Beslispunt: Beslissen overeenkomstig de in de categorieën aangegeven wijze van behandeling.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beslispunt: Beslissen overeenkomstig de in de categorieën aangegeven wijze van behandeling."

Transcriptie

1 Agendapunt : 4 Raadsvergadering : 18 februari 2015 Kenmerk : RG/M. Rietberg Portefeuillehouder : voorzitter raad Begrotingsprogramma : Onderwerp : Ingekomen stukken Aan de raad, Beslispunt: Beslissen overeenkomstig de in de categorieën aangegeven wijze van behandeling. I. Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders: a. Brief d.d. 14 april 2016 van AVRI inzake aanbieding conceptbegroting AVRI 2017 b. Brief d.d. 13 april 2016 van Regio Rivierenland inzake zienswijzen programmabegroting 2017 van Regio Rivierenland c. Brief d.d. 19 april 2016 van GGD Gelderland Zuid inzake concept jaarstukken 2015 GGD Gelderland Zuid d. Brief d.d. 28 april 2016 van GGD Gelderland Zuid inzake Veilig Thuis Gelderland- Zuid onder verscherpt toezicht e. Brief d.d. 12 mei 2016 van GGD Gelderland Zuid inzake begrotingswijziging 2 e helft 2016 Veilig Thuis II. Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter afdoening c.q. uitvoering in handen te stellen van burgemeester en wethouders: a. Brief d.d. 3 mei 2016 van KNMvD inzake zorgen om vestiging dierenklinieken in detailhandel III. Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor kennisgeving aan te nemen: a. Brief d.d. 25 april 2016 van Stichting Solar Tiel inzake het ingediende amendement in de raadsvergadering van 20 april 2016 b. Motie gemeente Mook en Middelaar d.d. 7 april 2016 inzake Veilig Thuis Motie gemeente Beuningen inzake Veilig Thuis c. Brief d.d. 14 april 2016 van het college aan de fractie van de PvdB inzake beantwoording schriftelijke vragen ex artikel 41 RvO over taakstelling huisvesting statushouders

2 d. Brief d.d. april 2016 van AVRI inzake aanbieding jaarbericht AVRI e. Stukken AB vergadering Lander d.d. 23 mei 2016 f. Vastgestelde verslagen van de AB vergaderingen GGD d.d. 17 december 2015 en 22 februari 2016 g. Brief d.d. 26 april 2016 van het college aan de fractie van GroenLinks inzake beantwoording schriftelijke vragen ex art. 41 RvO over de Eigen bijdrage WMO h. Brief d.d. 28 april 2016 van LSA bewoners inzake Kompas Right to Challenge IV. Stukken welke om advies zijn geweest bij burgemeester en wethouders ten aanzien waarvan wordt voorgesteld zoals daarbij is aangegeven: a. V. Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter voorbereiding van besluitvorming door de raad in handen te stellen van de commissie: VI. Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze in handen te stellen van de commissie: a. Door de gemeenteraad van Zaltbommel aangenomen motie inzake Ambitiedocument Regio Rivierenland (Bestuur) VII. Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze om advies in handen te stellen van de griffier: a. VIII. Stukken waaromtrent wensen en bedenkingen naar voren kunnen worden gebracht: a. Het Presidium de voorzitter, ir. J. Beenakker

3

4

5 datum: 12 april 2016 Begroting 2017 inclusief meerjarenbegroting t/m 2020 versie: Conceptversie gemeenten datum: 15 april

6 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding Samenvatting Leeswijzer Uitgangspunten kadernota Algemene beleidskaders Regionaal Afvalstoffenplan Ontwikkelingen op de afval- en grondstoffenmarkt Financieel beleidskader Indexeringen Voorziening Inzameling AVH Uitgangspunten inrichting begroting Inleiding Productstructuur Doelen Definities Uitgangspunten BELEIDSBEGROTING Programma Basispakket Inleiding Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar in 2017 voor doen? Wat gaat dat kosten? Mogelijkheden tariefsbeïnvloeding begroting Programmabaten en -lasten Programma Pluspakket Inleiding Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen? Wat gaat dat kosten? Programmabaten en -lasten Programma bedrijfsafval Inleiding Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen? Wat gaat dat kosten? Dekkingsbijdrage Sponsoring Investeren in de klant Programmabaten en -lasten Lokale heffingen Baten afvalstoffenheffing Toelichting baten afvalstoffenheffing Kwijtscheldingen BTW opslag 13,5% Verwijderen zwerfafval

7 10 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen Avri Vordering Stichting Afvalfonds (jaarrekening 2015) Besluitvorming begroting Begroting Kengetallen financiële positie Balans jaarrekening 2015 en begroting Financiering Inleiding Externe ontwikkelingen Financieringsportefeuille Avri Kasgeldlimiet Rente risiconorm Schatkist bankieren Kredietrisico Koers- en valutarisico en gebruik van derivaten EMU Saldo Bedrijfsvoering Inleiding Informatie Beleids Plan (IBP) Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen Inleiding Avri Realisatie B.V. te Geldermalsen Avri Solar B.V. te Geldermalsen Afvalverwerking Regio Nijmegen (ARN B.V.) te Weurt Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) te Tiel Stichting Kringloopbedrijf Rivierenland te Tiel FINANCIËLE BEGROTING Totaaloverzicht baten en lasten Uiteenzetting financiële positie Inleiding Exploitatieresultaat Jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbare volume Post onvoorziene uitgaven Investeringen Dekking van kapitaallasten Financiering Reserves en voorzieningen Vaststellingsbesluit BIJLAGEN Bijlage 1 Specificatie overheadcijfers Avri Bijlage 2 Alternatieve scenario's inzet Voorziening Inzameling AVH Bijlage 3 BTW baten gemeenten Bijlage 4 Berekening EMU saldo Bijlage 5 Afkortingenlijst 3

8 1 INLEIDING Voor u ligt de begroting 2017 van Avri. Dit is de eerste keer dat de zelfstandige gemeenschappelijke regeling (GR) Avri een begroting opstelt en deze volgens de P&C cyclus in het voorjaar aanbiedt aan haar bestuur en uiteindelijk de provincie. Voordeel van de nieuwe werkwijze van GR Avri is dat gemeenten nu de hoogte van de afvalstoffenheffing tijdig kennen en deze mee kunnen nemen in de gemeentelijke begroting en lastendruk voor de inwoners. Aangezien de begroting in voorgaande jaren feitelijk altijd aan het eind van het jaar opgesteld werd, stond Avri nu voor een grote uitdaging om het begrotingsproces naar voren te trekken en in hele korte tijd en voor het eerst in zelfstandige vorm een goede begroting te realiseren. In voorliggende begroting ziet u het resultaat van onze inspanningen. In 2017 gaat Avri verder met de transities waar ze de afgelopen jaren aan heeft gewerkt. Dat betekent continue aandacht voor bedrijfsmatig werken ofwel optimalisatie van de efficiency van haar dienstverlening. Ook verdere optimalisatie van sturing en verantwoording - met name via de uitvoering van het informatiebeleidsplan- hoort hierbij. De mindset bij Avri en in de maatschappij is veranderd van het zo milieuhygiënisch mogelijk inzamelen van afval, naar het inzamelen van grondstof (ofwel het zoveel mogelijk hergebruiken van huishoudelijke reststromen). Avri zal daarom samen met de gemeenten verder werken aan beleidsvoorstellen die uitvoering geven aan de beleidsdoelstellingen die in 2016 geformuleerd gaan worden in het Regionaal Afvalstoffen Plan (RAP ) en het percentage hergebruik nog verder zullen gaan verhogen. De ontwikkeling van Avri van pure inzamelaar naar een integraal werkende gebiedsregisseur zet zich ook verder door. Niet zozeer qua omvang, want Avri heeft voldoende omvang bereikt op dit onderdeel en zal gaan consolideren. De ontwikkeling zit met name op de optimalisatie en harmonisatie in het beheer van de openbare ruimte en in de verantwoording daarover. De transformatie naar een maatschappelijk verantwoord ondernemende organisatie wordt gecontinueerd in Bijvoorbeeld door verdere vergroening van het wagenpark, ontwikkeling van een duurzaam energiepark op de voormalige stortplaats en nog meer werkplekken te creëren voor medewerkers met een achterstand op de arbeidsmarkt. Op bovenstaande wijze werkt Avri samen met de inwoners, gemeenten en partnerorganisaties op een efficiënte, sociale en duurzame manier aan een circulaire economie én aan een schoon, heel en veilig Rivierenland. 4

9 2 SAMENVATTING Stijging tarief afvalstoffenheffing per 2017 Het gemiddelde tarief van de afvalstoffenheffing voor de huishoudens in regio Rivierenland stijgt per 2017 met 14. Evenals in voorgaande jaren wordt de tariefsstijging verwerkt in het basistarief van de afvalstoffenheffing. De inzet van reserves en voorzieningen heeft de grootste invloed op de tariefsontwikkeling. De aanleiding hiervoor is de huidige begroting In de begroting 2016 is per 2016 reeds een structurele stijging van het kostenniveau voorzien. De stijging is het gevolg van twee externe ontwikkelingen; de dalende grondstofprijzen op de wereldmarkt ( 10) en de gevolgen van de lagere rekenrente die de provincie hanteert voor het doelvermogen van de stortplaats ( 8). Door de verbeterde scheiding van het huishoudelijk afval (als gevolg van de invoering van 'Goed Scheiden Loont') zijn sinds 2014 de opbrengsten van de grondstofstromen bij Avri hoger dan de verwerkingskosten van afvalstromen. Daardoor is Avri sterker afhankelijk geworden van de ontwikkeling van de grondstofprijzen. Nu de groei in China de komende jaren tegenvalt en China daardoor minder grondstoffen hoeft te importeren, is de waarde van grondstoffen wereldwijd fors gedaald, soms wel met 40%. Een klein rekenvoorbeeld: voor kleding kregen we in 2015 nog 690 euro per ton en in 2016 nog maar 460 per ton. Deze reductie van 33% betekent (samen met daling van tonnages) een daling van inkomsten op textiel van 5. Het totale effect van de gedaalde opbrengsten van alle grondstoffen (inclusief gestegen kosten GFT) op de afvalstoffenheffing bedraagt ongeveer 10. Een andere belangrijke ontwikkeling betreft een tekort van 2,3 mln. dat in 2019 wordt voorzien voor de afwerking en overdracht van de stortplaats. Dit is met name het gevolg van een door de provincie Gelderland negatief bijgestelde rekenrente. De invloed hiervan op de afvalstoffenheffing bedraagt met ingang van 2016 jaarlijks 8 (tot en met 2019). In de begroting 2016 is de hieruit voortvloeiende tariefsstijging sterk gereduceerd door inzet van eigen reserves ( 18). Het is niet mogelijk om lasten die een meer dan incidenteel karakter hebben te blijven dekken met incidentele middelen. Daarom komt de reeds in 2016 voorziene tariefsstijging in deze begroting opnieuw terug. De tariefsstijging kan als volgt worden samengevat: Ontwikkeling tarief afvalstoffenheffing per 2017 Gemiddeld tarief afvalstoffenheffing Inzet reserves en voorzieningen Vervallen van de inzet 2016 uit de Voorziening Inzameling AVH 15 Vervallen van de inzet 2016 uit de Algemene Bedrijfsreserve 3 Inzet Voorziening Inzameling AVH overschot jaarrekening ,5 Inzet Voorziening Inzameling AVH tbv tariefsegalisatie - 5 Overige ontwikkelingen Effecten nieuwe CAO Gemeenten Overige mutaties (o.a. efficiency maatregelen), per saldo - 0,5 Gemiddeld tarief afvalstoffenheffing Tabel 1: ontwikkeling tarief afvalstoffenheffing per 2017 De tariefsstijging per 2017 wordt in voorliggende begroting gereduceerd door de inzet van het overschot uit de jaarrekening 2015 en een extra onttrekking uit de Voorziening Inzameling AVH. Middels deze extra onttrekking wordt geanticipeerd op het huidige voordeel dat per 2020 ontstaat op de kosten voor de stortplaats. Per 2020 komen de lasten hiervoor te vervallen als gevolg van sluiting en overdracht van de stortplaats aan de provincie. Voorgesteld wordt om het tarief afvalstoffenheffing hier per 2020 niet op naar beneden bij te stellen. Zodoende wordt het voordeel per 2020 in de periode reeds extra uit de voorziening onttrokken om het tarief te verlagen. 5

10 Hierdoor wordt de ontwikkeling van het tarief afvalstoffenheffing in de meerjarenbegroting geëgaliseerd. Het doteren aan een egalisatievoorziening in het kader van tariefsegalisatie is toegestaan. Daarnaast stijgt de afvalstoffenheffing per 2017 als gevolg van het principe akkoord van de nieuwe CAO gemeenten. Tot slot zijn er nog diverse budgetmutaties die per saldo een geringe stijging van het tarief afvalstoffenheffing veroorzaken. Dit zijn o.a. de gestegen verwerkingskosten voor het hout, de gestegen jaarlijkse bijdrage aan BSR en de daling van uitvoeringskosten door route optimalisatie. Avri had in 2010 de doelstelling geformuleerd om de afvalstoffenheffing met 20% te laten dalen. In de periode is het Avri uiteindelijk gelukt om de afvalstoffenheffing met 37% (ofwel 99) te laten dalen. In 2015 bedroeg de afvalstoffenheffing in Rivierenland namelijk gemiddeld 171 ten opzichte van 270 in Om deze kostendaling te bereiken zijn in die periode diverse maatregelen genomen. De grootse impact kwam van de maatregelen die gericht waren op een verbetering bedrijfsefficiency, o.a. door inzet van zijladers en reductie van de overhead. Het overheadpercentage ten opzichte van het lastentotaal bedraagt 14,4%. In de branche ligt dit percentage op 20,5% (bron: benchmarkanalyse NVRD 2012). Ook het nieuwe afvalbeleid 'Goed Scheiden Loont' droeg fors bij aan die daling. Het arsenaal aan maatregelen om de efficiency te verbeteren is ondertussen vrijwel geheel benut. Ondanks de stijging per 2017 ligt het tarief in 2017 nog steeds ver onder het nationale gemiddelde van 242 en ligt ook nog steeds meer dan 20% onder het niveau van Meerjaren ontwikkeling afvalstoffenheffing De meerjaren ontwikkeling van het tarief afvalstoffenheffing ziet er als volgt uit: Grafiek 1: meerjaren ontwikkeling tarief afvalstoffenheffing Prijsindexeringen zorgen jaarlijks voor een autonome stijging van het tarief afvalstoffenheffing met 2. Andere oorzaken van de tariefsstijging per 2018 zijn de dalende vergoeding voor het kunststof verpakkingsafval en de lagere incidentele inzet van de Voorziening Inzameling AVH per 2018 ( 5). Per 2019 en 2020 zijn prijsindexeringen en de jaarlijks lagere inzet van de Voorziening Inzameling AVH ( 1) oorzaken van de geleidelijke stijging van het tarief afvalstoffenheffing. 6

11 Voorziening Inzameling AVH De inzet uit de Voorziening Inzameling AVH heeft de laatste 5 jaren de afvalstoffenheffing gemiddeld met 22 verlaagd (11%). Hierdoor is de voorziening de laatste jaren sterk afgebouwd en komt deze ultimo 2016 onder haar minimale niveau ter dekking van de risico's. Dit is weergegeven in onderstaande grafiek. Grafiek 2: saldo ontwikkeling Voorziening Inzameling AVH In juni 2015 heeft het AB van de GR Regio Rivierenland de nota 'Risicomanagement en weerstandsvermogen' van Avri vastgesteld. Hierin zijn de risico's voor de uitvoering van het basispakket geactualiseerd en gekwantificeerd op 2,1 mln. Gelijktijdig is besloten dat de beschikbare weerstandscapaciteit even groot dient te zijn, waardoor het weerstandvermogen uitkomt op ratio 1,0 (niveau: voldoende). Besluitvorming bij de huidige begroting 2016 (dec. 2015) heeft tot gevolg dat de voorziening verder is ingezet ten gunste van de afvalstoffenheffing 2016 en de voorziening daarmee ultimo 2016 onder haar risiconiveau komt ( 1,3 mln., factor 0,6 onvoldoende). Het jaarrekening overschot 2015 zorgt ervoor dat het saldo ultimo 2016 uitkomt op 1,5 mln. Dit overschot wordt in de begroting 2017 ingezet. In de meerjarenbegroting blijft het saldo onder het gekwantificeerde risiconiveau. Gemeenten dienen het inrichten van weerstandscapaciteit voor Avri in overweging te nemen. Pluspakket voor gemeenten Avri verricht diverse aanvullende activiteiten voor de deelnemende gemeenten. Deze worden pluspakket activiteiten genoemd en worden tegen kostprijs verricht. Deze activiteiten hebben hoofdzakelijk betrekking op het integrale beheer en onderhoud van de openbare ruimte (IBOR taken), dat wordt uitgevoerd voor 4 gemeenten. De taken worden tegen kostprijs verricht waarbij eventuele exploitatieoverschotten en -tekorten worden verrekend met de deelnemende gemeenten (conform raamovereenkomsten). De IBOR cijfers in voorliggende begroting zijn gelijk aan de uitvoeringsbudgetten zoals opgenomen in de begroting 2016 van Avri. De specifieke IBOR werkbegrotingen worden de komende maanden door Avri voor 2017 opgesteld op basis van de dienstverleningsovereenkomsten tussen Avri en de verschillende gemeenten. Deze worden voor de zomervakantie met de IBOR gemeenten besproken zodat deze onderdeel kunnen uitmaken van het begrotingsproces van de IBOR gemeenten. Bedrijfsafval Bedrijven kunnen hun afval en grondstoffen tegen een marktconform tarief laten inzamelen en verwerken door Avri. De winsten die Avri hiermee genereert, komen ten gunste van het programma basispakket. De verwachting binnen de begroting 2017 is dat de geraamde exploitatieresultaten achterblijven bij die van voorgaande jaren. De exploitatieresultaten blijven positief, maar beperkt van omvang. Stijging van personele kosten enerzijds en lagere verwerkingsopbrengsten van grondstoffen (als gevolg van marktontwikkelingen) anderzijds zijn hiervoor de belangrijkste oorzaken. De uitvoering van bedrijfsafval wordt niet alleen beoordeeld op resultaat en rendement. Avri beoogt meer doelen bij de uitvoering van dit programma. Eén van de doelen betreft de optimalisering van de beschikbare middelen en dekkingsbijdrage aan onder andere de indirecte kosten. Ook worden de kosten van sponsoring gefinancierd uit dit programma. 7

12 3 LEESWIJZER Deze begroting is opgebouwd conform de uitgangspunten en richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Voorliggende begroting bevat derhalve een beleidsmatig en een financieel gedeelte. De begroting 2017 begint met een algemene inleiding die vervolgd wordt met een samenvatting van de begroting Voorafgaand aan de programma's van Avri komen de gehanteerde uitgangspunten van voorliggende begroting aan bod. De uitgangspunten van de reeds aan de gemeenten aangeboden kadernota 2017 (waarin opgenomen de algemene en financiële beleidskaders) zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Het BBV schrijft voor dat gemeenschappelijke regelingen informatie over de (toerekening van) overhead opnemen in hun begroting vanaf Het betreft informatie over de hoogte van de overhead die (vanuit financieel oogpunt) niet direct zichtbaar is binnen de programma's. Deze informatie is reeds nu al opgenomen binnen de begroting van Avri. Hoofdstuk 5 beschrijft de wijze waarop Avri de overhead intern doorrekent naar de programma's (kostendragers). In dit hoofdstuk wordt deze systematiek nader toegelicht en in een bijlage inzichtelijk gemaakt met concrete getallen. Binnen de begroting 2017 zijn de overheadkosten nog opgenomen binnen de afzonderlijke programma's. Deze lasten worden vanaf de begroting 2018 gepresenteerd in een afzonderlijk programma "overheadkosten". De beleidsbegroting begint vanaf hoofdstuk 6 met een drietal programma's: programma basispakket (hoofdstuk 6); programma pluspakket (hoofdstuk 7); programma bedrijfsafval (hoofdstuk 8). De wettelijk voorgeschreven beleidsparagrafen komen aan bod in de hoofdstukken 9 tot en met 14. De volgende paragrafen zijn opgenomen: paragraaf lokale heffingen (hoofdstuk 9); paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (hoofdstuk 10); paragraaf financiering (hoofdstuk 11); paragraaf bedrijfsvoering (hoofdstuk 12); paragraaf onderhoud kapitaalgoederen (hoofdstuk 13) paragraaf verbonden partijen (hoofdstuk 14). De paragraaf grondbeleid is voor Avri niet van toepassing en is derhalve niet opgenomen binnen deze begroting. De financiële begroting bevat een overzicht van de totale lasten en baten van alle activiteiten van Avri (hoofdstuk 15). De financiële positie van Avri (hoofdstuk 16) komt eveneens binnen de financiële begroting aan bod. De financiële positie geeft onder andere inzicht in het verloop van de exploitatie, de geplande investeringen en het verloop van de reserves en voorzieningen. 8

13 4 UITGANGSPUNTEN KADERNOTA De kadernota 2017 is op 24 maart 2016 verstuurd naar de gemeenteraden en het AB van de GR Avri. De kadernota bevat de beleidsmatige en financiële uitgangspunten voor de begroting 2017 en de meerjarenbegroting Algemene beleidskaders Beleidskaders die op voorliggende begroting van Avri van toepassing zijn: Landelijk afvalbeheersplan (LAP); Regionaal Afvalstoffenplan (RAP); Uitvoeringsprogramma VANG (Van Afval Naar Grondstof) ; De Raamovereenkomst Verpakkingen ; EVOA Grensoverschrijdend Vervoer (Overbrengen van afvalstoffen binnen de Europese Unie); Algemene wet bestuursrecht (Awb); Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr); Informatiebeleidsplan (IBP). 4.2 Regionaal Afvalstoffenplan Landelijk streven is dat 75% van het Nederlandse huishoudelijk afval in 2020 gescheiden wordt aangeboden. Dat komt neer op maximaal 100 kilo (grof en fijn) restafval per inwoner per jaar. In 2016 zullen de gemeenten van regio Rivierenland nieuwe ambities verkennen en vastleggen in een nieuw Regionaal Afvalstoffenplan (RAP), afgeleid van het Landelijk afvalbeheersplan (LAP). Het LAP 3 en de uitvoering van VANG (Van Afval Naar Grondstof) lopen gelijk op en zijn onderling verweven. De ambities hebben tot gevolg dat de gemeenten aan nieuwe mogelijkheden moeten denken als het om afvalinzameling en andere dienstverlening aan de inwoners van de regio gaat. Hierbinnen zijn wet- en regelgeving leidend. Naast ambities op het gebied van duurzaamheid gaat het bestuur zich buigen over de positie van Avri in de ontwikkeling naar een circulaire economie en over de wijze waarop Avri zich verhoudt tot initiatieven met een maatschappelijke waarde. Het gaat hier om de wijze waarop Avri de regie op de afvalstromen houdt door afspraken te maken met initiatiefnemers van inzameling van hergebruikstromen. Ambities en afspraken die mede van invloed zijn op de ontwikkeling van het tarief van de afvalstoffenheffing. 4.3 Ontwikkelingen op de afval- en grondstoffenmarkt Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal ontwikkelingen binnen de afval- en grondstoffenmarkt die direct effect hebben op de exploitatie(resultaten) van de inzameling en verwerking van het restafval en de overige grondstoffen. Deze ontwikkelingen zijn een gevolg van de huidige financiële situatie (malaise) op mondiaal niveau. De vraag naar grondstoffen neemt wereldwijd af (o.a. vanuit China minder vraag naar ingezamelde grondstoffen). In de navolgende alinea's wordt ingegaan op de ontwikkeling van de financieel meest invloedrijke stromen op de Avri begroting Papier De markt van papierrecycling is momenteel redelijk stabiel. Grote schommelingen hebben zich in 2015 niet voorgedaan. De hoeveelheid ingezameld papier in kilo's per huishouden loopt vanaf 2017 wel iets terug. Dit heeft te maken met het feit dat er in dit digitale tijdperk minder papier gebruikt wordt. Daarnaast is het percentage karton bij huishoudens hoger vanwege toenemende internet aankopen. Het gewicht van karton is lager dan van papier dus neemt de hoeveelheid in gewicht af Kunststof De hoeveelheden ingezameld kunststof is stabiel. De afzet van kunststoffen is echter problematisch. Door een lage olieprijs is het produceren van "virgin" kunststoffen zo laag dat de voorkeur veelal uitgaat naar de vervaardiging van nieuw plastic in plaats van hergebruik en recycling van ingezameld plastic. De verwachting is dat dit voor de komende periode niet gaat veranderen. Voor Avri heeft dit overigens geen directe gevolgen omdat we langdurige prijsafspraken hebben met het Afvalfonds. 9

14 4.3.4 Schroot China is en was wereldwijd de grootste afnemer maar door het op gang komen van een eigen recycle industrie in China is de vraag afgenomen en zet China schroot tegen sterk verlaagde tarieven op de markt. De vergoedingen voor deze stroom zijn daardoor in 2015 sterk gedaald en de verwachting is dat deze trend zich niet snel zal herstellen. De hoeveelheden schroot die Avri inzamelt stijgt in 2017 wel t.o.v (ruim 10%). Deze stijging is eveneens toe te schrijven aan een lagere marktprijs voor schroot. Schroot wordt meer en meer aangeboden aan Avri (via de huis-aan-huis inzameling) in plaats van dat particulieren dit afzonderlijk wegbrengen naar commerciële partijen Textiel De kwaliteit van het landelijk ingezamelde textiel neemt af. Dit heeft te maken met het feit dat textiel goedkoper geproduceerd wordt en langer wordt gedragen. Dit maakt dat er een enorme toename is van deze laagwaardige stroom. Daarnaast is de techniek om textiel te vervezelen nog verre van optimaal. Volledige recycling is nog niet mogelijk. De vergoedingen voor textiel nemen hierdoor enorm af. Op korte termijn worden hierin geen verbeteringen verwacht Restafval De tarieven voor verbranding stijgen als gevolg van groeiende hoeveelheid van brandbaar restafval. Groot-Brittannië biedt moment veel restafval aan op de Nederlandse Markt. Vanwege langlopende contracten en langdurige afspraken over verbrandingstarieven heeft voorgaande ontwikkeling geen direct financieel gevolg voor Avri. Het huidige contract loopt tot 31 maart 2020 met een eenzijdige optie voor Avri om dit contract 2 maal met 2 jaar te verlengen (dus tot 31 maart 2024) GFT De tarieven voor de verwerking van GFT komen overeen met de uitgangspunten opgenomen binnen de begroting 2016 en de meerjarenramingen Voor de hoeveelheden GFT afval wordt uitgegaan van een constant verloop en voorzien wij geen afwijkingen ten opzichte van de begroting De contractafspraken voor GFT zijn meerjarig vastgelegd en lopen tot en met Financieel beleidskader Financiële beleidskaders die op voorliggende begroting van Avri van toepassing zijn: Besluit Begroting en Verantwoording (BBV); Gemeentewet; Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Avri 2016; Nota activabeleid Avri (2012); Nota risicomanagement en weerstandsvermogen Avri (2015); Bijdrageverordening Avri 2016; Begroting 2016 en meerjarenramingen Indexeringen Lonen De VNG en de vakbonden FNV, CNV, en CMHF hebben een principeakkoord over de cao Gemeenten. De cao loopt van 1 januari 2016 tot 1 mei Per 1 januari 2016 stijgen de salarissen met 3% en per 1 januari 2017 met 0,4%. Dit is inclusief de uitvoering van de eerder gemaakte afspraken in het pensioenakkoord van 2014 en het loonruimteakkoord van Los van het LOGA-akkoord is nu een Loonruimte-overeenkomst Publieke Sector overeengekomen. Hierin is afgesproken dat de indexeringssystematiek van pensioenen wordt aangepast. Gevolg hiervan is dat de pensioenpremie per 2016 gaat dalen (1,4%). De genoemde 0,4% voor 2017 geldt voor 4 maanden. Binnen de ramingen voor 2017 wordt voor de loonstijging van dat jaar vooralsnog uitgegaan van 1,2%. Voor de jaren wordt rekening gehouden met een prijsstijging van 1%. Voor de ontwikkeling van de pensioenspremies houden wij rekening met een voordeel van 0,7%. De premies dalen - zoals hiervoor aangegeven - vanaf 1 januari met 1,4% als gevolg van de wijziging van de indexeringssystematiek. Daarentegen gaan de pensioenspremies vanaf 1 april 2016 met 1% omhoog om te kunnen voldoen aan de wettelijke dekkingsgraad. Van deze laatste 1% komt ca. 0,7% ten laste van de werkgever en 0,3% voor de werknemer. Per saldo betekent dit een verlaging van de pensioenpremie voor de werkgever met 0,7 % (1,4% - 0,7%). 10

15 Binnen deze begroting is rekening gehouden met de gevolgen van het Individueel Keuze Budget (IKB). Geld uit diverse regelingen (o.a. vakantietoelage, levensloop en eindejaarsuitkering) is vanaf 1 januari 2017 beschikbaar voor medewerkers in één vrij besteedbaar budget. De verwachting is dat rekening gehouden moet worden met een eenmalige extra last van ruim Prijsstijging De prijsaanpassingen zijn afkomstig van het Centraal Planbureau (Prijsstijging Bruto Binnenlands Product / Macro Economische Verkenning van september 2015) en zijn vooralsnog gebaseerd op 2016 (1%). Dit inflatiepercentage van 1% wordt vooralsnog ook gehanteerd voor de jaren Ook hiervoor geldt dat - binnen de verdere uitwerking van de conceptbegroting - aansluiting gezocht wordt bij de meest recente en actuele inflatiecijfers Aantal huisaansluitingen Het aantal geregistreerde huisaansluitingen volgt de meerjarige ontwikkeling van het aantal huishoudens volgens de meest recente cijfers van Belastingsamenwerking Rivierenland (gebaseerd op de opgaven van gemeenten). Hierin wordt uitgegaan van een autonome groei van het aantal huisaansluitingen met 0,5% per jaar. Vanwege de economische omstandigheden wordt daarnaast een groei van het aantal kwijtscheldingen verwacht van 0,25% per jaar. 4.6 Voorziening Inzameling AVH Naast voornoemde (service) mogelijkheden voor de kosten van het basispakket speelt ook de inzet van de Voorziening Inzameling AVH een rol. De inzet van deze voorziening is dan ook een belangrijke parameter om in overweging te nemen bij de tariefstelling in enig jaar. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn de functies, mogelijkheden en uitgangspunten van verwerking in voorliggende begroting beschreven. 11

16 5 UITGANGSPUNTEN INRICHTING BEGROTING 5.1 Inleiding De verdeelsystematiek die in deze begroting wordt gehanteerd om de kosten toe te rekenen aan de diverse programma's komt in dit hoofdstuk aan bod. De inrichting van de begroting geeft antwoord op de vraag waar de kosten voor worden gemaakt (paragraaf productstructuur) en hoe de kosten worden toegerekend (paragraaf kostentoerekening). Vervolgens komen de doelen, definities en uitgangspunten van de verdeelsystematiek aan bod. Dit hoofdstuk loopt vooruit op het centrale inzicht in overheadgegevens dat in het vernieuwde BBV van gemeenten wordt gevraagd. Deze verplichting geldt voor gemeenten vanaf de begroting 2017 en voor gemeenschappelijke regelingen vanaf de begroting Productstructuur De programma indeling (en onderliggende producten) vormt de belangrijkste structuur in de totale begroting. Dit zijn de producten die Avri aan haar klanten levert en waar Avri vervolgens verantwoording over aflegt aan haar bestuur. Avri hanteert een indeling naar de diverse klantgroepen: basispakket voor inwoners, pluspakket voor gemeenten (met name IBOR) en dienstverlening aan bedrijven. Als dienstverlenende uitvoeringsorganisatie bestaat een groot deel van de programmakosten uit personele uitvoeringslasten. De inzet van personele uren worden afzonderlijk geregistreerd zodat de daarmee samenhangende kosten flexibel en transparant toegerekend kunnen worden aan de diverse producten / activiteiten (waaraan deze tijd uiteindelijk besteed wordt). Hiermee zorgen we ervoor dat de kosten van de diverse programma's niet vermengd worden. Tot slot administreert Avri specifieke kosten in afzonderlijke groepen (hulp kostenplaatsen) wanneer daar een specifieke verdeelsleutel voor wordt toegepast (zie ook paragraaf kostentoerekening). Programma's Afdelingen Hulp kostenplaatsen Toelichting de diverse diensten (activiteiten) die Avri voor haar klanten uitvoert groepering van interne organisatiekosten van Avri Indeling per klantgroep - basispakket inwoners - pluspakket gemeenten - bedrijfsafval volgens organisatie structuur - directie - bedrijfsvoering - afvalbeheer - ibor - klant & advies groepering van specifiek toe te rekenen - huisvesting kosten - rente - wagenpark Tabel 2: indeling productstructuur Avri 12

17 De inrichting van de begroting van Avri kan samengevat als volgt worden gevisualiseerd: Figuur 1: inrichting begroting Avri Structuur In figuur 1 is het hoogste niveau van de productstructuur gevisualiseerd. Onder dit niveau zijn verschillende subniveaus gestructureerd. Zo is binnen afdeling IBOR ieder beheer & onderhoud team per gemeente ingedeeld. Dit geldt ook voor het wagenpark dat van de betreffende gemeente is overgenomen. Naast het gegeven dat hierdoor de diverse geldstromen goed en transparant gescheiden worden, biedt deze structuur ook flexibiliteit. Zo kunnen bijvoorbeeld personele kosten op organisatieniveau, afdelingsniveau, maar ook op teamniveau worden verwerkt in de begroting Kostentoerekening De methode van kostentoerekening bepaalt hoe de kosten worden toegerekend aan de programma's. Zowel de systematiek van toerekening, de gehanteerde definities als de nagestreefde organisatiedoelen kunnen daarbij organisatie specifiek zijn en dat leidt ertoe dat er op verschillende manieren met kostentoerekening omgegaan wordt. Het financiële model van Avri voor de toerekening van kosten is hoofdzakelijk gebaseerd op gerealiseerde productie uren (man en tractie). Het aantal productie uren en de verhouding ervan is bepalend hoeveel kosten aan welk programma worden doorbelast. Door de toerekening van kosten afhankelijk te maken van productie, worden de financiën verbonden aan productiviteit, wat het belang van goede sturing op productiviteit vergroot. 5.3 Doelen Ten aanzien van de kostentoerekening worden de volgende doelen nagestreefd: 1. Transparant en flexibel ingerichte kostentoerekening met een juiste financiële vertaling van de feitelijk geleverde dienstverlening. 2. Juiste stuur- en verantwoordingsinformatie aan bestuur en management. 3. Optimale sturing op directe en indirecte kosten. De hoogte van de indirecte kosten hangt samen met de omvang van activiteiten. Ontwikkelingen in de productie en productiviteit spelen in de managementinformatie en het budgetbeheer binnen Avri een belangrijke rol. Hierin worden dergelijke ontwikkelingen direct financieel inzichtelijk. De organisatorische indeling en onderlinge samenhang van de interne kosten dwingen jaarlijks een integrale afweging binnen de begroting af van plannen en ambities en consequenties hiervan voor onze klanten. De financiële gevolgen van plannen en ambities worden hierdoor toegerekend aan de activiteiten waar ze betrekking op hebben en worden uiteindelijk verantwoord in het programma (basispakket, afvaltaken & plustaken) waar ze betrekking op hebben. 13

18 5.4 Definities Ten aanzien van toerekening van kosten spelen definities een belangrijke rol. De belangrijkste definities die hierbij van toepassing zijn betreffen de definities voor directe en indirecte kosten. Avri hanteert conform het vernieuwde BBV de volgende definitie voor directe kosten: 'kosten die direct verbonden zijn aan de producten gericht op de externe klant'. Avri volgt deze definitie en voegt daar aan toe dat het om kosten gaat waar een rechtstreekse klantvergoeding tegenover staat. Ten aanzien van de indirecte kosten hanteert Avri ook de definitie van het BBV: 'het geheel van functies gericht op de sturing en ondersteuning van medewerkers in het primaire proces'. Avri volgt deze definitie en rekent de indirecte kosten toe op basis van de productiviteit van de medewerkers uit het primaire proces. De indirecte kosten zijn gericht op de ondersteuning van medewerkers in het primaire proces. Daarmee worden de indirecte kosten versleuteld in de kosten van de directe medewerkers als opslag op de directe uitvoeringskosten. Dit gebeurt in de vorm van uurtarieven die worden gerekend voor de gerealiseerde uren op een product. Figuur 2: opbouw en structuur productkosten 5.5 Uitgangspunten De volgende uitgangspunten worden gehanteerd in de begroting. Algemeen Directe productkosten worden rechtstreeks aan het betreffende product toegerekend (voorbeelden: plastic afvalzakken, inzet van aannemers IBOR, kosten van de stortplaats). Uitvoeringskosten (personele kosten en tractiekosten) worden toegerekend op basis van productieve uren vermenigvuldigd met een uurtarief (incl. opslag voor indirecte kosten). (voorbeelden: chauffeurs, medewerker KCC, medewerker beheer&onderhoud, achterlader, kraanwagen) Indirecte kosten worden toegerekend op basis van (de verhouding van) productie uren voor zowel man- als tractie. (voorbeelden: kosten financiën, kosten Informatiebeleidsplan, manager bedrijfsvoering) Hulpkostenplaatsen De kosten voor het wagenpark worden toegerekend aan de producten op basis van productie uren van tractie vermenigvuldigd met een uurtarief (incl. opslag voor indirecte kosten). De indirecte kosten bestaan o.a. uit het wagenparkbeheer, monteurs en het garageterrein en worden verdeeld naar rato van de productieve tractie uren. Ten aanzien van de stalling en de wasplaats geldt een verhouding voor grote en kleine voertuigen 3:1, aangezien grote voertuigen meer gebruiken / verbruiken. Huisvesting (kantoorgebouwen, gemeentewerven etc.) wordt op basis van feitelijk m2 gebruik toegerekend aan de betreffende afdelingen. Rentelasten worden toegerekend naar rato van de boekwaarde van activa. Dit resulteert in een gemiddelde 'rente omslag' percentage. Er wordt geen rente over eigen financieringsmiddelen berekend en er zijn geen renteresultaten doordat met interne rekenrentes wordt gewerkt. Overige De gemaakte kosten voor Avri Realisatie B.V. en Avri Solar B.V. worden op basis van gerealiseerde uren x uurtarief vanuit verschillende afdelingen doorbelast aan beide bedrijven. De gehanteerde uurtarieven volgen uit de Avri begroting en worden jaarlijks contractueel vastgelegd. De totale overheadcijfers en toerekening naar de diverse programma's zijn weergegeven in bijlage 1. Als gemeenschappelijke regeling lopen wij hiermee vooruit op de wettelijke verplichting van het (in een afzonderlijk programma) presenteren van overhead gegevens en toerekening daarvan. Dit is voor gemeenschappelijke regelingen verplicht vanaf de begroting

19 BELEIDSBEGROTING PROGRAMMA'S 15

20 6 PROGRAMMA BASISPAKKET BASISPAKKET Dit programma gaat over: Het inzamelen van verwerken van huishoudelijke afvalstromen en grondstoffen. 6.1 Inleiding In het programma Basispakket zijn de diensten opgenomen die Avri uitvoert voor de 10 regiogemeenten in Rivierenland. Avri geeft hiermee invulling aan de gemeentelijke afvaltaak van inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen én aan het Regionale Afvalbeheer Plan, waarin de ambities en speerpunten van de 10 regiogemeenten op het gebied van afval en grondstoffen zijn vastgelegd. 6.2 Wat willen we bereiken? Met de uitvoering van het Basispakket beoogt Avri een schoon Rivierenland tegen zo laag mogelijke kosten voor de inwoners. Avri voert de inzameling en scheiding van afval zo efficiënt en effectief mogelijk uit om de regionale doelstellingen te realiseren. De 10 regiogemeenten hebben bij invoering van het project Goed Scheiden Loont (GSL) in 2013 de ambitie van een afvalscheidingpercentage van 65% in 2015 vastgesteld. Deze doelstelling is afgeleid van de landelijk doelstelling uit het Landelijk Afvalbeheer Plan. Het gaat hier om het percentage van apart ingezamelde afvalstromen die geschikt zijn voor hergebruik. Het afvalscheidingpercentage in Rivierenland was in 2014 en 2015 ruim 69%. Voor aanvang van de invoering van GSL was het afvalscheidingpercentage 55% in Regio Rivierenland. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft in 2014 scherpe doelstellingen geformuleerd, dit maal in kilo's. De nieuwe doelstelling zet gemeenten aan om in 2020 nog slechts 100 kilo restafval per persoon per jaar te hebben, en dit in 2025 zelfs naar 30 kilo te reduceren. In 2016 zullen ook de 10 regiogemeenten nieuwe ambities vastleggen in een nieuw Regionaal Afvalstoffenplan. In de voorliggende begroting is hier nog geen rekening mee gehouden. In de gemeenten in de regio Rivierenland werd in 2015 gemiddeld 150 kilo restafval per persoon geproduceerd. 6.3 Wat gaan we daar in 2017 voor doen? - Inzameling van afval en hergebruikstromen huis-aan-huis, via brengvoorzieningen en via milieustraten. - Beheer en onderhoud van inzamelmiddelen. - Op en overslag van afval- en grondstofstromen. - Het laten verwerken van afval- en grondstofstromen. - Beheer en exploitatie van de voormalige stortplaats en voorbereiding van de overdracht ervan aan de provincie. - Handhaving op de afvalstoffenverordening. - Communicatie met inwoners over inzameling en afvalscheiding. - Beleidsontwikkeling voor gemeenten en beleidsadvies aan gemeenten m.b.t. afval- en grondstoffenbeleid. - Datamanagement ten behoeve van een correcte afvalstoffenheffing. - Heffen en innen van de afvalstoffenheffing in samenwerking met Belastingsamenwerking Rivierenland. 16

21 6.4 Wat gaat dat kosten? De lasten en baten van de uitvoering van het programma Basispakket zijn weergegeven in onderstaande tabel: MEERJARENBEGROTING KOSTEN BASISPAKKET jaarrek begr begr begr begr begr OPBRENGSTEN Inzet voorziening inzameling AVH Inzet Algemene Bedrijfsreserve Opbrengsten grondstoffen TOTAAL OPBRENGSTEN KOSTEN Personeelskosten (incl. index 1%) Kosten materieel (incl. index 1%) Afval verwerkingskosten Dienstverlening BSR Dienstverlening verenigingen (incl. index 1,2%) Kosten stortplaats Kapitaallasten Dotatie voorziening inzameling AVH Overige kosten (incl. index 1%) TOTAAL KOSTEN SALDO: KOSTEN BASISPAKKET EXCL. BTW BTW 13,5% SALDO: KOSTEN BASISPAKKET INCL. BTW Per geregistreerde huisaansluiting Per betalende huisaansluiting Tabel 3: meerjarenbegroting kosten basispakket Toelichting op de begroting Personeelskosten De kosten van personeel zijn beduidend gestegen als gevolg van het principeakkoord over de cao voor Gemeenten. Zie hiervoor de uitgangspunten zoals genoemd in par Daarnaast stijgen ook de indirecte kosten van het basispakket. Dit is o.a. het gevolg van enerzijds de reeds gemelde CAO indexeringen en IKB en anderzijds investeringen in de bedrijfsvoering van Avri, waaronder de uitvoering van fase 1 van het Informatie Beleidsplan (zie ook paragraaf Bedrijfsvoering). Voornoemde ontwikkelingen hebben een aanzienlijke stijging van de personeelskosten tot gevolg. In de begroting was uitgegaan van een stijging van de personeelskosten met 1%. Voor de jaren wordt rekening gehouden met een prijsstijging van 1%. In 2018 vervalt de eenmalige last voor het IKB. Daar tegenover staat de stijging van de indirecte kosten als gevolg van de uitvoering van de vervolgfases van het IBP 1. Per saldo resteert de autonome indexering van 1%. Kosten materieel De kosten van materieel zijn gedaald als gevolg van productievoordelen door route optimalisatie op enerzijds de inzameling van GFT afval en anderzijds de inzameling van kunststof verpakkingen. Daarnaast zijn er voordelen op onderhoudsbudgetten, maar ook op brandstofkosten als gevolg van de gedaalde brandstofprijzen. In de meerjarenbegroting wordt uitgegaan van een autonome indexering van kosten met 1%. 1 De uitvoering van de vervolgfases van het IBP is in de meerjarenraming verwerkt. Het Algemeen Bestuur moet daar nog expliciet toe besluiten. 17

22 Afval verwerkingskosten Naast de prijsindexeringen in diverse verwerkingscontracten wordt de kostenstijging met name veroorzaakt door de stijging van de verwerkingskosten voor hout. Door overcapaciteit op de markt (als gevolg van minder biomassacentrales en de import van hout uit Groot Brittannië) stijgen de verwerkingstarieven. In de meerjarenbegroting wordt een geleidelijke kostenstijging verwacht door indexering van verwerkingstarieven. De verwerkingskosten zijn nader gespecificeerd in onderstaande tabel: Afval verwerkingskosten meerjarenbegroting bedragen x begr begr begr begr begr Verwerkingskosten Restafval GFT afval Overige kostenstromen Sorteerkosten kunststof verpakkingen Totaal kosten Tabel 4: afval verwerkingskosten t/m 2020 Dienstverlening BSR De kosten voor de dienstverlening van BSR zijn gebaseerd op de meerjarenbegroting van BSR. Hierbij wordt aanvullend op de begroting van BSR rekening gehouden met de doorbelasting van de investering voor het combineren van meerdere aanslagjaren op één biljet. BSR zal de doorbelasting van deze investering middels een begrotingswijziging per 2016 verwerken, waarna deze voor een periode van 5 jaar tot een stijging van de bijdrage aan BSR leidt. Dienstverlening verenigingen De dienstverlening van verenigingen voor de inzet van vrijwilligers bij de inzameling van papier blijft in de meerjarenbegroting 2017 gehandhaafd. De vergoeding die Avri betaalt aan verenigingen is geactualiseerd op basis van de uitgaven en index van Conform het besluit van het AB Regio Rivierenland wordt de vergoeding in de meerjarenbegroting jaarlijks geïndexeerd met de CBS index. Kosten stortplaats De kosten voor de stortplaats bestaan - naast de exploitatiekosten - hoofdzakelijk uit de jaarlijks benodigde reservering voor het eeuwigdurende onderhoud door de provincie na overdracht van de stortplaats. Deze reservering is noodzakelijk als gevolg van de negatieve bijstelling van de rekenrente door de provincie. Het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland heeft in juni 2015 kennis genomen van het geraamde tekort van (destijds) 2,1 miljoen ultimo 2019 en ingestemd met de verwerking van dit tekort in de begroting In de begroting 2017 zijn geen andere inzichten ten opzichte van de begroting De verwachting is dat sluiting en overdracht van de stortplaats aan de provincie ultimo 2019 plaatsvindt. Per 2020 komen daarmee de kosten voor de stortplaats te vervallen ( ). Kapitaallasten De kapitaallasten van het basispakket worden gevormd door de afschrijvings- en rentelasten van met name de milieustraten, de overslaghal op locatie Geldermalsen en minicontainers en brengvoorzieningen. De kapitaallasten van het materieel zijn opgenomen bij de kosten van het materieel. De kapitaallasten van het basispakket vertonen in de meerjarenbegroting een licht stijgend patroon als gevolg van een in het verleden gehanteerde annuïtaire afschrijvingsmethode. In de meerjarenbegroting zijn jaarlijks vervanginginvesteringen voor mini containers en brengvoorzieningen verwerkt. Dotatie voorziening inzameling AVH Per 2020 komen de lasten voor de stortplaats te vervallen als gevolg van sluiting en overdracht van de stortplaats aan de provincie ultimo Voorgesteld wordt om per 2020 voor aan de tarieven egalisatievoorziening te doteren, waardoor het tarief afvalstoffenheffing niet fluctueert als gevolg van het vervallen van deze kosten. In de periode 2017 tot en met 2019 kan het tarief zodoende in totaliteit met worden verlaagd. Het doteren aan een egalisatievoorziening in het kader van tariefsegalisatie is wettelijk toegestaan. Hierdoor wordt de voorziening weer op haar oorspronkelijke niveau ultimo 2016 gebracht ( 1,3 mln.) Een verdere toelichting is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. 18

23 Overige kosten De overige kosten bestaan voornamelijk uit de productbudgetten voor communicatie, onderhoudskosten van inzamelmiddelen en dienstverlening van marktpartijen. Zoals aangegeven in de kadernota worden dergelijke kosten jaarlijks geïndexeerd met 1%. Toelichting baten Inzet Voorziening Inzameling AVH In de begroting 2016 is een onttrekking van ruim 1,1 mln. uit de Voorziening Inzameling AVH gedaan ( 15 per huishouden) om de tariefsstijging van de afvalstoffenheffing voor de inwoners per 2016 te reduceren. De middelen uit deze voorziening betreffen incidentele middelen. Per 2017 wordt enerzijds het overschot op de jaarrekening 2015 ingezet als eenmalige dekking van de kosten van het basispakket ( 1,5 per huishouden). Anderzijds wordt de voorziening in 2017 voor ( 5 per huishouden) aangesproken vanwege het verwachte voordeel voor de kosten van de stortplaats per In par is een nadere toelichting beschreven op de uitgangspunten voor de inzet van de Voorziening Inzameling AVH in deze begroting. Inzet Algemene Bedrijfsreserve (ABR) In de begroting 2016 is een onttrekking van circa 0,25 mln. uit de Algemene Bedrijfsreserve gedaan ( 3 per huishouden) om de tariefsstijging van de afvalstoffenheffing voor de inwoners per 2016 te reduceren. De middelen uit de ABR betreffen incidentele middelen. Per 2017 is er geen inzet uit de ABR in het basispakket verwerkt, aangezien de reserve haar minimumniveau ter dekking van de bedrijfsrisico's ultimo 2016 heeft bereikt. Opbrengsten grondstoffen De opbrengsten bestaan uit de verkoop van diverse ingezamelde grondstoffen zoals papier, textiel en kunststofverpakkingen. De opbrengsten van grondstoffen blijven ten opzichte van de begroting 2016 op nagenoeg gelijk niveau. Tegenover de reeds bekende daling van de vergoeding voor het kunststof verpakkingsafval (-4% als gevolg van de Raamovereenkomst Verpakkingen) staat een stijging van de verwerkingstarieven voor glas. Voor het glas is een nieuw meerjarig contract afgesloten waarbij geprofiteerd is van de gunstige marktomstandigheden. De vergoeding voor papier is afhankelijk van de omstandigheden op de wereldmarkt en fluctueert maandelijks. In de begroting 2017 wordt uitgegaan van een verwerkingsopbrengst van 82,50 per ton. Deze vergoeding is tevens uitgangspunt in de meerjarenbegroting, waarbij dalende tonnages voor een lichte daling van de opbrengsten zorgen. De verwerkingsopbrengsten zijn nader gespecificeerd in onderstaande tabel: Verwerkingsopbrengsten grondstoffen meerjarenbegroting bedragen x begr begr begr begr begr Verwerkingsopbrengsten Papier Kunststof verpakkingen Textiel Drankenkartons Overige opbrengststromen Totaal opbrengsten Tabel 5: verwerkingsopbrengsten grondstoffen t/m 2020 Toelichting betalende huisaansluitingen Naast de ontwikkeling van baten en lasten is ook het aantal betalende huisaansluitingen van invloed op de gemiddelde afvalstoffenheffing. Dit is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de kwijtscheldingen. In de begroting 2017 is er een positief effect voor de gemiddelde afvalstoffenheffing van 4 per huishouden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf

24 6.5 Mogelijkheden tariefsbeïnvloeding begroting 2017 In de kadernota 2017 zijn de mogelijkheden voor tariefsbeïnvloeding van de afvalstoffenheffing opgenomen. Hiervan is aangegeven dat deze terugkomen in voorliggende begroting. De mogelijkheden zijn in onderstaande tabel weergeven. Per mogelijkheid is aangegeven wat het financieel effect hiervan is op het gemiddelde tarief van de afvalstoffenheffing. De wijze waarop deze mogelijkheden zijn opgenomen binnen voorliggende begroting 2017 is eveneens beschreven. Mogelijkheden 1. Digitaliseren en real time maken van de afvalkalender. Digitale versie van afvalkalender komt real time beschikbaar op de website. Uitgangspunt is dat er geen papieren versie meer huis aan huis verstrekt wordt (wel op verzoek). 2. Exploitatie van een brengstation voor groen tuinafval in Gemeente West Maas en Waal 3. Doorvoeren van route optimalisatie voor inzamelroutes voor GFT afval en Plastic Metalen Drankenkartons (PMD) 4. Stoppen met inzamelen van papier met verenigingen. Avri neemt de inzameling van papier op binnen de reguliere werkzaamheden die overdag plaatsvinden. 5. 1x3 of 1x4 weken inzameling van restafval. Het huidige aanbiedgedrag van de inwoner biedt mogelijkheden voor het minder frequent ophalen van restafval. Dit leidt gelijktijdig tot afname van het service niveau. Effect op gemiddeld tarief afvalstoffenheffing Verlaging 0,50 Verhoging 0,50 Verlaging 2 Verlaging 8 Verlaging van 4 tot 6 Status van verwerking binnen voorliggende begroting 2017 Binnen de voorliggende begroting is uitgegaan van het digitaal verstrekken van de afvalkalender. Binnen de voorliggende begroting zijn de kosten voor dit brengstation verwerkt. Binnen de voorliggende begroting is uitgegaan van deze route optimalisatie De begroting 2017 gaat uit van continuering van de huidige inzameling van papier middels ondersteuning van verenigingen. Het financiële effect van deze mogelijkheid is derhalve niet verwerkt binnen de cijfers van deze begroting. De begroting 2017 gaat uit van continuering van de huidige inzamelfrequentie van restafval. Het financiële effect van deze mogelijkheid is niet verwerkt binnen de cijfers van deze begroting. Tabel 6: mogelijkheden basispakket 20

25 6.6 Programmabaten en -lasten De lasten van het programma basispakket worden gedekt door de baten afvalstoffenheffing. De opbouw van deze baten is weergegeven in de paragraaf Lokale Heffingen. In deze paragraaf wordt het totaaloverzicht van baten en lasten van dit programma gepresenteerd. De totalen van dit programma komen terug in het totaaloverzicht van baten en lasten (zie hoofdstuk 15). BATEN EN LASTEN PROGRAMMA BASISPAKKET 2017 Lasten Lasten uitvoering basispakket BTW basispakket 13,5% Kwijtscheldingen * Totaal lasten programma basispakket Baten Verwerkingsopbrengsten grondstoffen Inzet voorziening inzameling AVH ** Baten afvalstoffenheffing (bruto) * Totaal baten programma basispakket Saldo van lasten en baten voor vermogensmutaties 0 Vermogensmutaties (stortingen / onttrekkingen reserves) 0 Saldo van lasten en baten na vermogensmutaties 0 *) de onderbouwing is weergegeven in de paragraaf Lokale heffingen **) het nadelige exploitatieresultaat 2017 (als gevolg van afrondingsverschillen tussen gemiddeld lastentarief en batentarief) wordt uit de voorziening Inzameling AVH onttrokken en wordt als baat verantwoord in de exploitatie ( ). Tabel 7: Overzicht baten en lasten programma basispakket 21

26 7 PROGRAMMA PLUSPAKKET PLUSPAKKET Dit programma gaat over: De aanvullende activiteiten die Avri verricht voor gemeenten zoals het Integraal Beheer van de Openbare Ruimte (IBOR) en handhavingstaken. 7.1 Inleiding In dit programma zijn diensten opgenomen die individuele gemeenten kunnen afnemen in aanvulling op het basispakket. Het gaat om diensten op het gebied van afvalinzameling en om diensten in de openbare ruimte die Avri uitvoert tegen kostprijs. 7.2 Wat willen we bereiken? Avri streeft naar partnerschap met haar eigenaren-gemeenten als het gaat om 'Schoon, Heel en Veilig' in de openbare ruimte. Binnen dit partnerschap wil Avri een betrouwbare partij zijn die zonder winstoogmerk extra klantwaarde levert vanwege haar regionale binding, jarenlange ervaring in de regio en diversiteit en samenhang in het aanbod van de dienstverlening. 7.3 Wat gaan we daar voor doen? Avri biedt een breed dienstenpakket aan uitvoering- en beheertaken in de openbare ruimte op het gebied van groen, grijs, riolering, verkeer en vervoer, openbare verlichting, begraafplaatsen, speeltuinen, gladheidbestrijding en ongediertebestrijding. Daarnaast voert Avri de intake van meldingen over de openbare ruimte uit, kan zij de projectcommunicatie van uitvoeringsprojecten verzorgen en levert zij op verzoek adviesdiensten bij onderhoud en projectuitvoering. Avri voert toezicht en handhaving op (onderdelen) van de APV uit. Avri doet extra inzamelrondes van rest- en/of gft afval op gemeenteniveau. Avri verwerkt afvalstromen uit de openbare ruimte. 7.4 Wat gaat dat kosten? De lasten en baten van de IBOR begrotingen zijn op moment van samenstelling van voorliggende begroting nog in concept. In hoofdstuk 5 is uitgelegd dat de kosten van Avri op basis van tarieven voor manuren (personele inzet) en tractie-uren worden doorbelast naar de plus gemeenten die aanvullende taken van Avri afnemen. De algemene overhead van Avri (zowel personeel als materieel) wordt binnen deze kostprijs verrekend. Avri maakt - voor de dienstverlening in kader van integraal beheer van de openbare ruimte - naast de inzet van eigen personeel en tractie gebruik van diensten van derden (onderaannemers). De totale kosten worden uiteindelijk doorberekend naar de gemeenten waarbij alle IBOR lasten uiteindelijk één op één verrekend worden met de gemeenten (zoals beschreven in de raamovereenkomsten tussen Avri en de gemeenten). Om deze reden houdt Avri geen (egalisatie of risico)reserves voor de IBOR activiteiten aan. 22

27 De totale - geraamde lasten en baten per IBOR gemeente - worden hieronder weergegeven ter nadere duiding van de totale omvang van dit programma. UITVOERINGSBUDGETTEN PLUSPAKKET begroting 2017 Gemeente Buren IBOR Gemeente Neerijnen IBOR Gemeente Neder Betuwe IBOR Gemeente Tiel IBOR Gemeente Tiel Bureau Toezicht en Handhaving Overige pluspakket activiteiten Totaal uitvoeringsbudgetten pluspakket Tabel 8: uitvoeringsbudgetten pluspakket Bovenstaande cijfers zijn conform de uitvoeringsbudgetten zoals opgenomen in de begroting 2016 van Avri. De specifieke werkbegrotingen IBOR worden de komende maanden door Avri voor 2017 opgesteld op basis van de dienstverleningsovereenkomsten tussen Avri en de verschillende gemeenten. Deze worden voor de zomervakantie met de IBOR gemeenten besproken zodat deze onderdeel kunnen uitmaken van het eigen begrotingsproces van de IBOR gemeenten. Besluitvorming omtrent kwaliteit en kwantiteit van de IBOR activiteiten en de daarmee gepaard gaande kosten is voorbehouden aan de betreffende gemeenten. Ook de overige pluspakket activiteiten worden verrekend met de betreffende gemeenten. Voor het extra GFT vindt verrekening plaats met de inwoners in de opslag op de afvalstoffenheffing voor de betreffende inwoners, waarbij rekening wordt gehouden met overschotten of tekorten op deze activiteit uit eerdere jaren. 7.5 Programmabaten en -lasten Het overzicht van baten en lasten van dit programma is weergegeven in onderstaande tabel. De totalen van dit programma komen terug in het totaaloverzicht van baten en lasten (zie hoofdstuk 15). BATEN EN LASTEN PROGRAMMA PLUSPAKKET Lasten Gemeente Buren IBOR Gemeente Neerijnen IBOR Gemeente Neder Betuwe IBOR Gemeente Tiel IBOR Gemeente Tiel Bureau Toezicht en Handhaving Overige pluspakket activiteiten Totaal lasten Totaal Baten Saldo van lasten en baten voor vermogensmutaties 0 Vermogensmutaties (stortingen / onttrekkingen reserves) 0 Saldo van lasten en baten na vermogensmutaties 0 Tabel 9: Overzicht baten en lasten programma pluspakket 23

28 8 PROGRAMMA BEDRIJFSAFVAL BEDRIJFSAFVAL Dit programma gaat over: De inzameling en verwerking van afval van bedrijven. 8.1 Inleiding Avri voert in beperkte mate commerciële activiteiten uit in de vorm van inzameling, inname en het laten verwerken van afval dat vrijkomt bij bedrijven. De dienstverlening aan bedrijven is ondersteunend aan de basistaken, gericht op het zo goed mogelijk benutten en inzetten van beschikbare productiemiddelen en vormt een beperkt onderdeel van de bedrijfsvoering en van de omzet. 8.2 Wat willen we bereiken? - Verlaging van de afvalstoffenheffing door inzet van het resultaat van bedrijfsafval. - Optimaal benutten van beschikbare middelen voor afval- en grondstofinzameling. - Uiting geven aan de regionale maatschappelijke betrokkenheid van Avri. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt nader ingegaan op de wijze waarop Avri Maatschappelijk Verantwoord aan het ondernemen is. 8.3 Wat gaan we daar voor doen? - Inzameling van afval en grondstoffen bij ongeveer bedrijfsklanten, met name Midden en Klein Bedrijf (MKB). - Nieuwe klantbenadering: focus op dienstverlening aan scholen en verenigingen - Inname van afval en grondstoffen van bedrijfsklanten op onze overslaglocatie Geldermalsen - Op- en overslag van afval en grondstoffen van bedrijfsklanten - Het laten verwerken van afval- en grondstofstromen van bedrijfsklanten - Sponsoring van evenementen in de regio, zoals Appelpop, Fruitcorso, Bloesemtocht en Dijkensport 24

29 8.4 Wat gaat dat kosten? De lasten en baten van de uitvoering van het programma Bedrijfsafval zijn weergegeven in onderstaande tabel: MEERJARENBEGROTING BEDRIJFSAFVAL bedragen x jaarrek begr begr begr begr begr OPBRENGSTEN Opbrengsten inzameling bedrijfsafval Opbrengsten locatie Meersteeg Afval verwerkingsopbrengsten TOTAAL OPBRENGSTEN KOSTEN Personeelskosten (incl. index 1%) Kosten materieel (incl. index 1%) Afval verwerkingskosten Kapitaallasten Overige kosten (o.a. marketing) TOTAAL KOSTEN RESULTAAT Vennootschapsbelasting 25% RESULTAAT Tabel 10: meerjarenbegroting bedrijfsafval Toelichting op de begroting De belangrijkste oorzaak van de forse daling van het resultaat wordt veroorzaakt door de gestegen personeelskosten. Naast de reeds gemelde consequenties van het CAO akkoord betreft dit voornamelijk de gestegen kosten voor het klantencontactcentrum (KCC). In 2015 en 2016 is het klantencontactcentrum van Avri heringericht qua taken en verder geprofessionaliseerd. Hierbij zijn de taken van de voormalige binnendienst van bedrijfsafval ook ondergebracht bij het KCC. Dit geeft momenteel inzicht in de feitelijke tijdsbesteding en maakt duidelijk dat de ondersteuning voor bedrijfsklanten groter is dan voorheen verondersteld. In mindere mate is de reeds gemelde crisis op de grondstoffenmarkt oorzaak van het teruglopen van het resultaat de laatste jaren. Zoals in eerdere bestuurlijke stukken reeds gemeld is het resultaat van dit programma in sterke mate afhankelijk van de ontwikkeling van de marktvergoeding voor het ingezamelde bedrijfspapier. Deze vergoeding fluctueert maandelijks. De verwerkingsopbrengsten voor dit programma bedragen circa Een fluctuatie van het huidige markttarief met 10% heeft een effect op het resultaat van De laatste jaren heeft aangetoond dat het papiertarief in enkele maanden tijd met 30%-40% kan wijzigen. Dit zorgt voor onvoorspelbaarheid van het bedrijfsafval resultaat. Resultaten van dit programma wordt gedekt door de Algemene Bedrijfsreserve. Vanaf 1 januari 2016 zijn overheden verplicht tot afdracht van vennootschapsbelasting over hun bedrijfsmatige (en fiscaal winstgevende) activiteiten. De activiteiten die Avri verricht in kader van bedrijfsafval vallen hieronder. Binnen deze begroting is rekening gehouden met deze afdracht. 8.5 Dekkingsbijdrage Naast dat commerciële activiteiten vaak beoordeeld worden op resultaat en rendement, beoogt Avri meer doelen bij de uitvoering van dit programma. Een van de doelen betreft de optimalisering van de beschikbare middelen en dekkingsbijdrage aan onder andere de indirecte kosten. Met dekkingsbijdrage wordt de mate verstaan waarop een programma (of klantgroep) bijdraagt aan de kosten als gevolg van het afnemen van diensten. De dekkingsbijdrage van bedrijfsafval is zowel van toepassing op directe uitvoeringskosten (bijvoorbeeld optimale inzet van tractie), directe kosten (bijvoorbeeld bijdrage aan sponsoring, zie par. 8.6) als een bijdrage aan de indirecte kosten. De dekkingsbijdrage van dit programma aan de indirecte kosten van Avri bedraagt (zie ook bijlage 1). 25

30 8.6 Sponsoring De kosten voor sponsoractiviteiten van Avri worden gefinancierd uit dit programma. De sponsorbijdrage in deze begroting bedraagt Hierdoor werkt Avri aan haar maatschappelijke betrokkenheid en kan het zich profileren als maatschappelijk betrokken overheidsorganisatie. De doelstelling voor sponsoring door Avri is het uitdragen van de kernwaarden van Avri. De kernwaarden, zoals benoemd in het Strategisch Bedrijfsplan zijn: Betrokken, Klantgericht en Duurzaam. Om in aanmerking te komen voor sponsoring door Avri moet een activiteit aan de volgende voorwaarden voldoen: geen winstoogmerk van het evenement; het evenement past bij de kernwaarden van Avri; groot bereik (veel bezoekers uit regio Rivierenland en omgeving); het evenement valt buiten de richtlijnen die zijn opgesteld voor 'activiteitenafval' (activiteitenafval maakt op basis van bestuursbesluit uit 2009 onderdeel uit van het programma basispakket). 8.7 Investeren in de klant In 2016 zal Avri een onderzoek uitvoeren om de kennis van haar bedrijfsklanten te vergroten. De eenmalige onderzoekskosten voor 2016 bedragen Hiervoor is reeds in de begroting 2016 budget verleend. Met kennis van de klant kan Avri zicht richten op behoud van het goede, verbetering waar nodig en inzet op nieuwe kansen en mogelijkheden in de markt. De onderzoeksresultaten zullen input zijn voor een nieuw strategisch bedrijfsplan Avri Bedrijfsafval. 8.8 Programmabaten en -lasten Het overzicht van baten en lasten van dit programma is weergegeven in onderstaande tabel. De totalen van dit programma komen terug in het totaaloverzicht van baten en lasten (zie hoofdstuk 15). BATEN EN LASTEN PROGRAMMA BEDRIJFSAFVAL Lasten Personeelskosten Kosten materieel Afval verwerkingskosten Kapitaallasten Overige kosten Af te dragen vennootschapsbelasting Totaal lasten programma basispakket Baten Opbrengsten inzameling bedrijfsafval Opbrengsten locatie Meersteeg Afval verwerkingsopbrengsten Totaal baten programma basispakket Saldo van lasten en baten voor vermogensmutaties Vermogensmutaties (storting naar ABR) Saldo van lasten en baten na vermogensmutaties 0 Tabel 11: Overzicht baten en lasten programma bedrijfsafval 26

31 BELEIDSBEGROTING PARAGRAFEN 27

32 9 LOKALE HEFFINGEN GR Avri is verantwoordelijk voor de afvalstoffenheffing van de 10 deelnemende gemeenten. De gemeenschappelijke regeling Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) verzorgt voor GR Avri de belastingaanslagen en de inning daarvan. Uitgangspunt is dat de tarieven afvalstoffenheffing kostendekkend zijn (overeenkomstig het wettelijk uitgangspunt dat de gemiddelde tarieven voor de dienstverlening op begrotingsbasis niet meer dan 100% kostendekkend mogen zijn). 9.1 Baten afvalstoffenheffing In onderstaande tabel zijn de baten afvalstoffenheffing en onderliggende uitgangspunten gepresenteerd. Baten afvalstoffenheffing Aantal huishoudens jaarrek begr begr begr begr begr Geregistreerde huishoudens Betalende huishoudens % betalende huishoudens 94,1% 92,8% 94,0% 93,8% 93,5% 93,3% Tarieven Basistarief Toeslag basistarief per extra mini container restafval Variabel tarief: aanbieding 60 ltr. (brengvoorziening) 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20 Variabel tarief: aanbieding 140 ltr. (mini container) 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 Variabel tarief: aanbieding 240 ltr. (mini container) 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 Baten afvalstoffenheffing (x 1.000) Bruto baten afvalstoffenheffing Kwijtschelding Netto baten afvalstoffenheffing Kostendekkendheid tarief afvalstoffenheffing Netto baten afvalstoffenheffing Kosten van het basispakket Kostendekkendheid tarief afvalstoffenheffing nvt* 100% 100% 100% 100% 100% Gemiddeld tarief afvalstoffenheffing *) de wettelijke bepaling van kostendekkendheid van het tarief afvalstoffenheffing geldt uitsluitend op begrotingsbasis. Tabel 12: baten afvalstoffenheffing Toelichting baten afvalstoffenheffing Ontwikkeling huisaansluitingen Het aantal geregistreerde huisaansluitingen volgt de meerjarige ontwikkeling van het aantal huishoudens volgens de meest recente cijfers van Belastingsamenwerking Rivierenland (gebaseerd op de opgaven van gemeenten). Hierin wordt uitgegaan van een autonome groei van het aantal huisaansluitingen met 0,5% per jaar. Vanwege de economische omstandigheden wordt daarnaast een groei van het aantal kwijtscheldingen verwacht van 0,25% per jaar. Per saldo groeit het aantal betalende huishoudens met circa 200 aansluitingen per jaar. 28

33 9.2.2 Ontwikkeling tarieven In de voorliggende begroting geldt als uitgangspunt dat de variabele tarieven niet wijzigen, waardoor ontwikkeling van de kosten van het basispakket wordt verwerkt in het basistarief van de afvalstoffenheffing. De hoogte van het basistarief volgt de ontwikkeling van de kosten en is 100% kostendekkend. De variabele tarieven zijn bij de invoering van Goed Scheiden Loont bepaald en voornamelijk gebaseerd op de mate van gedragsbeïnvloeding van afvalscheiding. In de toekomst kan overwogen worden om tariefsontwikkelingen in de variabele tarieven te verwerken. 9.3 Kwijtscheldingen Kwijtscheldingsbeleid Het Algemeen Bestuur van GR Regio Rivierenland heeft in haar vergadering van 12 december 2012 de kwijtscheldingsregeling 2012 (met terugwerkende kracht) vastgesteld waarin; De kosten van bestaan worden gesteld op 100% van de normuitkering als bedoeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990; Is bepaald dat ten aanzien van pensioengerechtigde personen niet de bijstandsnorm, maar de AOW-norm wordt gehanteerd; Is bepaald dat kwijtschelding voor ondernemers (voor zover het heffingen in de privésfeer betreffen) mogelijk is; Is bepaald dat bij de beoordeling van verzoeken om kwijtschelding mede rekening wordt gehouden met de kosten van kinderopvang. Naast voornoemde algemene beleidsregels is in artikel 9 van de afvalstoffenheffing verordening 2016 de onderstaande bepaling voor kwijtschelding van de afvalstoffenheffing van kracht. Deze uitgangspunten worden gehandhaafd in de begroting Het gemiddeld aantal aanbiedingen voor kwijtschelding is gebaseerd op de gemiddelden zoals verwacht bij de start van GSL in In de Afvalstoffenheffing Verordening 2017 kan mogelijk worden voorgesteld om het aantal aanbiedingen voor kwijtschelding te actualiseren op basis van de huidige gemiddelden. 1. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding voor minima verleend voor (hoofdstuk 1 van de tarieventabel), één 140 liter restafvalcontainer bestemd voor huishoudelijke afvalstoffen en één 140 liter container bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval. Kwijtschelding wordt verleend op het vaste deel afvalstoffenheffing en 13 aanbiedingen voor een 140 liter restafval container of 35 aanbiedingen bij een verzamelcontainer met een inwerpopening van 60 liter (variabele tarief), met dien verstande dat, indien gedurende het belastingjaar gebruik is gemaakt van verschillende middelen voor het aanbieden van restafval, het maximale variabele bedrag aan kwijtschelding 45,50 bedraagt. Voor uitbreiding van het standaardpakket in volume wordt op aanbiedingen geen kwijtschelding verleend. 2. Een verzoek om kwijtschelding dient ingediend te worden bij BSR. BSR kan besluiten kwijtschelding te verlenen op basis van persoonlijke en financiële omstandigheden Ontwikkeling kwijtscheldingen De laatste jaren is het aantal kwijtscheldingen gegroeid als gevolg van de economische omstandigheden. In de begroting 2016 is zodoende het kwijtscheldingspercentage verhoogd. Op basis van de voortgangsinformatie van BSR blijkt de aanname van kwijtscheldingen in de begroting 2016 te hoog te zijn. Het percentage betalende huishoudens is gebaseerd op de realisatiecijfers 2015 en is per ,2% hoger dan de aanname voor Er zijn ten opzichte van de begroting 2016 zodoende meer huishoudens die de kosten van het basispakket kunnen dragen. In de meerjarenraming wordt - ondanks het lichte herstel van de economie - een geringe stijging van de kwijtscheldingen verwacht. Op dit moment is het percentage van huishoudens onder de armoedegrens hoger dan ooit. De reserves bij de huishoudens zijn verbruikt. Er zijn nog steeds veel werknemers die o.b.v. een tijdelijk contract werken, waardoor er na einde contract vaak een inkomensverlaging (30%) ontstaat. Hierdoor blijft de komende jaren een grote groep huishoudens voor kwijtschelding in aanmerking komen. Daarnaast is in de jaarrekening 2015 reeds melding gemaakt van het lagere kwijtscheldingspercentage op het variabele deel. Dit wordt veroorzaakt door maximering van kwijtscheldingen op aanbiedingen in het kwijtscheldingsbeleid (zie paragraaf kwijtscheldingsbeleid). Zodoende komen er gemiddeld meer variabele opbrengsten binnen dan verwacht. Het gevolg van beide ontwikkelingen is dat er gemiddeld meer opbrengsten binnenkomen dan in de begroting 2016 verwacht. Hierdoor daalt de gemiddeld benodigde afvalstoffenheffing voor de betalende huishoudens. Het effect per 2017 ten opzichte van de begroting 2016 is 4 per huishouden. 29

34 9.4 BTW opslag 13,5% Gemeenten mogen sinds de invoering van het BTW compensatiefonds (BCF) de inkoop BTW die zij betalen over de activiteiten van de afvalinzameling- en verwerking verrekenen met de burger. De wetgever staat deze mogelijkheid toe omdat gemeenten met de invoering van het BCF gekort zijn op hun algemene uitkering uit het gemeentefonds en deze korting deels betrekking heeft de dienstverlening ten aanzien van de afvalstoffenheffing. Avri berekent deze mogelijkheid voor de gemeenten door in de uiteindelijke tarieven van de afvalstoffenheffing. Dit BTW deel wordt berekend over de kostengrondslag en leidt (na doorbetaling door Avri) tot baten voor de gemeenten. Sinds de verhoging van de BTW in Nederland van 19% naar 21% is dit percentage bepaald op 13,5%. Dit percentage komt tot stand op basis van middeling van kosten waar enerzijds 21% BTW en anderzijds geen BTW op van toepassing is (het is dus een mengpercentage). Eventuele wijziging van het opslagpercentage heeft directe consequenties voor de gemeentelijke begroting. De BTW mag worden beschouwd als onderdeel van de kosten, waardoor er geen invloed is op de kostendekkendheid van het tarief afvalstoffenheffing. Een overzicht van de BTW baten per regiogemeente op basis van de begroting 2017 is weergegeven in bijlage Verwijderen zwerfafval Een aantal regiogemeenten hanteren een opslag op het basistarief van de afvalstoffenheffing ter dekking van de kosten voor het verwijderen van zwerfafval dat ontstaat tijdens de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Deze gelden worden door Avri ontvangen van BSR en aan de betreffende gemeenten doorbetaald en maken derhalve geen onderdeel uit van de begroting van Avri. 30

35 10 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING 10.1 Inleiding Het AB van Regio Rivierenland heeft in juni 2015 de "Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen" van Avri vastgesteld. Dit beleidskader biedt inzicht in het risicomanagement, beschrijft op welke wijze risicomanagement als vast proces binnen de bedrijfsvoering wordt toegepast en verankerd, en geeft inzicht in het risicoprofiel van Avri en de bijbehorende weerstandscapaciteit en - ratio. Met weerstandscapaciteit worden de financiële middelen en mogelijkheden bedoeld om substantiële, niet begrote, onverwachte kosten af te dekken zonder dat dit ten koste gaat van de dagelijkse activiteiten. Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg. Risico's die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn die gebeurtenissen waarvan de mogelijke negatieve gevolgen nog niet middels concrete maatregelen zijn ondervangen (en in financiële zin in de begroting zijn gedekt). Avri zal een beroep moeten doen op haar weerstandscapaciteit op het moment dat deze risico's zich daadwerkelijk voor gaan doen. De door Avri gehanteerde systematiek voor het beoordelen van risico's en de vertaling hiervan naar het risicoprofiel wordt op hoofdlijnen binnen dit hoofdstuk beschreven. De uitwerking van het "gekwantificeerde risicoprofiel" komt daarna aan bod. Vervolgens wordt ingegaan op de aanwezige weerstandscapaciteit van Avri. Dit gaat gepaard met een oordeel over het aanwezige weerstandsvermogen in relatie tot de hoogte van de financiële gevolgen van de aanwezige risico's. Actueel risicomanagement vraagt om (jaarlijkse) actualisatie van voornoemde inventarisatie en kwantificering Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen Avri 2015 Het is noodzakelijk om risico's een bepaalde prioriteit te geven om te kunnen bepalen welke risico's de meeste aandacht verdienen. Van de geïnventariseerde risico's moet ingeschat worden in hoeverre deze zich voor kan doen (de kans) en wat de mogelijke omvang is (gevolg). Het kwantificeren van risico's krijgt daarmee vorm (risico = kans * gevolg). De volgende stappen worden gezet: 1. Inschatten van de kans (de waarschijnlijkheid) dat het risico zich voordoet; de score kan gegeven worden op basis van ervaringen; 2. Bepalen hoe groot de financiële gevolgen zijn (= de financiële verwachtingswaarde); 3. Berekenen van de benodigde weerstandscapaciteit per risico = kans X verwachtingswaarde risico. 4. Indelen van de risico's naar de beschikbare weerstandscapaciteit (voorziening en ABR): risico's die voortvloeien uit de afvalinzameling huishoudens worden direct gekoppeld aan de Voorziening Inzameling afval huishoudens (de voorziening); risico's die voortvloeien uit plustaken (excl. IBOR) worden gekoppeld aan de algemene bedrijfsreserve (de ABR); risico's die voortvloeien uit IBOR werkzaamheden worden wel benoemd maar niet direct gerelateerd aan een van voornoemde vermogensbestanddelen. Mogelijke financiële consequenties van dergelijke risico's komen rechtstreeks ten laste van de betreffende IBOR gemeente. algemene risico's (o.a. overhead) worden naar rato van omzet (50% - 50%) verdeeld over de Voorziening Inzameling AVH en de ABR. Het gekwantificeerde risicoprofiel voor het basispakket is bepaald op 2,1 miljoen. Dit bedrag wordt gereserveerd in de Voorziening Inzameling AVH. De 5 financieel omvangrijkste gekwantificeerde risico's voor het basispakket betreffen: 1. Prijsontwikkelingen papiermarkt Dataregistratie en inning van afvalstoffenheffing Milieurisico's (o.a. grondwatervervuiling) Ontwikkelingen verwerkingscapaciteit in de markt Casussen met medewerkers Voor de risico's die voortvloeien uit de plustaken (excl. IBOR) en risico's als gevolg van de organisatie ontwikkeling komt dit bedrag uit op 0,9 miljoen. Dit bedrag wordt gereserveerd in de Algemene Bedrijfsreserve Avri. Het AB van GR Regio Rivierenland heeft in juni bij de besluitvorming omtrent voornoemde nota - het minimale niveau van het beschikbare weerstandsvermogen vastgesteld op factor 1,0. Dit niveau wordt aangeduid als 'voldoende'. Het voorgaande betekent dat de hoogte van de betreffende voorziening minimaal even hoog moet zijn als het niveau van de risico's dat voorzien wordt. Voor Avri betekent dit dat de Voorziening Inzameling AVH minimaal 2,1 mln. hoog moet zijn en de ABR 0,9 mln. In de jaarrekening 2015 voldoet zowel de Voorziening Inzameling AVH als de ABR aan deze normstelling. 31

36 10.3 Vordering Stichting Afvalfonds (jaarrekening 2015) Avri ontvangt voor de inzameling, sortering en verwerking van kunststof verpakkingen een vergoeding (verwijderingsbijdrage) vanuit Stichting Afvalfonds (als gevolg van de Raamovereenkomst Verpakkingen). Stichting Afvalfonds heeft over de verwerkte kunststof verpakkingen vanaf april 2015 nog geen vergoeding aan Avri uitbetaald. De totale vordering in de jaarrekening 2015 bedraagt 2,6 mln. Stichting Afvalfonds geeft aan met betrekking tot het tweede en derde kwartaal van 2015 over onvoldoende documentatie van Kunststof Hergebruik Limburg (hierna: KHL) te beschikken waaruit blijkt dat het materiaal vanaf deze periode op correcte wijze door KHL is afgevoerd. Het risico bedraagt 0,6 mln. Hoewel Avri (na levering aan KHL) juridisch gezien geen eigenaar meer is van de kunststof verpakkingen, wordt de vergoeding aan Avri pas uitgekeerd nadat KHL dit op aantoonbaar correcte wijze heeft gedaan. Deze handelswijze is van toepassing op alle gemeenten in Nederland. Avri heeft het contract met KHL inmiddels ontbonden, omdat KHL vanwege faillissement van haar onderaannemer niet langer kon voldoen aan de verplichtingen uit de overeenkomst. Op het moment van het opstellen van voorliggende begroting (april 2016) is er naar aanleiding van de jaarrekening controle 2015 nog geen standpunt ingenomen door de accountant in hoeverre dit risico dusdanig concreet is dat een expliciete voorziening voor dit risico gevormd dient te worden. Bij het eventueel vormen van een dergelijke voorziening zal dit bedrag onttrokken worden uit het risicodeel van de Voorziening Inzameling AVH aangezien dit een risico inzake de uitvoering van de basistaken betreft. Het risico is niet expliciet beschreven in de huidige nota risicomanagement 2015 (zie vorige paragraaf). Het saldo van de Voorziening Inzameling AVH daalt in dit scenario met 0,6 mln Besluitvorming begroting 2016 Het AB heeft bij de vaststelling van de begroting 2016 besloten tot een aanvullende inzet van de Voorziening Inzameling AVH om de verwachte stijging van het gemiddelde tarief van de afvalstoffenheffing grotendeels tegen te kunnen gaan. Zonder deze (incidentele) dekking zou het tarief van de afvalstoffenheffing in 2016 met ca. 18 gestegen zijn. Aanvullende inzet van de Voorziening Inzameling AVH heeft geleid tot een gemiddelde tariefstijging per 2016 van 4. Gelijktijdig heeft dit geleid tot een daling van de Voorziening Inzameling AVH tot een bedrag van ca. 1,3 miljoen. Daarmee komt de hoogte van de voorziening in 2016 onder het minimaal gewenste niveau te liggen (factor 0,6 = onvoldoende). Het verwachte saldo van de ABR ultimo 2016 is becijferd op een bedrag van circa 0,9 miljoen (factor 1,0 = voldoende). De Voorziening Inzameling AVH kent de volgende twee functies: 1. de voorziening biedt weerstand tegen risico's die samenhangen met het basispakket; 2. de voorziening egaliseert exploitatieoverschotten en -tekorten die voortvloeien uit de jaarrekening. Ad.1 Weerstandsfunctie: Het AB heeft - met de vaststelling van de nota risico management en weerstandsvermogen - in 2015 het minimale risiconiveau van deze voorziening vastgesteld op 2,1 miljoen (factor 1,0 = voldoende weerstandscapaciteit) Vaststelling van de begroting 2016 heeft geleid tot een aanvullend beroep op deze voorziening. Dit leidt ertoe dat de voorziening op begrotingsbasis ultimo 2016 uitkomt op een niveau van afgerond 1,3 miljoen (0,6 = onvoldoende weerstandscapaciteit). Ad. 2 Egalisatiefunctie: Jaarlijkse tekorten en overschotten op de exploitatie worden - conform bestaand beleid - onttrokken dan wel toegevoegd aan de Voorziening Inzameling AVH. De voorziening heeft hiermee een egaliserende functie voor de jaarlijkse exploitatieresultaten. Deze egalisatiefunctie is feitelijk komen te vervallen, aangezien het huidige niveau van de voorziening beneden het benodigde weerstandsniveau van 2,1 miljoen is komen te liggen. 32

37 10.5 Begroting 2017 In het kader van de begroting 2017 zijn de volgende opties beschreven ten aanzien van de inzet de Voorziening Inzameling AVH: Optie 1: Optie 2: Optie 3: Optie 4: weerstandscapaciteit Avri vergroten: het (gefaseerd) aanvullen van de voorziening naar het minimale weerstandsniveau van 2,1 miljoen. weerstandscapaciteit Avri handhaven: handhaven van de voorziening op het niveau van 1,3 miljoen. weerstandscapaciteit Avri verlagen: de voorziening wordt incidenteel ingezet ter dekking van kosten in de begroting 2017 en de meerjarenramingen hetgeen leidt tot een demping van de verwachte stijging van het tarief van de afvalstoffenheffing. Gemeenten dienen het inrichten van weerstandscapaciteit voor Avri in overweging te nemen. weerstandscapaciteit Avri in de begroting handhaven en weerstandscapaciteit aanvullen bij (mogelijke) overschotten van de jaarrekening. Betreft handhaving van de voorziening op het niveau van 1,3 miljoen met geleidelijke aanvulling tot het minimale niveau van 2,1 miljoen via positieve rekeningsresultaten als deze zich voordoen. In de voorliggende begroting wordt uitgegaan van optie 3. Aanleiding hiervoor is de tariefsegalisatie rondom de kosten van de stortplaats. Dit zorgt t/m 2019 voor een verdere daling van het saldo van de voorziening. Deze wordt vervolgens in 2020 op begrotingsbasis aangevuld tot het niveau van 1,3 mln. De saldo ontwikkeling van de Voorziening Inzameling AVH in relatie tot het gekwantificeerde risiconiveau is weergegeven in onderstaande grafiek: Grafiek 3: saldo ontwikkeling Voorziening Inzameling AVH Actualisatie en besluitvorming van de nota risicomanagement binnen voorliggende conceptbegroting is in de tijd gezien niet haalbaar. Avri is voornemens om jaarlijks haar risico's te actualiseren als onderdeel van de planning & control cyclus. 33

38 10.6 Kengetallen financiële positie Het BBV verplicht (lokale) overheden tot opname van een verplichte basisset van financiële kengetallen binnen zowel de begroting als het jaarverslag. Artikel 11, lid 2 vermeldt hierover het volgende: De paragraaf over het weerstandsvermogen en risicobeheersing bevat ten minste een kengetal voor: Netto schuldquote; Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen; Solvabiliteitsratio; Grondexploitatie; Structurele exploitatieruimte; en Belastingcapaciteit. Deze kengetallen geven aanvullend inzicht in de financiële positie van Avri. De kengetallen zijn informatief en hebben geen formele functie als normeringinstrument in het kader van het financieel toezicht door de provincie. De volgende kengetallen zijn voor Avri van toepassing: Netto schuldquote; Solvabiliteitsratio; Structurele exploitatieruimte. De kengetallen worden kort inhoudelijk toegelicht alvorens deze worden becijferd. Volstaan wordt met de cijfers voor de jaarrekening 2015 (peildatum 31 december 2015) en de ramingcijfers voor 2017 (peildatum 1 januari 2017). De kengetallen volgen uit de balansgegevens van Avri. De gegevens van de balans van de jaarrekening 2015 en de geprognosticeerde balans 2017 zijn daarom in de volgende paragraaf weergegeven Balans jaarrekening 2015 en begroting 2017 De balans is nog niet wettelijk voorgeschreven vanuit de BBV. Avri presenteert deze wel binnen de begroting De balans geeft enerzijds inzicht in de ontwikkeling van met name de materiële activa en het verloop van de eigen financieringsmiddelen en de langlopende leningen. Hierdoor wordt zichtbaar wat de verwachte financieringsbehoefte op termijn is. De balans is tevens bruikbaar voor het berekenen van de financiële kengetallen die verplicht opgenomen moeten worden in de begroting. De vlottende activa en passiva zijn op begrotingsbasis gelijk gehouden aan de uitkomsten van de jaarrekening Het verloop van deze posten laat zich niet preciezer ramen dan de huidige inzichten. 34

39 Balans Avri jaarrekening Begroting Vaste activa Vlottende activa: Voorraden Vorderingen afvalstoffenheffing Overige debiteuren Uitzettingen in Rijk's schatkist < 1 jaar - - Bank, giro en overige liquide middelen Transitorische vorderingen Totaal vlottende activa Totaal activa Passiva Eigen vermogen Vreemd Vermogen: Voorzieningen Vaste schulden > 1 jaar Totaal vaste passiva Crediteuren en overige posten Transitorische schulden Totaal vlottende passiva Totaal passiva Tabel 13: Balansen Avri ten behoeve van kengetallen Netto Schuldquote De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van Avri ten opzichte van de totale exploitatiebaten. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Dit kengetal is opgebouwd uit de volgende componenten: A Vaste schulden; B Netto vlottende schuld; C Overlopende passiva; D Financiële activa; E Uitzettingen < 1 jaar; F Liquide middelen; G Overlopende activa; H Totale baten (excl. mutaties reserves). De formule van het kengetal is als volgt: (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% Voor Avri bedraagt de schuldquote: Jaarrekening 2015 begroting 2017 Netto schuldquote 56% 66% De schuldquote voor Avri bedraagt zowel in de jaarrekening 2015 als in de begroting 2017 meer dan 50%. Dit betekent dat meer dan de helft van het balanstotaal bestaat uit externe (met name langlopende) financiering. 35

40 Solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin Avri in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan: het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Dit kengetal is opgebouwd uit de volgende componenten: A Eigen vermogen; B Balanstotaal. De formule van het kengetal is als volgt: (A/B) x 100%. De solvabiliteitsratio bedraagt voor Avri: Jaarrekening 2015 begroting 2017 Solvabiliteitsratio 2,5% 1,8% Structurele exploitatieruimte Voor de structurele exploitatieruimte geldt een norm in die zin dat structureel evenwicht voor het begrotingsjaar een voorwaarde is vanuit de provincie voor het toepassen van repressief toezicht. Dit betekent dat structurele lasten inclusief structurele toevoegingen aan bestemmingsreserves maximaal gelijk mogen zijn aan de structurele baten inclusief structurele onttrekkingen aan bestemmingsreserves. Het saldo van structurele baten en lasten wordt nominaal weergegeven en als percentage van de totale baten. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt dus onderscheid gemaakt tussen structurele en eenmalige (incidentele) lasten en baten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Het kengetal voor de structurele exploitatieruimte kent de volgende componenten: A Totale structurele lasten B Totale structurele baten C Totale structurele toevoegingen aan de reserves D Totale structurele onttrekkingen aan de reserves E Totale baten De formule van het kengetal is als volgt: ((B-A)+(D-C))/(E) x 100% Het resultaat van de formule is voor Avri nihil (lees: nul). Dat wordt veroorzaakt doordat Avri geen incidentele (eenmalige) lasten heeft. Avri kent bijvoorbeeld geen investeringen van maatschappelijk nut binnen het basispakket. Incidentele kosten binnen het pluspakket leiden gelijktijdig tot incidentele baten (afrekening met de betreffende gemeente die de dienst afneemt). De geraamde lasten binnen de meerjarenbegroting kennen een structureel karakter en worden gedekt door structurele baten vanuit enerzijds de afvalstoffenheffing, bijdragen van derden voor verwijdering van bedrijfsafval en de jaarlijkse bijdragen van gemeenten voor aanvullende dienstverlening in kader van het pluspakket. 36

41 11 FINANCIERING 11.1 Inleiding Het BBV schrijft een financieringsparagraaf voor waarin de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille staan. Het "Treasurystatuut 2016 van GR Avri" bevat nadere regels voor de uitoefening van de financieringsfunctie. Deze paragraaf gaat in op een aantal externe en interne ontwikkelingen op het terrein van financiering. Naast de verwachte "renteontwikkeling" komt de financieringsbehoefte van Avri aan bod. Daarbij wordt ingegaan op de vraag hoe Avri voorziet in haar financieringsbehoefte en in hoeverre zich dit verhoudt binnen de gestelde (wettelijke) kaders van de kasgeldlimiet en de risiconorm. Vervolgens wordt ingegaan op mogelijke financieringsrisico's en op de wijze waarop deze binnen Avri beheerst worden Externe ontwikkelingen Conform het Treasurystatuut GR Avri art. 4 lid 5 beschrijven we in deze alinea de algemene rente visie van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De huidige rentetarieven bedragen op moment van samenstelling van deze begroting ca. 1,1% voor een 25-jaars annuïteiten lening en 0,15% voor een kasgeldlening van 6 maanden. De BNG verwacht (berichtgeving maart 2016) dat de Europese Centrale Bank een ruim monetair beleid blijft voeren, waardoor de korte rente laag zal blijven. De lange rentetarieven zullen onder invloed van het gematigde economisch herstel wat gaan oplopen Financieringsportefeuille Avri Avri heeft als kapitaalintensief bedrijf een permanent grote financieringsbehoefte. Avri heeft kapitaalgoederen (vrachtwagens, brengvoorzieningen, gereedschappen etc.) nodig voor de uitvoering van activiteiten. Technologische ontwikkelingen, veranderende wetgeving en organisatie ontwikkelingen zorgen jaarlijks voor diverse (materiële) investeringen. Daarnaast heeft Avri de laatste jaren haar eigen reserves en voorzieningen aangewend ter dekking van jaarlijkse exploitatielasten. Dit betekent dat uitgaven de laatste jaren gedekt zijn geweest zonder dat daar een rechtstreekse inkomstenstroom tegenover stond. Dit zorgt ervoor dat de liquiditeiten zijn teruglopen. Het voorgaande heeft eind 2015 geleid tot het aantrekken van leningen van in totaal 15 miljoen (zie begroting 2016; pag. 24). Avri heeft daarnaast een twee specifieke leningen aangetrokken voor de financiering van de aankoop van de gemeentewerf Tiel; één geldlening specifiek voor de gronden en één geldlening voor het gebouw. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten worden één op één verrekend met de gemeente Tiel. De leningportefeuille van Avri is als volgt: GELDLENINGEN BEGROTING 2017 Periode Saldo per Rente percentage Rentelasten 2017 Aflossings Aflossing methode aandeel Avri Saldo per BNG ,55% Lineair BNG ,21% Lineair BNG ,00% Lineair BNG (deel 1) ,60% Lineair BNG (deel 2) ,60% Lineair BNG (deel 3) ,60% Lineair Financieringsbehoefte ,60% Lineair Totaal leningen o / g Financieringsbijdrage gronden aan GR Rivierenland Rentecompensatie Regiokantoor a.g.v. verdeling geldleningen Totaal rentelasten incl. gronden en rentecompensatie Leningen t.b.v. aankoop gemeentewerf Tiel Periode Saldo Avri per Rente percentage Rentelasten 2017 Aflossings Aflossing methode aandeel Avri Saldo Avri per BNG (opstal) ,75% Lineair BNG (grond) ,13% Fixe * n.v.t Totaal rentelasten gemeentewerf Tiel *) Bij een fixe aflossingsmethode wordt tussentijds niet afgelost. Deze aflossingsmethode sluit het beste aan bij de waardering van de te financieren gronden, aangezien op gronden niet wordt afgeschreven. Totaal leningen Tabel 14: leningportefeuille en rentekosten Avri 37

42 Avri betaalt sinds de afsplitsing van de GR Regio Rivierenland jaarlijks een vergoeding aan Regio Rivierenland voor de financiering van de gronden die in gebruik zijn door Avri (tegen het rentetarief van de daarvoor afgesloten geldlening). Verdeling van de oude leningportefeuille over Regio Rivierenland en Avri leidt tot een marginale rentecompensatie ten gunste van Regio Rivierenland. Bestuurlijk uitgangspunt van de afsplitsing (mei 2015) was dat de verdeling voor beide partijen "budgettair neutraal" diende te verlopen. Voornoemde externe rentelasten zijn toegerekend aan de activa en leiden tot een gemiddelde rente van 2,6% (rente omslag percentage). Deze rente wordt omgeslagen over de totale activa van Avri met uitzondering van de gemeentewerf Tiel die een zelfstandige projectfinanciering kent. De rentelasten voor toekomstige investeringen en (restant) kredieten is verdisconteerd binnen de renteomslag. Binnen de begroting 2017 is rekening gehouden met een aanvullende rentelast van afgerond (gemiddeld investeringsvolume van ca ). De vraag op welke wijze (duur en vorm van betreffende lening) in de uiteindelijke (benodigde) financiering wordt voorzien, zal beantwoord worden op het moment dat daadwerkelijk tot de investeringen wordt overgegaan en is mede afhankelijk van de liquiditeitspositie en prognose van Avri op dat moment Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet stelt dat de gemiddelde netto vlottende schuld van een gemeenschappelijke regeling in een bepaald kwartaal niet hoger mag zijn dan 8,2% van het begrotingstotaal (ca. 40 miljoen). Dit betekent dat Avri op grond van de kasgeldlimiet ca. 3 miljoen aan kort geld mag aantrekken. De kredietfaciliteit die Avri heeft met de BNG is gebaseerd op de kasgeldlimiet. Wij verwachten dat de vraag naar financiering in 2017 de kasgeldlimiet te boven zal gaan en dat een aanvullend beroep op lang geld gedaan moet worden (zie financieringsbehoefte in tabel 14). Avri blijft de financieringsbehoefte nauwlettend volgen op basis van liquiditeitsprognoses. Deze is uiteindelijk bepalend voor de strategische afweging voor het aantrekken van kort dan wel lang geld Rente risiconorm De rente risiconorm bepaalt dat jaarlijks 20% van het begrotingstotaal onderhevig mag zijn aan renteherziening en herfinanciering. Hiermee is een maximumgrens gesteld aan het renterisico op de langlopende leningsportefeuille. Van renteherziening is sprake als in de leningsovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar wordt aangepast. Herfinanciering is het totaalbedrag aan aflossingen op de bestaande leningenportefeuille. Zoals uit het hiervoor gepresenteerde overzicht van de leningportefeuille blijkt, bedraagt het totaal van de aflossingen jaarlijks ca. 2,8 miljoen. Dit bedrag blijft ruimschoot onder de risiconorm die voor Avri ca. 8 miljoen bedraagt. De leningen van Avri kennen daarnaast de mogelijkheid (en het risico) van tussentijdse renteherziening niet. Het rentepercentages van de leningen van Avri staan vast gedurende de gehele looptijd. Geconcludeerd wordt dat Avri voldoet aan de rente risiconorm Schatkist bankieren Schatkist bankieren houdt in dat (lokale) overheden de financiële middelen die zij (tijdelijk) niet nodig hebben voor de uitoefening van hun taken en verantwoordelijkheden afromen naar de schatkist van het Rijk. Als zelfstandige GR heeft Avri zich vanaf 1 januari 2016 eveneens te houden aan de spelregels van het Schatkist bankieren. Avri heeft hiervoor via de BNG een aparte bankrekening geopend waarop overtollige financieringsmiddelen automatisch tijdelijk geparkeerd worden. Overschotten boven de worden automatisch overgeboekt naar de rekening van de schatkist. Avri ontvangt hierover een marktconforme rentevergoeding Kredietrisico Kredietrisico's zijn risico's op het niet terugontvangen van uitgezette middelen. Avri heeft samen met Lander voorzien in een gedeelte van het startkapitaal van Kringloopwinkel Secunda. De lening van wordt vanaf 2011 in tien jaarlijkse termijnen afbetaald. De stand van de lening bedraagt op Secunda voldoet jaarlijks aan haar aflossingsverplichtingen, derhalve wordt geen kredietrisico voorzien. 38

43 11.8 Koers- en valutarisico en gebruik van derivaten Koersrisicobeheer is het beheersen van de risico s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Valutarisicobeheer is het beheersen van risico s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van wat verwacht werd op het beslissingsmoment. Beide soorten risico's doen zich binnen het werkveld van Avri niet voor. Het Treasury statuut van Avri staat het gebruik van derivaten - ter beperking van financiële risico s - toe. Derivaten zijn financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde (bijvoorbeeld de waarde van een langlopende lening). Derivaten worden in de praktijk onder andere gebruikt om renterisico s te beheersen en financieringskosten te minimaliseren. Avri maakt in de dagelijkse praktijk geen gebruik van derivaten EMU Saldo De Wet Houdbare Overheidsfinanciën bepaalt dat het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen een gelijkwaardige inspanning leveren bij het op orde brengen van de overheidsfinanciën. Dit betekent onder meer dat het overheidstekort of -overschot, het EMU-saldo, beperkt moet blijven. Het saldo van de Economische en Monetaire Unie (EMU-saldo) is het totaal aan inkomsten minus uitgaven van de rijksoverheid, sociale fondsen en lokale overheden (onder andere gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen). Als de uitgaven hoger zijn dan de inkomsten spreken we van een EMU-tekort. Rijk en decentrale overheden hebben afgesproken dat decentrale overheden tezamen een EMU-tekort morgen hebben van maximaal 0,5% van het bruto binnenlands product (BBP). Het EMU saldo wordt berekend aan de hand van een standaard format. De berekening van het positieve EMU saldo van Avri treft u aan in bijlage 4. Avri draagt derhalve niet bij aan een mogelijk EMU tekort van lokale overheden. 39

