadwaardering plaats zou moeten vinden volgens de regels van het Nederlandse jaarwinstbegrip, het IFRS en het CCCTB-voorstel. Daarnaast wordt bekeken in welke mate het IFRS en het CCCTB-voorstel invloed uitoefenen op het Nederlands jaarwinstbegrip en goed koopmansgebruik. 1.3 Probleemstelling De hoofdvraag die ik zal gaan beantwoorden in deze bachelorthesis is de volgende: Is de handhaving van het ijzeren voorraadstelsel en het LIFO-stelsel in de toekomst te rechtvaardigen of achterhaald vanwege de IFRS-richtlijnen en de Europese CCCTB conceptrichtlijn? 1 HR 10 april 2009, BNB 2009/271 5

6 Om deze hoofdvraag te beantwoorden heb ik drie deelvragen opgesteld die mij zullen helpen een gerechtvaardigde conclusie te trekken. De drie deelvragen zijn de volgende: - Hoe wordt het begrip voorraad in Nederland beschouwd en in welke kaders wordt deze geplaatst? - Welke eisen stellen het IFRS en het CCCTB-voorstel aan voorraadwaardering? - In hoeverre zetten het IFRS en het CCCTB-voorstel de jaarwinstbepaling onder druk en kunnen deze de rol van het goed koopmansgebruik overnemen? 1.4 Verantwoording van de opzet Om zo concreet mogelijk antwoord te geven op de deelvragen heb ik geprobeerd een heldere indeling te maken die ik hieronder toe zal lichten. In het tweede hoofdstuk zal worden gekeken naar de samenhang tussen voorraadwaardering, totale winst en jaarwinst. Het begrip goed koopmansgebruik komt hierbij ook om de hoek kijken. Uiteindelijk zal bekeken worden wat het verschil is tussen nominalisme en substantialisme en worden het LIFO- en ijzeren voorraadstelsel uitgelegd. In het derde hoofdstuk wordt dieper ingegaan op het IFRS. Voordat bekeken wordt wat er beschreven staat in dit document wordt nader ingezoomd op de oorsprong hiervan. Een belangrijk punt in dit hoofdstuk is het bekijken hoe voorraadwaardering plaats zou moeten vinden volgens IFRS. In het vierde hoofdstuk zullen de doelstellingen en totstandkoming van het CCCTB-voorstel beschreven worden. In het CCCTB-voorstel wordt ook geschreven over voorraadwaardering. De uitwerking hiervan valt te lezen in hoofdstuk vier. In het vijfde hoofdstuk zal ik dieper ingaan op de relatie tussen het goed koopmansgebruik, het CCCTB en de IFRS. Het zesde hoofdstuk zal bestaan uit drie compartimenten, namelijk de beantwoording van de deelvragen, de hoofdvraag en mijn persoonlijke stellingname. 6

7 Hoofdstuk 2 Fiscale voorraadwaardering In dit hoofdstuk wordt bekeken op welke manier voorraadwaardering de winstbepaling beinvloedt. Daarnaast wordt er een beschrijving gegeven van het begrip voorraad en wordt het verschil uitgelegd tussen nominalisme en substantialisme. Uiteindelijk worden het LIFO- en het ijzeren voorraadstelsel besproken. 2.1 Winstbepaling In de inkomstenbelasting wordt in zowel artikel 3.8 IB 2001 als artikel 3.25 IB 2011 gesproken van winst. In deze paragraaf zullen de jaar- en totaalwinst worden toegelicht. Goed koopmansgebruik speelt hierbij ook een grote rol waardoor deze ook beschreven zal worden in deze paragraaf Totaalwinst Het begrip totaalwinst is vastgelegd in artikel 3.8 IB Totaalwinst wordt daarin omschreven als het bedrag van de gezamenlijke voordelen die, onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming. De totaalwinst wordt berekend door het beginvermogen bij oprichting van de onderneming af te trekken van het eindvermogen bij staking van de onderneming, waarbij stortingen en onttrekkingen worden geëlimineerd 2. De totaalwinst wordt opgedeeld in verschillende parten en elk part wordt toebedeeld aan een boekjaar. Elk part wordt de jaarwinst genoemd. Een verandering in de waardering van voorraad, bijvoorbeeld door te switchen van waardering volgens historische kostprijs naar het ijzeren voorraadstelsel beïnvloedt niet de hoogte van de totaalwinst. Alleen het moment van belastingheffing kan worden uitgesteld Jaarwinst In artikel 3.25 IB 2001 wordt invulling gegeven aan het begrip jaarwinst. Het artikel luidt als volgt: de in een kalenderjaar genoten winst wordt bepaald volgens goed koopmansgebruik, met inachtneming van een bestendige gedragslijn die onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst. De bestendige gedragslijn kan alleen worden gewijzigd indien goed koopmansgebruik dit rechtvaardigt 3 2 P.H.J. Essers, Verhandeling, TFO 2008/147 3 Volgt uit Artikel 3.25 Wet op Inkomstenbelasting

8 Er wordt gesproken van het begrip goed koopmansgebruik. De inhoud hiervan wordt geïllustreerd in de volgende paragraaf. De eis van een bestendige gedragslijn wil zeggen dat de manier van winstberekening een zekere continuïteit heeft. Een willekeurige verandering is niet veroorloofd. 4 Een bestendige gedragslijn kan gezien worden als een subjectieve grootheid aangezien het resultaat afhangt van de keuzes die een ondernemer maakt. Onderdeel van deze gedragslijn is de manier waarop de voorraad gewaardeerd wordt. Uit artikel 3.25 Wet op Inkomstenbelasting 2001 blijkt ook dat de gedragslijn alleen aangepast kan worden in het geval goed koopmansgebruik dit rechtvaardigt. De Hoge Raad heeft zich ook uitgesproken over het aanpassen van de gedragslijn. De Hoge Raad heeft namelijk bepaald dat het niet toegestaan is van stelsel te wisselen vanwege een fiscaal motief. Van fiscaal motief wordt gesproken op het moment dat de stelselwijziging gericht is op het verkrijgen van een incidenteel fiscaal voordeel Goed koopmansgebruik Het begrip goed koopmansgebruik is een zeer dynamisch begrip. Het heeft namelijk een open karakter en is continu onderhevig aan verandering vanwege de rechtspraak. Nergens in de wetgeving is een heldere definitie vastgelegd. G.T.K. Meussen stelt dat HR 8 mei 1957, BNB 1957/208 gezien kan worden als het basisarrest inzake goed koopmansgebruik. 6 Daarin werd bepaald dat in beginsel een handelingswijze in overeenstemming met goed koopmansgebruik is wanneer het bedrijfseconomisch geaccepteerd is. De handelswijze mag dan echter niet in strijd zijn met: - een voorschrift in de belastingwet - de opzet van de belastingwet - een beginsel van de belastingwet In verschillende artikelen zijn drie basisbeginselen terug te vinden die de rechter houvast bieden bij de toetsing van goed koopmansgebruik. 7 Dit zijn de beginselen realiteit, eenvoud en voorzichtigheid. Deze zullen hieronder worden uitgelegd. 4 Fiscale Encyclopedie De Vakstudie Vennootschapsbelasting, Aantekening 7.1 Bestendige gedragslijn onafhankelijk van de vermoedelijke uitkomst bij: Wet inkomstenbelasting 2001, Artikel HR 14 januari 1970, BNB 1970/68 6 G.T.K. Meussen, Ontwikkelingen rondom goed koopmansgebruik in de jurisprudentie vanaf 1990, TFO 2003/139 7 J.Ch. Caanen, 'Enige beschouwingen over goed koopmansgebruik', TFO 1995/12, A.O. Lubbers en G.T.K. Meussen, Hoofdzaken winst uit onderneming, Fed fiscale studieserie, Kluwer tweede druk 2008 en Fiscale Encyclopedie De vakstudie Vennootschapsbelasting, Aantekening 3.3 Beginselen van goed koopmansgebruik bij: Wet Inkomstenbelasting 2001, Artikel

9 Realiteitsbeginsel Het realiteitsbeginsel houdt in dat baten en lasten die op een bepaald jaar betrekking hebben, in dat jaar worden toegerekend. Dit houdt in dat er niet willekeurig geschoven mag worden met baten en lasten naar andere fiscale boekjaren. Het arrest BNB 1956/121 8 is hierbij van belang voor het gebruik van het ijzeren voorraadstelsel en LIFO. De Hoge Raad heeft in dit arrest bepaald dat alleen in het geval dat nieuwe aangekochte voorraad soortgelijk althans soortverwant aan den normale voorraad per den genoemden datum 9 moet zijn wil er gewaardeerd worden tegen een vorig prijspeil. Onder andere uit arrest 14 november 1956, BNB 1959/204 blijkt dat de voorwaarde soortgelijk en soortverwant niet ruim kan worden beschouwd. 10 In dit arrest gaat het om een voorraad van een groothandel in fotoartikelen. De normale voorraad bedroeg ƒ op het basistijdstip. Aan het eind van het jaar wilde de onderneming de voorraad goederen onder de voorwaarde dat het goederen betrof behorende tot de fotobranche waarderen tegen prijzen die golden op het basistijdstip. Men wilde deze waardering alleen laten gelden voor een hoeveelheid met een waarde van ƒ De overige goederen werden gewaardeerd op basis van het prijspeil op de balansdatum. De Hoge Raad verwierp het voorstel echter aangezien de voorwaarde behorende tot de fotobranche geen volledige zekerheid biedt dat de nieuwe aangekochte goederen soortgelijk en soortverwant zijn aan de goederen aanwezig op het basistijdstip Eenvoudbeginsel Het eenvoudbeginsel houdt in dat het systeem praktisch controleerbaar en hanteerbaar moet zijn, zowel voor de ondernemer als voor de Belastingdienst. 11 Men moet de winstberekening niet moeilijker maken dan noodzakelijk is. Zo besliste de Hoge Raad dat een wijziging in de seniorenverlofregeling geen doorgang kon vinden vanwege het feit dat afwijking van de normale regelgeving voor aanzienlijke uitvoerproblemen zou leiden. 12 R. Russo illustreert dat het eenvoudbeginsel regelmatig inbreuk maakt op het realiteit- en voorzichtigheidsbeginsel. 13 Wanneer de ondernemer van mening was dat er om de realiteit en de voorzichtigheid te waarborgen er een hoge onredelijke administratieve lastendruk opgelegd werd, kon deze zich beroepen op het eenvoudbeginsel. In hetzelfde artikel geeft Russo aan dat het eenvoudbeginsel een kleinere rol zou moeten gaan spelen binnen het goed koopmansgebruik. Dit is mogelijk vanwege technische mogelijkheden en een afname van financieel analfabetisme, dat er in 8 HR 14 november 1959, BNB 1957/1 9 HR 14 november 1959, BNB 1957/1 10 G. Slot, Voorraadwaardering, Kluwer 6 e druk 2008, pag L.W. Sillevis, M.L.M. van Kempen, G.W.B. van Westen e.a., Studenteneditie , Cursus Belastingrecht (Inkomstenbelasting), pag HR 28 januari 2011, BNB 2011/85 13 R. Russo, De betekenis van het eenvoudselement in goed koopmansgebruik, WFR 2011/616 9

