Ontwikkeling van schelpdierbestanden op de droogvallende platen van de Waddenzee
|
|
- Klaas de Wilde
- 1 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hoe staat het met de schelpdieren in de Waddenzee? Aan de hand van langjarige tijdreeksen geven we een overzicht van de ontwikkeling van Mossel (Mytilus edulis), Kokkel (Cerastoderma edule), Nonnetje (Macoma balthica) en nieuwkomer de Japanse oester (Crassostrea gigas). Hierbij speelt de vraag welke factoren bepalend zijn voor de aantalsontwikkeling van de verschillende soorten. Foto 1 Op de wadplaten vormen mosselbanken opvallende structuren (foto: Karin Troost). Ontwikkeling van schelpdierbestanden op de droogvallende platen van de Waddenzee In estuaria en ondiepe kustzeeën als de Waddenzee vervullen schelpdieren een belangrijke rol. Veel voorkomende soorten in de Waddenzee zijn de Mossel, de Kokkel, het Nonnetje en de Japanse oester. Het belangrijkste voedsel van deze schelpdieren is fytoplankton (eencellige algen) dat ze uit het zeewater filtreren. Zelf worden ze weer gegeten door vogels, vissen en andere predatoren zoals krabben en garnalen. Op deze manier vormen schelpdieren in het voedselweb van de Waddenzee een belangrijke verbinding tussen primaire producenten en de hogere trofische niveaus. Kokkels en Nonnetjes leven ingegraven in de bodem, van waar ze met hun sifonen zeewater met voedsel uit het bovenliggende water aanzuigen. In tegenstelling tot deze soorten leven Mosselen en Japanse oesters op de bodem, waar ze in het oog springende structuren vormen (foto 1 & 2). Mosselen vormen bulten van slib en schelpen die tot een meter boven het omliggende wad kunnen uitsteken. Oesters vormen soms ook harde riffen en zijn zo mogelijk nog meer gevarieerd van structuur. Deze mosselbanken en oesterriffen hebben allerlei effecten op de nabije omgeving. Zo vergroten ze plaatselijk de turbulentie in de onderste waterlagen en hiermee hun eigen voedselaanvoer. Ze bieden vestigingsmogelijkheden aan allerlei organismen die afhankelijk zijn van hard substraat waaronder hun eigen nakomelingen. Tevens bieden de structuren een schuilplaats tegen predatie en milieu-extremen zoals hitte, uitdroging en golfwerking voor verschillende soorten zoals mosselen, alikruiken en krabben (Troost, 2010). Deze structuurvormers of biobouwers worden gezien als belangrijke vormers van habitat in zandige getijdegebieden zoals de Waddenzee. Karin Troost, Jan Drent, Eelke Folmer & Marnix van Stralen De afwisseling tussen schelpenriffen en kale plekken leidt tot een aanzienlijk hogere biodiversiteit in het gebied als geheel, doordat een grote variatie in habitats wordt aangebodem (referenties in Troost, 2010). Al ruim veertig jaar worden bodemdieren (macrozoobenthos) in de Waddenzee gemonitord. Dit gebeurt op het Balgzand bij Den Helder, op het Groninger Wad en sinds 1978 ook op de Piet Scheveplaat onder Ameland (fig. 1). Voor het schelpdiervisserijbeleid is in 1990 gestart met het uitvoeren van jaarlijkse inventarisaties van schelpdierbestanden. Sinds 1995 worden jaarlijks de contouren van mossel- en oesterbanken op de droogvallende platen (het litoraal ) in de Waddenzee in kaart gebracht. Meetreeksen De hier gebruikte meetreeksen zijn met verschillende methodes verzameld. De door het NIOZ uitgevoerde monitoring (dit is gedeeltelijk onderdeel van MWTL, Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands in opdracht van Rijkswaterstaat) op het Balgzand in de westelijke Wadden- De Levende Natuur - mei
2 Mosselbank 1969 & 1975 Aantal jaren met schelpdierbank in periode Fig. 1. Ruimtelijke verdeling van schelpdierbanken in 1969 en 1975 (links) en de periode (rechts) in de Waddenzee. De lijn geeft de scheiding tussen west en oost op het wantij van Terschelling weer. De verdeling in wordt weergegeven als de frequentie van voorkomen wat een maat is voor hoe vaak een schelpdierbank is aangetroffen binnen deze periode (variërend van nooit in grijs, een enkele keer in groen naar heel vaak in rood). In de linker kaart zijn de locaties Balgzand (BZ), Piet Scheveplaat (PS) en Groninger Wad (GW) aangegeven. zee bij Den Helder vindt plaats in het voorjaar en aan het einde van de zomer waarbij 12 raaien en drie stations worden bemonsterd. Bodemmonsters worden gezeefd over een maaswijdte van 1 mm. Alle organismen worden op naam gebracht en geteld, waarna de biomassa wordt bepaald (asvrij drooggewicht, dus het drooggewicht van de organische fractie). De methodiek wordt verder beschreven in Dekker (2011). In de oostelijke Waddenzee worden in het kader van MWTL door ingenieursbureau Koeman en Bijkerk (voorheen door Rijkswaterstaat zelf) op vergelijkbare manier vijf permanente stations op het Groninger Wad en drie raaien op de Piet Scheveplaat onder Ameland tweemaal per jaar bemonsterd. Voor Kokkels en Nonnetjes gebruiken we uit de bovengenoemde series biomassa (g.m -2 ) gegevens uit het voorjaar om de bestandsontwikkeling te volgen en de aantallen nul-jarigen (aantal.m -2 ; het broed ) uit de nazomerbemonstering als maat voor de rekrutering/broedval. In opdracht van het ministerie van EL&I (voorheen LNV) wordt door IMARES jaarlijks in het voorjaar het kokkelbestand in de Waddenzee gebiedsdekkend geïnventariseerd. Er wordt gemonsterd volgens een gestratificeerd monstergrid, wat inhoudt dat de dichtheid aan monsterpunten hoger is in gebieden waar de kans op het aantreffen van Kokkels hoger is. Bodemmonsters worden gezeefd over een maaswijdte van 5 mm. Alle aangetroffen schelpdieren, waaronder Mosselen en Nonnetjes, worden op soort gebracht, geteld en gewogen (versgewicht). Voor de methodiek wordt verder verwezen naar Kesteloo et al. (2011). Sinds 1995 worden jaarlijks de contouren van litorale mossel- en oesterbanken in de Waddenzee in kaart gebracht door onderzoeksinstituut IMARES en Bureau MarinX. Dit gebeurde aanvankelijk in voor- en najaar in opdracht van de mosselsector en de laatste jaren alleen nog in het voorjaar in opdracht van het ministerie van EL&I. Onderzoekers lopen met GPS langs de randen van de banken om deze te markeren. De ingelopen contouren worden vervolgens ingelezen in GIS (Geographic Information System) waarna de mosselbanken in kaartvorm kunnen worden gepresenteerd en de arealen kunnen worden berekend. Tijdens het inmeten van de banken worden kenmerken zoals het bedekkingspercentage van de bank genoteerd. Ook de Japanse oesterbanken worden in dit onderzoek meegenomen. De eerste Japanse oesters werden in de inventarisaties aangetroffen in De eerste oesterbankjes zijn gekarteerd in Mossel- en oesterbanken worden als bank aangemerkt als het bedekkingspercentage groter is dan 5%. Het komt vaak voor dat in een bank zowel Oesters als Mosselen voorkomen. Als de bedekking van iedere soort afzonderlijk groter is dan 5%, dan spreken we van zowel een oesterbank als een mosselbank, dus van een gemengde bank. De verdere methoden en achtergronden zijn beschreven door Van Zweeden et al. (2011). De bestandsgrootte (biomassa) Mosselen en Oesters in de banken wordt bepaald in combinatie met het jaarlijkse onderzoek van Kokkels zoals hiervoor beschreven. In verband daarmee is deze inventarisatie ook gestratificeerd op Mosselen en Oesters. Tenslotte maken we gebruik van de zogenaamde Dijkema atlas (Dijkema et al., 1989). Dijkema et al. (1989) hebben aan de hand van luchtfoto s uit 1969 en 1976, en lokale observaties op het wad in 1978, de ruimtelijke verspreiding van mosselbanken in de gehele Waddenzee bepaald. Ontwikkeling schelpdierbestanden KOKKEL Het kokkelbestand varieert sterk van jaar tot jaar (fig. 2) in zowel de westelijke als de oostelijke Waddenzee. Daarbij is geen sprake van een duidelijke opwaartse of neerwaartse trend. De grote schommelingen in het kokkelbestand worden vooral veroorzaakt door het af en toe optreden van goede broedvallen die in de jaren daarna leiden tot grote bestanden. Dit is bijvoorbeeld het geval met de goede broedvallen van 1997 en 2003 (fig. 2 & 3). De goede broedval van 1997 strekte zich echter niet uit tot het Balgzand, hetgeen illustreert dat rekrutering niet alleen in de tijd maar ook in de ruimte sterk kan variëren (fig. 3). Daarnaast is na strenge winters het bestand vaak laag door wintersterfte, maar is de kans op een goede broedval na deze winters ook weer groot, zoals bijvoorbeeld gebeurd is na de strenge winter van 1996 (Beukema, 1992), al zien we ook na deze winter weer grote verschillen tussen oost en west. Voor de verschillende deelgebieden komen de data series goed overeen met elkaar, zoals ook al was aangetoond door Van Stralen & Kesteloo-Hendrikse (1998). Dit betekent dat de verschillende opnamen een goed beeld geven van de actuele kokkelbestanden. De NIOZ/MWTL data series geven 84 De Levende Natuur - jaargang nummer 3
3 bestand (miljoen kg versgewicht) biomassa (g asvrij droog m -2 ) bestand oudere kokkels West jarig jarig 8 broed Balgzand bestand oudere kokkels Oost 30 2-jarig jarig broed Piet Scheveplaat - 50 Groninger Wad Fig. 2. Ontwikkeling van het kokkelbestand (Cerastoderma edule) in het westelijk en oostelijk deel van de Nederlandse Waddenzee. Het totale bestand (data IMARES; linker y-as) is uitgesplitst naar de verschillende leeftijdsklassen. NB: het aandeel broedjes (zwarte balk) is ieder jaar onderschat, omdat broedval gedurende de inventarisatie plaatsvindt en de dieren vaak nog te klein zijn om door de mazen van de zeef (5 mm) vastgehouden te worden. De lijnen geven de gemiddelde biomassa per vierkante meter weer, op het Balgzand in het westelijk deel en de Piet Scheveplaat en het Groninger Wad in het oostelijk deel (data NIOZ; rechter y-as). Let op de grote verschillen tussen oost en west in de schalen op de y-assen. Fig. 3. Ontwikkeling van het Nonnetje (Macoma balthica) op de droogvallende platen van de westelijke en oostelijke Waddenzee. De balken geven het totale bestand in het voorjaar weer (data IMARES; linker y-as). De lijnen geven de gemiddelde biomassa op het Balgzand in het westelijk deel en op de Piet Scheveplaat en het Groninger Wad in het oostelijk deel (data NIOZ & MWTL; rechter y-as). bestand (miljoen kg versgewicht) biomassa (g asvrij droog m -2 ) 7-6 bestand West Balgzand daarom een goede indicatie van de omvang van schelpdierbestanden in de jaren 70 en 80, die toen nog niet Waddenzeebreed werden geïnventariseerd. NONNETJE Het Nonnetje laat grote lange termijnveranderingen zien. Zo is het bestand in de westelijke Waddenzee eerst toegenomen tot eind jaren 80 en vervolgens top op heden weer afgenomen. Deze afname gaat tot aanzienlijk lagere biomassa waarden dan die in het begin van de serie in de zeventiger jaren (fig. 3). Ook in de oostelijke Waddenzee was er een lange periode van afname. Deze begon halverwege de tachtiger jaren en werd gevolgd door een toename die begon rond Na deze opleving is het bestand in de afgelopen jaren net als in de westelijke Waddenzee weer teruggelopen tot de laagste waarden van de afgelopen 40 jaar. Deze ontwikkelingen zijn een weerspiegeling van de broedval, uitgedrukt in het aantal nuljarige Nonnetjes dat in de afgelopen 10 jaar in alle gebieden erg laag is geweest (fig. 4). Uit analyses op basis van de jaarringen blijkt ook de adulte overleving afgenomen te zijn, samen met de geringe broedval leidend tot de zeer lage bestanden van nu. Rekening houdend met de verschillende oppervlaktes van getijdeplaten in de oostelijke en westelijke Waddenzee zijn de bestanden van Nonnetjes gemiddeld over de tijd genomen meer gelijk verdeeld over de Waddenzee dan die van Kokkels. MOSSEL EN JAPANSE OESTER Begin jaren negentig waren er nagenoeg geen mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee aanwezig. In ongeveer 10 jaar is het areaal mosselbanken weer toegenomen tot een oppervlak dat sindsdien schommelt rond 2000 ha. Van het areaal mosselbanken komt het merendeel (ca 70%) voor in de oostelijke Waddenzee (fig. 5). 4 bestand Oost 35 - Piet Scheveplaat 3 Groninger Wad Om deze relatief korte series van de mosselcontouren in een iets langer historisch perspectief te plaatsen kunnen we een vergelijking maken met de arealen zoals in kaart gebracht door Dijkema et al. (1989) voor 1969 en Het totale areaal in de Nederlandse Waddenzee werd toen geschat rond de 4000 hectare. Omdat de huidige meetmethode verschilt van die Dijkema et al. gebruikten, is een eerlijke vergelijking met de arealen van tegenwoordig niet gemakkelijk te maken. De verhoudingen De Levende Natuur - mei
4 tussen arealen in de oostelijke en westelijke Waddenzee kunnen echter wel worden vergeleken tussen de verschillende periodes. Volgens de gegevens van Dijkema et al. lag 30% van de mosselbanken in de westelijke- en 70% in de oostelijke Waddenzee. In de eerste paar jaren van herstel voor 2000 lag gemiddeld 40% van het areaal in de westelijk Waddenzee. In de jaren vanaf 2000 was dat gemiddeld nog geen 10%. Na de eerste opleving heeft de ontwikkeling van de mosselbanken in de westelijke Waddenzee geen gelijke tred met de oostelijke Waddenzee gehouden. Als de arealen van beide structuurvormers mosselen en oesters samen wordt genomen lag gemiddeld over de gehele periode sinds % van de schelpdierbanken in de westelijke Waddenzee. De afgelopen vier jaar is het zelfs nog iets meer (31%) wat sterk correspondeert met de verdeling van mosselbanken tussen de oostelijke en westelijke Waddenzee in de jaren 1969 en Opvallend is dat op exact dezelfde locaties waar Dijkema et al. mosselbanken aantroffen, ook sinds 1995 met regelmaat mosselbanken en later ook oesterbanken zijn aangetroffen (fig. 1). Rond 2000 traden er met de komst van de Japanse oester grote veranderingen op omdat de oesters zich in mosselbanken vestigden en de oesters net als mosselen banken vormen die op het sediment liggen. De Japanse oester is eind jaren 70 in het Nederlandse deel van de Waddenzee geïntroduceerd (Troost, 2010). Sindsdien heeft de soort zich door de gehele Waddenzee verspreid. De Japanse oester heeft om zich te kunnen vestigen hard substraat nodig, waaronder de litorale mosselbanken. Maar ook gebieden met lege schelpen blijken geschikt. De Japanse oester heeft zich in de oostelijke Waddenzee sterk kunnen uitbreiden door zich te vestigen op mosselbanken, zoals dat ook voor o.a. de Duitse Waddenzee is beschreven door Reise (1998). In het westelijk deel van de Nederlandse Waddenzee hebben de oesters zich ook in belangrijke mate buiten mosselbanken weten te vestigen (van Stralen et al., 2012). Voorts blijkt dat met name het areaal gemengde banken toeneemt (fig. 5). Dit komt doordat mosselen zich in oesterbanken vestigen. Via deze oesterbanken lijken mosselbanken, zoals die op de kaarten van Dijkema et al. (1989) staan maar verdwenen waren, deels terug te keren. aantal broedjes per m Kokkel Nonnetje Balgzand Groninger Wad Piet Scheveplaat Areaal(ha) Fig. 4. Aantallen broedjes (rekruten) per m 2 van Kokkel (boven) en Nonnetje (onder) aan het eind van de zomer verzameld op een 1mm 2 zeef op drie verschillende locaties, Balgzand, Piet Scheveplaat en Groninger Wad (data NIOZ & MWTL). areaal oesterbanken areaal gemengde banken areaal mossel Bestand gehele Waddenzee West Oost bestand (miljoen kg versgewicht) Fig. 5. Ontwikkeling van het litorale mosselbestand in de Waddenzee (lijn; data IMARES, sinds 1990) en de arealen aan mosselbanken, oesterbanken en gemengde mossel/oesterbanken in het westelijke (boven) en oostelijke (onder) deel van de Waddenzee (balken; data IMARES, sinds 1995). Japanse oesterbanken: oesterbedekking >5% en mosselbedekking <5%; mosselbanken: mosselen >5% en Japanse oesters <5%; gemengde banken: mosselen en Japanse oesters allebei >5% De Levende Natuur - jaargang nummer 3
5 Welke factoren zijn bepalend voor de omvang van schelpdierbestanden? De omvang van schelpdierbestanden wordt bepaald door vele factoren. Van groot belang zijn gebeurtenissen die ingrijpen in de eerste stadia van de levenscyclus. Allereerst is het van belang dat de omstandigheden goed zijn voor de voortplanting. Schelpdieren produceren een zeer grote hoeveelheid aan larven, welke vervolgens moeten zien te overleven tot volwassen dieren (de rekrutering). Voor de productie van grote hoeveelheden larven (het paaien) is het van belang dat de volwassen dieren voldoende hebben kunnen eten en in goede conditie zijn. Vervolgens is de overleving van larven en juveniele schelpdieren afhankelijk van de vestiging in geschikt habitat en van predatie (Beukema & Dekker, 2005). Het is bekend dat na strenge winters de rekrutering van schelpdieren vaak goed is. De meest waarschijnlijke verklaring daarvoor is dat de predatoren, die overwinteren in de diepere geulen, dan pas later in het voorjaar de wadplaten opzoeken (Beukema, 1992). Dit geeft de jonge schelpdieren de gelegenheid om de predatoren te ontgroeien. Volwassen schelpdieren hebben ook predatie te duchten, met name van wadvogels zoals de Scholekster (Haematopus ostralegus), Kanoet (Calidris canutus) en Zilvermeeuw (Larus argentatus). Daarnaast oogst de mens schelpdieren voor consumptie. Directe en indirecte effecten van schelpdiervisserij op schelpdierbestanden zijn uitgebreid onderzocht (Ens et al., 2004 ). Vooral over indirecte effecten van visserij (bijvoorbeeld door bodemberoering) is nog veel onbekend en is mede daardoor vaak onderwerp van gesprek in discussies over natuurbescherming en visserijbeleid (Beukema & Dekker, 2005 en referenties daarin). Schelpdiervisserij sinds 2004 Naar de ontwikkeling van schelpdierbestanden en aantallen schelpdieretende vogels in relatie tot de schelpdiervisserij is veel onderzoek gedaan, ondermeer binnen het onderzoeksprogramma EVA2 (Ens et al., 2004). De uitkomst daarvan vormde in 2004 de basis voor het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij Besloten werd tot het beëindigen van mechanische kokkelvisserij in de hele Waddenzee, en tot het inperken van de visserij op mosselzaad. De schelpdiervisserij op platen beperkt zich daardoor momenteel tot de handkokkelvisserij en het handmatig rapen van oesters. Voor de handkokkelvisserij geldt dat jaarlijks maximaal 5% van het vis- Foto 2. Oesters vormen in het oog springende riffen (foto: Karin Troost). De Levende Natuur - mei
6 bare bestand mag worden opgevist. Het visbare bestand is hier gedefinieerd als Kokkels aanwezig in hogere dichtheden dan 50 per m 2. In de praktijk wordt minder dan 5% bevist. In de periode is door de handkokkelvissers gemiddeld 1,3% (= kg kokkelvlees) van het visbare bestand (gemiddeld 35 miljoen kg) weggevangen, met als extremen 0,6% en 2,3%. De handmatige oestervisserij gebeurt op experimentele basis en gaat om zeer kleine hoeveelheden ten opzichte van het totale bestand. Resumerend De langjarige ontwikkeling van het kokkelbestand lijkt vooral te worden bepaald door het optreden van jaren met goede broedvallen en het optreden van strenge winters die leiden tot een verhoogde sterfte bij volwassen dieren. Het Nonnetje vertoont in zowel de ruimte (westelijke en oostelijke Waddenzee) als in de tijd (door de jaren heen) een fluctuerend ontwikkelingspatroon, maar gedurende de laatste jaren vooral een neergang. De oorzaak van deze neergang is nog niet opgehelderd. De oorzaak wordt gezocht in het warmer wordende klimaat en minder voorkomen van strenge winters. Mossel- en oesterbanken komen tegenwoordig nog steeds voor op dezelfde locaties als waar in 1969 en 1975 al mosselbanken werden aangetroffen, in een vergelijkbare verdeling van ongeveer 30% in de westelijke en ongeveer 70% in de oostelijke Waddenzee. De Japanse oester is vanaf 2000 steeds belangrijker geworden, maar het bestand lijkt zich sinds 2007/2008 te hebben gestabiliseerd. Of daarmee ook een eind is gekomen aan de opmars van deze exoot moet de toekomst leren. Een opmerkelijke ontwikkeling is dat zich in de oesterbanken in toenemende mate mosselen zijn gaan vestigen. Hiervan kunnen mosseletende vogels mogelijk profiteren. Gezien de beperkte omvang van de huidige schelpdiervisserij op de droogvallende platen (handkokkelvisserij en het rapen van oesters) is de invloed van deze activiteiten op de ontwikkeling van de bestanden na 2004 waarschijnlijk van ondergeschikt belang geweest. Literatuur Beukema, J.J., Dynamics of juvenile shrimp Crangon crangon in a tidal-flat nursery of the Wadden Sea after mild and cold winters. Marine Ecology Progress Series 83: Beukema, J.J. & R. Dekker, Decline of recruitment success in cockles and other bivalves in the Wadden Sea: possible roles of climate change, predation on postlarvae and fisheries. Marine Ecology Progress Series 287: Dekker, R., Macrozoobenthosonderzoek MWTL, voor en najaar 2009, Waterlichaam: Waddenzee (Balgzand en sublitorale westelijke Waddenzee). NIOZ-Report Dijkema, K.S., G. van Thienen & J.G. van Beek, Habitats of the Netherlands, German and Danish Wadden Sea. Research Institute for Nature Management, Veth Foundation, Leiden, Texel. Ens, B.J., A.C. Smaal & J. de Vlas, The effects of shellfish fishery on the ecosystems of the Dutch Wadden Sea and Oosterschelde: final report on the second phase of the scientific evaluation of the Dutch shellfish fishery policy (EVA II). Rapport RIKZ Kesteloo, J.J., C. van Zweeden & K. Troost, Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in IMARES - Wageningen- UR, rapport C090/11. Reise, K., Pacific oysters invade mussel beds in the European Wadden Sea. Senckenbergiana Maritima 28: Stralen, M.R. van & J.J. Kesteloo-Hendrikse, De ontwikkeling van het kokkelbestand in de Waddenzee ( ) en Oosterschelde ( ). RIVO Rapport C Stralen, M.R. van, K. Troost & C. van Zweeden, Ontwikkeling van banken Japanse oesters (Crassostrea gigas) op droogvallende platen in de Waddenzee. MarinX rapport Troost, K., Causes and effects of a highly successful marine invasion: Case-study of the introduced Pacific oyster Crassostrea gigas in continental NW European estuaries. Journal of Sea Research 64: Zweeden, C. van, K. Troost, D. van den Ende & M.R. van Stralen, Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van IMARES - Wageningen-UR, rapport C154/11. Summary The development of bivalve shellfish stocks on the tidal flats of the Dutch Wadden Sea Bivalve shellfish are of key importance in estuarine and coastal sea ecosystems. Common species in the Wadden Sea are the Cockle (Cerastoderma edule) and Baltic tellin (Macoma balthica) who live hidden in the sediment, and the Mussel (Mytilus edulis) and Pacific oyster (Crassostrea gigas) who form complex reef-like structures on top of the sediment. By building these complex structures, Mussels and Pacific oysters increase the diversity in habitats and thereby increase the biodiversity in the Wadden Sea. Invertebrate animals living on the tidal flats have been monitored since about 40 years, at the Balgzand, Piet Scheveplaat and Groninger Wad tidal flats in respectively the western, central and eastern parts of the Dutch Wadden Sea. For the management of shellfish fisheries, stocks of these bivalves have been monitored annually since 1990, and the contours of mussel and oyster beds are mapped since We use these time series to show the long-term development in stocks of the common bivalves mentioned above, for the eastern and western parts of the Dutch Wadden Sea. The long-term development of the cockle stock is mainly determined by a combination of years with a successful recruitment and the occurrence of severe winters that lead to an increased mortality among adult animals. The development of the Baltic tellin stock is highly fluctuating in space and time, but shows an overall decline in recent years. The cause of this decline is still not known but it appears to be related to a warming climate. Mussel- and oysterbeds are still found in exactly the same locations as in 1969 and The Pacific oyster was introduced in the 1970 s, and became increasingly dominant after Since 2007/2008 the Pacific oyster stock appears to be stabilized. A remarkable development is the increasing settlement of mussels in Pacific oyster beds. Shellfish fisheries on the tidal flats of the Wadden Sea have been restricted in Nowadays, these activities consists of hand-raking for Cockles and hand-picking of Pacific oysters. An effect of these activities on the development of shellfish stocks is probably negligible. Dr. K. Troost IMARES - Wageningen-UR Postbus AB Yerseke Dr. J. Drent & Dr. E.O. Folmer Koninklijk NIOZ Postbus AB Den Burg (Texel) Drs. M.R. van Stralen Onderzoeksbureau MarinX Elkerzeeseweg NA Scharendijke 88 De Levende Natuur - jaargang nummer 3
Wageningen IMARES. De rol van schelpdieronderzoek in een duurzame ontwikkeling van de Waddenzee. Pauline Kamermans
De rol van schelpdieronderzoek in een duurzame ontwikkeling van de Waddenzee Pauline Kamermans is een samenwerkingsverband tussen Wageningen UR en TNO De rol van schelpdieronderzoek in een duurzame ontwikkeling
Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies. Rapport C012/07
Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Den Helder Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 57 Postbus 167 1970 AB IJmuiden
Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2002
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl
De ontwikkeling van de Japanse oester in de Nederlandse Waddenzee: Situatie 2006
De ontwikkeling van de Japanse oester in de Nederlandse Waddenzee: Situatie 26 Frouke Fey, Norbert Dankers, Andre Meijboom, Martin de Jong, Piet-Wim van Leeuwen, Elze Dijkman, Jenny Cremer pagina 2 van
MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee
MOSSELWAD (2009 2014) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek
Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Oosterschelde en Voordelta in het najaar van 2005
onderzoek en advies - mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 mobiel: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl notitie nr. 2005.48.1 Inventarisatie
Ontwikkeling van banken Japanse oesters (Crassostrea gigas) op droogvallende platen in de Waddenzee
onderzoek en advies mariene ecologie, visserij en schepldierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 GSM: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl RAPPORT 2012.101 Ontwikkeling
Eindexamen biologie pilot vwo I
Nonnetjes Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee kun je veel schelpen vinden van nonnetjes. Voor schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in zoveel kleuren voorkomen: van rood, oranje
IMARES Wageningen UR. Ruimtelijke verspreiding van mosselen en Japanse oesters in de Waddenzee in de periode
Ruimtelijke verspreiding van mosselen en Japanse oesters in de Waddenzee in de periode 199-01 Karin Troost, Marnix van Stralen, Carola van Zweeden, Bert Brinkman Rapport C06/15 IMARES Wageningen UR (IMARES
Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Waddenzee in het najaar van 2005
onderzoek en advies - mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 mobiel: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl notitie nr. 2005.48.2 Inventarisatie
IMARES Wageningen UR. Inventarisatie van Japanse oesterbanken in de Oosterschelde en Waddenzee in 2011
Inventarisatie van Japanse oesterbanken in de Oosterschelde en Waddenzee in 2011 E.B.M. Brummelhuis, K. Troost, D. van den Ende, C. van Zweeden Rapport C175/11 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute
RIVO Rapport Nummer : C070/03. Het mosselareaal en -bestand op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2003.
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl
CONCLUSIES. f. Er zijn geen aanwijzingen dat kokkelvisserij
De eutrofiëring betreft een autonome ontwikkeling. Het is de verwachting dat de eutrofiëring nog wat verder zal teruglopen. Daarmee komt de draagkracht in de Waddenzee op termijn weer dicht bij de natuurlijke
Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009
onderzoek en advies mariene ecologie, visserij en schepldierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 GSM: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl RAPPORT 2009.79 - CONCEPT Inventarisatie
Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Waddenzee in het najaar van 2009
Onderzoek en advies - mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 mobiel: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl rapport nr. 2009.87 Inventarisatie
Waddensleutels: Mosselbanken en andere biobouwers aan de basis voor een gezonde Waddenzee?
De Waddenzee is een ecologisch gezonde zee met schoon water, uitgestrekte schelpdierbanken en zeegrasvelden. Dit is het streefbeeld voor 2030 dat staat beschreven in het programma Naar een rijke Waddenzee,
Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2007
Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2007 P.C. Goudswaard (1), J. Kesteloo (1), C. van Zweeden (1), F. Fey (1), M. R. van Stralen
Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies
Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Vestiging IJmuiden Postbus 68 1970 AB IJmuiden Tel.: 0255 564646 Fax: 0255 564644 Vestiging Yerseke Postbus 77 4400 AB Yerseke Tel.:
Bijlage VMBO-GL en TL
Bijlage VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 1 biologie CSE GL en TL Bijlage met informatie. 913-0191-a-GT-1-b De Waddenzee - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met
DUURZAAM EN DYNAMISCH. Advies van de Beleidsadviesgroep EVA II inzake het toekomstig beleid voor de schelpdiervisserij
DUURZAAM EN DYNAMISCH Advies van de Beleidsadviesgroep EVA II inzake het toekomstig beleid voor de schelpdiervisserij Juni 2004 Inleiding De Beleidsadviesgroep EVA II (BAG) is in juni 2003 door minister
De Waddenzee - Informatie
De Waddenzee - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. Informatie 1 De Waddenzee R
Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.
De Waddenzee Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. 2p 40 In de informatie worden biotische en
Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2004
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Centrum voor 1970 AB Ijmuiden Schelpdier Onderzoek Tel.: 0255 564646 Postbus 77 Fax.: 0255 564644 4400 AB Yerseke Internet:postkamer.rivo@wur.nl
Onderzoeksproject duurzame schelpdiervisserij (PRODUS). Deelproject 1A: Bepaling bestand mosselpercelen in de Waddenzee najaar 2005
Onderzoeksproject duurzame schelpdiervisserij (PRODUS). Deelproject 1A: Bepaling bestand mosselpercelen in de Waddenzee najaar 2005 J.W.M. Wijsman, J. Jol Rapport nr. C004/07 Januari 2007 Wageningen IMARES
De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater
De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater Rapportage van onderzoek In opdracht van Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland
Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2005
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus Postbus 68 Centrum voor 1970 AB IJmuiden Schelpdier Onderzoek Tel.: 0255 564646 Postbus 77 Fax.: 0255 564644 4400 AB Yerseke E-mail: visserijonderzoek.asg@wur.nl
IMARES Wageningen UR. Japanse oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2013: bestand en arealen
Japanse oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2013: bestand en arealen E.B.M. Brummelhuis, M. van Asch, D. van den Ende, K. Troost en C. van Zweeden Rapport C210/13 IMARES
ONTWIKKELING VAN ENKELE MOSSELBANKEN IN DE NEDERLANDSE WADDENZEE; SITUATIE 2007
ONTWIKKELING VAN ENKELE MOSSELBANKEN IN DE NEDERLANDSE WADDENZEE; SITUATIE 27 Frouke Fey, Norbert Dankers, André Meijboom, Piet Wim van Leeuwen, Hans Verdaat, Martin de Jong, Jannes Heusinkveld, Elze Dijkman,
Het Mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2008
Het Mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2008 P.C. Goudswaard (1), J. M. J. Jansen (1), C. van Zweeden (1, J. J. Kesteloo (1) & M.
Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2016: bestand en arealen
Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2016: bestand en arealen Auteurs: D. van den Ende, K. Troost, M. van Asch, E. Brummelhuis & C. van Zweeden Wageningen
MOSSELBANKEN IN DE WADDENZEE
MOSSELBANKEN IN DE WADDENZEE Functies - Wadden ecosysteem Filter feeders en waterkwaliteit; slib Biodepositie en stabiliteit van substraat; kustbescherming Morfologische landschappelijke eenheid in systeem
ONTWIKKELING VAN MOSSELBANKEN IN DE NEDERLANDSE WADDENZEE SITUATIE 2006
ONTWIKKELING VAN MOSSELBANKEN IN DE NEDERLANDSE WADDENZEE SITUATIE 26 Frouke Fey, Norbert Dankers, André Meijboom, Piet-Wim van Leeuwen, Hans Verdaat, Martin de Jong, Elze Dijkman, Jenny Cremer Wageningen
Nederlandse samenvatting
De verspreiding en aantallen dieren, zowel in ruimte als tijd, staan centraal in de ecologie. Inzicht in soortsverspreiding creëert niet alleen methodologische en analytische uitdagingen, maar vraagt ook
Resultaten wetenschappelijk onderzoek EVA II Publieksversie
Resultaten wetenschappelijk onderzoek EVA II Publieksversie Wat is EVA II? Wat is EVA II? EVA II staat voor de tweede fase van de evaluatie van het schelpdiervisserijbeleid in Nederland. De evaluatie met
Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2015: bestand en arealen
Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2015: bestand en arealen D. van den Ende, E. Brummelhuis, C. van Zweeden, M. van Asch en K. Troost IMARES rapport C168/15
Aantalontwikkeling van wadvogels in de Nederlandse Waddenzee in 1990-2008 Verschillen tussen Oost en West
ARTIKEL Aantalontwikkeling van wadvogels in de Nederlandse Waddenzee in 199-28 Verschillen tussen Oost en West Harvey van Diek In het begin van de jaren negentig werd de Waddenzee getroffen door de grote
Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten (H1140) Verkorte naam: Slik- en zandplaten. 1. Status. 2. Kenschets
Bij eb droogvallende slikwadden en zandplaten (H1140) Verkorte naam: Slik- en zandplaten 1. Status Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994). 2. Kenschets Beschrijving: Dit habitat betreft ondiepe
Thema: ecosysteem consequenties van het verlies van biobouwers (en mogelijkheden voor herstel)
Thema: ecosysteem consequenties van het verlies van biobouwers (en mogelijkheden voor herstel) ZKO project (gefinanc. door NWO): experimenteel onderzoek naar interactie tussen wadpieren, garnalen, schelpdieren
Effecten van toenemende warmte en CO 2 op het leven in zee
Effecten van toenemende warmte en CO 2 op het leven in zee Jack Middelburg Universiteit Utrecht Darwin Centrum voor Biogeologie Netherlands Earth System Science Centre 21 Oktober 2014 KNAW Oceaan in hoge
Effecten van mosselzaadvisserij op sublitorale natuurwaarden in de westelijke Waddenzee
Effecten van mosselzaadvisserij op sublitorale natuurwaarden in de westelijke Waddenzee Achtergrond De kweek van mosselen in Nederland is gebaseerd op bodemcultuur. Deze vindt plaats op mosselkweekpercelen
IMARES Wageningen UR. Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen van de Waddenzee in het voorjaar van 2014
Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen van de Waddenzee in het voorjaar van 2014 D. van den Ende, M. van Asch en K. Troost. Rapport C131/14 IMARES Wageningen UR (IMARES
Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2016
Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2016 M. van Asch, K. Troost, A. Blanco-Garcia, E.B.M. Brummelhuis, D. van den Ende en C. van Zweeden IMARES Rapport C080/16 Het kokkelbestand in de Nederlandse
Introductie Natuurversterking in windparken Wind op zee na 2035
Agenda Introductie Floris v. Hest (SDN) Natuurversterking in windparken Keuzemenu natuurversterking in windparken Guido Schild 10.10-10.20 Stellingen natuur in windparken (interactieve sessie) Tinka Murk
C. van Zweeden, K. Troost, M. van Asch & J.J. Kesteloo-Hendrikse. Rapport C094/12
Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2012 C. van Zweeden, K. Troost, M. van Asch & J.J. Kesteloo-Hendrikse. Rapport C094/12 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources &
Wageningen IMARES Risico inventarisatie schelpdier transporten
Wageningen IMARES Risico inventarisatie schelpdier transporten Edwin Foekema Themadag werkgroep exoten NecoV Wageningen, 13 december 2007 Project-team IMARES Yerseke: Jeroen Wijsman, Aad Smaal TNO-IMARES
IMARES Wageningen UR. Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2015
Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2015 M. van Asch, D. van den Ende, E.B.M. Brummelhuis, C van Zweeden en K. Troost Rapport C111.15 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine
Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Zeegrasherstel Waddenzee
Kennis inventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Zeegrasherstel Waddenzee Januari 2014 Contacten Josje Fens, Fens@waddenvereniging.nl, t. 0517 493 663 Luca van Duren, Luca.vanDuren@deltares.nl, t. 088 3358
Welkom en introductie
Welkom en introductie Blok 1 Mariene omgeving Martin Baptist (IMARES) Dag 4 Waddenzee Tropische gebieden Duurzaam werken op Zee Een wereldwijd uniek gebied Martin Baptist Wanneer hebben jullie in je
Het mossel mysterie: identiteit, vorm en vestiging
Het mossel mysterie: identiteit, vorm en vestiging Prof. Dr. Edmund Gittenberger & Dr. Arjan Gittenberger GiMaRIS Naturalis Biodiversity Center, Leiden Instituut Biologie, Universiteit Leiden Paard en
Sleutelprocessen in een natuurlijke Waddenzee Han Olff & Theunis Piersma Rijksuniversiteit Groningen
Sleutelprocessen in een natuurlijke Waddenzee Han Olff & Theunis Piersma Rijksuniversiteit Groningen Growth of the world human population over last 10,000 yrs Campbell & Reese 2008 Hoofdthema s Sleutelprocessen
Het WADDENSLEUTELS project
Het WADDENSLEUTELS project Han Olff University of Groningen Photo H. Olff WADDENSLEUTELS project Bijdrage leveren aan betere bescherming en herstel van het waddenzee voedselweb? WADDENSLEUTELS project!
Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2013 IMARES
Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2013 C. van Zweeden, M. van Asch, D. van den Ende & K. Troost Rapport C115/13 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem
Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 26
The adaptive value of migrations for the bivalve Macoma balthica Hiddink, Johan Gerrit
The adaptive value of migrations for the bivalve Macoma balthica Hiddink, Johan Gerrit IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it.
Draagkracht en exoten in de Waddenzee
Draagkracht en exoten in de Waddenzee Brinkman A.G., Jansen, J.M. Rapport C073/07 Wageningen IMARES, vestiging Texel Opdrachtgever: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit DRZ vestiging
Frouke Fey, Norbert Dankers, Andre Meijboom, Piet Wim van Leeuwen, Hans Verdaat, Martin de Jong, Jannes Heusinkveld, Elze Dijkman, en Jenny Cremer
ECOLOGISCHE ONTWIKKELING IN EEN VOOR MENSELIJKE ACTIVITEITEN GESLOTEN GEBIED IN DE NEDERLANDSE WADDENZEE: Tussenrapportage drie jaar na sluiting (najaar 28) Frouke Fey, Norbert Dankers, Andre Meijboom,
Duurzaam duurt het langst II Naar een nieuw schelpdiervisserijbeleid voor de Waddenzee
Duurzaam duurt het langst II Naar een nieuw schelpdiervisserijbeleid voor de Waddenzee Advies aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Advies 2004/01 2 februari 2004 I n h o u d s o p g
Vernieuwingen in de Mosselcultuur: Gebruik mosselzaadinvang installatie (MZI s) Aad Smaal, Wageningen Universiteit en IMARES Yerseke
Vernieuwingen in de Mosselcultuur: Gebruik mosselzaadinvang installatie (MZI s) Aad Smaal, Wageningen Universiteit en IMARES Yerseke Natuurkundig Gezelschap, 14 maart 2014 IMARES: sinds 2006, Fusie diverse
De Dynamiek van Mosselbanken Invloed van stroming en golven
De Dynamiek van Mosselbanken Invloed van stroming en golven Jasper Donker 1 3 Waterbeweging in de Waddenzee Waterstand / waterdiepte Stromingen door getij en wind Golfwerking Feedback: terugkoppeling
Rapportnummer C069/08 1 van 27. P. C. Goudswaard, J.J. Kesteloo, K.J. Perdon & J. M. Jansen. Rapport C069/08. Vestiging Yerseke
Mesheften (Ensis directus), halfgeknotte strandschelpen (Spisula subtruncata), kokkels (Cerastoderma edule) en otterschelpen (Lutraria lutraria) in de Nederlandse kustwateren in 2008 P. C. Goudswaard,
Aantallen Eidereenden in en rond het Waddengebied in januari en maart 2002
Aantallen Eidereenden in en rond het Waddengebied in januari en maart 2002 Aantallen Eidereenden in en rond het Waddengebied in januari en maart 2002 M.L. de Jong (Alterra-Texel) B.J. Ens (Alterra-Texel)
Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167
Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167 197 AB IJmuiden 44 AB Yerseke 179 AD Den Burg
Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden
Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Victor N. de Jonge, november 2013 Het Eems estuarium vormt ecologisch gezien één groot geheel, maar dat
Betere bescherming en herstel van het voedselweb in de Waddenzee
Betere bescherming en herstel van het voedselweb in de Waddenzee Wadden Engine Waddensleutels Mosselwad Ellen Weerman Postdoc Wadden Engine Community Ecology and Conservation group Rijksuniversiteit Groningen
Monitoring bodemdaling Ameland. Grote rapportage 2011
Monitoring bodemdaling Ameland Grote rapportage 2011 Voorspellingen Geomorfologie, Wad, Kwelders en Duinen Geschiedenis vanaf 1986 Luchtfoto van centrum bodemdalingsgebied Prognoses Bodemdaling Prediction
Mesheften (Ensis directus), halfgeknotte strandschelpen (Spisula subtruncata) en kokkels (Cerastoderma edule) in de Nederlandse kustwateren in 2007
Mesheften (Ensis directus), halfgeknotte strandschelpen (Spisula subtruncata) en kokkels (Cerastoderma edule) in de Nederlandse kustwateren in 2007 K.J. Perdon & P.C. Goudswaard Rapport C087/07 Opdrachtgever:
Verslag startsymposium Waddensleutels
Verslag startsymposium Waddensleutels Blokhuispoort Leeuwarden, woensdag 20 oktober De dagvoorzitter Wilfred Alblas (Regiodirecteur Noord Vereniging Natuurmonumenten) heet de ongeveer 50 aanwezigen van
Verslag van een geologische excursie naar Simonszand (oostelijke Waddenzee) op 21 september 2013.
Verslag van een geologische excursie naar Simonszand (oostelijke Waddenzee) op 21 september 2013. Bert van der Valk 1 en Albert Oost 2 Met de Stichting Verdronken Geschiedenis is per ms Boschwad een bezoek
Kanoet (Calidris canutus) A Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden
Kanoet (Calidris canutus) A143 1. Status: Niet in Bijlage I genoemde en geregeld voorkomende trekvogel zoals bedoeld in artikel 4.2 van de Vogelrichtlijn. Voor Natura 2000 relevant als niet-broedvogel.
IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Borssele. Karin van der Reijden Rapport C002/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)
Waardekaarten Borssele Karin van der Reijden Rapport C002/15 IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Opdrachtgever: W. van Broekhoven Postbus 59 8320 AB URK Publicatiedatum:
Kombergingen en Mosselbanken
Kombergingen en Mosselbanken Hoe analyse van kombergingen gebruikt kan worden om ontwikkeling en verspreiding van mosselbanken te begrijpen foto: Roos kentie Photo: cwss/brockmann Consult Dr. Eelke Folmer
... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?
... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? Samen voor een gezonde zee!... Stichting De Noordzee is de onafhankelijke natuur- en milieuorganisatie die zich inzet voor een duurzaam gebruik van de Noordzee en
Frouke Fey, Norbert Dankers, Andre Meijboom, Piet Wim van Leeuwen, Hans Verdaat, Martin de Jong, Elze Dijkman en Jenny Cremer
ECOLOGISCHE ONTWIKKELING IN EEN VOOR MENSELIJKE ACTIVITEITEN GESLOTEN GEBIED IN DE NEDERLANDSE WADDENZEE: Tussenrapportage 1 jaar na sluiting (december 25 - najaar 26) Frouke Fey, Norbert Dankers, Andre
Projectplan MOSSELWAD
Projectplan MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee Voorstel t.b.v. Waddenfonds 2008 Partners - EUCC - The Coastal Union - Wageningen IMARES - Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME)
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
Directie Kennis De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DK. 2008/2195 17 oktober 2008 onderwerp doorkiesnummer
Biobouwers Het fundament onder kustecosystemen. Tjisse van der Heide Radboud Universiteit Nijmegen & Rijksuniversiteit Groningen
Biobouwers Het fundament onder kustecosystemen Tjisse van der Heide Radboud Universiteit Nijmegen & Rijksuniversiteit Groningen Een biobouwer is een organisme dat zijn omgeving sterk verandert Jones
Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2014 en januari 2015
Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2014 en januari 2015 Floor A. Arts, Sander
Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167
Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke 1790 AD Den
NILOS Seminar Visserij in de Poolgebieden, Utrecht 14 sep Jan Andries van Franeker & Fokje Schaafsma Wageningen Marine Research, Den Helder
NILOS Seminar Visserij in de Poolgebieden, Utrecht 14 sep 2016 Jan Andries van Franeker & Fokje Schaafsma Wageningen Marine Research, Den Helder Winter sea ice Antarctica Kwantitatieve tellingen van top
Effecten van zandhonger in de Oosterschelde op kokkels, oesters en de kweek van oesters en mosselen. J.W.M. Wijsman
Effecten van zandhonger in de Oosterschelde op kokkels, oesters en de kweek van oesters en mosselen J.W.M. Wijsman Rapport nr. C002/07 Januari 2007 Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem
Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend door de AG Haven Oostende.
KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN BEHEERSEENHEID MATHEMATISCH MODEL VAN DE NOORDZEE AFDELING BEHEER VAN HET MARIENE ECOSYSTEEM Milieu-effectenbeoordeling van het project ingediend
Hoofdlijnen meerjarenafspraken handkokkelvisserij in de Waddenzee
Hoofdlijnen meerjarenafspraken handkokkelvisserij in de Waddenzee Bij de jaarlijkse vergunningverlening van de handmatige kokkelvisserij in de Waddenzee is in de afgelopen jaren in bezwaar en beroep gebleken
Het kokkelbestand en het aantal scholeksters in de Waddenzee
Het kokkelbestand 21 27 en het aantal scholeksters in de Waddenzee In opdracht van IMARES Het kokkelbestand 21 27 en het aantal scholeksters in de Waddenzee Een beknopte modelstudie naar het effect van
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Anonymous (1990). Derde Nota Waterhuishouding; water voor nu en later. Regeringsbeslissing. Sdu Uitgeverij, 's Gravenhage.
Literature Andre, C., Johnsson, P. R. & Lindegarth, M. (1993) Predation on settling bivalve larvae by benthic suspension feeders: the role of hydrodynamics and larval behaviour. Marine Ecology Progress
RSG MAGISTER ALVINUS. De Japanse oester. Bedreiging of verrijking? Anne Margot Stapert & Eline Fijlstra
RSG MAGISTER ALVINUS De Japanse oester Bedreiging of verrijking? Anne Margot Stapert & Eline Fijlstra 2010 De Japanse oester,oftewel Crassostrea gigasis, is een van de bekendste en beruchtste exoten in
Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren
Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren 23 maart 2011 Wat zijn biobouwers? Organismen die direct of indirect hun omgeving zo veranderen dat ze hiermee het habitat
HET ROER MOET OM. Het antwoord van ODUS op EVA II en een concrete invulling van duurzame schelpdiervisserij INLEIDING
HET ROER MOET OM Het antwoord van ODUS op EVA II en een concrete invulling van duurzame schelpdiervisserij INLEIDING Voor u ligt de reactie van de gezamenlijke schelpdiersectoren op de resultaten van het
Pauline Kamermans, Divera Baars, Johan Jol, Joke Kesteloo en Henk van der Mheen. Postbus AD Den Burg. Project nummer:
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Centrum voor 1970 AB IJmuiden Schelpdier Onderzoek Tel.: 0255 564646 Postbus 77 Fax.: 0255 564644 4400 AB Yerseke E-mail: visserijonderzoek.asg@wur.nl
De verspreiding en uitbreiding van de Japanse Oester in de Nederlandse Waddenzee
De verspreiding en uitbreiding van de Japanse Oester in de Nederlandse Waddenzee Dit project is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van LNV, voor agentschap LASER, vestiging Dordrecht. Kenmerk nr.
Sanitair Schelpdier Onderzoek 2015
Sanitair Schelpdier Onderzoek 2015 Resultaten De Nederlandse productiegebieden voor levende tweekleppige weekdieren worden onderzocht op de aanwezigheid van E.coli (microbiologie), potentieel toxineproducerende
Overleving van MZI zaad: heeft krabben vangen zin?
Overleving van MZI zaad: heeft krabben vangen zin? Pauline Kamermans, Jack Perdon, Monique Blankendaal, Arnold Bakker, Liesbeth van der Vlies, Martin de Jong, Maarten van Hoppe Vraat door krabben MZI zaad
Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014
Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en ederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014 Floor A. Arts RWS Centrale
Staat handkokkelvisserij op gespannen voet met behoud biodiversiteit in de Waddenzee?
Staat handkokkelvisserij op gespannen voet met behoud biodiversiteit in de Waddenzee? Tot in de jaren 1990 betrof handkokkelvisserij in de Waddenzee een relatief kleinschalige activiteit waarvan nimmer
Het effect van bodemdaling op het aantal scholeksters dat kan overwinteren in de Waddenzee
Het effect van bodemdaling op het aantal scholeksters dat kan overwinteren in de Waddenzee In opdracht van de Nederlandse Aardolie Maatschappij Het effect van bodemdaling op het aantal scholeksters dat
Bepaling bestand op de mosselpercelen in de Waddenzee najaar 2008
Onderzoeksproject Duurzame schelpdiervisserij (PRODUS). Deelproject 1A: Bepaling bestand op de mosselpercelen in de Waddenzee najaar 2008 Jeroen Wijsman en Johan Jol Rapport C075/09 Opdrachtgever: PO mosselcultuur
E C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:
E C O L O G I E Ecologie = wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaald milieu voorkomen en wat de relaties zijn tussen organismen en dat milieu Factoren die invloed
Reviewdocument Programmaplan Naar een Rijke Waddenzee 2015-2018. Voedselweb & Biobouwers Versie tafels _15.02.10
Reviewdocument Programmaplan Naar een Rijke Waddenzee 2015-2018 Voedselweb & Biobouwers Versie tafels _15.02.10 0. Inleiding In 2010 stelden de samenwerkende partners van het Programma naar een rijke Waddenzee
De verspreiding van 5 platvissoorten en 1 roggensoort in de Noordzee.
Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Centrum voor 1970 AB IJmuiden Schelpdier Onderzoek Tel.: 0255 564646 Postbus 77 Fax.: 0255 564644 4400 AB Yerseke E-mail: visserijonderzoek.asg@wur.nl
Onderzoek naar Duurzame Schelpdiervisserij (PRODUS) Eindrapport deelproject 1c
Onderzoek naar Duurzame Schelpdiervisserij (PRODUS) Eindrapport deelproject 1c Alternatieve mosselzaadwinning met MosselZaadInvangsystemen: variatie in zaadinvang en effecten van MZI s op het ecosysteem