44 12 BEDRIJFSVOERING 12.1 Inleiding Avri is net als vele andere organisaties aan het veranderen. De groei in de afgelopen jaren in werkvolume en in diversiteit van het dienstenaanbod, maar ook de veranderende verwachtingen van de rijksoverheid (e-overheid), burgers, bedrijven en ketenpartners, vragen om verdere ontwikkeling, structurering en professionalisering van de bedrijfsvoering van Avri. Avri is door deze groei en de ontwikkelingen voor de dienstverlening en de bedrijfsvoering afhankelijk van een goede interne en externe informatievoorziening en de ondersteuning van ICT (automatisering). Daarmee is de informatievoorziening een speerpunt voor 2016 en 2017 en een strategische en kritische succesfactor voor Avri Informatie Beleids Plan (IBP) Professionalisering De ontwikkelingen van Avri vragen om flexibiliteit en professionalisering van de bedrijfsvoering en om de juiste vertaling van de ondersteuningsbehoeften naar optimale werkprocessen en bijbehorende systemen. Het doel hierbij is om de juiste ondersteuning te kunnen bieden die de organisatie nodig heeft om de dienstverlening naar de klanten te blijven borgen. Hierbij geldt als uitgangspunt dat de bedrijfsvoering klantgericht, flexibel, professioneel en bedrijfsmatig is. Transparantie is en blijft hierbij de belangrijkste toetssteen. Duidelijk is dat er geïnvesteerd moet worden in de bedrijfsvoering van Avri en dat de behoefte en noodzaak aanwezig is voor Avri om doelgericht toe te werken naar een duurzaam ingerichte en toekomstgerichte informatiehuishouding. Informatiebeleid In 2015 is de balans opgemaakt voor de informatievoorziening binnen Avri. Duidelijk is dat de informatiehuishouding niet op orde is door dat processen niet optimaal ingericht zijn, gewerkt wordt met verouderde systemen en dat bepaalde systemen niet goed aansluiten op de processen. In het Informatiebeleidsplan (IBP) zijn de kaders, ambities en doelstellingen opgenomen voor het op orde krijgen van de informatiehuishouding en de ICT van Avri. Dit om te kunnen voldoen aan wettelijke regelgeving, aan onze verantwoordingplicht richting opdrachtgevers en deelnemers, risico s te verkleinen en goed te kunnen sturen op de uitvoering van het werk en de kosten daarvan. In het informatiebeleidsplan is informatievoorziening gedefinieerd als het geheel aan mensen, processen, hardware, software en aanvullende middelen dat Avri in staat stelt om op de juiste tijd, op de juiste plaats en in de juiste vorm over de juiste informatie te kunnen beschikken en te verantwoorden. Investering De investering voor de uitvoering van het meerjarige IBP-programma is indicatief geraamd op Het Algemeen Bestuur heeft op 18 februari 2016 ingestemd met het gefaseerd uitvoeren van het IBP en ingestemd met de uitvoering van fase 1 (m.n. ontvlechting ICT infrastructuur). Het gefaseerd uitvoeren draagt bij tot een meer verfijnde raming van de benodigde investeringen en tot een betere beheersing en afstemming van prioriteiten en afhankelijkheden. De financiële gevolgen van fase 1 in 2016 (investering en efficiencyvoordelen) zijn verwerkt in de voorliggende begroting 2017 ( 0,39 verhoging van de afvalstoffenheffing). Binnen de uitwerking van de meerjarenramingen van de begroting 2017 zijn de lasten opgenomen van de vervolgfasen. De efficiencyvoordelen hiervan zijn op dit moment nog niet duidelijk. Het voorgaande betekent overigens niet dat het Algemeen Bestuur automatisch instemt met de investeringskredieten zoals die opgenomen worden binnen de meerjarenramingen. Iedere benodigde nieuwe investering voor een fase wordt afzonderlijk ter besluitvorming voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Indien mogelijk kunnen fases elkaar overlappen. De financiële effecten van iedere fase van het IBP zijn in de begroting en de meerjarenramingen - inzichtelijk gemaakt. Van een "go beslissing" is pas sprake nadat het AB daar expliciet een besluit over heeft genomen. De financiële effecten van het IBP worden per fase zowel voor het basispakket als voor het pluspakket inzichtelijk gemaakt. De dekking van de financiële effecten voor de pluspakket gemeenten wordt meegenomen in de begrotingen van de plusgemeenten. 40

45 12.3 Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) Avri streeft er naar de uitvoering van haar taken op maatschappelijk verantwoorde wijze vorm te geven. Zo werkt Avri aan duurzaamheid door bijvoorbeeld de vergroening van het wagenpark (25 wagens zijn al over van diesel naar biogas), het gebruik van stortgas voor de verwarming van het kantoor, zonnecellen op het kantoordak en plannen voor zonne-energie en windenergie op de voormalige stortplaats. Dit zijn overigens maatregelen die geen extra geld kosten, maar in bepaalde gevallen zelfs geld opleveren. Tevens werkt Avri aan bijvoorbeeld aan het realiseren van werkplekken voor medewerkers met een achterstand op de arbeidsmarkt (ondertussen meer dan 65 personen), geeft Avri voorlichting op scholen, verzorgt excursies voor inwoners, ondersteunt 153 markten en braderieën, sponsort regionale evenementen (Appelpop, Bloesemtocht, e.d.) en zamelt papier in met 81 verenigingen. 41

46 13 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN De belangrijkste kapitaalgoederen van Avri worden gevormd door de gebouwen en terreinen op de locaties Meersteeg te Geldermalsen, milieustraten Zaltbommel, Culemborg en Tiel. Begin 2015 heeft Avri de voormalige gemeentewerf van Tiel overgenomen. In deze zelfde periode werden op de locatie in Geldermalsen de nieuwe wasplaats, zoutloods en parkeerplaats bedrijfsvoertuigen in gebruik genomen en in 2016 zal er een extra overslagvijver voor het regenwater worden aangelegd. Met betrekking tot deze kapitaalgoederen geldt, dat er niet alleen jaarlijks onderhoud plaats zal moeten vinden, maar ook zal met enige regelmaat groot onderhoud uitgevoerd moeten worden. Om tot een adequate indicering van de onderhoudskosten te komen zal, mede gezien bovengenoemde uitbreidingen, het meerjaren onderhoudsplan in 2016 worden geactualiseerd. Deze actualisatie wordt in de 2e helft van 2016 uitgevoerd. Eventuele aanpassing van de jaarlijks benodigde dotatie aan de onderhoudsvoorziening wordt meegenomen in een tussentijdse begrotingswijziging. Door de uitbreiding van Avri met de uitvoering van IBOR taken is niet alleen het aantal maar ook de diversiteit van het wagenpark, gereedschappen en middelen sterk toegenomen. De komende jaren zal Avri bij (vervangings)investeringen daar waar mogelijk deze diversiteit terug brengen waardoor onderhoudskosten kunnen worden bespaard. De benodigde dotatie voor onderhoud aan IBOR middelen zullen in de begroting aan de IBOR gemeenten worden doorbelast. 42

47 14 VERBONDEN PARTIJEN 14.1 Inleiding Verbonden partijen zijn rechtspersonen waar Avri een bestuurlijke en een financiële band mee heeft. Dit zijn onder andere vennootschappen (waarvan de aandelen geheel of gedeeltelijk in het bezit zijn van Avri), verenigingen of stichtingen die een publiek belang behartigen dan wel andere gemeenschappelijke regelingen. Met de bestuurlijke band wordt bedoeld dat Avri één of meer zetels heeft binnen de betreffende partij dan wel stemrecht heeft. Van een financiële band is sprake als er middelen ter beschikking zijn gesteld aan deze partij. Het BBV verplicht opname van deze partijen binnen een aparte paragraaf binnen de begroting en jaarrekening. Artikel 15 van het BBV schrijft voor dat de financiële informatie van de verbonden partijen (cijfers met betrekking tot eigen en vreemd vermogen en exploitatieresultaat) in het kader van de begroting 2017 betrekking moet hebben op de ramingen van 2017, en niet over afgesloten begrotingsjaren. In de begroting van Avri zijn deze opgenomen voor zover deze - op moment van samenstelling van de begroting - bekend zijn. In de meeste gevallen wordt volstaan met de jaarrekeningcijfers 2015 aangezien dit voor Avri op dit moment (eind maart 2016) de meest actuele cijfers zijn Avri Realisatie B.V. te Geldermalsen Avri Realisatie B.V. (voorheen Avri Ontwikkeling B.V.) is op 26 augustus 1999 opgericht, bedoeld om nieuwe - veelal commerciële - activiteiten te ontwikkelen op Grondstoffenpark Rivierenland. Hiervoor is in 1999 een werkkapitaal ter beschikking gesteld. De verstrekte geldlening bij de oprichting is in 2003 omgezet in een aandelenkapitaal, waarvan Regio Rivierenland tot 2015 enig aandeelhouder was. In het bestuurlijke voorstel - om te komen tot een zelfstandige gemeenschappelijke regeling Avri - is opgenomen dat enkele deelnemingen - waaronder Avri Realisatie BV - tegen boekwaarde (zonder verrekening) overgaan naar Avri omdat het hier Avri gerelateerde activiteiten betreft. De gemeenteraden hebben in 2015 unaniem ingestemd met het voorstel tot verzelfstandiging. Het nieuwe bestuur GR Avri heeft op 16 december 2015 besloten de aandelen van Avri Realisatie B.V. over te nemen. De formele overdracht van de aandelen moet nog afgewikkeld worden. De aandelen staan op de balans voor een bedrag van Het doel van Avri Realisatie B.V. is om te kunnen anticiperen op toekomstige ontwikkelingen en een beter draagvermogen bij Avri te creëren. Avri Realisatie B.V. heeft geen personeelsleden in dienst. De personele invulling voor de activiteiten wordt verrekend vanuit Avri (zie ook bijlage 1). Naast een algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) heeft Avri Realisatie B.V. een Raad van Commissarissen die uit twee personen bestaat. Avri Realisatie B.V. kent geen (zelfstandige) begroting. Cijfers over 2017 van de Realisatie B.V. zijn daarom binnen voorliggende begroting van Avri niet terug te vinden. Volstaan wordt met de jaarrekeningcijfers Overigens moet de jaarrekening 2015 nog vastgesteld worden door de AvA. Avri Realisatie B.V. jaarrekening 2014 jaarrekening 2015 Eigen Vermogen Vreemd Vermogen Exploitatieresultaat Tabel 15: kengetallen Avri Realisatie B.V. Risico's: Concrete risico's worden in het jaarverslag 2015 van de Realisatie B.V. niet benoemd. In het jaarverslag staat vermeld dat de AvA op 11 december 2013 een minimale weerstandscapaciteit te hanteren van Ultimo 2015 wordt hier aan voldaan. In het jaarverslag is daarnaast vermeld dat een gedeelte van de thans aanwezige weerstandscapaciteit mogelijk ingezet gaat worden als voorfinanciering voor een gedeelte van de investeringen van het Solarpark. In dat geval wordt een gedeelte van de algemene reserve "bestemd" worden als specifieke projectreserve. Het financiële afbreukrisico van Avri Realisatie B.V. voor Avri bedraagt maximaal (het voornoemde aandelen kapitaal). Overige financiële risico's komen volledig voor rekening van Avri Realisatie B.V. en vallen buiten de reikwijdte van de GR Avri. 43

48 14.3 Avri Solar B.V. te Geldermalsen Avri Solar B.V. is in 2014 opgericht ten behoeve van de realisatie (en mogelijk de exploitatie) van een solarpark op de afgewerkte stortplaats van Avri. Avri Realisatie B.V. is de oprichtster van de Solar B.V. en enige aandeelhouder van deze vennootschap. Avri Realisatie B.V. fungeert tevens als bestuur en AvA voor Avri Solar B.V.. Avri Solar B.V. kent een zelfstandige jaarrekening die geconsolideerd wordt met de jaarrekening van Avri Realisatie B.V. Op het moment van samenstelling van de voorliggende begroting was de jaarrekening van Solar B.V. nog niet door de AvA vastgesteld. De cijfers van de jaarrekening 2015 Avri Solar B.V. worden - net als de cijfers van de jaarrekening 2015 van Avri Realisatie BV - afzonderlijk gepresenteerd. De Solar B.V. kent net als Avri Realisatie B.V. geen (zelfstandige) begroting. Cijfers over 2017 zijn daarom binnen voorliggende begroting van Avri niet terug te vinden. Volstaan wordt met de jaarrekeningcijfers De jaarrekening 2015 van Avri Solar B.V. moet nog vastgesteld worden door de AvA. Avri Solar B.V. jaarrekening 2014 jaarrekening 2015 Eigen Vermogen n.v.t. n.v.t. Vreemd Vermogen n.v.t Exploitatieresultaat n.v.t. -/ Tabel 16: kengetallen Avri Solar B.V. Risico's: Eventuele risico's worden in het jaarverslag niet benoemd. Ten aanzien eventuele risico's wordt binnen voorliggende begroting verwezen naar de tekst zoals hiervoor is opgenomen bij de Realisatie B.V Afvalverwerking Regio Nijmegen (ARN B.V.) te Weurt. Tot en met 2015 participeert Regio Rivierenland in de afvalverbrandingsinstallatie van ARN. De aandelen zijn als volgt over de verschillende aandeelhouders verdeeld: Milieusamenwerking Afvalverwijdering Regio Nijmegen Regio de Vallei Regio Rivierenland Door de rechtspersoon gehouden eigen aandelen Remondis Nederland B.V. Totaal aandelen aandelen 588 aandelen 490 aandelen aandelen aandelen De aandelen van Regio Rivierenland hebben een balanswaarde van afgerond In het kader van het besluitvormingsproces omtrent de verzelfstandiging van Avri is eveneens besloten dat deze "tegen boekwaarde (zonder verrekening)" overgaan naar GR Avri. De cijfers van zowel de jaarrekening 2015 als de begroting 2017 zijn op moment van samenstelling van voorliggende begroting nog niet beschikbaar. Volstaan wordt met de cijfers van de jaarrekening ARN Jaarrekening 2014 Eigen Vermogen Vreemd Vermogen Exploitatieresultaat Tabel 17: kengetallen ARN B.V. 44

49 14.5 Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) te Tiel Deze gemeenschappelijke regeling verzorgt de dienstverlening inzake de heffing en invordering van waterschapsbelastingen, afvalstoffenheffing en gemeentelijke belastingen, alsmede bij de uitvoering van de Wet onroerende zaken en het beheer en de uitvoering van vastgoedinformatie. Met ingang van 2008 worden de aanslagen afvalstoffenheffing voor Avri opgelegd en geïnd door de BSR. BSR is een samenwerkingsverband op het gebied van belastingen tussen het Waterschap Rivierenland, Avri en de gemeenten Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Montfoort, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal, Wijk bij Duurstede, IJsselstein. In het Algemeen Bestuur heeft een lid van GR Avri zitting. De meest actuele cijfers van BSR zijn de rekeningcijfers 2015 (zijn nog niet vastgesteld door bestuur). BSR jaarrekening 2014 jaarrekening 2015 Bestemmingsreserves voorziening voor verplichtingen, verliezen en risico's. Overig Vreemd Vermogen Exploitatieresultaat 2015 (voor bestemming) Tabel 18: kengetallen BSR 14.6 Stichting Kringloopbedrijf Rivierenland te Tiel Deze Stichting, ook wel Kringloopwinkel Secunda genoemd, richt zich op recycling van tweedehands goederen. Avri en Lander hebben gezamenlijk, ieder voor de helft, een gedeelte van het startkapitaal aan SKR beschikbaar gesteld in de vorm van een gemeenschappelijke lening met terugbetaalgarantie. Regio Rivierenland is bestuurlijk betrokken bij de stichting. De lening ad wordt vanaf 2011 in tien jaarlijkse termijnen afbetaald. De rente die SKR over de verstrekte geldlening betaalt bedraagt 5%. De stand van de lening bedraagt ultimo De cijfers van zowel de jaarrekening 2015 als de begroting 2017 zijn op moment van samenstelling van voorliggende begroting nog niet beschikbaar. Volstaan wordt met de cijfers van de begroting 2016 en de prognose 2017 die eveneens binnen de begroting 2016 afgegeven is. Secunda Begroting 2016 Prognose 2017 Vermogen Liquiditeit Exploitatieresultaat Tabel 19: kengetallen Secunda 45

50 FINANCIËLE BEGROTING 46

51 15 TOTAALOVERZICHT BATEN EN LASTEN In dit hoofdstuk zijn de totale baten en lasten van Avri uiteengezet. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de financiën van de exploitatie van de diverse programma's. In onderstaande tabel is het totale saldo van de programma's berekend. Totaal baten en lasten (x 1.000) begr begr begr begr Totaal programma's Avri Lasten Baten Saldo programma's Avri Tabel 20: totaal baten en lasten Avri De totale baten en lasten per programma zijn in onderstaande tabel 21 weergegeven. Hierin zijn ook de vermogensmutaties gepresenteerd. Dit betreffen de mutaties uit de Algemene Bedrijfsreserve. Totaal baten en lasten per programma (x 1.000) begr begr begr begr Programma basistaken Lasten Baten Saldo Programma basistaken Programma bedrijfsafval Lasten Baten Saldo Programma bedrijfsafval Programma plustaken * Lasten Baten Saldo Programma plustaken Resultaat vóór bestemming Vermogensmutaties Lasten Baten * Totaal Vermogensmutaties Resultaat na bestemming * Jaarlijks wordt vanuit de ABR ingezet ter dekking van acquisitie lasten. Deze bijdrage is reeds verwerkt in de baten van het programma basistaken. Tabel 21: totaal baten en lasten per programma en vermogensmutaties

52 16 UITEENZETTING FINANCIËLE POSITIE 16.1 Inleiding De financiële positie bevat een raming voor het begrotingsjaar 2017 en de drie volgende jaren volgend op het begrotingsjaar. Uitgangspunt is dat de financiële gevolgen van bestaand beleid (geïndexeerd) verwerkt worden in de ramingen , aangevuld met de financiële gevolgen van nieuw beleid / nieuwe investeringen. De volgende onderwerpen passeren daarnaast - binnen dit hoofdstuk - kort de revue: - de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume; - post onvoorziene uitgaven; - de investeringen; onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut; - de financiering; - de stand en het gespecificeerde verloop van de reserves; - de stand en het gespecificeerde verloop van de voorzieningen; - gehanteerde uitgangspunten voor indexering Exploitatieresultaat De exploitatie van de diverse programma's van Avri is meerjarig structureel in evenwicht. Dit houdt in dat de structurele lasten zijn gedekt met structurele baten. In het programma basistaken wordt het lastenniveau gedekt door de baten afvalstoffenheffing. De inwoners van regio rivierenland zijn wettelijk verplicht tot betaling van de afvalstoffenheffing over te gaan. Een eventueel saldo tussen baten en lasten wordt verrekend met de Voorziening Inzameling AVH. In het programma pluspakket (met name IBOR) wordt op contractbasis gewerkt voor individuele gemeenten. Dit gebeurt tegen kostprijs waarbij een eventueel saldo tussen baten en lasten bij de jaarrekening worden verrekend met de betreffende gemeente. In de begroting en jaarrekening is derhalve geen exploitatiesaldo bij de uitvoering van dit programma. Het programma bedrijfsafval betreft een commerciële activiteit. In voorliggende begroting zijn ook voor deze activiteit de lasten meerjarig afgedekt. Het geringe exploitatieresultaat wordt afgestort naar de Algemene Bedrijfsreserve Jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbare volume Lokale overheden dienen in de begroting in te gaan op de zogenaamde jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Onder arbeidsrechtelijke verplichtingen worden verstaan de aanspraken op toekomstige uitkeringen door huidig dan wel voormalig personeel. Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) schrijft voor dat jaarlijkse arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume in de exploitatie moeten worden verantwoord. Als de verplichtingen niet van een vergelijkbaar volume zijn, dan moet hiervoor een voorziening worden getroffen. De betalingen voor WW uitkeringen vallen binnen de categorie van de jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen aangezien Avri hiervoor eigen risicodrager is. Voor voormalig werknemers die recht hebben op een WW uitkering ontvangt Avri een nota van het UWV. De WW uitkering wordt qua duur in de komende jaren versoberd. Avri kent beperkte WW verplichtingen voor Voor kosten ontslagvergoedingen is binnen de Avri begroting een jaarlijks budget opgenomen van Post onvoorziene uitgaven De artikelen 8 en 17 van het BBV schrijven voor dat de begroting inzicht verschaft in het opgenomen budget voor onvoorziene uitgaven. De post onvoorzien kan aangewend worden ter dekking van onverwachte uitgaven in het begrotingsjaar die geen uitstel dulden. Het BBV kent geen bepalingen omtrent de minimale omvang van deze post. Avri kent op begrotingsbasis geen post onvoorziene uitgaven. Niet geraamde (en niet uitstelbare) uitgaven worden jaarlijks verantwoord binnen de tussentijdse rapportage(s) dan wel binnen de jaarrekening en komen ten laste van de reguliere budgetten dan wel worden uiteindelijk verrekend met de Voorziening Inzameling AVH (voor zover het uitgaven voor basispakket betreft), de algemene bedrijfsreserve (voor zover het uitgaven voor bedrijfsafval betreft) dan wel verrekend met de individuele gemeenten waarvoor Avri in het programma pluspakket taken verricht. 48

53 16.5 Investeringen Om de activiteiten te kunnen uitvoeren en producten te kunnen ontwikkelen zijn investeringen in duurzame kapitaalgoederen nodig. Deze investeringen kunnen nieuw zijn, maar ze kunnen ook ter vervanging zijn van verouderde activa. Gezien de kapitaalintensieve bedrijfsvoering en de omvang van de activa (m.n. het wagenpark), heeft Avri jaarlijks veel vervangingsinvesteringen. Vervangingsinvesteringen hebben geen lastenstijging tot gevolg. Nieuwe investeringen hebben dat wel. In deze wordt een overzicht gepresenteerd van de investeringen die in deze meerjarenbegroting zijn verwerkt. Voor de investeringen voor 2017 wordt investeringskrediet aangevraagd. Deze investeringen worden in dit hoofdstuk nader toegelicht. Het BVV kent een onderscheid in investeringen met een maatschappelijk en een economisch nut. De investeringen van Avri vallen onder die van "economisch nut". Dit betekent dat de investering "verhandelbaar zijn" dan wel bijdragen aan het genereren van middelen (o.a. afvalstoffenheffing). In onderstaande tabel is het overzicht van investeringen weergegeven. Hierin zijn de vervangingsinvesteringen aangeduid. MEERJARENBEGROTING INVESTERINGEN Jaar Investering Vervanging? 2017 Materieel IBOR Vervanging Materieel Afvalbeheer Vervanging Ondergrondse brengvoorzieningen Vervanging Bovengrondse brengvoorzieningen Vervanging Mini containers Vervanging Vervaningsinvesteringen huisvesting Vervanging IBP fase 2 uitvoering projecten Materieel IBOR Vervanging Materieel Afvalbeheer Vervanging Ondergrondse brengvoorzieningen Vervanging Bovengrondse brengvoorzieningen Vervanging Mini containers Vervanging Vervaningsinvesteringen huisvesting Vervanging Materieel IBOR Vervanging Materieel Afvalbeheer Vervanging Ondergrondse brengvoorzieningen Vervanging Bovengrondse brengvoorzieningen Vervanging Mini containers Vervanging Vervaningsinvesteringen huisvesting Vervanging Ondergrondse brengvoorzieningen Vervanging Bovengrondse brengvoorzieningen Vervanging Mini containers Vervanging Vervaningsinvesteringen huisvesting Vervanging Totaal investeringen begroting Tabel 22: investeringsbegroting

54 Toelichting op de aangevraagde investeringskredieten 2017 Materieel IBOR Er wordt krediet aangevraagd voor de vervanging van bedrijfswagens voor het beheer van de openbare ruimte. Materieel afvalbeheer Er wordt krediet aangevraagd voor de vervanging van een tweetal zijladers, een shovel en klapnetten voor afzetcontainers. Vervanging brengvoorzieningen Jaarlijks wordt er krediet aangevraagd voor de vervanging van boven- en ondergrondse brengvoorzieningen teneinde de dienstverlening aan inwoners te kunnen continueren. Vervanging mini containers Jaarlijks wordt er krediet aangevraagd voor de vervanging van mini containers teneinde de dienstverlening aan inwoners te kunnen continueren. Vervanging bedrijfscontainers Jaarlijks wordt er krediet aangevraagd voor de vervanging van bedrijfscontainers teneinde de dienstverlening aan bedrijven te kunnen continueren. Vervangingsinvesteringen huisvesting Jaarlijks wordt er krediet aangevraagd voor de vervangingsinvesteringen in de huisvesting teneinde de dienstverlening aan bedrijven te kunnen continueren. Deze investeringen maken geen onderdeel uit van het huidige meerjaren onderhoudsplan (zie paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen). ICT & informatievoorziening Vanwege de ontwikkelingen en groei in bedrijfsactiviteiten de laatste jaren, investeert Avri in haar ICT & informatievoorziening. In de paragraaf bedrijfsvoering van deze begroting wordt hier nader op ingegaan. De uiteindelijke kredietvotering van deze investering vindt afzonderlijk plaats door het AB Avri. In tegenstelling tot de andere kredieten die voor 2017 zijn opgenomen, betekent vaststelling van de begroting 2017 vooralsnog niet dat het AB heeft ingestemd met het beschikbaar stellen van een investeringskrediet van voor uitvoering van het IBP fase Dekking van kapitaallasten De kapitaallasten die voortkomen uit de investeringen voor Afval, komen ten laste van het basispakket (afvalstoffenheffing). Kapitaallasten die voortkomen uit de investeringen voor IBOR, komen ten laste van de betreffende IBOR gemeente(n). Kapitaallasten van investeringen die niet Afval- of IBOR specifiek zijn, worden als overhead volgens verhouding van de productie uren verdeeld (zie ook hoofdstuk 5 Uitgangspunten inrichting begroting) Financiering Een overzicht van de vaste geldleningen van Avri is opgenomen binnen de paragraaf Financiering. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing treft u een geprognosticeerde balans aan voor het jaar In deze balans is de (aanvullende) financieringsbehoefte van Avri voor 2017 opgenomen. Deze financieringsbehoefte vloeit enerzijds voort uit nieuwe investeringen (zie voorgaande paragraaf) en anderzijds uit het feit dat de hoogte van de voorzieningen afnemen (worden ingezet ter dekking van voorziene lasten). 50

55 16.8 Reserves en voorzieningen De meerjaren ontwikkeling van de saldi van de reserves en voorzieningen wordt weergeven in de deze paragraaf. Het resultaat is weergeven in onderstaande tabel. De reserves en voorzieningen worden vervolgens kort toegelicht. Reserves en Voorzieningen begroting 2017 en meerjarenramingen bedragen * Algemene Bedrijfsreserve Saldo per Stortingen: - exploitatieresultaat bedrijfsafval Verrekening resultaat extra inzameling GFT pluspakket Onttrekkingen: - Dekking resultaat handhaving pluspakket excl. BTH Dekking overige resultaten pluspakket -8 - Inzet in basispakket Investeringen bedrijfsvoering Acquisitie en productontwikkeling pluspakket Saldo Voorziening inzameling AVH Saldo per Stortingen: - Aanvulling t.b.v. minimaal risiconiveau 600 Onttrekkingen: - Exploitatieresultaat basispakket Inzet in basispakket Desintegratiekosten ICT -174 Saldo Voorziening Stortplaats Saldo per Stortingen: - Dotatie vanuit afvalstoffenheffing Onttrekkingen: - Kosten eindafwerking Opstellen nazorgplan Overige kosten Saldo Voorziening onderhoud gebouwen Saldo per Stortingen: Onttrekkingen Saldo per Totaal Reserves en voorzieningen Tabel 23: mutaties reserves en voorzieningen 51

56 Algemene bedrijfsreserve Doel: Aard: Optimum (norm): Omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen: Daarnaast biedt deze voorziening weerstandscapaciteit tegen de gekwantificeerde risico's die zich kunnen voordoen die bij de pluspakket (excl. IBOR), bedrijfsafval en algemene bedrijfsvoeringrisico's. Algemene reserve Minimum: (factor 1,0 van de risico's op de uitvoering van het pluspakket (excl. IBOR) en bedrijfsafval. De storting in 2017 betreft enerzijds de toevoeging van het exploitatieresultaat van bedrijfsafval. Daarnaast wordt jaarlijks een gering bedrag ( ) gereserveerd als acquisitie- en ontwikkelbudget om schaalvergroting in activiteiten voor gemeenten te realiseren. Hiermee wordt invulling gegeven aan de bedrijfsstrategie en wordt een optimale dekking van de kosten nagestreefd. De stand van de ABR bedraagt op basis van de huidige ramingen per Voorziening Inzameling Afvalstoffenheffing Doel: Aard: Wanneer de opbrengst van de afvalstoffenheffing de daarmee te dekken kosten overschrijdt, wordt de meeropbrengst gedoteerd aan deze egalisatievoorziening. Bij eventuele tekorten wordt de voorziening aangesproken. Daarnaast biedt deze voorziening weerstandscapaciteit tegen de gekwantificeerde risico's die zich kunnen voordoen binnen het basispakket. Egalisatievoorziening & weerstandsvoorziening Optimum (norm): Omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen: Minimum: (factor 1,0 van de risico's op basistaken); Het bedrag boven het minimum (> 2,1 miljoen) wordt gezien als het deel dat voor egalisering ingezet kan worden. De onttrekking 2017 heeft betrekking op de inzet van rekeningsresultaat 2015 ten gunste van de reguliere exploitatie Hiermee wordt het tarief afvalstoffenheffing (eenmalig) positief beïnvloed. Daarnaast wordt rekening gehouden met egalisatie van het geraamde exploitatieresultaat 2017 van De stand van de voorziening bedraagt op basis van de huidige ramingen per Voorziening eindafwerking stortplaats Avri Doel: De voorziening is bestemd voor de kosten die aan het eind van de levensfase van de stortplaats moeten worden gemaakt voor de verplichte afwerking en overdracht van de stortplaats. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op de kosten van de eindafwerking en nazorgverplichting aan de provincie. Aard: Optimum: Voorziening Niet van toepassing Laatste jaar aanwending: Bij overdracht stortplaats (verwachting eind 2019) Beoordeling omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen: De stand van de voorziening bedraagt op basis van de huidige ramingen per De voorziening wordt in 2017 gevoed vanuit de exploitatie van het programma basispakket (afvalstoffenheffing) voor De nazorgkosten worden uit de voorziening onttrokken ( ). 52

57 Voorziening eindafwerking onderhoud gebouw Doel: De voorziening is bestemd om de kosten voor het onderhoud van de gebouwen van Avri gelijkmatig en voor een soortgelijk niveau in de reguliere exploitatie te verwerken. Aard: Optimum: Omvang en toelichting toevoegingen en onttrekkingen: Egalisatievoorziening Conform de raming van het onderhoudsplan gebouwen (zie ook toelichting paragraaf kapitaalgoederen). De baten hebben betrekking op de jaarlijkse storting vanuit de reguliere exploitatie naar deze voorziening ( ). De jaarlijkse lasten van het onderhoud worden jaarlijks ten laste van deze voorziening gebracht en bedragen voor De stand van de voorziening bedraagt

58 17 VASTSTELLINGSBESLUIT Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avri, bijeen in haar vergadering van 7 juli 2016: BESLUIT: - De begroting 2017 Avri inclusief meerjarenbegroting vast te stellen conform voorliggend ontwerp; Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur op 7 juli De secretaris, De voorzitter, Dhr. E. de Vries Dhr. L. Verspuij 54

59 BIJLAGEN 55

60 Bijlage 1: Specificatie overheadcijfers Avri Specificatie afdelingsoverhead en hulpkostenplaatsen inclusief toerekening aan programma's: Specificatie overheadgegevens begroting 2017 (bedragen x 1.000) toegerekend aan: Programma basispakket Programma pluspakket Programma bedrijfsafval Avri Realisatie B.V. (incl. Solar B.V.) Totaalbedrag Afdelingsoverhead Overhead afd. Bedrijfsvoering Overhead afd. Directie Overhead afd. Afvalbeheer Overhead afd. IBOR Overhead afd. Klant & Advies Totaal afdelingsoverhead Verhouding afdelingsoverhead 100% 60% 34% 5% 1% Hulpkostenplaatsen Wagenpark (overheadcijfers) Rente Huisvesting

61 Tarief (in ) Bijlage 2: alternatieve scenario's inzet Voorziening Inzameling AVH die bijdragen tot een meer gelijkmatig verloop van het tarief afvalstoffenheffing. In deze bijlage worden 3 scenario's voor de tariefsontwikkeling van de afvalstoffenheffing uitgewerkt: 1. lineaire tariefsstijging afvalstoffenheffing; 2. tariefsontwikkeling afvalstoffenheffing op basis van volledige afbouw van de Voorziening Inzameling AVH; 3. Tariefsontwikkeling afvalstoffenheffing op basis van kostenontwikkeling (zonder extra inzet Voorziening Inzameling AVH). Scenario 1: lineaire tariefsstijging afvalstoffenheffing In dit scenario is een meer evenredige gemiddelde stijging van de afvalstoffenheffing uitgewerkt (zie de rode lijn). Het tarief per 2020 van 206 is daarbij als uitgangspunt gehanteerd. Ten opzichte van het tarief 2016 van 175 leidt dit tot een gemiddelde tariefstijging van 7,50 voor de volgende 4 jaren ( ). Het verschil ten opzichte van de in deze begroting opgenomen tarieven leidt tot de noodzaak van aanvullende dekkingsmiddelen. In dit scenario wordt daarbij uitgegaan van de inzet van de Voorziening Inzameling AVH. Scenario 1 Gelijkmatige stijging tarief Jaar Begroting gelijkmatige stijging tarief Verlaging van de thans opgenomen tarieven binnen de begroting tot het lineaire niveau leidt tot een totaal aan benodigde aanvullende incidentele dekking van afgerond 1,76 miljoen. Onderstaande tabel laat de benodigde inzet zien over de vier begrotingsjaren Totaal Voorgesteld tarief begroting Tarief scenario gelijkmatig verloop Verschil Benodigde dekking vanuit voorziening inzameling AVH De stand van de Voorziening Inzameling AVH (na de geraamde stortingen en onttrekking in de jaren 2017 tot en met 2019) bedraagt begin Daarbij is rekening gehouden met het gegeven dat het voorziene resultaat van de jaarrekening 2015 reeds ter incidentele dekking is ingezet in 2017 (deze maakt al onderdeel uit van het tarief 2017 van 189). De hoogte van de voorziening is vanuit financieel oogpunt ontoereikend om te voorzien in het benodigde bedrag van 1,76 miljoen om een lineair verloop van de afvalstoffenheffing te realiseren. 57

62 Tarief (in ) Scenario 2: tarief afvalstoffenheffing bij volledige afbouw Voorziening Inzameling AVH Een tweede scenario is maximale inzet van het beschikbare restant van de voorziening over de drie begrotingsjaren In dat geval kan in de jaren 2017, 2018 en 2019 ca aan eenmalige dekkingsmiddelen ingezet worden om het gemiddelde tarief van de afvalstoffenheffing af te kunnen romen. Uitgangspunt is hierbij het beschikbare saldo dat nog niet in de meerjarenbegroting is ingezet ( , saldo ultimo 2019). Maximale inzet van de Voorziening Inzameling AVH leidt tot een jaarlijkse verlaging van het gemiddelde tarief van de AVH met ca. 3,- per jaar. Sceanrio 2 "volledige inzet voorzieng AVH" Jaar begroting stijging tarief na volledige inzet voorziening AVH Verlaging van de thans opgenomen tarieven binnen de begroting met gemiddeld 3 per jaar leidt tot volledige inzet van de Voorziening Inzameling AVH. Onderstaande tabel het verloop en de inzet zien over de zien over de verschillende begrotingsjaren zien: Totaal Voorgesteld tarief begroting Tarief ná volledige inzet AVH over de jaren Verschil Benodigde dekking vanuit voorziening inzameling AVH n.v.t

63 Scenario 3 Het tarief afvalstoffenheffing volgt de ontwikkeling van de kosten (geen aanvullende inzet voorziening inzameling AVH). Dit scenario gaat er vanuit dat behoudens inzet van het rekeningsresultaat 2015 geen aanvullende (incidentele) inzet gepleegd wordt vanuit de voorziening inzameling AVH. De exploitatielasten worden binnen scenario rechtstreeks gedekt via het gemiddelde tarief afvalstoffenheffing. 59

64 Bijlage 3: overzicht BTW baten afvalstoffenheffing per regiogemeente Verrekening BTW component afvalstoffenheffing met regio gemeenten voorschotbedragen o.b.v. begroting 2017 Avri (vastgesteld in AB 7 juli 2016) Gemeentelijk aandeel 2017 in de kosten van inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval Gelder Neder West Maas gemeente TOTAAL Buren Culemborg malsen Betuwe Lingewaal Maasdriel Neerijnen Tiel en Waal Zaltbommel verdeelsleutel: aantal inwoners Aandeel gemeenten totaal Winstopslag Totaal exclusief omzetbelasting A) Omzetbelasting 21% (te declareren bij BCF) Totaal inclusief omzetbelasting Gemeentelijk aandeel 2017 in de opbrengsten afvalstoffenheffing Gelder Neder West Maas gemeente TOTAAL Buren Culemborg malsen Betuwe Lingewaal Maasdriel Neerijnen Tiel en Waal Zaltbommel verdeelsleutel: aantal inwoners Aandeel gemeenten totaal Totaal B) Per saldo te betalen aan Avri BTW opbrengst 2017 gemeenten (saldo A en B) 60

65 Bijlage 4: EMU Saldo Avri 1 Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) rekening 2015 begroting Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4. 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op de exploitatie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten in verband met transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen e.d.) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande posten Verkoop van effecten; boekwinst op de exploitatie Berekend EMU-saldo

66 Bijlage 5: Afkortingenlijst AB Algemeen Bestuur ABR Algemene Bedrijfsreserve APV Algemene Plaatselijke Verordening ARN Afvalverwerking Regio Nijmegen AWB Algemene wet bestuursrecht AVA Algemene vergadering van aandeelhouders AVH Afvalstoffenheffing BBP Bruto Binnenlands Product BBV Besluit Begroting en Verantwoording BNG Bank Nederlandse Gemeenten BCF BTW compensatiefonds BSR Belasting Samenwerking Regio Rivierenland CBS Centraal Bureau voor de Statistiek CMHF Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen CNV Christelijk Nationaal Vakverbond CPB Centraal Plan Bureau DB Dagelijks Bestuur EMU Economische en Monetaire Unie FNV Federatie Nederlandse Vakbeweging GFT Groente, Fruit en Tuin afval GSL Goed Scheiden Loont GR Gemeenschappelijke Regeling IBOR Integraal Beheer Openbare Ruimte IBP Informatie Beleids Plan ICT Informatie- en Communicatie Technologie IBOR Integraal Beheer van de Openbare Ruimte IKB Individueel Keuze Budget KCC Klantencontactcentrum KHL Kunststof Hergebruik Limburg LAP Landelijk afvalbeheersplan MEV Macro Economische Verkenning MKB Midden en Klein Bedrijf MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen NVRD Nederlandse Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement PMD Plastic, Metalen en Drankenkartons RAP Regionaal Afvalstoffenplan VANG Van Afval Naar Grondsof VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten WGR Wet gemeenschappelijke regelingen 62

67

68

69

70

71

72

73 Kaderbrief Programmabegroting Inleiding De kaderbrief geeft in hoofdlijnen het beleidskader voor de programmabegroting 2017 en vormt daarmee de start van het proces van het opstellen van de begroting 2017 van Regio Rivierenland. In deze kaderbrief worden de belangrijkste uitgangspunten opgenomen en wordt ingegaan op de begrotingseffecten van actuele ontwikkelingen. De vastgestelde programmabegroting 2017 moet vóór 1 augustus 2016 zijn ingediend bij de Provincie. 1.2 Algemene uitgangspunten voor de (programma)begroting 2017 Algemeen Basis voor de begroting 2017 vormt het bestaande beleid zoals geformuleerd en geraamd in de (programma)begroting 2016 inclusief de begrotingswijzigingen tot en met de besluitvorming in het Algemeen Bestuur t/m december Aantal inwoners De inwoneraantallen worden geraamd op de voorlopige aantallen op 1 januari 2016 van het Centraal Bureau voor de Statistiek, conform de in de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland opgenomen bepalingen. Afsplitsing Avri De gemeenteraden hebben in 2015 ingestemd met de afsplitsing van Avri per 1 januari 2016 en de oprichting van een zelfstandige GR Avri. Gevolg hiervan is, dat programma 3 Avri niet langer onderdeel uitmaakt van de programmabegroting van Regio Rivierenland. De omvang van de baten en lasten in de begroting van Regio Rivierenland gaat na de afsplitsing van Avri substantieel omlaag. In de programmabegroting 2016 waren de baten en lasten van programma 3 Avri begroot op circa 38 mljn. Definiëring van de verschillende programma's In het najaar van 2014 heeft bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden over veranderingen in de inrichting van de regionale samenwerking en de daarmee samenhangende aanpassingen in werken overlegstructuren. De gevolgen hiervan zijn deels al meegenomen in de programmabegroting 2016, zoals bijvoorbeeld de opvoering van werkbudgetten voor de speerpuntberaden. In de programmabegroting 2017 wordt nog meer aansluiting gezocht bij de huidige inrichting van de regionale samenwerking. De activiteiten binnen programma 1 Regionale samenwerking en programma 2 Programma's & Strategie lopen steeds meer in elkaar over en hebben allemaal een directe verbinding met de samenwerking binnen Rivierenland en de bestaande overlegstructuren. In de programmabegroting 2017 worden de activiteiten die door Regio Rivierenland worden uitgevoerd bij de programma's 1 en 2 gecombineerd tot één programma 'Regionale samenwerking'. Het programma 'Contractgestuurde dienstverlening' wordt op dezelfde wijze ingericht als in de programmabegroting Binnen het programma Contractgestuurde dienstverlening worden de huidige activiteiten gecontinueerd, waarbij er ruimte is om pilots en nieuwe projecten op te starten. Invoering vennootschapsbelastingplicht De invoering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven per 1 januari 2016 heeft gevolgen voor Regio Rivierenland. Voor taken die als ondernemersactiviteit kwalificeren kan verschuldigdheid van vennootschapsbelasting aan de orde zijn over de behaalde (fiscale) winst, ondanks de in de wet opgenomen vrijstelling voor samenwerkingsverbanden. Om te voorkomen dat we over de gerealiseerde huisvestingskostenvoordelen in de jaarrekening vennootschapsbelasting moeten betalen, worden de kostenbudgetten voor huisvesting in de programmabegroting 2017 geactualiseerd en begroot in lijn met de verwachte uitgaven. 1

74 Consequentie van deze gewijzigde gedragslijn is wel, dat gemeenten na afloop van het boekjaar geen (extra) uitkering meer krijgen, gelijk aan hun aandeel in het voordeel huisvestingskosten. Het voordeel wordt al in de programmabegroting meegenomen. Dit sluit aan bij de wensen die een aantal regio-gemeenten al in een eerder stadium hebben geuit. 1.3 Basismobiliteit De 10 gemeenten van Rivierenland hebben in 2015 besloten om regionaal te gaan samenwerken op het gebied van basismobiliteit. Via de 44e wijziging van GR Regio Rivierenland zijn taken en bevoegdheden voor de invulling van de organisatie van het regionale vervoersysteem ondergebracht bij Regio Rivierenland. Het voorstel is in het najaar van 2015 naar de gemeentebesturen gestuurd ter vaststelling. Met ingang van 1 januari 2017 zal een nieuw regionaal vervoersysteem operationeel zijn, dat de huidige Regiotaxi vervangt. Basismobiliteit is een aan Regio Rivierenland gedelegeerde taak, waarvan de baten en lasten in de begroting opgenomen (moeten) worden. Op dit moment (februari/maart 2016) is het echter nog te vroeg om inzicht te hebben in alle baten en lasten van het regionale vervoersysteem. De financiën zijn afhankelijk van ondermeer de uitkomsten van aanbestedingen, gemeentelijke indicatiestellingen en het feitelijk gebruik van het vervoersysteem. Bovendien is voor het inzicht in de gemeentelijke kosten ook van belang op welke wijze de kosten worden verdeeld over de deelnemers. Hierover moet nog bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden. De baten en lasten van Basismobiliteit kunnen daarom nu nog niet in de programmabegroting 2017 worden opgenomen, maar worden in de begroting 2017 van Regio Rivierenland verwerkt via de bestuursrapportage Het Algemeen Bestuur en de gemeenten worden separaat geïnformeerd over de (voorgestelde) systematiek van de kostenverdeling. Het bestuurlijk voorstel hierover loopt volgens de planningsafspraken parallel aan het bestuurlijk traject van de programmabegroting Ontvlechting GGD Rivierenland en overdracht milieutaken De ontvlechting van GGD Rivierenland en de overdracht van milieu-taken naar de ODR in 2013 zijn gepaard gegaan met frictiekosten, omdat Regio Rivierenland door deze taakoverdrachten een stuk dekking van de overheadkosten is kwijtgeraakt. Door maatregelen in de personele sfeer en gerealiseerde besparingen op overheadkosten is eind 2015 het volledige bedrag van de frictiekosten van (structureel) opgelost binnen de begroting van Regio Rivierenland. 1.5 Handhaving bestaande systematiek van kostenverdeling en kostentoerekening In de begroting 2017 worden de kosten toegerekend aan de activiteiten die door Regio Rivierenland worden uitgevoerd, overeenkomstig de bestaande verdeelsleutels die ook in de programmabegroting 2016 zijn toegepast. Door kostenverschuivingen kan op onderdelen sprake zijn van een wijziging of bijstelling van de kostprijzen van de activiteiten die door Regio Rivierenland voor de gemeenten worden uitgevoerd. 1.6 Ontwikkeling gemeentelijke bijdrage De stijging van de gemeentelijke bijdrage is de laatste jaren beperkt gebleven. Regio Rivierenland heeft de afgelopen jaren bezuinigingen doorgevoerd en kostenbesparingen gerealiseerd die hebben geleid tot een verlaging van de gemeentelijke bijdrage. In de begroting 2010 is een bezuiniging gerealiseerd van Daarna is in de begroting 2012 nogmaals een bezuiniging doorgevoerd van Bovendien zijn de frictiekosten als gevolg van de ontvlechting van GGD Rivierenland en de overdracht van milieutaken naar Omgevingsdienst Rivierenland voor een bedrag van in totaal eind 2015 volledig binnen onze eigen begroting opgelost. In de programmabegroting 2016 hebben we daarboven nog een extra verlaging van de gemeentelijke bijdrage gerealiseerd van , een daling met 2,1% ten opzichte van de programmabegroting Aanvullend wordt nog gemeld, dat we op nadrukkelijk verzoek van de gemeenten in de begrotingen van 2014, 2015 en 2016 de kostenbudgetten niet hebben verhoogd met de prijsindexering om kostenstijgingen voor de gemeenten te voorkomen. 2

75 In het najaar van 2015 hebben de gemeenteraden van alle regiogemeenten ingestemd met de afsplitsing van Avri. In 2015 heeft Avri voor de dienstverlening betaald aan het Regiokantoor en daarnaast heeft Avri nog een bijdrage betaald voor de afbouw van de stelpost kostenverdeelsystematiek van Laatstgenoemde post is in de programmabegroting 2016 overeenkomstig het vastgestelde afbouwschema teruggebracht tot De gemeenten Buren, Maasdriel, Neerijnen en Neder-Betuwe hebben in 2014 en 2015 per brief melding gemaakt van het besluit van hun gemeentebesturen (raden/colleges) om aan de gemeenschappelijke regelingen een taakstellende bezuiniging op te leggen, gericht op een structurele verlaging van de gemeentelijke bijdrage. Deze taakstellingen zijn in het licht van de al door Regio Rivierenland gerealiseerde en nog te realiseren bezuinigingen en kostenbesparingen niet realiseerbaar. De basisafspraken uit het principeakkoord CAO gemeenten voor de periode vanaf 1 januari 2016 hebben wel een kostenverhogend effect op de gemeentelijke bijdrage in de begroting (zie de toelichtingen bij punt 1.7 hierna). Regio Rivierenland zal zich tot het uiterste inspannen om de gemeentelijke bijdrage zo laag mogelijk te houden. 1.7 Overige uitgangspunten voor de (programma)begroting 2017 Salariskosten Algemeen uitgangspunt is, dat de personele formatie en de bijbehorende salariskosten voor de begroting 2017 worden geraamd op basis van de actuele personele formatie in februari/maart CAO-afspraken De verschillende partijen die betrokken zijn bij de CAO voor gemeenteambtenaren (VNG + vakbonden) hebben recentelijk een principeakkoord bereikt over nieuwe CAO-afspraken voor het tijdvak van 1 januari 2016 tot 1 mei Per 1 januari 2016 stijgen de lonen met 3% en per 1 januari 2017 nogmaals met 0,4%. Bovendien heeft het ABP een stijging van de pensioenpremies aangekondigd per 1 april 2016 met 1-procentpunt om aan de gestelde vermogenseisen te kunnen voldoen. De totale stijging van de salariskosten ten opzichte van de huidige salariskosten (situatie februari 2016) komt daarmee uit op circa 4% (een loonstijging van 3,4% en hogere pensioenpremies voor de werkgever van 0,6%). We houden hierbij nog geen rekening met eventuele kostenstijgingen uit CAO-afspraken voor het tijdvak vanaf 1 mei In de begroting 2016 hebben we al rekening gehouden met een loonkostenstijging van 1%. De stijging van de salarissen in de begroting 2017 komt dan uit op 3%. Prijsindexering Als gevolg van het feit, dat gemeenten worden geconfronteerd met omvangrijke bezuinigingsopdrachten, wordt voorgesteld om in de begroting 2017 (net als in voorgaande jaren) geen prijsindexering toe te passen bij de kostenbudgetten. Meerjarenbegroting In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met de bekende meerjarige aanpassingen, zoals mutaties op het gebied van salarissen, prijsontwikkelingen en kapitaallasten. 1.8 Slotopmerking Deze kaderbrief Programmabegroting 2017 is vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland van 9 maart de secretaris, de voorzitter, Ilona van Wamel-Geene Roland van Schelven 3

76 BEGROTING 2017 Beleid en financiën van Regio Rivierenland voor het jaar 2017 Regio Rivierenland is een samenwerkingsverband (gemeenschappelijke regeling) van 10 gemeenten, te weten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel. Versie voor het Dagelijks Bestuur van 13 april 2016

77 2 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

78 Programma s Paragrafen Financiën Wat vindt u in de begroting 2017: De opbouw van de begroting 4 De begroting 2017 samenvatting & ontwikkelingen 6 Een overzicht van de belangrijkste beleidsinhoudelijke en financiële onderwerpen in deze begroting, met een verwijzing naar de locatie waar u meer informatie kunt vinden. Besluitvorming over de begroting Het besluitvormingsproces omtrent deze begroting in beeld. Beleidsbegroting: het programmaplan Per programma brengen we in beeld wat de regio ermee wil bereiken, wat we daarvoor gaan doen en welke kosten dit met zich meebrengt. Programma 1 - Regionale samenwerking 10 Programma 2 - Contractgestuurde dienstverlening 13 Beleidsbegroting: de paragrafen In de paragrafen maken we een dwarsdoorsnede van de begroting over de thema s die voor onze regio relevant zijn. Paragraaf 1 - Weerstandsvermogen en risicobeheersing 16 Paragraaf 3 - Onderhoud kapitaalgoederen 19 Paragraaf 4 - Bedrijfsvoering 20 Paragraaf 5 - Financiering 22 Paragraaf 6 - Verbonden partijen 24 Financiële begroting De financiële begroting geeft een totaaloverzicht van onze baten en lasten, zowel voor dit begrotingsjaar als de jaren daarna. Daarnaast brengen we onze financiële positie in beeld. 1. Overzicht van baten en lasten en gemeentelijke bijdrage Uiteenzetting financiële positie Meerjarenraming Bijlagen 1. Overzicht van de gemeentelijke bijdrage Meer informatie kunt u vinden op onze website: 3 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

79 Financiën De opbouw van de begroting Opzet en inrichting van de begroting Op verzoek van gemeenten wordt de begroting van Regio Rivierenland zo compact mogelijk gehouden door te focussen op de financiële verantwoording van de activiteiten die door de Regio worden uitgevoerd voor de aangesloten gemeenten. Het Algemeen Bestuur krijgt als verantwoordelijke voor de regionale organisatie een totaalbeeld van de activiteiten van de Regio, de middelen die daarmee zijn gemoeid en de financiële positie. In de programmabegroting 2017 is het aantal programma's teruggebracht van vier naar twee. Met de afsplitsing en verzelfstandiging van Avri op 1 januari 2016 is het oude programma 3 Avri komen te vervallen. De programma's 1 en 2 uit de programmabegroting 2016 zijn samengevoegd tot één programma 'Regionale samenwerking'. Door de nadruk die ligt op de financiële verantwoording wordt voor de inhoud - waar dat van toepassing is - verwezen naar de programma s en opgestelde plannen van de (dienst)onderdelen van de Regio. Zo worden dubbelingen voorkomen. In de programma s, jaarplannen en bedrijfsplannen is uitgebreidere (inhoudelijke) informatie beschikbaar. De gemeenten verantwoorden de beleidsdoelen en de daarmee gemoeide (al dan niet externe) middelen in hun eigen planning & controlcyclus. Het bovenstaande is in onderstaand schema samengevat, waarbij tevens de financieringsbronnen zijn aangegeven: * De taken op het gebied van begeleiding, monitoring en terugplaatsing van voortijdig schoolverlaters door het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) maken onderdeel uit van de taken die in de begroting bij programma 2 Contractgestuurde dienstverlening zijn opgenomen. Aangezien de taken van het RMC volledig gefinancierd worden door bijdragen van het Rijk is het RMC niet afzonderlijk in het schema opgenomen. De regio-gemeenten betalen niets aan de uitvoeringskosten van het RMC. Basistaken en plustaken In deze begroting worden kosten op een heldere manier toegerekend aan de (dienst)onderdelen van de Regio. Daarbij worden basistaken en plustaken onderscheiden. Basistaken worden voor alle lidgemeenten collectief uitgevoerd vanuit de solidariteitsgedachte. Financiering vindt plaats door gemeentelijke bijdrage, Rijks- en provinciale uitkeringen en subsidies. 4 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

