Extractie uit prepositionele woordgroepen in het Nederlands

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Extractie uit prepositionele woordgroepen in het Nederlands"

Transcriptie

1 Extractie uit prepositionele woordgroepen in het Nederlands Frans Zwarts bron Frans Zwarts, Extractie uit prepositionele woordgroepen in het Nederlands. In: A. van Berkel et al. (red.), Proeven van Neerlandistiek, Aangeboden aan prof. dr. Albert Sassen. Nederlands Instituut Groningen, Groningen 1978, p Zie voor verantwoording: dbnl / Frans Zwarts

2 303 Extractie uit prepositionele woordgroepen in het Nederlands * F. Zwarts 1. Inleiding en samenvatting. In het complex van uitzonderingen op de algemene wet dat lexicale elementen niet verwijderd kunnen worden uit prepositionele woordgroepen in het Nederlands, is een zekere symmetrie te bespeuren. Deze symmetrie heeft, zoals de hieronder te bespreken gegevens duidelijk zullen maken, betrekking op de relatie tussen de positie van het te verwijderen element binnen de prepositionele (of post-positionele) woordgroep waarvan het deel uitmaakt, en de richting waarin het verplaatst kan worden. Er zijn redenen om te veronderstellen dat de algemene wet die het verwijderen van lexicale elementen uit prepositionele woordgroepen uitsluit, de weerspiegeling vormt van een conditie op variabele factoren die de klasse van passende factoriseringen voor een transformatie (in de zin van Levelt 1973: II, 72) inperkt 1). Op basis van deze veronderstelling zullen wij aantonen dat het complex van anomalieën met betrekking tot de algemene wet en het daarin waar te nemen symmetrisch patroon op elegante wijze verklaard kan worden, indien een passende factorisering voor een transformatie een gestandaardiseerde factorisering in de zin van Peters en Ritchie (1973: 57) is 2). Dergelijke gestandaardiseerde factoriseringen kunnen er onder bepaalde omstandigheden toe leiden dat de voor de detectie van een verboden omgeving benodigde structurele informatie niet in de relevante factor is opgeslagen, zodat die omgeving niet zichtbaar is voor de transformatie.

3 De algemene wet. In een groot aantal varianten van het Nederlands kan het nominale object van een prepositie niet verwijderd worden uit de prepositionele woordgroep waarvan het deel uitmaakt 3). Deze wetmatigheid wordt gewoonlijk geïllustreerd aan de hand van een zin als (2), die onder de klassieke analyse is afgeleid van een structuur als in (1). (1) Hij heeft de kinderen [ pp voor welk gevaar ] pp gewaarschuwd. (2)*Welk gevaar heeft hij de kinderen [ pp voor ] pp gewaarschuwd. (3) Voor welk gevaar heeft hij de kinderen [ pp ] pp gewaarschuwd. Zoals zin (3) aantoont, kan de prepositionele woordgroep als geheel echter ongehinderd zijn oorspronkelijke positie verlaten. In deze voorbeelden geeft de positie aan van waaruit het bevraagde element naar links verplaatst is. Hoewel de bovenstaande voorbeelden betrekking hebben op een verplaatsingsproces, geldt dezelfde wetmatigheid voor uitwissingsprocessen. (4a) Hij heeft meer uitgevers opgebeld dan zij [ NP x-veel uitgevers ] NP opgebeld heeft. (4b) Hij heeft meer uitgevers opgebeld dan zij [ NP ] NP opgebeld heeft. (5a) Hij heeft voor meer uitgevers gewerkt dan zij [ pp voor x-veel uitgevers ] pp gewerkt heeft. (5b) *Hij heeft voor meer uitgevers gewerkt dan zij [ pp voor ] pp gewerkt heeft. De grammaticale zin (4b) is afgeleid van (4a) met behulp van een uitwissingsproces dat bekend staat onder de naam Comparatief Deletie. De uitgewiste woordgroep is in dit geval het nominale object van een werkwoord. De ongrammaticale zin (5b), die is afgeleid van (5a), toont echter duidelijk aan dat het nominale object van een prepositie niet onder gelijkheid met een nominale woordgroep ter linkerzijde uitgewist kan worden.

4 305 Een speciaal geval van Comparatief Deletie is het uitwissingsproces dat Subdeletie genoemd wordt. Zoals de van (6a) afgeleide zin (6b) duidelijk maakt, kan de toepassing van deze regel resulteren in de verwijdering van een hoeveelheid aanduidende kwantorgroep uit een nominale woordgroep. (6a) Hij heeft meer wijn gedronken dan zij [ NP [ QP x-veel ] QP bier ] NP gedronken heeft. (6b) Hij heeft meer wijn gedronken dan zij [ NP [ QP ] QP bier ] NP gedronken heeft. (7a) Hij heeft voor meer uitgevers gewerkt dan zij [ pp voor [ NP [ QP x-veel ] QP schadeverzekeraars ] NP ] PP gewerkt heeft. (7b) *Hij heeft voor meer uitgevers gewerkt dan zij [ PP voor [ NP [ QP ] QP schadeverzekeraars ] NP ] PP gewerkt heeft. Daarentegen bewijst de ongrammaticaliteit van de van (7a) afgeleide zin (7b) dat het niet toegestaan is om een hoeveelheid aanduidende kwantorgroep die deel uitmaakt van het nominale object van een prepositie, onder gelijkheid met een kwantorgroep ter linkerzijde uit te wissen. Een hoeveelheid aanduidende kwantorgroep als in (7a-b) dient niet verward te worden met een frekwentie aanduidende kwantorgroep als in (8a-b). (8a) Hij heeft meer voor uitgevers gewerkt dan zij [ QP x-veel ] QP [ PP voor schadeverzekeraars ] PP gewerkt heeft. (8b) Hij heeft meer voor uitgevers gewerkt dan zij [ QP ] QP [ PP voor schadeverzekeraars ] PP gewerkt heeft. In de van (8a) afgeleide zin (8b) hebben we niet te maken met een kwantorgroep die uit het nominale object van een prepositie verwijderd is, maar met een uit adverbiale positie verwijderde kwantorgroep. Zin (8b) is dan ook niet het resultaat van de toepassing van Subdeletie, maar van de toepassing van Comparatief Deletie. Aangezien de uitgewiste kwantorgroep niet tot een prepositionele woordgroep behoorde, is de betreffende zin grammaticaal.

5 306 In plaats van een nominaal object kunnen sommige preposities een prepositioneel object selecteren 4). Duidelijke voorbeelden zijn de preposities tot en van : (9) Het beloofde land strekt zich [ PP tot [ PP achter de helse bergketen ] PP ] PP uit. (10) Een leger vraatzuchtige maden baande zich [ PP van [ PP onder de puinhopen ] PP ] PP een weg omhoog. Van der Lubbe ( ) spreekt in dit verband van een dubbele-voorzetselgroep en merkt daarbij het volgende op: Dat wij in een dergelijke groep inderdaad met twee zelfstandige van elkaar onafhankelijke voorzetsels te doen hebben, blijkt het duidelijkst wanneer de als tweede lid fungerende vzgr. door een pre-adverbium wordt bepaald... [ : 259] De complexe prepositionele woordgroepen in (9) en (10) behoren zonder enige twijfel tot de gevallen waar hij op doelt, getuige de zinnen (11) en (12). (11) Het beloofde land strekt zich [ PP tot [ PP ver [ P achter de helse bergketen ] P ] PP ] PP uit. (12) Een leger vraatzuchtige maden baande zich [ PP van [ PP diep [ P onder de puinhopen ] P ] PP ] PP een weg omhoog. In beide voorbeelden bevat de ingebedde prepositiegroep een voorbepaling 5). Daarentegen kan de prepositiegroep in (13) onder het door Van der Lubbe geformuleerde criterium onmogelijk als een complexe prepositionele woordgroep beschouwd worden. (13) Het lijk ligt onderaan het duinpad begraven. Immers, als we aannemen dat de prepositiegroep in (13) een complexe prepositionele woordgroep is, dan dient de structuur van die prepositiegroep weergegeven te worden zoals in (14). (14) Het lijk ligt [ PP onder [ PP aan het duinpad ] PP ] PP begraven.

6 307 In een dergelijke structuur kan zowel de grotere als de kleinere prepositiegroep een voorbepaling bevatten. De zinnen (15a) en (15b) illustreren dit voor de adverbiale voorbepaling helemaal 6). (15a) De nomadenstam heeft zich [ PP helemaal [ P tot [ PP achter de helse bergketen ] PP ] P ] PP verspreid. (15b) De nomadenstam heeft zich [ PP tot [ PP helemaal [ P achter de helse bergketen ] P ] PP ] PP verspreid. Voorts toont een zin als (16) aan dat de adverbiale voorbepaling helemaal ook kan optreden in een prepositiegroep waarvan de prepositie aan de kern vormt. (16) De bende heeft [ PP helemaal [ P aan het noordelijke duinpad ] P ] PP een speelhol ingericht. Uit de in (14) weergegeven structurele aanname volgt dus dat naast zin (17) ook een zin als (18) grammaticaal dient te zijn. (17) Het lijk ligt helemaal onderaan het duinpad begraven. (18) *Het lijk ligt onder helemaal aan het duinpad begraven. Een zin als (18) is echter niet grammaticaal. Derhalve mogen we concluderen dat (14) niet de structuur van de prepositiegroep in (13) representeert. In feite hebben we in de zinnen (13) en (17) niet met twee onafhankelijke preposities te maken, maar met één samengestelde prepositie. De structuur van de prepositiegroep in (13) en (17) dient dan ook als volgt weergegeven te worden: (19a) Het lijk ligt [ PP [ P onderaan ] P het duinpad ] PP begraven. (19b) Het lijk ligt [ PP helemaal [ P [ P onderaan ] P het duinpad ] P ] PP begraven. In tegenstelling tot in (9) - (12) en (15a-b) is in (19a) en (19b) geen sprake van een complexe prepositiegroep. Het gaat hier om slechts één prepositiegroep, waarvan de samengestelde prepositie onderaan de kern vormt. De ongrammaticaliteit van (18) is dan ook te wijten aan het feit dat het samengestelde woord onderaan door

7 308 het adverbium helemaal is opengebroken. Van belang is nu dat in die gevallen waarin er sprake is van een complexe prepositiegroep, het prepositionele object van een prepositie aan dezelfde wetmatigheden onderworpen is als het nominale object van een prepositie. Zoals het nominale object van een prepositie niet verwijderd kan worden uit de prepositiegroep, zo kan ook het prepositionele object van een prepositie niet verwijderd worden uit de complexe prepositiegroep waarvan het deel uitmaakt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de ongrammaticaliteit van zin (21), die van een structuur als (20) is afgeleid. (20) Het bouwterrein strekt zich [ PP tot [ PP achter welke greppel ] PP ] PP uit. (21) *Achter welke greppel strekt het bouwterrein zich [ PP tot [ PP ] PP ] PP uit. (22) Tot achter welke greppel strekt het bouwterrein zich [ PP ] PP uit. Daarentegen toont zin (22) aan dat de complexe prepositionele woordgroep als geheel zonder enig bezwaar naar links verplaatst kan worden. In dit verband dient er overigens op gewezen te worden dat de pronominale prepositiegroep waar eveneens als het prepositionele object van een prepositie kan optreden. (23) Het bouwterrein strekt zich [ PP tot [ PP waar ] PP ] PP uit. (24) *Waar strekt het bouwterrein zich [ PP tot [ PP ] PP uit. (25) Tot waar strekt het bouwterrein zich [ PP ] PP uit. Ook in dit geval kan het prepositionele object zelf niet uit de complexe prepositiegroep verwijderd worden, blijkens de ongrammaticaliteit van de van (23) afgeleide zin (24), maar kan de complexe prepositiegroep als geheel ongehinderd zijn oorspronkelijke positie verlaten, zoals zin (25) aantoont. Evenmin is het mogelijk om het postpositionele object van een prepositie uit de complexe prepositionele woordgroep te verwijderen, getuige de ongrammaticaliteit van de van (26) afgeleide zin (27).

8 309 (26) Het bouwterrein strekt zich [ PP tot [ PP waarachter ] PP ] PP uit. (27) *Waarachter strekt het bouwterrein zich [ PP tot [ PP ] PP ] PP uit. (28) Tot waarachter strekt het bouwterrein zich [ PP ] PP uit. En wederom blijkt uit een zin als (28) dat de complexe prepositionele woordgroep als geheel zonder enig bezwaar naar links verplaatst kan worden. Voorts hebben wij op grond van de ongrammaticale zin (7b) geconcludeerd dat het niet mogelijk is om een deel van het nominale object van een prepositie onder gelijkheid met een element ter linkerzijde uit te wissen. Op analoge wijze mogen wij op grond van de ongrammaticaliteit van de van een structuur als (26) afgeleide zin (29) concluderen dat het niet toegestaan is om een deel van het postpositionele object van een prepositie naar links te verplaatsen. (29) *Waar strekt het bouwterrein zich [ PP tot [ PP achter ] PP ] PP uit. Evenzo is het niet mogelijk om een deel van het prepositionele object van een prepositie naar links te verplaatsen, zoals de ongrammaticale zin (31), die is afgeleid van een structuur als (30), duidelijk aantoont. (30) Dat weiland strekt zich [ PP tot [ PP hoeveel meter [ P achter de greppel ] P ] PP ] PP uit. (31) *Hoeveel meter strekt dat weiland zich [ PP tot [ PP [ P achter de greppel ] P ] PP ] PP uit. (32) Tot hoeveel meter achter de greppel strekt dat weiland zich [PP ]PP uit. Een zin als (32) geeft echter weer aan dat de complexe prepositionele woordgroep als geheel met succes bevraagd kan worden. In plaats van een nominaal, prepositioneel of postpositioneel object kunnen sommige preposities een zinsobject selecteren 7).

9 310 Duidelijke voorbeelden zijn de preposities na, tegen en zonder, die alledrie van een door het voegwoord dat ingeleid zinsobject vergezeld kunnen gaan. (33) De reinigingsbeambte verliet het pand [ PP na [ S dat hij het ongedierte vernietigd had ] S ] PP. (34) Het gezelschap haastte zich naar de beschutte bunker [ PP tegen [ S dat het onweer dreigde los te barsten ] S ] PP. (35) De vreemdeling reed de hoofdstraat uit [ PP zonder [ S dat hij de kreunende dorpsnotabelen overeind geholpen had ] S ] PP. Tot deze categorie moeten ook zulke preposities als voor en tot gerekend worden. In dit geval is het echter niet noodzakelijk dat het zinsobject door het voegwoord dat wordt ingeleid, zoals de volgende zinnen aantonen. (36a) De bootsman vertrok [ PP voor [ S dat hij afscheid genomen had ] S ] PP. (36b) De bootsman vertrok [ PP voor [ S hij afscheid genomen had ] S ] PP. (37a) De ongenode gasten bleven [ PP tot [ S dat de bus vertrokken was ] S ] PP. (37b) De ongenode gasten bleven [ PP tot [ S de bus vertrokken was ] S ] PP. En tenslotte behoort tot deze categorie ook een prepositie zoals om, die niet alleen van een door het voegwoord dat ingeleid zinsobject vergezeld kan gaan, maar ook van een zogenaamd beknopt zinsobject. (38a) De machinist sprong in het water [ PP om [ S dat de kok dreigde te verdrinken ] S ] PP. (38b) De scheepsjongen sprong in het water [ PP om [ S de machinist te redden ] S ] PP. Overigens kunnen de preposities na en zonder ook van een dergelijk beknopt zinsobject vergezeld gaan.

10 311 Het is zeker niet ongebruikelijk om zulke aaneengeschreven combinaties van opeenvolgende elementen als nadat, omdat, totdat en voordat als één element te beschouwen dat bij de categorie van voegwoorden ingedeeld dient te worden 8). Van der Lubbe ( ) heeft er echter terecht op gewezen dat er geen enkele reden is om het eerste element in zulke combinaties niet als een gewone onafhankelijke prepositie te beschouwen. Naar aanleiding van zinnen zoals (36b) en (37b), waarin achtereenvolgens de elementen voor en tot de bijzin inluiden, redeneert hij als volgt: Deze inleidende partikels een voegwoord noemen om reden dat ze aan het begin van een bijzin staan, staat gelijk met een petitio principii. Eerst zal toch bewezen moeten worden, dat alleen een voegwoord een dergelijke verbinding kan inluiden. Voor ons taalgevoel is er hoegenaamd geen onderscheid tussen voor in voor twaalf uur en in voor de klok twaalf sloeg. De mogelijkheid om in de laatste verbinding het voegwoord dat in te lassen, komt dit gevoel bevestigen: voor dat de klok twaalf sloeg. Het feit dat deze twee opeenvolgende (verschillende!) partikels in het huidige taalgebruik meestal als een eenheid worden opgevat, en bijgevolg aaneen worden geschreven, doet aan de waarde van dit argument niets af. [ : 262; voetnoot weggelaten] Aan dit betoog kan nog een argument toegevoegd worden. Indien we van de niet onredelijke veronderstelling uitgaan dat categoriale gelijkheid een noodzakelijke voorwaarde is voor nevenschikking van twee of meer constituenten, dan moeten we uit de grammaticaliteit van de zinnen in (39) de conclusie trekken dat het tweede lid van de daarin optredende nevenschikkingen niet een door een voegwoord ingeleide zin is, maar een prepositionele woordgroep. (39a) De bootsman is [ PP voor het krieken van de dag ] PP en [ PP voordat hij zich geschoren had ] PP naar het schip vertrokken. (39b) De scheepsjongen is [ PP na het nuttigen van het avondmaal ] PP en [ PP nadat hij zijn hut opgeruimd had ] PP overboord gesprongen.

11 312 (39c) De student is [ PP vanwege de kou ] PP en [ PP omdat hij geen kolen meer had ] PP naar het ouderlijk huis gevlucht. (39d) De kantoorklerk is [ PP vanwege de aantrekkelijke soldijregeling ] PP en [ PP om het vaderland in de nood bij te staan ] PP naar het front vertrokken. Dergelijke prepositionele woordgroepen moeten derhalve bestaan uit een prepositie en een al dan niet door het voegwoord dat ingeleide zin, die als het object van de prepositie functioneert. Van belang is nu dat geen enkel element van het zinsobject van een prepositie uit de prepositionele woordgroep verwijderd kan worden. (40) *Wie vertrok de machinist [ PP zonder [ S dat hij gezien had ] S ] PP. (41a) De bootsman heeft meer matrozen gered dan de scheepsjongen in het water sprong [ PP om [ S x-veel matrozen te redden] S ] PP (41b) *De bootsman heeft meer matrozen gered dan de scheepsjongen in het water sprong [ PP om [ S te redden ] S ] PP. In zin (40) is zonder succes een element uit het zinsobject van een prepositie naar links verplaatst. En in de van een structuur als (41a) afgeleide zin (41b) is een dergelijk element, eveneens zonder succes, onder gelijkheid met een element ter linkerzijde uitgewist. Uit de tot nu toe besproken gegevens kan men afleiden dat er in de grammatica van het Nederlands een algemeen principe werkzaam is, dat het verwijderen van lexicale elementen uit prepositionele woordgroepen nagenoeg uitsluit. De meest verstrekkende formulering van dit principe is de volgende: (42) Geen enkel element kan verwijderd worden uit de omgeving [ PP X Y ] PP Hier geeft de positie van het te verwijderen element aan en zijn X en Y variabelen over willekeurige rijen van elementen.

12 Anomalieën. Hoewel de in (42) geformuleerde algemene wet alle tot nu toe behandelde verschijnselen verantwoordt, zal in sectie 3.1. duidelijk worden dat er zich met betrekking tot de formulering in (42) een aantal anomalieën voordoen, die in eerste aanleg twijfel doen rijzen aan de algemene geldigheid van een dergelijke wet. Vervolgens zal in sectie 3.2. blijken dat er in het complex van anomalieën een symmetrisch patroon te bespeuren is, dat onverklaard blijft indien de algemene wet in (42) met het oog op de uitzonderingen geamendeerd wordt Drie klassen van uitzonderingen. De eerste klasse van uitzonderlijke verschijnselen heeft betrekking op de objecten van postposities. Zoals reeds geconstateerd is naar aanleiding van de ongrammaticale zin (29), kan het nominale object van een postpositie niet uit de postpositionele woordgroep verwijderd worden, indien de betreffende woordgroep het object van een voorafgaande prepositie is. Dezelfde wetmatigheid valt waar te nemen in de ongrammaticale zin (43b). (43a) De alpinist heeft de tocht [ PP van [ PP waaruit ] PP ] PP ondernomen. (43b) *Waar heeft de alpinist de tocht [ PP van [ PP uit ] PP ] PP ondernomen. De van (43a) afgeleide zin (43b) toont aan dat de prepositie van, evenals de prepositie tot in de van (26) afgeleide zin (29), een postpositioneel object kan selecteren en dat in zo'n geval het nominale object van de postpositie niet naar links verplaatst kan worden 9). De ongrammaticaliteit van (29) en (43b) kan echter niet toegeschreven worden aan een algemeen verbod op het verwijderen van het object van een postpositie uit de postpositionele woordgroep. De zinnen (44b) en (45b), die zijn afgeleid van achtereenvolgens (44a) en (45a), laten er geen twijfel over bestaan dat het

13 314 nominale object van een postpositie onder bepaalde omstandigheden uit de postpositionele woordgroep verwijderd kan worden. (44a) De belhamel heeft zich [ PP waarachter ] PP verborgen. (44b) Waar heeft de belhamel zich [ PP achter ] PP verborgen. (45a) De geleerde is [ PP waarvan ] PP uitgegaan. (45b) Waar is de geleerde [ PP van ] PP uitgegaan. Zowel in (44b) als in (45b) is het nominale object van een postpositie met succes bevraagd. Dit is echter in tegenspraak met de in (42) geformuleerde algemene wet, die beide zinnen uitsluit. Een vergelijking van deze grammaticale zinnen met de ongrammaticale zinnen (29) en (43b) leert dat het nominale object van een postpositie slechts dan uit de postpositionele woordgroep verwijderd kan worden, als die woordgroep niet het object van een voorafgaande prepositie is 10). Een tweede klasse van uitzonderingen op de algemene wet in (42) heeft betrekking op de voorbepalingen die deel uitmaken van een prepositionele of postpositionele woordgroep. Uit de volgende zinnen blijkt immers dat het zeker niet onmogelijk is om een voorbepaling uit een prepositiegroep te verwijderen. (46a) Het mitrailleursnest ligt [ PP hoeveel meter [ P van de brug af ] P ] PP. (46b) Hoeveel meter ligt het mitrailleursnest [ PP [ P van de brug af ] P ] PP. (47a) Het kind lag [ PP hoe diep [ P onder het zand ] P ] PP begraven. (47b) Hoe diep lag het kind [ PP [ P onder het zand ] P ] PP begraven. (48a) Het boek staat [ PP waar [ P in de boekenkast ] P ] PP. (48b) Waar staat het boek [ PP [ P in de boekenkast ] P ] PP. (49a) Het meisje woont verder van haar school af dan haar vader [ PP x-ver [ P van zijn kantoor af ] P ] PP woont. (49b) Het meisje woont verder van haar school af dan haar vader [ PP [ P van zijn kantoor af ] P ] PP woont.

14 315 In zin (46b), die is afgeleid van een structuur als (46a), is een nominale voorbepaling met succes naar links verplaatst 11). In de grammaticale zinnen (47b) en (48b), die zijn afgeleid van respectievelijk (47a) en (48a), zijn de met succes bevraagde voorbepalingen achtereenvolgens een adverbiale woordgroep en een pronominale prepositiegroep 12). En tenslotte toont de van (49a) afgeleide zin (49b) aan, dat een adverbiale voorbepaling onder gelijkheid met een adverbiale woordgroep ter linkerzijde uitgewist kan worden. Dat de grammaticaliteit van deze zinnen in strijd is met de algemene wet in (42), behoeft geen nadere toelichting. Naar aanleiding van de ongrammaticale zin (31) hebben wij echter ook kunnen constateren dat het niet mogelijk is om een voorbepaling te verwijderen uit het prepositionele object van een prepositie. Dezelfde wetmatigheid is te bespeuren in de volgende voorbeelden. (50a) Een jammerlijk geschrei steeg [ PP van [ PP hoe diep [ P onder de puinhopen ] P ] PP ] PP op. (50b) *Hoe diep steeg een jammerlijk geschrei [ PP van [ PP [ P onder de puinhopen ] P ] PP ] PP op. (51a) Deze naaimachine dateert van korter voor de oorlog dan dit strijkijzer [ PP van [ PP x-kort [ P na de oorlog ] P ] PP ] PP dateert. (51b) *Deze naaimachine dateert van korter voor de oorlog dan dit strijkijzer [ PP van [ PP [ P na de oorlog ] P ] PP ] PP dateert. Zoals in (31) de nominale voorbepaling van het prepositionele object van tot niet verplaatst kon worden, zo toont de van (50a) afgeleide zin (50b) aan, dat de adverbiale voorbepaling van het prepositionele object van van niet verplaatst kan worden. Evenmin kan een dergelijke adverbiale voorbepaling onder gelijkheid met een adverbiale woordgroep ter linkerzijde uitgewist worden, zoals blijkt uit de van (51a) afgeleide zin (51b).

15 316 In feite maakt een vergelijking van de ongrammaticale zinnen (31b), (50b) en (51b) met de grammaticale zinnen (46-49b) duidelijk, dat een voorbepaling slechts dan uit een prepositiegroep verwijderd kan worden, als die groep niet het object van een voorafgaande prepositie is. Deze twee klassen van uitzonderingen op de in (42) geformuleerde algemene wet kunnen nu als volgt gekarakteriseerd worden: een element dat deel uitmaakt van een prepositiegroep kan slechts dan naar links verplaatst worden of onder gelijkheid met een element ter linkerzijde uitgewist worden, als het binnen die prepositiegroep het meest linkse element is. De grammaticale zinnen (44-49b) zijn bijvoorbeeld zonder uitzondering van een structuur afgeleid, waarin het te verwijderen element het meest linkse element van de prepositiegroep is. In de structuren die ten grondslag liggen aan de ongrammaticale zinnen (29), (43b), (50b) en (51b) is echter sprake van een complexe prepositiegroep. Het te verwijderen element is hier weliswaar het meest linkse element van de ingebedde prepositiegroep, maar niet van de complexe prepositiegroep zelf. Er doen zich evenwel ook gevallen voor waarin het pronominale object van een postpositie ogenschijnlijk niet vanuit de meest linkse positie binnen de postpositionele woordgroep verwijderd is. De grammaticale zinnen (52b) en (53b), die van zulke structuren als (52a) en (53a) lijken te zijn afgeleid, illustreren dergelijke gevallen. (52a) De politieman woont [ PP vlak [ P waarnaast ] P ] PP. (52b) Waar woont de politieman [ PP vlak [ P naast ] P ] PP. (53a) De jeugdleider staat [ PP vierkant [ P waarachter ] P ] PP. (53b) Waar staat de jeugdleider [ PP vierkant [ P achter ] P ] PP. Het is echter bekend dat de positie van het pronominale object van een postpositie binnen de postpositionele woordgroep niet vast ligt. Naast de zinnen (54a) en (55a) worden ook zulke zinnen als (54b) en (55b) aangetroffen.

16 317 (54a) [ PP Vlak [ P ernaast ] P ] PP woont zijn zuster. (54b) [ PP Er vlak [ P naast ] P ] PP woont zijn zuster. (55a) [ PP Recht [ P ertegenover ] P ] PP woont een politieagent. (55b) [ PP Er recht [ P tegenover ] P ] PP woont een politieagent. Derhalve mogen wij aannemen dat de afleiding van de zinnen (52b) en (53b) niet verloopt zoals in (52a-b) en (53a-b), maar zoals in (56a-b) en (57a-b). (56a) De politieman woont [ PP waar vlak [ P naast ] P ] PP. (56b) Waar woont de politieman [ PP vlak [ P naast ] P ] PP. (57a) De jeugdleider staat [ PP waar vierkant [ P achter ] P ] PP. (57b) Waar staat de jeugdleider [ PP vierkant [ P achter ] P ] PP. Het is duidelijk dat het pronominale object in (56b) en (57b) vanuit de meest linkse positie in de postpositionele woordgroep bevraagd is 13). Bij alle tot nu toe besproken uitzonderingen op de algemene wet in (42) gaat het om verplaatsing naar links van het meest linkse element in de prepositiegroep of om uitwissing van het meest linkse element in de prepositiegroep onder gelijkheid met een element aan de linkerzijde. Dat een dergelijke relatie niet op toeval berust, wordt bewezen door een derde klasse van uitzonderingen, de zogenaamde extrapositieverschijnselen. Het is bekend dat relatieve bijzinnen onder bepaalde voorwaarden van hun antecedenten gescheiden kunnen worden. (58a) De korporaal heeft [ NP twee soldaten [ S die hem niet gehoorzaamd hadden ] S ] NP laten geselen. (58b) De korporaal heeft [ NP twee soldaten ] NP laten geselen [ S die hem niet gehoorzaamd hadden ] S. Naast zin (58a) is ook zin (58b) grammaticaal. Mede daarom neemt men gewoonlijk aan, dat de relatieve bijzin in (58b) met behulp van een verplaatsingsregel die Extrapositie genoemd wordt, naar rechts verplaatst is.

17 318 Het domein van dit extrapositieproces strekt zich echter ook uit tot relatieve zinnen waarvan het antecedent het nominale object van een prepositie is. (59a) De sergeant heeft langdurig [ PP met [ NP een korporaal [ S die twee soldaten had laten geselen ] S ] NP ] PP gesproken. (59b) De sergeant heeft langdurig [ PP met [ NP een korporaal ] NP ] PP gesproken [ S die twee soldaten had laten geselen ] S. (60a) Het toekomstig winkelcentrum strekt zich [ PP tot [ PP achter [ NP de boerderij [ S die aan de overkant van het water ligt ] S ] NP ] PP ] PP uit. (60b) Het toekomstig winkelcentrum strekt zich [ PP tot [ PP achter [ NP de boerderij ] NP ] PP ] PP uit [ S die aan de overkant van het water ligt] S. De grammaticale zin (59b), die is afgeleid van (59a), toont aan dat de extrapositieregel ongestraft een relatieve bijzin uit een prepositionele woordgroep kan verwijderen en naar de meest rechtse positie in de werkwoordsgroep kan verplaatsen. Daarnaast blijkt uit de van (60a) afgeleide zin (60b) dat extrapositie van een relatieve bijzin vanuit het prepositionele object van een prepositie eveneens een aanvaardbaar resultaat oplevert. De geëxtraponeerde relatieve bijzinnen in (59b) en (60b) zijn verwijderd uit een prepositiegroep waarvan zij het meest rechtse element vormden. De volgende zinnen lijken echter aan te tonen dat dit geen noodzakelijke voorwaarde is voor het extraponeren van elementen die deel uitmaken van een prepositiegroep. (61a) De sopraan moest [ PP tussen [ NP twee mannen [ S die haar gezwollen stemgeluid trachtten te overschreeuwen ] S ] NP in ] PP zitten. (61b) De sopraan moest [ PP tussen [ NP twee mannen ] NP in ] PP zitten [ S die haar gezwollen stemgeluid trachtten te overschreeuwen ] S. (62a) De tjalk is [ PP onder [ NP een brug [ S die uit de middeleeuwen dateert ] S ] NP door ] PP gevaren. (62b) De tjalk is [ PP onder [ NP een brug ] NP door ] PP gevaren [ S die uit de middeleeuwen dateert ] S.

18 319 Indien de grammaticale zinnen (61b) en (62b) zijn afgeleid van structuren als in (61a) en (62a), dan hebben we hier te maken met de verwijdering van een element dat niet het meest rechtse element van een prepositiegroep is. Er zijn echter aanwijzingen dat deze zinnen niet van dergelijke structuren zijn afgeleid. In het algemeen is het mogelijk om relatieve bijzinnen binnen een prepositionele woordgroep naar rechts te verplaatsen. (63a) De bus is [ PP op [ NP twee leerlingen [ S die zich verslapen hadden ] S ] NP na ] PP naar zijn bestemming vertrokken. (63b) De bus is [ PP op [ NP twee leerlingen ] NP na [ S die zich verslapen hadden ] S ] PP naar zijn bestemming vertrokken. In de van (63a) afgeleide zin (63b) is de relatieve bijzin naar de meest rechtse positie in de prepositiegroep geëxtraponeerd 14). De structuren (61a) en (62a) komen echter niet in aanmerking voor een dergelijke vorm van extrapositie. De volgende zinnen, die zijn afgeleid van achtereenvolgens (61a) en (62a), zijn ongrammaticaal, hoewel dit op grond van de grammaticaliteit van (63b) niet in de lijn der verwachtingen ligt. (64) *De sopraan moest [ PP tussen [ NP twee mannen ] NP in [ S die haar gezwollen stemgeluid trachtten te overschreeuwen ] S ] PP zitten. (65) *De tjalk is [ PP onder [ NP een brug ] NP door [ S die uit de middeleeuwen dateert ] S ] PP gevaren. Dit kan alleen betekenen dat wij ten onrechte hebben aangenomen dat (61b) en (62b) van zulke structuren als (61a) en (62a) zijn afgeleid 15). De partikels in en door in deze twee zinnen behoren niet tot de prepositionele woordgroep, maar fungeren veeleer als werkwoordelijke partikels. De afleiding van dergelijke zinnen verloopt dan ook niet zoals in (61a-b) en (62a-b), maar zoals in (66a-b) en (67a-b).

19 320 (66a) De sopraan moest [ PP tussen [ NP twee mannen [ S die haar gezwollen stemgeluid trachtten te overschreeuwen ] S ] NP ] PP in zitten. (66b) De sopraan moest [ PP tussen [ NP twee mannen ] NP ] PP in zitten [ S die haar gezwollen stemgeluid trachtten te overschreeuwen ] S. (67a) De tjalk is [ PP onder [ NP een brug [ S die uit de middeleeuwen dateert ] S ] NP ] PP door gevaren. (67b) De tjalk is [ PP onder [ NP een brug ] NP ] PP door gevaren [ S die uit de middeleeuwen dateert ] S. Het is duidelijk dat de geëxtraponeerde relatieve bijzinnen in (66b) en (67b) het meest rechtse element van de prepositiegroep vormden. De ongrammaticaliteit van (64) en (65) komt nu niet langer als een verrassing. Dergelijke zinnen zijn immers niet afgeleid van zulke structuren als (61a) en (62a), maar van de structuren in (66a) en (67a). De extrapositieregel die op deze structuren is toegepast, resulteert dan ook niet in zulke zinsstructuren als (64) of (65), maar in zinsstructuren zoals (68) en (69). En dergelijke zinsstructuren zijn ongrammaticaal om dezelfde reden waarom (70) ongrammaticaal is. (68) *De sopraan moest [ PP tussen [ NP twee mannen ] NP ] PP in [ S die haar gezwollen stemgeluid trachtten te overschreeuwen ] S zitten. (69) *De tjalk is [ PP onder [ NP een brug ] NP ] PP door [ S die uit de middeleeuwen dateert ] S gevaren. (70) *De officier heeft [ NP een soldaat ] NP naar het front [ S die zijn vrouw het hof wilde maken ] S gezonden. Extrapositie van relatieve bijzinnen levert immers alleen dan een aanvaardbaar resultaat op als de relatieve bijzin naar de meest rechtse positie in een woordgroep verplaatst wordt. In de zinnen (68) - (70) is de relatieve bijzin niet naar de meest rechtse positie in de werkwoordsgroep geëxtraponeerd en dus is er niet voldaan aan deze voorwaarde voor grammaticaliteit.

20 321 Nu het, in tegenstelling tot wat (61b) en (62b) suggereerden, vast staat, dat de relatieve bijzinnen in (66b) en (67b), evenals die in (59b) en (60b), vanuit de meest rechtse positie in een prepositiegroep geëxtraponeerd zijn, kunnen we een algemene karakterisering van deze derde klasse van uitzonderingen op de algemene wet in (42) geven. Een element dat deel uitmaakt van een prepositiegroep kan kennelijk slechts dan naar rechts verplaatst worden, als dat element het meest rechtse element van die prepositiegroep is 16) Een symmetrisch patroon. Uit de karakteriseringen van de drie behandelde klassen van uitzonderingen op de algemene wet in (42) kunnen we afleiden dat hier sprake is van een zeker symmetrisch patroon. De voorwaarden voor verplaatsing naar rechts zijn immers het spiegelbeeld van de voorwaarden voor verplaatsing naar links. Zoals een element dat deel uitmaakt van een prepositionele of postpositionele woordgroep slechts dan naar links verplaatst kan worden als dat element het meest linkse element van die woordgroep is, zo kan een element dat deel uitmaakt van een prepositiegroep slechts dan naar rechts verplaatst worden, als dat element het meest rechtse element van die woordgroep is 17). In alle andere gevallen is verplaatsing naar links of naar rechts van een element dat deel uitmaakt van een prepositionele of postpositionele woordgroep uitgesloten. Deze stand van zaken maakt het noodzakelijk om het in (42) geformuleerde principe als volgt te amenderen: (71) Geen enkel element kan verwijderd worden uit de omgeving [ PP X Y ] PP tenzij: (i) X = e en het te verwijderen element wordt naar links verplaatst of onder gelijkheid met een element aan de linkerzijde uitgewist; of (ii) Y = e en het te verwijderen element wordt naar rechts verplaatst of onder gelijkheid met een element aan de rechterzijde uitgewist. In deze formulering duidt e de nulrij aan.

21 322 Hoewel de geamendeerde wet (71) de in sectie 3.1. besproken verschijnselen verantwoordt, is het duidelijk dat deze amendementen op geen enkele manier bijdragen tot een verklaring van het complex van uitzonderingen op de algemene wet (42). Evenmin biedt (71) een verklaring voor het merkwaardige symmetrische patroon in dat complex van uitzonderingen. De belangrijkste vraag is immers waarom het verbod op het verwijderen van lexicale elementen uit prepositie-groepen opgeheven wordt als één van de condities (71i) of (71ii) geldt. Bovendien zal in sectie 4 duidelijk worden dat zich met betrekking tot de formulering in (71) een nieuwe anomalie voordoet. 4. Een vierde klasse van uitzonderingen: samentrekking. Van een enigszins andere aard dan de drie voorgaande klassen van uitzonderingen zijn de anomalieën die zich voordoen bij het elliptische proces dat gewoonlijk Samentrekking genoemd wordt 18). Het is bekend dat bij nevenschikking van twee zinnen onder bepaalde voorwaarden elementen in het tweede lid van de nevenschikking onder gelijkheid met elementen in het eerste lid van de nevenschikking uitgewist kunnen worden. Op die manier is bijvoorbeeld zin (72b) afgeleid van (72a). (72a) De één bestrijdt de vertrossing en de ander [ V bestrijdt ] V de verzuiling. (72b) De één bestrijdt de vertrossing en de ander [ V ] V de verzuiling. In zin (72b) is het werkwoord uit het tweede lid van de nevenschikking verwijderd. Er zijn echter ook gevallen van samentrekking waarin behalve het werkwoord één of meer andere elementen zijn uitgewist. (73) De één verrast een verre vriend met een kerstgeschenk en de ander [ V ] V een naaste buur [ PP ] PP. (74) De één installeert in het voorjaar een tent op het gazon en de ander [ V ] V. [ PP ] PP een kampeerwagen [ PP ] PP.

22 323 In zin (73) heeft de ellipsregel het werkwoord en een prepositiegroep uit het tweede lid van de nevenschikking verwijderd 19). En in zin (74) zijn zelfs drie elementen samengetrokken: het werkwoord en twee prepositiegroepen. Beide voorbeelden tonen duidelijk aan dat de te verwijderen elementen niet onmiddellijk op elkaar hoeven te volgen. In het algemeen laat het samentrekkingsproces twee restanten achter 20). Zowel in (72b) als in (73) en (74) zijn het twee nominale woordgroepen die als zodanig functioneren. Dat het eerste restant in deze drie zinnen het subject van het tweede lid van de nevenschikking is, berust op toeval. De volgende zinnen maken duidelijk dat ook een vooropgeplaatste of bevraagde nominale woordgroep als eerste restant kan fungeren. (75) Zijn zoon schonk hij het bollenveld en [ NP zijn dochter ] NP [ NP de broeikas ] NP. (76) Wie noemt de wet een overtreder en [ NP wie ] NP [ NP een misdadiger ] NP. In zin (75) is het nominale eerste restant een vooropgeplaatst indirect object en in zin (76) is het een bevraagd direct object. Het tweede restant is in beide zinnen eveneens een nominale woordgroep. De verzameling welgevormde eerste restanten blijft echter niet beperkt tot nominale woordgroepen. Ook adjectivische woordgroepen, prepositionele woordgroepen, kwantorgroepen en zelfs hele zinnen kunnen als eerste restant optreden. (77) Donkergroen is het gras en [ AP lichtblauw ] AP [ NP de lucht ] NP. (78) In de plaggenhut huist een kluizenaar en [ PP in de stulp ] PP [ NP een profeet ] NP. (79) Hoeveel kost een wissel en [ QP hoeveel ] QP [ NP een rangeerspoor ] NP. (80) Dat sommigen hun ziel verkwanselen verwondert de één en [ S dat sommigen hun lichaam verkwanselen ] S [ NP de ander ] NP.

23 324 In zin (77) is het eerste restant een vooropgeplaatste adjectiefgroep, in zin (78) een vooropgeplaatste prepositiegroep, in zin (79) een bevraagde kwantorgroep en in zin (80), tenslotte, een hele zin. Het tweede restant is in al deze zinnen een nominale woordgroep. Zoals de verzameling welgevormde eerste restanten niet beperkt blijft tot nominale woordgroepen, zo blijft ook de verzameling welgevormde tweede restanten niet beperkt tot nominale woordgroepen. Adjectivische woordgroepen, prepositionele woordgroepen, kwantorgroepen en hele zinnen kunnen eveneens als tweede restant optreden. De volgende zinnen illustreren dit. (81) De één is ingetogen en [ NP de ander ] NP [ AP ijdel ] AP. (82) De één gelooft in engelen en [ NP de ander ] NP [ PP in neutrino's ] PP. (83) De één slaapt zeer veel en [ NP de ander ] NP [ QP zeer weinig ] QP. (84) De één ontkent dat de weerwolf bestaat en [ NP de ander ] NP [ S dat de ether bestaat ] S. In zin (81) is het tweede restant een adjectiefgroep, in zin (82) een prepositiegroep, in zin (83) een kwantorgroep en in zin (84), tot slot, een hele zin. Het eerste restant is in al deze voorbeelden een nominale woordgroep. Hoewel nagenoeg alle woordgroepen dus als samentrekkingsrestanten kunnen optreden, is het resultaat zeker niet onder alle omstandigheden aanvaardbaar 21). In feite wordt de welgevormdheid van de samentrekkingsrestanten bepaald door een aantal wetmatigheden van zeer algemene aard. Eén van die wetmatigheden houdt verband met de in de voorafgaande secties besproken verschijnselen en betreft die gevallen, waarin het eerste of tweede restant deel uitmaakt van een prepositiegroep. Zoals wij reeds geconstateerd hebben dat het nominale object van een prepositie niet verwijderd kan worden uit de prepositionele woordgroep waarvan het deel uitmaakt, zo moeten wij nu constateren dat het evenmin als samentrekkingsrestant dienst kan doen.

24 325 Dit blijkt bijvoorbeeld uit de ongrammaticaliteit van de zinnen (85b), (86b) en (87b), die achtereenvolgens van (85a), (86a) en (87a) zijn afgeleid. (85a) De één houdt van sprinkhanen en de ander houdt [ PP van [ NP jonge vleermuizen ] NP ] PP. (85b) *De één houdt van sprinkhanen en de ander [ PP [ NP jonge vleermuizen ] NP ] PP. (86a) De één vergast zijn geliefde op Belgische bonbons en de ander vergast zijn geliefde [ PP op [ NP een Vlaamse novelle ] NP ] PP. (86b) *De één vergast zijn geliefde op Belgische bonbons en de ander [ PP [ NP een Vlaamse novelle ] NP ] PP. (87a) In het ene gezin drinken de ouders natuurzuiver bron-water en [ PP in [ NP het andere gezin ] NP ] PP drinken de ouders synthetische wijn. (87b) *In het ene gezin drinken de ouders natuurzuiver bron-water en [ PP [ NP het andere gezin ] NP ] PP synthetische wijn. In de zinnen (85b) en (86b) fungeert het nominale object van de samengetrokken prepositie als tweede restant en in zin (87b) doet het als eerste restant dienst. Dat het prepositionele object van een prepositie niet alleen niet verwijderd kan worden uit de complexe prepositiegroep waarvan het deel uitmaakt, maar evenmin als samentrekkingsrestant kan optreden, wordt geïllustreerd door de ongrammaticaliteit van de volgende zinnen. (88a) Het militaire oefenterrein strekt zich tot achter de westelijke heuvelrug uit en het nucleaire proefterrein strekt zich [ PP tot [ PP achter [ NP de oostelijke heuvelrug ] NP ] PP ] PP uit. (88b) *Het militaire oefenterrein strekt zich tot achter de westelijke heuvelrug uit en het nucleaire proefterrein [ PP [ PP achter [ NP de oostelijke heuvelrug] NP ] PP ] PP.

25 326 (89a) Van voor de uitvinding van de vitaminetablet dateert het chronische tekort en [ PP van [ PP na [ NP de uitvinding van de vitaminetablet ] NP ] PP ] PP dateert de oververzadiging. (89b) *Van voor de uitvinding van de vitaminetablet dateert het chronische tekort en [ PP [ PP na [ NP de uitvinding van de vitaminetablet ] NP ] PP ] PP de oververzadiging. In de van (88a) afgeleide zin (88b) functioneert het prepositionele object van de samengetrokken prepositie als tweede restant en in de van (89a) afgeleide zin (89b) dient het als eerste restant 22). Voorts hebben wij geconstateerd dat geen enkel element uit het zinsobject van een prepositie verwijderd kan worden. Evenzo kan geen enkel element uit het zinsobject van een prepositie als samentrekkingsrestant dienst doen, getuige de ongrammaticaliteit van de van (90a) afgeleide zin (90b). (90a) De één drinkt een pint zonder op de muziek te letten en de ander drinkt een pint [ PP zonder [ S [ PP op de gesprekken ] PP te letten ] S ] PP. (90b) *De één drinkt een pint zonder op de muziek te letten en de ander [ PP [ S [ PP op de gesprekken ] PP ] S ] PP. In zin (90b) is een prepositiegroep die deel uitmaakt van het beknopte zinsobject van de prepositie zonder, als restant achtergebleven. Uit deze feiten blijkt duidelijk dat de condities op het verwijderen van elementen uit prepositiegroepen ook bepalend zijn voor de welgevormdheid van samentrekkingsrestanten. De parallellie reikt echter nog verder. Zoals een voorbepaling alleen dan uit een prepositiegroep verwijderd kan worden als die voorbepaling het meest linkse element van de prepositiegroep is, zo vormt een voorbepaling die deel uitmaakt van een prepositiegroep, alleen dan een welgevormd samentrekkingsrestant als die voorbepaling het meest linkse element van de prepositiegroep is.

26 327 (91a) De ene veiligheidsagent stond twee meter achter de grootvorstin en de andere veiligheidsagent stond [ PP [ NP drie meter ] NP achter de grootvorstin ] PP. (91b) De ene veiligheidsagent stond twee meter achter de grootvorstin en de andere veiligheidsagent [ PP [ NP drie meter ] NP ] PP. (92a) De laagste onderscheiding is tot twee maanden na de dag van uitreiking geldig en de hoogste onderscheiding is [ PP tot [ PP [ NP drie maanden ] NP na de dag van uitreiking ] PP ] PP geldig. (92b) *De laagste onderscheiding is tot twee maanden na de dag van uitreiking geldig en de hoogste onderscheiding [ PP [ PP [ NP drie maanden ] NP ] PP ] PP. In de structuur (92a), die ten grondslag ligt aan de ongrammaticale samentrekking (92b), is de voorbepaling drie maanden weliswaar het meest linkse element van de ingebedde prepositiegroep, maar niet van de complexe prepositiegroep als geheel. Daarentegen hebben we in de structuur (91a), die aan de grammaticale samentrekking (91b) ten grondslag ligt, met slechts één prepositiegroep te maken, waarvan de voorbepaling drie meter het meest linkse element is 23). Het probleem is nu dat de parallellie tussen de condities op het verwijderen van elementen uit prepositiegroepen en de condities op de welgevormdheid van samentrekkingsrestanten die deel uitmaken van een prepositiegroep, niet tot uitdrukking komt in de formulering van principe (71). Het domein van dit principe reikt immers niet verder dan die gevallen waarin elementen uit een prepositiegroep verwijderd worden. Daaruit vloeit voort dat de onwelgevormdheid van de samentrekkingen (85-90b) en (92b) niet toegeschreven moet worden aan de elementen die achtergebleven zijn, maar aan de elementen die verwijderd zijn. De ongrammaticaliteit van deze samengetrokken zinnen zou dus met name te wijten zijn aan het feit dat een prepositie uit een prepositiegroep verwijderd is. Maar dit leidt tot een tegenspraak. In de onwelgevormde samentrekkingen (85-90b) en (92b) vormde de uitgewiste prepositie het meest linkse element van de prepositiegroep.

27 328 Bovendien heeft uitwissing onder gelijkheid met een element ter linkerzijde plaats gevonden. Bijgevolg vallen de ongrammaticale samentrekkingen (85-90b) en (92b) onder conditie (71i) en behoren zij grammaticaal te zijn. Het is duidelijk dat het principe in (71) de samentrekkingsfeiten onverklaard laat en dat een andere formulering van dat principe noodzakelijk is 24). 5. Een conditie op variabele factoren; gestandaardiseerde factorisering. Uit een expliciete formulering van de samentrekkingsregel zal blijken dat de condities op het verwijderen van elementen uit prepositiegroepen de weerspiegeling vormen van een conditie op variabele factoren, die de klasse van passende factoriseringen voor een transformatie inperkt. In sectie 5.1. zullen wij de bouwstenen voor een dergelijke expliciete formulering van de regel aandragen. Na een korte uiteenzetting over het formalisme van transformaties (sectie 5.2.) zullen wij vervolgens in sectie 5.3. een formulering van de samentrekkingsregel geven en aan de hand daarvan in sectie 5.4. vaststellen, dat het in (71) geformuleerde principe als een conditie op variabele factoren geïnterpreteerd moet worden. Tenslotte zullen wij in sectie 5.5. aantonen dat de uitzonderlijke verschijnselen die aanleiding gaven tot de formulering van de speciale clausules (71i) en (71ii), geen anomalieën zijn, indien een passende factorisering voor een transformatie een gestandaardiseerde factorisering is Samentrekking: op weg naar een formulering. Opmerkelijk is dat het werkwoord in alle tot nu toe besproken gevallen van samentrekking tot de verwijderde elementen behoort. Het is zelfs zó, dat zulke samentrekkingen als (93a) en (94a) onwelgevormd zijn, als het werkwoord niet tot de verwijderde elementen behoort, zoals in (93b) en (94b).

28 329 (93a) De één is allergisch voor reuzel en de ander [ V ] V [ AP ] AP voor houtpulp. (93b) *De één is allergisch voor reuzel en de ander is [ AP ] AP voor houtpulp. (94a) De één heeft bijna honderd stripboeken en de ander [ V ] V [ NP slechts tien [ N ] N ] NP. (94b) *De één heeft bijna honderd stripboeken en de ander heeft [ NP slechts tien [ N ] N ] NP. De ongrammaticaliteit van de zinnen (93b) en (94b) weerspiegelt een bepaalde wetmatigheid waaraan het samentrekkingsproces onderworpen is. Voor zover mij bekend, is Paardekooper ( : 400) de eerste geweest die deze wetmatigheid gesignaleerd heeft. Zijn formulering ervan, die wij de Wet van Paardekooper zullen noemen, luidt als volgt: (95) De Wet van Paardekooper Elk samengetrokken zinsdeel achter de voor-pv (achter een zinsdeel met een ondersch. vw, een betr. woord, een indirekt vra. woord of achter een beperkt en verbindend bwbn-patroon) vereist tegelijk samentrekking in die pv (in dat zinsdeel met een ondersch. vw enz.) Volgens de Wet van Paardekooper zijn de zinnen (93b) en (94b) ongrammaticaal, omdat hier een element aan de rechterzijde van de persoonsvorm verwijderd is, zonder gelijktijdige verwijdering van de persoonsvorm zelf. In de voorbeelden (93a) en (94a) is dat wel gebeurd. Evenzo voorspelt de Wet van Paardekooper dat het onmogelijk is om alleen het subject te verwijderen, indien inversie van subject en persoonsvorm heeft plaats gevonden. De volgende voorbeelden tonen aan dat deze voorspelling juist is. (96a) Haat de koning geschiedschrijvers en bewondert [ NP de koning ] NP dichters. (96b) *Haat de koning geschiedschrijvers en bewondert [ NP ] NP dichters. (97a) Vandaag bezichtigt het zakengezelschap het museum en morgen bezoekt [ NP het zakengezelschap ] NP de dierentuin.

29 330 (97b) *Vandaag bezichtigt het zakengezelschap het museum en morgen bezoekt [ NP ] NP de dierentuin. (98a) Vandaag bezichtigt het zakengezelschap het museum en morgen [ V bezichtigt ] V [ NP het zakengezelschap] NP de dierentuin. (98b) Vandaag bezichtigt het zakengezelschap het museum en morgen [ V ] V [ NP ] NP de dierentuin. De zinnen (96b) en (97b), die zijn afgeleid van achtereenvolgens (96a) en (97a), kunnen nauwelijks als aanvaardbare Nederlandse zinnen beschouwd worden. Volgens de Wet van Paardekooper is dit te wijten aan het feit dat de samentrekking van het subject niet vergezeld is gegaan van samentrekking van de eraan voorafgaande persoonsvorm. Daarentegen levert gelijktijdige samentrekking van zowel het subject als de eraan voorafgaande persoonsvorm in de van (98a) afgeleide zin (98b) een goed resultaat op, geheel overeenkomstig de verwachtingen 25). Evenmin is het volgens de Wet van Paardekooper zonder meer toegestaan om elementen te verwijderen uit een zin die door een voegwoord ingeleid wordt. In zulke gevallen moet ook het voegwoord zelf samengetrokken worden, zoals de ongrammaticaliteit van de van (99a) afgeleide zin (99b) aantoont. (99a) Men beweert dat hij accountant is en [ COMP dat ] COMP zij juriste [ V is ] V. (99b) *Men beweert dat hij accountant is en [ COMP dat ] COMP zij juriste [ V ] V. (99c) Men beweert dat hij accountant is en [ COMP ] COMP zij juriste [ V ] V. De van (99a) afgeleide zin (99c) is echter grammaticaal, omdat behalve het werkwoord ook het voegwoord uit het tweede lid van de nevenschikking verwijderd is. Er bestaat dus, zoals Paardekooper al heeft opgemerkt, een zekere verwantschap tussen de persoonsvorm en het voegwoord, in die zin dat geen enkel element aan de rechterzijde van het voegwoord of de persoonsvorm uitgewist kan worden, zonder dat ook het voegwoord of de persoonsvorm zelf uitgewist wordt 26).

Inleiding: Combinaties

Inleiding: Combinaties Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Constructies, beperkingen en voorstellingswijze: Adposities in het Nederlands De term adpositie wordt gebruikt voor partikels, preposities (voorzetsels) en postposities (achterzetsels).

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands formuleren

Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop

Nadere informatie

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek Jan Heerze Kortom Nederlandse grammatica Walvaboek WOORD VOORAF Kennis van de Nederlandse grammatica is geen doel in zichzelf, maar een hulpmiddel om tekortkomingen in eigen taalgebruik te corrigeren.

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het programma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden op het

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

[vn.bw.] of PRONOMINALE ADVERBIA

[vn.bw.] of PRONOMINALE ADVERBIA DE VOORNAAMWOORDELIJKE BIJWOORDEN [vn.bw.] of PRONOMINALE ADVERBIA 1. Het principe (1a) Ik hou er niet veel van. (1b) Ik hou niet veel van hem/haar. (2a) Daar denk ik nooit meer aan. X (2b) Aan die denk

Nadere informatie

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei 2016 6.2 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Paragraaf 1 Dubbel op Onjuiste herhaling 2x een voorzetsel wordt gebruikt, maar 1 overbodig

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Inhoud Vijf lessen van elk tien zinnen over hoofd- en bijzinnen zoals die in het Nederlands kunnen voorkomen.

Inhoud Vijf lessen van elk tien zinnen over hoofd- en bijzinnen zoals die in het Nederlands kunnen voorkomen. Hoofd- & bijzinnen Vak/onderwerp Nederlands, grammatica Hardware-eisen MS-DOS, (muis, printer) Algemeen Hoofd- en Bijzinnen is een programma dat oefening biedt in het onderscheiden van hoofd- en bijzinnen

Nadere informatie

Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2018

Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2018 Bijlage bij de Septembermededeling/Maartaanvulling centrale examens 2018 Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2018 Deze informatie is gelijktijdig met de Septembermededeling van het

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

Nadat Susan gedronken had, verdampte het water. Zonder haar kwamen er geen bijdragen binnen

Nadat Susan gedronken had, verdampte het water. Zonder haar kwamen er geen bijdragen binnen Samenvatting Dit proefschrift gaat over de manier waarop mensen hun grammaticale kennis van hun moedertaal gebruiken terwijl ze luisteren en lezen. Het onderzoek concentreert zich op een bepaald type zinnen

Nadere informatie

Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2019

Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2019 Bijlage bij de Septembermededeling/Maartaanvulling centrale examens 2019 Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2019 Deze informatie is gelijktijdig met de Septembermededeling van het

Nadere informatie

Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2020

Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2020 Bijlage bij de Septembermededeling/Maartaanvulling centrale examens 2020 Nederlands - vwo: vakspecifieke informatie centraal examen 2020 Deze informatie is gelijktijdig met de Septembermededeling van het

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Nederlands - havo: vakspecifieke informatie centraal examen 2019

Nederlands - havo: vakspecifieke informatie centraal examen 2019 Bijlage bij de Septembermededeling/Maartaanvulling centrale examens 2019 Nederlands - havo: vakspecifieke informatie centraal examen 2019 Deze informatie is gelijktijdig met de Septembermededeling van

Nadere informatie

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Dr. G. van der Laan Doelstelling III van de offerte van 24 maart luidt: Het verkrijgen van inzicht terzake van de bestuurdersbenoemingen na januari 2004

Nadere informatie

FORMULEREN Vragen + antwoorden

FORMULEREN Vragen + antwoorden FORMULEREN Vragen + antwoorden Dubbelopfouten Welke dubbelopfouten zijn er? (bij elke soort een voorbeeld) A. onjuiste herhaling (daarin heb ik nu geen zin in) B. foutief pleonasme (de ouderloze wees)

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door een scholier 781 woorden 9 maart 2018 9 2 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Formuleren Misleidende tweelingen: als/dan Dan: vergrotende trap

Nadere informatie

6. Constituenten en woordsoorten

6. Constituenten en woordsoorten 6. Constituenten en woordsoorten Opdracht 6.1 Vraag: Om de psychologische realiteit van syntactische regels of elementen aan te tonen zijn wel zogenaamde klik-experimenten uitgevoerd. Bij één zo n experiment

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1) Lesbrief 1 Getaltheorie I De getaltheorie houdt zich bezig met het onderzoek van eigenschappen van gehele getallen, en meer in het bijzonder, van natuurlijke getallen. In de getaltheorie is het gebruikelijk

Nadere informatie

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt Summary 352 12. Samenvatting A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt door de Idaksahak, een groep van ongeveer 30.000

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Correct formuleren

Samenvatting Nederlands Correct formuleren Samenvatting Nederlands Correct formuleren Samenvatting door L. 781 woorden 11 december 2012 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling VZ wordt twee keer gebruikt.

Nadere informatie

Persoonsvorm en voegwoord

Persoonsvorm en voegwoord Persoonsvorm en voegwoord P.C. Paardekooper bron P.C. Paardekooper, Persoonsvorm en voegwoord. In: De Nieuwe Taalgids 54 (1961), p. 296-301. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/paar001pers01_01/colofon.htm

Nadere informatie

Algemeen Oefenprogramma op het gebied van zinsbouw, in de eerste plaats bestemd voor anderstaligen.

Algemeen Oefenprogramma op het gebied van zinsbouw, in de eerste plaats bestemd voor anderstaligen. Husselaar VE Vak/onderwerk Nederlands, Nederlands als Tweede taal (NT2) Hardware-eisen MS-DOS, Hercules, CGA, EGA, VGA (muis) Algemeen Oefenprogramma op het gebied van zinsbouw, in de eerste plaats bestemd

Nadere informatie

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST

EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST EEN SEXTANT VOOR EEN TAALSPECIALIST Bijdragen tot Joost Buysschaert in profiel Onder redactie van Sonia Vandepitte Bart Defrancq Lieve Jooken 37 JOOST WAS HET GEWOON OM DERGELIJKE ZINNEN TE ANALYSEREN.

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/142370

Nadere informatie

Nederlands - havo: vakspecifieke informatie centraal examen 2020

Nederlands - havo: vakspecifieke informatie centraal examen 2020 Bijlage bij de Septembermededeling/Maartaanvulling centrale examens 2020 Nederlands - havo: vakspecifieke informatie centraal examen 2020 Deze informatie is gelijktijdig met de Septembermededeling van

Nadere informatie

Derivations & Evaluations. On the syntax of subjects and complementizers Dekkers, J.R.M.

Derivations & Evaluations. On the syntax of subjects and complementizers Dekkers, J.R.M. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Derivations & Evaluations. On the syntax of subjects and complementizers Dekkers, J.R.M. Link to publication Citation for published version (APA): Dekkers, J. R.

Nadere informatie

Hoe identificeer je constituenten?

Hoe identificeer je constituenten? 5 Hoe identificeer je constituenten? In hoofdstuk 1 hebben we het idee geïntroduceerd dat zinnen structuur hebben; nu komen we in meer detail op dat onderwerp terug. We hebben in hoofdstuk 4 gezien dat

Nadere informatie

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8 Deel 1 Grammatica 1 1 WOORDSOORTEN 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 3 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 4 1.3 Benoem de onderstreepte

Nadere informatie

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 11 2/68 Vandaag: tweede college Minimalisme (2/4) 3/68 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

Antwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 5

Antwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 5 Antwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 5 Nederlands in actie Methode NT2 voor hoogopgeleide anderstaligen Berna de Boer Margaret van der Kamp Birgit Lijmbach Derde, herziene druk u i t g e v

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren/Spreken

Samenvatting Nederlands Formuleren/Spreken Samenvatting Nederlands Formuleren/Spreken Samenvatting door een scholier 1612 woorden 27 november 2006 6,8 15 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands Spreken: Spreken

Nadere informatie

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN 1 Inleiding 1.1 In Nederland wordt in de praktijk door ondernemingen veel gebruik gemaakt van algemene voorwaarden ( AV ). Hoewel het gebruik van AV over het algemeen als

Nadere informatie

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010

Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Een combinatorische oplossing voor vraag 10 van de LIMO 2010 Stijn Vermeeren (University of Leeds) 16 juni 2010 Samenvatting Probleem 10 van de Landelijke Interuniversitaire Mathematische Olympiade 2010vraagt

Nadere informatie

Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten

Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten RIJDEN ONDER INVLOED IN DE PROVINCIE NOORD-BRABANT. NAJAAR 1991 Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten R- 91-63 M.P.M. Ma thij ssen Leidschendam, 1991 Stichting

Nadere informatie

2003/2004 S C H R I J V E N E X A M E N I I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

2003/2004 S C H R I J V E N E X A M E N I I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2 S C H R I J V E N Voorbeeldexamen E X A M E N I I 2003/2004 Beoordelingsvoorschriften Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2 Inhoudsopgave 1 Scores voorbeeldexamen Schrijven II 4 2 Aanwijzingen

Nadere informatie

Computationele Intelligentie

Computationele Intelligentie Computationele Intelligentie Uitwerking werkcollege Representatie, Ongeïnformeerd zoeken, Heuristisch zoeken 1 lokkenwereld a. De zoekboom die door het dynamische breadth-first search algoritme wordt gegenereerd

Nadere informatie

Zondag 18, vraag en antwoord 46,47,48 en 49.

Zondag 18, vraag en antwoord 46,47,48 en 49. Voor 16 jaar en ouder! Over de hemelvaart van Christus. Zondag 18, vraag en antwoord 46,47,48 en 49. Vraag 46 : Wat verstaat gij daarmee : opgevaren ten hemel? Antw : Dat Christus voor de ogen van Zijn

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen.

Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen. Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen. Beklaagde heeft eerst voor klagers vader en later voor klager zelf het beheer over

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Nota Deel 1. Rick Nouwen. 8 december 2009

Nota Deel 1. Rick Nouwen. 8 december 2009 1 Nota Deel 1 Rick Nouwen 8 december 2009 2 Algemene Richtlijnen Wees zuinig met papier: nieuwe secties hoeven niet op een nieuwe pagina; de titel e.d. hoeft ook niet op een nieuwe pagina; maak er gewoon

Nadere informatie

Lesstof. Formuleren 4F

Lesstof. Formuleren 4F Lesstof Formuleren 4F INHOUD LESSTOF... 1 INLEIDING... 3 STRUCTUUR... 3 INHOUD... 5 Lesstof Formuleren 4F 2 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn programma s voor het onderwijs. De programma s zijn verkrijgbaar

Nadere informatie

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Ronald van Bekkum (UWV), Harry Bierings en Robert de Vries In arbeidsmarktbeleid en in statistieken van het CBS wordt een duidelijk onderscheid gemaakt

Nadere informatie

de minister voor Jeugd en Gezin Ontwerpbesluit verwijsindex risicojongeren

de minister voor Jeugd en Gezin Ontwerpbesluit verwijsindex risicojongeren POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de minister voor Jeugd en Gezin

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Overweging Bij de vergelijking van vrouwen gaat het om het gedrag van de vrouwen en niet om hun schoonheid.

Overweging Bij de vergelijking van vrouwen gaat het om het gedrag van de vrouwen en niet om hun schoonheid. Correctieadvies VCN CE Latijn 2012 De leerplansectie Latijn van de VCN heeft de verslagen van de correctiebijeenkomsten in Delft, Den Bosch en Zwolle met elkaar vergeleken en publiceert op basis van de

Nadere informatie

Inleiding. 1 Doelstellingen

Inleiding. 1 Doelstellingen Inleiding 1 Doelstellingen De Nederlandse Grammatica voor Franstaligen (NGF) is bedoeld als een descriptieve grammatica die op grondig contrastief onderzoek van de Nederlandse en de Franse syntaxis is

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/61779

Nadere informatie

A. Coördinatie / nevenschikking = HOOFDZIN + HOOFDZIN Een hoofdzin heeft dezelfde grammaticale constructie als de simpele zin!

A. Coördinatie / nevenschikking = HOOFDZIN + HOOFDZIN Een hoofdzin heeft dezelfde grammaticale constructie als de simpele zin! A. Coördinatie / nevenschikking = HOOFDZIN + HOOFDZIN Een hoofdzin heeft dezelfde grammaticale constructie als de simpele zin! 7 CONJUNCTIES * EN * MAAR *WANT *OF (betekenis: koffie of thee) * DUS * NOCH

Nadere informatie

Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks?

Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks? 1 Uitwerking puzzel 92-1 Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks? Harm Bakker noemde het: pro-niks voor-niks De puzzel was voor een groot deel afkomstig van Frits Göbel. Een pronik is een getal dat

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;

Nadere informatie

Lesstof. Formuleren. voor gevorderden

Lesstof. Formuleren. voor gevorderden Lesstof Formuleren voor gevorderden 2 Lesstof Formuleren voor gevorderden INHOUD LESSTOF... 1 INLEIDING... 4 STRUCTUUR... 4 INHOUD... 8 Lesstof Formuleren voor gevorderden 3 INLEIDING Muiswerkprogramma

Nadere informatie

2002/2003 SCHRIJVEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

2002/2003 SCHRIJVEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal SCHRIJVEN Voorbeeldexamen EXAMEN II 2002/2003 Beoordelingsvoorschriften Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Schrijven II 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Het boek Prediker. In Pred. 1: 2 staat: IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!

Het boek Prediker. In Pred. 1: 2 staat: IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid! - 1 - Het boek Prediker In Pred. 1:1 staat: De woorden van Prediker, de zoon van David, koning te Jeruzalem. In dit boek zijn de woorden van Salomo te vinden. Veel schriftuitleggers zijn er van overtuigd,

Nadere informatie

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)

Nadere informatie

NL_BL_Signaalwoorden_verbandenV2012_1.doc www.harnmeijer.nl 1

NL_BL_Signaalwoorden_verbandenV2012_1.doc www.harnmeijer.nl 1 Signaalwoorden Signaalwoorden geven een signaal dat er een bepaald verband staat tussen zinsdelen, zinnen of alinea s. Het signaalwoord geeft zelf het verband aan. Hieronder een aantal van de meest gebruikte

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 802 woorden 14 februari 2004 5,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Topniveau 3.5 persuasieve teksten betoog beschouwing Bevat

Nadere informatie

i n h o u d Inhoud Inleiding

i n h o u d Inhoud Inleiding V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap

Nadere informatie

G E H E I M H O U D I N G

G E H E I M H O U D I N G J O E L S. G O L D S M I T H G E H E I M H O U D I N G OPMERKINGEN BERTUS: Het betreft hier een fragment uit een door Joel gegeven klas. Van gesproken tekst is dus geschreven tekst gemaakt. Het kan dus

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands De vraag die in dit proefschrift centraal staat, betreft de aard van aspectuele verschillen in het Russisch. Het belangrijkste doel is het aanwijzen van een eigenschap of

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Derde Enkelvoudige Belastingkamer PROCES-VERBAAL. van de mondelinge uitspraak in het beroep van X te Z, belanghebbende,

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Derde Enkelvoudige Belastingkamer PROCES-VERBAAL. van de mondelinge uitspraak in het beroep van X te Z, belanghebbende, Kenmerk: 2129/88 LJ GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Derde Enkelvoudige Belastingkamer PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak in het beroep van X te Z, belanghebbende, tegen de uitspraak van de Inspecteur

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 12

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 12 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 12 2/96 Vandaag: derde college Minimalisme (3/4) 3/96 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica

Nadere informatie

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen.

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen. Hoofdstuk 7 Volledige inductie Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen we het volgende: (i) 0 V (ii) k N k V k + 1 V Dan is V = N. Men ziet dit als

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 2

Samenvatting Nederlands Module 2 Samenvatting Nederlands Module 2 Samenvatting door een scholier 885 woorden 29 januari 2004 6,3 23 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taallijnen Het PR-model kun je op 3 manieren gebruiken: 1. Het

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur?

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Spinoza s Visie Dag 3 Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Module 3 Herhaling Belangrijke lessen dag 1 en 2 Kennis is de bron van ons geluk. Kennis van het hoogst denkbare geeft het grootst mogelijke

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Agrammatische Broca-afasie wordt meestal veroorzaakt door een hersenbeschadiging in (de omgeving) van het gebied van Broca (Brodmann s areas 44 en 45). Hierdoor krijgt de patiënt

Nadere informatie

Het eenzame vierkant van Khajuraho!

Het eenzame vierkant van Khajuraho! Het eenzame vierkant van Khajuraho! Stephan Berendonk 19-12-2006 ii Contents 1 De Lo Shu vii 2 Het vierkant van Khajuraho xi iv Contents Voorwoord Het stuk is vooral gericht op middelbare scholieren, die

Nadere informatie

Zinnen 1. Henriëtte de Swart

Zinnen 1. Henriëtte de Swart Zinnen 1 Henriëtte de Swart Combinaties Taal maakt combinaties op verschillende niveaus: Fonemen combineren tot morfemen (creëren van betekenis) Morfemen combineren tot woorden (complexe betekenissen)

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

Formuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren

Formuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren Formuleren Muiswerk Formuleren is een programma dat aandacht besteedt aan de belangrijkste stof die in de eerste klassen van het voortgezet onderwijs veelal aan de orde komt. Doelgroep Formuleren Formuleren

Nadere informatie

16 Leg over een ander geen vals getuigenis af. Exodus 20

16 Leg over een ander geen vals getuigenis af. Exodus 20 1Toen sprak God deze woorden: 2 Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. 3Vereer naast mij geen andere goden. 4Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets

Nadere informatie

LESSTOF. Formuleren 1F

LESSTOF. Formuleren 1F LESSTOF Formuleren 1F INHOUD INLEIDING... 3 STRUCTUUR... 3 INHOUD... 6 Lesstof Formuleren 1F 2 INLEIDING Muiswerk-programma s zijn web-based programma s voor het onderwijs. Dat betekent dat gebruikers

Nadere informatie

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 De vaardigheden van de jurist 9 1.1 Ongeveer zoals een kip een ei legt 9 1.2 Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 2 Het vinden van rechtsregels in de wet 13 2.1

Nadere informatie

DEEL 1 TABU SQUIBNUMMER. Tabu verschijnt onder auspiciön van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit. Jaargang 25, nummer 3, 1995

DEEL 1 TABU SQUIBNUMMER. Tabu verschijnt onder auspiciön van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit. Jaargang 25, nummer 3, 1995 TABU SQUIBNUMMER Tabu verschijnt onder auspiciön van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen. Jaargang 25 loopt varr januari 1995 tot en met december 1995, verschijnt in vier afleveringen

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/41689

Nadere informatie

Toetstermen en taxonomiecodes

Toetstermen en taxonomiecodes Toetstermen en taxonomiecodes Door middel van toetstermen is vastgelegd wat deelnemers moeten kennen en kunnen. Een toetsterm is bepalend voor de inhoud van de opleiding en de toetsing. Dit betekent dat

Nadere informatie

De constituent die niet bestaat Over het antecedent van betrekkelijke bijzinnen

De constituent die niet bestaat Over het antecedent van betrekkelijke bijzinnen De constituent die niet bestaat Over het antecedent van betrekkelijke bijzinnen Mark de Vries In zijn voorwoord bij In verband met de zin schrijft Jan: Ik heb in dit boek [ ] geprobeerd de traditionele

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands H9 stijlfouten

Samenvatting Nederlands H9 stijlfouten Samenvatting Nederlands H9 stijlfouten Samenvatting door een scholier 1783 woorden 31 oktober 2011 6,5 17 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands REP taal- en stijlfouten. Verkeerd woord/uitdrukking

Nadere informatie

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product Samenvatting door Sam 813 woorden 2 maart 2016 6,8 21 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Lezen Tekststructuren: Voor/nadelenstructuur Verleden/heden(/toekomst)structuur Aspectenstructuur

Nadere informatie

2001/2002 SCHRIJVEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

2001/2002 SCHRIJVEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2 SCHRIJVEN Voorbeeldexamen EXAMEN II 2001/2002 Beoordelingsvoorschriften NT 2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal Inhoudsopgave 1 Inhoud voorbeeldexamen Schrijven II 4 2 Aanwijzingen voor de beoordeling

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

DE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }.

DE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }. 1 DE SAMENGESTELDE ZIN Voordat een zin als samengestelde zin ontleed kan worden, moet hij eerst als enkelvoudige zin ontleed zijn, d.w.z. in een zin met maar één persoonsvorm ( en andere zinsdelen). Een

Nadere informatie