Gemeenteblad van Venlo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeenteblad van Venlo"

Transcriptie

1 Gemeenteblad van Venlo Besluit nadere regels Wet Maatschappelijke Ondersteuning Venlo (2010) Vastgesteld bij besluit d.d. 24 oktober 2006 van burgemeester en wethouders Afgekondigd d.d. 08 november 2006 In werking d.d. 01 januari 2006 Wijzigingen Wijz. nr. Besluit d.d. Afgekondigd d.d. In werking d.d. Betr. art. nr Diversen

2

3 Algemene Bepalingen Begripsbepalingen a. b. Verordening: de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Venlo. Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de Verordening en het landelijke Besluit maatschappelijke ondersteuning.

4 Inhoudsopgave Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 1 Algemene regels over het persoonsgebonden budget 1 Artikel 1.1 Verstrekking op aanvraag 1 Artikel 1.2. Budgetperiode 1 Artikel 1.3. Weigeringsgronden persoonsgebonden budget 1 Artikel 1.4. Algemene verplichtingen persoonsgebonden budget 1 Artikel 1.5. Verantwoording persoonsgebonden budget 2 Artikel 1.6. Netto persoonsgebonden budget 2 Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen, eigen aandeel, meerkosten en grens compensatiebeginsel 3 Artikel 2.1. Eigen bijdrage of eigen aandeel hulp bij het huishouden 3 Artikel 2.2. Hoogte eigen bijdrage of eigen aandeel, ongehuwd, jonger dan 65 jaar 3 Artikel 2.3. Hoogte eigen bijdrage of eigen aandeel, ongehuwd, ouder dan 65 jaar 3 Artikel 2.4.Hoogte eigen bijdrage of eigen aandeel, gehuwd, (een van) beide partners jonger dan 65 jaar 3 Artikel 2.5.Hoogte eigen bijdrage of eigen aandeel, gehuwd, beide partners ouder dan 65 jaar 3 Artikel 2.6. Vergoeding meerkosten ander verplaatsingsmiddel 4 Artikel 2.7. Ontbreken compensatieplicht vanwege financiële situatie aanvrager 4 Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden 5 Artikel 3.1. Beleidsregels gebruikelijke zorg en hulp bij het huishouden 5 Artikel 3.2. Keuzevrijheid bij hulp bij het huishouden 5 Artikel 3.3. Hoogte persoonsgebonden budget 5 Artikel 3.4. Aanvangsdatum en gebruik persoonsgebonden budget 6 Artikel 3.5. Bijzondere verplichtingen persoonsgebonden budget 6 Artikel 3.6. Tussentijdse verantwoording 6 Artikel 3.7 Onderdelen en periode beschikking persoonsgebonden budget 7

5 Artikel 3.8. Artikel 3.9. Artikel Vrij besteedbaar deel persoonsgebonden budget 7 Bijzondere intrekkingsgronden 7 Afwijkend uurtarief persoonsgebonden budget 8 Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen 9 Artikel 4.1.Hoogte financiële tegemoetkoming in kosten van verhuizing en inrichting 9 Artikel 4.2. Kosten onderhoud, keuring, en reparatie 9 Artikel 4.3. Kosten van tijdelijke huisvesting 10 Artikel 4.4. Kosten huurderving 10 Artikel 4.5. Kosten bezoekbaar maken 10 Artikel 4.6.De financiële tegemoetkoming voor (niet-)bouwkundige of (niet-) woontechnische woonvoorzieningen of uitraasruimte 10 Artikel 4.7. Afschrijvingsschema 10 Artikel 4.8. Bijzondere bepalingen persoonsgebonden budget voor woonvoorziening 11 Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 12 Artikel 5.1. Hoogte financiële tegemoetkoming 12 Artikel 5.2. Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen 12 Artikel 5.3. Kosten reparatie 12 Artikel 5.4. Inkomensgrens vervoersvoorzieningen 13 Artikel 5.5. Overige kosten 13 Artikel 5.6. Bovenregionale vervoersbehoefte 13 Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning 14 Artikel 6.1. Persoonsgebonden budget voor rolstoel 14 Artikel 6.2. Kosten reparatie 14 Artikel 6.3. Kosten sportrolstoel 14 Hoofdstuk 7 Samenhangende afstemming en heronderzoek 15 Artikel 15

6 Artikel 7.2. Heronderzoeken 15 Hoofdstuk 8 Slotbepalingen 16 Artikel 8.1. Citeertitel 16 Artikel 8.2. Inwerkingtreding 16 Bijlage 1 Beleidsregels hulp bij het huishouden en beleidsregels gebruikelijke zorg Begripsbepalingen 17 1A Beleidsregels hulp bij het huishouden Uitgangspunten Voorliggende, algemeen gebruikelijke en algemene voorzieningen 21 1B. Beleidsregels gebruikelijke zorg Uitgangspunten De persoon met beperkingen De Leefeenheid De kinderen 28 8 Overig 29 Bijlage 2 Normeringskader Normering huishoudelijke taken in minuten Huishoudelijke werkzaamheden Boodschappen voor het dagelijkse leven doen Maaltijdverzorging: broodmaaltijd Licht poetswerk in huis: kamers opruimen Huishoudelijke werkzaamheden: stofzuigen, wc/badkamer schoonmaken Verzorging kleding/linnengoed Organisatie van het huishouden Opvang en/of verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten (Anderen helpen met zelfverzorging) en anderen helpen bij het bereiden van maaltijden Dagelijkse organisatie van het huishouden Hulp bij ontregelde huishouding, in verband met psychische stoornissen Begeleiding, tevens observeren Advies, instructie, voorlichting, gericht op het huishouden 33 Bijlage 3 Standaardindicaties 34 A. Huishoudelijke werkzaamheden alleenstaande (seniorenwoning/flat) 34 B. Huishoudelijke werkzaamheden alleenstaande (eengezinswoning) 34 C. Huishoudelijke werkzaamheden twee-/meerpersoonshuishouden (woonsituaie niet van belang) 35 D. Organisatie van het huishouden alleenstaanden/twee- of meerpersoonshuishouden 36

7 E. Hulp bij ontregelde huishouding in verband met psychische stoornis 36 Bijlage 4 Het onderzoeken van overbelasting Algemeen Onderzoek naar de draaglast-draagkracht mantelzorger Onderzoeksvragen Symptomen die zouden kunnen wijzen op overbelasting 38

8 Hoofdstuk 1 Algemene regels over het persoonsgebonden budget Artikel 1.1 Verstrekking op aanvraag Verstrekking van een individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. Een persoonsgebonden budget wordt verstrekt voor een periode die aanvangt op de dag waarop het recht op een persoonsgebonden budget is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop het persoonsgebonden budget is aangevraagd. Artikel 1.2. Budgetperiode Het (bruto-)persoonsgebonden budget wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn voor een periode overeenkomend met de normale afschrijvingstermijn die, voor zover van toepassing, geldt voor de met het persoonsgebonden budget te verwerven voorziening. Artikel 1.3. Weigeringsgronden persoonsgebonden budget Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien: a. op grond van aanwijzingen, die tijdens het onderzoek zijn verkregen, het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget, tenzij de belanghebbende de beschikking heeft over een goed netwerk dat zorg draagt voor het beheer; b. de aanvrager eerder een persoonsgebonden budget is verleend op grond van de Verordening en de aanvrager zich niet gehouden heeft aan de bij de verlening van dat eerdere persoonsgebonden budget opgelegde verplichtingen; c. de voorzienbare duur van de noodzakelijkheid van de voorziening korter is dan de normale afschrijvingstermijn van de geïndiceerde voorziening; d. er sprake is van bezwaren van overwegende aard. Artikel 1.4. Algemene verplichtingen persoonsgebonden budget Bij de verlening van het persoonsgebonden budget gelden in ieder geval de volgende verplichtingen: a. het persoonsgebonden budget wordt uitsluitend gebruikt voor betaling van de geïndiceerde voorziening en de daarmee samenhangende kosten; b. de geïndiceerde voorziening die de aanvrager inkoopt met het persoonsgebonden budget dient nieuw te zijn; c. de aanvrager dient een particuliere aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten voor schade die door het gebruik van de voorziening aan derden kan ontstaan; d. de aanvrager bewaart de rekening(en) en betalingsbewijs (betalingsbewijzen) of een overzicht van de salarisadministratie met bewijsmiddelen van de met het persoonsgebonden budget ingekochte voorziening gedurende 5 jaar of, indien de normale afschrijvingsduur langer is dan deze termijn, overeenkomstig deze langere termijn en stelt deze desgevraagd ter beschikking van het college. 1

9 Artikel 1.5. Verantwoording persoonsgebonden budget De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder vindt direct plaats na aanschaf van de voorziening of voltooiing van de werkzaamheden waarvoor het persoonsgebonden budget is verstrekt of, bij hulp bij het huishouden, op aanvraag (steekproefsgewijs) na iedere 3-maandelijkse budgetperiode. Artikel 1.6. Netto persoonsgebonden budget Door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) wordt de eigen bijdrage vastgesteld die van toepassing is op het bruto persoonsgebonden budget voor de voorziening hulp bij het huishouden. De eigen bijdrage wordt vervolgens door het CAK geïnd. Bij de overige individuele voorzieningen wordt bij toekenning direct het netto persoonsgebonden budget vastgesteld. 2

10 Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen, eigen aandeel, meerkosten en grens compensatiebeginsel Artikel 2.1. Eigen bijdrage of eigen aandeel hulp bij het huishouden vervallen. Bij de berekening van de maximale eigen bijdrage of het maximale eigen aandeel wordt uitgegaan van het daadwerkelijke ontvangen aantal uren zorg per 4 weken maal een fictief uurtarief van het HbH1 15,00; voor HbH2 23,25 en voor HbH3 24,10. Artikel 2.2. dan 65 jaar Hoogte eigen bijdrage of eigen aandeel, ongehuwd, jonger Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 jaar dienen te betalen, bedraagt 17,60 per 4 weken bij een inkomen tot Indien het inkomen meer bedraagt, wordt het bedrag van 17,60 verhoogd met 1/13 deel van 15% van het verschil tussen het inkomen en Artikel 2.3. dan 65 jaar Hoogte eigen bijdrage of eigen aandeel, ongehuwd, ouder Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen, bedraagt 17,60 per 4 weken bij een inkomen tot Indien het inkomen meer bedraagt, wordt het bedrag van 17,60 verhoogd met 1/13 deel van 15% van het verschil tussen het inkomen en Artikel 2.4. Hoogte eigen bijdrage of eigen aandeel, gehuwd, (een van) beide partners jonger dan 65 jaar Het bedrag dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar of beiden jonger zijn dan 65 jaar, dienen te betalen bedraagt 25,20 per 4 weken bij een gezamenlijk inkomen van Indien het gezamenlijk inkomen meer bedraagt, wordt het bedrag van 25,20 verhoogd met 1/13 deel van 15% van het verschil tussen het gezamenlijk inkomen en Artikel 2.5. Hoogte eigen bijdrage of eigen aandeel, gehuwd, beide partners ouder dan 65 jaar Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt 24,60 per 4 weken bij een gezamenlijk inkomen van Indien het gezamenlijk inkomen meer bedraagt, wordt het bedrag van 24,60 verhoogd met 1/13 deel van 15% van het verschil tussen het gezamenlijk inkomen en

11 Artikel 2.6. Vergoeding meerkosten ander verplaatsingsmiddel Bij de verstrekking van een driewielfiets of, een fiets in bijzondere uitvoering worden de meerkosten ten opzichte van een gewone fiets vergoed. Conform de Nibud-richtlijnen, wordt een bedrag ad. 400,00 voor de kosten van een gewone fiets, als algemeen gebruikelijk aangemerkt. Betreft het een voorziening voor een kind dan geldt een bedrag ad. 250,00 zijnde de kosten van een kinderfiets, maat 24 inch, als algemeen gebruikelijk. Artikel 2.7. aanvrager Ontbreken compensatieplicht vanwege financiële situatie Door het college wordt individueel beoordeeld of de aanvrager, in financiële zin, in staat is om zelf zodanige voorzieningen te treffen dat beperkingen gecompenseerd worden. 4

12 Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden Artikel 3.1. Beleidsregels gebruikelijke zorg en hulp bij het huishouden Hulp bij het huishouden wordt verstrekt met inachtneming van de bepalingen in de Beleidsregels hulp bij het huishouden en de Beleidsregels gebruikelijke zorg zoals respectievelijk opgenomen in Bijlage 1A en Bijlage 1B van dit besluit. Artikel 3.2. Keuzevrijheid bij hulp bij het huishouden Aanvrager heeft de vrijheid om bij hulp bij het huishouden in natura te kiezen uit meerdere aanbieders, zoals gecontracteerd door het college. Artikel 3.3. Hoogte persoonsgebonden budget 1. De omvang van het bruto persoonsgebonden budget voor hulp in de huishouding bedraagt per jaar: Hulp bij huishouden (tevens t.b.v. Hulp bij huishouden II alfahulp) 1 uur uur 780 1,5 uur ,5 uur uur uur ,5 uur ,5 uur uur uur ,5 uur ,5 uur uur uur ,5 uur ,5 uur uur uur ,5 uur ,5 uur uur uur ,5 uur ,5 uur uur uur ,5 uur ,5 uur uur uur ,5 uur ,5 uur uur uur ,5 uur ,5 uur uur uur De bedragen zijn naar boven afgerond. Er is uitgegaan van een uurloon van 13,05 (hulp bij het huishouden I, alfahulp) en 15,00 (hulp bij het huishouden II). Bij additionele uren boven 10 wordt op basis van de hardheidsclausule een bedrag van respectievelijk 13,05(I) en 15,00 (II) gehanteerd. Het bruto persoonsgebonden budget wordt berekend naar het geïndiceerde aantal uren gedurende de periode waarin de voorziening noodzakelijk is. Het netto persoonsgebonden budget bedraagt het verschil tussen het bruto persoonsgebonden budget en de eigen bijdrage/eigen aandeel. 5

13 4. Vóór 1 januari 2010 afgegeven beschikkingen hulp bij het huishouden in de vorm van een persoonsgebonden budget, blijven geldig gedurende de looptijd van de beschikking tot uiterlijk 1 januari Artikel 3.4. Aanvangsdatum en gebruik persoonsgebonden budget Een persoonsgebonden budget wordt verleend voor een periode die aanvangt op de dag waarop het recht op een persoonsgebonden budget is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop het persoonsgebonden budget is aangevraagd. Burgemeester en wethouders de aanvrager per kalendermaand een evenredig gedeelte van het verleende persoonsgebonden budget uit. Artikel 3.5. Bijzondere verplichtingen persoonsgebonden budget Bij de verlening van een persoonsgebonden budget worden de budgethouder de volgende bijzondere verplichtingen opgelegd: a. de budgethouder sluit een schriftelijke overeenkomst (bij een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 5, eerste lid Wet op de loonbelasting 1964 wordt een schriftelijke arbeidsovereenkomst gesloten) met de persoon of instantie bij wie hij de huishoudelijke voorziening betrekt waarin ten minste de volgende afspraken zijn opgenomen: 1* declaraties voor de hulp bij het huishouden worden niet betaald indien zij niet binnen 6 weken na de maand waarin de zorg is verleend bij de budgethouder zijn ingediend; 2* een declaratie van een persoon bij wie de budgethouder de hulp bij het huishouden betrekt bevat een overzicht van de dagen waarop is gewerkt, het uurtarief, het aantal te betalen uren, het sociaal-fiscaal nummer/burgerservicenummer en de naam en het adres van deze persoon en wordt door deze persoon ondertekend; 3* een declaratie van een instantie bij wie de budgethouder de hulp bij het huishouden betrekt, bevat het BTW-nummer van die instantie, een overzicht van de dagen waarop is gewerkt, het uurtarief, het aantal te betalen uren, alsmede de naam en het adres van de instantie en wordt namens de instantie ondertekend. b. de budgethouder bewaart de in onderdeel a bedoelde originele overeenkomsten en declaraties gedurende 5 jaar en stelt, desgevraagd, kopieën hiervan ter beschikking aan het college; c. na afloop van het kalenderjaar wordt desgevraagd door de budgethouder een daartoe bestemd formulier aan het college ter beschikking gesteld, waarop hij naam, adres en sociaal-fiscaal nummer/burgerservicenummer van de huishoudelijke hulp(en) respectievelijk naam, adres en BTW-nummer en/of inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel van de hulpverlenende instantie heeft aangetekend, alsmede het in dat kalenderjaar aan die persoon of die instantie betaalde bedrag. Deze verplichting is niet van toepassing indien de aanvrager verplicht is tot loonheffing. Artikel 3.6. Tussentijdse verantwoording Na iedere 3-maandelijkse budgetperiode wordt een aselecte steekproef getrokken, met een omvang van 10% van het aantal budgethouders. De budgethouder die in de steekproef valt, legt binnen 3 weken na afloop van de budgetperiode verantwoording af aan de hand van een door burgemeester en wethouders vastgesteld verantwoordingsformulier en levert desgevraagd bijlagen in. 6

14 Bij iedere nieuwe budgethouder vindt altijd (eenmalig) controle plaats na afloop van de eerste verantwoordingsperiode. Gecontroleerde budgethouders krijgen binnen 8 weken na verantwoording een brief dat de opgevoerde kosten voorlopig zijn geaccepteerd. Als opgevoerde kosten niet worden geaccepteerd, ontvangt de budgethouder binnen 8 weken na verantwoording schriftelijk bericht. Als de volgende bevoorschotting al heeft plaatsgevonden vindt verrekening plaats. Bij gedeeltelijk dan wel volledig en verwijtbaar foute besteding kan de bevoorschotting onmiddellijk worden gestopt. Indien tussentijds structurele onderuitputting wordt vastgesteld, neemt de gemeente contact op met de budgethouder over eventuele aanpassing van de bevoorschotting. Artikel 3.7 budget Onderdelen en periode beschikking persoonsgebonden De beschikking tot verlening van een persoonsgebonden budget bevat, naast de onderdelen als bedoeld in artikel 6 van de Verordening, tenminste de volgende gegevens: a. de periode waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt; b. het bruto persoonsgebonden budget en de wijze waarop dit is berekend; c. de hoogte van de te verlenen maandelijkse betalingen; d. de mededeling dat de in artikel 3.5. onder c bedoelde formulieren door het college worden doorgezonden naar de Belastingdienst; e. de verplichtingen van de budgethouder, zoals genoemd onder artikel 3.5; f. de hoogte van het bedrag waarover de budgethouder geen verantwoording hoeft af te leggen en de wijze waarop dit bedrag is berekend. Indien de periode waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt in meer dan één kalenderjaar is gelegen, wordt jaarlijks het bedrag van het bruto persoonsgebonden budget meegedeeld. Artikel 3.8. Vrij besteedbaar deel persoonsgebonden budget Het vrij besteedbaar deel van het persoonsgebonden budget, dit is dat deel waarover geen verantwoording behoeft te worden afgelegd zoals bedoeld in artikel 3.7 lid 1 onder f, is 1,5% van het netto persoonsgebonden budget met een minimum van 250 en een maximum van per jaar. Artikel 3.9. Bijzondere intrekkingsgronden Onverminderd de intrekkingsgronden genoemd in artikel 38 van de Verordening wordt de beschikking, waarbij het persoonsgebonden budget is toegekend, geheel of gedeeltelijk ingetrokken: a. met ingang van de 14e dag gelegen ná de dag waarop de budgethouder overlijdt; b. met ingang van de dag waarop de budgethouder langer dan 2 maanden aaneengesloten verblijft in een instelling als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of de Zorgverzekeringswet; c. met ingang van de dag waarop de budgethouder schriftelijk heeft aangegeven geen prijs meer te stellen op het budget. 7

15 Artikel Afwijkend uurtarief persoonsgebonden budget Ten aanzien van cliënten, die vóór 1 januari 2010 gebruik maken van een alfahulp via de zorgaanbieder en ook voor de periode na 1 januari 2010 kiezen voor deze alfahulp, en tevens gebruik maken van de servicefunctie van de zorgaanbieder, wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget vastgesteld op 12,20 per uur. 8

16 Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen Artikel 4.1. Hoogte financiële tegemoetkoming in kosten van verhuizing en inrichting De hoogte van een door het college te verlenen tegemoetkoming als bedoeld in artikel 15 aanhef en sub a. van de Verordening bedraagt 2.613,00. Artikel 4.2. Kosten onderhoud, keuring, en reparatie In de kosten van onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 15 aanhef en sub e. van de Verordening wordt een woonvoorziening verstrekt, indien deze kosten betrekking hebben op: a. stoelliften; b. rolstoel- of sta-plateauliften; c. woonhuisliften; d. hefplateauliften; e. balansliften; f. de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel; g. elektromechanische openings- en sluitingsmechanismen van deuren. De hoogte van de te verlenen voorziening als bedoeld in lid 1 van dit artikel is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten, met een maximum van de hierna genoemde bedragen: Keuring liften Beginkeuring Kosten excl. btw Frequentie Kosten excl. btw Stoellift Ja 312,68 1 x per 4 jaar 234,87 Rolstoel-plateaulift Ja 312,68 1 x per 4 jaar 234,87 Sta-plateaulift Ja 489,97 1 x per 4 jaar 234,87 Woonhuislift Nee 1 x per 1,5 jaar 234,87 Hefplateaulift Nee 1 x per 1,5 jaar 234,87 Balansliften N.v.t. 1 x per 1,5 jaar 83,12 per uur Onderhoud liften Frequentie Kosten excl. Btw Stoellift 1 x per jaar 481,58 Rolstoel-plateaulift 1 x per jaar 481,58 Sta-plateaulift 1 x per jaar 481,58 Woonhuislift 2 x per jaar 963,18 Hefplateaulift 2 x per jaar 963,18 Balansliften 1 x per jaar 481,58 Maximale toeslagen op bovenstaande tarieven: 50% voor installaties geplaatst buiten de woning; 50% voor installaties die meer dan 1 verdieping overbruggen; 9

17 50% voor installaties, uitgevoerd met elektrisch aangedreven plateaus en/of afrijdbeveiliging respectievelijk elektrisch wegklapbare raildelen. Artikel 4.3. Kosten van tijdelijke huisvesting De hoogte van een door het college te verlenen woonvoorziening als bedoeld in de artikel 15 aanhef en sub f. van de Verordening is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten, met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 eerste lid onder a van de Wet op de Huurtoeslag. Artikel 4.4. Kosten huurderving De hoogte van een door het college te verlenen woonvoorziening als bedoeld in de artikel 15 aanhef en sub g. van de Verordening is gelijk aan de kale huur van de woonruimte, met een maximum van het bedrag genoemd in artikel 13 eerste lid onder a van de Wet op de Huurtoeslag. Betaling vindt plaats aan de eigenaar van de woning. Artikel 4.5. Kosten bezoekbaar maken Vervallen. Artikel 4.6. De financiële tegemoetkoming voor (niet-)bouwkundige of (niet-) woontechnische woonvoorzieningen of uitraasruimte De hoogte van de woonvoorziening als bedoeld in artikel 15 aanhef en sub b., c. en d. van de Verordening wordt vastgesteld op het bedrag vermeld in de door het college geaccepteerde offerte. De eigenaar van de woning is verplicht om minimaal twee offertes op te vragen, indien sprake is van een voorziening als bedoeld in artikel 15 aanhef en sub b. en d. van de Verordening. Indien de aanvrager niet de eigenaar is van de woning waarin de voorziening dient te worden aangebracht, wordt de tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 15 aanhef en sub b. en d. van de Verordening, conform artikel 7 lid 2 van de Wet, betaald aan de eigenaar van de woning. Indien de woonvoorziening als bedoeld in artikel 15 aanhef en sub c. van de Verordening bestaat uit een woningsanering wordt bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming rekening gehouden met de ouderdom van de te vervangen vloerbedekking en gordijnen. Artikel 4.7. Afschrijvingsschema De hoogte van het terug te betalen bedrag als bedoeld in artikel 21 Verordening wordt gebaseerd op een afschrijvingsschema van 10 jaar, waarbij de hoogte van het bedrag jaarlijks met 10% afneemt. De meerwaarde van de woning wordt gesteld op een bedrag gelijk aan de verstrekte vergoeding voor de woonvoorziening. 10

18 Artikel 4.8. Bijzondere bepalingen persoonsgebonden budget voor woonvoorziening Indien de woonvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend dan gelden de volgende bijzondere bepalingen: a. na voltooiing van de werkzaamheden in het kader van een voorziening als bedoeld in artikel 15 aanhef en onder b., c. en d. van de Verordening, maar uiterlijk binnen 15 maanden na het verlenen van het persoonsgebonden budget, verklaart de woningeigenaar desgevraagd aan het college dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid; b. de gereedmelding als bedoeld onder a. gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder het persoonsgebonden budget is verleend; c. degene aan wie het persoonsgebonden budget in de kosten genoemd in artikel 15 aanhef en onder b.,c. en d. wordt uitbetaald, dient gedurende een periode van 10 jaar alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden. 11

19 Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Artikel 5.1. Hoogte financiële tegemoetkoming De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 27, lid 2 onder b tot en met d van de Verordening is een forfaitaire (of gemaximeerde) vergoeding. Voor de vaststelling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de volgende normbedragen: a. voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een collectief systeem van aanvullend al dan niet openbaar vervoer wordt geen vergoeding verstrekt; b. voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto, bruikleen-, huur- of lease-auto of taxi geldt een normbedrag van 1.060,29 per jaar, indien de gehandicapte niet tevens de beschikking heeft over een vervoersvoorziening in natura; c. voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto, bruikleen-, huur- of lease-auto of taxi geldt een normbedrag van 530,27 per jaar, indien de gehandicapte tevens de beschikking heeft over een vervoersvoorziening in natura; d. voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi geldt een normbedrag van 1.593,84 per jaar, indien de gehandicapte niet tevens de beschikking heeft over een vervoersvoorziening in natura; e. voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi geldt een normbedrag van 796,79 per jaar, indien de gehandicapte tevens de beschikking heeft over een vervoersvoorziening in natura. Indien beide echtgenoten in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 27, lid 2 onder b tot en met d van de Verordening, bedraagt de hoogte van de financiële tegemoetkoming per persoon maximaal 75% het normbedrag als bedoeld in lid 1. Artikel 5.2. Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt, met uitzondering van het bepaalde in artikel 5.1, en 5.5, vastgesteld op het bedrag van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, inclusief kosten van onderhoud, zoals dat aan de leverancier betaald zou worden. Het persoonsgebonden budget wordt verhoogd met 350,00 ten behoeve van het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering als bedoeld in artikel 1.4 van dit Besluit. Artikel 5.3. Kosten reparatie De hoogte van een te verlenen persoonsgebonden budget voor de kosten van reparatie van een individuele vervoersvoorziening als bedoeld artikel 25, lid 1 onder b tot en met d van de Verordening is gelijk aan het factuurbedrag. 12

20 Artikel 5.4. Inkomensgrens vervoersvoorzieningen De inkomensgrens als bedoeld in artikel 27, lid 2, van de Verordening, bedraagt per jaar: 1. voor alleenstaanden jonger dan 65 jaar ,90 2. voor alleenstaanden die 65 jaar of ouder zijn ,52 3. voor alleenstaande ouders jonger dan 65 jaar ,08 4. voor alleenstaande ouders die 65 jaar of ouder zijn ,08 5. voor gehuwden, beiden jonger dan 65 jaar ,26 6. voor gehuwden, waarvan een van de partners 65 jaar of ouder is ,18 7. voor gehuwden, beiden 65 jaar of ouder ,18 8. voor gehuwden in een inrichting 9.513,54 9. voor alleenstaande in een inrichting 5.964, voor een alleenstaande ouder in een inrichting 5.964,66 Artikel 5.5. Overige kosten De financiële tegemoetkoming die verstrekt wordt voor de kosten van aanpassing van eigen auto als bedoeld in artikel 27, lid 2 onder a van de Verordening is gelijk aan de door het college geaccepteerde offerte. De aanvrager is verplicht minimaal twee offertes te overleggen. Artikel 5.6. Bovenregionale vervoersbehoefte Indien zich een uitzonderingssituatie voordoet als omschreven in (het 2e deel van) artikel 28 lid 1 van de Verordening wordt, op declaratiebasis, een bedrag verstrekt dat gelijk is aan de werkelijke kosten. Daarbij geldt het vervoer middels Valys als een voorliggende voorziening. De financiële tegemoetkoming die voor de vervoersvoorziening als bedoeld in dit artikel wordt verleend, wordt per maand, na ontvangst van de declaratie, vastgesteld en betaald. 13

21 Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning Artikel 6.1. Persoonsgebonden budget voor rolstoel Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op het bedrag van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, inclusief kosten van onderhoud, zoals dat door het college aan de leverancier betaald zou worden. Artikel 6.2. Kosten reparatie De hoogte van een door het college te verlenen persoonsgebonden budget in de kosten van reparatie van een individuele rolstoelvoorziening als bedoeld in artikel 29 aanhef onder b. en c. van de Verordening is gelijk aan het factuurbedrag. Artikel 6.3. Kosten sportrolstoel Voor een sportrolstoel wordt uitsluitend een financiële tegemoetkoming verstrekt. De hoogte van deze tegemoetkoming bedraagt, ongeacht het inkomen, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf, onderhoud en reparatie van een sportrolstoel voor een periode van 3 jaar. 14

22 Hoofdstuk 7 heronderzoek Samenhangende afstemming en Artikel Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de aanvrager wordt bij het onderzoek ex artikel 36 van de Verordening indien van toepassing tenminste aandacht besteed aan: a. de algemene gezondheidstoestand van de aanvrager; b. de beperkingen die de aanvrager in zijn functioneren ondervindt; c. de woning en de woonomgeving van de aanvrager; d. het psychisch en sociaal functioneren van de aanvrager; e. de sociale omstandigheden van de aanvrager. Bij de besluitvorming en de motivering van het besluit wordt door het college bij deze bevindingen aangesloten. Artikel 7.2. Heronderzoeken Burgemeester en wethouders kan jaarlijks een heronderzoek instellen naar het voortduren van het recht op de ingevolge de Verordening toegekende voorzieningen. Indien naar aanleiding van een heronderzoek blijkt dat de belanghebbende niet langer recht heeft op een voorziening trekken het college deze voorziening in ingevolge artikel 38 van de Verordening. 15

23 Hoofdstuk 8 Slotbepalingen Artikel 8.1. Citeertitel Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit nadere regels Wmo Venlo. Artikel 8.2. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari Op dat tijdstip wordt het Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Venlo, zoals vastgesteld bij besluit van 19 december 2006, ingetrokken. 16

24 Bijlage 1 Beleidsregels hulp bij het huishouden en beleidsregels gebruikelijke zorg 1. Begripsbepalingen 1. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning; 1.1 Verordening: de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Venlo. 1.2 Hulp bij het huishouden: het ondersteunen bij of overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van een persoon dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort. Deze activiteiten bestaan uit: a. huishoudelijke werkzaamheden; b. organisatie van het huishouden; c. hulp bij ontregelde huishouding in verband met psychische stoornis Huishoudelijke werkzaamheden: dit omvat de volgende activiteiten: a. boodschappen doen; b. broodmaaltijd bereiden; c. warme maaltijd bereiden; d. licht huishoudelijk werk doen; e. zwaar huishoudelijk werk doen; f. de was doen; g. huishoudelijke spullen in orde houden Organisatie van het huishouden: dit omvat de volgende activiteiten: a. anderen helpen in huis met zelfverzorging; b. anderen helpen in huis bij bereiden maaltijd; c. dagelijkse organisatie van het huishouden Hulp bij ontregelde huishouding in verband met psychische stoornis omvat de volgende activiteiten: a. begeleiding gericht op de huishoudelijke verzorging; b. advies, instructie en voorlichting. 1.3 Leefeenheid: een eenheid bestaande uit gehuwden die al dan niet tezamen met één of meer ongehuwden duurzaam een huishouden voeren, dan wel een ongehuwde meerderjarige die met één of meer minderjarige of meerderjarige ongehuwden duurzaam een huishouden voert. Onder gehuwden worden daarbij ook verstaan ongehuwd samenwonenden en andere volwassenen die met elkaar en/of met minderjarige en/of meerderjarige kinderen samenwonen. 1.4 Gebruikelijke zorg: de krachtens deze beleidsregels in aanmerking te nemen hulp van huisgenoten. 1.5 Mantelzorg: een persoon, die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b. van de wet. 1.6 Spoedzorg: zorg die direct, in afwachting van een indicatie, verstrekt kan worden en die louter betrekking kan hebben op niet-uitstelbare taken waarbij gebruikelijke zorg en mantelzorg geen oplossing biedt. 1.7 Overige begrippen: alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet, de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening. 17

25 1A Beleidsregels hulp bij het huishouden 2. Uitgangspunten 2.1 Hulp bij het huishouden Hulp bij het huishouden bestaat uit: 1. huishoudelijke werkzaamheden; 2. organisatie van het huishouden; 3. hulp bij ontregelde huishouding in verband met psychische stoornis. Deze voorziening is gericht op ondersteunen bij, of overnemen van huishoudelijke verrichtingen ofwel op activiteiten op het gebied van verzorgen van het huishouden in relatie tot (dreigend) disfunctioneren van het huishouden, de veiligheid van en de regie over het huishouden. Hulp bij het huishouden komt dus in beeld als disfunctioneren van de leefeenheid als gevolg van gezondheidsproblemen van (een van) de verzorgende (leden) dreigt. Dat kan zich uiten in vervuiling (van de woning of van kleding), verwaarlozing (gezondheidsrisico s, voeding en vocht) of ontreddering van zichzelf of van afhankelijke huisgenoten waardoor het functioneren in huis maar ook buitenshuis belemmerd wordt. Het doel van hulp bij het huishouden kan dan zijn het schoonhouden van het huis en/of het verrichten van de dagelijks voorkomende huishoudelijke activiteiten, maar ook het ondersteunen bij het organiseren van het huishouden dan wel het geven van psychosociale begeleiding, het verstrekken van advies en het geven van instructie en voorlichting ten behoeve van het huishouden. Het kan daarbij dan gaan om het motiveren, adviseren, instrueren, aansturen en zonodig overnemen van, in volgorde van belangrijkheid: het verzorgen van de aanwezige hulpbehoevende personen (kinderen); het zorgen voor eten en drinken: aanschaffen van voedingsmiddelen, bereiden en tot zich doen nemen van voeding en drinken, afvoeren van vuilnis. de essentiële hygiëne van de huishouding: schone bedden, kleding, sanitair, vloeren stofzuigen en dweilen; verzorgen van dieren en planten; incidentele werkzaamheden als het schoonhouden van ramen, kasten enz Huishoudelijke taken: uitstelbaar en niet uitstelbaar Onder huishoudelijke taken vallen zowel de uitstelbare als de niet-uitstelbare taken. Het verzorgen van - overigens gezonde - kinderen valt ook onder de functie hulp bij het huishouden. Als uitgangspunt (niet limitatief) geldt daarbij: niet uitstelbare taken zijn: maaltijd verzorgen, de kinderen verzorgen, afwassen en opruimen; we uitstelbare taken zijn: boodschappen doen, wasverzorging, zwaar huishoudelijk werk zoals stofzuigen, sanitair, keuken, bedden verschonen. Spoedzorg kan slechts verleend worden voor zover het niet-uitstelbare taken betreft. Hierdoor zal spoedzorg slechts zelden voorkomen omdat: a. het louter de niet uitstelbare taken betreft; b. er veelal gebruikelijke zorg (van huisgenoten) en/of mantelzorg aanwezig geacht mag worden/zal zijn; 18

26 c. situaties waarbij geen gebruikelijke zorg aanwezig is en waarbij acuut zorg verleend dient te worden voor niet uitstelbare taken zich slechts zelden zullen voordoen. Dat daarbij gedacht moet worden aan onverwachte, plotseling voordoende situaties zonder dat de leefeenheid deze situatie kan oplossen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan eenoudergezin met kinderen beneden 5 jaar waarbij de ouder bijvoorbeeld, een ongeluk krijgt. Directe hulp is dan vereist. Doet zich dat voor tijdens kantooruren dan kan door de betrokkene en/of een hulpverlener (bijvoorbeeld, een huisarts, een verpleegkundige) contact worden opgenomen met het zorgloket waardoor direct indicering kan plaatsvinden. Buiten kantooruren (bijvoorbeeld, gedurende het weekend) zal hulp bij het huishouden ingezet kunnen worden zonder een indicatie. Dit alles onder de voorwaarde dat zo spoedig als mogelijk het zorgloket ingeschakeld wordt voor de indicering. Zo spoedig als mogelijk betekent in dergelijke situaties dat op de eerstvolgende werkdag het zorgloket ingeschakeld wordt Begeleiding en instructie A. Begeleiding Met ingang van 1 januari 2009 is het Besluit zorgaanspraken AWBZ gewijzigd als gevolg waarvan ondersteunende begeleiding en activerende begeleiding en behandeling zijn samengevoegd tot 2 nieuwe aanspraken: begeleiding en behandeling. Een deel van de aanspraak activerende begeleiding is overgegaan naar de nieuwe aanspraak begeleiding. Het overige deel gaat naar de nieuwe aanspraak behandeling. Voor begeleiding komt een cliënt alleen nog in aanmerking als sprake is van matige of ernstige beperkingen in het kader van de zelfredzaamheid. Daarnaast is per 1 januari 2009 de grondslag psychosociaal geheel uit de AWBZ geschrapt. Door het schrappen bestaat in de AWBZ op basis van de grondslag psychosociaal niet langer de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor begeleiding en persoonlijke verzorging. Mensen met psychosociale problemen kunnen ook geen beroep meer doen op de andere AWBZ functies die nog voor hen open stonden, namelijk OB-dag (in dagdelen) en persoonlijke verzorging. Gemeenten zullen hiervoor worden gecompenseerd zodat ze de opvang en reïntegratie van dak- en thuislozen voortvarend kunnen blijven aanpakken. 1 B. Instructie bij ontregelde huishouding in verband met psychische stoornis (artikel 1.2.3) Leeftijd of het niet gewend zijn aan huishoudelijk werk kunnen invloed hebben op het vermogen van andere leden uit het leefeenheid om huishoudelijke taken over te nemen. Als dit noodzakelijk is door uitval van een van de leden kan aan de gezonde anderen een instructie worden gegeven voor het aanleren van vaardigheden op huishoudelijk gebied. Ook het trainen van huisgenoten om bepaalde huishoudelijke handelingen te verrichten of om te gaan met huishoudelijke hulpmiddelen valt als activiteit onder de functie hulp bij het huishouden: instructie. Het gaat dan om een kortdurende indicatie voor beperkte tijd, waarin de noodzakelijke huishoudelijke vaardigheden worden aangeleerd. Een andere situatie treedt op, wanneer iemand doelgerichte training nodig heeft in ondermeer huishoudelijke vaardigheden met als doel het dagelijkse functioneren te verbeteren op meer 1 TK , , nr

27 gebieden dan alleen het huishouden. Een methodische aanpak is daarbij noodzakelijk. In dat geval geldt de AWBZ-voorziening Begeleiding als dominante functie. De instructie moet dus in directe relatie staan met de verzorgende activiteiten wil er sprake kunnen zijn van de Wmo-functie/voorziening instructie bij ontregelde huishouding. 2.2 Eigen verantwoordelijkheid cliënt De cliënt ondervindt derhalve beperkingen in het huishouden; deze zijn gerelateerd aan beperkingen op twee andere terreinen, te weten: sociale redzaamheid en/of mobiliteit. Uitgangspunt hierbij is dat de leefeenheid primair zelf de verantwoordelijkheid draagt voor het bevorderen en in stand houden van gezondheid, levensstijl en de wijze waarop de huishouding wordt gevoerd. Dat betekent dat van een leefeenheid verwacht wordt dat, bij uitval van een van de leden van die leefeenheid, gestreefd wordt naar een herverdeling van de huishoudelijke taken binnen die leefeenheid. De aanspraak op de voorziening hulp bij het huishouden bestaat slechts aanvullend op eigen mogelijkheden. Daarbij geldt dat in ieder geval altijd beoordeeld wordt in hoeverre hulp antirevaliderend kan werken, welke technische hulpmiddelen voor oplossing van huishoudelijke problemen kunnen zorgen en welke hulp in redelijkheid langdurig noodzakelijk is èn tevens de goedkoopst, adequate is. Ook wordt beoordeeld of aanspraak bestaat op een voorliggende voorziening in de zin van artikel 2 Wmo en artikel 2, lid 2 onder i van de Verordening Revalideren Wanneer de aandoening die de oorzaak vormt voor de huishoudelijke beperkingen naar de mening van de medisch adviseur (op basis van informatie van de behandelend specialist) nog behandelmogelijkheden biedt, kan in de regel geen hulp bij het huishouden alleen worden geïndiceerd. Hulp bij het huishouden kan in zo n situatie immers antirevaliderend werken. Ook deze mening dient gebaseerd te zijn op informatie van de behandelend specialist. Wel kan hulp bij het huishouden naast een te volgen behandeling of revalidatie worden geïndiceerd. Hierover is afstemming met de behandelaar nodig. Zo n indicatie heeft dan in principe een korte geldigheidsduur, afgeleid van de duur van het behandel- of revalidatietraject Technische hulpmiddelen Er is geen indicatie voor hulp bij het huishouden als de problemen van de cliënt afdoende kunnen worden opgelost met technische hulpmiddelen. Hulpmiddelen kunnen bestaan uit algemeen gebruikelijke huishoudelijke apparatuur, zoals een wasmachine of stofzuiger. Deze hulpmiddelen dienen uit oogpunt van verantwoorde werkomstandigheden ook voor een helpende aanwezig te zijn. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van al aanwezige hulpmiddelen, zoals een droogtrommel of een afwasmachine. Als dergelijke apparaten niet aanwezig zijn maar wel een adequate oplossing zouden bieden voor het probleem, hebben deze hulpmiddelen de voorkeur boven het inzetten van hulp. Hulpmiddelen kunnen ook gefinancierd zijn uit een andere betalingsregeling, gericht op of aangepast aan de handicap van de cliënt (AWBZ, Regeling hulpmiddelen of Wmo (indien het overige voorzieningen betreft)). Zonodig kan de cliënt gewezen worden op de mogelijkheid van de eerstelijns ergotherapie voor ergonomische consultatie bij het leren omgaan met hulpmiddelen/het reorganiseren van het huishouden. De cliënt kan voor de tijd dat de hulpmiddelen er niet zijn in aanmerking komen voor kortdurende hulp bij de huishouding, bij wijze van overbruggingszorg. 20

28 /11658

29 2.2.3 Omvang zorg Een indicatie is altijd de beoordeling van de zorg waarop een cliënt in redelijkheid is aangewezen minus de zorg waarin voorzien is of dient te zijn. Indien een cliënt (meer) hulp bij het huishouden wenst, omdat zijn/haar standaarden met betrekking tot het huishouden hoger liggen dan de algemeen gebruikelijke normeringen (zie bijlage 2 en 3) toelaten, is er voor deze activiteiten geen indicatie voor de voorziening hulp bij het huishouden. 2.3 De leefeenheid Met de definitie van het begrip leefeenheid worden alle bewoners van één adres die samen een duurzaam huishouden voeren, aangeduid. Als er sprake is van kamerverhuur, rekenen we de huurder van de betreffende ruimte niet tot het huishouden. Als mensen zelfstandig samenwonen op een adres en gemeenschappelijke ruimten delen (bijvoorbeeld bij woongemeenschappen van kloosterlingen, ouderen of gehandicapten), veronderstellen we dat het aandeel in het schoonmaken van die ruimten bij uitval van een van de leden wordt overgenomen door de andere leden van de leefeenheid. De eventuele indicatie voor hulp bij het huishouden betreft dan alleen de eigen woonruimte (kamers) van de persoon met beperkingen. Indien alle bewoners zorgbehoevend zijn bestaat geen indicatie voor het schoonmaken van de gemeenschappelijke ruimten. Het vinden van een oplossing hiervoor wordt als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid gezien en als inherent aan de gekozen woonvorm. 3. Voorliggende, algemeen gebruikelijke en algemene voorzieningen 3.1 Voorliggende voorzieningen Krachtens artikel 2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft men geen recht op een voorziening voor zover een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling met betrekking tot de problematiek bestaat. Dit wil zeggen dat wanneer een adequate oplossing wordt geboden door het gebruik maken van deze voorzieningen, deze optie voorgaat boven een, in casu, aanspraak op de voorziening hulp bij het huishouden. Het bestaan van een wettelijke, anders bekostigde voorliggende voorziening maakt de Wmo-aanspraak onmogelijk. Het is daarbij niet van belang of van de voorliggende voorziening daadwerkelijk gebruik gemaakt wordt of niet. Er moet bij de indicatiestelling vanuit worden gegaan dat de voorliggende voorziening beschikbaar is. Het feit dat de instantie die verantwoordelijk is voor de realisatie van de voorziening in gebreke is gebleven, is geen reden dit af te wentelen op de Wmo. Voorbeeld: de Zorgverzekeringswet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De afweging of voorliggende voorzieningen een adequate oplossing bieden voor het probleem van de persoon met beperkingen is een vraag die de indicatiesteller zich stelt nadat de afweging: Is hier sprake van gebruikelijke zorg? heeft plaatsgevonden. 22

30 3.2 Algemeen gebruikelijke voorzieningen Van algemeen gebruikelijke voorzieningen dient gebruik te worden gemaakt voor zover zich (in redelijkheid) geen ernstige beletselen voordoen. Op basis van jurisprudentie is duidelijk wat begrepen wordt onder de algemeen gebruikelijke voorziening. Er moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden: 1. het aan te schaffen object kan voor een niet-gehandicapte in een financieel vergelijkbare positie tot het normale aanschaffingspatroon worden gerekend; 2. het is gewoon te koop; 3. het is niet duurder dan soortgelijke producten; 4. het is niet speciaal voor gehandicapten. Tot de algemeen gebruikelijke voorzieningen behoren (niet limitatieve lijst): kinderopvang (crèche, overblijfmogelijkheden op school); voor- en naschoolse opvang; oppascentrale; maaltijddienst; hondenuitlaatservice; boodschappendienst; sociale alarmering. Er zal altijd moeten worden nagegaan of dergelijke voorzieningen ook daadwerkelijk beschikbaar en adequaat zijn. De wens geen gebruik te maken van voorliggende en/of algemeen gebruikelijke voorzieningen, terwijl die wel wettelijk verankerd òf feitelijk aanwezig zijn, kan niet tot een indicatie leiden. Of de cliënt dan daadwerkelijk de betreffende voorziening zal gaan gebruiken is niet relevant. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de cliënt en zijn leefeenheid. Van cliënten die bij de aanvraag om hulp al gebruik maken van dergelijke voorzieningen wordt verwacht dat zij dit blijven doen. Aanspraak op de Wmo-voorziening hulp bij het huishouden bestaat aanvullend op de eigen mogelijkheden van de leefeenheid. Afwijking van deze norm is geoorloofd als het verrichten van een taak geschiedt vanuit intenties als aanleren, observeren dan wel stimulering van de zelfredzaamheid. Bij cliënten die geen gebruik maken van voorliggende en/of algemeen gebruikelijke voorzieningen dient bekeken te worden in hoeverre mogelijkheden aanwezig zijn om hiervan gebruik te maken. Van een cliënt verwachten we dat hij/zij alles in het werk stelt om zo snel mogelijk in aanmerking te komen voor adequate voorzieningen. In crisissituaties kan voor een termijn van 3 maanden een indicatie worden afgegeven om de eigen oplossing te regelen. Financiële omstandigheden zijn geen reden om een indicatie af te geven, maar ook niet om daarvan af te zien. Tijdelijke oplossingen zoals een gastgezin, buren, oppas aan huis kunnen als overbrugging fungeren van de wachttijd voor een voorliggende voorziening. De indicatiesteller moet de sociale kaart goed in beeld hebben, zodat hij/zij kan beoordelen of een algemeen gebruikelijke voorziening daadwerkelijk beschikbaar is. 3.3 De algemene voorzieningen Krachtens de Verordening geldt het primaat van de algemene voorziening. Een algemene voorziening is, volgens de verordening, een voorziening die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt. Indien een 23

31 dergelijke voorziening beschikbaar is en een adequate oplossing biedt is er geen reden om een indicatie af te geven. 3.4 Particuliere hulp Dit is geen voorliggende voorziening. Wanneer iemand beperkingen heeft in het huishouden en daardoor aanspraak zou maken op de voorziening hulp bij het huishouden, maar gebruik maakt van particuliere zorg, is dat een keuze van de cliënt. Dit heeft geen invloed op zijn indicatie, tenzij ervoor gekozen wordt deze hulp op eigen kosten te continueren. 3.5 Mantelzorg Krachtens de wet is mantelzorg langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Gebruikelijke zorg en mantelzorg zijn elkaar uitsluitende begrippen. Bij mantelzorg wordt de normale (gebruikelijke) zorg in zwaarte, duur en/of intensiteit overschreden. Mantelzorg vindt plaats op basis van vrijwilligheid, dat wil zeggen dat de mantelzorger bereid en in staat geacht mag worden deze zorg te leveren. Enige uitzondering kan bijvoorbeeld het 18-jarig tot 23-jarig kind zijn; dat kind kan mantelzorg verlenen. 3.6 Vrijwilligerswerk is vervangende mantelzorg Vrijwilligers moeten niet worden opgevat als een voorliggende voorziening maar als vervanging van mantelzorg. Dat betekent dat indien er vrijwilligers aanwezig, beschikbaar en bereid zijn om de zorg vrijwillig te (blijven) leveren, er voor dat deel geen aanspraak bestaat op de voorziening hulp bij het huishouden. 24

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal INHOUD Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebondenbudget... 2 Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen... 3 Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden...

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Maasbree Officiële naam regeling Besluit nadere regels

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 4 Artikel 1 Begripsomschrijving 4 Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen over het

Nadere informatie

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Lid 1 Verstrekking

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 behorende bij de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2009 Nr. 49658 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 gemeente West Maas en Waal november 2006 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2007 (op basis van delegatie in de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roermond. Nr. 76900 23 december 2014 Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007 Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verordening: de Wmo-verordening gemeente Heusden

Nadere informatie

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014 CVDR Officiële uitgave van Heerhugowaard. Nr. CVDR325435_1 7 november 2017 Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Inkomen en peilar 1.Onder

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2011 Nr. 73307 gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 2007; gelet op artikel 5, 6, 7, 15 en 19 van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011. Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011. Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011 Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 24 april 2007; gelet op artikel

Nadere informatie

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen Burgemeester en wethouders van Hilversum; Gelezen het voorstel d.d. 10 mei 2012, besluiten: Vast te stellen onderstaand Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilversum 2013 met

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roermond. Nr. 127842 29 december 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2013 Nr. 114031 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...

Nadere informatie

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roermond. Nr. 0 1 januari 1900 Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011; Gem: 0612099 Besluit maatschappelijke ondersteuning Culemborg Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg; gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning, gelet op de

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Afwegingskader Hulp bij het huishouden

BIJLAGE 2. Afwegingskader Hulp bij het huishouden BIJLAGE 2 Afwegingskader Hulp bij het huishouden Eigen verantwoordelijkheid leefeenheid De belanghebbende is primair zelf verantwoordelijk voor het eigen huishouden, met inbegrip van het bevorderen en

Nadere informatie

CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Hoofdstuk 1: Algemeen Artikel 1. Definities In dit besluit wordt verstaan onder: a. Budgethouder: een persoon aan

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND 2014 FINANCIËLE REGELS VANAF 1 JANUARI 2014 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Artikel 1: Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel 3 Artikel 2. Uurtarief

Nadere informatie

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013 NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013 Vastgesteld: 21-3-2013 Hoofdstuk 1: Algemeen Artikel 1. Definities In dit besluit wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van het Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat

Nadere informatie

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 CVDR Officiële uitgave van Sint Anthonis. Nr. CVDR329216_1 3 oktober 2017 Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008 juli 2008 Burgermeester en wethouders van Barneveld; gelet op de bepalingen in de artikelen 3, 6, 7, 12, 19, 21 25, 32, 33 38 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld;

Nadere informatie

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording a. Een persoonsgebonden budget kan alleen worden toegekend indien een

Nadere informatie

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting op het besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 2 INHOUDSOPGAVE Toelichting

Nadere informatie

Besluit nadere regels Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen

Besluit nadere regels Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen Besluit nadere regels Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget CVDR Officiële uitgave van Grave. Nr. CVDR60541_1 22 mei 2018 Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009 Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk 2009 1 januari 2009 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HEEMSKERK 2009 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer Z/2008/148754 Wettelijke grondslag:

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2014. Ingangsdatum 1 januari 2014

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2014. Ingangsdatum 1 januari 2014 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2014 Ingangsdatum 1 januari 2014 Besluit voorzieningenmaatschappelijke ondersteuning Montferland 2014 Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2 CVDR Officiële uitgave van Heusden. Nr. CVDR102951_2 25 juli 2017 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden-v2 Hoofdstuk 1 Algemeen Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording. 1. Verstrekking van een

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT) BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT) INLEIDING Het besluit maatschappelijke ondersteuning is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste

Nadere informatie

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oude IJsselstreek 2013 13ini00380 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 3 Artikel 1.1 Regels rond verstrekking

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Begripsbepalingen Primaat algemene en

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget CVDR Officiële uitgave van Delfzijl. Nr. CVDR96698_1 12 september 2017 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl 2010 Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel

Nadere informatie

Heerhugowaard Stad van kansen. Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Heerhugowaard Stad van kansen. Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Heerhugowaard Stad van kansen Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Reg.nr: BW13-0311 Sector/afd.: DV/ Portefeuillehouder: M. Stam-de Nijs Casenr.: Cbb130288 Steller/tst.: P. Blokzijl/

Nadere informatie

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2007;

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2007; Besluit maatschappelijke ondersteuning Culemborg Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg; gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning, gelet op de Verordening

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...1 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...2 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 Gemeente Utrechtse Heuvelrug Financieel Besluit Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording...

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN

HOOFDSTUK 3 VOEREN VAN EEN GESTRUCTUREERD HUISHOUDEN CVDR Officiële uitgave van Echt-Susteren. Nr. CVDR608265_2 19 maart 2018 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND JULI 2012

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND JULI 2012 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND JULI 2012 FINANCIËLE REGELS VANAF 15 JULI 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Artikel 1: Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel 4 Artikel 2. Hulp bij

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010 CVDR Officiële uitgave van Berkelland. Nr. CVDR32504_1 29 mei 2018 Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010 Hoofdstuk Algemene bepalingen. Artikel Begripsbepalingen. In

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wijk bij Duurstede, november 2012 Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of

Nadere informatie

-1.84 Besluit nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning Venlo (2012)

-1.84 Besluit nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning Venlo (2012) Gemeenteblad van Venlo -1.84 Besluit nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning Venlo (2012) Vastgesteld bij besluit d.d. van burgemeester en wethouders Afgekondigd d.d... In werking d.d... Wijzigingen

Nadere informatie

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011, Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011, B e s l u i t e n: vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren 2016

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren 2016 CVDR Officiële uitgave van Echt-Susteren. Nr. CVDR600017_1 14 januari 2016 Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Echt-Susteren 2016 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010. Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010. Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo Gemeente Tiel 2010 Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo Hoofdstuk 1 Artikel 1 Algemene bepalingen...3 Begripsbepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming...4

Nadere informatie

aanpassing besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden

aanpassing besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden Zaaknummer: OWZCM12 Onderwerp aanpassing besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden Collegevoorstel Inleiding Eind 2010 zijn, in het kader van de bezuinigingen, de nieuwe verordening Wet maatschappelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2 Besluit Maatschappelijke Ondersteuning 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Advisering en samenhangende afstemming... 2 Artikel 1. Verplicht advies... 2 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum; gelet op artikel 2.1.3. van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat gelet op de Verordening Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Sint- Oedenrode 2015, versie 2 30 juni 2015 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 1. In dit besluit wordt verstaan

Nadere informatie

Concept-Opdracht objectief onderzoek naar normering van de basisvoorziening Schoon huis

Concept-Opdracht objectief onderzoek naar normering van de basisvoorziening Schoon huis Concept-Opdracht objectief onderzoek naar normering van de basisvoorziening Schoon huis Hierbij verstrekt de gemeente Utrecht, vertegenwoordigd door de directeur Maatschappelijke ontwikkeling, KPMG Plexus

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR. BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR. - 1 - HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1) college; het college van burgemeester en wethouders. HOOFDSTUK 2. HULP BIJ

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording 1.1. Verstrekking van een toegekende individuele

Nadere informatie

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011 Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1.1 Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verzamelinkomen:

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording 1.1. Verstrekking van een toegekende individuele

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen...3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen...3 Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget...4 Artikel 2.2 Budgetperiode...4

Nadere informatie

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek A. Algemene toelichting 1.0 Omvang van de eigen bijdrage/eigen aandeel In de Verordening is bepaald dat een cliënt een eigen bijdrage betaalt bij een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Tekst Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 Artikel

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR23840_1 29 maart 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar CVDR Officiële uitgave van Wassenaar. Nr. CVDR319545_1 15 november 2016 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 1. In dit Besluit

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast; Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast; gelet op artikel 2.1.3, en 2.1.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat gelet

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Begripsbepalingen Algemeen gebruikelijk

Nadere informatie

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Gemeente Veendam, 2013 Besluit maatschappelijke ondersteuning... 3 Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.... 3 Artikel 1.

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Onderwerp: besluit

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen...3 Hoofdstuk 2 Te bereiken resultaat: een schoon en leefbaar huis, beschikken

Nadere informatie

AAN de voorzitter van de commissie Burgers en Samenleving. Geachte voorzitter,

AAN de voorzitter van de commissie Burgers en Samenleving. Geachte voorzitter, uw nummer uw datum ons nummer onze datum verzonden inlichtingen bij sector/afdeling doorkiesnr. 2012/U1T/43299 10 september 2012 F. van der Heide BS/Sociale Zaken 0475-359 812 AAN de voorzitter van de

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wijk bij Duurstede, januari 2013 Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of

Nadere informatie

gelet op artikel 2.1.3. van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 2.1.3. van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet; Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum; gelet op artikel 2.1.3. van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat gelet op de Verordening Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015, versie 2 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verordening

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...2 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...3 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag Huishoudelijke verzorging algemeen Huishoudelijke verzorging kan in natura of in de vorm van een persoonsgebonden

Nadere informatie

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Kaag en Braassem. Nr. 9852 26 februari 2014 Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Kaag en Braassem Burgemeester en wethouders

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013,

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel 2015 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verordening de geldende

Nadere informatie

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren. CONCEPT CONCEPT CONCEPT Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente. Inleiding Naast een Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Toelichting. Artikel 2

Toelichting. Artikel 2 Toelichting Algemeen De systematiek van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrechtse Heuvelrug is dat steeds algemene voorzieningen, waaronder het collectief vervoer, het primaat hebben.

Nadere informatie

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Ons kenmerk: 09bwb00759 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op het overleg met de Cliëntenraad WMO van

Nadere informatie

Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007

Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007 Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007 BBeessl lluui iit tt mmaaaat ttsscchhaappppeel lli iij jjkkee oonnddeer rrsst tteeuunni iinngg ggeemmeeeennt ttee AAl llkkeemmaaddee

Nadere informatie

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer

Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig

Nadere informatie

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelBesluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Eindhoven (2011.2)

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelBesluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Eindhoven (2011.2) gemeente Eindhoven Wethouder van jeugd, welzijn en zorg Raadsnummer 11R4259 Inboeknummer 11bst00388 Beslisdatum B&W 15 maart 2011 Dossiernummer 11.11.551 RaadsvoorstelBesluit individuele voorzieningen

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013 Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013 1 januari 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording 3 Artikel 3 Vaststelling bedrag persoonsgebonden

Nadere informatie