80 Financiën Plustaken worden door contractgestuurde dienstverlening vraaggestuurd uitgevoerd naar behoefte van (één of meerdere) individuele gemeenten. Hiervoor worden dienstverleningsovereenkomsten per taak afgesloten met (één of meerdere) lidgemeenten afzonderlijk. De gemeenten zijn voor de taken zelfstandig opdrachtgever. Contractgestuurde dienstverlening is opdrachtnemer. Financiering vindt plaats door bijdragen vanuit de individuele gemeenten. Deze geldstromen maken geen deel uit van de gemeentelijke bijdrage. Gemeenten waarmee dienstverleningsovereenkomsten zijn afgesloten ontvangen informatie op maat over de voortgang en realisatie van de afspraken. Dit valt buiten het kader van deze begroting. De resultaten uit de individuele dienstverlening voor de Regio worden wel verantwoord in deze begroting. Dienstverleningsovereenkomsten kunnen ook met niet-lidgemeenten en not for profit organisaties worden afgesloten. Waar dit aan de orde is, wordt dit toegelicht in de bedrijfsplannen. Inrichting van de programma s van de begroting In de programma s wordt een onderscheid gemaakt tussen de bestuurlijke ondersteuning van de Regio (Programma 1. Regionale Samenwerking) en het uitvoerende (dienst)onderdeel van de Regio (Programma 2. Contractgestuurde dienstverlening). Dit sluit aan bij de ambtelijke organisatiestructuur van de Regio. In programma 1 worden de kosten van de regionale samenwerking transparant verwoord en is het opdrachtgeverschap belegd. In programma s 2 zijn de kosten van de uitvoeringsorganisatie in beeld gebracht en is het opdrachtnemerschap belegd. In de twee verschillende programma s komt ook het onderscheid in basistaken en plustaken tot uitdrukking. Opzet en inrichting van programma 1 Regionale samenwerking Met ingang van 2015 is de bestuurlijke samenwerking binnen Regio Rivierenland georganiseerd via drie Speerpuntberaden, te weten: - het Speerpuntberaad Agribusiness - het Speerpuntberaad Economie & Logistiek - het Speerpuntberaad Recreatie & Toerisme De Speerpuntberaden zijn ingericht als adviescommissies voor het Dagelijks en Algemeen Bestuur van Regio Rivierenland. De Speerpuntberaden richten zich op de procesmatige aansturing van onze drie regionale speerpunten. Dit doen zij aan de hand van een meerjarenprogramma (Ambitiedocument). Elk meerjarenprogramma omschrijft welke ambities we op de speerpunten willen realiseren. Een meerjarenprogramma moet de instemming hebben van de meerderheid van de raden en van het Algemeen Bestuur. Het is aan het Speerpuntberaad om de uitvoering van het programma te regisseren. Daartoe heeft elk beraad de regie over de projecten die onder het beraad worden uitgevoerd, bewaakt het de samenhang en vervult het een verbindende en coördinerende rol. Een essentiële taak van elk Speerpuntberaad is het maken van afspraken over hoe het betreffende speerpunt wordt uitgedragen naar hogere overheden en maatschappelijke partners. Aspecten als lobby en branding, regiomarketing en subsidieverwerving zullen dan ook vaak aan bod komen. Hierbij wordt uitdrukkelijk de verbinding met het bedrijfsleven, maatschappelijke partijen, onderwijs- en onderzoeksinstellingen gezocht. Binnen elk Speerpuntberaad worden besluiten genomen door de afgevaardigde collegeleden op basis van een collegemandaat. Het zijn dus de colleges die de besluiten nemen. Binnen de Speerpuntberaden worden geen beleidsinhoudelijke keuzes gemaakt. De bestuurlijke projectgroepen/stuurgroepen die onder regie van een Speerpuntberaad vallen gaan over beleidsinhoudelijke keuzes. Projecten Naast de speerpunten zijn er onderwerpen die in regionaal verband worden opgepakt omdat gemeenten daarop willen samenwerken. Niet alle gemeenten hoeven hieraan mee te doen. Een project komt tot stand op basis van een idee van een wethouder die collega-wethouders voor zijn of haar idee enthousiasmeert. Samen vormen zij een projectgroep met mandaat van hun colleges. Als eerste stap wordt een startdocument voor het project gemaakt door de ambtenaren van de betreffende wethouders in hun gemeenten. In dit startdocument wordt o.a. de reikwijdte van het project bepaald. De volgende vragen worden beantwoord: hoe haken andere gemeenten aan, wie doen mee en betalen, wie leveren inzet, wat is de ondersteunende rol van het Regiokantoor etcetera. Het startdocument waar regionaal mee aan de slag wordt gegaan, gaat naar de raden, via de colleges. De essentie is dat het project op regionaal niveau betekenis heeft. 5 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

81 Financiën De begroting 2017 samenvatting & ontwikkelingen De belangrijkste ontwikkelingen 1. Regionale samenwerking Wat zien we gebeuren? 1. De organisatie is flexibel en slagvaardig ingericht en de werkwijzen sluiten aan bij de nieuwe opzet van de regionale samenwerking. 2. We werken steeds meer vraag- en projectgericht. 3. De scheiding tussen beleid en uitvoering kan leiden tot de afsplitsing van bedrijfsonderdelen. Een voorbeeld hiervan is de afsplitsing en verzelfstandiging van het bedrijfsonderdeel Avri per 1 januari Wat betekent dit voor de begroting 2017? 1. Door de afsplitsing van Avri ontvangen wij vanaf het begrotingsjaar 2016 een lagere bijdrage voor onze overheadkosten. Dit financiële nadeel hebben we in de begroting 2017 opgelost door kostenbesparingen, via de erfpachtcanon die wij van GR Avri ontvangen voor het gebruik van gronden en deels door de inzet van reserves. In de toekomst moet worden bezien of alle financiële gevolgen structureel binnen de begroting opgelost kunnen worden. Te bereiken effect(en) Het bijeen brengen, verbinden en voeden van overheden, ondernemers en overige partners met het doel de onderlinge relaties te versterken, de samenwerking te ondersteunen en regionale ambities en lokale opgaven te realiseren. Anders in 2017 Het intensiveren van de samenwerking, ook met andere partners buiten het rivierengebied. Daarnaast ook vernieuwing van de samenwerkingsvormen en financieringsbronnen om de doelen uit het Ambitiedocument te realiseren. Belangrijkste aandachtspunten 1. Intensivering van de samenwerking tussen de gemeenten onderling op het gebied van de bedrijfsvoering en de effecten op de regionale samenwerking. 2. Nog meer aandacht voor de aansluiting bij gemeentelijke wensen en ideeën en het benutten van kansen (opportunities). Meer informatie over programma 1 op pagina 10 6 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

82 Financiën 2. Contractgestuurde dienstverlening Te bereiken effect(en) Vraaggerichte en efficiënte dienstverlening aan gemeenten (binnen en buiten onze regio) en andere instanties door het leveren van kennis en producten op basis van een goede prijs-prestatie verhouding. Anders in 2017 Op basis van businesscases inbrengen van nieuwe activiteiten. Een recent voorbeeld hiervan is Basismobiliteit, waarvan de uitvoering en de daarmee samenhangende baten en lasten vanaf 1 januari 2017 onderdeel uitmaken van de begroting van Regio Rivierenland. Belangrijkste aandachtspunten 1. Nauwere samenwerking met andere organisaties en gemeenschappelijke regelingen bijvoorbeeld voor de activiteiten in het sociale en in het fysieke domein. 2. Een verder professionalisering van de taakuitoefening voor gemeenten en andere (markt-)partijen. Meer informatie over programma 2 op pagina 13 7 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

83 Financiën De belangrijkste financiële ontwikkelingen en aandachtspunten Ontwikkeling lasten en gemeentelijke bijdrage in 2017 Als gevolg van de afsplitsing van Avri per 1 januari 2016 zijn de lasten van programma 3 Avri uit de begroting verdwenen. Dit komt overeen met een vermindering van de lasten met 90%. Daar tegenover staat een stijging van de lasten voor Basismobiliteit, waarvan de uitvoering vanaf het begrotingsjaar 2017 bij Regio Rivierenland is ondergebracht. Aangezien de totale lasten van Basismobiliteit op het moment van opstellen van deze programmabegroting nog niet bekend zijn en dus niet meegenomen kunnen worden in de lasten bij programma 2, kan het effect voor het totaalbedrag van de begrote lasten niet worden gekwantificeerd. Via de bestuursrapportage 2017 worden de ramingen van de baten en lasten van Basismobiliteit in de begroting 2017 verwerkt. De gemeentelijke bijdrage daalt in de begroting 2017 met (3,9%) ten opzichte van de programmabegroting De mutaties zijn als volgt: * stijging salariskosten met gemiddeld 2,4% t.o.v. de begroting 2016; effect op gemeentelijke bijdrage, een verhoging met In de door het Algemeen Bestuur vastgestelde Kaderbrief Programmabegroting 2017 is een (maximale) salarisstijging van 3% opgenomen. * beëindiging deelname gemeente Druten aan producten en projecten binnen programma 1 Regionale samenwerking; effect op gemeentelijke bijdrage, een stijging met * een structurele verlaging van het renteresultaat als gevolg van de inzet en afbouw van reserves; effect op gemeentelijke bijdrage, een stijging met * een structurele verlaging van het budget voor onvoorziene uitgaven, gebaseerd op de inzet van dit budget en bestedingen in de laatste jaren; effect op gemeentelijke bijdrage, een verlaging met * geraamd voordeel huisvestingskosten, voor het eerst meegenomen in de begroting (conform uitgangspunten Kaderbrief Programmabegroting 2017); effect op gemeentelijke bijdrage, een daling met Financiële nadelen in de begroting 2017 als gevolg van het wegvallen van de bijdragen in (overhead)kosten die Avri tot de afsplitsing heeft betaald: * bijdrage afbouw stelpost kostenverdeelsystematiek, een nadeel van In de begroting 2017 is dit nadeel gefinancierd uit de reserve desintegratiekosten, waardoor het niet heeft geleid tot een hogere gemeentelijke bijdrage. * de personele kostencomponent van de ICT-dienstverlening voor Avri, een bedrag van Dit bedrag is niet meegenomen als verhoging van de gemeentelijke bijdrage, maar gefinancierd uit de reserve desintegratiekosten. Een toekomstige verhoging van de gemeentelijke bijdrage kan aan de orde zijn, als de bestemmingsreserve desintegratiekosten volledig is ingezet en binnen de begroting van Regio Rivierenland geen mogelijkheden bestaan om financiële nadelen en tekorten op te vangen. Ontwikkeling lasten in 2017 Bedragen x Lasten 2017 % t.o.v Gemeentelijke bijdrage 2017 % t.o.v Regionale samenwerking ,6% ,8% 2. Contractgestuurde dienstverlening ,9% - Voordeel huisvestingskosten 116- Totaal ,9% 8 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

84 Financiën Besluitvorming over de Begroting 2017 besluitvorming over de begroting Maart 2016 Ambtelijke voorbereiding 13 april 2016 Vaststelling concept begroting door het Dagelijks Bestuur Tot 14 juni 2016 Mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen Gemeenten kunnen tot uiterlijk 14 juni 2016 (maar graag iets eerder) schriftelijk hun zienswijze indienen bij het Dagelijks Bestuur. In de periode eind april - begin juni worden ook de Hoofden Financiën en de Portefeuillehouders Financiën van de gemeenten geconsulteerd. 15 juni 2016 Vaststelling begroting door het Dagelijks Bestuur Op 15 juni 2016 buigt het Dagelijks Bestuur zich over de ingekomen zienswijzen en bereidt de reactie op de zienswijzen voor verzending naar het Algemeen Bestuur voor. Het standpunt van het Dagelijks Bestuur wordt in de vergadering van het Algemeen Bestuur ingebracht. 29 juni 2016 Vaststelling begroting door het Algemeen Bestuur Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland, gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur tot vaststelling van de programmabegroting 2017, BESLUIT: De programmabegroting 2017 vast te stellen conform het ontwerp. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van 29 juni De secretaris, De voorzitter, I.P.C. van Wamel-Geene R. van Schelven 9 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

85 Financiën Programma 1 Regionale samenwerking Het programma in beeld Te bereiken effect Het ondersteunen van de samenwerking tussen de gemeenten en met de provincie, andere overheden en maatschappelijk partners. Deeleffect Het versterken van de relaties met gemeentebesturen en met andere regio's in Gelderland. Het bijeen brengen, verbinden en voeden van overheden, ondernemers en overige partners. Effectdoelstelling De bestuurs- en adviesorganen zijn tevreden over de geboden ondersteuning. Nieuwe of gewijzigde activiteiten: - Reguliere activiteiten: Bestuurders en gemeentelijke vertegenwoordigers ondersteunen bij: 1. Belangenbehartiging en profilering van Rivierengebied. 2. Besluitvormingsprocessen en bestuursvergaderingen binnen Regio Rivierenland. 3. Informatie-uitwisseling en kennisdeling op de regiomiddagen. 4. Bijdrage leveren aan samenwerkingsvraagstukken. Deeleffect Gemeenten met behulp van het Regionaal Ambitiedocument en projecten ondersteunen lokale opgaven te realiseren en gemeenten versterken in hun regierol op de Speerpunten Agribusiness, Economie & Logistiek en Recreatie & Toerisme. Effectdoelstelling Gemeenten en bestuurders faciliteren in hun gezamenlijke beleidsmatige activiteiten op de drie Speerpunten Agribusiness, Economie & Logistiek en Recreatie & Toerisme. Nieuwe of gewijzigde activiteiten: - Reguliere activiteiten: 5. Monitoren van de uitvoering van het Regionaal Ambitiedocument Genereren van geldstormen en subsidies. 10 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

86 Financiën Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten in 2017 Beleidskaders Voor 2017 houden we rekening met onderstaande beleidskaders, die in de afgelopen periode geïntroduceerd of gewijzigd zijn: Naam Visiedocument Algemeen Bestuur Regeling Regio Rivierenland Reglement van orde Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland Beleidsnotitie uittreden van een gemeente voor één taak Organisatieverordening Regio Rivierenland 2012 Vastgestelde documenten over nieuwe samenwerking tussen colleges en raden van september en november 2014 Regionaal Ambitiedocument Regio Rivierenland Essentie ervan Beschrijving op hoofdlijnen van de karakteristiek en identiteit van het gebied en richtinggevend kader op hoofdlijnen voor de ontwikkelingen in het gebied, die nadere uitwerking behoeven in de programma s. De regeling op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen voor de inrichting en werking van het samenwerkingsverband. Huishoudelijke reglementen voor de werkwijze en inrichting van de bestuursvergaderingen. Beschrijving van de manier waarop een gemeente voor een onderdeel waaraan gezamenlijk wordt deelgenomen kan uittreden met aangeven van de financiële en juridische componenten daarbij. Beschrijving van de inrichting en werking van de ambtelijke organisatie met de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de managementlagen en de medewerkers. Beschrijving van een verbeterde werkwijze tussen colleges (o.a. in Speerpuntberaden en projecten) en met de raden (o.a. in kaderstelling en met een Regionale Agendacommissie) van Regio Rivierenland. Beschrijving van de ambities voor de bestuursperiode voor Agribusiness (toonaangevend in Europa), Economie & Logistiek (3e plaats in Nederland) en Recreatie & Toerisme (5% omzetgroei). Concretisering van onze activiteiten in prestatieafspraken Bij het onderdeel Programma in beeld is een aantal activiteiten benoemd. Daaraan hebben we de onderstaande prestatieafspraken gekoppeld: Effectdoelstelling Activiteit 1. Belangenbehartiging en profilering van het Rivierengebied. 2. Besluitvormingsprocessen en bestuursvergaderingen binnen Regio Rivierenland. 3. Informatie-uitwisseling en kennisdeling op de regiomiddagen. 4. Bijdrage leveren aan samenwerkingsvraagstukken. Prestatieafspraak Inspelen op actualiteiten en organiseren van regelmatige bijeenkomsten met bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordigers van de gemeenten, andere overheden, ondernemers en maatschappelijke organisaties. - Bestuursadvisering gericht op soepele besluitvorming om programma's en projecten te realiseren. - Frequent overleg met de voorzitters van de Speerpuntberaden. - Organiseren van Speerpuntberaden op Regiomiddagen. - De aard en de frequentie van de overleggen zijn gerelateerd aan de te realiseren opdracht. - Ondersteunen van gemeentelijke initiatieven. Organiseren van besprekingen over actuele thema's. Creëren van een optimaal samenwerkingsklimaat. Het faciliteren van andere organisaties (onderwijs, ondernemers en overheden) in hun samenwerkingsopgaven. BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND 11

87 Financiën Effectdoelstelling Activiteit 5. Monitoren van de uitvoering van het Regionaal Ambitiedocument Genereren van geldstromen en subsidies. Prestatieafspraak Door monitoring onder andere via de Regiobarometer maken we inzichtelijk wat de effecten zijn van de beleidsvoornemens en de invulling daarvan. - We zetten de middelen die beschikbaar zijn op lokaal, regionaal, provinciaal, landelijk en Europees niveau zo optimaal mogelijk in om de doelen van het Regionaal Ambitiedocument te realiseren. - We genereren subsidies om projecten te financieren. - Verantwoording van ingezette middelen. De financiën van dit programma Financiële aandachtspunten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Hieronder volgen de belangrijkste financiële aandachtspunten: 1. De gemeentelijke bijdrage bij programma 1 'Regionale samenwerking' stijgt met (2,8%) van in 2016 tot in Belangrijkste oorzaak van de hogere gemeentelijke bijdrage is een stijging van de salarissen met gemiddeld 2,4% op basis van het in januari 2016 afgesloten principeakkoord CAO-gemeenten. Effect op gemeentelijke bijdrage: een stijging met De stijging van de gemeentelijke bijdrage als gevolg van de beëindiging van de deelname van de gemeente Druten aan producten en projecten binnen programma 1 ( ) en de daling van het renteresultaat ( ) is voor 75% opgevangen door een structurele verlaging van het budget voor onvoorziene uitgaven. Per saldo resteert een stijging van de gemeentelijke bijdrage met De getemporiseerde afbouw van de bijdrage die Avri voorheen betaalde voor de nadelige effecten van de in 2011 gewijzigde kostenverdeelsystematiek is met de afsplitsing van Avri beëindigd. Het financiële nadeel van is in de begroting 2017 gefinancierd uit de reserve desintegratiekosten en heeft niet geleid tot een hogere gemeentelijke bijdrage. 5. Van de reserve desintegratiekosten is in de begroting ingezet voor bekostiging van de salariskosten van ICT-personeel, waarvoor we geen bijdrage van Avri meer ontvangen. Programma 1 Bedragen x Rekening 2015 B 2016 t/m AB mrt Begroting 2017 Lasten Baten Subtotaal Gemeentelijke bijdrage Resultaat voor bestemming Onttrekking reserve Storting reserve Resultaat na bestemming Producten Tot dit programma behoren de volgende producten: Algemene bestuursondersteuning Speerpunten (speerpuntberaden & beleidsondersteuning) en projecten. Onvoorziene uitgaven Renteresultaat Meer informatie is te vinden op onze website. 12 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

88 Financiën Programma 2 Contractgestuurde dienstverlening Het programma in beeld Te bereiken effect Vraaggerichte en efficiënte dienstverlening aan gemeenten (binnen en buiten onze regio) en andere instanties door het leveren van kennis en producten op basis van een goede prijs-prestatie verhouding. Deeleffect Dienstverlening aan de gezamenlijke gemeenten op basis van collectieve/individuele afspraken met gemeenten. Effectdoelstelling Gemeenten voeren op basis van gezamenlijkheid taken uit en zijn tevreden over de kwaliteit en kosten van de geleverde taken. Nieuwe of gewijzigde activiteiten: - Reguliere activiteiten: Uitvoeren basistaken op het gebied van: 1. Uitvoering van de begeleiding, monitoring en terugplaatsing van jongeren zonder startkwalificatie van 18 jaar tot en met 22 jaar (RMC). 2. Initiëren van projecten gericht op de doelgroep van RMC. 3. Uitvoering (van een gedeelte) van de leerplichtfunctie voor de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neder-Betuwe, Neerijnen, West Maas en Waal en Zaltbommel. 4. Preventieve en repressieve werkzaamheden voor sociale zaken voor alle regiogemeenten uitgezonderd Lingewaal (Sociale Recherche). 5. Inkoopondersteuning en advies voor alle regio gemeenten. 6. Participeren en waar mogelijk ontwikkelen van acties op het gebied van samenwerking en shared services en initiëren van projecten. 7. Met ingang van 2017 coördineren en beheren van de uitvoering van Basismobiliteit. Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten in 2017 Beleidskaders Voor 2017 houden we rekening met onderstaande beleidskaders, die in de afgelopen periode geïntroduceerd of gewijzigd zijn: Naam Bedrijfsplan Contractgestuurde dienstverlening Essentie ervan In het bedrijfsplan is opgenomen op welke wijze Contractgestuurde dienstverlening verder wordt vormgegeven de komende jaren. Een totaaloverzicht van alle relevante beleidskaders is desgewenst opvraagbaar. 13 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

89 Financiën Basismobiliteit De 10 gemeenten van Rivierenland hebben in 2015 besloten om regionaal te gaan samenwerken op het gebied van basismobiliteit. Via de 44e wijziging van GR Regio Rivierenland zijn taken en bevoegdheden voor de invulling van de organisatie van het regionale vervoersysteem ondergebracht bij Regio Rivierenland. Met ingang van 1 januari 2017 zal een nieuw regionaal vervoersysteem operationeel zijn, dat de huidige Regiotaxi vervangt. Concretisering van onze activiteiten in prestatieafspraken Bij het onderdeel Programma in beeld is een groot aantal activiteiten benoemd. Daaraan hebben we de onderstaande prestatieafspraken gekoppeld: Effectdoelstelling basistaken Activiteit 1. Uitvoering van de begeleiding, monitoring en terugplaatsing van jongeren zonder startkwalificatie van 18 jaar tot en met 22 jaar (RMC). 2. Initiëren van projecten gericht op de doelgroep van RMC. 3. Uitvoering (van een gedeelte) van de leerplichtfunctie voor de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neder-Betuwe, Neerijnen, West Maas en Waal en Zaltbommel. 4. Preventieve en repressieve werkzaamheden sociale zaken voor alle regiogemeenten m.u.v. Lingewaal (Sociale Recherche). 5. Inkoopondersteuning en advies voor alle regio gemeenten. 6. Participeren en waar mogelijk ontwikkelen van acties op het gebied van samenwerking en shared services en initiëren van projecten. 7. Coördineren en beheren van de uitvoering van Basismobiliteit (m.i.v. 2017). Prestatieafspraak - Op hoofdlijnen staan de volgende punten centraal: Uitvoeren van trajecten voor jongeren die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten. Voorkomen van schooluitval bij jongeren die nog bij het onderwijs ingeschreven staan (preventie). - Periodiek wordt een managementrapportage gerealiseerd met daarin een overzicht van de voortgang. - Minstens één keer per jaar vindt een evaluatiegesprek plaats met de opdrachtgever. - Periodiek worden enquêtes onder onze afnemers verspreid. - Alle activiteiten worden tegen een marktconforme kostprijs aangeboden die voor alle gemeenten gelijk is. - Dienstverlening kan plaats vinden aan alle aangesloten gemeenten. Ook kan dienstverlening worden aangeboden aan andere (non-profit) partijen. Continu wordt in samenwerking met de gemeenten bezien of en zo ja, op welke onderdelen verdergaande samenwerking mogelijk is. Coördinatie en beheer van het regionaal vervoersysteem: maandelijkse facturering periodieke monitoring en verantwoording kwaliteitsmeting contract- en relatiebeheer doorontwikkeling van het nieuwe vervoersysteem en onderzoek naar mogelijke verbeteringen 14 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

90 Financiën De financiën van dit programma Financiële aandachtspunten De tabel geeft een totaaloverzicht van de financiën van dit programma. Hieronder volgen de belangrijkste financiële aandachtspunten: 1. De lasten zijn gestegen door een stijging van de salarissen als gevolg van het in januari 2016 afgesloten principe-akkoord CAO-gemeenten. 2. De stijging van de geraamde baten heeft onder andere te maken met de toegepaste indexering van de uurtarieven, in lijn met de salarisstijgingen. 3. Bij RMC-projecten is het bedrag van de geraamde subsidie-inkomsten in de begroting verlaagd. Subsidie-inkomsten worden alleen opgenomen in de begroting als voor de betreffende projecten 'harde' toezeggingen zijn gedaan. Eventuele mutaties van baten (subsidies) en lasten bij RMC-projecten worden via de bestuursrapportage 2017 in de begroting verwerkt. 4. Daarnaast zijn in de begroting 2017 nieuwe lasten (en hiermee rechtstreeks samenhangende baten) voor Basismobiliteit opgenomen voor een bedrag van Dit betreft de vaste beheerskosten die worden gefinancierd op basis van bestaande afspraken (de provincie betaalt een bijdrage van ). De overige kosten van Basismobiliteit (vervoerskosten en de kosten van de regiecentrale) zijn nog niet bekend en afhankelijk van de uitkomsten van aanbestedingstrajecten. Daarom is maar een klein deel van de baten en lasten van Basismobiliteit in de programmabegroting 2017 verwerkt. Via de bestuursrapportage 2017 worden de vervoerskosten en kosten van de regiecentrale in de begroting verwerkt. Dan is ook bekend op welke wijze en op basis van welke verdeelsleutels de kosten worden verdeeld over de gemeenten. 5. De stijging van de inzet van reserves in de begroting 2017 ten opzichte van de begroting 2016 heeft te maken met de hogere inzet van de RMC-reserve voor de bekostiging van RMC-taken. Programma 2 Bedragen x Rekening 2015 B 2016 t/m AB mrt Begroting 2017 Lasten Baten Subtotaal Gemeentelijke bijdrage Resultaat voor bestemming Onttrekking reserve Storting reserve Resultaat na bestemming Producten Tot dit programma behoren de volgende producten: Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) Leerplicht Sociale Recherche Inkoopondersteuning Basismobiliteit Overige projecten Achtergronden bij dit programma Meer informatie over Contractgestuurde dienstverlening is te vinden op onze website. 15 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

91 Financiën Paragraaf 1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten in 2017 De weerstandscapaciteit van de regio is voldoende om de risico s die we lopen op te vangen. We zetten het beleid ongewijzigd voort. Er zijn nieuwe of gewijzigde risico s Onderstaande risico s zijn nieuw of gewijzigd ten opzichte van 2016: 1. De afgelopen jaren is gewerkt om de vaste gemeentelijke bijdrage van de gemeenten voor Contractgestuurde dienstverlening om te zetten naar dienstverleningsovereenkomsten. Dit heeft een toename van de financiële risico's bij Regio Rivierenland tot gevolg. Financiële risico's en eventuele tekorten bij de uitvoering van taken voor gemeenten kunnen worden opgevangen door inzet van de risicoreserve Contractgestuurde dienstverlening. 2. In 2013 is een inventarisatie uitgevoerd naar de financiële risico's bij het Regiokantoor van Regio Rivierenland, waarbij tevens een koppeling is gelegd met de saldi van reserves en voorzieningen om de risico's te kunnen dekken. De in de balans opgenomen algemene reserve van wordt voldoende geacht voor het afdekken van de financiële risico's. 3. In aanvulling op de uitgevoerde risico-inventarisatie bij het Regiokantoor is een vervolgonderzoek uitgevoerd, specifiek gericht op frauderisico's. Frauderisico s kunnen (latent) aanwezig zijn zowel op het gebied van onttrekking van geld of goederen aan de organisatie als ook met betrekking tot de financiële verantwoording. Doel van de frauderisico-analyse is vast te stellen hoe het staat met de kwaliteit van beheersing van frauderisico's. Er functioneren voldoende controle- en beheersingsmaatregelen binnen het Regiokantoor van Regio Rivierenland. De frauderisico's worden als 'laag' gekwalificeerd. De uitvoering en ontwikkelingen worden in deze paragraaf toegelicht. Toelichting op het begrip weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de benodigde weerstandscapaciteit de ingeschatte risico s en de beschikbare weerstandscapaciteit de middelen die beschikbaar zijn om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen. Het weerstandsvermogen wordt gevormd door de aanwezige middelen om de nadelige gevolgen van risico s op te vangen. Het gaat bij het weerstandsvermogen met name om risico s die niet via verzekeringen of voorzieningen kunnen worden ondervangen. In onderstaand schema is dit weergegeven: Bekende risico s Beschikbare middelen Benodigde weerstandscapaciteit Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstandsvermogen De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door: de verwachte impact van de aanwezige risico s; de gewenste mate van zekerheid dat de risico s kunnen worden opgevangen; de mate waarin de risico s al op andere wijze zijn afgedekt. 16 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

92 Financiën De beschikbare weerstandscapaciteit is het totaal aan middelen en mogelijkheden waarover de regio kan beschikken om eventueel optredende niet begrote kosten af te dekken, zonder invloed op de uitvoering van taken. De middelen die we tot de beschikbare weerstandscapaciteit rekenen zijn: de vrije aanwendbare reserves; de stille reserves; de post onvoorzien in de begroting. Beleid omtrent weerstandscapaciteit Regio Rivierenland is een gemeenschappelijke regeling die taken uitvoert in opdracht van tien gemeenten. Het weerstandsvermogen van de regio wordt gevormd door het weerstandsvermogen van de afzonderlijke gemeenten. Niettemin zijn er redenen om ook binnen de regio financiële weerstand op te bouwen. Op grond van wettelijke voorschriften is de regio verplicht voorzieningen te vormen voor kwantificeerbare risico s, verplichtingen en verliezen. Daarnaast is het wenselijk om voor bepaalde activiteiten een reserve te hebben om te voorkomen dat bedrijfsresultaten en onvoorziene omstandigheden grote afwijkingen veroorzaken in de jaarlijks geraamde gemeentelijke bijdragen en tarieven. De afgelopen jaren is de vaste gemeentelijke bijdrage van de gemeenten deels omgezet naar dienstverleningsovereenkomsten. Het leveren van maatwerk en flexibiliteit heeft als nadeel dat er meer (financiële) risico s in de bedrijfsvoering ontstaan. Om deze risico s op te kunnen vangen heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met de vorming van reserves. Overzicht van weerstandscapaciteit en risico s bij de programma's Regionale samenwerking en Contractgestuurde dienstverlening Om het inzicht te versterken in de bestaande en toekomstige financiële risico's en de mate waarin deze zijn afgedekt door reserves heeft het Regiokantoor in 2013 een onderzoeksrapport 'Risico's bij Regio Rivierenland' op laten stellen. In algemene zin kan gesteld worden dat er geen (grote) risico's zijn bij het Regiokantoor die om directe aanpassing in de bedrijfsvoering vragen. Mede op basis van de uitkomsten van de risico-inventarisatie en de in het onderzoekrapport opgenomen adviezen is in 2013 een algemene reserve gevormd van voor het afdekken van deze (financiële) risico's. Voor het opvangen van tekorten (en overige financiële risico's) bij de uitvoering van contractactiviteiten (programma 2 Contractgestuurde dienstverlening) is een risicoreserve gevormd. Deze reserve is bedoeld om tegenvallende resultaten en/of wegvallende vraag op flexibele taken op te kunnen vangen. Een reserve van maximaal 30% van het totaal van de opbrengsten uit dienstverleningsovereenkomsten wordt voldoende geacht om de bedrijfsvoeringrisico s op te kunnen vangen. De flexibele taken van Contractgestuurde dienstverlening bevatten risico s voor Regio Rivierenland, waarbij te denken valt aan: ziekte en inhuur van personeel, afschrijving van materieel en fluctuaties in de vraag naar diensten/producten. Ook zijn er risico s op het gebied van vraag en aanbod. Hiertegenover staat dat de gemeenten betalen voor de gevraagde diensten. In het uiterste geval zijn gemeenten als eigenaar van de Regio Rivierenland verantwoordelijk voor tekorten die niet kunnen worden gedekt uit de gevormde reserves. Onvoorziene uitgaven In de Nota reserves en voorzieningen, vastgesteld op 26 oktober 2009, is ten aanzien van de weerstandscapaciteit van de programma's Regionale samenwerking en Contractgestuurde dienstverlening bepaald dat er een post onvoorzien in de begroting opgenomen kan worden voor incidentele tegenvallers. In de programmabegroting 2017 is een bedrag van opgenomen voor onvoorziene uitgaven. 17 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

93 Financiën Maatregelen op het gebied van risicobeheersing en risicomanagement We hebben verzekeringen afgesloten voor onze eigendommen, het ingezette materieel en voor het personeel. Daarnaast hebben we verzekeringen op het gebied van aansprakelijkheid, rechtsbijstand en goed werkgeverschap. Eventuele financiële risico's en kosten van schades kunnen veelal via verzekeringspolissen worden gedekt. De werkorganisatie en de werkprocessen zijn zodanig ingericht, dat voldoende (controle-) procedures functioneren om financiële risico's en frauderisico's te voorkomen of in ieder geval te beperken. We werken met (meerjarige) contracten, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting en onderhoud, om de risico's ten aanzien financiële verplichtingen te reduceren. Ook voor de inkomsten geldt, dat we contractafspraken maken met onze klanten (bijvoorbeeld via dienstverleningsovereenkomsten). Het beheer van subsidiegelden en de bewaking van subsidievoorwaarden en -verplichtingen is voldoende ingebed in de organisatie. Ten aanzien van de geldmiddelen wordt opgemerkt dat de organisatie geen eigen kas heeft. Alle geldstromen lopen via de bank (BNG), waardoor geen risico's bestaan ten aanzien van vervreemding of verduistering van kasgelden. De banktegoeden zijn ondergebracht bij de schatkist, waardoor ook ten aanzien van het onrechtmatig gebruik van banktegoeden de financiële risico's grotendeels zijn afgedicht, omdat voor het ontvreemden van gelden extra stappen ondernomen moeten worden. Bovendien zijn in het proces van bankbetalingen meerdere controlestappen aangebracht. Voor wat betreft de gemeentelijke bijdrage zijn in de Regeling Regio Rivierenland bepalingen opgenomen, waardoor financiële risico's worden beperkt, in ieder geval voor de korte termijn. Overige getroffen maatregelen betreffen voornamelijk organisatorische maatregelen, passend bij de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering en de dynamiek van het werken in een gemeentelijke (politieke) omgeving. Er wordt geïnvesteerd in personeel via training, opleidingen en loopbaanbegeleiding. Daarnaast is er aandacht voor de kwaliteit, betrouwbaarheid en continuïteit van (ICT-)systemen (professionalisering, verbeteren functionaliteit en gebruiksgemak). 18 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

94 Financiën Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten in 2017 We zetten het beleid voort. Er is een nieuw meerjarig onderhoudsplan opgesteld voor de panden J.S. de Jongplein en Van Lidth de Jeudelaan in Tiel. Beleidskader Het beleid ligt vast in het meerjarenonderhoudsplan De beleidskader ligt vast in de beleidsnotitie Onderhoud gebouwen. Uitgangspunt is dat op langere termijn de gebouwen op een adequate wijze worden onderhouden. Renovaties en nieuwbouw moeten hiervan los worden gezien. Hiervoor moeten afzonderlijk middelen beschikbaar worden gesteld door het Algemeen Bestuur. Ieder pand heeft een eigen meerjarenonderhoudsplan. Periodiek wordt nagegaan of het meerjarenonderhoudsplan bijstelling behoeft. Financiële consequenties en vertaling daarvan in de begroting Begin 2016 is een nieuw meerjarig onderhoudsplan opgesteld. De onderhoudsplannen voor de panden Burg. van Lidth de Jeudelaan en J.S. de Jongplein in Tiel hebben een looptijd tot De jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening is in de programmabegroting 2017 aangepast op basis van het meest recente meerjarig onderhoudsplan. Onderhoud gebouwen Bedragen x Stand voorziening onderhoud gebouwen 1 januari Dotatie voorziening Onttrekking voorziening Stand 31 december In de afgelopen jaren zijn geplande onderhoudswerkzaamheden gedeeltelijk uitgesteld of gecombineerd uitgevoerd in samenhang met lopende investeringen in en aan onze panden. In de aankomende periode moet een inhaalslag worden gemaakt en worden ondermeer de volgende onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd: dakrenovatie pand J.S. de Jongplein (wordt gefaseerd uitgevoerd). CV-installatie pand J.S. de Jongplein (inclusief vervanging regelkast + warmtepomp). Vervangen brandmeldinstallatie pand Van Lidth de Jeudelaan (inclusief inbraakbeveiliging). Buitenschilderwerk. Verlichting/vervanging armaturen. 19 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

95 Financiën Paragraaf 4 Bedrijfsvoering Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten in 2017 Algemeen Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hanteert de volgende definitie van bedrijfsvoering : Bedrijfsvoering betreft de bedrijfsprocessen binnen een organisatie om de beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren alsmede de sturing en beheersing daarvan. Voor een goede bedrijfsvoering zijn budget, personeel met kennis en kunde, infrastructuur, structuur, informatie en beheersinstrumenten nodig. Ook is een gezonde cultuur binnen de organisatie en een gezonde samenwerkingscultuur tussen de gemeenten cruciaal om de doelstellingen van de regionale samenwerking te bereiken en de uitvoeringstaken adequaat te kunnen uitvoeren. Onze organisatie is voortdurend in verandering door de dynamiek in het openbaar bestuur en de ontwikkelingen in de samenleving. Verandering zal de constante factor zijn voor onze organisatie. Dat vraagt een organisatie die daarmee om kan gaan en kwaliteit blijft leveren. Het Dagelijks Bestuur is primair verantwoordelijk voor een adequate bedrijfsvoering. Het Algemeen Bestuur heeft een meer kaderstellende en controlerende taak. Inrichting van de organisatie De organisatie van Regio Rivierenland bestaat uit drie onderdelen: - Concernondersteuning: dit onderdeel is gericht op de interne dienstverlening aan de andere twee onderdelen en is gericht op de bedrijfsvoering van Regio Rivierenland. - Regionale samenwerking: dit onderdeel richt zich sinds 1 januari 2015 volledig op de procesmatige facilitering van de beleidsmatige samenwerking tussen de gemeenten op drie Speerpunten (Agribusiness, Economie & Logistiek en Recreatie & Toerisme). Daarmee worden de opgaven uit programma 1 van de begroting verwezenlijkt. - Contractgestuurde Dienstverlening: dit onderdeel levert op contractbasis diensten voor de gemeenten. Daarmee worden de opgaven uit programma 2 van de begroting verwezenlijkt. Concernondersteuning De ondersteunende middelen (P&O, Financiën, Administratie, I&A, Huisvesting, JZ, Archief, Communicatie, Bestuursondersteuning) staan direct ten dienste van de bedrijfsvoering van het Regiokantoor. Bij sommige onderdelen worden ook taken voor anderen verricht. Zo koopt bijvoorbeeld het Regionaal Werkbedrijf Rivierenland (RW-POA Rivierenland) ondersteuning in voor communicatie, huisvesting, administratie en I&A. Hiermee worden inkomsten gegenereerd. De koers voor 2017 is om met inzet van zo weinig mogelijk financiële middelen, een kwalitatief goede dienstverlening te bieden op basis van resultaatafspraken. Ten behoeve van de instandhouding van de regionale samenwerking zelf, zijn op concernniveau werkzaamheden nodig die ten goede komen aan alle regio-onderdelen. Deze werkzaamheden worden sober en op minimaal niveau ingericht. De concernondersteuning is gericht op: Het werkgeverschap (CAR-UWO, personeelsregelingen, OR en GO) De planning- en controlcyclus Control (auditcomité, interne controle, algemene financiële en juridische control) Organisatie-inrichting (treasury, budgetbeheer, mandatering, organisatieregelingen) Juridische control (gemeenschappelijke regeling en interne reglementen en verordeningen) Archief (centrale archiefverantwoording en -wetgeving) Concerncommunicatie (website, intranet, nieuwsuitingen, folders) Bestuursondersteuning (faciliteren bestuursvergaderingen, regiomiddagen, regionale agendacommissie en bijeenkomsten) De overige middelenfuncties, waarbij dienstverleningsafspraken kunnen worden gemaakt, zijn ondergebracht bij het onderdeel Contractgestuurde Dienstverlening met een directe kostentoedeling naar de onderdelen waar werkzaamheden voor worden verricht. Door deze werkwijze wordt de werkelijke kostprijs per onderdeel transparant. Hierdoor kunnen ook makkelijker diensten buiten onze organisatie worden aangeboden, waarmee inkomsten worden gegenereerd. 20 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

96 Financiën Beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering Sinds 2015 is de wijze waarop gemeenten met elkaar samenwerken op een nieuwe manier vormgegeven. Deze wijzigingen zijn vertaald in het takenpakket van de medewerkers. Het onderdeel Programma s en Strategie is omgevormd tot het onderdeel Procesondersteuning en regievoering Speerpunten. Zij faciliteren de samenwerking tussen de gemeenten op een hoogwaardig procesmatig niveau en anticiperen daarbij op de wensen van de gemeenten en maatschappelijke ontwikkelingen (veranderingen, bedreigingen en kansen voor de gemeenten). In 2017 bestendigen we deze werkwijze. Dit jaar investeren we in de gezamenlijke ontwikkeling van de drie speerpuntondersteuners die in 2016 in dienst zijn getreden. Het opleidingsplan wordt voor teambuilding en het bevorderen van de interne samenwerking ingezet. De uitkomsten van het medewerkersbelevingsonderzoek dat in 2016 is gehouden, worden omgezet in verbeteracties. Ook zetten we, samen met de gemeenten, in op het transparant maken en houden van de onderwerpen die op regionaal niveau spelen, zodat de gemeenten het overzicht behouden en de inhoudelijke richting kunnen blijven bepalen. We blijven investeren in onze communicatie. Onze website moet de bron zijn waar onze gemeenten, maar ook andere belangstellende de juiste informatie makkelijk kunnen vinden. In 2017 willen we alle interne regelingen op het gebied van personeel, organisatie en financiën hebben geactualiseerd en beoordeeld of we met minder toe kunnen. Dit draagt bij aan de effectiviteit van onze organisatie en het verminderen van de regeldruk. In 2017 willen we HR 21 hebben ingevoerd om daarmee een modern en flexibel personeelsinstrument tot onze beschikking te hebben, waarmee ook flexibele uitwisseling met gemeenten kan plaatsvinden Met onze deskundige expertise op het gebied van I&A, JZ, Huisvesting en Financiën willen we meer financieel voordeel voor onze gemeenten halen door diensten te leveren aan andere organisaties zoals het RAR, Avri, GGD Gelderland-Zuid etc. Voor Contractgestuurde Dienstverlening zetten we in op een zeer efficiënte interne backoffice en slimme automatisering zodat we op kostenefficiënte wijze producten kunnen leveren aan onze gemeenten is het eerste jaar waarin we alle effecten van het uittreden van Avri definitief in beeld hebben. We koersen op het realiseren van een lager overheadpercentage dan voor gemeenten gebruikelijk is. Hiermee willen we een slimme samenwerkingspartner voor onze gemeenten zijn. In dit verband wordt in 2017 ook gekeken wat we zelf moeten blijven doen en wat beter (tegen lagere kosten) uitbesteed kan worden, of waar we de aansluiting bij gemeenten kunnen zoeken. 21 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

97 Financiën Paragraaf 5 Financiering Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten in 2017 We zetten het beleid ongewijzigd voort. Er zijn geen punten die specifieke aandacht nodig hebben. Beleidskader: het Treasurystatuut van de regio In het Treasurystatuut staan de uitgangspunten en doelstellingen voor het treasurybeleid vermeld. In oktober 2009 (ingangsdatum 1 januari 2010) is het statuut vastgesteld door het Dagelijks Bestuur. De uitvoering en ontwikkelingen worden in deze paragraaf toegelicht. Onderdelen Algemene ontwikkelingen Treasurybeheer (Krediet) Risicobeheer Financiering Algemene ontwikkelingen Dit onderdeel schetst de belangrijkste interne en externe ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op de treasuryfunctie, alsmede wijzigingen in de Wet Financiering Decentrale Overheden (wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de wet Hof en het Verplicht Schatkistbankieren voor decentrale overheden. Interne ontwikkelingen Regio Rivierenland voldoet bij de uitvoering van de treasuryfunctie aan de wet- en regelgeving. Bij wet van 11 december 2013 tot wijziging van de Wet financiering decentrale overheden is het een verplichting geworden om overtollige liquide middelen aan te houden in de schatkist van het Rijk. Gelden tegen gunstige rentetarieven uitzetten op spaarrekeningen of deposito's bij andere financiële instellingen is met de invoering van Schatkistbankieren niet meer toegestaan. Er mag een bedrag ter hoogte van 0,75% (met een ondergrens van ) van het jaarlijkse begrotingstotaal buiten de schatkist gehouden worden voor de uitvoering van dagelijkse taken. Door de invoering van het verplicht schatkistbankieren en de lage rentestand zijn de renteinkomsten beduidend gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. Externe ontwikkelingen, rente-ontwikkelingen De belangrijkste externe ontwikkelingen zijn (internationale) economische indicatoren en de invloed hiervan op de geld- en kapitaalmarkt, alsmede wijzigingen in wet- en regelgeving. Regio Rivierenland kent geen zelf ontwikkelde rentevisie. Zij volgt de marktgegevens en renteontwikkelingen via publicaties van gerenommeerde financiële instellingen. We verwachten dat de rente op de geld- en kapitaalmarkt in de komende periode op het huidige lage niveau zal blijven. 22 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

98 Financiën Treasurybeheer Het treasurybeheer is de (beleids) uitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het huidige treasurystatuut. De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, financiële geldstromen, de financiële posities en hieraan verbonden risico s. Met de invoering van schatkistbankieren is de aandacht voor het volgen en bewaken van de banksaldi en de mutaties in 's Rijks schatkist verder geïntensiveerd. Risicobeheer Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een wettelijke limiet en bepaalt de maximale omvang van de externe kortgeldpositie in enig jaar. De zogenaamde netto vlottende schuld mag maximaal 8,2 % bedragen van het begrotingstotaal van Daarboven moet lang geld worden aangetrokken. De kasgeldlimiet voor Regio Rivierenland bedraagt voor 2017 afgerond Renterisico De renterisiconorm is ook een wettelijke limiet en beperkt de vaste schuld die in enig jaar voor aflossing of renteherziening in aanmerking komt tot 20% van het begrotingssaldo. De vaste schuld van Regio Rivierenland bestaat uit geldleningen waarop geen renteherzieningen plaatsvinden. Derhalve is er geen renterisico. Kredietrisicobeheer Regio Rivierenland loopt geen risico s bij het uitzetten van geldmiddelen. De gelden zijn belegd conform de voorwaarden genoemd in het treasurystatuut. Frauderisico We hebben bij het Regiokantoor een inventarisatie van frauderisico's uitgevoerd. Het doel van deze frauderisico-analyse is vast te stellen hoe het staat met de kwaliteit van beheersing van frauderisico's binnen onze organisatie en welke beheersingsmaatregelen er eventueel nog genomen moeten worden ter voorkoming van eventuele fraude. De belangrijkste frauderisico's hebben betrekking op fraude met bancaire middelen, kantoorvoorraden en onrechtmatig gebruik van subsidiegelden. Er functioneren voldoende controle- en beheersingsmaatregelen binnen het Regiokantoor van Regio Rivierenland en de frauderisico's worden als 'laag' gekwalificeerd. Financiering De aanwezige vaste activa zijn voor een groot deel gedekt met eigen financieringsmiddelen. De leningenportefeuille geeft het volgende verloopt te zien in Leningenportefeuille Bedragen x Naam Oorspr. hoofdsom Rente Looptijd Afgelost in Stand Stand Lening BNG ,335% 20 jaar Totaal vaste schulden: BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

99 Financiën Paragraaf 6 Verbonden partijen Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten in 2017 We zetten het beleid ongewijzigd voort. Visie en beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarmee Regio Rivierenland een bestuurlijke en financiële band heeft. In de begroting en jaarstukken wordt aandacht besteed aan de verbonden partijen. Dit is vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en risico s die samenhangen met verbonden partijen. In de financiële verordening is bepaald dat nieuwe verbonden partijen en wijzigingen in bestaande verbonden partijen of eventuele problemen en beëindiging van bestaande verbonden partijen in deze paragraaf behandeld dienen te worden. Nieuwe verbonden partijen of wijzigingen Er worden in 2017 geen mutaties in verbonden partijen verwacht. Ongewijzigde verbonden partijen Deelname in vennootschappen ARN B.V. De Regio participeert in de afvalverbrandingsinstallatie van ARN B.V. te Weurt. De aandelen zijn als volgt over de verschillende aandeelhouders verdeeld: Milieusamenwerking Afvalverwijdering Regio Nijmegen (MARN) aandelen Regio De Vallei aandelen Regio Rivierenland 588 aandelen Door de rechtspersoon gehouden eigen aandelen 490 aandelen Remondis Nederland B.V aandelen Totaal aandelen De Regio heeft 588 aandelen van nominaal 454 waarvan 100% is gestort. De totale waarde (verkrijgingsprijs) van de deelneming bedraagt Relevante cijfers van Afvalverwerking Regio Nijmegen (ARN B.V.) (x 1.000) Eigen vermogen 31 december Vreemd vermogen 31 december Netto resultaat De cijfers zijn overgenomen uit de jaarrekening 2014 van afvalenergiecentrale ARN B.V. Over 2015 zijn nog geen cijfers bekend. Deelname in samenwerkingsverbanden Regio Rivierenland heeft geen bestuurlijke en/of financiële belangen in andere samenwerkingsverbanden. 24 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

100 Financiën Overzicht van baten en lasten en gemeentelijke bijdrage Deelname in samenwerkingsverbanden Totaaloverzicht Overzicht van baten en lasten Bedragen x Rekening 2015 B 2016 t/m AB mrt Begroting 2017 Lasten 1. Regionale samenwerking Contractgestuurde dienstverlening Totaal lasten Baten 1. Regionale samenwerking Contractgestuurde dienstverlening Totaal baten Saldo van baten en lasten Storting (+) / onttrekking (-) reserves 1. Regionale samenwerking Contractgestuurde dienstverlening Totaal mutaties reserves Resultaat Ontwikkeling gemeentelijke bijdrage Bedragen x Rekening 2015 B 2016 t/m AB mrt Begroting Regionale samenwerking Contractgestuurde dienstverlening Voordeel huisvestingskosten 116- Totaal ,9% 25 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

101 Financiën Gemeentelijke bijdrage Overzicht besluiten Algemeen Bestuur na vaststelling primitieve begroting 2017 Nr. Omschrijving Bedrag x Gem. bijdrage primitieve begroting I/S Datum besluit Door het Algemeen Bestuur vastgestelde wijzigingen van de (concept)begroting 2016: Geen mutaties begroting 2016 Gem. bijdrage begr (t/m AB mrt 2016) Geen begrotingswijzigingen t/m AB mrt 2016 De begrotingswijzigingen vanaf april 2016 worden in de Bestuursrapportage 2016 verwerkt. 26 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

102 Financiën Verschillenanalyse per programma Programma 1 Regionale Samenwerking B 2016 t/m AB mrt Begroting 2017 Verschil Bedragen x Impact op gemeentelijke bijdrage Lasten Alle producten Hogere lasten, voornamelijk als gevolg van een stijging van de salarislasten. Bij de ramingen van de salarissen hebben we de afspraken uit het principe-akkoord CAO-gemeenten als uitgangspunt genomen. Hierdoor stijgen de begrote salarislasten ten opzichte van de begroting 2016 met gemiddeld 2,4%. Algemene bestuursondersteuning Onvoorziene uitgaven Desintegratiekosten die het gevolg zijn van afsplitsingen van bedrijfsonderdelen. Hiervan is structureel gedekt via de erfpachtcanon die Avri vanaf 2016 betaalt aan Regio Rivierenland. Een bedrag van heeft betrekking op de personele kostencomponent van de ICT-dienstverlening waarvoor we vanaf 2017 geen vergoeding meer ontvangen. Het budget voor onvoorziene uitgaven is in de begroting 2017 verlaagd met Hierdoor daalt de gemeentelijke bijdrage Baten Algemene bestuursondersteuning Algemene bestuursondersteuning Speerpunten en projecten Beëindiging van de compensatievergoeding die Avri tot 1 januari 2016 betaalde voor de effecten van de in 2011 doorgevoerde nieuwe kostenverdeelsystematiek. Vergoeding die Avri vanaf 2016 betaalt via de erfpachtcanon bovenop de financieringsrente van de gronden. Beëindiging deelname gemeente Druten aan producten en projecten binnen de regionale samenwerking en stopzetten participatie in de Speerpuntberaden Renteresultaat Lager renteresultaat in de begroting 2017 als gevolg van de afbouw van reserves. Gemeentelijke bijdrage BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

103 Financiën Programma 2 Contractgestuurde dienstverlening Bedragen x B 2016 Begroting Verschil Impact op t/m AB mrt 2017 gemeentelijke Lasten bijdrage Alle producten Hogere lasten, voornamelijk als gevolg van een 44 stijging van de salarislasten. Bij de ramingen van de salarissen hebben we de afspraken uit het principe-akkoord CAO-gemeenten als uitgangspunt genomen. Hierdoor stijgen de begrote salarislasten ten opzichte van de begroting 2016 met gemiddeld 2,4%. Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) Het RMC voert een aantal projecten uit op het gebied van begeleiding en monitoring van jeugdigen in de leeftijd van 18 tot 23 jaar en het terugplaatsen van voortijdige schoolverlaters. Het Rijksbudget voor kwalificatieplichtgelden is in december 2015 opnieuw vastgesteld. Ten opzichte van de begroting 2016 zijn de lasten gestegen met Basismobiliteit Vanaf het begrotingsjaar 2017 is Regio 240 Rivierenland belast met de coördinatie van de uitvoering van Basismobiliteit. Voor de vaste beheerskosten is in de begroting een bedrag van opgenomen. Baten Alle producten In de begroting 2016 zijn de uurtarieven 43 verhoogd met een prijsindexering. Hierdoor zijn de geraamde opbrengsten gestegen ten opzichte van de begroting Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) Bij een aantal RMC-projecten bestaat nog geen zekerheid dat de huidige projectfinanciering wordt gecontinueerd. In de begroting zijn alleen de subsidie-inkomsten opgenomen, waarvoor harde toezeggingen zijn gedaan. Hierdoor zijn de baten lager dan in de begroting Basismobiliteit Vanaf het begrotingsjaar 2017 is Regio 240 Rivierenland belast met de coördinatie van de uitvoering van Basismobiliteit. In de programmabegroting 2017 zijn alleen de baten opgenomen voor de financiering van de vaste beheerskosten op basis van bestaande afspraken. De bedragen van de overige lasten (vervoerskosten en kosten regiecentrale) en de hiermee rechtstreeks samenhangende inkomsten zijn niet bekend en worden via de Bestuursrapportage 2017 in de begroting verwerkt. Gemeentelijke bijdrage BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

104 Financiën Uitgangspunten programmabegroting 2017 De uitgangspunten voor de programmabegroting 2017 zijn vastgesteld in de Kaderbrief Programmabegroting 2017, die in het Algemeen Bestuur van 9 maart 2016 is vastgesteld. Algemeen Basis vormt het bestaande beleid zoals geformuleerd en geraamd in de Programmabegroting 2016 inclusief de begrotingswijzigingen tot en met de besluitvorming in het Algemeen Bestuur t/m maart Aantallen inwoners Voor de vaststelling van de aantallen inwoners per gemeente worden, conform de in de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland opgenomen bepalingen, de openbaar gemaakte bevolkingscijfers van het CBS aangehouden naar de stand van 1 januari van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. Voor 2017 worden de voorlopige inwoneraantallen op 1 januari 2016 gehanteerd. Prijspeil In verband met de noodzaak om kostenbesparingen te realiseren is in de begroting 2017 geen prijsindexering toegepast bij de kostenbudgetten. Salariskosten De salariskosten voor 2017 zijn geraamd op basis van de actuele personele formatie. We hebben rekening gehouden met de stijging van de salarissen bij mensen die binnen hun salarisschaal nog recht hebben op een jaarlijkse periodiek. In de begroting 2017 wordt rekening gehouden met een maximale stijging van 3% van de personele kosten ten opzichte van de begroting 2016 overeenkomstig de vastgestelde kaderbrief. Rente investeringen en reserves en voorzieningen Basis vormt hiervoor de nota reserves en voorzieningen 2009 die is vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 26 oktober Voor de berekening van de bespaarde rente van reserves en voorzieningen hebben wij net als in de afgelopen jaren een percentage van 5% gehanteerd. Onze langlopende financiering betreft een (oude) lening bij de BNG met een rentepercentage van 4,335% met een looptijd tot In verband met de werkelijke financieringsrente van 4,335% en gezien de onzekerheden op de financiële markten houden wij ondanks de huidige lage rentestand vast aan een interne rekenrente van 5%. BTW De begroting van de lasten bij de programma s Regionale samenwerking en Contractgestuurde dienstverlening is exclusief de compensabele BTW. Meerjarenbegroting In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met de bekende meerjarige aanpassingen, zoals mutaties op het gebied van salarissen en eventuele prijsontwikkelingen. 29 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

105 Financiën Uiteenzetting financiële positie Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten De belangrijkste ontwikkelingen en aandachtspunten ten aanzien van de financiële positie zijn: De werkelijke salarisstijging in de begroting 2017 bedraagt gemiddeld 2,4%. Voor de kostenbudgetten is geen prijsindexering toegepast. Personeelskosten Het totaal van de geraamde personeelslasten in de begroting 2017 bedraagt In de berekeningen is uitgegaan van het principe-akkoord CAO-gemeenten met een salarisstijging van 3,4% (3,0% op 1 januari 2016 en 0,4% op 1 januari 2017). Hiervan is 1,0% al meegenomen in de programmabegroting De salarisstijging heeft per saldo geleid tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage met Investeringen Regiokantoor Voor het begrotingsjaar 2017 worden geen nieuwe investeringen voorzien. Reserves, voorzieningen en overlopende passiva In het navolgende overzicht is opgenomen de verwachte stand van de reserves en voorzieningen per 1 januari 2017 en de vermeerderingen en verminderingen en de verwachte eindstand op 31 december De berekening is gebaseerd op de werkelijke standen per 1 januari 2016 en de geraamde mutaties in 2016 en Reserves Overzicht reserves Bedragen x Stand Toevoegingen 2017 Onttrekkingen 2017 Stand Algemene reserves Algemene reserve Regiokantoor Risicoreserve Contractgest. Dienstverlening Subtotaal algemene reserves Bestemmingsreserves Regionaal Meld en Coördinatiepunt (RMC) Speerpuntberaden Klimaatbeheersing Desintegratiekosten ontvlechtingen Revolverend fonds Contractgest. Dienstverl Subtotaal bestemmingsreserves Totaal BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

106 Financiën Voorzieningen Overzicht voorzieningen Bedragen x Stand Toevoegingen 2017 Onttrekkingen 2017 Stand Voorzieningen ter egalisatie van kosten Onderhoud gebouwen Totaal voorzieningen Overlopende passiva (nog te besteden gelden van derden) Overheidsuitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Bedragen x Stand Inkomsten 2016 Bestedingen 2016 Stand RMC Brugwachter 0 RMC Verzuimadviseur 0 RMC VSV convenant 0 RMC projectgelden tbv regionale aanpak VSV 20 Centrum Jeugd & Gezin Regionale opvoedkunde 0 Platform zelfredzaam 51 Afstemming Jeugdzorg en Jeugdbeleid (AJJ) Veilig thuis - Vergoeding VNG Regionale overleggen WMO 0 Communicatieplan transities 59 Werkbudgetten transities Programma luchtkwaliteit - Uitvoering kwalitatief woonprogramma - NSL 4e tranche 0 WBO woningbehoefte onderzoek 0 Project onderzoek basismobiliteit 0 BDU 2014 verkeersveiligheid-gemeenten BDU 2014 verkeersveiligheid - BDU 2015 verkeersveiligheid-gemeenten 16 BDU 2015 verkeersveiligheid 38 Onderzoek A15 10 Fietsambitie Regio Rivierenland 0 Regiocontract RW-POA Rivierenland 286 Totaal overlopende passiva Bij de samenstelling van de begroting 2017 zijn de toevoegingen en onttrekkingen voor 2016 en 2017 voor de huidige lopende subsidieprojecten niet exact in beeld te brengen. Uitgangspunt voor deze tabel is derhalve de stand per (overeenkomstig de jaarrekening 2015). 31 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

107 Financiën Onderstaande subsidies worden naar verwachting in 2016 geheel of voor een belangrijk deel besteed: RMC-projecten waarvoor de subsidie-regeling wordt beëindigd Platform zelfredzaam Communicatieplan transities Brede doel uitkering Verkeersveiligheid BDU 2015 Onderzoek A15 Regiocontract Subsidie-projecten welke doorlopen tot in 2017 en verder RMC-projecten die doorlopen in en na 2017 RW-POA Rivierenland 32 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

108 Financiën Meerjarenraming Belangrijke ontwikkelingen en aandachtspunten De belangrijkste ontwikkeling in de gemeentelijke bijdrage voor de jaren 2017 en verder zijn naar verwachting: 1. Voor de jaarlijkse stijging van de salarissen, pensioenlasten en indexering van kostenbudgetten zijn indicatieve percentages opgenomen. In de jaarlijkse Kaderbrief bij de Programmabegroting worden de definitieve percentages vastgesteld. 2. De stijging van de uurtarieven bij Contractgestuurde dienstverlening houden gelijke tred met de ontwikkeling van de salariskosten en overige mutaties in kostenbudgetten. 3. Desintegratiekosten die niet meer ten laste van de daartoe gevormde reserves gedekt kunnen worden (omdat de betreffende bestemmingsreserves volledig zijn ingezet), kunnen in de toekomst een extra stijging van de gemeentelijke bijdrage tot gevolg hebben. Meerjarenraming Bedragen x Lasten Begroting Regionale samenwerking Contractgestuurde dienstverlening (CgD) Meerjarige aanpassingen Salarissen en pensioenen Indexering kostenbudgetten Totaal lasten Baten 1. Regionale samenwerking Contractgestuurde dienstverlening (CgD) Stijging uurtarieven CgD Meerjarig effekt in gemeentelijke bijdrage A.g.v. indexering salarissen en kostenbudgetten A.g.v. jaarlijkse daling renteresultaat A.g.v. desintegratiekosten pm pm pm Totaal baten Saldo van baten en lasten Storting (+) / onttrekking (-) reserves 1. Regionale samenwerking Contractgestuurde dienstverlening Totaal mutaties reserves Resultaat BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

109 Financiën Bedragen x Rek B 2016 t/m AB mrt Gemeentelijke bijdrage Voordeel huisvestingskosten Totaal Mutatie t.o.v. voorgaand jaar -3,9% 2,4% 2,3% 2,3% Uitgangspunten bij de meerjarenraming Algemeen De meerjarenraming geeft een indicatie van de verwachte begrotingssaldi in de periode 2017 t/m De uitgangspunten komen overeen met de Kaderbrief programmabegroting Salarissen Voor de meerjarenraming zijn we uitgegaan van een gemiddelde stijging van de salarissen en pensioenpremies na 2017 met 2% per jaar. Prijsontwikkelingen In het kader van de meerjarenraming is de prijsontwikkeling vastgesteld op een percentage van 1%. De prijsindex van 1% is alleen toegepast op de materiële uitgaven, waarbij sprake is van een stijgend prijsniveau. Kapitaallasten In de meerjarenbegroting zijn de kapitaallasten voor 2018 en verder vastgesteld op het niveau van Vanwege het feit dat het uitsluitend om vervangingsinvesteringen gaat, worden in de meerjarenraming geen aanpassingen opgenomen voor de kapitaallasten. 34 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

110 Bijlagen 35 BEGROTING 2017 REGIO RIVIERENLAND

111 Gelderland-Zuid Aan de Raden van de gemeenten die participeren in de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid ons kenmerk: GGD/DIR/20L6/ ß3e lmp uw kenmerk: - datum: 19 april 2016 onderwerp: Concept jaarstukken 2015 GGD Gelderland-Zuid afdeling Directie Contactpersoon: M.Pieters doorkiesnummer: (088) 144 7L02 mpieters@ggdgelderlandzuid.nl Geachte Raad, Krachtens artikel 33, lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid, zend ik u hierbij de jaarstukken 2015 van GGD Gelderland-Zuid. Volgens afspraak hebben wij de jaarstukken inmiddels aangeboden aan de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Regio Nijmegen, waarover in het Algemeen Bestuur van de GGD is afgesproken dat deze ook adviseert voor Rivierenland voor wat betreft de GGD. De Adviesfunctie zal haar advies over deze jaarstukken uiterlijk 29 april 2016 uitbrengen. In het jaarverslag wordt toegelicht welke ontwikkelingen in 2015 van belang waren voor het werk van de GGD. Er wordt op 19 en 2I april een toelichting gegeven op de jaarrekening voor de financiële ambtenaren (uitnodiging is begin april verstuurd). Het resultaat na bestemming over 2015 is , - negatief. Voorgesteld wordt om dit bedrag te onttrekken aan de algemene reserve van GGD Gelderland-Zuid. Hiermee loopt de omvang van de algemene reserve terug tot een omvang van ,-. Dit is beduidend lager dan de normwaarde die de algemene reserve zou moeten hebben in het kader van de door het Algemeen Bestuur vastgestelde notitie'risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen'. Op grond van deze vastgestelde notitie bedraagt de normwaarde van het weerstandsvermogen ,-. De reserve ligt daarmee ,- onder de norm. Het Algemeen Bestuur heeft 14 april jl. besloten om op dit moment nog niet aan de gemeenten te verzoeken om de reserve aan te vullen met ,-, maar om de GGD in 2016 de ruimte te bieden om het weerstandvermogen zelf aan te vullen. Mocht dit in 2016 niet lukken, dan is hetalgemeen Bestuur bereid om de gemeenten te verzoeken om de reserve aan te vullen. centraal postadres Postbus BC Nijmegen info@ggdgelderlandzuid. nl Hoofdvest g ngen GGD Gelderland-Zuid Reg o Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel) Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg TV Nijmegen T: (088) L447L44 F: (02a) BIC /SWIFT: RABONL2U IBAN : N156. RABO.O3O.7 3, BTW: N KvKt 092L2724

112 datum: 19 april 2016 ons kenmerk: GGD/DIR/2O 16/1 338/MP pagina 2 van 2 De GGD valt onder de regelgeving van Single Information Single Audit (SISA) en dit betekent dat de vastgestelde jaarrekening vóór 15 juli 2016 aangeleverd moet z jn bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Daarom zal de jaarrekening vastgesteld worden in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 30 juni Vandaar dat wij u vriendelijk verzoeken om de behandeling van de jaarstukken 2015 in 16 te plannen en uw zienswijze vóór 9 juni a.s. aan het Algemeen Bestuur kenbaar te ma Met ijke groet, het Dagelijks Bestuur van GGD Gelderland-Zu Drs. L. Voorzitter Frings Dr M.N. Pieters ris Bijlage: 1

113 Jaarstukken 2015 uitgave GGD Gelderland-Zuid datum 18 april 2016 afdeling Directie ons kenmerk GGD/DIR/1314/MP/RB versie Jaarstukken status Concept Centraal postadres Postbus BC Nijmegen Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel) Bezoekadres Groenewoudseweg TV Nijmegen T: (024) F: (024)

114

115 Inhoudsopgave 1 INLEIDING ALGEMEEN JAARVERSLAG JEUGDGEZONDHEIDSZORG (JGZ) ALGEMENE GEZONDHEIDSZORG (AGZ) BIJZONDERE ZORG & VEILIG THUIS GEZOND LEVEN (GL) PARAGRAFEN RISICOMANAGEMENT EN WEERSTANDSVERMOGEN FINANCIERING ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN BEDRIJFSVOERING VERBONDEN PARTIJEN JAARREKENING BALANS PER 31 DECEMBER OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING TOELICHTING OP DE BALANS TOELICHTING OP HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN OVERZICHT SPECIFIEKE UITKERING (SISA) WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN BESTUUR EN VASTSTELLING JAARREKENING CONTROLEVERKLARING BIJLAGEN BEGROTINGSWIJZIGINGEN OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN OVERZICHT GEPLANDE EN GEREALISEERDE INVESTERINGEN AFNAME GGD GELDERLAND-ZUID GEMEENTE MOOK EN MIDDELAAR AFREKENING HUISVESTING JGZ LOCATIES REGIO NIJMEGEN OVERZICHT GGD-ORGANISATIE BIJDRAGE 2015 PER GEMEENTE: SPECIFICATIE TOTALE BIJDRAGE 2015 PER GEMEENTE FINANCIEEL OVERZICHT PRODUCTEN LIJST VAN AFKORTINGEN... 63

116

117 VOORWOORD 2015 was het jaar van de transities in het sociaal domein. Dit leidde tot een herinrichting van het gemeentelijk veld, in de vorm van sociale wijkteams en opschalingsvormen hiervan. Belangrijke uitgangspunten hierbij waren: de burger centraal, uitgaan van eigen kracht en regie en ontschot werken om aan de inwoners zorg en ondersteuning op maat te kunnen leveren. Het vroeg erbij zijn en het inzetten van preventie (preventie voor curatie) zijn belangrijke aangrijpingspunten voor gezond ouder worden en om escalatie naar specialistische zorg te temperen. GGD Gelderland-Zuid vertaalt deze uitgangspunten naar het werkveld publieke gezondheid om, in verbinding met onze zorg-, welzijn-, onderwijs- en veiligheidspartners, de maatschappelijke meerwaarde te bereiken. Onze gezondheid is namelijk niet alleen afhankelijk van hoe wij onze gezondheidszorg hebben georganiseerd. Heel sterk is de relatie met participatie; participatie op de arbeidsmarkt, in het onderwijs of in vrijwilligerswerk. Verder zijn er relaties met welzijn, het sociale netwerk, sociale veiligheid, de inrichting van onze leefomgeving en toegankelijkheid van voorzieningen. Met de transities zijn er meer kansen om op gemeentelijk niveau de samenhang tussen verschillende domeinen aan te brengen. Voor onze meerjarenstrategie zijn wij daarom in gesprek gegaan. Met elkaar, met onze gemeentelijke opdrachtgevers, met welzijn-, sport- en zorgorganisaties en onze veiligheidspartners. Wij organiseerden discussietafels over gezonde jeugd, preventie in het sociaal domein, publieke gezondheid en sociale veiligheid en publieke gezondheid en fysieke veiligheid. Het resultaat van dit interactieve proces, de meerjarenstrategie, geeft de richting aan die de GGD sámen met gemeenten en partners wil inslaan. In 2016 zal aansluiten op behoefte van inwoners, extra aandacht voor kwetsbare groepen en versterken van de rol als verbinder en makelaar concreet worden vormgegeven. Vanzelfsprekend doen wij dit in samenwerking met gemeenten en partners. In 2015 heeft de GGD een aantal nieuwe taken voor de gemeenten opgepakt: Veilig Thuis, Toezicht Wmo en toegang beschermd wonen. Veilig Thuis kende een moeizame start, waarbij veel problemen zich tegelijkertijd voordeden. De GGD zet sterk in op verschillende maatregelen, om snel een verbetering van de situatie te bereiken. Voor het kwaliteitstoezicht op de Wmo heeft de GGD een toetsingskader ontwikkeld dat signaal- en risicogestuurd wordt ingezet. De grote instroom van vluchtelingen in onze regio heeft ook van de GGD veel inzet gevraagd. Met name de noodopvang Heumensoord vormde een uitdaging voor de gemeenten, de GGD, GHOR, COA en partners op het gebied veiligheid en zorg. Het grote aantal kinderen vroeg om stevige aanwezigheid van de jeugdgezondheidszorg; het hogere risico op infectieziekten om adequate screening en hygiënezorg. Deze, maar ook andere uitdagingen op het gebied van zorg en veiligheid, zijn het hoofd geboden door een goede coördinatie, een hoge samenwerkingsbereidheid, en de betrokkenheid van de vele professionals die, elk vanuit hun eigen werkgebied, zich hebben ingezet voor een zo humaan, gezond en veilig mogelijk samenleven op Heumensoord. Het bij kunnen en mogen dragen aan een dergelijk netwerk werkt inspirerend en motiverend. Ik bedank alle medewerkers die zich dagelijks inzetten voor de taken die de GGD voor de inwoners van Gelderland-Zuid vervult. Onze keten- en netwerkpartners dank ik voor de goede samenwerking en de gemeenten voor het gestelde vertrouwen. Dr. ir. Moniek Pieters Directeur Publieke Gezondheid Jaarverslag 2015 Pagina 5

118 1 Inleiding 1.1 Algemeen Voor u liggen de concept jaarstukken van GGD Gelderland-Zuid over het jaar Conform de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid worden de conceptjaarstukken 2015 voorgelegd aan de deelnemende gemeenten voor hun zienswijze Gezondheid en transities in het sociaal domein Voor de inwoners van Gelderland-Zuid is gezondheid een van de belangrijkste zaken in hun leven. Gezondheid is veel meer dan het afwezig zijn van ziekten. De (nieuwe) definitie van gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren; in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Onze gezondheid hangt met veel aspecten samen en is niet alleen afhankelijk van hoe wij onze gezondheidszorg hebben georganiseerd. Heel sterk is de relatie met participatie; waarbij wordt verstaan participatie op de arbeidsmarkt, in het onderwijs of vrijwilligerswerk. De participatie is hoger als iemand gezond is, maar ook het omgekeerde geldt: als je participeert, heeft dit een positief effect op de gezondheid. Een kind dat gezond is, behaalt op school betere resultaten en maakt daarmee een betere kans op de arbeidsmarkt. Een hoger inkomen is weer gekoppeld aan een gezondere leefstijl en daarmee een betere gezondheid. En zo zijn er relaties met welzijn, het sociale netwerk, sociale veiligheid, de inrichting van onze leefomgeving, toegankelijkheid van voorzieningen, etc. Gezondheid is dus afhankelijk van het totaalplaatje. Met de transities in het sociaal domein ontstaan er meer kansen om op gemeentelijk niveau de samenhang met gezondheid te beïnvloeden. Maatregelen op de verschillende domeinen kunnen meer in samenhang met elkaar worden gebracht en beter worden gericht op de individuele situatie van de inwoners. Ook betekenen deze transities dat de organisatie van de GGD hier goed op aansluit. De GGD doet dit onder andere door nieuwe taken uit te voeren die gemeenten bij de GGD beleggen. In 2015 zijn dat de volgende taken: Veilig Thuis (Advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling) Op grond van de Jeugdwet zijn gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk voor het in stand houden van een Advies- en Meldpunt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) onder de noemer Veilig Thuis. Gemeenten in Gelderland-Zuid en gemeente Mook en Middelaar hebben deze taak belegd bij GGD Gelderland-Zuid. Veilig Thuis is per 1 januari 2015 gestart met als samenstellende onderdelen: het Advies- en Meldpunt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling, een deel van het zorgmeldingenteam van Bureau Jeugdzorg Regio Nijmegen en Rivierenland, het Meldpunt Bijzondere Zorg van GGD Gelderland-Zuid en Moviera als het gaat om de publiekstaken in het Steunpunt Huiselijk Geweld. Veilig Thuis Gelderland- Zuid bevindt zich in de ontwikkelfase; de startproblemen en hoge werkbelasting hebben in 2015 geleid tot een negatieve inspectiebeoordeling. Om de problemen het hoofd te bieden zijn extra middelen beschikbaar gesteld en heeft de GGD sterk ingezet op snelle verbetering van de situatie. Toezicht Wmo Op 1 januari 2015 is naast de uitvoering van de Wmo ook het toezicht op de uitvoering van Wmo gedecentraliseerd. Dat betekent dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het toezicht op en de naleving van de kwaliteitseisen die de Wmo 2015 stelt. De gemeente dient daartoe een toezichthouder aan te stellen. De zestien gemeenten in Gelderland-Zuid én gemeente Mook en Middelaar hebben de directeur publieke gezondheid aangewezen als toezichthouder. Deze heeft de opdracht gekregen om het signaal-gestuurde en risico-gestuurde toezicht vorm te geven. In het najaar van 2015 heeft bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden over het structureel toezicht maatwerkvoorzieningen Wmo. Toegang tot Beschermd Wonen Op basis van de Wmo 2015 zijn de gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk voor 24-uurs verblijf en bijbehorende begeleiding (beschermd wonen). In Gelderland-Zuid is centrumgemeente Nijmegen verantwoordelijk voor beschermd wonen en voor de regie op plaatsing. Wmo-centrumgemeente Nijmegen heeft, met instemming van het GGD-bestuur, de toegang tot Jaarverslag 2015 Pagina 6

119 beschermd wonen vanaf 2015 belegd bij de GGD. Dit betekent dat de GGD adviezen uitbrengt aan de gemeente over aanmeldingen en herindicaties voor beschermd wonen Gezond leven De overheid streeft een gezonde samenleving na. Om ziekten te voorkomen en levensbedreigende ziekten vroegtijdig op te sporen, zijn er vaccinatieprogramma s en bevolkingsonderzoeken. Maar het is belangrijker om ziekten te voorkomen. Ook het bevorderen van een gezonde leefstijl is van cruciaal belang. In de Volksgezondheid Toekomstverkenningen (VTV), die in 2014 door het RIVM zijn uitgebracht, staan vier perspectieven voor de volksgezondheid centraal: Iedereen zo lang mogelijk gezond houden en zieken beter maken. Kwetsbare mensen ondersteunen en maatschappelijke participatie bevorderen. Autonomie en keuzevrijheid stimuleren. De zorg betaalbaar houden. In de VTV-2014 wordt geconstateerd dat: de levensverwachting blijft stijgen, maar minder hard dan de afgelopen 10 jaar. vooral preventie en zorg de levensverwachting fors deden stijgen. dementie de belangrijkste doodsoorzaak zal zijn in het aantal mensen met een chronische ziekte stijgt, maar de beperkingen blijven stabiel. de meeste ziektelast wordt veroorzaakt door psychische stoornissen, hart- en vaatziekten en kanker. trends in leefstijl niet langer ongunstig zijn. een ongunstige sociale en fysieke omgeving bijdraagt aan de ziektelast. de inrichting van de omgeving kan leiden tot meer gezondheid. Het RIVM constateert tevens dat de sociaaleconomische verschillen in gezondheid groot zijn: laagopgeleiden leven gemiddeld 6 jaar korter dan hoogopgeleiden. Bij de levensverwachting in als goed ervaren gezondheid is het verschil tussen laag- en hoogopgeleiden zelfs 19 jaar. Ook zijn er grote verschillen in levensverwachting tussen gemeenten: inwoners van grote steden worden bijvoorbeeld minder oud. Tenslotte is een belangrijke constatering dat mantelzorg soms negatieve gevolgen heeft op de gezondheid van de mantelzorger. Binnen het overheidsbeleid staan vijf speerpunten centraal: overgewicht, roken, overmatig alcoholgebruik, diabetes en depressie. Dit zijn tevens de determinanten van de meeste chronische ziekten. In het huidige landelijke preventiebeleid van de Minister van VWS ligt de nadruk sterk op de eigen verantwoordelijkheid van de burger, het geloof in publiek-private samenwerking; terwijl de verantwoordelijkheid voor gezondheidsbeleid met name bij de lokale overheden wordt neergelegd. Gemeenten hebben de wettelijke taak om de gezondheid van burgers te bevorderen en te beschermen. Gemeenten moeten iedere vier jaar een lokale gezondheidsnota maken, waarin staat wat zij doen om hun inwoners gezond te houden en hoe zij dit uitvoeren. Zij baseren zich hierbij onder andere op het gezondheidsonderzoek van GGD Gelderland-Zuid. Hoe gezond zijn de inwoners van Gelderland-Zuid? De GGD voert elk jaar een onderzoek onder een andere doelgroep uit, om na vier jaar de gezondheid van de totale bevolking in beeld te hebben. In 2014 is de gezondheid van kinderen van 0 tot 12 jaar onderzocht middels een vragenlijst voor de ouders. Het onderzoek onder deze doelgroep werd vier jaar geleden voor het eerst uitgevoerd in beide GGD-regio s apart. Opvallend in de uitkomsten voor Gelderland-Zuid waren de grote verschillen in gezondheid en leefstijl tussen kinderen in (gemeenten in) de regio s Rivierenland en Nijmegen. Deze verschillen zijn deels te verklaren door de bevolkingskenmerken in de diverse gemeenten (bijvoorbeeld het opleidingsniveau van de ouders), maar ook door de preventieve activiteiten die (door de GGD) in de verschillende gemeenten zijn uitgevoerd; zoals Gezonde School en Gezonde Wijk. Zo is in Rivierenland gemiddeld gezien de groente- en fruitconsumptie gedaald ten opzichte van vier jaar geleden en in regio Nijmegen stabiel gebleven of licht gestegen Ontwikkeling Meerjarenstrategie GGD Gelderland-Zuid heeft in 2015 de Meerjarenstrategie ontwikkeld. Conform de Gemeenschappelijke Regeling stelt de GGD iedere vier jaar een Meerjarenstrategie op. Met de Jaarverslag 2015 Pagina 7

120 Meerjarenstrategie wil de GGD inzicht bieden in de focus, strategie en ambities van de GGD voor de periode , vanuit de publieke dienstverlening die de GGD voor de gemeenten van Gelderland-Zuid vervult. De maatschappij verandert en de GGD sluit hier op aan, zodat wij onze gemeenten op goede wijze kunnen blijven ondersteunen bij het gemeentelijk beleid. Een succesvolle uitvoering van onze publieke taken is alleen mogelijk door een goede samenwerking met onze gemeenten, de inwoners van Gelderland-Zuid en de vele keten- en netwerkpartners. Voor onze meerjarenstrategie zijn wij daarom in gesprek gegaan. Met elkaar, met onze gemeentelijke opdrachtgevers, met welzijn-, sport- en zorgorganisaties en met onze veiligheidspartners. We organiseerden interne tafels over gezonde jeugd, preventie in het sociaal domein, publieke gezondheid en sociale veiligheid en publieke gezondheid en fysieke veiligheid. Het resultaat was een tiental denklijnen. Deze denklijnen gebruikten we als input voor de externe tafels waar GGD ers, ambtenaren en keten- en netwerkpartners aan bijdroegen. De externe tafels oogstten veel waardering vanwege de chemie die ontstond tussen de deelnemers met verschillende achtergronden, de inspiratie en de scherpe discussies. In een afsluitende bijeenkomst, zijn de rode draden samengevat en als totaal nogmaals voorgelegd. Het resultaat van dit interactieve proces, de meerjarenstrategie is hierdoor niet een strategie van de GGD alléén. Het geeft de richting aan, die de GGD sámen met gemeenten en partners wil inslaan. Bij (de uitvoering van) deze strategie sluit de GGD aan bij de behoefte van inwoners, heeft de GGD extra aandacht voor kwetsbare groepen en versterkt de rol als verbinder en makelaar. Om deze rol te versterken, transformeert de GGD zich meer en meer naar een netwerkorganisatie. De GGD wil met zijn dienstverlening aansluiten bij de veranderende samenleving en de nieuwe taken van gemeenten. Om dit mogelijk te maken, investeren en innoveren we intern en samen met onze ketenpartners en liggen de ambities op de volgende terreinen: 1. Partner op het gebied van een gezonde jeugd. De GGD wil zich nog meer inzetten voor een gezonde start voor alle kinderen, om opgroei- en opvoedproblemen te voorkomen. 2. Het organiseren van preventie in het sociaal domein. Om preventie in het sociaal domein vorm te geven, werken we aan een preventieve infrastructuur, die vanuit een integrale aanpak, ontwikkeld en/of versterkt wordt in nauwe aansluiting met de sociale wijkteams. 3. Samenwerken aan sociale veiligheid. De GGD draagt bij aan de veiligheid op school en in de wijk, door in te zetten op een preventieve aanpak en door handelend op te treden bij individuele casuïstiek. Hierdoor neemt de overlast af en de sociale veiligheid toe. De GGD gaat in deze aanpak meer optrekken met de sociale wijkteams, politie en Veiligheidshuis. 4. Betrouwbare bijdrage aan een veilige en gezonde leefomgeving. De GGD staat voor een gezonde en veilige leefomgeving als basis voor alle inwoners. Samen met inwoners en netwerkpartners werkt de GGD aan een leefomgeving waarbinnen inwoners gezond en veilig kunnen leven Publieke Gezondheidzorg Asielzoekers Voor de uitvoering van de publieke gezondheidszorg voor asielzoekers (PGA) heeft het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) een overeenkomst gesloten met GGD GHOR Nederland. Het gaat hierbij onder andere om jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen; infectieziekte preventie en -bestrijding en technische hygiënezorg. GGD Gelderland-Zuid heeft deze taken in 2015 uitgevoerd voor het AZC in Nijmegen. Daarnaast zorgde de opening van een grootschalige noodopvang voor asielzoekers op Heumensoord in 2015 voor veel werk voor de GGD. GGD ondersteunde op locatie bij een grote griepvaccinatie, ondersteunde de huisartsen bij de aanpak van schurft en participeerde in een project rondom hygiëne en gezondheidsvoorlichting voor bewoners van Heumensoord. Daarnaast verzorgde de GGD de jeugdgezondheidszorg voor kinderen van 0 tot 18 maanden GGD Rampen Opvang Plan Het GGD Rampen Opvang Plan (GROP) beschrijft de taakverdeling en samenwerking bij vier relevante processen infectieziektebestrijding (IZB), medische milieukunde (MMK), psychosociale hulpverlening (PSH) en gezondheidsonderzoek (GZO) bij crises en rampen. Deze taken vloeien voort uit de Wet Publieke Gezondheid (WPG). In 2015 is het GROP in werking gesteld bij het opzetten van de zorgketen Jaarverslag 2015 Pagina 8

121 rondom Heumensoord (zie boven). Daarnaast is in 2015 wederom een plan voor Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) opgesteld en uitgevoerd. Alle medewerkers die een rol hebben in één van de processen die in het GROP beschreven staan, zijn daarbij betrokken geweest. Specifiek noemen we dat: we in 2015 samen met de GHOR en de ziekenhuizen in de regio geoefend hebben met een scenario over een uitbraak van een infectieziekte. de communicatieadviseurs zijn bijgeschoold in het gebruik van social media bij crises. de groep Leiders Kernteam PSHOR vernieuwd is. Zij zijn allen in 2015 geschoold voor deze piketfunctie. De rol van Leider Kernteam PSHOR wordt vanaf 2016 belegd bij teammanagers van de GGD. Hiermee wordt de interne verbinding tussen GROP en o.a. de JGZ versterkt Samenwerking met Academische Werkplaatsen GGD Gelderland-Zuid participeert in de Academische Werkplaats AMPHI. AMPHI staat voor Academic Public Health Initiative en is een samenwerkingsverband tussen meerdere GGD en, gemeenten en de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc. Zij verricht praktijk- en beleidsgericht onderzoek op het gebied van infectieziektebestrijding en integraal gezondheidsbeleid. De Academische Werkplaats Infectieziekten is een samenwerking tussen 9 GGD en en het Radboudumc. GGD Gelderland-Zuid heeft in samenwerking met AMPHI in 2015 onderzoeken gestart naar o.a.: - het bereik van informatiefolders bij gereformeerden, in verband met de lage vaccinatiegraad; - de lange termijn impact van Q-koorts op het psychosociaal welbevinden en arbeid; - de impact van het MRSA-beleid en het verzorgd worden met beschermende maatregelen op het psychosociale welbevinden van ouderen, die woonachtig zijn in een verpleeg- of verzorgingshuis en waarbij MRSA is vastgesteld. De Academische Werkplaats Integraal Gezondheidsbeleid is een samenwerkingsverband van GGD Gelderland-Zuid, de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) en Eerstelijnsgeneeskunde (Radboudumc). In 2015 is de infrastructuur van de academische werkplaats AMPHI- Integraal Gezondheidsbeleid verder uitgebouwd en sterker verbonden met de Eerstelijnsgeneeskunde om wijkgericht werken verder uit te bouwen. Daarnaast is de samenwerking met de VGGM versterkt. De samenwerking tussen huisartsen, jeugdartsen en sociale wijkteams is een belangrijk en relevant onderzoeksthema geweest, die voor beide GGD-regio s (Gelderland-Zuid en Gelderland- Midden) in een rapport over een nulmeting heeft geresulteerd. Ook de samenwerking met het speerpunt Wijkgericht werken van Eerstelijnsgeneeskunde is tot stand gekomen. Er zijn promotietrajecten opgestart op het gebied van preventie-curatie voor ouderen (Precuro) en voor het onderzoeken van gecombineerde leefstijlinterventies voor kinderen (ALIKO-studie). Daarnaast zijn 4 artikelen gepubliceerd in 1 nationaal tijdschrift en in 3 internationale tijdschriften. Naast de samenwerking met AMPHI is in 2015 de basis gelegd voor intensievere samenwerking met de Academische werkplaats Jeugd Nijmegen (Inside-Out). Zo zijn gezamenlijk onderzoeksvoorstellen ingediend op het terrein van sociale weerbaarheid en homoseksualiteit. Tevens participeert GGD Gelderland-Zuid in de Academische Werkplaats OGGZ van het Radboudumc. Deze Academische Werkplaats zet zich in voor een duurzaam vangnet voor mensen in multiprobleemsituaties. In 2015 is het Referentiekader Maatschappelijke Zorg opgeleverd en zijn voorbereidingen gestart voor een pilot om het verwijsmodel multiproblem in gemeente Nijmegen te onderzoeken. Tenslotte hebben GGD en GHOR Gelderland-Zuid in samenwerking met het RIVM, IFV, GGD GHOR Nederland, Radboudumc en de HAN in 2015 gewerkt aan de voorbereidingen van de Academische Werkplaats crisisbeheersing: Academic Network for Applied Public Health and Emergency Management (ANAPHEM). Vanaf 1 januari 2016 is de Academische Werkplaats crisisbeheersing actief. Het doel van ANAPHEM is om de kwaliteit van het werk in de crisisbeheersing publieke gezondheid te verbeteren. Dit wordt gedaan door middel van onderzoek; waarbij de verbinding tussen praktijk, beleid en onderzoek centraal staat. Jaarverslag 2015 Pagina 9

122 2 Jaarverslag 2.1 Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Inhoud, doelstelling en doelgroep De Jeugdgezondheidszorg GGD Gelderland-Zuid heeft tot doel bij te dragen aan een gezonde ontwikkeling van de jeugd. Dit doel kan alleen bereikt worden binnen een samenhangend professioneel systeem van zorg voor jeugdigen. De inzet richt zich op een zo vroeg mogelijk preventief signaleren en interveniëren ten aanzien van de ontwikkeling van de jeugd, waarbij laagdrempeligheid voorop staat. Deze professionele activiteiten worden zoveel mogelijk 'evidence en/of practice based' efficiënt en effectief uitgevoerd, in samenwerking met andere partners. Voor de regio Nijmegen, inclusief de gemeente Neder-Betuwe en Mook en Middelaar wordt de JGZ uitgevoerd voor de doelgroep 0-18-jarigen; voor de regio Rivierenland voor 4-18-jarigen. Welke ontwikkelingen deden zich voor in 2015? Invoering basispakket JGZ Met ingang van 1 januari 2015 is het nieuwe basispakket Jeugdgezondheidszorg van kracht via een aanpassing van het Besluit Publieke Gezondheid. Doel van de vernieuwing is het basispakket te moderniseren op grond van nieuwe wetenschappelijke inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen en beter te laten aansluiten op de Stelselwijziging Jeugd. Eén afdeling JGZ Op 1 maart zijn de oude afdelingen JGZ: Rivierenland en Regio Nijmegen, samengevoegd tot één afdeling. Stelselwijziging Jeugd Gemeenten zijn met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg. De JGZ sluit met haar dienstverlening aan op de tansformatieplannen van de gemeenten. Consortium wordt Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) Het Consortium Nijmegen Bevalt Goed wordt gevormd door de beide ziekenhuizen (UMC St Radboud en CWZ), de Coöperatieve Verloskundigen Nijmegen, de Kraamzorg en de GGD (JGZ). Naast dit Consortium bestond een Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV). Deze zijn samengevoegd tot het nieuwe VSV. Een Programmaraad bepaalt de inhoudelijke agenda. GGD/JGZ participeert zowel in het Bestuur als in de Programmaraad. Samenvoeging databases De oude afdelingen JGZ werkten beide met hetzelfde digitale kinddossier, maar nog wel vanuit twee gescheiden databases. In het najaar zijn de databases samengevoegd. De samenvoeging van de databases faciliteert de harmonisatie van de afdeling JGZ op inhoud en planning en is de basis voor integrale managementinformatie. JGZ 0-18 in Neder-Betuwe Vanaf 1 januari wordt in de gemeente Neder-Betuwe ook integrale Jeugdgezondheidszorg 0-18 aangeboden. Vanaf die datum is de JGZ 0-4 overgekomen van STMG naar de GGD. De werkprocessen zijn geharmoniseerd. Aan welke speerpunten werd gewerkt in 2015? De flexibilisering van de JGZ, die de afgelopen jaren is ingezet sluit naadloos aan bij het nieuwe basispakket JGZ. De JGZ is blijven doorontwikkelen, rekening houdend met de transformatie Jeugdzorg. Hierbij is het uitgangspunt dat vroeg signaleren en eerder ingrijpen, versterken van eigen kracht en bijsturen, onnodige medicalisering en doorverwijzing naar zwaardere zorg kan voorkomen. Aandacht voor schoolverzuim. In samenwerking met scholen en leerplicht is in 2015 een goed systeem van (preventie van) schoolverzuim vorm gegeven. In de regio Nijmegen zijn goede afspraken gemaakt en vastgelegd tussen huisartsen, gemeenten en JGZ over de samenwerking tussen huisarts en JGZ onderling en beide met de Lokale Toegangspoorten. Hierin zijn afspraken gemaakt over rechtstreeks verwijzen door huisartsen en jeugdartsen en is de gewenste wijze van samenwerking beschreven tussen Lokale Toegangspoort, huisarts en JGZ. De Academische Werkplaats volgt deze samenwerking met onderzoek. Met de ziekenhuizen zijn afspraken gemaakt over verwijzing van medische problematiek. Samenwerking met scholen, kinderopvang en andere externe partners. Een goede samenwerking is belangrijk om goed te kunnen signaleren en zaken vroeg op te pakken en zo nodig tijdig door te verwijzen. Jaarverslag 2015 Pagina 10

123 Uitbouwen en ontwikkelen van meer vormen van digitale communicatie. De mogelijkheden om te chatten door jongeren zijn uitgebreid; hierin wordt landelijk samengewerkt. De leeftijdsgebonden digitale nieuwsbrief voor ouders van jonge kinderen is verder uitgerold. Ook zijn er landelijk informatiefilmpjes ontwikkeld. Doordat iedere deelnemende JGZorganisatie een aantal onderwerpen voor haar rekening neemt is materiaal over een groot aantal onderwerpen landelijk beschikbaar. Doorontwikkeling digitaal dossier: De jeugdvragenmodule is ontwikkeld en geïmplementeerd. ROC: Een JGZ-team is in de regio Nijmegen een vanzelfsprekend onderdeel van de zorgstructuur. Dit wordt gefinancierd zowel door de gemeente Nijmegen als vanuit de middelen JGZ. Een deel van de leerlingen is ouder dan 18 jaar en hoort formeel niet tot de doelgroep van de JGZ. In afstemming met school en gemeenten wordt het belang van aandacht voor deze groep wel onderkend. Aandacht wordt besteed aan vroegsignalering, gezondheid en leefstijl, verzuim en leefstijlactiviteiten. JGZ op Heumensoord: In het najaar is op Heumensoord grootschalige noodopvang voor asielzoekers geopend met een capaciteit van maximaal vluchtelingen. Totaal woonden daar 750 kinderen. Conform afspraken met het COA is JGZ geboden aan 0-1 jarigen en vaccinaties voor kinderen tot 18 maanden. JGZ voor 0-4-jarigen is voorbereid. Resultaten Ondersteuning van ouders en jongeren op het terrein van opvoeding, gezonde ontwikkeling en gezond gedrag. De flexibilisering is ingevoerd met als resultaat: minder standaard contacten en meer zorg op vraag en indicatie. Samenwerkingsovereenkomst Huisarts, JGZ en gemeenten in de regio Nijmegen. Nulmeting hiervoor van de Academische werkplaats. In meer gemeenten lichte opvoedhulp en Video Hometraining als aanvullend product op de reguliere JGZ. Digitaal dossier : Jeugdvragenmodule. Digitaal dossier biedt goede basis voor verdere harmonisatie, innovatie en sturings- en beleidsinformatie Voortzetting van het project JGZ op ROC, gestart met subsidie van het RIVM in 2014/2015. Met ingang van 2015/2016 is het ROC op projectbasis medefinancier. Op Heumensoord aan 40 kinderen 0-1 jaar JGZ geboden en tot 18 maanden vaccinaties (conform afspraken met COA). 2.2 Algemene Gezondheidszorg (AGZ) De productgroep Algemene Gezondheidszorg bestaat uit Preventie en Bestrijding Infectieziekten, Toezicht en Handhaving Kinderopvang, Medische Milieukunde (MMK), Forensische Geneeskunde, Sociaal Medische Advisering (SMA) en Toezicht Wmo Preventie en Bestrijding Infectieziekten Inhoud, doelstelling en doelgroep Preventie en Bestrijding Infectieziekten bestaat uit de producten Infectieziektebestrijding, Tuberculose (TBC), Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg (ASG: Soa en Sense), Reizigersadvisering en -vaccinatie en Technische Hygiënezorg (THZ). Preventie en Bestrijding Infectieziekten heeft tot doel het vroegtijdig signaleren, voorkomen en bestrijden van infectieziekten en richt zich op de voor de samenleving risicovolle infectieziekten. Daarnaast staat de rol in de rampenbestrijding, door voorbereiding op en bestrijding van outbreaks, hoog op de agenda. De doelgroep bestaat uit de totale bevolking met de nadruk op risicogroepen en instellingen waar deze risicogroepen verblijven. Welke ontwikkelingen deden zich voor in 2015? Opvang vluchtelingen: De grote vluchtelingeninstroom vroeg om nauwe samenwerking tussen GHOR, GGD en andere ketenpartners. Er waren veel vragen vanuit bestuur, bevolking en hulpverleners over de risico s van infectieziekten. De GGD ondersteunde op Heumensoord een grote Jaarverslag 2015 Pagina 11

124 TBC griepvaccinatie, de aanpak van schurft en de voorlichting rond hygiëne en gezondheid. Rondom statushouders pakte de GGD haar rol door met huisartsen te kijken naar een optimale zorg voor deze doelgroep, o.a. rondom infectieziekten. THZ-inspecties werden uitgevoerd bij 72-uurs crisisnoodopvanglocaties in de regio en op Heumensoord. De dalende incidentie en toenemende complexiteit van de behandeling van Nederlandse tuberculosepatiënten zette zich voort. Daarom is de regionalisering in Oost-Nederland geïntensiveerd. Schaalvergroting is noodzakelijk om deskundigheid, expertise en kwaliteit op een efficiënte en kundige wijze te kunnen organiseren. Seksuele gezondheid Vanaf januari 2015 is voor de subsidieregeling Aanvullende Seksuele Gezondheid een plafondfinanciering ingevoerd in plaats van een open einde financiering. Er is extra ingezet op preventie activiteiten bij de risicogroepen. In 2015 zijn, met landelijke sturing, E-healthprojecten verder uitgebreid. Infectieziektebestrijding Bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) vormen een steeds grotere bedreiging voor de gezondheid. Bij uitbraken van BRMO zijn diverse instellingen, organisaties en professionals betrokken. De GGD heeft een coördinerende rol om de samenwerking en rolverdeling tussen deze betrokkenen optimaal te laten verlopen. Daarnaast heeft de GGD een rol in de communicatie richting burgers en professionals betreffende algemene preventiemaatregelen, zoals goede handhygiëne. Reizigersvaccinatie en advisering Marktgerichte bedrijfsvoering bleef een aandachtspunt in Een nieuwe risicogroep wordt gevormd door de chronisch zieke mensen die verre reizen maken terwijl zij onder behandeling zijn. Daarnaast was de GGD alert op het medisch toerisme en het daarmee samenhangend risico van (import van) multiresistente organismen. Rampenbestrijding Er is een toename van complexiteit van de meldingen in het kader van PSHi (Psycho Sociale Hulpverlening bij kleinschalige incidenten). Meldingen buiten kantoortijden worden opgepakt door de crisiscoördinator van de GGD. (Dreigende) maatschappelijke onrust speelt in toenemende mate een grote(re) rol. Het thema zelfredzaamheid komt nadrukkelijker op de agenda. Samenwerking ten behoeve van een integraal beleid op dit terrein is met de VRGZ opgestart. Aan welke speerpunten werd in 2015 gewerkt? Algemeen Publieksinformatie is in begrijpelijke taal geschreven (op B1 niveau). Vluchtelingen Samenwerking met huisartsen en andere ketenpartners in zorg voor vluchtelingen in de gemeenten. Specifiek voor Heumensoord: afstemming met jeugdgezondheidszorg en afstemming tussen gemeente, zorg en veiligheid. Inzet van THZ bij opvanglocaties. TBC Bij Tuberculosebestrijding is gewerkt aan schaalvergroting om deskundigheid, expertise en kwaliteit op een efficiënte en kundige wijze te organiseren en er is een begin gemaakt met een integratie van infectieziekte- en tuberculosebestrijding. Seksuele gezondheid Implementatie van de aanpassing in de subsidieregeling. Het aantal preventieve interventies werd uitgebreid. De preventieactiviteiten zijn in samenwerking met de GGDafdelingen AGZ, JGZ en GL aangeboden. De digitale mogelijkheden (E-health-interventies), in relatie tot preventie bij risicogroepen, werden verder onderzocht. Uitrol van het aanbod Seksuele Gezondheid in het onderwijs werd onderzocht. Infectieziektebestrijding Er is ingezet op de regiefunctie van de GGD bij uitbraken van BMRO en bekendheid daarover bij de ketenpartners van de regio. In samenwerking met academische werkplaats AMPHI is onderzoek naar de lage vaccinatiegraad opgestart in verband met het bereik van informatiefolders bij gereformeerden. Reizigers Er is geïnvesteerd in inhoudelijke deskundigheid over specifieke risico's bij chronisch zieken en multiresistente organismen. Rampenbestrijding Jaarverslag 2015 Pagina 12

125 De GGD is samen met de GHOR adequaat voorbereid op crises en rampen door middel van het Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO). Voor wat betreft infectieziektebestrijding werd geoefend met alle ziekenhuizen in de regio. Voor wat betreft medische milieukunde is er een bijeenkomst geweest in het kader van OTO samen met de GHOR, brandweer en omgevingsdiensten. Er is ingezet op de doorontwikkeling en het integreren van het PSH-proces in de GGDwerkwijze. Welke resultaten zijn in 2015 behaald? Algemeen Publieksinformatie is in begrijpelijke taal geschreven (op B1 niveau). Vluchtelingen: Gepaste ondersteuning (JGZ, infectieziekten, THZ, zorgcoördinatie) is geleverd. TBC Er is een samenwerkingsovereenkomst met de GGD en van regio Noord en Oost. De werkwijze voor het declareren van medische verrichtingen door TBC-artsen bij de ziektekostenverzekeraar is geïmplementeerd. Er zijn meer patiënten met Tuberculose gediagnostiseerd. Deze toename heeft deels te maken met het toegenomen aantal vluchtelingen. Seksuele gezondheid Er is integratie bereikt van het aanbod Seksuele Gezondheid GGD-breed. Het lespakket Lang Leve de Liefde is actief gepromoot op VMBO, PRO, VSO en MBOscholen. In samenwerking met Interlokaal zijn voor verschillende intermediairs, bijeenkomsten over seksuele vorming georganiseerd. De aanpassing in de subsidieregeling is geïmplementeerd, door meer in te zetten op preventie en een strengere triagering in te voeren. De bedrijfsvoering werd aangescherpt met onder andere taakherschikking en meer ruimte voor preventiewerkzaamheden. Het verwerken van de uitslagen werd verbeterd door middel van een lab koppeling met het ziekenhuis. Ook werd een nieuwe poli in gebruik genomen met als doel een verbetering in de service. E-health-interventies worden ingevoerd, zoals een chatservice rond seksualiteit met jongeren (in samenwerking met andere GGD-en). In 2016 zal gechat gaan worden met homomannen op Grindr. Er zijn bijeenkomsten geweest met de groep Eritrese jongeren over weerbaarheid, grensoverschrijdend gedrag en veiligheid. Deze worden in 2016 voortgezet. In samenwerking met andere afdelingen binnen de GGD zijn er acties uitgezet richting onderwijs, ketenpartners en politie rond het thema sexting. Infectieziekten Het landelijk beleid met betrekking tot declareren van individuele zorg bij de zorgverzekeraars is geïmplementeerd. Er is een applicatie (app) ontwikkeld voor pedagogisch medewerkers en management van kindercentra in Nederland met informatie over infectieziekten en hygiënemaatregelen. Deze zal medio 2016 gelanceerd worden. Reizigersvaccinatie en advisering De samenwerking met andere GGD-en in Nederland heeft geleid tot een gezamenlijke website met adequate informatie over gezondheidsrisico s en reizen. Het aanbod voor vaccinaties voor niet-reizigers is verder uitgebreid (denk aan griep en gordelroos). Er is contact gezocht met opleidingen en beroepsgroepen ten behoeve van het vaccineren van studenten en personeel tegen bijvoorbeeld hepatitis. Er is actie ondernomen richting specialisten, patiëntenorganisaties en het RIVM om het probleem aan de orde te stellen van mensen die behandeld worden met medicatie die hun afweersysteem veranderen; waardoor vaccinaties niet aanslaan. Het RIVM zal dit landelijk oppakken. Inhoudelijke deskundigheidbevordering is gegeven over specifieke risico's bij chronisch zieken en multiresistente organismen. THZ Alle aangevraagde inspecties bij seksinrichtingen, tattoo en piercingshops, publieksevenementen en opvangvoorzieningen zijn uitgevoerd. Rampenbestrijding Jaarverslag 2015 Pagina 13

126 PSH is ingevoerd in de GGD-werkwijze. Het OTO plan 2015 is nagenoeg geheel uitgevoerd conform de planning, waarbij er o.a. gezamenlijk geoefend is door de GGD, de ziekenhuizen en de GHOR betreffende de samenwerking ten tijde van de uitbraak van een A-ziekte. De GGD communicatieadviseurs zijn getraind in online communicatie en het monitoren van sociale media Toezicht en handhaving kinderopvang Inhoud, doelstelling en doelgroep Doel van toezicht en handhaving is dat de kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen voldoen aan de kwaliteitseisen, zoals omschreven in de Wet Kinderopvang. Het gaat hierbij om kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen, gastouderbureaus en gastouders. Dit toezicht wordt uitgevoerd middels inspecties met bijbehorende rapportages aan de gemeenten volgens landelijk vastgesteld protocol. Voor gemeente Nijmegen gaan deze rapportages naar de lichte handhavers van de GGD. Welke ontwikkelingen deden zich voor in 2015? Landelijk werd in 2015 het Nieuwe Toezicht ontwikkeld en voorbereid. Het gaat hierbij onder andere om meer aandacht voor de pedagogische praktijk, invoering van doel- en middelvoorschrift en verdere ontwikkeling van het risicogestuurd inspecteren. Geplande invoeringsdatum is 1 januari Gemeente Druten heeft besloten de lichte handhaving en registratie per 1 januari 2016 over te dragen aan de GGD. Aan welke speerpunten werd in 2015 gewerkt? In gemeente Druten is de lichte handhaving en aanmelding/registratie Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) door de GGD geïmplementeerd. Op verzoek van gemeente Nijmegen is onderzocht op welke wijze extra kwaliteit bij de kinderopvangvoorzieningen gerealiseerd kan worden. De werkwijzen van de vestigingen Tiel en Nijmegen zijn in 2015 volledig geïntegreerd. Welke resultaten zijn in 2015 behaald? GGD Gelderland-Zuid heeft bijgedragen aan de landelijke ontwikkeling van Het Nieuwe Toezicht. De wettelijk verplichte inspecties bij kinderopvangvoorzieningen zijn volledig gehaald (100% in 2015, 97% in 2014; 82% in 2013). Enige uitzondering zijn 2 instellingen, waarbij de gemeente en GGD gezamenlijk besloten hebben de inspectie van 2015, wegens ernstige bedreigingen naar de GGD, niet uit te voeren. De wettelijk verplichte steekproef onder gastouders is volledig gehaald. In goed overleg met gemeenten is een reëel uurtarief vastgesteld voor Het convenant kwaliteit kinderopvang is ondertekend door de gemeente Nijmegen, de kinderopvanginstellingen in Nijmegen en de GGD Medische Milieukunde (MMK) Inhoud, doelstelling en doelgroep Het doel van MMK is het beperken en zoveel mogelijk voorkomen van gezondheidsschade ten gevolge van blootstelling aan voor de gezondheid schadelijke milieufactoren en het voorkomen van secundaire gezondheidsschade door ongerustheid. MMK geeft advies aan gemeenten in Gelderland-Zuid, haar inwoners en instellingen in deze regio. Bij de uitvoering van deze taak wordt samengewerkt met GHOR Gelderland-Zuid, diverse partners en andere GGD'en. Welke ontwikkelingen deden zich voor in 2015? In de media wordt steeds meer aandacht besteed aan gezondheidsrisico's van bepaalde milieufactoren. Hierdoor neemt het aantal vragen toe, zowel vanuit burgers als ook vanuit gemeenten en instellingen. Het ondersteunen van gemeenten bij de communicatie over gezondheidsrisico's, vooral rond (ernstige) milieu-incidenten, is in toenemende mate een belangrijke taak van het team Milieu en Gezondheid. Jaarverslag 2015 Pagina 14

127 Door de vorming van de omgevingsdiensten in Rivierenland en Rijk van Nijmegen worden verschillende milieutaken nu regionaal uitgevoerd en niet meer door gemeenten individueel. Samenwerking tussen de GGD en de omgevingsdiensten heeft het voordeel dat de gezamenlijke inspanningen gemeentegrensoverschrijdend zijn en een groter bereik hebben. Het Rijk benadrukt het belang van een gezonde leefomgeving. Dit vormt draagvlak voor een 'gezond' gemeentelijk beleid op de Ruimtelijke Ordening. De Omgevingswet biedt gemeenten kansen om dit lokaal uit te werken. De GGD kan gemeenten hierbij ondersteunen. Aan welke speerpunten werd in 2015 gewerkt? Er is ingezet op het bevorderen van de kwaliteit van het binnenmilieu. Zowel in woningen, instellingen, als ook in scholen en kinderdagverblijven. Het team Milieu en Gezondheid heeft intensief ingezet op het versterken van de relatie met gemeenten, met woningbouwverenigingen en met omgevingsdiensten. De toename van de advisering is te verklaren door de proactieve rol bij bijvoorbeeld advies bij gehoorschade, onderzoek (academische werkplaats MMK), hitte bij ouderen (hittegolf in de zomer 2015) en de versterkte samenwerking binnen en buiten de GGD. Welke resultaten zijn in 2015 behaald? Het Kennisnetwerk zoönosen in regio Oost is opgericht met als doel om tot kennisopbouw, verbetering van dienstverlening en goede afstemming met andere organisaties te komen. Op meerdere basisscholen is een project gestart om gratis CO 2 -meters te leveren aan scholen die niet eerder bezocht zijn door de GGD. Hiermee kunnen zij zelf de luchtkwaliteit in hun school meten. Er is een project opgestart over het thema gehoorschade en de risicogroep jongeren. MMK is betrokken bij het project Gezondheid en luchtkwaliteit van gemeente Nijmegen. Het doel van het project is bewustwording van burgers over luchtkwaliteit en gezondheid en het bevorderen van de eigen bijdrage aan verbeteren luchtkwaliteit. De afgelopen zomer is een pilot gestart met het benaderen van kwetsbare ouderen in verband met de hitte. Dit in samenwerking met de afdeling Gezond leven en de wijk Nijmegen West Forensische geneeskunde Inhoud, doelstelling en doelgroep Het doel van Forensische geneeskunde is om forensische taken uit te voeren ten behoeve van gemeenten, Politie en Justitie in Gelderland-Zuid. Ook kan de forensische geneeskundige door medisch beroepsbeoefenaren geraadpleegd worden. Deze taken worden uitgevoerd in opdracht van de Politie en/of in het kader van de Wet op de lijkbezorging. De Wet op de lijkbezorging verplicht gemeenten om één of meerdere lijkschouwers te benoemen. Welke ontwikkelingen deden zich voor in 2015? Voor het doen van onderzoek naar de doodsoorzaak bij kinderen is in 2015 een multidisciplinaire richtlijn ontwikkeld die in de loop van 2016 zal worden uitgevoerd. Deze vernieuwde procedure is gericht op het achterhalen van de doodsoorzaak en vindt alleen plaats met toestemming van de ouders. De landelijke aanbesteding door de politie van forensisch-medische zorg (arrestantenzorg) en forensisch-medisch onderzoek is in de loop van 2015 gestaakt. De aanbesteding zal in ieder geval tot 1 januari 2018 worden stilgelegd. De Ministeries van VenJ en VWS willen graag dat er meer forensisch medische expertise wordt ingeschakeld bij vermoedens van kindermishandeling. Er is in 2015 een landelijke scholing georganiseerd waaraan drie artsen van GGD Gelderland-Zuid hebben deelgenomen. Veilig Thuis heeft bovenregionale bijeenkomsten georganiseerd om deze nieuwe werkwijze te introduceren. De landelijke politie heeft samen met het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een nieuwe richtlijn opgesteld voor zedenonderzoeken bij kinderen (jonger dan 16 jaar). De nieuwe richtlijn houdt in dat de politie in geval van zedenzaken bij kinderen tot en met 12 jaar een NFI arts zal inschakelen voor het zedenonderzoek. Het betreft namelijk maar een beperkt aantal casussen per jaar (ca. 80 casussen landelijk). Jaarverslag 2015 Pagina 15

128 Aan welke speerpunten werd in 2015 gewerkt? Het Centrum voor Seksueel en Familiaal Geweld Nijmegen (Centrum SFG Nijmegen) is verder doorontwikkeld en de samenwerking verstevigd. Welke resultaten zijn in 2015 behaald? De gevraagde lijkschouwen en forensisch medisch onderzoeken (zedenonderzoek, proeven, letselrapportages) zijn verricht. Er is onderwijs gegeven aan specialisten ouderengeneeskunde in opleiding. Coassistenten en forensisch verpleegkundigen in opleiding zijn begeleid. Aan ziekenhuisspecialisten en specialisten ouderengeneeskunde is voorlichting gegeven over forensische werkzaamheden Sociaal Medische Advisering (SMA) Inhoud, doelstelling en doelgroep Het doel van sociaal medische advisering is om tot een objectieve afweging te komen omtrent de urgentie voor andere woonruimte voor gezamenlijke woningcorporaties, in opdracht van Stichting Zorgcentrum de Betuwe (StZB). De doelgroep bestaat uit burgers in de regio Rivierenland, die wellicht in aanmerking komen voor een medische indicatie om zodoende met voorrang andere woonruimte toegewezen te krijgen door de gezamenlijke woningcorporaties. Welke ontwikkelingen deden zich voor in 2015? Het aantal urgentieaanvragen neemt af; de problematiek van de aanvragen wordt echter zwaarder. De gezamenlijke woningcorporaties hebben zich vanaf het voorjaar verdiept in een voorstel voor een centrale onafhankelijke urgentiecommissie. Eind december is aan de GGD bericht, dat men hier nog niet uit is gekomen. Welke resultaten zijn in 2015 behaald? De ingediende urgentieaanvragen zijn van een advies voorzien. De GGD heeft in november laten weten aan Zorgcentrum de Betuwe dat zij met ingang van 1 januari 2016 de sociaal Medische Advisering niet meer uit zal voeren Toezicht Wmo Inhoud doelstelling en doelgroep Toezicht Wmo heeft als doel toezicht te houden op de kwaliteit van de ondersteuning die in het kader van de Wmo 2015 wordt gegeven. Het Wmo-toezicht richt zich daarbij enerzijds op de aanbieders die de ondersteuning verzorgen en anderzijds op de cliënten die de ondersteuning ontvangen. Daarbij wordt gekeken in hoeverre de ondersteuning de zelfredzaamheid van de cliënt bevordert waardoor de cliënt in staat gesteld wordt regie te voeren over het eigen leven. Welke ontwikkelingen deden zich voor in 2015? Op 1 januari 2015 is naast de uitvoering van de Wmo ook het toezicht op de uitvoering van Wmo gedecentraliseerd. De zestien gemeenten in Gelderland-Zuid én gemeente Mook en Middelaar hebben de directeur publieke gezondheid aangewezen als toezichthouder. Deze heeft de opdracht gekregen om het signaalgestuurde en risicogestuurde toezicht vorm te geven. De open normen uit de Wmo 2015 zijn verder ingevuld door de vertaling van decentrale regelgeving in een concepttoetsingskader. Daarbij is samenwerking gezocht met aanbieders, cliënten (vertegenwoordigers) en landelijke organisaties die allen vanuit eigen betrokkenheid input hebben geleverd voor het concept toetsingskader. Door middel van pilotinspectiebezoeken is ervaring opgedaan met toezicht. Daarnaast is gewerkt aan een advies over toezicht op houders van PGB s en de wijze waarop de handhaving vormgegeven kan worden. In het najaar van 2015 heeft bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden over het structureel toezicht maatwerkvoorzieningen Wmo. Aan welke speerpunten werd in 2015 gewerkt? Inrichting van signaalgestuurd toezicht (meldingen calamiteiten en geweldsincidenten). Onderzoeken en afhandelen van binnenkomende meldingen en signalen. Ontwikkelen protocol meldingen calamiteiten/geweldsincidenten. Pilot inspectiebezoeken om concept-toetsingskader te onderzoeken. Afstemming met landelijke inspecties en lokaal contractmanagement. Jaarverslag 2015 Pagina 16

129 Welke resultaten zijn in 2015 behaald? Protocol meldingen calamiteiten/geweldsincidenten is door colleges B&W vastgesteld. Procedure voor meldingen is geïmplementeerd en periodiek bijgesteld. De gemelde calamiteiten zijn onderzocht en besproken met betreffende zorgaanbieder. Het concept-toetsingskader is voorlopig vastgesteld en tijdens een brede conferentie voor aanbieders, cliënten(vertegenwoordigers), Wmo-raden, bestuurders en ambtenaren gepresenteerd. Het concept-toetsingskader is toegepast bij negen Wmo-aanbieders. Er is een risicoanalyse opgesteld van alle 160 Wmo-aanbieders in Gelderland-Zuid. GGD Gelderland-Zuid heeft bijgedragen aan een basis landelijk toetsingskader. 2.3 Bijzondere Zorg & Veilig Thuis Inhoud, doelstelling en doelgroep Gemeenten zijn op basis van de WMO verantwoordelijk voor de regie op de openbare geestelijke gezondheidszorg. Het Meldpunt Bijzondere Zorg (MBZ) omvat activiteiten op dit terrein binnen Gelderland-Zuid, met als doelstelling het voorkomen van overlast en verkommering van individuen of groepen in de samenleving die geen of te laat, toegang krijgen tot de reguliere zorg. GGD Gelderland-Zuid doet dit door ongevraagde contactlegging en toeleiding naar de reguliere zorg. Vaak ontbreekt namelijk de zorgvraag, of het aanbod van de reguliere zorg sluit niet aan bij de behoefte. GGD Gelderland-Zuid opereert in deze productgroep op het snijvlak van zorg, openbare orde en veiligheid. Zij werkt daarbij intensief samen met partners en lokale netwerken. Aanmeldingen bij het MBZ vinden plaats door diverse instanties (politie, gemeente, woningbouwcorporatie). De doelgroep Bijzondere Zorg bestaat uit sociaal kwetsbare groepen in multiprobleem situaties, die overlast veroorzaken of waar de omgeving zich zorgen over maakt én die zelf niet om hulp vragen. De doelgroep Veilig Thuis bestaat uit burgers en professionals die advies of hulp vragen rondom geweld in huiselijke kring. Welke ontwikkelingen deden zich voor in 2015? Bijzondere Zorg Uitgangspunten van Centrumgemeente Nijmegen in de toegang tot zorg, waaronder ook de sluitende zorg, zijn: meer samenhang in welzijnsvoorzieningen, gemeentelijke regie op hoofdlijnen, optimale zelfredzaamheid van de burger, een meer laagdrempelige toegang tot ondersteuning vanuit de eigen leefomgeving van de burger en een focusverlegging van curatie naar preventie. De effecten van deze kanteling heeft het Meldpunt Bijzondere Zorg (team Nijmegen) verder geconcretiseerd en doorontwikkeld voor de hele regio in diverse keten- en werkafspraken. Dit betrof onder andere het opstellen van criteria over het opschalen van 'zorg' naar 'sluitende zorg' en vice versa, beschikbaarheid van expertise van het Meldpunt Bijzondere Zorg voor de regieteams, netwerkondersteuning ten behoeve van de samenwerking rondom de meest complexe OGGZ-doelgroep. Het MBZ ziet, vanwege de scherpere afbakening van de toegang tot sluitende zorg, haar doelgroep krimpen en verzwaren. Er komt nadruk te liggen op casus- en procesregie. Ook 2015 is een jaar geweest waarin de borging van expertise en veiligheid voor medewerkers, in het werken met deze zwaardere doelgroep, aandacht heeft gekregen. Het MBZ wordt toenemend gevraagd om regie te voeren bij crises (op het snijvlak van zorg, Justitie en het maatschappelijk belang), waarin snel gehandeld moet worden; zoals bij zaken in het kader van de Wet Tijdelijk Huisverbod (WTH) en PSHI-zaken, die meteen opgepakt moeten worden. In nauwe samenwerking met de gemeenten in Rivierenland is een plan van aanpak positie MBZ samengesteld, waarin de advies- en regiefunctie van het MBZ voor de OGGZdoelgroep helder wordt neergezet. In 2015 is gestart met het opzetten van een plan van aanpak rol en positie Interventieteam (IVT) Rivierenland. Dit in nauwe afstemming met de gemeenten. Er is een verbeterplan opgesteld voor het Interventieteam Nijmegen. Dit zal in 2016 worden geïmplementeerd. Er is veelvuldig een beroep gedaan op het MBZ betreffende de psychosociale hulpverlening bij kleinschalige incidenten, rampen en ongevallen (PSHi; scenariozaken). Dit betreft zedenzaken en andere vormen van maatschappelijke onrust. Via een relatief lichte vorm van ondersteuning heeft het MBZ de betrokken instellingen geïnstrueerd hoe de-escalerend Jaarverslag 2015 Pagina 17

130 op te treden bij (potentieel) maatschappelijke onrust. Met deze aanpak wordt voorkomen dat de problematiek moet worden opgeschaald naar een PSHi. Harmoniseren processen en producten aan de hand van de subsidieaanvraag De kerntaken van MBZ zijn opgedeeld naar kort, acuut en lang. Toegang Beschermd Wonen Vanaf 2015 is het product beoordelen van de toegang tot Beschermd Wonen belegd bij GGD Gelderland-Zuid. De GGD brengt adviezen uit aan de gemeenten over aanmeldingen en herindicaties voor beschermd wonen. Eind 2014 is er in regio Nijmegen een start gemaakt met het project Housing First. De rol van het MBZ is indicatie en toewijzing. Het project is in 2015 verder geïmplementeerd en momenteel vindt een evaluatie plaats met de vraag tot reguliere doorgang naar 2016 en verder. Aan MBZ de vraag om de indicatie en toewijzing te leveren, incl. een coördinator. Veilig Thuis Vanaf 1 januari 2015 is het product Veilig Thuis bij de GGD belegd. Bij Veilig Thuis komen telefoontjes en zorgmeldingen via onder andere de politie binnen. Er vindt een gesprek plaats, er wordt een analyse gemaakt en op basis hiervan wordt bekeken wat er nodig is. Nader onderzoek, doorverwijzing naar het sociale wijkteam of bijvoorbeeld gelijk erop af via de crisisdienst als het noodzakelijk is. Veilig Thuis werkt in nauwe samenwerking met politie, justitie en gemeente in het Veiligheidshuis. Veilig Thuis kende veel opstartproblemen van verschillende aard en omvang en een hoge werkdruk. Dit heeft ertoe geleid dat wachttijden opliepen en Veilig Thuis een onvoldoende beoordeling heeft gekregen van de inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg. Om de problemen het hoofd te bieden zijn er extra middelen beschikbaar gesteld en werd ingezet op het op orde krijgen van de werkwijze Veilig Thuis door versterkte aansturing, 1 registratiesysteem en uniforme handelswijze en het sluiten van de keten. Een afgestemde aanpak met sociale wijkteams, regie- en gebiedsteams en Veiligheidshuis heeft hierbij prioriteit. Aan welke speerpunten werd in 2015 gewerkt? Vormgeven en ontwikkeling Veilig Thuis, samen met ketenparters en lokale veld. Versterken expertise met betrekking tot de complexe 1% OGGZ-doelgroep. Versterken expertrol en regie rol MBZ, aansluiten bij de kantelingen, wens van de gemeente. Verdere afstemming met gemeenten in het kader van transitie; waaronder afstemming met lokale toegangspoorten, lokale zorgnetwerken etc. Optimaliseren van de multidisciplinaire samenwerking van de diverse partners in het Veiligheidshuis. Optimaliseren van het signaleringsysteem voor lacunes in het aanbod van voorzieningen, waaronder regionale verstrekking van informatie over Huiselijk Geweld- en Bijzondere Zorgsignalen. Harmoniseren van de processen en producten van Bijzondere Zorg en Veilig Thuis Rivierenland en Nijmegen. Opzetten en optimaliseren werkprocessen toegang beschermd wonen. Welke resultaten zijn in 2015 behaald? Vormgeven van Veilig Thuis door GGD met JBG en Moviera (dienstverleningsovereenkomsten). Dit heeft in oktober 2015 geleid tot een onvoldoende beoordeling van de inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg, waarna een verbeterplan is opgesteld. In december 2015 heeft de inspectie laten weten de beweging die zij zien positief te duiden, maar heeft tevens aangegeven dat het een proces is dat een lange adem vergt. Uitvoering werkzaamheden conform subsidieaanvraag 2015 voor de regio s Rivierenland en Nijmegen. Start met versterken van expert- en regierol Bijzondere Zorg Rivierenland en Nijmegen. Harmonisering van processen en producten van Bijzondere Zorg en Veilig Thuis Rivierenland en Nijmegen. Geïmplementeerd signaleringsysteem voor lacunes in het aanbod van voorzieningen, waaronder regionale verstrekking van informatie over Huiselijk Geweld- en Bijzondere Zorgsignalen. Jaarverslag 2015 Pagina 18

131 2.4 Gezond Leven (GL) Inhoud, doelstelling en doelgroep Gezond Leven verzamelt, bestudeert en vergelijkt gegevens en cijfers over de gezondheid van de inwoners van Gelderland-Zuid en factoren die deze beïnvloeden. De resultaten vormen de basis voor het gezondheidsbeleid en de uitvoeringsprogramma s van de regio, de subregio s, de gemeenten en de GGD. Gezond Leven werkt vanuit de settingbenadering, gericht op een gezonde school en een gezonde buurt, wijk of gemeente; waarbij gelijke kansen op een goede gezondheid van de inwoners van de gemeenten een belangrijk uitgangspunt is. Gezond Leven richt zich met name op de jeugd, ouderen, kwetsbare burgers en mensen die een verhoogd risico lopen op gezondheidsproblemen; zoals mensen met een lage sociaal economische status. Daarnaast adviseert en ondersteunt Gezond Leven de gemeenten en samenwerkingsverbanden op het gebied van gezondheidsbeleid. Welke ontwikkelingen deden zich voor in 2015? De structuur van de afdeling Gezond Leven is aangepast met het aanstellen van twee teammanagers. Eén voor het team Gezonde School met gezonde school-adviseurs en één voor het team Gezonde Wijk/Gemeente met gezondheidsmakelaars. De gemeente Wijchen heeft de GGD de opdracht gegeven om de coördinatie en de monitoring van de Lokale toegangspoort te organiseren. Het project Ik kies Rivierenland Gezond is binnen Rivierenland het belangrijkste aandachtspunt geweest en een kapstok voor veel activiteiten die hebben plaatsgevonden. Met de middelen die de provincie Gelderland via het regiocontract beschikbaar heeft gesteld, is een stevige basis gelegd voor een preventieve infrastructuur en zijn veel activiteiten binnen scholen, wijken en rondom aangepast sporten gerealiseerd. Alvast vooruitlopend op de meerjarenstrategie van GGD Gelderland-Zuid is ingezet op een dekkend netwerk van gezondheidsmakelaars en gezonde school-adviseurs. Voor een deel zijn deze functies in Rivierenland gefinancierd vanuit het project Ik kies Rivierenland Gezond. Met ingang van eind 2015 zijn deze functies door de GGD structureel in de begroting opgenomen. De gezondheidsmakelaars leveren een bijdrage vanuit een preventief gezondheidsperspectief aan het realiseren van collectieve preventie, kennen het lokale netwerk, onderhouden onder andere contacten met de sociale wijkteams en brengen landelijke expertise en ervaring in om tot gezamenlijke handelingsopties te komen. Voor alle gemeenten in het werkgebied van de GGD zijn wijkprofielen per wijk/kern/dorp opgesteld. Eveneens in lijn met de meerjarenstrategie is gestart met het organiseren van overleg tussen alle GGD-professionals die in een gemeente werkzaam zijn en het opstarten van een themadeskundigheid op GGD niveau, samen met de afdelingen JGZ en AGZ. Aan welke speerpunten werd in 2015 gewerkt? Gezonde school/wijk/gemeente/gezond in de stad Binnen Gezonde School en Gezonde Wijk/Gemeente zijn de actuele gezondheidsthema s overgewicht (inclusief voeding en bewegen), roken en alcohol, seksuele gezondheid en welbevinden, weerbaarheid en sociale veiligheid (psychische gezondheid) uitgewerkt en geconcretiseerd. Ook preventief ouderengezondheidsbeleid heeft meer aandacht gekregen (onder andere valpreventie, eenzaamheid en dementie). Het overkoepelende programma Ik kies Rivierenland Gezond is uitgevoerd. Hier vielen de meeste van de activiteiten in Rivierenland onder, gericht op gezonde scholen, gezondheid in de buurt en aangepast sporten. Dit programma werd ondersteund door een actieve communicatiestrategie. Programma s rondom voeding zijn opgezet, onder andere vanuit Scoren voor gezondheid, Gezonde Schoolkantines, Overheerlijk Overblijven, Ik Kies Rivierenland Gezond en Sportieve Gezonde Scholen XL samen met Sportservice Nijmegen. Er is bijgedragen aan het opzetten en uitvoeren van programma s vanuit de Gezond in de Stad-gelden, voor de gemeenten Nijmegen, Beuningen, Tiel, Culemborg en Groesbeek. Er zijn extra financiële middelen gerealiseerd vanuit de Jeugdimpuls en Sportimpuls voor scholen. Er is een integraal gezondheidsbeleid ontwikkeld en geïmplementeerd, met veel aandacht voor preventie aansluitend op de sociale wijkteams. Projecten zijn voortgezet gericht op kinderen met overgewicht. Gecombineerde Leefstijlinterventie gericht op kinderen in Nijmegen is gerealiseerd. Jaarverslag 2015 Pagina 19

132 Er is gewerkt aan het verbeteren van de naleving Drank- en Horecawet binnen de sport. Dit had in 2015 absolute prioriteit binnen het Alcoholmatigingsproject in regio Nijmegen. Ouderenmishandeling Vorm en uitvoering is gegeven aan een actieplan voor heel Gelderland-Zuid, om ouderenmishandeling zo preventief mogelijk aan te pakken. Samenwerking zorgpartijen De samenwerking met de eerstelijnsgezondheidszorg is versterkt o.a. in Nijmegen Op Eén Lijn (NOEL). De samenwerking met de zorgverzekeraars is versterkt. Gezondheidsgegevens & informatie Wijkprofielen zijn uitgebracht voor alle gemeenten in regio Rivierenland. EMOVO-onderzoek is ontwikkeld voor en afgenomen bij het regulier en het speciaal onderwijs. Met de gemeente Nijmegen is een koppeling van gezondheidsdata op een privacyverantwoorde en veilige manier gerealiseerd, o.a. om de OGGZ-monitor te kunnen realiseren. Overig Er is gewerkt aan de realisatie van de uitvoeringsregie op de Lokale Toegangspoort (LTP) in Wijchen en aan het monitoren en ontwikkelen van en uitvoering van de monitoring voor de LTP. De samenwerking met de academische werkplaats AMPHI-Integraal Gezondheidsbeleid is uitgebouwd met extra nadruk op de regio Arnhem. Acquisitie ZonMw-subsidieaanvragen voor sociale weerbaarheid (samen met het ROC) en SchoolsOUT zijn uitgewerkt. Diverse subsidieaanvragen bij Fonds Nuts Ohra zijn uitgewerkt, te weten Regionale aanpak van Valpreventie, Interactieve beweeggames, Zelfregie in Wijchen Noord (gehonoreerd) en Preventie van overgewicht bij jonge kinderen samen met Radboud Universiteit (gehonoreerd) en een project samen met het ROC in Tiel op het gebied van laaggeletterdheid (gehonoreerd). Welke resultaten zijn in 2015 behaald? Gezonde school/wijk/gemeente/gezond in de stad Het Gezonde Schoolteam is uitgebreid. Voor iedere gemeente is een gezonde schooladviseur beschikbaar. De gezonde school-adviseurs hebben met 65% van de 233 Primair Onderwijs-scholen (PO) in het werkgebied van Gelderland-Zuid incidenteel, dan wel intensief contact. Ditzelfde geldt voor 88% van de 41 Voortgezet Onderwijs-locaties (VO) en 72% van de 32 Speciaal Onderwijs-scholen (SO). Er zijn nieuwe gezondheidsmakelaars gestart in Tiel, Buren, Culemborg, Zaltbommel, Maasdriel, West Maas en Waal en Lingewaal. Hiermee zijn in alle gemeenten in het werkgebied gezondheidsmakelaars lokaal beschikbaar. 19 PO-scholen, 5 VO- en 3 SO-scholen hebben een vignet Gezonde School gekregen. 22 Scholen voor VO hebben ondersteuning ontvangen bij het realiseren van een Gezonde School-kantine. 14 Scholen hebben een Gezonde School-kantine gerealiseerd. Voor 3 PO- en 4 VO-scholen zijn middelen verkregen in de 4e ronde van de Jeugdimpuls. Totaal 32 basisscholen hebben gewerkt met het programma Lentekriebels en 7 voortgezet onderwijsscholen en het ROC met Lang Leve de Liefde. In totaal zijn 16 docententrainingen en 10 ouderavonden voor het onderwijs verzorgd m.b.t. het thema relationele en seksuele vorming. Het Mystery-guest -onderzoek is uitgevoerd in het kader van het alcoholmatigingsbeleid voor Rivierenland, als basis voor een meer integrale aanpak met preventie en handhaving m.b.t. de nieuwe drank- en horecawet. In het kader van Ik kies Rivierenland Gezond is een groot aantal extra activiteiten uitgevoerd op gemeente- en wijkniveau, op scholen en rondom aangepast sporten. Op het gebied van de thema s fruit eten (acties bij een aantal avondvierdaagsen), alcoholmatiging (stapavond voor ouders) en mentale gezondheid (theatervoorstelling van het omdenken in de Agnietenhof in Tiel) zijn specifieke activiteiten georganiseerd, vaak samen met welzijnsen zorgpartners in de regio. In samenwerking met het Mozaïek in Wijchen is de ketenaanpak valpreventie verder ontwikkeld. Er zijn opnieuw per gemeente infografics gemaakt. Daarnaast heeft een evaluatieonderzoek plaatsgevonden. Jaarverslag 2015 Pagina 20

133 Er is op 21 oktober een inspiratie-middag Sociale veiligheid georganiseerd door SchoolsOut en Gezonde School, waar 180 personen aan deelnamen. Veel scholen uit Gelderland-Zuid waren hierbij aanwezig. Met middelen van het Fonds Nuts Ohra is een project uitgevoerd voor lage SES-gezinnen in Wijchen Noord. In Rivierenland participeert de GGD in een project gericht op laaggeletterdheid vanuit het ROC Rivor, dat ook mede door het Fonds Nuts Ohra mogelijk is gemaakt. Met de Gids-gelden zijn projecten gestart rondom laaggeletterdheid, Gezonde Start en overgewicht in Nijmegen. In Nijmegen zijn in Hatert, West en Lindenholt gecombineerde leefstijlinterventies gericht op kinderen uitgevoerd. Met N.E.C. Doelbewust is het project Scoren voor Gezondheid uitgevoerd voor 4 basisscholen. Met het ROC Nijmegen zijn samen met JGZ activiteiten gestart bij 5 teams van het ROC Nijmegen en met het ROC-Rivor. Ouderenmishandeling Ruim 1000 professionals en vrijwilligers zijn bereikt via bijeenkomsten, scholing en voorlichting in het kader van de regionale aanpak ouderenmishandeling. Voor dit project is ook een vervolg ingediend voor de periode Samenwerking zorgpartijen Het project Gezond Ouder worden voor gemeente Nijmegen is van start gegaan; samen met ouderen, Swon, thuiszorgorganisatie ZZG Zorggroep, huisartsen, gemeente en verzekeraars, o.a. gericht op het organiseren van buurttafels en het stimuleren van ouderen om zolang mogelijk mee te blijven doen in de samenleving. De samenwerking met de eerstelijnsgezondheidszorg (thuiszorg, huisartsen en paramedici) is versterkt, onder andere door Preventiekracht Dichtbij Huis, deelname aan Nijmegen op een lijn (NOEL), het Consortium voor Wijkkennis, samenwerking met het Eerstelijns gezondheidscentrum Tiel (ECT), Gezondheid in de buurt en de samenwerking met Stichting Ondersteuningsorganisatie Gelderlands Rivierenland Gelderse Vallei (OOGG, ROS). Gezondheidsgegevens & -informatie Alle leerlingen van klas 2 en klas 4 van alle scholen voor VO en PRO- en VSO-scholen in Gelderland-Zuid hebben meegedaan met de dataverzameling voor EMOVO Er is een start gemaakt met de volwassenen- en ouderenmonitor, die in 2016 zal worden afgenomen. Met subsidie van provincie Gelderland zijn wijk-profielen voor Maasdriel, Neder-Betuwe en West Maas en Waal gerealiseerd. Ook voor de andere gemeenten in Rivierenland zijn wijkprofielen opgesteld. Voor het hele werkgebied van Gelderland-Zuid zijn nu profielen per wijk c.q. kern beschikbaar. Jaarverslag 2015 Pagina 21

134 3 Paragrafen 3.1 Risicomanagement en weerstandsvermogen Het Algemeen Bestuur heeft op 12 december 2014 een nieuwe notitie risicomanagement, voorzieningen en weerstandsvermogen vastgesteld. Hierin zijn rollen en taken voor risicomanagement geregeld en de spelregels voor het kwantificeren van risico s en de informatievoorziening daarover: Het complete overzicht van de risico-inventarisatie en de voorgestelde of genomen beheersmaatregelen wordt één keer per vier jaar besproken met het Algemeen Bestuur. In de tussenliggende periode wordt een samenvatting van de risico-inventarisatie opgenomen in de begroting en de jaarrekening. Bij het uitbrengen van financiële rapportages (begroting, jaarrekening, tussentijdse cijfers) worden nieuwe of verdwenen risico s als mutatie gemeld. De frequentie van de rapportage over risico s wordt groter als daar aanleiding voor is. Voor de omvang van de algemene reserve wordt als streefwaarde genomen: ,- per medewerker; - 0,5% van opgenomen gelden in verband met renterisico s; - 1% van de totale uitgaven; - 3% van de inkomsten, niet zijnde inwonerbijdrage en factuurbijdrage uniforme taken. Resultaten op basis van de jaarrekening worden verrekend met de algemene reserve. Als de algemene reserve lager wordt dan nihil én niet binnen de scope van de meerjarencyclus binnen de eigen begroting op niveau kan worden gebracht, storten gemeenten bij tot nihil. Als de reserve boven het maximum komt, wordt het meerdere aan gemeenten uitgekeerd. Berekening streefwaarde Algemene reserve Aantal medewerkers 398 Opgenomen gelden (leningen) 0 Totale lasten * Totale baten (excl. inw. bijdrage en factuurbijdrage uniforme taken) * * o.b.v. realisatie 2015, exclusief doorstorting SOA gelden Bedrag per medewerker Percentage over opgenomen gelden (leningen) 0,5% 0 Percentage totale uitgaven 1,0% Percentage over inkomsten** 3,0% Streefwaarde Algemene reserve **niet zijnde inwonerbijdrage en factuurbijdrage uniforme taken Omvang algemene reserve (x 1.000,-) Realisatie 2015 Norm algemene reserve Algemene reserve per einde boekjaar 905 Verschil algemene reserve t.o.v. norm -119 Indien het Algemeen Bestuur instemt met de afwikkeling van het jaarrekeningresultaat op de algemene reserve neemt het verschil ten opzichte van de norm met ,- toe tot ,-. Jaarverslag 2015 Pagina 22

135 Berekening weerstandsvermogen Totaal noodzakelijke weerstandscapaciteit na weging Totaal beschikbare weerstandscapaciteit (alg.res onvoorzien 158) Mate waarin de capaciteit de risico's kan afdekken (=weerstandsvermogen) 50% Risico s Een samenvatting van de financieel gekwantificeerde risico s wordt in onderstaande tabel weergegeven. Als alle geïdentificeerde risico s zich zouden voordoen, zou daar ongeveer 2,4 miljoen euro mee gemoeid zijn. De algemene reserve kan 50% van de risico s afdekken. Samenvatting risico's (x 1.000) Verwachte financiële gevolgen risico's Benodigde weerstandscapaciteit na weging Nieuwe wet- en regelgeving en politiek bestuurlijke risico's Maatschappelijke risico's Economische risico's Middelen, organisatie medewerkers en efficiency Als alle risico s zich voordoen, dan is de algemene reserve niet toereikend om de kosten te dekken Kengetallen Onderstaand zijn de kengetallen opgenomen die het BBV m.i.v. de jaarrekening 2015 voorschrijft. Jaarverslag 2015 Verloop van de kengetallen Kengetallen: Verslag Verslag Begr a) netto schuldquote -8,20% -0,90% -2,10% b) netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen -8,20% -0,90% -2,10% c) solvabiliteitsratio 23,00% 13,00% 25,00% d) structurele exploitatieruimte 0,95% -4,48% -2,59% ad a) Aangezien de GGD geen langlopende leningen aantrekt of uitzet, tellen alleen de vlottende activa en passiva mee. Omdat deze veelal tegen elkaar zullen wegvallen schommelt de schuldquote normaliter rond 0%. Een negatieve schuldquote geeft aan dat de financiële activa (uitgezet geld, liquide middelen, vorderingen) hoger zijn dan de (vlottende) schulden. ad b) De GGD verstrekt geen leningen, dit kengetal zal altijd gelijk zijn aan de netto schuldquote. ad c) Hoe hoger het percentage, hoe beter de organisatie in staat zal zijn aan haar langlopende financiële verplichtingen te voldoen. Voor de GGD zegt dit kengetal weinig omdat het eigen vermogen niet/nauwelijks zelf te beïnvloeden is (saldi worden verrekend met de deelnemers) en er geen langlopende financiële verplichtingen worden aangegaan. Het gepresenteerde percentage geeft derhalve aan dat het totale vermogen voor 25% uit eigen vermogen en 75% uit vlottende schulden bestaat. Gezien het negatieve percentage schuldquote is dit echter geen enkel probleem. ad d) Ook dit kengetal zal veelal rond de 0 schommelen. Aangezien de GGD een verlengstuk van de deelnemers is zullen de baten veelal gelijk zijn aan de lasten, en zullen tekorten/overschotten vroeg of laat verrekend worden met de deelnemers. Jaarverslag 2015 Pagina 23

136 3.2 Financiering De hoeveelheid geld die nodig is voor de uitvoering van de verschillende taken van de organisatie wordt beheerd door de treasuryfunctie. De werkwijze, de taken en de verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het treasurystatuut. De GGD voert een risicomijdend beleid. Conform artikel 13 van het BBV dient de paragraaf financiering in ieder geval te bevatten: de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Aangezien de GGD geen lang vreemd vermogen heeft (zowel uitgezet als opgenomen), beperkt het risicobeheer zich tot de kortlopende schulden en vorderingen. Zaken als betalingstermijnen en invordering zijn hierbij relevant. Deze zaken zijn in de reguliere werkprocessen ingebed. Het saldo van de financieringsfunctie over boekjaar 2015 bedroeg Rentelasten ( 310) Rentebaten Kasgeldlimiet Jaarlijks wordt door het ministerie aangegeven welk bedrag mag worden gefinancierd met kortlopende geldleningen; de kasgeldlimiet. In 2015 is dit 8,2% van het begrotingstotaal met een minimum van ,-. Als de kasgeldlimiet meer dan 3 kwartalen wordt overschreden, moet de kortlopende schuld worden omgezet in een langlopende schuld. In 2015 blijft de GGD binnen de norm voor de kasgeldlimiet. Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 Gemiddelde netto vlottende schuld Ruimte onder kasgeldlimiet Renterisiconorm Om ongewenste financiële gevolgen van rentewijzigingen te beperken, is de renterisiconorm ingesteld. Deze renterisiconorm geeft de omvang van de schuld weer, die in een jaar maximaal voor renteconversie in aanmerking mag komen. In 2015 is dit een percentage van 20% van het begrotingstotaal met een minimum van ,-. De GGD heeft geen leningen. Bedragen * 1.000,- Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal begroting Percentage regeling 20% Renterisiconorm (begrotingstotaal x percentage) Renterisiconorm vaste schuld in relatie tot renterisiconorm Renterisiconorm Renterisico (renteherzieningen + aflossingen) 0 Ruimte onder renterisiconorm Jaarverslag 2015 Pagina 24

137 3.3 Onderhoud kapitaalgoederen Een overzicht van de geplande en gerealiseerde investeringen is opgenomen in de bijlagen bij dit jaarverslag. De kapitaalgoederen van de GGD worden normaal onderhouden en vervangen na afloop van de economische levensduur. Voor het huurderonderhoud aan de Groenewoudseweg 275 is een voorziening getroffen, op basis van een meerjarenonderhoudsplan. 3.4 Bedrijfsvoering Kwaliteitsbeleid In 2015 is op intensieve wijze gewerkt aan een continue verbetering van zowel primaire processen als ook van ondersteunende processen. Hierbij is gebruik gemaakt van de LEAN denk- en werkwijze. Met ondersteuning van een extern adviseur en een ESF subsidie, zijn in een gezamenlijke training met de VRGZ, 9 GGD-medewerkers opgeleid tot LEAN facilitator. Deze hebben in 6 pilots gewerkt met LEAN en dat heeft per pilot 10 tot 30 verbetervoorstellen opgeleverd. In het najaar 2015 is besloten om de LEAN denk- en werkwijze nog verder te implementeren. Privacy Naar aanleiding van signalen over hoe om te gaan met privacy is eind 2014 GGD-breed een inventarisatie gemaakt van de actuele vragen. In de vorm van een interactieve workshop zijn deze vragen besproken en beantwoord. Tevens is een richtlijn gegeven voor het zelf beantwoorden van voorkomende vragen. Het privacy-beleid is geactualiseerd en aangevuld met een praktische richtlijn veelgestelde vragen omtrent privacy. In het vervolg van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en met het oog op informatiebeveiliging is eveneens een richtlijn opgesteld voor de omgang met e-communicatiemiddelen en applicaties. Eind 2015 zijn de meldingen betreffende de producten van de GGD, waarop de Wbp van toepassing is en geen andere wettelijke bepaling zoals BIG en WGBO is, bij het College Bescherming Persoonsgegevens ingediend. Leveranciersbeoordelingen Periodiek worden de externe leveranciers van diensten en producten beoordeeld, dit als onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem GGD. In was het de beurt voor de ondersteunende diensten, zoals P&O, Financiën, Juridische dienstverlening, ICT, Post, Archief en Interne zaken. Deze diensten worden geleverd door medewerkers van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Deze beoordelingen hebben geleid tot verbeterpunten en afspraken over verbetermaatregelen. Strategische Benchmark GGD 2015 In 2015 heeft de GGD weer meegedaan aan het Benchmarkonderzoek, dat door GGD GHOR Nederland is geïnitieerd. Hoewel sommige indicatoren aanleiding geven tot interpretatieverschillen en bij andere indicatoren het niet eenvoudig is om de juiste gegevens boven tafel te krijgen, heeft het meedoen aan dit onderzoek geleid tot een interne en externe informatie-uitwisseling over de uitkomst van het onderzoek. Merkbaar is dat het huidige Benchmarkinstrument nog in ontwikkeling is en dat het meedoen aan dergelijke onderzoeken voor de GGD zelf nog geen business as usual is. Klantervaringsonderzoek ambtenaren 2015 Medio 2015 is voor de eerste keer onderzoek gedaan naar de ervaringen van de ambtenaren volksgezondheid, jeugd, welzijn & cultuur, veiligheid, onderwijs over de dienstverlening van de GGD. Hiervoor zijn 122 ambtenaren, via een online enquête, benaderd met een respons van 50. Uit dit onderzoek blijkt dat de diensten en contacten van de GGD gewaardeerd worden met een gemiddelde van 7,1. De open en lerende houding, de contacten op uitvoerend niveau, de vakbekwame kennis en kunde worden zeer gewaardeerd. Wensen zijn o.a. in de diensten meer couleur locale inpassen, meer duidelijkheid over wie van de GGD waarvoor contactpersoon is. De uitkomst van het onderzoek zal begin 2016 nader worden uitgewerkt. In de periode waarin dit Jaarverslag 2015 Pagina 25

138 onderzoek werd uitgevoerd, heeft de directeur samen met een manager gesprekken gehad met de burgemeesters en wethouders over hun ervaringen en wensen t.a.v. de GGD. Externe en interne audits In 2015 is de GGD tweemaal geaudit op de HKZ norm Publieke Gezondheid door Lloyd s, certificerende instelling. De auditor heeft veel lof voor de wijze waarop gewerkt is aan de innovatie en actualisatie van processen en de ontwikkeling van de meerjarenstrategie. Het HKZ-keurmerk is met 3 jaar verlengd. Naast de externe audits zijn er ook zeven interne audits door het auditteam GGD uitgevoerd. Eind 2015 is Veilig Thuis geaudit door een combinatie van interne en externe auditoren. De uitkomsten van de audits worden besproken in het management en of in het teamoverleg van afdelingen. De realisatie van de verbeterpunten en maatregelen worden gemonitord door de managers. Kwaliteitshandboek In 2015 is een start gemaakt met de herinrichting en de vormgeving van het digitale kwaliteitshandboek (KHB). Dit op verzoek van gebruikers (klantonderzoek) en veranderende inzichten ten aanzien van het onderhoud (meer LEAN). Klachten In 2015 heeft de GGD 28 meldingen ontvangen waarin klanten/burgers aangaven in meer of mindere mate niet tevreden te zijn met de dienstverlening van de GGD. Nieuw voor de GGD in dezen waren de negen meldingen over de dienstverlening van Veilig Thuis. Deze meldingen zijn opgepakt en bemiddeld door de teammanager Veilig Thuis, met de afspraak dat wanneer een melder zijn klacht wil voorleggen aan de Externe Klachtencommissie, dan gebruik gemaakt wordt van de Externe Klachtencommissie Jeugdbescherming Gelderland. De overige klachten betroffen de afdelingen JGZ, AGZ en MBZ. Alle klachten zijn afgehandeld/bemiddeld met een interne procedure. De klachten zijn wel aanleiding geweest tot verbetermaatregelen, zoals aanpassingen protocol, opnieuw instrueren van medewerkers, aanpassing van teksten (folder, website) en werkplekinrichting. Eind 2015 is met de Externe Klachtencommissie GGD Gelderland-Zuid gesproken over het feit dat de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz) per januari 2017 van kracht zal zijn. Nadere afstemming hierover met zowel de klachtencommissie als met GGD GHOR Nederland zal hierover begin 2016 plaatsvinden Personeel en organisatie Parallel aan de ontwikkeling van de Meerjarenstrategie van de GGD, is in 2015 Strategisch HR-beleid ontwikkeld. Om de koers van de GGD voor de komende jaren te ondersteunen, zal de GGD zich op het gebied van P&O vooral gaan toeleggen op de thema s Gezondheid en Kennis & Ontwikkeling. Hierbij is speciale aandacht voor de ontwikkeling die GGDbreed over de afdelingen heen kan worden versterkt. Samenwerken, verbinden zijn daarbij sleutelwoorden. Daarnaast is samen met de teammanagers een start gemaakt hoe de strategie in de praktijk kan worden gebracht. Adviseurs hebben de managers ondersteund bij hun P&O-vraagstukken. Er zijn 40 vacatures geweest, waarvan zes voor een managementfunctie. JGZ is ook gaan werken voor de 0-4-jarigen in Neder-Betuwe. Daarnaast zijn de afdelingen JGZ Nijmegen en JGZ Rivierenland samengevoegd. Binnen de afdeling Gezond Leven is een teammanagerslaag aangebracht. De medewerkers die boventallig zijn geworden door de bezuiniging op logopedie, hebben in 2015 het van werk-naarwerk-traject voortgezet. Daarnaast is veel tijd besteed aan Veilig Thuis. De gemiddelde leeftijd van het personeel is 48 jaar. De verdeling tussen mannen en vrouwen is hetzelfde gebleven, respectievelijk 10% en 90%. Het ziekteverzuim is ten opzichte van ,7 procentpunt gestegen naar 5,8% (exclusief zwangerschappen). Het ziekteverzuim heeft daarom de aandacht. Met de invoering van een landelijk nieuw beloningshoofdstuk is een aantal arbeidsvoorwaardelijke regelingen aangepast, te weten de Cafetariaregeling en de Regeling Beschikbaarheid. Dit betekent verder dat per de Bezoldigingsregeling en Inpassingsregeling komen te vervallen. De Bedrijfsfitnessregeling is komen te vervallen en er zijn voorbereidingen getroffen voor het programma Samen Gezond Werken. Daarnaast is afgesproken met de medezeggenschap (OR en Jaarverslag 2015 Pagina 26

139 GO) een enquête onder de medewerkers te houden rondom het onderwerp Duurzame inzetbaarheid Er is een wijziging aangebracht in het werving- en selectieprotocol en de attentieregeling. Daarnaast heeft de OR ingestemd met het functiewaarderingsysteem HR21. In 2016 zullen de voorbereidingen voor het implementeren van dit functiewaarderingsysteem worden getroffen Was het laatste jaar voor het individueel keuzebudget Communicatie In 2015 was de GGD-communicatie gericht op het: ondersteunen bij de ontwikkeling van de Meerjarenstrategie ; opzetten van een social media strategie en uitvoeren van deze strategie op platforms als facebook, twitter, YouTube en LinkedIn; ondersteunen van verschillende interne trajecten, zoals de samenvoeging van de twee Jeugdgezondheidszorgafdelingen en het slimme werken in Nijmegen en Tiel; ondersteunen van verschillende GGD-projecten of doelgroepen die extra aandacht nodig hebben zoals vluchtelingen. omschakelen naar een nieuw content management systeem (CMS) voor het beheer van de verschillende GGD (sub)websites en het intranet. Er is gekozen voor Open Source systeem WordPress. In 2015 zijn de eerste sites in WordPress opgezet (Gezonde school en Veilig Thuis), in 2016 volgen de andere sites. extra ondersteunen van de nieuwe taken, zoals Veilig Thuis en Toezicht Wmo; verzorgen van digitale nieuwsbrieven voor diverse klantgroepen: o.a. relaties van medische milieukunde, infectieziekten, maar ook relaties van de GGD in het algemeen; deelnemen aan oefeningen en trainingen rondom rampen en crises. Dit met het oog op een zorgvuldige organisatie van de crisiscommunicatie; ondersteunen van de academische werkplaats AMPHI, onder andere bij nieuwsbrieven Facilitaire Zaken en ICT De afdeling Facilitaire Dienstverlening heeft haar rol en positie versterkt binnen het verlenen van ondersteunde diensten aan de GGD. Het concept Slim werken dat in 2014 binnen de vestiging aan de Groenewoudseweg in Nijmegen is ingevoerd, is goed ontvangen en de uitwerking voor nadere implementatie binnen de vestiging Tiel is opgestart. De afdeling Gezond Leven is volledig geïntegreerd binnen het pand aan de Groenewoudseweg. Het team Seksuele Gezondheid heeft intrek genomen in haar nieuwe kantoordeel binnen het pand aan de Groenewoudseweg. Met de gemeente Nijmegen hebben er gesprekken plaatsgevonden over verlenging en aanpassingen t.a.v. huisvesting Groenewoudseweg. Het onderliggende huurcontract is verlopen en is nu voor 1 jaar verlengd om dit goed uit te werken. De GGD heeft de behoefte hierbij uitgesproken nog slimmer en efficiënter te gaan werken en haar medewerkers vanuit de diverse aandachtsvelden (nog) meer te gaan verbinden. Verder zijn de voorbereidingen getroffen om afdeling Bijzondere Zorg en Veilig Thuis tijdelijk te gaan verhuizen van het politiepand aan de Stieltjesstraat naar het Poortgebouw voor de periode van 1 jaar per 1 februari Op het gebied van informatiemanagement en ICT hebben de eerste verkennende onderzoeken plaatsgevonden om in 2016 over te kunnen gaan tot nadere uitwerkingen voor nieuwe aanbesteding Financiën De adviescommissie vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording heeft in mei 2015 een advies over verschillende onderwerpen in het BBV uitgebracht. De uitwerking van de adviezen is opgedragen aan zeven werkgroepen. Verwacht wordt dat in het voorjaar 2016 een definitieve bekendmaking volgt van de wijzigingen. Aan de gemeenten is over 2015 een bedrag van ,15 aan compensabele BTW (via het BTW compensatiefonds) opgegeven (circa 65 cent per inwoner). Jaarverslag 2015 Pagina 27

140 3.4.6 MIC-commissie Onder MIC (Melding Incidenten Cliënten) valt iedere gebeurtenis bij de directe zorg voor de cliënt, al dan niet veroorzaakt door menselijk handelen of nalaten, die tot (potentieel) schadelijk gevolg voor die cliënt heeft geleid of had kunnen leiden. In 2015 bestond de MIC-commissie van GGD Gelderland-Zuid uit vier leden (een arts JGZ/voorzitter; een verpleegkundige JGZ; een arts AGZ en een verpleegkundige AGZ). De commissie wordt ondersteund door een vaste secretaresse. In 2015 werden 28 MIC-meldingen behandeld door de MIC-commissie van GGD Gelderland-Zuid. Iedere melding is door een lid van MIC-commissie onderzocht, de bevindingen en aanbevelingen zijn vastgelegd in het MIC-rapportageformulier. De directeur van de GGD, de afdelingsmanagers, leidinggevenden en melders zijn hierover geïnformeerd. GGD Gelderland Zuid voert een actief beleid om incidenten op een veilige manier te melden. 3.5 Verbonden partijen De GGD Gelderland-Zuid kent geen verbonden partijen, dat wil zeggen organisaties waarin de GGD zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Jaarverslag 2015 Pagina 28

141 4 Jaarrekening Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur d.d. 17 maart 2016 Jaarrekening 2015 Pagina 29

142 4.1 Balans per 31 december Bedragen x 1.000,- ACTIVA Vaste Activa Materiële vaste activa Vlottende activa Voorraden Voorraden Uitzetting met rentetypische looptijd < 1 jaar Debiteuren Debiteuren openbare lichamen Uitzettingen Rijks schatkist Overige vorderingen Liquide middelen Liquide middelen Totaal Jaarrekening 2015 Pagina 30

143 PASSIVA Vaste Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen Vlottende passiva Netto vlottende schuld met rentetypische looptijd < 1 jaar Crediteuren Belastingen en sociale premies Overige schulden en overlopende passiva Totaal Jaarrekening 2015 Pagina 31

144 4.2 Overzicht van baten en lasten 2015 Bedragen x 1.000,- Realisatie Bijgest. Begr. Begroting Realisatie Bijdrage deelnemende gemeenten Uniforme taken o.b.v. facturen Subsidies rijk Doorstorting GGD'en Subsidies gemeenten Overige opbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Personeelskosten Afschrijvingen Huisvestingskosten Kantoormiddelen Medische zaken Communicatieapparatuur Autokosten Algemene kosten Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Doorstorting GGD'en Voorlichting Rente Som der bedrijfskosten Totaal saldo van baten en lasten Incidentele baten Incidentele lasten Saldo incidentele baten en lasten Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen/onttrekkingen aan reserves Digitaal Dossier JGZ Bezuinigingen Uittreding Mook & Middelaar Afboeking vordering Mook & Middelaar EGB-samenwerking Toezicht WMO Zorgmonitor Veilig Thuis Gerealiseerd resultaat Voorstel resultaatbestemming Nog te bestemmen resultaat algemene reserve Kort samengevat: Het resultaat is ,- positiever dan de bijgestelde begroting. Door het acquireren van nieuwe projecten is er een hogere opbrengst gerealiseerd ten opzichte van de bijgestelde begroting, waarvoor in verhouding minder kosten zijn gemaakt. Voor nadere toelichting zie paragraaf 4.4 (toelichting op het overzicht van baten en lasten). Jaarrekening 2015 Pagina 32

145 4.3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Algemeen De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften in het Besluit begroting en verantwoording (BBV) provincies en gemeenten. Het overzicht van baten en lasten omvat het totaal van alle activiteiten, die de GGD in 2015 heeft uitgevoerd. Daar waar bedragen afgerond zijn op duizenden euro's kunnen optellingsverschillen ontstaan. Deze hebben echter geen (significante) invloed op het beeld dat de jaarrekening geeft. De waardering van activa en passiva geschiedt, voor zover niet anders vermeld, tegen nominale waarde. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op de verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. In het jaar van aanschaf wordt tijdsevenredig afgeschreven. Activa met een verkrijgingsprijs van meer dan worden geactiveerd. Investeringen die volledig zijn afgeschreven maar nog wel in eigendom zijn, zijn middels desinvestering overgebracht naar de staat van eigendommen. Veelal worden kleinere investeringen in het lopende boekjaar gebundeld en start de afschrijving halverwege het jaar. De gehanteerde afschrijvingspercentages van de belangrijkste materiële vaste activa zijn als volgt: Inventarissen, stoffering, aanpassing gebouw, meubilair en bekabeling 10% Hardware en algemene software 20% Specifieke softwareapplicaties 20% Telefooninstallaties 20% Overige bedrijfsmiddelen 20% Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van voorzieningen wegens oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Jaarrekening 2015 Pagina 33

146 Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het nog te bestemmen saldo van de rekening van baten en lasten over De algemene reserve dient primair als weerstandsvermogen om incidentele tegenvallers in de exploitatie op te vangen. De bestemmingsreserves zijn reserves waaraan een bepaalde bestemmingsrichting is meegegeven. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor, op grond van artikel 44 BBV, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan; waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. De voorziening onderhoud kantoor Groenewoudseweg heeft betrekking op de komende 5 jaar en is nominaal gewaardeerd. De informatie voor de onderbouwing van de voorziening wordt verkregen van het herziene Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) gemeente Nijmegen. De voorziening voor niet actief personeel is gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De gevormde voorzieningen worden toegelicht in de toelichting op de balans. Er wordt geen rente toegerekend aan de voorzieningen. Schulden Schulden worden opgenomen tegen nominale waarde. Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden en overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld door reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden. Jaarrekening 2015 Pagina 34

147 4.4 Toelichting op de balans Bedragen x 1.000,- VASTE ACTIVA Materiële vaste activa De boekwaarde van de materiële vaste activa met economisch nut per ultimo 2015 bestaat uit de volgende onderdelen: Gebouwen Aanpassingen gebouw Overige materiële vaste activa Automatisering Inventaris Vervoermiddelen Auto's 15 0 Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt: Aanschafwaarde per 1 januari Cumulatieve afschrijving per 1 januari Aanpassingen gebouw Automatisering Inventaris Wagenpark Boekwaarde per 1 januari Totaal Investeringen Afschrijvingen Desinvesteringen Boekwaarde per 31 december Aanschafwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijving per 31 december Boekwaarde per 31 december Een overzicht van geplande en uitgevoerde investeringen is als bijlage opgenomen in deze jaarrekening. Jaarrekening 2015 Pagina 35

148 VLOTTENDE ACTIVA Voorraden De samenstelling van de voorraden is als volgt: Vaccins Uitzettingen met rentetypische looptijd < 1 jaar Debiteuren Debiteuren Debiteuren openbare lichamen De debiteuren openbare lichamen bestaan voor de GGD uit het Rijk, voor wat betreft de entgelden, de aanvullende curatieve SOA-zorg, de labdiagnostiek, de seksuele gezondheid, bijdragen van de provincie voor projecten, de bijdragen van deelnemende gemeenten, Politie, andere GGD'en en de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Uitzettingen Rijks schatkist Uitzettingen Rijks schatkist Middelen opnemen uit de schatkist kan per dag tot het bedrag van de intradaglimiet van ,-. Over middelen die in de schatkist worden aangehouden, wordt dezelfde rente vergoed als de rente die het Rijk anders op de geld- en kapitaalmarkt had betaald. Voor saldi op de rekening-courant wordt de daggeldrente (Eonia) vergoed. In 2015 werd geen enkel kwartaal het drempelbedrag ( ) overschreden, hetgeen volgt uit het feit dat de bankrekeningen gekoppeld zijn aan de rekening van 's-rijks schatkist. Zie verder onderstaande tabel. Buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag Overschrijding van het drempelbedrag Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal Overige vorderingen Fietsregeling personeel 7 23 Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Eind 2016 is de fietsregeling volledig afgerond De nog te ontvangen bedragen hebben betrekking op inkomsten van: Rijk Gemeenten Overig Nog te ontvangen bedragen Rijk Subsidie VWS Entgelden JGZ Labdiagnostiek en Sense Opleiding arts maatschappij en gezondheid Rup-SEGV Hielprik Gemeenten Toevoegingen Ontvangen bedragen Huisvesting JGZ-dependances Huisvesting gemeente Wijchen ID Swipes Toetsen SMI Jaarrekening 2015 Pagina 36

149 Liquide middelen ING bank Kas 3 9 Rek. courant Rabobank 0 0 Rek. courant ING-bank 1 0 Rek. courant BNG-bank Overtollige middelen worden, met uitzondering van het drempelbedrag van ,-, aangehouden in de schatkist van het Rijk (zie uitzettingen met een rentetypische looptijd <1 jaar). PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Bestemde reserve Digitaal Dossier JGZ Bestemde reserve Uittreding M&M Bestemde reserve Afboeking vordering Mook & Middelaar 0 0 Bestemde reserve EGB samenwerking Bestemde reserve Veilig Thuis 0 0 Bestemde reserve Toezicht WMO Bestemde reserve Vakantiegeld Nog te bestemmen resultaat Totaal Eigen vermogen Algemene reserve Op 12 december 2014 stelde het Algemeen Bestuur een nieuwe norm(berekening) voor de algemene reserve vast. De berekening van deze norm voor het jaar 2015 bedraagt Eind 2015 is de werkelijke omvang van de algemene reserve Indien het resultaat van ten laste van de algemene reserve wordt geboekt, wordt het tekort op het weerstandvermogen ten opzichte van de normberkening Verloop bestemde reserves Toevoeging Onttrekking Digitaal Dossier JGZ Uittreding M&M Afboeking vordering Mook & Middelaar * EGB samenwerking Toezicht WMO * Veilig Thuis * Vakantiegeld Totaal Digitaal dossier JGZ: Er waren voor 2015 projecten gepland maar die zijn nog niet (volledig) afgerond; dit komt enerzijds doordat eerst de databases (Rivierenland en Regio Nijmegen) samengevoegd moesten worden als voorwaarde voor andere projecten, die nu in 2016/2017 worden uitgevoerd. Anderzijds doordat oplevering koppeling en pilot met gebruikers vertraagd was waardoor Topicus nog niet gereed was voor koppeling LSP en Koppeling Entgegevens. Een bedrag van ,- wordt doorgeschoven naar Uittreding Mook en Middelaar: Conform begroting is deze reserve in 2014 met 75% van de jaarlijkse frictiekosten afgebouwd. In 2015 is deze reserve met 50% en in 2016 wordt er met 25% afgebouwd. Toezicht WMO: Deze bestemde reserve is, conform besluit AB van 11 december 2014, gevormd vanuit overgebleven gelden extra contactmoment adolescenten 2013 en 2014 voor het vormgeven van de toezichttaak WMO; die vanaf 1 januari 2015 bij GGD Gelderland-Zuid is ondergebracht. Vanuit resultaatsbestemming 2014 is er ,- aan toegevoegd. *toegevoegd vanuit jaarrekeningresultaat 2014 Jaarrekening 2015 Pagina 37

150 Voorzieningen Storting Besteding Vrijval Onderhoud kantoor Groenewoudseweg Niet actief personeel Totaal Onderhoud kantoor Groenewoudseweg: De dotatie en onttrekkingen aan de voorziening periodiek onderhoud hoofdkantoor Groenewoudseweg worden ontleend aan het onderhoudsplan van gemeente Nijmegen. Niet actief personeel: De voorziening voor niet actief personeel is gevormd voor de verwachte uitgaven van WW- en wachtgelduitkeringen. VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schuld met een rentetypische looptijd < 1 jaar Crediteuren Crediteuren Belastingen en sociale premies Nog te betalen omzetbelasting Nog te betalen loonbelasting Nog te betalen sociale lasten/pensioenpremies Overige schulden en overlopende passiva Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen inkomsten Nog te betalen aan personeel Negatieve banksaldi De vooruitontvangen inkomsten hebben betrekking op inkomsten van: Rijk Gemeenten Overig Jaarrekening 2015 Pagina 38

151 Vooruitontvangen inkomsten Rijk Coördinatie Sense Toevoegingen Bestedingen Jeugdimpuls Gezondheidsprofielen in de wijk Bewegen bij dementie Integrale aanpak valpreventie Gemeenten Straks zwanger Observatie peuters Gezondheidsmakelaar/Buurtsportcoaches SchoolsOut Preventiebudget Meldpunt Bijzondere Zorg Nijmegen Dappere Dino's Gezonde Gids Beweegtuinen Millingen Ex-gedetineerden begeleiding Vroegsignalering schuldhulpverlening proeftuin Coaching logopedisten Rivierenland Niet uit de balans blijkende verplichtingen Per 31 december 2015 heeft de GGD Gelderland-Zuid een verplichting vakantiegeld over de periode juni tot en met december 2015 ad ,-. De GGD Gelderland-Zuid is met gemeente Nijmegen een huurovereenkomst aangegaan voor de huur van het pand aan de Groenewoudseweg 275 te Nijmegen. De overeenkomst is aangegaan voor een periode van 10 jaar en is per 1 januari 2007 ingegaan. De huur bedraagt voor ,-. De huur wordt jaarlijks geïndexeerd. Per 15 juni 2013 zijn de medewekers van het Meldpunt Bijzonder Zorg gehuisvest, samen met het Veiligheidshuis, op het politiebureau. De huur inclusief servicelasten bedraagt voor ,-. De verhuurder heeft het huurcontract opgezegd. Per 1 februari 2016 gaat BZ/VT over naar het Poortgebouw Lux van de gemeente Nijmegen. De hieruit voortvloeiende huurprijs is ,- voor Deze huurovereenkomst is aangegaan voor 1 jaar. Vanaf 1 juli 2013 huurt de GGD Gelderland-Zuid het pand aan JS de Jongplein in Tiel van Regio Rivierenland. De huur betreft een all-in huurprijs en wordt vanaf 1 januari ,-. Deze huurovereenkomst is aangegaan voor 5 jaar. De GGD Gelderland-Zuid is met meerdere verhuurders huurovereenkomsten aangegaan voor de dependances, in totaal 22 locaties. De totale verplichting in 2016 bedraagt ,-. Met de gemeenten zijn afspraken gemaakt over maximale huisvestingslasten voor rekening van de GGD Gelderland-Zuid. Dit is in totaal voor ,- en bestaat uit huurlasten, gebouwgebonden servicekosten en facilitaire meerkosten GGD Gelderland-Zuid. Extra kosten (in dit geval ,-) worden met de gemeenten afgerekend. Dit is inclusief de gemeente Neder-Betuwe. GGD Gelderland-Zuid huurt een kantoorruimte van het Academisch Gezondheidscentrum Thermion te Lent. De huurovereenkomst is aangegaan voor 3 jaar, vanaf 1 januari De huurlast bedraagt voor ,-. In het hierbovenstaande overzicht zijn alleen de verplichtingen van materieel belang weergegeven. Jaarrekening 2015 Pagina 39

152 4.5 Toelichting op het overzicht van baten en lasten 2015 Bedragen x 1.000,- BEDRIJFSOPBRENGSTEN Realisatie Bijgest. Begr. Realisatie Bijdrage deelnemende gemeenten Uniforme taken Uniforme taken o.b.v. facturen Uniforme taken o.b.v. facturen Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Voor de inspecties kindercentra is ,- minder aan opbrengsten gerealiseerd. Dit komt doordat het begrote aantal inspecties niet is gehaald. Er is wel voldaan aan de wettelijke verplichting. Realisatie Bijgest. Begr. Realisatie Overige opbrengsten Subsidies rijk Doorstorting GGD'en Subsidies gemeenten Overige opbrengsten Subsidies rijk Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Van het rijk werd ,- meer subsidie ontvangen. De afwijkingen ten opzichte van de begroting worden hieronder toegelicht. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Meer opbrengsten: - Inentingen en vaccinaties - Hielprikken en Versterking op ROC Minder opbrengsten: - Opleiding van Arts Maatschappij en Gezondheid Algemene gezondheidszorg (AGZ) Meer opbrengsten: - Labdiagnostiek - Opleiding van Arts Maatschappij en Gezondheid. - Landelijke implementatie Hep B Minder opbrengsten: - Curatieve SOA bestrijding Jaarrekening 2015 Pagina 40

153 Gezond Leven (GL) Niet begrote opbrengsten: - Gezondheidsprofielen in wijken - Bewegen bij depressie en dementie - Integrale valpreventie regio Nijmegen Meer opbrengsten: - Jeugdimpuls Totaal meer subsidie rijk 262 Doorstorting GGD'en Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting De GGD Gelderland-Zuid ontvangt de rijkssubsidies ook voor andere GGD'en in Gelderland en Overijssel. Er wordt meer dan begroot ontvangen en doorgestort (zie ook onder kosten). Er wordt ,- meer ontvangen en doorgestort, dit komt door de afrekening van SOA onderzoeken in De doorstorting van de subsidie coördinatie SG voor 2015 is ,- lager dan begroot. Subsidies gemeenten Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Van gemeenten is ,- meer subsidie ontvangen dan begroot. De afwijkingen ten opzichte van de begroting worden hieronder toegelicht. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Meer opbrengsten: - Bijdrage VVE 14 - Overig 50 Minder opbrengsten: - Maatwerk CJG Logopedie Algemene gezondheidszorg (AGZ) - Door de verschuiving van gelden kinderinspecties wordt hier een verschil gepresenteerd Meldpunt Bijzondere Zorg (MBZ) Niet begrote opbrengsten: - Begeleiding ex-gedetineerde Meer opbrengsten: - Veilig Thuis - Toegang beschermd wonen - Huiselijk geweld Minder opbrengsten: - Minder opbrengsten voorzitter lokaal zorgnetwerk Jaarrekening 2015 Pagina 41

154 Gezond Leven (GL) Meer opbrengsten: - Lokale toegangspoort Wijchen - Buurtsportcoaches, Gezond in de stad en gezondheidsmakelaar Schoolsout 11 - Geen alcohol en ID swipes 7 - Gezond ouder worden en preventiebudget 45 - Ouderenmishandeling Totaal meer subsidie gemeenten 636 Overige opbrengsten Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting De overige opbrengsten zijn ,- hoger dan begroot. De afwijkingen ten opzichte van de begroting worden hieronder toegelicht. Jeugdgezondheidzorg (JGZ) Niet begrote opbrengsten: - A+O fonds regeling trainees, werkervaring en stagiaires 2 - Begeleiden AIOS STMR 1 - Inzet jeugdvp voor leerlingenzorg 13 - Inzet voor LIRIK onderzoek 4 - Luizenkammen 1 - Subsidie opleiding Nurse practicioner 18 - Uitleen personeel inc. 6 - Versterking JGZ op ROC 15 - Workshops straks zwanger worden 2 Meer opbrengsten: - CJG MUG, Beuningen en Druten 2 - PGA JGZ 6 - Versterking ZAT ROC Nijmegen 2 - Co-assistenten Radboud 1 - Detacheringen 4 Minder opbrengsten: - CKO onderwijs JGZ Individuele en groepsvoorlichting -2 - Jeugdzorg Mook Vertrouwenspersoon sexsuele intimidatie Voortgezet onderwijs Algemene gezondheidszorg (AGZ) Meer opbrengsten: - Declaraties TBC, Impact MRSA, crisistool en verkoop Mantoux Condoomautomaat 3 - PGA AGZ 4 - Reizigers 51 - Hygiéne inspecties 9 - Forensisch 37 - Noodopvang Heumensoord 89 - Rampenplan en DVO 40 - Detacheringen 35 Minder opbrengsten: - Landelijke implementatie Hep B risicogroep -5 - TBC behandeling asielzoekers -3 - Reizigers vaccinaties Jaarrekening 2015 Pagina 42

155 Meldpunt Bijzondere Zorg (MBZ) Meer opbrengsten: - Detacheringen Gezond Leven (GL) Niet begrote opbrengsten: - Beschrijving indicatoren gezin in 3 - Bijdrage UMC aan implementatie wijkprofielen 9 - Bijdrage zwangere vrouwen 9 - Gezondheidsaanpak voor kwetsbare gezinnen Wijchen 42 Meer opbrengsten: - Zelfredzaam (Gezondheid, sport en bewegen) Detacheringen Overig Meer opbrengsten - Huur RBGZ, verbouwing pantry 50 - Detacheringen 87 Minder opbrengsten - DVO DPG en GHOR Totaal hogere overige opbrengsten 797 BEDRIJFSKOSTEN Realisatie Bijgest. Begr. Realisatie Personeelskosten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Uitzendkrachten, detachering en inhuur Opleidingen Overige personeelslasten Realisatie Bijgest. Begr. Realisatie Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenpremie Kosten voor uitzendkrachten, detacheringen en inhuur freelancers Totale kosten voor inzet personeel Aantal fte dat werd verloond via de GGD 234,9 234,0 220,6 Becijferd aantal fte voor uitzendkrachten, detacheringen en freelancers 24,8 0,0 13, Jaarrekening 2015 Pagina 43

156 Totale kosten voor inzet personeel Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting In de personeelskosten is rekening gehouden met de loonstijging en wijziging van de premies sociale lasten en pensioenen (verlaging) conform het akkoord CAO gemeentenambtenaren. Deze kosten zijn ,- hoger als waar rekening mee werd gehouden bij het opstellen van de begroting. Daarentegen zijn de pensioenlasten ,- lager dan verwacht. Als gevolg van extra werkzaamheden hebben medewerkers meer gewerkt, dit komt tot uitdrukking in het saldo van de reservering van verlofuren eind De reservering muteert hierdoor met ,- ten opzichte van De totale personele inzet is ,- hoger dan begroot als gevolg van de vervanging van langdurig zieke medewerkers en de inzet van extra personeel voor niet begrote projecten. Opleidingen Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting De uitgaven voor reguliere opleidingen liggen in lijn met de begroting. Het Individuele Loopbaan Budget (ILB), zijnde 500,- per medewerker, is slechts door een gedeelte van het personeel in 2015 ingezet; waardoor deze post ver achter ( ,-) blijft ten opzichte van de begroting. Het jaar 2015 was tevens het laatste jaar om gebruik te maken van het ILB. Op de balans stonden ook aangevraagde opleidingen betreffende het ILB, welke uiteindelijk niet gebruikt zijn, waardoor er ,- vanuit de balans is vrijgevallen Overige personeelslasten Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Aan overige personeelslasten is ,- minder uitgegeven. Reiskosten, uitgaven aan personeelsbijeenkomsten, kerstpakketten en hardware in bruikleen vielen hoger uit dan begroot. Anderzijds waren er posten die gunstig uitvielen ten opzichte van de begroting. Zoals meer ontvangen zwangerschapsuitkeringen en minder uitgaven op overige personeelskosten salarisadministratie. Realisatie Bijgest. Begr. Realisatie Afschrijvingen Gebouwen Inventaris Automatisering Vervoersmiddelen Afschrijvingen Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Door het niet of later investeren blijven afschrijvingslasten achter ten opzichte van de begroting. Jaarrekening 2015 Pagina 44

157 Overige bedrijfskosten Realisatie Bijgest. Begr. Realisatie Huisvestingskosten Kantoormiddelen Medische zaken Communicatieapparatuur Autokosten Algemene kosten Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Doorstorting GGD'en Voorlichting Huisvestingskosten Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Huisvesting Groenewoudseweg 275 Nijmegen De huisvestingskosten van de Groenewoudseweg Nijmegen zijn hoger dan begroot. Aan de voorziening onderhoud is, op basis van een geactualiseerd meerjarenonderhoudsplan, meer gedoteerd dan in de begroting was meegenomen ,-. In 2015 heeft er nog een afrekening onderhoud plaatsgevonden voor het jaar ,- en ook afrekening 2015 viel hoger uit dan verwacht ,-. De schoonmaakkosten vallen voordeliger uit , Huisvesting J.S. de Jongplein 2 Tiel, Huisvesting Stieltjesstraat Nijmegen De huren van deze vestigingen zijn conform begroting. Echter, de servicelasten zijn ,- lager dan begroot. -60 Dependances JGZ Voor de huisvestingskosten van dependances is binnen JGZ rekening gehouden met een budget van ,- (incl. gemeente Mook en Middelaar en Neder- Betuwe). De werkelijke kosten zijn , dit is meer dan begroot. Voor de dependances JGZ is er ,- minder uitgegeven aan onderhoud Kantoormiddelen Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Aan kantoormiddelen is ,- minder besteed dan verwacht. Dit komt doordat Gezond Leven ,- minder uitgaf aan het E-Movo jongerenonderzoek. Door meer digitalisering binnen de gehele organisatie is er ,- minder uitgegeven voor kopieën/ lichtdrukken en aanschaf papier. Daarentegen vallen de uitgaven voor kantoormeubilair hoger uit dan begroot ,-. Dit komt door overname inventaris JGZ Neder-Betuwe en inventaris Directie, welke niet voorzien waren. Medische zaken Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Aan medische kosten wordt ,- meer uitgegeven dan begroot. Dit komt door de betaling van 25% afdracht TBC declaraties voor de GGD GHOR Nederland. Het landelijk besluit voor deze verplichte afdracht kwam te laat om nog in de begroting te verwerken. Ook is er in de begroting geen rekening gehouden met de vervanging van 24 accu's van koelkasten en een internationaal inentingbewijs. Jaarrekening 2015 Pagina 45

158 Communicatieapparatuur Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Het in de begroting opgenomen ICT werkbudget is niet benut. Algemene kosten Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Afboeking vordering M&M ,-, conform resultaatsbestemming Daarnaast op diverse kleinere posten is meer uitgegeven dan geraamd. Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting De extra kosten voor de inkoop van de ondersteunende diensten heeft als belangrijkste oorzaak extra kosten voor tijdelijke inzet van externen op openstaande vacatures. Doorstorting GGD'en Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Zie opbrengsten. Voorlichting Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting In het kader van het product Alcoholmatiging / Alcoholpreventie is er ,- meer uitgegeven aan voorlichtingskosten. De lokale aanjaagfunctie alcoholopvoeding Durf nu was niet begroot. Realisatie Bijgest. Begr. Realisatie Financiële baten en lasten Rentebaten Rentelasten Financiële baten en lasten Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting De geraamde rentebaten en -lasten wijken licht af van de realisatie. Deze posten zijn vrijwel niet nauwkeurig te ramen aangezien ze afhankelijk zijn van de banksaldi gedurende het jaar. Incidentele baten en lasten Realisatie Bijgest. Begr. Realisatie Incidentele baten Incidentele lasten Incidentele baten en lasten Verschil realisatie 2015 t.o.v. bijgestelde begroting Er is een eenmalige baat gerealiseerd als gevolg van verkoop van een auto 3.000,-. Jaarrekening 2015 Pagina 46

159 4.6 Overzicht specifieke uitkeringen (SiSa) Specifieke uitkering nr. H3 SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2015 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 11 januari 2016 DEFINITIEF VWS H3 Seksualiteitscoördinatie- en hulpverlening + aanvullende curatieve SOA bestrijding Subsidieregeling publieke gezondheid Gemeenten Aantal consulten Aantal gevonden (jaar T) SOA's (jaar T) in het seksualiteitshulpverle verzorgingsgebied ning in het verzorgingsgebied. Aantal SOAonderzoeken (jaar T) in het verzorgingsgebied Besteding (jaar T) Stand Egalisatiereserve per 31 december (jaar T) Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: Indicatornummer: Indicatornummer: Indicatornumme Indicatornummer: H3 / 01 H3 / 02 H3 / 03 r: H3 / 04 H3 / Specificatie realisatie in aantallen Aantal consulten seksualiteitshulpverlening Aantal gevonden SOA's Aantal SOAonderzoeken Besteding Stand egalisatiereserve per 31 december GGD Gelderland-Zuid GGD Noord- en Oost-Gelderland GGD IJsselland GGD Twente Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Jaarrekening 2015 Pagina 47

160 4.7 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen Per 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. De verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op GGD Gelderland Zuid van toepassing zijnde regelgeving: Het algemene WNT-maximum. Het bezoldigingsmaximum in 2015 voor de GGD Gelderland Zuid is , -. Het weergegeven toepasselijke WNTmaximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van het Algemeen Bestuur; dit bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum. Naast de hieronder vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2015 een bezoldiging oven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2015 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die o.g.v. de WNT dienen te worden gerapporteerd. Bezoldiging topfunctionaris Naam M.N. Pieters M.N. Pieters Directeur Directeur Publieke Publieke Functie Gezondheid Gezondheid Duur dienstverband in /1-31/12 1/1-31/12 Omvang dienstverband (in fte) 1,0 1,0 Gewezen topfunctionaris Nee Nee (Fictieve) dienstbetrekking Ja Ja Bezolding Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding N.v.t. N.v.t. Vertegenwoordiger van de gemeente Motivering indien overschrijding Toepasselijk WNT-maximum Functie(s) Duur dienstverband Totaal bezoldiging betaalbaar op termijn Toezichthoudende topfunctionarissen Dhr. Hendriks, G. Beuningen Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Mw. Klein-de Jong, S. Buren Lid AB 1/6-31/ N.v.t. Dhr. Sidali, F. Culemborg Lid AB 1/7-31/ N.v.t. Dhr. Dongen van, J. Druten Lid AB & DB 1/1-31/ N.v.t. Wiendels, N. Geldermalsen Lid AB 1/6-31/ N.v.t. Dhr. Thijssen, S. Groesbeek Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Mw. Swart de, E. Heumen Lid AB & DB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Bel, G. Lingewaal Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Mw. Blaauwhof, M. Maasdriel Lid AB 1/6-31/ N.v.t. Dhr. Neerbos van, V. Neder-Betuwe Lid AB & DB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Krook, K. Neerijnen Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Voorzitter AB & Dhr. Frings, B. Nijmegen DB 1/1-31/ N.v.t. Plv voorzitter Dhr. Driessen, H. Tiel AB/DB 1/1-31/ N.v.t. West Maas en Dhr. Swam van, B. Waal Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Engels, R. Wijchen Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Dhr. Balken van, T. Zaltbommel Lid AB 1/1-31/ N.v.t. Jaarrekening 2015 Pagina 48

161 4.8 Bestuur en vaststelling jaarrekening Algemene gegevens De GGD behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de openbare gezondheidszorg voor de bevolking en geeft uitvoering aan de wet Publieke Gezondheid. De gemeenschappelijke regeling was in 2015 werkzaam in de gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Mook en Middelaar (alleen JGZ), Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel. De gemeenschappelijke regeling is gevestigd te Nijmegen Algemeen Bestuur / Dagelijks Bestuur Het bestuur was op 31 december 2015 als volgt samengesteld: Vertegenwoordiger van de gemeente Naam Functie Beuningen Hendriks, G. Lid Buren Klein-de Jong S. Lid Culemborg Stolwijk C. Lid* Druten Dongen van, J.J.M. Lid* Geldermalsen Wiendels, N. Lid Groesbeek Spaan, W.J.J. Lid Heumen Swart de, E.J.M. Lid Lingewaal Bel, G. Lid Maasdriel Blaauwhof, M. Lid Millingen aan de Rijn Scholtens, J.M. Lid Neder-Betuwe Neerbos van, V.M. Lid Neerijnen Krook, J. Lid Nijmegen Frings, L.C.M. Voorzitter* Tiel Driessen, H.A. Plaatsvervangend voorzitter* Ubbergen Aalst-Wolken van der, A.A. Lid* West Maas en Waal Swam van, A.P.M. Lid Wijchen Engels, R.W.M. Lid Zaltbommel Balken van, A.C. Lid * Tevens lid van het Dagelijks Bestuur Directie Per 31 december 2015 is mevrouw M. Pieters Directeur Publieke Gezondheid (DPG). De directie verklaart hierbij dat de jaarrekening 2015 naar waarheid en in overeenstemming met de richtlijnen, zoals deze in 2015 van toepassing waren, is opgesteld Goedkeuring jaarrekening De jaarrekening 2015 zal op 30 juni 2016 worden goedgekeurd door het Algemeen Bestuur, nadat de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hun zienswijze naar voren hebben gebracht. De jaarstukken zijn in de vergadering van 17 maart 2016 door het Dagelijks Bestuur vastgesteld. Jaarrekening 2015 Pagina 49

162 4.9 Controleverklaring In de jaarrekening mag de getekende controleverklaring niet opgenomen worden. Een getekende versie is ter inzage beschikbaar in de AB vergadering. Aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid te Nijmegen Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening 2015 van de gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid te Nijmegen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2015 en het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2015 met de toelichtingen, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado), het door het algemeen bestuur op 7 juli 2011 vastgestelde programma van eisen benoeming accountant en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke regeling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Jaarrekening 2015 Pagina 50

163 De financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door het algemeen bestuur op d.d. 17 december 2015 en geoperationaliseerd in de beheersorganisatie van de gemeenschappelijke regeling. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie door het algemeen bestuur vastgesteld d.d. 7 juli Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn. Daarbij zijn voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen WNT-informatie de toleranties gehanteerd zoals vastgelegd in het Controleprotocol WNT. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling GGD Gelderland-Zuid een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2015 als van de activa en passiva per 31 december 2015, in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2015 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Arnhem, 1 april 2016 Deloitte Accountants B.V. Was getekend: drs. M. Knip RA Jaarrekening 2015 Pagina 51

164 Jaarrekening 2015 Pagina 52

165 Jaarrekening 2015 Pagina 53

166 5 Bijlagen Jaarrekening 2015 Pagina 54

167 Extra Veilig Thuis CAO wijzigingen Verschuivingen Toezicht WMO Toegang Beschermd Wonen 0-4 jarigen Neder- Betuwe Veilig Thuis 5.1 Begrotingswijzigingen overzicht van baten en lasten in de begroting 2015 Bijgestelde Begroting begroting Bedragen x 1.000, ) 2) 3) 4) 5) 6) 7) Bijdrage gemeenten: - uniforme taken forensische geneeskunde uniforme taken o.b.v. facturen Subsidies gemeenten Subsidies rijk Doorstorting GGD'en Overige opbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten Personeelskosten Huisvestingskosten Kantoormiddelen Medische zaken Communicatieapparatuur Vervoersmiddelen Afschrijvingen Algemene kosten Onvoorzien Inkoop ondersteunende diensten VRGZ Doorstorting GGD'en Voorlichting Rente -3-3 Som der bedrijfskosten Saldo van baten en lasten Voorstel voor resultaatsbestemming + is dotatie - is onttrekking Mutatie bestemde reserve DD-JGZ Mutatie bestemde reserve frictiekn Mook & Middelaar Mutatie bestemde reserve EGB-samenwerking Mutatie bestemde reserve Toezicht WMO Mutatie bestemde reserve Veilig Thuis Geraamd resultaat Toelichting bij de begrotingswijzigingen ) Op 2 oktober 2014 heeft het AB Veilig Thuis (AMHK) per 1 januari 2015 bij GGD Gelderland-Zuid belegd. Veilig Thuis is een samenvoeging van Steunpunt Huiselijk Geweld (GGD en Moviera) en het Advies- en meldpunt Kindermishandeling (AMK). 2) Conform besluit van het Algemeen Bestuur op 11 december 2014 heeft de GGD Gelderland-Zuid vanaf 1 januari 2015 de consultatiebureaus in Neder-Betuwe van thuiszorgorganisatie STMG overgenomen. De JGZ medewerkers (0-4 jaar) van STMG voor gemeente Neder-Betuwe zijn overgegaan naar GGD Gelderland-Zuid. 3) Het AB besloot op 11 december 2014 om de Toegang Beschermd Wonen bij de GGD Gelderland-Zuid neer te leggen. 4) Vanaf 1 januari 2015 is het toezicht op de nieuwe wet WMO bij GGD Gelderland-Zuid belegd, cf. besluit AB op 11 december ) In deze kolom staan budgettair neutrale bijstellingen met als doel de realisatie en begroting beter vergelijkbaar te maken. 6) Bij de berekening van de salarissen, sociale lasten en pensioenen is als uitgangspunt de CAO voor gemeenteambtenaren genomen die in september 2014 werd getekend. De premies van sociale lasten en pensioenen zijn aangepast, waarbij met name laatst genoemde als gevolg van de wetswijziging lagere lasten tot gevolg heeft. Per saldo is er een kostenstijging. 7) Conform besluit van het Algemeen Bestuur op 25 juni 2015 wordt er ,- extra ingezet op Veilig Thuis om de werkdruk te verlagen, een efficiencyslag en de doorontwikkeling te kunnen maken. Hiervan wordt ,- via Jeugdbescherming Gelderland ingezet en is niet zichtbaar in de begroting van GGD Gelderland-Zuid. De extra inzet wordt voor ,- gedekt uit de gevormde reserve Veilig Thuis. Voor ,- is geen dekking. Jaarrekening 2015 Pagina 55

168 5.2 Overzicht van geplande en gerealiseerde investeringen Doorgeschoven vanuit 2014 Investeringsbegroting 2015 Totaal begroot Uitgegeven in 2015 Verschil begroot / realisatie Doorschuiven naar 2016 Gebouwen Verbouwing SG & TBC ) Verbouwing "slim werken" ) Overige materiële vaste activa (automatisering) Registratiesysteem infectieziekten ) Systeem "slim werken" ) Vervanging werkplekken Stelpost hard- en software ) Inzetplanningssysteem JGZ ) Overige materiële vaste activa (inventaris) Telefonie JGZ Dependances ) Diverse inventaris Meubilair ) Koelkasten JGZ ) Meubilair "slim werken" ) Othoscopen ) Vervoermiddelen Auto ) Totaal Toelichting 1) In 2014 zijn de voorbereidingen voor de verbouwing SG en TBC gestart. In 2015 is deze afgerond voor ,- (incl.meubilair). 2) "Slim werken" richt werkplekken flexibeler in om de verbinding tussen collega's te versterken. Het project is grotendeels in 2014 uitgerold maar ,- schuift door naar 2016 voor de verhuizing van MBZ, Veilig Thuis en de afronding van project slim werken. 3) Voor een deel van deze investering is al in 2014 een verplichting aangegaan, waardoor deze lager uitvalt dan verwacht in ) Het nieuwe planningssysteem voor JGZ is in 2015 geïmplementeerd. De gemaakte kosten zijn verwerkt in de exploitatie van ) Deze investering is niet uitgegeven en wordt niet doorgeschoven naar ) De inkoop van de koelkasten heeft door het aanbestedingsproces vertraging opgelopen, en wordt naar 2016 doorgeschoven. 7) De investering op orthoscopen valt hoger uit. Dit komt doordat er een gehoorscreeningsapparaat aangeschaft is. 8) In 2015 is één van de twee geplande auto's aangeschaft, de tweede volgt naar verwachting in Jaarrekening 2015 Pagina 56

169 5.3 Afname GGD Gelderland-Zuid gemeente Mook en Middelaar I.v.m. uittreding Mook en Middelaar wordt dit overzicht apart gepresenteerd. (in euro's) JGZ Algemeen 0-19 incl. DD-JGZ en structurele component van huisvesting Logopedie Veilig thuis Toezicht WMO - Toegang beschermd wonen - Maatwerk ZAT 786 Totaal gefactureerde bijdrage Gerealiseerde kosten huisvesting Structurele component voor huisvesting (onderdeel van voorschot) Nog te verrekenen huisvesting over Jaarrekening 2015 Pagina 57

170 5.4 Afrekening huisvesting JGZ locaties regio Nijmegen 2015 Afrekening 2015 Verwachting 2016 Gemeenten Budget 2015 Realisatie 2015 Verschil 2015 Budget 2016 Verwachting 2016 Verschil 2016 Beuningen Druten Groesbeek Heumen Nijmegen West Maas en Waal Wijchen Mook en Middelaar * Subtotaal Neder Betuwe Totaal * De gemeente Mook en Middelaar is vanaf 1 januari 2013 uit de gemeenschappelijke regeling getreden, maar blijft Jeugdgezondheidszorg afnemen. De in 2015 gerealiseerde uitgaven betreffen de aan de GGD gefactureerde huur, gebouwgebonden servicekosten, huur koelkasten en facilitaire meerkosten GGD. Het is mogelijk dat de kosten 2015 hierdoor niet volledig worden weergegeven. Kosten die in 2015 aan GGD Gelderland-Zuid worden gefactureerd en die betrekking hebben op 2015 zullen in de jaarrekening 2015 met gemeenten worden afgerekend. In 2015 zijn in totaal ,- aan kosten voor rekening van de GGD gekomen. Het betreft vooral onderhoud inventaris. De verwachting 2016 is indicatief en gebaseerd op hetgeen in februari 2016 bekend is. Jaarrekening 2015 Pagina 58

171 5.5 Overzicht GGD-Organisatie GGD Gelderland-Zuid Directeur Publieke Gezondheid (DPG) Ondersteuning Huisvesting doorbelasting Huisvesting GGD Ondernemingsraad (OR) Directiebureau Algemene Gezondheidszorg (AGZ) Producten: TBC en infectieziekten Seksuele Gezondheid Coördinatie ASG Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (PGA) AGZ Reizigersadvisering en -vaccinaties Toezicht en handhaving kinderopvang Hygiënebegeleiding en -inspectie overigen, WPG-taak Toezicht WMO Overige producten: Forensische geneeskunde Medische Milieukunde Sociaal Medische Advisering Vluchtelingen Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Producten: Preventieve logopedie Vertrouwenspersoon onderwijs Maatwerk JGZ JGZ algemeen 0-19 jarigen incl. DD-JGZ Kijk op Kleintjes Attentiewijken Toets op sociaal medische indicatie kinderopvang Activiteiten in het kader van CJG Virtueel CJG en verwijsindex risicojongeren (VIR) Publieke Gezondheidszorg Asielzoekers (PGA) JGZ Progr. onderz. regulier onderwijs 4-19 jr Progr. onderz. regulier onderwijs 0-4 jr Gezond Leven (GL) Producten: Gezonde school, wijk en gemeente Gezonde kennis Gezondheidsmakelaar / buurtcoaches Gezonde school maatwerk Schoolsout Alcoholmatiging / Alcoholpreventie Preventiekracht Dichtbij Huis Ouderenmishandeling Subsidieregelingen: Gezondheid, sport en bewegen Meldpunt Bijzondere Zorg (MBZ) Producten: PSHI / PSHOR Begeleide herkansing Veilig Thuis Meldpunt Bijzondere Zorg regio Nijmegen Meldpunt Bijzondere Zorg Rivierenland Toegang Beschermd Wonen Jaarrekening 2015 Pagina 59

172 5.6 Specificatie gemeentelijke bijdragen 2015 Totaal GGD GLD-Zuid Beuningen Druten Groesbeek Heumen Nijmegen Inwoners per 1/1/ Uniform Uniform MBZ Uniform logopedie Uniforme taken Preventieve logopedie Jeugdgezondheidzorg Algemene Gezondheidzorg Forensisch geneeskundige diensten Sluitende zorg Gezondheidsbevordering Totaal uniforme taken De bijdrage voor uniforme taken zijn per gemeente gelijk aan de programmabegroting De verdeling over de productgroepen is echter gewijzigd. Op basis van het toerekenen van uren per medewerker aan producten is de toedeling van gemeentelijke bijdrage over de producten herijkt. Daarnaast zijn de geharmoniseerde verdeelsleutels gehanteerd voor de verdeling van de gemeentelijke bijdragen over de gemeenten. Toezicht en handhaving kinderopvang Totaal uniforme taken factuur Maatwerk Zorgadviesteams (ZAT) Attentiewijken Gezonde school maatwerk Totaal Maatwerk Overige opbrengsten en subsidie gemeenten Productgroep: Jeugdgezondheidszorg (JGZ) JGZ Algemeen 0-19 jarigen incl. DD-JGZ Kijk op Kleintjes Toets sociaal medische indicatie kinderopvang Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Virtueel CJG en verwijsindex risicojongeren Preventieve logopedie JGZ Rivierenland Productgroep: Algemene Gezondheidszorg (AGZ) Reizigersadvisering en -vaccinaties 0 Toezicht en handhaving kinderopvang Productgroep: Meldpunt Bijzondere Zorg (MBZ) PSHI Veilig Thuis Meldpunt Bijzondere Zorg Nijmegen Meldpunt Bijzondere Zorg Rivierenland Beschermd wonen Productgroep: Gezond Leven (GL) Gezonde school Gezondheidsmakelaar / buurtsportcoaches Schoolsout Alcoholmatiging / Alcoholpreventie Preventiekracht Dichtbij Huis Ouderenmishandeling Productgroep: Overige Te verrekenen huisvesting JGZ-dependances Totaal Overige opbr./subs. gemeenten Totaal bijdrage per gemeente West Maas en Waal Wijchen Buren Culemborg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Tiel Zaltbommel Jaarrekening 2015 Pagina 60

173 5.7 Totale bijdrage 2015 per gemeente Uniforme wettelijke taken Maatwerk Jeugdgez. Zorg Algemene Gezondheids Zorg Meldpunt Bijzondere Zorg Gezond Leven Afrekening huisvesting JGZdependances Beuningen Druten Groesbeek Heumen Nijmegen West Maas en Waal Wijchen Buren Culemborg Geldermalsen Lingewaal Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Tiel Zaltbommel Totaal Totale bijdrage 2015 deelnemende gemeenten Jaarrekening 2015 Pagina 61

174 5.8 Financieel overzicht producten (In euro's) Voor een product, waarvan financiële verantwoording in de jaarrekening gewenst is op basis van de subsidiebeschikking, worden hieronder de realisatie en de begroting weergegeven Buurtsportcoaches Beuningen (onderdeel van product Gezondheidsmakelaar/ Buurtsportcoaches) Realisatie Begroting jan 15 t/m aug 15 jan 15 t/m aug 15 Materiële kosten 0 0 Uren personeel Totale kosten Overige opbrengsten Gemeentelijke bijdrage Totale opbrengsten Resultaat aug 2014 tm sep Realisatie Begroting sep 15 t/m aug 16 sep 15 t/m aug 16 Materiële kosten 0 0 Uren personeel Totale kosten Overige opbrengsten Gemeentelijke bijdrage Totale opbrengsten Restant voor jan tm aug Jaarrekening 2015 Pagina 62

175 6 Lijst van afkortingen Afkorting AMPHI AMPHI-IGB ASG BBV BIG BiZa BOS-regeling BRN BSO BTP CIb CGL CJG CWZ FIOM FONA GBA GHOR GOB GRIP GROP HAN HG-keten HKZ JGZ KHB KIPPPI KNOV KON LCI LEAN MBZ MERS Ministerie van VWS MMK MOA MOP NICTIZ NIM NODO-procedure NZa Betekenis Academische werkplaats Academische werkplaats Integraal Gezondheidsbeleid Aanvullende seksuele gezondheidszorg Besluit Begroting en Verantwoording Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Binnenlandse Zaken Buurt Onderwijs en Sport regeling Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen Buitenschoolse opvang Basistakenpakket Centrum Infectieziektebestrijding (RIVM) Centrum Gezond Leven Centra voor Jeugd en Gezin Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Federatie van Instellingen voor Ongehuwde Moeders FOuten en Near Accidents Gemeentelijke Basisadministratie Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gastouderbureau Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GGD Rampen Opvangplan Hogeschool Arnhem en Nijmegen Huiselijk Geweld-keten Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen Jeugdgezondheidszorg Kwaliteitshandboek Kort Instrument voor Psychologische en Pedagogische Probleeminventarisatie Koninklijke Nederlandse Organisatie van verloskundigen Kring Oost Nederland Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding Effectief samenwerken naar strategische doelen; binnen een cultuur van continue verbetering, met de focus op de klant. Meldpunt Bijzondere Zorg Middle East Respiratory Syndrome-coronavirus Ministerie van Volksgezondheid en Sport Medische Milieukunde Medische Opvang Asielzoekers Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Nederlands ICT Instituut in de Zorg Nijmeegs Instituut voor Maatschappelijk Werk Nader Onderzoek DoodsOorzaak; is bedoeld om de doodsoorzaak te achterhalen bij onverklaard overlijden van minderjarigen. De NODO-procedure heeft een neutraal, niet-justitieel karakter. Nederlandse Zorgautoriteit Jaarrekening 2015 Pagina 63

176 Afkorting OGGZ OM OOGG PO PSHi PSOR RAV RBGZ RIVM RSU Seks-hag SGRC SOA SPEL Swon THZ TNO-PG VGGM VO VPN WPG WMO ZON-Mw ZRM ZZG Betekenis Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Openbaar Ministerie Stichting Ondersteunings Organisatie Gelders Rivierenland, Gelderse Vallei en gemeente Zaltbommel Primair Onderwijs PsychoSociale Hulpverlening bij incidenten PsychoSociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Regionale Ambulance Voorziening Regionale Brandweer Gelderland Zuid Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Regeling Specifieke Uitkering Huisarts Adviesgroep Seksuele Gezondheid Sociaal Geneeskundige Registratie Commissie Seksueel Overdraagbare Aandoening Stichting Provinciale Entadministratie Limburg Seniorennetwerk Technische Hygiënezorg TNO Preventie en Gezondheid Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden Voortgezet Onderwijs Virtual Private Network Wet Publieke Gezondheid Wet Maatschappelijke Ondersteuning De Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie Zelfredzaamheid Matrix Zorggroep Zuid-Gelderland Jaarrekening 2015 Pagina 64

