Routeboekje. Taal in beeld. Groep 8. Dit boekje is van:

Transcriptie

1 Routeboekje Taal in beeld Groep 8 Dit boekje is van:

2 Groep 8 Blok 1 Les 1 Basisstof HL E Woordenschat TB E1 6 1 Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. TB E1 6 2 Schrijf op wat de gekleurde woorden nee betekenen. TB E1 6 3 Maak een tekening van Sanne. nee WB E1 1 4 Wat betekenen de woorden? WB E1 1 5 Een meester is iemand die ergens goed in is. nee WB E1 1 6 Op het eerste gezicht betekent. WB E1 1 7 Bevriend zijn betekent dat je vrienden bent. nee WB E1 1 8 Kruis aan hoe je de betekenis van woorden in nee deze les te weten bent gekomen. TB E1 7 9 Wat denk je dat het woord babysitten nee betekent? TB E Zoek drie moeilijke woorden in een krant of tijdschrift. nee Groep 8 Blok 1 Les 1 Differentiatie TB E1 7 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 1 Les 2 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E1 8 1 Een aantal kinderen spreekt voor de klas. TB E1 8 2 Schrijf de namen van de kinderen op. nee TB E1 8 3 Ben jij het met Caro eens? WB E1 2 4 Lees allebei voor jezelf de tekst. WB E1 2 5 Je gaat verslag doen van de lachwekkende wedstrijd boomstamrollen. WB E1 2 6 Je gaat je mening geven over een stelling. TB E1 9 7 Je gaat elkaar iets vertellen over heimwee. TB E1 9 8 Wat vertel je het liefst? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 2

3 Groep 8 Blok 1 Les 2 Differentiatie TB E1 9 Extra opdracht Groep 8 Blok 1 Les 3 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de mop. TB E Lees de zinnen en beantwoord de vragen. TB E Lees de zinnen. TB E Lees de zinnen. WB E1 3 5 In elke zin staat een telwoord dat niet precies nee de hoeveelheid of de volgorde aangeeft. WB E1 3 6 Kleur alle telwoorden die een volgorde aangeven geel. WB E1 3 7 Zet deze telwoorden op de goede plaats in het schema. TB E Maak in je schrift twee rijtjes. nee TB E Schrijf de letters van de zinnen op en zet er waar of niet waar achter. Groep 8 Blok 1 Les 3 Differentiatie TB E1 11 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 3

4 Groep 8 Blok 1 Les 4 Basisstof HL E Schrijven TB E Max wil iets schrijven over werken aan de weg. TB E Aan welke tekstsoorten denkt Max? TB E Kijk nog eens naar plaatje 5. TB E Wat voor een tekst zou jij schrijven over werken aan de weg? WB E1 4 5 Bekijk het woordweb. WB E1 4 6 Maak een woordkast over vaste en uitneembare beugels. WB E1 4 7 Veel jongeren dragen een beugel. WB E1 4 8 Wat zou je in een doetekst over beugels kunnen zetten? TB E Je gaat een tekst schrijven over beugels. TB E Welke tekstsoort schrijf jij het liefst? Groep 8 Blok 1 Les 4 Differentiatie TB E1 13 Extra opdracht Groep 8 Blok 1 Les 5 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. TB E Wat betekent met een stalen gezicht? nee TB E Zoek in het woordenboek nog meer uitdrukkingen met gezicht. WB E1 5 4 Lees wat de woorden betekenen. nee WB E1 5 5 Welke attractie in een pretpark vind jij het nee leukst? WB E1 5 6 Lees wat de uitdrukkingen betekenen. TB E Bedenk een verhaal over een avontuurlijke reis. TB E Welke manier van woorden onthouden vind jij het makkelijkst? nee =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 4

5 Groep 8 Blok 1 Les 5 Differentiatie TB E1 15 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 1 Les 6 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Rakesh, Jenny en Pim luisteren in de klas naar de presentatie van Merle. TB E Rakesh, Jenny en Pim vragen zich tijdens het luisteren verschillende dingen af. TB E Wat vraag jij je af bij de spreekbeurt van Merle? WB E1 6 4 Hiernaast staat een stukje uit het verhaal Het schoolreisje van Jacques Vriens. WB E1 6 5 Hiernaast staat een tekst over ADHD. TB E Kies een van de onderwerpen hieronder en vertel erover. TB E Waarop let jij vooral al je luistert? Groep 8 Blok 1 Les 6 Differentiatie TB E1 17 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 1 Les 7 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Schrijf van elke zin het onderwerp op. nee TB E Wat doe je om het lijdend voorwerp te vinden? nee TB E Er is nog een manier om het lijdend voorwerp nee te vinden. WB E1 7 4 Stel bij elke zin de vraag. nee WB E1 7 5 Stel nu telkens de vraag. WB E1 7 6 Welk zinsdeel is het antwoord op de vragen van opdracht 4 en 5? TB E Niet in alle zinnen staat een lijdend voorwerp. TB E Kies de zinnen die bij jou passen en schrijf de letters op. =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 5

6 Groep 8 Blok 1 Les 7 Differentiatie TB E1 19 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 1 Les 8 Basisstof HL E Schrijven TB E Alice gaat een weettekst schijven over fotograferen. TB E Hoe schrijft Alice een weettekst over fotograferen? TB E Alice vindt Goochelen met foto's een goede titel voor haar tekst. TB E Schrijf een slot voor de tekst van Alice. WB E1 8 5 Bekijk het woordweb over het onderwerp WB E1 8 6 Wat kun je maken met de woorden en de WB E1 8 7 Kijk goed naar je woordparaplu, woordpad of woordkast. WB E1 8 8 Bedenk een titel en een inleiding voor je tekst en schrijf ze op. WB E1 8 9 Kruis aan hoeveel alinea's je gaat schrijven. TB E Schrijf een tekst over reclame. TB E Welk onderdeel vind je het moeilijkst bij het schrijven van een tekst? Groep 8 Blok 1 Les 8 Differentiatie TB E1 21 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 6

7 Groep 8 Blok 1 Les 9 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. TB E Wat betekenen de gekleurde woorden? nee TB E Maak met elk gekleurd woord een zin en nee schrijf die zinnen op. WB E1 9 4 Lees wat de woorden betekenen. WB E1 9 5 Kleur in de tekening de volgende onderdelen. nee WB E1 9 6 Een verschijnsel is iets wat verschijnt, iets wat nee je kunt zien. WB E1 9 7 Als iets overzichtelijk is, is het zo duidelijk dat nee je alles snel kunt vinden. TB E Lees het artikel. TB E Kies een woord dat je in deze les heb geleerd. nee Groep 8 Blok 1 Les 9 Differentiatie TB E1 23 Extra opdracht Groep 8 Blok 1 Les 10 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Anthony en Brit houden een gesprek over babysitten. TB E Wat doet Anthony in het gesprek? TB E Wat is jouw mening over babysitten? WB E Kies samen een plaatje en kruis het aan. WB E Op elk plaatje staat een probleem. WB E Voer een gesprek over het probleem dat je hebt gekozen. TB E Voer een gesprek over het Jeugdjournaal. TB E Waar ben jij beter in? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 7

