B&W-Aanbiedingsformulier

Transcriptie

1 B&W.nr , d.d. 5 oktober 2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Aanpak inbraakpreventie - politiekeurmerk veilig wonen BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. De schets van maatregelen om woninginbraak in de gemeente Leiden tegen te gaan versie 3.0, d.d. 16 september 2010 vast te stellen en daarmee in te stemmen met de volgende uitgangspunten: a. Continueren van het project Leiden Buitengewoon Veilig. b. In te zetten op voorlichting, bijvoorbeeld bij een beginnende golf van woninginbraken aangezien uit onderzoek blijkt dat dit het meest effectieve moment is. c. Het niet verplicht stellen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen bij nieuwbouw als aanvulling op de eisen uit het Bouwbesluit. Samenvatting Doelstelling is de komende jaren het aantal woninginbraken in Leiden terug te dringen. In aanvulling op de repressieve aanpak van de politie, blijft de gemeente het project Leiden Buitengewoon Veilig continueren. Verder wordt vooral ingezet op voorlichting, bijvoorbeeld als zich een beginnende golf van woninginbraken in een bepaald gebied voordoet. Uit onderzoek blijkt namelijk dat dit het meest effectieve moment is.

2 16 september 2010 Versie 3.0 Een schets van maatregelen om woninginbraak in de Gemeente Leiden tegen te gaan

3 Inhoudsopgave Inleiding Technische maatregelen in en om woningen Kennis en gedrag van bewoners Gecombineerde aanpak Motivatie van de aanpak inbraakpreventie Werking van de maatregelen tegen inbraak Stand van zaken Inbraken in Leiden Stand van zaken nieuwbouw Stand van zaken bestaande bouw Plan van aanpak Nieuwbouw Bestaande bouw... 9

4 Inleiding Recente cijfers laten zien dat het aantal woninginbraken in Leiden de afgelopen jaren min of meer stabiel is. Alle inspanningen van de gemeente, woningcorporaties, politie en bewoners hebben nog niet geleid tot een structurele afname van het aantal woninginbraken. Iedere inbraak is er één te veel, vooral omdat een inbraak een grote inbreuk is op de persoonlijke leefsfeer van mensen. Doelstelling is de komende jaren het aantal gelegenheidsinbraken in Leiden met 10% terug te dringen 1. Hiervoor worden in deze notitie concrete maatregelen beschreven. In grote lijnen richt het plan zich op drie onderdelen: nieuwbouw, bestaande bouw en het alert reageren op zogenaamde hotspots (een plotselinge golf van inbraken in een bepaald gebied). Hoofdstuk 1 gaat in op een effectieve aanpak van woninginbraken. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen technische maatregelen aan woningen en de omgeving en anderzijds de gedrags- en kenniscomponent van de bewoners. In dit hoofdstuk wordt ook de theoretische grondslag voor te nemen maatregelen weergegeven. Hoofdstuk 2 geeft een kort overzicht van de huidige stand van zaken en gaat in op de inspanningen van de afgelopen jaren en de bestaande afspraken met andere partijen zoals woningcorporaties. Verder wordt stilgestaan bij de resultaten (statistieken) en inbraakcijfers. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het plan van aanpak voor de komende jaren beschreven. Hierin wordt per categorie (nieuwbouw en bestaande bouw) ingegaan op een aanpak om het aantal woninginbraken terug te dringen. Daarbij wordt steeds onderscheid gemaakt tussen woningen van woningcorporaties en particuliere woningen. Een speciale groep woningen in beide categorieën zijn studentenwoningen, waar apart aandacht aan wordt besteed. Het plan van aanpak richt zich op technische verbeteringen aan woningen en de kennis en bewustzijn bij bewoners. In hoofdstuk 4 wordt uiteengezet welke financiële middelen er nodig zijn om het plan van aanpak uit te voeren. De regierol van bestrijding van woninginbraken ligt bij gemeenten en met dit plan van aanpak wordt daar invulling aan gegeven. De politie heeft het Politiekeurmerk Veilig Wonen ontwikkeld en geïntroduceerd. Jarenlang heeft de politie, samen met partners in de wijken, voorlichting gegeven over inbraakpreventie. De politie is nu verantwoordelijk voor de uitvoering van repressie en opsporing en het leveren van gegevens over inbraken. Met dit plan van aanpak wordt een nieuwe impuls gegeven aan het voorkomen van woninginbraken in Leiden en daarmee bijgedragen aan de ambities voor een veilige stad. De maatregelen uit dit plan zijn een aanvulling op de repressieve aanpak van de politie. De politie spoort daders op door bij woninginbraak in principe altijd ter plaatse te gaan, de aangifte op te nemen, sporenonderzoek te verrichten en een buurtonderzoek in te stellen. Ook informeert de politie de aangever over slachtofferhulp en inbraakpreventie. Eventuele vinger- en DNA sporen worden door de technische recherche vergeleken met de landelijke database. Ook zet de politie in op de aanpak van dadergroepen die bovenlokaal in een meer georganiseerd verband opereren. Met betrekking tot veelplegers die betrokken zijn bij woninginbraak, wordt in het veiligheidshuis gewerkt via de reguliere persoonsgerichte veelplegersaanpak. 1 De doelstelling is niet gericht op georganiseerde misdaad afkomstig uit plaatsen buiten Leiden.

5 1. Aanpak woninginbraken Het terugdringen van het aantal woninginbraken kan bereikt worden door een combinatie van verschillende maatregelen. Ten eerste is het belangrijk woningen voldoende (technisch) te beveiligen en het daarmee moeilijker te maken een woning binnen te dringen. Daarnaast speelt de kennis en houding van de bewoners een cruciale rol bij het voorkomen van inbraken. Alleen een goede combinatie tussen deze twee elementen zal ertoe leiden dat het aantal woninginbraken daadwerkelijk afneemt. 1.1 Technische maatregelen in en om woningen Technische eisen aan woningen vinden hun oorsprong in twee bronnen, het Bouwbesluit en aanvullend daarop het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). Bouwbesluit Ten eerste voorziet het Bouwbesluit (voor nieuwbouwwoningen en bepaalde vormen van renovatie) in maatregelen om woninginbraak tegen te gaan. Deze maatregelen richten zich op technische eisen aan nieuwbouwwoningen zoals goed hang- en sluitwerk. Het Bouwbesluit vormt een wettelijke basis voor deze veiligheidsvoorzieningen. Politiekeurmerk Veilig Wonen Aanvullend daarop neemt binnen de inbraakpreventie het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) een belangrijke plaats in. Het PKVW is een instrument, bestaande uit aanbevelingen om woningen (nieuwe én bestaande) beter te beschermen tegen inbraak. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen stelt enerzijds technische eisen aan nieuwe en bestaande woningen, die grotendeels (voor 95%) overeenkomen met die uit het Bouwbesluit. Anderzijds gelden voor nieuwbouwwoningen eisen voor de omgeving (en het complex als geheel) van de woning, zoals goede buitenverlichting en veilige bergingen, maar ook een veilig ontwerp van de omgeving om de woning heen (verkaveling achterpaden). De maatregelen van het PKVW zijn gebaseerd op praktijkervaringen met inbraak. Wordt aan alle aanbevelingen voldaan, dan krijgt een woning het certificaat Veilige Woning (via een erkend PKVWbedrijf). Het inbraakrisico daalt aanzienlijk met het opvolgen van de eisen uit het Politiekeurmerk Veilig Wonen, vaak geven verzekeringsmaatschappijen zelfs een korting op de inboedelverzekering als de eigenaar het keurmerk kan overleggen. 1.2 Kennis en gedrag van bewoners Het PKVW is geen doel op zich, maar een middel om het aantal inbraken te verlagen. Een woning technisch beveiligen is niet voldoende, ook bewonersgedrag is van cruciaal belang om inbraken tegen te gaan. Je kunt nog zulke goede sloten hebben, als mensen de deur niet op slot doen of ramen open laten staan, is de kans op inbraak nog steeds erg groot. De ervaring leert dat het burgers veelal aan voldoende kennis en vooral alertheid ontbreekt om zelf preventiemaatregelen te nemen. Het gedrag van bewoners is een zaak van die bewoners zelf en geen verantwoordelijkheid van de gemeente, maar door voorlichting kan daar wel invloed op worden uitgeoefend. Voorlichting is dus (naast technische maatregelen) een tweede middel om inbraken terug te dringen. 1.3 Gecombineerde aanpak Alleen een combinatie tussen adequate technische beveiliging en een alerte houding van bewoners kan het aantal inbraken doen afnemen. Inbraakpreventie is dus een zaak van samenwerking, maar ook van de lange adem. De uitvoering van enkele projecten leidt niet meteen tot een structurele daling van het aantal inbraken, dit vergt voortdurende aandacht, alert reageren, continue voorlichting en adequaat bewonersgedrag. De maatregelen die in het plan van aanpak voorgesteld worden, moeten voor een langere periode ingezet worden om succesvol te zijn. 1.4 Motivatie van de aanpak inbraakpreventie De motivatie van de gemeente om zich actief in te zetten in het terugdringen van inbraak is te vinden in de gedeelde verantwoordelijkheid bij dit type criminaliteit. Het incident -de inbraak- treft een individuele burger, maar een daling in het aantal woninginbraken leidt tot een daling in politie-inzet, kostbare tijd die hierdoor aan andere zaken besteed kan worden. Bovendien worden de kosten van

6 politie- en justitie-inzet gedragen door alle burgers. En de totale kosten van woninginbraak voor de samenleving zijn hoger dan iedere andere vorm van diefstal. 2 De gemeente rekent het tot haar verantwoordelijkheid om een belangrijke bijdrage te leveren aan het veiligheidsgevoel van haar burgers. 1.5 Werking van de maatregelen tegen inbraak De inbraakkans kan door diverse maatregelen sterk worden beïnvloed. Verschillende maatregelen kunnen zelfs leiden tot een daling van meerdere tientallen procenten. Eén van de elementen die op een daling van invloed lijkt te zijn is de beveiliging van de woning zelf, ook wanneer dit niet in samenhang met eventuele andere maatregelen wordt toegepast. Andere maatregelen zijn bijvoorbeeld de zichtbaarheid van de woning (denk aan verlichting) en niet vrij toegankelijke achterpaden. 3 Dit plan van aanpak richt zich op de rol van de gemeente en welke maatregelen hieruit voortvloeien. Onderzoek heeft uitgewezen dat het treffen van preventiemaatregelen bij nieuwbouw het meest effectief is. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan inbraakwerende deuren en ramen en goed hang- en sluitwerk. 4 Een belangrijke factor bij het stimuleren van diverse maatregelen bij nieuwbouw, dan wel het verplichten hiervan, is het Bouwbesluit dat reeds in dit hoofdstuk is toegelicht. Initiatieven om inbraak bij bestaande bouw tegen te gaan lijken minder eenvoudig. Dit is te verklaren doordat bij deze acties bewoners aangezet moeten worden om zelf tot concrete handelingen over te gaan. Helaas lijken zij nauwelijks te reageren op publiciteitscampagnes, huis-aan-huispreventieadvies en subsidies vanuit de gemeente. Het gebrek aan motivatie kan verklaard worden doordat veel mensen de kans dat zij zelf slachtoffer van een inbraak worden lager inschatten dan de kans dat iemand anders slachtoffer wordt, vaak stellen zij het nemen van preventiemaatregelen uit. Slachtofferenquêtes wijzen echter uit dat wanneer iemand daadwerkelijk slachtoffer is geworden van inbraak, hij wel overgaat tot het nemen van maatregelen. Hetzelfde geldt wanneer iemand in de directe omgeving slachtoffer is geworden. Daarom is dat een belangrijk moment; politie en gemeente kunnen dan bijdragen aan een snelle en kwalitatief goede respons en de burger ondersteunen. Er bestaat voldoende bewijs dat het uitvoeren van technische maatregelen bij bestaande bouw door woningcorporaties inbraak tegengaat. 5 2 Vollaard. B.A. (2009). Het publieke belang bij private preventie, Programma Politie & Wetenschap, Apeldoorn/Universiteit Tilburg. Wittebrood, K. (2007). Slachtoffers van criminaliteit, Boom, Den Haag. 3 Vollaard. B.A. (2009). Het publieke belang bij private preventie, Programma Politie & Wetenschap, Apeldoorn/Universiteit Tilburg. 4 Vollaard. B.A. (2009). Het publieke belang bij private preventie, Programma Politie & Wetenschap, Apeldoorn/Universiteit Tilburg. 5 Vollaard. B.A. (2009). Het publieke belang bij private preventie, Programma Politie & Wetenschap, Apeldoorn/Universiteit Tilburg.

7 2. Stand van zaken De afgelopen jaren heeft de gemeente Leiden, in samenwerking met de corporaties, de politie en de bewoners ingezet op het terugdringen van het aantal woninginbraken. De campagne met Wessie, uw wijkinbreker is daarvan de meest herkenbare geweest. De resultaten van alle inspanningen zijn kort bijeengebracht in dit hoofdstuk. 2.1 Inbraken in Leiden Het aantal woninginbraken in Leiden is al jaren redelijk stabiel. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de cijfers van 2005 tot en met Stadsdeel Midden Noord Zuid West Leiden Totaal in aantallen Tabel 1. Inbraken naar jaar, per stadsdeel omgerekend naar aantal inbraken per 1000 woningen en in de onderste regel het absolute aantal in geheel Leiden. 7 Het aantal incidenten van woninginbraken in stadsdeel Midden ligt iets hoger dan gemiddeld in Leiden. Het aantal in Noord is ongeveer gelijk aan het gemiddelde van Leiden, met uitzondering van Toen was het aantal woninginbraken in Noord flink lager. In Zuid lag het aantal inbraken in 2005 iets lager dan het stadsgemiddelde en in de jaren daarna iets hoger. In stadsdeel West ten slotte is het aantal inbraken lager dan gemiddeld in Leiden. 2.2 Stand van zaken nieuwbouw Ontwikkelaars van nieuwbouwprojecten besteden aandacht aan inbraakpreventie. Dit is namelijk een standaard onderdeel van het Bouwbesluit. Steeds meer nieuwbouwprojecten worden voorzien van extra inbraakwerende maatregelen op basis van het PKVW, in 2009 waren dat ongeveer 60 woningen. 2.3 Stand van zaken bestaande bouw In Leiden staan circa woningen, waarvan (40%) corporatiewoningen en (60%) particuliere woningen. In totaal hebben eind 2009 circa corporatiewoningen en 350 particuliere woningen het certificaat Veilige Woning verkregen. Dit wekt wellicht de indruk dat de overige woningen niet goed beschermd zijn, maar in de praktijk blijkt dat woningen veelal gedeeltelijk (of grotendeels) zijn voorzien van inbraakwerende voorzieningen, maar net niet conform de vereisten die het Politiekeurmerk Veilig Wonen stelt. Dit is gebaseerd op enquêtes die twee maal zijn afgenomen in de Stevenshof. Circa 60% van de ondervraagden had één of meerdere maatregelen genomen, hierbij valt te denken aan extra aangebracht hang- en sluitwerk en aanvullende verlichting. 6 De vervanging van het BPS (Bedrijfsprocessensyteem) door BVH (Basisvoorziening handhaving) in 2009 heeft gezorgd voor een trendbreuk in de cijfers. Bij inbraak is dit naar verwachting minimaal. 7 Cijfers zijn afkomstig uit de publicatie Veiligheid in cijfers 2009 van de Afdeling Strategie en Onderzoek van de gemeente Leiden. De cijfers over 2009 zijn afkomstig van de politie Hollands Midden.

8 3. Plan van aanpak Het plan van aanpak voor het terugdringen van het aantal woninginbraken valt uiteen in de aanpak voor nieuwbouw en bestaande bouw. 3.1 Nieuwbouw De gemeente richt zich bij nieuwbouw op het stimuleren van partners in de stad, bijvoorbeeld de woningcorporaties en projectontwikkelaars, om inbraakpreventie op te nemen in hun projecten. Dat betekent dat ingezet wordt op het stimuleren van eisen uit het PKVW, in aanvulling op de wettelijke eisen uit het Bouwbesluit bij de ontwikkeling van nieuwbouw. De focus bij nieuwbouw ligt niet primair op het behalen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen, maar vooral op het realiseren van de (ontwerp)principes van het keurmerk. De gemeente draagt bij aan het project Leiden Buitengewoon Veilig, een samenwerkingsverband tussen corporaties en de gemeente Leiden 8. Vanuit dit project wordt geadviseerd bij bouwaanvragen en de ontwikkeling van (particuliere) nieuwbouwprojecten van de gemeente en de corporaties over het opnemen van eisen uit het PKVW. Dit project wordt ook voor de komende jaren gecontinueerd, dit is structureel opgenomen in de begroting. Om te verzekeren dat de verbinding tussen Leiden Buitengewoon Veilig en de ontwikkeling van nieuwbouwprojecten sterk genoeg is, wordt gedurende 2010 het overleg tussen de corporaties, SLS wonen en gemeente Leiden geformaliseerd. De belangrijkste aanknopingspunten voor een succesvolle inbreng in de ontwerpfase zijn de wijkontwikkelingsplannen van de gemeente en renovatieprojecten van de corporaties. Met de corporaties zijn de zogenaamde Prestatieafspraken gemaakt, vastgelegd op 26 november De coördinator Leiden Buitengewoon Veilig ziet op de naleving van deze afspraken toe. Door deze manier van werken is de integrale aanpak geborgd met betrekking tot veiligheid door middel van het PKVW, sociale veiligheid, veilig verkeer, veilig winkelen, beheer en leefbaarheid en veiligheidsadvies en ondersteuning in concrete projecten. In 2011 vindt een tussentijdse evaluatie plaats en wordt een besluit genomen over het vervolg van dit project en de financiering ervan (op het moment van schrijven tot 2012 vastgelegd). De tussentijdse evaluatie richt zich op de prestatieafspraken tussen de gemeente en de coöperaties. Het project Leiden Buitengewoon Veilig maakt onderdeel uit van dit geheel en wordt daarom meegenomen in de evaluatie. De intentie is echter altijd uitgesproken om de voortzetting van Leiden Buitengewoon Veilig gelijk te laten verlopen aan de wijkontwikkeling in Leiden. De rolverdeling is als volgt; de projectleider van Leiden Buitengewoon Veilig neemt het uitvoerende deel voor zijn rekening. Deze afspraken worden, waar deze in de loop der tijd verwaterd zijn, goed belegd binnen de gemeente en er wordt door het team Openbare Orde en Veiligheid gestuurd op naleving van de afspraken. Continueren met het project Leiden Buitengewoon Veilig en de uren daarbinnen voor het Politiekeurmerk Veilig Wonen, om daarmee in de ontwikkelingsfase van nieuwbouw en renovatie te kunnen adviseren en sturen op de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen, aanvullend op het Bouwbesluit. Daarnaast moet toegezien worden op de afspraken op het gebied van veiligheid en leefbaarheid uit de Prestatieafspraken tussen de gemeente Leiden en de corporaties. Verplichten van PKVW bij nieuwbouw? In paragraaf 1.1 is reeds belicht dat het Bouwbesluit al belangrijke eisen stelt op het gebied van inbraakpreventie. Het PKVW gaat nog net iets verder. De vraag is of de gemeente eventueel wil inzetten op het verplicht bouwen van woningen volgens de eisen van het PKVW. Tegenover slechts een kleine verbetering van de veiligheid staan belangrijke nadelen als extra kosten voor de gemeente omdat ook aan de woonomgeving hogere eisen worden gesteld en een toename van de regeldruk. Eventuele verplichting vergt een Raadsbesluit. 8 De partners van Leiden Buitengewoon Veilig zijn: Gemeenten Leiden (wijkontwikkeling Noord en Zuidwest), Woningcorporaties Portaal, Ons Doel en de Sleutels.

9 Bij nieuwbouw wordt het Politiekeurmerk Veilig Wonen niet verplicht gesteld als aanvulling op de eisen uit het Bouwbesluit. 3.2 Bestaande bouw Waar bij nieuwbouw nog alle mogelijkheden open staan om effectief maatregelen te nemen ten behoeve van inbraakpreventie, ligt dat bij bestaande bouw wat lastiger, het ontwerp leent zich niet altijd voor gemakkelijke aanpassingen en de kosten voor aanpassingen zijn in verhouding tot nieuwbouw hoger. Een onderscheid dat in dit verband gemaakt moet worden, is het verschil tussen particuliere woningen (eigenaar is bewoner) en huurwoningen (door corporaties of particuliere verhuurders). Immers, het initiatief voor aanpassingen aan de woning ligt in het tweede geval bij de verhuurder (corporatie) en niet bij de bewoner (huurder). De gemeente werkt reeds samen met corporaties, maar particuliere verhuurders zijn moeilijk te mobiliseren. Onderzoek wijst uit dat bewoners van bestaande bouw nauwelijks lijken te reageren op publiekscampagnes, huis-aan-huispreventieadvies of subsidies vanuit de gemeente. Dit fenomeen geldt voornamelijk wanneer bewoners geen slachtoffer zijn geworden van inbraak. Direct na een inbraak (in de buurt) geldt deze theorie niet, juist dan zijn bewoners wel bereid om aanpassingen aan de woning te doen. Bestaande bouw corporaties (huurwoningen) De inbraakwerendheid in het corporatiebezit was in het verleden het laagst van alle soorten woningen. Inmiddels is een belangrijk deel op peil gebracht, zo heeft Ons Doel alle woningen op keurmerkniveau (bijvoorbeeld in de Antillenstraat en omgeving) op een paar panden na die genomineerd zijn om gesloopt te worden. Portaal streeft naar zo veilig mogelijke woningen. Corporatie De Sleutels hanteert het beleid dat zij een woning op het niveau van het PKVW (of gelijkwaardig) brengen wanneer een bewoner verhuist en een nieuwe huurder zijn intrek neemt. De SLS brengt alle zelfstandige eenheden op het PKVW-niveau wanneer een pand gerenoveerd wordt. En bij studenteneenheden wordt voornamelijk ingezet op actieve voorlichting onder de studenten. Het beleid van de corporaties is in zijn algemeenheid dat inbraakpreventie wordt toegepast bij renovatie (dan kan het goedkoop worden meegenomen) en bij woningmutatie (nieuwe huurders). Huurders kunnen tegen een extra vergoeding (huurverhoging) ook eerder al verbeteringen aan hun woningen laten uitvoeren (de Sleutels). In de Prestatieafspraken is ook het veiliger maken van bestaand corporatiebezit meegenomen 9. Binnen de oude afspraken van het project Wessie is afgesproken dat de woningen die genomineerd zijn om gesloopt te worden niet worden voorzien van het PKVW. Voor de korte tijd dat de woningen nog staan zou dat niet rendabel zijn. De bewoners van deze panden worden wel op het wat grotere inbraakrisico geattendeerd door de corporaties en krijgen tips hoe zij op eenvoudige wijze hun woning weerbaarder kunnen maken met betrekking tot woninginbraak. Verder is bijvoorbeeld in Haagweg Noord gekozen om bij woningen die op de slooplijst stonden bewonerscommissies tips te geven hoe zij eenvoudig doorklimbeveiligingen kunnen maken. Hierdoor kunnen inbrekers toch buiten de deur gehouden worden, maar wordt geen gebruik gemaakt van het PKVW, waar hoge kosten aan verbonden zijn. Corporaties brengen woningen op het niveau van het Politiekeurmerk Veilig Wonen bij mutaties als dat nog niet het geval was, huurders kunnen tegen een extra vergoeding ook eerder al verbeteringen aan hun woningen laten uitvoeren. In slooppanden wordt niet geïnvesteerd in technische inbraakpreventie, wel worden bewoners extra geattendeerd op wat de risico s zijn en wat ze kunnen doen om inbraak te voorkomen. Hiervoor wordt het oude beeldmerk Wessie, uw wijkinbreker weer ingezet. Bestaande bouw particuliere verhuur Het aantal PKVW-certificaten is in deze sector gering omdat vaak niet de laatste stap wordt gezet die nodig is voor het certificaat. In de particuliere sfeer zien we echter ook de meeste elektronische beveiligingsinstallaties. Dit soort systemen moet als een aanvulling op bouwkundige maatregelen 9 Op 26 november 2009 is een convenant gesloten met de corporaties, getiteld Prestatieafspraken Hierin staat dat gemeente en corporaties een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteit van het wonen en de leefomgeving in Leiden. Er staan afspraken in over gebiedsvisies, studentenhuisvesting, kwaliteit bestaande voorraad, investeringen in wijken, wonen-zorg-welzijn en over leefbaarheid en veiligheid.

10 worden gezien. De beveiliging bij particuliere huurwoningen is minder goed dan bij door de eigenaar bewoonde woningen. De aanpak hiervan is moeilijk omdat verhuurders investeringen veelal zo lang mogelijk uitstellen en bewoners investeren niet in andermans bezit. Bij grote particuliere eigenaren van veel huurwoning is het mogelijk hen gericht aan te spreken op de mogelijkheden van verbetering van de beveiliging van de woningen. De projectleider van Leiden Buitengewoon Veilig schrijft actief de verenigingen van eigenaren (VVE s) en bewonerscommissies aan. Bestaande bouw eigenaar-bewoner De groep bestaande bouw in particuliere handen is de meest ingewikkelde groep om tot actie aan te zetten. Deze groep is lastig te bereiken omdat niet alleen sprake is van bestaande bouw, maar ook van particulieren die zich over het algemeen niet als mogelijk slachtoffer zien. De verwachting, gebaseerd op onderzoek, is dat zij daarom nauwelijks zullen reageren op campagnes vanuit bijvoorbeeld de gemeente. In de preventieve sfeer worden de bij de gemeente bekende VVE s eenmalig voorgelicht over het bestaan van het PKVW en wat het inhoudt. Daarnaast wordt bij een plotselinge inbraakgolf (hotspot) in een bepaald gebied veel verwacht van voorlichting. Studies wijzen namelijk uit dat mensen die slachtoffer geworden zijn van inbraak (of als dit bij hen in de buurt is voorgekomen) wel over willen gaan tot maatregelen. Dit is hét moment waarop de gemeente en de politie kunnen bijdragen aan een gedegen ondersteuning van de burger. En ook de omgeving kan hierbij alert gemaakt worden op eventuele gevaren en gelegenheden die bijdragen aan een verhoogd inbraakrisico. Dit kan door middel van bewonersbrieven en flyers. Op dit moment wordt aan de slachtoffers van de inbraak een informatiemap overhandigd door de politie. In overleg met politie zal gekeken worden of deze map nog geactualiseerd moet worden. Via regelgeving is de groep bestaande bouw van particulieren nauwelijks te bereiken, hier zal dan ook alleen op worden ingezet wanneer dat echt effectief is: als zich een beginnende inbraakgolf (hotspot) voordoet. In dat geval liggen vooraf flyers en bewonersbrieven klaar die meteen verspreid kunnen worden in de omgeving van de inbraken om bewoners alert te maken op de situatie, voorlichting te geven over het Politiekeurmerk Veilig Wonen en tips te geven om inbraak te voorkomen. De politie stelt de gemeente zo snel mogelijk op de hoogte van zogenaamde hotspots. Studentenwoningen Een bijzondere categorie wordt gevormd door studentenpanden. Hier is juist gedrag van groot belang. Veelal komen inbrekers bij studentencomplexen binnen door nonchalant gedrag van studenten, zoals het niet goed afsluiten van individuele kamers. Het volledig beveiligen van studentencomplexen is lastig, o.a. wegens de extra eisen op het gebied van vluchtmogelijkheden en omdat het vaak historische panden zijn, waarbij technische aanpassingen erg lastig en bovendien kostbaar zijn. Ook hier is voorlichting de belangrijkste maatregel om winst te boeken. Verder wordt het structurele overleg met SLS wonen weer opgepakt en geïntegreerd in het bredere overleg tussen gemeente en corporaties (het Wessie-overleg). De programmamanager Openbare Orde en Veiligheid heeft hier een leidende rol in. Concrete acties waarop ingezet wordt zijn: Een voorlichtingscampagne tijdens de EL CID Studentenhuizen tot en met 4 kamers worden volgens het Politiekeurmerk Veilig Wonen als woonhuis gezien. Bij dit type woningen wordt ingezet op aanpassingen van de schil van de woningen en niet per kamer. De coördinator van Leiden Buitengewoon Veilig treedt hierover in overleg met SLS wonen. SLS wonen heeft per studentenhuis één aanspreekpunt één student van het huis die als contactpersoon fungeert. Voor deze personen worden trainingen van de brandweer georganiseerd, één onderdeel hiervan is het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Het doel is het kweken van bewustwording bij de contactpersonen. Zij zullen de boodschap overbrengen aan hun medebewoners en hun bijvoorbeeld erop alert moeten maken hun eigen deur af te sluiten bij het verlaten van het pand. Voor studenthuisvesting wordt de voorlichting over mogelijkheden om inbraak te voorkomen geïntensiveerd. Verder zal SLS wonen weer aansluiten in het bredere overleg over inbraakpreventie met de gemeente en de corporaties.

11 4. Financiën De financiële en personele middelen voor inbraakpreventie zijn beperkt. De notitie is dan ook vanuit dit uitgangspunt geschreven. De volgende activiteiten vinden de komende twee jaar plaats: In 2010: Inzet gekoppeld aan communicatie - herintroductie beeldmerk Wessie uw wijkinbreker campagne studentenwoningen campagne (brieven en website) bestaande bouw particulieren (hotspots) In 2011: inzet gekoppeld aan communicatie bij hotspots - campagne (brieven en website) bestaande bouw particulieren (hotspots) campagne studentenwoningen Budgethouder voor deze middelen is het team Veiligheid, daar wordt beslist over de inzet van de middelen en wordt verantwoording afgelegd over de besteding en resultaten. Binnen de begroting van het team Veiligheid is ruimte om de bovengenoemde activiteiten uit te kunnen voeren. Het begrootte bedrag voor de jaren 2010 en 2011 samen is