ZITTING VAN 22 SEPTEMBER 2011

Transcriptie

1 ZITTING VAN 22 SEPTEMBER 2011 AANWEZIG: Paul DE SCHEPPER, voorzitter; Diane DE TURCK, Lutgarde GEEROMS, Renaat RAES, Hubert SOENS, Annita SONCK, Alain TRIEST, Lutgarde VAN DEN BRANDE, Godelieve VAN EECKHOUT leden; Carine COPPENS, secretaris; AFWEZIG: Rudy CORYN, afgevaardigde schepen. VERONTSCHULDIGD: Lieven MEERT Willy SCHOONJANS De Voorzitter opent de vergadering te 20 u. Vervolgens gaat men over tot de behandeling van volgende punten van de agenda: AGENDA: OPENBAAR PERSONEEL 1. RECHTSPOSITIEREGELING VOOR DE PERSONEELSGROEPEN VERMELD IN ARTIKEL 104 VAN HET OCMW-DECREET: OPDELING VAN DE BETREKKINGEN IN GEMEENSCHAP- PELIJKE/SPECIFIEKE GRADEN EN PERSONEEL VAN DE SPECIFIEKE DIENSTEN gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verder het OCMW-decreet te noemen; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

2 gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en gelet op het Verslag aan de Regering bij dit besluit, hierna afgekort BVR RPRO; gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2008 houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en latere wijzigingen ; gelet op de raadsbeslissing van 18 maart 2009 houdende kennisname van de gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2008 houdende de invoering van de rechtspositieregeling; gelet op de raadsbeslissing van 22 april 2009 houdende beslissing betreffende de toepassing van de gemeentelijke rechtspositieregeling op de specifieke graden van het OCMW-personeel; gelet op de raadsbeslissing van 16 september 2010 waarbij de nieuwe personeelsformatie en het nieuwe organigram vastgesteld werden; gelet op de raadsbeslissing van 9 december 2010 betreffende de rechtspositieregeling OCMW-personeel: beslissing i.v.m. dwingende bepalingen betreffende de jaarlijkse vakantie-en feestdagen met ingang van 1 januari 2011 waarbij de Raad gebruik maakte van de overgangsmaatregel voor de personeelsleden in dienst; gelet op de raadsbeslissing van 27 januari 2011 waarbij de Raad kennis nam van de schorsing door de Heer Gouverneur van 25 januari 2011 van artikel 1 2 e alinea en waarbij de geschorste bepaling werd ingetrokken en er werd beslist dat de poetsdienst aan huis onder de overgangsmaatregel valt; overwegende dat krachtens artikel 104, 1 van het OCMW-decreet, de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel ambtshalve van toepassing is op het personeel dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente de zogenaamde gemeenschappelijke graden; overwegende dat krachtens artikel van het OCMW-decreet voor de medewerkers in een specifieke betrekking - dit is een betrekking die niet bestaat bij de gemeente en voor de secretaris en de financieel beheerder de Raad zelf de rechtspositieregeling vaststelt waarbij voor bepaalde aspecten van de rechtspositie het OCMW de gemeentelijke rechtspositieregeling zonder meer moet overnemen en waarbij voor andere aspecten het OCMW kan afwijken, weliswaar binnen het raamkader van het rechtspositiebesluit van het OCMW-personeel; overwegende dat krachtens artikel van het OCMW-decreet de Raad op gemotiveerde wijze kan (facultatief) afwijken van de rechtspositieregeling voor personeel in een betrekking die bestaat bij de gemeente en van de rechtspositieregeling voor de specifieke medewerkers en dit voor de volgende medewerkers: - Het voltallig personeel van de verzorgende, verplegende en dienstverlenende voorzieningen en diensten waarvan de werking gebaseerd op de federale of gewestelijke financiering met bijkomende werkings-en erkenningsregels. - het voltallig personeel dat wordt ingezet voor activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging andere marktdeelnemers;

3 gelet op de voorwaarden waaraan moet voldaan zijn voor de indeling van het personeel in deze derde categorie; overwegende dat alvorens over te gaan tot het opmaken van de eigenlijke rechtspositieregeling voor de verschillende categorieën van OCMW-personeel, de Raad dient te beslissen in welke categorieën de diverse betrekkingen dienen ondergebracht te worden; gelet op het advies van het overlegcomité OCMW-Stad van 20 september 2011; Artikel 1. 1/ personeel in een betrekking die bestaat bij de gemeente (art ocmw-decreet) De gemeenschappelijke functies binnen het OCMW-Ninove worden met ingang van 1 januari 2011 als volgt vastgelegd: op basis van de functiebenaming of - inhoud kan geen enkele betrekking als gemeenschappelijk beschouwd worden. 2/ secretaris, financieel beheerder en specifiek personeel ( art ocmw-decreet) De specifieke functies binnen het OCMW Ninove worden met ingang van 1 januari 2011 als volgt vastgelegd: DECRETALE GRADEN : Secretaris Financieel beheerder NIVEAU A: Diensthoofd algemene administratie Communicatieambtenaar Kwaliteitscoördinator NIVEAU B: Systeemverantwoordelijke Preventieadviseur Deskundige secretariaat-archief Human resources-verantwoordelijke Hoofdboekhouder Boekhouder Diensthoofd sociale dienst Maatschappelijk werker Budgetbegeleider Arbeidstrajectbegeleider NIVEAU C Medewerker secretariaat/archief Medewerker secretariaat medewerker financiële dienst Medewerker economaat Medewerker personeelsdienst Medewerker patrimonium

4 Medewerker administratie sociale dienst Medewerker onthaal algemene administratie Onthaalbeambte sociaal huis Preventiemedewerker (uitdovend ) NIVEAU D Bediende secretariaat Bediende financiële dienst Bediende personeelsdienst NIVEAU E Schoonmaker 3/ personeel in een specifieke dienst of voorziening die Vlaams of federaal genormeerd en gefinancierd wordt en personeel dat ingezet wordt voor activiteiten hoofdzakelijk verricht in mededinging met andere marktdeelnemers. (art ocmw-decreet) De specifieke diensten ( art OCMW-decreet) binnen het OCMW Ninove worden met ingang van 1 januari 2011 als volgt vastgelegd: - woonzorgcentrum - poetsdienst aan huis NIVEAU A Directeur woonzorgcentrum Hoofd bewonerszorg Diensthoofd apotheek/ondersteunende diensten (uitdovend) NIVEAU B Boekhouder Verantwoordelijke opnamebeleid en serviceflats Afdelingsverantwoordelijke WZC Hoofdverpleegkundige (uitdovend) Bachelor in de verpleegkunde Kinesitherapeut Ergotherapeut Voedingsdeskundige NIVEAU C Medewerker woonzorgcentrum Technisch beambte Gegradueerd verpleegkundige Gediplomeerd verpleegkundige (uitdovend) Verpleegassistent (uitdovend) Zorgkundige Verzorgende (uitdovend) Verzorgende / bejaardenhelpster( uitdovend) Animator Kok NIVEAU D Bediende woonzorgcentrum Verpleeghulp (uitdovend) Hulpkok

5 Verzorgende bedeler warme maaltijden Vakman Ploegbaas schoonmaak Ploegbaas wasserij NIVEAU E Keukenhulp Werkman Hulp wasserij Schoonmaker Naaister (uitdovend) Art 2 Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet). 2. RECHTSPOSITIEREGELING VOOR DE PERSONEELSGROEPEN VERMELD IN ARTIKEL EN 6 VAN HET OCMW-DECREET: - HET SPECIFIEKE PERSONEEL - DE SECRETARIS, DE FINANCIEEL BEHEERDER - HET VOLTALLIG PERSONEEL VAN DE BIJZONDERE DIENSTEN gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, verder het OCMW-decreet te noemen; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en gelet op het Verslag aan de Regering bij dit besluit, hierna afgekort BVR RPRO; gelet op wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

6 gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2008 houdende goedkeuring van het reglement rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel en de wijzigingen bij gemeenteraadsbesluiten van 18 juni 2009, 24 september 2009, 22 oktober 2009, 28 januari 2010 en 4 maart 2010; gelet op de raadsbeslissing van 18 maart 2009 houdende kennisname gemeenteraadsbeslissing van 18 december 2008 houdende de invoering van de rechtspositieregeling; gelet op de raadsbeslissing van 22 april 2009 houdende beslissing betreffende de toepassing van de gemeentelijke rechtspositieregeling op de specifieke graden van het OCMW-personeel; gelet op de raadsbeslissing van 9 december 2010 betreffende de rechtspositieregeling OCMW-personeel: beslissing i.v.m. dwingende bepalingen betreffende de jaarlijkse vakantie-en feestdagen met ingang van 1 januari 2011 waarbij de Raad gebruik maakte van de overgangsmaatregel voor de personeelsleden in dienst; gelet op de raadsbeslissing van 27 januari 2011 waarbij de Raad kennis nam van de schorsing door de Heer Gouverneur van 25 januari 2011 van artikel 1 2 e alinea en waarbij de geschorste bepaling werd ingetrokken en er werd beslist dat de poetsdienst aan huis onder de overgangsmaatregel valt; gelet op het voorontwerp van de rechtspositieregeling van het personeel, opgesteld door de secretaris van het OCMW in overleg met het managementteam; gelet op het gunstig advies van het managementteam van 20 juni 2011; gelet op het protocol van de onderhandelingen gevoerd in het Bijzonder Onderhandelingscomité van 26 juli 2011 en 1 september 2011; gelet op het advies van het overlegcomité OCMW-gemeente van 20 september 2011; overwegende dat de Vlaamse Regering bij voornoemd besluit van 12 november 2010 minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het specifieke personeel, de secretaris en de financieel beheerder en van het voltallig personeel van bepaalde instellingen en diensten vaststelt; dat bepaalde onderdelen van dit besluit verplicht moeten opgenomen worden, andere onderdelen door het OCMW zelf worden ingevuld binnen de grenzen van dat besluit en nog andere onderdelen moeten worden overgenomen uit de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel; overwegende dat de OCMW's, tot uiterlijk 1 juli 2011 de tijd hebben om zich te conformeren aan deze minimale voorwaarden, met uitzondering van de minimale voorwaarden over de jaarlijkse vakantiedagen en de feestdagen die op 1 januari 2011 direct en dwingend in werking treden; overwegende dat om aan de minimale voorwaarden te voldoen, het huidig bestaande administratief en geldelijk statuut of rechtspositieregeling van het personeel vermeld in artikel 104, 2 en 6 van het OCMW-decreet, met ingang van 1 januari 2011 moet vervangen worden door een nieuwe rechtspositieregeling;

7 overwegende dat het voorstel van nieuwe rechtspositieregeling voor genoemde personeelsgroepen vertrekt van de tekst, opbouw en structuur van het besluit van de gemeenteraad van 18 december 2008 houdende goedkeuring van het reglement rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel en de wijzigingen bij gemeenteraadsbesluiten van 18 juni 2009, 24 september 2009, 22 oktober 2009, 28 januari 2010 en 4 maart 2010, gelet op de vraag van de stad om artikel 108 bis te schrappen; Artikel 1 Stelt de rechtspositieregelingen voor het specifieke personeel, de secretaris, de financieel beheerder en het voltallige personeel van de bijzondere diensten vast en voegt deze als bijlage 1 en 2 bij dit besluit om er integraal deel van uit te maken. Op vraag van de stad wordt artikel 108 bis geschrapt. Art. 2 Heft alle voorgaande beslissingen houdende regeling van de rechtspositie van het specifieke personeel, de secretaris, de financieel beheerder en het voltallige personeel van de bijzondere diensten op. De opheffing geldt onverminderd de overgangs- en opheffingsbepalingen voorzien in de rechtspositieregeling zoals vermeld in artikel 1. Art. 3 Dit besluit treedt inwerking vanaf 1 juli Art. 4 Aan de stad zal gevraagd worden terug te komen op de schrapping van artikel 108 bis. Art. 5 Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet). Gezien deze boeken betreffende de rechtspositieregeling een zeer lijvig document uitmaken worden deze apart ingebonden.

8 PATRIMONIUM 3. WOONZORGCENTRUM KLATERINGEN: BETEKENING KADASTRAAL INKOMEN: KENNIS- GEVING UITLEG KADASTER gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op het schrijven van 20 juli 2011 waarbij de administratie van het kadaster het OCMW Ninove, overeenkomstig artikel 495 van het wetboek van de inkomstenbelasting, een schatting van het kadastraal inkomen betekent aan het OCMW Ninove voor het woonzorgcentrum Klateringen; gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 29 juni 2011 om bij de controle van het kadaster uitleg te vragen over de berekeningswijze en waarbij tevens aan de voorzitter machtiging verleend werd om bezwaar in te dienen tegen de schatting van het Kadastraal inkomen van het woonzorgcentrum Klateringen indien uit het onderzoek zou blijken dat dit in het belang van het OCMW is; overwegende dat het betekend kadastraal inkomen het gemiddelde normaal nettoinkomen van één jaar vertegenwoordigt d.w.z. de huurprijs die in normale omstandigheden kon worden bekomen (of had kunnen ontvangen worden indien het goed verhuurd was) verminderd met een forfaitaire som, die de onderhouds- en herstellingskosten vertegenwoordigt, van 40 % voor een bebouwd onroerend goed en 10 % voor een onbebouwd perceel; overwegende dat deze normale netto huurwaarde vastgesteld werd rekening houdend met de aan het perceel eigen elementen en met de huurprijzen behorend bij het geheel van de referentiepercelen die voor de beschouwde goederen in aanmerking werden genomen; overwegende dat wanneer voor een bebouwd perceel geen gepast referentieperceel gevonden wordt, het kadastraal inkomen berekend wordt door het tarief 5,3 % toe te passen op de normale verkoopwaarde van het perceel, op 1 januari 1975, vastgesteld volgens de in dergelijk geval door de schatters van onroerende goederen gevolgde methoden; overwegende dat het kadastraal inkomen ten bedrage van EUR geacht wordt te bestaan vanaf 1 februari 2010; overwegende dat overeenkomstig artikel 499 van het wetboek voor inkomstenbelasting de uiterste datum voor het indienen van bezwaar 22 augustus 2011 was. overwegende dat om geldig te zijn het bezwaar, wat de ontvankelijkheid betreft, op straffe van nietigheid moet voldoen aan een aantal voorwaarden:

9 overwegende dat het op de tabel ingeschreven kadastrale inkomen definitief wordt als er binnen de gestelde termijn geen geldig bezwaar ingediend werd; overwegende dat het kadastrale inkomen, aangepast aan de evolutie van de consumptieprijzen, dient als grondslag waarop de onroerende voorheffing wordt berekend; overwegende dat het kadaster Aalst bij van 25 juli 2011 bevestigde dat het desbetreffende kadastraal inkomen de code 2 G heeft, wat neerkomt op een onbelastbaar gebouw, dat het dus vrijgesteld is van onroerende voorheffing; Artikel 1 Kennis te nemen van de uitleg van het kadaster : Naar aanleiding van de betekening van het kadastraal inkomen (= EUR) voor de eigendom en na telefonisch contact, bevestigen wij dat het desbetreffende kadastraal inkomen de code 2 G heeft, wat neerkomt op een onbelastbaar gebouw, dat dus vrijgesteld is van onroerende voorheffing. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet) 4. BESLISSING TOT OPENBARE VERKOOP VAN PERCEEL TE DENDERWINDEKE: AANVAARDING SCHATTINGSVERSLAG gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de omzendbrief 2010/02 van 12 februari 2010 betreffende de te volgen procedure bij vervreemding van onroerende goederen door openbare besturen; gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 6 december 1994 waarbij de pachtopzeg aanvaard werd, gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 6 december 1994 waarbij beslist werd tot vervreemding van het perceel; gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 oktober 1999 waarbij beslist werd tot het niet instellen van een verhuringsprocedure;

10 gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 november 2003 waarbij beslist werd om de beslissing van 6 december 1994 van openbare tekoopstelling in te trekken omdat er geen kandidaat kopers waren en er nog bomen op de weide stonden; gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 20 november 2003 waarbij beslist werd om kaprijpe populieren rond de weide gelegen te Denderwindeke sectie B nummer 323 a te verkopen en de verplichte herbeplanting over het volledige perceel uit te spreiden; gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 november 2004 houdende de gunning om de bomen te kappen gelet dat er nu interesse is om het perceel te Denderwindeke sectie B nummer 323a te kunnen aankopen; gelet dat een schattingsverslag aangevraagd werd; overwegende dat het een perceel met een oppervlakte van 50 are 80 centiaren groot betreft; overwegende dat dit perceel nu volledig herbebost is met een 80-tal populieren en dat er een onderetage aangeplant is met es, esdoorn en els; overwegende dat wij op 21 juni 2011 van de Inspecteur van het Registratiekantoor Ninove het schattingsverslag mochten ontvangen waarbij het goed geschat werd op 1,50 /m², wat voor het geheel neerkomt op EUR; Artikel 1 Bij een volgende openbare verkoop het perceel bos te Denderwindeke met kadastrale gegevens 7 de afdeling sectie B nummer 323a met een oppervlakte van 50 are 80 ca groot, te koop aan te bieden aan de instelprijs van EUR. Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). ECONOMAAT 5. LEVERING DRANKEN VOOR DE CAFETARIA AAN HET WZC KLATERINGEN: VASTSTELLING WIJZE VAN GUNNEN EN VOORWAARDEN gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen;

11 gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten meer bepaald artikel a; en op de Koninklijke Besluiten van 8 januari 1996 en 26 september 1996; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het KB van 8 januari 1996 in verband met de bijzondere bepalingen betreffende de onderhandelingsprocedure; Overwegende dat in het kader van de begrotingsregelgeving en het doen samenvallen met het kalenderjaar het wenselijk is de opdracht te gunnen voor 1 jaar (vanaf 01/01/2012 tot 31/12/2012) met mogelijkheid van stilzwijgende verlenging met een maximum looptijd van drie jaar. Het bedrag van de opdracht wordt geraamd op (excl. btw) op jaarbasis; Overwegende dat de voorwaarden voor deze opdracht als volgt omschreven zijn: levering van bieren, waters, frisdranken (kleine flesjes), (glazen inbegrepen + mogelijkheid tot gebruik van extra toog, wastafel, enz.) alsook de mogelijkheid tot het verkrijgen van huiswijnen; Overwegende dat de prijs van de opdracht op jaarbasis geraamd is op (excl. btw); Overwegende dat de daartoe bestemde budgeten voorzien worden onder activiteitencentra 8341, artikelnummer voor de boekjaren en 2014; Overwegende dat de heer ontvanger hiervoor zijn visum heeft gegeven; Overwegende dat hiervoor de nodige raadplegingen bij de volgende bierhandelaars zullen gedaan worden. Deze handelaars zijn: Drankencentrale Malfroid, Oude Kaai 34, 9400 Ninove Drankendistributie Vandenameele NV, Meistraat 4, 9300 Aalst Dranken Pede, Doelstraat 10, 9520 St. Lievens-Houtem Dranken Stravbier, Parochiestraat 4, 9472 Iddergem PVBA Vermassen, Oud dorp 56, 9450 Heldergem Artikel 1 Er zal een opdracht gegund worden met als omschrijving: levering dranken voor de cafetaria van het WZC Klateringen voor een periode van één jaar vanaf 01 januari 2012 met mogelijkheid van stilzwijgende verlenging van een jaar met een maximum tot drie jaar.

12 Art. 2 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet) 6. AANKOOP VAN TWEE STOELWEEGSCHALEN VOOR WZC KLATERINGEN: VASTSTEL- LING WIJZE VAN GUNNEN EN GUNNING gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van de Raad van 17 februari 2003; waarbij reeds een stoelweegschaal type Seca werd gegund aan de firma 2 Care uit Waregem op basis van de meest voordelige offerte; gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 17 2, 1 f welke slaat op aankopen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien; gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; gelet op de vraag van dhr. Sonck om de uniformiteit te willen bewaren met de reeds aangekochte stoelweegschalen en te opteren voor het model Seca type 952; overwegende dat er aanleiding is om een opdracht te gunnen met als voorwerp de levering van nog 2 bijkomende stoelweegschalen merk Seca type 952 voor het WZC Klateringen; overwegende dat de prijs van de opdracht vastgesteld werd op EUR excl. btw; gelet op de raadpleging van twee firma s welke over stoelweegschalen van het merk Seca beschikken zijnde : de firma THUISZORGWINKEL OOST VLAANDEREN, welke ons een offerte maakt, zijnde de Seca elektronische weegschaal ref aan de prijs van 860,66 EUR/st of 1.721,32 EUR voor 2 st./excl. 21% btw. met bovenop een bonus van 1 tot en met 2 % welke in rekening wordt gebracht op de totaalaankoop van het dienstjaar en de firma ARSEUS MEDICAL welke ons een offerte maakt, zijnde de Seca electronische weegschaal ref. 952 aan de prijs van 982,08 EUR/st of 1.964,16 EUR 5% korting (of - 98,21 EUR) = 1.865,95 EUR voor 2 st./ excl. 21% btw;

13 overwegende dat de meest voordelige offerte werd ingediend door de firma Thuiszorgwinkel Oost Vlaanderen; overwegende dat de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, meer bepaald artikel 17 2, 1 f de mogelijkheid biedt aankopen te doen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien; overwegende dat de nodige budgeten voorzien zijn op het investeringsbudget onder project 2011/5 act.8341 art ; gelet op het visum van de heer ontvanger; Artikel 1 Er wordt een opdracht gegund via onderhandelingsprodedure met als voorwerp de aankoop van 2 stoelweegschalen model Seca voor het WZC Klateringen aan firma THUISZORGWINKEL OOST VLAANDEREN, zijnde de Seca elektronische weegschaal ref aan de prijs van 860,66 EUR/ st of 1.721,32 EUR voor 2 st./excl. 21% btw met een bonus van 1 tot en met 2 % bovenop de prijsofferte welke verrekend wordt op de totaalaankoop van het dienstjaar 2011; om volgende reden : om de uniformiteit te bewaren met de reeds aangekochte stoelweegschaal alsook om esthetische en praktische redenen werd beroep gedaan op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten meer bepaald op artikel 17 2, 1 welke slaat op aankopen bij een bepaald leverancier die ertoe strekken reeds gedeeltelijk tot stand gebrachte uitrusting op homogene wijze te voltooien. Art. 2 De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal gefinancierd worden met eigen middelen. Art. 3 Dit besluit wordt meegedeeld op de toezichtlijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet). FINANCIËN 7. FINANCIËLE RAPPORTAGE EERSTE SEMESTER 2011 gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008;

14 gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op artikel 167 van het ocmw-decreet aangaande dat de financieel beheerder minstens eenmaal per jaar rapporteert aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn; Artikel 1 semestriële financiële rapportage aangaande de evolutie van de exploitatiebudgetten en het overzicht van de thesaurietoestand Art. 2 Een kopie van dit besluit wordt binnen de 20 dagen na deze zitting gelijktijdig verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 255 van het ocmw-decreet) SOCIALE DIENST 8. AANVAARDING VOORSTEL STAD TOT GRATIS TERBESCHIKKINGSTELLING VAN EEN WONING NEDERWIJK NINOVE AAN HET OCMW ALS CRISISOPVANGWONING Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere aanvullingen; gelet op het ocmw-decreet van 19 december 2008; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008; gelet op de beslissing van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst van 21 maart 2011 inzake stopzetting hoofdhuurcontract voor de woning Achturenstraat Ninove, daar deze woning verouderd is en hierdoor niet meer geschikt is om te gebruiken als crisisopvang; gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 28 februari 2002 houdende goedkeuring van de verhuur van de stadswoning Nederwijk 81 aan het Sociaal Verhuurkantoor Ninove, mits een maandelijkse huurprijs van 223,10 EUR, met uitsluiting van indexatie; overwegende dat de onderhuurster van de woning Nederwijk 81 te 9400 Ninove, haar opzeg deed en deze vrij kwam op 1 februari 2011; gelet op de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad en OCMW die besproken werd op de OCMW-raadszitting van 21 februari 2002 waarbij het volledig beheer van de crisisopvangcentra overgedragen werd van de Stad Ninove naar het OCMW Ninove; overwegende dat de Stad Ninove eigenaar blijft van de drie gebouwen maar ze gratis ter beschikking gesteld wordt aan het OCMW voor crisisopvang;

15 gelet op ons schrijven gericht naar de Stad Ninove met de vraag om de stadswoning Nederwijk Ninove, te herzien van SVK-woning naar crisisopvangwoning en gelijk te stellen aan de andere stadswoningen in het kader van het SIF-beleidsplan; gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 23 juni 2011 waar de herbestemming van de stadswoning Nederwijk 81 te 9400 Ninove, als crisisopvangwoning werd goedgekeurd alsook dat deze woning gelijk gesteld wordt binnen de samenwerkingsovereenkomst aan de andere stadswoningen; Artikel 1 Tot aanvaarding voorstel Stad Ninove tot gratis terbeschikkingstelling van een woning Nederwijk Ninove, aan het OCMW als crisisopvangwoning. De bepalingen van de op 21 februari 2002 goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst met de Stad wordt van toepassing gesteld op deze ingebruikname. Art. 2 Dit besluit wordt medegedeeld op de toezichtslijst die binnen de 20 dagen na deze zitting wordt verzonden naar het College van Burgemeester en Schepenen en naar de provinciegouverneur (art. 254 van het ocmw-decreet).