Uitvoeringsprogramma Fysiek Domein

Transcriptie

1 Uitvoeringsprogramma Fysiek Domein Regio Gooi en Vechtstreek Ons kenmerk: Datum: 14 april 2016 Contactpersoon: Igor Meuwese / Marijn den Uijl Fysiekdomein@regiogv.nl

2 INHOUD 1 Inhoudelijke programmering Inleiding Programma s als vertrekpunt voor regionale samenwerking Programma s op inhoud Programma Fysiek Domein Programma Milieu & Duurzaamheid Programma Ruimte & Mobiliteit Programma Economie & Innovatie Programma Cultuur & Erfgoed, Recreatie & Toerisme Samenwerkingsmodel, sturing & proces De gemeenten de samenwerkingsagenda en de begroting Het portefeuillehoudersoverleg & het uitvoeringsprogramma Overlegstructuur Fysiek Domein Ontwikkelgedeelte van het uitvoeringsprogramma Financiën Programmabegroting 2016 & Financiële richtlijnen RSA Uitgangspunten Voorziening RSA Spelregels Inzet RSA-voorziening Innovatie budget Uitvoeringsprogramma (projecten in uitvoering) Bijlagen Bijlage 1. Sturingsmodel Programma Fysiek Domein Bijlage 2. Ambtelijke opzet/taakverdeling Bijlage 3. Overlegstructuur Fysiek Domein Bijlage 4. Bestuurlijke (boven-)regionale vertegenwoordiging Bijlage 5. Samenhang met (boven-)regionale gremia en ontwikkelingen Pagina 2 van 30

3 1 Inhoudelijke programmering 1.1 Inleiding De Regio werkt voor inwoners en met gemeenten op een divers aantal taken binnen regio Gooi en Vechtstreek. Met het vaststellen van de Regionale Samenwerkingsagenda (RSA) wordt de rol als opdrachtgever nog specifieker door de gemeenten ingevuld. De RSA is het sturingsinstrument van de gemeenteraden waarmee de agenda voor de regionale samenwerking op een strategisch niveau wordt vormgegeven. Het geeft de politiek-bestuurlijke agenda voor deze regio focus en richting. De onderwerpen vanuit de RSA hebben dan ook uiteraard een plek gevonden in dit uitvoeringsprogramma Fysiek Domein. Tegelijkertijd is de samenwerking tussen gemeenten op het Fysiek Domein (FD) breder en op veel onderdelen al belegd binnen de kaders van de begroting van de Regio. Het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein brengt dit brede scala aan onderwerpen in beeld. Juist omdat ze de meer strategische uitgangspunten van de RSA ondersteunen en laten zien wat er op regionaal niveau al in gezamenlijkheid gebeurt. Het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein heeft als doel om via belangbehartiging, onderzoek, projecten, coördinatie en regie op gezamenlijke uitvoering de kracht, de eigenheid, identiteit van regio Gooi en Vechtstreek te versterken, te verdiepen, en waar nodig te behouden. De basis voor het uitvoeringsprogramma is de identiteit van regio Gooi en Vechtstreek: Groen, creatief, monumentaal Gooi en Vechtstreek is een ondernemende regio waarbinnen een hoge kwaliteit van leven en zorg centraal staat. Het gebied kenmerkt zich als een groenblauwe oase met een innovatief klimaat in een monumentale omgeving. Gooi en Vechtstreek is strategisch gelegen tussen Amsterdam, Almere, Amersfoort en Utrecht en kent een diversiteit aan landschap, cultuurhistorie en creativiteit. Daarmee is het een aantrekkelijk vestigingsgebied met een hoog voorzieningenniveau. Gooi en Vechtstreek, een unieke combinatie van wonen, werken en welzijn: groen, creatief, monumentaal. De gemeenten zijn opdrachtgever en de Regio is opdrachtnemer van de onderwerpen die zijn beschreven in het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein. Het realiseren van een sterk en volledig uitvoeringsprogramma Fysiek Domein is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten en van de Regio. De Regio heeft veelal een signalerende, coördinerende en ondersteunende rol. Het uitvoeringsprogramma geeft aan op welke onderdelen deze taak bij de Regio ligt of bij de gemeenten is belegd. Op basis van het uitvoeringsprogramma kan de gemeentelijke capaciteit met betrekking tot regionale zaken efficiënter worden benut. De GAD heeft daarnaast een belangrijke uitvoerende rol binnen het Fysiek Domein, betreffende inzameling en hergebruik van grondstoffen. 1.2 Programma s als vertrekpunt voor regionale samenwerking Het uitvoeringsprogramma is ontwikkeld om de gezamenlijke programmatische aanpak te versterken en verder vorm te geven. Hiermee wordt tegelijkertijd een aantal meer organisatorische doelen gediend: 1. De regionale samenwerking effectiever en efficiënter inrichten en opereren in de richting van de uitvoeringstaken zowel lokaal als regionaal. 2. De regionale samenwerking (beleid & uitvoering) eenvoudig en eenduidig aan laten sturen door de regiogemeenten. Dit door het versterken van de positie van het portefeuillehoudersoverleg Fysiek Domein, op basis van het stuurgroepenmodel, conform het model Sociaal Domein. 3. De regionale samenwerking slagvaardig uitoefenen richting regionale, bovenregionale en landelijke partners. Pagina 3 van 30

4 Op basis van het bovenstaande wordt gekozen om de programmatische werkwijze per programma te uniformeren. Dit houdt in dat elk programma op eenzelfde opbouw wordt ingevuld. Dit betekent niet dat binnen elk programma de verhoudingen hetzelfde liggen, sommige programma s hebben een meer strategische insteek, andere programma s hebben een sterker operationeel karakter. Er wordt onderscheid gemaakt tussen strategische vraagstukken, die zich in algemene zin laten kenmerken door interventies en acties op het gebied van belangenbehartiging, (visie)ontwikkeling, onderzoek en kennisontwikkeling. Daarnaast zijn er projecten die juist vragen om gezamenlijke coördinatie. 1.3 Programma s op inhoud In dit hoofdstuk worden de programma s op hoofdlijnen beschreven. Het gaat in deze beschrijvingen om de strategische vraagstukken en ontwikkelingen die binnen de programma s spelen. Onderwerpen zoals bereikbaarheid en (economische) ontwikkeling vragen bij uitstek om een brede blik. Op sommige onderwerpen c.q. vraagstukken kunnen concrete antwoorden met elkaar geformuleerd worden. Op andere thema's is het nodig om onderwerpen te verkennen en kansen te signaleren binnen en buiten de regio. 1.4 Programma Fysiek Domein Het gaat in dit deelprogramma Fysiek Domein om de integrale opgaven waarbij verbinding en samenhang tussen thema s van belang is en onderwerpen die om regionale sturing vragen. Op dit moment spelen twee bovenregionale ontwikkelingen die regionale positionering vragen. 1. Metropoolregio Amsterdam (MRA): De samenwerking in MRA-verband wordt in 2017 en 2018 verder geïntensiveerd, waarbij vanuit Gooi en Vechtstreek de zwaartepunten liggen op het versterken van de creatieve sector, verbeteren van de bereikbaarheid (multimodaal), circulaire economie en projecten op het vlak van cultuur, erfgoed, toerisme en recreatie. Als deelregio binnen de MRA en als verbindende schakel naar Utrecht, Amersfoort en Almere heeft de regio een bijzondere positie. Bovenregionale samenwerking en belangbehartiging zijn essentieel en vormen prioriteit. 2. MIRT Oostkant Amsterdam (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport): Regio Gooi en Vechtstreek is samen met provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, Regio Amersfoort en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu opdrachtgever van het brede integrale MIRT-onderzoek. Deze trajecten vragen om richting en positie vanuit Gooi en Vechtstreek. Input komt voort uit de identiteit en ambities van de gemeenten en regionale partners. Daarnaast zijn er andere ontwikkeling die om regionale aandacht en coördinatie vragen, zoals de nieuwe omgevingswet. Dit wordt het integrale wettelijke kader voor beheer en ontwikkeling in de fysieke leefomgeving. Er zijn in de regio op het Fysiek Domein een aantal organisatievraagstukken die om sturing en regie vragen. Daarvoor is positiebepaling door gemeenten van de organisatie van het Fysiek Domein nodig: GNR, Stichting Goois Erfgoed, Geopark en andere bovenlokale ontwikkelingen. Doel van deze positiebepaling is om sturingsvraagstukken ter vereenvoudigen, efficiëntie en effectieve in de uitvoering te realiseren en publieke en private financiering mogelijk te maken met aandacht voor het maatschappelijk draagvlak. In het verlengde hiervan ligt het organiseren van verdienmodellen. De regionale samenwerking moet zich sterker dan voorheen richten op subsidiemogelijkheden op Europees, Rijks en Provinciaal niveau en/of private fondsen. Tot slot verbindt het programma Fysiek Domein zich ook met de ontwikkelingen binnen het Sociaal Domein. Bijvoorbeeld in de relatie met wonen, met betrekking tot voorzieningen, de publieke gezondheid, het onderwijs, cultuureducatie, participatie en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Ook de Regionale Samenwerkingsagenda roept op tot deze verbindingen. Pagina 4 van 30

5 1.5 Programma Milieu & Duurzaamheid De druk op het milieu en daarmee onze leefomgeving neemt nog altijd toe, grondstoffen schaarste dreigt. Voor een gezonde toekomstbestendige ontwikkelomgeving voor huidige en toekomstige bewoners is een nieuwe economie nodig gebaseerd op duurzame kringlopen, energie en productiemethoden. De circulaire economie staat Europees, landelijk en in MRA-verband hoog op de agenda en biedt kansen voor werkgelegenheid en innovaties. Innovatieve manieren om grondstoffen te winnen uit afval en biomassa te oogsten, spelen net als repair, product- en materialenhergebruik en upcyling, een belangrijke rol in de nieuwe economie. De overgang naar gebruik van duurzame energievormen (tegenover die gebaseerd zijn op fossiele brandstoffen) is een wereldwijde ontwikkeling. In Gooi en Vechtstreek wordt ingezet op de transitie naar energieneutraliteit via energiebesparingsmaatregelen en het gebruik en productie van duurzame energie. De regiogemeenten delen elkaars duurzaamheidsambities. Er is draagvlak en motivatie bij de gemeenten om elkaar in regioverband mee te nemen, samen te werken en kennis te delen. Gezamenlijk wordt gebouwd aan de samenwerking in de regio en het programma Milieu & Duurzaamheid. Op tactisch- en uitvoeringsniveau vinden gemeenten elkaar al langer. Dit is op natuurlijke wijze gegroeid. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met natuur- en plassenbeheerders in de regio. Een belangrijke basis waarop het programma en de samenwerking verder moet worden ontwikkeld. Milieu is niet gebonden aan grenzen en organisaties: voor de transitie naar een circulairebiobased economie is verdergaande samenwerking en afstemming nodig. Dit geldt zowel voor de samenwerking binnen Gooi en Vechtstreek als met de buren van de MRA \, op landelijk en internationaal niveau. De circulaire economie is hiervoor het vertrekpunt. De basis voor een duurzame (schone) circulaire/bio-based economie en regio vormt het sluiten van water-, energie- én grondstoffenkringlopen. Hier ligt een directe relatie met de fysieke omgeving in Gooi en Vechtstreek. De wijze waarop met de natuur, het landschap en de openbare ruimte wordt omgegaan, heeft direct invloed op de kwaliteit van het (drink)water, de vrijkomende (groene) producten en grondstoffen, de natuur en biodiversiteit en dus de groen-blauwe kwaliteiten van Gooi en Vechtstreek. Deze onderling verbonden kringlopen maken afstemming in het beleid en de aanpak ten aanzien van waterwingebieden, landschappen, recreatiegebieden, natuur-(plassen)gebieden en openbare ruimte noodzakelijke voorwaarden om de transitie naar de nieuwe duurzame en groene toekomst van Gooi en Vechtstreek de ruimte te geven en om te versnellen. Een belangrijke opdracht voor alle beheerders van de ruimte in de regio. Het programma Milieu & Duurzaamheid kent daarmee twee speerpunten die het vertrekpunt vormen: 1) circulaire economie en 2) duurzame energie. Circulaire economie biedt kansen voor werkgelegenheid, social return, innovaties, het leggen van nieuwe verbindingen, samenwerking materialen en grondstoffen hergebruik, herbestemming van monumenten en gezamenlijke inkooptrajecten. Bij de uitvoering van het programma werken de gemeenten samen met regioverbonden partijen, instellingen, marktpartijen en inwoners. Het project VANG (Van Afval Naar grondstof) valt binnen het programma circulaire economie. Het project richt zich zowel op de afval- en grondstoffen van huishoudens (VANG HHA) als op die van gemeenten, instellingen, scholen, winkeliers en natuur- en plassenbeheerders (ook wel VANG Buitenshuis). Interessante ontwikkeling waar Gooi en Vechtstreek mee voorop loopt, is de integrale benadering van gemeentelijk-, bedrijfs- en huishoudelijk afval en vanuit de openbare ruimte. Hierbij spelen aspecten als vervoersbewegingen, economie en de structuurvisies een rol. Doelen zijn schonere, verkeersluwe, veilige en aantrekkelijke (winkel)centra. Bij de integrale samenwerking in de openbare ruimte is de afstemming tussen de gemeenten en de uitvoeringsdienst GAD belangrijk. De regiogemeenten zetten in op de transitie naar duurzame energie via energiebesparing en de opwekking van duurzame energie. Bedrijventerreinen en monumentale gebouwen moeten energieneutraal worden. Op weg naar een energieneutrale regio worden ook andere projecten gestart die gericht zijn op duurzaam (ver)bouwen, regionaal duurzaam inkopen en het verduurzamen van het Pagina 5 van 30