8 Groep 8 Blok 1 Les 10 Differentiatie TB E1 25 Extra opdracht Groep 8 Blok 1 Les 11 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Schrijf de zin over. nee TB E Kijk naar het overgebleven zinsdeel van nee opdracht 1. TB E Lees de zinnen. nee TB E Welk zinsdeel geeft antwoord op de vraag nee voor wie of aan wie? WB E Dit spel doe je met zijn tweeën of met zijn nee vieren. WB E Zet in de zinnen hieronder een golflijn onder het onderwerp. WB E Wie heeft gelijk? nee TB E Naar welk zinsdeel zijn deze kinderen op nee zoek? TB E Wat heb je geleerd? nee Groep 8 Blok 1 Les 11 Differentiatie TB E1 27 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 8

9 Groep 8 Blok 1 Les 12 Basisstof HL E Schrijven TB E Barend gaat een toneelstuk schrijven. TB E Schrijf op welke drie stappen Barend neemt om zijn toneelstuk te schrijven. TB E Bedenk een oplossing voor het probleem uit het toneelstuk van Barend. WB E Een bekende Nederlander wil een weekje rust. WB E Wat is het plan of probleem van de hoofdpersonen? WB E Schrijf een korte dialoog over je toneelstuk. WB E Bedenk enkele toneelaanwijzingen voor je toneelstuk en schrijf ze op. TB E Schrijf een kort verhaal over de bekende Nederlander die een weekje rust wil. TB E Hoe ging het schrijven van jouw podiumtekst? Groep 8 Blok 1 Les 12 Differentiatie TB E1 29 Extra opdracht Groep 8 Blok 1 Toets KB E 1-2 Blok 1 Toetstaak Groep 8 Blok 1 Herhalings- en plustaken KB E 4 Herhalingstaak 1: spreken/luisteren nee KB E 5 Herhalingstaak 2: spreken/luisteren nee KB E 6 Herhalingstaak 3: taalbeschouwing nee KB E 7 Herhalingstaak 4: taalbeschouwing nee TM T Taalkaarten TM K Kopieerbladen vraag aan je leraar TM C Computerbladen vraag aan je leraar =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 9

10 Groep 8 Blok 2 Les 1 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Rein. TB E Wat betekent de aanvang? nee TB E Schrijf in je schrift de dingen die je vandaag doet. WB E Bekijk het schema met informatie over de camping. WB E Bekijk het schema over de emigratie van Nederlanders. WB E Lees wat de uitdrukkingen betekenen. nee TB E Lees de uitnodiging. nee TB E Maak zelf een schema waarin het woord pauze voorkomt. nee Groep 8 Blok 2 Les 1 Differentiatie TB E1 31 Extra opdracht Groep 8 Blok 2 Les 2 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Kylian, Mira, Pim en Lidewij gaan samen iets vertellen over skiën. TB E Aan wat voor beeldmateriaal denken Kylian, nee Mira, Pim en Lidewij? TB E Welk beeldmateriaal kiezen ze? nee TB E Welk beeldmateriaal zou jij laten zien? WB E Hieronder staan vier onderwerpen voor een spreekbeurt. WB E Kruis aan welk beeldmateriaal je bij het vertellen kunt gebruiken. WB E Welk van het aangekruiste beeldmateriaal vind jij het meest geschikt voor je spreekbeurt? TB E Kies een ander onderwerp dat te maken heeft met de natuur. TB E Vond je het moeilijk om geschikt beeldmateriaal te bedenken? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 10

11 Groep 8 Blok 2 Les 2 Differentiatie TB E1 33 Extra opdracht Groep 8 Blok 2 Les 3 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E De meeste zelfstandige naamwoorden nee kunnen in het enkelvoud en in het meervoud staan. TB E Lees de tekst en let op de schuingedrukte nee woorden. TB E Sommige zelfstandige naamwoorden hebben een mannelijke en een vrouwelijke vorm. nee TB E Voor sommige zelfstandige naamwoorden kan nee zowel de als het staan. WB E Hieronder staat een tabel met kenmerken van zelfstandige naamwoorden. WB E Bekijk de tabel hierboven nog eens en nee beantwoord de vragen. TB E Zet de woorden in het meervoud. TB E Wat heb je geleerd? nee Groep 8 Blok 2 Les 3 Differentiatie TB E1 35 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 11

12 Groep 8 Blok 2 Les 4 Basisstof HL E Schrijven TB E Manon en Erik maken allebei een omslag voor hun werkstuk. TB E Wat doen manon en Erik hetzelfde als ze een nee omslag maken? TB E Wat doen ze anders? nee WB E Hieronder staan de mogelijke onderwerpen voor een werkstuk. WB E Bedenk voor de drie gekozen onderwerpen nee ideeën voor een omslag. TB E Kies één onderwerp uit je werkboek en maka hier een omslag voor. TB E Hoe ging het maken van een omslag? Groep 8 Blok 2 Les 4 Differentiatie TB E1 37 Extra opdracht Groep 8 Blok 2 Les 5 Basisstof HL E Woordenschat nee TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. nee TB E Wat zie je op het hartfilmpje? nee TB E Wat zie je op de röntgenfoto? nee TB E Waar kun je nog meer een röntgenfoto van nee maken? WB E Bekijk de foto en lees het bijschrift. nee WB E Kijk naar de tekening en maak de zin af. nee WB E Lees wat de twee woorden betekenen. nee TB E Lees wat de woorden betekenen. nee TB E Zoek in een krant of tijdschrift naar een plaatje nee dat de betekenis van een woord uitlegt. =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 12

13 Groep 8 Blok 2 Les 5 Differentiatie TB E1 39 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 2 Les 6 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Hilde gaat een spreekbeurt houden over thee. TB E Schrijf op wat Hilde en Bea doen. TB E Welk beeldmateriaal kiezen ze en waarom? TB E Welk beeldmateriaal zou jij kiezen als je zou vertellen over thee, en waarom? WB E Hiernaast staan twee onderwerpen voor een spreekbeurt. WB E Bedenk drie soorten beeldmateriaal dat je bij je spreekbeurt kunt gebruiken. WB E Maak een keuze uit je beeldmateriaal. WB E Wat kun je allemaal over je onderwerp vertellen met behulp van het gekozen beeldmateriaal. TB E Maak een plan van aanpak met de gegevens uit je werkboek. TB E Wat heb je geleerd? Groep 8 Blok 2 Les 6 Differentiatie TB E1 41 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 13

