file:///o /Griffie/08-%20Griffieberichten/01-%20Bijlagen%2...est%20Brabant%20Oost% %20in%20Oosterhout%20.htm

Transcriptie

1 file:///o /Griffie/08-%20Griffieberichten/01-%20Bijlagen%2...est%20Brabant%20Oost% %20in%20Oosterhout%20.htm Van: Klundert, E.A.M. van de [eam.van.de. Verzonden: maandag 18 november :21 Aan: Ery Kooi; 'm. 'j. Hertogh, M.W.; 'M. Griffie Woudrichem CC: nl'; Emile Dijkstra; Joyce Lubbers; nl'; Corine Gaikhorst; Hout, E. A.M. van den; Seelt, M.G.B.; Klundert, E.A.M. van de; Tilborg, M. G.M. van; Mante-Peperkamp, S. Onderwerp: terugkoppeling raadsinformatieavond West Brabant Oost in Oosterhout Bijlagen: Thematafel passend onderwijs.pdf; Thematafel drang en dwang.pdf; Thematafel generalisten en specialisten.pdf; Thematafel inkoop en bovenlokale samenwerking.pdf Categorieën: Griffiebericht Beste Raadsgriffier, Hierbij ontvangt u namens de regio West Brabant Oost een terugkoppeling van de gezamenlijke raadsinformatiebijeenkomst op 30 oktober jl. in Oosterhout over het regionale transitiearrangement jeugdzorg. Wilt u deze informatie, met onderstaande tekst ter begeleiding, doorzetten aan uw gemeenteraadsleden? Op 30 oktober jl. vond er een raadsinformatiebijeenkomst plaats voor raadsleden van de negen gemeenten in de regio West Brabant Oost over de transitie jeugdzorg. Tijdens deze bijeenkomst is informatie verstrekt over het Regionaal Transitie Arrangement (RTA) van onze regio. Vervolgens hebben de aanwezige raadsleden in een informele en open sfeer met elkaar gesproken over de transitie jeugdzorg aan vier thematafels: - passend onderwijs, - drang en dwang, - generalisten en specialisten, - inkoop en bovenlokale samenwerking. Er is op constructieve wijze nagedacht en gesproken over bepalende keuzes die in de inrichting van het nieuwe jeugdzorgstelsel moeten worden gemaakt. De input die daarbij aan de thematafels is geleverd zal worden betrokken bij de op te stellen beleidskaders voor de jeugdzorg in West Brabant Oost. Wij sturen u hierbij ter informatie de geleverde input per thematafel toe en bedanken u nogmaals voor uw inbreng. file:///o /Griffie/08-%20Griffieberichten/01-...%20Oost% %20in%20Oosterhout%20.htm (1 van 2) [ :55:36]

2 file:///o /Griffie/08-%20Griffieberichten/01-%20Bijlagen%2...est%20Brabant%20Oost% %20in%20Oosterhout%20.htm Indien u vragen heeft naar aanleiding van deze mail, dan kunt u terecht bij Judith van den Hoogen van de gemeente Drimmelen (jvandenhoogen@drimmelen.nl of ) of bij Marleen Loots van de gemeente Baarle-Nassau (mloots@baarle-nassau.nl of ). Hartelijke groeten, Ella van de Klundert projectondersteuner onderwijshuisvesting en transitie jeugdzorg afdeling ECO (Economie, Cultuur en Onderwijs) directie Ontwikkeling Gemeente Breda Claudius Prinsenlaan 10 Postbus 90156, 4800 RH Breda eam.van.de. klundert@breda.nl Voor gebruik van de Gemeente Breda zie: file:///o /Griffie/08-%20Griffieberichten/01-...%20Oost% %20in%20Oosterhout%20.htm (2 van 2) [ :55:36]

