Ruth den Braber. Thesis ter afsluiting van de master Neerlandistiek, Taal en Tekst: ontwikkeling en gebruik Rijksuniversiteit Groningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ruth den Braber. Thesis ter afsluiting van de master Neerlandistiek, Taal en Tekst: ontwikkeling en gebruik Rijksuniversiteit Groningen"

Transcriptie

1 Vrij duidelijk is dat dit behoorlijk interessante onderzoek een tamelijk lange titel heeft Een onderzoek naar positief-polaire bijwoorden van midhoge graad Ruth den Braber Thesis ter afsluiting van de master Neerlandistiek, Taal en Tekst: ontwikkeling en gebruik Rijksuniversiteit Groningen Begeleider: J. Hoeksema Tweede lezer: P. Hendriks Studentnummer: Inleverdatum: 19 augustus 2015

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Bijwoorden van graad Combinatie met een comparatief Positief- en negatief-polaire bijwoorden van graad Verschillen in graad Tests Bijwoorden van midhoge graad Onderscheid midhoge en hoge graad Woordenboekbetekenis Spreiding Samenstelling corpus Woordsoorten Gevonden combinaties Adjectieven en bijwoorden Negatieve connotatie Werkwoorden Onbepaalde hoofdtelwoorden Prosodie Voornaamwoord wat Prepositiegroepen Lidwoord (+ adjectief) + nomen Modificatie op afstand Zelfstandig gebruik Jongerentaal Nieuwe bijwoorden van graad Recursief Conclusie Discussie 42 1

3 Bibliografie 43 Bijlage 1 45 Bijlage 2 60 Bijlage

4 1. Inleiding Als iemand je vertelt dat hij behoorlijk hard heeft gewerkt vandaag, zou hij dan harder hebben gewerkt dan zijn collega die aangeeft tamelijk hard te hebben gewerkt? En rijdt de vrij snelle auto harder, of minder hard dan de nogal snelle auto? Een sluitend antwoord zal hier niet op gegeven kunnen worden, maar het is interessant om op te merken dat we in Nederland regelmatig deze vijf positief-polaire bijwoorden van midhoge graad gebruiken, terwijl ze toch bijna hetzelfde lijken te betekenen. In dit onderzoek zal ik nogal, tamelijk, behoorlijk, vrij en redelijk kritisch onder de loep nemen, en proberen te ontdekken waarin deze woorden van elkaar verschillen, en in welke context ze gebruikt kunnen worden. 1.1 Bijwoorden van graad Een bijwoord van graad drukt de mate of intensiteit uit van een toestand of eigenschap, uitgedrukt door een adjectief, een ander bijwoord of een gezegde (ANS, 1997). Voorbeelden van bijwoorden van graad zijn: heel, erg, nogal, harstikke. Een bijwoord van graad kan een voorbepaling zijn bij een adjectief: (1) De jongen had hartstikke goede cijfers gehaald. Het adjectief goed leent zich uitstekend voor een graadaanduiding. Iets kan best goed zijn, maar ook behoorlijk goed, of zelfs godsgruwelijk goed. In de Nederlandse taal is het heel gebruikelijk om dergelijke bijwoorden van graad aan een adjectief vooraf te laten gaan. Niet alle adjectieven kunnen echter van een graadaanduiding voorzien worden. (2) Die auto was ontzettend blauw. (3) *De sporter ontving voor zijn prestaties een nogal gouden medaille. Het adjectief blauw leent zich in deze context voor een graadaanduiding, omdat de kleur blauw voorkomt in zeer veel verschillende tinten. Als een auto ontzettend blauw is, dan kunnen we concluderen dat deze auto niet lichtblauw van kleur zal zijn, maar ook niet zo donker dat het bijna zwart lijkt. Ook zal een ontzettend blauwe auto niet snel voor groen aangezien worden. Het bijwoord ontzettend geeft ons dus informatie over de kleur blauw, het is in deze context dus goed mogelijk om een bijwoord van graad te gebruiken. Het spreekt dan ook direct voor zich waarom zin (3) toch wat vreemd aandoet. Goud betreft hier een materiaalaanduiding met een bepaalde kleur. Natuurlijk bestaan er ook binnen de materiaal- en 3

5 kleuraanduiding goud meerdere schakeringen, maar deze verschillen doen er in het geval van een gouden medaille helemaal niet toe. Het gaat er vooral om dat de sporter de eerste plaats heeft bereikt. Een graadaanduiding is dus niet op zijn plaats in deze context. Een bijwoord van graad kan ook gebruikt worden om een ander bijwoord van een graadaanduiding te voorzien. (4) Ik vind die acteur heel erg goed. Door heel toe te voegen aan het bijwoord erg treedt er nog een extra versterking op, vooral in speektaal is dit gebruikelijk. Ook vinden we bijwoorden van graad terug als graadaanduider bij een werkwoord. (5) Het kind is behoorlijk gegroeid. Het is lastig om heel precies te definiëren wanneer een adjectief of werkwoord door een graadaanduider voorafgegaan kan worden, en wanneer niet. Adjectieven die een eigenschap of hoedanigheid aangeven kunnen alleen in een specifieke context van een graadaanduider worden voorzien (adjectieven zoals: jarig, volledig, katoenen). Ook adjectieven die zelf al een versterkend element bevatten lenen zich niet voor het gebruik van een graadaanduider (bloedmooi, semiautomatisch, drijfnat). Adjectieven die als tegenwoordig of voltooid deelwoord in hun letterlijke betekenis worden gebruikt, kunnen ook vaak niet met een bijwoord van graad gecombineerd worden (voorgelezen, gesloten) (ANS, 1997). Werkwoorden zijn minder vaak gradeerbaar dan adjectieven (Hoeksema, 2011). Zweten, groeien en verkleuren zijn werkwoorden die wel gradeerbaar zijn, en dus ook prima met een bijwoord van graad gecombineerd kunnen worden. Je kunt immers een beetje groeien, maar ook behoorlijk. Slapen duidt een toestand aan die niet gradeerbaar is. Je kunt natuurlijk wel een beetje slapen, maar dan drukt een beetje de tijdsduur uit, en niet de hoedanigheid van het slapen zelf. Naast de combinatie met adjectieven, andere bijwoorden en werkwoorden, kunnen bijwoorden van graad ook gevolgd worden door een prepositiegroep. (6a) (6b) De man was nogal op leeftijd. De vrouw was tamelijk in de war. 4

6 Het is wel noodzakelijk dat de prepositiegroep een gradeerbare eigenschap aanduidt, zoals in (6a) en (6b) het geval is. In (6c) duidt de prepositiegroep geen gradeerbare eigenschap aan, en het bijwoord van graad tamelijk is daarin dus niet op zijn plaats. (6c) *De man is tamelijk op vakantie Combinatie met een comparatief Bijwoorden van graad kunnen we met zowel de stellende trap, als de comparatief aantreffen. Als we de gradeerbaarheid van comparatieven nader bestuderen, valt op dat bijwoorden van lage graad goed met zowel de stellende trap, als de comparatief te combineren zijn (Hoeksema, 2011). (7a) (7b) Jan is een beetje groter dan Piet. Jan is ietsje groter dan Piet. Bijwoorden van midhoge en hoge graad kunnen niet altijd met een comparatief gecombineerd worden. (7c) *Jan is nogal/tamelijk/enorm groter dan Piet. Toch zijn er in het Nederlands ook bijwoorden van graad te vinden die zich wel goed lenen voor een combinatie met een comparatief. Een bijwoord (ook gebruikt als onbepaald hoofdtelwoord) dat we veel aantreffen in combinatie met een comparatief is veel. (7d) Jan is veel groter dan Piet. Daarnaast is er een groep van graaduitdrukkingen te vinden die zich vooral manifesteren in combinatie met een comparatief. (7e) Jan is beduidend/aanzienlijk/aanmerkelijk groter dan Piet. Deze woorden betekenen op zichzelf al iets in de richting van indrukwekkend of belangrijk (Klein, 1998), en lenen zich daarom goed voor deze constructie. 5

7 Opvallend is dat deze drie woorden als bijwoord van graad vrijwel alleen maar met een comparatief worden aangetroffen, waarvan beduidend het vaakst. Ik heb 100 zinnen 1 met beduidend bekeken, en binnen deze zinnen werd beduidend maar vier keer met een ander soort woord dan een comparatief aangetroffen, één van deze woorden is anders. Ander(s) gedraagt zich in sommige opzichten wel als een comparatief. Behalve de vorm (met uitgang -er(s)) kan anders net als een comparatief gecombineerd worden met een complement met dan. Dat is ook typisch voor comparatieven: mooier dan, groter dan. Dus als we anders toch tot de comparatieven rekenen, blijven er nog maar drie uitzonderingen over, te weten: goed, koel en in de minderheid. Beduidend minder was in deze 100 zinnen veruit de meest gebruikte combinatie. Ook aanzienlijk en aanmerkelijk worden als bijwoord van graad het meest met een comparatief gesignaleerd. Beduidend, aanzienlijk en aanmerkelijk verschijnen ook wel in combinatie met een werkwoord (aanzienlijk vergroten / aanmerkelijk toegenomen). Door middel van ver- kunnen werkwoorden afgeleid worden van adjectieven, waarbij de betekenis iets is in de trant van in nog grotere mate maken/worden wat door het adjectief benoemd wordt (ANS, 1997). Deze werkwoorden hebben dus de functie van een vergrotende trap in hun betekenis. Een werkwoord zoals vergroten kan zowel een inchoatief aspect hebben (waarbij de overgang tussen twee toestanden gemarkeerd wordt, (Coppen, 2005)), als een causatief aspect (in een toestand gebracht worden). In de (8a) hebben we te maken met het causatief aspect, maar in (8b) is het begin van het vergroten van belang, en hier is dus het inchoatief aspect aan de orde. (8a) (8b) De vrouw heeft haar borsten laten vergroten. Ze gaan de bibliotheek vergroten Positief- en negatief-polaire bijwoorden van graad Naast de positief-polaire bijwoorden van graad (waar tamelijk, nogal, behoorlijk, vrij en redelijk onder vallen), zijn er in het Nederlands ook negatief-polaire bijwoorden van graad. Dit zijn er alleen een stuk minder, het is een vrij zeldzaam verschijnsel in het Nederlands (Hoeksema, 2012). Een voorbeeld van een negatief-polair bijwoord is bijster. (9a) (9b) Ik heb vannacht niet bijster goed geslapen. *Ik heb vannacht bijster goed geslapen. 1 De zinnen zijn afkomstig van het forum op 10 juli

8 Omdat ik me tijdens dit onderzoek alleen maar op vijf positief-polaire bijwoorden zal richten, laat ik het verschil tussen positief- en negatief-polaire bijwoorden verder buiten beschouwing. 1.2 Verschillen in graad De verschillende bijwoorden van graad zijn intuïtief onder te verdelen in een schaal, van laag naar hoog. (10a) (10b) (10c) Het tentamen was een beetje moeilijk. Het tentamen was nogal moeilijk. Het tentamen was hartstikke moeilijk. Alle drie de zinnen geven aan dat het tentamen een bepaalde moeilijkheidsgraad bezat, toch zal het tentamen in (10c) als moeilijker zijn ervaren dan het tentamen in (10a). Hoe moeilijk het tentamen was valt niet uit dergelijke zinnen af te lijden, moeilijk is immers een subjectief begrip. Als we zeggen dat iets moeilijk is, dan bedoelen we daar over het algemeen mee dat het moeilijker was dan we hadden verwacht. En om de graad van de moeilijkheid nader te specificeren, gebruiken we bijwoorden van graad. Bijwoorden van graad worden in de literatuur onderverdeeld in verschillende groepen. Soms spreekt men alleen lage, middelmatige of hoge graad (Nouwen, 2013), maar Klein (1998) maakt ook nog een tweedeling tussen hoge graad en zeer hoge graad. Daarnaast voegt Klein nog enkele andere categorieën toe: Zeer hoge graad: Hoge graad: Gematigde graad: Minimale graad: Quasi-negatieve graad: Negatieve graad: Absolute graad: Benadering: uiterst, ontzettend erg, heel nogal, tamelijk enigszins, een beetje weinig, nauwelijks niet, geenszins volkomen, absoluut bijna, vrijwel Het is niet makkelijk om de bijwoorden van graad te specificeren. Want dat godsgruwelijk, waanzinnig, gigantisch en verschrikkelijk een zeer hoge graad hebben is duidelijk, en dat deze 7

9 woorden in graad verschillen van nogal en behoorlijk zal ook niemand ontkennen. Maar wanneer behoort een woord tot de groep bijwoorden van hoge graad en wanneer tot de bijwoorden van zeer hoge graad? En verschillen de bijwoorden binnen een bepaalde groep ook nog van elkaar? Er bestaan tests om dit te kunnen achterhalen Tests Of bijwoorden van graad in sterkte van elkaar verschillen, valt op verschillende manier te testen. (11a) (11b) (11c) Piet is lang, maar Kees is zelfs heel lang. Piet is nogal lang, maar Kees is zelfs verschrikkelijk lang. *Piet is verschrikkelijk lang, maar Kees is zelfs vrij lang. Zelfs is in bovenstaande zinnen een oordeelspartikel (ANS, 1997), om precies te zijn een focuspartikel. Het brengt een bepaald deel van de zin onder de aandacht. Van Dale Onlinewoordenboeken (2014) geeft de betekenis wat nog meer is, en dat is precies de reden waarom zelfs geschikt is om dergelijke tests mee uit te voeren. Omdat in (11b) wordt gezegd dat Piet nogal lang is, zal er achter zelfs een bijwoord moet volgen dat een hogere graad uitdrukt dan nogal. Dit is in (11b) wel het geval, en in (11c) niet. Op deze wijze kun je met behulp van zelfs de graadverschillen tussen twee bijwoorden proberen te achterhalen. Een andere optie is het gebruik van zo niet of als niet (Klein, 1998). (12a) (12b) Ze haat hem behoorlijk, als ze hem (al) niet verschrikkelijk haat. Ze is vrij boos, zo niet ontzettend boos. Nog een test kan gedaan worden met het Engelse in fact, in het Nederlands vertaald door of eigenlijk: (13a) Die acteur is best goed, of eigenlijk is hij ontzettend goed! Een andere mogelijke optie om in fact naar het Nederlands te vertalen is te zien in (13b). (13b) De acteur is best goed, of liever gezegd: hij is ontzettend goed! 8

10 1.3 Bijwoorden van midhoge graad Bijwoorden van midhoge graad komen in de Nederlandse taal regelmatig voor, en toch lijken ze weinig informatie toe te voegen aan het predicaat waar ze bij horen. Ik ga de bijwoorden tamelijk, nogal, behoorlijk, vrij en redelijk nader bestuderen, om te ontdekken wanneer ze gebruikt worden, welke informatie ze aan een predicaat toevoegen, en in welk opzicht ze van elkaar verschillen. Het Nederlands kent nog meer bijwoorden die tot de categorie van midhoge graad gerekend kunnen worden (bijvoorbeeld best en aardig), maar deze wijken qua betekenis toch iets af van de andere vijf bijwoorden 2, en daarom zullen ze in dit onderzoek niet uitgebreid ter sprake komen. (14a) *Het tentamen van gister was moeilijk, maar het tentamen van vandaag was zelfs vrij moeilijk. Een zin zoals (14a) zullen we in het Nederlands niet snel aantreffen. Het verschil in betekenis tussen moeilijk en vrij moeilijk is te klein om een dergelijke zin te kunnen vormen. Je zou zelfs kunnen stellen dat vrij moeilijk nog minder moeilijk is dan moeilijk, in dat geval werkt bovengenoemde constructie al helemaal niet, omdat de graad op zou moeten lopen, in plaats van af moet zwakken. De bijwoorden van midhoge graad laten zien dat het predicaat in deze context op zijn plaats is, maar niet veel meer dan dat (Klein, 1998). Met andere woorden: het predicaat is in middelmatige mate het geval. Het bijwoord behoorlijk lijkt zich wel te lenen voor een dergelijke zin, wat aantoont dat er een verschil in betekenis zit tussen de bijwoorden vrij en behoorlijk. (14b) Het tentamen van gister was moeilijk, maar het tentamen van vandaag was zelfs behoorlijk moeilijk Onderscheid midhoge en hoge graad Gevoelsmatig kunnen we vaak wel een goed onderscheid maken tussen bijwoorden van midhoge en bijwoorden van hoge graad. Toch hoeft dit niet alleen op gevoel, bijwoorden van midhoge graad kunnen namelijk niet met een negatie gecombineerd worden met als doel het vormen van een litotes 3, en bijwoorden van hoge graad kunnen dit wel (Nouwen, 2013). (15a) (15b) Dat was niet erg slim van je. *Dat was niet nogal slim van je. 2 Zie ook De litotes is een stijlfiguur, waarbij iets wordt omschreven, door juist het tegenovergestelde te ontkennen. Dit heeft als doel om meer nadruk om de zaak zelf te leggen. 9

11 Hoeksema (2010) geeft hiervoor een mogelijke verklaring. Stel dat je de volgende conversatie hoort: A: Jan is nogal slim B: Ik vind van niet In dit geval kunnen we concluderen dat B vindt dat Jan niet slim is. De ontkenning heeft dus alleen betrekking op slim en niet op nogal slim. Er bestaat wel een andere mogelijkheid om niet met nogal slim te kunnen combineren: (15c) Jan is niet nogal slim, hij is ontzettend slim! Er is hier sprake van metalinguïstische negatie (Horn, 1989), en tijdens het uitspreken van zin (15c) zal de nadruk op de bijwoorden van graad liggen. Als er geen sprake is van metalinguïstische negatie, dan wordt niet nogal slim automatisch als niet slim opgevat, en kan het dus niet als litotes geïnterpreteerd worden. De meeste bijwoorden van zeer hoge graad (ongelofelijk, waanzinnig) kunnen ook geen litotes vormen als zij door een negatie voorafgegaan worden. (15d) *Dat was niet ongelofelijk slim van je Woordenboekbetekenis Van Dale Onlinewoordenboeken (2014) zegt het volgende over de betekenis van de vijf bijwoorden van midhoge graad: ta me lijk bijwoord van graad ( bijwoord: betamelijk, naar behoren ) van Middelnederlands tamen (betamen, passen), vgl. betamelijk 1. nogal 10

12 nog al bijwoord van graad 1. in zekere mate, vrij wat synoniem: tamelijk be hoor lijk bijwoord van graad 1. in vrij hevige mate synoniem: fiks, flink, nogal vrij (geen afbreking) bijwoord van graad (1237) verwant met Oudkerkslavisch prijati (zorgen voor), Oudindisch priya (eigen, geliefd), de oorspronkelijke betekenis is eigen, dan geliefd, gebruikt voor familie en vrije stamgenoten, in tegenstelling tot slaven, en daardoor vrij 1. nogal re de lijk bijwoord van graad 1. tamelijk, nogal, vrij Het valt op dat er voor zowel tamelijk als vrij als eerste betekenis nogal wordt gegeven. Aan nogal wordt de betekenis in zekere mate toegekend, en als synoniem van nogal wordt tamelijk gegeven. Toch is er ook direct een verschil op te merken; de bijwoorden tamelijk, behoorlijk, en vrij kunnen ook voorkomen als adjectief. Nogal is het enige woord dat enkel als bijwoord vermeld wordt. Van Dale Onlinewoordenboeken (2014) kent aan behoorlijk een afwijkende betekenis toe, namelijk in vrij hevige mate. Dit duidt erop dat het bijwoord behoorlijk een hogere graad heeft dan de andere vier bijwoorden. Juist daarom is het interessant om ook behoorlijk in het onderzoek mee te nemen, zodat uit de praktijk kan blijken of, en zo ja, in welke vormen dit graadverschil dan zichtbaar wordt. aar dig bijvoeglijk naamwoord (ca schoon, mooi ) afgeleid van Middelnederlands aert (aard) 8. vrij groot 11

13 Het is opvallend dat het bijwoord aardig niet apart besproken wordt, maar dat het bijwoordelijke gebruik slechts kort wordt genoemd als achtste betekenis van het adjectief aardig. De genoemde betekenis vrij groot wijkt zodanig af van de betekenis die aan nogal, tamelijk, vrij en redelijk wordt toegekend, dat ik er daarom voor gekozen heb om aardig buiten beschouwing te laten, en alleen behoorlijk als enigszins afwijkend bijwoord van midhoge graad mee te nemen in mijn onderzoek. Ook voor best geldt dat er een duidelijk verschil in betekenis zichtbaar is. best (geen afbreking) bijwoord van graad (1236) overtreffende trap van goed, verwant met baat 1. zeer wel, heel goed, zonder enig misverstand synoniem: echt 12

14 2. Spreiding 2.1 Samenstelling corpus Voor mijn onderzoek naar de bijwoorden tamelijk, nogal, behoorlijk, vrij en redelijk heb ik deze woorden binnen de context van een zin bestudeerd. Ik wilde graag weten binnen welke context deze woorden in het Nederlands voor kunnen komen, en daarom heb ik ervoor gekozen om mijn corpus samen te stellen met behulp van een discussieforum. Op een discussieforum wordt over het algemeen informele taal gebruikt, die dichterbij het gesproken Nederlands ligt dan het taalgebruik zoals we dat tegenkomen in kranten en literatuur. Dat maakt een discussieforum voor mij een geschikte bron om informatie uit te vergaren. Het discussieforum dat ik voor mijn onderzoek heb gebruikt is Bokt.nl. Dit is een zeer groot forum 4 met een goed functionerende zoekmachine. Hoewel dit forum van oorsprong een community op het gebied van paarden is, is het de laatste jaren uitgegroeid tot een forum waar over allerlei onderwerpen gesproken wordt. De gemiddelde leeftijd ligt iets boven de 25 jaar, en bijna 98% van de bezoekers van dit forum is vrouw (Bokt.nl, bezoekers enquête 2014). 2.2 Woordsoorten Ik heb voor elk van de vijf bijwoorden van midhoge graad, 100 zinnen bestudeerd (zie bijlage 1), waarin deze woorden ook daadwerkelijk als bijwoord van graad werden gebruikt, en niet als adjectief. In het totaal heb ik 500 zinnen bestudeerd. In deze 500 zinnen werden de vijf bijwoorden van midhoge graad in 259 verschillende combinaties aangetroffen, die onderverdeeld konden worden in acht verschillende groepen (zie figuur 1). De complete woordenlijst is terug te vinden in bijlage 2. 4 Totaal aantal posts ; totaal aantal topics ; totaal aantal leden

15 Overzicht woordsoorten Adjectieven Bijwoorden Werkwoorden Prepositiegroepen Onpepaalde hoofdtelwoorden Voornaamwoord wat Lidwoord (+adj) + N Zelfstandig gebruik Figuur 1. Een onverzicht van de woordsoorten die in combinatie met de bijwoorden van midhoge graad zijn aangetroffen De adjectieven zijn met 202 in de overgrote meerderheid, gevolgd door de werkwoorden (30) en de prepositiegroepen (16). De woorden veel en weinig heb ik bewust in een aparte groep gezet, omdat ze voorkomen als bijwoord en als onbepaald hoofdtelwoord. Omdat dat onderscheid voor mijn onderzoek niet relevant is, had ik ervoor kunnen kiezen om ze toch onder de bijwoorden te scharen. Maar juist omdat er interessante verschillen te zien zijn tussen de bijwoorden van midhoge graad in combinatie met veel en weinig, heb ik deze twee woorden in een aparte categorie (onbepaalde hoofdtelwoorden) ondergebracht. Met de categorie zelfstandig gebruik, wil ik aangeven dat de betreffende bijwoorden in dit geval gebruikt werden zonder dat ze daarbij gecombineerd werden met een ander woord, zie (16), een zin uit mijn corpus. (16) Jaa, nogal.. al helemaal als ik denk aan een jongen van me school. Het is duidelijk dat nogal terug slaat op eerder genoemde predicatief, maar omdat deze niet in dezelfde zin te vinden is, heb ik hiervoor de categorie zelfstandig gebruik in het leven geroepen. Sommige adjectieven (zoals goed en snel) worden in enkele zinnen als bijwoord gebruikt. In zin (17) is hiervan een voorbeeld te zien. 14

16 (17) Je ziet het veulen ook tamelijk goed bewegen in haar buik. Het adjectief goed bepaalt het werkwoord bewegen nader, en manifesteert zich in deze zin dus als bijwoord. De traditionele grammatica (Van den Toorn, 1984; Den hertog, ) spreekt in dit geval van bijwoorden. Toch heb ik ervoor gekozen om deze woorden in eerste instantie in de categorie van adjectieven onder te brengen, omdat ze bijwoordelijk gebruikt worden in de functie van een bijwoordelijke bepaling (zie ook Paardekooper, 1961). Wel zal tijdens het bespreken van de door mij gevonden zinnen, het verschil tussen het gebruik van deze woorden als bijwoord en als adjectief ter sprake komen. 2.3 Gevonden combinaties Hoe de vijf bijwoorden van midhoge graad zich verhouden tot de woordsoorten uit de acht bovengenoemde categorieën is terug te vinden in tabel 1. Adj Adv V PP Telw. Vnw (wat +..) Lidwoord (+adj) + N Zelfst. Totaal Tamelijk Nogal Behoorlijk Vrij Redelijk Tabel 1. Aantal voorkomens in combinatie met andere woordsoorten. Aan de hand van bovenstaande tabel vallen direct een aantal zaken op, deze zullen in de volgende paragrafen uitgebreid besproken worden Adjectieven en bijwoorden In maar liefst 340 van de 500 zinnen zijn de vijf door mij bestudeerde bijwoorden van midhoge graad gevonden in combinatie met een adjectief, dat is 68%. Snel is binnen mijn corpus het meest gebruikte adjectief (24 keer), goed komt met 20 keer op de tweede plaats. Dat het woord snel zo vaak voorkomt heeft niets te maken met het feit dat de zinnen uit mijn corpus afkomstig zijn van een paardenforum, in geen enkele van de 24 zinnen heeft snel betrekking op de snelheid van een paard. Het valt op dat snel van de 24 voorkomens veruit het meest voorkomt in combinatie met vrij (dertien keer, tegenover vier keer in combinatie met redelijk, drie keer met nogal en twee keer met 15