6 bedrijfsleven. Het platform Energie Besparen Gooi & Vecht is hierin een belangrijke drager en uitvoeringspartij. Duurzame ontwikkeling van de regio wordt gestimuleerd met een regionaal centrum/platform voor duurzame innovatie en regionale energiecoöperaties. 1.6 Programma Ruimte & Mobiliteit In het programma Ruimte & Mobiliteit is aandacht voor de regionale vraagstukken rond ruimtelijke ontwikkeling, landschappelijke inrichting en verkeer en vervoer. Een programma met een diversiteit aan onderwerpen, abstractieniveaus en verschillende snelheden. De (grote) strategische vraagstukken kennen vaak een brede scope en een lange planperiode. Belangrijke opgave is de ruimtelijkeconomische ontwikkeling van de regio; de economische kracht van het bedrijfsleven dreigt snel te verminderen in vergelijking met ons omringende regio s. De werkgelegenheid loopt sinds de crisis merkbaar terug. Een zorg die overigens speelt voor de gehele MRA. De ruimtelijk-economische ontwikkeling van de regio wordt zichtbaar gemaakt door de plancapaciteiten voor wonen en bedrijvigheid in de gemeenten. Deze zijn opgenomen in de Regiokaart 2025 en laten verschillende projecten zien, goed voor ruim woningen en tientallen hectaren bedrijfsterreinen (inclusief media- en zorgsector). Daarnaast bieden onze natuur- en watergebieden mogelijkheden voor toeristische-recreatieve ontwikkelingen. Voorwaarde is dat de kwaliteit van landschap en natuur behouden blijft en nieuwe vormen van financiële en beheersmatige organisatieontwikkeling ingevoerd worden. De uitdaging van het behoud, versterking en gebruik van het landschap in de MRA zijn daarbij centrale opgaven. Een goede bereikbaarheid van en binnen de regio is een vereiste voor gewenste ontwikkelingen. Opgaven zijn de capaciteit van de A1/A27, hoogwaardig het openbaar vervoer en de verbeterde inpassing van het spoor in stedelijk gebied). In Gooi en Vechtstreek zijn vormen van snelfietspaden en routes in het geval van korte woon-werkafstanden kansrijk en kunnen nog een flinke ontwikkeling in omvang en kwaliteit doormaken. Binnen de regionale samenwerking kunnen de gemeenten kiezen voor verschillende ontwikkelstrategieën, variërend van behouden tot offensief ontwikkelen. Met omringende regio s en rijk moet gesproken worden hoe deze strategieën op de best passende manier kunnen worden ontwikkeld. Binnen dit programma wordt er met betrokken partijen van landschap en natuur (o.a. natuurbeheerorganisaties en provincie Noord-Holland) samengewerkt aan het gezamenlijk ontwikkelen, behouden, versterken en waar wenselijk, het recreatief toegankelijk maken van deze gebieden. Zo wordt ook het verder versterken en gezamenlijk beheren van bovenlokale cultuurhistorische elementen en structuren geïnitieerd. Samenwerking met de andere programma s is hierbij essentieel. 1.7 Programma Economie & Innovatie De economische ontwikkeling van de regio kan niet los worden gezien van (inter-)nationale trends en ontwikkelingen. Door vergrijzing en een afnemend aantal jongeren neemt de potentiële beroepsbevolking jaarlijks af. Dit heeft gevolgen voor de arbeidsmarkt, woningmarkt en bedrijvigheid. Ook staat de mediasector onder druk. Het aantal banen neemt af vanwege bezuinigingen, digitalisering, globalisering en concurrentie van andere creatieve steden. Als belangrijke werkgever in de regio is dit een ontwikkeling met grote consequenties. Media en zorg blijven naast toerisme belangrijke sectoren in Gooi en Vechtstreek. De Economic Board Gooi & Vechtstreek adviseert de stuurgroep Economie & Innovatie en heeft begin 2016 een regionaal economische uitvoeringsagenda opgesteld. De ligging ten opzichte van omliggende regio's biedt kansen voor versterking. De regio is onderdeel van de Media Valley, de Pagina 6 van 30

7 creatieve as van Nederland, en met name sterk in de content-industrie en cross-overs met bijvoorbeeld zorg. De sterk vertegenwoordigde zorgsector zet naast cure, genezing, ook steeds meer in op care, preventieve zorg. Bovenregionale groeipotentie geldt ook voor de derde speerpuntsector recreatie & toerisme, die gericht is op toegankelijke specifieke aanbodkwaliteit in de MRA. Versterking van het vestigingsklimaat en de bedrijvigheid vormen het speerpunt. Er is een mismatch tussen het aanbod aan werknemers en het soort vacatures dat vrijkomt. Dit vraagt om arbeidsmarktbeleid in afstemming met onderwijsinstellingen en werkgevers. Samenwerking en een heldere regio positionering vanuit Gooi en Vechtstreek zijn hierbij belangrijke elementen. Er is dan ook de noodzaak om te komen tot regionaal economisch beleid. Met partners in de MRA wordt gewerkt aan een aanpak om innovatie te stimuleren. Het gaat met name om het versterken van het kennis- en investeringsklimaat. De verkenningsfase van een regionale aanpak om start-ups en scale-ups aan te trekken (samenwerking met Economic Board Gooi & Vechtstreek) past hierbinnen. Ook trekt regio Gooi en Vechtstreek het netwerk Creatieve Industrie (CLICK) Media en ICT. De uitvoering hiervan is belegd bij het innovatieplatform immovator. 1.8 Programma Cultuur & Erfgoed, Recreatie & Toerisme In het programma Cultuur & Erfgoed, Recreatie & Toerisme (CERT) zijn het werken aan kwaliteit van cultuur, het erfgoed, de recreatie en het toerisme en het op de kaart zetten van die kwaliteit bijeengebracht. Zo kan een realistische promotie van aanwezig kwaliteitsaanbod voor inwoners en bezoekers aan de regio worden gerealiseerd die naadloos past bij de identiteit van de regio. Een balans dient te ontstaan tussen de ontwikkeling van hoogwaardig facilitair aanbod als verblijfsaccommodaties en horeca-, cultuur- en erfgoedaanbod en toegang tot gebruik van landschap door recreatie en bijzonder winkelaanbod in de regio Cultuur & Erfgoed Cultuur en erfgoed, zowel fysiek (monumenten, vesting, forten, waterlinie, collecties) als immaterieel (verhalen, geschiedenis, mensen) zijn, met natuur en landschap, belangrijke en kansrijke kwaliteitswaarden van de regio Gooi en Vechtstreek. Versterking, verbinding en positionering van en tussen regionale cultuurhistorie en erfgoed verstevigt de gezamenlijke identiteit en dus de bovenregionale beeldvorming van Gooi en Vechtstreek. In de bovenregionale positionering in de MRA wordt Gooi en Vechtstreek zowel economisch-toeristisch als cultuur-landschappelijk als waardevol gepositioneerd. Om tot een regionale aanpak en benodigde infrastructuur te kunnen komen en daarover intergemeentelijk zowel bestuurlijk, ambtelijk als met het culturele veld te kunnen afstemmen, is meer kennis en inzicht nodig in de onderliggende feiten. Bijvoorbeeld over hoe er door bezoekers en inwoners gebruik wordt gemaakt van de culturele voorzieningen, wie met wie samenwerkt en op welke basis, hoeveel wordt uitgegeven aan bovenlokale voorzieningen. Ook kan vervolgens onderscheid gemaakt worden tussen lokaal cultuurbeleid en bovenlokale regionale doelstellingen die aansluiten op ontwikkelingen in MRA, bij de provincies en het landelijk cultuurbeleid Recreatie & Toerisme Uit onderzoeken blijkt dat (zakelijke) bezoekers aan de regio voor een kort (meerdaags) verblijf naar de regio komen. Ook is bekend dat deze bezoekers van verschillende voorzieningen gebruik maken gedurende het bezoek. Meestal is sprake van wandelen, varen of fietsen in het landschap gecombineerd met een bezoek aan het cultuur- of erfgoedaanbod. Goede verblijfs- en horecafaciliteiten op centrale plekken zijn hierbij essentieel, evenals een goede bereikbaarheid en ontsluiting van de regio. In het deelprogramma Recreatie & Toerisme wordt voortdurend gewerkt aan kennis over het bezoekersprofiel en aan het wensenpakket dat dat oplevert voor het Pagina 7 van 30

8 voorzieningenniveau van de regio. Met een regionale beleidsvisie recreatie & toerisme wordt sturing gegeven aan de toekomstige ontwikkelingen. In het kader van de Strategische Agenda Toerisme MRA 2025 wordt binnen de MRA samengewerkt om de MRA als geheel te versterken. Van belang hierbij is om de kernwaarden en de eigen kracht van de regio Gooi en Vechtstreek in te zetten om een sterke propositie te verwerven binnen de MRA. Pagina 8 van 30

9 2 Samenwerkingsmodel, sturing & proces De gemeenten zijn opdrachtgever van de uitvoeringsagenda. Het uitgangspunt is dat beleidsmatige kaderstelling, waar mogelijk, lokaal plaatsvindt. In de RSA is een groot aantal onderwerpen opgenomen. Deze onderwerpen kennen een verschillende status. In het uitvoeringsprogramma wordt per onderwerp/project bepaald op welke wijze de samenwerking tussen gemeenten en de programmaorganisatie Regio Gooi en Vechtstreek plaatsvindt. Na vaststelling van het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein vindt nadere uitwerking plaats per deelprogramma. De uitwerking vindt plaats in samenwerking met de inhoudelijk deskundigen en uitvoerenden, waaronder de gemeenten. Hierbij wordt ingegaan op de volgende onderwerpen: - Kansen - Prioritering - Tijdlijn/planning - Verwachtte resultaten - Trekker per project - Deelnemende gemeenten per project - Mogelijkheid pilot gemeente - Samenhang met (boven), en aansluiting bij regionale gremia - Legitimatie - Communicatie - Participatie/co-creatie Dit proces staat gepland tot het en met het derde kwartaal De deelprogramma s worden in de betreffende stuurgroepen besproken. Verdere uitwerking per programma wordt eind 2016 in het portefeuillehoudersoverleg Fysiek Domein gepresenteerd. Deze verdieping wordt toegevoegd aan het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein Zeker in deze fase blijft het uitvoeringsprogramma een groeidocument. Gekoppeld aan deze verfijning kan eind 2016 eerste voortgangsrapportage worden gepresenteerd. Met deze temporisering kan het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein gelijk oplopen met het uitvoeringsprogramma Sociaal Domein en de kalenderjaren. Dit maakt de koppeling met de begroting van de Regio weer eenvoudiger. In de volgende paragrafen wordt hier nader op ingegaan. 2.1 De gemeenten de samenwerkingsagenda en de begroting De gemeenteraden en de colleges sturen de Regio Gooi en Vechtstreek aan vanuit de samenwerkingsagenda. Voor het Fysiek Domein omvat de samenwerkingsagenda de gedeelde identiteit, gedeelde speerpunten en een richtlijn voor de uitvoering van projecten. De regionale samenwerkingsagenda is daarmee strategisch en richtinggevend van aard en kent op basis van de gemeenschappelijke regeling een termijn van vier jaar. Daarnaast stelt de gemeenteraad jaarlijks de regionale programmabegroting vast. De begroting is sterk gericht op de uitvoering van vaste taken. 2.2 Het portefeuillehoudersoverleg & het uitvoeringsprogramma Het portefeuillehoudersoverleg Fysiek Domein is de spil van de samenwerking tussen de gemeenten. Het portefeuillehoudersoverleg Fysiek Domein stuurt op de inhoud van het programma Fysiek Domein. Het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein wordt vastgesteld in het portefeuillehoudersoverleg Fysiek Domein. Dit overleg vindt een aantal keer per jaar plaats. Pagina 9 van 30

10 2.3 Overlegstructuur Fysiek Domein Uitgangspunt is om na zomerreces, vanaf 1 september volgens de nieuwe overlegstructuur te werken en deelprogramma s in de stuurgroepen aan bod te laten komen en verder uit te werken Stuurgroepen Naast het portefeuillehoudersoverleg Fysiek Domein wordt gewerkt met een stuurgroepenmodel. De stuurgroepen sturen de programma-organisatie aan, komen regelmatig bijeen en worden geadviseerd vanuit de ambtelijke organisatie. De stuurgroepen zijn: Ruimte & Mobiliteit, Economie & Innovatie, Milieu & Duurzaamheid en Cultuur & Erfgoed, Recreatie & Toerisme (CERT). De stuurgroepen bestaan uit vaste kernleden. Alle betrokken portefeuillehouders zijn agenda-lid. De colleges bepalen zelf de afvaardiging aan de hand van de agenda. De stuurgroepen komen om de 6 weken bij elkaar. Voorzitter Fysiek Domein Voorzitter Ruimte & Mobiliteit Voorzitter Milieu & Duurzaamheid Voorzitter Economie & Innovatie Voorzitter Cultuur & Erfgoed, Recreatie & Toerisme (CERT) Theo Reijn Miriam van Meerten Nicolien van Vroonhoven Wimar Jaeger Tijmen Smit Directeurenoverleg In dit nieuwe model is het directeurenoverleg structureel verankerd. Op deze wijze kunnen de directeuren van de gemeenten gezamenlijk de organisatie van het regionale uitvoeringsprogramma aansturen Strategisch overleg Fysiek Domein Het strategisch overleg Fysiek Domein heeft tot doel te adviseren over strategische vraagstukken en beleidsveld-overstijgende onderwerpen Hoofdenoverleg Openbare Ruimte In het hoofdenoverleg Openbare Ruimte vindt afstemming en kennisdeling plaats met betrekking tot openbare ruimte. Op basis van ontwikkelingen in eigen gemeenten kan ook gekeken worden op welke manier er samengewerkt kan worden. De samenwerking wordt ook bepaald aan de hand van de programma s die in het Uitvoeringsprogramma staan beschreven. Inkoop vormt een onderdeel van de agenda van het hoofdenoverleg Openbare Ruimte Inkoop Inkoop is ondersteunend aan de totstandkoming en uitvoering van de programma s. Inkoop speelt binnen de programma s een faciliterende rol, deze rol zal ook verschillen per fase en kan indien gewenst uitmonden in contractmanagement. Dit is afhankelijk van de wensen en eisen vanuit de programma s en welke voordelen er met een gezamenlijke inkoopagenda zijn te behalen. De inzet van de inkoopadviseurs zal ook per programma verschillen Ambtelijke overleggen Per stuurgroep vinden er ambtelijke overleggen plaats. Capaciteit voor deze overleggen wordt geleverd in afstemming met de directeuren. De ambtelijke overleggen zijn adviserend naar het directeurenoverleg en de overleggen van de stuurgroepen. Pagina 10 van 30

11 3 Ontwikkelgedeelte van het uitvoeringsprogramma Er wordt in het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein onderscheid gemaakt tussen vijf deelprogramma: 1) Fysiek Domein 2) Milieu & Duurzaamheid 3) Ruimte & Mobiliteit 4) Economie & Innovatie 5) Cultuur & Erfgoed, Recreatie & Toerisme Onderstaand een overzicht van de projecten die voortvloeien uit de RSA, lopende projecten en ontwikkelingen (die tot programmaonderdelen kunnen leiden). Het deelprogramma Fysiek Domein valt onder de verantwoordelijkheid van de Stuurgroep Fysiek Domein, bestaande uit de voorzitters van de vier stuurgroepen en onder het voorzitterschap van Theo Reijn. De overige deelprogramma s vallen onder de verantwoordelijkheid van de daarvoor benoemde stuurgroepen. De projecten vormen het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein. Projecten die in uitvoering zijn, zijn opgenomen in hoofdstuk 5. De gemeenten en de Regio Gooi en Vechtstreek voeren deze projecten gezamenlijk uit, in sommige gevallen met regioverbonden partijen. Naast uitvoeringsprojecten zijn er ook programmaonderdelen die een ontwikkeling voorstaan waartoe strategische afstemming en voorbereiding van keuze en besluitvorming vereist is voordat wordt overgegaan tot uitvoering. Onderstaande tabel toont de ontwikkelgedeelte van het uitvoeringsprogramma. Dit onderscheid is van belang omdat de deelprogramma s verschillen in ontwikkelopgave en uitvoering. Dit is goed te zien binnen het programma Milieu & Duurzaamheid, hier moet de in de RSA geformuleerde ambitie nog verder worden geconcretiseerd. Het onderdeel Cultuur & Erfgoed is juist sterk in ontwikkeling. Na vaststelling van het Uitvoeringsprogramma Fysiek Domein vindt nadere uitwerking plaats per deelprogramma. Prioritering, tijdlijn, kansen en communicatie worden per deelprogramma uitgewerkt. De uitwerking vindt plaats in samenwerking met de inhoudelijk deskundigen en uitvoerenden, waaronder de gemeenten. Verder is binnen elk programmaonderdeel een verwijzing naar het kaderstellende document waarbinnen dit programmaonderdeel/ project wordt uitgevoerd. Hierbij wordt soms ook verwezen naar bovenregionale documenten. In bijlage 5 staat de samenhang met bovenregionale gremia beschreven en de rol van de regiogemeenten hierin. Zoals aangeven in het vorige hoofdstuk wordt eind 2016 een uitwerking van het uitvoeringsprogramma en de deelprogramma's gepland en wordt een voortgangsrapportage gepresenteerd. Deelprogramma 1 Fysiek Domein Nr. Project Toelichting en doel Strategische vraagstukken 1.1. Positionering Fysiek Domein Opstellen van een positon paper Fysiek Domein. Vanuit de identiteit en kernwaarden van de regio wordt een position paper opgesteld. Hierin wordt uitgegaan van verschillende, integrale contexten (Economic Board Utrecht, MIRT, MRA, Amersfoort, Almere, landelijk en Europa). Noodzakelijk voor profilering en belangenbehartiging regio Gooi en Vechtreek bovenregionaal MRA Samenwerking op regio-overstijgende programma s en projecten, coördinatie inbreng vanuit regiogemeenten binnen de platforms in de Metropoolregio Amsterdam. Pagina 11 van 30

12 Begin 2016 is met MRA-partners een gezamenlijke ruimtelijkeeconomische actie-agenda opgesteld. Deze wordt in de loop van 2016 vertaald in actieprogramma s en concrete projecten MIRT Gecoördineerde inhoudelijke inbreng en opdrachtgever in MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport) Oostkant- Amsterdam Kader: MRA Actie-Agenda De regio is vertegenwoordigd en gedeeld opdrachtgever in het lopende brede MIRT-onderzoek over de bereikbaarheid oostzijde Amsterdam. De RVE Programmasturing Fysiek Domein coördineert de inbreng vanuit de regio. De kwartiermakerfase loopt tot begin Dan maken betrokken partners afspraken over de invulling van het vervolgtraject voor korte (2020), middellange (2028) en langere termijn (na 2028). De Regio is als projecttrekker voor het onderdeel natuur en landschap direct betrokken bij dit programma. Daarnaast zijn beleidsadviseurs op het terrein van ruimte, verkeer en economie bij het onderzoek betrokken. De wens om een railverbinding tussen Almere en Utrecht te realiseren komt hierbij ook aan de orde Organisatie Fysiek Domein 1.5. Samenwerking Sociaal Domein 1.6 Efficiënte en effectieve samenwerking gemeenten en Regio Kader: Afspraken BO MIRT oktober 2015 Duurzame en samenhangende organisatiestructuur. Positiebepaling door gemeenten van de organisatie van het Fysiek Domein: GNR, Stichting Erfgoed Gooi en Geopark en andere initiatieven. Doelen van deze positiebepaling is om sturingsvraagstukken ter vereenvoudigen, efficiëntie en effectieve uitvoering mogelijk te maken te kunnen realiseren, optimale relatie publiek en private financiering te bewerkstelligen en draagvlak onder betrokken inwoners, vrijwilligers en sleutelfiguren te behouden. Kader: niet van toepassing Samenwerking met Sociaal Domein: een overzicht en plan van aanpak voor kansen op samenwerking tussen Fysiek en Sociaal Domein (wonen, Publieke Gezondheid, aansluiting onderwijs, cultuureducatie, participatie en arbeidsmarkt) en de integrale wijze waarop projecten worden gekoppeld en uitgevoerd. Kader: RSA en uitvoeringsprogramma Sociaal Domein In opdracht van de bestuurders onderzoeken op welke wijze de samenwerking tussen gemeenten en de Regio binnen het Fysiek Domein zo efficiënt en effectief mogelijk kan worden vormgegeven. Kader: niet van toepassing 1.7 Financiering Sturing op en opstellen van een plan van aanpak voor externe financiering en investeringen. Van Europese, Rijks en provinciale financiering, tot private fondsen. Ontwikkeling van verdienmodellen. Kader: RSA, MIRT, MRA Gezamenlijke coördinatie & uitvoering 1.8 Voorzieningen Op verzoek van gemeenten kan de Regio ondersteunen in de verkenningsfase: Regionaal Mediacentrum Streekarchief Streekvervoer Kader: RSA Pagina 12 van 30

13 Deelprogramma 2 Milieu & Duurzaamheid Nr. Project Toelichting Strategische vraagstukken 2.1 Actieprogramma Regionale samenwerking duurzaamheid De regio wil vooroplopen in duurzaamheid en haar groene karakter. Gewerkt wordt aan een regionaal plan duurzaamheid dat is geënt op twee speerpunten: circulaire economie en energietransitie. Uitgegaan wordt van gezamenlijke beleidsuitgangspunten van de regiogemeenten. De mogelijkheid tot het oprichten van een kennisplatform wordt onderzocht. Ook het idee van regionale valuta om de lokale economie en participatie te stimuleren wordt verkend. Daarnaast speelt het positioneren richting de MRA, het Rijk en de Provincie, efficiency behalen door (boven)regionaal krachtiger op te treden, duidelijker (en eenduidiger) communiceren richting inwoners en diverse partijen/organisaties en regionale zichtbaarheid en herkenbaarheid. Kader: RSA Gezamenlijke coördinatie & uitvoering 2.2 Richtinggevend regionaal beleidskader circulaire economie en energietransitie Het opstellen van een kort en krachtig document vanuit de identiteit waarin een gezamenlijke visie/stip op de horizon en beleidskader voor de speerpunten circulaire economie en energietransitie. Met daaraan gekoppeld een concreet actieprogramma. 2.3 Verkenning regionale inzet biomassa voor periode na 2018 Kader: RSA Doel van de verkenning is om door middel van richtinggevend vooronderzoek in kaart te brengen wat gft-afval van huishoudens, groene stromen van gemeenten en andere biomassastromen van regioverbonden partijen vanaf 2018 kunnen betekenen in de verandering naar een circulaire, biobased economie en de regio Gooi en Vechtstreek. Samen met GAD, gemeenten en natuur- plassenbeheerders worden groene stromen gebundeld. Verwerkingsmogelijkheden worden in kaart gebracht. Kader: besluit pfho m&d september 2015 Deelprogramma 3 Ruimte & Mobiliteit Nr. Project Toelichting Strategische vraagstukken 3.1 Regionale landschapsvisie De regio stelt samen met de partners in de Stuurgroep Gooi & Vechtstreek een gezamenlijke visie op voor de ontwikkeling van natuur en landschap, met zicht op duurzaam beheer (wat zijn de kernkwaliteiten, hoe zijn deze te behouden, welke strategische koppelingen en nieuwe financieringsbronnen zijn te leggen en aan te boren voor dit doel). De visie Groene Uitweg is uitgangspunt. Bedoeling is om landschapskwaliteit in lijn te brengen met bezoekerswensen vanuit recreatie, toerisme, te koppelen aan de gewenste kwaliteit van de cultuurhistorische/erfgoedvoorzieningen, landbouw en water. Koppeling wordt gelegd met MIRT, Geopark en Nationaal Park nieuwe stijl. Kader: Programma Gooi en Vechtstreek en Visie Groene Uitweg Gezamenlijke coördinatie & uitvoering 3.2 Analyse en coördiantie nieuwe omgevingswet Als de gemeenten daarmee instemmen, wordt een regionaal projectteam ingesteld voor de invoering van de Omgevingswet. Het team wordt enerzijds ter ondersteuning van de gemeenten ingezet en anderzijds om desgewenst een regionale omgevingsvisie op te stellen, waarin alle Pagina 13 van 30

14 ruimtelijke opgaven in beeld zijn gebracht. Kader: Omgevingswet en Regiokaart 2025 Deelprogramma 4 Economie & Innovatie Nr. Project Toelichting Strategische vraagstukken 4.1 Verkenning innovatieaanpak Digitale media en creatie Met samenwerkingspartners in de MRA wordt gewerkt aan een aanpak om innovatie te stimuleren (kennis- en investeringsklimaat versterken). Kader: MRA Actie-Agenda Gezamenlijke coördinatie & uitvoering 4.2 Verkenningsfase regionale aanpak Leegstand Doel van is in samenwerking met themagroep Leegstand Economic Board Gooi & Vechtstreek en de provincie Noord- mogelijk pilots uit te voeren in de regio Gooi en Vechtstreek om leegstand terug te dringen. 4.3 Verkenningsfase regionale aanpak Startups/scale-ups Kader: Regionaal Economische Uitvoeringsagenda Economic Board Gooi en Vechtstreek Project in samenwerking met themagroep start-ups Economic Board Gooi & Vechtstreek. Doel is het versterken van het klimaat voor startups middels kennisoverdracht en financieringsmogelijkheden. Kader: MRA Actie-Agenda en Regionaal economische uitvoeringsagenda Economic Board Gooi & Vechtstreek Deelprogramma 5 Cultuur & Erfgoed, Recreatie & Toerisme Nr. Project Toelichting Strategische vraagstukken 5.1 Realiseren van gezamenlijke cultuur en erfgoedvisie Opstellen en realiseren van regionale cultuur- en erfgoedvisie, samenhang en verbinding aanbrengen in aanbod en tussen bovenlokale opgaven, aanjagen initiatieven, kennis en evaluatie. Bovenregionale cultuur en erfgoedontwikkeling speelt hierbij een rol. Actieve deelname aan bovenregionale ambtelijke cultuur(historie) en erfgoedontwikkeling. Bijdrage aan gezamenlijke bovenregionale (MRA, Provincie NH en Utrecht) cultuur en erfgoedagenda s/nota s, zoals uitvoeringsagenda cultuur MRA. 5.2 Opstellen Regionale Agenda Recreatie & Toerisme 5.3 Efficiëntie bedrijfsvoering i.s.m. regionale partijen Kader: Lokale nota s en uitgangspunten van het programma CERT In samenwerking met de gemeenten en Toerisme Gooi & Vecht wordt een regionale agenda op Recreatie & Toerisme opgesteld. Kader: Lokale nota s en uitgangspunten van het programma CERT Verkenningsfase overdracht PIOFACH-taken GNR aan Regio Kader: RSA en opdracht AB op verzoek GNR Gezamenlijke coördinatie en uitvoering 5.4 Verstevigen van Plan van aanpak voor gezamenlijke mogelijkheden tot investering in Pagina 14 van 30

15 aanbodkwaliteit 5.5 Verkenning Groene recreatie kwaliteit door aanvragen bij fondsen en andere externe financieringsconstructies Connectie met het Sociaal Domein bij ontwikkelen van cultuureducatie en cultuurparticipatie bijzondere doelgroepen in de regio. Ontwikkelen van regionale kennisfunctie cultuur en erfgoed plus financieringsstructuren. Kader: RSA en in ontwikkeling zie 5.1 Plan van aanpak ten behoeve van recreatie in de natuur. In samenwerking met Goois Natuurreservaat, Natuurmonumenten en Toerisme Gooi & Vecht. Kader: RSA en in ontwikkeling zie 5.1 Pagina 15 van 30

16 4 Financiën In dit hoofdstuk is aandacht voor een aantal financiële vraagstukken. Het Fysiek Domein heeft, met de RSA als strategisch vertrekpunt, een stevig en ambitieus programma. Dit programma kent daarmee ook diverse financiële vraagstukken. Een gedeelte van deze financiering vormt al een regulier onderdeel van zowel de gemeentelijke als de regionale begroting. Dit komt goed naar voren in het overzicht van alle projecten die al binnen de samenwerking op het Fysiek Domein plaatsvinden. Tegelijkertijd vragen de RSA en het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein ook om meer verdieping, coördinatie en innovatie. Een belangrijk onderdeel van de financiering van deze taken wordt gevonden in de bestemmingsreserve RSA. Deze gelden zijn door het Algemeen Bestuur van de Regio beschikbaar gesteld om de RSA via de uitvoeringsprogramma s Fysiek Domein en Sociaal Domein verder te kunnen ontwikkelen. In dit hoofdstukaandacht voor: - Programmabegroting 2016 & Financiële richtlijnen RSA - Financieel overzicht huidige inzet - Voorstel voor financiering eerste extra inzet 4.1 Programmabegroting 2016 & 2017 Tegelijkertijd met het opstellen van het uitvoeringsprogramma Fysiek Domein wordt de programmabegroting 2017 aan de gemeenteraden gepresenteerd. In deze paragraaf is de relatie tussen de begroting van de Regio en het uitvoeringsprogramma geduid. Helder is dat de begroting (de financiële) basis is voor de dagelijkse uitvoering van diverse taken. Zoals in dit uitvoeringsprogramma inzichtelijk is gemaakt kent de samenwerking binnen het Fysiek Domein een groot aantal (diverse) taken. Om al deze (huidige) taken mogelijk te maken is uiteraard financiering noodzakelijk. Daarom is het goed om in beeld te brengen dat de gemeenten gezamenlijk al stevig investeren in de samenwerking op het Fysiek Domein. Enerzijds op het terrein van vraagstukken rond sturing en coördinatie via de RVE programmasturing, anderzijds via de RVE GAD. In totaal gaat het om jaarlijkse exploitatiebegroting van ruim 25 miljoen, waarbij het merendeel naar de uitvoering van de GAD gaat ( 24,5 miljoen) en een veel kleiner deel naar de RVE programmasturing gaat ( ). In de programmabegroting 2017 worden deze bedragen uiteraard verder onderbouwd en toegelicht. In deze paragraaf volstaat een overzicht op hoofdlijnen. Lasten Baten Omschrijving Begroting Begroting Omschrijving Begroting Begroting Fysiek Domein Fysiek Domein RVE Programmasturing Fysiek Domein Bijdrage gemeenten RVE GAD Bijdrage Rijk Bijdrage derden Overige baten totaal totaal Financiële richtlijnen RSA De uitvoeringsprogramma s Fysiek Domein en Sociaal Domein kunnen de komende jaren worden gefinancierd vanuit een specifieke voorziening RSA. Hiervoor is de oude voorziening Besluit Woning gebonden Subsidie (BWS) aangewend en anders bestemd. Het ging hierbij om een oude Pagina 16 van 30

17 rijkssubsidieregeling (1995) die al jaren niet meer van kracht was. Deze voorziening was in de loop der jaren opgebouwd uit deze rijksbijdrage. Deze voorziening moest al die jaren in stand worden gehouden in verband met mogelijke verplichtingen en onhelderheid over de vrijval. In 2015 heeft het ministerie van VROM hier helderheid over gegeven. In Nederland zijn op basis van deze uitspraak meer regionale samenwerkingsverbanden geweest die in 2015 hebben ingezet op een herbestemming van deze voorziening. Voorbeelden hiervan zijn stadsregio Rotterdam en de stadsregio Arnhem & Nijmegen. Vanuit de voorziening BWS heeft de Regio een bestemmingsreserve Regionale Samenwerkingsagenda opgenomen van (AB-besluit 3 december 2015). Het besluit tot de herbestemming van deze voorziening is door het AB op 3 december 2015 genomen en wordt op basis van de regels van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten ook in de jaarrekening verantwoord. In dit uitvoeringsprogramma wordt aangegeven op welke wijze de gelden uit de voorziening van Regionale Samenwerkingsagenda kunnen worden ingezet. Hiervoor heeft het AB (bevoegd orgaan als het gaat om inzet vanuit reserves en voorziening) een aantal uitgangspunten en spelregels verwoord. Deze uitgangspunten en spelregels zijn afgestemd met de voorzitters van de stuurgroepen en portefeuillehoudersoverleggen binnen het Sociaal Domein en Fysiek Domein. In het AB van 7 april 2016 zijn deze uitgangspunten en interne spelregels vastgesteld en is besloten tot de wijze waarop de RSA-voorziening kan worden ingezet. 4.3 Uitgangspunten Voorziening RSA Voor de besteding van de voorziening RSA geldt een drietal uitgangspunten: 1. Inzet voor initiële kosten Het budget heeft als doel nadere uitwerking en intensivering van de samenwerking in de vorm van versterkte regie, versterkte belangenbehartiging, versterkte efficiency en effectiviteit en innovatie in gang te zetten. Kenmerk is het initiële eenmalige karakter van de inzet van deze middelen. Het gaat in die zin echt om innovatie- en stimuleringsgelden. 2. Co-financiering Een ander kenmerk is dat de middelen worden ingezet in de vorm van cofinanciering. Iedere euro die vanuit deze bestemmingsreserve wordt ingezet, vraagt om een keerzijde financiering. Het gaat daarbij veelal om inzet vanuit de beschikbare advies-, onderzoek- en ontwikkelbudgetten van gemeenten als blijk van (financieel) commitment van de deelnemende gemeenten. Eenmalige kosten van deelneming in bovenregionale gremia of onderzoeken kunnen op vergelijkbare wijze worden gefinancierd. De regionale samenwerking gaat zich sterker dan voorheen richten op subsidiemogelijkheden op Europees, Rijks en Provinciaal niveau en/of private fondsen. De gelden uit de voorziening RSA kunnen daarvoor worden ingezet. Omdat juist ook deze gelden veelal een eenmalig investerings- /innovatiekarakter hebben. Als dergelijke kosten een structureel meer beheersmatig karakter krijgen, moet de financiering op een andere wijze vormgegeven worden. Deze kunnen dan worden opgenomen in de programmabegroting van gemeenten en/of de regio. 3. Inzet via detacheringsmodel Het betreft hier een meer organisatorische uitganspunt. De middelen dienen zoveel als mogelijk via het detacheringsmodel te worden ingezet. Dit betekent dat in eerste instantie naar de gemeentelijke capaciteit wordt gekeken; lokale medewerkers die van extra toegevoegde waarde kunnen zijn binnen de samenwerking. De betreffende gemeente krijgt hiervoor dan een vergoeding en kan intern weer andere medewerkers een kans geven. Binnen het Sociaal Domein zijn hiermee mooie stappen gezet. Pagina 17 van 30

18 Zo wordt het principe van voor en door gemeenten het meest optimaal en gezamenlijk vormgegeven en wordt maximaal gebruik gemaakt van de aanwezige kennis en kunde binnen de gemeenten. 4.4 Spelregels Inzet RSA-voorziening In het AB van 7 april 2016 is besloten tot de wijze waarop de RSA-voorziening kan worden ingezet. De RSA-voorziening zoveel mogelijk worden ingezet als middel voor cofinanciering. De cofinanciering dient per onderwerp te worden 'geregeld'. De procedure die hiervoor dient te worden doorlopen, heeft als basis: een inhoudelijk akkoord vanuit het programma (Stuurgroep, PFHO) en dan het DB (bevoegd gezag). Op deze wijze wordt formeel ingestemd met het vrijmaken van de middelen uit de voorziening. Dit gaat dan volgens het volgende proces: 1. Afstemming vooraf bij besluitvorming in het algemeen bestuur ieder half jaar in april en oktober. 2. Er wordt dit najaar in afstemming tussen hetalgemeen Bestuur (het bevoegde orgaan) en de voorzitters van de portefeuillehoudersoverleggen een toewijzingsvoorstel t.l.v. bestemmingsreserve RSA ter besluitvorming voorgelegd. Ieder half jaar volgt een nieuwe toewijzingsronde. Indien de situatie daarom vraagt kan dit in uitzonderlijke gevallen ook tussentijds. 3. Als basis voor de aanvraag en de toewijzing dient het uitvoeringsprogramma RSA of een projectplan RSA waarin doel, aanpak en te behalen resultaten duidelijk zijn gedefinieerd. 4. Deze procedure wordt halfjaarlijks voorafgaande aan de vaststelling in de maand april en de maand oktober doorlopen en dient als basis voor een gefaseerde uitwerking van het uitvoeringsprogramma RSA met een looptijd van twee jaar. 4.5 Innovatie budget Het AB heeft op 7 april 2016 besloten om uit de voorziening BWS (totaal ) in te zetten voor deze fase van het uitvoeringsprogramma Het gaat hierbij om bestemmingen als werkbudget, projectgeld, coördinatie en detacheringsvergoeding. Dit geeft de Regio slagkracht en voorkomt dat gemeenten direct per onderwerp de gemeentelijke cofinanciering dienen te regelen. De projecten binnen dit uitvoeringsprogramma behoeven nog meer uitwerking. Tegelijkertijd hebben de gemeenten, indien nodig, meer tijd om een meer structurele vorm van financiering te vinden. Pagina 18 van 30

19 5 Uitvoeringsprogramma (projecten in uitvoering) Zoals eerder aangegeven beschrijft de RSA ook taken die de Regio al uitvoert. In dit overzicht zijn de projecten en taken opgenomen die op dit moment al lopen en zijn gefinancierd door de gemeenten in onze regio en/of (gedeeltelijk) door andere partijen. Deelprogramma 1 Fysiek Domein Nr. Project Toelichting en doel Inkoop 6.0 Inkoopvisie Fysiek Domein Doel van het opstellen van de inkoopvisie is de optimale balans vinden tussen lokale autonomie en de voordelen van de regionale schaal en omvang. - Uitwerking inkoopmodel in het fysiek domein. - Het formuleren van uitgangspunten rond contractbeheer FD - Positioneren inkoop FD 6.1 Inkoop- en contractbeheeragenda fysiek domein 6.2 Uitvoering project regionale aanpak uniform Boa-registratiesysteem Kader: Uitvoeringsprogramma Fysiek Domein en Notitie toekomst Inkoopsamenwerking Gooi en Vechtstreek Het actualiseren en prioriteren van de inkoop- en contractbeheeragenda fysiek domein. Kader: Inkoopsamenwerking Gooi en Vechtstreek Project regionale aankoop uniform Boa-registratiesysteem en registratiesysteem Toezicht en Handhaving (Drank en Horeca regie gemeente Hilversum). Te gebruiken door ruim 30 Boa s in de regio. Kader: Inkoopsamenwerking Gooi en Vechtstreek Deelprogramma 2 Milieu & Duurzaamheid Nr. Project Toelichting Gezamenlijke coördinatie & uitvoering 7.0 Energie Besparen Gooi & Vecht Diverse projecten in voorbereiding. Volgt. Plan van Aanpak energieneutraliteit in Zonnepanelen dak overlaadstation Crailoo 7.2 VANG Huishoudelijk Afval (HHA) 7.3 Proef gescheiden afvalinzameling basisscholen en (gemeentelijke) instellingen. 7.4 Onderzoek integraal model inzameling Kader: samenwerking Energie Besparen Gooi en Vecht en RSA De overkapping van het overlaadstation Crailoo (Hilversum) wordt deels ter beschikking gesteld aan een lokale energiecoöperatie. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de energieambities. GAD, Hilverzon en gemeenten werken samen. Kader: Begroting 2016 Groot pakket aan maatregelen (inzameling, aanbiedgelegenheid, communicatie) om te komen tot minimaal 75% gescheiden inzameling huishoudelijk afval in 2020 door GAD. Kader: Begroting 2016 Inzicht krijgen in de mogelijkheden van gescheiden afvalinzameling bij (basis)scholen en instellingen en op en rondom schoolpleinen. Proef met verschillende scholen/ gemeenten en de GAD. Een aantal gemeentehuizen uit de regio doet mee aan de proef. Kader: In ontwikkeling zie 2.1 Ontwikkelen van een nieuw integraal afvalmodel voor centrumgebieden in de regio (en landelijk) dat leidt tot: meer Pagina 19 van 30