14 Groep 8 Blok 2 Les 7 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de tekst. TB E Lees de zinnen. TB E In de zinnen hieronder moet je telkens twee woorden vervangen. TB E Lees de zinnen en let op de schuingedrukte woorden. WB E Omcirkel alle persoonlijk voornaamwoorden. WB E Een broodjeaapverhaal is een verhaal dat verteld wordt alsof het echt is gebeurd. WB E Maak met elk persoonlijk voornaamwoord een nee zin. TB E Schrijf bij elke letter het persoonlijke voornaamwoord op. TB E Schrijf een kort verhaaltje van vijf regels. Groep 8 Blok 2 Les 7 Differentiatie TB E1 43 Extra opdracht Groep 8 Blok 2 Les 8 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Quentin heeft zijn werkstuk over vissen bijna nee klaar. TB E Wat zet Quentin allemaal in zijn inleiding? TB E Bedenk een reden waarom Quentin dit onderwerp heeft gekozen en schrijf hem op. WB E Bekijk de inhoud van het werkstuk over kauwgom en lees de twee inleidingen. WB E Bekijk de inhoud van het werkstuk over de woestijn. WB E Hieronder lees je drie inhouden van werkstukken. TB E Schrijf een inleiding voor het werkstuk dat je hebt gekozen in je werkboek. TB E Hoe ging het schrijven van een inleiding bij een werkstuk? nee =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 14

15 Groep 8 Blok 2 Les 8 Differentiatie TB E1 45 Extra opdracht Groep 8 Blok 2 Les 9 Basisstof HL E Woordenschat nee TB E Lees het verhaal over Roy. nee TB E Beschrijf de dageraad die Roy ziet. nee TB E Wat betekent vernemen? nee WB E Lees wat de woorden betekenen. nee WB E Kies een woord uit opdracht 4. nee TB E In de klas is plotseling het licht uitgevallen. nee TB E Bedenk drie woorden die je met beeldmateriaal kunt uitleggen. nee Groep 8 Blok 2 Les 9 Differentiatie TB E1 47 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 2 Les 10 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Geert gaat vertellen hoe mieren zich voortplanten. TB E Wat doet Geert voordat hij over zijn onderwerp vertelt? TB E Wat zou jij nog meer vertellen over mieren? WB E Hiernaast staan twee onderwerpen voor een spreekbeurt. WB E Kies een onderwerp en kruis het aan. WB E Maak een plan van aanpak. WB E Vertel elkaar om de beurt over je onderwerp. TB E Beschrijf kort hoe je spreekbeurt ging. =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 15

16 Groep 8 Blok 2 Les 10 Differentiatie TB E1 49 Extra opdracht Groep 8 Blok 2 Les 11 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Welk woord hoort op de puntjes? TB E Kijk nog eens naar de woorden die je hebt ingevuld bij opdracht 1. TB E Lees de zinnen. WB E Kleur in dit verhaal de bezittelijke voornaamwoorden geel. WB E Verander de zinnen zo, dat er een bezittelijk voornaamwoord in komt te staan. WB E Vul de vragende voornaamwoorden in. TB E Maak in je schrift drie rijtjes. TB E Schrijf de letters van de zinnen op. Groep 8 Blok 2 Les 11 Differentiatie TB E1 51 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 16

17 Groep 8 Blok 2 Les 12 Basisstof HL E Schrijven TB E Binnenkort moet Wouter zijn werkstuk over uilen inleveren. TB E Waar let Wouter op als hij zijn werkstuk mooi maakt? TB E Hoe zou jij dit werkstuk mooi maken? WB E Bekijk de verschillende lay-outs van hetzelfde werkstuk. WB E Schrijf op waarom je de aangekruiste lay-out goed vindt. TB E Maak een lay-out voor één bladzijde van een werkstuk. TB E Wat lukte goed bij het maken van een lay-out? Groep 8 Blok 2 Les 12 Differentiatie TB E1 53 Extra opdracht Groep 8 Blok 2 Toets KB E 1-2 Blok 2 Toetstaak Groep 8 Blok 2 Herhalings- en plustaken KB E 4 Herhalingstaak 1: schrijven nee KB E 5 Herhalingstaak 2: schrijven nee KB E 6 Herhalingstaak 3: taalbeschouwing nee KB E 7 Herhalingstaak 4: taalbeschouwing nee TM T Taalkaarten TM K vraag aan je Kopieerbladen leraar TM C vraag aan je Computerbladen leraar =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 17

18 Groep 8 Blok 3 Les 1 Basisstof HL E Woordenschat nee TB E Lees het verhaal over Sanne. nee TB E Wat is een appartement? nee TB E Bedenk hoe het appartement van Sanne en nee haar familie eruitziet. WB E Schrijf op wat het gekleurde woord betekent. nee WB E Schrijf op wat de gekleurde woorden nee betekenen. WB E Op de parkeerplaats staan nog meer nee transportmiddelen. TB E Lees verder over Sanne. nee TB E Hier zie je een plaatje van een rijtuig. nee Groep 8 Blok 3 Les 1 Differentiatie TB E1 55 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 3 Les 2 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Shailesh gaat iets vertellen over India. TB E Op welke drie manieren kan Shailesh iets over India vertellen? TB E Wat zou jij het liefst van Shailesh willen horen en waarom? WB E Hieronder staan vier onderwerpen waarover je iets kunt vertellen. WB E Beantwoord de volgende vragen. WB E Bedenk nog iets wat je over je onderwerp kunt vertellen. TB E Kies een ander onderwerp dat te maken heeft met reizen. TB E Welk onderdeel van de les vond je het moeilijkst? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 18

19 Groep 8 Blok 3 Les 2 Differentiatie TB E1 57 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Les 3 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de grap. nee TB E Bekijk de vormen en tijden van het werkwoord nee reizen. TB E Bekijk de vormen en tijden van verschillende nee werkwoorden. WB E Vul de goede persoonsvorm in. nee WB E Zet achter de zin tt als hij in tegenwoordige tijd staat. TB E Schrijf de zinnen hieronder op in de voltooide tijd. TB E Schrijf de letters op. nee Groep 8 Blok 3 Les 3 Differentiatie TB E1 59 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Les 4 Basisstof HL E Schrijven TB E Anke en haar ouders gaan vaak met de auto een dagje uit. TB E Wat doet Anke? TB E Schrijf een slot voor de tekst van Anke. WB E Bekijk de tekening en maak er een woordparaplu bij. WB E Bedenk twee zinnen bij je woordparaplu. WB E Maak een woordkast. WB E Bedenk twee zinnen bij je woordkast. TB E Schrijf de tekst bij de woordparaplu of de woordkast die je in je werkboek hebt gemaakt. TB E Waar heb jij voor gekozen in opdracht 8? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 19

20 Groep 8 Blok 3 Les 4 Differentiatie TB E1 61 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Les 5 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Sanne. nee TB E Wat betekent het rumoer? nee TB E Bedenk drie voorbeelden van situaties waarin nee het belangrijk is om geconcentreerd te zijn. WB E Schrijf op wat het gekleurde woord betekent. nee WB E Lees wat de twee woorden betekenen. nee WB E Lees wat de drie woorden betekenen. TB E Lees het verhaal over Rein. TB E Schrijf een korte tekst van ongeveer vijf regels. nee Groep 8 Blok 3 Les 5 Differentiatie TB E1 63 Extra opdracht nee =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 20

21 Groep 8 Blok 3 Les 6 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E In les 2 dacht Shailesh na over wat hij kon vertellen over India. TB E Yannick geeft twee tips aan Shailesh. TB E Waarom moet Shailesh een keuze maken? TB E Voor welk soort presentatie over India zou jij kiezen? WB E Hieronder staan twee onderwerpen. WB E Beantwoord de volgende vragen. WB E Maak een plan van aanpak. TB E Werk wat je gaat vertellen over jouw onderwerp verder uit, TB E Vind je het moeilijk om te kiezen wat je gaat vertellen? Groep 8 Blok 3 Les 6 Differentiatie TB E1 65 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Les 7 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de vier zinnen in het kader. TB E Lees de zinnen en let op het gezegde. TB E Lees de zin en beantwoord de vragen. WB E Onderstreep in elke zin het gezegde. WB E Kijk nog eens naar de zinnen van opdracht 4. TB E In de zinnen hieronder staan telkens twee persoonvormen. TB E Wat heb je geleerd? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 21

22 Groep 8 Blok 3 Les 7 Differentiatie TB E1 67 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Les 8 Basisstof HL E Schrijven TB E Cedric wil en tekst schrijven over auto's TB E Wat doet Cedric voor hij zijn tekst schrijft? TB E Bedenk twee zinnen bij het woordpad van Cedric. WB E Bekijk de foto's WB E Kies twee woorden uit je woordpad. WB E Kijk nog eens naar de foto's. TB E Schrijf een tekst over vliegen. TB E Hoe vond je het om een tekst te schrijven? Groep 8 Blok 3 Les 8 Differentiatie TB E1 69 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Les 9 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. nee TB E Wat betekent integendeel? nee TB E Teken een strip van twee plaatjes. nee WB E Schrijf op wat de gekleurde woorden betekenen. WB E Schrijf op wat de gekleurde uitdrukking betekent. WB E Lees wat de drie woorden betekenen. TB E Lees de tekst over Sanne en Rein. nee TB E Vind je het moeilijk? nee =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 22

23 Groep 8 Blok 3 Les 9 Differentiatie TB E1 71 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Les 10 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E In les 6 heeft Shailesh een plan van aanpak nee gemaakt. TB E Wat heeft Shailesh gedaan voordat hij een nee presentatie houdt? TB E Voor welk soort presentatie heeft Shailesh nee gekozen? WB E Hiernaast staan twee onderwerpen. WB E Maak een plan van aanpak. WB E Vertel elkaar om de beurt over je onderwerp. TB E Beschrijf kort hoe je presentatie ging. Groep 8 Blok 3 Les 10 Differentiatie TB E1 73 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Les 11 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de zinnen. TB E Lees de zin in het reisdagboek. TB E Alle werkwoorden in deze zinnen bestaan uit twee woorddelen. WB E Zet in elke zin een streep onder het gezegde. WB E Kijk nog eens naar de zinnen. TB E Je gaat bij dit spel vijf werkwoorden bij elkaar dobbelen. TB E Kies de zinnen die het best bij jou passen. =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 23

24 Groep 8 Blok 3 Les 11 Differentiatie TB E1 75 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Les 12 Basisstof HL E Schrijven TB E Kirsten is tijdens haar vakantie in Zuid- Frankrijk naar een kasteel op een hoge bergtop geweest. TB E Wat gebruikt Kirsten als voorbereiding? nee TB E Wat zou er in het woordpad van Kirsten nee kunnen staan? TB E Bedenk een titel en een slot. nee WB E Bekijk het woordweb. nee WB E Maak een woordparaplu en een woordkast. nee WB E Maak een woordpad. nee WB E Maak een woordpodium. nee TB E Schrijf een tekst. TB E Hoe vond je het? Groep 8 Blok 3 Les 12 Differentiatie TB E1 77 Extra opdracht Groep 8 Blok 3 Toets KB E 1-2 Blok 3 Toetstaak =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 24

25 Groep 8 Blok 3 Herhalings- en plustaken KB E 4 Herhalingstaak 1: spreken/luisteren nee KB E 5 Herhalingstaak 2: spreken/luisteren nee KB E 6 Herhalingstaak 3: taalbeschouwing nee KB E 7 Herhalingstaak 4: taalbeschouwing nee TM T Taalkaarten TM K Kopieerbladen vraag aan je leraar TM C Computerbladen vraag aan je leraar Groep 8 Blok 4 Les 1 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. TB E Hoe maken Sanne, Rein en Roy een nee woordkaart over hun opa's? TB E Maak een woordkaart over jouw opa's. nee WB E Lees wat de woorden betekenen. nee WB E Bekijk de woordkaart. nee WB E Bekijk de woordkaart. nee TB E Kijk in je aardrijkskunde- of geschiedenisboek. TB E Waarom is een woordkaart handig? Groep 8 Blok 4 Les 1 Differentiatie TB E1 79 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 25

26 Groep 8 Blok 4 Les 2 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Bekijk de plaatjes. TB E Bespreek de plaatjes. TB E Wat is er aan de hand? WB E Bekijk de plaatjes. nee WB E Hieronder staan twee situaties beschreven. nee WB E Lees het stukje uit het boek. TB E Je gaat tijdens het spreken letten op je houding en gebaren. TB E Is er een gebaar dat jij vaak maakt? Groep 8 Blok 4 Les 2 Differentiatie TB E1 81 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 4 Les 3 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de zinnen. TB E Kijk nog eens naar de zinnen. TB E Lees de zinnen. WB E Zet in de zinnen hieronder een golflijntje. WB E Vul in de zinnen hieronder de goede vorm in. WB E Lees de zinnen. TB E Maak nieuwe zinnen. TB E Kies de zinnen. Groep 8 Blok 4 Les 3 Differentiatie TB E1 83 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 26

27 Groep 8 Blok 4 Les 4 Basisstof HL E Schrijven TB E Femke wil een tekst schrijven. nee TB E Wat voor soort teksten kan Femke schrijven? nee TB E Bij elke tekstsoort denkt Femke na over nee dezelfde vraag. TB E Voor wie zou jij een tekst schrijven? nee WB E Hieronder staan drie onderwerpen. WB E Voor wie ga je de tekst schrijven? WB E Beantwoord de volgende vragen. TB E Kies een ander onderwerp. TB E Welke tekstsoort vind je makkelijk om te schrijven? Groep 8 Blok 4 Les 4 Differentiatie TB E1 85 Extra opdracht Groep 8 Blok 4 Les 5 Basisstof HL E Woordenschat nee TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. nee TB E Wat doen de kinderen met de foto's? nee TB E Maak een stamboom. nee WB E Lees wat de woorden betekenen. nee WB E Kies een woord uit opdracht 4. nee WB E Kies een ander woord uit opdracht 4. nee TB E Kijk in je aardrijkskunde- of geschiedenisboek. TB E Waaruit bestaat een woordkaart? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 27

28 Groep 8 Blok 4 Les 5 Differentiatie TB E1 87 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 4 Les 6 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E In de flat is het een drukte van belang. TB E Hoe wordt in de flat gesproken? WB E Bekijk de plaatjes. WB E Hieronder staan twee situaties beschreven. WB E Lees het stukje uit het boek. TB E Lees om de beurt de tekst uit je werkboek voor. TB E Hoe spreek jij meestal? Groep 8 Blok 4 Les 6 Differentiatie TB E1 89 Extra opdracht Groep 8 Blok 4 Les 7 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de zin. nee TB E Kijk nog eens naar de zinnen. nee TB E Bedenk twee zinnen met een mededeling. nee TB E Kijk naar de zinnen. nee TB E Schrijf de letters op. nee TB E Lees de zinnen. nee WB E Schrijf een R achter een zin als er een raad in staat. WB E Zeg het op een vriendelijker manier. WB E Wanneer bereik je meestal meer? nee TB E Lees de zinnen. nee TB E Schrijf de letters van de zinnen op. nee =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 28

29 Groep 8 Blok 4 Les 7 Differentiatie TB E1 91 Extra opdracht Groep 8 Blok 4 Les 8 Basisstof HL E Schrijven TB E In les 4 dacht Femke na over wat ze kon schrijven. TB E Wat bespreken Femke en Bart? nee TB E Welke tekstsoort kiest Femke? nee TB E Welke tekstsoort zou jij kiezen? WB E Hiernaast staan twee onderwerpen. WB E Beantwoord de volgende vragen. WB E Maak een plan van aanpak. TB E Werk in de korte zinnen jouw onderwerp verder uit. TB E Wat vind je het moeilijkst? Groep 8 Blok 4 Les 8 Differentiatie TB E1 93 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 29

30 Groep 8 Blok 4 Les 9 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. nee TB E Wat voor woordkaarten maken Sanne, Roy en nee Rein? TB E Wat voor soort woordkaart kun je nog meer nee maken? WB E Lees wat de woorden betekenen. WB E Kies een woord uit opdracht 4. nee WB E Kies een ander woord uit opdracht 4. nee TB E Maak een woordkaart over jezelf. nee TB E Noem één ding dat je moeilijk vindt en één ding dat je makkelijk vindt. nee Groep 8 Blok 4 Les 9 Differentiatie TB E1 95 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 4 Les 10 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Een aantal kinderen is aan het woord. nee TB E Schrijf de letters van de plaatjes op. nee TB E Kies een van de plaatjes en speel de situatie nee na. WB E Hieronder staan vier gevoelens. WB E Je gaat straks onderstaande tekst voorlezen. WB E Lees om de beurt de tekst voor. TB E Vond je dat het stemgebruik en de lichaamstaal iets toevoegden? Groep 8 Blok 4 Les 10 Differentiatie TB E1 97 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 30

31 Groep 8 Blok 4 Les 11 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de tekst. TB E De zinnen hieronder bestaan eigenlijk allemaal uit twee zinnen. TB E Lees de zinnen. TB E Lees de zinnen. WB E Maak van twee zinnen één zin. WB E Vul steeds het goede voorvoegsel in. TB E Maak steeds van twee zinnen één zin. TB E Schrijf de zinnen op. Groep 8 Blok 4 Les 11 Differentiatie TB E1 99 Extra opdracht Groep 8 Blok 4 Les 12 Basisstof HL E Schrijven TB E In les 8 heeft Femke besloten dat ze een nee doetekst gaat schrijven. TB E Blader nog eens terug naar les 8. nee TB E Waarom is het handig dat Femke een plan nee van aanpak heeft gemaakt? WB E Hiernaast staan twee onderwerpen waarover je een tekst kunt schrijven. WB E Kies een onderwerp. WB E Maak een plan van aanpak. WB E Heb je gekozen voor een weettekst? TB E Schrijf een tekst over het onderwerp. TB E Beschrijf kort hoe het schrijven van je tekst ging. =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 31

32 Groep 8 Blok 4 Les 12 Differentiatie Extra opdracht Groep 8 Blok 4 Toets KB E 1-2 Blok 4 Toetstaak Groep 8 Blok 4 Herhalings- en plustaken KB E 4 Herhalingstaak 1: schrijven nee KB E 5 Herhalingstaak 2: schrijven nee KB E 6 Herhalingstaak 3: taalbeschouwing nee KB E 7 Herhalingstaak 4: taalbeschouwing nee TM T Taalkaarten TM K Kopieerbladen vraag aan je leraar TM C Computerbladen vraag aan je leraar Groep 8 Blok 5 Les 1 Basisstof HL E Woordenschat TB E2 6 1 Lees het verhaal over Roy. nee TB E2 6 2 De schuingedrukte woorden bestaan allemaal nee uit twee of meer stukjes. TB E2 6 3 Bedenk nog drie woorden. nee WB E2 7 4 Verdeel de woorden in stukjes. WB E2 7 5 Lees de samenvoegingen. WB E2 1 6 Schrijf minstens vier samenvoegingen op met het woord boek. TB E2 7 7 Het woord onweerstaanbaar kun je in drie stukjes verdelen. TB E2 7 8 Schrijf de zin op. nee Groep 8 Blok 5 Les 1 Differentiatie TB E2 7 Extra opdracht nee =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 32

33 Groep 8 Blok 5 Les 2 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E2 8 1 Rutger is op zoek naar een podiumtekst. TB E2 8 2 Uit welke drie soorten podiumtekst kan Rutger kiezen? TB E2 8 3 Hoe bereidt Rutger de presentatie van zijn podiumtekst voor? WB E2 2 4 Lees het verhaal. nee WB E2 2 5 Lees het gedicht. nee WB E2 2 6 Bekijk de strip. nee TB E2 9 7 Zoek een podiumtekst die je kunt presenteren. TB E2 9 8 Schrijf de zin op. Groep 8 Blok 5 Les 2 Differentiatie TB E2 9 Extra opdracht Groep 8 Blok 5 Les 3 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees het verhaal zonder naar de woordenlijst te kijken. TB E Lees de zinnen. TB E Lees de zinnen. TB E Lees eerst wat de kinderen vertellen. WB E2 3 5 Hieronder staan woorden die in België worden gebruikt. WB E2 3 6 Soms worden woorden uit een andere taal in het Nederlands verkeerd gebruikt. TB E Schrijf Engelse woorden op die we ook in het Nederlands gebruiken. TB E Sommige mensen vinden dat er in het Nederlands geen woorden uit andere talen gebruikt mogen worden. =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 33