17 behoorlijk en tamelijk). Het is interessant om te kijken of er een verschil zit in het gebruik van snel als adjectief, en als adjectief dat zich gedraagt als bijwoord (in de functie van een bijwoordelijke bepaling). Tamelijk Nogal Behoorlijk Vrij Redelijk Totaal Snel 1 1 Goed (Ge)makkelijk 1 1 Slecht Hard Gelijk 1 1 Totaal Tabel 2a. Adjectieven gebruikt als bepaling bij een nomen. Tamelijk Nogal Behoorlijk Vrij Redelijk Totaal Snel Goed (Ge)makkelijk Slecht 1 1 Hard 1 1 Gelijk 1 1 Totaal Tabel 2b. Adjectieven die zich manifesteren als bijwoord, in de functie van bijwoordelijke bepaling. In tabel 2a en 2b zijn adjectieven te zien die zich ook als bijwoord kunnen manifesteren. Slecht, hard en gelijk komen in totaal te weinig voor om daar iets over te kunnen zeggen, maar de andere drie adjectieven (snel, goed en (ge)makkelijk) manifesteren zich met elk bijwoord van midhoge graad vaker als bijwoord dan als adjectief. Wat dat betreft verschillen de vijf bijwoorden van midhoge graad dus niet van elkaar. Echter zijn de verschillen binnen tabel 2b wel opvallend. Vrij komt maar liefst 21 keer voor met een bijwoordelijk gebruikt adjectief, waarvan dertien keer met snel. Blijkbaar is het gebruikelijker om te zeggen dat je, bijvoorbeeld, vrij snel moe bent, dan dat je zegt behoorlijk snel moe te zijn. Een korte zoektocht op Google levert voor vrij snel moe 108 resultaten op, en behoorlijk snel moe leidt tot 35 resultaten 5. De verschillen tussen vrij snel ter plaatse en behoorlijk snel ter plaatse via de zoekmachine van Google zijn nog veel groter. Vrij snel ter plaatse geeft 168 resultaten, en behoorlijk snel ter plaatse maar zeventien. Dat vraagt om een nadere bestudering van deze zinnen. Het valt op dat het in deze context vaak gaat over hulpverlening (brandweer, politie of ambulance) die ter plaatse kwam. De zinnen komen in veel gevallen van nieuws-websites. Een journalist wil een 5 Zoekopdrachten via op 19 juli

18 zo objectief mogelijk beeld van de situatie schetsen. Nou is snel ter plaatse zijn geen objectieve uitspraak, want snel is voor iedereen anders. Voor de bewoners van het brandende huis zal elke seconde dat de brandweer op zich liet wachten er één te lang zijn geweest. Het is begrijpelijk dat een journalist ervoor wil kiezen een dergelijke uitspraak af te zwakken, om de uitspraak toch zo objectief mogelijk te kunnen brengen. Als we er van uitgaan dat een journalist zo objectief mogelijk wil schrijven, dan zal hij snel in het geval van snel ter plaatse zijn moeten nuanceren, en daarbij een bijwoord gebruiken dat een niet al te hoge graad aan snel zal toekennen. Een mogelijke reden voor het kiezen van vrij in deze constructie, in plaats van behoorlijk, zou kunnen zijn dat behoorlijk een hogere graad aanduidt dan vrij. Door voor vrij te kiezen zou snel dus iets genuanceerd worden. De zinnen in mijn corpus zijn niet afkomstig van journalisten, en niet alle schrijvers zullen de intentie hebben gehad om een objectieve tekst te schrijven. Toch is bovenstaande theorie ook op mijn corpus van toepassing. Mensen hebben sowieso de neiging om hun uitspraken af te zwakken of bewust vaag te houden, uit beleefdheid, of om zichzelf in te dekken en discussie te voorkomen. Al in 1955 schreef Goffman over beleefdheid in de linguïstiek. Iedereen heeft een eigen gezicht dat bedreigt kan worden door een uitspraak van zichzelf, of van een ander. Daardoor kun je gezichtsverlies lijden. Maar in het dagelijks leven zullen mensen over het algemeen proberen om dit te voorkomen, daar komt dus de beleefdheidsstrategie om de hoek kijken. Brown en Levinson (1987) onderscheiden het positieve en het negatieve gezicht. Het positieve gezicht onderschrijft de behoefte om gewaardeerd te worden door anderen, het negatieve gezicht heeft betrekking op onafhankelijkheid en handelingsvrijheid. Door verzoeken of uitspraken van anderen kunnen deze gezichten bedreigt worden. Brown en Levinson (1987) onderscheiden op basis hiervan positieve en negatieve beleefdheidsstrategieën. Binnen dit onderzoek is het niet van belang om al deze strategieën uitgebreid te bestuderen, maar één strategie wil ik graag uitlichten, namelijk de mogelijkheid om een taalhandeling te verzachten of af te zwakken (Houtkoop en Koole, 2000). Dit kan bijvoorbeeld door het toevoegen van (modale) partikels bij het stellen van een vraag, of het doen van een verzoek. Voorbeelden van deze partikels zijn bijna, misschien, eventueel, een soort van. Ter bescherming van het eigen gezicht, of het gezicht van een ander, kan het gebruik van een bijwoord van graad ook zorgen voor een dergelijke afzwakking van de taalhandeling. Als men het niet precies te definiëren adjectief snel wil gebruiken in een context waarbinnen snel iets afgezwakt dient te worden, is de keus voor een bijwoord van midhoge graad dus een logische. Een bijwoord dat binnen de groep van bijwoorden van midhoge graad een niet al te hoge graad aanduidt ligt in een dergelijke context het meest voor de hand. 17

19 Dat vrij in combinatie met snel ter plaatse wordt verkozen boven behoorlijk is ook nog op een andere manier te verklaren. Doordat behoorlijk een voorkeur lijkt te hebben voor een context met een negatieve connotatie, is de combinatie van behoorlijk met het (veelal in positieve zin gebruikte) snel ter plaatse niet gebruikelijk. Meer over dit onderwerp is te lezen in paragraaf Dit is ook direct de reden dat nogal nauwelijks (via Google maar vier keer) te vinden is in combinatie met snel ter plaatse. Nogal heeft een zeer grote voorkeur voor een context met een negatieve connotatie, en daarom doet de uitspraak nogal snel ter plaatse haast cynisch aan. Snel kan zowel in een context met een positieve als een negatieve connotatie voorkomen. Binnen mijn corpus wordt snel van de 24 voorkomens zestien keer in een context met een positieve connotatie gebruikt. Snel heeft binnen mijn corpus dus een lichte voorkeur voor een context met een positieve connotatie. Dat zou dus één van de redenen kunnen zijn voor de voorkeur van vrij boven nogal. Het is dan nog de vraag waarom tamelijk en redelijk binnen mijn corpus minder vaak voorkomen met het adjectief snel dan het bijwoord vrij. Om te kijken of deze verschillen daadwerkelijk significant zijn, heb ik gebruik gemaakt van een Fisher s exact test (graphpad.com). Deze test laat zien dat snel inderdaad significant vaker voorkomt met vrij, in vergelijking met de andere vier bijwoorden van midhoge graad, zie tabel 3. Vrij Andere vier bijwoorden Totaal Snel Andere bijw en adj Totaal Tabel 3. Fisher's exact test P = , en is daarmee statistisch zeer significant. Waarom snel een dergelijke voorkeur heeft voor vrij en niet voor redelijk of tamelijk, zou ook met de prosodie van een dergelijke woordcombinatie samen kunnen hangen. Dit komt later nog ter sprake in paragraaf Binnen mijn corpus werden de vijf bijwoorden van midhoge graad ook nog drie keer met een woord gecombineerd dat alleen maar als bijwoord voor kan komen, te weten eens, vaak en wiedes. Het laat zich niet raden in combinatie met welk van de vijf bijwoorden van midhoge graad wiedes werd aangetroffen. De alom bekende uitdrukking dat is nogal wiedes betekent dat spreekt vanzelf of dat snapt iedereen. De betekenis van wiedes is begrijpelijk of duidelijk (Van Dale Onlinewoordenboeken, 2014). De etymologie van wiedes is onzeker, het komt mogelijk van weten 18

20 (Van Veen en Van der Sijs, 1997). Er zijn wel andere geluiden te horen over de etymologie en betekenis van wiedes. Op de website Neder-L, het elektronische informatieblad voor neerlandici, schreef De Vaan (2015) dat wiedes afkomstig is uit het Duitse Bargoens. Witsch / wittisch zou in het Nieuwhoogduits dom of onnozel hebben betekend. In Nederland zou een wiedensche knul in 1844 een domme vent zijn geweest. Het gebruik van nogal is wel opvallend in combinatie met wiedes, want gezien de betekenis van wiedes zou je wellicht eerder een bijwoord van hogere graad verwachten. Dat nogal in combinatie met wiedes heden ten dage nog steeds stand houdt, zou erop kunnen duiden dat nogal voor een bijwoord van midhoge graad een vrij hoge graad aanduidt Negatieve connotatie Er zijn nog een aantal zaken die opvallen bij het bestuderen van tabel 2a en 2b. Zo valt op dat nogal en behoorlijk in beide tabellen niet voorkomen met goed en (ge)makkelijk, terwijl bijvoorbeeld redelijk wel dertien keer voorkomt met goed. Een eerste verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat nogal en behoorlijk in mijn corpus sowieso minder vaak met adjectieven voorkomen dan de andere drie bijwoorden van midhoge graad. Maar in het geval van (het ontbreken van) nogal goed, is er nog een andere verklaring. Bij het nader bestuderen van nogal binnen mijn corpus, blijkt nogal een voorkeur te hebben voor een omgeving met een negatieve connotatie. In maar liefst 94 van de 100 zinnen uit mijn corpus, staat nogal in een context met een negatieve connotatie, voorbeelden daarvan zijn te zien in (18a) en (18b). (18a) (18b) Vind het nogal prijzig zeg. Dan ben je als verkoper nogal zwaar de pineut. Dan zijn er ook nog zinnen waarbij de context in eerste instantie geen negatieve connotatie lijkt te hebben (18c). (18c) Maar rond onze bak staan nogal veel struiken. 6 Maar bij nadere bestudering van de context, blijkt dat ook deze zin een negatieve connotatie heeft: (18d) Maar rond onze bak staan nogal veel struiken en dingen die bewegen dus dat maakt het niet gemakkelijker! 6 In mijn corpus heb ik soms enkele bijzinnen weggelaten, omdat ze niet relevant waren voor het verzamelen van de bijwoorden van midhoge graad. 19

21 Dan is er binnen de zes zinnen die geen duidelijk negatieve connotatie hebben nog een zin te vinden waarin iemand aangeeft nogal enthousiast te zijn. Maar uit de rest van de zin blijkt dat dit wordt gezegd ter verontschuldiging van haar lange verhaal, dus of we hier met een zuiver positieve connotatie te maken hebben is ook maar de vraag. Duidelijk is in ieder geval dat nogal zich niet graag in een context met een positieve connotatie manifesteert, en daarom is het zeker niet gek dat nogal goed niet voorkomt binnen mijn corpus. Bij het bestuderen van behoorlijk is ook de voorkeur voor een context met een negatieve connotatie te zien, maar in mindere mate dan bij nogal. 84 van de 100 zinnen hebben een duidelijk negatieve connotatie in de context. Er zijn ook wat twijfelgevallen, zie (19). (19) Gek genoeg vulden de pistoletjes met filet behoorlijk. De negatieve connotatie in zin (19) is niet direct voelbaar, maar bij het bekijken van een uitgebreider stuk context, blijkt dat de situatie niet volgens plan verliep. Want doordat de pistoletjes behoorlijk vulden, waren de nacho s met smeerkaas in de kast blijven liggen. Er kan dus wel een negatieve connotatie aan deze zin toegeschreven worden. Ik heb ook gekeken naar tamelijk, vrij en redelijk en hun voorkeur voor een context met een bepaalde connotatie. Een overzicht hiervan is te zien in grafiek 1. Het was niet altijd direct duidelijk of een zin een context met een positieve of een negatieve connotatie had, in twijfelgevallen heb ik daarom een bredere context bestudeerd. Van één zin was het, ook na het bestuderen van een bredere context, nog niet te achterhalen of de connotatie positief dan wel negatief was, zie (20). (20) Het is een vrij donker paard. De schrijfster van deze zin laat niet blijken of zij vrij donker positief of negatief vindt, en ook uit de bredere context is dat niet op te maken. Deze zin is daarom in de categorie niet te achterhalen geplaatst. 20

22 Negatief Positief Niet te achterhalen Tamelijk Nogal Vrij Behoorlijk Redelijk Grafiek 1. De voorkeur van de vijf bijwoorden van graad voor een context met een positieve of een negatieve connotatie. Dat redelijk goed binnen mijn corpus dertien keer is aangetroffen is na het bestuderen van de gegevens in grafiek 1 geen verrassing meer. Redelijk heeft als enige van de door mij bestudeerde bijwoorden van midhoge graad een duidelijke voorkeur voor een context met een positieve connotatie Werkwoorden Binnen mijn corpus van 500 zinnen werden de vijf bijwoorden van midhoge graad 33 keer met een werkwoord gecombineerd. In totaal betrof het 30 verschillende werkwoorden. In tabel 1 is te zien dat behoorlijk in maar liefst 24 van de 100 zinnen gecombineerd werd met een werkwoord. Nogal en redelijk komen ook een enkele keer voor met een werkwoord, maar tamelijk en vrij helemaal niet. Nu blijkt dat vrij zich in veel gevallen niet goed leent voor de combinatie met een werkwoord, zie bijvoorbeeld de volgende zinnen met daarin behoorlijk. (21a) (21b) (21c) Hij is al weer behoorlijk gegroeid. Ik hoest nog wel behoorlijk. Hij gaat wel echt behoorlijk verkleuren nu. In alle drie de bovenstaande zinnen is behoorlijk niet vervangbaar door vrij. De betekenis van behoorlijk komt hier ook meer in de buurt van de betekenis van best: 1. zeer wel, heel goed, zonder enig misverstand, en lijkt dus een hogere graad aan te duiden. Vrij kan in een dergelijke constructie 21

23 alleen gebruikt worden in combinatie met een ander bijwoord, zoals erg of veel. Er zijn wel constructies waarbij vrij met een werkwoord gecombineerd kan worden, zie zin (22a) en (22b) 7. (22a) (22b) Boskamp is vrij overtuigd dat paars-wit voor de vierde keer op rij de landstitel pakt. Die mensen zijn namelijk behalve vrij gemotiveerd, ook behoorlijk idealistisch. Vrij lijkt als bijwoord van midhoge graad alleen met een werkwoord gecombineerd te kunnen worden als deel van het naamwoordelijk gezegde. Het is dus niet vreemd dat vrij binnen mijn corpus niet in combinatie met een werkwoord is aangetroffen. Ook tamelijk is niet aangetroffen in combinatie met een werkwoord. Tamelijk heeft een grote voorkeur voor adjectieven, maar kan wel met een werkwoord gecombineerd worden. Een trui kan tamelijk verkleurd zijn, en iemand kan tamelijk gegroeid zijn. Tamelijk hoesten lijkt daarentegen minder voor de hand liggend. Google geeft na het invoeren van tamelijk hoesten en hoest tamelijk (niet gevolgd door veel of erg) geen resultaten. Hoesten is in tegenstelling tot groeien en verkleuren ook geen duidelijk gradeerbaar werkwoord. Hoesten duidt een toestand aan die niet direct gradeerbaar is. Je kunt wel een beetje of heel erg hoesten, maar dat zegt meer iets over de hoeveelheid die iemand hoest (een enkele keer per dag, of de hele dag door) dan over de hoedanigheid van het hoesten zelf. Behoorlijk zou hier dus weleens een ander soort functie kunnen vervullen dan die van bijwoord van graad. Ook lijkt de betekenis van bovenstaande zinnen minder sterk als je tamelijk vervangt door behoorlijk. Daarbij speelt het ook een rol dat men tamelijk sowieso minder vaak gebruikt dan behoorlijk. In mijn corpus hoefde ik materiaal van nog geen twee volledige dagen te doorzoeken om 100 zinnen met daarin behoorlijk (gebruikt als bijwoord van graad) te verzamelen. Voor het verzamelen van 100 zinnen met tamelijk had ik echter het materiaal van 80 dagen nodig. Mensen zijn dus minder vertrouwd met het gebruik van tamelijk, en als ze het wel gebruiken, dan doen ze dat het liefst in combinatie met een adjectief. Nogal is maar zes keer aangetroffen met een werkwoord. Bij het nader bestuderen van de zinnen (21a) t/m (21c), blijkt dat behoorlijk niet altijd te vervangen is door nogal: (21a) (21b) *Hij is al weer nogal gegroeid. *Ik hoest nog wel nogal. 7 Deze zinnen zijn afkomstig van op 22 juli

24 (21c) *Hij gaat wel echt nogal verkleuren nu. Het is duidelijk dat nogal zich in bovenstaande zinnen anders gedraagt dan behoorlijk. Waar behoorlijk zich goed leent voor een combinatie met alweer, nog wel en wel echt, is nogal hier niet geschikt voor. Dit kan voortkomen uit het feit dat behoorlijk ook regelmatig als adjectief voorkomt, zie voor een voorbeeld (23) 8. (23) De overheid moet zich bij al haar handelen en besluiten houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het lijkt erop dat behoorlijk zich in (21a) t/m (21c) manifesteert als een adjectief dat bijwoordelijk gebruikt wordt in de functie van een bijwoordelijke bepaling. Dit verklaart ook direct waarom behoorlijk gecombineerd kan worden met het niet-gradeerbare hoesten. Nogal kan niet op een dergelijke wijze gebruikt worden. Dat zou de reden kunnen zijn dat behoorlijk zich zo goed leent voor een combinatie met een werkwoord. Dan blijft redelijk nog over. Ook redelijk heeft, net als tamelijk een grote voorkeur voor een combinatie met adjectieven (89 van de 100 keer), en werd binnen mijn corpus maar drie keer met een werkwoord gecombineerd. Behoorlijk is in zin (21a) t/m (21c) wel te vervangen door redelijk, maar het is de vraag in hoeverre de betekenis van de zin dan verandert. Is redelijk hoesten hetzelfde als behoorlijk hoesten? Het is interessant om eens een test te gebruiken, zoals genoemd in paragraaf (24a) (24b) Piet hoest redelijk, maar Jan hoest zelfs behoorlijk. Mijn blouse is redelijk verkleurd, of eigenlijk is ie behoorlijk verkleurd. Beide zinnen lijken correct, behoorlijk zou in dat geval dus een sterkere graad aanduiden dan redelijk Onbepaalde hoofdtelwoorden In mijn corpus zijn de onbepaalde hoofdtelwoorden weinig en veel meerdere keren aangetroffen. Deze twee woorden werden binnen mijn corpus in de functie van telwoord gebruikt: veel geld verdienen, evenals in de functie van een bijwoord van kwantiteit: er wordt veel geleden. Omdat dit verschil in functie voor mijn onderzoek niet van belang is, heb ik hier geen onderscheid in gemaakt. 8 Deze zin is afkomstig van op 22 juli

25 Binnen de 500 zinnen werden de vijf bijwoorden van midhoge graad in elf gevallen gecombineerd met weinig. Dit lijkt in eerste instantie geen bijzonderheid, maar uit tabel 4 zal blijken dat er iets aan de hand is met weinig. Tamelijk Nogal Behoorlijk Vrij Redelijk Totaal Veel Weinig Tabel 4. Het aantal voorkomens van de onbepaalde telwoorden in combinatie met de vijf bijwoorden van graad. Zoals in tabel 4 te zien is, komt weinig in alle elf de gevonden gevallen voor in combinatie met vrij. Ook veel heeft een lichte voorkeur voor een combinatie met vrij, maar niet zo duidelijk als weinig. In (25a) t/m (25e) zijn enkele voorbeelden te zien van zinnen uit mijn corpus met daarin vrij weinig. (25a) (25b) (25c) (25d) (25e) Over je advertentie: Er staat vrij weinig informatie in. Wie en wat jij verder bent, interesseert me vrij weinig. Daar hoor je ook nog vrij weinig van de hengst. Ik heb met hem vrij weinig grondwerk gedaan behalve toen ze hem net hadden. Ik had vrij weinig contact met mijn moeder. Zoals te verwachten is weinig vaak te zien in een context met een negatieve connotatie. De bijwoorden behoorlijk en nogal hebben een voorkeur voor een context met een negatieve connotatie, en zou je theoretisch ook in combinatie met weinig verwachten. Maar zoals uit eerdere paragrafen is gebleken, zou het kunnen zijn dat behoorlijk een te sterke graad aanduidt voor een combinatie met weinig in bovenstaande contexten. Dit blijkt ook uit een zin die ik via Google gevonden heb op het forum Op dit forum is op 17 mei 2008 de volgende conversatie verschenen: A: Techno wat een verschrikkelijke herrie. B: Eentonige rommel is het. De hele tijd dat ge-boem boem boem. C: Idd heb je vrij weinig aan, zeg maar gerust behoorlijk weinig. Hieruit blijkt dat vrij weinig een minder sterke graad aanduidt dan behoorlijk weinig. Dat zou een reden kunnen zijn dat het gebruik van behoorlijk niet op zijn plaats is in de zinnen (25a) t/m (25e). Een al te sterk bijwoord van graad lijkt in deze context niet geschikt. Maar dan is het nog steeds de vraag waarom weinig zo n grote voorkeur heeft voor vrij ten opzichte van nogal, tamelijk en redelijk. 24

26 Bij het nader bestuderen van de zinnen (25a) t/m (25e) is te zien dat de functie van het bijwoord van graad vooral het nuanceren van het woord weinig is. In (25a) geeft persoon A aan dat Persoon B vrij weinig informatie in haar advertentietekst heeft staan. Met het toevoegen van vrij aan weinig lijkt persoon A haar uitspraak iets te willen nuanceren, en enige vorm van beleefdheid aan haar uitspraak toe te willen voegen. Ook uit paragraaf is gebleken dat vrij zich goed leent voor een dergelijke rol. Als men een bepaalde uitspraak wil nuanceren, bijvoorbeeld om discussie te voorkomen, dan lijkt vrij zich daar goed voor te lenen. Waarom vrij zich goed leent voor een dergelijke rol, ligt dus in eerste instantie aan het feit dat vrij een niet al te hoge graad aanduidt; in ieder geval niet zo hoog als behoorlijk. Maar er lijkt nog een andere reden voor het gebruik van vrij in dergelijke zinnen, zie hiervoor paragraaf Prosodie Het is tijdens dit onderzoek nog niet eerder ter sprake gekomen, maar prosodie (klemtoon, ritme en intonatie) speelt ook een rol in het kiezen voor een bepaald bijwoord van midhoge graad. In het Nederlands dragen alle woorden in tenminste één lettergreep een klemtoon (Appel et al., 2002). Een lettergreep die beklemtoond is, wordt gerealiseerd door een hogere toonhoogte, meer volume, en/of een grotere lengte dan onbeklemtoonde lettergrepen. Het Nederlands maakt daarnaast ook gebruik van intonatie (toonhoogteverloop) om bepaalde taalhandelingen tot uitdrukking te brengen. Zo kun je woorden dus van een extra klemtoon (het zinsaccent) voorzien, om duidelijk te maken dat dit belangrijke informatie betreft. Het laatste aspect van prosodie, namelijk ritme, betreft de ritmische patronen die worden gevormd door lettergrepen met elkaar te combineren. Dit aspect laat ik verder buiten beschouwing. Als je kiest voor een bepaald bijwoord van midhoge graad, dan kan het van belang zijn om de klemtoon op dat woord, of juist op het bijbehorende predicaat te kunnen leggen. Maar als het voornaamste doel het nuanceren van de uitspraak is, dan is een dergelijke nadruk veroorzaakt door de klemtoon wellicht niet gewenst. Het laatste gedeelte van (25a) leent zich uitstekend voor een kleine test op het gebied van prosodie. Ik heb aan vijf proefpersonen 9 de vijf zinnen in (26a) t/m (26e) voorgelegd (aangevuld met enkele fillers, zie voor de volledige lijst bijlage 3), en gevraagd deze hardop voor te lezen. Het ging mij vooral om het gedeelte [bijwoord] weinig informatie. Ik wilde er aan de hand van deze test achter komen waar tijdens het uitspreken van deze zinnen de klemtoon precies komt te liggen. Een dergelijke test zou veel grootschaliger opgezet moeten worden om betrouwbare resultaten voort te kunnen brengen, deze kleine test moet in eerst instantie uitwijzen 9 Volwassenen in de leeftijd van 23 tot 62 jaar, twee mannen en drie vrouwen. 25

27 of het zinvol is om in verder onderzoek de prosodie in dergelijke zinscombinaties verder te bestuderen. (26a) (26b) (26c) (26d) (26e) Er staat redelijk weinig informatie in de advertentie. Ik heb nogal weinig informatie ontvangen. Er staat behoorlijk weinig informatie in deze nieuwsbrief. De politie heeft vrij weinig informatie over de daders. Er staat tamelijk weinig informatie op de verpakking. Ik heb de geluidsfragmenten opgenomen 10 en na afloop geanalyseerd. Daarbij heb ik gelet op het intonatiegebruik in het gedeelte [bijwoord] weinig informatie. (26a) en (26e) worden door alle vijf de proefpersonen hetzelfde uitgesproken, zoals te verwachten lag de klemtoon op de eerste lettergreep van het bijwoord (redelijk en tamelijk), en weinig kreeg in deze zinnen geen extra nadruk. Anders was dat in (26b). Het bijwoord nogal heeft de klemtoon normaalgesproken op de laatste lettergreep liggen. Bij vier van de vijf proefpersonen was deze klemtoon nauwelijks hoorbaar, en werd er extra nadruk op weinig gelegd (nogal weinig). Slechts één proefpersoon legde de nadruk uitdrukkelijk op nogal door juist de eerste lettergreep extra te beklemtonen (nogal weinig). Door de duidelijk hoorbare nadruk op weinig (vier keer) of op nogal (één keer) leent nogal zich in ieder geval niet voor het nuanceren of afzwakken van een dergelijke uitspraak, omdat het zinsaccent juist gemakkelijk op het woord volgend op nogal (in dit geval weinig) wordt gelegd. (26c) wordt door alle vijf de proefpersonen op dezelfde wijze benadrukt (behoorlijk weinig), waarbij het wel opvalt dat twee van de vijf proefpersonen extra nadruk aan behoorlijk meegeven, waardoor het zinsaccent op behoorlijk komt te liggen. De tweede lettergreep -hoor- wordt extra luid, en extra lang uitgesproken. Behoorlijk lijkt zich dus goed voor een dergelijke nadruk te lenen. (26d) gedraagt zich net iets anders. Waar in de andere vier zinnen duidelijk hoorbaar was of de meest benadrukte klemtoon op het bijwoord van midhoge graad of op weinig kwam te liggen, is dit bij de combinatie vrij weinig moeilijk vast te stellen. Beide woorden worden met evenveel of even weinig nadruk uitgesproken, het lijkt dus niet voor de hand te liggen om het zinsaccent op vrij of op weinig te leggen. Dit kan dus inderdaad een reden zijn voor het gebruik van vrij in dergelijke combinaties. Doordat vrij niet meer of minder nadruk krijgt dan het woord waar het aan vooraf gaat, kun je een dergelijke woordcombinatie uitspreken zonder een discussie uit te lokken. Waar je de uitspraak van iemand over het feit dat er behoorlijk veel mensen, of nogal veel mensen op zijn of 10 Deze geluidsfragmenten zijn digitaal terug te vinden via de volgende link: 26

28 haar verjaardagsfeest aanwezig waren nog in twijfel zou kunnen trekken, zal dat minder snel gebeuren als iemand beweert dat er vrij veel mensen gekomen waren Voornaamwoord wat Binnen mijn corpus van 500 zinnen werden de vijf bijwoorden van midhoge graad 32 keer gevolgd door het voornaamwoord wat. Daarbij werd wat 24 keer gevolgd door een nomen (waarbij wat een determinator betreft), had wat zeven keer betrekking op een werkwoord (prominaal gebruik), en één keer door een adjectief (waarbij wat adverbiaal wordt gebruikt). Een overzicht van het aantal voorkomens is te zien in tabel 5. Tamelijk Nogal Behoorlijk Vrij Redelijk Totaal Wat + N Wat + V Wat + ADJ 1 1 Tabel 5. Wat in combinatie met de vijf bijwoorden van midhoge graad. Zoals in de tabel te zien is, komt vrij binnen mijn corpus niet voor in combinatie met wat. Waar de combinatie vrij wat ooit wel gangbaar was, lijkt deze nu steeds meer uit de mode te raken. De combinatie vrij wat regen, leverde via Google slechts 18 resultaten 11 op. Bij het bestuderen van deze resultaten blijkt dat de meeste resultaten uit oude documenten afkomstig zijn. Voor zover te achterhalen valt zijn elf resultaten afkomstig uit de 19 e eeuw (variërend van 1821 tot 1896). Eén resultaat is nog ouder, deze blijkt al te zijn opgetekend om en nabij Dan blijven er nog vijf resultaten over uit de 20 e eeuw (variërend van 1922 tot 1978), en één zeer recent resultaat, namelijk van februari Op basis van deze informatie kan gesteld worden dat vrij wat als combinatie langzaam aan het verdwijnen is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze combinatie niet binnen mijn corpus is aangetroffen. Een interessant fenomeen is de volgende constructie: (27) Dat is tamelijk / nogal / behoorlijk / *vrij / redelijk wat geeft op 26 juli resultaten, waarvan twee dubbele. 27

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Een hele eenvoudige benadering van de oplossing van dit probleem die men wel voorgesteld heeft, is de volgende regel:

Een hele eenvoudige benadering van de oplossing van dit probleem die men wel voorgesteld heeft, is de volgende regel: Accent op voorzetsels en partikels Het tweede probleem dat ik wil gebruiken ter illustratie is een probleem dat meer van belang is voor de spraaktechnologie. Een van de technologieën die spraaktechnologen

Nadere informatie

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt Summary 352 12. Samenvatting A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt door de Idaksahak, een groep van ongeveer 30.000

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

Het Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]?

Het Adjectief. Wanneer krijgt het adjectief een [-e]? Het Adjectief Groen, groot, dik, donker, zijn allemaal adjectieven. We kunnen ze op verschillende manieren in een zin gebruiken. Als we het adjectief direct voor een substantief zetten, komt er soms een

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur Iedere ouder zal het volgende herkennen: de blauwe en rode potloden uit de kleurdozen van kinderen zijn altijd het eerst op. Geel roept aanvankelijk ook warme gevoelens

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is

Nadere informatie

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product Samenvatting door Sam 813 woorden 2 maart 2016 6,8 21 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Lezen Tekststructuren: Voor/nadelenstructuur Verleden/heden(/toekomst)structuur Aspectenstructuur

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek Jan Heerze Kortom Nederlandse grammatica Walvaboek WOORD VOORAF Kennis van de Nederlandse grammatica is geen doel in zichzelf, maar een hulpmiddel om tekortkomingen in eigen taalgebruik te corrigeren.

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek

Nadere informatie

Het Woord was God (1)

Het Woord was God (1) Het Woord was God (1) Jehova s getuigen, u kent ze wel: mensen die aan de deur komen om door een fatsoenlijk gesprek hun evangelie aan de man of vrouw te brengen. Bij een recent gesprek met zo n Jehova

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de drie belangrijkste woordsoorten die de traditionele grammatica onderscheidt. Verder komen de eerste beginselen van zinsontleding

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch. For a summary in English, see section )

Samenvatting. (Summary in Dutch. For a summary in English, see section ) 524 Samenvatting (Summary in Dutch. For a summary in English, see section 1.2.4.) Dit proefschrift beschrijft de grammatica van het Sheko. Het Sheko is een Omotische taal in het zuidwesten van Ethiopië

Nadere informatie

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST Bijdragen tot Joost Buysschaert in profiel Onder redactie van Sonia Vandepitte Bart Defrancq Lieve Jooken 37 JOOST WAS HET GEWOON OM DERGELIJKE ZINNEN TE ANALYSEREN.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de

Nadere informatie

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen Ontleden 1. Ontleden is een vorm van syntactische analyse die traditioneel op lagere en middelbare scholen onderwezen wordt (werd). Deze traditionele zinsontleding gaat terug op de Nederlandse spraakkunst

Nadere informatie

Contractbundel. Naam:... Klas:. ... Omschrijving van de taak taak of keuzetaak. individueel of in groep. 1. Letterlijk of figuurlijk?

Contractbundel. Naam:... Klas:. ... Omschrijving van de taak taak of keuzetaak. individueel of in groep. 1. Letterlijk of figuurlijk? Contractbundel Naam:... Klas:.... Omschrijving van de taak verplichte taak of keuzetaak individueel of in groep afgewerkt verbeterd 1. Letterlijk of figuurlijk? O O 2. Werken met woorden O O 3. Informatieve

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

Boeken in deze serie:

Boeken in deze serie: Boeken in deze serie: HB: 978-94-6175-056-3 HB: 978-94-6175-055-6 HB: 978-94-6175-058-7 EB: 978-94-6175-914-6 EB: 978-94-6175-913-9 EB: 978-94-6175-912-2 HB: 978-94-6175-053-2 HB: 978-94-6175-054-9 HB:

Nadere informatie

Lespakket Bent u een goed verstaander? voor middelbare scholieren

Lespakket Bent u een goed verstaander? voor middelbare scholieren Lespakket Bent u een goed verstaander? voor middelbare scholieren Handleiding bij de webtentoonstelling Bent u een goed verstaander? Waar gaat het over? Een goed verstaander... maakt dit spreekwoord moeiteloos

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen -b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord

Nadere informatie

4 - Bijzondere paradigmes

4 - Bijzondere paradigmes Bijzondere paradigmes 23 4 - Bijzondere paradigmes. - De adjectieven en 60... - [stam: - (zie nr. ) en -/ - (zie nr. )] Enkelvoud Meervoud! " # $ % & # $ $ ' ( ) * + +, ) * + - * + + '. / 0 2 3 / 0 4 /

Nadere informatie

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1

Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1 19. Taalverandering Opdracht 19.1 Vraag: Noem twee voorbeelden van varianten in het Nederlands (of in een andere taal) die steeds meer gebruikt lijken te gaan worden. Geef een lexicale en een andere variant.

Nadere informatie

1.1 Het eerste telefonische contact

1.1 Het eerste telefonische contact 11 1Methodiek van starten en kennismaken Elk hulpverlenerscontact begint met kennismaken en starten. Overigens is dat nooit het eerste gesprek. Vooraf heeft de hulpvrager al naar je geïnformeerd en een

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands formuleren

Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2

Nadere informatie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1 veilig leren lezen Letterkennis Aanpak b/d-probleem Auteur: Susan van der Linden De letters b en d zijn voor veel kinderen een bron van verwarring. Dit komt door hun gelijke vorm. Toch kunt u dit probleem

Nadere informatie

Thema 10. We ruilen van plek

Thema 10. We ruilen van plek Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in

Nadere informatie

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL OEFENSITES WERKWOORDELIJK GEZEGDE ONTLEDEN ZIN OEFENSITES NAAMWOORDELIJK

Nadere informatie

Zelf rekenvragen bedenken ervaringen van groep 6

Zelf rekenvragen bedenken ervaringen van groep 6 Zelf rekenvragen bedenken ervaringen van groep 6 Marjolijn Bakir, Alfonsusschool Enschede Inleiding Een van de dingen die veel van mijn leerlingen in groep 6 best moeilijk vinden is het omzetten van een

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van

Nadere informatie

JAARGANG 8 / NUMMER 3 NOVEMBER 2013. Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 8 / NUMMER 3 NOVEMBER 2013. Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 8 / NUMMER 3 NOVEMBER 2013 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Verwarrende werkwoorden Schrijfster Joke van Leeuwen heeft met haar boek Feest van het begin de AKO Literatuurprijs gewonnen.

Nadere informatie

De macho en het muurbloempje

De macho en het muurbloempje Onderwijsbehoefte Zorgverbreding Team De macho en het muurbloempje Tamara Wally Over de auteur Tamara Wally, MSc. is onderwijs- en ontwikkelingspsycholoog. Zij is werkzaam bij de CED- Groep. Zij geeft

Nadere informatie

Elektrisch Rijden Monitor 2018

Elektrisch Rijden Monitor 2018 Elektrisch Rijden Monitor 2018 Samenvatting consumentenonderzoek December 2018 De context Elektrisch vervoer is voor de ANWB een zeer relevant onderwerp. De overheid ontwikkelt nieuw beleid om te komen

Nadere informatie

Overzicht Dit project wordt ontwikkeld door Harry Hendriks Muziek & Onderwijs i.s.m. basisschool De Mussenberg in Horn en stichting SIEN.

Overzicht Dit project wordt ontwikkeld door Harry Hendriks Muziek & Onderwijs i.s.m. basisschool De Mussenberg in Horn en stichting SIEN. MUZITAAL Taalregels aanleren m.b.v. muziek groep 6/7 T Overzicht Dit project wordt ontwikkeld door Harry Hendriks Muziek & Onderwijs i.s.m. basisschool De Mussenberg in Horn en stichting SIEN. Vraag/Idee

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 10

Inhoud. 1 Spelling 10 Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels

Nadere informatie

Waar is God? Leeftijd: 9-12 Thema: God Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de aanwezigheid van God onder de mensen.

Waar is God? Leeftijd: 9-12 Thema: God Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de aanwezigheid van God onder de mensen. Waar is God? Leeftijd: 9-12 Thema: God Tijdsduur: 60+ min. Deze bijeenkomst gaat over de aanwezigheid van God onder de mensen. Doelen van deze bijeenkomst: De kinderen leren dat God overal te vinden is.

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Grammatica - Bijwoord vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Bijwoord vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/61710 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

DONATEURSVERTROUWEN ONVERANDERD

DONATEURSVERTROUWEN ONVERANDERD Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Kien Het Nederlandse Donateurspanel METING JUNI 16 DONATEURSVERTROUWEN ONVERANDERD Het tweede kwartaal

Nadere informatie

1 Spelling en uitspraak

1 Spelling en uitspraak Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers

Nadere informatie

Vaardigheden. 1. Q1000 Spelling- en grammatica 2. Q1000 Nauwkeurigheid 3. Q1000 Typevaardigheid 4. Q1000 Engels taalniveau

Vaardigheden. 1. Q1000 Spelling- en grammatica 2. Q1000 Nauwkeurigheid 3. Q1000 Typevaardigheid 4. Q1000 Engels taalniveau Vaardigheden Wat zijn vaardigheden? Vaardigheden geven aan waar iemand bedreven in is. Ze zijn meestal aan te leren. Voorbeelden van vaardigheden zijn typen en kennis van het Nederlands. Wat meet Q1000

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

ONDERZOEK. Heterogene en homogene klassen 3 H/V

ONDERZOEK. Heterogene en homogene klassen 3 H/V ONDERZOEK Heterogene en homogene klassen 3 H/V In opdracht van: Montessori Lyceum Amsterdam Joram Levison Jeroen Röttgering Lisanne Steemers Wendelin van Overmeir Esther Lap Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

HOOFDSTUK 18 : INLEIDING TOT DE RITMIEK

HOOFDSTUK 18 : INLEIDING TOT DE RITMIEK HOOFDSTUK 18 : INLEIDING TOT DE RITMIEK Hierbij starten we met het 2de deel van deze gitaarcursus; de ritmiek. Het noteren van ritmische patronen is in de muzieknotatie als laatste ingevoerd, in het begin

Nadere informatie

NEDERLANDS Taalverzorging 1F Woord/zin Deel 1 van 3

NEDERLANDS Taalverzorging 1F Woord/zin Deel 1 van 3 NEDERLANDS Taalverzorging 1F Woord/zin Deel 1 van 3 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Ruud Schinkel Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Titel:

Nadere informatie

Rapportage resultaten enquête project derdengelden

Rapportage resultaten enquête project derdengelden Rapportage resultaten enquête project derdengelden Inleiding De verplichting om een stichting derdengelden ter beschikking te hebben is sinds de introductie in 1998 een terugkerend onderwerp van discussie

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 spelling 11 Algemene regels 11 Klinkers en medeklinkers 11 Accenttekens 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 De letters van het alfabet 15

Nadere informatie

Online cursus spelling en grammatica

Online cursus spelling en grammatica Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

JAARGANG 9 / NUMMER 4 DECEMBER 2014. Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 9 / NUMMER 4 DECEMBER 2014. Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 9 / NUMMER 4 DECEMBER 2014 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Ebola Afgelopen maand was er een grote geldinzamelingsactie voor de bestrijding van ebola. Het woord ebola komt oorspronkelijk

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Studiewijzer TaalCompetent

Studiewijzer TaalCompetent TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen

Nadere informatie

Product Informatie Blad Toets Engels

Product Informatie Blad Toets Engels Product Informatie Blad Toets Engels PIB-2014-Engels Context Beheersing van de Engelse taal is een belangrijk onderdeel in het Nederlandse onderwijs. In het VO is Engels één van de doorstroomrelevante

Nadere informatie

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende

Nadere informatie

B2 Duidelijk en helder taalgebruik

B2 Duidelijk en helder taalgebruik B2 Duidelijk en helder taalgebruik BESTUDEERDE STOF B2 Duidelijke en heldere zinnen maken op syntactisch, semantisch en pragmatisch niveau (uitleg en opdrachten) OMVANG EN TIJDSINDICATIE 17 vragen, ca.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Onderzoek De keuzes in een keuzemenu

Onderzoek De keuzes in een keuzemenu Onderzoek De keuzes in een keuzemenu Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Voorwoord 3 1 Categorie Klantherkenning 4 1.1 Telefonisch keuzemenu 4 1.2 Spraakgestuurd 5 2 Categorie Attitude/Inrichting 6 2.1 Volgorde

Nadere informatie

Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken

Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken Onderzoeksnota : Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken Dr. Patrick van Erkel Prof. Peter Van Aelst Onderzoeksgroep

Nadere informatie

Wat doe je in deze les?

Wat doe je in deze les? Handleiding Strategieles Ophelderen van onduidelijkheden niveau A Een onderdeel van Nieuwsbegrip XL zijn de strategielessen. De strategielessen zijn bedoeld om de strategieën voor begrijpend lezen bij

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt

Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt WHITEPAPER Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt Onderzoek van het (een initiatief van Bindinc) toont aan dat onder 50-plussers merktrouw vaker voorkomt dan onder 50- minners. Daarbij

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

1 Goed, beter best. Zie de handout voor kant-en-klare kaarten, werkbladen en instructiebladen.

1 Goed, beter best. Zie de handout voor kant-en-klare kaarten, werkbladen en instructiebladen. !! Goed, beter, best (Uit: Gender Matters, een publicatie van de Raad van Europa) Samenvatting Deze activiteit illustreert genderstereotypen en de manier waarop de samenleving "vrouwelijke" en "mannelijke"

Nadere informatie

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Grammatica: werkwoorden werkwoordsen uitleg Werkwoordsen 1. Persoonsvorm In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie