ZITTING VAN 29 JUNI 2011

Transcriptie

1 ZITTING VAN 29 JUNI 2011 AANWEZIG: Paul DE SCHEPPER, voorzitter; Diane DE TURCK, Lutgarde GEEROMS, Lieven MEERT, Renaat RAES, Willy SCHOONJANS, Hubert SOENS, Annita SONCK, Alain TRIEST, Lutgarde VAN DEN BRANDE, Godelieve VAN EECKHOUT leden; Carine COPPENS, secretaris; Rudy CORYN, afgevaardigde schepen. AFWEZIG: VERONTSCHULDIGD: De Voorzitter opent de vergadering te 19 u. Vervolgens gaat men over tot de behandeling van volgende punten van de agenda: OPENBAAR AGENDA: De notulen van de openbare zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 9 juni 2011 worden met éénparigheid van stemmen goedgekeurd. PERSONEEL 1. BIJKOMEND VERLOF TEN VOORDELE VAN BIJKOMENDE CATEGORIEËN PERSONEELS- LEDEN VAN MINSTENS 52 JAAR: KENNISNAME BESLISSING FINANCIËLE TUSSENKOMST VANWEGE HET SECTORAAL FONDS gelet op het sectoraal akkoord van 29 juni 2001 van het federaal meerjarenplan voor de openbare gezondheidssector

2 gelet op het akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren - publieke sector- dat op 18 juli 2005 ondertekend werd ter vervanging van het sectoraal akkoord van 29 juni 2001 van het federaal meerjarenplan voor de openbare gezondheidssector over de arbeidsduurvermindering en de eindeloopbaan ; gelet op het KB van 3 juli 2007 tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op peterschap en op de maatregel van bijkomend verlof voor het kalenderjaar 2007; gelet op de besluiten van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 februari 2009 en van 27 januari 2011 betreffende de principiële beslissing betreffende bijkomend verlof ten voordele van bijkomende categorieën personeelsleden van minstens 52 jaar die niet genieten van de maatregelen inzake eindeloopbaan van het meerjarenplan van de gezondheidssector en waarbij beslist werd dit verlof toe te staan aan het OCMWpersoneel dat niet kan genieten van de maatregelen van eindeloopbaan van het meerjarenplan op voorwaarde dat het OCMW Ninove subsidiering kan krijgen via het sectoraal fonds; overwegende dat de RSZPPO bij schrijven van 13 december 2010 meedeelt dat het Fonds Sociale Maribel van de overheidssector werd belast met de financiering van een aantal maatregelen voorzien in het sociaal akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren ; overwegende dat bij schrijven van 25 mei 2011 de beslissing van het beheerscomité van de sociale maribel overgemaakt werd; overwegende dat het akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren - publieke sector maatregelen voorziet waarbij bijkomend verlof wordt toegekend ten voordele van bepaalde categorieën personeelsleden die niet kunnen genieten van de maatregelen van eindeloopbaan van het meerjarenplan gesloten in 2000, waarbij zij een aantal bijkomende verlofdagen toegekend krijgen, overwegende dat de toekenning van het aantal bijkomende vakantiedagen wordt vastgesteld als volgt: 52 jaar: 5 dagen, 53 jaar: 8 dagen, 54 jaar: 10 dagen, 55 jaar: 13 dagen, 56 jaar: 15 dagen, 57 jaar: 18 dagen en 58 jaar: 20 dagen; overwegende dat voor het jaar 2011 de financiering moet aangewend worden voor de aanwerving van bijkomende werknemers of voor de verhoging van de arbeidstijd van werknemers die reeds in dienst zijn bij de instelling, om een (gedeeltelijke) vervanging toe te laten van de werknemers die het voordeel van het bijkomend verlof toegekend krijgen; overwegende dat de aanvraag ook gebeurde voor de personeelsleden uit de algemene administratie die voor drie vierden voor het woonzorgcentrum werken aangezien het wenselijk was dat er geen discriminatie ontstaat met de personeelsleden die op de administratie van het woonzorgcentrum werken. overwegende dat RSZPPO ons bij van 7 juni 2011 meedeelde dat de personeelsleden van de algemene administratie die drie vierden voor het woonzorgentrum werken, niet meegeteld werden om te berekenen hoeveel VTE konden worden toegekend ter vervanging;

