PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL

Transcriptie

1 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. ^ Dat. ontv.: 1 APR 2015 Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax overljssel.nl postbus@overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel KvK IBAN NL45RABO039734H21 Inlichtingen bij B. Hendriks telefoon B.Hendriks@overijssel.nl Onderwerp: Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid Datum Kenmerk 2015/ Pagina 1 Toezending aan Provinciale Staten met oogmerk: [X] ter informatie [ ] anders, en wel: Bijlagen I. Meerjaren Investeringsprognose Grond (te raadplegen via en ligt ter inzage bij de receptie van het Provinciehuis) Bijgevoegd ontvangt u de Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid (MIG). Conform de nota Grondbeleid 2015 (PS/2014/1074) wordt deze MIG u, na vaststelling door ons, ter informatie toegezonden. De MIG wordt jaarlijks opgesteld en vormt de grondslag voor de paragraaf grondbeleid in de jaarrekening. De MIG geeft u de achterliggende informatie van deze paragraaf. De samenvatting van deze MIG is de paragraaf grondbeleid ten behoeve van de jaarrekening. Het doel van deze MIG is inzicht verschaffen in de financiële effecten van de uitvoering van het provinciaal grondbeleid via de inzet van de provinciale grondbeleidinstrumenten. De MIG behandelt het grondbezit en de financiële effecten van het grondbeleid van de gronden die in eigendom zijn van de provincie Overijssel. Zoals vanaf 2012 te doen gebruikelijk is, wordt in de jaarrekening de hoogte van de Algemene Reserve Grond (ARG) vastgesteld om integraal te sturen op de risico's van het provinciaal grondbezit. De ARG is afhankelijk van de tot dan toe opgebouwde grondportefeuille. De gewenste hoogte van de ARG is per ,-. Er is naar aanleiding van toename van het provinciaal grondbezit sprake van een verhoging van ,-. Dit is uitgewerkt in de jaarrekening. In de risicoparagraaf van de MIG zijn de risico's van het grondbezit berekend die afgedekt worden door de ARG. De hoogte van de ARG is voldoende om deze risico's af te dekken. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, jrziuer,., ^ secretaris, Datum verzending 0! APR provincie %)^A verijssel

2 Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid maart 2015

3 Colofon Uitgave provincie Overijssel Datum maart 2015 Auteur B. Hendriks en M. Eektimmerman Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax postbus@overijssel.nl 2

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Samenvatting... 4 Inleiding Het provinciaal grondbeleid toegelicht Actief en faciliterend grondbeleid Nota Grondbeleid 2015 en haar instrumenten Inzet van verschillende instrumenten De analyse van provinciaal grondbezit en de spelregels Welke gronden zijn meegenomen in de analyse? Volgens welke spelregels wordt de boekwaarde van verworven gronden bepaald? Hoe wordt de taxatiewaarde bepaald? Grondbezit binnen projecten Verwervings- en vervreemdingsplannen Tijdelijk beheer grond en opstallen Wijziging tijdelijk beheer Omvang beheerportefeuille na Tijdelijk beheer in Nieuw beleid tijdelijk beheer vanaf 1 januari Vooruitzicht tijdelijk beheer Relatie met de begroting Totstandkoming voorziening grondbezit Algemene Reserve Grond Risico s van het grondbezit... 31

5 Samenvatting De samenvatting van deze Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid (MIG) is de paragraaf grondbeleid voor de jaarrekening Kaders voor de uitvoering van het grondbeleid In de nota Grondbeleid zijn de kaders voor de uitvoering van het grondbeleid beschreven. Het voeren van grondbeleid staat ten dienste van programma s en projecten voor de realisatie van provinciale doelen. De belangrijkste uitgangspunten uit de nota Grondbeleid 2015 zijn: Het grondbeleid is een middel voor de realisatie van verschillende provinciale doelen, programma s en projecten. De inzet van instrumenten is maatwerk en wordt per ruimtelijke opgave bepaald; Het streven is niet meer gronden in eigendom te hebben dan nodig voor de provinciale opgave; Bepaling van de verwervingsstrategie voor de EHS/N2000 verloopt via de interventieladder van particuliere realisatie, minnelijke schadeloosstelling en ruiling tot de uiterste stap van onteigening; Beleid is geformuleerd voor de ruiling van (nog te verwerven) provinciale gronden binnen de begrenzing van de EHS. Daarnaast is een 1-op-1 uitgifte van natuurgrond onder bepaalde voorwaarden mogelijk, bijvoorbeeld bij grenscorrecties en bijna omsloten percelen; Er vindt nader onderzoek plaats naar vormen van uitgifte (op termijn) van (ingerichte) natuurgronden binnen de EHS en landbouwgronden met beperkingen, waarbij de kosten en de kwaliteit van het eindbeheer in balans zijn; Het toepassen van het geformuleerde beleid voor de uitgifte van provinciale gronden buiten de begrenzing van de EHS, de zogenaamde grond-voor-grond gronden; Het instrument pacht-koop is toegevoegd voor gronden die hun eindbestemming hebben bereikt. Dit betekent dat een agrariër langjarig gepachte grond gefaseerd kan kopen; Verschillende vormen van tijdelijk beheer zijn mogelijk met betrekking tot de provinciale gronden die hun einddoel of eindgebruiker nog niet hebben bereikt; Het voeren van een minimaal sluitende provinciebrede exploitatie voor tijdelijk beheer waarin alle kosten en opbrengsten worden gesaldeerd. De belangrijkste punten die relatie hebben met de Algemene Reserve Grond (ARG) zijn: De verantwoording van het provinciaal grondbezit conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV); Het toepassing een voorziening grondbezit; Het jaarlijks bepalen van de stand van de ARG en eventuele aanvulling cq afroming bij de jaarrekening via een voorstel resultaatbestemming. De provincie Overijssel kan zowel een actief grondbeleid als een faciliterend en passief grondbeleid voeren. De keuze hangt mede af van de rol die de provincie kiest in een ontwikkeling. Ook de risico s en de vrijheid in locatiekeuze voor het bereiken van het doel spelen hierbij een rol. De keuze voor de in te zetten instrumenten en het moment waarop deze ingezet worden hangt mede af van de rol die de provincie wil spelen in een ontwikkeling of programma. 4

6 De uitvoering van het Grondbeleid: inzet van instrumenten In 2014 zijn de volgende grondbeleidsinstrumenten ingezet ten behoeve van verschillende projecten en programma s: Project Verwerving en schadeloosstelling Vervreemding Tijdelijk beheer ADT (gronden voor realisatie EHS) IJsseldelta-Zuid Geen activiteiten in In 2014 is na de laatste schriftelijke biedingsronde uit 2013 met nog een aantal grondeigenaren minnelijk overeenstemming bereikt. Voor de resterende percelen heeft Gedeputeerde Staten (GS) aan de Kroon verzocht om deze ter onteigening aan te wijzen. Dit verzoek is ingewilligd middels een Koninklijk Besluit (KB) d.d Het KB ziet op eigendommen van nog 8 partijen, waarvan inmiddels met 1 alsnog minnelijke overeenstemming is bereikt. De gerechtelijke fase van de onteigening is inmiddels opgestart. Geen activiteiten in In 2014 zijn de aktes gepasseerd tussen de gemeente Kampen en de provincie. Beide partijen hadden gronden in haar bezit die binnen het plangebied van de andere partij lag. De provincie heeft ca. 58 ha verkocht aan de gemeente en ca. 126 ha aangekocht van de gemeente. Daarnaast is er via de gemeente nog 47 ha door de Provincie aangekocht van een consortium. Op enkele hectares na is in oktober het volledige bezit binnen IJsseldelta- Zuid juridisch overgedragen van (Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) aan Provincie. - De gronden en opstallen zijn tot eind 2014 door Dienst Landelijk Gebied (DLG) tijdelijk beheerd en zijn vanaf onderdeel van de provinciale exploitatie voor tijdelijk beheer. Ruimte voor de Vecht Revolving Fund ILG-gronden In 2014 zijn gronden gekocht van particulieren en van BBL. Het betrof minnelijke verwerving. Via minnelijke weg zijn binnen de aangewezen gebieden enkele hectares verworven. De ILG-gronden zijn gekoppeld aan realisatie van de EHS. Daartoe gold in 2014 nog een netto aankoopstop. Via enkele ruilingen, een kavelruil en een viertal In 2014 is een verkoop overeenkomst ondertekend waarbij een deel van de gronden binnen het project, die na inrichting een nevengeul worden, worden verkocht aan Landgoed Vilsteren en Waterschap Groot Salland. De akte zal medio februari 2015 passeren. Via een grote kavelruil, inbreng in de akte van toedeling Losser Zuid en enkele losse verkopen, is in 2014 een forse hoeveelheid grond verkocht. Op enkele hectares na is in oktober het volledige bezit binnen Revolving Fund juridisch overgedragen van BBL aan Provincie. Voor EHS-realisatie gold in 2014 nog een verkoopstop. Via enkele kavelruilen, inbreng in een aantal aktes van toedeling (WILG en LIwet) en diverse door GS De gronden die zijn aangekocht van de particulieren kennen nog een voortgezet gebruik. De gronden die zijn aangekocht van BBL zijn onderdeel van de provinciale exploitatie voor tijdelijk beheer. De gronden en opstallen zijn tot eind 2014 door DLG tijdelijk beheerd en zijn vanaf onderdeel van de provinciale exploitatie voor tijdelijk beheer. De gronden en opstallen zijn tot eind 2014 door DLG tijdelijk beheerd en zijn vanaf onderdeel van de provinciale exploitatie voor tijdelijk be- 5

7 Regeling Aankoop Gronden Overijssel (RAGO) in het kader van EHS N34, N331 en N342 en N343 N 340 aktes van toedeling (WILG en LI-wet) zijn nieuwe gronden aangekocht. De gronden zijn veelal gelegen binnen de begrenzing van de EHS. In 2014 zijn diverse gronden aangekocht met behulp van de RAGOregeling op basis van passieve minnelijke verwerving. In 2014 zijn voor deze infrastructurele projecten gronden aangekocht onder het tracé, de zogenaamde projectgronden. Het betrof hier minnelijke verwervingen en verwerving op basis van een minnelijke kavelruil. In 2014 is een aantal aankopen gedaan waarbij deels schadeloosstelling is betaald. Het betrof hier aankopen ter voorkoming van onteigening. De onteigening voor het gedeelte van de A28 tot en met de spoorlijn loopt. De hoorzitting heeft plaatsgevonden. Aan de Kroon is verzocht om de gronden tussen knooppunt A28 en de spoorlijn Zwolle-Meppel ter onteigening aan te wijzen. Hiertoe heeft een ontwerp-kb ter inzage gelegen. Een KB wordt uiterlijk 18 mei 2015 verwacht. Voor het gedeelte vanaf het spoor tot aan de Ankummerdijk zijn de onderhande- gefiatteerde losse verkopen is in 2014 een forse hoeveelheid grond verkocht. Op de hectares na die conform vaststellingsovereenkomst juridisch op naam van BBL moeten blijven staan (minimaal ha) is in oktober het overige bezit binnen de ILG-gronden juridisch overgedragen van BBL aan Provincie (ca ha incl. ha s van Revolving Fund en IJsseldelta- Zuid). Voor de RAGO is vooralsnog geen sprake van vervreemding. Geen activiteiten in In 2014 is een aantal percelen die zijn aangekocht als ruilgrond vanwege overtolligheid weer verkocht. heer. De gekochte gronden zijn voor een deel in voortgezet gebruik bij de vorige eigenaar en worden voor een deel verpacht als onderdeel van het tijdelijk beheer door provincie. Al de aangekochte gronden en opstallen worden tijdelijk beheerd door de provincie. Het kan gaan om voortgezet gebruik door de vorige eigenaar, anti-kraak bewoning, pacht of verhuur op basis van de leegstandswet. Het tijdelijk beheer is kort lopend. Per jaar wordt bekeken of gronden nodig zijn voor het project of wellicht kunnen worden verkocht. Al de aangekochte gronden en opstallen worden tijdelijk beheerd door de provincie. Het kan gaan om voortgezet gebruik door de vorige eigenaar, anti-kraak bewoning, pacht of verhuur op basis van de leegstandswet. Het tijdelijk beheer is kort lopend. Per jaar wordt bekeken of gronden nodig zijn voor het project of wellicht kunnen worden verkocht. 6

8 lingen weer opgestart. Begin 2015 worden de officiële biedingen gedaan. Voor het overige tracé geldt dat nog niet duidelijk is welke grond nodig is. Deze dossiers staan tot nader order on hold. N348 Voor de N348 is een woning met tuin en extra grond verworven op minnelijke basis. De extra grond ligt buiten het tracé en kan dienen als ruilgrond. Voor de N348 is vooralsnog geen sprake van vervreemding. Voor de N348 is de verworven woning + tuin in voortgezet gebruik gegeven als onderdeel van het tijdelijk beheer door provincie. De verantwoording van het grondbezit In deze paragraaf worden de gronden verantwoord die (economische) eigendom zijn van de provincie Overijssel. Het betreft hier gronden die op naam staan van de provincie en de gronden waarvan BBL nog juridisch eigenaar is. Gronden in bezit voor de volgende projecten: ADT (gronden voor realisatie EHS) IJsseldelta-Zuid Ruimte voor de Vecht Revolving Fund t.b.v. landbouwstructuurversterking ILG-gronden t.b.v. realisatie natuuropgave RAGO-gronden t.b.v. realisatie natuuropgave N34 N331 N340 N342 N343 N348 Overig grondbezit Eind 2013 is tussen Rijk (BBL) en provincie op basis van decentralisatieafspraken een vaststellingsovereenkomst gesloten inzake de ILG-gronden. Voortvloeiende daaruit heeft op 29 oktober 2014 een omvangrijke levering van juridisch eigendom plaatsgevonden van BBL naar de provincie Overijssel. Totaal is circa ha gronden en opstallen over gegaan en nu volledig eigendom van provincie. Dit betreft de volgende gronden: gronden en opstallen die zijn aangekocht voor de realisatie van de natuuropgave (ILG-gronden); gronden en opstallen die zijn aangekocht ten behoeve van de landbouwstructuurversterking (Revolving Fund gronden); gronden die zijn aangekocht ten behoeve van de IJsseldelta-Zuid. Het resterende deel van de ILG-gronden, ca ha, staat nog op naam van BBL en betreft economisch eigendom van provincie (stand ). In de vaststellingsovereenkomst met het Rijk van eind 2013 is opgenomen dat minimaal ha voorlopig op naam van BBL moet blijven staan. Deze gronden worden in gelijke tranches over 4 jaren juridisch overgedragen aan de provincie. De eerste trance vindt plaats in In februari 2015 vindt nog een aanvullende levering plaats van BBL aan Provincie met betrekking tot: (resterende) gronden en opstallen die zijn aangekocht ten behoeve van IJsseldelta-Zuid en Ruimte voor de Vecht; resterende gronden en opstallen die zijn aangekocht voor de realisatie van de natuuropgave (ILG-gronden); resterende gronden die zijn aangekocht ten behoeve van de landbouwstructuurversterking (RF gronden). P8 is het eigendomsregistratiesysteem waarin het provinciaal grondbezit geadministreerd is. Alle grondbezit en grondtransacties en contracten ten behoeve van tijdelijk beheer worden in dit systeem verwerkt. De analyse leidt tot een totaal overzicht van het grondbezit per kadastraal perceel, opgesplitst naar 7

9 gronden gelegen onder het tracé (projectgrond) of daarbuiten (ruilgrond) en o.a. de boek- en taxatiewaarde. Projectgronden De provincie heeft circa ha grond in bezit voor verschillende projecten. Deze gronden liggen binnen het tracé. Dat wil zeggen dat deze gronden ingezet worden voor de realisatie van het project. De boekwaarde van deze gronden voor de infra-projecten is afgewaardeerd naar 0,- omdat gronden onder infra-tracé s geen waarde hebben. De 362 ha ILG-gronden, als onderdeel van de totale ha, zijn gronden binnen de begrenzing van de EHS. Deze gronden hebben wel een boekwaarde aangezien deze vervreemd kunnen worden tegen natuurwaarde. Dit geldt ook voor de 16 ha RAGO gronden en 138 ha gronden die gekocht zijn van ADT ten behoeve van de natuurrealisatie. Gronden op de balans (geactiveerde gronden) Er zijn 304 ha ruilgronden aangekocht voor de IJsseldelta-Zuid, de N340, de N343, N348 en de N34 en geadministreerd op de balans. Deze gronden hebben een boekwaarde van in totaal ,-. Ook de 362 ha ILG-gronden die zijn aangekocht voor natuurrealisatie binnen de begrenzing van de EHS hebben een boekwaarde en zijn gewaardeerd op de balans tegen natuurwaarde. Dit geldt voor de gronden die zijn aangekocht van ADT, de Revolving Fund gronden en de RAGO gronden. De boekwaarde van deze gronden is ,-. In totaal is de boekwaarde van alle geactiveerde gronden ,-. De taxatiewaarde van deze percelen is hoger dan of gelijk aan de boekwaarde. De verklaring hiervan is dat de provincie geen gronden aankoopt voor een bedrag hoger dan de taxatiewaarde. Indien een schadeloosstelling betaald wordt, wordt deze direct afgeboekt ten laste van het programma- of projectbudget. Omdat de boekwaarde gelijk is aan de taxatiewaarde hoeft er geen voorziening ingesteld te worden ten behoeve van het provinciaal grondbezit. Voor de Revolving Fund gronden geldt dat het Revolving Fund neutraal moet opereren. Dat wil zeggen dat de aangekochte gronden en het vastgoed verkocht moeten worden tegen boekwaarde of hoger. Met de juridische overdracht van de Revolving Fund gronden naar de provincie tegen boekwaarde, wordt dit jaar voor het eerst de boekwaarde vergeleken met de marktwaarde. De marktwaarde is gebaseerd op de grondprijsmonitor van de DLG. Conform de BBV mogen positieve verschillen (de boekwaarde is lager dan de marktwaarde) niet gesaldeerd worden met de negatieve verschillen (de boekwaarde is hoger dan de marktwaarde). Daarom moet een voorziening getroffen worden van ,- voor dit verschil. Deze voorziening is gedekt uit de ADR (Algemene Dekkingsreserve), waarmee aangegeven wordt dat het risico over het grondbezit van het Revolving Fund niet is opgenomen in de ARG. Verspreid liggende gronden (niet geactiveerd op de balans) Het totale oppervlak van de gronden die niet hun bestemming bereikt hebben en geen boekwaarde hebben, is circa ha. De boekwaarde van deze gronden is 0,-, vandaar dat ze niet geactiveerd zijn op de balans. Ook zijn dit gronden die in het verleden zijn aangekocht en toen ook direct zijn afgeboekt. Opstallen Binnen een aantal projecten is ook sprake van verwerving van opstallen. Dit geldt voor de projecten IJsseldelta-Zuid, ILG-gronden (EHS), N34, N331, N340 en N348. Ook is in het verleden binnen het Revolving Fund sprake geweest van verwerving van opstallen. Voor de opstallen die onder het tracé vallen, geldt dat deze uiteindelijk gesloopt gaan worden. Deze opstallen zijn in bovenstaande tabel opgenomen onder projectgrond. Voor de opstallen die zijn aangekocht geldt dat deze niet gesloopt worden en weer moeten worden afgestoten. Deze opstallen zijn in bovenstaande tabel opgenomen onder ruilgrond. 8

10 Algemene Reserve Grond Het doel van de ARG is het afdekken van risico s die gepaard gaan met provinciaal grondbezit van gronden die hun einddoel nog niet bereikt hebben. Door het instellen van een aparte reserve voor gronden worden de risico s van gronden gescheiden van de financiële huishouding voor de overige provinciale taken. De ARG maakt het mogelijk om eenduidig risico s te beheersen die gepaard gaan met het provinciale grondbezit. Het risico over het grondbezit wordt door de programma s en projecten afgekocht door een dotatie van 10% over de boekwaarde van de ruilgronden die voor het programma of project zijn aangekocht, aan de ARG. Spelregels ARG De volgende spelregels zijn van toepassing op de ARG (naast de algemene spelregels die gelden voor reserves): 1. PS stellen jaarlijks bij het Jaarverslag de hoogte van de ARG vast; 2. De gewenste hoogte van de ARG is opgebouwd uit 10% van de boekwaarde van alle gronden binnen het provinciaal grondbezit waarover een risico wordt gelopen; 3. Storting in en onttrekking aan de ARG vindt plaats via een resultaatbestemming; 4. Als blijkt dat de ARG een hoger bedrag bevat dan de gewenste hoogte, dan wordt de ARG afgeroomd ten gunste van de ADR; 5. Indien dit het geval is dan besluit PS hierover bij het Jaarverslag; Het risico van de geactiveerde gronden, peildatum , wordt berekend over de boekwaarde van de op de balans geactiveerde gronden van de projecten IJsseldelta-Zuid, N340, N34, N348 en diverse projectgronden met waarde. De totale boekwaarde betreft ,-. De ARG wordt per als volgt berekend: Omschrijving: Totaal IJsseldelta-Zuid N340 N34 Benodigd per : projectgronden met waarde Benodigde ARG o.b.v. norm 10% , , , , ,- 452,- Af: risico camping , ,- Werkelijk benodigde ARG , , , , ,- 452,- Omdat met de gronden die aangekocht zijn in het kader van het project IJsseldelta-Zuid voor de camping Roggebot geen risico is gemoeid, wordt over deze gronden geen percentage gerekend voor de ARG. Voor de camping Roggebot is een collegebesluit genomen (2012/ ) en PS is geïnformeerd (31 oktober 2012). Deze situatie is ongewijzigd. De gewenste hoogte van de ARG is ,-. De daadwerkelijke hoogte van de ARG betreft ,-. Omdat de gewenste hoogte van de ARG hoger is dan de daadwerkelijke hoogte van de ARG dient het verschil aangevuld te worden. Het betreft een bedrag van ,- en is in de jaarrekening verwerkt. N348 9

11 Risico s De ARG is een risicoreserve om hiermee het risico van het provinciaal grondbezit af te dekken. In de beleidsregels is de norm van 10% risico opgenomen. In de risicoparagraaf zijn de risico s gekwantificeerd als extra controle of de norm voldoende is om de risico s van het grondbezit af te dekken. Voorbeelden van risico s zijn dalende grondprijzen, rentestijging en planvertraging. De risicoparagraaf in de MIG levert informatie over de benodigde omvang van de ARG in relatie tot de omvang en risico s van de tot dan toe opgebouwde grondportefeuille. De ARG dekt de risico s van de grondportefeuille af. De hoogte van de ARG dient voldoende te zijn om de risico s van het provinciaal grondbezit af te dekken. Er is een aantal risico s te kwantificeren: Risico Waardedaling grondprijs met 5% Grond en vastgoed langer in eigendom Vraag van de markt naar verworven opstallen is beperkt Risico bodem verontreiniging (onder opstallen) Beschrijving risico Door marktomstandigheden is het mogelijk dat de grondwaarde daalt. Historie laat zien dat de grondprijzen over langere periodes, afhankelijk van veelal economische factoren, fluctueert. Wanneer in een opgaande tendens gronden zijn verworven en verkoop in later stadium plaatsvindt ten tijde van een neergaande tendens, bestaat het risico dat verlies geleden wordt. Uitgangspunt is het risico op een daling van 5%. Door vertraging in planvorming of vertraging in de uitvoering is het mogelijk dat de gronden en opstallen later in een project ingezet kunnen worden en dus langer in bezit zijn en langer beheerd moeten worden. Voor gronden die verpacht kunnen worden, is het risico bij vertraging gering. Immers dekken de pachtopbrengsten veelal de kosten. Bij vastgoed ligt het risico anders. Vanuit beheersoptiek is bij opstallen vaak alleen sprake van beheerkosten. Uitgangspunt is het risico op een vertraging van 5 jaar voor 35 opstallen. Dit uitgangspunt is gebaseerd op kosten voor tijdelijk beheer van 2.000,- per woning per jaar. Door de huidige woningmarkt, is de vraag naar woningen beperkt, waardoor de prijs onder druk komt te staan. Hierdoor blijven of de opstallen langer in bezit en / of worden de opstallen voor een lagere waarde vervreemd. Tevens kan sprake zijn van herbestemming (van agrarisch naar wonen), waarbij dit tot een lagere marktwaarde leidt. Alhoewel de woningmarkt herstel laat zien, blijft het voor de sector landelijk vastgoed erg moeizaam. Uitgangspunt is een waardedaling van ,- voor 35 opstallen. De provincie verwerft de komende jaren een tiental opstallen waarvan een deel weer vervreemd zal worden. Door de dalende prijzen op de woningmarkt is uitgegaan van een prijsdaling van ,- per woning. Omdat onder opstallen geen bodemonderzoek gedaan kan worden, bestaat het risico dat onder de opstallen de bodem verontreinigd is. Ook in de gevallen waar onderzoek is gedaan in geval losse gronden, is nooit uit te sluiten dat sprake is van bodemverontreiniging. Veelal komt bodemverontreiniging (overigens incidenteel) aan het licht bij sloop van opstallen of vergraving van gronden. Uitgangspunt is ,- aan saneringskosten per incident en 3 incidenten per jaar. De provincie zal de komende jaren opstallen in bezit hebben. Hiervan zal een klein deel enige mate van vervuiling in de bodem hebben. Indien de bodem gesaneerd moet worden, is het uitgangspunt dat de maximale kosten ,- bedragen. Risico's Kans Gevolg Totaal risico Waardedaling grondprijs met 5% ,- klein 25% middel 50% ,- Vastgoed langer in eigendom ,- middel 50% klein 25% ,- Vraag naar opstallen beperkt ,- middel 50% middel 50% ,- Risico bodemvervuiling onder opstal ,- middel 50% groot 75% ,- Totaal ,- De hoogte van de ARG is met ,- voldoende om de gekwantificeerde risico s van ,- af te dekken. Deelnemingen De totale actuele prognose van de te verwachten resultaten van de grondexploitaties van de verschillende deelnemingen worden verantwoord in de paragraaf deelnemingen van deze jaarrekening. 10

12 Inleiding Het college van Gedeputeerde Staten (GS) heeft via de vaststelling van het sturingsmodel Grondbeleid d.d. 8 juni 2009 ingestemd met de invoering van de Meerjaren Investeringsprognose Grondbeleid (MIG). Dit is bekrachtigd door Provinciale Staten op 14 november In het Statenvoorstel d.d. 18 februari 2015 waarin de kaders voor het provinciaal Grondbeleid zijn vastgesteld door Provinciale Staten, is de MIG als belangrijk instrument herbevestigd. Sinds 2009 stelt team Grondzaken (PPMG) jaarlijks de MIG op. Het doel van de MIG is inzicht te verschaffen in de financiële effecten van de uitvoering van het provinciaal grondbeleid en inzicht te geven in het grondbezit van de provincie Overijssel in relatie tot de risico s en het beheer die met dit bezit gepaard gaan. De MIG geeft de actuele grondvoorraad weer en blikt terug op de inzet van grondbeleidinstrumenten in het afgelopen jaar. In de MIG worden geen uitspraken over beleidswijzigingen gedaan. Het grondbeleid van de provincie is gericht op het faciliteren van beleidsoelen van de provincie. Wel kan in de MIG inzichtelijk worden of realisering van provinciale doelen binnen de (financiële) kaders van het grondbeleid mogelijk is. In oktober 2014 (en een restant in februari 2015) zijn de gronden die juridisch eigendom waren van Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) via een akte van levering overgedragen aan de provincie. Op dat moment nam de grondvoorraad van de provincie aanzienlijk toe. De berekening van de Algemene Reserve Grond (ARG) is onderdeel van de MIG. Er wordt gerapporteerd over de gewenste en de daadwerkelijke hoogte van de ARG. Het doel van deze reserve is het afdekken van niet voorziene risico s die gepaard gaan met provinciaal grondbezit van gronden die hun eindddoel of eindbeheerder nog niet bereikt hebben. Door het instellen van een aparte reserve voor grond worden de risico s van grond gescheiden van de financiële huishouding voor de overige provinciale taken. De ARG maakt het mogelijk om eenduidig risico s te beheersen die gepaard gaan met het provinciale grondbezit. Hiervoor is een set van spelregels opgesteld hoe binnen programma s en projecten omgegaan moet worden met o.a. afwaardering van verworven gronden en het doteren van een bijdrage aan de ARG voor het afdekken van risico s voor op de balans gactiveerde ruilgronden. Deze MIG betreft de stand van zaken per De bedragen zijn afgerond op 1000-tallen. De MIG vormt de grondslag voor de paragraaf grondbeleid in de jaarrekening. Jaarlijks stelt GS de MIG vast en stuurt deze ter informatie naar Provinciale Staten. Leeswijzer In hoofdstuk 1 worden de grondbeleidinstrumenten benoemd en is aangegeven welke van deze instrumenten in 2014 gebruikt zijn. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van het totale grondbezit inclusief de manier waarop de waardebepaling plaats vindt. In hoofdstuk 3 wordt het grondbezit binnen projecten nader geanalyseerd. De werkwijze van het tijdelijk beheer van alle gronden en vastgoed wordt in hoofdstuk 4 beschreven. Tot slot behandelt hoofdstuk 5 de relatie met de begroting. 11

13 1. Het provinciaal grondbeleid toegelicht Het grondbeleid vormt het kader voor de inzet van grondbeleidsinstrumenten bij de uitvoering van het provinciale beleid. Het grondbeleid is geen doel op zich. Het is een instrument voor een versnelde en effectieve uitvoering van provinciaal beleid. Grondbeleid is overheidsbeleid gericht op de markt waar grond wordt verworven, geëxploiteerd, ontwikkeld, ingericht en vervreemd. Grondbeleid draagt bij aan de realisatie van provinciale doelen zoals natuur, landschapsontwikkeling, landbouwstructuurverbetering, economische ontwikkeling en de aanleg van infrastructuur. Grondbeleid draagt ook bij aan een rechtvaardige verdeling van kosten en baten als gevolg van ingrepen door de overheid op het terrein van de ruimtelijke inrichting. De vastlegging van grondbeleid zorgt voor heldere en transparante kaders en voorkomt willekeur. Op 18 februari 2015 zijn de uitgangspunten van de nota Grondbeleid 2015 door PS vastgesteld. De daaruit voortkomende nota zelf is in december 2014 in GS vastgesteld en deze is ter kennisgeving aan PS verzonden. Er was een aantal redenen om nu een nieuwe nota Grondbeleid op te stellen. 1. Decentralisatie natuurbeleid De decentralisatie van het natuurbeleid van het Rijk naar de provincies in volle gang. Deze gaat gepaard met een forse bezuiniging van het Rijk op de uitvoering van beleid voor het landelijk gebied. In het Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur van 20 september 2011 spraken Rijk en provincies af de ILG- bestuursovereenkomsten (Investeringsprogramma Landelijk Gebied) met terugwerkende kracht per 1 januari 2011 af te rekenen en de overeenkomsten op te zeggen. De bestuursafspraken worden uitgevoerd op basis van de Afrondingsovereenkomst ILG tussen Rijk en provincies. De overeengekomen bevoegdheidsverdeling wordt verankerd in de Wet investering landelijk gebied (Wilg) en in de natuurwetgeving. Hierdoor nemen de taken en verantwoordelijkheden van de provincie toe. Dit geldt zeker voor het onderdeel grond. In de vorige nota zijn de consequenties van de nieuwe verantwoordelijkhedenstructuur beleidsmatig niet of onvoldoende geborgd. 2. Extra taken provincie De provincie krijgt er vanwege de opheffing van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) per 1 maart 2015 een belangrijke taak bij. De provincie dient nu zelf te zorgen voor het stimuleren van particuliere realisatie, het ruilen, het verwerven en het vervreemden van gronden (binnen en buiten de EHS) en het tijdelijk beheer van de grondportefeuille. Deze opgaven zijn omvangrijk wat betreft inhoud en complexiteit. In de vorige nota uit 2012 zijn de consequenties van deze nieuwe opgaven onvoldoende beleidsmatig geborgd. Bovendien is een uitbreiding van instrumentaria nodig voor de uitvoering van programma s en projecten. Het gaan bijvoorbeeld om verschillende vormen van schadeloosstelling en compensatieregelingen om particuliere realisatie mogelijk te maken. 3. Toename grondbezit provincie In 2014 is het provinciaal grondbezit fors toegenomen door de overdracht van juridisch eigendom van de ILG-gronden 1 van BBL naar de provincie per 29 oktober Hierdoor werd de provincie Overijssel een grote speler op de Overijsselse grondmarkt. Deze nieuwe positie leidt op onderdelen tot gewijzigd beleid en aanvullend beleid. Ook de invulling van de gelijkberechtiging bij het uitgeven van (ingerichte) natuurgronden speelt hierbij een rol. 4. Wijzigingen wet- en regelgeving In 2014 is relevante wijzigen in de wet- en regelgeving tot stand gekomen. De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) geldt nu ook voor vastgoed. Ook kwam er aangescherpte regelgeving rond aanbestedingen. 1 Bij het aangaan van de bestuursovereenkomst ILG tussen Rijk en provincies eind 2006 zijn afspraken gemaakt over het aanwezige grondbezit van Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL). Hierbij zijn de bij BBL aanwezige gronden die beschikbaar waren voor de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bestempeld als ILG oud gronden en voor elke provincie separaat aangewezen en geadministreerd. Tevens kreeg iedere provincie de beschikking over financiële middelen om aanvullend gronden te verwerven voor EHS-realisatie via BBL. De gronden die met deze middelen zijn verworven vanaf zijn bij BBL bestempeld als ILG nieuw gronden en ook voor elke provincie separaat geadministreerd. 12

14 1.1 Actief en faciliterend grondbeleid De provincie Overijssel kan zowel een actief grondbeleid als een faciliterend en passief grondbeleid voeren. De keuze hangt mede af van de rol die de provincie kiest in een ontwikkeling. Actief grondbeleid Bij actief grondbeleid verwerft de provincie zelf de grond en is actief betrokken bij de ontwikkeling van deze grond. Bij het actieve grondbeleid onderscheiden we twee vormenvan verwerving. Ten eerste verwerving van gronden voor een plan of project waarbij al is besloten tot realisatie, zogenaamde projectgebonden verwervingen. Aan deze verwervingen ligt een door GS goedgekeurd verwervingsplan ten grondslag. Ook het stimuleren tot particuliere realisatie maakt deel uit van een verwervingsplan. De provincie verwerft hierbij weliswaar niet zelf de grond, maar via compensatieregelingen voor particuliere eigenaren is ze wel actief. Ten tweede zijn er verwervingen vooruitlopend op het definitief worden van een plan of project. Dit zijn strategische of anticiperende verwervingen. Het kan zijn dat besluitvorming over het programma of project nog niet heeft plaatsgevonden terwijl het toch wenselijk is grond aan te kopen. Het versnellen van het plan of het beperken van de verwervingskosen kunnen hiervoor redenen zijn. Strategische of anticiperende verwervingen kunnen alleen worden uitgevoerd na een goedgekeurd besluit van GS. Het vervreemden van gronden maakt ook deel uit van het grondbeleidinstrumenten. Vervreemding is bijvoorbeeld aan de orde als gronden zijn aangekocht als ruilgrond of na afstel van het project of een tussentijdse wijziging van tracé. Bij actief grondbeleid loopt de provincie het risico dat de opbrengst bij vervreemding lager is dan de kosten voor verwerving. Ook participatie in deelnemingen met een grondexploitatie valt onder het actieve grondbeleid, vanwege het risicoprofiel in combinatie met het aandeel binnen deze deelneming. Faciliterend / passief grondbeleid Bij faciliterend / passief grondbeleid ligt het initiatief bij derden. De provincie gaat niet actief over tot het verwerven van gronden en wacht op initiatief van andere partijen. De provincie kan het instrumentarium inzetten voor de uitvoering van de plannen. Denk hierbij aan projecten waarbij grondeigenaren de mogelijkheid hebben eigendom te verkopen aan de provincie, zonder dat dit urgent is voor de provincie zelf. Het initiatief ligt bij de grondeigenaar. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het programma Ruimte voor de Vecht. 1.2 Nota Grondbeleid 2015 en haar instrumenten Drie grondbeleidsvelden Bij de uitvoering van grondbeleid onderscheidt de provincie drie grondbeleidsvelden: 1. Verwerving, ruiling en schadeloosstelling; 2. Vervreemding; 3. tijdelijk beheer. Verwerving, ruiling en schadeloosstelling In de nota Grondbeleid 2015 worden de uitgangspunten beschreven en verschillende instrumenten benoemd. Een voorbeeld hiervan is de interventieladder die als uitganspunt dient voor de verwervingsstrategie om de doelen in het kader van de EHS/N2000 te realiseren. De ladder loopt van particuliere realisatie (met compensatie), via minnelijke verwerving en ruiling naar de uiterste stap van onteigening. Voor de provinciale doelstellingen is het niet altijd noodzakelijk de grond ook daadwerkelijk in eigendom te verwerven. Om de gronden beschikbaar te krijgen ontwikkelt de provincie maatwerkinstrumenten, bijvoorbeeld schadeloosstellingen bij particuliere realisatie. Bij de toepassing van de verschillende verwervingsinstrumenten vormt marktconformiteit ter voorkoming van staatssteun een belangrijke voorwaarde. Vervreemding De provincie heeft een aanzienlijke vervreemdingsopgave o.a. ter dekking van de uitvoering van de EHS/N2000. In de genoemde nota is een aantal verschillende categorieën grond onderscheiden die vervreemd kunnen worden. Dit zijn: 1) gronden voor programma s en projecten; 2) a. gronden binnen de EHS, zijnde bestuurlijke /juridische verplichtingen; b. gronden binnen de EHS, gekoppeld aan de nieuwe ontwikkelopgave EHS/N2000; 3) gronden gelegen buiten de EHS. 13

15 Afhankelijk van het type grond worden verschillende vervreemdingsrichtingen en instrumenten ingezet. Belangrijk aspect bij de inzet van de instrumenten is marktconformiteit, openbaarheid en transparantie. Tijdelijk beheer Door de eerder genoemde levering van juridisch eigendom van BBL aan de provincie is de bezitsvoorraad van de provincie significant gestegen. Het beleid rond tijdelijk beheer maakt daarom substantieel onderdeel uit van de nota Grondbeleid Eén en ander wordt nader beschreven in hoofdstuk Inzet van verschillende instrumenten In 2014 zijn diverse grondbeleidsinstrumenten ingezet om de gestelde doelen te verwezenlijken. In onderstaand schema is aangegeven in project of programma gebruik is gemaakt van de diverse instrumenten. Project Verwerving en schadeloosstelling Vervreemding Tijdelijk beheer ADT (gronden voor realisatie EHS) IJsseldelta-Zuid Geen activiteiten in In 2014 is na de laatste schriftelijke biedingsronde uit 2013 met nog een aantal grondeigenaren minnelijk overeenstemming bereikt. Voor de resterende percelen heeft Gedeputeerde Staten (GS) aan de Kroon verzocht om deze ter onteigening aan te wijzen. Dit verzoek is ingewilligd middels een Koninklijk Besluit (KB) d.d Het KB ziet op eigendommen van nog 8 partijen, waarvan inmiddels met 1 alsnog minnelijke overeenstemming is bereikt. De gerechtelijke fase van de onteigening is inmiddels opgestart. Geen activiteiten in In 2014 zijn de aktes gepasseerd tussen de gemeente Kampen en de provincie. Beide partijen hadden gronden in haar bezit die binnen het plangebied van de andere partij lag. De provincie heeft ca. 58 ha verkocht aan de gemeente en ca. 126 ha aangekocht van de gemeente. Daarnaast is er via de gemeente nog 47 ha door de Provincie aangekocht van een consortium. Op enkele hectares na is in oktober het volledige bezit binnen IJsseldelta- Zuid juridisch overgedragen van (Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) aan Provincie. - De gronden en opstallen zijn tot eind 2014 door Dienst Landelijk Gebied (DLG) tijdelijk beheerd en zijn vanaf onderdeel van de provinciale exploitatie voor tijdelijk beheer. Ruimte voor de Vecht Revolving Fund In 2014 zijn gronden gekocht van particulieren en van BBL. Het betrof minnelijke verwerving. Via minnelijke weg zijn binnen de aangewezen gebieden enkele hectares verworven. In 2014 is een verkoop overeenkomst ondertekend waarbij een deel van de gronden binnen het project, die na inrichting een nevengeul worden, worden verkocht aan Landgoed Vilsteren en Waterschap Groot Salland. De akte zal medio februari 2015 passeren. Via een grote kavelruil, inbreng in de akte van toedeling Losser Zuid en enkele losse verkopen, is in 2014 een forse hoeveelheid grond ver- De gronden die zijn aangekocht van de particulieren kennen nog een voortgezet gebruik. De gronden die zijn aangekocht van BBL zijn onderdeel van de provinciale exploitatie voor tijdelijk beheer. De gronden en opstallen zijn tot eind 2014 door DLG tijdelijk beheerd en zijn vanaf onderdeel van de provinciale exploita- 14

16 ILG-gronden Regeling Aankoop Gronden Overijssel (RAGO) in het kader van EHS N34, N331 en N342 en N343 N 340 De ILG-gronden zijn gekoppeld aan realisatie van de EHS. Daartoe gold in 2014 nog een netto aankoopstop. Via enkele ruilingen, een kavelruil en een viertal aktes van toedeling (WILG en LI-wet) zijn nieuwe gronden aangekocht. De gronden zijn veelal gelegen binnen de begrenzing van de EHS. In 2014 zijn diverse gronden aangekocht met behulp van de RAGOregeling op basis van passieve minnelijke verwerving. In 2014 zijn voor deze infrastructurele projecten gronden aangekocht onder het tracé, de zogenaamde projectgronden. Het betrof hier minnelijke verwervingen en verwerving op basis van een minnelijke kavelruil. In 2014 is een aantal aankopen gedaan waarbij deels schadeloosstelling is betaald. Het betrof hier aankopen ter voorkoming van onteigening. De onteigening voor het gedeelte van de A28 tot en met de spoorlijn loopt. De hoorzitting heeft plaatsgevonden. kocht. Op enkele hectares na is in oktober het volledige bezit binnen Revolving Fund juridisch overgedragen van BBL aan Provincie. Voor EHS-realisatie gold in 2014 nog een verkoopstop. Via enkele kavelruilen, inbreng in een aantal aktes van toedeling (WILG en LIwet) en diverse door GS gefiatteerde losse verkopen is in 2014 een forse hoeveelheid grond verkocht. Op de hectares na die conform vaststellingsovereenkomst juridisch op naam van BBL moeten blijven staan (minimaal ha) is in oktober het overige bezit binnen de ILG-gronden juridisch overgedragen van BBL aan Provincie (ca ha incl. ha s van Revolving Fund en IJsseldelta- Zuid). Voor de RAGO is vooralsnog geen sprake van vervreemding. Geen activiteiten in In 2014 is een aantal percelen die zijn aangekocht als ruilgrond vanwege overtolligheid weer verkocht. tie voor tijdelijk beheer. De gronden en opstallen zijn tot eind 2014 door DLG tijdelijk beheerd en zijn vanaf onderdeel van de provinciale exploitatie voor tijdelijk beheer. De gekochte gronden zijn voor een deel in voortgezet gebruik bij de vorige eigenaar en worden voor een deel verpacht als onderdeel van het tijdelijk beheer door provincie. Al de aangekochte gronden en opstallen worden tijdelijk beheerd door de provincie. Het kan gaan om voortgezet gebruik door de vorige eigenaar, anti-kraak bewoning, pacht of verhuur op basis van de leegstandswet. Het tijdelijk beheer is kort lopend. Per jaar wordt bekeken of gronden nodig zijn voor het project of wellicht kunnen worden verkocht. Al de aangekochte gronden en opstallen worden tijdelijk beheerd door de provincie. Het kan gaan om voortgezet gebruik door de vorige eigenaar, anti-kraak bewoning, pacht of verhuur op basis van de leegstandswet. Het tijdelijk beheer is kort lopend. 15

17 Aan de Kroon is verzocht om de gronden tussen knooppunt A28 en de spoorlijn Zwolle-Meppel ter onteigening aan te wijzen. Hiertoe heeft een ontwerp-kb ter inzage gelegen. Een KB wordt uiterlijk 18 mei 2015 verwacht. Voor het gedeelte vanaf het spoor tot aan de Ankummerdijk zijn de onderhandelingen weer opgestart. Begin 2015 worden de officiële biedingen gedaan. Voor het overige tracé geldt dat nog niet duidelijk is welke grond nodig is. Deze dossiers staan tot nader order on hold. Per jaar wordt bekeken of gronden nodig zijn voor het project of wellicht kunnen worden verkocht. N348 Voor de N348 is een woning met tuin en extra grond verworven op minnelijke basis. De extra grond ligt buiten het tracé en kan dienen als ruilgrond. Voor de N348 is vooralsnog geen sprake van vervreemding. Voor de N348 is de verworven woning + tuin in voortgezet gebruik gegeven als onderdeel van het tijdelijk beheer door provincie. 16

18 2. De analyse van provinciaal grondbezit en de spelregels 2.1 Welke gronden zijn meegenomen in de analyse? Jaarlijks wordt door team Grondzaken een analyse gemaakt van het provinciaal grondbezit. Onderstaand een overzicht. Bezit voor de projecten Eigendomsstatus ADT (gronden ten behoeve van de realisatie EHS) 100% provincie IJsseldelta-Zuid 100% provincie na overdracht oktober 2014 Ruimte voor de Vecht 100% juridisch eigendom BBL (overdracht febr 2015) Revolving Fund t.b.v. landbouwstructuurversterking 95% provincie na overdracht oktober 2014 (idem) ILG-gronden t.b.v. realisatie natuuropgave 60% provincie na overdracht oktober 2014 (idem) RAGO gronden t.b.v. realisatie natuuropgave 100% provincie N34 100% provincie N % provincie N % provincie N % provincie N % provincie N % provincie Overig grondbezit 100% provincie In deze paragraaf worden de gronden verantwoord die in eigendom zijn van de provincie Overijssel. Het betreft hier gronden die op naam staan van de provincie Overijssel en de gronden waarvan BBL nog juridisch eigenaar is (provincie is economisch eigenaar). Eind 2013 is tussen Rijk (BBL) en provincie op basis van decentralisatieafspraken een vaststellingsovereenkomst gesloten voor de ILG-gronden. Voortvloeiende daaruit heeft op 29 oktober 2014 een omvangrijke levering van juridisch eigendom plaatsgevonden van BBL aan provincie Overijssel. Totaal is circa ha gronden en opstallen over gegaan en nu volledig eigendom van provincie. Dit betreft de volgende gronden: gronden en opstallen die zijn aangekocht voor de realisatie van de natuuropgave (ILG-gronden); gronden en opstallen die zijn aangekocht ten behoeve van de landbouwstructuurversterking (Revolving Fund gronden); gronden die zijn aangekocht ten behoeve van de IJsseldelta-Zuid. Het resterende deel van de ILG-gronden staat nog op naam van BBL en betreft economisch eigendom van provincie. Laatstgenoemde betreft op circa ha 2. In de vaststellingsovereenkomst met het Rijk van eind 2013 is opgenomen dat minimaal ha voorlopig op naam van BBL moet blijven staan. Deze gronden kunnen in gelijke tranches over 4 jaren juridisch overgedragen worden aan de provincie. De eerste trance vindt plaats in In februari 2015 heeft nog een aanvullende levering plaatsgevonden van BBL aan Provincie met betrekking tot: de gronden en opstallen die zijn aangekocht voor Ruimte voor de Vecht; de resterende gronden en opstallen die zijn aangekocht voor de realisatie van de natuuropgave (ILG-gronden); de resterende gronden die zijn aangekocht voor de landbouwstructuurversterking vanuit het Reolving Fund. Het provinciaal grondbezit is geadministreerd in het eigendomsregistratiesysteem P8. Ook worden alle grondtransacties en contracten ten behoeve van tijdelijk beheer in dit systeem verwerkt. De analyse leidt tot een totaal overzicht van het grondbezit per kadastraal perceel, opgesplitst naar gronden gelegen onder het tracé (projectgrond) of daarbuiten (ruilgrond) en de boek- en taxatiewaarde, peildatum Betreft de bezitsstand van BBL per gebaseerd op de Rekening en Verantwoording BBL over 2014 en bevat ILGgronden, Ruimte voor de Vecht gronden en resterend Revolving Fund bezit. 17

19 In deze lijst zijn de volgende gronden verantwoord (in ha s afgerond): Project / Programma Projectgrond Ruilgrond Structureel eigendom ADT IJsseldelta-Zuid Ruimte voor de Vecht Revolving Fund ILG-gronden RAGO N34 0,5 4 0 N N N342 0,6 0 0 N N ,1 0 Overig grondbezit Totalen Circa ha grond is voor verschillende projecten aangekocht. Deze gronden liggen binnen het tracé. Dat wil zeggen dat deze gronden ingezet worden voor de realisatie van het project; Circa ha gronden zijn opgenomen als ruilgrond. Deze buiten tracé gelegen gronden zijn als volgt uitgesplitst: o Circa 304 ha gronden staan op de balans en zijn aangekocht voor de IJsseldelta-Zuid, de N340, de N343, N348 en de N34 en hebben een boekwaarde; o Circa ha is in bezit van de provincie ten behoeve van de landbouwstructuurverbetering (Revolving fund) en natuurdoelen (ILG). Deze gronden hebben eveneens een boekwaarde; o Circa ha grond is historisch in bezit van de provincie, deze gronden hebben geen boekwaarde omdat ze in het verleden als zijn afgewaardeerd. Projectgronden Dit zijn gronden in bezit van de provincie ten behoeve van de verschillende projecten. Deze gronden liggen ook allemaal binnen het tracé. Dat wil zeggen dat deze gronden ingezet worden voor de realisatie van het project. De boekwaarde van deze gronden is 0,- omdat gronden onder infra-tracé s geen waarde hebben. De 362 ha ILG-gronden, die als projectgrond zijn benoemd, zijn gronden binnen de begrenzing van de EHS. Deze gronden hebben een boekwaarde omdat ze vervreemd kunnen worden tegen natuurwaarde. Ruilgronden (gronden geactiveerd op de balans) De eerder genoemde 304 ha ruilgronden zijn geadministreerd op de balans en hebben een boekwaarde van in totaal ,-. Ook gronden die zijn aangekocht voor natuurrealisatie hebben een boekwaarde en zijn gewaardeerd op de balans tegen natuurwaarde. Dit geldt voor de gronden die zijn aangekocht van ADT, de RAGO gronden en de ILG-gronden. De Revolving Fund gronden hebben eveneens een boekwaarde. De boekwaarde van de hiervoor genoemde gronden is ,-. In totaal is de boekwaarde van alle geactiveerde gronden ,-. De taxatiewaarde van deze percelen is hoger dan of gelijk aan de boekwaarde. De verklaring hiervan is dat de provincie geen gronden aankoopt voor een bedrag hoger dan de taxatiewaarde. Indien een schadeloosstelling betaald wordt, wordt deze direct afgeboekt ten laste van het programma- of projectbudget. Omdat de boekwaarde gelijk is aan de taxatiewaarde hoeft er geen voorziening ingesteld te worden ten behoeve van het provinciaal grondbezit. Voor de Revolving Fund gronden geldt dat het Revolving Fund budget neutraal moet opereren. Dat wil zeggen dat de aankopen verkocht moeten worden tegen boekwaarde of hoger. Met de overdracht van de Revolving Fund gronden naar de provincie tegen boekwaarde, wordt dit jaar voor het eerst de boekwaarde vergeleken met de marktwaarde in deze MIG. De marktwaarde is gebaseerd op de grondprijsmonitor van DLG. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) mogen positieve verschillen (de boekwaarde is lager dan de marktwaarde) niet gesaldeerd worden met de negatieve verschillen (de boekwaarde is hoger dan de marktwaarde). Alhoewel voor het totale Revolving Fund bezit de boekwaarde lager is dan de marktwaarde, moet een voorziening getroffen worden van ,- voor de individuele objecten waarbij de marktwaarde lager is dan de boekwaarde. Deze voorziening is gedekt uit de ADR (Algemene Dekkingsreserve). 18