Bezuinigingen 2012: wat gaat er veranderen?

Transcriptie

1 Bezuinigingen 2012: wat gaat er veranderen? Hieronder vindt u een overzicht van de maatregelen die op 1 januari 2012 ingaan: Hulp bij het huishouden Normtijden: zo mogelijk verlaagd Tot nu toe wordt bij het vaststellen van het aantal uren hulp uitgegaan van vaste normtijden: voor alle huishoudelijke taken is tijd in minuten of uren vastgesteld. Voor een aantal taken worden deze normtijden verlaagd. Hierbij zijn uw persoonlijke omstandigheden en woonsituatie bepalend. Zo is het schoonmaken van een flatwoning minder werk dan een eengezinswoning en is stof eenvoudiger te verwijderen in een huis met een laminaat vloer dan in een huis met vloerbedekking. Ook het aantal personen met wie u samenleeft heeft invloed op de mate waarin de woning vuil wordt. Het bedenken van slimme oplossingen om het huishoudelijk werk te verminderen zal vaker besproken worden. Denk bijvoorbeeld aan strijkvrije kleding of het gebruik van een wasdroger. Deze factoren worden meegenomen in de berekening van het aantal uren hulp bij het huishouden. hoeverre jonge kinderen belast kunnen worden naast de andere taken die zij vaak al hebben in het gezin, zoals de zorg voor jongere broertjes of zusjes of hulp bij administratie. Duur van de indicatie: vaker aangepast aan situatie Bij het vaststellen van de indicatieduur, de periode waarvoor hulp bij het huishouden wordt toegekend, wordt meer dan voorheen rekening gehouden met veranderende omstandigheden van de aanvrager. Wanneer er iets verandert in bijvoorbeeld iemands gezinssamenstelling, woonsituatie of gezondheidssituatie, is hij verplicht deze wijzigingen door te geven. Denk aan het gaan samenwonen of verhuizen naar een kleinere woning. Wanneer verwacht wordt dat iemands situatie op korte termijn zal veranderen, wordt de duur van de indicatie verkort. De indicatie kan hiermee tijdig worden aangepast aan de nieuwe situatie. Kinderen: helpende hand vanaf 12 jaar Bij het bepalen van het aantal uren benodigde hulp wordt ook naar de gezinssituatie gekeken. Vanaf 1 januari aanstaande wordt van kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar vanuit een normale opvoedkundige achtergrond verwacht dat zij een deel van de normale dagelijkse zorg binnen het gezin kunnen uitvoeren. Het opruimen en schoonhouden van de eigen slaapkamer, doen van kleine boodschappen, helpen tafeldekken en afruimen, helpen bij de afwas en verrichten van hand- en spandiensten zijn enkele voorbeelden hiervan. Hierbij wordt per situatie individueel bekeken in 7 december 2011

2 Voor wie gelden de nieuwe regels? De bezuinigingsmaatregelen gaan in op 1 januari Hebt u nu een voorziening van ROGplus? Dan verandert er niets, totdat u een nieuwe indicatie nodig hebt of een andere voorziening aanvraagt; dus ook bij een technische vervanging van bijvoorbeeld een scootermobiel. Op dat moment kijken we pas naar de nieuwe regels. Dit geldt dus ook voor de eigen bijdrage! De regels gelden voor aanvragen die na 1 januari 2012 worden ingediend én voor aanvragen die voor 1 januari 2012 zijn ingediend, maar waarover nog geen besluit is genomen. Met andere woorden: voor alle besluiten vanaf 1 januari 2012 geldt de nieuwe verordening waarin de regels zijn opgenomen! Vervoersvoorzieningen Regiotaxi Waterweg en Valys: financiële tegemoetkoming lage inkomens wordt afgeschaft De aanvullende financiële tegemoetkoming voor reizigers met een laag inkomen wordt afgeschaft. Hierdoor kunnen gereden ritten niet meer worden gedeclareerd. De Regiotaxi blijft wel gewoon rijden en de service (van deur tot deur) blijft in 2012 ongemoeid. Ook de ritprijs wordt volgend jaar niet verhoogd. Eigen auto of rolstoeltaxi: inkomensgrens verlaagd De tegemoetkoming in de kosten van een eigen auto of (rolstoel)taxi voor mensen die geen gebruik kunnen maken van de Regiotaxi blijft bestaan. Wel wordt de inkomensgrens om hiervoor in aanmerking te komen verlaagd van twee maal het bijstandsniveau tot maximaal 1,5 maal het bijstandsniveau. Rolstoeltaxi, taxi, eigen auto of auto van derden: keuze maken Vanaf 1 januari moet een cliënt de keuze maken tussen vervoer per (rolstoel)taxi of vervoer met de (eigen) auto of auto van derden. De cliënt die gebruik maakt van de taxi mag alleen taxibonnen declareren. De cliënt die gebruik maakt van de eigen auto of auto van derden mag alleen kilometers declareren. Een combinatie van deze twee is niet meer mogelijk. Voor een kilometervergoeding voor een eigen auto of auto van derden is namelijk een lager bedrag 8

3 vastgesteld dan voor een taxi- en rolstoeltaxikostenvergoeding, omdat de kostprijs per kilometer ook lager ligt. Voor beide mogelijkheden blijft het aantal kilometers waarmee iemand in staat gesteld wordt te reizen hetzelfde, namelijk 2000 kilometer per jaar. Vervoer met rolstoeltaxi: nu ook op declaratiebasis Cliënten met een inkomen hoger dan 1,5 maal het bijstandsniveau die voor vervoer afhankelijk zijn van een individuele rolstoeltaxi, kunnen ook volgend jaar gebruik blijven maken van de rolstoeltaxi. De tegemoetkoming van 495 euro in de kosten voor gebruik van een rolstoeltaxi blijft gelijk. Wat verandert, is dat de kosten alleen op declaratiebasis vergoed worden. Er mogen uitsluitend rolstoeltaxibonnen worden ingediend. De kosten voor vervoer met een eigen rolstoelauto zijn bij een inkomen boven de inkomensgrens algemeen gebruikelijk en worden dus niet vergoed. Scootermobiel: eigen bijdrage, criteria aangescherpt De afstand die iemand nog zelfstandig kan lopen om voor een scootermobiel in aanmerking te komen wordt verkleind van 300 naar maximaal 100 meter. Bij de beoordeling wordt altijd de persoonlijke situatie van de aanvrager meegewogen. Mensen die al een scootermobiel hebben en die vervanging aanvragen, al dan niet om technische redenen, zullen geen afwijzing krijgen op basis van de loopafstand. Ook wordt voortaan een eigen bijdrage gevraagd voor een scootermobiel, gesloten buitenwagen of handbike. De gemeenten verwachten met deze maatregel ook het niet-gebruik van deze verstrekte voorzieningen verder tegen te gaan. Hoe zit het met de eigen bijdrage? Vanaf 1 januari 2012 geldt een eigen bijdrage voor de volgende voorzieningen: een aanbouw aan de woning, een losse woonunit, een stoeltraplift, een plateau(trap)lift, een woonhuislift, een vlonder bij een niet-gemeenschappelijke deur, een elektrische deuropener op een niet-gemeenschappelijke deur, een handbike, een scootermobiel en een gesloten buitenwagen. Voor hulp bij het huishouden geldt nu al een eigen bijdrage en dat blijft ook zo. Het Centraal Administratiekantoor (CAK) bepaalt (in opdracht van de gemeenten) hoe hoog uw eigen bijdrage zal zijn. De hoogte is afhankelijk van: -uw inkomen; -het aantal personen binnen uw huishouden; -uw leeftijd; -de zorg, hulp, voorzieningen en persoonsgebonden budget (pgb) dat u ontvangt; -de gemeente waar u woont. Het CAK berekent niet alleen de eigen bijdrage, maar incasseert deze ook. Eens in de vier weken krijgt u een factuur thuisgestuurd. Op de site van het CAK ( vindt u meer informatie. Ook kunt u op de site uw eigen bijdrage berekenen aan de hand van een rekenmodel. U kunt voor meer informatie over de eigen bijdrage voor Wmo voorzieningen ook telefonisch contact opnemen met het CAK: december 2011

4 10 Woonvoorzieningen Eenvoudige hulpmiddelen: algemeen gebruikelijk Vanaf 1 januari 2012 worden een aantal eenvoudige voorzieningen voor de woning niet meer vergoed. Het gaat om beugels en handgrepen, verhoogde toiletpotten, losse toiletverhogers, douche- en badzitjes, douchestoelen en douchekrukken. Deze voorzieningen kunnen ook door mensen zonder handicap of beperking worden aangeschaft om het gebruiksgemak van de woning te vergroten. Bovendien gaat het om voorzieningen die gewoon in de winkel te koop zijn. Deze zogeheten algemeen gebruikelijke voorzieningen worden niet meer vergoed. Wanneer het voor u moeilijk is om deze hulpmiddelen te kopen of te plaatsen, dan kunt u vanaf 1 januari aanstaande hiervoor een beroep doen op een klussendienst (zie kader Klussendiensten op pagina 13). Aanpassingen aan de woning: eigen bijdrage Voor (stoel)trapliften, een aanbouw aan de woning of losse woonunit én een vlonder of elektrische deuropener bij de eigen voordeur wordt voortaan een eigen bijdrage gevraagd. Onderhoud aan de woning: zelf bekostigen Vanaf 2012 wordt nog meer dan voorheen gekeken of een probleem in uw huis of tuin het gevolg is van achterstallig onderhoud. Is dat het geval dan wordt er geen vergoeding verstrekt. Het onderhoud

5 Financiële draagkracht en persoonlijke omstandigheden centraal bij indicatie De voorzieningen van ROGplus zijn bedoeld voor mensen die niet op eigen kracht hun problemen kunnen verhelpen. Bij nieuwe aanvragen of een herindicatie zal ROGplus er vanaf 2012 nog meer op toezien of dit het geval is. De persoonlijke situatie van de cliënt is daarbij doorslaggevend. Als iemand voldoende financiële middelen heeft om de aangevraagde voorzieningen zelf te betalen dan kan het zijn dat ROGplus de voorziening weigert. Daarnaast zijn cliënten er in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor om alle mogelijkheden van hulp in hun omgeving te onderzoeken: wat kunnen buren, familie en vrienden doen? Bij het intakegesprek zal hier aandacht aan besteed worden en ook bij het al dan niet toekennen van voorzieningen wordt hiermee meer dan voorheen rekening gehouden. van de woning en het daarbij horende tuin- en straatwerk wordt namelijk gezien als een verantwoordelijkheid van de woningeigenaar. Het effen maken van het toegangspad of opnieuw ophogen van straatwerk bij de voordeur valt bijvoorbeeld onder het normale onderhoud van een woning. Bij een badkamer is de gemiddelde technische levensduur 20 tot 25 jaar en een keuken is normaal gesproken na 15 tot 20 jaar aan vervanging toe. Het vervangen van de keuken of badkamer is dan een verantwoordelijkheid van de woningeigenaar. Algemeen gebruikelijk onderhoud is van toepassing op iedere woning en wordt daarom niet vergoed. Vervangen stoffering woning: sanering niet meer volledig vergoed Bij een medische indicatie voor een tegemoetkoming in de kosten voor het stofferen van de woning (bij ernstige allergieën of rolstoelgebruik) houdt ROGplus nog meer rekening met de leeftijd van de huidige materialen. Zijn deze al ouder dan 7 jaar, dan heeft men kunnen sparen voor vervan- 11 december 2011

6 ging van deze materialen. De aanvrager ontvangt dan ook geen tegemoetkoming in de kosten. Als de vloerbedekking en raambekleding minder dan 7 jaar oud zijn, dan is de hoogte van de vergoeding afhankelijk van de afschrijving van de huidige materialen. Verhuizen en herinrichting woning: criteria vergoeding aangescherpt Wanneer u vanwege problemen in uw woning wil of moet verhuizen naar een meer geschikte woning, kunt u soms in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten. Vanaf januari 2012 geldt dat wanneer u een verhuizing meer dan drie jaar heeft kunnen zien aankomen, de tegemoetkoming niet verstrekt zal worden. Een verhuizing is dan voorspelbaar en u heeft hier voor kunnen sparen. Wanneer u minder dan drie jaar heeft kunnen sparen voor een verhuizing, kan afhankelijk van de periode die u wel heeft kunnen sparen, een gedeelte van de tegemoetkoming uitgekeerd worden. Nieuwe verordening De nieuwe maatregelen zijn vastgelegd in een nieuw beleidsdocument; de Verordening maatschappelijke ondersteuning NWN Ook het Financieel Besluit en het Verstrekkingenboek zijn aangepast. Deze documenten hebben bovendien een andere naam gekregen. Het Financieel Besluit heet voortaan Besluit, en het Verstrekkingenboek heet nu gewoon Beleidsregels. De documenten zijn te vinden via onze website: en bij uw gemeente. Hier kunt u alle maatregelen nog eens rustig nalezen. Aan de tekst van dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend. 12