Verder in deze nieuwsbrief:

Transcriptie

1 ! Hoe krijg je mensen na (langdurige) werkloosheid weer aan het werk? De politiek vindt dat werklozen van de bank af moeten, maar waarom werken ze eigenlijk niet? Is het onwil, onkunde, of spelen andere zaken een rol? Deze vragen zijn actueler dan ooit en vragen om een nieuwe manier van denken bij zowel bedrijven als Gemeenten. In deze nieuwsbrief lichten we het thema reïntegratie toe. Remko van den Berg schrijft over effectieve en objectieve ondersteuning van werkzoekenden, we interviewen Interstap B.V., een reïntegratiebedrijf en we laten zien hoe NOA een steentje bijdraagt met de vernieuwde Persoonsprofiel Scan. Verder in deze nieuwsbrief: Introduceren we een nieuwe rubriek: NOA Wetenschap Schrijven we over het door NOA georganiseerde seminar Matching en decentrale selectie in het hbo Neemt Corine Sonke de laatste inhoudelijke en technische ontwikkelingen door van onze tests in het NOA testbeeld Geven we aan waar onze adviseurs in beeld zijn geweest Niels de Brabander Eindredacteur Nieuwsbrief NOA Amsterdam, oktober 2015 NOA T: Jollemanhof 14 A E: info@noa-vu.nl 1019 GW Amsterdam W:

2 Effectieve en objectieve ondersteuning van werkzoekenden De Participatiewet die afgelopen januari in werking is getreden geeft Gemeenten nog meer verantwoordelijkheid bij het ondersteunen van mensen die problemen hebben met het vinden van werk. Tot de doelgroep behoren mensen die bepaalde beperkingen hebben maar ook mensen die om andere redenen geen werk (meer) hebben. De bedoeling van de wet is dat Gemeenten zich nog meer gaan inspannen om mensen aan het werk te krijgen. En dat is nogal een klus. Even een voorbeeld: Eén van de grootste gemeentes in de Randstad kent meer dan bewoners met een (WWB of WIJ) uitkering. Hiervan zijn ongeveer jaar of ouder. U kunt zich voorstellen dat het geen eenvoudige taak is om al deze mensen aan het werk te helpen. In de eerste plaats zijn er mensen die al jarenlang (soms tientallen jaren) een bijstandsuitkering krijgen en waarbij de Gemeente alleen zo nu en dan checkt of de uitkering nog steeds terecht wordt toegekend. Informatie over bijvoorbeeld zaken zoals opleidingsniveau, belemmeringen of de omstandigheden waarin iemand leeft zijn vaak niet beschikbaar. Anderzijds komen er jaarlijks in dit geval ruim nieuwe uitkeringsgerechtigden bij (en stromen er zo n weer uit). En die nieuwe instroom heeft natuurlijk ook aandacht nodig. Hoe pak je dat in hemelsnaam aan? En zeker als je bedenkt dat het gemeentelijke budget de afgelopen jaren alleen maar is gekrompen. Gemeentes roeien hierbij met de riemen die ze hebben. Een van die riemen die de laatste jaren groter wordt zijn de online diagnostische instrumenten. Technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om aan de hand van online tests en vragenlijsten een steeds beter beeld te vormen van de belemmeringen en mogelijkheden van mensen. Ingewikkelde algoritmes zorgen voor betere voorspellingen over de kansen op werk en doen suggesties voor passende trajecten. Het grote voordeel hiervan is dat Gemeentes snel een voorselectie kunnen maken en hun middelen zo effectief mogelijk kunnen inzetten. Daarnaast zorgen deze instrumenten er voor dat willekeur bij doorverwijzing van cliënten vermindert. Consulenten krijgen objectieve informatie in handen waarmee ze beter keuzes kunnen maken. In deze nieuwsbrief gaan we in op een aantal van dit soort ontwikkelingen rondom diagnostiek van werkzoekenden, we hopen als NOA daaraan - met bijvoorbeeld de Persoonsprofielscan - een nuttige bijdrage te kunnen leveren. Remko van den Berg Directeur NOA!2

3 Seminar "Matching & decentrale selectie in het hoger onderwijs Op donderdagmiddag 1 oktober 2015 heeft NOA het gratis seminar "Matching & decentrale selectie in het hoger onderwijs" georganiseerd. Met meer dan 100 enthousiaste bezoekers uit het onderwijs, 4 presentaties en 6 workshops kijken wij terug op een zeer geslaagde middag. Het eerste deel van de middag werden twee centrale presentaties gegeven. Tijdens de eerste presentatie sprak Peter Gullik (Hogeschool Rotterdam) over het matchingsproces bij Hogeschool Rotterdam. Aandacht werd besteed aan wat de belangrijkste uitdagingen hierbij zijn en wat de rol van de startmeter (een digitale vragenlijst van NOA) is in het matchingsproces. Hierna vertelde Djurre Holtrop (NOA) over een onderzoek naar de startmeter. Eén van de resultaten van het onderzoek was dat met behulp van een neurale netwerk analyse het studiesucces van meer dan studenten redelijk goed worden voorspeld. In de tweede helft van het centrale deel gaf Corine Sonke (NOA) een verhelderende presentatie over decentrale selectie. Ze ging hierbij in op de nieuwe wetgeving omtrent decentraal selecteren, welke methoden er gebruikt kunnen worden en wat daarvan de toegevoegde waarde is. Hierop aansluitend sprak Corrie Nagtegaal (HKU), ondersteund door een beeldende presentatie over selectie bij kunstopleidingen. Corrie vertelde over de lange geschiedenis van selectie bij HKU, hoe er vroeger bij HKU werd geselecteerd, hoe dat nu gebeurt en tegen welke dilemma s HKU aanloopt bij het uitvoeren van een verantwoorde selectie. Na een korte pauze waren er twee sessies van drie workshops. In twee zogenaamde discussieworkshops was er ruimte om gedachten en ervaringen uit te wisselen. Hier konden de gasten van elkaar horen hoe wordt omgegaan met, bijvoorbeeld, ethische dilemma's bij selectie, of het organiseren van matching voor grote groepen studenten. In een andere workshop vertelden lector Rutger Kappe (InHolland) en Corine Sonke (NOA) over de succesfactoren bij studenten in de overgang van studie naar werk. Verder besprak universitair onderzoekster Janneke Oostrom (VU) de best practices en valkuilen van goede personeelsselectie en presenteerden haar collega s Marjolein Paap en Kitty van der Heijden- Lek (VU) informatie over VU Matching waar alle aanmelders op de VU aan deelnemen. In de laatste workshop vertelden Indra Newton en Willem Vrooland (NOA) over mogelijke studiebevorderende maatregelen in vervolg op matching. Hierin kwam aan bod hoe studieloopbaanbegeleiding kan worden ondersteund door middel van een gestandaardiseerde vorm van reflectie op de resultaten van een studiekeuzecheck en een studievoortgangsassessment waarmee belangrijke randvoorwaarden voor een succesvol studieverloop gevolgd worden. Bent u geïnteresseerd in de presentaties? Klik dan hier.!3

4 Interview Ramon Schwachöfer, psycholoog bij Interstap B.V. Voor de nieuwsbrief heeft Edwin van den Akker Ramon Schwachöfer geïnterviewd. Ramon is werkzaam bij Interstap B.V. Wat is Interstap voor organisatie? Interstap is een re-integratiebedrijf in Apeldoorn dat zich vooral richt op reintegratie 1e en 2e spoor, outplacement en loopbaanbegeleiding. Interstap doet maatwerkprojecten voor medewerkers op alle niveaus van ongeschoold tot universitair geschoold. Wat zijn de diensten/producten die Interstap aanbiedt? De diensten die we daarvoor inzetten, hangen af van wat de kandidaat nodig heeft om aan het werk te kunnen. Het kan daarbij gaan om: Scholing, Begeleiding bij solliciteren, arbeidsgewenningswerkplekken,stages Training: presenteren, motivatie, solliciteren, sociale vaardigheden en assertiviteit Arbeidsbemiddeling en jobcoaching (ondersteuning op de werkplek) Jobhunting (gerichte benadering van werkgevers voor een baan of stage) Diagnosecentrum Wanneer een kandidaat een traject ingaat bij Interstap, kunnen we hem verder in beeld brengen via het Diagnosecentrum. We stellen vast op welke manier de kandidaat te werk gaat en wat zijn capaciteiten, arbeidsvoorkeuren en arbeidsvaardigheden zijn. Hierbij worden ook testen van NOA gebruikt. Wat voor soort klanten heeft Interstap? Wij richten ons op alle mensen en organisaties die ondersteuning nodig hebben bij het vormgeven van reïntegratie trajecten. Hierbij richten wij ons vooral op bedrijven en gemeenten in de regio Apeldoorn ( Epe, Heerde en natuurlijk Apeldoorn), Ede, Arnhem en regio De Liemers. Wanneer gebruiken jullie de Persoonsprofiel Ramon Schwachöfer Scan? Bij vraagstukken waar grote groepen mensen snel in kaart moeten worden gebracht gebruiken we de PPS. We hebben de PPS bijvoorbeeld ingezet bij een gemeente in het oosten van Nederland. Die wilde een gedeelte van hun bestand doorlichten. Na een presentatie en toelichting aan de klantmanagers hebben we het instrument ingezet. Wat voor informatie leverde het op en wat waren de ervaringen met de inzet van de PPS? Een deelnemer werd na afname van de PPS ingedeeld in een van de volgende drie groepen: direct naar werk, werk op termijn en participatie. Naast deze indicatie van bemiddelbaarheid gaf het op individueel niveau ook aan wat iemand kan en wil. De indelingen waren in het algemeen voor de klantmanagers goed herkenbaar. De consulenten van de gemeente hebben de resultaten in een 1 op 1 gesprek met de kandidaten besproken. Zij herkenden de uitslag voor deelnemers die zij al kenden, dat gaf ook vertrouwen dat het instrument werkte voor mensen die zij nog niet hadden gesproken. Het feit dat er een kandidaatrapportage was met een duidelijke toelichting was ook prettig. De PPS is een snelle en efficiënte manier om in een korte tijd inzicht te krijgen in een grote groep mensen met betrekking tot hun afstand tot arbeid.!4

5 Persoonsprofel Scan (PPS) Om te bepalen hoe zelfredzaam iemand is en welke mogelijkheden en belemmeringen er zijn voor het vinden van werk heeft NOA de Persoonsprofielscan ontwikkeld. De scan is bedoeld voor Gemeenten om te gebruiken bij - de instroom van uitkeringsgerechtigden. Met de scan kan in korte tijd en objectief worden vastgesteld welke ondersteuning of welk vervolgtraject zinvol is. De Persoonsprofielscan meet de mate van zelfredzaamheid, belemmerende factoren, werkzoekgedrag, taalniveau en leerbaarheid van een werkzoekende en geeft een snelle indicatie van de afstand tot de arbeidsmarkt. De Persoonsprofielscan is een online instrument en resulteert in een geautomatiseerde rapportage, waarmee de reïntegratiemedewerker een eerste diagnose kan stellen op basis waarvan cliënt een passend traject kan worden aangeboden. Bijkomend voordeel is dat behalve de reïntegratiemedewerker ook de cliënt een rapportage met uitleg kan krijgen. Persoonsprofielscan (PPS) Naast een beschrijving van onder meer de mate van zelfredzaamheid geeft de PPS ook een indicatie van de afstand tot de arbeidsmarkt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de volgende drie categorieën: A. Direct naar werk B. Werk op termijn C. Participatie A. Direct naar werk Van deze groep is de verwachting dat duurzame plaatsing op de arbeidsmarkt binnen 12 maanden gerealiseerd kan worden. Middels gerichte externe dienstverlening behoort uitstroom binnen 6 maanden tot de mogelijkheden. B. Werk op termijn Deze groep heeft geen direct perspectief op de arbeidsmarkt. In zijn algemeenheid is de verwachting dat de betreffende cliënten zonder ondersteuning niet binnen twee jaar zullen uitstromen naar reguliere arbeid. Middels gerichte externe dienstverlening behoort uitstroom binnen twaalf maanden tot de mogelijkheden. C. Participatie - Cliënten hebben binnen afzienbare tijd (twee jaar) geen perspectief op de arbeidsmarkt, maar zijn wel in staat of worden in staat gesteld maatschappelijk zinvolle activiteiten te verrichten. Doorstroom naar werk is in beginsel een streven, echter in de praktijk zal dit voor velen niet binnen twee jaar haalbaar zijn. Instrumentarium Om een cliënt in te kunnen delen in één van deze categorieën wordt gebruik gemaakt van verschillende instrumenten: een persoonlijke achtergrond en zelfredzaamheidsvragenlijst, een arbeidsmotivatie en werkzoekgedragvragenlijst, een taaltest en een leerbaarheidstest. Persoonlijke achtergrond en zelfredzaamheid Deze vragenlijst wordt gebruikt om een beeld te krijgen van een aantal belangrijke achtergrondkenmerken van de kandidaat. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om gevolgde opleidingen, werkervaring, gezinsomstandigheden, dagbesteding en belemmerende factoren. De mate van zelfredzaamheid wordt ingeschat aan de hand van de volgende aspecten: woonsituatie, lichamelijke gezondheid, psychische gezondheid, financiële problemen, verslavingsproblemen, contact!5

6 met justitie, zelfverzorging en algeheel welbevinden. Arbeidsmotivatie en werkzoekgedrag Deze vragenlijst bestrijkt een aantal aspecten waarvan de relatie met werk is aangetoond. Met name werkzoekintentie blijkt een belangrijke voorspellende waarde te hebben voor het uiteindelijk vinden van werk. De volgende aspecten worden gemeten: belang van werk, zelfvertrouwen, kansinschatting op werk, werkzoekintentie en werkzoekgedrag. Taaltest De Taaltest Nederlands geeft een betrouwbare schatting van het algemene taalniveau van de kandidaat. Hierbij wordt ook een indicatie gegeven van het referentieniveau (F niveaus) en het NT2 (Nederlands als tweede taal) niveau. Indien gewenst kan het digitale instrumentarium eenvoudig worden uitgebreid met andere instrumenten om een uitgebreidere diagnose te kunnen stellen. Er kan bijvoorbeeld ook een persoonlijkheidstest of competentietest worden toegevoegd. Rapportage Standaard wordt een rapport voor de reïntegratiemedewerker en de cliënt bijgeleverd. In de rapportage voor de medewerker staan in het kort de uitkomsten genoemd met de bijbehorende afstand tot de arbeidsmarktindicatie. De rapportage voor de cliënt is een uitgebreider verslag van de uitkomsten met uitleg. Leerbaarheid Leerbaarheid wordt gemeten met een nonverbale capaciteitentest, deze geeft een indicatie van het algemene cognitieve niveau en de leerbaarheid van de kandidaat!6

7 ! Wetenschappelijk onderzoek NOA Sinds de oprichting van NOA zijn we nauw betrokken geweest bij de wetenschap. Zo financiert Stichting NOA bijvoorbeeld een leerstoel aan de Vrije Universiteit Amsterdam en wordt er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van wetenschappelijk onderbouwde instrumenten. Daarnaast doet NOA regelmatig zelf onderzoek naar verschillende onderwerpen, altijd met het doel om de begeleiding en het functioneren van mensen in opleiding of werk te bevorderen. Hierdoor is er een aardige catalogus aan onderzoek ontstaan, waarvan we graag meer met u willen delen. Zo heeft NOA bijvoorbeeld data van meer dan eerstejaars studenten van verschillende hogescholen verzameld. Een van de instrumenten die bij vrijwel al deze studenten is afgenomen is de motivatievragenlijst. We hebben voor deze motivatievragenlijst onderzocht wat de verschillen in gemiddelde scores tussen de verschillende opleidingsdomeinen zijn. Zie de grafiek hieronder.,400 Motivatie aspecten per Hoofddomein,300,200 Verschil in SD,100,000 -,100 -,200 -,300 -,400 Instrinsieke motivatie Extrinsieke motivatie Prestatiemotivatie Zekerheid/vertrouwen Onderwijs Taalwetenschappen, geschiedenis, kunst Sociale en economische wetenschappen Natuurwetenschappen, Informatica Techniek, industrie, bouwkunde Landbouw, diergeneeskunde Gezondheidszorg, welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer!7

8 De grafiek laat zien dat er aanzienlijke en significante verschillen zijn tussen alle opleiding hoofddomeinen. De nullijn is het gemiddelde van alle opleidingen, de verschillen worden in standaarddeviaties weergegeven. Allereerst is te zien dat Onderwijs studenten de hoogste intrinsieke motivatie hebben en studenten uit het hoofddomein Persoonlijke dienstverlening en vervoer de laagste intrinsieke motivatie. Bij extrinsieke motivatie blijkt dat de Sociale en economische studies de hoogste extrinsieke motivatie hebben en studenten uit de Landbouw en diergeneeskunde de laagste intrinsieke motivatie. De prestatiemotivatie is het hoogste bij Sociale en economische studies en zekerheid vertrouwen in de studiekeuze is het hoogste bij de Onderwijs studies. Binnen deze hoofddomeinen kunnen we echter ook weer domeinen vergelijken, zoals Rechten, Economie en HR management binnen het hoofddomein sociale en economische wetenschappen. Dan zien we ook tussen deze domeinen weer aanzienlijke verschillen, zie de grafiek hieronder. 0,5 Motivatie aspecten per domein Verschil in SD 0,375 0,25 0,125 0 HR Management Economie Rechten -0,125-0,25 Instrinsieke motivatie Extrinsieke motivatie Prestatiemotivatie Zekerheid/vertrouwen We zien dat vooral Rechten studenten intrinsiek gemotiveerd zijn, en Economie studenten het minst. Etc. En vervolgens we kunnen ook weer binnen Economie naar de verschillen tussen bijvoorbeeld Bedrijfskunde en Accountancy kijken. U begrijpt dat het teveel is om al deze gegevens in een nieuwsbrief te zetten. Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem dan vooral contact op met uw account manager! Waar wilt u meer over lezen? Bijvoorbeeld leiderschap, talenten of intelligentie? We horen het graag van u. Laat het ons weten via uw accountmanager, info@noavu.nl of !8

9 Testbeeld Ons testplatform wordt voortdurend doorontwikkeld. Zo zijn er, bijvoorbeeld, de afgelopen tijd een aantal technische updates geweest om de stabiliteit en snelheid te verhogen. Wij leggen op dit moment de laatste hand aan onze Competentie Test Basis. Zowel de vragen als de rapportage zijn hertaald voor kandidaten met de laagste taalniveaus. Een voorbeeld is het item uit de CT Ik stel prioriteiten, dat in de basisversie hertaald is naar: Ik bedenk welke taken het belangrijkst zijn. De Competentie Test Basis zal op korte termijn beschikbaar zijn. De prijs van de basisvariant is gelijk aan de bestaande CT. Op verzoek van vele klanten zullen de normen van de MCT-M uitgebreid worden met een nieuwe normgroep. Het betreft de Onderwijsvolgende HAVO-norm. Deze groep bestaat uit havisten die overgestapt zijn naar het MBO. De norm is gewogen naar sekse, etniciteit en regio en bevat meer dan kandidaten. Het betreft een iets zwaardere norm dan de huidige Onderwijsvolgende MBO 4-norm. De norm kan ondermeer gebruikt worden voor MBO-4-studenten waarvan de resultaten op de MCT-M aanleiding geven om naar doorgroeimogelijkheden te kijken richting HBO. Om studenten op een actieve en gestandaardiseerde manier te laten nadenken over de resultaten van het (intake)assesment dat zij hebben gemaakt, hebben wij de reflectievragenlijst ontwikkeld. Naar aanleiding van de rapportage met de resultaten van de competentietest, motivatie- en leerstijlenvragenlijst en achtergrondkenmerken wordt de student gevraagd of men zich hierin herkent. Wanneer dit niet het geval is, dan worden er (online) aanvullende vragen gesteld waarmee de student kan aangeven hoe hij/zij zichzelf inschat en kan er een toelichting gegeven worden. Het eindresultaat is een rapportage waar de inschatting en toelichting van de student zijn toegevoegd aan de resultaten. Hiermee wordt snel inzichtelijk in welke resultaten de student zich herkent en welke niet. Om processen rondom de afname van online tests en vragenlijsten te vergemakkelijken is er bij meerdere klanten in het onderwijs een koppeling tot stand gebracht tussen het administratiesysteem van de klant en het NOA test systeem. Het afgelopen half jaar hebben er ongeveer afnames plaatsgevonden via een dergelijke koppeling. In samenwerking met klanten zijn er de afgelopen periode verschillende maatwerk instrumenten ontwikkeld. Eén van deze instrumenten wordt ingezet bij masterstudenten om een beeld te krijgen van hun professionele vaardigheden in de overgang van studie naar arbeidsmarkt. Het online assessment maakt onderdeel uit van een groter programma waarbinnen studenten op verschillende manieren kunnen werken aan hun professionele vaardigheden als voorbereiding op de stap naar de arbeidsmarkt. De rapportage van onze Taaltest Nederlands is geactualiseerd en geeft nu ook een indicatie van het referentieniveau (F-niveau) van de kandidaat. Steeds meer klanten vragen ons maatwerkrapportages te ontwikkelen voor specifieke onderzoeken. In een maatwerkrapport kan NOA, bijvoorbeeld, standaard gegevens over de opdrachtgever en contactgegevens van de loopbaanadviseur opnemen. Ook is het mogelijk ruimte voor vraagstelling en conclusie op te nemen, zodat deze per kandidaat toegevoegd kan worden.!9

10 NOA in beeld Stage en onderzoek Leandro Vieira heeft in het kader van zijn stage onderzoek gedaan naar beroepsinteresse en etniciteit. In het onderzoek zijn de beroepsinteresses, studiekeuzes, interesse in prestige van studie of beroep en de match tussen beroepsinteresses en studiekeuzes bij verschillende etnische groepen vergeleken. Een van de bevindingen is dat studenten met een etnisch-culturele afkomst, in vergelijking met studenten die in Nederland geboren zijn, meer waarde hechten aan de prestige van hun studie of beroep. Verder blijkt uit de resultaten dat studenten met een etnischculturele afkomst meer geïnteresseerd zijn in beroepen binnen de juridische sector dan autochtone studenten. Ook kozen autochtone studenten vaker voor studies binnen de sector agrarisch en milieu. Wij zijn blij dat Leandro na zijn stage een aantal dagen per week bij NOA blijft werken. Hij zal zich vooral bezig gaan houden met het NOA Online systeem en de helpdesk. NOA sponsort Rode Kruis rondvaarten Tijdens de afgelopen Sail (NOA had een mooi uitzicht op de schepen!) heeft NOA de lunches tijdens de Rode Kruis rondvaarten gesponsord. Deze rondvaarten waren bedoeld voor mensen die in een sociaal isolement leven, chronisch zieken, minder validen, ouderen en mensen die onder de armoedegrens leven. In totaal hebben mensen meegevaren op de tochten die dagelijks meerdere keren plaatsvonden. Mede door het prachtige weer waren de rondvaarten een groot succes. Opening schooljaar ID College 17 september 2015 vond voor de zesde keer de officiële opening van het schooljaar van ROC ID College plaats. Naast ruim 800 personeelsleden en andere externe relaties, waren ook Ruben van Lent en Willem Vrooland namens NOA aanwezig. Onder de sprekers bevond zich ook Annemarie van Gaal (Dragons Den, Een Dubbeltje op Zijn Kant). NOA bedankt het ID College voor een zeer inspirerende dag!! 10