3 overwegende dat het bedrag van de financiële tussenkomst is vastgelegd op maximaal ,84 EUR op jaarbasis per voltijds equivalent, en beperkt is tot de reële loonkost; overwegende dat op basis van de beschikbare middelen en de ingediende aanvragen, het Beheerscomité van het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector het OCMW Ninove een tussenkomst toegekend heeft voor de aanwerving van 0,50 voltijdse equivalent; overwegende dat deze beslissing werd genomen op basis van een totaal aantal uren verlof van 663; overwegende dat de bijkomende aanwerving moet gebeuren in dezelfde categorie van personeel als degene op wie de maatregel inzake bijkomend verlof van toepassing is en dit tegen uiterlijk 20 augustus overwegende dat het bestuur recht heeft op een tegemoetkoming van maximaal ,42 EUR op jaarbasis; op voorstel van de voorzitter; neemt kennis van de beslissing tot financiële tussenkomst vanwege het sectoraal fonds in het kader van het toekennen van bijkomend verlof voor bepaalde personeelsleden dat niet kan genieten van de maatregelen van eindeloopbaan van het meerjarenplan, zoals opgenomen in het akkoord betreffende de federale gezondheidssector - publieke sector. Art. 3. de personeelsdienst te belasten met de verdere afhandeling van dit dossier. PATRIMONIUM 2. PRINCIPIËLE BESLISSING TOT DE VERKOOP VAN PERCELEN TE DENDERWINDEKE

4 gelet op de omzendbrief 2010/02 van 12 februari 2010 betreffende de te volgen procedure bij vervreemding van onroerende goederen door openbare besturen; gelet dat de vraag tot aankoop van percelen te Denderwindeke met kadastrale gegevens 7 A 1518c (41 are groot), 7 A 1524 (36 are 90 groot), 7 A 1527 (52 are 50 groot) gesteld is door Dhr. André DE CONINCK, Heirbaan 3, 9400 Denderwindeke; overwegende dat deze percelen, eigendom van het OCMW, verpacht zijn aan Dhr. André DE CONINCK; overwegende dat bovenvermelde omzendbrief betreffende de te volgen procedure bij de vervreemding van onroerende goederen door OCMW s stelt dat bij vervreemding de openbare verkoop de regel is en dat een schattingsverslag niet ouder mag zijn dan twee jaar; op voorstel van de voorzitter; Principieel akkoord te gaan met de openbare verkoop en het aanvragen van een schattingsverslag voor de percelen te Denderwindeke7 A 1518c (41 are groot), 7 A 1524 (36 are 90 groot), 7 A 1527 (52 are 50 groot). provinciegou-verneur (art. 254 van het ocmw-decreet). 3. GOEDKEURING VERKOOPBELOFTE DEEL PERCEEL TE POLLARE TEN VOORDELE VAN DE STAD NINOVE VOOR AANLEGGEN VAN RIOLERING gelet dat de bemiddelaar van Aquafin de rioleringswerken te Pollare in de Stebbingenstraat mondeling heeft toegelicht; gelet dat het een perceel te Pollare 8ste afdeling sectie A nummer 1036 met een totale oppervlakte van 15 are 50 betreft dat verpacht is aan Van Vreckem-Langendries, Hemelrijk 218 te Meerbeke;

5 overwegende dat het rioleringswerken voor een beperkt aantal huizen betreft en dat de Stad Ninove zelf moet instaan voor de aanleg en kosten van dit rioleringswerk en dat de Stad Ninove hierbij wordt bijgestaan door Aquafin; overwegende dat er in deze straat een gescheiden riolering zal aangelegd worden en dat de onteigening voor de aanleg van een langsgracht voor het afvoeren van het regenwater nodig is; gelet dat er in totaal 58m² ingenomen zal worden mits een prijs van 198,58 EUR; overwegende dat de pachter rechtstreeks zal schadeloos gesteld worden door de Stad Ninove; overwegende dat er afgesproken werd dat er een oversteek moet gemaakt worden van minstens 5 meter breed ter hoogte van de OCMW-eigendom zodat de akker ten allen tijde vlot bereikbaar is. op voorstel van de voorzitter; Akkoord te gaan met deze voorgelegde verkoopbelofte om deel van perceel (58m²) te Pollare, met kadastrale gegevens 8 A 1036 aan de voorgestelde prijs van 198,58 EUR (inclusief wederbeleggingsvergoeding) te verkopen aan de Stad Ninove voor het aanleggen van een langsgracht). Dhr. voorzitter verzoekt om, bij hoogdringendheid, een punt aan de dagorde toe te voegen: Patrimonium: Woonzorgcentrum Klateringen: betekening kadastraal inkomen: mogelijkheid tot indienen van bezwaar. De hoogdringendheid wordt verantwoord door de termijn voor het indienen van een bezwaar. De hoogdringendheid wordt aangenomen met éénparigheid van stemmen. PUNT BIJ HOOGDRINGENDHEID AAN DE DAGORDE TOEGEVOEGD: 3.B. PATRIMONIUM: WOONZORGCENTRUM KLATERINGEN: BETEKENING KADASTRAAL INKOMEN: MOGELIJKHEID TOT INDIENEN VAN BEZWAAR

6 gelet op het schrijven van 20 juli 2011 waarbij de administratie van het kadaster het OCMW Ninove, overeenkomstig artikel 495 van het wetboek van de inkomstenbelasting, een schatting van het kadastraal inkomen betekent aan het OCMW Ninove voor het woonzorgcentrum Klateringen; overwegende dat het betekend kadastraal inkomen het gemiddelde normaal nettoinkomen van één jaar vertegenwoordigt d.w.z. de huurprijs die in normale omstandigheden kon worden bekomen (of had kunnen ontvangen worden indien het goed verhuurd was ) verminderd met een forfaitaire som, die de onderhouds- en herstellingskosten vertegenwoordigt, van 40 % voor een bebouwd onroerend goed en 10 % voor een onbebouwd perceel; overwegende dat deze normale netto huurwaarde vastgesteld werd rekening houdend met de aan het perceel eigen elementen en met de huurprijzen behorend bij het geheel van de referentiepercelen die voor de beschouwde goederen in aanmerking werden genomen; overwegende dat wanneer voor een bebouwd perceel geen gepast referentieperceel gevonden wordt, het kadastraal inkomen berekend wordt door het tarief 5,3 % toe te passen op de normale verkoopwaarde van het perceel, op 1 januari 1975, vastgesteld volgens de in dergelijk geval door de schatters van onroerende goederen gevolgde methoden; overwegende dat het kadastraal inkomen ten bedrage van EUR geacht wordt te bestaan vanaf 1 februari 2010; overwegende dat overeenkomstig artikel 499 van het wetboek voor inkomstenbelasting de uiterste datum voor het indienen van bezwaar 22 augustus 2011 is. overwegende dat om geldig te zijn het bezwaar, wat de ontvankelijkheid betreft, op straffe van nietigheid moet voldoen aan de volgende voorwaarden: - worden verzonden bij een ter post aangetekende brief voor de uiterste datum vermeld onderaan de tabel, - binnen een termijn van twee maanden met ingang van de datum van de betekening worden ingediend, - gericht zijn aan de kadastercontrole, Ninove, Bevrijdingslaan Ninove, - duidelijk het bedrag van het kadastraal inkomen vermelden dat voorgesteld wordt in de plaats van datgene dat door de administratie van het kadaster aan het onroerend goed waarover het geschil loopt, werd toegekend. overwegende dat het op de tabel ingeschreven kadastrale inkomen definitief wordt als er binnen de gestelde termijn geen geldig bezwaar ingediend werd; overwegende dat het kadastrale inkomen, aangepast aan de evolutie van de consumptieprijzen, dient als grondslag waarop de onroerende voorheffing wordt berekend; overwegende dat, rekening houdend met de termijnen van beroep, dit punt dringend aan de agenda dient toegevoegd te worden; gelet op de hoogdringendheid, aangenomen met éénparigheid van stemmen;

7 op voorstel van de voorzitter; Bij de controle van het Kadaster uitleg te vragen over de berekeningswijze. aan de voorzitter wordt machtiging verleend om bezwaar in te dienen tegen de schatting van het kadastraal inkomen van het woonzorgcentrum Klateringen indien uit het onderzoek zou blijken dat dit in het belang van het OCMW is. Art. 3 ECONOMAAT 4. AANKOOP VAN DRIE ACTIEVE TILLIFTEN MET TOEBEHOREN VOOR HET WZC KLATERINGEN: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNNING Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 17 februari 2005 waarbij reeds drie liften van het merk ARJO - type Sara werden gegund aan de firma ARJO HUNTLEIGH uit Erpe-Mere op basis van de meest voordelige offerte; gelet op de beslissingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 24 januari 2008 en 24 juni 2010 waarbij bijkomende tilliften bij de firma ARJO werden aangekocht; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 17 2, 1 f welke slaat op aankopen bij een bepaalde leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrustingen op homogene wijze te voltooien; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

8 overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de levering van nog drie bijkomende liften van het merk ARJO - type Sara met toebehoren voor het woonzorgcentrum Klateringen; overwegende dat de prijs van de opdracht vastgesteld is op ,20 EUR excl. btw; overwegende dat de firma ARJO HUNTLEIGH bereid is om een korting te geven van 15% bij aankoop van drie toestellen waardoor de prijs uiteindelijk ,10 EUR + 3,72 EUR recyclagebijdrage, in totaal dus ,82 EUR excl. btw zal bedragen; overwegende dat de nodige budgetten voorzien zijn op het investeringsbudget onder project 2011/5 act art ; gelet op het visum van de heer ontvanger; op voorstel van de voorzitter; Er wordt een opdracht gegund via onderhandelingsprocedure met als voorwerp de aankoop van drie actieve tilliften van het merk ARJO - type Sara met toebehorende tilbanden voor het woonzorgcentrum Klateringen aan de firma ARJO HUNTLEIGH, Evenbroekveld 16 te 9402 Erpe-Mere, aan de prijs van ,20 EUR excl. btw ,90 EUR (korting 15%) bij aankoop van drie toestellen met uitzondering van de recyclagebijdrage + 3,72 EUR, waardoor de totaalprijs op ,82 EUR excl. btw komt en dit om volgende reden: om de uniformiteit te bewaren met de reeds aangekochte tilliften alsook om esthetische redenen werd beroep gedaan op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten, meer bepaald op artikel 17 2, 1, welke slaat op aankopen bij een bepaalde leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien. De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal gefinancierd worden met eigen middelen. Art. 3 provinciegou-verneur (art. 254 van het ocmw-decreet). SOCIALE DIENST 5. BRUGPROJECTEN: VERDERZETTING BRUGPROJECT VOOR SCHOOLJAAR

9 gelet op het feit dat de Brugprojecten kaderen in het operationele programma ESF (Europees Sociaal Fonds) meer bepaald op de as versoepeling van de transities van school naar werk ; overwegende dat het OCMW bij het departement Onderwijs en Vorming, Dienst Beroepsopleiding een jaarlijkse oproep project Leren en Werken Brugprojecten moet indienen: overwegende dat, op het niveau van een RESOC-gebied,(Regionaal Sociaaleconomisch Overleg Comité Zuid-Oost-Vlaanderen) een net- en systeemoverschrijdende samenwerking moet gegarandeerd worden om te voldoen aan de ontvankelijkheidcriteria; overwegende dat er hiertoe jaarlijks een protocol van akkoord met alle actoren moet ondertekend worden, met daarin per organisator het aangevraagde contingent en hun engagement; overwegende dat het OCMW Ninove sinds november 2001 met de Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO) van KTA en VTI Aalst en de Dienst Beroepsopleiding (DBO) van het Ministerie van Onderwijs samenwerkt aan de Brugprojecten; gelet op vorige raadsbeslissingen over de deelname en de organisatie van de brugprojecten; overwegende dat er momenteel voor de brugprojecten een aantal formaliteiten moeten vervuld worden: gelet op het feit dat de indieningdatum van het protocol werd vastgesteld op 03 juni 2011 en dit protocol ter ondertekening werd voorgelegd in de week voordien; gelet op het feit dat er jaarlijks voor een welbepaalde datum een projectvoorstel en projectrapportage dienen ingediend te worden alsook de maandelijkse registratie van de leerlingenprestaties; overwegende dat er in de regio hoge nood is aan dergelijke leerwerkplaatsen; overwegende dat deze werking kadert in een preventieve actie naar potentieel OCMW cliënteel toe; overwegende dat het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst op 27 juni 2011 een gunstig advies verstrekte, tot verderzetting Brugprojecten schooljaar gezien de grote behoefte aan dergelijke leerwerkplaatsen in onze streek en de nood aan preventieve actie met betrekking tot deze kansengroep

10 . Dit besluit wordt medegedeeld op de toezichtlijst die binnen de twintig dagen na deze zitting 6. BRUGPROJECTEN: GOEDKEURING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN OCMW NINOVE EN AGBDN IN HET KADER VAN BRUGPROJECT gelet op de Raadsbeslissing dd. 13 september 2001 tot deelname aan en indiening van de aanvraag tot deelname aan de Brugprojecten; overwegende dat het OCMW Ninove sinds november 2001 voor de brugprojecten samenwerkt met de Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO) van KTA en VTI Aalst en de Dienst Beroepsopleiding (DBO) van het Ministerie van Onderwijs; overwegende dat de Brugprojecten, na positieve evaluatie door de DBO, jaarlijks verlengd werden; gelet dat volgens de nieuwe richtlijnen van het departement Onderwijs en Vorming (dienst beroepsopleiding) jaarlijks een samenwerkingsovereenkomst dient opgemaakt te worden met de externe werkplaats waar de jongere ter beschikking worden gesteld; overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst besproken en aangepast werd door beide besturen ; tot goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW Ninove en AGBDN in het kader van brugproject Mevrouw Annita SONCK, raadslid, verlaat de zitting.

11 7. LOKAAL SOCIAAL BELEID: GOEDKEURING BELEIDSPLAN KINDEROPVANG gelet op het decreet van 3 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 houdende het lokaal beleid kinderopvang dat in artikel 3 bepaalt dat het beleidsplan kinderopvang een deel is van het lokaal sociaal beleidsplan en de visie bevat van het lokaal bestuur op het geheel van de kinderopvang; gelet op het lokaal sociaal beleidsplan ; gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 30 januari 2008 houdende goedkeuring van het lokaal sociaal beleidsplan ; overwegende dat in dit lokaal sociaal beleidsplan het beleidsplan kinderopvang ontbrak; overwegende dat het beleidsplan kinderopvang in 2011 werd opgemaakt en ontstaan is vanuit het lokaal overleg kinderopvang; gelet op het positief advies van het lokaal overleg kinderopvang voor het beleidsplan kinderopvang; overwegende dat het beleidsplan kinderopvang de periode beslaat; overwegende dat het beleidsplan kinderopvang werd voorgelegd aan de stuurgroep lokaal sociaal beleid en hier een positief advies heeft gekregen; tot goedkeuring van het beleidsplan kinderopvang

12 8. SOCIO-CULTURELE PARTICIPATIE: HERZIENING VERDEELSLEUTEL Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor gelet op het KB van 2 mei 2011 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de sociale, de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de periode 1 januari maart 2011 ; gelet op de raadsbeslissing van 30 juni 2008 waarbij de subsidies, toegekend in het kader van het KB socio-culturele participatie, gebruikt worden volgens de verdeelsleutel 80/20 en waarbij de gebruiker 20% tussenkomst betaalt in de kosten; overwegende dat een gedeelte van de subsidies die we ontvangen voor de socioculturele participatie besteed wordt aan de schoolkansenpas en kansenpas; gelet op de raadsbeslissing van 24 juni 2010 waarbij de convenant schoolkansenpas goedgekeurd werd; gelet op de raadsbeslissing van 7 april 2011 waarbij de convenant kansenpas goedgekeurd werd; gelet op het feit dat in de convenant schoolkansenpas en kansenpas beslist werd dat de gebruikers 25% tussenkomst betalen; overwegende dat we binnen de socio-culturele participatie gelijklopend willen werken met schoolkansenpas en kansenpas; overwegende dat het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst op 27 juni 2011 een gunstig advies verstrekte om de verdeelsleutel te wijzigen naar 75/25 waarbij de gebruiker 25% tussenkomt in de kosten; tot goedkeuring wijziging van de verdeelsleutel volgens de 75/25-sleutel waarbij de gebruiker 25% tussenkomt in de kosten. Indien er zich situaties voordoen kan van de algemene regel (nl. gedeeltelijke financiering volgens de 75/25-sleutel) afgeweken worden en beslist worden dat de gebruiker geen eigen middelen hoeft in te brengen. Deze beslissing zal onderworpen worden aan een individuele beslissing welke door het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst genomen wordt.

13 Voor de aanvragen toelage socio-culturele participatie van het jaar 2010 die pas in 2011 werden ingediend wordt alsnog de 80/20-sleutel gehanteerd. De 75/25-sleutel zou dan pas gelden voor aanvragen vanaf 1 januari SENIORENBELEID 9. KENNISNAME BOORDTABELLEN De leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn nemen kennis van de boordtabellen over de maand mei 2011.