10 het verleden voor zorgde dat bepaalde ondernemingen een uitzonderingspositie innamen. Op die manier brengt het eenvoudbeginsel minder inbreuk op de andere beginselen van het goed koopmansgebruik. Voor de Belastingdienst wordt onder de term hanteerbaarheid controleerbaarheid verstaan. 14 Het systeem moet voor de Belastingdienst op redelijke wijze te controleren zijn Voorzichtigheidsbeginsel Beknopt kan aangegeven worden dat het voorzichtigheidsbeginsel inhoudt dat verliezen ondanks dat ze nog niet gerealiseerd zijn al mogen worden afgetrokken en dat winsten pas gerealiseerd hoeven te worden wanneer deze werkelijkheid zijn geworden. Uit het volgende citaat uit arrest HR 17 januari 1990, BNB 1990/75 blijkt dat wanneer er sprake is van enige onzekerheid ten tijde van de winstbepaling de winst nog niet genomen hoeft te worden. Indien een ondernemer in enig jaar recht heeft verkregen op een vergoeding wegens door hem in het kader van zijn onderneming gedane leveranties, eist goed koopmansgebruik dat hij te dier zake een actiefpost opneemt in zijn balans bij het einde van het jaar. Deze eis kan echter niet worden gesteld indien aan dat recht onzekerheden zijn verbonden van zodanige aard, dat activering in strijd zou komen met de voorzichtigheid die aan de winstbepaling volgens goed koopmansgebruik inherent is Dit beginsel sluit aan bij het realiteitsbeginsel aangezien winsten pas genomen worden op het moment dat ze werkelijkheid geworden zijn. Het is echter in strijd met het realiteitsbeginsel dat verliezen eerder genomen mogen worden dan het moment van realisatie van verliezen. In de context van het voorzichtigheidsbeginsel is arrest HR 30 maart 1955, BNB 1955/183 van belang voor de waardering van voorraad. De minimumwaarderingsregel 15 biedt de ondernemer de mogelijkheid om te waarderen op kostprijs of lagere marktwaarde. In het genoemde arrest heeft de Hoge Raad namelijk bepaald dat op het moment dat de marktprijs beduidend lager is dan de kostprijs de ondernemer verplicht is de voorraad af te waarderen. 14 D. Brull, J.W. Zwemmer, R.P.C. Cornelisse, Goed koopmansgebruik 7 e druk 2008, pag Ook bekend als het Niederwertzprinzip 10

11 2.2 Fiscale voorraad Definitie voorraad Voor het onderzoek is het van belang het begrip voorraad te definiëren. In het arrest van HR 17 april 1957, BNB 1957/238 heeft de Hoge Raad een voorraad omschreven als: de aanwezige hoeveelheid goederen als grond- en hulpstoffen, halffabricaten en gerede producten. Het is het geheel van goederen dat ter bewerking, verwerking of verkoop en derhalve bestemd voor de omzet aanwezig is. De heer M.J.H. Smeets is kritisch op deze definitie en illustreert dat er goederen zijn die bij het gebruik van deze definitie niet in de voorraad vallen terwijl dit naar zijn mening wel wenselijk is. Gedacht kan worden aan kantoorbehoeften en hulpstoffen. 16 Smeets stelt dat er beter aansluiting kan worden gezocht bij de definitie van N.J. Polak waarbij het begrip aansluiting krijgt bij een technische en bedrijfseconomische opvatting. Polak definieert een voorraad als alle goederen die in hun geheel omlopen bij eerste aanwending ervan. 17 P.H.J. Essers stelt dat de definitie van voorraad als volgt omschreven dient te worden: Onder voorraad is te verstaan het geheel van tot het vlottend kapitaal behorende goederen die a) zijn bestemd voor de verkoop dan wel b) zijn bestemd ter bewerking voor zodanige verkoop dan wel c) bij eerste aanwending economisch geheel in een voor de verkoop bestemd goed opgaan, ook al zijn zij technisch hierin niet meer terug te vinden. Tot het vlottend kapitaal behoren goederen die voor de winstberekening over de jaren, volgend op het jaar van eerste aanwending in het bedrijf, geen betekenis meer hebben 18 Het onderscheid dat Essers aanbrengt tussen voorraad enerzijds en bedrijfsmiddelen anderzijds is van belang vanwege de faciliteiten die wij kennen in de Wet op Inkomstenbelasting Zo kan er een investeringsaftrek 19 in de vorm van een kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, energie-investeringsaftrek en van milieu-investeringaftrek worden gerealiseerd op een bedrijfsmiddel maar niet op een voorraad. Daarnaast zijn een aantal voorraadwaarderingsystemen alleen toepasbaar op een voorraad en niet op een andere balanspost M.J.H. Smeets, Noot onder HR 11 maart 1953, BNB1953/119, 1953 Amsterdam 17 M.J.H. Smeets, Noot onder HR 11 maart 1953, BNB1953/119, 1953 Amsterdam 18 P.H.J. Essers, Fiscale voorraadwaardering, Fed Fiscale Brochures, 7 e druk 1996, pag Volgend uit artikel 3.41 Wet Inkomstenbelasting Essers, Fiscale voorraadwaardering, Fed Fiscale Brochures, 7 e druk 1996, pag

12 2.2.2 Technische en economische voorraad Er kan onderscheidt gemaakt worden tussen de technische en economische voorraad. Met de technische voorraad wordt de feitelijke omvang van de aanwezige goederen bedoeld. Wanneer men deze voorraad vermeerderd met de gekochte maar niet ontvangen goederen en verminderd met de verkochte maar nog niet geleverde goederen, heeft men de economische voorraad bepaald. 21 De keuze tussen deze twee waarderingsbegrippen is relevant aangezien de keuze de hoogte van de balanspost voorraad beïnvloed. Voor een onderneming die voornamelijk levert op voorraad kan het interessant zijn om de technische voorraad op de balans op te nemen in plaats van de economische voorraad zodat de balanspost voorraad relatief laag is vergeleken met de situatie waarin men kiest voor de economische voorraad. Volgens HR 19 juni 1957, BNB 1957/240 is de belastingplichtige gehouden de technische of economische voorraad op te nemen op de balans. 2.3 Verschillende voorraadsystemen In deze paragraaf zal er dieper in worden gegaan op het LIFO- en het ijzeren voorraadstelsel. Daarnaast wordt het verschil uitgelegd tussen nominalistische en substantialistische voorraadwaardering Nominalisme en substantialisme Voorraadwaardering kunnen we grofweg indelen in twee stromingen die van belang zijn, namelijk nominalistische en substantialistische voorraadwaardering. 22 Binnen het nominalisme borduurt men voort op de historische prijzen. Nominalistische waardering is het best te illustreren aan de hand van de eurois-euro-regel. 23 Dit houdt in dat er geen rekening wordt gehouden met de waardeverandering van geld, zoals inflatie en deflatie. Het waarderen van een voorraad tegen kostprijs is het beste voorbeeld van een nominalistisch voorraadwaarderingsstelsel. Hierbij wordt er gewaardeerd op basis van historische prijzen aangezien er wordt gewaardeerd tegen de prijs die de onderneming heeft betaald voor de voorraad. De winst behaald op de voorraad wordt berekend door de verkoopprijs te verminderen met de historische inkoopprijs. 24 Onder andere het FIFO-stelsel en het waarderen naar kostprijs of lagere marktwaarde worden nominalistisch van aard beschouwd. 21 Hoge Raad, 19 juni 1957, BNB 1957/ L.G.M. Stevens, Elementair Belastingrecht, vijfentwintigste druk 2009/2010, pag Fiscale Encyclopedie De Vakstudie Vennootschapsbelasting, Aantekening bij Wet Inkomstenbelasting 2001, artikel L.W. Sillevis, M.L.M. van Kempen, G.W.B. van Westen e.a., Studenteneditie , Cursus Belastingrecht (Inkomstenbelasting), pag

13 Tijdens enorme prijsstijgingen in Duitsland in de jaren twintig van de vorige eeuw werd geld minder waardevast en het rekenen in geld leidde tot onaanvaardbare uitkomsten. Doordat men niet meer kon vertrouwen op een nominalistische waardering is men na gaan denken over een andere manier van winstbepaling. Het substantialisme ontstond hieruit. 25 In ons land kan Th. Limpberg gezien worden als een van de eerste personen die substantialistisch denken in Nederland introduceerde. Zijn gedachtegang is gebaseerd op de door hem uitgewerkte theorie van de vervangingsleer. Deze leer gaat er van uit dat de ondernemer rekening moet houden met het tijdstip van vervanging van een bedrijfsmiddel. De ondernemer moet er voor zorgen dat er voldoende middelen aanwezig zijn om een vervangend bedrijfsmiddel aan te schaffen. In het geval van een prijsstijging van het bedrijfsmiddel mag deze toename niet als winst worden beschouwd. De prijsstijging resulteert namelijk in een prijsverschilreserve dat niet ten bate van het resultaat komt. Wanneer er een prijsstijging plaatsvindt, moet het bedrag dat te weinig is afgeschreven, vanwege de lagere vervangingsprijs, als verlies worden genomen. 26 Zo wordt er volgens het substantialistische winstbegrip rekening gehouden met prijsveranderingen. De historische prijs wordt dus niet in stand gehouden. Het ijzeren voorraadstelsel en het LIFO-stelsel worden substantialistisch van aard beschouwd. 27 Een groot voordeel van het gebruik van substantialistische voorraadwaardering is dat er rekening wordt gehouden met prijsveranderingen waarbij een onderneming bij grote prijsstijgingen niet in liquiditeitsproblemen hoeft te komen. De continuïteit van de onderneming wordt dus gewaarborgd. Het grote verschil tussen het substantialistische en nominalistische principe is dus dat er bij een substantialistisch stelsel rekening wordt gehouden met de kosten ter vervanging van de voorraad alvorens er winst wordt genomen. Het nominalistische principe houdt echter geen rekening met prijsveranderingen. Hieruit volgt dat bij een substantialistisch stelsel er bij stijgende inkoopprijzen een stille reserve ontstaat in de jaarwinst. Hier is dus sprake van belastinguitstel. Op het moment dat er afgerekend wordt over de totaalwinst wordt er belasting betaald over de stille reserve. 25 G. Slot, Voorraadwaardering, Kluwer 6 e druk 2008, pag W.A. Schot, Vervangingswaardeleer en waardevastheid van het geld, WFR 1962/ H.J.W. Klein Wassink, De vervangingswaarde, theorie en toepassing in de jaarrekening, WFR 1975/457 en L.G.M. Stevens, Elementair Belastingrecht, vijfentwintigste druk 2009/2010, pag

14 2.3.2 LIFO Het LIFO-systeem is geaccepteerd door de Hoge Raad in arrest BNB 1961/ De voorraad wordt gewaardeerd tegen de aanschafprijs. Doordat de laatst ingekochte goederen als eerste worden verkocht, ontstaat er in tijden van inflatie een verschil tussen de balanswaarde en de reële waarde. In dat geval is er sprake van een stille reserve. Er kan een onderscheid gemaakt worden in het LIFO per transactie en LIFO per balansdatum, oftewel het individueel LIFO en collectief LIFO. Het belangrijkste verschil is de waardering van mutaties. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van individueel LIFO wordt een mutatie direct gewaardeerd tegen de werkelijke kostprijs. In het geval dat er gebruik wordt gemaakt van collectief LIFO gaat men er vanuit dat er geen mutatie in de voorraad plaats vindt en wordt de voorraad dus telkens aangevuld op basis van de historische kostprijs. 29 Een voordeel van het gebruik van het collectief LIFO boven het individueel LIFO is dat mocht er een stille reserve ontstaan deze pas in de winst valt aan het einde van het boekjaar in plaats van op het moment van aanschaffen van de voorraad. Een groot voordeel van het gebruik van het LIFO-stelsel is dat wanneer er sprake is van stijgende prijzen de goedkoper ingekochte goederen overblijven in de voorraad. De voor een hogere prijs ingekochte goederen worden bij verkoop namelijk als eerste uit de voorraad gehaald. In dat geval heeft de post voorraad dus een lagere waarde op de balans dan in het geval waar bijvoorbeeld gebruikt wordt gemaakt van waardering naar marktwaarde of FIFO. Het is echter nadelig om gebruik te maken van het LIFOstelsel in een periode van dalende prijzen, aangezien in dat geval de relatief goedkope ingekochte goederen als eerste verkocht worden waardoor de relatief dure goederen in de voorraad blijven zitten. De post voorraad zal dan hoger zijn dan in het geval van waardering naar marktwaarde of FIFO. 28 HR 18 oktober 1961, BNB 1961/ Fiscale Encyclopedie De Vakstudie Vennootschapsbelasting, Aantekening Individueel of zuiver lifo-stelsel bij: Wet inkomstenbelasting 2011, Artikel

15 2.3.3 IJzeren voorraadstelsel In het ijzeren voorraadstelsel noemt men de vaste omvang van de voorraad van een onderneming de ijzeren voorraad. Deze vaste hoeveelheid wordt vervolgens vermenigvuldigd met een vaste prijs, de ijzeren prijs. 30 Hierdoor ontstaat op de balans een waarde die bijna nooit zal overeenkomen met de werkelijkheid vanwege het verschil in prijs en hoeveelheid. Dit resulteert in een manco of een surplus. We spreken van een manco als de ijzeren voorraad werkelijk lager is dan op de balans staat en we spreken van een surplus bij het omgekeerde. Dit betreft het belangrijke verschil met het LIFO-stelsel. Het ijzeren voorraadstelsel biedt namelijk in tegenstelling tot het LIFO-stelsel de mogelijkheid om gebruik te maken van een mancoreserve. Dit voorkomt dat in het geval van een lage voorraadpositie op de balans de stille reserve verloren gaat. De mancoreserve zorgt er namelijk voor dat de stille reserve doorgeschoven kan worden naar het volgende boekjaar. De mancoreserve wordt berekend door het aantal manco goederen te vermenigvuldigen met de marktinkoopprijs. 31 Een surplus wordt echter berekend tegen de kostprijs of de lagere marktinkoopprijs. 32 Er kan niet altijd gebruik worden gemaakt van het ijzeren voorraadstelsel. Er zijn een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Deze heeft de Hoge Raad opgenomen in het arrest BNB 1956/121, namelijk: De waardering van de voorraad vindt plaats op basis van het prijspeil waarop op de datum waarop het stelsel wordt ingevoerd. Zolang er sprake blijft van een soortgelijke of aanverwante aard en omvang mag de waardering voor de komende jaren aangehouden worden 2. Wordt de voorraad vergroot dan moet er gewaardeerd worden naar kostprijs of lagere marktwaarde op de balansdatum 3. Wordt de voorraad verkleind dan dient de afwaardering per schijf bekeken te worden. Het resultaat dat hieruit voorkomt, is de verkoopprijs minus de basisprijs Het eerste criteria beschrijft de normale voorraad. Hiermee wordt de voorraad bedoeld die noodzakelijk is om het productieproces soepel te laten lopen. 34 Zoals eerder aangegeven is er een onderscheid tussen de economische en technische voorraad. In het welbekende cacaobonen-arrest 35 heeft de Hoge Raad 30 E. Jansen, C.C. den Dekker, Externe financiele verslaggeving, 2004, pag Hoge Raad, 7 maart 1956, BNB 1956/ Hoge Raad, 7 maart 1956, BNB 1956/ Hoge Raad, 12 februari 1958, BNB 1956/ Hoge Raad, 12 februari 1958, BNB 1958/90 35 Hoge Raad, 10 april 2009, BNB 2009/271 15

16 vastgesteld dat de technische voorraad in beginsel gebruikt wordt om het ijzeren voorraadstelsel toe te passen. Goed koopmansgebruik staat echter ook toe dat de economische voorraad gebruikt wordt. Het groot voordeel van het gebruik van het ijzeren voorraadstelsel ontstaat wanneer er sprake is van een stijgend prijspeil. Doordat er sprake is van een vaste ijzeren prijs, wordt de waardestijging van de voorraad vanwege een stijgend prijspeil niet direct als fiscale winst aangemerkt. De belastingheffing wordt uitgesteld. 16

17 Hoofdstuk 3 IFRS In dit hoofstuk wordt de oorsprong van het IFRS beschreven waarbij ook dieper in wordt gegaan op de procedure van het opstellen van het IFRS. Daarnaast is het van belang te onderzoeken wat er te lezen is over voorraadwaardering in het IFRS. Met name het artikel International Financial Reporting Standards van L.G. van de Tas was een grote inspiratiebron voor dit hoofdstuk. 3.1 Oorsprong IFRS Regelgeving loopt vaak achter de feiten aan. Zodra er ergens een fout wordt gemaakt, worden er nieuwe regels opgesteld om deze problemen in de toekomst te voorkomen. Problemen als faillissementen en fraude zorgden er begin negentiende eeuw voor dat er regelgeving werd vastgelegd voor financiële verslaggeving. Naast deze nationale wetgeving werden er in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten accounting standards opgesteld die praktische invulling gaven aan de opstelling, invulling en controle van financiële verslagen. Dit was een positieve ontwikkeling en een stap in de goede richting, echter werkten de landen langs elkaar af. Vanaf de jaren zestig is de Europese Economisch Gemeenschap bezig met de harmonisering van het vennootschapsrecht. 36 De harmonisering kwam op gang en in 1981 werd er met de Zevende EEG-richtlijn een overeenkomst gesloten betreffende de geconsolideerde jaarrekening. In diezelfde periode werd de voorganger van het International Accounting Standards Committee opgericht door een zestal landen, waaronder Nederland. Deze Committee kwam niet van de grond doordat er weinig ondernemingen waren die zich aan de voorschriften hielden. Deze accounting standards vormden voor de meeste landen een basis voor hun wetgeving. Elk land ging hier vervolgens specifieker op in. In 1995 is er door de Europese Unie een plan gepubliceerd waarin werd beschreven hoe er binnen tien jaar een geïntegreerde Europese kapitaalmarkt met uniforme regels voor financiële verslaggeving gecreëerd moest worden. 37 Deze maatstaven werden de International Accounting Standards genoemd. Deze grondslagen mochten niet worden opgesteld door een private organisatie zoals het International Accounting Standards Committee aangezien de Europese Unie invloed erop wilde houden. 36 L.G. van der Tas, International Financial Reporting Standards - een overzicht, TFO 2010/ L.G. van der Tas, International Financial Reporting Standards - een overzicht, TFO 2010/125 17

