3 Geld voor de overheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3 Geld voor de overheid"

Transcriptie

1 OVERHEID EN BESTUUR 3 Geld voor de overheid 1 Belastingen op aankopen 68 2 Belastingen en de auto 72 3 Geld voor de gemeente 76 4 Belastingen op inkomsten 80 5 De overheidsfinanciën 84 Rekentrainer 88 Samenvatting en begrippen 90 Adviestoets en vervolg van leerroute Eindtoets Hoofdstuk 3 actieve opdracht Consumenten kopen hun levensmiddelen meestal in supermarkten, zoals Albert Heijn of Jumbo. Op de prijskaartjes in deze supermarkten staan de prijzen inclusief btw. Bij de groothandel Makro staan de prijzen op de prijskaartjes inclusief en exclusief btw. Waarom dit verschil tussen supermarkten en de Makro? Je gaat prijzen bij de Makro vergelijken met prijzen in de supermarkt. Maak de actieve opdracht bij dit hoofdstuk. 67

2 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid 1 Belastingen op aankopen In deze paragraaf leer je meer over btw en accijnzen. Leren De drogist heeft leuke haarbanden te koop, vindt Vera. Ze koopt er een voor 6,05 euro. De drogist geeft haar een kassabon mee. Berekening btw 1 Gebruik afbeelding 1. afb. 1 a Welk bedrag op de kassabon is de consumentenprijs van de haarband? 6,05. b Hoeveel is de prijs van de haarband exclusief btw? 5. c Hoe is het btw-bedrag uitgerekend? 5 : = 1,05 AANTAL NUMMER OMSCHRIJVING TOTAAL HAARBAND 6,05 TE BETALEN 6,05 CONTANT 10,00 WISSELGELD 3,95 PRIJS EXCLUSIEF 5,00 BTW 21% 1,05 PRIJS INCLUSIEF 6,05 Winkeliers verkopen hun producten voor de consumentenprijs, dat is de verkoopprijs inclusief btw. De btw is de belasting toegevoegde waarde en deze wordt berekend door een percentage te nemen van de verkoopprijs exclusief btw. afb. 2 Samenstelling consumentenprijs van een haarband 7 6,05 6 1,05 5 EURO S drogist inkoopprijs exclusief btw toegevoegde waarde 3,63 0, groothandel btw De winkeliers moeten de btw die ze van hun klanten ontvangen, afdragen aan de Belastingdienst, maar ze mogen dat bedrag verminderen met de btw die ze zelf hebben betaald bij aankopen voor hun bedrijf. Hierdoor betalen ze feitelijk alleen maar btw over de toegevoegde waarde van hun bedrijf: het verschil tussen de verkoopopbrengst en de inkopen bij andere bedrijven. Een laag en een normaal tarief 3 Vera haalt brood bij de bakker. Op de kassabon staan gegevens over de btw (afb. 3). a Hoeveel is de verkoopprijs exclusief btw van beide broden? 2,50. b Hoe is het btw-bedrag op de broden uitgerekend? 2,50 : = 0,15 c Welke twee btw-tarieven zijn er? Het normale tarief (21%) en een laag tarief (6%). 68 Btw op aankopen 2 De drogist koopt haarbanden in bij een groothandel (afb. 2). a Hoeveel betaalt de drogist aan de groothandel voor een haarband inclusief btw? 3,63. b Hoeveel btw zit in deze inkoopprijs? 0,63. c Hoeveel btw ontvangt de drogist van de klant die een haarband koopt? 1,05. d Hoeveel btw draagt de drogist per haarband af aan de Belastingdienst? 1,05 0,63 = 0,42 afb. 3 S U P E R A T T E N T 1 BROOD BRUIN 1,20 1 BROOD MEERGRANEN 1,45 TOTAAL 2,65 BTW % 6,00% EXCLUSIEF BTW 2,50 BTW 0,15

3 OVERHEID EN BESTUUR Het normale btw-tarief is 21 procent. Voedingsmiddelen en enkele andere producten vallen onder het lage btw-tarief van 6 procent. Sommige producten, zoals een doktersbezoek, zijn vrij van btw. Accijnzen 4 Martin rookt een pakje sigaretten per dag. Hij wil stoppen met roken. Gebruik afbeelding 4. a Hoeveel bespaart hij per week op zijn uitgaven aan sigaretten als hij stopt met roken? 7 5,20 = 36,40 b Hoeveel betaalt hij dan minder per jaar aan belasting (btw en accijns)? 365 ( 2,96 + 0,90) = 365 3,86 = 1.408,90 c Welk niet-financieel voordeel heeft hij als hij stopt met roken? Het is beter voor zijn gezondheid. Btw en de Europese Unie 5 Stel, een smartphone kost exclusief btw 250, zowel in Zweden als in Duitsland. De smartphone valt onder het normale btw-tarief. Gebruik afbeelding 5. a Hoeveel verschillen de prijzen inclusief btw van de smartphone in Zweden en in Duitsland? Het normale btw-tarief in Duitsland is 15% en in Zweden 25%. De smartphone is in Duitsland 250 : = 25 goedkoper. b Wat kan een reden zijn voor Duitsland om minder btw te rekenen? Bijv. Duitsland wil met een lage btw de afzet van de bedrijven en de werkgelegenheid in Duitsland stimuleren. c Wat kan een reden zijn voor Zweden om meer btw te rekenen? Bijv. Zweden wil met een hoge btw meer overheidsuitgaven kunnen betalen. afb. 4 afb. 5 De overheid heft accijns op een aantal Btw-tarieven in Europa in 2012 normaal tarief laag tarief Nederland21 6 Duitsland19 7 België21 6 Frankrijk19,6 5,5 Spanje18 8 Italië2110 Finland23 9 Zweden25 6 Polen23 5 Hongarije27 5 Engeland20 5 verbruiksgoederen, zoals tabak, alcohol, benzine en diesel. De accijns maakt deze producten extra duur. Met de accijns op deze producten wil de overheid de consumptie van deze producten afremmen, omdat ze slecht zijn voor de gezondheid, of slecht zijn voor het milieu. De accijnzen zijn natuurlijk ook een welkome inkomstenbron voor de overheid. De btw is in alle landen van de Europese Unie op dezelfde manier geregeld. De btw-tarieven daarentegen zijn verschillend. Ook de accijnzen verschillen per land. Lage tarieven zijn gunstig voor consumenten en bedrijven. Doordat de verkoop van bedrijven stijgt, gaat ook de werkgelegenheid omhoog. De overheid kan proberen om met lage tarieven voor meer werkgelegenheid te zorgen, maar heeft dan wel minder inkomsten. Ga verder met Toepassen op de volgende bladzijde. 69

4 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid afb. 7 Toepassen 6 Arbeidsintensieve diensten zoals die van kappers en afb. 6 fietsenmakers vallen onder het lage btw-tarief. Als deze diensten onder het normale tarief zouden vallen, zou dat een deel van de financiële problemen van de overheid oplossen. Gebruik afbeelding 6. a Door het lage btw-tarief wordt er minder zwart gewerkt door thuiskappers en -kapsters. Leg dit uit. De prijs van de kapper en de prijs van de zwartwerker verschillen minder. b Stel, de kappers moeten in het vervolg het hoge btwtarief rekenen. Wat kost dan een was- en knipbeurt inclusief btw als de prijs exclusief btw 25 is? 25 + ( 25 : ) = 30,25 c Hoeveel duurder zou een was- en knipbeurt zijn als kappers hun klanten 21% btw in rekening moeten brengen in plaats van 6%? 21% 6% = 15%; 25 : = 3,75 8 Klaske koopt een minikaasje bij een kaasspeciaalzaak. De winkelier heeft het kaasje ingekocht bij een zuivelfabriek. De zuivelfabriek heeft de hiervoor benodigde melk ingekocht bij een boer. Bij elke aankoop is btw betaald. In afbeelding 8 staat dit schematisch weergegeven. a Klaske betaalt 18,02 voor de minikaas. Dit bedrag is inclusief 6% btw. Hoe is het bedrag van 1,02 aan btw uitgerekend? 17 : = 1,02 b Hoeveel betaalt de kaasspeciaalzaak voor de minikaas exclusief btw? 12. c De kaasspeciaalzaak draagt de ontvangen btw in twee delen af. Wie ontvangen deze bedragen? De Belastingdienst en de zuivelfabriek. d Hoe is de btw van 0,72 die de zuivelfabriek ontvangt, uitgerekend? 12 : = 0,72 afb. 8 7 Harm koopt een krat met 24 flesjes bier (afb. 7). a Hoeveel betaalt hij voor het bier (exclusief het statiegeld voor het krat en de flesjes)? 24 0,50 = 12 b Hoeveel accijns betaalt hij per flesje? 0,11. c Hoeveel btw betaalt hij per flesje? 0,09. d Hoe is de btw op een flesje bier uitgerekend? 0,30 + 0,11 = 0,41; 0,41 : = 0,09 (afgerond). boer prijs: btw: 8 + 0,48 zuivelfabriek prijs: btw: ,72 afdracht: 0,48 afdracht: 0,24 Belastingdienst kaasspeciaalzaak afdracht: 0,30 prijs: btw: ,02 Klaske 70

5 OVERHEID EN BESTUUR 9 Gebruik afbeelding 8 nog eens. a Hoe is de btw uitgerekend die de kaasspeciaalzaak per minikaasje aan de Belastingdienst afdraagt? 1,02 0,72 = 0,30; ook: 6% van 5 = 0,30 b Hoeveel btw krijgt de Belastingdienst in totaal van de kaasspeciaalzaak, de zuivelfabriek en de boer? 0,30 + 0,24 + 0,48 = 1,02 c Vergelijk je antwoord op vraag 9b met de btw die Klaske betaalt bij aankoop van de minikaas (vraag 8a). Wat valt je op? Het is hetzelfde bedrag. b Smokkelaars betalen geen belasting. Welke belastingen ontduiken zij bij de smokkel van sigaretten? Accijns en btw. c Naar welk land binnen de Europese Unie is de smokkel van sigaretten het meest winstgevend? Leg je antwoord uit. Ierland, want daar is de accijns op sigaretten het hoogst. afb. 10 Hongarije Prijs sigaretten (2012, Marlboro per 20 stuks) 2,42 10 Bart en zijn collega Wim carpoolen. De ene week rijdt Bart naar hun werk, de andere week Wim. Dat scheelt per afb. 9 persoon tachtig liter benzine per maand (afb. 9). a Hoeveel geld besparen Bart en Wim per persoon per maand op de benzinekosten door het carpoolen? 80 1,64 = 131,20 b Twee maanden per jaar carpoolen ze niet door vakanties en andere vrije dagen. Hoeveel accijns en btw mist de overheid per jaar door het carpoolen door Bart en Wim? Per liter: 0,28 + 0,73 = 1,01; per jaar: ,01 = Nederland 5,47 Ierland 8, Thuiswerkopdracht Btw-tarieven Nederland kent twee btw-tarieven: het algemene 21-procenttarief en het lage 6-procenttarief. Je hoort vaak zeggen dat het algemene btw-tarief op luxeproducten wordt toegepast en het lage btw-tarief op noodzakelijke producten. Je geeft jouw commentaar op deze bewering, nadat je hebt onderzocht welk btw-tarief wordt toegepast op een aantal bekende producten. Gebruik werkblad vmbo-k 3.1 examenklas. 11 De prijs van een pakje sigaretten in de Europese Unie verschilt per land. In afbeelding 10 staan de prijzen van het duurste land, het goedkoopste land en van Nederland. De prijsverschillen worden vooral veroorzaakt door verschillen in accijns. a Wat is het prijsverschil tussen een pakje met twintig sigaretten in Hongarije en hetzelfde pakje in Ierland? 8,55 2,42 = 6,13 Maak rekentrainer 3A op bladzijde 88. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 90. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. 71

6 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid 2 Belastingen en de auto In deze paragraaf leer je wat de rol is van belastingen en accijnzen bij het kiezen van een auto. Leren Jim zoekt een tweedehands auto die bij hem past. In de showroom van Car Plaza ziet hij een geschikte auto. Het gaat om een VW Golf Variant. De auto rijdt op diesel, maar is ook leverbaar met een benzinemotor of een lpg-installatie. Benzine of diesel 2 Jim twijfelt tussen een VW Golf Variant met een benzinemotor of een met een dieselmotor (afb. 13). a Hoeveel verschilt de prijs van een liter brandstof voor beide auto s? 1,68 1,39 = 0,29 b Gebruik afbeelding 11 en 12 nog eens. Hoeveel verschilt Motorrijtuigenbelasting 1 Elke provincie heeft andere tarieven voor de motorrijtuigenbelasting. Voor Jim geldt het tarief in de provincie Noord-Holland. Gebruik afbeelding 11 en 12. a Wat is het gewicht van een VW Golf Variant met een benzinemotor? kg b Hoeveel motorrijtuigenbelasting betaalt hij dan per kwartaal? 132 de motorrijtuigenbelasting voor beide auto s per kwartaal? = 210 afb. 13 Motorbrandstof per liter euro95 1,68 diesel 1,39 gas 0,78 afb. 11 Gewicht van de VW Golf Variant uitvoering gewicht verbruik benzine kg 1 liter op 16 km diesel kg 1 liter op 23 km lpg kg 1 liter op 14 km afb. 12 Motorrijtuigenbelasting per kwartaal (Noord-Holland, 2011)* gewicht in motorbrandstof kilo s diesel benzine lpg * Bezitters van zeer zuinige auto s met weinig CO 2 -uitstoot betalen geen motorrijtuigenbelasting. Het Rijk heft motorrijtuigenbelasting van alle bezitters van een motorvoertuig. De provincie doet Er zit minder accijns op een liter diesel dan op een liter benzine, en dat merk je bij de pomp. Maar auto s met een dieselmotor zijn duurder in de motorrijtuigenbelasting. De kosten per kilometer 3 Jim vergelijkt de brandstofkosten van de VW Golf Variant op benzine met een VW Golf Variant op diesel. Gebruik afbeelding 11 en 14. a Hoeveel kilometer rijdt de dieselauto op 55 liter brandstof? kilometer = kilometer b Wat zijn de brandstofkosten per kilometer van deze 72 hier nog een bedrag bovenop. Het tarief van deze belasting hangt af van de provincie waar je woont, het gewicht van het motorvoertuig en van het soort motorbrandstof. De motorrijtuigenbelasting is een houderschapsbelasting. auto? Rond af op centen. Gebruik het antwoord op vraag 3a. 76,45 : = 0,06 c Bereken op dezelfde manier de brandstofkosten per kilometer van de benzineauto. Rond af op centen kilometer = 880 kilometer; 92,40 : 880 = 0,11 per kilometer

7 OVERHEID EN BESTUUR afb. 14 Prijs van een volle tank (55 liter) De brandstofkosten per kilometer zijn bij een auto met een dieselmotor lager dan bij dezelfde 92,40 76,45 auto met een benzinemotor. Automobilisten die weinig rijden, profiteren maar weinig van de lagere dieselprijs. En dat brandstofvoordeel 42,90 wordt tenietgedaan door de hogere motorrijtuigenbelasting voor hun dieselauto. Automobilisten die veel kilometers rijden, zijn wel benzine diesel lpg goedkoper uit met diesel. Je kunt de brandstofkosten het best vergelijken door ze per kilometer uit te rekenen. Je houdt dan rekening met de prijs van de brandstof en met het brandstofverbruik van de auto. Veel of weinig kilometers 4 Jim rijdt kilometer per maand. a Hoeveel betaalt hij per maand aan brandstof als hij een dieselauto neemt? Gebruik het antwoord op vraag 3b ,06 = 120 per maand b Wat is het gewicht van deze VW Golf Variant? kg c Gebruik afbeelding 11 en 12. Hoeveel kost deze auto per maand aan motorrijtuigenbelasting? 342 : 3 = 114 d Hoeveel kost deze auto per maand aan brandstof en motorrijtuigenbelasting samen? = 234 e Bereken op dezelfde manier hoeveel een benzineauto per maand kost aan motorrijtuigenbelasting en brandstof. Gebruik je antwoorden op vraag 1b en 3c. Brandstof: ,11 = 220 per maand; motorrijtuigenbelasting: 132 : 3 = 44 per maand; samen = 264 Lpg 5 Jim onderzoekt ook de kosten van de VW Golf Variant die op lpg rijdt. Ga bij de berekeningen weer uit van kilometer per maand. Gebruik afbeelding 11, 12 en 14. a Hoeveel betaalt hij per maand aan lpg? Verbruik : 14 = 143 liter (afgerond); 143 0,78 = 111,54 b Hoeveel betaalt hij per maand aan motorrijtuigenbelasting? 221 : 3 = 73,67 c Hoeveel kost hem deze auto per maand aan brandstof en motorrijtuigenbelasting samen? 111, ,67 = 185,21 De overheid heft maar weinig accijns op lpg, omdat deze brandstof schoner is dan diesel of benzine. Lpg is daarom goedkoper, maar de motorrijtuigenbelasting van een auto met een lpg-installatie is hoger dan die van benzineauto s. Iemand die maar weinig kilometers rijdt, heeft daarom geen voordeel van lpg. Ga verder met Toepassen op de volgende bladzijde. 73

8 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid Toepassen 6 Paulien wil een Renault kopen. Ze weet al welk type, een Twingo, maar ze weet nog niet wat voor haar het voordeligste is: op benzine rijden of op diesel. Voor haar auto gelden de kosten in het staafdiagram (afb. 15). a Welk soort brandstof is het meest voordelig als ze kilometer per jaar rijdt? Benzine. b Welk soort brandstof is het meest voordelig als ze kilometer per jaar rijdt? Diesel. c Paulien rijdt kilometer per jaar. Ze kiest de meest voordelige brandstof bij dit aantal kilometers. Hoeveel is ze gemiddeld per maand kwijt aan motorrijtuigenbelasting en brandstof? ,18 = 2.700; : 12 = 225 c Wat hopen deze organisaties te bereiken met deze voorstellen? Dat automobilisten meer minder kilometers rijden. d Waarom vinden deze organisaties dat belangrijk? Bijv. de files worden korter; de lucht wordt schoner. afb. 16 Automobilisten gaan betalen per kilometer DEN HAAG Volgens het advies van de ANWB en de Stichting Natuur en Milieu moet de motorrijtuigenbelasting afgeschaft worden. Uit berekeningen blijkt dat dit betaald kan worden door een verhoging van de accijns op benzine en diesel met 0,50 per liter. afb. 15 kilometer per jaar Motorrijtuigenbelasting en brandstofkosten (in centen per kilometer) Sharmita leest in de krant over de vervanging van de motorrijtuigenbelasting door een verhoging van de accijns op benzine en diesel (afb. 16). Ze rekent uit wat de financiële benzine gevolgen voor haar zullen zijn als de regering dit advies opvolgt. Ze rijdt kilometer per jaar. Haar auto verbruikt 1 liter benzine per 15 kilometer. Ze betaalt 132 diesel motorrijtuigenbelasting per kwartaal. 7 Masoud rijdt kilometer per jaar. Zijn auto rijdt op diesel. Dat is lekker goedkoop, vindt hij. a Welke kosten zijn bij het rijden op diesel goedkoop vergeleken bij het rijden op benzine? De brandstofkosten motorrijtuigenbelasting. b Gebruik afbeelding 15 nog eens. Hoeveel had Masoud per jaar bespaard als zijn auto op benzine had gereden? ( 0,44 0,39) = De ANWB en de Stichting Natuur en Milieu willen dat auto s a Hoeveel extra accijns zal ze per jaar moeten betalen? : 15 = liter; liter 0,50 = 600 b Hoeveel spaart ze per jaar uit door het afschaffen van de motorrijtuigenbelasting? = 528 c Hoeveel stijgen haar autokosten per jaar als de plannen doorgaan? = 72 d Deskundigen voorspellen dat veel automobilisten deze extra accijns niet willen betalen. Hoe kunnen zij de betaling van deze extra accijns ontlopen? Bijv. door in het buitenland te tanken; door een elektrische auto te kopen. worden belast op grond van het gebruik en niet op grond van het bezit. Ze hebben hierover een brief naar de regering gestuurd (afb. 16). a Welke autobelasting moet volgens deze organisaties afgeschaft worden? De motorrijtuigenbelasting. Ook: de bpm. b Welke autobelasting mag verhoogd worden volgens deze organisaties? De accijns op motorbrandstoffen. 10 Los de kruiswoordpuzzel op (afb. 17). In een van de omschrijvingen staan puntjes. Je moet het woord bedenken dat op die plaats hoort te staan. Horizontaal 2 De hoogte van de motorrijtuigenbelasting hangt hiervan af. 5 Geldsoort waarmee in Nederland betaald wordt. 6 Hiervoor gaan automobilisten naar een benzinepomp. 74

9 OVERHEID EN BESTUUR Verticaal Thuiswerkopdracht 1 Tweewielige voertuigen waarvoor houderschapsbelasting afb. 17 betaald moet worden. 2 Iemand die geen motorvoertuig..., betaalt geen motorrijtuigenbelasting. 3 Prijsverhogende belasting op benzine en diesel. 4 Bij deze brandstof is de motorrijtuigenbelasting hoog en de accijns laag m 2 b r a n d s t o f e c i t z c 5 e u r o i ij s r 6 t a n k e n e s l n Bpm Kopers van een nieuwe personenauto betalen naast de btw nog een tweede belasting: de bpm (belasting van personenauto s en motorrijwielen). De hoogte van de bpm hangt af van de prijs van de auto (het oude systeem) of de CO 2 -uitstoot van de auto (het nieuwe systeem). Je onderzoekt hoe zwaar de gezamenlijke belastingdruk van btw en bpm is op personenauto s. En je onderzoekt wat de gevolgen zijn van de veranderingen in de bpm. Gebruik werkblad vmbo-k 3.2 examenklas. Maak rekentrainer 3B op bladzijde 88. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 90. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. 11 Eric rijdt kilometer per jaar met zijn Ford Fiësta. Deze auto weegt kilogram en verbruikt 1 liter benzine per 17 kilometer. a Gebruik afbeelding 12 op bladzijde 72. Hoeveel betaalt Eric per jaar aan motorrijtuigenbelasting? = 444 b Gebruik afbeelding 13 op bladzijde 72. Voor welk bedrag tankt hij per jaar aan benzine? ( : 17) 1,68 = 1.245,18 c Hoeveel is de som van motorrijtuigenbelasting en benzine bij elkaar per jaar? ,18 = 1.689,18 d Hoeveel kosten de motorrijtuigenbelasting en benzine bij elkaar per kilometer? Ga uit van je antwoord op vraag 11c. Rond af op centen ,18 : = 0,12 per kilometer 75

10 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid 3 Geld voor de gemeente In deze paragraaf leer je meer over de gemeentelijke belastingen. In plaats van deze paragraaf in je boek, mag je ook de vervangende paragraaf op je epack maken. Overleg hierover met je docent. Leren Het gemeentebestuur van Kamperveld heeft besloten om een nieuw sportcomplex te bouwen (afb. 18). De gemeente wil de bouw ervan financieren met een verhoging van de gemeentelijke belastingen. afb. 18 Onroerende zaken 2 Rik woont aan de Meerweg nummer 10. Hij krijgt van de gemeente een aanslag voor de onroerendezaakbelasting, omdat hij eigenaar is van dit pand. Bekijk afbeelding 19. a Wat is de grondslag van de onroerendezaakbelasting? De waarde van het pand ( ). b Stel, Rik gaat zelf ergens anders wonen en verhuurt de woning aan de Meerweg 10. Moet hij dan toch deze belasting betalen? Leg je antwoord uit. Ja, want ook als hij het pand verhuurt, blijft het zijn eigendom. afb. 19 Gemeente Kamperveld Aanslag onroerendezaakbelasting 76 De gemeente vraagt geld 1 Veel inwoners van de gemeente zijn blij met het sportcomplex, maar Rik niet. Hij geeft niets om sport. a Moet Rik als inwoner van de gemeente die geen gebruik zal maken van het sportcomplex toch meebetalen aan de bouw ervan? Leg je antwoord uit. Ja, want bij de belastingheffing wordt geen verschil gemaakt tussen sporters en nietsporters. b Welke belasting zou de gemeente kunnen verhogen om het sportcomplex te financieren? Bijv. de onroerendezaakbelasting. Een gemeente doet allerlei nuttige dingen voor haar inwoners. Een groot deel van het geld dat hiervoor nodig is, krijgt de gemeente uit het gemeentefonds van het Rijk. Een ander deel wordt opgebracht door de inwoners zelf door middel van gemeentelijke belastingen en heffingen. De belangrijkste gemeentelijke belasting is de onroerendezaakbelasting (OZB). De heer/mevrouw: aanslagnummer: R. Kappens betalen voor: 30 april Meerweg 10 Kamperveld grondslag belasting bedrag EIGENDOM MEERWEG 10 WAARDE PAND ,10 De onroerendezaakbelasting is een belasting op het bezit van grond, een woning of een bedrijfspand. Hoe hoger de waarde van het bezit, hoe hoger de aanslag van de onroerendezaakbelasting. Huurders van een woning zijn geen eigenaar en zij betalen daarom deze belasting niet. Berekening onroerendezaakbelasting 3 Op het aanslagbiljet van de onroerendezaakbelasting staat dat Riks woning waard is (afb. 19). a Het tarief van de onroerendezaakbelasting in Kamperveld is 0,1145%. Hoe reken je het bedrag van de aanslag uit? : 100 0,1145 = 206,10

11 OVERHEID EN BESTUUR b Stel, een jaar later is de waarde van Riks huis met gedaald. Het tarief van de onroerendezaakbelasting is niet veranderd. Hoeveel lager wordt de aanslag van de onroerendezaakbelasting in dat jaar? : 100 0,1145 = 194,65; 206,10 194,65 = 11,45 c Hoe noemt de gemeente de getaxeerde waarde van een huis? De WOZ-waarde. Gemeenten laten regelmatig de waarde van alle onroerende zaken in de gemeente opnieuw taxeren. Deze waarde is de WOZ-waarde. De aanslag van de onroerendezaakbelasting wordt berekend op grond van de WOZ-waarde. Afval 4 Riks container wordt op de vuilniswagen gezet. De vuilniswagen weegt het afval en kiepert het daarna in de laadruimte. Eens per jaar rekent de gemeente met hem af (afb. 20). a Stel, Rik biedt in het jaar erna 120 kilo meer huisvuil aan. Hoeveel afvalstoffenheffing moet hij dan meer betalen? 120 0,20 = 24 b Geef twee mogelijkheden waarop hij het gewicht van het huisvuil kan verminderen. Bijv. producten kopen met minder verpakking, minder wegwerpproducten kopen. afb. 20 Gemeente Kamperveld Kennisgeving afvalstoffenheffing De heer/mevrouw: nummer: R. Kappens betalen voor: 30 april Meerweg 10 Kamperveld Omschrijving In de periode van 1 januari tot en met 31 december bedroeg de door u aangeboden hoeveelheid afvalstoffen 506 kilogram. Te betalen: OVER GEWICHT 506 0,20 = 101,20 VAST BEDRAG 114,35 TOTAAL 215,55 Gemeenten vragen hun inwoners een vergoeding voor de aanleg en het onderhoud van het riool (rioolheffing) en voor de afvoer en de verwerking van het huisvuil (afvalstoffenheffing, ook wel reinigingsrecht genoemd). De afvalstoffenheffing is vaak een vast bedrag per gezin, maar steeds meer gemeenten rekenen daarnaast nog een bedrag dat varieert met het gewicht van het ingeleverde huisvuil. Ze hopen dat de burgers zich hierdoor milieubewuster gaan gedragen. De tarieven verschillen 5 De tarieven van de onroerendezaakbelasting verschillen per gemeente (afb. 21). Ga uit van een woning met een WOZwaarde van a Hoeveel is de aanslag van de onroerendezaakbelasting van deze woning in een gemeente met het laagste tarief? ( : ) 4,12 = 86,52 b Hoeveel is de aanslag van de onroerendezaakbelasting van deze woning in een gemeente met het hoogste tarief? ( : ) 19,16 = 402,36 c Hoeveel verschilt de aanslag met de aanslag van een woning met dezelfde WOZ-waarde in de gemeente met het hoogste tarief? 402,36 86,52 = 315,84 afb. 21 EURO S Tarieven onroerendezaakbelasting in 2011 (per per jaar) 19,16 4,12 goedkoopste gemeente 9,92 gemiddelde alle gemeenten duurste gemeente Ga verder met Leren op de volgende bladzijde. 77

12 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid De tarieven van de onroerendezaakbelasting en de gemeentelijke heffingen verschillen per gemeente. Sommige gemeenten vragen een veelvoud van het bedrag in andere gemeenten. Ook het aantal belastingen verschilt per gemeente. Sommige gemeenten heffen bijvoorbeeld hondenbelasting en toeristenbelasting, andere gemeenten doen dat niet. 8 Trista woont met haar twee kinderen in een eigen woning. Ze zoekt op hoeveel afvalstoffenheffing en rioolrechten ze per jaar moet betalen. Ze gebruikt daarvoor het overzicht van de gemeentelijke woonlasten van de gemeente (afb. 22). a Hoeveel afvalstoffenheffing moet ze betalen? 369,48. b Hoeveel rioolrechten moet ze per jaar betalen? 134,70. c Hoeveel betaalt ze gemiddeld per maand aan Toepassen 6 In de gemeente Goedereede zijn de rioolrechten 0 bij een waterverbruik van minder dan 100 kubieke meter, 74 bij een verbruik van 100 tot 300 kubieke meter en 148 bij een verbruik van 300 tot 500 kubieke meter. Daarnaast betalen de eigenaren van een woning 0,04% van de WOZ-waarde aan rioolrechten. a Ramona woont in een eigen woning met een WOZ-waarde van Ze verbruikt jaarlijks 190 kubieke meter water. Welk bedrag moet zij aan rioolrechten betalen? : 100 0,04 = 100; = 174 b Stel, verbruikers moeten in het vervolg een tarief van afvalstoffenheffing en rioolrechten samen? 369, ,70 = 504,18; 504,18 : 12 = 42,02 afb. 22 Gemeentelijke woonlasten per woning per jaar afvalstoffenheffing tarief bewoning door één persoon 265,92 tarief bewoning door twee personen 308,64 tarief bewoning door meer dan twee 369,48 personen rioolrechten tarief verhuurder 89,77 tarief huurder 44,93 tarief eigenaar/bewoner 134,70 0,45 per kubieke meter water betalen. Welk bedrag aan rioolrechten moet Ramona dan betalen bij hetzelfde waterverbruik en hetzelfde tarief van de WOZ-waarde? ,45 = 185,50 7 Marcel heeft een huis met een WOZ-waarde van Het tarief van de onroerendezaakbelasting is in zijn gemeente 10,50 per WOZ-waarde. a Bereken de OZB-aanslag voor Marcel per jaar : = 23; 23 10,50 = 241,50 b Stel, de gemeente verlaagt de WOZ-waarde van Marcels woning naar Bereken de OZB-aanslag voor Marcel als het OZB-tarief hetzelfde blijft : = 22; 22 10,50 = 231 c De gemeente besluit het OZB-tarief met 10% te verhogen. Bereken de OZB-aanslag met het hogere tarief. Het tarief wordt 10,50 + ( 10,50 : ) = 11,55; de aanslag: 22 11,55 = 254,10 9 Tarik en zijn partner verhuizen van Rotterdam naar Hilversum. Voor hen gelden de woonlasten zoals die vermeld staan in afbeelding 23. a Welk bedrag zijn ze na hun verhuizing jaarlijks meer kwijt aan gemeentelijke woonlasten? = 96 b Bereken het bedrag dat de gemeentelijke lasten hoger is tussen Hilversum en de goedkoopste gemeente = 241 c Hoeveel procent zijn de gemeentelijke woonlasten in Hilversum hoger dan in de goedkoopste gemeente van Nederland? Rond af op hele procenten. 241 : = 50% d Betalen alle meerpersoonshuishoudens in Hilversum jaarlijks evenveel gemeentelijke woonlasten? Leg je antwoord uit. Nee, want bijvoorbeeld de hoogte van de onroerendezaakbelasting varieert met de WOZ-waarde. 78

13 OVERHEID VERRIJKINGSDEEL EN BESTUUR afb. 23 Gemeentelijke woonlasten per meerpersoonshuishouden (per jaar, 2011) goedkoopste Rotterdam Hilversum gemiddelde duurste gemeente Nederland gemeente EURO S 10 Magda parkeert haar auto veertig keer per jaar vier uur lang op het Haverplein. Soms in een parkeervak op het plein, soms in de gemeentelijke parkeergarage onder het plein. Ze wil zo goedkoop mogelijk parkeren. Gebruik afbeelding 24. a Wat is goedkoper: parkeren op het plein of in de parkeergarage? Leg je antwoord uit. De parkeergarage, want het uurtarief in de garage is lager dan het uurtarief op het plein. b Bereken hoeveel Magda per uur betaalt bij de verschillende parkeermogelijkheden. Vul de tabel in. uurtarrief 2,40 13,40 : 4 = dagkaart 3,35 jaarabonnement : 40 = 41,75; 41,75 : 4 = 10,44 c Wat is goedkoper als ze de parkeergarage gebruikt: een dagkaart of het uurtarief? Leg je antwoord uit. Het uurtarief, want de dagkaart kost 13,40 en het uurtarief kost haar 4 2,40 = 9,60 per keer. d Welke parkeermogelijkheid zal haar voorkeur hebben? Het uurtarief in de parkeergarage. afb. 24 Parkeertarieven Haverplein parkeerplaatsen Haverplein langparkeerders 3,80 per uur kortparkeerders 2,40 per 30 minuten parkeergarage Haverplein uurtarief 2,40 dagkaart 13,40 jaarabonnement Thuiswerkopdracht Gemeentelijke woonlasten Er zijn 415 gemeenten in Nederland (in 2012) en de tarieven van de gemeentelijke woonlasten zijn overal anders. Onder de gemeentelijke woonlasten vallen de onroerendezaakbelasting, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Je onderzoekt in hoeverre de hoogte van de OZB-tarieven van belang is als je ergens een woning gaat kopen. En je onderzoekt of de gemeenten het profijtbeginsel en het draagkrachtbeginsel toepassen bij de gemeentelijke heffingen. Gebruik werkblad vmbo-k 3.3 examenklas. Maak rekentrainer 3C op bladzijde 89. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 90. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. 79

14 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid 4 Belastingen op inkomsten In deze paragraaf leer je meer over de loonheffing en over de mogelijkheid om betaalde loonheffing terug te krijgen. Leren Tjerk heeft in zijn vakantie twee maanden in een zorgcentrum gewerkt als sportbegeleider. In juli was zijn loon 800 en in augustus Op zijn loon is loonheffing ingehouden. Het zorgcentrum gebruikte de witte maandtabel van de Belastingdienst om de loonheffing vast te stellen. Vaststelling van de loonheffing 1 Tjerk heeft een loonbelastingverklaring ingevuld toen hij in dienst trad van het zorgcentrum. Daardoor was de loonheffingskorting op hem van toepassing (afb. 25). a Hoeveel loonheffing werd in juli op zijn loon ingehouden? 70. b En hoeveel was de ingehouden loonheffing in augustus? 150. c Stel, Tjerk vult geen loonbelastingverklaring in. Wat voor invloed heeft dat op zijn nettoloon? Leg je antwoord uit. Zijn nettoloon is lager, want zonder loonbelastingverklaring is de loonheffing hoger. afb. 25 Uit de witte maandtabel 2012 loon per loonheffing maand zonder loonheffingskorting met loonheffingskorting Werknemers vullen een loonbelastingverklaring in als ze in dienst treden bij een nieuwe werkgever. Hierdoor hoeft de werkgever minder loonheffing op het loon in te houden en af te dragen aan de Belastingdienst. De werkgever gebruikt een tabel van de Belastingdienst om te bepalen hoeveel loonheffing er maandelijks ingehouden moet worden op het loon. De jaaropgave 2 Tjerk ontvangt in januari een jaaropgave van het zorgcentrum (afb. 26). a Over welke periode gaat het loon op dit formulier? Een jaar. b Bereken met je antwoorden op vraag 1 de loonheffing op de jaaropgave = 220 c Waarvoor heeft Tjerk de jaaropgave nodig? Hij kan hiermee nagaan of hij te veel of te weinig loonheffing heeft betaald. afb. 26 Jaaropgave T. de Bruin Zorgcentrum De Wikkel Havenmeer 142 Utrecht Utrecht belastbaar loon loonheffing 220 Werknemers krijgen na afloop van een kalenderjaar een jaaropgave. Op dit formulier staat hun totale loon en het totaal aan ingehouden loonheffing in het afgelopen jaar. Zij hebben deze jaaropgave nodig om na te gaan of ze te weinig of te veel loonheffing hebben betaald. Toepassing van het belastingtarief 3 Tjerk heeft in een jaar alleen inkomsten door zijn baan bij het zorgcentrum. Gebruik afbeelding 26 nog eens en afbeelding 27. a Welk tarief is op zijn inkomen van toepassing? 33,1%. b Hoeveel inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen moet over zijn inkomen betaald worden? : ,1 = 662 c Waarom hoeft hij dit bedrag niet (volledig) te betalen? Hij heeft al belasting en premie vooruitbetaald met de loonheffing. 80

15 OVERHEID EN BESTUUR afb. 27 TARIEF IN PROCENTEN Inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2012 (tarieven voor de inkomsten uit werk en woning) 33,1% kleur 1 41,95% 42% kleur 2 kleur 3 kleur 4 over inkomsten van 0 tot over inkomsten van tot over inkomsten van tot over inkomsten vanaf % Loon, huur, winst en andere belastbare inkomsten maken deel uit van het belastbaar inkomen. Dat is het inkomen waarop het tarief van de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van toepassing is. Het belastbaar inkomen kan pas na afloop van een jaar uitgerekend worden. Werknemers betalen bij elke loonontvangst alvast een bedrag vooruit. De ingehouden loonheffing is namelijk een vooruitbetaling op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De heffingskortingen gaan eraf 4 Tjerk heeft, zoals elke belastingbetaler, recht op een of meer kortingen op de inkomstenbelasting en op de premie volksverzekeringen. Gebruik afbeelding 28. a Voor welke twee kortingen komt hij in aanmerking op grond van de gegevens die je nu weet? De algemene heffingskorting en de arbeidskorting. b De algemene heffingskorting is maximaal Waardoor zal Tjerk minder korting krijgen dan het maximum? (Tip: let op je antwoord bij vraag 3b.) De heffingskortingen mogen maximaal gelijk zijn aan de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. In dit geval 662. afb. 28 Belangrijke heffingskortingen op de inkomstenbelasting 2012 korting bestemd voor algemene heffingskorting maximaal arbeidskorting maximaal inkomensafhankelijke combinatiekorting maximaal alleenstaandeouderkorting maximaal iedereen die inkomstenbelasting betaalt mensen met inkomen uit arbeid alleenstaande of minstverdienende partner met werk en kind tot 12 jaar verzorgende ouder met ten minste één inwonend kind Als het belastbaar inkomen bekend is, wordt de inkomstenbelasting berekend. Dit bedrag wordt verminderd met de heffingskortingen. Iedereen krijgt de algemene heffingskorting. Of daar nog andere kortingen bijkomen, hangt af van de persoonlijke situatie en van de hoogte van het inkomen. Als de totale heffingskorting hoger is dan de verschuldigde inkomstenbelasting, is er geen belasting verschuldigd. Bijbetalen of geld terug 5 Tjerk komt in aanmerking voor een totale heffingskorting van Gebruik de antwoorden op vraag 3 en 4 en bekijk afbeelding 29. a Hoeveel geld krijgt hij terug van de Belastingdienst? Te betalen ib en premie vv (vraag 3b) 662 Algemene heffingskorting/arbeidskorting = Te betalen ib en premie vv (na aftrek korting) 0 Betaalde loonheffing 220 = Te betalen/terug te ontvangen bedrag 220 b Wat moet hij doen om dit geld terug te krijgen? Een aangifteprogramma van de Belastingdienst downloaden en invullen. Ga verder met Leren op de volgende bladzijde. 81

16 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid afb. 29 Nog te betalen of terug te ontvangen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen d Welk bedrag krijgt Roel terug van de Belastingdienst? Het bedrag dat is ingehouden op zijn loon: 118. Op loon wordt loonheffing ingehouden. De inkomstenbelasting voor aftrek van korting is 7.971, de heffingskortingen zijn bij elkaar Je gaat nu als volgt te werk: Inkomstenbelasting (voor korting) heffingskortingen = inkomstenbelasting (na korting)* betaalde loonheffing = nog te betalen bedrag** 827 * Bij een negatieve uitkomst 0 invullen. ** Bij een negatieve uitkomst krijg je het bedrag terug van de Belastingdienst. afb. 30 Jaaropgave werknemer werkgever R. v.d. Vinne Tankstation Havenstraat 10 Op Weg bv Valens Valens gegevens bedrag loon 952 werkgeversbijdrage Zvw 74 ingehouden premie Zvw 74 ingehouden loonheffing 118 Wanneer er meer loonheffing is ingehouden dan je verschuldigd bent aan inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, heb je recht op geld terug. Je kunt dat geld terugvragen door een aangifteprogramma van de Belastingdienst te downloaden en in te vullen. Toepassen 6 Roel (achttien jaar) is scholier. Hij heeft een bijbaantje, maar verder geen inkomsten. Hij krijgt een jaaropgave van zijn werkgever (afb. 30). Gebruik deze jaaropgave en afbeelding 27 en 28 op bladzijde 81. a Welk belastingtarief is van toepassing op Roels loon? 33,1%. b Hoeveel inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen is hij verschuldigd vóór aftrek van de heffingskortingen? Gebruik het antwoord op vraag 6a en rond de uitkomst naar beneden af op hele euro s. 952 : ,1 = 315 c Waarom krijgt Roel geld terug van de Belastingdienst als hij belastingaangifte doet? De algemene heffingskorting en de arbeidskorting zijn samen hoger dan de verschuldigde inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. 7 Ymkje doet na haar examen een maand vakantiewerk. Ze verdient er bruto 630 mee. De werkgever houdt de loonheffing in zonder rekening te houden met de heffingskorting (afb. 31). Dat komt omdat Ymkje hiervoor heeft gekozen bij het invullen van haar loonbelastingverklaring. a Hoeveel loonheffing betaalt ze? 208,50. b Hoeveel nettoloon ontvangt ze? ,50 = 421,50 c Stel, Ymkje kiest bij het invullen van haar loonbelastingverklaring voor de loonheffing waarbij wel rekening wordt gehouden met de heffingskorting. Hoeveel nettoloon krijgt ze dan? ,33 = 602,67 d Ymkje koos voor de loonheffing zonder heffingskorting, omdat ze dacht dat anders haar nettoloon lager zou zijn door de korting. Wat was haar denkfout? Die heffingskorting gaat van mijn loon af. afb. 31 maandloon loonheffing zonder heffingskorting loonheffing met heffingskorting , ,58 10, ,50 27, ,33 44, ,25 58,66 82

17 OVERHEID EN BESTUUR 8 Fouad heeft in een jaar zes weken vakantiewerk gedaan. Hij werkte vier dagen per week en reisde per bus naar zijn werk, want 25 kilometer was hem te ver om te fietsen. Hij heeft van het busbedrijf een openbaarvervoerverklaring gekregen en heeft daardoor recht op reisaftrek. Dat betekent dat de loonheffing over een lager bedrag wordt berekend (het brutoloon min de reisaftrek). Gebruik afbeelding 32. a Hoeveel reisaftrek zou hij gekregen hebben als hij het hele jaar had gewerkt? 957. b Bereken de reisaftrek voor een periode van zes weken. Rond naar boven af op hele euro s. 957 : 52 6 = 111 c De inkomsten van Fouad vallen onder het belastingtarief van 33,1%. Hoeveel minder loonheffing is hij verschuldigd door de reisaftrek? Rond naar boven af op hele euro s. 111 : ,1 = 37 afb. 32 Reisaftrek openbaar vervoer (2011) enkele je reisde reisafstand meer dan tot en met 4 of meer dagen per week 3 dagen per week 2 dagen per week 1 dag per week 0 km 10 km km 15 km km 20 km km 30 km km 40 km km 50 km afb. 33? Loon en ziektewetuitkeringen Werkgever Arbeidskorting Loonheffing Loon e.d.? Kledingmagazijn Apoort Meer invulvelden ? Totaal levensloopverlofkorting? A.J. van Zuylen Inkomsten die onder de loonheffing vielen Fooien, aandelenoptierechten en andere inkomsten uit loondienst die niet onder de loonheffing vielen Totaal inkomsten uit loondienst Thuiswerkopdracht De aangifte van een vakantiewerker Je gaat het aangifteprogramma van de Belastingdienst downloaden, installeren en op proef gebruiken. Met dit aangifteprogramma onderzoek je of een belastingplichtige geld moet bijbetalen of geld terugkrijgt van de Belastingdienst. Je onderzoekt dit voor iemand van ogeveer jouw leeftijd die een vakantiebaan heeft gehad. Gebruik werkblad vmbo-k 3.4 examenklas. Maak rekentrainer 3D op bladzijde 89. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 90. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. 9 Arjen heeft vorig jaar gewerkt bij Kledingmagazijn Apoort. Hij heeft van dit bedrijf een jaaropgave gekregen. Er staat op vermeld hoeveel zijn loon was ( 1.133), zijn loonheffing ( 139) en de arbeidskorting ( 68). In afbeelding 33 staat een deel van de elektronische aangifte die hij heeft gedownload bij de Belastingdienst. Schrijf de gegevens op de juiste plaats in deze aangifte. 83

18 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid 5 De overheidsfinanciën In deze paragraaf leer je meer over inkomsten en uitgaven van de overheid en over de gevolgen van een begrotingstekort. Leren De minister van Volksgezondheid wil meer geld voor de ziekenhuizen. De minister van Verkeer wil meer geld om de files te bestrijden. En zo willen alle ministers meer geld, maar geld uitgeven heeft zijn grenzen. Overschot of tekort 1 De minister van Financiën moet zorgen voor voldoende geld voor alle rijksuitgaven. Vergelijk de inkomsten en uitgaven uit de rijksbegroting 2012 (afb. 34 en 35). a Welk bedrag kwam hij te kort om alle uitgaven te betalen? 244 miljard (som inkomsten) 257 miljard (som uitgaven) = 13 miljard b Wat zijn de drie belangrijkste inkomstenposten van het Rijk? Sociale premies, loon- en inkomstenbelasting, btw. c Wat zijn drie de belangrijkste uitgavenposten van het Rijk? Uitgaven: Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Sociale zaken en Werkgelegenheid; Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. d In welk document staan de cijfers uit afbeelding 34 en 35? Miljoenennota. Ook: rijksbegroting. afb MILJARD Budgetten voor de rijksuitgaven (2012, totaal 257 miljard) Volksgezondheid, Welzijn en Sport Sociale zaken en Werkgelegenheid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Gemeente- en Provinciefonds Buitenland en ontwikkelingshulp Infrastructuur en Milieu Rente staatsschuld Veiligheid en Justitie 17 Overige ministeries afb MILJARD sociale premies Inkomsten van het Rijk (2012, totaal 244 miljard) loon- en inkomstenbelasting btw vennootschapsbelasting opbrengst aardgas accijnzen belastingen op milieu 15 overige belastingen De miljoenennota is een samenvatting van de rijksbegroting. Hierin staan de budgetten waarvan de ministers al hun uitgaven in het komende jaar moeten betalen. De minister van Financiën wil voldoende inkomsten om al deze uitgaven te kunnen betalen, want hij wil liever geen begrotingstekort. Als de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven, is er een begrotingsoverschot. Beperking van het tekort en de schuld 2 In 2011 was de totale productie in Nederland 605 miljard. Gebruik de gegevens in afbeelding 36. a Was er in 2011 een tekort of een overschot op de begroting? Een tekort van 26 miljard. b Bereken het begrotingstekort van 2011 in een percentage van de totale productie in dat jaar. 26 miljard : 605 miljard 100 = 4,3% c Bereken de overheidsschuld van 2011 in een percentage van de totale productie in dat jaar. 391 miljard: 605 miljard 100 = 64,6% d Voldoen deze percentages aan de afspraken in de eurozone? Nee. e Een begrotingstekort betekent extra kosten voor de overheid. Leg dit uit. De extra kosten zijn de hogere rentebetalingen, want door het tekort moet de overheid geld lenen. 84

19 OVERHEID EN BESTUUR afb. 36 Financiën van alle overheidsinstanties samen* jaar begrotingstekort / begrotingsoverschot schuld miljard 258 miljard miljard 266 miljard miljard 256 miljard miljard 259 miljard miljard 348 miljard miljard 347 miljard miljard 370 miljard miljard 391 miljard * De schuld groeit niet met hetzelfde bedrag als het begrotingstekort, bijvoorbeeld doordat de overheid aankopen doet die de schuld verhogen, maar niet meetellen voor het begrotingstekort (zoals de aankoop van ABN-AMRO in 2008). afb. 37 Het begrotingstekort gaat omlaag door hogere belastingen of door lagere overheidsuitgaven. Een bezuiniging betekent minder goede De overheid bestaat uit meer instanties dan het Rijk. Daarom is de schuld van de overheid groter dan de schuld van het Rijk (de staatsschuld). De overheidsschuld groeit bij tekorten op de overheidsvoorzieningen of minder sociale uitkeringen. Hogere belastingen betekenen dat burgers en bedrijven te maken krijgen met hogere lasten. begroting, want dan moet de overheid geld lenen. Dat kost rente in de toekomst en daarom mogen het begrotingstekort en de overheidsschuld niet te hoog oplopen. De landen van de eurozone hebben afgesproken dat het tekort van de overheid maximaal 3 procent van de productie van het land mag zijn, en de overheidsschuld maximaal 60 procent van de productie van het land. Bezuinigen of belastingverhoging 3 De overheid kan een begrotingstekort tegengaan door te Andere inkomsten 4 Stel, de overheid wil meer controle op verkeersovertredingen en hogere boetes. a Welke invloed hebben deze maatregelen op het begrotingstekort? Leg je antwoord uit. Het begrotingstekort daalt, want de inkomsten van het Rijk stijgen door de hogere opbrengst van boetes. b Welk soort inkomsten van de overheid gaat hierdoor omhoog? Niet-belastingmiddelen. bezuinigen en de belastingen te verhogen. Stel, de overheid bezuinigt op de uitgaven voor de bijstand (afb. 37). a Vind je dit een goede manier van bezuinigen? Leg je antwoord uit. Eigen antwoord. Het Rijk ontvangt naast belastinggeld nietbelastingmiddelen. Het gaat bijvoorbeeld om geld voor het aardgas uit de Nederlandse bodem, verkeersboetes en winstuitkeringen van ondernemingen die eigendom zijn van het Rijk. b Zijn de financiële problemen van de overheid op te lossen zonder nadelen? Leg je antwoord uit. Nee, er is altijd wel een groep mensen die nadeel heeft van hogere belastingen of lagere overheidsuitgaven. Ook het geld dat de overheid vraagt voor haar producten en dienstverlening, zoals het paspoort, het rijbewijs en bouwvergunningen, hoort bij de niet-belastingmiddelen. Ga verder met Leren op de volgende bladzijde. 85

20 Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid Beginselen van belastingheffing 5 Stel, de overheid verhoogt het lesgeld op het mbo. a Wat kan de reden zijn voor zo n maatregel? Bijv. de overheid wil bezuinigen op haar uitgaven. b Welk beginsel voor de belasting- en premieheffing past de overheid toe met de verhoging van het lesgeld? Het profijtbeginsel, want alleen de mbo ers die profijt van het onderwijs hebben, betalen meer. c Welk beginsel wordt aangepast bij de heffing van AOWpremie? Het solidariteitsbeginsel, want bijvoorbeeld de werkenden betalen mee aan de uitkeringen voor ouderen. In het vorige hoofdstuk leerde je hoe de overheid bij de sociale verzekeringen het solidariteitsbeginsel toepast. En in paragraaf 4 leerde je hoe de overheid bij de inkomstenbelasting met progressieve belastingheffing het draagkrachtbeginsel toepast. Daarnaast past de overheid ook het profijtbeginsel toe, bijvoorbeeld door volwassenen een bijdrage te vragen voor het gebruik van de bibliotheek. Toepassen 6 In 2012 was er een tekort op de rijksbegroting. Gebruik afbeelding 38 en 39. a Wat was in dat jaar de grootste inkomstenpost van het Rijk? De sociale premies. b Voor welke uitgavenpost waren deze inkomsten bestemd? Bijv. de sociale zekerheid. c Hoeveel was deze inkomstenpost in procenten van de totale inkomsten? Rond af op hele procenten. 92 miljard : 244 miljard 100 = 38% d Welke inkomstenpost hoort bij de nietbelastingmiddelen? Opbrengst aardgas. e Waarom zal deze post in de toekomst vrijwel zeker kleiner worden? Bijv. in de toekomst raakt het aardgas op. afb. 38 Inkomsten van het Rijk in miljarden euro s (2012, totaal 244 miljard) 15 overige belastingen 4 belastingen op milieu 12 accijnzen 12 opbrengst aardgas 16 vennootschapsbelasting 42 btw 92 sociale premies 51 loon- en inkomstenbelasting afb. 39 Uitgaven van het Rijk in miljarden euro s (2012, totaal 257 miljard) 10 Veiligheid en Justitie 17 overige ministeries 10 Rente staatsschuld 75 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 11 Infrastructuur en Milieu 12 Buitenlandse zaken/eu/ ontwikkelingshulp 21 Gemeente- en Provinciefonds 31 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 7 Gebruik afbeelding Sociale zaken en Werkgelegenheid a Wat was in 2012 de grootste uitgavenpost van het Rijk? Volksgezondheid, Welzijn en Sport. b Hoeveel was deze uitgavenpost in procenten van de totale uitgaven? Rond af op hele procenten. 75 miljard : 257 miljard 100 = 29% c Vergelijk afbeelding 38 en 39. Hoe groot was het tekort op de rijksbegroting van 2012? 257 miljard 244 miljard = 13 miljard 8 In afbeelding 40 staan gegevens uit de rijksbegroting in jaar 1. In jaar 2 betaalt het Rijk 4% rente over de staatsschuld aan het begin van dat jaar. De overige uitgaven en de inkomsten zijn in jaar 1 en jaar 2 precies hetzelfde. De overheid gebruikt eventuele overschotten om de staatsschuld af te lossen en eventuele tekorten financiert ze door geld te lenen. Bereken de financiële situatie van het Rijk in jaar 2 en schrijf de uitkomsten in de tabellen. Antwoord in miljarden euro s. Rond af op één decimaal. 86

21 OVERHEID EN BESTUUR afb. 40 Uitgaven en ontvangsten van de rijksoverheid in miljarden euro s jaar 1 jaar 2 uitgaven excl. rente en afl. 170,3 rente 22,2 uitgaven excl. aflossing ontvangsten tekort op de begroting 192,5 178,1 14, ,3 15,3 185,6 178,1 7,5 De staatsschuld in miljarden euro s jaar 1 jaar 2 staatsschuld begin jaar 369,3 toename schuld 14,4 staatsschuld eind jaar 383, ,7 7,5 391,2 9 In de gemeente Wilgenwaard zijn de meeste mensen voorstander van het profijtbeginsel. Daarom verhoogt de gemeente de tarieven voor visaktes, muzieklessen, het ophalen van het huisvuil en voor de paspoorten. Geef een argument voor het toepassen van het profijtbeginsel. Bijv. je betaalt alleen voor diensten van de overheid als je er gebruik van maakt. 10 Afbeelding 41 geeft informatie over de financiële situatie van de rijksoverheid in een jaar. a Hoeveel moet de rijksoverheid lenen om alle betalingen te kunnen doen? 250 miljard + 30 miljard 260 miljard = 20 miljard b Bereken de rente op de staatsschuld in dat jaar. 400 miljard : = 16 miljard c Bereken de aflossing op de staatsschuld in dat jaar. 30 miljard 16 miljard = 14 miljard d Bereken de hoogte van de staatsschuld na het bijlenen en aflossen. 400 miljard + 20 miljard 14 miljard = 406 miljard + + afb. 41 Thuiswerkopdracht Bericht over de overheidsschuld De schuld van de Nederlandse overheid is meer dan 400 miljard euro en daar moeten elk jaar miljarden euro s rente over betaald worden. In de krant staan regelmatig berichten over de Nederlandse overheidsschuld. Zo n bericht gaat bijvoorbeeld over het stijgen of het dalen ervan, over de rente, over de betaalbaarheid van de schuld, over de noodzaak van bezuinigen om de schuld terug te brengen, enzovoort. Je gaat hierover een krantenbericht opzoeken, bewerken, samenvatten, toelichten en voorzien van commentaar. Gebruik werkblad vmbo-k 3.5 examenklas. Samenvatting en begrippen begint op bladzijde 90. Maak de oefentoets bij deze paragraaf. Maak de adviestoets bij dit hoofdstuk. Maak in overleg met je docent de eindtoets bij dit hoofdstuk. 87

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst. Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Belastingen op aankopen Geld voor de overheid Berekening btw Btw = belasting toegevoegde waarde. De consument betaalt aan de winkelier het verkoopbedrag + de btw. Dit noemt men

Nadere informatie

3 Geld voor de overheid

3 Geld voor de overheid VERRIJKINGSDEEL 3 Geld voor de overheid 1 Belastingen op aankopen 42 2 Belastingen en de auto 44 3 Geld voor de gemeente 46 4 Belastingen op inkomsten 48 5 Plussen en minnen 50 6 Nog een rondje boxen 52

Nadere informatie

3 Geld voor de overheid

3 Geld voor de overheid OVERHEID EN BESTUUR 3 Geld voor de overheid 1 Btw 60 2 Accijnzen 64 3 Loon- en inkomstenbelasting 68 4 Motorrijtuigenbelasting 72 5 Geld voor de gemeente 76 Rekentrainer 80 Samenvatting en begrippen 82

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting. Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H6 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H6 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H6 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 6 Overheid overbodig? Paragraaf 6.1

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL - COMPEX

Examen VMBO-GL en TL - COMPEX Examen VMBO-GL en TL - COMPEX 2008 tijdvak 1 woensdag 28 mei totale examentijd 2 uur economie CSE GL en TL COMPEX Vragen 1 tot en met 22 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. De heilige koe Bij de beantwoording van de vragen 1 tot en met 5 moet je soms gebruikmaken van de informatiebronnen 1 en 2. Nederlanders

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 Belastingdienst 15 2015 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 IB 331-1B51PL Deze aanvullende toelichting hoort bij de M aangifte 2015. In het Overzicht inkomsten

Nadere informatie

Economie Elementaire economie 3 VWO

Economie Elementaire economie 3 VWO Economie Elementaire economie 3 VWO Les 13 Introductie overheid Ontwerp power point: Henk Douna docent: Jeannette de Beus De komende weken: de overheid Consumenten De markt Producenten Bijvoorbeeld Goederenmarkt

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

Als u 65 jaar of ouder bent

Als u 65 jaar of ouder bent 2007 Als u 65 jaar of t Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belasting en premie volksverzekeringen. Deze gevolgen hebben bijvoorbeeld betrekking op uw belastingtarief, uw heffingskortingen,

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven vmbo-b34

Inkomsten en uitgaven vmbo-b34 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 27 september 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/73698 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke

Nadere informatie

Inkomsten overheid vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Inkomsten overheid vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 05 September 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62183 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/73698

Inkomsten en uitgaven vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/73698 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 March 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73698 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven vmbo-b34

Inkomsten en uitgaven vmbo-b34 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 15 september 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/73698 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december 2002 5,6 76 keer beoordeeld Vak Economie Iedereen heeft met geld te maken, jong en oud. Jongeren misschien wat minder dan oudere mensen, maar

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen; Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen

Nadere informatie

Wonen in Nederland en werken in Duitsland

Wonen in Nederland en werken in Duitsland 12345 20 Aanvullende toelichting Bij aangifte inkomstenbelasting 20 Wordt deze aanvullende toelichting gebruikt voor het invullen van een F-biljet? Dan wordt met u, uw of uzelf de overleden belastingplichtige

Nadere informatie

Leuker kunnen we het niet maken

Leuker kunnen we het niet maken Leuker kunnen we het niet maken Belastingen: blij met een blauwe envelop? De beruchte blauwe envelop belastingaangifte! De overheid heeft het recht om heffingen aan burgers op te leggen om inkomsten te

Nadere informatie

Heffingskortingen 2016

Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor betaalt een belastingplichtige minder belasting en premies. Een heffingskorting is

Nadere informatie

Antwoorden 200% Economie voor het vmbo. Hoofdstuk 4: Nederland en buitenland. 4.1 Ik betaal belasting

Antwoorden 200% Economie voor het vmbo. Hoofdstuk 4: Nederland en buitenland. 4.1 Ik betaal belasting Antwoorden 200% Economie voor het vmbo Hoofdstuk 4: Nederland en buitenland KIJK a Het soort geld waarmee je betaalt (valuta) en het paspoort. b - c Het vliegtuig en de plant. d Vliegtuigen zijn erg slecht

Nadere informatie

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk door een scholier 1702 woorden 21 maart 2001 6,3 131 keer beoordeeld Vak Economie VOORAF. Deze brochure is geschreven voor een modaal gezin en een gezin

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde A Vergelijking Benzine, LPG en Diesel

Praktische opdracht Wiskunde A Vergelijking Benzine, LPG en Diesel Praktische opdracht Wiskunde A Vergelijking Benzine, LPG en Diesel Praktische-opdracht door een scholier 1765 woorden 10 december 2006 5,6 11 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding: Wij doen ons wiskunde

Nadere informatie

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%

A. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100% Samenvatting door een scholier 475 woorden 11 juni 2001 3,3 107 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 Productie door de overheid Paragraaf 1 Collectieve sector: 1. Overheid (Rijk, provincies,

Nadere informatie

Wat verandert er in 2014?

Wat verandert er in 2014? Wat verandert er in 2014? In 2014 veranderen een aantal belastingregels en zijn er veranderingen voor toeslagen. Zo kunt u nog maar 1 rekeningnummer gebruiken voor de meeste belastingteruggaven en toeslagen.

Nadere informatie

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven

Nadere informatie

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels.

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels. Samenvatting door A. 952 woorden 14 juni 2013 6,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie 1 De collectieve sector: Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 tijdvak 1 vrijdag 28 mei 9.00-10.30 uur ECONOMIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit

Nadere informatie

Computeropdracht 'de overheid'

Computeropdracht 'de overheid' Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres ilvy van grunsven 26 May 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/61504 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Wonen in Nederland en werken in Duitsland

Wonen in Nederland en werken in Duitsland 12345 20 Aanvullende toelichting bij aangifte inkomstenbelasting 20 Woonde u in 20 in Nederland, maar werkte u? Dan betaalde u meestal belasting en was u daar ook verzekerd voor de sociale verzekeringen.

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2007 tijdvak 1 economie CSE GL en TL 700013-1-608b De goedkoopste auto van Nederland Informatiebron 1: Advertentie Daihatsu Cuore Wist u dat Daihatsu de kroon spant wanneer we praten

Nadere informatie

WHITE PAPER AANGIFTE INKOMSTENBELASTING

WHITE PAPER AANGIFTE INKOMSTENBELASTING WHITE PAPER AANGIFTE INKOMSTENBELASTING Laatste update: 1-03-2019 HI! Wanneer je als freelancer aan de slag gaat, ben je verplicht om één keer per jaar je inkomstenbelasting aan te geven bij de Belastingdienst.

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

3 Oudere kinderen brengen hogere kosten met zich mee (bijvoorbeeld voor school, sportclub, hun kleding is duurder).

3 Oudere kinderen brengen hogere kosten met zich mee (bijvoorbeeld voor school, sportclub, hun kleding is duurder). Hoofdstuk 7 De overheid voor ons allemaal Intro Hoeveel kinderbijslag krijgt u? 1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: - Ja, want de kosten voor een kind zijn voor iedereen ongeveer gelijk. - Nee, want mensen

Nadere informatie

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. HET GROTE ONDERNEMERSSPEL 1 B 2 A 3 maximumscore 2 Voorbeeld van een juiste berekening: Loonkosten in twee jaar:

Nadere informatie

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland Vakblad Grensoverschrijdend Werken nr. 20, februari 2019 www.grensoverschrijdendwerken.nl Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland Auteur: Nicole M.S.H. Janssen, werkzaam

Nadere informatie

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126) 2008 Als u gaat scheiden Als u gaat scheiden, heeft dit gevolgen voor de belasting van u en uw echtgenoot. Voor de belastingheffing wordt u als gescheiden beschouwd, als u niet meer bij elkaar woont. Om

Nadere informatie

3 De overheid geeft veel geld uit. Het geld daarvoor ontvangt de overheid van burgers en bedrijven die aan de overheid belasting moeten betalen.

3 De overheid geeft veel geld uit. Het geld daarvoor ontvangt de overheid van burgers en bedrijven die aan de overheid belasting moeten betalen. Hoofdstuk 6: Kan de overheid dat regelen? Weer naar school. a Leerplicht geldt voor kinderen tot en met het leerjaar waarin zij 16 jaar worden. Na het laatste schooljaar van de leerplicht begint de kwalificatieplicht.

Nadere informatie

1 Belastingjaar 2016

1 Belastingjaar 2016 Tarief box 1 (werk en woning) Het tarief voor het belastbaar inkomen uit werk en woning is een oplopend tarief met 4 schijven. Belastingplichtige gaat naar verhouding meer belasting betalen als zijn inkomen

Nadere informatie

Overzicht tarieven box 1. Belastingjaar 2017

Overzicht tarieven box 1. Belastingjaar 2017 Overzicht tarieven box 1 Belastingjaar 2017 1 Belastingjaar 2017 Tarief box 1 (werk en woning) Het tarief voor het belastbaar inkomen uit werk en woning is een oplopend tarief met 4 schijven. Belastingplichtige

Nadere informatie

Belastingplan 2016 in teken van lagere lasten op arbeid

Belastingplan 2016 in teken van lagere lasten op arbeid PAG 2 HOGER HEFFINGSVRIJ VERMOGEN IN BOX 3 PAG 3 WIJZIGING AANMERKELIJK BELANG EN EMIGRATIE PAG 4 AANPASSING AUTOBELASTINGEN PAG 5 VERLAGING TWEEDE EN DERDE SCHIJF EN VERLENGING DERDE SCHIJF PAG 6 SNELLERE

Nadere informatie

Inkomsten overheid vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Inkomsten overheid vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 24 August 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73818 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein

Nadere informatie

personen-/bestelauto s benzine diesel LPG volledig tarief volledig tarief

personen-/bestelauto s benzine diesel LPG volledig tarief volledig tarief AUTOBELASTINGEN 2014 MRB Nul-tarief MRB voor zeer zuinige auto s stopt 1 januari 2014 Het nul-tarief motorrijtuigenbelasting dat in 2010 is ingevoerd voor zeer zuinige auto s stopt per 1 januari 2014.

Nadere informatie

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

HRo - Loonbelasting -- Deel 4 Loonheffing les 4 programma Loonheffingen Wanneer wordt het loon genoten? Tarieven Loonheffingskorting Tabellen Loonberekening Tabel bijzondere beloningen Loonheffingen en genietingsmoment Wij onderscheiden:

Nadere informatie

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

HRo - Loonbelasting -- Deel 4 Loonheffing les 4 programma Loonheffingen Wanneer wordt het loon genoten? Tarieven Loonheffingskorting Loonheffingen en genietingsmoment Wij onderscheiden: loonbelasting premies volksverzekeringen inkomensafhankelijke

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

6,2. Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april keer beoordeeld. Inleiding

6,2. Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april keer beoordeeld. Inleiding Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april 2002 6,2 212 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding In dit werkstuk vindt je allerlei informatie over geldzaken. Van zakgeld tot bijbaantjes, van geld uitgeven

Nadere informatie

3,6. Werkstuk door een scholier 1107 woorden 16 december keer beoordeeld

3,6. Werkstuk door een scholier 1107 woorden 16 december keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1107 woorden 16 december 2001 3,6 128 keer beoordeeld Vak Economie 1 VOORWOORD Ik vond het leuk om dit verslag te maken. De jongerensite was compact en niet zo uitgebreid als

Nadere informatie

Ontwikkeling provinciale belasting

Ontwikkeling provinciale belasting Ontwikkeling provinciale belasting 2015-2019 C. Hoeben COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Faculteit

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2

6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni 2010 6,1 13 keer beoordeeld Vak Economie De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 De rijksoverheid is onderdeel van de collectieve sector. Om de uitgaven

Nadere informatie

Kaarten module 4 derde klas

Kaarten module 4 derde klas 1. Uit welke twee onderdelen bestaan de totale kosten? 2. Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 3. Geef 2 voorbeelden van vaste (of constante) kosten. 4. Waar is de totale winst gelijk aan? 5. Geef

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1972 woorden 21 april 2005 7,1 35 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 onder de collectieve sector wordt de overheid

Nadere informatie

Bijlage WFTNIVO examens 2012. Bijlage WFTNIVO examens 2012. Inhoud. Belastingtarief box 2 en 3

Bijlage WFTNIVO examens 2012. Bijlage WFTNIVO examens 2012. Inhoud. Belastingtarief box 2 en 3 Inhoud - Schijventarief box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning) p.1 - Belastingtarief box 2 en 3 p.2 - Heffingskortingen p.2 - Bijtelling p.3 - Percentages eigenwoningforfait p.3 - Vrijstellingen

Nadere informatie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie Nieuwsbrief 2018, 7 e jaargang, 13 e editie Inhoud 1. Verhoging lage BTW-tarief van 6% naar 9% 2. Veranderingen vennootschapsbelasting en dividendbelasting box 2 3. Overige wijzigingen 4. Eindejaarstips

Nadere informatie

Als u gaat samenwonen

Als u gaat samenwonen 2 7 Als u gaat samenwonen Als u gaat samenwonen, kan dit gevolgen hebben voor de belasting die u en uw huisgenoot betalen. Welke gevolgen dat precies zijn, hangt af van uw persoonlijke situatie. Samenwonen

Nadere informatie

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019) Als u gaat scheiden Als u gaat scheiden, heeft dit gevolgen voor de belasting van u en uw echtgenoot. Voor de belastingheffing wordt u als gescheiden beschouwd, als u niet meer bij elkaar woont. Om welke

Nadere informatie

COELO Woonlastenmonitor 2008

COELO Woonlastenmonitor 2008 COELO Woonlastenmonitor 2008 Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden coelo, Groningen 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

COELO Woonlastenmonitor 2009

COELO Woonlastenmonitor 2009 COELO Woonlastenmonitor 2009 Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden coelo, Groningen 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Je hebt het recht om tot 14 dagen na levering van de koop af te zien. De koopovereenkomst kan ongeldig worden verklaard als:

Je hebt het recht om tot 14 dagen na levering van de koop af te zien. De koopovereenkomst kan ongeldig worden verklaard als: Samenvatting door een scholier 886 woorden 20 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economisch bekeken Marketingmix bestaat uit 6 P's Prijsbeleid Plaatsbeleid Productbeleid Promotiebeleid Presentatiebeleid

Nadere informatie

Syllabus. IB en het cafetariasysteem - uitwerkingen

Syllabus. IB en het cafetariasysteem - uitwerkingen Syllabus IB en het cafetariasysteem - uitwerkingen 2017 Uitwerking casus 1 1. Berekening loonheffing Loon uit tegenwoordige arbeid 39.071,00 Verschuldigde belasting uit werk Schijf 1 8,40% x 19.922,00

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Economie Economische crisis

Sectorwerkstuk Economie Economische crisis Sectorwerkstuk Economie Economische crisis Sectorwerkstuk door A. 2214 woorden 2 februari 2013 6,6 119 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Deelvraag 1: Wat zijn de oorzaken van de Economische

Nadere informatie

Lesbrief Laat geen geld liggen

Lesbrief Laat geen geld liggen Lesbrief Laat geen geld liggen IK WIST HET NIET DAT HET ZO MAKKELIJK WAS» HOE DOE JE AANGIFTE?» Laat geen geld liggen 1 Ik wist niet dat het zo makkelijk was! In de bijbehorende lesbrief lees je over het

Nadere informatie

Belasting besparen met Deelstra Jansen

Belasting besparen met Deelstra Jansen Belasting besparen met Deelstra Jansen Onderneming Voor jezelf beginnen, een onderneming starten, is een keuze. Als je die keuze maakt, moet je een reden hebben, een doel en de middelen. En je moet weten

Nadere informatie

Miljoenennota in begrijpelijke taal

Miljoenennota in begrijpelijke taal Samenvatting Miljoenennota in begrijpelijke taal D66 krijgt het voor elkaar 20180920102008_1837.adpro.indd 1 9/20/2018 10:20:25 AM Wat is de Miljoenennota? 2 Elk jaar presenteert de minister van Financiën

Nadere informatie

Duurzame voordelen van Volkswagen

Duurzame voordelen van Volkswagen Duurzame voordelen van Volkswagen Wat betekenen de fiscale regelingen voor u? Vanwege uiteenlopende factoren is de regelgeving vanuit de overheid omtrent autogebruik en -bezit nogal aan veranderingen onderhevig.

Nadere informatie

Oefentoets Klas: havo 3 / vwo 3

Oefentoets Klas: havo 3 / vwo 3 Oefentoets Klas: havo 3 / vwo 3 Vak: economie Toets over: h1 en h2 Lesbrief: kopen en werken Hulpmiddelen: gewone rekenmachine DEZE OEFENTOETS BESTAAT UIT 8 OPGAVEN! Opgave 1 Begrippen 1 Noem alle productiefactoren

Nadere informatie

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN EINDTOETS HOOFDSTUK 5 RONDKOMEN ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 TOETS 1 RONDKOMEN 1 Prioriteiten stellen. 2 B 3 2,55 + 2,80 = 5,35 4 52 27 : 12 + 95 : 2 + 40,50 : 3 + 25 = 203. 5 A 3; B 4; C 2; D 1.

Nadere informatie

Nog niet verstuurd. Eigen kopie, niet opsturen. Aangifte Inkomstenbelasting Formulierenversie IB 650E 2Z71 OLAV. Afgedrukt op

Nog niet verstuurd. Eigen kopie, niet opsturen. Aangifte Inkomstenbelasting Formulierenversie IB 650E 2Z71 OLAV. Afgedrukt op Eigen kopie, niet opsturen Aangifte Inkomstenbelasting 2017 Formulierenversie IB 650E 2Z71 OLAV Afgedrukt op 30-3-2018 Nog niet verstuurd Burgerservicenummer 144314514 Persoonlijke gegevens van Persoonlijke

Nadere informatie

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee.

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee. MILJOENENNOTA 2014 special De miljoenennota en uw portemonnee. inkomsten 249,1 miljard uitgaven 267,0 miljard Het kabinet heeft op Prinsjesdag bekend gemaakt hoe de begroting, met daarin het bezuinigingspakket

Nadere informatie

5.4. Praktische-opdracht door een scholier 2046 woorden 9 mei keer beoordeeld. Wiskunde A

5.4. Praktische-opdracht door een scholier 2046 woorden 9 mei keer beoordeeld. Wiskunde A Praktische-opdracht door een scholier 2046 woorden 9 mei 2006 5.4 23 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding De opdracht was het vergelijken van de jaarlijkse kosten van één type auto (naar eigen keuze)

Nadere informatie

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen 4. Lokale Heffingen Kader De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Ze raken de burgers heel

Nadere informatie

Betalingskorting. Op uw belastingaanslag

Betalingskorting. Op uw belastingaanslag Betalingskorting Op uw belastingaanslag Als u een belastingaanslag in termijnen mag betalen, krijgt u in bepaalde gevallen betalingskorting aangeboden. De betalingskorting mag u aftrekken van het bedrag

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

Lesbrief Iedereen betaalt belasting

Lesbrief Iedereen betaalt belasting Lesbrief Iedereen betaalt belasting inleiding Iedereen betaalt belasting» waar komt het geld vandaan?» waar gaat het geld naar toe?» nederland, europa en de wereld» Iedereen betaalt belasting 1 Iedereen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. De goedkoopste auto van Nederland 1 B 2 maximumscore 1 7.498-2.024 = 5.474 3 maximumscore 2 De brandstofkosten

Nadere informatie

Autokosten en uw onderneming Spelregels kostenaftrek, BTW verrekening, privé bijtelling

Autokosten en uw onderneming Spelregels kostenaftrek, BTW verrekening, privé bijtelling Autokosten en uw onderneming Spelregels kostenaftrek, BTW verrekening, privé bijtelling (bron: belastingdienst.nl augustus 2012) Als ondernemer hebt u misschien een personenauto of een bestelauto nodig

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2013. Uitgave januari

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2013. Uitgave januari Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2013 Uitgave januari 1 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Omzet: Het totale geldbedrag dat voor de verkochte goederen is ontvangen in een bepaalde periode.

Omzet: Het totale geldbedrag dat voor de verkochte goederen is ontvangen in een bepaalde periode. Samenvatting door een scholier 1226 woorden 18 juni 2012 6 5 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting: Economie H9 Omzet, kosten en winst 9.1 Afzet, prijs en omzet Afzet: De hoeveelheid verkochte goederen

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

Belastingaangifte IB 2015: Gevorderden

Belastingaangifte IB 2015: Gevorderden Belastingaangifte IB 2015: Gevorderden Case 5G: Ellis Pinkel. Doelstelling: Alleenstaande ouderkorting vervallen. Studiekosten. Toeslagen. Ellis Pinkel heeft een afspraak gemaakt om haar aangifte 2015

Nadere informatie

Eigen bijdrage 2016. Verblijf in een zorginstelling Persoonsgebonden budget Wlz Volledig of modulair pakket thuis Beschermd wonen

Eigen bijdrage 2016. Verblijf in een zorginstelling Persoonsgebonden budget Wlz Volledig of modulair pakket thuis Beschermd wonen Eigen bijdrage 2016 Verblijf in een zorginstelling Persoonsgebonden budget Wlz Volledig of modulair pakket thuis Beschermd wonen Deze folder gaat over de eigen bijdrage voor zorg vanuit de Wet langdurige

Nadere informatie

INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING

INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING ECONOMIE VMBO 3 VMBO TL 1 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1: Box 1 berekenen Hoofdstuk 2: Box 3 berekenen Hoofdstuk 3: Alles bij elkaar Hoofdstuk 4: Handleiding

Nadere informatie

Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. De goedkoopste auto van Nederland 1 B 2 maximumscore 1 7.498-2.024 = 5.474 3 maximumscore 2 De brandstofkosten

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Autobelastingen vanaf 2012 De meest gestelde vragen

Autobelastingen vanaf 2012 De meest gestelde vragen Autobelastingen vanaf 2012 De meest gestelde vragen Wat betekent bijtelling voor u? Vanwege uiteenlopende factoren is de regelgeving vanuit de overheid omtrent autogebruik en -bezit nogal aan veranderingen

Nadere informatie

... 1% = 1/100 = 0,01 = 1 van de % = 2/10 = 0,2 = 20 van de % = 1/4 = 0,25 = 25 van de % = 1/2 = 0,5 = 50 van de 100

... 1% = 1/100 = 0,01 = 1 van de % = 2/10 = 0,2 = 20 van de % = 1/4 = 0,25 = 25 van de % = 1/2 = 0,5 = 50 van de 100 3.4 Procenten Procenten worden in de retail veel gebruikt, bijvoorbeeld om btw of kortingen te berekenen. Procenten geven een verhouding aan tussen het geheel (100%) en een deel hiervan (bijvoorbeeld 10%

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Samenvatting Miljoenennota Hoofdpunten beleid mln. 100 mln. 92 mln. 63 mln. 1,9 mld. 1,2 mld. 1,0 mld. 0,5 mld

Samenvatting Miljoenennota Hoofdpunten beleid mln. 100 mln. 92 mln. 63 mln. 1,9 mld. 1,2 mld. 1,0 mld. 0,5 mld Samenvatting Miljoenennota 219 Hoofdpunten beleid 219 Prioriteiten en actualiteiten Lager volume gaswinning 3 mln Ondersteuning regio Groningen 1 mln Voorbereiding brexit bij Douane en NVWA 92 mln Oprichting

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012 Belastingdienst Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012 Uitgave januari LH 099-1T21FD Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/ premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie

Nadere informatie