U P P E R UTRECHT PHARMACY PANEL for EDUCATION and RESEARCH

Transcriptie

1 U P P E R UTRECHT PHARMACY PANEL for EDUCATION and RESEARCH N i e u w s b r i e f 5 U ontvangt hierbij de vijfde UPPER-Nieuwsbrief, met daarin informatie over stages en praktijkonderzoek vanuit Farmaceutische Wetenschappen in Utrecht. In deze nieuwsbrief vindt u uiteraard weer het nieuwe stagerooster. Verder een artikel over het bachelorwerkstuk dat studenten voor het afronden van hun bachelorfase moeten maken en een artikel over de apotheekgame. Dit is een competitief spel waarin studenten in een nagebouwde apotheekomgeving leren omgaan met vragen en problemen uit de beroepspraktijk. En u kunt zelf meespelen! In deze nieuwsbrief is er ook weer uitgebreid aandacht voor praktijkonderzoek waar apothekers uit het UPPER-netwerk aan bijdragen. Hun medewerking wordt zeer op prijs gesteld. Zo geven we informatie over praktijkonderzoek tijdens de hoofdstage en presenteren we het eerste onderzoek dat op deze manier wordt uitgevoerd. Ook is er weer aandacht voor het PIAMA-onderzoek en een onderzoek naar de behandeling van PCD, dat wordt uitgevoerd door de Wetenschapswinkel Geneesmiddelen in Utrecht. Ook willen we alvast een tipje van de sluier oplichten van de plannen van UPPER voor het inrichten van een virtueel kenniscentrum (VKC), waarin apothekers, studenten en onderzoekers de gelegenheid krijgen informatie te vinden, kennis uit te wisselen, samen aan documenten te werken en te discussiëren over allerlei aspecten van de beroepspraktijk. We doen wederom een oproep voor het indienen van vragen uit de beroepspraktijk in het kader van onze prijsvraag Win een UPPER-onderzoek. De vraag die de beste aanknopingspunten biedt voor het opzetten voor de praktijkonderzoek zal worden bekroond met de UPPER-Stimuleringsprijs De winnaar zal worden bekendgemaakt tijdens de komende UPPER-bijeenkomst voor stagebegeleiders. Deze zal plaatsvinden op woensdag 13 juni Op het aparte inlegvel bij deze nieuwsbrief treft u het programma aan en een inschrijfformulier voor de bijeenkomst. Wij wensen u veel leesplezier! Het UPPER-team UPPER Postbus TB Utrecht Bezoekadres: Wentgebouw Sorbonnelaan 16, Utrecht stage@pharm.uu.nl upper@pharm.uu.nl Inhoud Bachelorwerkstuk maken in uw apotheek? Apotheekgame, een nieuw onderdeel van de apothekersopleiding Praktijkonderzoek tijdens de hoofdstages Intake van nieuwe patiënten in de openbare apotheek PIAMA-onderzoek Behandeling van PCD: ervaringen van patiënten UPPER als virtueel kenniscentrum UPPER- Stimuleringsprijs 2007: Win een onderzoek! MEI 2007 Universiteit Utrecht

2 2 colofon Deze nieuwsbrief wordt verzonden aan alle leden van het UPPER-netwerk. Aan het UPPER-netwerk nemen deel personen en instanties die hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in de ontwikkelingen rond praktijkstages van de Utrechtse apothekersopleiding en/of farmaceutisch praktijkonderzoek. In het kader van de samenwerking van de Universiteit Utrecht en Kring-apotheken ontvangen ook alle Kring-apothekers in Nederland deze nieuwsbrief. Tenslotte wordt deze nieuwsbrief verzonden aan alle apotheken en apotheekhoudende huisartsen die deelnemen aan het PIAMA-onderzoek. UPPER/stagebureau Met vragen over praktijkstages kunt u terecht bij Helma van der Horst (praktisch) dan wel bij Lyda Blom (inhoudelijke vragen/problemen). Als u ons wilt benaderen voor stagezaken kunt u dit doen per stage@pharm.uu.nl; telefoon: of fax: UPPER/onderzoeksbureau Vragen over onderzoek kunt u voorleggen aan Willem Rump (praktisch) of Fred de Koning (inhoudelijk). upper@pharm.uu.nl, telefoon , fax Voor vragen rond een onderzoek waaraan u deelneemt, kunt u vaak ook direct de vermelde onderzoeker benaderen. Bezoekadres UPPER: Wentgebouw, Sorbonnelaan 16, Utrecht, kamer Z813. Postadres: UPPER, F&F, Postbus , 3508 TB Utrecht. doen per e mail: upper@pharm.uu.nl. Tel: Missie van UPPER UPPER stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan evidence-based practice (EBP) in de farmaceutische beroepspraktijk. Om de missie te verwezenlijken wil UPPER een organisatie zijn die: een netwerk van apothekers en apotheken onderhoudt met als doel het uitwisselen van kennis en expertise tussen apothekers onderling en tussen apothekers en de universiteit; onderzoekers en apothekers ondersteunt bij het uitvoeren van praktijkonderzoek; studenten en docenten ondersteunt bij het plannen, realiseren en evalueren van apotheekstages in het kader van de opleiding tot apotheker. Wijzigingen in uw / bezoekadres of contactpersoon Indien er wijzigingen zijn in uw adres ( /bezoekadres) of van contactpersonen, vernemen we dat graag van u. U kunt dit doorgeven aan upper@pharm.uu.nl of zelf wijzigen nadat u ingelogd hebt op de UPPER-website. Stagerooster studiejaar Het nieuwe academisch jaar begint voor ons departement op 3 september. De planning van de kennismakingsstages (studiejaar 4) en hoofdstages (studiejaar 6) is inmiddels vastgesteld. De kans dat u een stagiair zult begeleiden wordt bepaald door enerzijds de aantallen studenten en anderzijds de voorkeuren van studenten voor een stageadres. Indien een student bij u in de apotheek stage wil komen lopen, krijgt u van ons altijd vooraf een bericht hierover. Dit gebeurt zowel per als per brief. In deze aanvraag staan ook de data van de (verplichte) terugkomdagen vermeld. Op deze dagen is de student niet in de apotheek aanwezig. Als u gedurende een bepaalde periode geen stagiairs wilt of kunt begeleiden en u weet dat van tevoren, dan vernemen we dat graag van u, zodat we de studenten hierover correct kunnen informeren. Openbare farmacie: kennismakingsstage (2x 3 weken) 8-26 oktober 2007 (periode 1) en 4-22 december 2007 (periode 2): 120 studenten; 17 maart april 2008 (periode 1) en 19 mei juni 2008 (periode 2): 60 studenten. Ziekenhuisfarmacie: kennismakingsstage (1 week) De planning van deze stage wordt u per periode per mail bekendgemaakt. Naar verwachting betreft het de maanden januari, april, juni (in totaal 120 studenten). Openbare farmacie: hoofdstage (6 weken) 10 december januari 2008 (inclusief 2 weken kerstvakantie): 18 studenten; 18 februari maart 2008: 38 studenten; 21 april mei 2008: 38 studenten. Ziekenhuisfarmacie: hoofdstage (8 weken) 3 september oktober 2007: een zeer klein aantal studenten; 15 oktober december 2007: 18 studenten; 7 januari maart 2008: 36 studenten; 7 april mei 2008: 36 studenten. Keuzestage (5 weken) Deze stage wordt in principe als laatste stage gevolgd. 4 februari maart 2008: 20 studenten; 2 juni juli 2008: 76 studenten.

3 U P P E R 3 Bachelorwerkstuk maken in uw apotheek? De studie farmacie bestaat uit een bachelorfase die 3 jaar duurt, daarna volgt de 3 jarige masterfase. In het laatste jaar van de bachelorfase maakt de student een zogenaamd bachelorwerkstuk, wat een persoonlijk afstudeerproject is. Voor dit studieonderdeel zijn minimaal 5 weken studietijd beschikbaar, soms wordt het uitgebreid tot 10 weken. De student mag zelf het onderwerp kiezen en soms kiezen studenten voor een project in de apotheek en benaderen zij u daarvoor. Dit gebeurt buiten het stagebureau om. Het gaat namelijk niet om een apotheekstage maar om een individueel keuzeproject van een student die iets wil bekijken of onderzoeken in een apotheek. Omdat u hiermee geconfronteerd kunt worden, geven we u hierover wat achtergrondinformatie. Eisen bachelorwerkstuk Als het bachelorwerkstuk begeleid wordt buiten de opleiding (bijvoorbeeld in een apotheek), is er naast deze externe begeleider ook een interne docent die als examinator optreedt en de verantwoordelijkheid draagt voor het niveau van het project. De examinator volgt het project, stuurt zonodig bij en is verantwoordelijk voor de eindbeoordeling. De student zoekt zelf een geschikte interne begeleider. Als apotheker weet u dus, dat u er niet alleen voor staat wat de begeleiding en beoordeling van de student betreft. Er moet een tastbaar eindproduct zijn, bijvoorbeeld een onderzoeksrapport, protocol, etc. Daarnaast zorgt de student voor een rapportage over de tijdsbesteding. De examinator ziet erop toe dat geen plagiaat wordt gepleegd. Dit wordt gedaan door de student zijn/haar eindproduct als elektronische versie te laten insturen via een site die hierop controleert ( We hopen u met deze informatie enig houvast te bieden voor het geval een bachelorstudent bij u aanklopt met zijn/haar vraag terwijl u van het stagebureau helemaal niets heeft vernomen. Mogelijk gebruikt de student het woord apotheekstage, zonder zich te realiseren dat dit voor u de associatie oproept met de verplichte apotheekstages in de masterfase. Als het inderdaad gaat om een bachelorwerkstuk, hoeft u ons dit alleen te melden indien in die periode daardoor geen stagiair bij u kan worden geplaatst. U kunt ons dan laten weten dat wij uw apotheek even moeten blokkeren voor de reguliere vierde- en zesdejaars stagiairs. Als u meer wilt weten over dit onderwerp, kunt u contact met ons opnemen. Apotheek Cattenhage tijdens de apotheekgame.

4 4 Apotheekgame, een nieuw onderdeel van de apothekersopleiding Aan het einde van de opleiding, vlak voordat zij beginnen met de hoofdstage openbare farmacie, volgen studenten de apotheekgame GIMMICS. Gedurende 4 weken functioneren zij in groepen van zes studenten als een apotheekteam. De taakverdeling binnen het team rouleert daarbij, zodat de studenten allemaal ervaring op doen als 1e apotheker, 2e apotheker of apothekers assistent. Tijdens de gameperiode, krijgen de apotheekteams te maken met allerlei praktijksituaties uit met name de openbare farmacie. Er worden recepten aangeboden, artsen bellen op en patiënten komen langs om hun medicatie op te halen. Ieder team wordt beoordeeld op zijn/haar adviezen, werkwijze, jaarplan, de SWOT analyse van de apotheek, etc. Op grond van dit functioneren, krijgen de apotheken er patiënten bij of ze verliezen een deel van hun patiënten. Het uiteindelijke patiëntenaantal aan het einde van de gameperiode is bepalend voor de beslissing welk apotheekteam de winnaar is. In deze Nieuwsbrief ziet u enkele foto s van studenten die bezig zijn met de apotheekgame. Wilt u meer weten over dit onderwijs, of vindt u het leuk om hieraan een bijdrage te leveren door een praktijkcasus aan te leveren, op bezoek te komen of per / telefonisch mee te doen, dan bent u van harte welkom. U zult dan worden ingeroosterd als arts, collega, inspecteur of patiënt. U kunt hiervoor contact opnemen met mw. dr. Aukje Mantel, tel (dinsdag, woensdag of donderdag), a.k.mantel@uu.nl. Meer informatie over dit studieonderdeel vindt u op de site Praktijkonderzoek tijdens de hoofdstages Regelmatig vinden er praktijkonderzoeken plaats waar studenten aan meewerken. Vanaf 2007 zal praktijkonderzoek structureel deel gaan uitmaken van één van de hoofdstages. De bedoeling is om studenten ervaring te laten opdoen met praktijkonderzoek en hen te motiveren later als zijzelf praktijkapotheker zijn - eveneens hieraan mee te werken. Op deze wijze kunnen zij bijdragen aan een beroepsuitoefening, waar wetenschappelijk onderzoek mee verweven is (evidence based practice). Maar is daarvoor wel tijd beschikbaar tijdens de stages, zult u denken. Wij denken van wel en willen dit graag toelichten. Studenten gaan niet zelf een project bedenken, maar lopen mee in een onderzoeksproject dat vanuit UPPER wordt geïnitieerd. Bij voorkeur zijn dit onderdelen van promotieonderzoeken, zodat er een direct betrokkene is (bijvoorbeeld de promovendus) voor het beantwoorden van vragen van studenten. De student vervult een rol in het verzamelen van de gegevens uit het apotheekinformatiesysteem of op een andere manier, bijvoorbeeld via een enquête, interview, observaties of documentenonderzoek. Op deze wijze wordt ervaring opgedaan met het verzamelen van gegevens, omgaan met tijdsdruk, planning, etc. Het is de bedoeling dat de overige leerdoelen van de stage niet in het gedrang komen. Wie begeleidt de student? De UPPER-staf zorgt samen met de betreffende onderzoeker voor de begeleiding van de stagiair en plaatst het onderzoek voor de student in een bredere context. Dit wordt gedaan tijdens het blok Beroepspraktijk, een college dat studenten volgen voorafgaande aan hun hoofdstages. Tijdens de zogenaamde terugkomdagen tijdens de stage is er voor de studenten gelegenheid om de praktische aspecten van het onderzoeksproject waar zij in participeren te bespreken. De onderzoeker van het project zorgt voor: Instructie over onderzoeksopzet en -protocol; Helpdeskfunctie (voor vragen van de studenten en apothekers over de uitvoering); Presentatie van de onderzoeksresultaten.

5 U P P E R 5 De rapportage over het project vindt plaats op de slotdag van de stages. Via de UPPER-Nieuwsbrief en UPPERbijeenkomsten worden stageapothekers op de hoogte gehouden van onderzoeksprojecten waar stagiairs aan hebben meegewerkt. Als stagebegeleider ontvangt u in de eerste week van de stage per informatie over het onderzoeksproject waar de stagiair aan zal meewerken. Tevens wordt u verzocht om de student de gelegenheid te bieden om in uw apotheek aan het project mee te werken. In het artikel Intake nieuwe patiënten in de openbare apotheek wordt het eerste onderzoek gepresenteerd dat de bovenbeschreven wijze wordt uitgevoerd. Mocht u vragen hebben over dit nieuwe initiatief, dan zullen wij die graag beantwoorden. Intake van nieuwe patiënten in de openbare apotheek In het artikel Praktijkonderzoek tijdens de hoofdstages heeft u kunnen lezen over het deelnemen van stagiairs aan een praktijkonderzoek in de apotheek. Hier wordt het eerste onderzoek gepresenteerd dat op deze wijze wordt uitgevoerd. Dit voorjaar zijn veel zesdejaars stagiairs betrokken bij een praktijkonderzoek naar de procedures rond het inschrijven van nieuwe patiënten in de apotheek. Het onderzoek past in het kader van de groeiende belangstelling voor de kwaliteit van risicomanagement van geneesmiddelen in de dagelijkse praktijk. Een voorwaarde voor een goed risicomanagement is dat het medicatiebewakingssysteem zoveel mogelijk relevante informatie bevat. Het doel van dit onderzoek is te beschrijven welke patiëntgegevens van een nieuwe patiënt op dit moment in de openbare apotheek worden vastgelegd. Het onderzoek wordt uitgevoerd in de openbare apotheken waar masterstudenten Farmacie van de Universiteit Utrecht in het eerste halfjaar van 2007 hun hoofdstage lopen. Vrijwel alle apotheken die voor deelname aan onderzoek zijn benaderd, waren bereid aan het onderzoek mee te werken. Er zijn circa 70 studenten bij het onderzoek betrokken. Zij bestuderen hoe de intake van nieuwe patiënten in de apotheek verloopt. In het ApotheekInformatieSysteem (AIS) wordt opgezocht welke patiënten in de afgelopen drie maanden in de apotheek zijn ingeschreven en tenminste één geneesmiddel afgeleverd hebben gekregen. Voor elke patiënt wordt op een standaardformulier genoteerd welke informatie in de apotheek is vastgelegd (co-medicatie, OTC-gebruik, contra-indicaties, overgevoeligheden, intoleranties en andere bijzonderheden). Elke geselecteerde patiënt wordt vervolgens door de stagiair gebeld en geënquêteerd over onder andere zijn medicatie, aandoeningen en overgevoeligheden. Het onderzoek geeft inzicht in het percentage apotheken met een intakeprocedure en het voorkomen van afzonderlijke gegevens in de verschillende intakeprocedures (bijvoorbeeld contra-indicaties, intolerantie). Het onderzoek wordt uitgevoerd onder begeleiding van mw. drs. A. Floor-Schreudering. Zij is als onderzoeker verbonden aan het SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy in Leiden en de Universiteit Utrecht. Annemieke zal de resultaten van haar onderzoek presenteren op de komende UPPER-bijeenkomst die op 13 juni aanstaande zal plaatsvinden in Utrecht (zie ook elders in deze nieuwsbrief). Indien u vragen heeft over het onderzoek kunt u contact met haar opnemen: A.Floor@stevenshof.nl.

6 6 PIAMA-onderzoek In een van de vorige UPPER-nieuwsbrieven hebben we al geschreven over het PIAMA-onderzoek. De afkorting PIAMA staat voor Prevalentie en Incidentie van Astma and Mijt Allergie. In het kader van dit onderzoek worden kinderen gevolgd gedurende hun eerste levensjaren wat betreft het ontwikkelen van astma en mijt-allergie. De meeste kinderen zijn nu ongeveer 9 jaar oud en in dit onderzoek wordt nagegaan hoeveel en welke medicijnen zij tot nu toe gebruikt hebben. Dit doen we aan de hand van hun medicatiehistories die we in de apotheken gaan opvragen. De ouders van ruim 2800 kinderen uit het PIAMA-cohort hebben ons toestemming gegeven om de medicatiehistories van hun kinderen op te vragen. In december vorig jaar hebben we alle betreffende apotheken benaderd en in april van dit jaar zijn we begonnen om de medicatiehistories in de apotheken op te vragen. Waarom vragen we naar het woonverband? Bij het opvragen van de medicatiehistories vragen we tevens om de datums waarop de eerste en de laatste prescriptie aan andere personen binnen het woonverband zijn verstrekt. De reden om hiernaar te vragen is dat we zoveel mogelijk willen uitsluiten dat we ten onrechte concluderen dat een kind geen medicijnen heeft gekregen. Door te vragen naar de eerste en laatste prescriptie voor het woonverband (in veel gevallen de ouders, broers en zussen), willen we nagaan of een kind in de betreffende periode in principe wel in die apotheek zijn medicijnen had kunnen krijgen. Stand van zaken PIAMA-onderzoek Tot nu toe heeft bijna 50 procent van de apotheken die we hebben benaderd, zich bereid verklaard om de gevraagde medicatiehistories aan te leveren. Hierdoor kunnen we de medicatiehistories van ruim 80 procent van de kinderen opvragen. Tegen de tijd dat de volgende UPPER-Nieuwsbrief zal verschijnen hopen we al een eerste indruk van de resultaten te kunnen geven. De apotheken die aan het onderzoek meewerken zullen we zo spoedig mogelijk van de resultaten op de hoogte stellen. Voor meer informatie over het PIAMA-onderzoek kunt u contact opnemen met de leden van het PIAMA-onderzoeksteam, Mira Zuidgeest, apotheker, en Willem Rump (piama@upper.uu.nl, resp. upper@pharm.uu.nl). Kijk ook op de informatiepagina van het PIAMA-onderzoek: Behandeling van PCD: ervaringen van patiënten Primaire ciliaire dyskinesie (PCD) is een genetische aandoening, waarbij trilharen in de luchtwegen afwijkend functioneren. Het slijm dat in de luchtwegen wordt geproduceerd wordt daardoor niet meer of onvoldoende afgevoerd naar de slokdarm. Wanneer micro-organismen in het slijm zitten, kunnen deze infecties in de luchtwegen veroorzaken. De meest voorkomende infecties bij PCD zijn longontsteking, bronchitis en voorhoofd,- en bijholteontstekingen. Op basis van studies wordt geschat dat wereldwijd ongeveer 1 op de mensen PCD heeft. De symptomen van PCD lijken echter veel op die van andere aandoeningen en daarom is het aantal geregistreerde PCD patiënten veel kleiner. Op dit moment zijn in Nederland en België 120 personen met PCD aangesloten bij de PCD-belangengroep. In opdracht van de PCD-belangengroep voert de Wetenschapswinkel Geneesmiddelen van de Universiteit Utrecht (WewiG) een onderzoek uit naar de ervaringen van de PCD-patiënten met hun behandeling. Deze ervaringen zijn verzameld met behulp van een enquête onder alle leden van de PCD-belangengroep. In de enquête is gevraagd naar de verschillende behandelingen die gedurende het voorafgaande jaar zijn toegepast. Bij de enquête was een formulier gevoegd waarop de patiënt toestemming kon geven voor het opvragen van zijn of

7 U P P E R 7 haar medicatiehistorie in de apotheek. De WewiG gaat nu van 75 leden van de PCD-belangengroep de medicatiehistories in de apotheken opvragen om met behulp daarvan hun medicijngebruik in kaart te brengen. Er zal met name gekeken worden naar (frequenties van) de gangbare verstrekkingen. De medicatiehistories zullen tevens vergeleken worden met de gegevens die verkregen zijn uit de enquête. Ook wordt onderzocht of er een samenhang is tussen de door de patiënten geprefereerde behandelingen en de daadwerkelijke frequentie daarvan. Omdat 6 jaar geleden een vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd kan er tevens gekeken worden of de behandeling van PCD in de afgelopen jaren is veranderd. Mogelijk ontvangt u dus binnenkort een brief van de WewiG met het verzoek tot het aanleveren van een of meer medicatiehistories. We hopen dat u aan het verzoek gehoor wilt geven. Alvast bedankt voor uw medewerking! Voor meer informatie over het onderzoek kunt u contact opnemen met de WewiG: wewi@pharm.uu.nl, tel UPPER als virtueel kenniscentrum UPPER is in 2004 ontstaan uit het idee dat de verbinding tussen de apothekersopleiding en de farmaceutische beroepspraktijk versterkt zou moeten worden. Via de praktijkstages was er al een dergelijke samenhang, maar deze zou via het uitvoeren van farmaceutisch praktijkonderzoek, waarbij de stagebegeleiders een grote rol toebedeeld krijgen, verstevigd kunnen worden. UPPER vormt daarmee als het ware een brug tussen opleiding, praktijk en onderzoek. De leden van de drie partijen, studenten, apothekers en onderzoekers, worden met elkaar in contact gebracht en vormen op deze manier een gemeenschap of community van studenten en alumni (ex-studenten). Waarom een virtueel kenniscentrum (VKC)? Op dit moment verliezen studenten na het afronden van hun studie bijna elk contact met de universiteit. De Universiteit Utrecht wil daar verandering in brengen en streeft ernaar om haar alumni geïnteresseerd te houden in de ontwikkelingen in onderwijs en onderzoek. Om dit te bereiken stimuleert de UU de vorming van communities zoals die hierboven geschetst zijn: studenten en afgestudeerden die werkzaam zijn binnen het beroepsveld. Een van de middelen om communities op te richten en in stand te houden is de instelling van virtuele kenniscentra (VKC s), waarin de leden van de gemeenschap informatie met elkaar kunnen uitwisselen. UPPER is door de UU geselecteerd voor een pilot om een dergelijke gemeenschap van studenten en alumni te gaan vormen en een VKC in te richten. Wat is een VKC? Een virtueel kenniscentrum is een omgeving waarin verschillende personen, in dit geval dus apothekers, apothekers in opleiding en onderzoekers, elektronische informatie over hun vakgebied kunnen vinden. Maar een VKC biedt de leden van de community tevens de gelegenheid om zelf informatie aan te leveren en om elektronische informatie te (leren) beoordelen. In een VKC zal dus uitdrukkelijk sprake zijn van tweerichtingenverkeer. Het belangrijkste kenmerk van een VKC is het delen van kennis. Een VKC biedt de leden van een community dus onder andere faciliteiten om: Informatie te vinden; Zelf informatie beschikbaar te stellen (interactief); Contacten met andere leden te onderhouden; Een discussieforum te gebruiken; Een lijst van frequently asked questions (FAQ) te raadplegen; Samen te werken aan of met documenten. Wat merken UPPER-apothekers van deze ontwikkelingen? Op dit moment wordt er druk gewerkt om de elektronische faciliteiten voor het inrichten van een VKC in stand te krijgen. UPPER hoopt een eerste versie van het UPPER-VKC te kunnen presenteren tijdens de jaarlijkse UPPER-bijeenkomst die gepland is op 13 juni aanstaande (voor het programma van deze bijeenkomst en de uitnodiging zie het inlegvel bij deze nieuwsbrief).

8 8 Het streven van de UU is om in het komende studiejaar, , aan de leden van de UPPER-community een werkend virtueel kenniscentrum ter beschikking te kunnen stellen. In onze volgende nieuwsbrief zullen we u meer hierover vertellen. UPPER-Stimuleringsprijs 2007: Win een onderzoek!, , aan de leden van de UPPER-community een UPPER stelt zich ten doel om farmaceutisch praktijkonderzoek te stimuleren en te ondersteunen. Het doel daarvan is om wetenschappelijk gefundeerde informatie (= evidence) te verkrijgen om aan apothekers ter beschikking te kunnen stellen, zodat zij deze in hun beroepspraktijk kunnen gebruiken. Deze evidence-based pharmacy moet uiteindelijk helpen om de farmaceutische patiëntenzorg te verbeteren. In 2005 is de eerste UPPER-Stimuleringsprijs voor farmaceutisch praktijkonderzoek uitgereikt. Het onderzoek dat naar aanleiding hiervan is uitgevoerd heeft ertoe geleid dat er mogelijk een klinische trial wordt uitgevoerd met een middel ter voorkoming van teennagelschimmels. In de trial zal worden nagegaan of er mogelijk, naast een preventieve werking, tevens een genezende werking van het middel uitgaat. Maar er waren nog meer vragen ingestuurd die aanleiding hadden kunnen zijn voor het opzetten van een onderzoek. Blijkbaar leven er voldoende vragen bij apothekers. Hierbij doen we een nieuwe oproep voor de UPPER- Stimuleringsprijs Deze oproep heeft ook al in de vorige nieuwsbrief gestaan, maar de prijsuitreiking, die oorspronkelijk zou plaatsvinden tijdens de PRISMA-bijeenkomst in Amersfoort op 18 januari j.l., is (wegens zware storm!) verzet naar de UPPER-bijeenkomt op 13 juni a.s. Oproep Stuur uw vragen uit de farmaceutische beroepspraktijk in, leg kwesties voor aan UPPER en maak kans op het winnen van een praktijkonderzoek. De UPPERonderzoekscommissie, bestaande uit Marcel Bouvy, Toine Egberts, Fred de Koning en Willem Rump, zal de inzendingen op diverse aspecten beoordelen, zoals relevantie, uitvoerbaarheid en haalbaarheid van een onderzoek. De beste inzending zal worden bekroond en beloond met de ondersteuning door UPPER bij het opzetten en uitvoeren van het onderzoek. Uw vraag kunt u stellen via het inschrijfformulier voor de UPPER-bijeenkomst van 13 juni (zie het aparte inlegvel) of via een bericht aan UPPER: upper@pharm.uu.nl, onder vermelding van: Stimuleringsprijs Colofon: Tekst: UPPER, Eindredactie: Willem Rump, Vormgeving & lay-out: Communicatie & Vormgeving, Fotografie: Ruud van Kooten, Druk: Grafidruk BV