18 In de IAS verordening 1606/ is er bepaald dat ondernemingen die beursgenoteerd zijn en gelegen zijn in de Europese Unie vanaf boekjaar 2005 IFRS moest toepassen bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening. De naam IASC is sindsdien ook verdwenen van het Europese toneel en werd vervangen door het International Accounting Standards Board (hierna: IASB). Zij stellen sindsdien de regelgeving op, de zogenaamde International Financial Reportings Standards. In verordening 1606/2002 werd ook bepaald dat landen ondernemingen kunnen verplichten het IFRS toe te passen voor enkelvoudige jaarrekeningen. Daarnaast werd bepaald dat landen er voor kunnen kiezen het IFRS verplicht te stellen voor niet-beursgenoteerde ondernemingen Europese invloed op IFRS Wanneer er door het IASB een nieuwe richtlijn wordt voorgesteld moet deze worden goedgekeurd bij Verordening van de Europese Comissie. De richtlijn wordt grofweg getoetst op een tweetal punten: 40 - dat deze niet in strijd is met de eis dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft zoals verwoord in de Vierde en de Zevende EEG-richtlijn en dat deze het Europese openbaar belang dient; - dat deze beantwoordt aan de criteria betreffende begrijpelijkheid, relevantie, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid waaraan financiële informatie moet voldoen om economische beslissingen mogelijk te maken en het management te kunnen beoordelen. Uiteraard willen de lidstaten invloed hebben op de regelgeving die betrekking heeft op beursgenoteerde ondernemingen die geconsolideerde jaarrekeningen publiceren. Vandaar dat het Accounting Regulatory Committee (ARC) opgericht is. De ARC bestaat uit afgevaardigden van de deelnemende lidstaten. Zij geven hun advies aan de Europese Commissie. Daarnaast kennen we de private organisatie European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG). In dit adviesorgaan nemen diverse accounting experts zitting en adviseren de Europese Commissie door te bekijken of er wordt voldaan aan de bovenstaande eisen Verordening (EG) Nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad, 19 juli Verordening (EG) Nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad, 19 juli Verordening (EG) Nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad, 19 juli L.G. van der Tas, International Financial Reporting Standards - een overzicht, TFO 2010/125 18

19 3.3 Algemene beginselen In het Conceptual Framework is te lezen wat het algemene doel behoort te zijn van financiële verslaggeving. Dit betreft dus ook het doel dat het IFRS nastreeft. Het algemene beginsel van financiële verslaggeving is het bieden van financiële informatie over de rapporterende onderneming die bruikbaar is voor eventuele investeerders en alle andere betrokkenen die bijdragen aan de algemene middelen van de onderneming. 42 In het Conceptual Framework worden twee grondbeginselen genoemd. Het grondbeginsel accrual accounting-beginsel vertoont een overeenkomst met het realiteitsbeginsel. Het accrual accountingbeginsel houdt namelijk in dat baten en lasten moeten worden toegerekend aan de juiste tijdsperiode. Dit is in overeenstemming met de beschrijving van het realiteitsbeginsel, gegeven in paragraaf Het andere grondbeginsel, het going concern-beginsel wil zeggen dat de betreffende onderneming niet de wil moet hebben zichzelf te liquideren, maar de wil moet hebben voort te blijven bestaan. 43 Daarnaast wordt er in het Conceptual Framework betoogd dat financiële informatie gebaseerd is op twee belangrijke kwalitatieve karakteristieken, namelijk relevantie en betrouwbare afspiegeling. Er wordt van relevantie gesproken op het moment dat informatie capable of making a difference in the decisions made by users. Dat wil zeggen dat informatie relevant is op het moment dat het een verschil maakt in het beslissingsproces voor degene die het financieel verslag doorneemt. Men ziet een financieel verslag als betrouwbaar als deze complete, neutral and free from error is. Deze karakteristieken werken niet los van elkaar maar worden verbonden door bijhorende kenmerken, namelijk comparable, verifiable, timely and understandable Deloitte IFRS Global Office, IASB completes first phase of joint project on Conceptual Framework for Financial Reporting, IFRS in focus, October Technical Summary of The Conceptual Framework for Financial Reporting 2011, IFRS Foundation Staff, 1 January Deloitte IFRS Global Office, IASB completes first phase of joint project on Conceptual Framework for Financial Reporting, IFRS in focus, October

20 3.4 Voorraadwaardering volgens IFRS Het begrip voorraad wordt beschreven in IAS 2. De definitie is terug te vinden in IAS 2.6, namelijk: Inventories are assets: (a) held for sale in the ordinary course of business; (b) in the process of production for such sale; or (c) in the form of materials or supplies to be consumed in the production process or in the rendering of services 45 Deze definitie toont gelijkenis met de definitie van voorraad die gebruikt wordt in het Nederlandse jaarwinstbegrip (zie paragraaf 2.1.2). De kosten van een voorraad worden bepaald door de optelling van drie elementen, namelijk de aankoopkosten, de conversiekosten en overige kosten. 46 Deze drie elementen zullen hieronder besproken worden omdat zij bepalen voor welk bedrag de post voorraad wordt opgenomen op de balans. De aankoopkosten bestaan uit onder andere de inkoopkosten, (import)belastingen en transportkosten. Kwantiteitskortingen en andere kortingen worden van de inkoopkosten afgehaald. 47 De conversiekosten bestaan voor een groot deel uit de directe kosten die gerelateerd zijn aan de productie, zoals manuren. Daarnaast vallen de vaste en variabele overheadkosten hieronder. 48 De vaste overheadkosten worden verdeeld over de normale productiecapaciteit. De variabele overheadkosten worden echter verdeeld over de werkelijke productie. 49 De overige kosten bevatten alle kosten die gemaakt worden om de voorraad in de juiste conditie te brengen om ze door te verkopen. 50 Echter zijn er ook een aantal kostensoorten die niet meegenomen worden bij de bepaling van de waarde van de voorraad. Dit zijn de volgende kosten 51 : (a) Abnormale verspilde hoeveelheid materiaal, arbeid en andere productiekosten (b) Opslagkosten, tenzij deze kosten noodzakelijk zijn in het productieproces 45 IAS IAS IAS IAS IAS IAS IAS

21 (c) Administratieve overheadkosten die niet bijdragen aan de vervaardiging en verbetering van de voorraad (d) Verkoopkosten IAS 2.9 geeft aan dat een voorraad gewaardeerd moet worden volgens lower of costs and net realizable value. 52 IAS 2.6 leert ons dat wanneer de marktverkoopwaarde verminderd wordt met de verkoopkosten de net realizable value resulteert. In het geval dat deze hoger is dan de historische kostprijs mag er geen gebruik worden gemaakt van waardering naar net realizable value. 53 Dit maakt helder dat er gewaardeerd wordt naar de waarde welke het laagst is waarbij de historische kostprijs vergeleken wordt met de net realizable value. In IAS 2.25 wordt er specifiek ingegaan op de voorraadstelsels die wel of niet geaccepteerd worden. Hier blijkt zeer duidelijk uit dat het First in First out-principe (hierna: FIFO) en de gemiddelde kosten functie voorgeschreven worden door het IFRS. 54 De voorraadwaarderingssystemen LIFO en ijzeren voorraadstelsel, die toepasbaar zijn volgens goed koopmansgebruik, zijn niet geaccepteerd volgens het IFRS. De redenen voor dit afkeuren zijn terug te vinden in de literatuur. Als hoofdreden wordt de afspiegeling van de marktsituatie aangehaald. Het ijzeren voorraadstelsel en het LIFO-systeem geven deze niet goed weer. Het IFRS heeft, gebaseerd op een nominalistische denkwijze, juist als doelstelling om de situatie zo reëel mogelijk weer te geven. Daarnaast wordt beargumenteerd dat ondernemers voor het LIFO-systeem en het ijzeren voorraadstelsel kiezen vanwege puur fiscale redenen. Dit moet het uitgangspunt niet zijn, waardoor men deze stelsels uitgesloten heeft IAS IAS IAS Robert Bloom, William J. Cenker, The Death of LIFO?, Journal of Accountancy, January

22 Hoofdstuk 4 CCCTB In hoofdstuk vier worden de doelstellingen en beperkingen van het CCCTB-voorstel beschreven. Daarnaast zal er bekeken worden wat de economische gevolgen zijn wanneer het CCCTB-voorstel ingevoerd wordt. In detail wordt er ingegaan op wat er in het CCCTB-voorstel beschreven staat over voorraadwaardering. 4.1 Doelstelling CCCTB Begin 2004 is er door de Europese Unie een commissie, bestaande uit in eerste instantie belastingexperts en later vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, opgericht om te werken aan een Common Consilidated Corporate Tax Base. Deze Europese Commissie kreeg vier jaar te tijd om een berekening van een gemeenschappelijke fiscale winst in Europa op papier te zetten die uiteindelijk zou uitmonden in een winstbelasting. 56 Het ultieme doel dat de commissie meekreeg was het opheffen van belemmeringen op het gebied van de belastingheffing voor ondernemingen. Commissie-Ruding heeft namelijk begin jaren negentig een rapport uitgebracht waarin werd geconcludeerd dat verschillende belastingstelsels de Europese markt van goederen en kapitaal verstoren. Om deze verstoringen te verwijderen uit het huidige systeem, zal er samengewerkt moeten worden. Onafhankelijke oplossingen door landen an sich zouden geen effect hebben. 57 Uiteraard kan dit niet van de ene op de andere dag gerealiseerd worden, maar een stappenplan moest opgesteld kunnen worden. Het idee was dat er in één land aangifte wordt gedaan waarbij door de onderneming maar één belastingsysteem doorgrond moest worden. Dit wordt het one stop shop principe genoemd waarbij de moeder aangifte doet voor de hele groep (moeder en dochters) in het land waar de tophoudster gelegen is. Vanzelfsprekend verlaagt dit de administratieve lasten voor ondernemingen. Daarnaast is het voordeel dat het problemen wegneemt op het gebied van transfer-pricing en winstallocatie. 58 Een tweede doel van het invoeren van een gemeenschappelijke fiscale winst was het opkrikken van het investeringsniveau. Dubbele belastingstelsels en hoge administratieve lasten hebben namelijk een negatieve invloed op het investeringsniveau van ondernemingen en strookt niet met Europa R. Russo, CCCTB: een tussenstand mede naar aanleiding van de conferentie van 15 en 16 mei 2007 in Berlijn, WFR 2007/ H.J. Hofsta, Inleiding Nederlands belastingrecht, Deventer, 2010, blz R. Russo, CCCTB: een tussenstand mede naar aanleiding van de conferentie van 15 en 16 mei 2007 in Berlijn, WFR 2007/ Brief EU-voorstel Richtlijn voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB),

23 4.2 Beperkingen Een van de beperkingen die opvalt wanneer het CCCTB-voorstel bekeken wordt, is het feit dat men alleen de geconsolideerde resultaten betrekt in het voorstel waarbij men enkelvoudige resultaten uitsluit. Daarnaast sluit men nog een grote groep uit. Er wordt namelijk geen rekening gehouden met eenmanszaken, firma s en dergelijke. Het CCCTB-voorstel behandelt namelijk alleen ondernemingen die belast worden volgens de vennootschapsbelasting. 60 Een ander probleem dat buiten kijf staat is de grens van het CCCTB. Hoe common wil men het voorstel maken? Laat men ruimte over voor aftrekposten per land of niet? Op dit punt verschillen de meningen van de vertegenwoordigers van Europese landen wezenlijk. Uit het oogpunt van harmonisering is het meer wenselijk om de CCCTB zo common mogelijk te maken. Het probleem dat hier ook om de hoek komt kijken is dat Europese lidstaten het een obstakel vinden om zeggenschap uit handen te geven. Een van de andere problemen waar de commissie tegen aanliep was de berekening van de verdeelsleutel. De winst die de moeder aangeeft in het land van vestiging zal namelijk verdeeld moeten worden over andere landen waar bijvoorbeeld de dochter gevestigd is Economische gevolgen De economische gevolgen van het CCCTB-voorstel staan beschreven in het Impact Assessment. Op Europees niveau betekent de invoering van de CCCTB-richtlijn een welvaartsdaling van 0,2%. In Nederland zijn de gevolgen groter: het Bruto Binnenlands Product (hierna: BBP) zal dalen tussen de 1,65% en 1,69%. De daling van het BBP is in overeenstemming met de andere Europese landen. De verwachting is namelijk dat het BBP in de meeste landen zal dalen. Niet alleen het BBP, maar ook het investeringsniveau in Nederland zal dalen tussen de 1,84% en 1,97%.Wanneer wordt gesteld dat de administratieve lasten voor ondernemingen dalen met 7% is dit gunstig te noemen. 62 De Belastingdienst zal echter hoge uitvoeringskosten moeten dragen aangezien er een nieuw systeem ingevoerd moet worden en er in de loop van de tijd maarliefst twee systemen moeten worden beheerd. De kanttekening dient gemaakt te worden dat de budgettaire gevolgen momenteel lastig in te schatten zijn aangezien nog niet bekend is welke stappen nationale overheden zullen nemen wanneer het CCCTBvoorstel werkelijk wordt ingevoerd. 60 R. Russo, CCCTB: een tussenstand mede naar aanleiding van de conferentie van 15 en 16 mei 2007 in Berlijn, WFR 2007/ R. Russo, CCCTB: een tussenstand mede naar aanleiding van de conferentie van 15 en 16 mei 2007 in Berlijn, WFR 2007/ Brief EU-voorstel Richtlijn voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB),

24 4.4. Relatie CCCTB en IFRS Logischerwijs is te verwachten dat men bij het ontwerp van de CCCTB aansluiting zocht bij het IFRS. In dat geval is er namelijk sprake van vergaande harmonisering. De Europese Commissie heeft het IFRS ook als beginpunt genomen, echter is men daar in de loop van de tijd vanaf gestapt zo blijkt uit de volgende passage uit het een van de Working Documents. In dezelfde passage wordt de reden genoemd voor het niet linken van het CCCTB-voorstel aan het IFRS 63 : As the Commission has stressed in the past (Com (2006) 157, page 7), it is not possible to make a formal link between the base and IAS/IFRS. Such a link would, it is true, provide a common starting point and have the advantage of allowing the base to evolve over time in line with IAS/IFRS. However, many Member States currently do not permit the use of IAS/IFRS for individual company accounts and not all IAS/IFRS are considered suitable for tax purposes Dit blijkt ook uit de conceptrichtlijn, waar het volgende standpunt in opgenomen is 64 : De harmonisatie blijft beperkt tot de berekening van de belastinggrondslag en ziet niet op de financiële verslaglegging. De lidstaten behouden dus hun nationale voorschriften inzake financiële verslaglegging en de CCCTB-regeling voorziet in autonome voorschriften voor de berekening van de belastinggrondslag van vennootschappen. Deze voorschriften laten de opstelling van jaar- of geconsolideerde rekeningen onverlet. Er wordt dus door de Europese Commissie niet gerefereerd naar het IFRS en er kan geconcludeerd worden dat het CCCTB-voorstel niet, geheel of ten dele, gebaseerd is op het IFRS. 63 Common Consolidated Corporate Tax Base Working Group, CCCTB: possible elements of a technical outline, Working Document, CCCTB/WP057, p Voorstel voor een richtlijn van de Raad, betreffende een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB), Brussel: 16 maart 2011, pag. 5 24

25 4.5 Belastinggrondslag Volgens Essers is de bepaling van de belastinggrondslag volgens het CCCTB-voorstel, het verminderen van de opbrengsten met vrijgestelde opbrengsten, aftrekbare kosten en andere aftrekbare kosten, in zekere zin niet te vergelijken met de bepaling van de totaalwinst. Echter wordt er in het CCCTB-voorstel wel enkele malen verwezen naar het begrip totaalwinst. 65 Het jaarwinstbeginsel komt een stuk specifieker naar voren in de Conceptrichtlijn, namelijk: - Baten en lasten worden alleen in aanmerking genomen op het moment dat deze gerealiseerd zijn 66 - Belastbare feiten en transacties worden afzonderlijk gewaardeerd 67 - Het op consistente wijze bepalen van de belastinggrondslag met uitzondering van de situatie waarin uitzonderlijke omstandigheden een wijziging rechtvaardigen 68 - De belastinggrondslag wordt voor elk belastingjaar vastgesteld, tenzij anders is bepaald 69 Er moet echter opgemerkt worden dat een toelichting of uitbreiding van de bovenstaande punten ontbreekt. Voor bepaalde gevallen zal de regelgeving ontbreken of niet specifiek genoeg zijn. Dit houdt in dat de rechter dit gat op zal vullen. Er ontbreekt echter een referentiekader in de Conceptrichtlijn. 70 Dit heeft als gevolg dat de rechter aansluiting zal zoeken bij nationale wetgeving. Wanneer elke nationale rechter aansluiting zoekt bij de nationale wetgeving heeft dit negatieve gevolgen voor de harmonisering. Het volgende citaat van R. Russo toont de kern van het probleem aan: De jurisprudentie die op deze wijze zal worden geproduceerd, zal naar mijn idee niet alleen zeer divers, maar ook nauwelijks bij te houden/of te catalogiseren zijn. Het zal waarschijnlijk veel tijd vergen (als het al gaat lukken) voor het Europese Hof van Justitie om hier enige lijn in aan te brengen P.H.J. Essers, De winstbepaling in de Conceptrichtlijn CCCTB, Weekblad Fiscaal Recht 2011/ Artikel 9 (1), Voorstel voor een richtlijn van de Raad, betreffende een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB), Brussel: 16 maart Artikel 9 (2), Com (2011) Artikel 9 (3), Com (2011) Artikel 9 (4), Com (2011) R. Russo, Een nieuw winstbegrip in de CCCTB: nu de invulling nog, Forfaitair 2011/ R. Russo, Een nieuw winstbegrip in de CCCTB: nu de invulling nog, Forfaitair 2011/217 25

26 4.6 Voorraadwaardering volgens CCCTB De definitie van voorraad die terug te vinden is in de CCCTB-richtlijn sluit aan bij de eerder geformuleerde definities door Essers (zie paragraaf 2.2.1) en het IFRS (zie paragraaf 3.4). Voorraad wordt volgens de Conceptrichtlijn namelijk gezien als: een activa die wordt aangehouden voor de verkoop, die zich in het productieproces voor de verkoop bevinden dan wel de vorm hebben van grond- en hulpstoffen die worden verbruikt tijdens het productieproces of tijdens het verrichten van diensten. 72 Artikel 29 van de Conceptrichtlijn gaat dieper in op het begrip voorraad en is opgebouwd uit een viertal elementen die hieronder besproken worden. Het eerste element van het artikel illustreert dat de waarde van een voorraad en onderhanden werk die onderling niet uitwisselbaar zijn afzonderlijk bepaald worden. Hetzelfde geldt voor goederen die geproduceerd worden voor specifieke projecten. De kostprijs van andere voorraadbestanddelen en onderhanden werk wordt bepaald via de fifo-methode of de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs. 73 Het gebruik van het ijzeren voorraadstelsel en LIFO wordt uitgesloten. Dit is dus in overeenstemming met het IFRS. Het tweede element geeft aan welke kosten van belang zijn om de waarde van de voorraad te bepalen. Er dient rekening gehouden te worden met de inkoopkosten, directe conversiekosten en andere directe kosten die ontstaan vanwege transport of de verwerking. 74 Ook hierbij is er een grote overeenkomst tussen de Conceptrichtlijn en het IFRS. Ik concludeer dat er een link is tussen de keuze voor een waarderingsmethode tussen het goed koopmansgebruik en de CCCTB-richtlijn, aangezien het derde element spreekt van een waardering van voorraden en onderhanden werk dient op consistente wijze te geschieden. 75 Dit sluit aan bij het eerder genoemde arrest waaruit blijkt dat er niet naar willekeur gewisseld mag worden tussen verschillende voorraadwaarderingsystemen. 76 Uit het vierde element blijkt dat er sprake is van een afwaardeermechanisme aangezien op de laatste dag van het belastingjaar tegen de kostprijs of de opbrengstwaarde, naargelang welke van beide het laagst is wordt gewaardeerd Artikel 4 (19), Com (2011) Artikel 29 (1), Com (2011) Artikel 29 (2), Com (2011) Artikel 29 (3), Com (2011) HR 10 september 1986, BNB 1986/ Artikel 29 (4), Com (2011)

Lifo- en het ijzeren voorraadstelsel; het einde van een tijdperk?

Lifo- en het ijzeren voorraadstelsel; het einde van een tijdperk? Lifo- en het ijzeren voorraadstelsel; het einde van een tijdperk? Datum: 19 november 2012 Door: Niels Koek (963023) Studierichting: Fiscale Economie (bachelor thesis) Examencommissie: Prof. dr. P.H.J.

Nadere informatie

Voorwoord. HOOFDSTUK 1 Winstbepaling en (voorraad)waardering 1

Voorwoord. HOOFDSTUK 1 Winstbepaling en (voorraad)waardering 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord V HOOFDSTUK 1 Winstbepaling en (voorraad)waardering 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Bedrijfseconomische opvattingen t.a.v. winstbepaling en (voorraad)waardering 1 1.3 Fiscaalrechtelijke invulling

Nadere informatie

De invulling van de fiscale winstbepaling in de CCCTB en het goed koopmansgebruik

De invulling van de fiscale winstbepaling in de CCCTB en het goed koopmansgebruik De invulling van de fiscale winstbepaling in de CCCTB en het goed koopmansgebruik Is de fiscale winstbepaling volgens de CCCTB een goed alternatief voor de fiscale winstbepaling volgens goed koopmansgebruik?

Nadere informatie

LAAT HET CCCTB-CONCEPT DE VOORRAAD NOG IN ZIJN WAARDE?

LAAT HET CCCTB-CONCEPT DE VOORRAAD NOG IN ZIJN WAARDE? LAAT HET CCCTB-CONCEPT DE VOORRAAD NOG IN ZIJN WAARDE? VOORRAAD IN HET GOED KOOPMANSGEBRUIK EN DE CCCTB- RICHTLIJN. Nicky Broeders thesisbegeleider: R. Russo Anr. 126180 1 Inleiding Op 16 maart 2011 kwam

Nadere informatie

De toekomst van het ijzeren voorraadstelsel en LIFO in het fiscale jaarwinstbegrip

De toekomst van het ijzeren voorraadstelsel en LIFO in het fiscale jaarwinstbegrip De toekomst van het ijzeren voorraadstelsel en LIFO in het fiscale jaarwinstbegrip Bachelor thesis Fiscale Economie November 2012 Naam: Arthur Bronk Administratienummer: 960008 Examencommissie Begeleidend

Nadere informatie

Winstbepaling en (voorraad)waardering

Winstbepaling en (voorraad)waardering HOOFDSTUK 1 Winstbepaling en (voorraad)waardering 1.1 Inleiding Dat een boek over voorraadwaardering gaat over de waardering van voorraden op de balans zal niemand verbazen, maar waarschijnlijk is niet

Nadere informatie

Op weg naar een Europese winstbelasting?

Op weg naar een Europese winstbelasting? Op weg naar een Europese winstbelasting? Hoe zou het winstberekeningsstelsel in een eventuele Europese winstbelasting er uit kunnen zien en in hoeverre sluit deze aan bij de International Financial Reporting

Nadere informatie

Voorraadwaardering in Fiscaal en Bedrijfseconomisch Perspectief

Voorraadwaardering in Fiscaal en Bedrijfseconomisch Perspectief Voorraadwaardering in Fiscaal en Bedrijfseconomisch Perspectief Naam: Leonie Kroeze Collegekaartnummer: 0307491 Telefoonnummer: 0650255752 Betreft: Bachelorscriptie Adres: Keizersgracht 10B Begeleider:

Nadere informatie

De toekomst van voorraadwaardering

De toekomst van voorraadwaardering De toekomst van voorraadwaardering In hoeverre blijven het lifo-stelsel en het ijzeren-voorraadstelsel van voorraadwaardering in de toekomst nog bruikbaar voor de fiscale winstbepaling? Bachelorscriptie

Nadere informatie

CCCTB versus goed koopmansgebruik bij de fiscale winstbepaling

CCCTB versus goed koopmansgebruik bij de fiscale winstbepaling CCCTB versus goed koopmansgebruik bij de fiscale winstbepaling Is de CCCTB een alternatief voor het Nederlandse goed koopmansgebruik bij de berekening van de belastinggrondslag op nationaal niveau? Naam

Nadere informatie

Herwaarderen van activa ter voorkoming van verliesverdamping

Herwaarderen van activa ter voorkoming van verliesverdamping ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Herwaarderen van activa ter voorkoming van verliesverdamping Is het in overeenstemming met goed koopmansgebruik

Nadere informatie

IFRS als uitgangspunt voor de fiscale winstbepaling.

IFRS als uitgangspunt voor de fiscale winstbepaling. IFRS als uitgangspunt voor de fiscale winstbepaling. In hoeverre past IFRS binnen fiscale beginselen? Universiteit van Tilburg Master Fiscale Economie Marsha Zweers 446932 Examencommissie Mr.dr. R. Russo

Nadere informatie

De fiscale winstbepaling in G.K.G. en de CCCTB

De fiscale winstbepaling in G.K.G. en de CCCTB De fiscale winstbepaling in G.K.G. en de CCCTB Is op basis van een vergelijking tussen beide systemen, de fiscale winstbepaling uit de CCCTB als een goed alternatief voor g.k.g. te betitelen? Bachelorthesis

Nadere informatie

De invulling van het winstbegrip in de Common Consolidated Corporate Tax Base en het goed koopmansgebruik.

De invulling van het winstbegrip in de Common Consolidated Corporate Tax Base en het goed koopmansgebruik. De invulling van het winstbegrip in de Common Consolidated Corporate Tax Base en het goed koopmansgebruik. Bachelor thesis Fiscale Economie Universiteit van Tilburg School of Economics and Management Tilburg,

Nadere informatie

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5 Inhoud Antwoorden hoofdstuk 1 2 Antwoorden hoofdstuk 2 3 Antwoorden hoofdstuk 3 4 Antwoorden hoofdstuk 4 5 Antwoorden hoofdstuk 5 6 Antwoorden hoofdstuk 6 8 Antwoorden hoofdstuk 7 9 Antwoorden hoofdstuk

Nadere informatie

Het winstbegrip van de CCCTB en de fiscale winstbepaling in Nederland

Het winstbegrip van de CCCTB en de fiscale winstbepaling in Nederland Het winstbegrip van de CCCTB en de fiscale winstbepaling in Nederland Bachelorhesis fiscale economie 2013 Tilburg University School of economics and management Fiscale economie Naam student: Esmeralda

Nadere informatie

Zijn het lifo- en ijzerenvoorraadstelsel. van deze tijd?

Zijn het lifo- en ijzerenvoorraadstelsel. van deze tijd? BACHELOR THESIS: FISCALE ECONOMIE Zijn het lifo- en ijzerenvoorraadstelsel nog wel van deze tijd? 22 november 2011 2011 Naam Studierichting Yassir Azza Fiscale Economie Administratienummer 771523 Examencommissie

Nadere informatie

Hoofdstuk 16.3 Prijsgrondslagen (waardering) Winstbegrip Historisch kostenstelsel Vervangingswaarde

Hoofdstuk 16.3 Prijsgrondslagen (waardering) Winstbegrip Historisch kostenstelsel Vervangingswaarde Hoofdstuk 16.3 Prijsgrondslagen (waardering) Winstbegrip Historisch kostenstelsel Vervangingswaarde Winstbegrip te definiëren als: bedrag dat aan het einde van een periode ontrokken kan worden aan de onderneming,

Nadere informatie

Titel Proposal for a Council Directive on a Common Consolidated Corporate Tax Base

Titel Proposal for a Council Directive on a Common Consolidated Corporate Tax Base Fiche 4: Richtlijn gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB) 1) Algemene gegevens Titel Proposal for a Council Directive on a Common Consolidated Corporate

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 3.12.2015 L 317/19 VERORDENING (EU) 2015/2231 VAN DE COMMISSIE van 2 december 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 24.10.2018 L 265/3 VERORDENING (EU) 2018/1595 VAN DE CCOMMISSIE van 23 oktober 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Veilige Havens Internationaal Mr. S. van Houtenlaan TX Amstelveen

Jaarrekening Stichting Veilige Havens Internationaal Mr. S. van Houtenlaan TX Amstelveen Jaarrekening 2017 Mr. S. van Houtenlaan 5 1181 TX Rapportage Opdrachtbevestiging 4 Algemeen 5 Grondslagen voor de waardering 6 Jaarrekening 2017 Balans per 31 december 2017 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Goed koopmansgebruik & HIR

Goed koopmansgebruik & HIR Goed koopmansgebruik & HIR Roberto van den Heuvel Totaalwinst vs. jaarwinst Totaalwinst Art. 3.8 Wet IB 2001 / art. 8 Wet Vpb Totaalwinst bepalen: Vermogensbestandelen vermogensetikettering bezittingen

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN 3.4.2018 L 87/3 VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2018/519 VAN DE COMMISSIE van 28 maart 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor

Nadere informatie

De commerciële en fiscale waardering van onderhanden werk

De commerciële en fiscale waardering van onderhanden werk ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De commerciële en fiscale waardering van onderhanden werk Jasper Sonneveld Studentnummer: 305524 Begeleider:

Nadere informatie

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus

De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 2 De verslaggeving ten behoeve van de fiscus 201 a Jaarrekening die het bestuur van een NV en een BV wettelijk verplicht is op te stellen en te overleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders.

Nadere informatie

Bedrijfseconomie & Goed koopmansgebruik

Bedrijfseconomie & Goed koopmansgebruik Tilburg University Bedrijfseconomie & Goed koopmansgebruik Bachelor Thesis Fiscale Economie C. Boskan S63333 Mr. dr. R. Russo. Prof. dr. J.A.G. van der Geld 26-4-2011 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1: Inleiding

Nadere informatie

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening

Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening 16 hoofdstuk Wettelijke regelingen in verband met de jaarrekening 16.1 Onder de werking van boek 2 titel 9 van het burgerlijk wetboek vallen ondernemingen die gedreven worden in de vorm van een NV, BV,

Nadere informatie

Verhouding tussen de International Financial Reporting Standards en de Nederlandse fiscale winstberekening

Verhouding tussen de International Financial Reporting Standards en de Nederlandse fiscale winstberekening Verhouding tussen de International Financial Reporting Standards en de Nederlandse fiscale winstberekening In deze bijdrage wordt onderzocht of voor de Nederlandse fiscale winstberekening op specifieke

Nadere informatie

: Commentaar op nieuwe concept EU-jaarrekeningrichtlijn

: Commentaar op nieuwe concept EU-jaarrekeningrichtlijn Aan Van : Ministerie van Veiligheid en Justitie t.a.v. mevr. mr. drs. N. Hagemans : Raad voor de Jaarverslaggeving Datum : 7 januari 2012 Betreft : Commentaar op nieuwe concept EU-jaarrekeningrichtlijn

Nadere informatie

Jaarrekening boekjaar Stichting. ecosan ghana. Amsterdam

Jaarrekening boekjaar Stichting. ecosan ghana. Amsterdam Jaarrekening boekjaar 2016 ecosan ghana Inhoudsopgave pagina Balans per 31 december 2016 3 Winst en Verliesrekening 2016 4 Toelichting op de Balans 5 Grondslagen van waardering en Resultaatbepaling 6 Overige

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

De beginselen van goed koopmansgebruik en (her)waardering voor een landbouwbedrijf

De beginselen van goed koopmansgebruik en (her)waardering voor een landbouwbedrijf De beginselen van goed koopmansgebruik en (her)waardering voor een landbouwbedrijf Naam : Mw. E.P.A. (Evelyn) Lammers Administratienummer : 995006 Studierichting : Master Fiscale Economie Datum : 30 juni

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 291/84 VERORDENING (EU) 2017/1989 VAN DE COMMISSIE van 6 november 2017 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN

ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN XV/6026/99 NL ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN DIRECTORAAT-GENERAAL XV Interne markt en financiële diensten 1 Dit document

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Stichting Omroep Landgraaf

Stichting Omroep Landgraaf Stichting Omroep Landgraaf T.a.v. Het Bestuur Felix Ruttenstraat 16 6372KV Landgraaf KvK-nummer: 4172374 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 215 Inhoud JAARREKENING Financiële positie JAARSTUKKEN 215 JAARREKENING

Nadere informatie

HERINVESTERINGSRESERVE Artikel 3.54 Wet IB 2001

HERINVESTERINGSRESERVE Artikel 3.54 Wet IB 2001 HERINVESTERINGSRESERVE Artikel 3.54 Wet IB 2001 Bachelorscriptie 2012 Naam: Ahmet Altun ANR: 640747 Studierichting: Fiscaal Economie Datum: 11 December 2012 Examencommissie: Prof. Dr. J.A.G. van der Geld

Nadere informatie

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen www.jooplengkeek.nl Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen De waarderingsgrondslag is de wijze waarop de activa (bezit) wordt gewaardeerd in de administratie (boekhouding, balans). Voor welke prijs?

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 HALFJAARVERSLAG 2013 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 15.3.2019 L 73/93 VERORDENING (EU) 2019/412 VAN DE COMMISSIE van 14 maart 2019 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening

Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening Bijdrage opruimingskosten in de jaarrekening Verschillende overheidsregelingen eisen van ondernemingen financiële bijdragen voor de kosten van het opruimen van producten of productiefaciliteiten van die

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 12.1.2017 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Nederlandse Eerste Kamer inzake

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is! www.jooplengkeek.

Hoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is! www.jooplengkeek. www.jooplengkeek.nl De voorraad Hoofdstuk 21 Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is! 1 De voorraad Hoofdstuk 21 Waarom is het belangrijk wat de

Nadere informatie

Stichting Common Lisp Foundation Kraaipanstraat PG AMSTERDAM JAARREKENING 2014 INHOUDSOPGAVE. Aanbiedingsbrief Samenstellingsverklaring 3

Stichting Common Lisp Foundation Kraaipanstraat PG AMSTERDAM JAARREKENING 2014 INHOUDSOPGAVE. Aanbiedingsbrief Samenstellingsverklaring 3 Kraaipanstraat 19 1091 PG AMSTERDAM JAARREKENING 2014 INHOUDSOPGAVE Pag. Aanbiedingsbrief Samenstellingsverklaring 3 Jaarrekening Balans per 31 december 2014 5-6 Staat van baten en lasten over 2014 7 Toelichting

Nadere informatie

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2015 van : Samenwerkend U.A., Inhoudsopgave Pagina 1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2015 I: Balans per 31 december 2015 3 II: Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon

Nadere informatie

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2

1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2016 van : Samenwerkend U.A., Inhoudsopgave Pagina 1. Algemeen 1 2. Bestuur 1 3. Resultaat 1 4. Fiscale positie 2 Jaarrekening 2016 I: Balans per 31 december 2016 3 II: Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

Financieel Verslag Stichting 2109 Gevestigd te Son en Breugel

Financieel Verslag Stichting 2109 Gevestigd te Son en Breugel Financieel Verslag 2016 Stichting 2109 Gevestigd te Voorblad 0 0 Inhoud Accountantsrapportage 2 Samenstellingsverklaring 3 Algemeen 4 Resultaatvergelijking 5 Jaarrekening 7 Balans 8 Resultatenrekening

Nadere informatie

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN Publicatierapport 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 17254018. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 17 mei 2017

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 247/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 247/3 9.9.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 247/3 VERORDENING (EG) Nr. 1329/2006 VAN DE COMMISSIE van 8 september 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1725/2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door een scholier 1707 woorden 15 januari 2013 5,2 12 keer beoordeeld Vak M&O M&O: Eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1: Niet-productie onderneming:

Nadere informatie

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding

I. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie

Nadere informatie

Bijlage bij opgave 3 tentamen juni 2014. Jaarrekening 2012 Sligro Food Group NV

Bijlage bij opgave 3 tentamen juni 2014. Jaarrekening 2012 Sligro Food Group NV Bijlage bij opgave 3 tentamen juni 2014 Jaarrekening 2012 Sligro Food Group NV 1 2 3 4 Uit de grondslagen van de geconsolideerde jaarrekening: a. Algemeen Sligro Food Group N.V. is gevestigd te Veghel,

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 95/9

Publicatieblad van de Europese Unie L 95/9 5.4.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 95/9 VERORDENING (EU) Nr. 313/2013 VAN DE COMMISSIE van 4 april 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V. 2011. Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

Schiphol Nederland B.V. 2011. Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Schiphol Nederland B.V. 2011 Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Jaarverslag 2011 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen

Nadere informatie

BACHELOR THESIS. Commerciële en fiscale voorziening bij reorganisatie. Administratienummer: Datum: april Prof. dr. J.A.G.

BACHELOR THESIS. Commerciële en fiscale voorziening bij reorganisatie. Administratienummer: Datum: april Prof. dr. J.A.G. BACHELOR THESIS Commerciële en fiscale voorziening bij reorganisatie Naam: Hanife Senal Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 730835 Datum: april 2011 Examencommissie: Mr. dr. R. Russo

Nadere informatie

Financiële verslaggeving in beweging. Programma

Financiële verslaggeving in beweging. Programma Financiële verslaggeving in beweging Prof. dr Jos M.J. Blommaert 1 Programma Four key steps Recente ontwikkelingen Voorzieningen als verplichtingen Goodwill en reële waarde Impairmenttoets 2 1 Four key

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 728 EU-voorstel Richtlijn voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB)- COM(2011) 22

Nadere informatie

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister

Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Informatie ten behoeve van het deponeren van de rapportage bij het Handelsregister Classificatie van de rechtspersoon

Nadere informatie

Schiphol Nederland BV Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

Schiphol Nederland BV Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening 2009 Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Jaarverslag 2009 Toelichting bij vennootschappelijke balans per 31 december 2009 en vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2009

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 121 Invoering van een bankenbelasting (Wet bankenbelasting) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 19.12.2015 L 333/97 VERORDENING (EU) 2015/2406 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 604 EU-voorstellen: Pakket vennootschapsbelasting COM (2016) 683, 685, 686 en 687 1 A BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Nadere informatie

Stichting DENBI gevestigd te Kootwijkerbroek. Rapport inzake de jaarrekening 13 november 2014 tot en met 31 december 2015

Stichting DENBI gevestigd te Kootwijkerbroek. Rapport inzake de jaarrekening 13 november 2014 tot en met 31 december 2015 Stichting DENBI gevestigd te Kootwijkerbroek Rapport inzake de jaarrekening 13 november 2014 tot en met 31 december 2015 Inhoudsopgave Pagina Accountantsverslag Samenstellingsverklaring van de accountant

Nadere informatie

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010 VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP Rapport inzake jaarstukken 2010 INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsrapport 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 6 JAARREKENING 1 Balans per

Nadere informatie

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Jaarrapport 2016

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Jaarrapport 2016 Haarlem Jaarrapport 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring van de accountant 3 JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2016 5 2 Winst-en-verliesrekening over

Nadere informatie

CCCTB. Een onderzoek naar de gevolgen van een Europese vennootschapsbelasting op het goed koopmansgebruik. Roos Kaan

CCCTB. Een onderzoek naar de gevolgen van een Europese vennootschapsbelasting op het goed koopmansgebruik. Roos Kaan CCCTB Een onderzoek naar de gevolgen van een Europese vennootschapsbelasting op het goed koopmansgebruik Roos Kaan 10036024 6 juli 2016 Universiteit van Amsterdam BSc Fiscale Economie Mw. mr. W.N.C. Verbruggen

Nadere informatie

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013 Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER (x 1.000) Vaste activa Materiële vaste activa 48.001 45.836 Immateriële vaste activa

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 23.9.2016 L 257/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2016/1703 VAN DE COMMISSIE van 22 september 2016 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Bijlage 1 Handelsstal en Springstal De Eijk 87

Inhoud. Voorwoord 5. Bijlage 1 Handelsstal en Springstal De Eijk 87 Inhoud Voorwoord 5 1 Vermogenspositie 9 1.1 De fiscale jaarrekening 10 1.2 Waarderingsgrondslagen in de fiscale boekhouding 14 1.3 Andere waarderingsgrondslagen en stille reserves 25 1.4 Afsluiting 30

Nadere informatie

Stichting Noppes Midden-Holland te Beverwijk. BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na resultaatbestemming) 31 december december 2017 ACTIVA

Stichting Noppes Midden-Holland te Beverwijk. BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na resultaatbestemming) 31 december december 2017 ACTIVA BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na resultaatbestemming) 31 december 2017 31 december 2016 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 140.539 141.403 Vlottende activa Vorderingen 220.726 56.120 Liquide middelen

Nadere informatie

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met te Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van 01-01-2017 tot en met 31-12-2017 Inhoudsopgave Pagina Balans per 31 december 2017 3 Winst-en-verliesrekening over 2017 5 Grondslagen

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 1 juli 2010 7 juli 2010 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 1 juli 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode

Nadere informatie

PUBLICATIESTUKKEN OVER HET BOEKJAAR 2011

PUBLICATIESTUKKEN OVER HET BOEKJAAR 2011 PUBLICATIESTUKKEN OVER HET BOEKJAAR 2011 Quality Brands Online B.V. Marconilaan 6 6003 DD Handelsregister Kamer van Koophandel voor, dossiernummer 14131605 INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 31 december 2011

Nadere informatie

JAARVERSLAGGEVING 2016 VAN STICHTING SPIRIT OF GAMBO TE DEN HAAG

JAARVERSLAGGEVING 2016 VAN STICHTING SPIRIT OF GAMBO TE DEN HAAG JAARVERSLAGGEVING 2016 VAN STICHTING SPIRIT OF GAMBO TE DEN HAAG INHOUDSOPGAVE Pagina FINANCIEEL VERSLAG 1 Opdracht 3 2 Algemeen 4 JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2016 5 2 Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

JAARVERSLAGGEVING 2015 VAN STICHTING SPIRIT OF GAMBO TE DEN HAAG

JAARVERSLAGGEVING 2015 VAN STICHTING SPIRIT OF GAMBO TE DEN HAAG JAARVERSLAGGEVING 2015 VAN STICHTING SPIRIT OF GAMBO TE DEN HAAG INHOUDSOPGAVE Pagina FINANCIEEL VERSLAG 1 Opdracht 3 2 Algemeen 4 JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2015 5 2 Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

CTOUCH Services & Training B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven

CTOUCH Services & Training B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven CTOUCH Services & Training B.V. Het Schakelplein 20 5651 GR Eindhoven Publicatierapport 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 6410.9879 Vastgesteld door de Algemene Vergadering

Nadere informatie

Stichting Solar World Cinema Jan Aartsestraat EC Tilburg. Financieel verslag 2014

Stichting Solar World Cinema Jan Aartsestraat EC Tilburg. Financieel verslag 2014 Stichting Solar World Cinema Jan Aartsestraat 7-08 5017 EC Tilburg Financieel verslag 2014 INHOUDSOPGAVE Pagina FINANCIEEL VERSLAG 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring 3 3 Algemeen 3 4 Resultaat 4 5

Nadere informatie

Stichting Yourney te Amsterdam. Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013

Stichting Yourney te Amsterdam. Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013 Stichting Yourney te Amsterdam Rapport inzake de jaarrekening 2012/2013 Inhoudsopgave RAPPORT Blz. Algemeen 3 Fiscale positie 4 JAARREKENING Grondslagen voor de financiële verslaggeving 5 Balans per 31

Nadere informatie

Ciropack Holding B.V. gevestigd te Heiloo. Publicatiestukken Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel

Ciropack Holding B.V. gevestigd te Heiloo. Publicatiestukken Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel Ciropack Holding B.V. gevestigd te Heiloo Publicatiestukken 2015 Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel 37119367 Enkelvoudige balans per 31 december 2015 (na voorstel resultaatverdeling) 31 december

Nadere informatie

Stichting Poolse Weeskinderen Naarden Statenlaan 19 1405EV Bussum. KvK-nummer: 41194422 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2014

Stichting Poolse Weeskinderen Naarden Statenlaan 19 1405EV Bussum. KvK-nummer: 41194422 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2014 Stichting Poolse Weeskinderen Naarden Statenlaan 19 1405EV Bussum KvK-nummer: 41194422 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2014 Inhoud JAARSTUKKEN 2014 JAARREKENING Balans Staat van baten en lasten Toelichting

Nadere informatie

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. (Op)waardering; willekeurige afschrijving; verruimde achterwaartse verliesverrekening. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Nadere informatie

RAPPORT 2016/2017 STICHTING SAMEN RKC WAALWIJK

RAPPORT 2016/2017 STICHTING SAMEN RKC WAALWIJK RAPPORT 2016/2017 STICHTING SAMEN RKC WAALWIJK INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSRAPPORT 1 Opdracht 1 2 Ontbreken van de verklaring 1 3 Algemeen 2 4 Resultaat 3 JAARREKENING 1 Balans per 30 juni 4 2 Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

uitgebracht aan het bestuur van Stichting De Middendijk te Amsterdam inzake jaarbericht 2016

uitgebracht aan het bestuur van Stichting De Middendijk te Amsterdam inzake jaarbericht 2016 uitgebracht aan het bestuur van Stichting De Middendijk te Amsterdam inzake jaarbericht 2016 31 december 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARBERICHT Samenstellingsverklaring 3 Algemeen 4 JAARREKENING Balans

Nadere informatie

Vaste activa Materiële vaste activa

Vaste activa Materiële vaste activa 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (voor winstbestemming) 31 december 2015 31 december 2014 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 375.365 504.356 Vlottende activa Voorraden 50.210 20.111 Vorderingen 105.994

Nadere informatie

Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen

Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) 31 december 2016 31 december 2015 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 141.403 83.813 Vlottende activa Vorderingen 56.120 115.269 Liquide middelen

Nadere informatie

uitgebracht aan het bestuur van Stichting De Middendijk te Amsterdam inzake jaarbericht 2015

uitgebracht aan het bestuur van Stichting De Middendijk te Amsterdam inzake jaarbericht 2015 uitgebracht aan het bestuur van Stichting De Middendijk te Amsterdam inzake jaarbericht 2015 Amsterdam, 8 augustus 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARBERICHT Samenstellingsverklaring 2 Algemeen 3 JAARREKENING

Nadere informatie

STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2015

STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2015 STICHTING MUSEUM VAN DE TWINTIGSTE EEUW KRENTENTUIN 24 1621 DG HOORN PUBLICATIERAPPORT 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel Nederland, dossiernummer 41235850 Het RSIN-nummer is 801310830. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Ontwerp voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale

Nadere informatie

Pensioenverplichtingen

Pensioenverplichtingen Pensioenverplichtingen Het nieuwe IAS 19R: commercieel vs. fiscaal Sebastiaan Reenders Jurjen Bevers Pensioenen: IAS 19R en fiscaal Wijzigingen IAS 19R Hoofdlijnen IAS 19 en belangrijkste wijzigingen per

Nadere informatie

De rol van de waarde van vastgoed in crisistijd op de verslaggeving van vastgoed ondernemingen

De rol van de waarde van vastgoed in crisistijd op de verslaggeving van vastgoed ondernemingen De rol van de waarde van vastgoed in crisistijd op de verslaggeving van vastgoed ondernemingen VBA - Seminar Jef Holland Head of Real Estate Audit Amsterdam Tel. : +31 (0)20-582 4504 E-Mail: jholland@deloitte.nl

Nadere informatie

Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen

Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) 31 december 2016 31 december 2015 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 10.623 13.669 Financiële vaste activa 155.276 - Vlottende activa 165.899

Nadere informatie

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015 CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein 20 5651 GR Eindhoven Publicatierapport 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Eindhoven, dossiernummer 17175918 Vastgesteld door de Algemene Vergadering van

Nadere informatie

RJ-Uiting : Handreikingen bij de toepassing van fiscale grondslagen door microrechtspersonen of kleine rechtspersonen

RJ-Uiting : Handreikingen bij de toepassing van fiscale grondslagen door microrechtspersonen of kleine rechtspersonen RJ-Uiting 2016-5: Handreikingen bij de toepassing van fiscale grondslagen door microrechtspersonen of kleine rechtspersonen Ten Geleide Op 9 oktober 2015 is de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening (wetsvoorstel

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

Schiphol Nederland B.V Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Schiphol Nederland B.V. 2014 Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Jaarverslag 2014 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

DE BEPALING VAN DE BELASTBARE JAARWINST CONFORM DE CCCTB EN HET NEDERLANDSE GOED KOOPMANSGEBRUIK

DE BEPALING VAN DE BELASTBARE JAARWINST CONFORM DE CCCTB EN HET NEDERLANDSE GOED KOOPMANSGEBRUIK DE BEPALING VAN DE BELASTBARE JAARWINST CONFORM DE CCCTB EN HET NEDERLANDSE GOED KOOPMANSGEBRUIK Is de bepaling van de belastbare jaarwinst van een onderneming conform de conceptrichtlijn CCCTB in strijd

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie