Beleid planologische afwijkingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleid planologische afwijkingen"

Transcriptie

1 Beleid planologische afwijkingen Beleidsregel ex. artikel 2.12 lid 1a onderdeel 1 en 2 Wabo Datum 12 augustus 2014 Afdeling Afdeling RO Auteur F. Boxman 2013

2

3 Kerkplein 2 T (0343) Postbus 200 F (0343) AE Doorn E info@heuvelrug.nl INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE INLEIDING Aanleiding Wettelijk kader Voorbereidingsprocedure Omgevingsvergunning Afwijkingsbepalingen t.ov het bestemmingsplan Leeswijzer Beleidsregels Flankerend beleid Relatie planologische afwijking en bestemmingsplan Toepassen flexibiliteitsbepalingen uit bestemmingsplannen Relatie planologische afwijking en welstand Relatie planologische afwijking en vergunningsvrije bouwwerken Relatie planologische afwijkingen en monumenten Privaatrechtelijke aspecten Beperkt zakelijke rechten Burenrecht Eigendom Bezonning van tuinen en toetreding van daglicht Thema s artikel 4, bijlage II Bor Begripsbepalingen en wijze van meten Bijbehorend bouwwerk binnen de bebouwde kom, artikel 4 lid 1 onder a Bijbehorend bouwwerk buiten de bebouwde kom, artikel 4 lid 1 onder b Een gebouw t.b.v. een infrastructurele of openbare nutsvoorziening, artikel 4 lid Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, artikel 4 lid Een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreidingen, artikel 4 lid Een antenne-installatie, artikel 4 lid Installatie bij glastuinbedrijf voor warmte kracht koppeling, artikel 4 lid Installatie bij agrarisch bedrijf t.b.v. opwekking duurzame energie, artikel 4 lid Het gebruik van ten behoeve van evenementen, artikel 4 lid Het wijzigen van het gebruik van bouwwerken, artikel 4 lid Een wijziging van het gebruik van een recreatiewoning voor bewoning, artikel 4 lid HARDHEIDSCLAUSULE TITEL Bijlage I: Wettekst afwijkingsmogelijkheden Artikel 2.1 Wabo Artikel 2.10 Wabo Artikel 2.12 Wabo Bijlage II: Tekst artikel 4 Bijlage II Bor Artikel 4 bijlage II Bor

4 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding In deze notitie zijn beleidsregels geformuleerd voor de planologische afwijkingsmogelijkheden zoals opgenomen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor). Deze wet en het daarbij behorende Besluit zijn 1 oktober 2010 in werking getreden. Van oudsher is het afwijken van de voorschriften uit een bestemmingsplan geregeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) of Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met de komst van de Wabo, verandert dit: de planologische afwijkingsmogelijkheden staan voortaan in de Wabo, en dus niet meer in de Wro. 1.2 Wettelijk kader Artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo geeft aan dat het verboden is zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken in strijd met het bestemmingsplan. Artikel 2.10 lid 1 onder c Wabo bepaalt dat een omgevingsvergunning wordt geweigerd als de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan. De weigeringsgronden in artikel 2.10, lid 1, onder c van de Wabo houden in dat de omgevingsvergunning wordt geweigerd indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan of de beheersverordening, of de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid van de Wro. Volgens artikel 2.10, lid 4, kan in afwijking hiervan een omgevingsvergunning worden verleend, in de gevallen, bedoeld in artikel 2.12 Wabo. Met andere woorden: een dergelijke aanvraag moet worden gezien als een aanvraag om omgevingsvergunning om te mogen afwijken van het bestemmingsplan. Artikel 2.12 Wabo bevat de toetsingsgronden voor de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het geldende planologische regime als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder c Wabo. Voorheen waren deze regels op verschillende plaatsen in de Wro te vinden. Met de inwerkingtreding van de Wabo zijn de rechtsfiguren van de binnenplanse en buitenplanse ontheffingen, de tijdelijke ontheffing en het projectbesluit, verdwenen. Deze worden nu omgevingsvergunning genoemd. Als het gaat om een activiteit (als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a en c Wabo) in strijd met het bestemmingsplan, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend: a met toepassing van de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking, de voormalige binnenplanse ontheffing; b in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen, de voormalige buitenplanse ontheffing, deze gevallen zijn benoemd in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), of; c als de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat, het voormalige projectbesluit, artikel 2.12 lid 1 onder a sub 3 Wabo. Dit beleidskader heeft alleen betrekking op gevallen zoals hier boven onder a en b genoemd. Op grond van dit beleid kan het meewerken aan of het weigeren van een afwijking van het bestemmingsplan worden gemotiveerd.

5 In overeenstemming met artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht kan het beleid door burgemeester en wethouders worden vastgesteld omdat dit bestuursorgaan volgens de Wabo bevoegd is om over de bedoelde afwijkingen te beslissen. 1.3 Voorbereidingsprocedure Omgevingsvergunning De Wabo onderscheidt twee voorbereidingsprocedures: de reguliere en de uitgebreide. Op grond van artikel 3.7 Wabo moet voor de planologische afwijkingsmogelijkheden genoemd in artikel 2.12 lid 1a onder 1 en 2 de reguliere voorbereidingsprocedure worden toegepast. Deze procedure houdt het volgende in: Binnen 8 weken moet een beslissing op de aanvraag genomen worden, deze termijn kan eenmaal met 6 weken verdaagd worden. Bij het niet halen van de termijn is de vergunning van rechtswege verleend. Afdeling 3:4 van de Awb is niet van toepassing op de reguliere procedure. Dit houdt in dat het ontwerpbesluit niet meer ter inzage gelegd wordt, en dat er geen zienswijzenprocedure is. Echter artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuurswet (Awb) zijn wel van toepassing. Deze artikelen hebben betrekking op het nemen van een (deels) afwijzende beschikking, op basis van gegevens die de aanvrager of belanghebbenden niet zelf heeft verstrekt. In dat geval wordt de aanvrager/belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze/bedenking in te dienen. 1.4 Afwijkingsbepalingen t.ov het bestemmingsplan Op het moment dat een aanvraag niet voldoet aan het bestemmingsplan, is de aanvraag tevens een verzoek tot afwijking van het bestemmingsplan. In de Bouwverordening en in het Bouwbesluit zijn mogelijkheden voor ontheffingen opgenomen. Dit zijn een ander soort ontheffingen en worden ook niet vanzelfsprekend aangevraagd wanneer een bouwplan in strijd is met de Bouwverordening en/of het Bouwbesluit. Deze ontheffingen blijven in deze beleidsregel dan ook buiten beschouwing. Deze beleidsregel gaat alleen in op afwijkingen die mogelijk zijn binnen de stedenbouwkundige bepalingen uit het bestemmingsplan en de Wabo en Bor. Buitenplans: Met het in werking treden van de Wabo is het college van b&w bevoegd om op grond van artikel 2.12 lid 1a sub 2 Wabo afwijking van het bestemmingsplan te verlenen in bepaalde gevallen van planologische beperkte betekenis. Die gevallen zijn bij Algemene maatregel van bestuur aan gegeven in artikel 4, bijlage II Bor. Binnenplans Voor artikel 2.12 lid 1a onder 1 Wabo geldt dat in gevallen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen afwijking verleend kan worden voor het gebruik of de bouw van bouwwerken welke afwijken van de reguliere regels uit het bestemmingsplan. Deze mogelijkheden zijn expliciet genoemd in de regels van het bestemmingsplan. 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op het afwegingskader. Hier wordt ingegaan op het algemene toetsingkader voor de planologische afwijkingsmogelijkheden, zoals onder andere de relatie met de vigerende bestemmingsplannen, het flankerend beleid en privaatrechtelijke aspecten. Verder wordt in de verbijzondering van de wettelijke geboden mogelijkheden ruimte aangegeven welke gevallen voor planologische afwijking in aanmerking komen. In hoofdstuk 3 wordt de hardheidsclausule toegelicht. Hoofdstuk 5 benoemt de titel van dit afwijkingenbeleid. In bijlage 1 zijn de relevante artikelen uit de vastgestelde wettekst Wabo opgenomen. In bijlage 2 is de kruimelgevallen lijst, artikel 4 bijlage II Bor opgenomen. 3

6 2 Beleidsregels Het beleid voor de planologische afwijkingsmogelijkheden is gebaseerd op: De criteria aan de hand waarvan het beleid wordt uitgevoerd (flankerend beleid); Privaatrechtelijke aspecten. De thema s genoemd in artikel 4 bijlage II Bor In onderstaand hoofdstuk wordt per categorie toegelicht welke keuzen gemaakt kunnen worden. 2.1 Flankerend beleid Bij het opstellen van deze beleidsregel is getracht aan te sluiten op het flankerend beleid van de gemeente. Gedacht kan worden aan de inhoud van het bestemmingsplan, de welstandsnota, de aanwezigheid van monumenten, etc Relatie planologische afwijking en bestemmingsplan De noodzaak om afwijkingen van het bestemmingsplan toe te staan, is in het algemeen groter naarmate een bestemmingsplan ouder is. Een wat ouder bestemmingsplan sluit niet altijd meer aan op ruimtelijke inzichten en/of maatschappelijke ontwikkelingen. Van een actueel bestemmingsplan mag worden verwacht dat het de actuele planologische inzichten bevat. Dit beleid planologische afwijkingsmogelijkheden zal dan ook voornamelijk van toepassing zijn op (bouw)plannen gelegen in de oudere bestemmingsplannen. Het beleid is afgeleid van de bepalingen, zoals die zijn opgenomen in de bestemmingsplannen Woongebieden Driebergen-Rijsenburg voor het stedelijk gebied en Buitengebied Leersum 2005 voor het landelijk gebied. De regels van deze twee bestemmingsplannen worden gezien als het maximale wat ruimtelijk mogelijk is binnen de gemeentegrenzen. Bij planologische afwijkingen als bedoel in artikel 2.12 lid 1a onder 2 Wabo bepalen beide bestemmingsplannen de grens, waarbinnen van de ontheffingsmogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Algemeen uitgangspunt Voor planologische afwijkingen als bedoel in artikel 2.12 lid 1a onder 2 Wabo geldt dat het verzoek moet voldoen aan de algemene uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de regels van de bestemmingsplannen Woongebieden Driebergen-Rijsenburg en Buitengebied Leersum De regels uit deze bestemmingsplannen gelden als uitgangspunt voor het gehele grondgebied van de gemeente Toepassen flexibiliteitsbepalingen uit bestemmingsplannen Uitgangspunt voor het toepassen van de planologische afwijking als bedoel in artikel 2.12 lid 1a onder 1 Wabo is het kader dat in het betreffende plan is opgenomen. Indien criteria ontbreken, kunnen bestemmingsplannen Woongebieden Driebergen-Rijsenburg voor het stedelijk gebied en Buitengebied Leersum 2005 voor het landelijk gebied als toetsingskader worden gehanteerd. In veel bestemmingsplannen is de mogelijkheid opgenomen om met ten hoogste 10% af te wijken van de in het bestemmingsplan voorgeschreven maten. Dit met het oog op het aanbrengen van de nodige flexibiliteit in een bestemmingsplan. De flexibiliteitsbepaling mag slechts voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan worden opgenomen. Toepassing ervan mag er niet toe leiden dat de bedoeling en de opzet van de geldende bestemming wezenlijk worden aangetast. Daarvoor is een zwaardere procedure, bijvoorbeeld een wijziging van het bestemmingsplan, noodzakelijk. Verder moeten in het bestemmingsplan regels worden opgenomen die de afwijkingsbevoegdheid objectief begrenzen. Deze regels kunnen zowel

7 kwantitatief (bijvoorbeeld bepaalde maatvoering) als kwalitatief (beleidsmatig) van aard zijn. In de gemeentelijke praktijk komt het voor dat flexibiliteitsbepalingen min of meer als een recht worden toegepast. Op dit moment wordt er terughoudend omgegaan met deze flexibiliteitsbepalingen. De 10%-regeling wordt dan alleen nog toegepast wanneer er een medische, een sociale of een welstandtechnische motivering aanwezig is. Deze motivatie wordt ruimtelijk afgewogen, hierdoor worden de flexibiliteitsbepalingen alleen in bijzondere gevallen toegepast. Algemeen uitgangspunt Bij de beoordeling van een verzoek om planologische afwijking als bedoel in artikel 2.12 lid 1a onder 1 Wabo wordt als algemeen uitgangspunt gehanteerd dat alleen medewerking wordt verleend wanneer gemotiveerd wordt aangetoond dat er medische, sociale of welstandtechnische noodzaak aanwezig is. De aanvrager levert motivatie aan voor toepassing van de flexibiliteitsbepalingen Relatie planologische afwijking en welstand In artikel 12a van de Woningwet is aan de gemeenteraad de verplichting opgelegd om een welstandsnota vast te stellen, waarin criteria moeten worden opgenomen die het college van b&w toepast bij de beoordeling van het aspect welstand. Het bestemmingsplan is hét instrument waarmee aan gronden een bestemming wordt gegeven en waarmee de daarbij behorende bebouwings- en gebruiksmogelijkheden duidelijk worden. Ten aanzien van de verhouding tussen welstand en het bestemmingsplan is de jurisprudentie duidelijk. De welstandstoets richt zich in beginsel naar de bouwmogelijkheden die het geldende bestemmingsplan biedt. Met andere woorden: hoe explicieter de bebouwingsmogelijkheden in een bestemmingsplan zijn geregeld, des te terughoudender dient welstand te zijn. In 2008 is de welstandsnota vastgesteld. Het bestemmingsplan Woongebied Driebergen-Rijsenburg sluit aan bij de vastgestelde welstandsnota. Algemeen uitgangspunt Het afwijkingenbeleid sluit zo veel als mogelijk aan op de uitgangspunten van de welstandsnota. In eerste instantie dient de welstandcommissie zich te richten naar de inhoud van het afwijkingenbeleid. Bij conflictsituaties tussen het welstandsadvies en het afwijkingenbeleid prevaleert het afwijkingenbeleid. Uitzonderingen gelden wanneer in dit afwijkingenbeleid of afwijkingenregels in het bestemmingsplan is aangegeven dat het welstandsoordeel richtinggevend is. Dit houdt in het welstandsoordeel zwaarwegend is bij de afweging of een afwijking al dan niet wordt verleend Relatie planologische afwijking en vergunningsvrije bouwwerken Uitgangspunt van de Wabo is dat het verboden is om te bouwen zonder of in afwijking van een (vooraf verleende) omgevingsvergunning. Uitzondering daarop vormen de bouwvergunningvrije bouwwerken, zoals genoemd in artikel 2 van bijlage II van het Bor. Bouwvergunningvrij betekent dat de betreffende bouwwerken niet worden onderworpen aan een preventieve gemeentelijke toets. Verder hoeven zij niet te voldoen aan de voorschriften van de bouwverordening (zoals stedenbouwkundige voorschriften) en de bebouwingsregels uit het bestemmingsplan. Wel blijft de eigenaar en/of gebruiker verantwoordelijk dat het bouwwerk in overeenstemming is met het bouwbesluit en het Burgerlijk Wetboek. Het bestemmingsplan kan de bouw van vergunningvrije bouwwerken dan ook niet beperken. Het gebruik van de vergunningvrije bouwwerken moet wel conform het bestemmingsplan zijn Relatie planologische afwijkingen en monumenten Voor gemeentelijke monumenten, rijksmonumenten en panden binnen het beschermde dorpsgezicht geldt deze beleidsregel niet. Hiervoor zal per geval een ruimtelijke en planologische afweging worden gemaakt. Uitgangspunten: Deze beleidsregel is niet van toepassing op monumenten. 5

8 2.2 Privaatrechtelijke aspecten In het kader van de belangenafweging dienen de belangen van de aanvrager, de belangen van de gemeente en de belangen van derden tegen elkaar te worden afgewogen. Het hoeft geen betoog dat een afweging van belangen lastig is. Dit te meer daar de belangen die op de een of andere wijze een relatie met de ruimtelijke ordening en/of bouwen hebben van invloed zijn op het woon- en leefklimaat van de inwoners van de gemeente. Het bouwen heeft naast publiekrechtelijke- ook privaatrechtelijke aspecten. De relatie tussen de stedenbouwkundige bepalingen uit het bestemmingsplan en de bouwverordening enerzijds en het burenrecht anderzijds komen soms tot uiting bij het realiseren van bijgebouwen, erfafscheidingen e.d. en leiden regelmatig tot burenruzies. Zienswijzen die ten aanzien van de hiervoor genoemde bouwwerken kenbaar zijn gemaakt zijn vaak privaatrechtelijk van aard. Is op een bouwplan geen van de in artikel 2.10 van de Wabo genoemde weigeringsgronden van toepassing, dan kunnen privaatrechtelijke aspecten niet leiden tot een weigering van de bouwvergunning. In het kader van een afwijkingsprocedure dienen privaatrechtelijke belangen echter wel degelijk te worden meegewogen. Bij planologische afwijkingen als bedoel in artikel 2.12 lid 1a onder 1 Wabo bestaat er minder ruimte om privaatrechtelijke aspecten mee te wegen dan bij planologische afwijkingen als bedoel in artikel 2.12 lid 1a onder 2 Wabo omdat deze afwegingen al bij de bestemmingsplanprocedure zijn gemaakt. Verder is van belang dat wordt geanticipeerd op eventuele toekomstige problemen in de private sfeer. De voor de afwijkingsprocedure van belang zijnde privaatrechtelijke aspecten kunnen worden onderverdeeld in beperkt zakelijke rechten, burenrecht en het eigendomsrecht Beperkt zakelijke rechten Beperkt zakelijke rechten zijn rechten waarmee een eigendomsrecht is bezwaard. Een voorbeeld van een beperkt recht is het recht van erfdienstbaarheid. Beperkte rechten volgen de zaak. Bij eigendomsoverdracht blijft het betreffende perceel met het beperkte recht bezwaard. Wordt in het kader van de afwijkingsprocedure een beroep gedaan op een beperkt recht, dan dient de aanvrager aan te tonen dat een dergelijk recht is ontstaan. Vestiging van een beperkt recht ontstaat in de regel via inschrijving van de notariële akte in de openbare registers of door verjaring (zie artikel 3:314 van het Burgerlijk Wetboek). Is er sprake van een dergelijk recht dan wordt vervolgens nagegaan of het verzoek om ontheffing zal leiden tot een continue inbreuk c.q. een ontoelaatbare hinder voor de uitoefening van dit beperkte recht en zal geen medewerking verleend worden aan het verzoek Burenrecht Ieders eigendom en het recht om van een eigendom gebruik te maken zoals men dat wil, is verankerd in het Burgerlijk Wetboek, het eigendomsrecht. Dat betekent echter niet dat iedereen 'op eigen terrein' grenzeloos kan doen en laten wat men wil. De wijze waarop men gebruik maakt van zijn/haar eigendom, mag bijvoorbeeld niet 'strijden' met de belangen of rechten van anderen, bijvoorbeeld voor buren. Het burenrecht is een serie wettelijke bepalingen die over het algemeen zeer praktisch en feitelijk van aard zijn. Het burenrecht geeft bijvoorbeeld regels omtrent hinder. Bewoners mogen hun buren niet hinderen door bijvoorbeeld het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, overhangende takken, het plaatsen van schuttingen, geschillen over erfgrenzen, uitzicht, te realiseren lichtopeningen, rioleringen, afvoer van hemelwater, etc. En zo zijn er meer, vrij specifiek omschreven bepalingen. Van hinder is overigens pas sprake als het handelen onrechtmatig is. Kortheidshalve wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van het Burgerlijk Wetboek. Wanneer er niet voldaan wordt of voldaan kan worden aan bepalingen uit het burenrecht, worden de buren(eigenaar en eventueel huurder) gevraagd of ze kunnen instemmen met de plannen. Indien de buren niet kunnen instemmen met het plan zullen wij een afweging maken.

9 2.2.3 Eigendom Het eigendomsrecht is het meest omvattende recht dat ons burgerlijk recht kent. Leidt de toekenning van een planologische afwijking tot een inbreuk op het eigendomsrecht (zonder dat hiervoor toestemming is gegeven), dan wordt geen planologische afwijking verleend. Een voorbeeld hiervan is het verankeren van een constructie in muren die eigendom zijn van een ander. Is een muur gemeenschappelijk eigendom dan is hierop het burenrecht van toepassing. Het gemeenschappelijk eigendom moet zo nodig door de aanvrager kunnen worden aangetoond Bezonning van tuinen en toetreding van daglicht Bij de bepaling van de mate waarin een vermindering van de bezonning op het ene terrein als gevolg van de realisering van een bouwwerk op het andere terrein toelaatbaar blijft, geldt als uitgangspunt dat enige beperking van de bezonning acceptabel is. De beperking mag echter niet zodanig zijn dat daarmee een reële bezonning op het perceel niet meer goed mogelijk is. De afweging betreft overigens het verschil tussen enerzijds de schaduwwerking die de maximale invulling van het bestemmingsplan c.q. bouwverordening en het vergunningvrije bouwen teweeg brengt en anderzijds het meerdere aan bebouwing waarvoor afwijking wordt verzocht. Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat er bij bouwwerken tot een hoogte van 3 meter of de hoogte van de eerste verdiepingsvloer + 0,25 meter vanuit wordt gegaan dat wordt voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarden en dat dus geen nader onderzoek nodig is. Is het te realiseren bouwwerk hoger dan 3 meter of de hoogte van de eerste verdiepingsvloer + 0,25 meter, dan wordt de aanvrager, indien nodig, verzocht een en ander nader te onderbouwen met een bezonningsonderzoek. Ten aanzien van de toetreding van daglicht zal moeten worden beoordeeld wat het effect van het bouwplan is op de toetreding van daglicht bij de buren. Het kan daarbij nodig zijn de conclusie te baseren op een ingesteld onderzoek naar de gevolgen op dit punt. Algemeen uitgangspunt privaatrechtelijke aspecten Naarmate het afwegingskader explicieter in het bestemmingsplan is opgenomen, is er minder ruimte om de privaatrechtelijke aspecten mee te wegen. Blijkt in het kader van de behandeling van het verzoek om planologische afwijking dat er een privaatrechtelijke belemmering voor de realisering van een bouwwerk aanwezig is, dan wordt dit probleem actief benaderd. In eerste instantie dient het plan aangepast te worden. Is dit niet mogelijk dan wordt van de aanvrager gevraagd een verklaring van de buren (eigenaar en eventueel huurder) te overleggen, waarin deze akkoord gaan met de voorgenomen realisering van het bouwwerk (dit in aansluiting op het in het Burgerlijk Wetboek opgenomen burenrecht). Indien een dergelijke verklaring niet wordt overgelegd, wordt een afweging gemaakt en is de kans zeer groot dat er geen medewerking wordt verleend aan het verzoek, omdat het in strijd is met de privaatrechtelijke aspecten. Door de aanvrager een verklaring van de buren te laten indienen, gaan buren met elkaar in gesprek (vooroverleg) en komen ze samen in een vroeg stadium tot een plan waarmee ze allebei akkoord kunnen gaan. Dit zorgt voor minder zienswijzen en eventueel beroepszaken. 2.3 Thema s artikel 4, bijlage II Bor In artikel 4 van bijlage van het Bor zijn verschillende thema s genoemd waarvoor mogelijkheden zijn opgenomen om een planologische afwijking te verlenen, op grond van artikel 2.12 lid 1a sub 2. Deze afwijkingsmogelijkheden willen we begrenzen, zodat het geen vanzelfsprekendheid wordt om medewerking te verlenen aan een planologische afwijking. In deze paragraaf wordt per thema aangegeven welke gevallen in aanmerking komen voor een planologische afwijking en voor welke gevallen per concreet geval een ruimtelijke en planologische afweging gemaakt moet worden. De begrenzing is gebaseerd op: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht, de Regeling Omgevingsrecht, de Bouwverordening, het Bouwbesluit, de vastgestelde bestemmingsplannen 7

10 Woongebieden Driebergen-Rijsenburg voor het stedelijk gebied en Buitengebied Leersum 2005 voor het landelijk gebied en bijvoorbeeld de welstandsnota Begripsbepalingen en wijze van meten Beleidsregel Beleidsregel ex artikel 2.12 lid 1 onder a sub 1 en 2 Wabo, van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; Buiten de bebouwde kom De percelen die gelegen zijn in een bestemmingsplan buitengebied of landelijk gebied. Bebouwde kom De percelen niet gelegen in een bestemmingsplan Buitengebied of landelijk gebied. Bij twijfel kan worden aangesloten bij de Wegenverkeerswet. Voor de begripsbepalingen en de wijze van meten wordt verwezen naar de bestemmingsplannen Woongebied Driebergen-Rijsenburg voor de bebouwde kom en het bestemmingsplan Landelijk gebied Leersum 2005 voor buiten de bebouwde kom. Een aantal begrippen komt niet meer overeen met de nieuwe begripsbepalingen onder de Wabo en aanverwante regelingen. Daarom worden de onderstaande begripsbepalingen in deze beleidsregel aangepast. Bor Leersum (vervangen) Driebergen (vervangen) Bijbehorend bouwwerk Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevinden hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak Bijgebouw een aan de woning ondergeschikt gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte, behorende bij een woning, dat uitsluitend indien het aan de woning is aangebouwd en van daaruit rechtstreeks toegankelijk is, mag worden gebouwd en gebruikt voor bewoning aanbouw een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm en bouwkundig onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; onder aanbouw wordt mede verstaan een bij de oorspronkelijke bouw optioneel aangeboden en ook daadwerkelijk gebouwde aanbouw; bijgebouw een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, niet geschikt voor bewoning, dat in functioneel ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; een aan huis gebonden beroep of (alleen na vrijstelling) bedrijf is wel toegestaan in een bijgebouw; overkapping een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats

11 Hoofdgebouw Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien er meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is. Achtererfgebied erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw. Voorerfgebied erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied. Hoofdgebouw een gebouw dat op een bouwperceel door constructie en afmetingen als belangrijkste gebouw valt aan te merken Niet gedefinieerd Niet gedefinieerd en dat maximaal twee, al dan niet tot de constructie zelf behorende wanden heeft; uitbouw een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm en bouwkundig kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; onder uitbouw wordt mede verstaan een bij de oorspronkelijke bouw optioneel aangeboden en ook daadwerkelijk gebouwde uitbouw; hoofdgebouw een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; een hoofdgebouw kan verschillende bouwhoogtes hebben. Niet gedefinieerd Niet gedefinieerd Bijbehorend bouwwerk binnen de bebouwde kom, artikel 4 lid 1 onder a Er kan volgens het Bor afwijking worden verleend voor een bijbehorend bouwwerk bij een hoofdgebouw binnen de bebouwde kom. De enige voorwaarde is dat het aantal woningen niet toeneemt. Daarom bestaat er de behoefte om aanvullende richtlijnen op te stellen voor het al dan niet verlenen van een afwijking van de bestemmingsplanregels. Hiervoor kan een onderscheid worden gemaakt tussen bouwen op het voorerfgebied of het achtererfgebied a Bouwen op het voorerfgebied bij een woning Geen medewerking wordt verleend aan het overschrijden van de voorgevelrooilijn. Juist de situering van deze voorgevelrooilijn is bepalend voor het stedenbouwkundige beeld en de begrenzing van de openbare ruimte. Een uitzondering kan worden gemaakt voor uitbouwen aan de voorzijde van een woning, in de vorm van erkers. Deze erkers mogen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw of de aan 9

12 de openbare weg gelegen zijgevel worden gebouwd, mits de erker voldoet aan de onderstaande uitgangspunten. Ook kan een uitzondering worden gemaakt voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken aan de voorgevel, waarbij een oorspronkelijk bijbehorende bouwwerk aanwezig is in de voortuin, dan mag de ruimte tussen de woning en het oorspronkelijke bijbehorende bouwwerk worden dichtgebouwd met een aanbouw. Hierbij moet aansluiting worden gezocht bij dezelfde woningen in het bouwblok die dit al hebben gerealiseerd met bouwvergunning. Uitgangspunten erkers Bouwen aan de voorkant van een woning in de vorm van een erker, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: Horizontale diepte maximaal 1,5 meter; Diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden moet minimaal 2,5 meter bedragen; Breedte mag maximaal 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw bedragen; Breedte van de erker aan een naar de openbare weg gekeerde zijgevel mag maximaal 4 meter bedragen; Afstand van de zijkant van de erker tot de beide zijgevels van het voorgevelvlak waaraan de erker wordt aangebouwd moet minimaal 1 meter bedragen; Bouwhoogte mag maximaal 3 meter bedragen dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw +0,25 meter; Uitgangspunten aanbouwen aan de voorzijde Er mag alleen aan de voorzijde van een woning aangebouwd worden wanneer er oorspronkelijk een bijbehorend bouwwerk in de voortuin van de woning is gelegen. De ruimte tussen het oorspronkelijke bijbehorende bijwerk en de woning mag worden dichtgebouwd door een aangebouwd bijbehorend bouwwerk. Hierbij is een voorwaarde dat dit bijbehorend bouwwerk aansluit op woningen in het bouwblok die dit in het verleden al hebben uitgevoerd met bouw of omgevingsvergunning. Bijbehorend bouwwerk is niet breder dan het oorspronkelijke bijbehorende bouwwerk; Maximale hoogte is de hoogte van het oorspronkelijke bijgebouw, met een maximum van 5 meter; Wanneer de kap van het bijbehorende bouwwerk een uitloper is van de kap van het hoofdgebouw is de goothoogte van het hoofdgebouw maatgevend, medewerking kan verleend worden tot aan maximaal 5 meter hoogte; b Aangebouwd bijbehorend bouwwerk op het achtererfgebied bij een woning Uitgangspunt is dat er een herkenbaar onderscheid dient te zijn tussen het hoofdgebouw enerzijds en de uitbreiding van de woning anderzijds. Daarnaast dient het bijbehorend bouwwerk een functionele eenheid te vormen met het hoofdgebouw. De uitbreiding van een woongebouw mag niet leiden tot een toename van het aantal woningen. Nadere voorwaarden ten aanzien van positionering, oppervlakte, lengte, diepte en hoogte worden hieronder uitgewerkt. Deze voorwaarden zijn overgenomen uit het vastgestelde bestemmingsplan Woongebieden Driebergen-Rijsenburg. Positionering Realisering van bebouwing op het achtererfgebied kan van grote invloed zijn op het straatbeeld. Voorkomen moet worden dat deze bouwwerken het straatbeeld vertroebelen en verstenen. Om de ondergeschiktheid van de uitbreiding tot uitdrukking te brengen worden er eisen gesteld aan aangebouwde bijbehorende bouwwerken op het achtererfgebied. Oppervlakte Bebouwing op het achtererfgebied zal over het algemeen minder gevolgen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse. Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken is geen maximale oppervlaktemaat opgenomen. Wel dient voorkomen te worden dat percelen volledig dichtslibben. Daarom is de maximaal

13 toelaatbare hoeveelheid aan uitbreidingen van een woning gesteld op maximaal 50% van het bijbehorende achtererfgebied. Hoogte De goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter, dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw +0,25 meter. Uitgangspunten aangebouwd bijbehorend bouwwerk op het achtererfgebied De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter; Het bijbehorend bouwwerk moet minimaal 3 meter achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw liggen; Het bijbehorende bouwwerk moet tussen de voorgevel en de oorspronkelijke achtergevel liggen en mag maximaal 3 meter diep zijn, gemeten vanuit de oorspronkelijke zijgevel; Het bijbehorende bouwwerk mag achter de oorspronkelijke achtergevel maximaal 6 meter diep zijn, gemeten vanuit de oorspronkelijke zijgevel; Het bijbehorende bouwwerk mag achter de oorspronkelijke achtergevel maximaal 3 meter diep zijn, gemeten vanuit de oorspronkelijke achtergevel; Goothoogte van het bijbehorende bouwwerk mag maximaal 3 meter bedragen, dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw +0,25 meter; Het aansluitende terrein blijft voor 50% onbebouwd; Door de realisatie van een bijbehorend bouwwerk op het achtererfgebied mag planologisch gezien binnen de bebouwingsstrook een bestaand vrijstaand - niet voor bewoning geschikt bijbehorend bouwwerk onderdeel van de woning worden. Uiteraard dient in dat geval het bouwwerk bouwtechnisch te worden aangepast zodat dit oorspronkelijke niet voor bewoning geschikte bijbehorende bouwwerk alsnog bouwtechnisch gezien geschikt wordt voor bewoning c Vrijstaande bijbehorend bouwwerk op achtererfgebied bij een woning Nadere voorwaarden ten aanzien van positionering, oppervlakte, lengte, diepte en hoogte voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden hieronder uitgewerkt. Deze voorwaarden zijn overgenomen uit het vastgestelde bestemmingsplan Woongebieden Driebergen-Rijsenburg. Positionering Vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd achter de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw. Vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd. Hoogte De goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,25 meter. Voor rijwoningen bedraagt de maximale bouwhoogte 3 meter. In deze gebieden is sprake van een hogere bebouwingsdichtheid en kleinere kavels. In dat licht is ervoor gekozen om de maximale bouwhoogten voor vrijstaande bijgebouwen bescheiden te houden, zodat de ruimtelijke uitstraling naar naast gelegen percelen beperkt blijft. Oppervlakte De oppervlakte van vrijstaande en aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag per hoofdgebouw niet meer bedragen dan 15% van de oppervlakte van de bijbehorende gronden met een maximum van 50 m 2 voor percelen met een oppervlakte tot m 2, 60 m2 voor percelen met een oppervlakte tussen en m 2 en 80 m 2 voor percelen met een oppervlakte groter dan 2000 m 2. De bepaling dat elk perceel voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd blijft onverkort op de genoemde oppervlakten van toepassing. Uitgangspunten vrijstaand bijbehorend bouwwerk 11

14 Vrijstaand bijbehorend bouwwerk is gelegen achter de oorspronkelijke achtergevel; Vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd; Goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,25 m 2 ; Totale oppervlakte voor vrijstaand bijbehorende bouwwerken bedraagt 15% van de oppervlakte van de bijbehorende gronden met een maximum van 50m 2, voor percelen tot 1000 m 2 ; Totale oppervlakte voor vrijstaand bijbehorende bouwwerken bedraagt 15% van de oppervlakte van de bijbehorende gronden met een maximum van 60 m 2, voor percelen tussen de 1000 en 2000 m 2 ; Totale oppervlakte voor vrijstaand bijbehorende bouwwerken bedraagt 15% van de oppervlakte van de bijbehorende gronden met een maximum van 80 m 2, voor percelen groter dan 2000 m 2 ; Het aansluitende terrein blijft voor 50% onbebouwd; Door uitbreiding mag een bestaand vrijstaand bijbehorend bouwwerk buiten de bebouwingsstrook niet een aangebouwd bijbehorend bouwwerk worden d Bijbehorende bouwwerken bij andere hoofdgebouwen Het is op grond van artikel 4 bijlage II Bor mogelijk om bij andere hoofdgebouwen in de bebouwde kom een bijbehorend bouwwerk te plaatsen. Onder andere hoofdgebouwen kan onder andere worden verstaan: scholen, ziekenhuizen, winkels, hotels, kantoren, agrarische bebouwing en andere bedrijfsgebouwen. Vanwege de diversiteit aan functies die voor een planologische afwijking in aanmerking komen en vanwege de verspreide ligging van deze andere gebouwen binnen de gemeente, is het niet mogelijk voor dergelijke uitbreidingen een algemeen toetsingskader op te stellen. Per concreet geval zal bepaald worden of een uitbreiding wel of niet past binnen het stedenbouwkundige beeld ter plaatse. In ieder geval zal de uitbreiding er niet toe mogen leiden dat het aansluitende terrein voor meer dan 50% bebouwd is en de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden. Een bijbehorend bouwwerk bij een ander gebouw moet dus gerealiseerd worden binnen dergelijke ten behoeve van bebouwing begrensde gronden. Het komt nogal eens voor dat andere gebouwen zijn gelegen in een woongebied (denk bijvoorbeeld aan scholen, verenigingsgebouwen, etc.). Deze functies kunnen het woon- en leefmilieu ter plaatse beïnvloeden. Dit met name wanneer de functie veel bezoekers trekt en/of er een grote behoefte bestaat aan parkeergelegenheid. Uitgangspunten zijn dat er niet gebouwd wordt voor de voorgevelrooilijn, er niet hoger gebouwd wordt dan de oorspronkelijke toegestane goot- en bouwhoogte, er voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in de nabije omgeving beschikbaar dient te zijn en dat er geen onevenredige gevolgen voor de verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid ter plaatse mogen ontstaan. Vindt op het moment van de aanvraag al een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu plaats of is er zelfs sprake van een saneringssituatie, dan wordt er geen ontheffing verleend. Uitgangspunten bijbehorende bouwwerken bij andere gebouwen Aansluitend terrein blijft voor 50% onbebouwd; De maximale bebouwingsoppervlakte (BP) met maximaal 50% wordt overschreden; Voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein; Per concreet geval een afweging maken.

15 2.3.3 Bijbehorend bouwwerk buiten de bebouwde kom, artikel 4 lid 1 onder b a bijbehorende bouwwerken bij woningen Voor hoofdgebouwen buiten de bebouwde kom gelden andere regels dan voor hoofdgebouwen binnen de bebouwde kom. Vandaar dat dit onderdeel apart is opgenomen binnen de beleidsregel. De volgende voorwaarden gelden voor bijbehorende bouwwerken: Het aantal woningen moet gelijk blijven; Hoogte max. 5 m 1 ; De maximale bebouwingsoppervlakte (BP) mag met niet meer dan 50% worden overschreden; Buiten de bebouwde kom een totale bruto opper vlakte van max. 150 m 2. Ondanks de beperkingen die zijn opgenomen in de Bor, blijft er behoefte bestaan om aanvullende richtlijnen op te stellen voor het al dan niet verlenen van een afwijking van de bestemmingsplanregels. Hiervoor kan een onderscheid worden gemaakt tussen bouwen op het voorerfgebied en het achtererfgebied. Bij vrijstaande woningen achterop een perceel met een grote voortuin kan een individuele afweging van de bebouwingsmogelijkheden plaatsvinden. Woningen in het buitengebied zijn gebonden aan een maximale inhoudsmaat van 600 m3. Hiermee wordt een geringe uitbreidingsmogelijkheid geboden, tot 600 m3. Dit komt overeen met de Uitvoering beleidslijn nieuwe Wro van en met de bepalingen uit het streekplan van de provincie Utrecht. Woningen die al groter zijn dan 600 m3, hebben geen uitbreidingsmogelijkheden. Binnen de 600 m3 is er geen onderscheid gemaakt in goot- en bouwhoogte, aan- en uitbouwen, erkers etc. Via deze beleidsregels wordt er geen mogelijkheid geboden om de woningen te vergroten tot meer dan 600 m3. Het komt voor dat in ruil voor de sloop van een groot gedeelte van de ter plaatse aanwezige bedrijfsbebouwing bijbehorende bouwwerken met een grotere oppervlakte dan 50 m 2 worden toegestaan. Het betreft hier een eenmalige afwijking die door het college van b&w apart zal worden afgewogen. Aan een verdere afwijking van deze maximaal toegestane hoeveelheid bijbehorende bouwwerken bij woningen wordt geen medewerking verleend. Voor burgerwoningen in het buitengebied geldt dat er maximaal 50 m 2 aan bijbehorende bouwwerken opgericht mag worden. Het betreft hier landelijk gebied, daarom is het bij de woning behorende perceel mogelijk (deels) gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Bij een uitbreiding waarvan de oppervlakte maximaal 75 m 2 bedraagt, kan echter worden aangenomen dat uitbreidingen van of bijgebouwen bij een woning geen negatieve invloed hebben op flora en fauna. Het Nee tenzij principe mag daarom in dit geval als niet van toepassing worden beschouwd. Uitgangspunten voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij woningen buiten de bebouwde kom Woningen buiten de bebouwde kom mogen worden vergroot tot maximaal 600 m3; De hoogte van de uitbreiding mag maximaal 5 meter bedragen; Het aantal woningen moet gelijk blijven; Het aansluitend terrein blijft voor 50% onbebouwd; Er zijn geen regels voor de plaats en afmetingen van het aangebouwde bijbehorende bouwwerk, mits voldaan wordt aan de inhoudsmaat van 600 m3. Uitgangspunten vrijstaand bijbehorend bouwwerk bij woningen buiten de bebouwde kom De maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt per woning 50 m 2 ; Het bijbehorende bouwwerk is gebouwd op ten minste 1 meter achter het verlengde van de voorgevel van de betreffende woning, met dien verstande dat het bestemmingsplan aangeeft welke gevel als voorgevel moet worden aangemerkt; Het bijbehorende bouwwerk is gebouwd op maximaal 20 meter vanuit het hoofdgebouw; De goothoogte van het bijbehorende bouwwerk bedraagt maximaal 3 meter; 13

16 De bouwhoogte van het bijbehorende bouwwerk bedraagt maximaal 5 meter; Het aansluitend terrein blijft voor 50% onbebouwd; Het is mogelijk om 75 m2 bijbehorende bouwwerken te bouwen mits op het moment van de aanvraag de oppervlakte van de ter plaatse behorende onbebouwde gronden tenminste 1 ha bedraagt en de vergroting redelijkerwijs nodig kan worden geacht met het oog op een doelmatig beheer en gebruik van het betreffende perceel; De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 150 m2 bedragen, mits vooraf vaststaat dat de aanwezige voormalige agrarische bestaande gebouwen worden gesloopt, voor zover die niet binnen het maximum oppervlakte worden gebruikt als of verbouwd tot bijgebouwen en die niet zijn aangemerkt als beschermd monument b Bijbehorende bouwwerken bij andere hoofdgebouwen Het is op grond van artikel 4 bijlage II Bor mogelijk om bij andere hoofdgebouwen buiten de bebouwde kom een bijbehorend bouwwerk te plaatsen. Onder andere hoofdgebouwen kan onder andere worden verstaan: scholen, ziekenhuizen, winkels, hotels, kantoren, agrarische bebouwing en andere bedrijfsgebouwen. Vanwege de diversiteit aan functies die voor een planologische afwijking in aanmerking komen en vanwege de verspreide ligging van deze andere gebouwen binnen de gemeente, is het niet mogelijk voor dergelijke uitbreidingen een algemeen toetsingskader op te stellen. Per concreet geval zal bepaald worden of een uitbreiding wel of niet past binnen het stedenbouwkundige beeld ter plaatse. In ieder geval zal de uitbreiding er niet toe mogen leiden dat het aansluitende terrein voor meer dan 50% bebouwd is en de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden. Een bijbehorend bouwwerk bij een ander gebouw moet dus gerealiseerd worden binnen dergelijke ten behoeve van bebouwing begrensde gronden. Omdat het hier ook landelijk gebied kan betreffen, is het mogelijk dat een perceel (deels) is gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Bij een uitbreiding met een oppervlakte van meer dan 75 m 2 kan echter worden aangenomen dat uitbreidingen van of bijgebouwen bij andere gebouwen een negatieve invloed hebben op flora en fauna. Het Nee tenzij principe kan in dit geval van toepassing zijn. Uitgangspunt is dat er niet gebouwd wordt voor de voorgevelrooilijn, er niet hoger dan de oorspronkelijke toegestane goot- en bouwhoogte, voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in de nabije omgeving beschikbaar dient te zijn en dat er geen onevenredige gevolgen voor de verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid ter plaatse mogen ontstaan. Vindt op het moment van de aanvraag al een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu plaats of is er zelfs sprake van een saneringssituatie, dan wordt er geen ontheffing verleend. Uitgangspunten bijbehorende bouwwerken bij andere gebouwen Aansluitend terrein blijft voor 50% onbebouwd; De maximale bebouwingsoppervlakte (BP) met maximaal 50% wordt overschreden; Voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein; Indien de uitbreiding groter is dan 100 m 2 en het perceel is gelegen binnen de EHS dan is het Nee tenzij principe van toepassing; Er wordt dan op basis van een Nee tenzij toets beoordeeld of medewerking wordt verleend. Per concreet geval een afweging maken Een gebouw t.b.v. een infrastructurele of openbare nutsvoorziening, artikel 4 lid 2 Indien het college van b&w dit nodig achten, wordt aan een afwijkingsprocedure ten behoeve van de realisering van een infrastructurele voorziening of een nutsvoorziening medewerking verleend indien wordt onderbouwd waarom deze voorziening met een grotere omvang noodzakelijk is. In een concreet geval zal

17 worden beoordeeld of de plaatsing van het betreffende bouwwerk vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is en of ze niet leidt tot verkeersonveilige situaties. Uitgangspunten nutsvoorzieningen Het betreft een gebouw waarvoor de noodzaak wordt aangetoond; Het gebouw mag maximaal 1 bouwlaag bevatten; De oppervlakte van het gebouw mag maximaal 50 m 2 bedragen; Hoogte van het gebouw mag maximaal 5 meter bedragen; Vanuit stedenbouwkundig en verkeerskundig oogpunt mag het niet bezwaarlijk zijn; Per concreet geval beoordelen; Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, artikel 4 lid 3 Artikel 4 lid 3 Bor biedt de mogelijkheid om aan het plaatsen/realiseren van bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een oppervlakte van maximaal 50 m 2 en een hoogte van maximaal 10 meter medewerking te verlenen. In een concreet geval zal worden beoordeeld of de plaatsing van het betreffende bouwwerk vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is. Voor de verschillende categorieën van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn verschillende maximale hoogte maten opgenomen. Uitgangspunten bouwwerk geen gebouw zijnde De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal voor: Vlaggenmasten binnen de bebouwde kom: 5 meter Vlaggenmasten buiten de bebouwde kom: 10 meter Lichtmasten: 3 meter Kunstobjecten: 6 meter Speeltoestellen: 4,5 meter Pergola s: 3 meter Voorzieningen voor verblijf en ontmoeting: 3,5 meter Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, buiten de bebouwde kom: 3 meter Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, binnen de bebouwde kom 2 meter a Zwembaden Onoverdekte zwembaden bij woningen in de bebouwde kom, waarvan de bijbehorende gronden minimaal een oppervlakte van m2 beslaan. Uitgangspunten zwembaden: Het perceel moet groter zijn dan 1000 m 2 ; Maximaal één onoverdekt zwembad per perceel, binnen de bebouwde kom; De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen; Het zwembad mag maximaal 0,5 meter uitsteken boven de gemiddelde hoogte van het aangrenzende afgewerkte terrein; De oppervlakte van het zwembad mag maximaal 50 m 2 bedragen b Erfafscheidingen De uitgangspunten in dit afwijkingenbeleid sluiten aan op de vergunningsvrije bouwmogelijkheden van erfafscheidingen. Dit betekent dat er dan ook geen medewerking wordt verleend aan planologische afwijkingen voor bouwvergunningplichtige erfafscheidingen. Uitgangspunten erfafscheidingen In principe geen medewerking verlenen aan bouwvergunningplichtige erfafscheidingen. 15

18 2.3.5.c Lichtmastreclame Lichtmastreclame (een reclame-uiting in een transparante houder die aan een lichtmast is bevestigd) is langs bepaalde wegtracés toegestaan. Van belang is dat de lichtmastreclame een gelijkvormig beeld geeft en dat ze geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. Uitgangspunten lichtmastreclame Alle lichtmastreclames worden op dezelfde hoogte gehangen, te weten 4,50 m. boven de weg, respectievelijk ca. 3,50 m. boven het trottoir gehangen, gemeten vanaf het maaiveld tot aan de onderste rand van de houder. De houder van de lichtmastreclame heeft een maatvoering van maximaal 0,70 m. (breedte) x 1,0 m. (hoogte) x 0,045 m. (dikte) Er wordt maximaal één houder per lichtmast geplaatst. In afwijking van het vorige punt mogen maximaal twee lichtmastreclames worden geplaatst aan lichtmasten, die op de middengeleider van een weg staan, met dien verstande dat zij op gelijke hoogte aan weerszijden van de mast worden geplaatst. Binnen een van rijks-, provincie- of gemeentewege beschermd dorpsgezicht, een rijksmonument of een gemeentelijk monument mogen geen lichtmastreclames worden geplaatst. Lichtmastreclames mogen worden geplaatst binnen de bebouwde kom, zoals deze op grond van artikel 27 van de Wegenwet is vastgesteld, langs de wegtracés genoemd onder A. Langs de wegtracés genoemd onder B mogen slechts lichtmastreclames worden geplaatst, indien er redelijkerwijs geen andere locatie voorhanden is en na overleg met het college van burgemeester en wethouders. Er mogen lichtmastreclames binnen de gemeente worden geplaatst tot een maximum van in totaal 50 stuks. A Driebergen-Rijsenburg: 1. Hoofdstraat, vanaf de komgrens nabij de A12 tot ter hoogte van Hoofdstraat Hoofdstraat, vanaf ter hoogte van Bosstraat 1 tot de kruising met de Hoge Steeg 3. Loolaan 4. Arnhemsebovenweg, vanaf de komgrens nabij de A12 tot de komgrens nabij de Patrimoniumstraat 5. Arnhemsebovenweg, vanaf de komgrens nabij de Bosstraat tot de komgrens nabij de Horstlaan 6. Nijendal 7. Damhertlaan Doorn 8. Dorpsstraat, vanaf de kruising met de Acacialaan tot aan ter hoogte van Dorpsstraat 15a 9. Langbroekerweg, kruising met de Dorpsstraat tot en met de kruising met de Schoonoordselaan 10. Amersfoortseweg, kruising met de Dorpsstraat tot de kruising met de Willem de Zwijgerlaan Maarn: 11. Tuindorpweg, vanaf de oostelijke komgrens tot en met de kruising met de Raadhuislaan 12. Tuindorpweg, vanaf ter hoogte van nr. 56 tot aan de Poortse Bos. 13. Poortse Bos Maarsbergen 14. Tuindorpweg 15. Haarweg 16. Ambachtsweg

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen ex artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht j o artikel 4 van bijlage II Besluit omgevingsrecht Gemeente Barneveld maart 2013 Afwijkingenbeleid

Nadere informatie

Planologisch afwijkingenbeleid

Planologisch afwijkingenbeleid Datum Team Vastgesteld Keten omgeving Planologisch afwijkingenbeleid Beleidsregels ex artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 van de Wabo 1 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2 Aanleiding...

Nadere informatie

Planologisch afwijkingenbeleid. Beleidsregels ex artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 van de Wabo. Definitief 23 juni 2015 Team VG/ROEZ

Planologisch afwijkingenbeleid. Beleidsregels ex artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 van de Wabo. Definitief 23 juni 2015 Team VG/ROEZ O15.001346 O15.001346* Datum Definitief 23 juni 2015 Team VG/ROEZ Planologisch afwijkingenbeleid Beleidsregels ex artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 van de Wabo Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 4 1.1

Nadere informatie

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Versie: vastgesteld Gemeente Landsmeer, januari 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding...

Nadere informatie

Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. BEGRIPSBEPALINGEN Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. Aansluitend terrein / erf Al dan niet bebouwd perceel, of een

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART Artikel 1 Woondoeleinden W- 1. Doeleinden De gronden op de plankaart aangewezen voor Woondoeleinden W- zijn bestemd voor het wonen. Bij de realisatie van nieuwe woningen

Nadere informatie

P l a n r e g e l s vrs

P l a n r e g e l s vrs P l a n r e g e l s 012.10.01.02.00.vrs I n h o u d s o p g a v e Artikel 1 Relatie met het vigerende bestemmingsplan 3 Artikel 2 Wonen 4 Artikel 3 Geluidzone (dubbelbestemming) 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017 Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017 Artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 Wabo Beleidsregels toepassing artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 2 Wabo, gemeente Cranendonck 1 Hoofdstuk

Nadere informatie

Afwijkingenbeleid. Gemeente Edam-Volendam

Afwijkingenbeleid. Gemeente Edam-Volendam Afwijkingenbeleid Gemeente Edam-Volendam STATUS: VASTGESTELD 20-12-2016 2017 Beleidsregels voor het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid ex artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Nadere informatie

Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen)

Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen) GEMEENTEBLAD Nr. 53720 29 september Officiële uitgave van gemeente Tilburg. 2014 Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen) Dit

Nadere informatie

Kruimelgevallenbeleid Hillegom

Kruimelgevallenbeleid Hillegom Kruimelgevallenbeleid Hillegom Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 18 december 2018 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.2 Wettelijke borging... 4 1.3 Overige afwijkingsmogelijkheden...

Nadere informatie

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Notitie Beleid ten behoeve van Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting September 2009 1 1. AANLEIDING De gemeente Bussum heeft in het jaar

Nadere informatie

Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3

Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3 REGELS Inhoud van de regels Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3 Artikel 1 Begrippen 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 2 Woondoeleinden VI (WVII) 5 Artikel 3 Groen (G) 8 Adviesbureau RBOI 162100.16253.00

Nadere informatie

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw. Pelgrimsche Hoeve Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw 's-hertogenbosch Fase 3 kavelnummer: 1 PRIJS: 145.925 k.k. ex. btw Team Uitgifte Monique van Griensven - van Lent 06-31942182 m.vangriensven@s-hertogenbosch.nl

Nadere informatie

Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A

Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A gemeente Baarn Programma Fysiek Domein juni 2015 1 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding...5 1.1 Ter plaatse geldende bestemmingsplan...5 1.2 Procedure...5 2 De ingekomen zienswijzen...6

Nadere informatie

Begrippen: bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

Begrippen: bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. Beleidsregels voor de toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wabo. 1. Voor een toetsing van een aanvraag om een omgevingsvergunning

Nadere informatie

GEMEENTEBESTUUR UITGEEST

GEMEENTEBESTUUR UITGEEST GEMEENTEBESTUUR UITGEEST Nota / advies van: Patrick Monincx Behandelende afdeling: Publiekszaken/ Vergunningen Datum: 07-05-2015 NR. TITEL: Maatwerk voor erkers/woninguitbreiding aan de voorzijde, die

Nadere informatie

Beleidsregels buitenplanse afwijkingen opbouwen Oud-Beijerland

Beleidsregels buitenplanse afwijkingen opbouwen Oud-Beijerland Beleidsregels buitenplanse afwijkingen opbouwen Oud-Beijerland Artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto bijlage II, artikel 4 Besluit omgevingsrecht Team Ruimtelijk

Nadere informatie

Beleidsregels van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst voor afwijkingen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Beleidsregels van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst voor afwijkingen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Beleidsregels van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst voor afwijkingen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de nieuwe Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING voor: Plaatsen schutting activiteiten: bouwen van een bouwwerk gebruik in strijd met het bestemmingsplan verleend aan: De heer A.A. van der Griend locatie: Aurorastraat 6, 9635

Nadere informatie

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels: 176 Artikel 21 Wonen 21.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige

Nadere informatie

Artikel 19 Wonen - Karakteristiek

Artikel 19 Wonen - Karakteristiek Artikel 19 Wonen - Karakteristiek 19.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'wonen-karakteristiek' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan huis verbonden beroepen; c. water; d. behoud van de

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr. 67309

GEMEENTEBLAD. Nr. 67309 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rhenen. Nr. 67309 22 juli 2015 Gemeente Rhenen - Beleidsregels - Omgevingsvergunning voor de activiteit het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJNEN KLEINE BOUWWERKEN STRAATZIJDE

UITVOERINGSRICHTLIJNEN KLEINE BOUWWERKEN STRAATZIJDE UITVOERINGSRICHTLIJNEN KLEINE BOUWWERKEN STRAATZIJDE Vastgesteld: 7 mei 2013 1 UITVOERINGSRICHTLIJNEN KLEINE BOUWWERKEN STRAATZIJDE Met de Uitvoeringsrichtlijnen voor kleine bouwwerken aan de straatzijde

Nadere informatie

Wijzigingsplan Locatie Kwekerij Slot. Gemeente Beemster

Wijzigingsplan Locatie Kwekerij Slot. Gemeente Beemster Wijzigingsplan Locatie Kwekerij Slot Gemeente Beemster Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 4 Artikel 2 Wonen - 2 4 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Nadere informatie

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt TEAM BOUWEN EN MILIEU ons kenmerk 1273564 behandeld door mevrouw SGM Jacobs doorkiesnummer +31 77 3596828 besluitdatum XX-XX-XXXX onderwerp ontwerpbesluit Ontwerp omgevingsvergunning Op 23 januari 2018

Nadere informatie

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven. de projectkaart de analoge en digitale voorstelling van de in het

Nadere informatie

Beleidsregels ruimtelijk omgevingsrecht

Beleidsregels ruimtelijk omgevingsrecht A gemeente Eindhoven Beleidsregels ruimtelijk omgevingsrecht Januari 2012 bke/xe11033043 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Januari 2012 gemeente Eindhoven Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 1 Inleiding

Nadere informatie

Jaar: 2009 Nummer: 92 Besluit: B&W 10 november 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGELS ARTIKEL 3.23 WRO HELMOND Burgemeester en wethouders van Helmond

Jaar: 2009 Nummer: 92 Besluit: B&W 10 november 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGELS ARTIKEL 3.23 WRO HELMOND Burgemeester en wethouders van Helmond Jaar: 2009 Nummer: 92 Besluit: B&W 10 november 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGELS ARTIKEL 3.23 WRO HELMOND 2009 Burgemeester en wethouders van Helmond Gelet op artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20180094 Aanvraag Op 30 mei 2018 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van de heer C.W. Salimans voor het plaatsen van een erfafscheiding op het adres Rietdekker

Nadere informatie

Vergunningvrij bouwen onder de Wabo

Vergunningvrij bouwen onder de Wabo Vergunningvrij bouwen onder de Wabo 1 Artikel 2.1 Wabo: verbodsbepaling a. Bouwen b. Aanleggen (bestemmingsplan) c. Gebruik in ruime zin in strijd met bestemmingsplan d. Brandveilig gebruik (Bbgb) e. Oprichten,

Nadere informatie

Erfafscheidingen. Gemeente Zeewolde, juni 2011

Erfafscheidingen. Gemeente Zeewolde, juni 2011 Erfafscheidingen Gemeente Zeewolde, juni 2011 Versie augustus 2016 2 1. Inleiding Iedereen wenst zijn/ haar perceel op een goede manier met de buren of het openbaar gebied te scheiden. Wanneer hiervoor

Nadere informatie

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen regels behorende bij het bestemmingsplan Gemeente: Wijk bij Duurstede Plan status: vastgesteld Datum: september 2011 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende

Nadere informatie

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; Artikel 15 Wonen 15.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; alsmede voor: b. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage'; c. dienstverlening,

Nadere informatie

Vinkelse Slagen. Kavelgegevens. kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. oppervlakte: 949 m 2. prijs: 247.350 ex. btw. Team Uitgifte

Vinkelse Slagen. Kavelgegevens. kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. oppervlakte: 949 m 2. prijs: 247.350 ex. btw. Team Uitgifte oppervlakte: 949 m 2 kavelnummer: 1 prijs: 247.350 ex. btw kavelnummer: 2 oppervlakte: 963 m2 prijs: 249.450 ex. btw kavelnummer: 3 oppervlakte: 1.011 m2 prijs: 256.650 ex. btw kavelnummer: 4 oppervlakte:

Nadere informatie

Omgevingsvergunning voor de activiteit het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan 2015

Omgevingsvergunning voor de activiteit het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan 2015 Beleidsregels Omgevingsvergunning voor de activiteit het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan 2015 Vastgesteld door het college d.d. 14 juli 2015 Datum inwerkingtreding

Nadere informatie

Artikel 22 Wonen - 1. 22.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

Artikel 22 Wonen - 1. 22.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 143 Artikel 22 Wonen - 1 22.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen, al dan niet met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige

Nadere informatie

Opdrachtgever: Gemeente Noordenveld Projectnummer:

Opdrachtgever: Gemeente Noordenveld Projectnummer: Memo Opdrachtgever: Gemeente Noordenveld Projectnummer: 160.00.02.01.00 Onderwerp: nieuwe bijgebouwenregeling Datum: 1 november 2014 Nieuwe bijgebouwenregeling Noordenveld A a n l e i d i n g De gemeente

Nadere informatie

Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden

Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden In bijlage II van het Besluit omgevingsrecht is een tweetal categorieën opgenomen voor vergunningsvrije bouwwerken: I het regime voor kleine

Nadere informatie

: Aanwijzing categorieën verklaring van geen bedenkingen (Wabo, artikel A. onder 3)

: Aanwijzing categorieën verklaring van geen bedenkingen (Wabo, artikel A. onder 3) Nummer : 10-01.2013 Onderwerp : Aanwijzing categorieën verklaring van geen bedenkingen (Wabo, artikel 2.12.1A. onder 3) Korte inhoud : De raad kan in het kader van een uitgebreide procedure op grond van

Nadere informatie

Artikel 2 Woondoeleinden IV (W IV) 5 Artikel 3 Erven III (E III) 7 Artikel 4 Tuinen II (T II) 9

Artikel 2 Woondoeleinden IV (W IV) 5 Artikel 3 Erven III (E III) 7 Artikel 4 Tuinen II (T II) 9 Inhoud van de regels Hoofdstuk 1 Inleidende en algemene bepalingen blz. 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingen en gebruik 5 Artikel 2 Woondoeleinden IV (W IV) 5 Artikel 3 Erven III (E

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit ten behoeve van de realisatie van 8 rijwoningen in plaats van 7 op een perceel bouwterrein gelegen aan Het Wilgert te Epse Inleiding Tussen de straten Het

Nadere informatie

VNG Juridische 2-daagse

VNG Juridische 2-daagse VNG Juridische 2-daagse Deelsessie: 32 De veranderende rol van de gemeente als bevoegd gezag bij handhaven regelgeving (onderdeel handhaving vergunningvrije bouw) Wico Ankersmit 2 28-3-2011 LJN: BP9458,

Nadere informatie

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens. kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. prijs: 325 / m² ex. btw. Team Uitgifte

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens. kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. prijs: 325 / m² ex. btw. Team Uitgifte Pelgrimsche Hoeve Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw 's-hertogenbosch kavelnummer: 1 prijspeil: 2015 Team Uitgifte Monique van Griensven - van Lent 06-31942182 m.vangriensven@s-hertogenbosch.nl Pelgrimsche

Nadere informatie

ERFAFSCHEIDINGEN EN PERCEELAFSCHEIDINGEN. april 2004 een notitie over de aanpak van erfafscheidingen in de gemeente Castricum

ERFAFSCHEIDINGEN EN PERCEELAFSCHEIDINGEN. april 2004 een notitie over de aanpak van erfafscheidingen in de gemeente Castricum ERFAFSCHEIDINGEN EN PERCEELAFSCHEIDINGEN april 2004 een notitie over de aanpak van erfafscheidingen in de gemeente Castricum Inleiding De gemeente Castricum heeft besloten een beleidsnotitie vast te stellen,

Nadere informatie

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1 DEEL C - PROCEDURE . Inhoudsopgave pagina DEEL C - PROCEDURE 1 9. WELSTANDSPROCEDURE 1 9.1 De status van de welstandsnota 1 9.2 Organisatie van welstand 1 9.3 De welstandsprocedure 1 9.4 Nieuwe bouwprojecten

Nadere informatie

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR) (beleidsregel voor verlening van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo van

Nadere informatie

Gemeente Kollumerland c.a.

Gemeente Kollumerland c.a. BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (omgevingsvergunning) Aanvraag Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Adres Postcode en plaats Gegevens locatie Adres Postcode en plaats

Nadere informatie

Afwijkingenbeleid kruimelgevallen Bunnik 2013

Afwijkingenbeleid kruimelgevallen Bunnik 2013 Afwijkingenbeleid kruimelgevallen Bunnik 2013 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Algemene toelichting 1. Inleiding 2. Procedure invoering beleidsregels 3. Procedure toepassing regeling voor planologische kruimelgevallen

Nadere informatie

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk, Collegebesluit Registratienummer Afdeling Onderwerp 2010/65824 Stadszaken Projectbesluit en reguliere bouwvergunning *2010/65824* 2010/65824 Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk, gezien

Nadere informatie

Het bouwen van een erfafscheiding in afwijking van het bestemmingsplan

Het bouwen van een erfafscheiding in afwijking van het bestemmingsplan Zaaknummer: 253498 Het bouwen van een erfafscheiding in afwijking van het bestemmingsplan Collegevoorstel Inleiding Op 23 april 2011 is er een aanvraag om omgevingsvergunning ingekomen voor het bouwen

Nadere informatie

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria telefoon fax email internet kvk Breda Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 info@c5s.nl www.c5s.nl 20083802 GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA 2014 Deel III: Ambtelijke

Nadere informatie

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. educatieve instellingen met inbegrip van kinderopvang;

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. educatieve instellingen met inbegrip van kinderopvang; Artikel 7 Maatschappelijk 7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke voorzieningen waaronder: 1. educatieve instellingen met inbegrip

Nadere informatie

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 4-1 -2016 Bestemmingsplan "Kern Hilvarenbeek" Artikel 17 Wonen 17.1 Bestemmingsomschrijving 17.1.1 Algemeen De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen

Nadere informatie

Omgevingsvergunningvrij. Presentatie raad 8 juni 2010

Omgevingsvergunningvrij. Presentatie raad 8 juni 2010 Omgevingsvergunningvrij bouwen Presentatie raad 8 juni 2010 Doel van de presentatie Inzicht in veranderingen: BBLB BOR Nieuwe methodiek van vergunningvrij bouwen in het BOR Inhoud presentatie 1. Historie

Nadere informatie

WABO Afwijkingenbeleid 2012

WABO Afwijkingenbeleid 2012 WABO Afwijkingenbeleid 2012 beleid inzake de toepassing van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) betreffende de mogelijkheden tot het afwijken van het bestemmingsplan

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND

GEMEENTEBLAD VAN HELMOND GEMEENTEBLAD VAN HELMOND Jaar : 2006 Nummer: 8 Besluit : B & W 31 januari 2006 BELEIDSREGELS VOOR TOEPASSING ARTIKEL 19 lid 3 WRO Inleiding Sinds 3 april 2000 is artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke

Nadere informatie

Hoekenboek afdeling:stedelijkeontwikkeling gemeenteoosterhout

Hoekenboek afdeling:stedelijkeontwikkeling gemeenteoosterhout Hoekenboek 2010 afdeling:stedelijkeontwikkeling gemeenteoosterhout Vastgesteldmei2010 Inleiding. A. Het uitbreiden van een hoekwoning met aanbouw tegen de zijgevel. B. Het bouwen of uitbreiden van een

Nadere informatie

BELEIDSREGELS Voor het afwijken van het bestemmingsplan

BELEIDSREGELS Voor het afwijken van het bestemmingsplan BELEIDSREGELS Voor het afwijken van het bestemmingsplan Gemeente Middelburg Afdeling Ruimtelijk Beleid Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 17 mei 2011. Toelichting Per 1 oktober

Nadere informatie

Rapport. 2^1 kapwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden

Rapport. 2^1 kapwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden Rapport 2^1 kapwoning voorbeeld-document bouwmogelijkheden 1 INHOUDSOPGAVE 3 Bestemmingsplan 1996 2 4 Toelichting bestemmingsplan 5 Vergunningsvrij bouwen 7 Bouwmogelijkheden 9 Welstandsbeleid 10 Overzichtstabel

Nadere informatie

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3 GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december 2011 ruimte voor ideeën Mortiere fase 4c3 Deze standaard is gebaseerd op de Bro (21 april 2008) en SVBP2008 (10 april 2008).

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28 Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28 b-2) M DH (tc) [sba-ob] Bouwaanduiding [sba-ob] specifieke bouwaanduiding - oppervlakte bijgebouwen Voorstel reparatie perceel Zwarteweg 28

Nadere informatie

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd) D161278889 *D161278889* Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd) Wij hebben op 20 juni 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van: voor het plaatsen van een parasoldoek

Nadere informatie

Nog niet gecontroleerde informatie!

Nog niet gecontroleerde informatie! Nog niet gecontroleerde informatie! Het via doorschakelen beschikbare bestand is nog niet gecontroleerd en wordt zo spoedig mogelijk vervangen of aangevuld. Bij het plan horen bovendien nog: Bijzondere

Nadere informatie

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Nieuw beleid 3 2.1 Relevante regelgeving betreffende ruimtelijke ontwikkelingen 3 2.2 Relevante regelgeving

Nadere informatie

4 4 vr v ije j ka k ve v ls l s De Sche h ife f la l ar r 15, Veghe h l Vig i ere r nde d be b st s emming n 1

4 4 vr v ije j ka k ve v ls l s De Sche h ife f la l ar r 15, Veghe h l Vig i ere r nde d be b st s emming n 1 4 vrije kavels De Scheifelaar 15,, Veghel Vigerende bestemming 1 Artikel 13 Wonen-1 13.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. de uitoefening van

Nadere informatie

Opinieronde / peiling

Opinieronde / peiling Aan de Raad Aan de commissie: Made, 26 januari 2011 Regnr.: Opinieronde / peiling: Onderwerp: Actualisering bestemmingsplannen Opinieronde / peiling Datum vergadering: Agendapunt : Agendapunt: Portefeuillehouder:

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012

BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012 BELEIDSNOTITIE BIJBEHORENDE BOUWWERKEN 2012 Vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 december 2012 Pagina: 1 van 5 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Bijgebouw/Bijbehorend bouwwerk 3 2. Definities 3 2.1 Begrippen

Nadere informatie

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd) D170721133 *D170721133* Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd) Wij hebben op 5 oktober 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het splitsen van de woning op het perceel

Nadere informatie

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat: Artikel 8 Wonen - 2 8.1 Bestemmingsomschrijving 8.2 Bouwregels 8.3 Nadere eisen 8.4 Afwijking van de bouwregels 8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.

Nadere informatie

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2 INHOUD VOORSCHRIFTEN ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2 ARTIKEL 5. VRIJSTAANDE WONINGEN. 3 ARTIKEL 6.

Nadere informatie

Beleidsnota. Verkoop snippergroen.

Beleidsnota. Verkoop snippergroen. Beleidsnota Verkoop snippergroen. Beleidsnota verkoop Snippergroen H 1 Aanleiding In het raadsbesluit over de Programmabegroting 2012-2015 is opgenomen dat de gemeente stroken groen kan verkopen aan particulieren.

Nadere informatie

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning 8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds 2013-0068 0595 42 1140 2 mei 2013 Projectomgevingsvergunning (Adres) (Aanhef), Burgemeester en wethouders hebben op 2 mei 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Rapport. rijwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden

Rapport. rijwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden Rapport rijwoning voorbeeld-document bouwmogelijkheden 1 INHOUDSOPGAVE 3 Bestemmingsplan Bomenbuurt 2002 2 5 Vergunningvrij bouwen 6 Uitbreidingsmogelijkheden 9 Welstandsbeleid 10 Overzichtstabel BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr. 2012 en 1836

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr. 2012 en 1836 ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr. 2012 en 1836 Zaaknummer: : 14.16391 OLO nummer: : 1526543 Documentnummer : U15.002356 Burgemeester en wethouders van Dinkelland

Nadere informatie

Beleidsregels Kruimellijst (artikel 4, bijlage 2 van het Besluit Omgevingsrecht) V A S T G E S T E L D

Beleidsregels Kruimellijst (artikel 4, bijlage 2 van het Besluit Omgevingsrecht) V A S T G E S T E L D Beleidsregels Kruimellijst (artikel 4, bijlage 2 van het Besluit Omgevingsrecht) V A S T G E S T E L D Beleidsregels Kruimellijst (artikel 4, bijlage 2 van het Besluit Omgevingsrecht) V A S T G E S T E

Nadere informatie

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Gemeente Olst-Wijhe bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Olst-Wijhe, 7 augustus 2009 Planidentificatienummer: NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301 Toelichting augustus 2009 NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301

Nadere informatie

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling. Raadsvoorstel no. R2015.0011 Agendapunt no. 13 Onderwerp Verklaring van geen bedenkingen Stierop 3 Uitgeest, 14 april 2015 Aan de gemeenteraad Aanleiding Op 2 juli 2014 is er een aanvraag omgevingsvergunning

Nadere informatie

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp Zaaknummer : WABO-2017-1420) OLO nummer : 3326517 Documentnummer : Burgemeester en wethouders van Dinkelland beschikken op de aanvraag

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20190013 Aanvraag Op 18 januari 2019 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning op het adres Bredeweg 110 te Nederweert. De aanvraag is

Nadere informatie

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

uitwerkingsplan Mortiere fase 7 uitwerkingsplan Mortiere fase 7 Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 2 Groen 5 Artikel 3 Tuin 6 Artikel 4 Verkeer 7 Artikel

Nadere informatie

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies: College Onderwerp: V200900098 aanvraag voor reguliere bouwvergunning voor het wijzigen van de uitvoer van een eerder verleende bouwvergunning voor een vrijstaand bijgebouw op het perceel Burgemeester v/d

Nadere informatie

BELEID TOEPASSING ARTIKEL 3.23 VAN DE WET RUIMTELIJKE ORDENING

BELEID TOEPASSING ARTIKEL 3.23 VAN DE WET RUIMTELIJKE ORDENING BELEID TOEPASSING ARTIKEL 3.23 VAN DE WET RUIMTELIJKE ORDENING Vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders van Velsen op 17 februari 2009. Het beleid is na publicatie op 26 februari 2009

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Regels HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 1 Artikel 1 Begrippen... 1 Artikel 2 Nadere regels... 1 HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels... 2 Artikel 3 Groen... 2 Artikel 4 Maatschappelijk... 2 Artikel 5 Verkeer

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE PLAATSEN KLEINE WINDTURBINES.

BELEIDSNOTITIE PLAATSEN KLEINE WINDTURBINES. BELEIDSNOTITIE PLAATSEN KLEINE WINDTURBINES. Toetsingskaders kleine windturbines (kwt). Eén van de mogelijkheden om duurzame energie op te wekken is het plaatsen van kleine winturbines. Deze technologie

Nadere informatie

REGELS Inhoudsopgave

REGELS Inhoudsopgave REGELS Inhoudsopgave Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Nadere regels 2 Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied 3 Artikel 4 Wonen 3 Artikel 5 Algemene aanduidingsregels 6 Artikel 6 Slotregel 7 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE

Nadere informatie

Artikel 16 Woongebied

Artikel 16 Woongebied blad -1- Artikel 16 Woongebied 16.1 Bestemmingsomschrijving De voor Woongebied aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen en erven, alsmede aan huis verbonden

Nadere informatie

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Aanwezig : M. Kavsitli, M.Overbeeke, W. Crusio en J. van Bergen REGULIERE AANVRAGEN OMGEVINGSVERGUNNING 1. WABO/2015/80 Rabobank Bouwadres Lange Zelke

Nadere informatie

Beleid planologische afwijkingen

Beleid planologische afwijkingen Beleid planologische afwijkingen gemeente Wierden 2014 Vastgesteld door college op 8 juli 2014 Gepubliceerd op 16 juli 2014 1 van 29 Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2014 Een afwegingskader

Nadere informatie

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving 05-43-04 blz 50 Artikel 22: Wonen 22.1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan-huis-verbonden beroepen; met daaraan ondergeschikt:

Nadere informatie

Gemeente Cuijk BELEIDSREGEL AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN ONDER DE WABO VOOR KRUIMELGEVALLEN 2012

Gemeente Cuijk BELEIDSREGEL AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN ONDER DE WABO VOOR KRUIMELGEVALLEN 2012 Gemeente Cuijk BELEIDSREGEL AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN ONDER DE WABO VOOR KRUIMELGEVALLEN 2012 Artikel 2.12, lid 1 onder a sub 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Artikel 4 Bijlage

Nadere informatie

Beleidsregel voor het verlenen van toestemming voor het afwijken van het bestemmingsplan voor erfafscheidingen bij woningen

Beleidsregel voor het verlenen van toestemming voor het afwijken van het bestemmingsplan voor erfafscheidingen bij woningen Beleidsregel voor het verlenen van toestemming voor het afwijken van het bestemmingsplan voor erfafscheidingen bij woningen Deze beleidsregel is door burgemeester en wethouder van de gemeente Dongeradeel

Nadere informatie

Beleidsregel voor het tijdelijk plaatsen van vervangende woonruimte (artikel 2.12, lid 2 en artikel 2.23 Wabo)

Beleidsregel voor het tijdelijk plaatsen van vervangende woonruimte (artikel 2.12, lid 2 en artikel 2.23 Wabo) Beleidsregel voor het tijdelijk plaatsen van vervangende woonruimte (artikel 2.12, lid 2 en artikel 2.23 Wabo) 2014 Datum vaststelling college van B&W: 18 maart 2014 Datum publicatie: 26 maart 2014 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Beleidsregel particuliere woningbouw op open plekken in bestemmingsplan Kernen

Beleidsregel particuliere woningbouw op open plekken in bestemmingsplan Kernen Beleidsregel particuliere woningbouw op open plekken in bestemmingsplan Kernen Het bestemmingsplan Kernen is op 19 juli 2004 vastgesteld door de gemeenteraad, en in werking getreden op 21 januari 2005.

Nadere informatie

Bouwkosten: vastgestelde bouwkosten (excl. BTW) : ,10

Bouwkosten: vastgestelde bouwkosten (excl. BTW) : ,10 ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo artikel 2.1) Dossiernummer: VROM/HZ_WABO-2017-0169 Burgemeester en wethouders van de gemeente Someren Datum gezien de aanvraag van : B. Leenen adres, postcode en woonplaats

Nadere informatie

Oranjestraat 1 en

Oranjestraat 1 en Oranjestraat 1 en 7-2012 Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BVORANJESTR0107.va01 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Zaaknummer Omgevingsvergunning Zaaknummer 931037 1. Inleiding Op 10 mei 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van twee gebouwen, waaronder een seizoensgebonden toiletunit

Nadere informatie

Voorgestelde wijzigingen Vergunningvrij bouwen 5 juni 2014 Managementsymposium VBWTN. Een cursus of waarschuwing?! VVB.

Voorgestelde wijzigingen Vergunningvrij bouwen 5 juni 2014 Managementsymposium VBWTN. Een cursus of waarschuwing?! VVB. Voorgestelde wijzigingen Vergunningvrij bouwen 5 juni 2014 Managementsymposium VBWTN Een cursus of waarschuwing?! VVB Wico Ankersmit Vergunningvrij. of toch niet wel misschien? - Al tig uitspraken RvS

Nadere informatie