Frequentie Code en synoniemen. Nederlandse taal.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Frequentie Code en synoniemen. Nederlandse taal."

Transcriptie

1 Frequentie Code en synoniemen Een onderzoek naar het effect van de Frequentie Code op de keuze tussen synoniemen in de Nederlandse taal. Minke van Gorkom Anr Masterscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit van Tilburg, Tilburg Begeleider: Dr. M. Postma-Nilsenová Tweede lezer: Prof. dr. M.G.J. Swerts Juli

2 Samenvatting Uit eerder onderzoek is gebleken dat onbekende woorden, zoals pseudowoorden die nog geen betekenis hebben, een vorm van betekenis afgeven door hun klank. De perceptie van het woord hangt dus samen met de klank. Op basis van de Frequentie Code zouden klanken met een lage akoestische frequentie (achtervocalen) worden geassocieerd met: groot, dominant, beschermend, niet-vriendelijk, zeker en mannelijk. Daarnaast zouden klanken met een hoge akoestische frequentie (voorvocalen) worden geassocieerd met: klein, meegaand, kwetsbaar, vriendelijk, onzeker en vrouwelijk. Om te zien of dit ook bij bestaande woorden het geval is, wordt er in dit onderzoek gebruik gemaakt van synoniemen. In totaal hebben 87 participanten deelgenomen aan het onderzoek waarbij ze bij 30 contexten een keuze moesten maken tussen twee synoniemen: een synoniem met een achtervocaal en een met een voorvocaal. In de context werd één van de associaties klein, groot, mannelijk of vrouwelijk verwerkt zoals de Frequentie Code beschrijft. Uit de resultaten is gebleken dat er geen significante relatie was tussen de associatie groot en mannelijk in combinatie met een synoniem met een achtervocaal. Dit gold eveneens voor de combinatie tussen de associaties klein en vrouwelijk met een synoniem met een voorvocaal. Keywords: Frequentie Code, klanksymboliek, vocalen, synoniemen. 2

3 Inleiding Onderzoek toont aan dat de geluiden waaruit een woord is samengesteld, kunnen bijdragen aan de betekenis van het woord. Bijvoorbeeld, in een recente studie van Coulter en Coulter (2010) is aangetoond dat toonhoogten in vocalen invloed hebben op de perceptie van prijskortingen bij het gebruik van cijfers, zowel in het Engels als in het Chinees. Hierbij werden aanbiedingen als financieel voordeliger gezien wanneer ze kleiner klonken (cijfers kleiner dan 5), dan wanneer ze groot klonken (cijfers groter dan 5). Met andere woorden, als een product van $222,- naar $211,- ging, werd dit als voordeliger gezien dan wanneer een product van $199,- naar $188,- ging, terwijl beide kortingen $11,- bedragen. Bij het vergelijken van prijskortingen zijn kopers meer overtuigd door cijfers met zware klanken (lage vocalen) zoals /ʊ, o, ɔ/ dan door cijfers met lichte klanken (hoge vocalen) zoals /ɪ, i, ɛ/. Dit verschijnsel wordt aangeduid als fonetische symboliek ofwel klanksymboliek en is gebaseerd op de zogenaamde intrinsieke akoestische eigenschappen van fonemen (vocalen en consonanten). Diverse onderzoeken hebben klanksymboliek weten aan te tonen door middel van pseudowoorden. Uit het onderzoek van Yorkston en Menon (2004) bijvoorbeeld bleek dat een ijsje genaamd Frosh als zachter, romiger en smaakvoller werd waargenomen dan een ijsje met de naam Frish, zonder dat de deelnemers de betekenis van de woorden wisten. Het verschil tussen de vocalen i en o zorgt voor een verschil in perceptie van het woord. In dit onderzoek zal een koppeling te vinden zijn tussen beide onderzoeken. Er zal, overeenkomend met het onderzoek van Coulter en Coulter (2010), gebruik worden gemaakt van bestaande woorden, in dit geval Nederlandse synoniemen. Dit in tegenstelling tot de meeste onderzoeken, waarbij vaak gebruik gemaakt wordt van pseudowoorden. Tevens zullen deze synoniemen van elkaar verschillen door middel van variatie in vocaalgebruik dat afgeleid is van het onderzoek van Yorkston en Menon (2004). Het doel van deze studie is om na te gaan of klanksymboliek een rol speelt bij de keuze tussen synoniemen in een context. 3

4 Deze kennis kan toegepast worden op slogans, concepten en reclame-uitingen waarmee producten en/of diensten zo sterk mogelijk naar buiten gebracht kunnen worden. Dit onderzoek draagt bij aan de kennis hoe het komt dat geluiden een betekenis met zich meedragen. Het gaat hierbij om de intrinsieke betekenis. In tegenstelling tot eerdere onderzoeken, die zich voornamelijk richtten op de perceptie van woorden, staat bij dit onderzoek voornamelijk de productie van de woorden centraal. Hierbij kan tevens de vraag worden gesteld of klanksymbolisme er toe doet. Theoretische Achtergrond In dit kader zal eerst worden ingegaan op de begrippen prosodie en fonemen, de kleinste elementen van gesproken taal. Vervolgens zullen de verschillende soorten symboliek beschreven worden met de daarbij belangrijkste vorm voor dit onderzoek. Wat volgt is de bespreking van de Frequentie Code en tot slot zal de laatste paragraaf zich bezighouden met de klankindeling (voor, achter, open, gesloten) van vocalen. Prosodie en Fonemen Communiceren gebeurt door alle mensen, iedere dag en overal, om gedachten en gevoelens over te brengen naar anderen. De verbale communicatie die hiervoor wordt gebruikt, bestaat uit letters en klanken, die geschreven teksten, spraak en gesproken teksten vormen. Een kenmerk van een tekst is dat er tussen de verschillende tekstdelen en zinnen samenhang bestaat, want zonder deze samenhang zou communicatie onbegrijpelijk zijn. Een geschikt middel om samenhang tot stand te brengen binnen communicatie is prosodie. Dit kan voor de gesproken taal worden toegepast, waarmee vervolgens belangrijke woorden worden geaccentueerd. Naast het creëren van samenhang geeft prosodie niet alleen aan wat iemand zegt, maar ook op welke manier iets wordt gezegd. Het betreft hierbij de stemeigenschappen die worden gebruikt om een betekenis of emotionele toestand uit te drukken (Knapp & Hall, 2006). Deze 4

5 eigenschappen zijn klemtoon, ritme, accent en intonatie en richten zich op grotere gehelen zoals woorden, woordgroepen en zinnen. Prosodie kan naast het uitdrukken van een emotionele toestand van de spreker tevens aangeven of een zin als vraag of als opmerking is bedoeld en of de spreker serieus is of bijvoorbeeld sarcastisch. Naast prosodie, waarbij gekeken wordt naar de samenhang van teksten in het grotere geheel, kan er ook worden gesproken over de kleinste klankeenheden. Hierbij gaat het doorgaans niet over prosodie maar over microprosodie, eigenschappen van fonemen, zoals intrinsieke F0. Dit heeft te maken met de individuele klank van een vocaal. Zo kan de klank van een vocaal hoog of laag zijn in verhouding tot andere vocalen. De eigenschappen van fonemen zijn dus niet prosodisch maar microprosodisch. Met de juiste samenstelling van dergelijke fonemen kunnen woorden - zoals synoniemen - worden gecreëerd. Door het verdelen van woorden in de kleinste eenheden, is men er achtergekomen dat de klank van een woord betekenis geeft. Argo, Popa & Smith (2010) verwijzen voor dit idee naar Sapir (1929), die hiervan het vroegste bewijs levert. Sapir (1929) gebruikte woordparen van pseudowoorden in de vorm consonant-vocaal-consonant die alleen verschilden door de middelste vocaal (bijv. mil versus mal). Na deze woorden gezien te hebben, vertelde hij de deelnemers dat deze woorden refereerden naar tafels. Meer dan 80% van de deelnemers was het erover eens dat het woord mal refereerde naar de grote tafel en dat mil refereerde naar de kleine tafel. Hiermee wordt duidelijk dat vocalen in de meeste talen (inclusief het Nederlands) het hart vormen van elke lettergreep die meestal worden omgeven door een of meer consonanten. Bij prosodie wordt er dus gekeken naar het grotere geheel en bij microprosodie naar de kleinste eenheden, de fonemen. Indien microprosodie wordt bestudeerd op het niveau van de klanken die deel uitmaken van de symbolische voorstelling, spreekt men ook wel van klanksymboliek. In de volgende paragraaf wordt hier verder op ingegaan. 5

6 Klanksymboliek Fonetische symboliek ofwel klanksymboliek (Sound of Phonetic Symbolism) is de directe link tussen geluid en betekenis (Hinton, Nichols, & Ohala, 1994). De taalkundige theorie gaat er vanuit dat de verhouding tussen geluid en betekenis arbitrair is. De Franse taal theoreticus Ferdinand de Saussure heeft geformuleerd dat er steeds meer bewijs is dat een aanzienlijk deel van de link tussen geluid en betekenis niet uit willekeurige relaties bestaat (Saussure, 1959). Deze bewijzen suggereren dat er systematische relaties bestaan tussen hoe woorden klinken en wat ze betekenen (Bergen, 2004; Berlin, 1994; Cassidy, Kelly & Sharoni, 1999; Nygaard, Herold, & Namy, in press; Kunihira, 1971). Bijvoorbeeld Berlin (1994) gaf Engelssprekende proefpersonen een lijst met vogel- en visnamen uit Huambisa, een taal die gesproken wordt in het noorden van Peru en vroeg hen om de woorden te classificeren als een vogel of een vis. De proefpersonen konden, ondanks dat ze niet bekend waren met de taal, de woorden significant op de juiste manier classificeren. Ditzelfde effect is gevonden in een onderzoek van Tsuru en Fries (1933) waarbij gebruik werd gemaakt van bestaande woorden. Hierbij is deelnemers (bv. Amerikanen) gevraagd om de betekenis van woorden te raden in een taal waarmee ze niet vertrouwd waren (bv. Japans). Deelnemers kregen Engelse woordparen te zien in combinatie met Japanse woordparen, bijvoorbeeld bird en worm met tori en mushi, of white en black met shire en kuro. Zonder enige kennis van de Japanse taal had een ruime meerderheid significant de goede keuze gemaakt (tori betekent bird en shire betekent white). De directheid van de verbinding tussen geluid en betekenis is afhankelijk van de vorm waarin de symboliek van geluid voorkomt (Abelin, 1999; Hinton, Nichols, & Ohala, 1994). Symboliek van stemgeluid komt voor in vier verschillende vormen. De eerste vorm van symboliek, Lichamelijke klanksymboliek (Corporeal sound symbolism), is niet helemaal een correcte vorm van klanksymboliek vanwege het feit dat het geluid niet een symbool is, maar 6

7 meer een teken of symptoom. Desondanks is deze vorm hier wel te plaatsen vanwege de beginselen van klanksymboliek. Ter illustratie: fysieke en/of emotionele toestanden van de spreker zijn bij deze vorm aan te duiden met Aaugh! en Achoo!. De tweede vorm van symboliek, Imiterende klanksymboliek (Imitative sound symbolism), is gericht op klanknabootsing. Dit komt voor wanneer een spreker het geluid imiteert van bijvoorbeeld omgevingsgeluiden, zoals voor een piepende muis piep of voor een blaffende hond blaf. Het geluid doet hierbij denken aan de betekenis, zonder dat de spreker daadwerkelijk als een muis begint te piepen of als hond begint te blaffen. De derde vorm, klassieke klanksymboliek (Conventional sound symbolism), is in tegenstelling tot de vorige twee vormen van symboliek grotendeels taalafhankelijk. Bloomfield (1895, geciteerd in Hinton et al.) definieert dat fonemen die beginnen met gl, associaties oproepen die te maken hebben met het cluster licht, zoals glitter, glans of gloeien. Tevens beschrijven sn-woorden dingen die te maken hebben met de mond en de neus, zoals snoet, snuit, snavel, snuiven en snurken. Naast deze associaties wordt deze vorm van symboliek ook gebruikt bij het creëren van merknamen voor commerciële producten. Hierbij roepen woorden die op elkaar lijken onbewust eenzelfde betekenis op. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het merk L oréal. Deze merknaam lijkt op de vrouwennaam Laura en is afgeleid van de bloem Laurel, wat staat voor vrouwelijkheid en fleurigheid. Synesthetische klanksymboliek (Synesthetic sound symbolism), is de laatste vorm van symboliek. Deze symboliek kan worden gedefinieerd als de akoestische symbolisatie van niet-akoestische fenomenen. Dit is het proces waarbij toonhoogte, ritme en/of volume van invloed kunnen zijn op de relatie tussen het geluid en de betekenis. Een duidelijk voorbeeld van deze vorm van symboliek is de studie van Coulter en Coulter (2010) waarbij aangetoond is dat toonhoogte in vocalen invloed heeft op de perceptie van prijskortingen bij het gebruik van cijfers. 7

8 Met uitzondering van de laatste vorm verschillen de eerste drie genoemde vormen van symbolisme per taal. Dit betekent dat de laatste vorm universeel is en daarom de belangrijkste vorm voor dit onderzoek. Deze vorm van symbolisme richt zich tevens op de intrinsieke akoestische eigenschappen van fonemen (vocalen) waarbij gekeken wordt naar de klank van individuele vocalen in een woord. In de volgende paragraaf wordt een synestetische vorm beschreven met structurele kenmerken die zich voordoen in de taal, namelijk de Frequentie Code (Ohala, 1984). Specifiek genomen wordt op basis van toonhoogte een symbolische relatie beschreven tussen geluid en betekenis. Frequentie Code De Frequentie Code werd aanvankelijk door Ohala (1984) voorgesteld als een toelichting op de opvallende gelijkenissen tussen talen in het gebruik van stijgende of hoge vragende intonaties en dalende of lage verklarende intonaties. Daarnaast beschrijft de Frequentie Code een niet-willekeurige verbintenis tussen geluid en betekenis in relatie tot machtsverhouding. Diverse literatuur ondersteunt het idee dat er fonetische natuurlijke klassen zijn, gericht op spraakklanken die systematisch worden geassocieerd met uitingen van grootte. Deze aangeboren gespecificeerde perceptie van klanken zou universeel zijn en opgaan voor 136 (van de ongeveer 6000) talen die in de wereld gesproken worden (Ultan, 1978). Veel woorden die in verschillende talen geassocieerd worden met groot, worden geschreven met a en o en woorden die geassocieerd worden met klein, worden geschreven met i en e. Deze niet-willekeurige relatie komt tot stand wanneer dezelfde geluiden geassocieerd worden met dezelfde betekenissen in diverse talen, die niet genetisch of anderszins met elkaar zijn verbonden. Ohala (1984) laat zien dat klanksymboliek tot stand komt wanneer gebruik wordt gemaakt van bestaande woorden. Hij stelt dat in vele talen woorden, die kleinheid overbrengen, een aantal vocalen hebben die gekenmerkt worden door een hoge akoestische frequentie: chico (Spaans), petit (Frans), mikros (Grieks), en chiisai 8

9 (Japans). Omgekeerd geldt dit ook, woorden die grootheid overbrengen, bevatten vocalen met een lage akoestieke frequentie: gordo (Spaans), grand (Frans), makros (Grieks) en ookii (Japans). Tevens wordt, volgens de Frequentie Code, een hoge akoestische frequentie geassocieerd met een kleine stemgever die minder krachtige secundaire relaties met zich meebrengt zoals: klein, meegaand, kwetsbaar, vriendelijk, onzeker en vrouwelijk. Daarentegen zou een lage akoestische frequentie worden geassocieerd met een grote stemgever die krachtigere secundaire relaties met zich meebrengt zoals: groot, dominant, beschermend, niet-vriendelijk, zeker en mannelijk. Chen, Gussenhoven en Rietveld (2004) stellen dat er een aantal interpretaties van klein en groot zijn. Informationele interpretaties hebben betrekking op de boodschap en affectieve interpretaties op de spreker. Informationele interpretaties van de Frequentie Code zijn onzeker en vragend voor een hogere frequentie en zelfverzekerd en overtuigend voor een lagere frequentie. De affectieve interpretaties (de kenmerken van de spreker) zijn o.a. vrouwelijk, onderdanig, vriendelijk, beleefd en kwetsbaar voor hogere frequentie en mannelijk, dominant, zelfverzekerd, beschermend, agressief en honend voor een lagere frequentie. Dit is ook waarom hoge uitingen en hoog eindigende uitingen van een zin afhankelijk, aantrekkelijk en vragend klinken. Terwijl omgekeerd lage en laageindigende uitingen van een zin gezaghebbend, krachtig en assertief klinken. Door de verschillende biologische ontwikkeling tussen mannen en vrouwen, waaronder de lichaamsbouw, is het volgens Klink (2009) belangrijk om in de gaten te houden of een merknaam mannelijk of vrouwelijk klinkt. Onderzoeksresultaten laten zien dat vrouwelijke participanten de voorkeur hadden voor vrouwelijke merknamen met vocalen met een hoge toonhoogte, terwijl mannelijke participanten de voorkeur hadden voor mannelijke merknamen met een lage toonhoogte. Wanneer men een merk op de markt brengt dat op vrouwen is gericht, dient het vrouwelijk te klinken. Dit principe kan van invloed zijn bij het 9

10 gebruik van woorden in bijvoorbeeld slogans of reclame-uitingen, waarbij prosodie en microprosodie een belangrijke rol spelen. Door middel van een mannelijk onderwerp of groot klinkend object te gebruiken in een zinsverband in combinatie met een hoofdwoord dat een vocaal met een lage frequentie bevat, kan hetzelfde effect worden bereikt. De Frequentie Code beschrijft dus een niet-willekeurige klank- en betekenisrelatie waar zowel primaire als secundaire betekenissen onder vallen. Deze betekenissen komen tot stand door gebruik te maken van vocalen. Verschillen tussen lage en hoge frequenties van vocalen komen tot stand door gebruik te maken van voor- en achtervocalen. In de volgende paragraaf zal op het voor-achter principe verder worden ingegaan. Vocalen Ohala (1984, 1994) beschreef naar aanleiding van de Frequentie Code een voor-achter principe van vocalen dat van invloed zou zijn op de perceptie van de klank. Dit komt door de plaats in de mond bij de uitspraak. Hiermee wordt de positie van de tong ten opzichte van de bovenkant van de mond of ten opzichte van de geopende kaak tijdens de articulatie bedoeld. Wanneer binnen dit onderzoek wordt gesproken over vocalen, dan worden hiermee de vocalen van het Standaardnederlands bedoeld. Bij bepaalde tweeklanken ontstaat er een vermenging van vocalen waardoor ze apart niet hoorbaar zijn, met uitzondering van de oe. Daarom is er gebruik gemaakt van de volgende vocalen oe, i, e, u, o en a. Vocalen hebben verschillende klanken welke te classificeren zijn op vocaalhoogte, vocaalplaats en ronding oftewel aan de hand van de positie van de uitspraak (voor, achter, open of gesloten). Deze kenmerken van vocalen zijn tot stand gekomen door de vernauwing die de tong aanbrengt in de mond. Door de vernauwing ontstaan er twee ruimtes, één voor de tong en één erachter (aan de keelkant). De mate waarin de lippen naar voren worden gestoken, bepaalt mede de grootte van de voorste ruimte. De grootte van de achterste ruimte wordt mede bepaald door de plaats 10

