Ziekteverzuim in de bouw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ziekteverzuim in de bouw"

Transcriptie

1 Ziekteverzuim in de bouw 2015

2

3 Ziekteverzuim in de bouw

4 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van het EIB. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld. Oktober 2016

5 Ziekteverzuim in de bouw 2015 Bart Meuwese

6

7 Inhoudsopgave Samenvatting 7 1 Inleiding Inleiding Gevolgen van de registratie van loondoorbetaling in het tweede ziektejaar 11 2 Ontwikkeling ziekteverzuimpercentage Ontwikkeling verzuimpercentage Verzuimpercentage naar werknemerskenmerken Verzuimpercentage naar bedrijfskenmerken Vergelijking bouw en andere bedrijfssectoren 22 3 Meldingsfrequentie Ontwikkeling meldingsfrequentie Meldingsfrequentie naar werknemerskenmerken Meldingsfrequentie naar bedrijfskenmerken 26 4 Verzuimduur en aantal ziektegevallen Ontwikkeling verzuimduur en aantal ziektegevallen Verzuimduur naar kenmerken werknemers 29 5 Verzuim langer dan één jaar Ontwikkeling verzuim langer dan één jaar Langdurig verzuim naar werknemerskenmerken Langdurig verzuim naar bedrijfskenmerken 34 Bijlage 37 EIB-publicaties 39 5

8 6

9 Samenvatting Verzuimpercentage bescheiden toegenomen Het ziekteverzuimpercentage 1 in de bouw is in 2015 uitgekomen op 4,5% 2, inclusief het tweede jaar van ziekte betrof het verzuim 5,2%. In vergelijking met 2014 is het verzuim iets toegenomen, in 2014 kwam het verzuim nog uit op respectievelijk 4,4% en 5,2% 3. De niveaus van komen overeen met de verzuimcijfers van vlak voor de crisis. Tijdens de crisisjaren liep het verzuim op tot ongeveer 5% (excl. 2e jaar van ziekte). In 2014 nam het verzuim voor het eerst weer duidelijk af, in 2015 lijken de niveaus te stabiliseren. Ziekteverzuim neemt toe met leeftijd, zo ligt het verzuimpercentage van werknemers van 55 jaar en ouder ruim twee keer zo hoog als dat van jongere werknemers. Ook zijn er verschillen tussen beroepsgroepen waarneembaar: het overig bouwplaatspersoneel, straatmakers en timmerlieden kennen een bovengemiddeld verzuim. Figuur 1 geeft weer dat het verzuim onder het bouwplaatspersoneel van 5,8% in 2014 afnam naar 5,5% in Het verzuim onder het UTA-personeel is daarentegen toegenomen van 2,3% in 2014 naar 2,9% in Onder de UTA-beroepen ligt het verzuim naar verhouding hoog onder leidinggevenden, uitvoerders en werkvoorbereiders. Tot slot hangt het verzuimpercentage samen met de aard van werkzaamheden en de omvang van het bedrijf. Meldingsfrequentie nog altijd laag De meldingsfrequentie, het aantal ziektegevallen per verzekerd mensjaar, is toegenomen van 0,374 in 2014 tot 0,407 in Ondanks deze stijging is de meldingsfrequentie in historisch perspectief nog steeds laag te noemen, in de periode lag de frequentie op gemiddeld 0,64. In alle leeftijdscategorieën is de meldingsfrequentie in 2015 toegenomen. Het aantal meldingen nam vooral toe onder het UTA-personeel (van 0,25 naar 0,33), bij het bouwplaatspersoneel bleef het aantal meldingen nagenoeg constant op 0,45 (figuur 2). Onder het bouwplaatspersoneel kennen ijzervlechters, timmerlieden en het overig bouwplaatspersoneel een bovengemiddelde meldingsfrequentie, bij het UTA-personeel is dit het geval bij het kaderpersoneel en het overig technisch personeel. Daarnaast varieert de meldingsfrequentie met de aard van de werkzaamheden en de omvang van het bedrijf. Zo ervaren bedrijven in de b&u een bovengemiddelde meldingsfrequentie. Dat geldt ook voor bedrijven met meer dan 100 manjaren. Verzuimduur neemt af, aantal ziektegevallen bescheiden toegenomen Het gemiddelde aantal patiënten per manjaar steeg van 0,27 in 2014 naar 0,28 in Het gemiddeld aantal gevallen per patiënt is tevens toegenomen van 1,35 naar 1,43. Daarentegen is zowel de gemiddelde verzuimduur per geval als de verzuimduur per patiënt afgenomen. De verzuimduur neemt sterk toe met de leeftijd. Zowel de gemiddelde verzuimduur per geval als per patiënt ligt bij werknemers van 55 jaar en ouder ruim twee keer zo hoog als bij de jongste leeftijdscategorie. Naar beroepsgroepen bezien geldt dat de verzuimduur bij het bouwplaatspersoneel aanzienlijk hoger ligt dan onder het UTA-personeel. 1 Het percentage van het aantal verzekerde manjaren dat in het eerste jaar van ziekmelding verloren is gegaan als gevolg van ziekte. 2 Dit betreft het verzuim in het eerste jaar van het verzuim. Aangezien de werkgever vanaf 2006 de zieke werknemer gedurende maximaal twee jaar moet doorbetalen, wordt vanaf 2006 het verzuimpercentage ook in het tweede jaar bepaald. In de jaren 2007 tot en met 2009 bedroeg dit 0,6% en schommelt de laatste jaren rond 1%. In 2015 bedroeg dit aandeel 0,8%. 3 De verzuimcijfers over 2014 werden in 2016 herzien, de nieuwe cijfers over dit jaar worden in dit rapport op hoofdlijnen besproken. 7

10 Figuur 1 Ontwikkeling van het verzuimpercentage, UTA-personeel Bouwplaatspersoneel Bron: EIB Figuur 2 Ontwikkeling van de meldingsfrequentie, ,8 0,6 0,4 0,2 0, UTA-personeel Bouwplaatspersoneel Bron: EIB 8

11 Aandeel gevallen van één jaar of langer onveranderd Het aandeel gevallen van één jaar of langer is in 2015 nagenoeg constant gebleven in vergelijking met 2014 (1,3%). Het percentage langdurige zieken onder het UTA-personeel is licht toegenomen, dit werd echter gecompenseerd door een bescheiden afname bij het bouwplaatspersoneel. Het aandeel langdurende gevallen liep tijdens de crisisjaren op, om tussen weer lagere niveaus aan te nemen. Voor de crisis schommelde dit type verzuim rond de 1%. Er is een duidelijke relatie tussen leeftijd en langdurig ziekteverzuim. Het aandeel ziektegevallen van één jaar of langer neemt met de leeftijd toe. Bij werknemers van 55 jaar en ouder ligt dit aandeel ruim twee keer hoger dan onder werknemers tussen jaar en minimaal driemaal hoger dan onder jongere leeftijdscategorieën het geval is. Bouwplaatspersoneel kent algemeen een hoger aandeel langdurende ziektegevallen, met name timmerlieden, straatmakers en het overige bouwplaatspersoneel kennen een bovengemiddeld langdurig verzuim. Het aandeel gevallen van één jaar of langer ligt bij het bouwplaatspersoneel (1,6%) tweemaal hoger dan bij UTA-personeel (0,8%). Figuur 3 Ontwikkeling van het aandeel gevallen van één jaar of langer, ,0 1,5 1,0 0,5 0, UTA-personeel Bouwplaatspersoneel Bron: EIB 9

12 10

13 1 Inleiding 1.1 Inleiding Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) rapporteert jaarlijks over het ziekteverzuim in de bouw. In deze publicatie wordt het ziekteverzuim in de bouw in 2015 beschreven. Voor de beschrijving van het ziekteverzuim is gebruik gemaakt van geregistreerde ziektegevallen van bedrijven die bij een arbodienst zijn aangesloten. De werknemers die bij deze bedrijven werkzaam zijn, vertegenwoordigen alle leeftijdsklassen, beroepsgroepen en woonprovincies die onderscheiden worden in het arbeidsbestand van de bouwnijverheid. Daarnaast is gebruik gemaakt van de meest recente gegevens voor wat betreft de werkgelegenheid. De bedrijven waarop deze gegevens betrekking hebben, vertegenwoordigen alle grootteklassen en typen die onderscheiden worden in het bedrijvenbestand van de bouw. Voor de beschrijving is voor het jaar 2015 gebruik gemaakt van gegevens over de werkgelegenheid in dat jaar. Verzuim naar werknemers- en bedrijfskenmerken Voor de beschrijving van het ziekteverzuim naar werknemerskenmerken zijn de ziektegevallen gekoppeld aan het dienstverbandenbestand van APG. Uit dit bestand is de leeftijd, de beroepsgroep en de woonprovincie van de werknemers af te leiden. Het aantal ziektegevallen en de manjaren verzuim in het bestand zijn geschat door het verzuim in de steekproef op te hogen met de bekende verhouding in werkgelegenheid tussen het bestand en de steekproef. Voor de beschrijving naar bedrijfskenmerken zijn de grootte van de bedrijven, het bedrijfstype en de gewerkte manjaren per bedrijf ontleend aan de jaarlijkse bedrijveninformatie die op APG informatie is gebaseerd. Het verzuim is ook in deze tabellen geschat door ophoging van de gegevens van de arbodiensten. De gegevens worden uitgesplitst naar UTA-personeel en bouwplaatspersoneel, type bedrijf, hoofdgroep en grootteklasse. Een aantal indelingen van de bedrijven is minder gedetailleerd: de grootteklasse kleiner dan vijf en de klasse zes tot en met tien zijn samengevoegd. In dit rapport is in de hoofdgroepindeling de categorie b&u gesplitst in b&u (de hoofdaannemingsbedrijven in nieuwbouw en onderhoud) en afbouwbedrijven. 1.2 Gevolgen van de registratie van loondoorbetaling in het tweede ziektejaar Op 1 januari 2004 is de wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte van kracht geworden. Werknemers die vóór 1 januari 2004 ziek zijn geworden werden na een ziekteduur van één jaar gekeurd om de mate van arbeidsongeschiktheid te bepalen. Bij gebleken blijvende arbeidsongeschiktheid kon de betrokkene vervolgens een beroep doen op een WAO-uitkering. Voor werknemers die op of na 1 januari 2004 ziek worden, geldt dat de werkgever óók in het tweede jaar van ziekte de werknemer moet doorbetalen. Na twee jaar kan eventueel een beroep op de WIA (die in de plaats is gekomen van de WAO) worden gedaan. Omdat de registratie uitgaat van afgesloten gevallen kan met ingang van verslagjaar 2006 de invloed van de wet op het verzuim worden aangegeven. In de rapportage wordt daarom voor de jaren 2010 tot en met 2015 het verzuimpercentage vermeld exclusief en inclusief het verzuim in het tweede jaar van de betrokken verzuimgevallen. Alleen de uitkomsten van het verzuimpercentage exclusief het tweede jaar van ziekte geven namelijk een betrouwbare vergelijking met de jaren vóór De cijfers inclusief het tweede jaar van ziekte geven echter het door de bedrijven ervaren verzuimpercentage in 2006 tot en met 2013 weer. Bij langdurende ziektegevallen wordt de klachtcode beter geregistreerd dan bij de kortdurende ziektegevallen. Er is daarom een beperkt aantal tabellen met een verdeling van de gevallen in het tweede ziektejaar naar klachtcode opgenomen. Leeswijzer Hoofstuk 2 beschrijft de ontwikkeling van het verzuimpercentage. In dit hoofdstuk is tevens een paragraaf opgenomen waarin de herziening van de verzuimcijfers over 2014 worden besproken. In hoofdstuk 3 komt de meldingsfrequentie aan bod. Hoofstuk 4 gaat in op het aantal ziektegevallen en de verzuimduur. Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 verder ingezoomd op de ziektegeval- 11

14 len die langer dan één jaar duren. Alle verzuimgrootheden worden zowel naar de werknemersals de bedrijfskenmerken behandeld. Begrippen Van de begrippen die in deze publicatie veelvuldig worden gebruikt wordt hierna een korte beschrijving gegeven. A-groep De uitvoerders en de werknemers in een leidinggevend of administratief beroep. In dit rapport wordt deze groep ook als UTA-personeel aangeduid. Arbeidsbestand Werknemers die in de waarnemingsperiode voor één of meerdere dagen bij de uitvoeringsorganisatie sociale verzekeringen bekend waren, hetzij als werkende, hetzij als werkloze. B-groep Bouwplaatswerknemers die vallen onder een CAO in de bouwnijverheid. Ook aangeduid als bouwplaatspersoneel. Duurgroep Op grond van het aantal ziektedagen kan een indeling naar de duur van de ziekte worden gemaakt. Deze indeling is 1-5, 5-10, 11-20, 21-65, , , en meer dan 260 dagen. Meldingsfrequentie De verhouding tussen het aantal ziektegevallen en het aantal verzekerde manjaren. Het aantal verzekerde manjaren is de som van het aantal gewerkte manjaren en het aantal manjaren ziekte. Verzuimpercentage Het percentage van het aantal verzekerde manjaren dat verloren is gegaan als gevolg van ziekte. 12

15 2 Ontwikkeling ziekteverzuimpercentage 2.1 Ontwikkeling verzuimpercentage Verzuimpercentage bescheiden toegenomen De graadmeter voor het verzuim is het verzuimpercentage, het aantal manjaren ziekte uitgedrukt als percentage van het totale aantal verzekerde manjaren. In 2015 kwam het verzuim in de bouw uit op 4,5%, inclusief het tweede jaar van ziekte betrof het verzuim 5,2% 4 (tabel 2.1). In vergelijking met 2014 is het verzuim licht toegenomen. Hoewel ook het verzuim inclusief het tweede jaar van ziekte is gestegen, bleef het niveau afgerond gelijk aan het verzuim van De niveaus van de afgelopen twee jaar komen inmiddels overeen met het verzuim van vlak voor de crisis, tijdens de crisisjaren liep het verzuim op tot ongeveer 5%. Tabel 2.1 Ontwikkeling verzuimpercentage exclusief en inclusief tweede jaar van ziekte, Exclusief tweede jaar van ziekte Inclusief tweede jaar van ziekte ,8 5, ,0 5, ,9 5, ,0 5, ,4 5, ,5 5,2 Bron: EIB Herziening ziekteverzuim 2014 De ziekteverzuimcijfers van 2014 zoals gepresenteerd in dit rapport wijken af van de cijfers die staan vermeld in de publicatie over De cijfers voor 2014 zijn herzien omdat bij de cijfers in de publicatie Ziekteverzuim in de bouw 2014 de werkgelegenheid in arbeidsjaren in de bouw in 2014 werd onderschat, waardoor het verzuimpercentage te hoog uitviel. Op basis van nieuwe gegevens over het arbeidsvolume in 2014 komt het verzuim in 2014 uit op 4,4% en 5,2% (incl. tweede ziektejaar) (tabel 2.2). Beide verzuimpercentages zijn naar beneden bijgesteld. De ontwikkeling van het ziekteverzuim vertoont door de herziening een andere lijn dan eerder werd omschreven. Tijdens de crisisjaren liep het verzuim op tot ongeveer 5%, vanaf 2014 keerde het ziekteverzuim weer terug naar de niveaus van vlak voor de crisis. Het verzuim in 2015 liet hierdoor geen grote afwijkingen zien in vergelijking met 2014: er werd een bescheiden toename gerealiseerd. 4 Sinds 2006 is de werkgever verplicht de werknemer gedurende maximaal twee jaar door te betalen. Daarom wordt vanaf 2006 het verzuimpercentage ook in het tweede jaar bepaald. In de jaren 2007 tot en met 2009 bedroeg dit aandeel 0,6% en schommelt de laatste jaren rond de 1%. In 2015 bedroeg dit aandeel 0,8%. 13

16 Tabel 2.2 Herziening ziekteverzuim 2014 Inclusief tweede ziektejaar Exclusief tweede ziektejaar herziening erziening Verzuim 5,9 5,2 5,0 4,4 Leeftijd <20 1,1 1,0 1,1 1, ,9 2,6 2,8 2, ,2 3,7 3,6 3, ,2 3,5 3,7 3, ,7 4,1 4,0 3, ,8 6,0 5,6 5,0 55 9,7 8,6 7,6 7,0 Beroepsgroepen Bouwplaatspersoneel 7,5 6,8 6,4 5,8 UTA-personeel 3,1 2,6 2,7 2,3 Beroep Timmerlieden 6,8 6,0 5,8 5,2 Metselaars 9,3 8,4 7,9 7,3 Minder geschoolden 8,1 7,2 6,4 5,9 IJzervlechters 7,3 5,4 6,4 4,8 Straatmakers 9,2 8,5 7,9 7,4 Machinisten 6,8 6,1 5,4 4,9 Overig bouwplaatspersoneel 9,6 8,6 8,1 7,4 Leidinggevenden 2,6 2,1 2,2 1,8 Uitvoerders 4,4 3,8 3,7 3,3 Werkvoorbereiders 2,8 2,2 2,3 1,9 Calculators 3,0 2,3 2,5 2,1 Kaderpersoneel 2,7 2,3 2,3 2,0 Overig UT 1,7 1,4 1,6 1,4 Administratief personeel 3,3 2,9 2,8 2,4 Bron: EIB 2.2 Verzuimpercentage naar werknemerskenmerken Verzuimpercentage neemt toe met de leeftijd Naarmate de leeftijd oploopt, neemt het verzuimpercentage toe (tabel 2.3). Zo ligt het verzuimpercentage van werknemers van 55 jaar en ouder ruim tweemaal hoger dan onder jongere werknemers het geval is. Van alle dagen verloren aan verzuim kwam in 2015 ongeveer een derde voor rekening van oudere werknemers. Ouder worden gaat gepaard met meer chronische gezondheidsklachten, wat zich uit in een hoger verzuimpercentage. De verschillen in ziekteverzuim tussen de leeftijdsgroepen worden vrijwel volledig door chronische gezondheidsproblemen verklaard. Oudere werknemers zonder chronische gezondheidsproblemen hebben nagenoeg hetzelfde ziekteverzuimpercentage als jonge werknemers (TNO, 2014). 14

17 De ontwikkeling van het ziekteverzuimpercentage naar leeftijdscategorieën kent geen eenduidig beeld (tabel 2.3 en 2.4). Zo nam het verzuim onder werknemers tussen jaar in vergelijking met 2014 af. Bij de overige leeftijdscategorieën nam het verzuim overwegend toe (beide verzuimgrootheden). Ziekteverzuim verschilt naar beroepsgroep Het ziekteverzuim verschilt niet alleen naar leeftijd maar ook naar het type werkzaamheden dat men uitvoert. Het verzuim ligt onder het bouwplaatspersoneel (5,5%) bijna tweemaal hoger dan bij UTA-personeel 5 (2,9%). Onder het bouwplaatspersoneel kennen het overig bouwplaatspersoneel, de straatmakers en de timmerlieden een ruim bovengemiddeld verzuimpercentage Tabel 2.3 Verzuimpercentage naar leeftijdscategorie en beroepsgroep, 2015 Gewerkte Manjaren Verzekerde Verzuimmanjaren ziekte manjaren percentage Incl. ziekte Excl. ziekte 2 e jaar 2 e jaar A B C=A+B 100*B/C Leeftijd < ,3 1, ,1 2, ,8 2, ,6 3, ,1 3, ,8 5, ,4 7,5 Totaal ,2 4,5 Beroep Timmerlieden ,0 5,9 Metselaars ,8 5,0 Minder geschoolden ,0 5,2 IJzervlechters ,4 2,9 Straatmakers ,3 6,2 Machinisten ,3 3,7 Overig bouwplaatspersoneel ,6 7,8 Leidinggevenden ,4 2,9 Uitvoerders ,3 3,6 Werkvoorbereiders ,4 2,8 Calculators ,1 2,9 Kaderpersoneel ,4 2,2 Overig UT ,0 2,0 Administratief personeel ,2 2,8 Totaal ,2 4,5 Bron: EIB 5 Voor de indeling van de beroepsgroepen zie de bijlage. 15

18 (tabel 2.3). Bij het UTA-personeel ligt het verzuim onder leidinggevenden, uitvoerders en werkvoor-bereiders hoger dan bij andere UTA-groepen. Ook hier geldt dat de ontwikkeling van het verzuimpercentage naar beroepsgroep sterk verschilt. Bij een aantal beroepsgroepen nam het verzuimpercentage in vergelijking met 2014 af (tabel 2.3 en 2.4). Bij andere beroepsgroepen nam het verzuimpercentage juist toe. Tabel 2.4 Verzuimpercentage exclusief het tweede jaar van ziekte naar leeftijdsklasse en beroepsgroep, Ziekteverzuim exclusief ziekte 2 e jaar Leeftijd <20 3,8 3,6 1,8 1,6 1,0 1, ,2 3,2 2,9 2,6 2,5 2, ,5 3,6 3,3 3,3 3,3 2, ,5 3,8 3,6 3,8 3,2 3, ,6 4,6 4,2 3,9 3,6 3, ,4 5,6 5,0 5,2 5,0 5,0 55 6,8 7,2 8,3 8,3 7,0 7,5 Totaal 4,8 5,0 4,9 5,0 4,4 4,5 Beroep Timmerlieden 5,2 5,8 5,3 5,8 5,2 5,9 Metselaars 6,1 7,1 7,4 8,1 7,3 5,0 Minder geschoolden 6,1 5,0 5,9 6,2 5,9 5,2 IJzervlechters 5,3 7,2 7,4 7,8 4,8 2,9 Straatmakers 6,2 7,1 6,2 5,7 7,4 6,2 Machinisten 5,4 4,6 4,5 5,0 4,9 3,7 Overig bouwplaatspersoneel 6,4 8,1 7,7 7,2 7,4 7,8 Leidinggevenden 2,4 2,4 2,8 2,5 1,8 2,9 Uitvoerders 3,6 3,4 3,7 4,1 3,3 3,6 Werkvoorbereiders 2,1 2,0 2,1 1,8 1,9 2,8 Calculators 2,2 2,5 2,0 1,9 2,1 2,9 Kaderpersoneel 2,8 1,8 1,7 1,5 2,0 2,2 Overig UT 2,9 3,1 2,9 2,4 1,4 2,0 Administratief personeel 2,7 2,8 2,1 2,7 2,4 2,8 Totaal 4,8 5,0 4,9 5,0 4,4 4,5 Bron: EIB 16

19 Tabel 2.5 Verzuimpercentage inclusief het tweede jaar van ziekte naar leeftijdsklasse en beroepsgroep, Ziekteverzuim inclusief ziekte 2 e jaar Leeftijd <20 3,9 3,7 1,9 1,6 1,0 1, ,3 3,4 3,2 2,7 2,6 2, ,8 3,8 3,8 3,9 3,7 2, ,9 4,5 4,3 4,2 3,5 3, ,3 5,3 5,1 4,5 4,1 4, ,3 6,6 6,1 6,3 6,0 5,8 55 8,3 8,9 10,6 10,7 8,6 9,4 Totaal 5,5 5,7 5,9 5,9 5,2 5,2 Beroep Timmerlieden 6,1 5,8 6,6 6,9 6,0 7,0 Metselaars 7,2 7,1 9,6 10,4 8,4 5,8 Minder geschoolden 7,2 5,0 7,4 7,4 7,2 6,0 IJzervlechters 6,4 7,2 9,6 9,2 5,4 3,4 Straatmakers 7,3 7,1 7,6 7,0 8,5 7,3 Machinisten 6,5 4,6 5,6 5,9 6,1 4,3 Overig bouwplaatspersoneel 7,5 8,1 9,7 8,8 8,6 9,6 Leidinggevenden 2,5 2,4 3,6 2,8 2,1 3,4 Uitvoerders 4,2 3,4 4,4 4,9 3,8 4,3 Werkvoorbereiders 2,4 2,0 2,7 2,0 2,2 3,4 Calculators 2,8 2,5 2,4 2,4 2,3 3,1 Kaderpersoneel 3,0 1,8 1,8 1,5 2,3 2,4 Overig UT 3,5 3,1 3,8 2,5 1,4 2,0 Administratief personeel 3,0 2,8 2,6 3,3 2,9 3,2 Totaal 5,5 5,7 5,9 5,9 5,2 5,2 Bron: EIB 17

20 Verzuimpercentage hoogst in Groningen Werknemers uit Groningen hadden in 2015 in vergelijking met andere provincies een bovengemiddeld verzuimpercentage. Ook in Drenthe lag het verzuim boven het landelijk niveau. Wanneer ook de tweede ziektejaren worden meegeteld blijven beide provincies de hoogste verzuimcijfers vertonen. Daarentegen was het verzuim onder werknemers in Zeeland en Zuid-Holland naar verhouding gering te noemen. Net als in 2014 was Zeeland wederom de provincie waarin het minste verzuim werd geregistreerd. Tabel 2.6 Verzuimpercentage naar provincie, 2015 Gewerkte Manjaren Verzekerde Verzuimmanjaren ziekte manjaren percentage Incl. ziekte Excl. ziekte 2 e jaar 2 e jaar A B C=A+B 100*B/C Groningen ,0 6,2 Friesland ,5 4,7 Drenthe ,4 5,4 Overijssel ,7 4,8 Flevoland ,2 5,0 Gelderland ,4 4,5 Utrecht ,1 4,5 Noord-Holland ,1 4,4 Zuid-Holland ,7 4,1 Zeeland ,4 3,6 Noord-Brabant ,0 4,3 Limburg ,6 4,8 Totaal ,2 4,5 Bron: EIB 18

21 2.3 Verzuimpercentage naar bedrijfskenmerken Verzuimpercentage in b&u het hoogst In de b&u was het verzuim het hoogst (tabel 2.7). Dit geldt zowel voor het UTA-personeel (hierna A-groep) als het bouwplaatspersoneel (hierna B-groep). Naar type bedrijf kenden de onderhouds-, dakwerk- en straatwerkbedrijven een bovengemiddeld verzuimpercentage (tabel 2.8 en tabel 2.9). Tabel 2.7 Verzuimpercentage naar sector (totaal en A- en B-groep), 2015 Gewerkte Manjaren Verzekerde Verzuimmanjaren ziekte manjaren percentage Incl. ziekte Excl. ziekte 2 e jaar 2 e jaar A- en B-groep B&U ,5 4,7 Gww ,8 4,0 Afbouw ,4 4,6 Overig ,2 4,5 Totaal ,2 4,5 A-groep B&U ,6 3,1 Gww ,2 2,7 Afbouw ,6 2,3 Overig ,3 3,0 Totaal ,3 2,9 B-groep B&U ,9 5,8 Gww ,6 4,7 Afbouw ,6 5,5 Overig ,8 5,7 Totaal ,5 5,5 Bron: EIB 19

22 Tabel 2.8 Verzuimpercentage naar type bedrijf (totaal A- en B-groep) Verzuimpercentage Incl. ziekte 2 e jaar Excl. ziekte 2 e jaar A1 Nieuwbouw 5,0 4,2 A3 Nieuwbouw/gww 5,6 4,6 B0 Nieuwbouw/onderhoud 5,5 4,8 C1/2 Onderhoud 6,3 5,3 D0 Timmerwerk 4,6 3,9 E1/2 Metsel-/Voegwerk 4,7 4,3 F0 Vlechtwerk 5,6 4,4 G1/5 Afwerkbedrijven 4,2 3,6 H1/2 Dakwerk 9,2 7,4 J1 Gww 4,3 3,7 J2 Gww+diversen 5,0 4,1 J3 Straatwerk 7,1 5,5 J6 Kabel-/buizenwerk 5,1 4,2 Jrest Overig gww 3,5 3,1 Anders 5,4 4,7 Totaal 5,2 4,4 Bron: EIB 20

23 Tabel 2.9 Verzuimpercentage naar type bedrijf naar A- en B-groep, 2015 Verzuimpercentage Incl. ziekte 2 e jaar Excl. ziekte 2 e jaar A-groep J3 Straatwerk 3,4 2,6 J6 Kabel-/buizenwerk 0,7 0,7 Jrest Overig gww 4,0 3,5 Anders 4,0 3,5 Totaal 3,4 2,9 B-groep A1 Nieuwbouw 6,5 5,5 A3 Nieuwbouw/gww 7,5 5,8 B0 Nieuwbouw/onderhoud 6,9 6,0 C1/2 Onderhoud 7,5 6,4 D0 Timmerwerk 5,9 5,0 E1/2 Metsel-/Voegwerk 5,5 5,1 F0 Vlechtwerk 6,0 4,6 G1/5 Afwerkbedrijven 5,2 4,5 H1/2 Dakwerk 11,5 9,2 J1 Gww 5,3 4,8 J2 Gww+diversen 6,3 5,1 J3 Straatwerk 8,9 7,1 J6 Kabel-/buizenwerk 8,3 6,8 Jrest Overig gww 3,6 3,2 Anders 6,4 5,6 Totaal 6,5 5,5 Bron: EIB 21

24 Verzuimpercentage neemt af met grootteklasse Naarmate de bedrijfsgrootte toeneemt, neemt het verzuimpercentage in de bouwnijverheid af (tabel 2.10), binnen de B-groep is deze relatie het meest duidelijk aanwezig. Het verzuim binnen de kleinste bedrijven ligt in zowel de A- als B-groep sterk boven de niveaus bij de grootste bedrijven. Tabel 2.10 Verzuimpercentage naar grootteklasse (A- en B-groep), 2015 Gewerkte Manjaren Verzekerde Verzuimmanjaren ziekte manjaren percentage Incl. ziekte Excl. ziekte 2 e jaar 2 e jaar A- en B-groep ,5 7, ,7 4, ,6 3, ,8 4, ,6 3,3 Totaal ,2 4,5 A-groep ,9 5, ,0 2, ,8 2, ,7 2, ,1 2,8 Totaal ,3 2,9 B-groep ,7 8, ,5 4, ,1 3, ,5 5, ,0 3,8 Totaal ,5 5,5 Bron: EIB 2.4 Vergelijking bouw en andere bedrijfssectoren De cijfers in dit rapport hebben tot nu toe alleen betrekking op de bouw. Om de ontwikkeling van het verzuim in te kunnen schatten is een vergelijking met het verzuim in het totale bedrijfsleven nuttig. Hiervoor staan de verzuimgegevens van het CBS ter beschikking. Het CBS rapporteert per kwartaal het verzuimpercentage in een groot aantal sectoren, waaronder de bouw. In tabel 2.11 is de ontwikkeling van het verzuimpercentage voor het totale bedrijfsleven en enkele grotere sectoren opgenomen. Bovendien worden de cijfers voor de bouw(nijverheid) vermeld, zowel volgens opgave van het CBS als van het EIB. 22

25 Wanneer het ziekteverzuim van de bouw wordt vergeleken met dat in andere sectoren, dan blijkt dit volgens zowel het CBS aan te sluiten bij het verzuim binnen het totale bedrijfsleven. Het EIB geeft een bovengemiddeld verzuimpercentage binnen de bouw weer. Bij vergelijking van het ziekteverzuim volgens het CBS en het EIB blijken er aanzienlijke verschillen te bestaan. Hierbij moeten de volgende punten bedacht worden: In de cijfers van het CBS is de hele bedrijfstak bouwnijverheid opgenomen, dus inclusief bouwinstallatie. De EIB-rapportage over het ziekteverzuim geeft een groot aantal details en grootheden die het CBS niet kent. Het CBS beperkt de rapportage enkel tot het verzuimpercentage. In 2010 tot en met 2015 zijn de verzuimcijfers van het CBS lager dan volgens het EIB. Bovendien is ook de ontwikkeling afwijkend. De verschillen in ontwikkeling zijn verklaarbaar op grond van de hiervoor vermelde ver schillen in registratie. Tabel 2.11 Ziekteverzuim in het particuliere bedrijfsleven (SBI 2008), Verzuimpercentage Totaal bedrijfsleven 4,2 4,2 4,0 3,9 3,8 3,9 Industrie 5,1 5,2 5,0 4,9 4,8 4,8 Financiële dienstverlening 3,2 3,3 3,2 3,2 3,1 2,9 Openbaar bestuur en overheidsdiensten 5,1 5,4 5,3 5,0 4,9 5,1 Bouwnijverheid CBS 4,2 4,3 4,0 3,8 3,7 3,7 Bouwnijverheid EIB 4,8 5,0 4,9 5,0 4,4 4,5 1 Voorlopige cijfers van het CBS Bron: CBS/ EIB 23

26 24

27 3 Meldingsfrequentie 3.1 Ontwikkeling meldingsfrequentie Meldingsfrequentie afgenomen De meldingsfrequentie, het aantal ziektegevallen per verzekerd mensjaar, steeg van 0,374 in 2014 naar 0,407 in 2015 (tabel 3.1). Ondanks deze toename bleef het aantal meldingen in de laatste jaren op een historisch laag niveau: de meldingsfrequentie is sinds 2005 gemiddeld met bijna 5% per jaar afgenomen. 3.2 Meldingsfrequentie naar werknemerskenmerken Jongeren melden zich minder vaak ziek De jongste leeftijdscategorie had de laagste meldingsfrequentie (tabel 3.1). Bij de overige leeftijdscategorieën is er weinig differentiatie in de meldingsfrequentie waar te nemen. Wel is het zo dat wanneer ouderen zich ziek melden, dit voor een gemiddeld langere duur is dan bij jongere werknemers (zie hoofdstuk 5). Bij alle leeftijdscategorieën was er sprake van een toename van de meldingsfrequentie ten opzichte van De meldingsfrequentie onder ouderen is relatief sterker opgelopen. IJzervlechters, timmerlieden en overig bouwplaatspersoneel vaakste ziek Naar beroepsgroep bezien meldden ijzervlechters, timmerlieden en het overige bouwplaatspersoneel zich het meest frequent ziek (tabel 3.1). In de voorgaande jaren meldden de ijzervlechters zich het meeste ziek, in 2015 vond deze frequentie aansluiting bij de niveaus van Bij het UTA-personeel kenden vooral het kaderpersoneel en het overig technisch personeel een bovengemiddelde meldingsfrequentie. Het overig technisch personeel realiseerde een zeer laag aantal meldingen in 2014, de frequenties uit 2015 leken meer aan te sluiten bij het beeld van voor Meldingsfrequentie hoogst bij werknemers uit Friesland en Flevoland Werknemers uit Flevoland en Friesland meldden zich in 2015 vaker ziek dan gemiddeld. Ook in Utrecht was de meldingsfrequentie bovengemiddeld. Net als in 2014 kende Drenthe in 2015 wederom een relatief laag aantal meldingen. Zeeland en Limburg noteerden in tegenstelling tot 2014 nu gemiddelde frequenties. Ook in Groningen is de meldingsfrequentie afgenomen naar het landelijk gemiddelde, nadat de meldingsfrequenties in deze provincie in het voorgaande jaar nog het hoogst van het land was. 25

28 Tabel 3.1 Meldingsfrequentie naar leeftijdsklasse en beroepsgroep, Bron: EIB Meldingsfrequentie <20 1,178 1,147 0,228 0,289 0,149 0, ,752 0,774 0,414 0,423 0,335 0, ,643 0,638 0,428 0,473 0,388 0, ,581 0,604 0,429 0,517 0,392 0, ,547 0,546 0,432 0,491 0,389 0, ,522 0,503 0,415 0,460 0,370 0, ,484 0,484 0,448 0,498 0,390 0,447 Totaal 0,591 0,585 0,422 0,474 0,374 0,407 Timmerlieden 0,684 0,669 0,498 0,584 0,426 0,518 Metselaars 0,577 0,626 0,478 0,644 0,526 0,370 Minder geschoolden 0,769 0,672 0,465 0,499 0,458 0,416 IJzervlechters 0,442 0,514 0,634 0,777 0,574 0,511 Straatmakers 0,673 0,722 0,382 0,402 0,449 0,363 Machinisten 0,610 0,562 0,426 0,460 0,395 0,314 Overig bouwplaatspersoneel 0,922 1,133 0,657 0,614 0,596 0,612 Leidinggevenden 0,320 0,311 0,278 0,299 0,208 0,330 Uitvoerders 0,427 0,402 0,347 0,357 0,271 0,308 Werkvoorbereiders 0,421 0,437 0,293 0,338 0,251 0,352 Calculators 0,470 0,438 0,315 0,368 0,279 0,346 Kaderpersoneel 0,448 0,471 0,329 0,316 0,289 0,397 Overig UT 0,483 0,468 0,379 0,433 0,219 0,398 Adm. personeel 0,396 0,386 0,274 0,327 0,251 0,313 Totaal 0,591 0,585 0,422 0,475 0,374 0,407 Groningen 0,622 0,783 0,507 0,427 0,452 0,408 Friesland 0,538 0,602 0,437 0,476 0,405 0,485 Drenthe 0,487 0,685 0,554 0,397 0,334 0,327 Overijssel 0,525 0,569 0,337 0,409 0,365 0,370 Flevoland 0,875 0,617 0,737 0,489 0,427 0,535 Gelderland 0,605 0,588 0,407 0,444 0,379 0,376 Utrecht 0,563 0,54 0,343 0,492 0,351 0,436 Noord-Holland 0,563 0,547 0,332 0,464 0,365 0,380 Zuid-Holland 0,658 0,587 0,407 0,528 0,380 0,423 Zeeland 0,718 0,716 0,609 0,544 0,269 0,420 Noord-Brabant 0,580 0,559 0,493 0,510 0,395 0,423 Limburg 0,556 0,583 0,415 0,399 0,332 0,403 Totaal 0,591 0,585 0,422 0,475 0,374 0, Meldingsfrequentie naar bedrijfskenmerken Bovengemiddelde meldingsfrequentie bij b&u en bedrijven met 50+ manjaren De meldingsfrequentie lag in de b&u het hoogst (tabel 3.2). In de categorie overig was de 26

29 Tabel 3.2 Meldingsfrequentie naar sector, type bedrijf en grootteklasse (A- en B-groep en totaal) Meldingsfrequentie A-groep B-groep Totaal Sector B&U 0,386 0,539 0,475 Gww 0,339 0,366 0,354 Afbouw 0,222 0,419 0,365 Overig 0,235 0,393 0,328 Totaal 0,333 0,454 0,407 Type bedrijf A1 Nieuwbouw 0,399 0,550 0,489 A3 Nieuwbouw/gww 0,429 0,627 0,546 B0 Nieuwbouw/onderhoud 0,332 0,455 0,406 C1/2 Onderhoud 0,384 0,561 0,493 D0 Timmerwerk 0,209 0,430 0,348 E1/2 Metsel-/Voegwerk 0,429 0,395 0,377 F0 Vlechtwerk 0,541 0,626 0,573 G1/5 Afwerkbedrijven 0,152 0,238 0,206 H1/2 Dakwerk 0,372 0,713 0,607 J1 Gww 0,373 0,477 0,437 J2 Gww+diversen 0,291 0,307 0,302 J3 Straatwerk 0,188 0,412 0,338 J6 Kabel-/buizenwerk 0,115 0,483 0,331 Jrest Overig gww 0,442 0,268 0,293 Anders 0,243 0,423 0,348 Totaal 0,333 0,454 0,407 Grootteklasse 10 0,222 0,476 0, ,166 0,363 0, ,249 0,420 0, ,335 0,533 0, ,466 0,488 0,485 Totaal 0,333 0,454 0,407 Bron: EIB meldingsfrequentie het laagst. Tussen de bedrijfstypen traden er grote verschillen op. De hoogste meldingsfrequentie deed zich voor bij dak- en vlechtwerkbedrijven. Met name vlechtwerkbedrijven kenden zowel in de A- als B-groep een bovengemiddelde meldingsfrequentie, dakwerkbedrijven zaten vooral in de B-groep aan de bovenkant van de verdeling. Hoewel het ziekteverzuim met de grootteklasse afneemt, was het beeld wat betreft de meldingsfrequentie niet eenduidig. Bedrijven met meer dan 50 manjaren kenden een bovengemiddelde meldingsfrequentie. In tegenstelling tot 2014 vonden in het afgelopen jaar de meeste ziekmeldingen plaats bij bedrijven met meer dan 100 manjaren. Over de laatste jaren is dit beeld dus niet eenduidig te noemen. 27

30 28

31 4 Verzuimduur en aantal ziektegevallen 4.1 Ontwikkeling verzuimduur en aantal ziektegevallen Verzuimduur neemt af, aantal patiënten en ziektegevallen licht gestegen Nadat het aantal patiënten per manjaar in de voorgaande jaren overwegend afnam, is dit aantal in 2015 bescheiden toegenomen in vergelijking met Het gemiddelde aantal gevallen per patiënt volgde dezelfde ontwikkeling. De gemiddelde verzuimduur is zowel per geval als per patiënt afgenomen ten opzichte van Per patiënt daalde het aantal dagen verzuim van bijna 42,7 naar ongeveer 41 dagen. De gemiddelde duur van een verzuimgeval ging van 30,7 naar 28,6 dagen. Tabel 4.1 Gemiddeld aantal ziektegevallen en gemiddelde verzuimduur (dagen) per patiënt en per ziektegeval, Gemiddeld Gemiddeld Gemiddelde Gemiddelde aantal aantal verzuimduur verzuimduur patiënten per gevallen per per geval per patiënt manjaar patiënt ,39 1,50 21,1 31, ,39 1,50 22,1 33, ,31 1,37 29,8 50, ,33 1,45 27,1 39, ,27 1,40 30,7 42, ,28 1,43 28,6 40,9 Bron: EIB 4.2 Verzuimduur naar kenmerken werknemers Gemiddeld aantal ziektegevallen en verzuimduur nemen toe met leeftijd Zowel het aantal patiënten per manjaar als de gemiddelde verzuimduur per geval en per patiënt namen in 2015 toe met de leeftijd. Met name bij de verzuimduur was deze samenhang duidelijk waarneembaar. Zo lag de gemiddelde verzuimduur bij werknemers van 55 jaar en ouder ruim twee keer zo hoog als bij jonge werknemers. Het aantal gevallen per patiënt vertoonde deze samenhang niet, vanaf de jongste werknemers liep het aantal gevallen eerst op, waarna een afname werd ingezet richting de oudste leeftijdscohorten. 29

32 Tabel 4.2 Gemiddeld aantal ziektegevallen per patiënt en gemiddelde verzuimduur (dagen) naar leeftijdscategorie, 2015 Gemiddeld Gemiddeld Gemiddelde Gemiddelde aantal aantal verzuimduur verzuimduur patiënten per gevallen per per geval per patiënt manjaar patiënt <20 0,11 1,38 20,6 28, ,22 1,52 15,8 24, ,26 1,55 17,1 26, ,29 1,46 19,8 29, ,28 1,49 22,6 33, ,28 1,38 32,4 44,8 55 0,33 1,35 43,4 58,7 Totaal 0,28 1,43 28,6 40,9 Bron: EIB Beeld naar beroepsgroep niet eenduidig In tegenstelling tot de leeftijd is het beeld bij de beroepsgroepen niet eenduidig. Het gemiddelde aantal patiënten per manjaar lag het hoogst bij het overige bouwplaatspersoneel, de timmerlieden en de ijzervlechters. Daarentegen lag dit aantal bij de calculators en het administratieve personeel het laagst. Net als in 2014 kende het kaderpersoneel gemiddeld het hoogste aantal gevallen per patiënt. Wat betreft de verzuimduur stonden straatmakers gemiddeld zowel bij de duur per geval als patiënt bovenaan de lijst. Het overig uitvoerend technisch personeel kende de kortste verzuimduur. Algemeen geldt dat de verzuimgrootheden bij het bouwplaatspersoneel hoger liggen dan bij het UTA-personeel. Ruim de helft van de ziektegevallen duurt minder dan vijf dagen Ruim de helft van de afgesloten ziektegevallen duurde minder dan vijf (werk)dagen (tabel 4.4). Een kwart van de ziektegevallen duurde langer dan twintig werkdagen. Verzuim langer dan een jaar hangt sterk samen met de leeftijd. Bij jongeren kwam dit niet of nauwelijks voor, terwijl ongeveer 7% van de ziektegevallen onder ouderen langer dan een jaar duurde. 30

33 Tabel 4.3 Gemiddeld aantal ziektegevallen per patiënt en gemiddelde verzuimduur naar beroepsgroep, 2015 Gemiddeld Gemiddeld Gemiddelde Gemiddelde aantal aantal verzuimduur verzuimduur patiënten per gevallen per per geval per patiënt manjaar patiënt Timmerlieden 0,36 1,43 29,5 42,2 Metselaars 0,27 1,39 35,4 49,0 Minder geschoolden 0,28 1,47 32,4 47,7 IJzervlechters 0,35 1,44 14,7 21,2 Straatmakers 0,28 1,29 44,3 57,0 Machinisten 0,22 1,43 31,0 44,3 Overig bouwplaatspersoneel 0,38 1,59 33,3 53,0 Leidinggevenden 0,25 1,31 23,1 30,3 Uitvoerders 0,24 1,29 30,0 38,6 Werkvoorbereiders 0,25 1,41 20,8 29,4 Calculators 0,22 1,54 21,5 33,1 Kaderpersoneel 0,25 1,60 14,4 23,0 Overig UT 0,27 1,47 12,9 18,9 Administratief personeel 0,21 1,49 23,0 34,3 Totaal 0,28 1,43 28,6 40,9 Bron: EIB Tabel 4.4 Procentuele verdeling van het aantal afgesloten ziektegevallen naar leeftijdscategorie en duurgroep, 2015 >0-5 >5-10 >10-20 >20-65 > > > > Totaal <20 53,2 4,3 12,8 21,3 6,4 2,1 0,0 0, ,8 9,4 7,4 10,8 2,5 1,8 0,9 0, ,1 10,2 5,1 10,8 3,8 1,5 0,6 0, ,9 10,3 6,0 11,1 5,2 1,4 0,4 1, ,4 11,3 6,5 9,2 4,2 2,2 1,3 2, ,8 12,7 7,3 11,2 6,4 2,6 2,4 3, ,1 16,7 8,2 11,5 6,0 3,6 2,8 6,9 100 Totaal 57,1 12,5 7,0 10,8 5,2 2,5 1,7 3,2 100 Bron: EIB 31

34 Straatmakers kennen een lange verzuimduur De verzuimduur verschilde bovendien naar beroepsgroep (tabel 4.5). Van de ziektegevallen onder straatmakers duurde de minderheid vijf of minder dagen. Het aandeel ziektegevallen dat langer dan één jaar duurde was, net als in 2014, onder deze beroepsgroep het grootst. Daarentegen omvatte ruim drie kwart van de ziektegevallen onder werkvoorbereiders en het kaderpersoneel minder dan vijf dagen. Tabel 4.5 Procentuele verdeling van het aantal afgesloten ziektegevallen naar leeftijdscategorie en duurgroep, 2015 >0-5 >5-10 >10-20 >20-65 > > > > Totaal Timmerlieden 55,9 13,7 7,3 10,9 4,9 2,1 1,8 3,4 100 Metselaars 47,0 13,7 7,9 15,2 7,6 2,8 2,4 3,4 100 Minder geschoolden 51,9 12,5 10,8 10,7 5,2 3,7 2,0 3,1 100 IJzervlechters 60,2 19,4 4,6 11,1 3,7 0,0 0,0 0,9 100 Straatmakers 44,2 11,3 7,8 16,4 7,5 5,7 2,4 4,8 100 Machinisten 49,4 15,5 8,5 13,4 5,9 2,2 1,3 3,9 100 Overig bouwplaatspersoneel 48,9 14,8 10,5 12,0 4,7 3,4 1,6 4,1 100 Leidinggevenden 70,8 8,5 3,0 7,0 5,2 1,8 1,2 2,4 100 Uitvoerders 58,9 14,1 4,8 9,1 5,3 2,4 1,7 3,8 100 Werkvoorbereiders 76,9 5,0 2,6 5,6 4,7 1,5 1,8 2,0 100 Calculators 73,8 6,5 3,0 7,7 3,0 1,8 1,8 2,4 100 Kaderpersoneel 78,3 10,8 1,2 2,4 4,8 1,2 0,0 1,2 100 Overig UT 73,1 10,9 3,4 7,6 4,2 0,0 0,8 0,0 100 Administratief personeel 69,9 8,6 4,0 7,6 3,9 2,1 1,3 2,5 100 Totaal 57,1 12,5 7,0 10,8 5,2 2,5 1,7 3,2 100 Bron: EIB 32

35 5 Verzuim langer dan één jaar 5.1 Ontwikkeling verzuim langer dan één jaar Aandeel gevallen van één jaar of langer nagenoeg constant In 2015 kwam het aandeel ziektegevallen van één jaar of langer, net als in 2014, uit op 1,3%. Het aandeel langdurende gevallen schommelt de laatste jaren tussen 1,3% en 1,6% (tabel 5.1). Sinds 2006 is de werkgever verplicht de werknemer gedurende maximaal twee jaar door te betalen. Daarom wordt vanaf 2006 het verzuimpercentage ook in het tweede jaar bepaald. Tabel 5.1 Percentage gevallen van één jaar of langer naar leeftijd en beroepsgroep, Percentage van werkenden Leeftijd <20 0,2 0,2 0,2 0,0 0,0 0, ,2 0,4 0,5 0,2 0,1 0, ,5 0,3 0,8 0,6 0,7 0, ,5 1,0 1,0 0,7 0,6 0, ,1 1,0 1,2 1,0 0,8 0, ,5 1,7 1,5 1,6 1,5 1,4 55 2,2 2,5 3,6 3,4 2,7 3,0 Totaal 1,1 1,3 1,6 1,5 1,3 1,3 Beroepsgroep Timmerlieden 1,2 1,5 1,6 1,6 1,5 1,8 Metselaars 1,6 2,2 2,7 2,9 2,1 1,3 Minder geschoolden 1,5 1,2 1,7 1,9 2,0 1,3 IJzervlechters 1,5 2,6 2,9 2,0 0,9 0,5 Straatmakers 1,4 2,0 1,6 1,9 2,2 1,7 Machinisten 1,6 1,1 1,4 1,3 1,7 1,2 Overig bouwplaatspersoneel 1,3 1,5 2,8 2,4 1,9 2,5 Leidinggevenden 0,3 0,6 1,1 0,6 0,5 0,8 Uitvoerders 0,8 0,8 1,0 1,4 0,8 1,2 Werkvoorbereiders 0,5 0,4 0,7 0,3 0,6 0,7 Calculators 0,5 0,8 0,8 0,4 0,5 0,8 Kaderpersoneel 0,5 0,0 0,3 0,3 0,8 0,5 Overig UT 0,6 0,9 1,1 0,2 0,0 0,0 Administratief personeel 0,6 0,5 0,7 1,0 0,8 0,8 Totaal 1,1 1,3 1,6 1,5 1,3 1,3 Bron: EIB 33

36 5.2 Langdurig verzuim naar werknemerskenmerken Langdurig verzuim loopt op met leeftijd Er is een duidelijke relatie tussen leeftijd en langdurig ziekteverzuim. Het aandeel ziektegevallen van één jaar of langer neemt met de leeftijd toe (tabel 5.1). Bij werknemers van 55 jaar en ouder ligt dit aandeel ongeveer tweemaal hoger dan bij werknemers tussen jaar en bijna vier keer zo hoog als bij werknemers van 35 tot 44 jaar het geval is. Langdurig verzuim verschilt naar beroep Timmerlieden, straatmakers en het overige bouwplaatspersoneel kenden een bovengemiddeld aandeel langdurige ziektegevallen. Bij het UTA-personeel was dit met name het geval bij uitvoerders. Bij het overig UT (uitvoerende technisch) personeel was er, net als in 2014, zelfs geen sprake van langdurig ziekteverzuim. De ontwikkeling van het verzuim langer dan één jaar is wisselend, bij de ene beroepsgroep is dit aandeel toegenomen, en bij de andere juist afgenomen. 5.3 Langdurig verzuim naar bedrijfskenmerken Het aandeel verzuim langer dan één jaar is over sectoren minder gedifferentieerd dan in voorgaande jaren, de percentages lagen in de meeste sectoren rond de 1,3% (tabel 5.2). Naar bedrijfstype bezien hadden vooral afwerkbedrijven vaker te maken met langdurig verzuim. Wat betreft de grootte van het personeelsbestand lijkt het aandeel langdurig verzuim met de bedrijfsgrootte af te nemen, echter is dit beeld in 2015 minder nadrukkelijk aanwezig dan in 2014 het geval was. Het aandeel verzuim langer dan één jaar lag bij het bouwplaatspersoneel (1,6%) tweemaal hoger dan bij UTA-personeel (0,8%). 34

37 Tabel 5.2 Aandeel gevallen van één jaar of langer in de verzekerde manjaren naar hoofdgroep, bedrijfstype en grootteklasse, 2015 Gevallen van één jaar of langer A-groep B-groep Totaal Sector B&U 0,9 1,7 1,3 Gww 0,7 1,4 1,2 Afbouw 0,4 1,7 1,3 Overig 0,9 1,6 1,3 Totaal 0,8 1,6 1,3 Type bedrijf A1 Nieuwbouw 0,9 1,6 1,3 A3 Nieuwbouw/gww 1,0 2,9 2,0 B0 Nieuwbouw/onderhoud 0,8 1,6 1,3 C1/2 Onderhoud 0,9 1,9 1,5 D0 Timmerwerk 0,2 1,6 1,1 E1/2 Metsel-/Voegwerk 0,0 1,0 0,8 F0 Vlechtwerk 0,0 1,4 1,1 G1/5 Afwerkbedrijven 0,8 1,3 1,1 H1/2 Dakwerk 0,0 3,2 2,3 J1 Gww 0,6 1,2 0,9 J2 Gww+diversen 0,4 1,8 1,2 J3 Straatwerk 1,0 2,5 2,0 J6 Kabel-/buizenwerk 0,0 1,5 0,9 Jrest Overig gww 1,1 0,8 0,8 Anders 1,2 1,3 1,3 Totaal 0,8 1,6 1,3 Grootteklasse 10 1,7 3,2 2, ,5 1,1 0, ,7 0,9 0, ,7 1,9 1, ,6 0,7 0,7 Totaal 0,8 1,6 1,3 Bron: EIB 35

38 36

39 Bijlage Veranderingen in de registratie van het ziekteverzuim In de registratie op basis van de verzuimgegevens van de arbodiensten is sprake van onderregistratie. Niet alle bij een arbodienst aangesloten bedrijven zullen alle ziektegevallen doorgeven aan deze arbodienst. Over het algemeen zullen de kortdurende gevallen niet altijd gemeld worden. Definities beroepsgroepen In deze publicatie wordt geen indeling naar beroep gemaakt, maar vindt een aggregatie plaats naar beroepsgroep. In schema 1 is af te lezen welke beroepen tot welke beroepsgroep behoren. De ervaring heeft geleerd dat werknemers in een jaar vaak meerdere beroepen uitoefenen die tot één beroepsgroep zijn samen te voegen. Dit doet zich vooral voor bij de timmerlieden en de minder geschoolden. In het schema zijn de beroepsgroepen van timmerlieden tot en met machinisten aangevuld met een uitsplitsing van de groep overig bouwplaatspersoneel. De beroepsgroepen van leidinggevenden tot en met administratief personeel is aangevuld met de groep overig UT, deze beroepsgroepen hebben betrekking op het UTA-personeel. Kenmerken van bedrijven De bedrijven worden in dit rapport zowel naar grootte als naar type ingedeeld. De indeling naar grootte van een bedrijf geschiedt aan de hand van het aantal verloonde manjaren in De indeling naar type is gebaseerd op de aard van de werkzaamheden. In principe wijken deze indelingen niet af van de indelingen, zoals die gemaakt werden in het EIB-rapport De bouwbedrijven in In de rapportage over het ziekteverzuim zijn de bedrijfstypen echter verder geaggregeerd volgens schema 2. Schema 1 Indeling beroepen in beroepsgroepen Beroepsgroep Timmerlieden Metselaars Minder geschoolden IJzervlechters Straatmakers Machinisten Leidinggevenden Uitvoerders Werkvoorbereiders Calculators Kaderpersoneel Administratief personeel Overigen onbekend De bij de beroepsgroep ingedeelde beroepen Timmerlieden, betontimmerlieden en machinaalhoutbewerkers Metselaars, voegers, tegelzetters en stukadoors Betonwerkers, opperlieden, grondwerkers, chauffeurs, slopers, waterbouwers en ongeschoolden algemeen IJzervlechters en heiers Straatmakers en wegenbouwers Machinisten, monteurs en lassers Directeuren, bedrijfsleiders, project/rayonleiders, hoofduitvoerders Uitvoerders Werkvoorbereiders Calculators Bouwkundigen/ingenieurs, tekenaars, technisch medewerkers bedrijfsbureau, kwaliteitscontroleurs Administratief personeel Bron: EIB 37

40 Schema 2 Indeling van de typen bedrijven in categorieën Type Benaming Hieronder vallen de typen uit De bouwbedrijven in 2006 A1 Nieuwbouw A1 A3 Nieuwbouw van grond-, water- en wegenbouw A3 B0 Nieuwbouw en onderhoud B0 C1/2 Onderhoud C1, C2 D0 Timmerwerk D0 E1/2 Metselwerk E1/E2 F0 Vlechtwerk F0 G1/5 Tegelzetwerk G1, G2, G3, G4, G5 H1/2 Dakwerk H1, H2 J1 Grond-, water- en wegenbouw J1 J2 Grond-, water- en wegenbouw en diverse J2 J3 Straatwerk J3 J6 Kabel/buizenwerk J6 Jrest Overige grond-, wateren wegenbouw J4, J5, J9, J0 Anders A2, A4, A5, A6, K0, L0, M0, N0, O0, P0, P1, Q0, R0, S0, T0 Bron: EIB 38

41 EIB-publicaties 2010 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2010 Algemene kosten in het bouwbedrijf Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2008 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche Zzp ers in de bouw De arbeidsmarkt in de bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche Kantorenleegstand - probleemanalyse en oplossingsrichtingen Ondergrondse netwerken en grondwaterbeheer Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2009 (ARBOUW) Ziekteverzuim in de bouw 2009 Beleidsvarianten beperking hypotheekrenteaftrek en liberalisatie huursector Nacht- en weekendwerk in het wegonderhoud Bouw in beeld 2009 De bouwarbeidsmarkt Bedrijfseconomische kencijfers gespecialiseerde bedrijven Strategie en crisis Vrouwen in technische functies Marktstudie AFNL Infrastuctuurmonitor - MIRT 2011 Kantorenleegstand - analyse van de marktwerking 2011 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2011 Algemene kosten in het bouwbedrijf Openbare aanbestedingen in de gww Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven

42 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2009 Succesvol binnenstedelijk bouwen De winst van innoveren Algemene BouwplaatsKosten (ABK) van B&U-projecten 2010 (RRBOUW) Productiviteit en strategie Bouwconcerns in beeld Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche Restauratie en onderhoud van monumenten - marktverkenning tot 2015 Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers Actuele situatie in de bouw - overzicht ten behoeve van de nieuwe woonvisie Dynamiek op de woningmarkt De civiele betonbouw tot ontwikkelingen op de markt en in de rolverdeling in het bouwproces Monumenten en corporaties - monumentenbezit en -beleid van corporaties Ziekteverzuim in de bouw 2010 Maatschappelijke woonagenda - van programmeren naar stimuleren Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2010 (ARBOUW) Kantorenmonitor - analyse van vraag en aanbod MKBA Herstructurering Eemsdelta Bedrijfseconomische kencijfers - b&u- en gww-bedrijven 2010 Kosten en baten van de bouw bbl-opleiding Overheid en markt; nieuw evenwicht in aanbesteden Dienstverlening van medeoverheden - quick scan onder architectenbureaus Infrastructuurmonitor - MIRT 2012 Algemene kosten in het bouwbedrijf Kostenmodel omgevingsrecht Bouwen voor kwaliteit 2012 Evaluatie stimuleringspakket woningbouw Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid

43 Situatie op de Nederlandse hypotheekmarkt Arbeid en scholing in de restauratiesector Trends en ontwikkelingen in de wegenbouw tot 2017 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche Bouwconcerns in beeld Effecten van bezuinigingen in de infrastructuur Annuïtaire beperking hypotheekrenteaftrek Vitaliteit: van feit tot beleid Ziekteverzuim in de bouw 2011 Landelijke samenvatting kantorenmonitor Stedelijke ontwikkeling en infrastructuur Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2011 Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers Gemeentefinanciën, voorzieningen en ruimtelijke investeringen in krimpgebieden Kantorenmarkt Noord Nederland Kantorenmarkt Oost Nederland Kantorenmarkt provincie Utrecht Kantorenmarkt Noord-Holland en Flevoland Kantorenmarkt Zuid-Holland Kantorenmarkt Zeeland Kantorenmarkt Noord-Brabant Kantorenmarkt Limburg Verkiezingsprogramma s - gevolgen voor de woningmarkt en de bouwproductie Bouwen voor de zorg De bouw in 2020 Inventarisatie projecten Noord-Holland Noord 2013 Bouwschoolverlaters Perspectief voor de funderingsbranche Bouw in beeld

44 Regeerakkoord en woningcorporaties Infrastructuurmonitor - MIRT 2013 Algemene kosten in het bouwbedrijf Bedrijfseconomische kencijfers - b&u- en gww-bedrijven 2011 Marktstudie AFNL Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2013 Verhuurderheffing en huurmaatregelen in krimpregio s Bouwconcerns in beeld Woonakkoord - effecten op bouwproductie en werkgelegenheid Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche Investeringsfaciliteit en verhuurderheffing De Stroomversnelling Ziekteverzuim in de bouw 2012 Verkenning woningbouwprogrammering Regio Amersfoort De feiten rond aanbesteden Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2012 (ARBOUW) Bouwen voor het onderwijs Regionale kantorenmarkten Metropoolregio Rotterdam en Den Haag SER Energieakkoord Duurzame inzetbaarheid van arbeid Bouw in beeld Restauratie en onderhoud van monumenten Waterbouw en waterschappen tot 2020 MKBA Zeeuws-Vlaanderen Infrastructuurmonitor - MIRT 2014 EMVI, tenzij... Verkenning woningbouwprogrammering regio Arnhem-Nijmegen Kostenverschil binnenstedelijk bouwen en bouwen op uitleglocaties in Noord-Holland 42

Ziekteverzuim in de bouw

Ziekteverzuim in de bouw Ziekteverzuim in de bouw 2014 Ziekteverzuim in de bouw Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Ziekteverzuim in de bouw

Ziekteverzuim in de bouw Ziekteverzuim in de bouw 2013 Ziekteverzuim in de bouw 2013 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Ziekteverzuim in de bouw

Ziekteverzuim in de bouw Ziekteverzuim in de bouw 2011 Ziekteverzuim in de bouw 2011 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Ziekteverzuim in de bouw

Ziekteverzuim in de bouw Ziekteverzuim in de bouw 2010 Ziekteverzuim in de bouw 2010 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Najaar 2015

Monitor Bouwketen. Najaar 2015 Monitor Bouwketen Najaar 2015 Monitor Bouwketen Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Arbeidsmarktmonitor 2015-Q1

Arbeidsmarktmonitor 2015-Q1 REGIONALE MONITOR ARBEIDSMARKT Toelichting In deze rapportage wordt een overzicht gegeven van een aantal regionale ontwikkelingen op de bouwarbeidsmarkt. In de rapportage is de volgende data opgenomen;

Nadere informatie

Aanbestedings- opdrachtgevers. Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag

Aanbestedings- opdrachtgevers. Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag Aanbestedings- Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers gedrag 2009-2010 opdrachtgevers 2009-2010 Aanbestedings- gedrag opdrachtgevers 2009-2010 drs. S. Hardeman Rapport in opdracht van Stichting Aanbestedingsinstituut

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2013

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2013 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2013 Bedrijfseconomische kencijfers 2013 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2014

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2014 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2014 Bedrijfseconomische kencijfers 2014 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Infrastructuurmonitor. Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 2016

Infrastructuurmonitor. Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 2016 Infrastructuurmonitor Analyse voortgang projecten Infrastructuurfonds en Deltafonds 2016 Infrastructuurmonitor Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor

Nadere informatie

Arbeidsmarktmonitor 2013-Q4

Arbeidsmarktmonitor 2013-Q4 REGIONALE MONITOR ARBEIDSMARKT Toelichting In deze rapportage wordt een overzicht gegeven van een aantal regionale ontwikkelingen op de bouwarbeidsmarkt. In de rapportage is de volgende data opgenomen;

Nadere informatie

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2012

Bedrijfseconomische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2012 Bedrijfseconomische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2012 Bedrijfseconomische kencijfers 2012 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Monitor ZZP ers Bouw. 2014, tweede halfjaar

Monitor ZZP ers Bouw. 2014, tweede halfjaar Monitor ZZP ers Bouw, tweede halfjaar Monitor ZZP ers Bouw Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Algemene kosten in het bouwbedrijf

Algemene kosten in het bouwbedrijf Algemene kosten in het bouwbedrijf 2011-2013 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2011-2013 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van

Nadere informatie

Monitor ZZP ers Bouw. 2015, eerste halfjaar

Monitor ZZP ers Bouw. 2015, eerste halfjaar Monitor ZZP ers Bouw, eerste halfjaar Monitor ZZP ers bouw Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Arbeidsmarktmonitor 2014-Q2

Arbeidsmarktmonitor 2014-Q2 REGIONALE MONITOR ARBEIDSMARKT Toelichting In deze rapportage wordt een overzicht gegeven van een aantal regionale ontwikkelingen op de bouwarbeidsmarkt. In de rapportage is de volgende data opgenomen;

Nadere informatie

Algemene kosten in het bouwbedrijf

Algemene kosten in het bouwbedrijf Algemene kosten in het bouwbedrijf 2012-2014 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2012-2014 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van

Nadere informatie

Algemene kosten in het bouwbedrijf

Algemene kosten in het bouwbedrijf Algemene kosten in het bouwbedrijf 2010-2012 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2010-2012 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2016

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2016 Monitor Bouwketen Voorjaar 2016 Monitor Bouwketen Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Monitor ZZP ers Bouw. 2014, eerste halfjaar

Monitor ZZP ers Bouw. 2014, eerste halfjaar Monitor ZZP ers Bouw 214, eerste halfjaar Monitor ZZP ers Bouw Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Vitaliteit: van feit tot beleid. Inventariserend onderzoek

Vitaliteit: van feit tot beleid. Inventariserend onderzoek Vitaliteit: van feit tot beleid Inventariserend onderzoek Vitaliteit: van feit tot beleid Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2011

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2011 Bedrijfs- economische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2011 Bedrijfseconomische kencijfers 2011 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Tijdreeks verzuimcijfers 2. Verzuim naar geslacht 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Personeelsmonitor Gemeenten 2013 Personeelsmonitor Gemeenten 1 Verzuimcijfers In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het ziekteverzuim binnen de gemeentelijke bezetting. Naast het totale verzuimpercentage wordt onderscheid gemaakt naar

Nadere informatie

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ). Het verzuimpercentage onder het in het primair onderwijs is tussen en afgenomen, van 6,8% in naar 6,4% in. In het voortgezet onderwijs is het verzuimpercentage onder het relatief stabiel: in komt het verzuimpercentage

Nadere informatie

Werkloosheid in de bouw. In- en uitstroom in de WW 2009-2011

Werkloosheid in de bouw. In- en uitstroom in de WW 2009-2011 Werkloosheid in de bouw In- en uitstroom in de WW 2009-2011 Werkloosheid in de bouw Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 24-06-2008, Bussum Etienne Lemmens, Orbis Inleiding Vergelijking Respons Regionale spreiding In de CAO voor de sector SW is opgenomen dat de verzuimbenchmark,

Nadere informatie

Verzuimonderzoek PO en VO 2015

Verzuimonderzoek PO en VO 2015 EINDRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2015 DUO Informatieproducten Ako Madomi 19 augustus 2016 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 2 1 INLEIDING... 5 1.1 OPZET ONDERZOEK... 5 1.2 LEESWIJZER... 6 2 VERZUIMKENGETALLEN

Nadere informatie

Arbeidsmarktmonitor 2014-Q3

Arbeidsmarktmonitor 2014-Q3 MONITOR ARBEIDSMARKT Toelichting In deze rapportage wordt een overzicht gegeven van een aantal ontwikkelingen op de bouwarbeidsmarkt. In de rapportage is de volgende data opgenomen; Het aantal werknemers

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 1. AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 1. AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 22 september 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 NUMMER : 20344209 Algemeen Vanaf het

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Najaar 2016

Monitor Bouwketen. Najaar 2016 Monitor Bouwketen Najaar 2016 Monitor Bouwketen Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend

Nadere informatie

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Werkloosheid nauwelijks veranderd Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend

Nadere informatie

Arbeidsmarktmonitor 2011-Q4

Arbeidsmarktmonitor 2011-Q4 MONITOR ARBEIDSMARKT Toelichting In deze rapportage wordt een overzicht gegeven van een aantal ontwikkelingen op de bouwarbeidsmarkt. In de rapportage is de volgende data opgenomen; Het aantal werknemers

Nadere informatie

Arbeidsmarktmonitor 2012-Q1

Arbeidsmarktmonitor 2012-Q1 MONITOR ARBEIDSMARKT Toelichting In deze rapportage wordt een overzicht gegeven van een aantal ontwikkelingen op de bouwarbeidsmarkt. In de rapportage is de volgende data opgenomen; Het aantal werknemers

Nadere informatie

Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers. Aanbesteding en transactiekosten 2009-2011

Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers. Aanbesteding en transactiekosten 2009-2011 Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers Aanbesteding en transactiekosten 2009-2011 Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Bouw in beeld Capita Selecta

Bouw in beeld Capita Selecta Bouw in beeld 2015-2016 Capita Selecta Bouw in beeld 2015-2016 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 2 april 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal 2013 NUMMER : 20299224 Algemeen Vanaf

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016 Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016 Geldshop heeft uitgebreid onderzoek naar leningaanvragen in Nederland 2016 uitgevoerd. In totaal werd de data van 29.501 aanvragen

Nadere informatie

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2010

Bedrijfs- economische kencijfers. b&u- en gww-bedrijven 2010 Bedrijfs- economische kencijfers b&u- en gww-bedrijven 2010 Bedrijfseconomische kencijfers 2010 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen

Nadere informatie

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Persoonlijke gegevens van Wethouders Persoonlijke gegevens van Wethouders Dit document bevat de volgende gegevens van wethouders: Aantal wethouders naar gemeentegrootte 1998-2014 Aandeel wethouders naar politieke partij 1998-2014 Aandeel

Nadere informatie

Verzuimonderzoek PO en VO 2011

Verzuimonderzoek PO en VO 2011 EINDRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2011 DUO Informatieproducten André Dickmann en Oscar Terpstra 2 november 2012 Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 1.1 Opzet onderzoek 1.2 Leeswijzer 2. Verzuimkengetallen

Nadere informatie

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : juli 2013 ONDERWERP : Verzuimrapportage 1e 2013 NUMMER : 20216018 Algemeen Vanaf het 2004 verzorgt

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen Juni 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting

Nadere informatie

Verzuim en vervanging in het primair onderwijs 2009

Verzuim en vervanging in het primair onderwijs 2009 Verzuim en vervanging in het primair onderwijs 2009 VERZUIM EN VERVANGING IN HET PRIMAIR ONDERWIJS 2009 - eindrapport - Dr. M. Witvliet Drs. S.G. van Otterloo Drs. H. van Leenen Dr. B. Dekker Amsterdam,

Nadere informatie

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015 Cijfers over 2014 juni 2015 Arbouw is hét kennis- en service-instituut op het gebied van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Arbouw biedt praktische informatie,

Nadere informatie

Analyse Ziekteverzuim

Analyse Ziekteverzuim Analyse Ziekteverzuim Jaaroverzicht 2013 In het Agrarisch en Groen Bedrijf pagina 1 SAZAS HELPT U VERDER! SAZAS HELPT U VERDER! pagina 2 1. INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar

Nadere informatie

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim.

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. 2016 VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. Verzuimrapport Inleiding V oor u ligt het verzuimrapport over het kalenderjaar 2016. In dit rapport vindt u de kengetallen van het ziekteverzuim

Nadere informatie

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo PAPER ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 Jaarlijks brengt Zestor, op

Nadere informatie

Werkloosheid daalt verder in september

Werkloosheid daalt verder in september Persbericht Pb14-061 16 oktober 2014 9.30 uur Werkloosheid daalt verder in september - Opnieuw meer mensen aan het werk - In de afgelopen vijf maanden vooral minder mannen werkloos - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT

dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar 2014. In deze analyse vindt u de kengetallen ziekteverzuim van de agrarische en groene sectoren.

Nadere informatie

AFNL/NOA. De gespecialiseerde (af)bouwer in beeld. Taco van Hoek Directeur Economisch Instituut voor de Bouw. AFNL/NOA Den Haag, 30 maart

AFNL/NOA. De gespecialiseerde (af)bouwer in beeld. Taco van Hoek Directeur Economisch Instituut voor de Bouw. AFNL/NOA Den Haag, 30 maart AFNL/NOA De gespecialiseerde (af)bouwer in beeld Taco van Hoek Directeur Economisch Instituut voor de Bouw AFNL/NOA Den Haag, 30 maart 2016 1 Inhoud Drie vragen Wat is het profiel van de gespecialiseerde

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen is

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 2 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-215, Q1 216 en Q2 216 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Kengetallen Mobiliteitsbranche Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 drs. W. van Ooij dr. K.Karpinska MarktMonitor september 2013 Inhoudsopgave Samenvatting -------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen April 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen blijven stijgen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

Werkloosheid opnieuw gestegen

Werkloosheid opnieuw gestegen Persbericht PB14-012 20 februari 09.30 uur Werkloosheid opnieuw gestegen - Werkloze beroepsbevolking in januari met 10 duizend toegenomen - Aantal WW-uitkeringen met 23 duizend gestegen De voor seizoeninvloeden

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Bouw in beeld Capita Selecta

Bouw in beeld Capita Selecta Bouw in beeld 2014-2015 Capita Selecta Bouw in beeld 2014-2015 Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan)

Nadere informatie

Jaarrapportage 2010. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Jaarrapportage 2010. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Jaarrapportage 2010 Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Inhoud Inleiding... 3 Samenvatting... 3 Kerncijfers 2008, 2009, 2010... 4 Participatie... 5 Verzuimontwikkeling...

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE 2005-2016 Juni 2016 Kengetallen mobiliteitsbranche 2005-2016 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit

Nadere informatie

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen Maart 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Oktober 2013 1 Inhoud Inleiding... 3 Belangrijkste resultaten/bevindingen... 5 Verzuimpercentage...

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Grafimedia. in cijfers

Grafimedia. in cijfers Grafimedia in cijfers 2015 Inhoud Branche in cijfers 5 Ontwikkeling bedrijven 6 Soorten bedrijven 7 Mutaties in bedrijven 8 Faillissementen 9 Poducentenprijsindex (PPI) grafimediabranche 10 Omzetontwikkeling

Nadere informatie

Verzuimonderzoek PO en VO 2012

Verzuimonderzoek PO en VO 2012 EINDRAPPORTAGE Verzuimonderzoek PO en VO 2012 DUO Informatieproducten Ako Madomi 15 september 2013 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1 INLEIDING... 6 1.1 OPZET ONDERZOEK... 6 1.2 LEESWIJZER... 8 2 VERZUIMKENGETALLEN

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-214, Q1 215 en Q2 215 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters Dit document bevat de volgende gegevens: Een overzicht van de burgemeesters naar politieke partij in de periode 1998-2016. Een overzicht van het aandeel vrouwelijke

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-013 21 februari 9.30 uur Sterke stijging werkloosheid Werkloosheid in januari opgelopen naar 7,5 procent Jeugdwerkloosheid gestegen tot 15 procent Aantal

Nadere informatie

Artikelen. Cao-lonen 2005, de definitieve gegevens. Nathalie Peltzer

Artikelen. Cao-lonen 2005, de definitieve gegevens. Nathalie Peltzer Cao-lonen, de definitieve gegevens Nathalie Peltzer In zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met,7 procent gestegen. In stegen de caolonen nog met, procent. Sinds 98 is de cao-loon-stijging

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen. Anderhalf jaar stijgende lijn werkloosheid

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen. Anderhalf jaar stijgende lijn werkloosheid Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-003 17 januari 2013 9.30 uur Werkloosheid verder toegenomen Werkloosheid in december opgelopen naar 7,2 procent Vanaf medio vrijwel voortdurende stijging

Nadere informatie

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal 2016-1 Inhoudsopgave Voorwoord/Analyse 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie

Nadere informatie

Kengetallen mobiliteitsbranche

Kengetallen mobiliteitsbranche Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 Juni 2015 Kengetallen mobiliteitsbranche 2004-2015 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2011 t/m 2 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, November 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2018-9 Peter Rijnsburger DE NO-RISKPOLIS IN KAART GEBRACHT Het gebruik van de no-riskpolis door werkgevers voor werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en minder dan 35% arbeidsongeschikten

Nadere informatie

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET Branche Viewer Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant Regio Zuidoost-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Zuidoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Zuidoost-Brabant.

Nadere informatie

Aantal werklozen in december toegenomen

Aantal werklozen in december toegenomen Persbericht Pb15-002 22-01-2015 09.30 uur Aantal werklozen in december toegenomen - In de afgelopen drie maanden meer mensen op de arbeidsmarkt - Jeugdwerkloosheid vrijwel onveranderd - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal 2016-2 Inhoudsopgave Voorwoord/Analyse 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie

Nadere informatie

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET Branche Viewer Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

Werkloosheid in augustus gedaald

Werkloosheid in augustus gedaald Persbericht PB13-061 19 september 09.30 uur Werkloosheid in augustus gedaald - In augustus minder werkloze jongeren - Stijgende trend werkloosheid minder sterk - Bijna 400 duizend WW-uitkeringen De voor

Nadere informatie

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd

Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd Persbericht Pb14-070 20 november 2014 09.30 uur Werkloosheid in oktober vrijwel onveranderd - Meer mensen aan het werk - Aantal WW-uitkeringen vrijwel onveranderd - WW-uitkeringen toegenomen vanuit seizoengevoelige

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder opgelopen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder opgelopen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-042 19 juli 9.30 uur Werkloosheid verder opgelopen In juni 6,3 procent werkloos Een jaar lang stijgende lijn werkloosheid 291 duizend WW-uitkeringen

Nadere informatie