Ontwerprichtlijn brandbeveiliging Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol. Versienummer: 1.2 Datum:
|
|
- Merel Martens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Amsterdam Airport Schiphol Naam eigenaar: Afdeling eigenaar: Versienummer: 1.2 M.E. Bos A/ASM/TRE/AOA Datum:
2 Ontwerprichtlijn brandbeveiliging Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol Schiphol, Opgesteld door : M.E. Bos Bedrijfsonderdeel : A/SSE/FBM Opdrachtgever : E.J. Oomes Bedrijfsonderdeel : A/SSE/F (Brandweer Schiphol) Documentnummer : 2002/A/BRW-01 Versie : 1.2 Status : Definitief
3 Schiphol Nederland B.V. Copyright Dit document is eigendom van Schiphol Nederland B.V. (SNBV). Gebruik hiervan, alsmede het (doen) aanbrengen van elke aanvulling / wijziging behoeft uitdrukkelijke toestemming van SNBV. Ontstane schade komt voor rekening van de betreffende gebruiker / schadeveroorzaker. SNBV sluit elke aansprakelijkheid voor schade, ontstaan door het gebruik van de in dit document gegeven informatie, nadrukkelijk uit.
4 Documentbeheer Gegevens Manager BA A.P.J.M. Rutten D/DIR Manager Afdeling E.J. Oomes A/SSE/F Manager Unit T.H.T. van Maastrigt A/SSE/FBM Auteur versie 1.1 R.P. Wevers A/BRW/P&P Medewerkers versie 1.1 P. van Moerkerken P/B/TB R.G.A. Walters P/N R. Hagen Nibra L. Witloks Nibra H. Veltkamp Nibra Documentbeheerder M.E. Bos A/SSE/FBM Historie Titel Ontwerprichtlijn Brandbeveiliging Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol Documenttype Richtlijn Documentcode 2002/A/BRW-01 Versienummer 1.2 Status Definitief Referentie Document Veiligheid Amsterdam Airport Schiphol (d.d versie 3) Trefwoorden brandveiligheid brandbeveiliging Terminalcomplex Bouwbesluit complexe gebouwen Datum verschijning Datum Status/versie Aard activiteit Door Concept / 0.1 Initiëren document R.P. Wevers A/BRW/P&P P. v. Moerkerken P/B/TB R.G.A. Walters P/N Concept / 0.2 Controle en redactioneel R.P. Wevers A/BRW/P&P Concept / 0.3 Bijstellingen n.a.v. klankbordgroep R.P. Wevers A/BRW/P&P Definitief / 1.0 Eindredactie R.P. Wevers A/BRW/P&P Definitief / 1.1 Tekstuele aanpassingen R.P. Wevers A/BRW/P&P Definitief / 1.2 Doorvoeren verzamelde wijzigingen M.E. Bos A/SSE/FBM Goedkeuring Dit document is vastgesteld in de S&E-board van 24 juni 2008.
5 Inhoudsopgave AFKORTINGEN EN BEGRIPSBEPALINGEN INLEIDING DOEL ONTWERPRICHTLIJN OPBOUW ONTWERPRICHTLIJN AFWIJKEN VAN DE ONTWERPRICHTLIJN UITWERKING ONTWERPRICHTLIJN IN ONTWERPGRONDSLAGEN OPSTELLEN BRANDBEVEILIGINGSPLANNEN BASISNIVEAU BRANDBEVEILIGING TERMINALCOMPLEX DOEL BASISNIVEAU BRANDBEVEILIGING TERMINALCOMPLEX BRANDCOMPARTIMENTEN DOEL BASISNIVEAU BRANDCOMPARTIMENTEN AANVULLEND VOORSCHRIFT TECHNISCHE RUIMTE VOORSCHRIFT GELIJKWAARDIGHEID BRANDCOMPARTIMENTEN WBDBO-eis omhulling brandcompartiment Bepaling compartimentgrootte Verhoging gemiddelde vuurbelasting ROOKCOMPARTIMENTEN & ONTVLUCHTING DOEL BASISNIVEAU ROOKCOMPARTIMENTEN & ONTVLUCHTING AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN ONTVLUCHTING Vluchtwegplattegronden BHV-kasten Verzamelplaatsen GELIJKWAARDIGHEID ROOKCOMPARTIMENT & ONTVLUCHTING CONSTRUCTIEVE VEILIGHEID DOEL BASISNIVEAU CONSTRUCTIEVE VEILIGHEID AANVULLEND VOORSCHRIFT BRANDWERENDHEID DRAAGCONSTRUCTIE Brandwerendheid hoofddraagconstructie Brandwerendheid andere constructieonderdelen Verhogen brandwerendheid constructies MATERIALEN DOEL BASISNIVEAU MATERIALEN AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN MATERIALEN Eisen materialen dak Eisen bouwmaterialen niet grenzend aan buitenlucht Isolatiemateriaal Vloer, hellingbaan en trap Rolbanen, rolhellingbanen en roltrappen Kabels Inrichting, aankleding en versiering Gordijnen TOXICITEIT MATERIALEN Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
6 7 INSTALLATIES DOEL BASISNIVEAU INSTALLATIES ALGEMEEN VOORSCHRIFT INSTALLATIES BRANDBEVEILIGINGSINSTALLATIES Brandmeldinstallatie Sprinklerinstallatie Rook- en warmteafvoerinstallatie Ontruimingsinstallatie Brandslanghaspels Noodverlichting publiek toegankelijke ruimten Vluchtwegaanduiding Blusleiding Gasblusinstallaties Kleine blusmiddelen Brandkleppen OVERIGE INSTALLATIES Vergrendeling van deuren met een vluchtfunctie Keukenafzuigsystemen Liften Rolbanen, rolhellingbanen en roltrappen Luchtbehandeling- en ventilatie-installatie BRANDWEERVOORZIENINGEN DOEL BASISNIVEAU BRANDWEERVOORZIENINGEN AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN BRANDWEERVOORZIENINGEN Bluswatervoorziening Toetreding brandweer Materiaalkasten GERAADPLEEGDE LITERATUUR Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
7 Afkortingen en begripsbepalingen AAS: A/SSE/F: A/TRE/ISM: Brandcompartiment: Droge blusleiding: Amsterdam Airport Schiphol Fire Brigade (Brandweer Schiphol, bedrijfsbrandweer) Infrastructure & Systems Management (gebouwbeheerder) gedeelte van een of meer bouwwerken bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand (conform begripsbepaling Bouwbesluit 2003). leiding in of aan een gebouw bedoeld voor het transport van bluswater conform NEN Gemiddelde vuurbelasting: conform begripsbepaling methode Beheersbaarheid van Brand Hoofddraagconstructie: Maatregelfactor: Natte blusleiding: een deel van een bouwconstructie waarvan het bezwijken leidt tot het bezwijken van constructieonderdelen die niet in de directe nabijheid van het bezweken onderdeel zijn gelegen. Deze definitie geldt, in afwijking van Bouwbesluit 2003, ook bij brandomstandigheden. een factor die wordt gehanteerd bij de bepaling van het maximale oppervlak van een brandcompartiment in de methode Beheersbaarheid van Brand leiding in of aan een gebouw bedoeld voor het transport van bluswater welke permanent voorzien is van bluswater. Permanente vuurbelasting: vuurbelasting als bedoeld in NEN Primaire Bluswatervoorziening: Rookcompartiment: een bluswatervoorziening die: de mogelijkheid biedt om middels een verbinding met de bluswatervoorziening, binnen drie minuten na aankomst, een tankautospuit van bluswater te voorzien; na aansluiting direct en onafgebroken voldoende water uit de bluswatervoorziening kan leveren. gedeelte van een of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van rook (conform begripsbepaling Bouwbesluit 2003). Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
8 Secundaire Bluswatervoorziening: Technische ruimte: Tertiaire Bluswatervoorziening: Verbouw: WBDBO: een bluswatervoorziening die: een brandweereenheid de mogelijkheid biedt om binnen vijftien minuten na aankomst met een lage druk watertransport water op de brandhaard te hebben en; geen grotere afstand tot de (te verwachten) brandhaard mag hebben dan 320 meter, of 160 meter indien een bluswaterkanon moet kunnen worden ingezet. ruimte voor het plaatsen van de apparatuur, noodzakelijk voor het functioneren van een gebouw, waaronder in elk geval begrepen een meterruimte, een liftmachineruimte en een stookruimte (conform begripsbepaling Bouwbesluit 2003). Een bluswatervoorziening die: aanvullend is op de primaire en secundaire bluswatervoorziening; toepasbaar is ten behoeve van de rampenbestrijding of het grootschalig optreden; voorziet in een grote leveringscapaciteit; een grote afstand tot het brandobject mag hebben. het geheel of gedeeltelijk veranderen of het vergroten van een bouwwerk. weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag als bedoeld in NEN6068 (conform begripsbepaling Bouwbesluit 2003). Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
9 1 Inleiding 1.1 Doel ontwerprichtlijn Voor u ligt de Ontwerprichtlijn Brandbeveiliging Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol. Deze ontwerprichtlijn beschrijft de bouwkundige en installatietechnische brandveiligheidseisen die voor het Terminalcomplex worden gehanteerd en geldt zowel voor het bestaande gebouw als voor verbouw en nieuwbouw. Deze ontwerprichtlijn maakt onderdeel uit van het brandveiligheidsbeleid 1 van Amsterdam Airport Schiphol (AAS) en vormt daarnaast één van de beheersmaatregelen die in het Terminal Veiligheids Management Systeem (TVMS) zijn opgenomen voor het scenario brand. In het TVMS is ook de wijzigingscyclus van dit document beschreven. Het Terminalcomplex is ook letterlijk een complex gebouw: er is sprake van een uitgestrekt gebouw dat in verbinding staat met een ondergronds treinstation, met veel verschillende functies onder één dak, veel internationale bezoekers, uitgebreide bagagesystemen en een operatie die zich 24 uur per dag afspeelt. De wettelijke brandveiligheidseisen, zoals opgenomen in het Bouwbesluit 2003 en de gemeentelijke bouwverordening, zijn niet toegesneden op het bijzondere karakter van de Terminal. Dit gegeven is aanleiding geweest om deze ontwerprichtlijn op te stellen. Dit document beschrijft op welke wijze een gelijkwaardige veiligheid wordt bereikt met de in het Bouwbesluit 2003 gegeven prestatie-eisen en geeft de afwijkingen en aanvullingen op de Nederlandse wet- en regelgeving. De brandveiligheid van een gebouw wordt bepaald door een samenspel van maatregelen en voorzieningen. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden in techniek, organisatie en gedrag. Deze ontwerprichtlijn heeft betrekking op de brandveiligheid van het Terminalcomplex van Amsterdam Airport Schiphol en beperkt zich tot de techniek. Om een integraal brandveilig gebouw te verkrijgen, is het noodzakelijk om naast de in dit document beschreven bouwkundige en installatietechnische voorzieningen, ook maatregelen te nemen op het gebied van gedrag en organisatie. Enkele voorbeelden hiervan zijn: het in stand houden van een goede BHV-organisatie, het hanteren van procedures voor brandgevaarlijke werkzaamheden en het stimuleren van het veiligheidsbewustzijn. De in deze ontwerprichtlijn gegeven voorschriften hebben betrekking op de brandveiligheid en niet specifiek op de bedrijfscontinuïteit in geval van brand. Hoewel in algemene zin geldt dat brandveiligheidsmaatregelen ook een positief effect zullen hebben op de bedrijfscontinuïteit wordt hier benadrukt dat met deze ontwerprichtlijn de bedrijfscontinuïteit bij brand niet volledig is afgedekt. Voor gebouwen die grenzen aan het Terminalcomplex is een afzonderlijke ontwerprichtlijn vastgesteld, te weten Ontwerprichtlijn brandbeveiliging gebouwen grenzend aan het Terminalcomplex Amsterdam Airport Schiphol (2003/A/BRW-01). 1 zoals dat is verwoord in het document Veiligheid Amsterdam Airport Schiphol (d.d versie 3) Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
10 1.2 Opbouw ontwerprichtlijn De opbouw van de in deze ontwerprichtlijn gegeven voorschriften bestaat uit: 1 basisniveau brandbeveiliging; 2 aanvullende voorwaarden voor het Terminalcomplex; 3 voorschriften voor het toepassen van gelijkwaardigheid. Het basisniveau brandbeveiliging Terminalcomplex wordt gevormd door de wettelijke eisen uit het Bouwbesluit 2003 en de gemeentelijke bouwverordening. Onder aanvullende voorschriften wordt aangegeven welke voorschriften in aanvulling op of in afwijking van het basisniveau voor het Terminalcomplex moeten worden gehanteerd. Onder gelijkwaardigheid wordt aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan de gelijkwaardigheidbepaling uit artikel 1.5 van het Bouwbesluit De volgende hoofdstukindeling is aangehouden: Basisniveau brandbeveiliging Terminalcomplex (hoofdstuk 2); Brandcompartimentering (hoofdstuk 3); Rookcompartimentering & ontvluchting (hoofdstuk 4); Constructieve veiligheid (hoofdstuk 5); Materialen (hoofdstuk 6); Installaties (hoofdstuk 7); Brandweervoorzieningen (hoofdstuk 8). 1.3 Afwijken van de ontwerprichtlijn Het is mogelijk dat in specifieke situaties binnen het Terminalcomplex de beoogde brandveiligheid op een andere wijze kan worden bereikt dan waarin de voorschriften uit deze ontwerprichtlijn voorzien. Het is mogelijk om van de ontwerprichtlijn af te wijken als kan worden onderbouwd dat met alternatieve voorzieningen en/of maatregelen een zelfde veiligheidsniveau kan worden bereikt als met deze ontwerprichtlijn wordt beoogd. Deze onderbouwing zal moeten bestaan uit een risicoanalyse, gebaseerd op een realistisch scenario van de specifieke situatie en een beschrijving van de beheersmaatregelen om deze risico s te beperken. De te treffen beheersmaatregelen kunnen betrekking hebben op (een combinatie van) techniek, organisatie en gedrag. Afwijkingen van de ontwerprichtlijn moeten de goedkeuring hebben van Brandweer Schiphol en dienen, met onderbouwing, in het betreffende brandbeveiligingsplan (zie 1.5) te worden vastgelegd. Afwijkingen die zijn toegestaan op een bepaalde locatie zijn niet automatisch toegestaan op andere locaties. Elke situatie zal afzonderlijk door brandweer Schiphol en A/TRE/ISM moeten worden beoordeeld. 1.4 Uitwerking ontwerprichtlijn in ontwerpgrondslagen De ontwerprichtlijn wordt verder uitgewerkt in de Ontwerpgrondslagen Brandveiligheid Terminalcomplex, die worden opgesteld door A/TRE/ISM. Deze grondslagen beschrijven, binnen de kaders van deze ontwerprichtlijn, in detail per brandveiligheidsvoorziening de door AAS gehanteerde eisen. Deze ontwerpgrondslagen moeten door Brandweer Schiphol worden goedgekeurd. 1.5 Opstellen brandbeveiligingsplannen De voorschriften uit deze ontwerprichtlijn en de hierboven genoemde grondslagen dienen te worden aangehouden voor het bestaande Terminalcomplex en bij verbouw en nieuwbouw. De voorzieningen die op basis van deze voorschriften noodzakelijk zijn dienen per gebouwdeel of brandcompartiment in een brandbeveiligingsplan te worden vastgelegd. Ook de specifieke maatregelen op het gebied van organisatie en gedrag dienen hierin te worden opgenomen. Het brandbeveiligingsplan geeft hiermee een onderbouwing van de integrale brandveiligheid in een gebouwdeel of brandcompartiment en kan worden gebruikt voor beheer, controle, toetsing van bouwplannen en als onderbouwing van de brandveiligheid richting de gemeente. De brandbeveiligingsplannen moeten door Brandweer Schiphol worden goedgekeurd. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
11 2 Basisniveau brandbeveiliging Terminalcomplex 2.1 Doel Het basisniveau brandbeveiliging vormt het uitgangspunt voor de brandbeveiliging in het terminalcomplex. Dit basisniveau wordt gevormd door het wettelijke kader met de aanvulling dat Amsterdam Airport Schiphol ervoor heeft gekozen om het totale Terminalcomplex op het niveau van de nieuwbouwvoorschriften voor brandveiligheid uit het Bouwbesluit 2003 te brengen. De specifieke uitwerking wordt per onderwerp gegeven in de hierop volgende hoofdstukken. Tevens worden in deze hoofdstukken de, vanwege de aard en omvang van het terminalcomplex, noodzakelijk geachte verhogingen en afwijkingen van dit basisniveau gegeven. Indien voor een specifieke situatie in het terminalcomplex geen nader voorschrift is gegeven in de volgende hoofdstukken is dus het hier gegeven basisniveau van kracht. 2.2 Basisniveau brandbeveiliging Terminalcomplex Voor het gehele Terminalcomplex geldt het brandveiligheidniveau nieuwbouw uit het Bouwbesluit Voor de bestaande Terminal wordt het Bouwbesluit aangehouden, zoals dat per 1 januari 2003 luidde. Bij verbouw en nieuwbouw geldt het vigerende Bouwbesluit. Voor het gehele Terminalcomplex gelden de brandveiligheidsvoorschriften uit de bouwverordening van de gemeente Haarlemmermeer. Naar verwachting worden deze brandveiligheidseisen per 1 oktober 2008 vervangen door het Besluit Brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit). Wanneer dit van kracht wordt, dient aan deze landelijke voorschriften te worden voldaan. Daar waar (brand)gevaarlijke stoffen worden gebruikt of opgeslagen dient te worden voldaan aan de van toepassing zijnde milieuregelgeving en bepalingen uit de milieuvergunning. Juridische werking Bouwbesluit 2003 Het Bouwbesluit 2003 bevat minimum bouwtechnische brandveiligheidsvoorschriften voor bestaande bouwwerken en nieuw te bouwen bouwwerken. De nieuwbouwvoorschriften zijn gericht op het waarborgen van een kwaliteitsniveau dat de regelgever minimaal gewenst acht voor nieuw te bouwen bouwwerken (rekening houdend met de actuele stand der techniek en de aan dat kwaliteitsniveau verbonden kosten). De voorschriften over de staat van bestaande bouwwerken hebben een totaal andere functie. De daarin vervatte eisen zijn bedoeld als absoluut bodemniveau, dat nimmer mag worden onderschreden omdat anders de (brand)veiligheid van dat bouwwerk en het gebruik daarvan geacht wordt direct in gevaar te zijn. Het in die eisen vervatte kwaliteitsniveau is dan ook nadrukkelijk geen streefniveau maar geeft een harde, kritische ondergrens aan: lager dan dit bodemniveau mag nimmer want dat is te risicovol. De vaststelling van het niveau bestaande bouw heeft louter betrekking gehad op economische motieven. Het niveau is ongeveer het niveau waarop omstreeks 1930 gebouwd werd. Het is dus niet meer dan een geaccepteerd niveau en in veel gevallen allerminst een acceptabel niveau. Zodra een bouwwerk is opgeleverd en in gebruik is genomen, is het voor de toepassing van de bouwregelgeving een bestaand bouwwerk waarop de voorschriften van toepassing zijn die in het Bouwbesluit 2003 en de bouwverordening zijn opgenomen over de staat van bestaande bouwwerken. Dat betekent echter niet dat de eigenaar het kwaliteitsniveau van dat bouwwerk na de oplevering door ingrepen mag gaan verlagen, bijvoorbeeld tot het niveau dat in de voorschriften voor bestaande bouwwerken als bodemniveau is opgenomen. Het door ingrepen veranderen van de kwaliteit is namelijk bouwen in de zin van de Woningwet, wat meebrengt dat die ingrepen aan de nieuwbouweisen moeten voldoen (zij het dat soms ontheffing tot een lager kwaliteitsniveau mogelijk is). Burgemeester en Wethouders hebben op basis van artikel 13 van de Woningwet de mogelijkheid om in een concreet geval hogere eisen te stellen voor bestaande bouw. Op basis van artikel 13 van de Woningwet kunnen zij een gebouweigenaar verplichten om voorzieningen te treffen tot maximaal het nieuwbouwniveau. mits zij de noodzaak daarvan voldoende kunnen motiveren. Wanneer het voorgenomen gebruik op grond van de bouwverordening gebruiksvergunningplichtig is, kunnen burgemeester en wethouders voorwaarden over het brandveilig gebruik in de gebruiksvergunning opnemen (waaronder zonodig een gebruiksbeperking) en in het uiterste geval de gebruiksvergunning weigeren indien door het stellen van zulke gebruiksvoorwaarden geen voldoende brandveilig gebruik kan worden bereikt. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
12 De directie van AAS heeft ervoor gekozen om de brandbeveiliging van het totale Terminalcomplex op nieuwbouwniveau te brengen, waarbij voor de bestaande Terminal het Bouwbesluit wordt aangehouden, zoals dat per 1 januari 2003 luidde. Deze keuze is vooral gebaseerd op de continue verandering, verbouwing en vernieuwing van het Terminalgebouw. Omdat het gebouw nooit klaar is zou het complex worden om ieder moment aantoonbaar te voldoen aan de eisen die onder bestaande bouw en nieuwbouw vallen. Juridische werking gemeentelijk bouwverordening De bouwverordening bevat voorschriften over het brandveilig gebruik van bouwwerken. Het niveau van de voorschriften is voor bestaande bouwwerken en nieuw te bouwen bouwwerken gelijk. Naar verwachting worden deze voorschriften op korte termijn opgenomen in een landelijke AMVB (het Gebruiksbesluit). Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
13 3 Brandcompartimenten 3.1 Doel Om te voorkomen dat een beginnende brand zich ongehinderd kan uitbreiden, gelden er voorschriften voor de brandcompartimentering. Door middel van de brandcompartimentering wordt bereikt dat het aantal personen, dat aan direct gevaar wordt blootgesteld, beperkt is en dat de brandweer in de gelegenheid wordt gesteld de brand tijdig beheersbaar te krijgen. Bij de brandcompartimentering wordt onderscheid gemaakt tussen de compartimentering van het gebouw als zodanig om te voorkomen dat de brand zich uitbreidt naar een ander gebouw of belending en de nadere opdeling van het gebouw in brandcompartimenten. Bij deze laatste compartimentering wordt wederom een onderscheid gemaakt, te weten tussen de brandcompartimentering en de subbrandcompartimentering. De brandcompartimentering is van toepassing op alle gebouwfuncties. De subbrandcompartimentering daarentegen is van toepassing op gebouwfuncties die mede bestemd zijn voor overnachting en/of waar sprake is van niet of verminderd zelfredzame personen, zoals in het geval van bijvoorbeeld de logiesfunctie. De subbrandcompartimentering heeft als specifiek doel het vergroten van de veiligheid van personen in een gebouw. 3.2 Basisniveau brandcompartimenten Voor het brandbeveiligingsniveau nieuwbouw worden de wettelijke voorschriften gegeven in het Bouwbesluit 2003 afdeling 2.13 en Voor de bestaande Terminal wordt het Bouwbesluit aangehouden, zoals dat per 1 januari 2003 luidde. Bij verbouw en nieuwbouw geldt het vigerende Bouwbesluit. 3.3 Aanvullend voorschrift technische ruimte Een technische ruimte in de zin van het Bouwbesluit, of een ruimte waarin apparatuur functioneert met een vermogen van 2,5 kva of meer, dient te allen tijde een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van ten minste 60 minuten te hebben. Technische ruimtes zijn over het algemeen knooppunten van systemen en dientengevolge vaak essentieel voor bedrijfsprocessen maar gelijktijdig ook kwetsbaar voor verstoringen. Bovendien is de kans op brand in een technische ruimte vrij groot. De hier voorgeschreven compartimentering heeft tot doel de technische ruimte gedurende enige tijd te beschermen tegen een brand in een naastgelegen ruimte. 3.4 Voorschrift gelijkwaardigheid brandcompartimenten Het invulling geven aan afdeling 2.22 Grote brandcompartimenten van het Bouwbesluit 2003 dient te geschieden door middel van maatregelpakket IV (sprinkler) uit de leidraad Beheersbaarheid van Brand 2007 (uitgave ministerie van BZK, april 2007) met de hier gegeven aanvullingen. De sprinklerinstallatie moet hierbij voldoen aan de eisen zoals geformuleerd onder paragraaf Sprinklerinstallatie WBDBO-eis omhulling brandcompartiment In mogelijke afwijking van de methode Beheersbaarheid van Brand 2007 (maatregelpakket IV) moet als WBDBO-eis voor de omhulling van het brandcompartiment 60 minuten worden aangehouden. Binnen de methode Beheersbaarheid van Brand 2007 kan de WBDBO-eis voor de omhulling van het brandcompartiment, afhankelijk van de gemiddelde vuurbelasting en de grootte van het compartiment, onder of ruim boven de 60 minuten uitkomen. Het maken van brandscheidingen met een brandwerendheid van meer dan 60 minuten is in de praktijk binnen het Terminalcomplex niet uitvoerbaar. Aan de andere kant levert een brandwerendheid van bijvoorbeeld 30 minuten weinig financieel voordeel op ten opzichte van 60 minuten, terwijl dit laatste wel meer flexibiliteit voor de operatie biedt. Daarom wordt in bovenstaand voorschrift de WBDBO-eis op 60 minuten gesteld. In samenhang met alle in deze ontwerprichtlijn beschreven brandbeveiligingsmaatregelen (waaronder de in gestelde beperking aan de compartimentgrootte) geeft dit een gelijkwaardig veiligheidsniveau. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
14 3.4.2 Bepaling compartimentgrootte De maximale grootte van een brandcompartiment moet worden bepaald volgens de methode Beheersbaarheid van Brand 2007 (maatregelpakket IV, sprinkler), maar mag de m2 gebruiksoppervlakte niet overschrijden. Binnen de methode Beheersbaarheid van Brand 2007 zijn met het maatregelpakket IV (sprinkler) zeer grootte brandcompartimenten mogelijk. Binnen de filosofie van de methode mag het gehele brandcompartiment in geval van het falen van de sprinklerinstallatie verloren gaan, zolang de brand zich maar niet uitbreidt naar aangrenzende brandcompartimenten. Vanuit bedrijfscontinuïteit en schadebeperking wordt dit voor het Terminalcomplex als zeer ongewenst gezien. Om deze reden, en om een effectieve en veilige inzet van de brandweer mogelijk te maken, wordt in bovenstaand voorschrift een nadere grens gesteld aan de grootte van een brandcompartiment. Deze beperking van de compartimentgrootte maakt het mogelijk om, in samenhang met de overige voorschriften uit deze ontwerprichtlijn, de WBDBO te beperken tot 60 minuten, zoals omschreven in Het financiële voordeel van het toepassen van zeer grote brandcompartimenten in het Terminalcomplex is beperkt, omdat binnen zo n groot brandcompartiment in veel gevallen rookscheidingen met vluchtdeuren moeten worden aangebracht om een veilige ontvluchting mogelijk te maken Verhoging gemiddelde vuurbelasting De gemiddelde vuurbelasting, waarmee de maximale oppervlakte van het brandcompartiment wordt bepaald, dient de werkelijke of te verwachten gemiddelde vuurbelasting te zijn vermeerderd met de onnauwkeurigheid van de berekening. Gezien de onzekerheid in vuurlast bepalingen enerzijds en de wens tot flexibiliteit in de operatie anderzijds is de vuurlast waarmee de compartimentgrootte wordt bepaald vermeerderd. Zo dient bijvoorbeeld een vuurbelasting van 120 kg vurenhout per m 2 bepaald met een nauwkeurigheid van + of - 10% in de berekeningen mee te worden genomen als 132 kg vurenhout per m 2. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
15 4 Rookcompartimenten & ontvluchting 4.1 Doel Om er voor te zorgen dat personen in geval van brand een gebouw veilig kunnen verlaten, gelden er voorschriften voor de ontvluchting. Bij het in brand geraken van een gebouw kan rook ontstaan die belemmerend is voor de ontvluchting. Voorkomen moet worden dat personen te lange afstanden door de rook moeten afleggen. Het Bouwbesluit gaat er daarbij vanuit dat een persoon maximaal 30 seconden door de rook kan lopen. Uitgaande van een loopsnelheid van circa 1 m/sec komt men in het Bouwbesluit tot een loopafstand van 30 meter. In gebouwen met een zeer geringe bezetting (aantal personen per oppervlakte-eenheid) kunnen grotere loopafstanden worden gehanteerd omdat vluchtende personen een grotere snelheid kunnen ontwikkelen doordat ze elkaar tijdens het vluchten niet hinderen. Vanwege specifieke situaties kunnen langere loopafstanden toegestaan worden. Indien de toegestane loopafstanden binnen een brandcompartiment worden overschreden, dient dit compartiment opgedeeld te worden in twee of meer rookcompartimenten. Met de opdeling van een gebouw in rookcompartimenten wordt beoogd dat, tijdens de periode dat het gebouw ten gevolge van brand moet worden ontruimd, de vluchtmogelijkheden in voldoende mate vrij zijn van rook. Bij het bepalen van de rookcompartimenten speelt het aantal en de situering van de vluchtroutes een belangrijke rol. Het aantal en de situering van de vluchtroutes is van doorslaggevende betekenis voor de veiligheid van een gebouw. In beginsel moet vanuit elke voor het verblijf van personen bestemde ruimte in ten minste twee tegenovergestelde richtingen kunnen worden gevlucht. Hierop zijn slechts in beperkte mate uitzonderingen mogelijk. Met het oog op het veilig kunnen ontvluchten in geval van brand worden er eisen gesteld aan de inrichting van de vluchtroutes. Deze eisen hebben betrekking op de kwaliteit van de vluchtroutes en gaan onder meer over de vrije doorgangsbreedte, de onafhankelijkheid, de opvang- en doorstroomcapaciteit en de draairichting van deuren. Bij het vluchten uit een gebouw spelen drie aspecten een rol, te weten: de rookcompartimentering / loopafstanden; het aantal en de situering van de vluchtroutes en uitgangen; de inrichting van de vluchtroutes en uitgangen. 4.2 Basisniveau rookcompartimenten & ontvluchting Voor het brandbeveiligingsniveau nieuwbouw worden de wettelijke voorschriften gegeven in het Bouwbesluit 2003 afdeling 2.15 t/m Voor de bestaande Terminal wordt het Bouwbesluit aangehouden, zoals dat per 1 januari 2003 luidde. Bij verbouw en nieuwbouw geldt het vigerende Bouwbesluit. 4.3 Aanvullende voorschriften ontvluchting Vluchtwegplattegronden In het gehele Terminalcomplex dienen vluchtwegplattegronden te zijn aangebracht, conform de door Schiphol opgestelde lay-out en plaatsingsrichtlijn. Vluchtwegplattegronden worden indirect vanuit de Arbo-wet vereist. Dikwijls worden ze echter ook op grond van de gebruiksvergunning door de gemeente vereist. Om te voorkomen dat de gehele terminal vol komt te hangen met allerlei soorten vluchtwegplattegronden (wat de veiligheid en beheersbaarheid geen goed doet) is de hier voorgeschreven richtlijn opgesteld. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
16 4.3.2 BHV-kasten In het gehele Terminalcomplex dienen BHV-kasten te worden geplaatst met de voor de Bedrijfshulpverlening in acute situaties benodigde hulpmiddelen. Nadere eisen voor de BHV-kasten zijn opgenomen in de Ontwerpgrondslagen Brandveiligheid Terminalcomplex. BHV-kasten worden niet direct vanuit de regelgeving vereist. Wel wordt er vanuit de Arbo-wetgeving vereist dat BHV-ers beschikken over de juiste hulpmiddelen om hun taken te kunnen uitvoeren. Binnen het Terminalcomplex wordt daar middels de genoemde kasten met hulpmiddelen uitvoering aan gegeven Verzamelplaatsen Rond het Terminalcomplex dienen verzamelplaatsen te worden gerealiseerd. Deze verzamelplaatsen dienen voor het opvangen van passagiers, bezoekers en personeel in geval van een gehele of gedeeltelijke ontruiming van het Terminalcomplex. Vanwege het feit dat vanuit de regelgeving slechts indirect wordt aangegeven dat verzamelplaatsen noodzakelijk zijn en de onduidelijkheid die hieromtrent vaak bestaat, is het in dit voorschrift expliciet gemaakt. Het betreft hier feitelijk geen bijzonder voorschrift maar draagt wel bij tot duidelijkheid. 4.4 Gelijkwaardigheid rookcompartiment & ontvluchting Het invulling geven aan afdeling 2.22 Grote brandcompartimenten van het Bouwbesluit 2003 dient te geschieden door middel van de rekenmethodiek Vluchten bij brand uit grote brandcompartimenten. Bepalingsmethode voor veilig vluchten (publicatie PRC Bouwcentrum februari 1997) en in lijn hiermee de TNO-rapporten 96- CVB-R0330 (1 t/m 4). De voor het aantonen van gelijkwaardigheid benodigde verkeerszones / gebieden dienen ook later in het gebruik obstakelvrij te worden gehouden. Bij het toepassen van grote brandcompartimenten is het soms niet mogelijk om te voldoen aan de in het Bouwbesluit voorgeschreven loopafstanden en uitgangsbreedtes. Het aantonen van gelijkwaardigheid voor de prestatie-eisen is echter op dit gebied niet eenvoudig. Dit is destijds onderkend en heeft geleid tot de rekenmethodiek Vluchten bij brand uit grote brandcompartimenten, bepalingsmethode voor veilig vluchten. Hoewel de methodiek volledig is afgerond, gepubliceerd is en er een werkend computerprogramma van bestaat is er echter nooit een voor de markt geschikt computerprogramma van verschenen. Er zijn echter op dit moment wel rekenprogramma s op de markt die brand en rookverspreiding kunnen bepalen binnen een compartiment en rekenprogramma s die een ontruiming van een gebouw kunnen bepalen. De combinatie van deze twee soorten berekeningen vormt de basis van de geaccepteerde methodiek. Het is dan ook zeer wel denkbaar dat met de juiste combinatie van programma s er een bruikbare methode voor het aantonen van gelijkwaardigheid beschikbaar is. Voorlopig zal het aantonen van gelijkwaardigheid met behulp van dit soort programma s toegestaan zijn. Bij de beoordeling van deze programma s zal de geaccepteerde methodiek als uitgangspunt dienen. Er wordt naar gestreefd om zo snel mogelijk meer duidelijkheid op dit gebied te verkrijgen. Zodat ook bekend gesteld kan worden welke programma s wel en welke niet geaccepteerd kunnen worden. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
17 5 Constructieve Veiligheid 5.1 Doel Uit oogpunt van algemene bouwveiligheid gelden er voorschriften voor de sterkte van een bouwconstructie die er voor moeten zorgen dat de bouwconstructie duurzaam bestand is tegen de daarop werkende krachten om er voor te zorgen dat de belastingscombinaties niet worden overschreden. Daarnaast gelden er specifieke eisen uit het oogpunt van brandveiligheid. Om te voorkomen dat de vluchtroutes in een gebouw ten gevolge van brand onbruikbaar worden en/of een gebouw vroegtijdig en voortschrijdend instort, gelden er voorschriften met betrekking tot de brandwerendheid op bezwijken van bouwconstructies. Deze voorschriften zijn gericht op een tijdige en veilige ontvluchting door gebruikers, het veilig kunnen optreden van brandweerpersoneel in een gebouw, evenals op de gevaren ten gevolge van instorting van een gebouw voor de omringende bebouwing en de omstanders. 5.2 Basisniveau Constructieve veiligheid Voor het brandbeveiligingsniveau nieuwbouw worden de wettelijke voorschriften gegeven voor sterkte bij brand in het Bouwbesluit 2003 afdeling 2.2. Voor de bestaande Terminal wordt het Bouwbesluit aangehouden, zoals dat per 1 januari 2003 luidde. Bij verbouw en nieuwbouw geldt het vigerende Bouwbesluit. 5.3 Aanvullend voorschrift brandwerendheid draagconstructie Brandwerendheid hoofddraagconstructie Voor het bepalen van de vereiste brandwerendheid op bezwijken van de hoofddraagconstructie moeten per geval de onderstaande drie criteria bekeken worden. De hoogste eis die voortkomt uit criterium 1, 2 of 3 is de vereiste brandwerendheid op bezwijken van de hoofddraagconstructie. De volgende criteria gelden: 1. Criterium in relatie tot de minimaal uit te voeren bouwkundige brandwerendheid: Een hoofddraagconstructie dient een minimum brandwerendheid op bezwijken te bezitten van 60 minuten. Deze brandwerendheid mag niet installatietechnisch (gebruik sprinklers) tot stand komen. 2. Criterium in relatie tot de WBDBO van constructieonderdelen: Een hoofddraagconstructie die bijdraagt tot het in standhouden van een constructieonderdeel waaraan WBDBO-eisen zijn gesteld dient qua tijdsduur minimaal een brandwerendheid op bezwijken te bezitten gelijk aan de aan het constructieonderdeel gestelde tijdsduur m.b.t. de WBDBO; 3. Criterium in relatie tot het Bouwbesluit 2003: De eis die vanuit het Bouwbesluit 2003 (nieuwbouw) aan de hoofddraagconstructie wordt gesteld inzake de brandwerendheid op bezwijken is de waarde van dit criterium. Hierbij is het toepassen van een reductie op basis van een permanente vuurbelasting < 500 MJ niet toegestaan. Indien de vereiste brandwerendheid op bezwijken, voortkomend uit de voorgaande criteria, groter is dan de onder criterium 1 vereiste brandwerendheid op bezwijken, dan mag eenmalig maximaal 30 minuten van de vereiste brandwerendheid uitgevoerd worden door het gebruik van sprinklers. Criterium 1 blijft echter te allen tijde van kracht. De betreffende sprinklerinstallatie moet voldoen aan hetgeen gesteld onder Hoofdstuk Sprinklerinstallatie. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
18 Indien de sprinklerinstallatie ook nog gebruikt wordt voor andere doelen zullen er vanuit die doelen ook eisen gesteld worden aan de installatie. Het spreekt voor zich dat de verschillende eisen bij een gecombineerde installatie niet strijdig met elkaar mogen zijn. Voor de definitie van het begrip hoofddraagconstructie dient, ook onder brandomstandigheden, te worden aangehouden: een deel van een bouwconstructie waarvan het bezwijken leidt tot het bezwijken van constructieonderdelen die niet in de directe nabijheid van het bezweken onderdeel zijn gelegen. De hoofddraagconstructie vormt het skelet van een gebouw. Indien dit bezwijkt, is er verder geen sprake meer van een gebouw. Het is dan ook van essentieel belang dat de hoofddraagconstructie in staat is zelfs een redelijke brand zonder al te grote schade te doorstaan. Dit voorschrift bewerkstelligt dat bij een normbrand in combinatie met het overige opgestelde brandbeveiligingsniveau de hoofddraagconstructie redelijkerwijs in takt blijft. Het slechts in beperkte mate toestaan van het gebruik van een sprinklerinstallatie voor het uitvoeren van de benodigde brandwerendheid heeft te maken met de eventuele faalkansen van dit systeem en het slechts in beperkte mate dubbel willen inzetten van systemen. Het Bouwbesluit 2003 verwijst voor de definitie van het begrip hoofddraagconstructie naar NEN NEN 6702 maakt onderscheid in een hoofddraagconstructie onder brandomstandigheden en een hoofddraagconstructie onder overige omstandigheden. Dit onderscheid leidt ertoe dat in geval van brand in bepaalde gevallen voortschrijdende instorting binnen een brandcompartiment is toegestaan. Dit wordt echter voor het Terminalcomplex als zeer ongewenst gezien. Om dit te voorkomen is hier expliciet aangegeven wat bij toepassing van deze ontwerprichtlijn als hoofddraagconstructie moet worden aangemerkt Brandwerendheid andere constructieonderdelen Constructieonderdelen die niet behoren tot de hoofddraagconstructie maar waar door brandweerpersoneel in geval van bestrijding van brand onderdoor of overheen gelopen moet worden, dienen minimaal 30 minuten brandwerend te zijn met betrekking tot bezwijken. De dragende constructies die niet behoren tot de hoofddraagconstructie kunnen ingeval van een brand gevaar opleveren voor brandweerpersoneel. De bouwregelgeving stelt geen eisen aan dit soort constructies omdat niet wordt uitgegaan van een binnenaanval door de brandweer. Deze constructies zullen in geval van een brand vaak al in een vroeg stadium bezwijken. Dit levert dus grote risico s op voor brandweerpersoneel dat geacht wordt binnen dit brandbeveiligingsconcept een binnenaanval uit te voeren. Het gegeven voorschrift tracht deze risico s te beperken. Bij grote tussenverdiepingen, zoals de werkvloeren in de bagagekelders, die geen onderdeel zijn van de hoofddraagconstructie, kan er in overleg met brandweer Schiphol voor worden gekozen om de eis voor de brandwerendheid op bezwijken te beperken tot gedeelten van de vloeroppervlakte. Uitgangspunt is dat via de brandweercorridors een verkenning kan worden uitgevoerd en afnamepunten van blusleidingen kunnen worden bereikt. Het buiten de brandweercorridor gelegen gedeelte van de tussenvloer mag ter plaatse van de brandhaard bezwijken, zolang hierbij geen voortschrijdende instorting optreedt Verhogen brandwerendheid constructies Uitgezonderd het onder brandwerendheid hoofddraagconstructie gememoreerde betreffende sprinklers mag de benodigde brandwerendheid met betrekking tot bezwijken alleen gerealiseerd worden door middel van: 1. de constructie zelf; 2. het bekleden van de constructie met brandwerend plaatmateriaal; 3. het aanbrengen van een brandwerende coating. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
19 Het toepassen van een brandwerende coating om daarmee de vereiste brandwerendheid op bezwijken te bereiken, is alleen toegestaan als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: De brandwerende coating wordt alleen toegepast op die plaatsen waar (zonodig door het treffen van maatregelen, zoals aanrijbeveiliging) geen mechanische beschadiging valt te verwachten; De brandwerende coating is voorzien van een testrapport, waarmee wordt aangetoond dat de vereiste brandwerendheid op bezwijken wordt bereikt; De brandwerende coating wordt aangebracht volgens de Kwaliteitsrichtlijn Applicatie Brandwerende Coating (Bouwen met Staal, Rotterdam, 2003); De brandwerende coating wordt in de gebruiksfase periodiek geïnspecteerd en zonodig hersteld door een daartoe gespecialiseerd bedrijf. Hiertoe is een onderhoudscontract afgesloten; De brandwerende coating is voorzien van een geldige verklaring van een daartoe gespecialiseerd bedrijf dat de brandwerende coating volgens de gestelde eisen is aangebracht en in stand wordt gehouden. Het aanbrengen van een brandwerende coating luistert nauw en in de gebruiksfase kan de werking afnemen door ondermeer beschadiging, veroudering en het aanbrengen van extra verflagen. Het is niet eenvoudig visueel vast te stellen of de coating de vereiste kwaliteit bezit. Om ervoor te zorgen dat de coating met de juiste kwaliteit wordt aangebracht en deze kwaliteit ook behoudt, zijn bovenstaande eisen opgenomen. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
20 6 Materialen 6.1 Doel Het toepassen van brandveilige materialen is belangrijk uit het oogpunt van de mogelijkheden van een tijdige en veilige ontvluchting, ter voorkoming en beperking van brandgevaar en de mogelijkheden tot brandbestrijding. Dit geldt zowel voor de materialen die worden toegepast aan de binnenzijde (b.v. plafonds, wanden en vloeren), als aan de buitenzijde (gevels en daken) van een gebouw, als aan materialen die worden toegepast voor installaties en inrichting. Uit oogpunt van de brandveiligheid mogen materialen niet zo zijn samengesteld dat zij onder invloed van een kleine warmtebron zo zijn te ontsteken dat het vuur zich zelfstandig en snel kan uitbreiden en veel rook produceren. Opdat gebruikers van een gebouw nog tijdig in staat zijn het brandende deel van het gebouw te verlaten, worden er ter beperking van de ontwikkeling van brand, de rookproductie en de toxiciteit bij brand eisen gesteld aan de materialen. Hiermee moet worden voorkomen dat een beginnende brand zich ongehinderd en snel kan uitbreiden en grote hoeveelheden zeer giftige rook ontwikkelt. Uit oogpunt van de (on)mogelijkheden tot brandbestrijding op grotere hoogten dienen de bouwmaterialen van gevels aan strengere eisen te voldoen. Tevens zullen gevels ter plaatse van het aansluitende terrein bestand moeten zijn tegen de invloeden van brandstichting. Voor daken geldt dat de kans op het ontstaan van brand door vliegvuur voldoende klein moet zijn. 6.2 Basisniveau Materialen Voor het brandbeveiligingsniveau nieuwbouw worden de wettelijke voorschriften voor het brandgedrag van materialen gegeven in het Bouwbesluit 2003 afdeling 2.11, 2.12 en 2.15 en in bijlage 4 van de gemeentelijke bouwverordening. Voor de bestaande Terminal wordt het Bouwbesluit aangehouden, zoals dat per 1 januari 2003 luidde. Bij verbouw en nieuwbouw geldt het vigerende Bouwbesluit. 6.3 Aanvullende voorschriften materialen Voor (bouw)materialen toe te passen in, op of aan het Terminalcomplex gelden de eisen zoals in dit hoofdstuk benoemd. Daar waar de gegeven voorschriften onder het niveau van de eisen uit het Bouwbesluit 2003 of de bouwverordening komen gelden uiteraard de laatst genoemden. De brandbaarheid, de rookproductie en de toxiciteit bij brand van materialen bepalen voor een groot deel de mate waarin personen in geval van brand veilig kunnen ontvluchten. Gezien de grote aantallen (internationale) personen in combinatie met de grote brandcompartimenten (veelal niet voorzien van gesepareerde vluchtmogelijkheden) zijn zwaardere eisen dan door het Bouwbesluit 2003 vereist om toch een verantwoord veiligheidsniveau te behalen. De genoemde regelgeving houdt in deze geen rekening met het specifieke karakter van het Terminalcomplex Eisen materialen dak Een dak van een gebruiksfunctie is bepaald volgens NEN 6063 niet brandgevaarlijk. De aangegeven uitzonderingsituaties in het Bouwbesluit 2003 artikel 2.85 zijn niet van toepassing. N.b.: een lichtkoepel dient conform NEN 6068 te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan het betreffende compartiment, tenzij op basis van afstand aan deze eis wordt voldaan. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
21 6.3.2 Eisen bouwmaterialen niet grenzend aan buitenlucht Bouwmaterialen niet grenzend aan de buitenlucht dienen conform NEN-EN te voldoen aan brandklasse B en rookklasse s1. Voorzover het materiaal is aangebracht boven een gedeelte van een vloer bestemd voor gebruik door personen moet worden voldaan aan de klasse voor druppelvorming D0. Bij het voorgaande is de 5%-regel uit het Bouwbesluit 2003 van toepassing. Voor bouwmaterialen waarvoor nog geen CE-markering vereist is of voor bestaande situaties, mag gebruik worden gemaakt van NEN 6065 en NEN Er dient in dat geval te worden voldaan aan brandvoortplantingsklasse 1 met rookdichtheid 5,4 m -1 of brandvoortplantingsklasse 2 met rookdichtheid 2,2 m -1. Voorzover het materiaal is aangebracht boven een gedeelte van een vloer bestemd voor gebruik door personen is druppelvorming in geval van brand niet toegestaan. Bij het voorgaande is de 5%-regel uit het Bouwbesluit 2003 van toepassing. Zie toelichting onder 6.3 Eisen materialen. In de Nederlandse regelgeving worden geen eisen gesteld aan druppelvorming van bouwmaterialen in geval van brand. Brandende druppels en delen zijn echter een direct gevaar voor personen en voor het ontstaan van nieuwe brandhaarden op andere plaatsen. Daarom wordt in bovenstaand voorschrift klasse D0 uit de Europese norm voorgeschreven, wat inhoudt dat er geen druppels mogen ontstaan Isolatiemateriaal Isolatiemateriaal (ook bij daken) dient conform NEN-EN minimaal te voldoen aan brandklasse A2 of A2 fl. Voorzover het materiaal is aangebracht boven een gedeelte van een vloer bestemd voor gebruik door personen moet worden voldaan aan de klasse voor druppelvorming D0. Voor bestaande situaties mag gebruik worden gemaakt van NEN Het isolatiemateriaal dient in dat geval onbrandbaar te zijn. Zie toelichting onder 6.3 Eisen materialen. Op plaatsen waar het Bouwbesluit 2003 onbrandbaarheid voorschrijft (zoals aan de binnenzijde van schachten) is Eurobrandklasse A1 of A1 fl vereist Vloer, hellingbaan en trap Een vloer, hellingbaan en trap dienen conform NEN-EN te voldoen aan brandklasse B fl en rookklasse s1 fl. Voor bouwmaterialen waarvoor nog geen CE-markering vereist is of voor bestaande situaties, mag gebruik worden gemaakt van NEN 1775 en NEN In dat geval dient te worden voldaan aan brandvoortplantingsklasse T1 met een rookdichtheid 5,4 m -1. Zie toelichting onder 6.3 Eisen materialen Rolbanen, rolhellingbanen en roltrappen Rolbanen, rolhellingbanen en roltrappen dienen conform NEN-EN te voldoen aan brandklasse B fl en rookklasse s1 fl. Voor bouwmaterialen waarvoor nog geen CE-markering vereist is of voor bestaande situaties, mag gebruik worden gemaakt van NEN 1775 en NEN In dat geval dient te worden voldaan aan brandvoortplantingsklasse T1 met een rookdichtheid 5,4 m -1. Zie toelichting onder 6.3 Eisen materialen. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
22 6.3.6 Kabels Nieuw aan te brengen kabels dienen te voldoen aan de criteria moeilijk brandbaar en halogeenvrij volgens NEN-EN en het criterium low smoke volgens EN Oude bekabeling die wordt vervangen en niet aan bovenstaande eisen voldoet, dient te worden verwijderd. Conventionele kabels kunnen een brand voortplanten en produceren bij een brand veel hitte en giftige rook. Via de bestaande regelgeving wordt dit risico onvoldoende beperkt, vandaar dat bovenstaand voorschrift is opgenomen. Nog niet alle type kabels worden volgens bovenstaande normen gefabriceerd. In die gevallen geldt de DIN 4202 afdeling 12. In bijzondere gevallen kunnen ook kabels geaccepteerd worden die conform betreffende NFPA normen zijn gefabriceerd Inrichting, aankleding en versiering Inrichting, aankleding en versiering dienen conform NEN-EN te voldoen aan brandklasse B en rookklasse s1. Tevens dient te worden voldaan aan de klasse voor druppelvorming D0, voorzover het materiaal is aangebracht boven een gedeelte van een vloer bestemd voor gebruik door personen. Indien niet aan voornoemde eis kan worden voldaan dient vooraf toestemming te worden verkregen van A/TRE en Brandweer Schiphol. Voor materialen waarvoor nog geen CE-markering vereist is of voor bestaande situaties, mag gebruik worden gemaakt van NEN 1775 en NEN In dat geval dient te worden voldaan aan brandvoortplantingsklasse T1 met een rookdichtheid 5,4 m -1. Druppelvorming in geval van brand is niet toegestaan, voorzover het materiaal is aangebracht boven een gedeelte van een vloer bestemd voor gebruik door personen. Indien niet aan voornoemde eisen kan worden voldaan dient vooraf toestemming te worden verkregen van A/TRE en Brandweer Schiphol. Zie toelichting onder 6.3 Eisen materialen Gordijnen Gordijnen dienen conform NEN EN ISO 6940 en 6941 een navlamduur van ten hoogste 15 seconden en een nagloeiduur van ten hoogste 60 seconden te hebben. In afwijking van paragraaf geldt voor gordijnen bovenstaand voorschrift. Inhoudelijk komt dit voorschrift overeen met de eis uit de gemeentelijke bouwverordening. 6.4 Toxiciteit materialen In geval van brand en rook moet de bijdrage van het toegepaste materiaal aan de giftigheid van de rook tot een minimum beperkt worden. In het bijzonder geldt hier het toepassen van PVC vrije materialen en halogeen vrije kabels. De mate van giftigheid van rook bepaalt mede de mogelijkheden voor een veilige ontvluchting van personen. Er is echter op dit moment nog geen Nederlandse of Europese normering van kracht voor toxiciteit van rook die in geval van een brand vrijkomt, waardoor het hier gegeven voorschrift meer in algemene termen is verwoord. Het toepassen van PVC vrije materialen en halogeen vrije kabels zijn bekende methoden om de giftigheid van rook fors te beperken. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
23 7 Installaties 7.1 Doel Binnen de brandbeveiliging worden vele verschillende soorten installaties toegepast. Elk van deze installaties heeft zijn eigen doel(en) en inzetgebied(en). Er kan in die zin dan ook weinig algemeens over worden gezegd behalve dan dat deze installaties beogen de brandveiligheid, in de breedste zin van het woord, te verhogen. Een typische brandbeveiligingsinstallatie is bijvoorbeeld een brandmeldinstallatie of een sprinkler installatie. Daarnaast zijn er nog installaties aanwezig in gebouwen die niet aangebracht zijn met als doel brandbeveiliging maar waar vanuit de doelstelling brandbeveiliging wel eisen aan gesteld dienen te worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een luchtbehandelinginstallatie of bijvoorbeeld een lift. 7.2 Basisniveau installaties Voor het brandbeveiligingsniveau nieuwbouw worden de wettelijke voorschriften gegeven in het Bouwbesluit 2003 afdeling 2.7 (elektriciteit- en noodstroomvoorziening), afdeling 2.8 (verlichting) en afdeling 2.21 (bestrijding van brand). Voor de bestaande Terminal wordt het Bouwbesluit aangehouden, zoals dat per 1 januari 2003 luidde. Bij verbouw en nieuwbouw geldt het vigerende Bouwbesluit. Daarnaast gelden de voorschriften die zijn opgenomen in de bouwverordening van de gemeente Haarlemmermeer (o.a. brandmeldinstallatie en ontruimingsinstallatie). 7.3 Algemeen voorschrift installaties Voor alle binnen het Terminalcomplex toegepaste installaties geldt dat deze moeten voldoen aan de laatste versie van de NVBR-publicatie Brandbeveiligingsinstallaties, voorzover daar in deze Ontwerprichtlijn of in de Ontwerpgrondslagen Brandveiligheid Terminalcomplex niet specifiek van wordt afgeweken. De bekabelingen die benodigd zijn voor de elektriciteitvoorziening of de besturing van brandveiligheidinstallaties en installaties die een specifieke functie hebben in het geval van brand dienen functiebehoud te hebben. Voor de meeste installaties bestaan landelijke voorschriften, normen of richtlijnen. Deze zijn echter niet in alle gevallen uitputtend vanuit brandveiligheidsoogpunt. Dit is door de Nederlandse Vereniging voor brandweerzorg en Rampenbestrijding onderkend en deze heeft middels de publicatie van het boek Brandbeveiligingsinstallaties in deze leemte voorzien. Functiebehoud is veelal in betreffende normering van installaties geregeld. Des al niet te min geldt dit niet voor alle installaties. De nieuwste uitgave van Brandbeveiligingsinstallaties kan in deze vaak helderheid verschaffen. 7.4 Brandbeveiligingsinstallaties In deze paragraaf wordt aangegeven welke aanvullende eisen er aan brandbeveiligingsinstallaties worden gesteld. Daar waar wordt verwezen naar (NEN- )normen dient te worden uitgegaan van de door het Bouwbesluit 2003 voor nieuwbouw aangestuurde versie. Wanneer er een nieuwere versie beschikbaar is, zal per geval moeten worden overwogen of de laatste versie kan worden gevolgd. Gezien de bijzondere aard van het Terminalcomplex zijn soms aanvullingen op de standaard voorschriften noodzakelijk. Voor de brandbeveiligingsinstallaties zijn deze in dit aanvullende voorschrift gegeven. Doc.nr. 2002/A/BRW-01, versie A/SSE/F
Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid
Beleid bestaande bouw - beleidspakket Kwaliteit brandveiligheid 1 Voorwoord In dit rapport zijn de door het gemeentebestuur vastgestelde pakketten met de brandveiligheidseisen voor bestaande gebouwen weergegeven.
Nadere informatieADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam
ADVIES Registratienummer: Betreft: Kantoorgebouw met sprinklerinstallatie Trefwoorden: Sprinkler, brandwerendheid op bezwijken, brandwerende coating, grootte brandcompartiment : Status: Definitief Adviesaanvraag
Nadere informatieOnderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan
3 Onderbouw Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan een aantal voorwaarden voldoen. Het is belangrijk dat het gebouw in goede bouwkundige staat verkeert, gunstig gelegen is en dat
Nadere informatieNIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD
RAPPORT BRANDVEILIGHEID NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard Nr.: 16-1476-OMG Project 7016.016 8 juli 2016 Versie 1.0
Nadere informatieInfobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst
Infobrief 1: Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : De Nederlandse regelgeving op het gebied van brandveiligheid zit ingewikkeld
Nadere informatieProject: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie
Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project 20130202: Verbouw tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen
Nadere informatieAMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen
AMS1 Schiphol-Rijk Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen Rapportnummer G 18007-5-RA-001 d.d. 28 februari 2017 AMS1 Schiphol-Rijk Brandveiligheid in het kader
Nadere informatieAVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011
INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Inleiding... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2 Doelstelling... 4 1.3 Gebruikte documenten bij het opstellen van dit rapport... 4 1.4 Uitgangspunten bij het opstellen van dit rapport... 4
Nadere informatieBDA Groep. BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers. Brandveiligheid in hoofdlijnen. Verwarring over aspecten. Beoordelingsgrondslag!
Brandveiligheid BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers Ing. Arno H. Bron BDA Groep Brandveiligheid in hoofdlijnen Verschillende aspecten Juiste termen Verwarring over aspecten onbrandbaar 60 minuten brandwerend
Nadere informatieSTAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2
STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN Kenmerk: 2013-R-V1.2 Datum rapport : Opdrachtgever : Project nummer : Behandeld door : Opmerking : STAPPENPLAN BEOORDELING
Nadere informatie1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2
Inhoud 1 Inleiding... 2 2 vereist kwaliteitsniveau... 2 3 inhoudelijke toets... 4 3.1 indeling in brandcompartimenten en WBDBO... 4 3.2 vluchtroutes en indeling in subbrandcompartimenten... 5 3.3 brandwerendheid
Nadere informatieSTAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)
STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0) Dit stappenplan biedt ontwerpers een richtlijn om te komen tot een brandveilig
Nadere informatieTechnical Inspection Service
Technical Inspection Service Bijlage VIII bij de Vraagspecificatie Werkzaamheden TIS Versie 2.0 13-04-2012 Van Auteur TIS Branchevereniging R.G.D. Kenmerk Versie 2.0 Datum 13/04/2012 Bestand Bijlage VIII
Nadere informatieAFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE
UITGANGSPUNTEN Regelgeving Tekeningen Gebouw LEGENDA UITGANGSPUNTEN..P LEGENDA VOORZIENINGEN BRANDVEILIGHEID Opmerking 1 Opmerking 2 Het bouwplan is getoetst aan: - Bouwbesluit 2012; - 2.2 Sterkte bij
Nadere informatieEen schoolgebouw bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een gebruiksoppervlakte van ruim m 2
Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, onderwijsfunctie, NEN 6060, gelijkwaardigheid, handhaving, bestaande bouw, compartimentering, ontruiming Datum: 5 december 2017 Status: Definitief Beschrijving Een schoolgebouw
Nadere informatieBrandveiligheid. De juridische werking van de brandveiligheidsvoorschriften ex Woningwet. Nieuwbouwvoorschriften en voorschriften voor bestaande bouw
Brandveiligheid De juridische werking van de brandveiligheidsvoorschriften ex Woningwet De op de Woningwet gebaseerde regelgeving zoals het Bouwbesluit 2003 en de gemeentelijke bouwverordening bevat voorschriften
Nadere informatieAMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016
AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus
Nadere informatieAMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017
AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus
Nadere informatiegroot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO
ADVIES Registratienummer: 1103 Betreft: Trefwoorden: WBDBO bedrijfspand Vastgesteld d.d.: 31 januari 2011 Status: groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO Definitief Postbus 30941 2500
Nadere informatieVeilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving
Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving Probleem Wat zijn in de wet- en regelgeving de algemene uitgangspunten voor het ontwerp van een in de praktijk goed bruikbaar vluchtplan?
Nadere informatie<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa
Adviesbureau VanderWeele Installatietechniek en Bouwfysica Brandveiligheid Marinegebouw 6 te Amsterdam Datum: eferentie: apport: 19 maart 2015, rev. 15 september 2015 2015106 309 J.P. van der Weele / S.
Nadere informatieBeschrijving. Adviesvraag ADVIES
ADVIES Registratienummer: Betreft: Toevoeging losse kantoorunits in groot brandcompartiment Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, industriefunctie, BvB 2007, gelijkwaardigheid, compartimentering : Status: Definitief
Nadere informatieBRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )
BRANDWERENDE BEKLEDING, STAALCONSTRUCTIES (attest) BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " (2004-03) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling
Nadere informatieMEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN
MEMO Aan: De heer B. Stolker, Bilfinger Real Estate B.V. Van: De heer H.T.M.T. Dirks / D. Machielsen Datum/versie: 16 augustus 2016, versie 02D Betreft: Club Sportive SOM-gebouw Amsterdam, beoordeling
Nadere informatieBeheersbaarheid van Brand Project:
Beheersbaarheid van Brand Project: Uitbreiding Lidl Bleiswijk Vlampunt Plataanlaan 14 3741 WE Baarn t 035 541 62 23 www.vlampunt.nl e info@vlampunt.nl IBAN NL62ABNA 0460016997 BIC. ABNANL2A KvK nr. 32126074
Nadere informatieBouwbesluit 2012 De wijzigingen
De wijzigingen Even voorstellen. Wie is Dijkoraad Viavesta? Gecertificeerd inspectie- en advies bureau op het gebied van brandveiligheid Even voorstellen. Ingrid Heffels RSE Dijkoraad Viavesta Werkzaam
Nadere informatieFSE op luchthaven Schiphol. 9 juni 2010 Peter van Wijk
FSE op luchthaven Schiphol 9 juni 2010 Peter van Wijk Brandveiligheid op Schiphol Inhoud: Aanleiding De Terminal Doel Aanpak Bevindingen Aanleiding Aanleiding: Brand Düsseldorf 1996 Oorspronkelijk: Brandveiligheid
Nadere informatieDatum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel
Gatwickstraat 11 1043 GL AMSTERDAM Postbus 94204 1090 GE AMSTERDAM T +31 (0)20-6967181 F +31 (0)20-6634962 E Amsterdam@chri.nl www.chri.nl Notitie 20140549-02 Project: "Masterplan-Faculteit" te Rotterdam
Nadere informatieBouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda
Quickscan brandveiligheid Omgevingsvergunning Project: Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda Kenmerk: 2014139.qsb.mj.a1 Datum: 16-03-2015 Bijlage 7 bij besluit 2014/1642-V1 Bezoekadres Postadres
Nadere informatieHoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM
Hoofdweg 70 3067 GH ROTTERDAM T +31 (0)10-4257444 F +31 (0)10-4254443 E rotterdam.ch@dpa.nl www.dpa.nl/cauberg-huygen K.v.K 58792562 IBAN NL71 RABO 0112 075584 Hoefbladstraat 24-26 te Nieuw-Vennep Beoordeling
Nadere informatieBeschrijving. Adviesvraag ADVIES
ADVIES Registratienummer: Betreft: Onderbouwing gelijkwaardigheid sprinkler Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, industriefunctie, NEN 6060, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, loopafstand, sprinkler
Nadere informatieMEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012
MEMO Aan: De heer B. Stolker, Bilfinger Real Estate B.V. Van: De heer H.T.M.T. Dirks Datum/versie: 30 juni 2016, versie 02a Betreft: Clubsportive SOM-gebouw Amsterdam, beoordeling brandveiligheid Projectnr:
Nadere informatieproject: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering
project: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland opdrachtgever: Plus Vastgoed BV document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering kenmerk: 5163N01d datum: 23 september
Nadere informatieV&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1
V&L MEMO BRANDVEILIGHEID Aan : de heer M. Tiggeloven Vrijborg B.V. Van : de heer F. Ariens/ de heer J. Staassen Onderwerp : Brandveiligheidsadvies Dr. Jan Ingen Houszplein te Breda Datum : 30 augustus
Nadere informatieAlgemeen Vervang in het document Nationale Beoordelingsrichtlijn voor Beoordelingsrichtlijn.
Wijzigingsblad d.d. 01092015 behorende bij d.d. 15032004 d.d. 20052016 Pagina 1 van 6 Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring d.d.20052016. Aanvaard door de KOMO Kwaliteits en Toetsingscommissie
Nadere informatieROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL
ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL Om snel een inschatting te maken van het risico op brandoverslag bij industriële hallen kunt u de ROCKWOOL brandoverslag Rekentool gebruiken. Hiermee kan de benodigde brandwerendheid
Nadere informatieRapportage Brandveiligheid
Projectmanager E.J. de Graaf Rapportage Brandveiligheid Middelstegracht 145 t/m 151 8 appartementen hofjeswoningen Brandveiligheid Rookproductie Brand- en Rookcompartimentering Edwin@bouwconsultancydegraaf.nl
Nadere informatieVEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN
VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN Brandveiligheid woonwagens en woonwagenstandplaatsen 14 juni 2006 Woonwagens-Brandveiligheid woonwagens 1 Inhoud. Blz. 1. Inleiding 3 2. Begripsomschrijvingen 4 3. Omstandigheden
Nadere informatieBrandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren
Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren Opdrachtgever: Van Kessel Architectuur en Projectmanagement B.V. t.a.v. de heer R. Noordijk Tielerweg 19 4191 NE GELDERMALSEN Tel.
Nadere informatieOMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM
Brandveiligheid Datum 2 juni 2017 Projectnummer 16015 Project Clubgebouw AFC Status Definitief Fase OMGEVINGSVERGUNNING Opdrachtgever ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus 1269 1000 BG AMSTERDAM
Nadere informatieVerbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid
Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen Rapportage brandveiligheid Rapportnr: 2170303 Datum: 01-08-2017 Versie: 3 Contactpersoon: L. Mol Samenvatting In opdracht van De gelukkige
Nadere informatieADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam
ADVIES Registratienummer: 1302-1 Betreft: Parkeren onder galerij woongebouw Trefwoorden: Parkeren onder galerij, rookvrije vluchtroute, niet-besloten ruimte : Status: Definitief Beschrijving Het project
Nadere informatieChecklist bijeenkomstfunctie
Naam bouwwerk: Adres Bouwwerk: Gebruiksfunctie(s): Aanvrager: Bouwplannummer: Architect:: Projectnummer: Tekening- en bladnummer(s) / Datum: Adviseur: Projectnummer: Rapportnummer(s) / Datum: Ingevuld
Nadere informatieRoozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK
Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus 165 5080 AD HILVARENBEEK datum: 13 augustus 2015 ons kenmerk: 5777S02 inzake: Abdij Koningsoord te Berkel Enschot Geachte heer
Nadere informatie1.4 Veiligheidseisen bij brand. 1.4.1 Bouwbesluit. CORRECTIES v2 (2 februari 2015) bij: A.F. Hamerlinck, Brand, Zoetermeer 2010 (1e druk)
CORRECTIES v2 (2 februari 2015) bij: A.F. Hamerlinck, Brand, Zoetermeer 2010 (1e druk) Brand 1 (Brandveiligheid) Door de vervanging van Bouwbesluit 2003 door Bouwbesluit 2012 zijn de veiligheidseisen bij
Nadere informatieWat is een veiligheidstrappenhuis?
Wat is een veiligheidstrappenhuis? Probleem Het benoemen en hanteren van een veiligheidstrappenhuis en aan de hand van het Bouwbesluit bepalen welke eisen er van toepassing zijn op zo n trappenhuis. Oplossingsrichtingen
Nadere informatieKapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam
Rapport Brandveiligheid transformatie Kapershoekseweg 24 te Hoogvliet - Rotterdam Projectnummer : 161003 Documentnummer : R-02 Versie : Rev. 1 Opgesteld door : A. van Wijngaarden Flameteq Brandpreventie
Nadere informatieSPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN
SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN Advies- en onderzoeksrapport brandveiligheidtoets Bouwbesluit 2012 In opdracht van: SV PATRIZIA Handels-Invest Europa I Patrizia GewerbenInvest
Nadere informatie2. Actuele wet- en regelgeving
2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, per 1 oktober 2010) regelt de omgevingsvergunning voor het bouwen (voorheen de bouwvergunning) en de omgevingsvergunning/gebruiksmelding
Nadere informatieBeach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting
Beach hotel te Zoutelande Rapportage berekening permanente vuurbelasting Beach hotel te Zoutelande Rapportage berekening permanente vuurbelasting Opgesteld door: Datum: 6-3-2015 S&W Consultancy Rapportnr:
Nadere informatieBovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan de Broekstraat 2a te Asten-Heusden.
Documentnummer 1405f d.d. 30 mei 2014 Projectnummer 14.5725.1a Project melkveestal Aarts Betreft brandcompartimentering Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan
Nadere informatieverschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw
verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw ir. J.H. van der Veek V2BO Advies sheet 1 analyse huidige praktijk bouwvoorschriften geen prestatie-eisen in bouwvoorschriften bij verblijfsgebied
Nadere informatieGrote brandcompartimenten. Normen in ontwikkeling
Grote brandcompartimenten Normen in ontwikkeling NEN 66 i.o. NEN 679 i.o. Brandveiligheid van grote brandcompartimenten Brandveiligheid van grote brandcompartimenten, risicobenadering Even voorstellen
Nadere informatieHandreiking brandpreventiebeleid bestaande bouw. Aanschrijvingseisen
Handreiking brandpreventiebeleid bestaande bouw Aanschrijvingseisen Brandpreventiebeleid bestaande bouw Brandpreventieve eisen Deze handreiking is opgesteld in opdracht van de gemeente Amsterdam door het
Nadere informatieSchiphol The Base. Verbinding 3e en 4e verdieping The Base B
Schiphol The Base Verbinding 3e en 4e verdieping The Base B Toetsing ontwerp met betrekking tot brandveiligheid ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen Rapportnummer GM
Nadere informatieVeestallen en gelijkwaardige oplossingen
Veestallen en gelijkwaardige oplossingen Preventie Commissie Zuid Nederland April 2009 i --- r L, gemeente 1 )) Eersel,--, Vastgesteld door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel
Nadere informatieWAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)
WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat) BRL 1003 "Niet dragende -binnenwanden" (2003-12) BRL 2212 "Montage van systeemwanden en/of systeemplafonds" (2000-01) Beschouwde
Nadere informatieECO/NNECT. Voorstel waarborging brandveiligheid. Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v.
ECO/NNECT Voorstel waarborging brandveiligheid Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v. Het gebouw Eco/nnect binnen de Wijk van Morgen is door Cauberg Huygen (Linda Gelissen) getoetst
Nadere informatieATRIA EN HET BOUWBESLUIT
ATRIA EN HET BOUWBESLUIT Veiligheidsregio Haaglanden 11-09-2006 Inleiding Onder een atrium wordt verstaan een wel of niet besloten ruimte welke zich over een aantal verdiepingen uitstrekt. Deze vorm van
Nadere informatieOPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk
OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN Opsteller Namens Datum onderzoek Aanwezig Naam Namens Naam bouwwerk Straat Gemeente Bestemming bouwwerk Contactpersoon Telefoonnummer Datum gebruiksvergunning Datum
Nadere informatiedocument: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte
D162602726 D162602726 project: Verbouw Jumbo Fenikshof te Nijmegen opdrachtgever: Jumbo Supermarkten B.V. document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte kenmerk: 6412N01a datum:
Nadere informatieADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat
ADVIES Registratienummer: Betreft: Toegang woningen via dakstraat Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woning, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, vluchtroute, verbouw : Status: Definitief Beschrijving
Nadere informatieNIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN
W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN
Nadere informatieRenovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
Brandveiligheidsrapportage - Pastorie Omgevingsvergunning Project: Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda Kenmerk: Datum: 29-10-2014 Brandweer Midden en West Brabant Programma
Nadere informatieBeschrijving. WBDBO winkelruit na verwijderen sprinkler. Advies Definitief
Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, NEN 6068, winkelfunctie, gelijkwaardigheid, handhaving, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, WBDBO, verbouw, sprinkler Datum: 14 april 2017 Status: Definitief Beschrijving
Nadere informatie11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie. Imagine the result
11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie Imagine the result Wie zijn wij? Jeroen Bunschoten Senior adviseur bouwregelgeving ARCADIS Nederland BV Gerard van Engelen Senior adviseur
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR375960_1. Beleidsregel brandpreventie bestaande bouw
CVDR Officiële uitgave van Bunschoten. Nr. CVDR375960_1 12 september 2017 Beleidsregel brandpreventie bestaande bouw Brandpreventieve eisen Bij het opstellen van dit brandpreventiebeleid is uitgegaan van
Nadere informatieBrandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen
Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk Ontwerp met 3 verdiepingen Rapportnummer FM 17692-3-RA d.d. 27 februari 2014 Brandveiligheidsaspecten
Nadere informatieChecklist woonfunctie
Naam bouwwerk: Adres Bouwwerk: Gebruiksfunctie(s): Aanvrager: Bouwplannummer: Architect:: Projectnummer: Tekening- en bladnummer(s) / Datum: Adviseur: Projectnummer: Rapportnummer(s) / Datum: Ingevuld
Nadere informatieBrandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014)
Brandpreventie Project: Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 Camping Oranjezon HOOFDGEBOUW (2014) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Indeling brandcompartimenten Hoofdstuk 3 Indeling beschermde
Nadere informatieHandreiking borging brandveiligheid unitbouw
Handreiking borging brandveiligheid unitbouw PM foto: unitbouw met gevelbekleding Aanleiding en achtergrond Unitbouw die vooral voor tijdelijke bouw wordt toegepast - kan, net als andere bouwmethoden,
Nadere informatieBeschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden
VENTILATIEVOORZIENINGEN (procescertificaat) BRL 6000 Ontwerpen, installeren en beheren van installaties Deel 00 Algemeen deel (2005-11) Deel 10 Ontwerpen en installeren van ventilatievoorzieningen van
Nadere informatieaanvullende eisen stellen aan de bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand Bestrijding, beheersbaarheid, bereikbaarheid
ADVIES Registratienummer: 1101 Betreft: Trefwoorden: : April 2011 Status: aanvullende eisen stellen aan de bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand Bestrijding, beheersbaarheid, bereikbaarheid
Nadere informatieBrandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef
Brandbeveiligingsconcept Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef Brandbeveiligingsconcept Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat
Nadere informatieBRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN
BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN VOORWOORD Dit document is opgesteld als klein onderzoek ten behoeve van een technische verdieping voor het eigen ontwerp. Mijn ontwerp bestaat uit een hoogbouw toren voor
Nadere informatieADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.
ADVIES Registratienummer: Betreft: Adviesaanvraag upgrade tweede vluchtmogelijkheid of enkele vluchtroute op galerij Trefwoorden: Verbouw, handhaving, zorgplicht, vluchtroute, beschermde route, enkele
Nadere informatieBesluit Brandveilig Gebruik Bouwwerk
Peter Voshol / Theo den Haan, 4 en 5 november 2009 Partner for progress Besluit Brandveiligheid in de zorg 1 Onderwerp Gebruiksbesluit brandveilig gebruik bouwwerk Certificatieschema brandveilig gebruik
Nadere informatieEind- en toetstermen Brandpreventie Deskundige I
Eind- en toetstermen Brandpreventie Deskundige I CertoPlan B.V. Postbus 85200 3508 AE UTRECHT Ptolemaeuslaan 900 3528 BV UTRECHT Telefoon (0)30 23 45 671 Website www.certoplan.nl Mail examens@certoplan.nl
Nadere informatieAdvies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag
Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag Archiefnr. Brw.: 3411JA0005 (OLO)nr aanvraag: realisatie KDV Categorie: Omgevingsverg klein Kinderdagverblijf Lopikerweg Naam bouwwerk/inr:
Nadere informatieUitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.
Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam Rapportage brandveiligheid Rapportnr: 2161296 Datum: 16-12-2016 Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol Samenvatting In opdracht van Tom Jonker Architectuur & Stedebouw
Nadere informatieBouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status:
Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status: Definitief Beschrijving Voor de nieuwbouw van een bedrijfspand
Nadere informatieToetsing brandpreventie
Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 24-2-2017 Marktstraat 47 Mierlo F +31(0)492-430115 Postbus 48, 5730 AA Mierlo info@wouters-bouwadvies.nl T +31(0)492-430114 www.wouters-bouwadvies.nl Toetsing brandpreventie
Nadere informatieSector Risicobeheersing
Gemeente Tilburg Dienst Publiekszaken, Afdeling Omgevingsvergunning Ter attentie van de heer J. Jansen Postbus 90118 5000 LA Tilburg Fabriekstraat 34, Tilburg Postbus 3208 5003 DE Tilburg Telefoon (088)
Nadere informatieRegionale Brandweer Groningen. Regionaal beleid Overnachten in sport- en bijeenkomstfuncties
Regionale Brandweer Groningen Regionaal beleid Overnachten in sport- en bijeenkomstfuncties November 2008 Colofon Uitgave Auteur (herziening) Contactadres : regionale brandweer Groningen : Wout Blink (Johan
Nadere informatieDAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat)
DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat) BRL 1504 "Dakbedekkingssystemen van metalen elementen met dakpanprofiel en andere vormen" (2004-01) Beschouwde afdelingen van het
Nadere informatieAviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis. Aviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis
datum 26 juni 2015 project Aviko Steenderen brandveiligheid vestiging Arnhem betreft Beheersbaarheid van Brand vrieshuis uw kenmerk - verwerkt door MBR ons kenmerk F.2014.0682.02.N002 versie 003 contactpersoon
Nadere informatieBrandveilige gebouwen
Brandveilige gebouwen Het wettelijk kader (of is gezond verstand voldoende?) Hajé van Egmond Ministerie VROM 6 oktober 2010 Programma Introductie wet- en regelgeving Het huidige stelsel van de bouwregelgeving
Nadere informatieBrandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid
Gelijkwaardigheid Parkeerkelder Engelenhof Putstraat te Sittard Opdrachtgever: Maasbilt bv Europalaan 26 6199AB Maastricht-Airport Betreft: Projectnummer: Object: Gelijkwaardige brandveiligheid 15 243
Nadere informatieBouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:
Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status: Definitief Dit advies is opgesteld voor deze specifieke casus en is niet
Nadere informatieBEM1403270. Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).
BEM1403270 gemeente Steenbergen Stoofweg 3 4681 RK Nieuw-Vossemeer Telefoon 0167 56 05 09 Telefax 0167 56 09 10 e-mail info@kraakbv.nl Projectnummer : 14056 Onderdeel : Eisen brandveiligheid, daglicht,
Nadere informatieSCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP
SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP 08-06-2016 Toets brandveiligheid Toets brandveiligheid van het gebouw ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning Definitief. Schiphol Hotel badhoevedorp T O E T S B R A
Nadere informatieBouwbesluit 2012 en gelijkwaardigheid. dr. ir. Ralph Hamerlinck
Bouwbesluit 2012 en gelijkwaardigheid dr. ir. Ralph Hamerlinck Onderwerpen Bouwbesluit Gelijkwaardigheid Ontwerpen van constructies Conclusies Bouwbesluit 2003 Veestal = lichte industriefunctie: verblijven
Nadere informatieDAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden
DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) BRL 1507 "Gespoten of strijkbare dakbedekkingen" (2004-01) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Algemene sterkte
Nadere informatieBeschrijving. Wel of geen brandmeldinstallatie in stallingsgarage. Advies Definitief
Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, overige gebruiksfunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, brandmeldinstallatie (BMI), parkeren Datum: 26 maart 2019 Status: Definitief Dit advies is opgesteld
Nadere informatieVuistregels Brandveiligheid. Volgens Bouwbesluit 2012
Vuistregels Brandveiligheid Volgens Bouwbesluit 2012 Voorwoord Handige vuistregels over brandveiligheid INHOUDSOPGAVE Rockwool B.V. is verheugd u de Vuistregels met betrekking tot brandveiligheid van het
Nadere informatieproject: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c
project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c datum: 9 september 2016 projectleider: W. van Elst opgesteld
Nadere informatieBeheersbaarheid van Brand Project:
Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV. 151332-1860977 Beheersbaarheid van Brand Project: Verbouw Lidl Vijf Meiplein Leiden Vlampunt Plataanlaan 14 3741 WE Baarn t 035 541
Nadere informatieNaam Brandveiligheid: Beleid bestaande bouw (2005 - nota bedoeld als beleidsregel)
Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2006 / 20 Naam Brandveiligheid: Beleid bestaande bouw (2005 nota bedoeld als beleidsregel) Publicatiedatum 15 februari 2006 Opmerkingen Vaststelling van de beleidsregel
Nadere informatieBrandcompartimenten in Bouwbesluit 2012
Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012 Indelen met verstand van zaken kan kosten besparen Ing. Adriaan de Jong 25 april 2012 Kennismaking Adriaan de Jong Nieman Raadgevende Ingenieurs Eindhoven Vestigingsdirecteur
Nadere informatiedoorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center
MEMO: doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center Doelstelling Aangaande de aanvraag omgevingsvergunning m.b.t. verbouw Business Center (as A-C/1-12 op de 1 e verdieping) van WTC te Rotterdam is
Nadere informatie