Persoonsvorm en voegwoord

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Persoonsvorm en voegwoord"

Transcriptie

1 Persoonsvorm en voegwoord P.C. Paardekooper bron P.C. Paardekooper, Persoonsvorm en voegwoord. In: De Nieuwe Taalgids 54 (1961), p Zie voor verantwoording: dbnl / P.C. Paardekooper

2 296 Persoonsvorm en voegwoord 1) 0. Inleiding Het voegwoord (vw) zet ons voor een stel problemen die niet op slag op te lossen zijn. Ik wil er nu maar een van bespreken: de verhouding tussen vw en pv 2). Eigenlijk is de zaak iets ingewikkelder: het betreft nl. de verhouding tussen pv en alle verbindende woorden aan het begin van bijzinnen, d.w.z.: vw, betrekkelijke en vragende woorden. Maar omwille van de overzichtelijkheid beperk ik me tot pv en vw. Ik zal laten zien dat de plaatsmogelijkheden van het t.o.v. de pv (altans bij inversie) precies gelijk zijn aan die van het t.o.v. het vw. Syntaktisch zijn pv en vw dus heel na verwant. Hiermee zou m'n artikel eigenlijk af moeten zijn, want hiermee is de verhouding tussen pv en vw in het ABN in hoofdzaak besproken. Maar ik ben bezweken voor de verleiding om een kort supplement te geven waarin een dialektverschijnsel besproken wordt: de kongruerende vw's (nummer 5). In sommige dialekten blijken pv en vw namelijk behalve syntaktisch ook nog morfologisch verwant te zijn doordat het vw net als de pv met het kan kongrueren. 1. De pv als kriterium voor zinsindeling Zinsindeling is mogelijk op basis van twee kriteria: binnenbouw of buitenbouw 3). Sluiten we de nominale zin en enkele andere weinig frekwente types even 1) Onder voegwoord versta ik in dit artikel gemakshalve onderschikkend voegwoord. - De oude spraakkunst had onder- en nevenschikkend voegwoord nooit mogen beschouwen als twee zo nauw verwante woordsoorten dat ze eenzelfde achternaam verdienden. Nevenschikking is een uniek verschijnsel dat in tegenstelling met de mogelijkheden van het onderschikkende voegwoord, helemaal niet gebonden is aan zinsbegrenzing: vgl. klein en groot, mannen en vrouwen, op of onder enz. Terecht wijst v. d. Berg op de overeenkomst tussen onderschikkend voegwoord en voorzetsel naar hun plaats in de woordgroep. Maar het lijkt me iets te radikaal om daarom het onderschikkend voegwoord voorzetsel te noemen: B. van den Berg, Beknopte Nederlandse spraakkunst ) In m'n proefschrift heb ik het heel even genoemd: 7.1.4,2e. 3) De binnenbouw van een element omvat de verhouding tussen z'n delen plus die tussen elk deel en het geheel; z'n buitenbouw die tussen dat element en het grotere geheel waar het een deel van is plus die tussen dat element en z'n kollega's. - Een uitvoeriger uiteenzetting van de begrippen binnen- en buitenbouw staat in P.C. Paardekooper, Inleiding tot de ABN-Syntaksis (den Bosch 1960).

3 297 uit, dan wordt het begrip zin identiek met ww-patroon. Een hoofdzin is nu een ww-patroon dat zelf geen patroondeel is (geen deel dus van een groter patroon), een bijzin een ww-patroon dat zelf wel patroondeel is 1). Het is duidelijk dat de buitenbouw hier indelingskriterium geweest is. Maar is een ww-patroondéél (dus een zinsdeel) indelingskriterium voor ww-patronen, dan gaan we uit van een eigenaardigheid in de binnenbouw. Als ww-patroondeel kiezen we de pv, en dan krijgen we zoals bekend, in eerste instantie twee zinstypes: dat met voor- en dat met achterplaatsing van die pv. Verreweg de meeste hoofdzinnen vertonen voorplaatsing, verreweg de meeste bijzinnen achterplaatsing, maar een klein aantal uitzonderingen dwingt ons tot een scherp onderscheid tussen binnen- en buitenbouw-kriteria. - Een voorbeeld: als ie toch maar z'n trein (haalt) Dit is een hoofdzin met achterplaatsing. Een tweede voorbeeld vormt het schuingedrukte deel van de zin: hij zegt: ik (geloof) er niks van Dit is een bijzin met voorplaatsing. (De traditie gebruikt voor deze twee voorbeelden de termen hoofdzin met bijzinsvolgorde en bijzin met hoofdzinsvolgorde, maar termen die zó'n tegenspraak bevatten zijn wetenschappelijk noch didaktisch bruikbaar. Daarom zie ik geen mogelijkheid om ze te handhaven, hoe vervelend een termverandering in de spraakkunst ook is). Bij voorplaatsing zijn zoals bekend twee mogelijkheden: de pv is eerste of tweede zinsdeel. En het eerste type, het niet-konstaterende 2) heeft nu onze speciale aandacht in verband met de vergelijking met het vw. Het heeft ermee gemeen dat het eerste zinsdeel is. 2. De plaats van het t.o.v. de pv bij inversie 2.1. Het type je Er zijn twee types die we in dit verband moeten onderscheiden: het onbeklemtoonde pers. vn en alle andere 3). Is een onbeklemtoond pers. vn, dan kan geen enkel zinsdeel het van de pv scheiden: (werk) (je) daarom morgen erg hard (werk) daarom (je) morgen erg hard (werk) morgen (je) daarom erg hard 1) Vgl. P.C. Paardekooper, Kleine ABN-Syntaksis ) Vgl. P.J. Merckens, De plaats van de persoonsvorm: een verwaarloosd code-teken, NT ) Om heel precies te zijn: enkele beklemtoonde pers. vn's - vooral ik en jij - sluiten zich bij de onbeklemtoonde aan altans in mijn idiolekt.

4 (werk) daarom morgen (je) erg hard (werk) erg hard (je) daarom morgen Intussen houdt de plaats direkt na de pv heel sterk de voorkeur bij élk : frekwentieproeven bewijzen het. (Het plaats er 4) sluit zich helemaal aan bij het type je). 4) Vgl. Kleine ABN-Syntaxis 2, antwoord 14, 4e.

5 >Het type jouw vriend Dezelfde scheidbaarheid die we zoëven bij de beklemtoonde pers. vn's hij, wij enz. aangetroffen hebben, vinden we eveneens bij allerlei andere en. We nemen jouw vriend hier als type, en gaan nu aan de hand van enkele voorbeelden na, hoe het met de scheidbaarheid staat: (werkt) (jouw vriend) daarom morgen erg hard (werkt) daarom (jouw vriend) morgen erg hard (werkt) morgen (jouw vriend) daarom erg hard (werkt) daarom morgen (jouw vriend) erg hard (werkt) erg hard (jouw vriend) daarom morgen (uitgesloten) (geeft) aan zo'n kind (jouw vriend) dat boek (geeft) een boek (jouw vriend) Zonder dat we deze kwestie hier uitvoerig bespreken, kunnen we toch alvast dit konkluderen: het stype jouw vriend heeft bij inversie een voorkeur voor de plaats direkt achter de pv, maar desnoods kan een bw bep. van een bepaald aantal types (daarom of morgen bv.) het daarvan scheiden. Een bw bep. van het type erg hard kan het niet; evenmin een mv zoals in ons voorbeeld aan zo'n kind of een lv (een boek in ons voorbeeld). 3. De plaats van het t.o.v. het vw Afgezien van het type een halve eeuw nadat is het vw altijd eerste zinsdeel. De plaatsregels van het na een halve eeuw nadat zijn weer identiek met die van het na nadat alleen, zoals die voor het na morgen werkt identiek zijn met die na werkt alleen. Ook nu behandelen we achtereenvolgens de types je en jouw vriend Het type je Is het in een zin met achterplaatsing (en met een vw) een onbeklemtoond pers. vn, dan kan geen enkel zinsdeel het van het vw scheiden: <als> (je) daarom morgen erg hard werkt <als> daarom (je) morgen erg hard werkt <als> morgen (je) daarom erg hard werkt <als> daarom morgen (je) erg hard werkt

6 <als> erg hard (je) daarom morgen werkt Ook nu bewijzen frekwentieproeven dat de voorkeurplaats van élk direkt achter het vw ligt Het type jouw vriend Ook de scheidbaarheid van het type jouw vriend t.o.v. het vw is gelijk aan die t.o.v. de pv: <als> (jouw vriend) daarom morgen erg hard werkt <als> daarom (jouw vriend) morgen erg hard werkt <als> morgen (jouw vriend) daarom erg hard werkt <als> daarom morgen (jouw vriend) erg hard werkt <als> erg hard (jouw vriend) daarom morgen werkt (uitgesloten) <als> aan zo'n kind (jouw vriend) dat boek geeft <als> een boek (jouw vriend) geeft

7 299 Opnieuw kunnen we zonder uitvoerige bespreking van alle details konkluderen dat het stype jouw vriend een voorkeurplaats heeft: die direkt achter het vw. Maar desnoods kan een bw bep. van een bepaald aantal types (daarom of morgen bv.) het daarvan scheiden. Een bw bep. van het type erg hard kan het niet; evenmin een mv zoals in ons voorbeeld aan zo'n kind of een lv (een boek in ons voorbeeld). 4. Konklusies voor het ABN De plaatsregels van het t.o.v. de pv bij inversie zijn dus identiek met die van het t.o.v. het vw. Het vw is dus een zinsdeel. Zonder dat ik nu een volledige beschrijving wil geven van alle vorm- en betekenis-eigenaardigheden van pv en vw, wil ik nog enkele andere feiten noemen die de verwantschap van die twee bevestigen. Zoals de pv soms achter in de zin nog een of meer verwante elementen heeft (ow, vd enz.), zo heeft het vw de pv als verwant element achter in de zin. Die verwantschap blijkt o.a. uit het feit dat toen ik kom uitgesloten is: toen vereist kwam of algemener uitgedrukt de tweede hoofdvorm van pv 1). Niet in elk maar wel in veel opzichten gaat de vergelijking op: toen (vw) : nu (vw) = kwam : kom Semantisch vertoont de pv tijds- en modaliteitselementen, - om het nu maar even grof uit te drukken. Semantisch vertoont het vw diezelfde elementen plus dat van de binding met elementen van de buitenbouw (dat laatste heeft het gemeen met het vzaz). Ik geef een paar voorbeelden van vw's: als wanneer } ( in de tijd dat of indien : tijds- of modaliteitsaanduiding ) ( in...ng ) } ( in de tijd dat of indien : tijds- of modaliteitsaanduiding ) ( in...ng ) nou terwijl ( omdat nu of omdat : tijd en modaliteit) ( op hetzelfde ogenblik dat of ofschoon : tijd en modaliteit) nadat voordat toen } ( tijdsaanduiding ) } ( tijdsaanduiding ) } ( tijdsaanduiding ) dat } ( modaliteitsaanduiding ) 1) Het vrij zeldzame aparte type toen ik gekomen ben blijft nu buiten beschouwing; hier hebben we de eerste hoofdvorm van de pv + een vd.

8 of } ( modaliteitsaanduiding ) Een vw als doordat heeft niet per se modaliteitsaanduiding; wel moet het altijd verbinden. Tot slot nog een paar typische vergelijkingen tussen een pv als eerste zinsdeel en een vw: (komt) <als> ie vlug, ie vlug komt, dan is ie misschien nog op tijd } ( voorwaarde ) dan is ie misschien nog op tijd } ( voorwaarde ) (kwam) <als> ie maar ie maar kwam } ( wens ) } ( wens ) Deze fragmentarische verzameling feiten is misschien voldoende om te laten zien dat de gegevens uit de vorige nummers niet alleen staan en uiteindelijk ook niet alleen mogen blijven staan, wil ons inzicht in de feiten hier scherp genoeg worden.

9 300 Wat het ABN betreft, kunnen we nu het artikel besluiten, maar zoals gezegd: hier is een aardige gelegenheid om een verschijnsel uit bepaalde dialekten in een groter verband te zetten, nl. dat van de kongruerende vw's. 5. Kongruerende vw's in onze dialekten Sinds v. Haeringen jaren geleden dit verschijnsel uitvoerig besproken heeft 1) zijn hierover talrijke morfologische feiten bekend geworden die ik hier niet hoef te vermelden. Het gaat nu enkel om de samenhang met de syntaktische feiten die in de vorige nummers beschreven zijn. Zoals de pv soms door getals- en ook door persoonskongruentie z'n syntaktische verwantschap met het morfologisch nog 's ekstra aksentueert in het ABN, zo doet het vw die twee dingen in sommige dialekten: (komme) (die mense) dan morge weer (komp) (die man) dan morge weer <azze> (die mense) dan morge weer komme <as> (die man) dan morge weer komp We zouden het Afrikaans, het ABN en bv. het Leids naast elkaar kunnen zetten: Afrikaans: pv en syntaktisch Afrikaans: vw en syntaktisch ABN: pv en syntaktisch en morfologisch ABN: vw en syntaktisch Leids: pv en syntaktisch en morfologisch Leids: vw en syntaktisch en morfologisch 6. Konklusies In de voorbeelden van zoëven ontbreekt de syntaktische betrekking nergens, de morfologische soms wel. Maar zelfs waar de morfologische aanwezig is, daar omvat 1) C.B. van Haeringen, Congruerende voegwoorden, Ts , herdrukt in Neerlandica Een bibliografietje hierover geeft Vanacker in TT 1.32 vv. - Ik signaleer hier een drukfout in Neerlandica dat Ts 68 geeft i.p.v. 58.

10 hij soms minder gevallen als de syntaktische. Zo ontbreekt de persoonskongruentie bv. in het hele meervoud in het ABN, de getalskongruentie is afwezig in de tweede hoofdvorm van alle regelmatige ww's: ik plukte jij plukte u plukte hij plukte zij plukte wij plukte jullie plukte zij plukte In dit voorbeeld hebben en pv morfologisch dus niets gemeen. Van Haeringen heeft erop gewezen in z'n zojuist genoemde artikel, dat de vervoeging van de vw's nergens even volledig is als die van de pv's. Bij vw's omvat de morfologische kongruentie dus nóg minder gevallen. Bovendien worden zoals v. H. zegt, de vormen zonder buiging ook als mogelijk erkend 2). Dat alles brengt ons net als zoveel andere feiten tot de konklusie dat de morfologie een bijkomstig verschijnsel is, vergeleken met de syntaksis. Strikt 2) Resp. Neerlandica 259 en 247 v.

11 301 genomen geldt dat alleen voor de taaltoestanden die we nu op een enkel punt onderzocht hebben, maar het mag ons niet verbazen als het op den duur een algemeen-taalkundig feit zal blijken te zijn 1). Eindhoven, januari P.C. PAARDEKOOPER 1) Ik bedank Prof. van Haeringen voor enkele kritische opmerkingen die dit artikel ten goede gekomen zijn.

Kleine ABN-syntaxis in vraag en antwoord

Kleine ABN-syntaxis in vraag en antwoord Kleine ABN-syntaxis in vraag en antwoord Voor VHMO en ander voortgezet onderwijs P.C. Paardekooper bron. Voor VHMO en ander voortgezet onderwijs. L.C.G. Malmberg, Den Bosch 1961 (derde druk) Zie voor verantwoording:

Nadere informatie

KLEINE ABN-SYNTAXIS DR. P. C. PAARDEKOOPER L. C. G. MALMBERG - DEN BOSCH DERDE DRIJK

KLEINE ABN-SYNTAXIS DR. P. C. PAARDEKOOPER L. C. G. MALMBERG - DEN BOSCH DERDE DRIJK KLEINE ABN-SYNTAXIS DR. P. C. PAARDEKOOPER DERDE DRIJK L. C. G. MALMBERG - DEN BOSCH DR. P. C. PAARDEKOOPER KLEINE ABN-SYNTAXIS IN VRAAG EN ANTWOORD voor VHMO en ander voortgezet onderwijs Derde druk L.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands formuleren

Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop

Nadere informatie

1

1 3a www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

2 hv. 1

2 hv.  1 2 hv www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei 2016 6.2 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Paragraaf 1 Dubbel op Onjuiste herhaling 2x een voorzetsel wordt gebruikt, maar 1 overbodig

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

DE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }.

DE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }. 1 DE SAMENGESTELDE ZIN Voordat een zin als samengestelde zin ontleed kan worden, moet hij eerst als enkelvoudige zin ontleed zijn, d.w.z. in een zin met maar één persoonsvorm ( en andere zinsdelen). Een

Nadere informatie

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding. VOORBEELDPAGINA S Zinnen Zinsontleding Soorten zinnen Er zijn verschillende soorten zinnen. De meest gebruikte zijn: s MEDEDELENDE ZINNEN IN DE AANTONENDE WIJS )K GA VANDAAG NAAR HET STRAND s VRAGENDE

Nadere informatie

Voordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet.

Voordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet. Voornaamwoorden Door Henk Wolf. Groningen, 2014. In dit artikeltje leer je wat voornaamwoorden zijn, welke soorten voornaamwoorden er bestaan en welke kenmerken elk van die soorten heeft. Wat zijn voornaamwoorden?

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;

Nadere informatie

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product Samenvatting door Sam 813 woorden 2 maart 2016 6,8 21 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Lezen Tekststructuren: Voor/nadelenstructuur Verleden/heden(/toekomst)structuur Aspectenstructuur

Nadere informatie

Toets grammaticale termen met sleutel

Toets grammaticale termen met sleutel Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij

Nadere informatie

Werkwoordelijk gezegde Dit zijn alle werkwoorden in een zin met alles wat bij deze werkwoorden hoort. 1. Francien stond maar te kijken.

Werkwoordelijk gezegde Dit zijn alle werkwoorden in een zin met alles wat bij deze werkwoorden hoort. 1. Francien stond maar te kijken. Ontleden Persoonsvorm 3 trucjes om de persoonsvorm te vinden zijn: 1. Maak van de zin een vraagzin. Het werkwoord dat vooraan komt te staan is de persoonsvorm. 2. Zet de zin in een andere tijd, de persoonsvorm

Nadere informatie

Grammatica. Op niveau onderbouw - Naslag

Grammatica. Op niveau onderbouw - Naslag Op niveau onderbouw - Naslag Grammatica In dit naslagdocument vind je de belangrijkste onderdelen van grammatica die in Op niveau onderbouw, leerjaar 1 t/m 3, worden behandeld. Als je wilt weten welke

Nadere informatie

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het programma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden op het

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Grammatica Hoofdstuk 1 t/m 6

Samenvatting Nederlands Grammatica Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting Nederlands Grammatica Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1947 woorden 10 mei 2008 5,8 282 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op nieuw niveau Woordsoort, Afk., omschrijving,

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Correct formuleren

Samenvatting Nederlands Correct formuleren Samenvatting Nederlands Correct formuleren Samenvatting door L. 781 woorden 11 december 2012 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling VZ wordt twee keer gebruikt.

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

Teksten samenvatten: wat mag er wel en niet in een samenvatting? Zou je dit wel/niet in een samenvatting zetten?

Teksten samenvatten: wat mag er wel en niet in een samenvatting? Zou je dit wel/niet in een samenvatting zetten? Samenvatting door Manou 1228 woorden 11 januari 2015 2,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands h5 en H6 Lezen Onderwerp: waar gaat de tekst over Doel: wat is

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18 Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel

Nadere informatie

1. Persoonsvorm, zinsdeel, hoofd- en bijzinnen, onder- en nevenschikking; voegwoord, beknopte bijzin

1. Persoonsvorm, zinsdeel, hoofd- en bijzinnen, onder- en nevenschikking; voegwoord, beknopte bijzin 1. Persoonsvorm, zinsdeel, hoofd- en bijzinnen, onder- en nevenschikking; voegwoord, beknopte bijzin 1. Wat is een zin? - een syntactisch geheel van zinsdelen die bij één persoonsvorm horen. 2. Persoonsvorm

Nadere informatie

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur. Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanwijzend Achtervoegsel Afleiding Anakoloet (ontspoorde zin) Beknopte bijzin Bepaling van gesteldheid Betrekkelijk Bezittelijk Bijstelling Bijvoeglijk naamwoord

Nadere informatie

3,7. Dubbelop: Tautologie: Pleonasme: Contaminatie: Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni keer beoordeeld.

3,7. Dubbelop: Tautologie: Pleonasme: Contaminatie: Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni keer beoordeeld. Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni 2010 3,7 7 keer beoordeeld Vak Nederlands FOUTENLIJST.: Dubbelop: Onjuiste herhaling: Als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer word gebruikt, is

Nadere informatie

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen Ontleden 1. Ontleden is een vorm van syntactische analyse die traditioneel op lagere en middelbare scholen onderwezen wordt (werd). Deze traditionele zinsontleding gaat terug op de Nederlandse spraakkunst

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek Jan Heerze Kortom Nederlandse grammatica Walvaboek WOORD VOORAF Kennis van de Nederlandse grammatica is geen doel in zichzelf, maar een hulpmiddel om tekortkomingen in eigen taalgebruik te corrigeren.

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8

Grammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8 Zinsontleding - Uitgebreid Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8 Inhoudsopgave Persoonsvorm 4 Onderwerp 6 Gezegde: werkwoordelijk en naamwoordelijk 7 Lijdend voorwerp

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t. v;rw>r t 7 S SS QVRre F9 - -t. t- L 5KM i r MALtABERG instapkaarten taal verkennen S -4 taal verkennen komt er vaak een -e achter. Taa actief. instapkaarten taal verkennen. groep 8 Maimberg s-hertogenbosch

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE Werkwoorden vervoegen 1. De infinitief In de woordenlijst vinden we de woorden altijd in dezelfde vorm. Deze vorm, die we het grondwoord noemen, is voor een werkwoord de infinitief..

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting door Bernard 1165 woorden 29 januari 2015 6,8 14 keer beoordeeld Vak Nederlands Redekundig ontleden Allereerst, wat is redekundig ontleden? Redekundig

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

Inleiding: Combinaties

Inleiding: Combinaties Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.

Nadere informatie

HUSSELAAR HANDLEIDING

HUSSELAAR HANDLEIDING HUSSELAAR HANDLEIDING Nederlands is geen gemakkelijke taal. Een speciaal probleem is wel de volgorde van de woorden in een zin. HUSSELAAR is een programma waarmee de volgorde van zinnen geoefend kan worden

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door een scholier 781 woorden 9 maart 2018 9 2 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Formuleren Misleidende tweelingen: als/dan Dan: vergrotende trap

Nadere informatie

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende

Nadere informatie

3 vwo. 1

3 vwo.  1 3 vwo www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

A. Coördinatie / nevenschikking = HOOFDZIN + HOOFDZIN Een hoofdzin heeft dezelfde grammaticale constructie als de simpele zin!

A. Coördinatie / nevenschikking = HOOFDZIN + HOOFDZIN Een hoofdzin heeft dezelfde grammaticale constructie als de simpele zin! A. Coördinatie / nevenschikking = HOOFDZIN + HOOFDZIN Een hoofdzin heeft dezelfde grammaticale constructie als de simpele zin! 7 CONJUNCTIES * EN * MAAR *WANT *OF (betekenis: koffie of thee) * DUS * NOCH

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke

Nadere informatie

Pdf versie uitleg Grammatica

Pdf versie uitleg Grammatica Uitleg Grammatica Inleiding In deze zelfstudiemodule kun je grammatica oefenen. Grammatica betekent volgens de Van Dale Leer van het systeem van een taal, geheel van regels volgens welke woorden en zinnen

Nadere informatie

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders INHOUD INHOUD... 2 REDEKUNDIGE ONTLEDING: ZINSDELEN... 3 PERSOONSVORM (pv)... 3 WERKWOORDELIJK GEZEGDE (ww gez)... 3

Nadere informatie

Brabant Guus Meeuwis

Brabant Guus Meeuwis 13 Guus Meeuwis Brabant werkblad 1-1 Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord. Brabant Guus Meeuwis Een muts op mijn hoofd, mijn kraag staat omhoog. Het is hier (1)

Nadere informatie

De kleine Nederlands voor Dummies. Margreet Kwakernaak

De kleine Nederlands voor Dummies. Margreet Kwakernaak De kleine Nederlands voor Dummies Margreet Kwakernaak Amersfoort, 2016 Inhoud Inleiding.............................................................. 9 Hoofdstuk 1: Zinsdelen een naam geven: redekundig

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen -b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen. Zinsdelen Nederlands Bijvoeglijke bepaling Bijwoordelijke bepaling Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Naamwoordelijk gezegde Onderwerp Persoonsvorm Voorzetselvoorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijke

Nadere informatie

Grammatica. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/81961

Grammatica. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/81961 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jolien Roelofs 27 juli 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/81961 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

FORMULEREN Vragen + antwoorden

FORMULEREN Vragen + antwoorden FORMULEREN Vragen + antwoorden Dubbelopfouten Welke dubbelopfouten zijn er? (bij elke soort een voorbeeld) A. onjuiste herhaling (daarin heb ik nu geen zin in) B. foutief pleonasme (de ouderloze wees)

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Blok 2 samenvatting

Samenvatting Nederlands Blok 2 samenvatting Samenvatting Nederlands Blok 2 samenvatting Samenvatting door S. 1214 woorden 12 december 2012 5,3 14 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau 2.2 Tijd en opbouw Vertelde tijd: tijd die in een

Nadere informatie

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.

Nadere informatie

Een schat van een kind

Een schat van een kind Een schat van kind P.C. Paardekooper bron P.C. Paardekooper, Een schat van kind. In: De Nieuwe Taalgids 49 (1956), p. 93-99. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/paar001scha01_01/colofon.htm

Nadere informatie

1) Anakoloet. 2) Asymmetrie. = ontspoorde, niet goed lopende zin. = ongelijkheid in bouw en vorm van een zin (ruim begrip)

1) Anakoloet. 2) Asymmetrie. = ontspoorde, niet goed lopende zin. = ongelijkheid in bouw en vorm van een zin (ruim begrip) 1) Anakoloet = ontspoorde, niet goed lopende zin 2) Asymmetrie = ongelijkheid in bouw en vorm van een zin (ruim begrip) 3) Barbarisme = woord dat is overgenomen uit een vreemde taal (uit Engels = anglicisme;

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 10

Inhoud. 1 Spelling 10 Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels

Nadere informatie

LESSTOF. Ontleden en Benoemen

LESSTOF. Ontleden en Benoemen LESSTOF Ontleden en Benoemen 2 Lesstof Ontleden en Benoemen INHOUD INLEIDING... 4 DOELGROEP... 5 STRUCTUUR... 6 INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 1... 10 INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 2... 17 Lesstof Ontleden

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Grammatica. Jolien Roelofs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grammatica. Jolien Roelofs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jolien Roelofs 27 July 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/81961 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20984 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hosono, Mayumi Title: Object shift in the Scandinavian languages : syntax, information

Nadere informatie

Taalkundig ontleden A. van den Brink

Taalkundig ontleden A. van den Brink Taalkundig ontleden A. van den Brink Taalkundig ontleden A. van den Brink 2016 1 Taalkundig ontleden A. van den Brink 2016 2 Inhoudsopgave Taalkundig ontleden... 5 Lidwoord (1/3)... 5 Zelfstandig naamwoord

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 7 2/121 Vandaag: vierde college Regeer- en Bindtheorie (4/6) 3/121 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier

Nadere informatie

Over de verschillen en gelijkenissen tussen talen bij taalbeschouwing

Over de verschillen en gelijkenissen tussen talen bij taalbeschouwing Vraag 46 Is dit Chinees voor jou? Over de verschillen en gelijkenissen tussen talen bij taalbeschouwing COD, pronom réciproque, main clause Je moet heel wat begrippen kennen als je een andere taal leert.

Nadere informatie

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD Een didactiek om het begrip ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD aan te leren in het 4e leerjaar (Groep 6). Enkele voorafgaande opmerkingen over de toekomende tijd van het werkwoord.

Nadere informatie

HET KOMPAS DOEL BENODIGDHEDEN: WERKINSTRUCTIE: OPDRACHT IN DE KLAS:

HET KOMPAS DOEL BENODIGDHEDEN: WERKINSTRUCTIE: OPDRACHT IN DE KLAS: HET KOMPAS DOEL Instrument geven om te benoemen en herkennen wat belangrijk is voor de kinderen (hun waarden), zodat ze kunnen leren kiezen. BENODIGDHEDEN: plaatje van een kompas groot kompas voor in de

Nadere informatie

OPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3

OPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3 OPA-methode Inhoud 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2 Zinnen bestaan uit zinsdelen 3 U kunt zinnen altijd in de vier OPA-volgordes schrijven 5 PP in taal 2001 versie april 2001 1 1. De OPA-methode

Nadere informatie

Lesstof. Formuleren 4F

Lesstof. Formuleren 4F Lesstof Formuleren 4F INHOUD LESSTOF... 1 INLEIDING... 3 STRUCTUUR... 3 INHOUD... 5 Lesstof Formuleren 4F 2 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn programma s voor het onderwijs. De programma s zijn verkrijgbaar

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen H1-H3 (RTTI) Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1-3 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online Cambiumned.nl De leerling kent de theorie m.b.t. de zinsdelen: - persoonsvorm

Nadere informatie

Recht op vrije meningsuiting

Recht op vrije meningsuiting 10 Jan Boerstoel Recht op vrije meningsuiting werkblad 1 Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in. Recht op vrije meningsuiting Jan Boerstoel Recht op vrije meningsuiting,

Nadere informatie

Lesstof. Formuleren. voor gevorderden

Lesstof. Formuleren. voor gevorderden Lesstof Formuleren voor gevorderden 2 Lesstof Formuleren voor gevorderden INHOUD LESSTOF... 1 INLEIDING... 4 STRUCTUUR... 4 INHOUD... 8 Lesstof Formuleren voor gevorderden 3 INLEIDING Muiswerkprogramma

Nadere informatie

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v. Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

Grammatica - Samengestelde zinnen vmbo-b34

Grammatica - Samengestelde zinnen vmbo-b34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 24 augustus 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74538 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van

Nadere informatie

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef). 2. Persoonsvorm pv Wat is de persoonsvorm? Daar draait in een zin eigenlijk alles om. De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Hoe kun je de persoonsvorm vinden? - De zin in een andere tijd zetten (tijdproef).

Nadere informatie

(werkwoordelijk gezegde)

(werkwoordelijk gezegde) Grammatica 1F Grammatica 1F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen

Nadere informatie

TAAL- en REDEKUNDIG ONTLEDEN

TAAL- en REDEKUNDIG ONTLEDEN TAAL- en REDEKUNDIG ONTLEDEN Blz. Onderwerp 2 Zelfstandig naamwoord 3 Betrekkelijk voornaamwoord 4 Bijvoeglijk naamwoord 5 Gezegde 6 Koppelwerkwoord 7 Lijdend en meewerkend voorwerp 8 Onderwerp 9 Persoonlijk

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

Redekundig ontleden. Arend van den Brink

Redekundig ontleden. Arend van den Brink Redekundig ontleden Arend van den Brink - Inhoudsopgave Redekundig ontleden... 3 Persoonsvorm... 3 Onderwerp... 4 Naamwoordelijk gezegde... 4 Werkwoordelijk gezegde... 7 Lijdend voorwerp... 8 Meewerkend

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling

Nadere informatie