3 Transitie Jeugdzorg Regio West Brabant Oost (WBO) Thematafel passend onderwijs Een belangrijk uitgangspunt in de transformatie van de jeugdzorg is één gezin, één plan, één regisseur. Jongeren brengen een groot deel van hun dag door op school. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het bieden van passende onderwijsondersteuning. Hoe zorgen we ervoor dat jeugdzorg en onderwijszorg goed op elkaar aansluiten? Opmerkingen / input gemeenteraadsleden Werkbezoeken voor raadsleden: jeugdzorg en scholen Er is onvoldoende zicht op inhoud jeugdzorg en passend onderwijs en (daardoor) de mogelijkheden om te kunnen sturen op aansluiting van onderwijszorg en jeugdzorg. Kennis en inzicht in sturingsmogelijkheden zou vergroot kunnen worden door voor raadsleden een tour des jeunes te organiseren. Bevorderen thuisnabij onderwijs / inzet lichtere vormen van onderwijsondersteuning - Wellicht is het voor een aantal kinderen mogelijk om met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband een dichterbij gelegen school te gaan bezoeken. Het is de vraag in hoeverre scholen in staat zullen zijn hierop te sturen. Privacywetgeving kan hierbij een belemmering vormen. In een groot aantal gevallen zijn kinderen op medische gronden verwezen naar speciaal onderwijs. Met dit soort informatie moet uiteraard zeer zorgvuldig worden omgegaan. Voorkomen moet worden dan kinderen een stempel opgedrukt krijgen bij een overstap naar een andere school. - Daarnaast is de medewerking van ouders van belang. Ouders zullen uiteraard in moeten stemmen met een overgang van hun kind(eren) naar een andere school. Het kind kan zich nu erg goed (thuis) voelen op de huidige school en ouders kunnen angstig zijn dat een verandering van school problemen met zich mee zal brengen. Het belang van het kind dient uiteraard voorop te staan. Alternatieven voor rugzak Passend onderwijs biedt mogelijkheden om onderwijszorg op andere manieren in afstemming met jeugdzorg vorm te geven. Leerlingen naar andere regio De samenwerkingsverbanden onderwijs hebben de regie en ontvangen de budgetten voor onderwijsondersteuning. De samenwerkingsverbanden onderwijs corresponderen niet (volledig) met andere samenwerkingsverbanden. Voor de regio West Brabant Oost geldt dat er ook leerlingen in andere regio s naar school gaan. Het is van belang dat de verschillende samenwerkingsverbanden ook afspraken met elkaar maken (onder andere over bekostiging). Zorgplicht serieus nemen! - Passend onderwijs is er in het belang van de kinderen. Doel is te voorkomen dat er nog kinderen thuis komen te zitten omdat er geen geschikte school voor hen is. - Aan de andere kant kan passend onderwijs ook een bedreiging vormen voor de onderwijskwaliteit aan de totale groep leerlingen. Leerkrachten hebben geen onbeperkte mogelijkheden om extra zorg te bieden, ook al is er ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Oftewel: er zijn grenzen aan passend onderwijs. De kwaliteit van onderwijs kan ter discussie komen te staan.

4 Transitie Jeugdzorg Regio West Brabant Oost (WBO) Thematafel drang dwang Uit het RTA en afgeleid van het plan van aanpak West Brabant Oost De regio zal maatregelen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering afnemen van (nieuw te vormen) gecertificeerde instellingen. Wij gaan hierbij uit van keuzevrijheid: gezinnen kunnen kiezen voor een gecertificeerde instelling die qua expertise of levensbeschouwelijke aard past bij hen past. Wij vinden het belangrijk dat er een goede aansluiting is met de inzet van generalisten die - ook tijdens uitvoering van een maatregel - bij het gezin betrokken blijven. Opmerkingen / input gemeenteraadsleden - Takenpakket van gezinsvoogden moeten vooraf goed vastgelegd worden (net als de takenpakketten van generalisten) zodat, wanneer beiden in 1 gezin betrokken zijn, geen onnodige discussies/problemen hierover ontstaan. - Eén persoon moet de regie op zich nemen. Dit kan de generalist zijn maar ook de gezinsvoogd. Per situatie kan dit bepaald worden. Overigens, juridisch ligt de verantwoordelijkheid voor uitvoering van een gerechtelijk opgelegde maatregel bij de gezinsvoogd. - Zodra een gezinsvoogd het gezin verlaat, mag dit gezin niet uit beeld raken. In de meeste situaties zal een generalist nog langer bij het gezin betrokken blijven dan de gezinsvoogd. - Generalisten en gezinsvoogden hebben elk eigen instrumenten om in te zetten. - Per situatie dient maatwerk geleverd te worden t.a.v. de inzet van mensen en middelen. - Wanneer een generalist in het gezin aanwezig blijft ook als een gezinsvoogd erbij komt heeft dit meerwaarde. - Keuzevrijheid in jeugdhulpverleners is belangrijk. Streven moet erop gericht zijn dat de jeugdhulpverleners zoveel mogelijk in het gezin passen. Geldt voor generalisten maar ook voor gezinsvoogden. Een 100% match zal echter niet altijd mogelijk zijn. - De functie van generalist en die van gezinsvoogd zijn NIET in 1 persoon te verenigen. Ook wettelijk is dit niet toegestaan. - Met de juiste inzet van drang moet zoveel mogelijk inzet van dwang voorkomen worden.

5 Transitie Jeugdzorg Regio West Brabant Oost (WBO) Thematafel generalisten specialisten Uit het RTA en afgeleid van het plan van aanpak West Brabant Oost Onze aanpak focust op de inzet van generalisten (competente professionals) die in overleg met jeugd en ouders het overgrote deel van de ondersteuning en hulp zelf leveren. De 9 gemeenten organiseren ieder (of in combinaties waar dat gewenst is) het voorliggende veld en de inzet van generalisten. Leidraad hierbij zijn de gezamenlijk opgestelde leefregels en de gezamenlijke focus op kwaliteit voor jeugd en ouders. Deze zorg vindt plaats dichtbij huis ( inclusieve zorg). Daarnaast organiseren wij de inkoop van en toeleiding tot specialistische zorg op regionaal WBO niveau. Specialisten sluiten op de vraag van jeugd, ouders en generalisten aan en bieden de hulp die nodig is. Daar waar jeugd, ouders en generalist niet zelf kunnen beoordelen welke zorg nodig en gewenst is, kunnen zij een multidisciplinair adviesteam inschakelen. Dit adviesteam biedt intercollegiale consultatie aan generalisten en voert waar nodig onderzoek uit, stelt diagnoses en adviseert vervolgens jeugd, ouders en generalist bij welke specialistische hulp de jeugdige het meest gebaat is. Opmerkingen / input gemeenteraadsleden Wie is de generalist? - de generalist is er voor alle vragen en soorten ondersteuning. - de generalist is wegwijzer voor het gezin en biedt groot deel van de hulp zelf. Wanneer aanvullende hulp wordt ingeschakeld is de generalist regisseur. - aandacht voor benodigde competenties en kwaliteit. - opmerking: kijk uit met het creëren van duizendpoten. Alle expertise in 1 persoon kan niet. Generalisten: 75% dezelfde generalistische basiskennis en competenties, daarop heeft iedereen een eigen plus (specifieke kwaliteit). Aandachtspunt: match generalist gezin; wie, hoe? - tip: vorm teams waarin generalisten samenwerken en elkaar aanvullen. Als 9 gemeenten eenheid in werkwijze en wanneer door te verwijzen (dezelfde grenzen aan het werk van generalisten). Van belang in verband met financiële consequenties (gezamenlijke inkoop van specialistische zorg). Hierbij moet wel voldoende ruimte blijven voor het toepassen van de couleur locale. Verschil tussen grote en kleine gemeenten bij behoefte aan lokaal maatwerk? Noodzaak tot samenwerking (in inkoop) lijkt niet voor alle gemeenten even groot. Regie in gezinnen die ook met andere zorgvormen dan jeugdzorg te maken hebben? Ontschotten! En zorg voor voldoende en goede afstemming! (overige decentralisaties in sociaal domein) Jeugdhulp proactief: geen balie waar gezinnen naar toe moeten, maar professionals gaan naar gezinnen toe. Inschakelen specialistische hulp: hoe? - zoveel mogelijk directe lijn van generalist naar specialist. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van generalisten. Directe lijn ook naar duurdere specialistische zorg? Ja -> vertrouwen in (de kwaliteit van de) generalisten!

6 Inschakelen specialistische hulp: objectief en onafhankelijk? - verwijzing naar specialistische hulp op basis van inhoud zorgvraag. - keuzevrijheid ouders (en jeugd). Zij bepalen welke specialist(ische hulp). - is onafhankelijkheid generalist van specialistische instellingen dan van belang? - wel oppassen voor verkeerde prikkels (organisatiebelangen). Niet blijven diagnosticeren! Specialisten doen het werk van de generalisten met betrekking tot vraagverduidelijking niet over. Zorg voor een multidisciplinair team (MAT / one stop shop): voor consultatie, second opinion, snel de juiste hulp inschakelen. - juridische status van het advies van een generalist en/of multidisciplinair team? Bindend?? Zo niet, wie beslist dan? De Gemeente, de ouder, het generalistisch team? Positie ouders: - uitgangspunt: regie bij het gezin, de ouders. De generalist ondersteunt hen. - als generalist of multidisciplinair bepaalde hulp adviseert maar ouders willen dit niet, dan zijn ouders leidend, tenzij veiligheid kinderen in het geding is. Dan wordt het drang / dwang. - wat als ouders bepaalde (specialistische) hulp voor hun kind(eren) willen maar de generalist vindt dit niet nodig? Kunnen ouders dan bijvoorbeeld ook zelf aankloppen bij het multidisciplinair team? Kunnen ouders zelf rechtstreeks specialistische hulp inschakelen? - wie is eindverantwoordelijk? - hoe gaan we om met klachten van ouders / jeugd? Goed organiseren en (juridisch) borgen. Rol gemeenteraad is kaderstellend: - kaders stellen voor goede jeugdhulp (daarvoor belangrijk te weten welke keuzes er worden gemaakt en waar de raad invloed op kan uitoefenen); - kaders stellen voor financiën jeugdhulp; - dan met vertrouwen loslaten, de raad houdt zich niet bezig met uitvoering. - Evalueren: belangrijk om met elkaar vast te stellen wanneer gaat het goed?

7 Transitie Jeugdzorg Regio West Brabant Oost (WBO) Thematafel inkoop en bovenlokale samenwerking Uit het RTA en afgeleid van het plan van aanpak West Brabant Oost Onze aanpak focust op de inzet van generalisten (competente professionals) die in overleg met jeugd en ouders het overgrote deel van de ondersteuning en hulp zelf leveren. De 9 gemeenten organiseren ieder (of in combinaties waar dat gewenst is) het voorliggende veld en de inzet van generalisten. Daarnaast organiseren wij de inkoop van en toeleiding tot specialistische zorg op regionaal WBO niveau. Specialisten sluiten op de vraag van jeugd, ouders en generalisten aan en bieden de hulp die nodig is. Maar hoe verdelen we de kosten? En wat betekent dit voor de sturende rol van de gemeenteraad? Opmerkingen / input gemeenteraadsleden Als het gaat om kostenverdeling kun je kiezen voor een systeem gebaseerd op solidariteit. Je kunt ook kiezen voor afrekening per gemeente gebaseerd op daadwerkelijk zorggebruik. Een tussenvorm is een systeem van demping. De raadsleden gaven hierover de volgende input: Bij heel specialistische exclusieve zorg is het belangrijk dat je solidair bent. Je kunt de aanspraak op deze zorg niet beïnvloeden en er is sprake van hoge kosten. Daarom is het verstandig om samen zorgplaatsen in te komen en waar nodig ook bovenregionaal afspraken te maken. Je zult instellingen wel moeten prikkelen om bijvoorbeeld zware exclusieve zorg om te buigen tot minder zware zorg (bijvoorbeeld van residentieel naar semi-residentieel). Hier is financieel voordeel te behalen en deze middelen kun je goed gebruiken aan de voorkant. Specialistische ambulante zorg kun je voor een deel lokaal regelen. Daar waar je als gemeente de expertise niet in de buurt hebt, wijk je uit naar de regio. Het is daarom van belang dat de generalisten in de gemeente hun omgeving goed kennen en waar nodig advies inwinnen bij een regionaal expert team als zij niet weten waar de beschikbare hulp is. Als je kiest voor solidariteit, dan moet je ook de generalistische zorg eenduidig organiseren. Dus kwaliteit aan de voorkant. Je zou in ieder geval een prikkel moeten inbouwen om de preventieve jeugdzorg goed te organiseren, want als je redeneert dat alles toch wel uit de grote pot betaald wordt verandert er niets ten opzichte van het bestaande. Hier is een spanningsveld tussen gemeentelijke autonomie en intergemeentelijke afspraken. Geef je vrijheden op of wil je die juist behouden? Maatwerk leveren is belangrijk. De bevolkingssamenstelling is niet overal hetzelfde. Een gemeenschappelijke regeling heeft niet de voorkeur. De gemeenteraad heeft dan beperkt invloed. Verder moeten we voorkomen dat we een nieuwe bestuurslaag creëren, want dit kost alleen maar geld en dat geld moet naar de jeugdhulp toe. Je zou de eerste 1 of 2 jaar uit kunnen gaan van solidariteit en op basis van de ervaringen kunnen bijsturen naar een ander systeem als dit nodig blijkt. We moeten namelijk eerst ervaring opdoen.

8 De keuze voor solidariteit of afrekenen op werkelijk gemaakte kosten is ook afhankelijk van de positie die een gemeente heeft. Een grote gemeente kiest misschien anders dan een kleine. Naarmate een gemeente kleiner wordt, zijn er grotere fluctuaties in zorggebruik te zien. Daarom is het goed om inzicht te hebben in het zorggebruik jeugdzorg voor alle 9 gemeenten in plaats van alleen voor de eigen gemeente. Zo weet je hoe de middelen nu verdeeld zijn in de regio en hoe de keuze voor een bepaald model in de toekomst regionaal uitpakt. Verder is het goed om rekening te houden met trends die we nu al zien. Die moet je ook in kaart brengen om keuzes voor de toekomst te kunnen maken. Generalisten moeten doorzettingsmacht hebben en geen verlengstuk zijn van hun eigen organisatie. Ze moeten onafhankelijk zijn.