11 van het strottenhoofd, deze kan namelijk op en neer bewegen. De positie van de tongbult is voor enkele vocalen schematisch weergegeven in Figuur 1. Figuur.1. Positie van de tongbult voor de vocalen e, a en o, overgenomen van röntgenfoto's. Ontleend aan Kaiser, De positie van de tongbult (de vernauwing) kan zowel in horizontale richting variëren (vóór, midden en achter - vocaalplaats), als in verticale richting (hoog, midden en laag - vocaalhoogte). Bij de articulatie van hoge ofwel gesloten vocalen bevindt de tong zich hoog in de mond, terwijl de tong zich bij de articulatie van lage ofwel open vocalen laag in de mond bevindt. De termen open en gesloten worden bij voorkeur gebruikt in het Internationaal Fonetisch Alfabet. Dit is een notatiesysteem voor de klanken van een taal en vertegenwoordigt vrijwel alle klanken van vocalen en consonanten die in menselijke spraak voorkomen. Wanneer de plaats en de hoogte van de vocalen tegen elkaar uitgezet worden, resulteert dit in de articulatorische classificatie van de vocalen (Figuur 2). 11

12 Figuur 2. Vocalen verdeeld naar positie van uitspraak (aangepaste figuur, ontleend aan Ladefoged, 2007) Voor het bepalen van de toonhoogte van uitingen zijn verschillende technieken te gebruiken. Als eerste moet in acht worden genomen dat door de verschillende biologische ontwikkelingen tussen mannen en vrouwen het mannelijke strottenhoofd langer is, namelijk 37 mm, als het vrouwelijke strottenhoofd, 29 mm (Rietveld & Heuven, 2009). Dit is precies hetgeen de frequentie van de stem het meest beïnvloedt: hoe langer de stemplooien, hoe lager het geluid. Door de verschillen in grootte van het strottenhoofd en de frequentie van de trilling van de stemplooien ontstaan er toonhoogteverschillen tussen mannen en vrouwen, waarmee machtsverhouding wordt uitgedrukt. Daarnaast kan op basis van de articulatie, de akoestiek of de perceptie de hoogte worden vastgesteld. Vocalen hebben een intrinsieke F0 of intrinsieke pitch (IF0). Wanneer woorden vocalen bevatten met een hoge intrinsieke F0, dit is de neiging van de hoge vocalen zoals i of y om een hogere frequentie te hebben dan fundamentele lage vocalen zoals en ɒ en ɑ, worden deze gezien als een verwijzing naar lichtere, dunnere, kleinere en meer vrouwelijke entiteiten/personen dan woorden met vocalen die een lage intrinsieke F0 hebben. Het principe van IF0 werd als eerst opgemerkt in de Duitse taal (Meyer, ). Over het effect van dit mechanisme zijn vele discussies geweest. Dit heeft geleid tot de verklaring dat IF0 een automatisch gevolg is van articulatie, waarschijnlijk door de aantrekkingskracht van de tong op het strottenhoofd (Whalen, Gick, Kumada & Honda, 1999). De indeling van voor- en achtervocalen is met de Engelse woorden tee, tin en toot duidelijk te beschrijven. Wanneer het woord tee wordt geproduceerd, gaat de tong meer naar de voorkant van de mond dan wanneer het woord tin wordt geproduceerd. Dit is omgekeerd wanneer het woord toot wordt geproduceerd. Hierbij gaat de tong meer naar achter dan wanneer het woord tin wordt geproduceerd (Klink, 2000). De volgorde tee, tin en toot kan 12

13 worden beschouwd als de volgorde waarin het voor-achter principe van vocalen tot zijn recht komt (Yorkston & Menon, 2004). Voorvocalen zijn dus van een hogere frequentie dan vocalen die meer achter in de mond liggen. Studies hebben aangetoond dat het voor-achter principe steeds is gerelateerd aan verschillende ruimtelijke dimensies. Sapir (1929) stelde dat door de inhoud van bepaalde klanken, afstand/ruimte verklaard kan worden. Theoretische ondersteuning voor deze relatie is terug te voeren naar zoogdieren en amfibieën (Morton, 1977; Ohala, 1984, 1994). De akoestische frequentie van de dierengeluiden leidt indirect naar een vorm van communicatie, waarmee de grootte van de omgeving wordt ingeschat. Om het effect van volume te demonstreren en te controleren is het onderzoek van Sapir (1929) een goed voorbeeld. Hierbij is gebruik gemaakt van pseudowoorden, in de vorm van vocaal-consonant-vocaal, die alleen verschilden door de middelste vocaal (bijv. mil versus mal). Het resultaat van dit onderzoek zette zich voort bij vele woordparen die verschilden op voor- en achtervocalen. Bovendien waren de resultaten consistent, ongeacht of de deelnemers kinderen, studenten, Amerikaanse volwassenen waren of Chinezen die Engels spraken. Latere studies toonden aan dat de effecten standhielden wanneer dimensies in plaats van keuzeschalen werden gebruikt (Becker en Visser 1988, Berk en Erickson 1958). Veel verschillende dimensies konden vervolgens worden gekoppeld aan het voor-achter principe zoals: licht-zwaar, zacht-hard, langzaam-snel en rond-hoekig. Samengevat kunnen vocalen worden geclassificeerd op voor, achter, open en gesloten dimensies, ook wel het voor-achter principe genoemd. Deze indeling is tot stand gekomen door de positie van de tong tijdens de uitspraak van de vocalen. Vocalen met een hoge frequentie zoals /ɪ, i, ɛ/ behoren tot de voorvocalen, waarbij de tong tijdens de uitspraak vooraan in de mond is. Wanneer de tong meer achter in de mond is, zoals bij de uitspraak van de vocalen /ʊ, o, ɔ/ hebben we het over achtervocalen. Volgens de Frequentie Code worden er 13

14 diverse associaties gekoppeld aan hoge vocalen. Zo worden ze onder andere geassocieerd met: zacht, vrouwelijk, licht, dun en rond. Vocalen met een lage frequentie worden daarentegen onder andere geassocieerd met: hard, mannelijk, zwaar, dik en hoekig. Dit onderzoek richt zich eveneens op het voor-achter principe waarbij getest wordt op twee dimensies: klein-groot en vrouwelijk-mannelijk, die voortkomen uit het onderzoek van Postma en Kaland (2012). Het effect van de Frequentie Code is al vaak waargenomen in het geval van pseudowoorden, maar pas in beperkte mate bij bestaande woorden. Dit onderzoek zal zich daarom richten op bestaande woorden, synoniemen, waarbij verschillende combinaties van klinkers (voor-achter principe) gebruikt worden in combinatie met de twee dimensies. Voor de dimensie klein-groot zullen diminutieven en substantieven worden gebruikt en voor de dimensie vrouwelijk-mannelijk zullen vrouwelijke en mannelijke woorden worden gebruikt. Dit resulteert in de volgende hypotheses: Hypothese 1: Synoniemen met achtervocalen worden eerder gekozen in combinatie met mannelijke woorden en substantieven. Hypothese 2: Synoniemen met voorvocalen worden eerder gekozen in combinatie met vrouwelijke woorden en diminutieven 14

15 Methode Participanten Van de 115 online gestarte enquêtes zijn er 26 komen te vervallen wegens vroegtijdige beëindiging. Daarnaast hebben twee participanten aangegeven dat ze Nederlands niet als moedertaal hebben. Omdat zij de Nederlandse taal mogelijk niet volledig beheersen zijn de resultaten van deze participanten niet meegenomen. In totaal waren er dus 87 (N=87) complete en bruikbare enquêtes beschikbaar voor dit experiment, waarvan 33 mannelijke en 54 vrouwelijke participanten. De tijd die de participanten aan het experiment besteedden lag gemiddeld rond de 11 minuten. Het experiment bestond uit twee varianten, waarbij 45 participanten hebben deelgenomen aan variant 1 en 42 participanten aan variant 2. De gemiddelde leeftijd van de participanten bij variant 1 was 35 jaar (SD =16.6) met een minimum van 17 jaar en een maximum van 66 jaar. Bij variant 2 was de gemiddelde leeftijd van de participanten 33 jaar (SD = 17.9) met een minimum van 13 jaar en een maximum van 79 jaar. Voor jongeren onder de 18 jaar is toestemming gevraagd aan de ouders/wettelijk vertegenwoordigers. Tevens is er naar het opleidingsniveau gevraagd. Naast de demografische gegevens was er gevraagd of participanten dyslexie hadden. Vier participanten hadden aangegeven dit te hebben. Dit is gevraagd wegens het feit dat de items in het experiment op een andere manier gelezen konden worden dan daadwerkelijk was bedoeld. In Bijlage A is een duidelijk overzicht met de gegevens van de participanten weergegeven (N=87). De participanten zijn voor het experiment zowel via als via Facebook benaderd, waarbij werd gevraagd om één van de twee bijgevoegde online enquêtes in te vullen. Via Facebook is gebruik gemaakt van persoonlijke berichten, de status update en de Facebook pagina CIW Master UVT (221 leden). De doelgroep van de Facebookpagina 15

16 betrof alleen studenten. Via de en de status update van Facebook werd een bredere doelgroep aangesproken. Degenen die deelgenomen hadden aan de pre-test werden uitgesloten van deelname. Design Het experiment bestond uit een 2x2 binnenproefpersonen ontwerp. De onafhankelijke variabele was kracht/grootte (mannelijke beroepen, vrouwelijke beroepen, substantieven en diminutieven) en de afhankelijke variabele was de keuze die gemaakt diende te worden tussen een synoniem met een voor- of achtervocaal. Door de stimuli van het experiment aan te bieden in twee varianten, is er variatie in de volgorde van de onafhankelijke variabele bereikt. Een eventueel nog aanwezig confound, kunnen de synoniemen zijn, doordat participanten bepaalde synoniemen over het algemeen vaker gebruiken of een bepaald gevoel erbij hebben. Bij het opstellen van het experiment is echter rekening gehouden met de keuze van de synoniemen en dan met name met de frequentie ervan. Hierbij is gekeken in hoeverre de synoniemen binnen de Nederlandse taal worden gebruikt. Materiaal De opgestelde enquête is online geconstrueerd en aangeboden via het online research programma Qualtrics (2013). Voor het experiment is een digitale vragenlijst opgesteld bestaande uit 101 items, waarvan 30 experimentele en 71 fillers. De experimentele items bestonden uit zinnen met woordparen van synoniemen met daarbij verschil in vocaalsoort en met één, hooguit twee lettergrepen. Eén van de synoniemen was hierbij voorzien van een voorvocaal en de ander van een achtervocaal, zoals snel (voorvocaal) en rap (achtervocaal). Om tot de juiste synoniemen te komen, is voorafgaand aan het experiment een pretest uitgevoerd. Via het online enquêteprogramma ThesisTools (2013) hebben 28 participanten deelgenomen aan deze pre-test. De pre-test is anoniem afgenomen en het respons percentage bedroeg 70%. 16

17 In de pretest werden 40 willekeurig gekozen synoniemparen genoemd, met per synoniemenpaar drie bijbehorende vragen die beantwoord dienden te worden door middel van een semantisch differentiaal. Als eerste werden de participanten gevraagd om per paar aan te geven in hoeverre zij het aangeboden woordpaar synoniemen vonden (1 = geen synoniemen, 5 = wel synoniemen). Vervolgens diende per synoniem aangegeven te worden welke associatie het opriep. Bij de eerste helft van de synoniemparen diende aangegeven te worden of de participant het woord associeerde met klein of groot (1 = klein, 5 = groot) en bij de tweede helft van de synoniemparen of het woord geassocieerd werd met vrouwelijk of mannelijk (1 = vrouwelijk, 5 = mannelijk). In Bijlage B is de synoniemenlijst van de pre-test te zien met het percentage in hoeverre de woordparen als synoniemen werden beoordeeld. Tevens stond er bij ieder synoniemenpaar een categorie vermeld om een indicatie te geven in welke context het synoniem geplaatst kon worden (zie Figuur 3). Figuur 3. Voorbeeldvraag pre-test. Naar aanleiding van de resultaten van de pretest zijn synoniemen komen te vervallen die voor 50% of minder als synoniemen werden gezien. Tevens zijn er synoniemen aangepast of toegevoegd wanneer deze voor 50% of minder scoorden op de juiste associatie (zie Bijlage C). In die gevallen werden synoniemen met voorvocalen geassocieerd met mannelijk of groot in plaats van met vrouwelijk of klein en synoniemen met achtervocalen met vrouwelijk of klein in plaats van met mannelijk of groot. Het uiteindelijke experiment bestond uit 16 synoniemenparen, contrasterend op vooren achtervocalen, in combinatie met mannelijke en vrouwelijke associaties oftewel 17

18 mannelijke en vrouwelijke beroepen en 14 synoniemenparen met substantieven en diminutieven (zie Bijlage D). De participanten dienden voor ieder synoniemenpaar aan te geven welk synoniem zij het beste vonden passen in de desbetreffende zin. Waar in variant 1 bij een experimenteel item een mannelijk beroep werd gebruikt, werd in variant 2 bij hetzelfde experimentele item een vrouwelijk beroep gebruikt en vice versa. Tevens, waar in variant 1 een substantief werd gebruikt, werd in variant 2 een diminutief gebruikt en vice versa. De fillers zijn in beide varianten gelijk gebleven. Voorbeelden van de stimuli zijn de boer en de boerin en het meer en het meertje (zie Figuur 4). De synoniemen waar een keuze tussen gemaakt diende te worden, waren aangeduid met een hoofdletter om in één oogopslag te kunnen zien om welke woorden het ging. De experimentele items van zowel variant 1 als variant 2 zijn te vinden in Bijlage E en Bijlage F en de fillers in Bijlage G. Figuur 4. De vier experimentele items Procedure Via een klik op één van de twee weblinks werden de participanten naar de online vragenlijsten geleid, waarna zij deze konden invullen. Bij het openen van de link kregen de participanten allereerst een korte inleiding te zien waarin stond vermeld dat het ging om een afstudeerscriptie aan de Universiteit van Tilburg, over synoniemen in de Nederlandse taal. Tevens was vermeld dat het invullen van de vragenlijst ongeveer 15 minuten zou duren en dat er geen goede of foute antwoorden waren (zie Bijlage H). Hoewel er geen vragen 18

19 overgeslagen konden worden, kon de enquête wel op ieder moment worden afgebroken. Vervolgens dienden de participanten de inleidende vragen te beantwoorden. Dit betrof vragen naar geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau, moedertaal, rechts- of linkshandig, en of de persoon dyslexie had. Het experiment werd vervolgens uitgelegd en ingeleid met een voorbeeldvraag waarna het experiment van start ging. Bij ieder item diende de deelnemer de zin aan te vinken die men het beste vond klinken en dus de voorkeur had. Deze procedure diende uitgevoerd te worden bij alle items. 19

20 Resultaten Het doel in deze studie is inzicht krijgen in de rol die klanksymboliek heeft met betrekking tot het maken van een keuze tussen synoniemen. In antwoord op de hypotheses zijn er twee analyses gebruikt om het verband tussen stimuli, mannelijke beroepen, vrouwelijke beroepen, substantieven en diminutieven en de keuze tussen twee synoniemen, synoniemen met een voor- of achtervocaal, te onderzoeken. Aan de hand van een loglineaire analyse en een chi-kwadraattoets is er per gestelde hypothese onderzocht of er een significant positief of negatief verband was, conform de verwachtingen. Op basis van deze uitkomsten zijn de hypotheses aangenomen of verworpen. Met een chi-kwadraattoets is het mogelijk om twee variabelen tegen elkaar te zetten en bij een loglineaire analyse is dit mogelijk door middel van twee of meerdere variabalen. Bij beide methoden is er gebruik gemaakt van categorische variabelen of wel nominale variabelen waarbij het gaat om keuze 1 of keuze 2, bijvoorbeeld het kiezen tussen man of vrouw. Bij metingen op een ordinaal niveau zijn deze toetsen niet mogelijk doordat deze een natuurlijke ordening bevatten, bijvoorbeeld: zeer mee oneens, mee oneens, neutraal, mee eens, zeer mee eens. Chi-kwadraattoets In antwoord op de hypotheses zijn er twee verschillende chi-kwadraattoetsen uitgevoerd om deze te testen. Bij de eerste analyse is er gekeken naar welke keuze participanten tussen twee synoniemen hadden gemaakt in de categorie beroepen (zie Tabel 1). Deze categorie is hiervoor uitgesplitst in de variabelen mannelijke beroepen en vrouwelijke beroepen tegenover het antwoord van de participanten. Het antwoord van de participanten is de keuze die zij dienden te maken tussen twee synoniemen per stimuli. Per stimuli hadden zij de keuze uit een synoniem met een achtervocaal en een voorvocaal. Met beroepen werd de 20

21 stimuli bedoeld die beroepen bevatten, zowel mannelijke als vrouwelijke, zoals de directeur of de directrice. Tabel 1 Categorie beroepen, mannelijke en vrouwelijke, in relatie met het antwoord van de participanten, synoniem met een achter- of voorvocaal (N = 1424) Mannelijke beroepen Z Vrouwelijke beroepen Z Totaal Achtervocaal Voorvocaal Totaal Voor de categorie beroepen was er geen significante relatie zichtbaar tussen de beroepen en de antwoorden die de participanten hadden gegeven (X 2 (1, N = 1424) = 0.55, p =.46). Tevens was de z-score negatief voor zowel mannelijke beroepen met een achtervocaal als voor vrouwelijke beroepen met een voorvocaal, waardoor geconcludeerd kan worden dat de gevonden data onder de verwachte waarde liggen. Bij de tweede analyse is er gekeken naar de keuze die participanten hadden gemaakt tussen twee synoniemen in de categorie objecten (zie Tabel 2). Deze categorie was hiervoor uitgesplitst in de variabelen substantieven en diminutieven tegenover het antwoord van de participanten. Het antwoord van de participanten is de keuze die zij dienden te maken tussen twee synoniemen per stimuli, een synoniem met een achter- of voorvocaal. Met objecten werd de stimuli bedoeld die objecten bevatten, zowel substantieven als diminutieven, zoals het juweel en het juweeltje. Tabel 2 Categorie objecten, substantieven en diminutieven, in relatie met het antwoord van de participanten, synoniem met een achter- of voorvocaal (N = 1246) Substantief Z Diminutief Z Totaal Achtervocaal Voorvocaal Totaal Voor de categorie objecten was er geen significante relatie zichtbaar tussen de objecten en het antwoord die de participanten hadden gegeven (X 2 (1, N = 1246) = 0.67, p =.41). Tevens was de z-score wederom negatief voor zowel substantieven met een achtervocaal 21

22 als diminutieven met een voorvocaal waardoor ook hier geconcludeerd kan worden dat de gevonden data onder de verwachte waarde liggen. Loglineaire Analyse De loglineaire analyse is gebruikt om de relaties te bekijken tussen drie variabelen: categorie van de stimuli (beroep of object), type beroep (mannelijk of vrouwelijk) of object (substantief of diminutief) en synoniemkeuze (met achtervocaal of voorvocaal). Omdat significante relaties ons vertellen dat het antwoord niet op toeval is gebaseerd en dus interessant kan zijn, worden alleen deze relaties beschreven. In Tabel 3 zijn de hoofdeffecten en de hogere orde effecten te zien die zijn gebaseerd op de drie variabelen. Tabel 3 Hoofdeffecten en hogere orde effecten (N = 2670) K Significantie K-way en hogere orde effecten K-way effecten Note. K 1 = categorie stimuli, K 2 = type beroep of object, K 3 = synoniemkeuze De eerste rij van de tabel (K = 1) laat zien dat wanneer de eenzijdige effecten (de hoofdeffecten van soort stimuli, type beroep of object en synoniemkeuze) worden verwijderd, er een significant verschil zal optreden. De volgende rij van de tabel (K = 2) laat zien dat wanneer tweezijdige interacties (soort stimuli x type beroep, soort stimuli x synoniem keuze en type beroep x synoniemkeuze) en hogere orde effecten worden verwijderd, dit het model significant zal veranderen. Zoals in de tabel is te zien, was dit effect significant. De laatste rij van de tabel (K = 3) test of het weghalen van de driezijdige interactie een significant negatief effect heeft op het model. Doordat dit effect niet significant was, betekent het dat dit model niet goed aansluit bij de data. In Tabel 4 is te zien welke tweezijdige interactie van invloed was op het model. 22

23 Tabel 4 Z scores voor de hoofdeffecten en hogere orde effecten Z Significantie Soort Stimuli x Type beroep/object x Synoniem Keuze Soort Stimuli x Type beroep/object Soort Stimuli x Synoniem Keuze Type beroep/object x Synoniem Keuze Soort Stimuli Type beroep/object Synoniem Keuze De interactie tussen soort stimuli en de synoniemkeuze geeft het belangrijkste effect van het model weer (Z = 5.75), gevolgd door het hoofdeffect van het soort stimuli (Z = 3.52). Tevens is te zien dat de driezijdige interactie het minste effect had op het model (Z = 0.10) en ook niet significant was p =.92. Dit houdt in dat de tweezijde interactie (soort stimuli x synoniem keuze) wel significant was, X 2 (4) = 37.98, p <.001. Bij de chi-kwadraat analyses is te zien dat er voor beide categorieën (beroepen en objecten) geen significante relatie was tussen het soort stimuli en het synoniem dat de participanten kozen. Om dieper op de gevonden effecten in te gaan, zal gebruik worden gemaakt van de effectgrootte (odds ratio). Effectgrootte Met de effectgrootte wordt een objectieve en (meestal) gestandaardiseerde maat voor de grootte van een waargenomen effect weergegeven. Het betreft de verhouding van de kans op het optreden van een bepaalde gebeurtenis en de kans op het niet optreden daarvan. Doordat het de aard van de interactie weerspiegelt, is het een waardevolle manier om het belang van een onderzoeksresultaat te uiten. In de eerste hypothese werd een effect bestudeerd tussen de keuze van synoniemen bij stimuli met mannelijke beroepen en substantieven. De effectgrootte gaf aan dat bij mannelijke beroepen de wedverhouding voor het kiezen van synoniemen met een achtervocaal 0.81 keer hoger was dan het kiezen van synoniemen met een voorvocaal. Ofwel bij mannelijke beroepen was de wedverhouding van 23

24 de keuze van synoniemen met een achtervocaal 1.23 keer lager dan de keuze voor synoniemen met een voorvocaal. De effectgrootte gaf aan dat bij substantieven de wedverhouding voor het kiezen van synoniemen met een achtervocaal 1.26 keer hoger was dan het kiezen van synoniemen met een voorvocaal. In de tweede hypothese werd een effect bestudeerd tussen de keuze van synoniemen bij stimuli met vrouwelijke beroepen en diminutieven. De effectgrootte gaf aan dat bij vrouwelijke beroepen de wedverhouding voor het kiezen van synoniemen met een voorvocaal 1.15 keer hoger was dan het kiezen van synoniemen met een achtervocaal. Bij diminutieven gaf de effectgrootte aan dat de wedverhouding voor het kiezen van synoniemen met een voorvocaal 1.26 keer hoger was dan het kiezen van synoniemen met een achtervocaal. Daarnaast is het mogelijk om te kijken naar de verdeling van de keuze van het aantal synoniemen met een voorvocaal en achtervocaal bij mannelijke beroepen, vrouwelijk beroepen, substantieven en diminutieven. De effectgroottes gaven aan dat de wedverhouding voor het kiezen van synoniemen met een achtervocaal bij stimuli met mannelijke beroepen 0.93 keer hoger was dan het kiezen van synoniemen met een achtervocaal bij stimuli met vrouwelijke beroepen. Oftewel de wedverhouding van de keuze van synoniemen met een achtervocaal was 1.08 keer lager bij stimuli met mannelijke beroepen dan bij stimuli met vrouwelijke beroepen. De effectgrootten lieten verder zien dat de wedverhouding voor het kiezen van synoniemen met een achtervocaal bij stimuli met substantieven 0.91 keer hoger was dan het kiezen van synoniemen met een achtervocaal bij stimuli met diminutieven. Oftewel de wedverhouding van de keuze van synoniemen met een achtervocaal was 1.10 keer lager bij stimuli met substantieven dan bij stimuli met diminutieven. Bij stimuli met mannelijke beroepen werd er dus minder vaak gekozen voor synoniemen met een achtervocaal dan bij vrouwelijke beroepen en bij stimuli met substantieven werd er eveneens minder vaak gekozen voor synoniemen met een achtervocaal dan bij diminutieven. 24

25 Conclusie In dit experiment is het effect van de Frequentie Code op synoniemen onderzocht. De eerste hypothese gaf aan dat synoniemen met een lage akoestische frequentie geassocieerd worden met een grote stemgever die krachtige secundaire relaties met zich meebrengt zoals: groot en mannelijk. Vocalen zoals /ʊ, o, ɔ/ liggen door de stand van de tong bij de uitspraak meer achterin de mond, waardoor ze een lage frequentie krijgen. Dit leidt vervolgens tot de eerste hypothese: synoniemen met achtervocalen worden eerder gekozen in combinatie met mannelijke woorden en substantieven. Omdat de resultaten geen significante relatie aantoonden, is de hypothese verworpen. De tweede hypothese luidde: synoniemen met voorvocalen worden eerder gekozen in combinatie met vrouwelijke woorden en diminutieven. Volgens de Frequentie Code worden synoniemen met een hoge akoestische frequentie geassocieerd met een kleine stemgever die minder krachtige secundaire relaties met zich meebrengt zoals: klein en vrouwelijk. Vocalen zoals /ɪ, i, ɛ/ liggen, in tegenstelling tot achtervocalen, vóór in de mond, waardoor ze bij de uitspraak juist een hoge frequentie hebben. De resultaten lieten ter ondersteuning van de hypothese opnieuw geen significant effect zien, waardoor ook deze hypothese is verworpen. Discussie Naar aanleiding van eerdere onderzoeken is dit onderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de relatie tussen de kracht en grootte van een woord bij de keuze tussen synoniemen. Om dit te testen zijn er twee hypotheses opgesteld. De eerste hypothese luidt: Synoniemen met achtervocalen worden eerder gekozen in combinatie met mannelijke woorden en substantieven. De tweede hypothese is: Synoniemen met voorvocalen worden eerder gekozen in combinatie met vrouwelijke woorden en diminutieven. 25

26 Voor beide hypotheses geldt dat er geen significante verschillen zijn gevonden waardoor de hypotheses niet worden bevestigd. Echter zijn de minimale effecten die aanwezig zijn wel vast te stellen. Voor de eerste hypothese geldt dat dit effect bij mannelijke beroepen 0,81 keer hoger is en bij substantieven 1.26 keer hoger. Dit betekent dat alleen bij substantieven in de richting van de hypothese is gekozen. Bij de tweede hypothese is het effect eveneens minimaal, maar hierbij is het resultaat wel in de verwachte richting. Bij vrouwelijke beroepen is het effect 1.15 keer hoger en bij de diminutieven 1.26 keer hoger, hetgeen betekent dat er vaker voor synoniemen met voorvocalen dan met achtervocalen wordt gekozen in combinatie met vrouwelijke beroepen en diminutieven. Dat voor alle variabelen geen significant verschil is gevonden, wil niet zeggen dat het experiment niet effectief is geweest. De gedachte dat de keuze voor bijvoorbeeld een synoniem met achtervocaal in een reclame-uiting aantrekkelijker is in combinatie met een mannelijk product is hiermee wel van de baan. Dit betekent dat marketeers dus geen rekening hoeven te houden met woordkeuze. Om een verklaring te geven voor de gevonden resultaten is het belangrijk om de verschillen met eerdere onderzoeken te bespreken. Om te beginnen is in eerdere onderzoeken gebruik gemaakt van onbekende namen voor bijvoorbeeld producten (Yorkston & Menon, 2004) of dieren (Berlin,1994). Deze namen behoren tot de pseudowoorden en niet tot bestaande woorden zoals bij dit experiment het geval is. Dit houdt in dat de woorden voor de lezer bij pseudowoorden (nog) geen betekenis hebben en zij hier dus zelf een betekenis aan kunnen geven. In tegenstelling daarmee hebben de woorden in het huidige experiment al wel een betekenis. Dit kan van invloed zijn op de keuze die mensen maken tussen synoniemen, doordat we eerder voor iets kiezen wat we vaker hebben waargenomen. Wanneer iemand het ene synoniem vaker gebruikt dan het andere, wordt er gekozen voor het bekendere en meer gebruikte synoniem. Dit is ook terug te zien bij de productindeling in supermarkten. Producten op ooghoogte zien we vaker en die komen 26

27 vertrouwder over, waardoor we eerder geneigd zijn om voor ze te kiezen (Constantino & Daw, 2010). Een ander discussie punt is de methode van het experiment. Alle items van het experiment bevatten een onafhankelijke variabele: substantief, diminutief, mannelijk- of vrouwelijk beroep, die op zo n manier in het experiment verwerkt werden dat de proefpersoon dit onbewust meekrijgt. Wellicht heeft dit tot gevolg gehad dat de proefpersonen willekeurig een keuze hebben gemaakt en dat de onafhankelijke variabelen dus geen tot weinig effect hebben gehad. Uiteraard is en blijft dit een aanname, waardoor het niet kan en mag worden vastgelegd als gegronde reden. Als laatste kan het resultaat van het experiment worden verklaard door de gekozen afhankelijke variabelen, de synoniemen. Bij zowel het onderzoek van Yorkston en Menon (2004) als van Sapir (1929) wordt er gebruik gemaakt van de constructie consonant-vocaalconsonant, waarbij de consonanten gelijk blijven. Hierdoor komt de verandering van de vocaal duidelijk naar voren, zodat de proefpersoon makkelijker door kan hebben waar het om draait. Er wordt tevens een soort accent gelegd op de vocaalverandering, wat bij het huidige experiment niet het geval was, waardoor het maken van de keuze bewuster wordt gedaan. Aan de andere kant kan het ook worden gezien als de kracht van dit experiment, waarbij het doel verborgen zit. Limitaties en Vervolgonderzoek Een limitatie van het experiment is de minimale spreiding rondom de gemiddelde leeftijd. Meer dan de helft van de deelnemende personen heeft de leeftijd van 21 tot en met 28 jaar (57,3%). Wellicht hebben oudere of juist jongere personen een andere voorkeur voor bepaalde synoniemen of zijn ze gevoeliger of minder gevoelig voor de kracht/grootte van woorden. Een grotere spreiding van de leeftijd onder de deelnemers kan een representatiever beeld weergeven. 27

28 Daarnaast is tijdens de samenstelling van de synoniemen rekening gehouden met het gebruik van voor- en achtervocalen. Echter is na het uitvoeren van het experiment geconstateerd dat de fonemen gecombineerd met /oe/ een probleem opleverden. Deze fonemen trokken in verhouding teveel richting een voor- of achtervocaal, waardoor deze synoniemen niet evenredig met elkaar contrasteerden. Doordat deze stimuli uit het experiment zijn gehaald, is er een scheve verhouding ten opzichte van de categorieën (beroepen en objecten) ontstaan. Tevens is het aantal van de stimuli hierdoor verminderd van 36 naar 30. Een derde limitatie van het experiment zijn de gebruikte synoniemen. Doordat de synoniemen aan verschillende eisen moeten voldoen, zijn de synoniemen grammaticaal gezien niet allemaal gelijk. Zo is er voor het ene experimentele item gebruik gemaakt van de grammaticale functie bijvoeglijk naamwoord waar bij een ander experimenteel item gebruik is gemaakt van de grammaticale functie bijvoeglijke bepaling. Uiteraard is per item wel dezelfde grammaticale functie voor het synoniem gebruikt. Doordat bijvoeglijke naamwoorden iets zeggen over het zelfstandignaamwoord en daarmee dus in directe verbinding staan, is de kans dat de onafhankelijke variabelen invloed hebben op de keuze die participanten maken tussen synoniemen groter bij synoniemen met de grammaticale functie bijvoeglijk naamwoord als bij synoniemen met de grammaticale functie bijvoeglijke bepaling. De genoemde limitaties bieden echter wel mogelijkheden tot aanbevelingen voor een vervolgonderzoek. Om niet meteen uit te sluiten dat de Frequentie Code geen invloed heeft op nietpseudowoorden ofwel bestaande woorden, zou het behouden van bestaande woorden in een vervolgonderzoek een waardevolle invulling zijn. In eerder onderzoek is al gebleken dat pseudomerknamen met voorvocalen als minder krachtig werden ervaren dan pseudomerknamen met achtervocalen (Nooijer, 2010). Het is daarom interessant om te onderzoeken of er tussen twee bestaande merknamen met contrasterende vocalen, uit dezelfde categorie, een effect zichtbaar is op de variabele kracht. Bijvoorbeeld Lidl en Coop 28

29 (categorie: supermarkten) wordt onderverdeeld in zes semantische schalen: klein-groot, zeker-onzeker, meegaand-dominant, kwetsbaar-beschermend, vriendelijk-niet vriendelijk en vrouwelijk-mannelijk. Hierbij dient rekening gehouden te worden met het feit dat participanten een bepaald gevoel of beeld bij het merk kunnen hebben dat de perceptie eventueel kan beïnvloeden. Een andere mogelijkheid voor vervolgonderzoek is om de methode van het huidige experiment te herhalen, waarbij de effecten op consonanten bestudeerd worden in plaats van vocalen. Wellicht geeft dat nieuwe inzichten op de Frequentie Code en het gebruik van bestaande woorden. Daarnaast is het mogelijk om de onafhankelijke variabelen te wijzigen. Waar nu de dimensies klein-groot en vrouwelijkmannelijk werden gebruikt als onafhankelijke variabelen, zouden bijvoorbeeld ook dun-dik en rond-hoekig gepast zijn. Als laatste kan worden overwogen om het huidige experiment te herhalen in een andere taal. Hoewel verondersteld is dat de Frequentie Code universeel is, kan het zo zijn dat vanwege culturele verschillen woorden verschillend worden waargenomen in een ander land met een andere taal. 29

30 Referenties Abelin, A. (1999). Studies in Sound Symbolism. (Doctoral dissertation). Department of Linguistics, Göteborg University, Sweden. Argo, J. J., Popa, M., & Smith, M. C. (2010). The Sound of Brands. Journal of Marking, 74, doi: /jmkg Becker, J.A., & Fisher, S. K. (1988). Comparison of Associations to Vowel Speech Sounds by English and Spanish Speakers. American Journal of Psychology, 101 (1), Bergen, B.K. (2004). The psychological reality of phonaesthemes. Language, 80, Berlin, B. (1994). Evidence for pervasive synaesthetic sound symbolism in ethnozoological nomenclature. In L. Hinton, J. Nichols & J. Ohala (Eds.), Sound Symbolism (pp ). New York: Cambridge University Press. Birch, D., & Erickson, M. (1958). Phonetic Symbolism with Respect to Three Dimensions from the Semantic Differential. Journal of General Psychology, 58, Bloomfield (1895). Geciteerd in Hinton et al. Cassidy, K. W., & Kelly, M. H. (2001). Children s use of phonology to infer grammatical class in vocabulary learning. Psychonomic Bulletin & Review Journal, 8(3), Cassidy, K. W., Kelly, M. H. & Sharoni, L. J. (1999). Inferring gender from name phonology. Journal of Experimental Psychology: General, 128, Chen, A.J., Gussenhoven, C. & Rietveld, T. (2004). Language-Specificity in the Perception of Paralinguistic Intonational Meaning. Language and Speech, 47(4), doi: / Constantino, S.M. & Daw, N.D. (2010). A closer look at choice. Nature America, 13,

31 Coulter, K. S., & Coulter, R. A. (2010). Small Sounds, Big Deals: Phonetic Symbolism Effects in Pricing. Journal of Consumer Research, 37, doi: / Hinton, L., Nichols, J. & Ohala, J.J. (1994). Sound symbolism. Cambridge: Cambridge University Press Kaiser, L. Het spreken in beeld. Anatomische en phonetisch kaartwerk, uitgegeven door de Vereniging voor Logopedie en Phoniatrie. Vierde ongewijzigde druk, Klink, Richard R. (2000), Creating Brand Names with Meaning: The Use of Sound Symbolism. Marketing Letters, 11 (1), doi: /a: Klink, R. R. (2009). Gender differences in new brand name response. Marketing Letters, 20, doi: /s x Knapp, M. L., & Hall, J. H. (2006). Nonverbal Communication in Human Interaction (6 th ed.). London, England: Thomson Wadsworth. Knecht, S., Drager, B., Deppe, M., Bobe, L., Lohmann, H., Floel, A., Ringelstein, E. B., & Henningsen, H. (2000) Handedness and hemipheric language dominance in healthy humans. Brain 123 (12): doi: /brain/ Kunihira, Shirou Effects of the Expressive Force on Phonetic Symbolism. Journal of Verbal Learning and Verbal Behavior 10: Ladefoged, P. & Maddieson, I. (1990). The Sounds of the World s Languages. Oxford, England: Blackwell Ladefoged, P. (2007). Vowels and Consonants (2 nd ed.). Oxford, England: Blackwell. Lamoré, audiologieboek, (2). Articulatorische fonetiek - Kenmerken van spraakklanken. Maddieson, I. (1984). Patterns of Sounds. Cambridge. University Press (Communiceren & techniek By André Mottart, Jordi Casteleyn). Academia Press 2006, Gent 31

32 Meyer, E. A. (1896-7). Zur Tonbewegung des Vokals im gesprochenen und gesungenen Einzelwort. Phonetische Studien (Beiblatt zu der Zeitschrift Die Neueren Sprachen), 10, Morton, E. S. (1977). On the occurrence and significance of motivation-structural rules in some bird and mammal sounds. American Naturalist, 111, Nuckolls, J. B. (1999). The case for sound symbolism. Annual Review of Anthropology, 28, Nygaard, L.C., Herold, D.S. & Namy, L.L. (in press). The semantics of prosody: Acoustic and perceptual evidence of prosodic correlates to word meaning. Cognitive Science. Ohala, J. J. (1984). An Ethological Perspective on Common Cross-Language Utilization of F0 of voice. Phonetica, 41, Posta, M. & Kaland, C. (2012). Effects of Intrinsic F0. Tilburg University Rietveld, A. C. M., & Van Heuven, V. J. (2009). Algemene Fonetiek. Bussum, Nederland: Coutinho Sapir, E. (1929). A study in phonetic symbolism. Journal of Experimental Psychology, 12, doi: /h Saussure, F de. (1959). Course in General Linguistics. In samenwerking met C. Bally, A. Sechehaye & A. Riedlinger. Vertaald door W. Baskin. New York: McGraw-Hill Tsuru, S. & Fries, H. S. (1933). A problem in meaning. Journal of General Psychology, Vol. 8, 1933, Ultan, R. (1978). Size-sound symbolism. In Universals of human language, ed. Joseph Greenberg, volume 2, Palo Alto: Stanford University Press. Whalen, D. H., Gick, B., Kumada, M., & Honda, K. (1999). Cricothyroid Activity in High and Low Vowels: Evidence for Automaticity of Intrinsic F0. Journal of Phonetics 27(2),

33 Yorkston, E. A. & Menon, G. (2004). A Sound Idea: Phonetic Effects of Brand Names on Consumer Judgments. Journal of Consumer Research, 31,

34 Bijlage A Gegevens Participanten Geslacht Man Vrouw Totaal Regio Gelderland Flevoland Zuid-Holland Noord-Holland Zeeland Utrecht Noord-Brabant Limburg Friesland Groningen Drenthe Overijssel Anders Totaal Aantal Percentage Opleiding Basis onderwijs Voortgezet onderwijs MBO HBO WO Totaal Dyslexie Ja Nee Weet ik niet Totaal Links- Rechtshandig Linkshandig Rechtshandig Totaal

35 Bijlage B Synoniemenlijst Pre-test en resultaten Synoniemen Stimuli Klein - Groot Kalm - Stil Rap - Snel Heel - Gaaf Klam - Klef Snoezig - Schattig Plat - Dun Traag - Sloom Fiks - Groot Snoepen - Knagen Glinsteren - Fonkelen Mild - Zacht Zwerven - Dwalen Vreemd - Raar Glimmen - Glanzen Flink - Breed Links - Vals Vaal - Bleek Prikken - Branden Stram - Stroef Wreed - Grof Stimuli Vrouwelijk - Mannelijk Stevig - Fors Knap - Mooi Vlug - Vlot Recht - Pal Zalig - Heerlijk Klopt - Waar Net - Pas Fel - Hard Statig - Deftig Prettig - Aangenaam Schitteren - Pronken Maf - Gek Mep - Klap Veel - Vol Honger - Trek Porren - Duwen Heftig - Zwaar Werpen - Gooien Pakken - Nemen Jatten - Stelen Synoniemen Percentage Noot. Synoniemen percentage is afgerond percentage. 35

36 Synoniemen die na de pre-test zijn gebleven Kalm stil Rap snel Heel gaaf Fiks groot Glinsteren fonkelen Mild zacht Raar vreemd Glimmen glanzen Vaal bleek Wreed grof Stevig fors Fel hard Statig deftig Maf gek Honger trek Werpen gooien Jatten stelen Bijlage C Overzicht synoniemen na de Pre-test Synoniemen die na de pre-test zijn komen te vervallen Snoezig schattig Beide synoniemen bevatten een achtervocaal, wel verschil tussen hoog- en laagvocaal. Plat dun Dun is een middenvocaal wat het verschil met een achtervocaal te klein maakt. Traag sloom Beide synoniemen bevatten een achtervocaal. Snoepen knagen 66% van de participanten vindt dat dit geen synoniemen zijn. Zwerven dwalen Bij deze synoniemen ontstond er een tegenovergestelde effect. Zwerven werd in plaats van dat het vaker met klein geassocieerd zou moeten worden, geassocieerd met groot. Flink breed Beide synoniemen bevatten een voorvocaal. Stram stroef Beide synoniemen bevatten een achtervocaal. Knap mooi Beide synoniemen bevatten een achtervocaal. Vlug vlot Bij deze synoniemen ontstond er een tegenovergestelde effect. Vlug werd in plaats van dat het vaker met klein geassocieerd zou moeten worden, geassocieerd met groot. Recht pal Bij deze synoniemen was er geen effect zichtbaar tussen welk synoniem er meer geassocieerd werd als vrouwelijk of als mannelijk. Zalig heerlijk Bij deze synoniemen ontstond er een tegenovergestelde effect. Zalig werd in plaats van dat het vaker met mannelijk geassocieerd zou moeten worden, geassocieerd met vrouwelijk. Klopt waar Beide synoniemen bevatten een achtervocaal. 36

37 Net pas Deze synoniemen zijn komen te vervallen omdat er geen correcte zin mee gemaakt kon worden. Prettig- aangenaam Aangenaam bevat teveel lettergrepen, drie in plaats van één. Veel vol Deze synoniemen zijn komen te vervallen omdat er geen correcte zin mee gemaakt kon worden. Heftig zwaar Deze synoniemen hebben geen betrekking op de persoon maar op het zelfstandig naamwoord. Pakken nemen Deze synoniemen waren niet geschikt om een correcte zin mee te maken. Klam klef Deze synoniemen zijn komen te vervallen omdat er geen correcte zin mee gemaakt kon worden. Daarna is klef vervangen door vochtig. Uiteindelijk zijn de synoniemen klam - vochtig ook komen te vervallen doordat deze beide achtervocalen bevatten. Synoniemen die na de pre-test zijn vervangen Prikken branden Om een correcte zin te kunnen maken is prikken vervangen door fikken. Schitteren pronken Om een correcte zin te kunnen maken is pronken vervangen door stralen. Mep klap Om een correcte zin te kunnen maken is klap vervangen door slaan. Link vals Om een correcte zin te kunnen maken is link vervangen door sluw. Porren duwen Om een correcte zin te kunnen maken is duwen vervangen door prikken. Synoniemen die na de pre-test erbij zijn gekomen Zweven hangen Springen klappen Zachtjes stilletjes Praten kletsen Schuw bang Flirten sjansen Rennen hollen Plakken kleven 37

38 Bijlage D Indeling experimentele synoniemen Voorvocaal Stimuli substantieven en diminutieven Stil Snel Heel Kleven Fiks Glinsteren Mild Vreemd Springen Glimmen Sluw Bleek Fikken Wreed Stimuli vrouwelijke- en mannelijke beroepen Stevig Zweven Rennen Flirten Fel Deftig Schitteren Kletsen Gek Meppen Stilletjes Trekken Prikken Werpen Schuw Stelen Achtervocaal Stimuli substantieven en diminutieven Kalm Rap Gaaf Plakken Groot Fonkelen Zacht Raar Klappen Glanzen Vals Vaal Branden Grof Stimuli vrouwelijke- en mannelijke beroepen Fors Hangen Hollen Sjansen Hard Statig Stralen Praten Maf Slaan Zachtjes Honger Porren Gooien Bang Jatten 38

39 Stimuli substantieven en diminutieven 1. Kalm - Stil Het meer is Kalm / Stil 2. Rap - Snel Het boompje groeit Rap / Snel 3. Heel - Gaaf Het papier is nog Heel / Gaaf 4. Plakken - Kleven Het snoepje Plakt / Kleeft aan het papier 5. Fiks - Groot Het gaatje is Fiks / Groot 6. Glinsteren - Fonkelen Het sterretje Glinstert / Fonkelt 7. Mild - Zacht De kaas is Mild / Zacht van smaak 8. Vreemd - Raar Het jongetje ziet er Vreemd / Raar uit Springen - Klappen Het vat Springt / Klapt open Glimmen - Glanzen Het juweeltje Glimt / Glanst Vals - Sluw Het diertje is Vals / Sluw Vaal - Bleek Het shirt is Vaal Fikken - Branden Het vuurtje Fikt / Brandt goed Wreed - Grof Het verhaaltje is Wreed / Grof Stimuli vrouwelijke- en mannelijke beroepen Stevig - Fors De boer is Stevig / Fors Zweven - Hangen De parachutist Zweeft / Hangt in de lucht Rennen - Hollen De brandweerman Rent / Holt naar het vuur Flirten - Sjansen De barman is aan het Flirten / Sjansen Fel - Hard De directrice gaat Fel / Hard tekeer Statig - Deftig De koning is Statig / Deftig Schitteren - Stralen De danseres Schittert / Straalt op de dansvloer Praten - Kletsen De buurman Praat / Kletst Bijlage E Experimentele items variant 1 39

40 Maf - Gek De reisleidster doet Maf / Gek Meppen - Slaan De tennisser Mept / Slaat tegen de bal Zachtjes - Stilletjes De vrouw komt Zachtjes / Stilletjes binnen Honger - Trek De voetbalster heeft Honger / Trek Porren - Prikken De trainster Port / Prikt in mijn zij Werpen - Gooien De sportster Werpt / Gooit de bal Schuw - Bang De schoonmaker is Schuw / Bang Jatten - Stelen De ontwerpster Jat / Steelt kleding 40

41 Stimuli substantieven en diminutieven 1. Kalm - Stil Het meertje is Kalm / Stil 2. Rap - Snel De boom groeit Rap / Snel 3. Heel - Gaaf Het papiertje is nog Heel / Gaaf 4. Plakken - Kleven Het snoep Plakt / Kleeft aan het papier 5. Fiks - Groot Het gat is Fiks / Groot 6. Glinsteren - Fonkelen De ster Glinstert / Fonkelt 7. Mild - Zacht Het kaasje is Mild / Zacht van smaak 8. Vreemd - Raar De jongen ziet er Vreemd / Raar uit 9. Springen - Klappen Het vaatje Springt / Klapt open 10. Glimmen - Glanzen Het juweel Glimt / Glanst 11. Vals - Sluw Het dier is Vals / Sluw 12. Vaal - Bleek Het shirtje is Vaal 13. Fikken - Branden Het vuur Fikt / Brandt goed 14. Wreed - Grof Het verhaal is Wreed / Grof Stimuli vrouwelijke- en mannelijke beroepen 15. Stevig - Fors De boerin is Stevig / Fors 16. Zweven - Hangen De parachutiste Zweeft / Hangt in de lucht 17. Rennen - Hollen De brandweervrouw Rent / Holt naar het vuur 18. Flirten - Sjansen De barvrouw is aan het Flirten / Sjansen 19. Fel - Hard De directeur gaat Fel / Hard tekeer 20. Statig - Deftig De koningin is Statig / Deftig 21. Schitteren - Stralen De danser Schittert / Straalt op de dansvloer 22. Praten - Kletsen De buurvrouw Praat / Kletst Bijlage F Experimentele items variant 2 41

42 23. Maf - Gek De reisleider doet Maf / Gek 24. Meppen - Slaan De tennisster Mept / Slaat tegen de bal 25. Zachtjes - Stilletjes De man komt Zachtjes / Stilletjes binnen 26. Honger - Trek De voetballer heeft Honger / Trek 27. Porren - Prikken De trainer Port / Prikt in mijn zij 28. Werpen - Gooien De sporter Werpt / Gooit de bal 29. Schuw - Bang De schoonmaakster is Schuw / Bang 30. Jatten - Stelen De ontwerper Jat / Steelt kleding 42

43 Stimuli diminutieven 1.Het bankje zit Comfortabel / Lekker 2. Het oppaskindje is Verdrietig / Droevig 3. Het boeketje is Kleurig / Fleurig 4. Dit trucje is Eenvoudig / Makkelijk 5. Dit plankje is Buigzaam / Flexibel 6. Het schilderijtje hangt Scheef / Schuin 7. Het vaasje is Kapot / Stuk 8. Het bootje Dobbert / Drijft 9. Het knuffeltje voelt Donzig / Fluwelig aan 10. Het tentje is Verwoest / Vernield 11. Het kleedje is Vies / Vuil 12. Het bloempje Fleurt / Vrolijkt de kamer op 13. Het korreltje is Miniem / Minuscuul 14. Het lampje brandt Altijd / Continu 15. Het muisje Knaagt / Snoept van de kaas 16. Het konijntje is Schattig / Snoezig 17. Het gezichtje is Ruw / Schraal 18. Het kindje is Dapper - Moedig 19. Het lakentje is Klam / Vochtig 20. Het hondje is Suf / Loom Stimuli substantieven 1. Het geld zit in de Portemonnee / Portefeuille 2. Dit verhaal maakt je Blij / Vrolijk 3. De gang is Krap / Nauw 4. De wind is Koud / Guur 5. Het parcours Start / Begint hier 6. De muziek klinkt Schel / Scherp 7. De inrichting is Hip / Modern 8. Het boek is Boeiend / Pakkend 9. Het parcours Eindigt / Stopt hier 10. De natuur is Dor / Droog 11. De muur is Vlak / Egaal 12. Het object is Doorzichtig / Transparant 13. De appel is Rot / Bedorven 14. De kleren zijn Vies / Smerig 15. Het eten is Pittig / Pikant 16. De tram loopt Stroef - Stram Stimuli vrouwelijk 1. Het meisje is Keurig / Netjes opgevoed 2. De turnster is Lenig / Soepel 3. De vrouw kwam Zachtjes / Stilletjes binnen 4. De oma Sjokt / Sloft vooruit 5. De verkoopster is een Opgewekt / Levendig persoon 6. De juffrouw vraagt het Nogmaals / Opnieuw 7. De zangeres zingt Liedjes / Nummers Bijlage G Fillers 43

44 8. Het kamermeisje is Schattig / Lief 9. Haar stem is Aangenaam / Prettig 10. De verpleegster geeft een Injectie / Spuitje 11. De secretaresse antwoordt Duidelijk / Begrijpelijk 12. De telefoniste lag in een Scheur / Deuk 13. De schrijfster Verzint / Bedenkt een verhaal 14. De bibliothecaresse Ordent / Sorteert de boeken 15. De caissière Snapt / Begrijpt het niet 16. De kapster ziet er Jeugdig / Jong uit 17. De stewardess is Mooi / Knap 18. De Agente had de daders Vlot / Vlug te pakken 19. De moeder ziet er Saai / Duf uit Stimuli mannelijk 1. De winkelier is Hulpvaardig / Behulpzaam 2. Deze zanger is Bekend / Beroemd 3. De bokser heeft een Breed / Flink postuur 4. De leerling is Absent / Afwezig 5. De buurjongen doet Kattig / Gemeen 6. De teamgenoot is Koppig / Dwars 7. De conducteur doet Vervelend / Irritant 8. De clown is Grappig / Geestig 9. Die opa Scheld / Vloekt veel 10. De jager Mikt / Richt te hoog 11. De kunstenaar Creëert / Maakt iets nieuws 12. De huisman is de kinderen Beu / Zat 13. De slager is een Vriendelijk / Aardig persoon 14. De kok kan Zalig / Heerlijk koken 15. De archeoloog werkt heel Precies / Nauwkeurig 16. De docent is Woest - Kwaad 44

45 Bijlage H Inleiding vragenlijst 45

Intrinsieke prosodie van klinkers. Constantijn Kaland Marie Postma

Intrinsieke prosodie van klinkers. Constantijn Kaland Marie Postma Intrinsieke prosodie van klinkers Constantijn Kaland Marie Postma Inhoud Introductie Leestaak Klinkerkeuze Data-collectie Conclusie en vervolgonderzoek Introductie Arbitraire relatie vorm ~ betekenis (De

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Sita Minke ter Title: Birds and babies : a comparison of the early development

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44267 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Spierings, M.J. Title: The music of language : exploring grammar, prosody and

Nadere informatie

Klanken 1. Tekst en spraak. Colleges en hoofdstukken. Dit college

Klanken 1. Tekst en spraak. Colleges en hoofdstukken. Dit college Tekst en spraak Klanken 1 Representatie van spraak vereist representaties van gedeeltes die kleiner dan woorden zijn. spraaksynthese (tekst-naar-spraak) rijtje letters! akoestische golfvorm http://www.fluency.nl/

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Eén aspect van het leren van een taal is het leren omgaan met de spraakklanken die in die taal voorkomen. Een algemeen probleem in de spraakwaarneming is het feit dat meerdere realisaties

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

Sound Symbolism & Branding

Sound Symbolism & Branding Sound Symbolism & Branding Effecten van de Frequentie Code op de perceptie van merknamen in het Nederlands. Masterthesis Tilburg School of Humanities Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s Samenvatting Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s 166 Het doel van dit proefschrift was inzicht te krijgen in de vroege ontwikkeling van het gebruik van visuele informatie voor

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

2. Syntaxis en semantiek

2. Syntaxis en semantiek 2. Syntaxis en semantiek In dit hoofdstuk worden de begrippen syntaxis en semantiek behandeld. Verder gaan we in op de fouten die hierin gemaakt kunnen worden en waarom dit in de algoritmiek zo desastreus

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011

Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011 Communicatie- en informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen 4 juli 2011 1615793 Scriptiebegeleider: dr. H. Mazeland Tweede lezer: prof. dr. C.M. de Glopper Voorwoord Soms

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Ten tweede, om de mechanismen waardoor zelfcontrole mogelijk voordeel biedt aan deze groep patiënten te verkennen.

Ten tweede, om de mechanismen waardoor zelfcontrole mogelijk voordeel biedt aan deze groep patiënten te verkennen. SAMENVATTING SAMENVATTING Zelfcontrole speelt in het dagelijks leven een grotere rol dan we ons beseffen. Even snel in de spiegel kijken om te zien of ons haar nog goed zit en het wekelijkse momentje op

Nadere informatie

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG St. Anthoniusplaats 9 6511 TR Nijmegen 024 663 9343 info@movate.nl Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG 05-06-2015 1 Inhoudsopgave Management summary 3 Introductie 5 Deelnemerinformatie 6 Pensioenbewustzijn

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij Nederlandse landbouw en visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 169 Nederlandse samenvatting Het vakgebied internationale bedrijfskunde houdt zich bezig met de vraagstukken en de analyse van problemen op organisatieniveau die voortkomen uit grensoverschrijdende activiteiten.

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,

Nadere informatie

Algemene Taalwetenschap. Hogeschool van Amsterdam Josefien Sweep

Algemene Taalwetenschap. Hogeschool van Amsterdam Josefien Sweep Algemene Taalwetenschap Hogeschool van Amsterdam Josefien Sweep Fonetiek en Fonologie Fonetiek en fonologie gaan over spraak (klanken): het gebruik van de stem om te communiceren. Spraak is het belangrijkste

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

1) Bekijk spectrogram 1. Denk niet aan wat er gezegd wordt, maar identificeer minimaal drie in het oog springende patronen in het spectrogram.

1) Bekijk spectrogram 1. Denk niet aan wat er gezegd wordt, maar identificeer minimaal drie in het oog springende patronen in het spectrogram. OPDRACHT 1: Stappenplan opstellen voor het lezen van spectrogrammen. NODIG: Bijgeleverde spectrogrammen (zie bijlage), potloden, schaar, plakband. 1) Bekijk spectrogram 1. Denk niet aan wat er gezegd wordt,

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Tot voor kort werd de relatie tussen bloemplanten en hun bestuivers vooral gezien als gespecialiseerd en wederzijds sterk aangepast. Specialisatie betekent in dit geval dat één

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Methoden van onderzoek. Werkcollege 5

Methoden van onderzoek. Werkcollege 5 Werkcollege 5 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2. Populatie - steekproef 3. Vragenlijst ontwikkelen 2 Instructies opdrachten 3 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2.

Nadere informatie

Fonologie. inleiding taalkunde 2012/13 30 mei 2013

Fonologie. inleiding taalkunde 2012/13 30 mei 2013 Fonologie inleiding taalkunde 2012/13 30 mei 2013 Tekst en spraak Representatie van spraak vereist representaties van gedeeltes die kleiner dan woorden zijn. spraaksynthese (tekst-naar-spraak) rijtje letters

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017 Nederlandse landbouw en visserij 2017 Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 14 5 Waardering en

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

OBS Kon. Emma 7 februari 2014

OBS Kon. Emma 7 februari 2014 OBS Kon. Emma 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en OOP-ers.

Nadere informatie

Hoofdstuk 18. Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren

Hoofdstuk 18. Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren Hoofdstuk 18 Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren Analyse van verbanden Analyse van verbanden: bij de analyse van verbanden stel je vast of er een stabiel verband bestaat tussen twee

Nadere informatie

Hypertensie en Diabetes Mellitus in Curaçao

Hypertensie en Diabetes Mellitus in Curaçao Hypertensie en Diabetes Mellitus in Curaçao Een ruimtelijke analyse gebaseerd op de verzamelde gegevens tijdens de census uit 2001 Sean de Boer Inleiding Dit artikel gaat in op het voorkomen van Hypertensie

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT FAMILIEBERICHTENPAGINA

ONDERZOEKSRAPPORT FAMILIEBERICHTENPAGINA ONDERZOEKSRAPPORT Achtergrond Onderzoeksopzet Regelmatig wordt beweerd dat de familieberichtenpagina de best gelezen pagina van de krant is, ook wanneer lezers weinig tijd hebben zouden zij toch de familieberichtenpagina

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Mannen en vrouwen in Marketing Hoe kijken mannelijke en vrouwelijke marketeers tegen elkaar aan?

Mannen en vrouwen in Marketing Hoe kijken mannelijke en vrouwelijke marketeers tegen elkaar aan? Rapportage Mannen en vrouwen in Marketing Hoe kijken mannelijke en vrouwelijke marketeers tegen elkaar aan? Geschreven voor : Geschreven door : Projectnummer : Datum : Tijdschrift voor Marketing, Theo

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools Hoe kan de leerkracht het leerproces van leerlingen tijdens een coöperatief leren (CL) curriculum op multiculturele basisscholen optimaliseren? Moet de leerkracht de leerlingen zoveel mogelijk aansturen

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA.

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA. Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA. Willem Buffing. Docent/onderzoeker consumentengedrag. W.J.F.M.Buffing@hva.nl Mei 2016. In welke

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie