ARTIKEL. Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? NTZ N. Bekkema, A.J.E. de Veer en A.L. Francke

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARTIKEL. Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? NTZ N. Bekkema, A.J.E. de Veer en A.L. Francke"

Transcriptie

1 Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? N. Bekkema, A.J.E. de Veer en A.L. Francke 1 Inleiding Richtlijnen en protocollen kunnen gezien worden als belangrijke kwaliteitsinstrumenten binnen zorginstellingen (ZonMw, 2007, Casparie, Theuvenet, Klazinga & Timmermans, 2004). Er is echter weinig bekend over hoe in de gehandicaptenzorg volgens richtlijnen wordt gewerkt. De meeste kennis over richtlijnontwikkeling en richtlijngebruik stamt uit de medische wereld (Regieraad Kwaliteit van Zorg, 2010). De gehandicaptenzorg biedt werk aan heel diverse groepen begeleiders. Hieronder vallen verzorgenden, agogisch opgeleiden en verpleegkundigen van verschillende opleidingen en opleidingsniveaus. In dit artikel wordt beschreven wat voor soort richtlijnen en protocollen er zijn voor begeleiders en hoe tegen het gebruik hiervan wordt aangekeken. Functie van richtlijnen en protocollen voor begeleiders Richtlijnen en protocollen hebben primair als doel het verbeteren van de kwaliteit van de zorg aan de cliënt en worden vaak gezien als oplossing voor het beperken van risico s in de zorg. Een richtlijn wordt door de Regieraad Kwaliteit van Zorg 1 gedefinieerd als een document met aanbevelingen ter ondersteuning van zorgprofessionals en zorggebruikers, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg, berustend op wetenschappelijk onder- ARTIKEL Beleid & Management Dit artikel doet verslag van een empirisch onderzoek naar het gebruik van richtlijnen in de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen. De auteurs laten zien dat er (onder druk van HKZ) veel lokale protocollen worden ontwikkeld maar dat er weinig landelijk ontwikkelde en evidence based richtlijnen zijn. Zij verhelderen met hun onderzoek verder de functies van richtlijnen en protocollen in de praktijk. Het artikel eindigt met een aantal aanbevelingen. Het artikel is van belang voor kwaliteitsmedewerkers en inhoudelijke professionals. WB NTZ

2 Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? zoek aangevuld met aanbevelingen op basis van expertise en ervaringen van zorgprofessionals en zorggebruikers (Regieraad Kwaliteit van Zorg, 2010). Een protocol geeft een stapsgewijze meer gedetailleerde beschrijving van welke handelingen bij een omschreven patiëntengroep met een bepaalde zorgvraag het best kan plaatsvinden (Gezondheidsraad, 2000). In de gehandicaptenzorg wordt het onderscheid tussen richtlijn en protocol niet altijd gemaakt en worden verschillende benamingen voor handelingsbeschrijvingen door elkaar gebruikt (richtlijnen, protocollen, procedures, werkafspraken etc.). Beschikbare richtlijnen en protocollen in de gehandicaptenzorg Er zijn nog weinig richtlijnen en protocollen in deze sector. Na een inventarisatie in 2004 werd geconcludeerd dat er in de lichamelijk en verstandelijk gehandicaptenzorg geen landelijke richtlijnen waren (Poot, In den Bosch & Heijnen-Kaales, 2004). Ook de Regieraad Kwaliteit van Zorg (2010) heeft recent geconcludeerd dat de landelijke richtlijnontwikkeling binnen de care sector achterloopt ten opzichte van de cure sector en wijt dit mede aan een gebrek aan wetenschappelijk bewijs en een lager kennisniveau van sommige groepen professionals. In 2009 zijn er 11 richtlijnen gelegitimeerd door de Commissie Legitimering Richtlijnen van de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), waarvan er één specifiek betrekking had op de zorg voor verstandelijk gehandicapten (dit betreft een richtlijn over niet-medische interventies bij refluxziekte bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking, de Veer, Bos & Francke, 2008ab). Hoewel er in de organisaties voor gehandicaptenzorg veelal wel veel lokale richtlijnen of protocollen worden gebruikt, zijn deze dus niet landelijk ontwikkeld of beschikbaar. Verantwoord richtlijngebruik Het hebben van een richtlijn of protocol biedt nog geen garantie dat daar ook naar gehandeld wordt. Richtlijnen kunnen bijvoorbeeld leiden tot weerstand onder zorgverleners omdat ze zouden indruisen tegen de professionele autonomie (Grol & Wensing, 2006). Een aantal onderzoeken wijst uit dat richtlijnen meestal in 50-70% van de situaties worden nageleefd (Leentjes & Burgers, 2008; Grol, Dalhuijsen, Thomas, Veld, Rutten & Mokkink,1998; Burns & Foley, 2005). Naleving van richtlijnen en protocollen wil nog niet zeggen dat ze ook verantwoord gebruikt worden. Met verantwoord gebruik bedoelen we in staat zijn richtlijnen en protocollen na te leven maar ook in staat zijn in te schatten wanneer hiervan beargumenteerd kan of moet worden afgeweken. Afwijken van richtlijnen en protocollen kan soms gerechtvaardigd zijn. Aanbevelingen in richtlijnen zijn meestal gebaseerd op groepen en niet op de individuele cliënten. De Regieraad Kwaliteit van Zorg schrijft dat een essentieel kenmerk van richtlijnen is dat ze niet bindend zijn, zodat de zorgverlener die de richtlijn hanteert gemotiveerd kan afwijken (Regieraad Kwaliteit van Zorg, 2010). Een mogelijk risico van richtlijnen en protocollen vormt het klakkeloos toepassen ervan. In bepaalde gevallen kan het zelfs beter zijn 134 NTZ

3 N. Bekkema, A.J.E. de Veer en A.L. Francke om af te wijken van een richtlijn omdat bijvoorbeeld de problematiek van de cliënt dat op dat moment vereist. Volgens Koerselman en Korzec (2008) kan het ook de kwaliteit van zorg ten goede komen als afwijkingen worden geregistreerd ten behoeve van het actualiseren van een richtlijn (Grol et al., 2006). Bekend is dat het gebruik en de mate van naleving van richtlijnen afhankelijk is van het draagvlak dat ervoor is binnen de organisatie. Het management moet er voor zorgen dat begeleiders richtlijnen en protocollen kennen en blijven kennen en begeleiders in staat stellen om conform de richtlijn te handelen of daarvan beargumenteerd af te wijken. Ondersteuning vanuit de organisatie komt in verschillende onderzoeken naar voren als een belangrijke factor voor het succes van de implementatie en het gebruik van een richtlijn (Mikolajzak, Stals, Fleuren, de Wilde & Paulussen, 2009; Francke, Smit, de Veer & Mistiaen, 2008; Grol et al., 2006; Greenhalgh, Robert, Macfarlane, Bate & Kyriakidou, 2004; Grol, Wensing & Harmsen, 2003). Doel en vraagstellingen Doel van dit onderzoek is nagaan hoe binnen de gehandicaptenzorg tegen het werken met richtlijnen en protocollen door begeleiders wordt aangekeken. In dit artikel worden de volgende drie onderzoeksvragen beantwoord: 1. Welke soorten richtlijnen en protocollen zijn er voor begeleiders in de gehandicaptenzorg? 2. Waarom en hoe worden richtlijnen en protocollen voor begeleiders in de gehandicaptenzorg opgesteld en geïmplementeerd? 3. Hoe is het toezicht op het naleven en afwijken van richtlijnen en protocollen door begeleiders? 2 Onderzoeksmethode Procedure Het NIVEL deed in samenwerking met de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onderzoek naar de aanwezige richtlijnen en protollen in de gehandicaptenzorg en de manier waarop richtlijnen verantwoord gebruikt kunnen worden (Bekkema, de Veer & Francke, 2010). Een schriftelijke vragenlijst over richtlijngebruik is door het NIVEL verstuurd aan de Raden van Bestuur van alle organisaties voor gehandicaptenzorg die lid zijn van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). De Raad van Bestuur werd verzocht de vragenlijst door te geven aan een kwaliteitsmedewerker of een andere medewerker die belast is met kwaliteitsbeleid. De Raden van Bestuur hadden de mogelijkheid de vragenlijst onder meerdere kwaliteitsfunctionarissen van verschillende organisatieonderdelen te verspreiden. In totaal zijn 159 Raden van Bestuur aangeschreven en na twee weken is een herinneringsbrief gestuurd. Na afloop van de tweede termijn voor het retourneren van de vragenlijst is door de onderzoeker een belronde gedaan langs alle organisaties die nog niet hadden gereageerd. Er werden 129 ingevulde vragenlijsten ontvangen afkomstig van 118 Raden van Bestuur (respons 74%). NTZ

4 Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? Inhoud vragenlijst De vragenlijst is opgesteld na bestudering van de literatuur over richtlijngebruik, waaronder (inter)nationale literatuur over implementatie van richtlijnen en kwaliteitssystemen in zorginstellingen en rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) (IGZ, 2009; Francke, Smit, de Veer & Mistiaen, 2008; IGZ, 2008; IGZ, 2007a; IGZ, 2007b; Grol et al., 2006; Grimshaw, Eccles, Thomas, MacLennan, Ramsay, Frase & Vale, 2006; Sluijs, Keijser & Wagner, 2006; Greenhalgh, Robert, Macfarlane, Bate & Kyriakidou, 2004). Ook werd een quick scan naar openbaar toegankelijke richtlijnen en protocollen in de gehandicaptenzorg uitgevoerd. Met de quick scan werden 12 openbaar toegankelijke richtlijnen gevonden die specifiek ontwikkeld waren voor de gehandicaptenzorg. De 23 vragen hadden meestal voorgestructureerde antwoordcategorieën. De inhoudsvaliditeit van de vragenlijst is beoordeeld door zes deskundigen op het gebied van de gehandicaptenzorg en/of onderzoek (deskundigen van de IGZ, VGN en op het terrein van kwaliteitszorg). De vragenlijst startte met vijf achtergrondvragen over de respondent en zijn organisatie. Vervolgens werden vijf vragen gesteld over de algemene visie van de organisatie ten aanzien van het gebruik van richtlijnen en protocollen door begeleiders. Daarna werden vier vragen gesteld over het opstellen en implementeren van richtlijnen en protocollen en over de controle met betrekking tot het naleven en afwijken hiervan. Ten slotte zijn negen vragen gesteld over de aanwezigheid van specifieke richtlijnen en protocollen in de organisatie, evenals hun doelen en aanleidingen tot opstellen. Een kopie van de vragenlijst kunt u opvragen bij de onderzoekers. Kenmerken van de organisatie Ruim de helft van de respondenten gaf aan dat er minimaal 500 begeleiders in hun (deel van de) organisatie werkzaam zijn (tabel 1). Bijna alle organisaties (92%) bieden zorg met verblijf en de meeste organisaties (92%) bieden zorg aan mensen met een (lichte of matig/ ernstige) verstandelijke beperking. Analyses De gegevens zijn geanalyseerd met het programma STATA Percentages zijn berekend aan de hand van frequentietellingen over het aantal (onderdelen van) deelnemende organisaties. De open vragen zijn één voor één geanalyseerd en vervolgens gecategoriseerd. Zo konden de respondenten in twee open vragen aangeven wat de twee meest belangrijke richtlijnen waren. Werd hier bijvoorbeeld ondersteuningsplan, begeleidingsplan of individueel zorgplan genoemd, dan werd dit antwoord onder de categorie ondersteunings/ begeleidingsplan geplaatst. Per genoemde meest belangrijke richtlijn werd nog een aantal open en gesloten vragen gesteld. Ook deze open vragen zijn inhoudelijk geanalyseerd en gecategoriseerd. Frequentietellingen zijn berekend over de categorieën. 3 Resultaten 3.1 Soorten richtlijnen en protocollen Aantal richtlijnen en protocollen Het aantal beschikbare richtlijnen en pro- 136 NTZ

5 N. Bekkema, A.J.E. de Veer en A.L. Francke Tabel 1: Kenmerken van de organisaties van de respondenten (n=129) % Aantal begeleiders werkzaam in (deel van de) organisatie (in percentages) ,5% ,4% ,9% ,0% Meer dan ,2% Geboden zorg (in percentages, meerdere antwoorden waren mogelijk) Zorg zonder verblijf 83,0% Dagbesteding 83,7% Zorg met verblijf 91,5% Cliëntengroepen waaraan zorg wordt verleend (in percentages, meerdere antwoorden waren mogelijk) Mensen met een lichte verstandelijke beperking 76,7% Mensen met een matige of ernstige verstandelijke beperking 72,1% Mensen met ernstige meervoudige complexe beperkingen 56,6% Mensen met ernstig probleemgedrag 56,6% Mensen met een lichamelijke beperking 36,4% Mensen met een zintuiglijke beperking 21,7% (Ook een) andere cliëntengroep (met name NAH en psychiatrische problematiek) 21,7% tocollen voor begeleiders verschilt sterk per organisatie. Bijna één op de vijf organisaties (18,8%) heeft maximaal 20 richtlijnen en protocollen. Maar ook één op de vijf organisaties (19,5%) heeft meer dan 100 richtlijnen en protocollen voor begeleiders. Gemiddeld heeft een organisatie 77 richtlijnen en protocollen. Grote organisaties die zorg verlenen aan veel verschillende soorten cliëntgroepen hebben meer richtlijnen en protocollen dan kleinere organisaties met een uniformere cliëntpopulatie. Meest gebruikte en meest belangrijke richtlijnen en protocollen Vervolgens vroegen we in open vragen wat de twee meest belangrijke en de drie meest gebruikte richtlijnen of protocollen waren. Zowel de twee meest gebruikte richtlijnen/ protocollen als de twee meest belangrijke richtlijnen/protocollen betreffen medicatie (door 53% van de respondenten genoemd als één van meest belangrijke richtlijnen) en het melden van incidenten (door 42% genoemd als één van de meest belangrijke richtlijnen). NTZ

6 Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? De derde meest belangrijke richtlijn/protocol is het ondersteunings/begeleidingsplan (door 24% genoemd als één van de meest belangrijke richtlijnen). In totaal werden 237 richtlijnen en protocollen als meest belangrijk genoemd. Het grootste deel (85%) van deze 237 richtlijnen en protocollen zijn door de organisaties zelf ontwikkeld en zijn niet toegankelijk voor andere organisaties. Visie op richtlijnen en protocollen Ten slotte is gevraagd naar de aanwezigheid van en de visie op richtlijnen en protocollen binnen vijf algemene zorggebieden (zie eerste kolom tabel 2). Tabel 2 laat zien dat vrijwel alle organisaties richtlijnen of protocollen hebben voor kritische en risicovolle zorgmomenten (94%). Minst aanwezig zijn richtlijnen voor de dagelijkse verzorging, begeleiding en verpleging (62,5%). Richtlijnen voor de zorg voor specifieke doelgroepen worden relatief vaak (35%) gezien als handvatten waarin de begeleider zelf mag beslissen in hoeverre die gevolgd worden. Richtlijnen voor BIG voorbehouden handelingen worden vaker gezien als strikte voorschriften waar begeleiders zich aan moeten houden. kwaliteit van zorg en duidelijkheid over verantwoordelijkheden van begeleiders en andere disciplines vergroten, zijn het vaakst een reden om een richtlijn of protocol te introduceren. Betrokkenheid begeleiders bij het opstellen van richtlijnen en protocollen Twaalf procent van de respondenten geeft aan dat de begeleiders altijd betrokken worden bij het opstellen van richtlijnen en protocollen. Bijna de helft (47%) geeft daarentegen aan dat in hun organisatie de begeleiders nooit of soms bij het opstellen worden betrokken. De meest gebruikte manieren om het gebruik van richtlijnen en protocollen binnen organisaties te bevorderen zijn instructie van nieuwe begeleiders in het gebruik, melding van het bestaan op intranet of een informatieblad en een inhoudelijke bespreking op een teamoverleg (tabel 4). Een derde van de organisaties biedt begeleiders meestal of altijd een scholing/training in het gebruik van een nieuwe richtlijn/ protocol. Ondersteuning van begeleiders tijdens intervisiebijeenkomsten komt relatief weinig voor. 3.2 Opstellen en implementeren van richtlijnen en protocollen Waarom wordt een protocol of richtlijn voor begeleiders opgesteld? Tabel 3 laat de redenen zien voor het introduceren van een richtlijn of protocol voor begeleiders. Begeleiders houvast bieden bij de uitvoering van hun werk, het verbeteren van de 138 NTZ

7 N. Bekkema, A.J.E. de Veer en A.L. Francke Tabel 2: Visie op verschillende soorten richtlijnen en protocollen (n=129) Richtlijnen of protocollen voor.. Kritische en risicovolle zorgmomenten BIG voorbehouden handelingen Aanwezig Vaakst genoemde voorbeelden 93,8 - Medicatie - Agressie - Seksueel misbruik - Vrijheidsbeperking - Baden & douchen - Melden incidenten 77,5 - Injecteren - Katheteriseren - Sonde aanbrengen Zijn noodzakelijk voor het verlenen van goede zorg ((helemaal) mee eens) Zijn voorschriften waarvan alleen beargumenteerd afgeweken kan worden ((helemaal) mee eens) 96,7% 85,0% 20,2% 98,0% 83,7% 14,3% Zijn handvatten waarbij per situatie beslist mag worden in hoeverre die gevolgd moeten worden ((helemaal) mee eens) Medische hulpmiddelen 70,3 - Tillift - Transferprotocol 96,6% 79,6% 23,9% Zorg m.b.t. specifieke doelgroepen 67,4 - Gedragsproblemen - Palliatieve zorg - Autisme - Protocol rondom overlijden 90,5% 64,3% 34,5% Dagelijkse verzorging, begeleiding en verpleging 62,5 - Decubitus - Hygiene - Eten & drinken/ voeding - Wondzorg - Douchen & baden 92,5% 75,0% 26,3% NTZ

8 Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? Tabel 3: Redenen om een protocol of richtlijn voor begeleiders te introduceren (n=129) meestal/altijd 1 Begeleiders houvast bieden bij de uitvoering van hun werk 92,2% Kwaliteit van zorg verbeteren 85,9% Duidelijkheid over verantwoordelijkheden van begeleiders en andere disciplines 83,6% vergroten Aansluiten bij landelijk opgestelde richtlijnen 58,7% Veiligheid verhogen 57,8% De samenwerking tussen verschillende disciplines verbeteren 43,3% Variatie in het handelen van begeleiders verminderen 34,9% 1 Mogelijke antwoorden: nooit, soms, meestal, altijd Tabel 4: Manieren om een richtlijn of protocol te introduceren (n=129) Melding van het bestaan van de richtlijn/protocol, bijvoorbeeld op intranet of in een informatieblad meestal/altijd 1 85,2% Inhoudelijke bespreking van de richtlijn/protocol op een teamoverleg 78,3% Scholing/training van begeleiders in het werken volgens de richtlijn/protocol 34,1% Feedback geven tijdens het werk op het handelen van begeleiders volgens de richtlijn/protocol Ondersteuning van begeleiders in het gebruik van de richtlijn/protocol tijdens intervisiebijeenkomsten 41,7% 13,4% Inzet van medewerkers met veel kennis over een bepaalde richtlijn/protocol 41,9% Inzet van hulpmiddelen, zoals een stroomschema, beslisboom, checklist of een herinneringskaart 47,7% Instructie van nieuwe begeleiders in het gebruik van protocollen en richtlijnen 86,5% 1 Mogelijke antwoorden: nooit, soms, meestal, altijd 3.3 Toezicht op het naleven en afwijken van richtlijnen en protocollen Afwijken van richtlijnen en protocollen Tabel 5 laat zien dat in tweederde van de organisaties begeleiders afwijkingen meestal of altijd moeten melden bij hun leidinggevende. Dit geldt ook voor het beargumenteren van afwijkingen. Iets minder gebruikelijk is het om afwijkingen te documenteren. 140 NTZ

9 N. Bekkema, A.J.E. de Veer en A.L. Francke Tabel 5: Beleid bij afwijkingen van een richtlijn of protocol (n=129) meestal/altijd 1 Begeleiders moeten afwijkingen melden bij hun leidinggevende 65,6% Begeleiders moeten afwijkingen beargumenteren bij hun leidinggevende 66,9% Afwijkingen worden gedocumenteerd 52,8% 1 Mogelijke antwoorden: nooit, soms, meestal, altijd Tabel 6: Controle op het naleven van richtlijnen/protocollen (n=129) meestal/altijd 1 Aan de hand van het vaste werkoverleg 42,2% Aan de hand van werkoverleg op ad hoc basis 13,4% Aan de hand van audits (controles) 87,9% We meten aan de hand van indicatoren of een richtlijn/protocol wordt nageleefd 19,0 % Onze richtlijnen en protocollen worden op vastgestelde tijdstippen geactualiseerd 83,8% 1 Mogelijke antwoorden: nooit, soms, meestal, altijd Controle op de naleving van richtlijnen en protocollen Vrijwel alle organisaties (98%, niet in tabel) controleren of begeleiders richtlijnen en protocollen naleven. Dit doen zij het meest aan de hand van audits (tabel 6). Ook actualiseert het merendeel (84%) van de organisaties hun richtlijnen en protocollen op vastgestelde momenten. Controle op de naleving van richtlijnen en protocollen aan de hand van ad hoc werkoverleg en aan de hand van indicatoren komt niet veel voor. 4 Discussie Dit onderzoek geeft inzicht in de rol van richtlijnen en protocollen voor begeleiders in organisaties die zorg bieden aan mensen met een beperking. De resultaten laten zien dat voor begeleiders veel verschillende soorten richtlijnen en protocollen aanwezig zijn en dat deze veelal door de organisatie zelf zijn ontwikkeld. Dit staat in contrast met het geringe aantal landelijke richtlijnen voor begeleiders. Uit interviews met kwaliteitsmedewerkers en begeleiders in instellingen blijkt dat veel van de aanwezige richtlijnen en protocollen relatief nieuw zijn en opgesteld zijn in het kader van het verkrijgen van een certificatie van HKZ. Het gevaar bestaat dat iedere organisatie opnieuw het wiel uitvindt. Het opstellen van richtlijnen en protocollen is een arbeidsintensieve bezigheid, zeker als gestreefd wordt NTZ

10 Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? naar een evidence based richtlijn. Het is dan efficiënter om te kijken naar elders reeds ontwikkelde richtlijnen die desgewenst aangepast worden aan de specifieke omstandigheden van de organisatie. Een toegankelijke landelijke databank met daarin de ontwikkelde lokale en landelijke richtlijnen en protocollen zou de beschikbaarheid van goede richtlijnen voor iedereen vergroten. Verder blijkt dat het per type richtlijn of protocol verschilt of er van afgeweken mag worden. Bij richtlijnen voor specifieke doelgroepen (gedragsproblemen, palliatieve zorg, autisme) hebben begeleiders meer handelingsvrijheid. Een soortgelijk resultaat kwam naar voren uit interviews met begeleiders, leidinggevenden en kwaliteitsfunctionarissen in de gehandicaptenzorg (Bekkema et al., 2010). Binnen richtlijnen die over agogische handelingen gaan, zoals bejegening en omgaan met agressie, is volgens de geïnterviewden meer ruimte voor interpretatie en bewegingsvrijheid. Gedrag van cliënten vraagt vaak om flexibel toe te passen regels. Ook hebben begeleiders elk hun eigen houding en aanpak die ze inzetten om een bepaald doel te bereiken. De uniciteit van het gedrag van zowel cliënt als begeleider vraagt om richtlijnen waarbinnen begeleiders de ruimte hebben zich te bewegen. De betekenis en inhoudelijke invulling van deze richtlijnen vergt dan ook discussie en overleg binnen organisaties en teams, over bijvoorbeeld de normen en waarden die belangrijk zijn. Dit ligt anders voor richtlijnen voor medisch-verpleegkundig handelen, zoals een richtlijn medicatie of insuline spuiten. Deze richtlijnen worden strak opgevolgd en worden gezien als instructies waar je je aan moet houden. Hoofddoel van een richtlijn of protocol is, naast kwaliteitsverbetering en het verduidelijken van ieders taken, de begeleiders houvast bieden bij hun werk. Opvallend is dan ook dat begeleiders lang niet altijd betrokken worden bij het opstellen van de richtlijn of protocol. Bijna de helft (47%) van de respondenten zegt dat dit niet of nauwelijks gebeurt. Echter, om de aansluiting van richtlijnen en protocollen op de werkvloer te vergroten is het wel van belang om zorgverleners hierin een stem te geven (Grol et al., 2006). Begeleiders moeten zich eigenaar voelen van een richtlijn. Uit interviews blijkt dat het werken met een beperkte set richtlijnen en protocollen begeleiders meer stimuleert om na te denken over het waarom van de richtlijnen dan een woud aan richtlijnen waarvan het doel voor begeleiders onduidelijk is (Bekkema et al., 2010). Begeleiders kunnen bijvoorbeeld bij het opstellen en aanpassen van richtlijnen en protocollen betrokken worden door ze zelf aan te laten geven op welke gebieden ze behoefte hebben aan een richtlijn of protocol, samen met hen de richtlijn op te stellen en hen actief te betrekken bij het implementatieproces. Nadat een nieuwe richtlijn of protocol is opgesteld worden begeleiders over het algemeen hierover geïnformeerd. Echter, wat er daarna gebeurt is minder duidelijk. Soms is er een scholing, soms wordt feedback gegeven tijden het werk, of er zijn medewerkers die veel 142 NTZ

11 N. Bekkema, A.J.E. de Veer en A.L. Francke kennis hebben van het protocol en die andere medewerkers hierin ondersteunen. Ondersteuning in het gebruik aan de hand van intervisiebijeenkomsten komt nauwelijks voor. De naleving van richtlijnen en protocollen wordt niet altijd gestimuleerd door de organisatie. Ruim de helft van de kwaliteitsfunctionarissen geeft aan dat de ondersteuning tijdens werkoverleg plaatsvindt. Eerder onderzoek wijst uit dat een goed onderhoudstraject noodzakelijk is om te blijven zorgen voor voldoende draagvlak (Grol et al., 2006). Direct leidinggevenden hebben hierin een centrale rol. Zij kunnen begeleiders bijvoorbeeld blijvend betrekken door ze de mogelijkheid te geven via intranet continu verbetersuggesties in te dienen of ze aan te wijzen als aandachtsfunctionaris die een bepaalde richtlijn in zijn team levendig houdt (Bekkema et al., 2010). Ten slotte blijkt uit dit onderzoek dat organisaties willen dat begeleiders afwijkingen van richtlijnen en protocollen melden en beargumenteren bij hun leidinggevenden. Deze meldingen kunnen een organisatie inzicht geven in de actualiteit en werkbaarheid van richtlijnen en kan daarmee de kwaliteit van zorg aan de cliënt ten goede komen. Eerder onderzoek wijst uit dat het voor zorgverleners echter niet altijd duidelijk is in welke situaties zij beargumenteerd moeten of kunnen afwijken (Grol et al., 2006). Ook uit interviews met begeleiders in de gehandicaptenzorg blijkt dat het voor hen niet altijd duidelijk is wat een afwijking van een richtlijn of protocol is (Bekkema et al., 2010). Dit komt mede door het verschil tussen richtlijnen over bijvoorbeeld omgaan met gedragsproblemen waarbinnen relatief veel handelingsvrijheid is en richtlijnen over bijvoorbeeld medicatie die strak opgevolgd dienen worden. Begeleiders zien afwijkingen van strak op te volgen richtlijnen vaak als een incident, afwijken was niet de bedoeling en had niet gemoeten. Binnen richtlijnen die meer ruimte bieden is het veel onduidelijker of een alternatieve handeling nog binnen de reikwijdte van de richtlijn valt of dat het een afwijking is. Een duidelijk beleid op afwijken van richtlijnen en protocollen binnen de gehandicaptenzorg is wel van belang omdat richtlijnen niet voor alle cliënten of in alle situaties altijd toepasbaar zijn. Zo kunnen organisaties onderscheid maken tussen protocollen en richtlijnen om aan te geven welke ruimte begeleiders hebben voor afwijken. Ook kan afwijken een standaard onderwerp van gesprek op teamvergaderingen zijn en begeleiders kunnen worden aangemoedigd om afwijkingen door te geven aan de hand van verbetersuggesties via het intranet. De meldcultuur van een organisatie kan hierin ook een factor zijn (Scott, Mannion, Marshall & Davies, 2003). Begeleiders zullen afwijkingen eerder melden in een veilige en open meldcultuur waarin zij niet worden afgestraft. 5 Aanbevelingen Richtlijngebruik is geen kant-en-klaar recept. Het is een mix van het type richtlijn, de begeleider die ermee werkt en de cliënt waaraan de zorg wordt verleend. (Verantwoord) richtlijngebruik heeft echter wel een aantal hoofdingrediënten, die te vertalen zijn naar concrete NTZ

12 Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? aanbevelingen voor de gehandicaptenzorg praktijk: - De ontwikkeling van een landelijke databank met (lokale en landelijke) richtlijnen en protocollen om de beschikbaarheid van goede richtlijnen te vergroten. Het kennisplein gehandicaptensector biedt hiervoor een goed platform. Op (1311)-Kennisplein/Inspiratie/Inspiratie- Richtlijnen-en-protocollen.html zijn reeds een aantal richtlijnen en protocollen verzameld. - Van meet af aan begeleiders betrekken bij het opstellen en implementeren van richtlijnen en protocollen om een succesvolle koppeling met de dagelijkse praktijk te realiseren. - Stimuleren van de professionaliteit van begeleiders, zoals reflectie op eigen handelen, discussie over normen en waarden en openheid om verschil in visie en afwijkingen te bespreken. Professioneel handelen kan onder meer gestimuleerd worden door begeleiders goed op te leiden en een cultuur en infrastructuur te creëren waarbinnen het naleven en afwijken van richtlijnen en protocollen veilig besproken wordt. Auteurs Drs. Nienke Bekkema, orthopedagoog, onderzoeker (NIVEL; Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) Dr. Anke J.E. de Veer, psycholoog, senior-onderzoeker (NIVEL) Prof.dr. Anneke L. Francke, programmaleider (NIVEL), bijzonder hoogleraar (Afdeling Sociale Geneeskunde, EMGO+/VUmc Amsterdam) Correspondentie-adres: Nienke Bekkema, postbus 1568, 3500 BN, Utrecht n.bekkema@nivel.nl Noot 1 De Regieraad is ingesteld door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en bestaat uit onafhankelijke deskundigen die op persoonlijke titel zijn benoemd. De Regieraad Kwaliteit van Zorg heeft de taak kwalitatief goede zorg te stimuleren Literatuur Bekkema, N., de Veer, A.J.E., & Francke, A.L. (2010). Verantwoord richtlijngebruik door begeleiders in de gehandicaptenzorg. Utrecht: NIVEL. Burns, H., & Foley, S. (2005). Adherence to Practice Guidelines: Improving Quality of Care and Patient Outcomes. Journal of Professional Nursing, 21(3), Casparie, A.F., Theuvenet, W.J., Klazinga, N.S., & Timmermans, A.E. (2004). Richtlijnontwikkeling als onderdeel van het kwaliteitssysteem. In J.J.E. van Everdingen, J.S. Burgers, W.J.J. Assendelft, J.A. Swinkels, T.A. van Barneveld, & J.L.M., van de Klundert (Ed) Evidence-based richtlijnontwikkeling. Een leidraad voor de praktijk (pp ). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Francke, A.L., Smit, M.C., de Veer, A.J.E., & Mistiaen, P. (2008). Factors influencing the implementation of clinical guidelines for health care professionals: a systematic meta-review. BMC Medical Informatics and Decision Making, 8(38). com/ /8/38. Gezondheidsraad (2000). Van implementeren naar leren: het belang van tweerichtingsverkeer tussen praktijk en wetenschap in de gezondheidszorg. Den Haag: Gezondheidsraad. Greenhalgh, T., Robert, G., Macfarlane, F., Bate, P., & Kyriakidou, O. (2004). Diffusion of innovations in service organizations: systematic review and recommendations. The Milbank Quarterly, 82(4), Grimshaw J., Eccles, M., Thomas R., MacLennan G., 144 NTZ

13 N. Bekkema, A.J.E. de Veer en A.L. Francke Ramsay C., Frase C., & Vale, L. (2006). Toward evidence-based quality improvement. Evidence (and its limitations) of the effectiveness of guideline dissemination and implementation strategies Journal Gen.Intern.Med, 21(2), Grol, R., Dalhuijsen, J., Thomas, S., Veld, C., Rutten, G., & Mokkink, H. (1998). Attributes of clinical guidelines that influence use of guidelines in general practice: observational study. BMJ, 317, Grol, R., Wensing, M., & Harmsen, M. (2003). Implementatie van kennis in de praktijk: het richtlijn en Implementatieprogramma. Nijmegen: Centre for Quality of Care Research (WOK)/ UMC St Radboud. Grol, R., & Wensing, M. (2006). Implementatie. Effectieve verbetering van de patiëntenzorg. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. IGZ (2007a). Verantwoorde zorg voor gehandicapten onder druk. Toets op risico s in de 24-uurszorg voor mensen met een verstandelijke beperking Den Haag: IGZ. IGZ (2007b). Normendocument gehandicaptenzorg. Den Haag: IGZ. IGZ (2008). Circulaire preventie van verbranding en verdrinking van patiënten tijdens het baden. Den Haag: IGZ. IGZ (2009). Verbeterkracht gehandicaptenzorg in beeld. Eindrapport van de follow-up van het geïntensiveerde toezicht in de 24-uurszorg aan mensen met een verstandelijke beperking. Den Haag: IGZ. Koerselman, G.F., & Korzec, A. (2008). Voorstel voor een checklist bij het afwijken van richtlijnen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 152, Leentjes, A.F.G., & Burgers, J.S. (2008). Welke factoren zijn belangrijk bij succesvolle implementatie van richtlijnen? Tijdschrift voor psychiatrie, 50, Mikolajczak, J., Stals, K., Fleuren, M.A.H., de Wilde, E.J., & Paulussen, T.G.W.M. (2009). Kennissynthese van condities voor effectieve invoering van jeugdinterventies. Leiden: TNO. Poot, E.P., In den Bosch, H.J.H., & Heijnen-Kaales, Y. (2004). Overzicht van landelijke, patiëntgebonden richtlijnen binnen de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroepen. Utrecht: LEVV. Regieraad Kwaliteit van Zorg (2010). Een visie op richtlijnontwikkeling in Nederland. Den Haag: Regieraad Kwaliteit van Zorg. Sluijs, E., Keijser, E., & Wagner, C. (2006). Kwaliteitssystemen in zorginstellingen. De stand van zaken. Utrecht: NIVEL. Scott, T., Mannion, R., Marshall, M., & Davies, H. (2003). Does organisational culture influence health care performance? A review of the evidence. J. Health Serv. Res. Policy, 8(2), Veer, A.J.E. de, Bos, J.T., & Francke, A.L. (2008a). Deelrichtlijn Refluxziekte bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking. Deel 1: Protocol voor de praktijk. Utrecht: NIVEL. Veer, A.J.E. de, Bos, J.T., & Francke, A.L. (2008b). Deelrichtlijn Refluxziekte bij mensen met een ernstige verstandelijke beperking. Deel 2: Achtergrond, doel en verantwoording. Utrecht: NIVEL. ZonMw (2007). KKCZ Kennisbeleid Kwaliteit Curatieve Zorg; multidisciplinaire richtlijnen binnen het kwaliteitsbeleid in de curatieve zorg. Den Haag: ZonMw. NTZ

14 Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? Samenvatting De gemiddelde organisatie voor gehandicaptenzorg heeft 77 richtlijnen en protocollen voor hun begeleiders. Dit artikel beschrijft wat voor soort richtlijnen en protocollen dit zijn en hoe en met welk doel ze worden ingezet. De resultaten zijn gebaseerd op een schriftelijke, voorgestructureerde vragenlijst, ingevuld door 129 kwaliteits- en beleidsmedewerkers uit 118 organisaties (respons 74%). Richtlijnen over medicatie(verstrekking), (het melden van) incidenten en het ondersteuningsplan zijn het belangrijkst in de organisaties. Richtlijnen en protocollen verschillen in de mate waarin begeleiders zich er strikt aan moeten houden. Richtlijnen en protocollen zijn bedoeld voor kwaliteitsverbetering, maar ook om taken te verduidelijken en begeleiders houvast te bieden bij hun werk. Opvallend is dan ook dat begeleiders lang niet altijd betrokken worden bij het opstellen van een richtlijn of protocol. Het artikel eindigt met een aantal hoofdingrediënten voor (verantwoord) richtlijngebruik, waaronder de ontwikkeling van een landelijke richtlijn-databank. Summary The average organization for people with disabilities has 77 staff guidelines and protocols. This article describes these guidelines and protocols and how and for what purpose they are used. The results are based on a written and structured questionnaire, completed by 129 policy staff members and quality managers from 118 organizations (74% response rate). Guidelines on medication (provision), (reporting) incidents and the individual support plan are most important. Guidelines and protocols differ in the extent to which staff should strictly adhere to them. Guidelines and protocols are developed for quality improvement purposes, but also to clarify responsibilities and to provide guidance to staff in their work. Notably, staff is not always involved in the development of a guideline or protocol. The article ends with a number of key ingredients for responsible use of guidelines, including the development of a national guideline database. 146 NTZ

Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept?

Richtlijngebruik door begeleiders: een kant-en-klaar recept? Postprint Version 1.0 Journal website http://www.ntzonline.nl/nl/artikelen/artikelen-ntz/show/57/richtlijngebruik- door-begeleiders-een-kant-en-klaar-recept- Pubmed link DOI Richtlijngebruik door begeleiders:

Nadere informatie

Verantwoord richtlijngebruik door begeleiders in de Gehandicaptenzorg

Verantwoord richtlijngebruik door begeleiders in de Gehandicaptenzorg Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Verantwoord richtlijngebruik door begeleiders in de Gehandicaptenzorg Nienke Bekkema Anke J.E. de Veer Anneke

Nadere informatie

Tool Implementatie van richtlijnen

Tool Implementatie van richtlijnen Kennisbank richtlijnontwikkeling Ondersteunende materialen bij het ontwikkelen van richtlijnen Tool Implementatie van richtlijnen Inhoud 1. Inleiding 2. Doel van deze tool 3. Inhoud van deze tool 4. Literatuur

Nadere informatie

List of publications. List of publications 213

List of publications. List of publications 213 List of publications List of publications 213 Publications in English Bekkema N., Veer A. de, Hertogh C. & Francke A. Perspectives of people with mild intellectual disabilities on care-relationships at

Nadere informatie

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen

Nadere informatie

Implementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing. Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw

Implementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing. Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw Implementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw Definitie van implementatie Implementatie verwijst naar een reeks geplande, bewuste activiteiten die

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum IMPLEMENTATIE: welke weg? Prof.dr. Rob Oostendorp Dr. Michel Wensing Prof.dr. Richard Grol Implementatie Kenmerken implementatie (ZON, 1997; Gezondheidsraad, 2000). Procesmatige en planmatige invoering.

Nadere informatie

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2012, nr. 2

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2012, nr. 2 Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2012, nr. 2 Nog steeds veel behoefte aan extra scholing levenseindezorg In 2002 is het landelijke Panel

Nadere informatie

Implementatie in de jeugdzorg

Implementatie in de jeugdzorg Implementatie in de jeugdzorg Lezing Academische Werkplaats Inside-Out dr. Karlijn Stals Nijmegen, 1 februari 2013 Implementatie? 2 1 NIET!!! 3 Weten en doen Verbetering in de zorg voor jeugd meer (en

Nadere informatie

Creëren van een sense of urgency

Creëren van een sense of urgency Creëren van een sense of urgency Evaluatie van de poliklinische epilepsiezorg in het MUMC+ Kwaliteitsindicatoren richtlijn epilepsie in de praktijk Jeske Nelissen Verpleegkundig specialist Neurologie Inhoud

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Zorgverleners werken liever met interne dan met personeel van buitenaf. Utrecht: NIVEL, 2013) worden

Nadere informatie

Welke factoren zijn belangrijk bij succesvolle implementatie van richtlijnen?

Welke factoren zijn belangrijk bij succesvolle implementatie van richtlijnen? Welke factoren zijn belangrijk bij succesvolle implementatie van richtlijnen? a.f.g. leentjens, j.s. burgers achtergrond De invloed die een richtlijn heeft op de klinische praktijk is afhankelijk van de

Nadere informatie

Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018

Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018 Home no. 2 April 2018 Eerdere edities Verenso.nl Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018 Sandra van Beek, Marie-Julie van Hoof svanbeek@verenso.nl Sandra van Beek, Marie-Julie van

Nadere informatie

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017.

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017. Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 07. CONTACTADRES NIVEL Dr. Anke J.E. de Veer Postbus 568 500 BN Utrecht

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Implementatie van de richtlijn angststoornissen

Implementatie van de richtlijn angststoornissen Implementatie van de richtlijn angststoornissen De lange termijn behandeleffecten Door: Maarten van Dijk (Hoofdwetenschappelijk bureau HSK/GZ-psycholoog) Achtergrond Studie binnen team angststoornissen

Nadere informatie

Logeren waarderen. Kiezen van logeeropvang door ouders van meervoudig complex gehandicapte kinderen/mensen

Logeren waarderen. Kiezen van logeeropvang door ouders van meervoudig complex gehandicapte kinderen/mensen Logeren waarderen Kiezen van logeeropvang door ouders van meervoudig complex gehandicapte kinderen/mensen Auteurs : Bram van Beek, Kees van der Pijl Datum : 5 juni 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond...

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren in de paramedische zorg

Kwaliteitsindicatoren in de paramedische zorg Kwaliteitsindicatoren in de paramedische zorg Prof.dr. Rob Oostendorp, Afdeling Kwaliteit van Zorg (WOK), UMC St Radboud, Nijmegen Nederlands Paramedisch Instituut, Amersfoort Op weg naar kwaliteit Sinds

Nadere informatie

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? onderzoek naar ervaringen met de zorg Opdrachtgever: dr. D.H.M. Frijters D.J. Homberg, MSc dr. H.C.M. Kamphuis drs. S.J.W. de Kroon drs. J.J.A. Stavenuiter drs.

Nadere informatie

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 6

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 6 Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 6 SCEN v&v: telefonisch advies bij euthanasie SCEN v&v biedt verpleegkundigen en verzorgenden

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren

Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren Een hoogwaardige GGz in de vaart der volkeren Aart Schene Hoogleraar Psychiatrie Radboud umc, Nijmegen Artikelen Neurowetenschappen - 1973-2012 - 2010 2000 1990 Translational Research Basic Animal Research

Nadere informatie

Implementatie van richtlijnen. Dr. Hester Vermeulen Afdeling Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Amsterdam School of Health Professions

Implementatie van richtlijnen. Dr. Hester Vermeulen Afdeling Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Amsterdam School of Health Professions Implementatie van richtlijnen Dr. Hester Vermeulen Afdeling Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Amsterdam School of Health Professions Even voorstellen Dr. Hester Vermeulen Verpleegkundige

Nadere informatie

Mensen met een verstandelijke handicap en sexueel misbruik Kooij, D.G.

Mensen met een verstandelijke handicap en sexueel misbruik Kooij, D.G. Mensen met een verstandelijke handicap en sexueel misbruik Kooij, D.G. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Evidence Based Nursing

Evidence Based Nursing Evidence Based Nursing - filosofie - Bart Geurden, RN, MScN Van verpleegkundige Diagnostiek naar evidence-based handelen Medische Diagnostiek >1900 Multi- Disciplinaire Problemen 1980- Verpleegkundige

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010) worden gebruikt.

Nadere informatie

EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut UMC St Radboud Hogeschool van Arnhem en Nijmegen NVLF 1 ORIËNTATIE op LOGOPEDIE NVLF Visie 2000-2005 NVLF

Nadere informatie

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinant Study in to Factors that Facilitate a Active Smoking-cessation

Nadere informatie

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015 Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk Lies Braam, verpleegkundig specialist neurologie 26 maart 2015 V &VN neurocongres Definitie EBP Bij EBP gaat het om klinische beslissingen op basis van

Nadere informatie

Wat vinden ouders ervan?

Wat vinden ouders ervan? Wat vinden ouders ervan? Een samenvatting van het onderzoek naar de ervaringen van ouders/wettelijk vertegenwoordigers met betrekking tot de geboden zorg bij Nieuw Woelwijck. Jorien Luijkx, MSc. Annet

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Taakverschuiving van arts naar verpleegkundige Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Taakverschuiving van arts naar verpleegkundige Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Taakverschuiving van arts naar verpleegkundige Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 Vierenveertig procent van de verpleegkundigen

Nadere informatie

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Boerderij Ruimzicht te Oldelamer op 10 januari Amsterdam, mei 2013

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Boerderij Ruimzicht te Oldelamer op 10 januari Amsterdam, mei 2013 Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Boerderij Ruimzicht te Oldelamer op 10 nuari 2013 Amsterdam, mei 2013 Inleiding Op 10 nuari 2013 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie)

Nadere informatie

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,

Nadere informatie

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel Soort Werksituatie Verdieping doelgroepen Cursus Medewerkers maatschappelijke zorg zijn werkzaam in instellingen voor wonen, dagbesteding en vrije tijd

Nadere informatie

AFKORTINGEN IN TABELLEN

AFKORTINGEN IN TABELLEN VERANTWOORDING Dit document bevat de tabellen waarop het volgende artikel gebaseerd is: Veer, A.J.E. de, Francke, A.L. Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement. TVZ: Tijdschrift voor

Nadere informatie

Value based healthcare door een quality improvement bril

Value based healthcare door een quality improvement bril Rotterdam, 7 december 2017 Value based healthcare door een quality improvement bril Ralph So, intensivist en medisch manager Kwaliteit, Veiligheid & Innovatie 16.35-17.00 uur Everybody in healthcare really

Nadere informatie

Ik zorg dus ik Phamous. Meten en verbeteren. Achtergronden: Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie 2012 (1)

Ik zorg dus ik Phamous. Meten en verbeteren. Achtergronden: Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie 2012 (1) Implementatie van shared decision making in het behandelproces door invoering van FUR (Follow Up Rom) gesprekken 31 januari 2013 Marga van Leersum Verpleegkundig Specialist (MANP) UMCG, UCP Ik zorg dus

Nadere informatie

Verzorgenden over kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, september 2004

Verzorgenden over kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, september 2004 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Verzorgenden over kwaliteit van de zorg in verpleeg- en verzorgings Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, september 2004 Tien procent

Nadere informatie

Ongehoorde verhalen: Communicatie over de gezondheid(szorg) van mensen met verstandelijke beperkingen

Ongehoorde verhalen: Communicatie over de gezondheid(szorg) van mensen met verstandelijke beperkingen Ongehoorde verhalen: Communicatie over de gezondheid(szorg) van mensen met verstandelijke beperkingen Prof. dr. Henny van Schrojenstein Lantman - de Valk Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, UMC St Radboud

Nadere informatie

HBO-VERPLEEGKUNDIGEN HET MEEST POSITIEF OVER HUN COMPETENTIES BIJ VERSLAGLEGGING: TABELLEN. Kim de Groot, Anke de Veer, Wolter Paans en Anneke Francke

HBO-VERPLEEGKUNDIGEN HET MEEST POSITIEF OVER HUN COMPETENTIES BIJ VERSLAGLEGGING: TABELLEN. Kim de Groot, Anke de Veer, Wolter Paans en Anneke Francke HBO-VERPLEEGKUNDIGEN HET MEEST POSITIEF OVER HUN COMPETENTIES BIJ VERSLAGLEGGING: TABELLEN. Kim de Groot, Anke de Veer, Wolter Paans en Anneke Francke CONTACT NIVEL K. de Groot, MSc RN Postbus 1568 3500

Nadere informatie

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014 Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Doelstelling Nurses on the Move Bijdragen aan verbetering kwaliteit van zorg in verpleeg- en

Nadere informatie

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Manon krabbenborg, Sandra Boersma, Marielle Beijersbergen & Judith Wolf s.boersma@elg.umcn.nl Homeless youth in the Netherlands Latest estimate:

Nadere informatie

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager. Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager www.bpmo-academy.nl Wat is kwaliteitsmanagement? Kwaliteitsmanagement beoogt aan te sturen op het verbeteren van kwaliteit. Tevens houdt het zich bezig met het verbinden

Nadere informatie

Lieke van der Scheer, Department of Philosophy Lieke van der Scheer ISOQOL

Lieke van der Scheer, Department of Philosophy Lieke van der Scheer ISOQOL Lieke van der Scheer, Department of Philosophy Lieke.vanderScheer@utwente.nl Lieke van der Scheer ISOQOL 14-11-2014 1 De stem van patiënten Elisa Garcia Simone van der Burg (Nijmegen) Lieke van der Scheer

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

PROM-toolbox. Wat weten we uit de literatuur over de toepassing van PROMs?

PROM-toolbox. Wat weten we uit de literatuur over de toepassing van PROMs? https://www.zorginzicht.nl/kennisbank/paginas/prom-toolbox.aspx PROM-toolbox Tools voor de selectie en toepassing van PROMs in de gezondheidszorg Wat weten we uit de literatuur over de toepassing van PROMs?

Nadere informatie

Wetenschappelijk Onderzoek Is Evidence Based Practice informatie beschikbaar voor iedereen? Jef Adriaenssens RN, MsN, PhD

Wetenschappelijk Onderzoek Is Evidence Based Practice informatie beschikbaar voor iedereen? Jef Adriaenssens RN, MsN, PhD Wetenschappelijk Onderzoek Is Evidence Based Practice informatie beschikbaar voor iedereen? Jef Adriaenssens RN, MsN, PhD Evidence Based Practice 2 "the integration of the best research evidence with clinical

Nadere informatie

Valorisatie addendum 169

Valorisatie addendum 169 169 1. Inleiding Het doel van dit proefschrift is om door onderzoek een beter inzicht te verwerven in het onderwerp seksualiteit in relatie tot verstandelijke beperking (VB). Met dit valorisatieaddendum

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden

De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden De Invloed van Self-efficacy en Optimisme op de Bevlogenheid, Organisatiebetrokkenheid, Arbeidstevredenheid en Verloopintentie van Verzorgenden in de Verpleeg- en Verzorgingshuizen The Influence of Self-efficacy

Nadere informatie

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ

KWALITEITSONTWIKKELING GGZ KWALITEITSONTWIKKELING GGZ Kwalitatief goede zorg tegen aanvaardbare kosten Door Sebastiaan Baan Korte uitleg animatie: https://youtu.be/dl6n5hix2d Y 2 NETWERK KWALITEITSONTWIKKELING GGZ Landelijk Platform

Nadere informatie

KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN

KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN Patiënten en cliënten hebben het recht om kwalitatief goede zorg te ontvangen. Daarom stimuleert V&VN verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig

Nadere informatie

Subsidiënt: Ministerie van VWS

Subsidiënt: Ministerie van VWS De gegevens in deze factsheet mogen met bronvermelding (E.E.M. Maurits, A.J.E. de Veer & A.L. Francke. Ruim de helft van de interne oproepkrachten in de verpleging en verzorging vindt voordelen van flexibel

Nadere informatie

Onderzoek naar voorschrijven door Verpleegkundig Specialisten. Anneke Francke, mede namens Marieke Kroezen (NIVEL) 19 juni 2014

Onderzoek naar voorschrijven door Verpleegkundig Specialisten. Anneke Francke, mede namens Marieke Kroezen (NIVEL) 19 juni 2014 Onderzoek naar voorschrijven door Verpleegkundig Specialisten Anneke Francke, mede namens Marieke Kroezen (NIVEL) 19 juni 2014 In de praktijk horen we niet alleen dat de kwaliteit van het voorschrijven

Nadere informatie

Onderzoekers: diverse onderzoekers, in binnen- en buitenland onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp, Dr. A. van der Putten & Drs. P.

Onderzoekers: diverse onderzoekers, in binnen- en buitenland onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp, Dr. A. van der Putten & Drs. P. Alle projecten richten zich op personen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen en staan onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp en/of Dr. A. van der Putten. Lopende projecten 1.

Nadere informatie

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog Bert Molewijk (RN,MA, PhD) Voorbij de vrijblijvendheid Programmaleider Moreel Beraad, VUmc Associate professor Clinical Ethics, Oslo VWS, Week

Nadere informatie

Position Paper #Not4Sissies

Position Paper #Not4Sissies huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde Position Paper #Not4Sissies Lizette Wattel Coördinator UNO-VUmc Coördinator Onderzoekslijn Geriatrische Revalidatie Ewout Smit AIOTO Ouderengeneeskunde Programma

Nadere informatie

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 De meeste

Nadere informatie

JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG

JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG KICK-PROTOCOLLENDAG 2017 VILANS, UTRECHT 16 JUNI 2017 MR. FRÉ DE VRIES, ( JURIST, DOCENT EN VERPLEEGKUNDIGE) ONDERWERPEN WORKSHOP Wettelijke basis

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

De Bouw van een Zorgcircuit: Hoe gaan we te werk?

De Bouw van een Zorgcircuit: Hoe gaan we te werk? De Bouw van een Zorgcircuit: Hoe gaan we te werk? Dr. Jef Willems UZ Gent 12 Mei 2015 De bouw van een zorgcircuit Situering Zorgprogramma pediatrie Over netwerken en zorgcircuits Definities relaties Stap

Nadere informatie

Geen zorgen over zorgplannen

Geen zorgen over zorgplannen Geen zorgen over zorgplannen Kennisdagen mei 2014 Kennisdagen mei 2014 Vigerende wet- en regelgeving Van groot naar klein Kwaliteitswet zorginstellingen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Besluit zorgplanbespreking

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

University of Groningen. Dilemmas in child protection Bartelink, Cora

University of Groningen. Dilemmas in child protection Bartelink, Cora University of Groningen Dilemmas in child protection Bartelink, Cora IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis

Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis Trudy Bekkering, epidemioloog Cebam, 2018 1 Inhoud Achtergrond Wat is een systematische review? Hoe systematische reviews maken? Verschillende

Nadere informatie

Verpleegkundigen Openbare GezondheidsZorg

Verpleegkundigen Openbare GezondheidsZorg Aan: M.C. (Maryse) Kok, MSc. Senior Beleidsmedewerker Infectieziekten en seksuele gezondheid Directie Publieke Gezondheid Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp Antwoord op uw vraag

Nadere informatie

Mevr. S. Depotter, verpleegkundige-infectiepreventie, A.Z. Sint-Lucas Gent

Mevr. S. Depotter, verpleegkundige-infectiepreventie, A.Z. Sint-Lucas Gent Mevr. S. Depotter, verpleegkundige-infectiepreventie, A.Z. Sint-Lucas Gent Drie belangrijke onderdelen: 1. Basisvereisten handhygiëne juwelencontrole 2. Toepassing handhygiëne volgens de 5 momenten WHO

Nadere informatie

Evidence based nursing: wat is dat?

Evidence based nursing: wat is dat? Evidence based nursing: wat is dat? Sandra Beurskens Lector kenniskring autonomie en participatie van mensen met een chronische ziekte Kenniskring autonomie en participatie EBN in de praktijk: veel vragen

Nadere informatie

Richtlijnen: Minimaal vereiste - of optimale zorg? Stollen of uitdagen

Richtlijnen: Minimaal vereiste - of optimale zorg? Stollen of uitdagen Richtlijnen: Minimaal vereiste - of optimale zorg? Stollen of uitdagen Teus van Barneveld Directeur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten Regieraad: '51 ziekenhuizen is voldoende' Kwaliteitsinstituut

Nadere informatie

De kracht van het netwerk

De kracht van het netwerk De kracht van het netwerk 2 e landelijk symposium voor IC-netwerken 28 november 2018 Kwaliteit bevorderen van IC zorg in de regio: leren van elkaar een interactieve verdiepingssessie Woensdag 28 november

Nadere informatie

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas University of Groningen Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinants and Barriers of Providing Sexual Health Care to Cancer Patients by Oncology

Nadere informatie

Sámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

Sámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg Sámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Een kwaliteitskader voor zorgaanbieders dat uitgaat van de kwaliteit van bestaan

Nadere informatie

Casemanagement. in de palliatieve zorg. Annicka van der Plas Quest, 7 september 2010

Casemanagement. in de palliatieve zorg. Annicka van der Plas Quest, 7 september 2010 Casemanagement in de palliatieve zorg Annicka van der Plas Quest, 7 september 2010 Inhoud Aanleiding: waarom casemanagement in de palliatieve zorg? Evaluatie onderzoek Eerste resultaten van het Expert

Nadere informatie

Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum. Gein, Determinanten van Beweeggedrag. Evaluation Study on Exercise Programs in

Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum. Gein, Determinanten van Beweeggedrag. Evaluation Study on Exercise Programs in Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum Gein, Determinanten van Beweeggedrag Evaluation Study on Exercise Programs in Healthcare Centre Gein, Determinants of Physical Activity Melie

Nadere informatie

Zorgstandaard. Problematisch Alcoholgebruik & Alcoholverslaving

Zorgstandaard. Problematisch Alcoholgebruik & Alcoholverslaving Zorgstandaard Problematisch Alcoholgebruik & Alcoholverslaving WORKSHOP - inleiding, dr. Peter Greeven, klinisch-psycholoog, lid werkgroep Zorgstandaarden, bestuurslid NIP - vervolg, Marcella Mulder, teamleider

Nadere informatie

Hoe is het revalidatie zorggebied op dit moment vormgegeven. Innovaties in de revalidatiezorg. Nieuwe vormen van revalidatie.

Hoe is het revalidatie zorggebied op dit moment vormgegeven. Innovaties in de revalidatiezorg. Nieuwe vormen van revalidatie. Inleiding in de revalidatiegeneeskunde 2011. Hoe is het revalidatie zorggebied op dit moment vormgegeven. De rol van de zorgverzekeraars. Innovaties in de revalidatiezorg. Wat is multidisciplinair. Pijnrevalidatie.

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 25424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 599 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport Stadspiateau 1 3521 AZ Utrecht

Nadere informatie

Utrecht, februari Follow-up rapport van het inspectiebezoek van 2 juli 2015 aan Stichting Gedi Verpleging in Almere

Utrecht, februari Follow-up rapport van het inspectiebezoek van 2 juli 2015 aan Stichting Gedi Verpleging in Almere Utrecht, februari 2016 Follow-up rapport van het inspectiebezoek van 2 juli 2015 aan Stichting Gedi Verpleging in Almere Inleiding Op 2 juli 2015 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de

Nadere informatie

Sámen maken we de zorg steeds beter. Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg

Sámen maken we de zorg steeds beter. Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg Sámen maken we de zorg steeds beter Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Een kwaliteitskader voor zorgaanbieders dat uitgaat

Nadere informatie

Evidence Equals Excellence

Evidence Equals Excellence Excellence in Nursing EBP- wat doe je ermee? Evidence Equals Excellence Prof. dr. Hester Vermeulen Hoogleraar Verplegingswetenschap Bedankt Buurvrouw Complimenten: Prachtig programma Excellence in Nursing

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

Inspectie beleid GDP Guideline. Ageeth Dekker Senior Inspecteur

Inspectie beleid GDP Guideline. Ageeth Dekker Senior Inspecteur Inspectie beleid GDP Guideline Ageeth Dekker Senior Inspecteur Agenda 1. Inleiding 2. Groothandelsvergunning 3. GDP inspecties, rapportage en certificaat 4. Samenvatting 5. Vragen 2 Inleiding Nieuwe GDP

Nadere informatie

ROM in de verslavingszorg

ROM in de verslavingszorg ROM in de verslavingszorg Seminar NETQ Healthcare: Innovatie in de Geestelijke Gezondheidszorg Utrecht, 9 juni 2009 Suzan Oudejans, Arkin Academy AIAR Proefschrift Resultaten meten Resultaten van de zorg

Nadere informatie

Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking: Het belang van markering

Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking: Het belang van markering Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking: Het belang van markering In deze presentatie Palliatieve zorg bij Stichting Prisma Definitie van palliatieve zorg Kenmerken van de palliatieve

Nadere informatie

Procesevaluatie van het Navigator project Jager, John Mike

Procesevaluatie van het Navigator project Jager, John Mike Procesevaluatie van het Navigator project Jager, John Mike IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version

Nadere informatie

Motieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie

Motieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van twee factsheets. Factsheet 1 beschrijft de problemen en wensen van mantelzorgers van mensen met dementie. Factsheet 2 beschrijft de motieven en belasting

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

University of Groningen

University of Groningen University of Groningen STERK in het werk. Een kwalitatief onderzoek naar de adoptie van een programma gericht op het Stimuleren van Eigen Regie en Kwaliteit van leven (STERK) van nierpatiënten door zorgverleners

Nadere informatie

Wat is er toch gaande in de lucht!

Wat is er toch gaande in de lucht! Wat is er toch gaande in de lucht! J. J. (Hans) Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Afdeling Verloskunde Erasmus MC, University Medical Centre Rotterdam The Netherlands Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Technologie moet kwaliteit van zorg dienen

Technologie moet kwaliteit van zorg dienen Veer, A.J.E. de, Francke, A.L. Technologie moet kwaliteit van zorg dienen. TVZ: Tijdschrift voor Postprint Version 1.0 Journal website http://www.tvzdirect.nl/tvz/huidgenummer78.php Pubmed link DOI Technologie

Nadere informatie

follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Miro Thuis B.V. te Dordrecht op 17 oktober 2016 Utrecht, februari 2017

follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Miro Thuis B.V. te Dordrecht op 17 oktober 2016 Utrecht, februari 2017 follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Miro Thuis B.V. te Dordrecht op 17 oktober 2016 Utrecht, februari 2017 1 Inleiding Op 17 oktober 2016 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de

Nadere informatie

Disfunctioneren van zorgverleners in de intramurale ouderenzorg intramurale ouderenzorg

Disfunctioneren van zorgverleners in de intramurale ouderenzorg intramurale ouderenzorg Home no. 2 April 2015 Eerdere edities Verenso.nl Disfunctioneren van zorgverleners in de intramurale ouderenzorg intramurale ouderenzorg Dr. Anke J.E. de Veer, senior onderzoeker, NIVEL Drs. Erica E.M.

Nadere informatie

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf woonzorg en dagbesteding 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wanneer wordt onvrijwillige zorg toegepast? 4 3. De wetgeving 5 3.1 Wet bijzondere

Nadere informatie