34 Groep 8 Blok 5 Les 3 Differentiatie TB E2 11 Extra opdracht Groep 8 Blok 5 Les 4 Basisstof HL E Schrijven TB E Evelien wil iets leuks gaan doen tijdens de nee weeksluiting. TB E Wat voor soorten podiumteksten kan Evelien nee schrijven? TB E Wat doet Evelien als ze een tekstsoort heeft nee gekozen? TB E Bedenk een stuk van een dialoog voor nee Eveliens toneelstuk. WB E2 4 5 Hieronder staan drie onderwerpen. WB E2 4 6 Bedenk de eerste twee regels van een gedicht. WB E2 4 7 Bedenk een hoofdpersoon. WB E2 4 8 Bedenk de eerste regel van je toneelstuk. WB E2 4 9 Je gaat voor een van je podiumteksten een plan van aanpak maken. TB E Maak een plan van aanpak. TB E Is het gelukt om een plan van aanpak te maken? Groep 8 Blok 5 Les 4 Differentiatie tb E2 13 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 34

35 Groep 8 Blok 5 Les 5 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Rein. nee TB E Wat betekent de uitdrukking? nee TB E Bedenk een andere zin met deze uitdrukking. nee WB E2 5 4 Trek een lijn tussen de uitdrukkingen en de WB E2 5 5 Lees de tekst. WB E2 5 6 Lees wat de uitdrukkingen betekenen. TB E Lees wat het spreekwoord betekent. TB E In teksten worden soms uitdrukkingen of spreekwoorden gebruikt. Groep 8 Blok 5 Les 5 Differentiatie TB E2 15 Extra opdracht Groep 8 Blok 5 Les 6 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Imke, Chiel, Joris en Naïma voeren een podiumtekst op. TB E Geef Imke en Chiel advies. TB E Bedenk toneelaanwijzingen voor Joris en Naïma. WB E2 6 4 Bekijk eerst de tekening. WB E2 6 5 Bedenk hoe je het verhaal bij het plaatje wilt vertellen. WB E2 6 6 Bedenk hoe je het toneelstuk bij het plaatje wilt spelen. WB E2 6 7 Bedenk hoe je het gedicht voordraagt. WB E2 6 8 Je gaat het gedicht voordragen. TB E Beschrijf kort hoe je presentatie ging. =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 35

36 Groep 8 Blok 5 Les 6 Differentiatie TB E2 17 Extra opdracht Groep 8 Blok 5 Les 7 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees wat Jamie zegt en beantwoordt de vragen. TB E Tussen twee woorden staat altijd een spatie. TB E Sommige woorden zijn als je ze goed bekijkt erg grappig. TB E Wat is er bijzonder aan de woorden die hieronder staan? TB E Met woorden kun je letter- en cijferraadsels maken. WB E2 7 6 Bedenk grappige omschrijvingen voor de volgende woorden. WB E2 7 7 In elke zin zit de naam van een dier verborgen. WB E2 7 8 Lees de zin. TB E Wat staat hier? TB E Bedenk zelf ook drie letter- of cijferraadsels. TB E Zoek uit elke doos een woorddeel. TB E Welk woordspel vind jij het leukst? Groep 8 Blok 5 Les 7 Differentiatie TB E2 19 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 36

37 Groep 8 Blok 5 Les 8 Basisstof HL E Schrijven TB E Alain gaat een podiumtekst schrijven over nee rovers. TB E Wat doet Alain voor hij de tekst schrijft? nee TB E Voor welke tekstsoort heeft Alain gekozen? nee TB E Wat voor podiumtekst zou jij schrijven? nee WB E2 8 5 Hieronder staan twee onderwerpen. WB E2 8 6 Kies een onderwerp. WB E2 8 7 Maak een plan van aanpak. TB E Schrijf een podiumtekst over het onderwerp. TB E Beschrijf kort hoe het schrijven ging. Groep 8 Blok 5 Les 8 Differentiatie TB E2 21 Extra opdracht Groep 8 Blok 5 Toets KB E 1-2 Blok 5 Toetstaak Groep 8 Blok 5 Herhalings- en plustaken KB E 4 Herhalingstaak 1: spreken/luisteren nee KB E 5 Herhalingstaak 2: spreken/luisteren nee KB E 6 Herhalingstaak 3: taalbeschouwing nee KB E 7 Herhalingstaak 4: taalbeschouwing nee TM T Taalkaarten TM K Kopieerbladen vraag aan je leraar TM C Computerbladen vraag aan je leraar =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 37

38 Groep 8 Blok 6 Les 1 Basisstof HL E Woordenschat nee TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. nee TB E Wat betekent invalide? nee TB E Schrijf een korte tekst. nee WB E2 9 4 Lees de tekst. nee WB E2 9 5 Lees de tekst. nee WB E2 9 6 Lees wat de woorden betekenen. nee TB E Lees de tekst. nee TB E Schrijf de zin op. nee Groep 8 Blok 6 Les 1 Differentiatie TB E2 23 Extra opdracht nee Groep 8 Blok 6 Les 2 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Lindsey moet morgen in de klas debatteren over vechtsporten. TB E Hoe bereidt Lindsey het debat voor? TB E Ben jij het eens met Lindsey? WB E Lees de drie stellingen. TB E Kies een stelling. TB E Wat vind je makkelijker? Groep 8 Blok 6 Les 2 Differentiatie TB E2 25 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 38

39 Groep 8 Blok 6 Les 3 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de dierennamen op de bordjes. nee TB E Lees de dierennamen in het meervoud. nee TB E Bekijk de meervouden. nee TB E Bekijk de woordenlijst. nee TB E Hoe wordt het meervoud van deze woorden nee gemaakt? TB E Met deze meervouden is ook iets aan de nee hand. WB E Waar moet je op letten? nee WB E Vul de meervoudsvormen in. TB E Schrijf van elk woord het meervoud op. TB E Schrijf de letters op. nee Groep 8 Blok 6 Les 3 Differentiatie TB E2 27 Extra opdracht Groep 8 Blok 6 Les 4 Basisstof HL E Schrijven TB E Oskar gaat iets schrijven. nee TB E Hoe bereidt Oskar het schrijven van zijn tekst nee voor? TB E Wat zou jij over mobieltjes schrijven? nee WB E Kies een onderwerp. WB E Hoe wil jij de informatie uit je woordweb ordenen? WB E Kijk nog eens goed naar hoe je de informatie hebt geordend. TB E Kies een van de onderwerpen hiernaast. TB E Welke stap vind je het moeilijkst? Groep 8 Blok 6 Les 4 Differentiatie TB E2 29 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 39

40 Groep 8 Blok 6 Les 5 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal. nee TB E Wat betekent typisch? nee TB E Wat is typisch jou? nee WB E Lees de tekst. nee WB E Zoek de betekenis. nee WB E Op de foto zie je een school vissen. nee TB E Lees de tekst. nee TB E Wat vind jij de fijnste manier om een woord te vinden? nee Groep 8 Blok 6 Les 5 Differentiatie TB E2 31 Extra opdracht Groep 8 Blok 6 Les 6 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Groep 8 gaat debatteren. TB E De kinderen reageren op de stelling. TB E Wie zijn de voorstanders van de stelling? nee TB E Met welke kinderen ben jij het eens? WB E Deze opdracht doe je met ene groepje. WB E Kies voor elk debat een gespreksleider. WB E Voer twee debatten. TB E Hoe verliepen de twee debatten? Groep 8 Blok 6 Les 6 Differentiatie TB E2 33 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 40

41 Groep 8 Blok 6 Les 7 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de twee spreekwoorden. TB E Lees de twee spreekwoorden. TB E Lees de spreekwoorden en uitdrukkingen. WB E Zoek twee spreekwoorden of uitdrukkingen. WB E Zoek twee spreekwoorden of uitdrukkingen. WB E Hier is de letterlijke betekenis van een spreekwoord getekend. TB E Maak de spreekwoorden af. TB E Kies twee zinnen. Groep 8 Blok 6 Les 7 Differentiatie TB E2 35 Extra opdracht Groep 8 Blok 6 Les 8 Basisstof HL E Schrijven TB E In les 4 heeft Oskar de hoofdgedachte van zijn nee tekst bepaald. TB E Hoe pakt Oskar het schrijven van zijn tekst nee aan? TB E Oskars tekst begint met een inleiding. nee WB E In les 4 heb je een onderwerp voor je tekst gekozen. WB E Schrijf de inleiding voor je tekst. WB E Wat ga je in elke alinea over het onderwerp schrijven? WB E Bespreek met je buur. TB E Schrijf een tekst over het onderwerp. TB E Welk onderdeel vind jij het lastigst? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 41

42 Groep 8 Blok 6 Les 8 Differentiatie TB E2 37 Extra opdracht Groep 8 Blok 6 Toets KB E 1-2 Blok 6 Toetstaak Groep 8 Blok 6 Herhalings- en plustaken KB E 4 Herhalingstaak 1: schrijven nee KB E 5 Herhalingstaak 2: schrijven nee KB E 6 Herhalingstaak 3: taalbeschouwing nee KB E 7 Herhalingstaak 4: taalbeschouwing nee TM T Taalkaarten TM K Kopieerbladen vraag aan je leraar TM C Computerbladen vraag aan je leraar Groep 8 Blok 7 Les 1 Basisstof HL E Woordenschat nee TB E Lees het verhaal over Roy en Sylvie. nee TB E Wat is een tatoeage? nee TB E Teken iemand met een tatoeage. nee WB E Lees wat de gekleurde woorden betekenen. nee WB E Kies een ander woord uit opdracht 4. nee WB E Kies weer een ander woord uit opdracht 4. nee TB E Lees wat de woorden betekenen. nee TB E Bedenk een bijnaam voor jezelf. nee Groep 8 Blok 7 Les 1 Differentiatie TB E2 39 Extra opdracht nee =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 42

43 Groep 8 Blok 7 Les 2 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Bij Erik in de klas moeten de kinderen om de nee beurt een spreekbeurt houden. TB E Hoe bereidt Erik zich voor op zijn nee spreekbeurt? TB E Welk muzikaal onderwerp zou jij kiezen voor een spreekbeurt en waarom? nee WB E Kies twee onderwerpen voor een spreekbeurt. WB E Schrijf één ding op dat je al weet over onderwerp 1. WB E Stel, je gaat iemand interviewen. WB E Bedenk welk beeld- of geluidsmateriaal je kunt gebruiken. TB E Maak een keuze tussen onderwerp 1 en 2. TB E Wat vind je het leukste onderdeel van de voorbereiding van een spreekbeurt? Groep 8 Blok 7 Les 2 Differentiatie TB E2 41 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 43

44 Groep 8 Blok 7 Les 3 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de twee teksten. nee TB E Lees de twee teksten en beantwoord de nee vragen. TB E Lees de zinnen en beantwoord de vragen. nee WB E Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in. nee WB E Zet een dubbele streep onder de nee persoonsvorm. WB E Zet een dubbele streep onder de persoonsvorm. nee WB E Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd nee in. TB E Zet de zinnen in de toekomende tijd. TB E Schrijf de letters op. Groep 8 Blok 7 Les 3 Differentiatie TB E2 43 Extra opdracht Groep 8 Blok 7 Les 4 Basisstof HL E Schrijven TB E Juliëtte wil een tekst schrijven. TB E Welke vier mogelijkheden heeft Juliëtte? TB E Welke opbouw kiest Juliëtte? TB E Schrijf op welke opbouw jij zou kiezen. WB E Hieronder staan twee onderwerpen. WB E Hieronder staan vier mogelijkheden. WB E Welke opbouw zou jij kiezen? TB E Maak een plan van aanpak. TB E Is het je gelukt om een plan van aanpak te maken? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 44

45 Groep 8 Blok 7 Les 4 Differentiatie TB E2 45 Extra opdracht Groep 8 Blok 7 Les 5 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. TB E Wat betekent het taboe? TB E Is er bij jou thuis ook een taboe? WB E Lees wat de woorden betekenen. nee WB E Kies een woord uit opdracht 4. nee WB E Kies een ander woord uit opdracht 4. nee WB E Kies weer een ander woord uit opdracht 4. nee TB E Improviseren betekent iets doen zonder er van nee tevoren over na te denken. TB E Wat vind je? nee Groep 8 Blok 7 Les 5 Differentiatie TB E2 47 Extra opdracht nee =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 45

46 Groep 8 Blok 7 Les 6 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Erik heeft ter voorbereiding op zijn nee spreekbeurt al een onderwerp gekozen. TB E Wat doet Erik? nee TB E Erik is nog niet klaar met de inhoudsopgave. nee WB E Kies een onderwerp voor een spreekbeurt. WB E Bedenk twee dingen die jij zeker zou vertellen. WB E Wat zou je meenemen naar school? WB E Bedenk iets wat je op het bord kunt schrijven. TB E Maak een schema of inhoudsopgave. TB E Wat gebruik je liever? Groep 8 Blok 7 Les 6 Differentiatie TB E2 49 Extra opdracht Groep 8 Blok 7 Les 7 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de tekst en bekijk de tekening. TB E Tegen iemand die lacht en een slecht gebit heeft, kun je zeggen. TB E Lees de tekst. TB E Lees de tekst en beantwoord de vragen. WB E De moeder van Eline gebruikt ironie. nee WB E Lees wat er gezegd wordt. TB E Beschrijf op een ironische manier hoe Son eruitziet. TB E Welke ironische opmerkingen maak jij zelf weleens? =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 46

47 Groep 8 Blok 7 Les 7 Differentiatie TB E2 51 Extra opdracht Groep 8 Blok 7 Les 8 Basisstof HL E Schrijven TB E Juliëtte heeft haar tekst over het theater klaar. TB E Voor welke opbouw heeft Juliëtte gekozen? TB E Vind je de opbouw van Juliëttes tekst duidelijk? WB E In les 4 heb je een onderwerp gekozen. WB E Als je een nieuw onderwerp hebt bedacht. WB E Maak een plan van aanpak voor je tekst. TB E Schrijf met behulp van je plan van aanpak een tekst. TB E Hoe ging het schrijven van je tekst? Groep 8 Blok 7 Les 8 Differentiatie TB E2 53 Extra opdracht Groep 8 Blok 7 Toets KB E 1-2 Blok 7 Toetstaak =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 47

48 Groep 8 Blok 7 Herhalings- en plustaken KB E 4 Herhalingstaak 1: spreken/luisteren nee KB E 5 Herhalingstaak 2: spreken/luisteren nee KB E 6 Herhalingstaak 3: taalbeschouwing nee KB E 7 Herhalingstaak 4: taalbeschouwing nee TM T Taalkaarten TM K Kopieerbladen vraag aan je leraar TM C Computerbladen vraag aan je leraar Groep 8 Blok 8 Les 1 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Sanna, Rein en Roy. nee TB E Hoe probeert Sanne achter de betekenis van nee het woord te komen? TB E Wat vind jij de makkelijkste manier? nee WB E Lees de tekst. TB E Schrijf een korte tekst over een aanhanger. nee TB E Vind je het afleiden van de betekenis van woord moeilijk? nee Groep 8 Blok 8 Les 1 Differentiatie TB E2 55 Extra opdracht nee =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 48

49 Groep 8 Blok 8 Les 2 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Emily moet een presentatie houden over later. nee TB E Welke twee vragen stelt Emily zichzelf? nee TB E Hoe bereidt Emily zich voor op de presentatie? nee WB E Kies een onderwerp. WB E Beantwoord de volgende vragen. WB E Beantwoord de volgende vragen. WB E Kies één presentatievorm. WB E Lees de zinnen. TB E Maak een plan van aanpak. TB E Welke presentatievorm vind jij het leukst om te doen? Groep 8 Blok 8 Les 2 Differentiatie TB E2 57 Extra opdracht Groep 8 Blok 8 Les 3 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de tekst. nee TB E Lees de tekst. nee TB E Lees de tekst. nee WB E In deze tekst staan de volgende woordsoorten. WB E Lees de zinnen. WB E Hieronder staan Engelse woorden. TB E Bedenk een 1 aprilgrap. TB E Lees de vragen =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 49

50 Groep 8 Blok 8 Les 3 Differentiatie TB E2 59 Extra opdracht Groep 8 Blok 8 Les 4 Basisstof HL E Schrijven TB E Karim moet iets schrijven over het onderwerp nee tijd. TB E Karim kiest uiteindelijk voor een gedicht. nee TB E Wat voor tekstsoort zou jij kiezen? nee WB E Hieronder staan twee onderwerpen. WB E Kies het doel van je tekst. WB E Welke tekstsoort is geschikt voor jouw doel? WB E Wat is de doelgroep van jouw tekst? WB E Maak notities voor het schrijven van jouw tekst. TB E Maak een plan van aanpak. TB E Welke tekstsoort vind jij het leukst om te schrijven? Groep 8 Blok 8 Les 4 Differentiatie TB E2 61 Extra opdracht =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 50

51 Groep 8 Blok 8 Les 5 Basisstof HL E Woordenschat TB E Lees het verhaal over Sanne, Rein en Roy. nee TB E Wat doen Rein, Sanne en Roy? nee TB E Wat kun je nog meer doen? nee WB E Lees wat de woorden betekenen. WB E Kies een woord uit opdracht 4. nee WB E Kies een ander woord uit opdracht 4. nee WB E Kies weer een ander woord uit opdracht 4. TB E Kies een ander woord uit opdracht 4. nee TB E Vind jij het moeilijk om de betekenis van woorden te onthouden? nee Groep 8 Blok 8 Les 5 Differentiatie TB E2 63 Extra opdracht Groep 8 Blok 8 Les 6 Basisstof HL E Spreken/luisteren TB E Vandaag houdt Emily haar presentatie over nee later. TB E Volgt Emily haar plan van aanpak? nee TB E Geef Emily advies over het gebruik van nee beeldmateriaal. TB E Bedenk iets wat je Emily nog zou kunnen nee vragen over het beardenhuis. WB E Hieronder staan twee onderwerpen. WB E Maak een plan van aanpak. WB E Houd je presentatie voor je buur. TB E Beschrijf hoe je presentatie ging. =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 51

52 Groep 8 Blok 8 Les 6 Differentiatie TB E2 65 Extra opdracht Groep 8 Blok 8 Les 7 Basisstof HL E Taalbeschouwing TB E Lees de drie zinnen. TB E Lees de tekst. TB E Onze taal verandert. WB E Speel het zinsdelen spel. TB E Bedenk een tekst van vijf zinnen. TB E Schrijf op welke zinsdelen je gemakkelijk vindt om te herkennen. Groep 8 Blok 8 Les 7 Differentiatie TB E2 67 Extra opdracht Groep 8 Blok 8 Les 8 Basisstof HL E Schrijven TB E Karim gaat een gedicht schrijven. TB E Wat doet Karim? TB E Wat vind je van het gedicht van Karim? WB E Hieronder staan twee onderwerpen. WB E Als je een nieuw onderwerp hebt gekozen. WB E Maak een plan van aanpak. TB E Schrijf de tekst over het onderwerp dat je hebt gekozen. TB E Beschrijf kort hoe het schrijven van je tekst ging. =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 52

53 Groep 8 Blok 8 Les 8 Differentiatie TB E2 69 Extra opdracht Groep 8 Blok 8 Toets KB E 1-2 Blok 8 Toetstaak Groep 8 Blok 8 Herhalings- en plustaken KB E 4 Herhalingstaak 1: schrijven nee KB E 5 Herhalingstaak 2: schrijven nee KB E 6 Herhalingstaak 3: taalbeschouwing nee KB E 7 Herhalingstaak 4: taalbeschouwing nee TM T Taalkaarten TM K Kopieerbladen vraag aan je leraar TM C Computerbladen vraag aan je leraar =meedoen met groep, Ok=(goed)gedaan 53