177 Aan de raden van de gemeenten die participeren in de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid ons kenmerk: GGD/N/DIR/1369/16/JW/mvv afdeling: Directiebureau uw kenmerk: contactpersoon: Jules van Wijngaarden datum: 28 april 2016 doorkiesnummer: (088) onderwerp: Veilig Thuis Gelderland-Zuid onder verscherpt toezicht Geachte raad, De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de Inspecties) hebben Veilig Thuis Gelderland-Zuid met ingang van 22 april 2016 onder verscherpt toezicht gesteld. Naar aanleiding van een onaangekondigd bezoek op 15 april 2016 concluderen de Inspecties dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid de afgelopen maanden een vertekend beeld over de wachtlijst aan de Inspecties heeft gegeven. Ook aan het Dagelijks en Algemeen Bestuur is dit vertekend beeld gegeven. De Inspecties stellen vast dat hiermee het vertrouwen van de Inspecties in de aanpak en werkwijze van de directie van de GGD, onderdeel Veilig Thuis, Gelderland-Zuid ernstig geschaad is. Daarnaast hebben de Inspecties er onvoldoende vertrouwen in dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid de wachtlijsten binnen redelijke termijn kan wegwerken. De Inspecties concluderen dat kinderen en kwetsbare volwassenen forse risico s lopen. Het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid deelt de zorg van de Inspecties, zeker gezien de bevindingen als het gaat om het waarborgen van de veiligheid van kinderen, leden van gezinnen en huishoudens. Voor ons is en blijft de veiligheid van kinderen en gezinnen prioriteit nummer 1. Het Algemeen Bestuur wil en zal zich dan ook inzetten om de ontstane situatie ten goede te keren. Hiertoe is een aanvalsplan opgesteld. In het aanvalsplan zijn acties beschreven op a) casusniveau en op b) organisatieniveau. Om goed en volledig geïnformeerd te zijn over het verscherpt toezicht bij Veilig Thuis Gelderland-Zuid, ontvangt u: - Brief Inspecties dd. 28 april 2016 betreft Verscherpt toezicht Veilig Thuis Gelderland-Zuid; - Reactie Dagelijks Bestuur en DPG GGD Gelderland-Zuid op conceptbrief van de Inspecties (brief. dd. 27 april 2016); - Aanvalsplan Veilig Thuis van Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid (dd. 28 april 2016); - Persbericht GGD Gelderland-Zuid (dd. 28 april 2016) GGD Gelderland-Zuid onder verscherpt toezicht; - Persbericht Inspectie voor Jeugdzorg en Gezondheidszorg (dd. 28 april 2016) Inspecties stellen Veilig Thuis Gelderland-Zuid onder verscherpt toezicht; - Brief t.b.v. de samenwerkingsrelaties (dd. 28 april 2016). Centraal postadres Postbus BC Nijmegen Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg TV Nijmegen BIC /SWIFT: RABONL2U IBAN: NL56.RABO info@ggdgelderlandzuid.nl Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel) T: (088) F: (024) BTW: NL B01 KvK:

178 datum: 28 april april 2016 ons kenmerk: GGD/N/DIR/1369/16/JW/mvv GGD/N/DIR/1369/16/JW/mvv pagina 2 van 2 Ik vertrouw erop u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, L.C.M. Frings Voorzitter Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid

179 > Retouradres Postbus AL Utrecht Per Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. mw. dr. ir. M. Pieters, Directeur Veilig Thuis Directeur Publieke Gezondheid GGD Gelderland Zuid Bezoekadres Stadsplateau AZ Utrecht T Inlichtingen bij dhr. drs. W.R. Weltevrede Ons kenmerk IJZ/ JN/16-10P Datum 28 april 2016 Betreft Verscherpt Toezicht Veilig Thuis Gelderland Zuid Bijlagen Reactie GGD Gelderland Zuid d.d. 27/04/2016 op conceptbrief Geachte mevrouw Pieters, Bij deze deel ik u mee dat de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspecties) Veilig Thuis Gelderland Zuid met ingang van 22 april 2016 om uur voor een periode van maximaal zes maanden onder verscherpt toezicht hebben gesteld. U bent hierover door de hoofdinspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en mijzelf op 22 april 2016 op genoemd tijdstip in een gesprek geïnformeerd. Achtergrond instellen verscherpt toezicht Op 23 oktober 2015 hebben de inspecties Stap 1 van het toezicht naar Veilig Thuis uitgevoerd bij Veilig Thuis Gelderland Zuid. Veilig Thuis Gelderland Zuid voldeed slechts aan 8 van de 24 verwachtingen uit het toetsingskader. De inspecties constateerden urgente verbeterpunten ten aanzien van het zicht hebben op de veiligheid van alle leden van gezinnen en huishoudens. Medewerkers van Veilig Thuis Gelderland Zuid hadden geen actueel beeld van de veiligheid bij zaken die op de wachtlijst stonden. Tevens hadden de medewerkers geen actueel beeld van de veiligheid bij een deel van de zaken op hun caseload, omdat zij een te hoge caseload hadden. Daarnaast werd niet eenduidig gewerkt conform het protocol van handelen, werd de veiligheid niet standaard ingeschat aan de hand van een gestandaardiseerd instrument en werd bij (complexe) casuïstiek niet altijd een vertrouwensarts of gedragswetenschapper betrokken. Gezien de geconstateerde zorgen heeft op 3 november 2015 met spoed een bestuurlijk gesprek plaatsgevonden tussen u en de hoofdinspecteur van de Inspectie Jeugdzorg. In dit gesprek heeft u aangegeven inmiddels verbetermaatregelen in gang gezet te hebben, waardoor u verwachtte dat de wachtlijst eind november 2015 zou zijn weggewerkt en er meer ruimte bij de medewerkers zou zijn voor het doorvoeren van de benodigde verbeterpunten. De inspecties hebben het toezicht op Veilig Thuis Gelderland Zuid sinds november 2015 geïntensiveerd. Veilig Thuis Gelderland Zuid heeft een verbeterplan opgesteld, dat grotendeels voldeed aan de verwachtingen van de inspecties. In dit verbeterplan werd genoemd dat extra capaciteit is ingezet en dat op 30 november 2015 de wachtlijsten zijn weggewerkt en dat gewerkt kon worden aan het verkleinen van de caseload van medewerkers. Op 10 december 2015 hebben de inspecties u in hun schriftelijke reactie op het verbeterplan verzocht om actuele Pagina 1 van 4

180 cijfers over de formatie en realisatie van de caseload verlaging bij de medewerkers en om de inspecties iedere maand een overzicht van de actuele stand van zaken ten aanzien van de wachtlijst te sturen. Ons kenmerk IJZ/ JN/16-10P Op 6 januari 2016 hebben de inspecties een voortgangsbezoek gebracht aan Veilig Thuis Gelderland Zuid. Tijdens dit bezoek werd duidelijk dat er toch nog sprake was van een substantiële wachtlijst. Hierop hebben de inspecties maandelijks informatie opgevraagd en ontvangen over de wachtlijsten. Ook heeft Veilig Thuis Gelderland Zuid twee maal een interne audit uitgevoerd en over de resultaten aan de inspecties gerapporteerd. De cijfers over de wachtlijst die naar de inspecties gestuurd zijn bedroegen op 9 februari zaken, op 1 maart 17 zaken en op 6 april 74 zaken. Bij het overzicht van de wachtlijst van 6 april viel het de inspecties op dat de wachtlijst significant gestegen was en dat zaken op de wachtlijst stonden uit januari en februari, die niet vermeld waren op de eerder aan de inspecties gerapporteerde wachtlijsten. Anoniem signaal Op woensdag 13 april 2016 ontvingen de inspecties een anoniem signaal waaruit naar voren kwam dat Veilig Thuis Gelderland Zuid de inspecties niet volledig geïnformeerd zou hebben over de wachtlijst. De inspecties hebben vervolgens een onaangekondigd bezoek gebracht aan Veilig Thuis Gelderland Zuid op vrijdag 15 april Naar aanleiding van dit onaangekondigd toezicht concluderen de inspecties dat Veilig Thuis Gelderland Zuid de afgelopen maanden een vertekend beeld over de wachtlijst aan de inspecties heeft gegeven. De inspecties zijn niet geïnformeerd over een achterstand van ongeveer 160 zaken die nog beoordeeld moesten worden en niet over ongeveer 235 zaken die nog overgedragen moeten worden aan het lokale veld. Conclusie De inspecties stellen vast dat hiermee het vertrouwen van de inspecties in de aanpak en werkwijze van de directie van de GGD, onderdeel Veilig Thuis, Gelderland Zuid ernstig geschaad is. Bovendien hebben de inspecties er onvoldoende vertrouwen in dat Veilig Thuis Gelderland Zuid de wachtlijsten binnen redelijke termijn kan wegwerken. Op dit moment lopen kinderen en kwetsbare volwassenen forse risico s. Verwachtingen De primaire verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van Veilig Thuis Gelderland Zuid berust bij de directie en het Dagelijks Bestuur van de GGD Gelderland Zuid. De inspecties verwachten dat u er zorg voor draagt dat het vertrouwen in Veilig Thuis Gelderland Zuid op zo kort mogelijke termijn hersteld wordt door thans de noodzakelijke maatregelen te treffen op het gebied van de gestelde tekortkomingen met betrekking tot de wachtlijst en de verbeterpunten uit het toezicht Stap 1. Onderdeel daarvan is dat u de inspecties in de periode van het verscherpt toezicht informeert over alle relevante zaken die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van Veilig Thuis. U heeft aangegeven zich dat te realiseren en u heeft toegezegd dat de informatieverstrekking aan de inspectie in de toekomst Pagina 2 van 4

181 bijtijds, waarheidsgetrouw en adequaat zal zijn. Voor het herstel van het vertrouwen in het functioneren van Veilig Thuis Gelderland Zuid is het voor de inspecties onontbeerlijk dat concrete resultaten worden geboekt. Daartoe verwachten de inspecties tijdens het verscherpt toezicht minimaal de volgende stappen van Veilig Thuis: De wachtlijst moet op zo kort mogelijke termijn op een verantwoorde wijze naar een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht. In de zes maanden dat het verscherpt toezicht duurt verwachten de inspecties minimaal een lineaire afname van de (totale) wachtlijst tot een werkvoorraad van maximaal zaken. De inspecties ontvangen per omgaande en vervolgens tweewekelijks een overzicht van de wachtlijst van minstens alle zaken die wachten op triage, op onderzoek en op overdracht naar het lokale veld. Daarnaast stuurt Veilig Thuis de inspectie tweewekelijks een opgave van de caseload per medewerker. Veilig Thuis moet in de tussentijd zicht hebben op de veiligheid van de kinderen, leden van gezinnen en huishoudens op de wachtlijst. De inspectie verwacht dat Veilig Thuis Gelderland Zuid de inspecties nader informeert hoe ze de veiligheid van deze kinderen, leden van gezinnen en huishoudens gaat waarborgen totdat de wachtlijsten zijn afgenomen. Veilig Thuis moet de voorgenomen verbetermaatregelen op de in Stap 1 van het toezicht geconstateerde tekortkomingen voortvarend uitvoeren en zo nodig bijstellen. Voor het verscherpt toezicht kan worden opgeheven zullen de inspecties een hertoets naar Stap 1 uitvoeren, waarvan de uitkomst voldoende moet zijn. Ons kenmerk IJZ/ JN/16-10P In het gesprek met de inspecties geeft de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van de GGD Gelderland Zuid aan dat het Dagelijks Bestuur het mandaat van het Algemeen Bestuur heeft gekregen om de benodigde financiële middelen in te zetten om de wachtlijst op korte termijn terug te brengen naar een aanvaardbare werkvoorraad. Hiertoe zal Veilig Thuis Gelderland Zuid medewerkers van een extern bureau inzetten om onderzoeken te verrichten. Daarnaast zullen op korte termijn vervolgtrajecten uitgezet worden bij de SAVE-teams in Rivierenland en bij de Regieteams in de regio Nijmegen. Vervolgacties inspectie De inspecties monitoren in de periode van het verscherpt toezicht nauwkeurig of de aangekondigde verbetermaatregelen (verder) worden uitgevoerd en geborgd. Tevens gaan de inspecties na of Veilig Thuis Gelderland Zuid ook anderszins de noodzakelijke stappen zet zoals hierboven zijn aangegeven. De inspecties zullen binnen de periode van verscherpt toezicht aangekondigde en onaangekondigde bezoeken brengen. Daarnaast verwachten de inspecties van Veilig Thuis Gelderland Zuid, naast de tweewekelijkse informatie over de wachtlijst en caseload, maandelijks een voortgangsrapportage over de ingezette verbetermaatregelen. Procedure verscherpt toezicht en openbaarmaking Het instellen van verscherpt toezicht is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en daarom niet vatbaar voor bezwaar en beroep. Wel kunt u hierop inhoudelijk reageren. In het gesprek van 22 april heb ik u Pagina 3 van 4

182 medegedeeld dat u voor vrijdag 29 april om uur uw reactie op de instelling van het verscherpt toezicht schriftelijk kenbaar kan maken aan de inspecties. Uw reactie zal in deze brief worden opgenomen. Deze brief wordt vervolgens openbaar gemaakt op de website van de inspecties ( en De openbaarmaking gaat gepaard met een persbericht. Ons kenmerk IJZ/ JN/16-10P Conform artikel 4:8 Awb hebben de inspecties u tevens tot vrijdag 29 april 2016 om uur gelegenheid geboden uw eventuele bedenkingen tegen de openbaarmaking van het verscherpt toezicht in te dienen. In het gesprek van 22 april heeft u aangegeven geen bedenkingen te hebben. Uw schriftelijke reactie kunt u mailen naar: inspectiejeugdzorg@inspectiejz.nl onder vermelding van het kenmerk rechts bovenaan deze brief. Een afschrift van deze brief stuur ik aan dhr. L.C.M. Frings, voorzitter Dagelijks Bestuur GGD Gelderland Zuid en Veilig Thuis Gelderland Zuid. De inspectie gaat ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, mede namens de Inspectie voor de Gezondheidszorg, mw. drs. G.E.M. Tielen hoofdinspecteur Inspectie Jeugdzorg Bijlage: Reactie GGD Gelderland Zuid d.d. 27/04/2016 op conceptbrief Pagina 4 van 4

183 Bijlage Inspectie Jeugdzorg T.a.v. de hoofdinspecteur mw. drs. G.E.M. Tielen ons kenmerk: GGD/DIR/MP/JvW afdeling: Directie uw kenmerk: contactpersoon: Moniek Pieters datum: 27 april 2016 doorkiesnummer: (088) onderwerp: Reactie op conceptbrief d.d. 25 april Geachte mevrouw Tielen, Hierbij ontvangt u onze reactie naar aanleiding van uw conceptbrief d.d. 25 april jl. met kenmerk IJZ/ JN/15-05P over verscherpt toezicht Veilig Thuis Gelderland-Zuid. Wij delen uw zorg, zeker gezien de bevindingen als het gaat om het waarborgen van de veiligheid van kinderen, leden van gezinnen en huishoudens. Wij zullen ons dan ook inzetten om de ontstane situatie ten goede te keren. U geeft aan dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid een vertekend beeld over de wachtlijst heeft gegeven. Veilig Thuis Gelderland-Zuid benadrukt dat er geen intentie is geweest om cijfers betreffende wachtlijsten achter te houden en betreurt dat een vertekend beeld van de situatie is ontstaan. Dat wat Veilig Thuis Gelderland-Zuid in 2016 heeft gerapporteerd was een wachtlijst voor het starten van onderzoek. Sinds het eerste kwartaal 2016 kan adequate managementinformatie worden gegenereerd uit het registratiesysteem. Voor deze tijd moet managementinformatie door het gebruik van meerdere systemen die niet op elkaar aansloten, handmatig bij elkaar worden gezet. Momenteel zijn de werkprocessen en managementinformatie dusdanig gestroomlijnd dat er vanaf april 2016 op meerdere plekken in het proces de in- door-en uitstroom van meldingen in beeld is. Met de huidige beschikbare managementinformatie zal Veilig Thuis Gelderland-Zuid voortaan adequaat inspectie en bestuur informeren over werkvoorraden in het gehele proces, caseload en wettelijke termijnen. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid van 14 april jl. is naar aanleiding van de ontstane werkvoorraden/wachtlijsten, door het Algemeen Bestuur besloten het Dagelijks Bestuur te mandateren om passende maatregelen te nemen om deze weg te werken. Op 15 april heeft de inspectie Veilig Thuis onaangekondigd bezocht. Het Dagelijks Bestuur heeft vervolgens op 21 april jl. besloten extra middelen in te zetten om beide werkvoorraden/wachtlijsten weg te werken. Centraal postadres Postbus BC Nijmegen info@ggdgelderlandzuid.nl Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel) Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg TV Nijmegen T: (088) BIC /SWIFT: RABONL2U IBAN: NL56.RABO BTW: NL B01 KvK: F: (024)

184 datum: 27 april 2016 ons kenmerk: GGD/DIR/MP/JvW pagina 2 van 2 Tijdens het gesprek op 22 april heeft u de maatregelen die het Dagelijks Bestuur in gaat zetten aangemerkt als een eerste stap op weg naar vertrouwen. Dit laatste zouden wij graag in uw brief opgenomen zien. Onderstaand treft u een uiteenzetting van de maatregelen aan. Het aanvalsplan zetten we in om Veilig Thuis binnen de kortst mogelijke termijn te laten voldoen aan de wettelijk gestelde eisen en is gericht op: Versneld wegwerken van de werkvoorraad start onderzoek door de inzet van een extern bureau; Versneld inzetten van de vervolgtrajecten in samenwerking met het lokale veld in de Regio Nijmegen en Rivierenland; Bij wachtlijsten een duurzame monitor inrichten, gericht op het waarborgen van de veiligheid van de kinderen, leden van gezinnen en huishoudens die op de wachtlijst staan. Concreet: opstellen van veiligheidsafspraken of opstellen van een veiligheidsplan, actief betrekken van specialistische organisaties en actief inzetten van het lokale veld (o.a. Regieteams in Nijmegen, SAVE team in Rivierenland), afhankelijk van prioriteit wekelijks of 2 wekelijks beoordelen of veiligheid in het geding is; Monitoren van caseload; Wijziging van de mandatering van de DPG en inzetten van een interim manager ten tijde van het verscherpte toezicht. Het Dagelijks Bestuur committeert zich aan de bevindingen van de inspectie. Ten aanzien van de tekst in uw brief, onderstaand twee aanvullingen, een vraag en een verzoek: Aanvullingen tekst U geeft op pag. 2 aan dat: De cijfers over de wachtlijst die naar de inspecties gestuurd zijn bedroegen in februari zaken, in maart 17 zaken en in april 74 zaken. Ter aanscherping hiervan: de door Veilig Thuis gerapporteerde cijfers betreffen geen maandcijfers, maar geven aan dat op 9 februari 31 zaken op de wachtlijst stonden, op 1 maart 17 zaken en op 6 april 74 zaken. Verder geeft u aan (pag. 2) dat De inspecties zijn niet geïnformeerd over een achterstand van ongeveer 160 zaken die nog beoordeeld moesten worden. Hierbij willen wij aanvullen dat tijdens uw voortgangsbezoek op 6 januari jl. Veilig Thuis heeft aangegeven dat er ruim honderd zaken getrieerd moesten worden. Ter verheldering van de situatie: door de intensivering van het verrijkingsproces (en daarmee vertraging van het triageproces) is dit aantal opgelopen naar 160. In februari en maart zijn deze meldingen weggewerkt. De werkvoorraad aan de voorkant (voor triage) was hiermee verdwenen, maar heeft geresulteerd tot werkvoorraad inzetten vervolgtraject circa 235 zaken en werkvoorraad start onderzoek circa 80 zaken. Vraag Op pag. 3 geeft u een opsomming van een aantal te nemen stappen door Veilig Thuis. Hieruit maken wij op dat de wachtlijst tijdens de zes maanden van het verscherpt toezicht tot een lineaire afname moet lijden tot een werkvoorraad van maximaal zaken. Wij gaan ons richten op versneld aanpakken van de wachtlijsten/werkvoorraden. Verwacht u bij de hertoets op 7 juni een duidelijke lineaire afname of toetst u de wettelijke termijnen? Verzoek Tot slot willen wij u vragen of het mogelijk is om voor donderdag 28 april uur te laten weten of u de reactie op uw bevindingen opneemt bij uw verslag. Dit gezien de Algemeen Bestuur vergadering die dan gehouden wordt en het belang om een volledig beeld te kunnen geven. Hoogachtend, Dhr. L.C.M. Frings voorzitter Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Dr. ir. M.N. Pieters Directeur Publieke Gezondheid GGD Gelderland-Zuid

185 Inspectie Jeugdzorg T.a.v. de hoofdinspecteur mw. drs. G.E.M. Tielen ons kenmerk: GGD/DIR/MP/JvW afdeling: Directie uw kenmerk: contactpersoon: Moniek Pieters datum: 27 april 2016 doorkiesnummer: (088) onderwerp: Reactie op conceptbrief d.d. 25 april Geachte mevrouw Tielen, Hierbij ontvangt u onze reactie naar aanleiding van uw conceptbrief d.d. 25 april jl. met kenmerk IJZ/ JN/15-05P over verscherpt toezicht Veilig Thuis Gelderland-Zuid. Wij delen uw zorg, zeker gezien de bevindingen als het gaat om het waarborgen van de veiligheid van kinderen, leden van gezinnen en huishoudens. Wij zullen ons dan ook inzetten om de ontstane situatie ten goede te keren. U geeft aan dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid een vertekend beeld over de wachtlijst heeft gegeven. Veilig Thuis Gelderland-Zuid benadrukt dat er geen intentie is geweest om cijfers betreffende wachtlijsten achter te houden en betreurt dat een vertekend beeld van de situatie is ontstaan. Dat wat Veilig Thuis Gelderland-Zuid in 2016 heeft gerapporteerd was een wachtlijst voor het starten van onderzoek. Sinds het eerste kwartaal 2016 kan adequate managementinformatie worden gegenereerd uit het registratiesysteem. Voor deze tijd moet managementinformatie door het gebruik van meerdere systemen die niet op elkaar aansloten, handmatig bij elkaar worden gezet. Momenteel zijn de werkprocessen en managementinformatie dusdanig gestroomlijnd dat er vanaf april 2016 op meerdere plekken in het proces de in- door-en uitstroom van meldingen in beeld is. Met de huidige beschikbare managementinformatie zal Veilig Thuis Gelderland-Zuid voortaan adequaat inspectie en bestuur informeren over werkvoorraden in het gehele proces, caseload en wettelijke termijnen. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid van 14 april jl. is naar aanleiding van de ontstane werkvoorraden/wachtlijsten, door het Algemeen Bestuur besloten het Dagelijks Bestuur te mandateren om passende maatregelen te nemen om deze weg te werken. Op 15 april heeft de inspectie Veilig Thuis onaangekondigd bezocht. Het Dagelijks Bestuur heeft vervolgens op 21 april jl. besloten extra middelen in te zetten om beide werkvoorraden/wachtlijsten weg te werken. Centraal postadres Postbus BC Nijmegen Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg TV Nijmegen BIC /SWIFT: RABONL2U IBAN: NL56.RABO info@ggdgelderlandzuid.nl Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel) T: (088) F: (024) BTW: NL B01 KvK:

186 datum: 27 april 2016 ons kenmerk: GGD/DIR/MP/JvW pagina 2 van 2 Tijdens het gesprek op 22 april heeft u de maatregelen die het Dagelijks Bestuur in gaat zetten aangemerkt als een eerste stap op weg naar vertrouwen. Dit laatste zouden wij graag in uw brief opgenomen zien. Onderstaand treft u een uiteenzetting van de maatregelen aan. Het aanvalsplan zetten we in om Veilig Thuis binnen de kortst mogelijke termijn te laten voldoen aan de wettelijk gestelde eisen en is gericht op: Versneld wegwerken van de werkvoorraad start onderzoek door de inzet van een extern bureau; Versneld inzetten van de vervolgtrajecten in samenwerking met het lokale veld in de Regio Nijmegen en Rivierenland; Bij wachtlijsten een duurzame monitor inrichten, gericht op het waarborgen van de veiligheid van de kinderen, leden van gezinnen en huishoudens die op de wachtlijst staan. Concreet: opstellen van veiligheidsafspraken of opstellen van een veiligheidsplan, actief betrekken van specialistische organisaties en actief inzetten van het lokale veld (o.a. Regieteams in Nijmegen, SAVE team in Rivierenland), afhankelijk van prioriteit wekelijks of 2 wekelijks beoordelen of veiligheid in het geding is; Monitoren van caseload; Wijziging van de mandatering van de DPG en inzetten van een interim manager ten tijde van het verscherpte toezicht. Het Dagelijks Bestuur committeert zich aan de bevindingen van de inspectie. Ten aanzien van de tekst in uw brief, onderstaand twee aanvullingen, een vraag en een verzoek: Aanvullingen tekst U geeft op pag. 2 aan dat: De cijfers over de wachtlijst die naar de inspecties gestuurd zijn bedroegen in februari zaken, in maart 17 zaken en in april 74 zaken. Ter aanscherping hiervan: de door Veilig Thuis gerapporteerde cijfers betreffen geen maandcijfers, maar geven aan dat op 9 februari 31 zaken op de wachtlijst stonden, op 1 maart 17 zaken en op 6 april 74 zaken. Verder geeft u aan (pag. 2) dat De inspecties zijn niet geïnformeerd over een achterstand van ongeveer 160 zaken die nog beoordeeld moesten worden. Hierbij willen wij aanvullen dat tijdens uw voortgangsbezoek op 6 januari jl. Veilig Thuis heeft aangegeven dat er ruim honderd zaken getrieerd moesten worden. Ter verheldering van de situatie: door de intensivering van het verrijkingsproces (en daarmee vertraging van het triageproces) is dit aantal opgelopen naar 160. In februari en maart zijn deze meldingen weggewerkt. De werkvoorraad aan de voorkant (voor triage) was hiermee verdwenen, maar heeft geresulteerd tot werkvoorraad inzetten vervolgtraject circa 235 zaken en werkvoorraad start onderzoek circa 80 zaken. Vraag Op pag. 3 geeft u een opsomming van een aantal te nemen stappen door Veilig Thuis. Hieruit maken wij op dat de wachtlijst tijdens de zes maanden van het verscherpt toezicht tot een lineaire afname moet lijden tot een werkvoorraad van maximaal zaken. Wij gaan ons richten op versneld aanpakken van de wachtlijsten/werkvoorraden. Verwacht u bij de hertoets op 7 juni een duidelijke lineaire afname of toetst u de wettelijke termijnen? Verzoek Tot slot willen wij u vragen of het mogelijk is om voor donderdag 28 april uur te laten weten of u de reactie op uw bevindingen opneemt bij uw verslag. Dit gezien de Algemeen Bestuur vergadering die dan gehouden wordt en het belang om een volledig beeld te kunnen geven. Hoogachtend, Dhr. L.C.M. Frings voorzitter Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Dr. ir. M.N. Pieters Directeur Publieke Gezondheid GGD Gelderland-Zuid

187 Aanvalsplan Veilig Thuis Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid 28/4/2016 Aanleiding De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de Inspecties) hebben Veilig Thuis Gelderland-Zuid met ingang van 22 april 2016 onder verscherpt toezicht gesteld. Naar aanleiding van een onaangekondigd bezoek op 15 april 2016 concluderen de Inspecties dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid de afgelopen maanden een vertekend beeld over de wachtlijst aan de Inspecties heeft gegeven. Ook aan het Algemeen en Dagelijks Bestuur is een vertekend beeld gegeven. De Inspecties stellen vast dat hiermee het vertrouwen van de Inspecties in de aanpak en werkwijze van de directie van de GGD, onderdeel Veilig Thuis, Gelderland-Zuid ernstig geschaad is. Daarnaast hebben de Inspecties er onvoldoende vertrouwen in dat Veilig Thuis Gelderland Zuid de wachtlijsten binnen redelijke termijn kan wegwerken. De Inspecties concluderen dat kinderen en kwetsbare volwassenen forse risico s lopen. Het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid deelt de zorg van de Inspecties, zeker gezien de bevindingen als het gaat om het waarborgen van de veiligheid van kinderen, leden van gezinnen en huishoudens. Voor ons is en blijft de veiligheid van kinderen en gezinnen prioriteit nummer 1. Het Algemeen Bestuur wil en zal zich dan ook inzetten om de ontstane situatie ten goede te keren. Hiertoe is dit aanvalsplan opgesteld. In het aanvalsplan zijn acties beschreven op a) casusniveau en op b) organisatieniveau. Acties A. Casusniveau 1. Wegwerken werkvoorraad onderzoek door extern bureau Op 19 april jl. was er een werkvoorraad onderzoek van 83. Onderzoek kan omschreven worden als: Bij ernstige vermoedens van Huiselijk Geweld/Kindermishandeling (HG/KM) komen tot een deskundig oordeel over de situatie HG/KM, onderliggende problematiek, aanvullend onderzoek, diagnostiek, ondersteuning, hulpverlening, toeleiding naar passende hulp en/of bescherming. Onderzoek dient direct na triage te worden ingezet en binnen een totaal van 10 weken doorlooptijd worden afgerond. Doordat de medewerkers van Veilig Thuis allen al maximaal worden ingezet, zal het wegwerken van de circa 80 meldingen door derden moeten gebeuren. Ingezet wordt om binnen 6-8 weken het merendeel van de casuïstiek op te pakken en af te handelen. De werkvoorraden bij Veilig Thuisorganisaties in het hele land, maakt dat incidentele capaciteit ingehuurd kan worden via adviesbureaus. Deze geven aan professionals te kunnen leveren die zich in het wegwerken van de werkvoorraden hebben bekwaamd. Kosten van (excl. BTW) per casus worden gehanteerd; in totaal (incl. BTW). 1

188 2. Wegwerken werkvoorraad vervolgtrajecten door procesregisseurs Op 19 april jl. was er een werkvoorraad vervolgtrajecten van 222. Vervolgtrajecten kan worden omschreven als Overdracht of doorzetten van melding naar sociaal team of andere professional (al dan niet reeds betrokken bij gezin) of Veiligheidshuis. Handelingen van Veilig Thuis zijn o.a.: contact leggen, overleg voeren, informatieoverdracht, brief naar gezin/huishouden. Voor de gemeenten Nijmegen en Wijchen geldt dat overdracht kan plaatsvinden naar de Regieteams, die het vervolgens weer kunnen overdragen naar de lokale wijkteams. Voor de overige gemeenten in het Rijk van Nijmegen geldt dat het overgedragen kan worden aan het sociaal wijkteam. In Rivierenland kan overdracht plaatsvinden naar de SAVEteams, die vervolgens door kunnen verwijzen naar de sociale wijkteams. Geschat wordt dat hiermee 1332 uur gemoeid is (222 casussen * 6 uur). Het totaal wegwerken van deze lijst zal rond kosten. Extra inzet wordt geleverd door het inzetten van procesregisseurs, van de gemeente Nijmegen en NIM (Maatschappelijk Werk). Een procesregisseur start in de week van 9 mei. 3. Monitoren op veiligheid bij werkvoorraad onderzoek Veilig Thuis is er om de veiligheid te borgen van kwetsbare kinderen en gezinnen. Van groot belang is het om bij de werkvoorraad onderzoek te zorgen dat er op casusniveau periodiek wordt gekeken of er acuut gevaar dreigt cq. ingegrepen moet worden. Concreet betekent dit: a) dat zaken met hoge prioriteit wekelijks worden gemonitord op het actueel beeld van de veiligheid, b) het opstellen van een veiligheidsplan of veiligheidsafspraken samen met de cliënt(en) en betrokkenen, c) het actief inzetten van andere organisaties of lokale veld en d) dat alle zaken die op de werkvoorraad staan (onderzoek en inzetten vervolgtraject) zijn gescreend op veiligheid en daar waar nodig worden deze zaken afgestemd met politie en OM. Vervolgens worden passende acties ingezet: o.a. versneld overdragen naar Regieteams, bespreken in het Veiligheidshuis en inzetten specialistische organisaties, betrekken van Strafrecht. B. Organisatieniveau 4. Aanstellen van interimmanager Het Dagelijks Bestuur heeft besloten om z.s.m. een interimmanager voor Veilig Thuis aan te stellen vooralsnog voor de duur van 6 maanden. De interimmanager krijgt de opdracht om ervoor te zorgen dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid binnen 6 maanden structureel voldoet aan de wettelijke normen en afhandeltermijnen, doordat de werkorganisatie en capaciteit op orde is. Hij draagt zorg voor rapportage aan en het onderhouden van de contacten met de Inspecties (conform de in hun brief gestelde voorwaarden) en informeert tegelijkertijd het Dagelijks Bestuur hierover. Het Dagelijks Bestuur zet de rapportage ook door aan de leden van het Algemeen Bestuur, aangevuld zo spoedig als mogelijk met overzichten van onderhanden werk per gemeente. Over deze opdracht en de voortgang legt hij rechtstreeks verantwoording af aan het Dagelijks Bestuur. De bevoegdheden die tijdelijk aan de interimmanager voor Veilig Thuis worden toegekend, 2

189 worden vastgelegd in een mandaatbesluit. Tegelijkertijd wordt tijdelijk het mandaatbesluit voor de DPG gewijzigd; de bevoegdheden voor Veilig Thuis worden tijdelijk ingetrokken. 5. Procesoptimalisatie in de Veilig Thuis-keten (Lean werken) De kwaliteit van werken van de front- en backoffice Veilig Thuis moet verbeterd worden. Doel van deze actie is het creëren van flow in de keten met als resultaat een afname in doorlooptijd en wachttijd en daarnaast mogelijk een toename in output. Daarnaast is deze actie gericht op het vergroten van de stuurbaarheid. Door middel van een analyse wordt inzicht verkregen in beschikbare data en verbeterde stuurbaarheid op procesindicatoren gerealiseerd. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan teamcohesie om de stabiliteit in het team te vergroten. Veilig Thuis wordt hierbij begeleid door een adviesbureau. 6. Inzetten, monitoren en borgen van een reële caseload Van groot belang is dat medewerkers van Veilig Thuis op een goede manier worden ingezet en een reële caseload hebben. Dit is in het verleden anders geweest en zijn medewerkers te zwaar belast. De actie is gericht op het berekenen van een reële caseload (wat kost het afhandelen van een casus) en op basis daarvan inzetten, monitoren en borgen van de reële caseload. 7. Positionering Veilig Thuis Gelderland-Zuid Onderzocht wordt welke organisatievorm het beste past bij Veilig Thuis Gelderland-Zuid (aansluiten bij bestaande organisatie, aparte stichting of aansluiten bij GR GGD). De gemeenteraad van Tiel heeft een motie aangenomen, waarin een dergelijk onderzoek wordt genoemd. Dit actieplan verbreedt dit onderzoek naar alle deelnemende gemeenten van de GR GGD Gelderland-Zuid, waar momenteel Veilig Thuis is ondergebracht voor de projectperiode van 2 jaar, te weten van 2015 tot Het onderzoek resulteert in een advies aan het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid. 8. Onderzoek naar reële capaciteit en middelen invulling Veilig Thuis De actie is gericht op het inzichtelijk maken van de structurele inzet van menskracht en middelen voor een effectieve en efficiënte uitvoering van Veilig Thuis voor de deelnemende gemeenten van Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar. Met andere woorden: er wordt een reële concept begroting 2017 Veilig Thuis ontwikkeld. Deze wordt na de vergadering van het Algemeen Bestuur op 30 juni 2016 voor zienswijze voorgelegd aan de deelnemende gemeenten en vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 6 oktober

190 Financiering Begroting Extra capaciteit t.b.v. wegwerken werkvoorraad (actie 1 en 2): Inzetten interim manager ½jaar (actie 4) Procesoptimalisatie (actie 5): Onderzoek positionering Veilig Thuis (actie 7) TOTAAL Dekking De dekking wordt gevonden door de deelnemende gemeenten buiten de begroting van de GGD om en wordt omgeslagen per gemeente naar inwonertal. Het onderzoek naar de positionering van Veilig Thuis ( ) wordt gefactureerd vanuit de gemeente Tiel; de overige kosten (totaal ) worden gefactureerd door de GGD. 4

191 datum 28 april 2016 van Persbericht Jenny Manders afdeling Communicatie doorkiesnummer Verscherpt toezicht Veilig Thuis Gelderland-Zuid De Inspecties voor Jeugdzorg en Gezondheidzorg hebben Veilig Thuis Gelderland-Zuid onder verscherpt toezicht gesteld. Het verscherpte toezicht duurt maximaal zes maanden. In deze periode moet Veilig Thuis voldoen aan de wettelijke normen en afhandeltermijnen. De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben Veilig Thuis Gelderland-Zuid met ingang van 22 april 2016 onder verscherpt toezicht gesteld. Naar aanleiding van een onaangekondigd bezoek op 15 april 2016 concluderen de Inspecties dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid de afgelopen maanden een vertekend beeld over de wachtlijst aan de Inspecties heeft gegeven. De Inspecties stellen vast dat hiermee het vertrouwen van de Inspecties in de aanpak en werkwijze van de directie van de GGD, onderdeel Veilig Thuis, Gelderland-Zuid ernstig geschaad is. Daarnaast hebben de Inspecties er onvoldoende vertrouwen in dat Veilig Thuis Gelderland Zuid de wachtlijsten binnen redelijke termijn kan wegwerken. Het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid heeft direct maatregelen getroffen. Er is een aanvalsplan gemaakt om de professionals en cliënten van Veilig Thuis maximaal te ondersteunen. Er wordt een interimmanager aangesteld en er wordt extra personeel aangetrokken om de meldingen, de onderzoeken en de doorverwijzing naar andere hulpinstanties te versnellen. Het Algemeen Bestuur benadrukt dat de veiligheid van kinderen en gezinnen prioriteit nummer 1 is én blijft. Veilig Thuis is op 1 januari 2015 ontstaan uit samenvoeging van functies uit een viertal organisaties. Het is hét nieuwe advies- en meldpunt voor alle vormen van geweld en mishandeling in huiselijke kring. Veilig Thuis Gelderland-Zuid is samengesteld uit: het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Jeugdbescherming Gelderland (JBG), Huiselijk Geweld (Moviera) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (GGD). Veilig Thuis is in Gelderland-Zuid ondergebracht bij de GGD Einde persbericht Voor informatie n.a.v. dit persbericht, kun tu contact opnemen met Communicatie GGD Gelderland-Zuid, Jenny Manders: / De berichtgeving van de Inspecties en Veilig Thuis Gelderland-Zuid, kunt u terugvinden op de website van GGD Gelderland-Zuid (onder professionals/gemeenten/inspectie Veilig Thuis).

192 Inspecties stellen Veilig Thuis Gelderland Zuid onder verscherpt toezicht De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben Veilig Thuis Gelderland Zuid, onderdeel van GGD Gelderland Zuid, op 22 april jl. onder verscherpt toezicht gesteld voor een periode van maximaal zes maanden. Aanleiding voor het verscherpt toezicht vormt met name de omvang van de wachtlijsten en de onjuiste informatie die Veilig Thuis Gelderland Zuid daarover aan de inspecties heeft verstrekt. Op 23 oktober 2015 hebben de inspecties Stap 1 van het toezicht naar Veilig Thuis uitgevoerd bij Veilig Thuis Gelderland Zuid. Uit het toezicht bleek dat Veilig Thuis Gelderland Zuid aan slechts acht van de 24 verwachtingen voldeed. De inspecties constateerden urgente verbeterpunten ten aanzien van het zicht dat veilig Thuis moet hebben op de veiligheid van alle leden van gezinnen en huishoudens. Wachtlijsten Veilig Thuis Gelderland Zuid heeft een verbeterplan opgesteld dat grotendeels voldeed aan de verwachtingen van de inspecties. Tegelijkertijd hebben de inspecties vanaf november 2015 het toezicht op Veilig Thuis Gelderland Zuid geïntensiveerd, maandelijks informatie opgevraagd over de wachtlijst en begin november een bestuurlijk gesprek gevoerd met de GGD Gelderland Zuid over Veilig Thuis Gelderland Zuid. Volgens Veilig Thuis Gelderland Zuid zou de wachtlijst eind november zijn weggewerkt. Tijdens een voortgangsbezoek in januari 2016 constateerden de inspecties dat er toch sprake was van een substantiële wachtlijst. Vervolgens bleek dat de omvang van de wachtlijst na een aanvankelijke daling toch weer toenam en dat zich zaken op de lijst bevonden die eerder niet waren gemeld. Bovendien ontvingen de inspecties medio april signalen dat Veilig Thuis Gelderland Zuid de inspecties niet volledig zou hebben geïnformeerd over de wachtlijst. Direct na deze signalen hebben de inspecties een onaangekondigd bezoek gebracht aan Veilig Thuis Gelderland Zuid. Tijdens dit bezoek bleek dat Veilig Thuis Gelderland Zuid de afgelopen maanden een veel te positief beeld over de wachtlijst aan de inspecties heeft gegeven. Conclusie De inspecties stellen vast dat hiermee het vertrouwen van de inspecties in de aanpak en werkwijze van Veilig Thuis Gelderland Zuid ernstig geschaad is. Bovendien hebben de inspecties er onvoldoende vertrouwen in dat Veilig Thuis Gelderland Zuid de wachtlijst binnen redelijke termijn kan wegwerken zonder extra maatregelen te treffen. Verwachtingen De inspecties verwachten van de GGD Gelderland Zuid, als primair verantwoordelijke voor de kwaliteit van Veilig Thuis Gelderland Zuid, dat deze op zo kort mogelijke termijn alle noodzakelijke maatregelen treft rond de wachtlijst en de eerder geconstateerde tekortkomingen. In ieder geval: - Het op zo kort mogelijke termijn terugbrengen van de wachtlijst en tweewekelijkse opgave van de bestaande wachtlijst en de caseload per medewerker; - In de tussentijd zicht houden op de veiligheid van alle leden van gezinnen en huishoudens op de wachtlijst; - Alle verbeterpunten naar aanleiding van het toezicht Stap 1 voortvarend uitvoeren. Vervolg De inspecties zullen tijdens het verscherpt toezicht nauwkeurig monitoren of de aangekondigde verbetermaatregelen worden uitgevoerd en geborgd. De inspecties zullen in deze periode aangekondigde en onaangekondigde bezoeken brengen. Verder verwachten de inspecties naast de tweewekelijkse opgave over de wachtlijst een maandelijkse voortgangsrapportage over de ingezette verbetermaatregelen.

193 Datum: 28 april 2016 Betreft: verscherpt toezicht Veilig Thuis Gelderland-Zuid Geachte relatie, Medio april kreeg het team van Veilig Thuis Gelderland-Zuid onverwacht bezoek van de Inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg. Zij hadden een anoniem signaal gekregen over de wachtlijsten bij Veilig Thuis Gelderland-Zuid. De Inspecties hebben onderzoek uitgevoerd en op basis van dit onderzoek besloten om Veilig Thuis Gelderland-Zuid een halfjaar onder verscherpt toezicht te stellen. Wij vinden dit uiteraard een heel vervelende situatie, zeker ook voor de medewerkers en samenwerkingspartners van Veilig Thuis. Zij doen dagelijks hun uiterste best, vaak onder hoge werkdruk, om alle meldingen in goede banen te leiden. Wij nemen het signaal van de Inspecties zeer serieus en treffen daarom ingrijpende maatregelen. Zo krijgt Veilig Thuis Gelderland-Zuid per direct een interimmanager, die de verantwoordelijkheid op het terrein van Veilig Thuis het komende halfjaar op zich neemt. De interimmanager krijgt de opdracht om ervoor te zorgen dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid binnen 6 maanden structureel voldoet aan de wettelijke normen en afhandeltermijnen, doordat de werkorganisatie en capaciteit op orde zijn. Voor ons is en blijft de veiligheid van kinderen en gezinnen prioriteit nummer 1. Wij hopen dan ook dat we nu, meer dan ooit, op uw inzet en samenwerking kunnen blijven rekenen. Met vriendelijke groet, L.C.M. Frings Voorzitter Algemeen Bestuur GGD Gelderland-Zuid Veilig Thuis is op 1 januari 2015 ontstaan uit samenvoeging van functies uit een viertal organisaties. Het is hét nieuwe advies- en meldpunt voor alle vormen van geweld en mishandeling in huiselijke kring. Veilig Thuis Gelderland-Zuid is samengesteld uit: Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), Jeugdbescherming Gelderland (JBG), Huiselijk Geweld (Moviera) en het Meldpunt Bijzondere Zorg (GGD). Veilig Thuis is in Gelderland-Zuid ondergebracht bij de GGD. Centraal postadres Postbus BC Nijmegen info@ggdgelderlandzuid.nl Hoofdvestigingen GGD Gelderland-Zuid Regio Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel) Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg TV Nijmegen T: (088) F: (024)

194 Gelderland-Zuid Aan de Raden van de gemeenten die participeren in de Gemeenschappelijke Regeling GGD Gelderland-Zuid ons kenmerk uw kenmerk: datum: onderwerp: GG D/DI R/ / 20 L6 / JvW 12 mei 2016 Begrotingswijziging 2e helft 2016 Veilig Thuis afdeling: Directiebureau contactpersoon: lulesvanwijngaarden doorkiesnummer: (088) L44 7L02 e-mai I : jvanwijngaarden@ggdgelderlandzuid.nl Geachte Raad, Op22 december 2015 heeft u de begrotingswijziging van GGD Gelderland-Zuid voor (de eerste helft) 2016 voor Veilig Thuis ontvangen (kenmerk brief: GGD/DIR/O383/2015/MP). Op basis van uw toegestuurde zienswijzen, heeft het Algemeen Bestuur op 14 apriljl. ingestemd met de begrotingswijziging voor de le helft van 2016 inzake Veilig Thuis, te weten ,-. Hierbij is aangegeven dat in het voorjaar 2016 een inschatting wordt gemaakt van de inzet van additionele middelen voor de tweede helft In deze brief leggen we de begrotingswijziging voor de tweede helft 2016 voor Veilig Thuis voor zienswijze aan u voor. Voor de 2e helft van 2016 is in totaal ,- extra benodigd voor de uitvoering en doorontwikkeling van Veilig Thuis. In bijgaande notitie wordt onderbouwd dat - door de kosten n.a.v. het inspectierapport (okt. 2015), de verdrievoudiging van het aantal meldingen, het feit dat Veilig Thuis minder directe uren maakt en de vereiste doorontwikkeling - de begrotingswijziging Veilig Thuis voor de 2e helft 2016 noodzakelijk is en dat het dus niet reëel is om te veronderstellen dat Veilig Thuis gedurende het jaar 20t6 zou kunnen 'afschalen qua budget en personeel'. In bijgevoegde memo vindt u de onderbouwing en argumentatie voor deze begrotingswijziging. Tevens is een overzicht bijgevoegd van de jaarbudgetten van een aantal Veilig Thuis-organisaties in Nederland, gecorrigeerd naar het aantal inwoners. Daarnaast vindt u in een aparte bijlage het overzicht bijdrage per gemeente Veilig Thuis voor het 2" half jaar van We verzoeken u uw zienswijze vóór 9 juni 2016 aan ons kenbaar te maken, zodat deze begrotingswijziging in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 30 juni 2016 kan worden vastgesteld. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 30 juni 2016 komt de structurele financiering van Veilig Thuis vanaf 2OL7 aan de orde. Dit voorstel wordt na 30 juni a.s. als begrotingswijziging 2Ot7 voor zienswijze aan de gemeenten voorgelegd. Gevraagd wordt aan gemeenten om met ingang van 2017 rekening te houden met de extra structurele middelen Veilig Thuis. centraal postadres Postbus BC Nijmegen www. ggdgelderla ndzu id. n I info@ggdgelderlandzuid.nl Hoofdvestíg ngen GGD Gelderland-zu d Reg o Nijmegen (Nijmegen) Rivierenland (Tiel) Bezoekadres Regio Nijmegen Groenewoudseweg 'lv Nijmegen T: (088) L F: (024) AO BIC /SWIFT: RABONL2U IBAN : N156. R48O BTW: N KvK: 092L2724

195 datum: 12 mei 2016 ons kenmerk: GGD/DIR/1379 /2076/JvW pagina 2van 2 Mocht u bij de politieke bespreking van de begrotingswijziging 2e helft 2016 Veilig Thuis in uw raad ondersteuning wensen, dan is het Dagelijks Bestuur graag bereid om, indien mogelijk, aanwezig te zijn om uw vragen te beantwoorden. U kunt dit kenbaar maken aan het directiesecretariaat van de GGD, telefoon (088) t 02; GGDdirectie@ggdgelderlandzuid.nl. Om u een toelichting te kunnen geven over de (opbouw van de) begrotingswijziging 2e helft 2016 Veilig Thuis, organiseren we twee regionale informatieve bijeenkomsten, te weten: - Maandag 30 mei I.30 uur in het gebouw van GGD Gelderland-Zuid in Tiel. - Woensdag 1 juni uur in het gebouw van GGD Gelderland-Zuid in Nijmegen. Wij nodigen u van harte uit om hierbij aanwezig te zijn. Voor eventuele informatie over de begrotingswijziging 2e helft 2016 Veilig Thuis kunt u contact opnemen met ondergetekende, via telefoonnummer (024) Met vriendelijke gro namens het D L.C.M. Frings rzitter * Bijlagen

196 Aan Raden deelnemende gemeenten Van Dagelijks Bestuur GGD Gelderland-Zuid Onderwerp Argumentatie/onderbouwing begrotingswijziging 2 e helft 2016 Veilig Thuis Bijlage bij brief GGD/DIR/1379/2016/JvW 12 mei Inleiding Op basis van de zienswijzen van de deelnemende gemeenten van GGD Gelderland-Zuid, heeft het Algemeen Bestuur van GGD Gelderland-Zuid op 14 april jl. ingestemd met de begrotingswijziging 1 e helft 2016 m.b.t. Veilig Thuis, te weten met de helft van het bedrag ,- = ,-. De begrotingswijziging voor de 2 e helft 2016 m.b.t. Veilig Thuis is nog niet vastgesteld. In onderhavige notitie treft u ten behoeve van het formuleren van uw zienswijze de onderbouwing aan van het bedrag voor de begrotingswijziging voor de 2 e helft 2016 Veilig Thuis. 1. Veilig Thuis landelijk en bij GGD Gelderland-Zuid nog niet op orde Per 1 januari 2015 zijn het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) samengevoegd tot één integraal advies- en meldpunt: Veilig Thuis, advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Vanaf deze datum functioneren 26 regionale Veilig Thuis-organisaties. Bij het merendeel van deze organisaties verliep de start niet vlekkeloos. Ook nu zijn er overall nog veel problemen/ontwikkelingspunten. Dit is beschreven in het inspectierapport De kwaliteit van Veilig Thuis, Stap 1, Landelijk beeld (februari 2016). Landelijk gaat het dan om probleemgebieden/ontwikkelpunten m.b.t.: - Personeel; veel Veilig Thuis-organisaties beschikken nog niet over kwalitatief en kwantitatief voldoende personeel. - Materieel; veel Veilig Thuis-organisaties beschikken nog niet over kwalitatief en kwantitatief voldoende materieel (denk aan implementatie van werkprocessen, richtlijnen en één registratiesysteem). - Bereikbaarheid en beschikbaarheid; hoewel de Veilig Thuis-organisaties allemaal 24/7 telefonisch bereikbaar zijn, is bij de meerderheid de inzetbaarheid nog niet 24/7 georganiseerd. Ook het NRC-artikel Geweld achter de voordeur? Op de wachtlijst van 2 maart jl. geeft aan dat de basis landelijk nog niet op orde is: - Bij bijna alle Veilig Thuis-organisaties is er sprake van wachtlijsten. - Het aantal meldingen van geweld is landelijk toegenomen en blijft onverminderd hoog, o.a. door een overheidscampagne om vooral te bellen bij vermoedens van geweld. Ook bestaat er sinds 2013 een meldcode, die beroepskrachten als docenten en crècheleidsters erop wijst vermoedens van geweld te melden. - De samenwerking (lees: op- en afschalen) met partners, waaronder de sociale wijkteams om te komen tot een sluitende ketenaanpak loopt nog niet soepel. Door de toename van het aantal meldingen (mede veroorzaakt door de overheidscampagne) blijken de beschikbare middelen niet toereikend te zijn. Daarnaast geldt dat bij de overheveling naar de gemeenten van de jeugdzorg het Kabinet dit jaar 185 miljoen euro - 5 procent heeft bezuinigd op het budget voor jeugdzorg. Volgend jaar gaat daar nog eens 85 miljoen van af (NRC, 2 maart 2016). In de Kamerbrief van 16 maart jl. geeft staatsecretaris Van Rijn aan dat hij zicht heeft op de problemen. De VNG start met een programma waarmee, in samenwerking met de lokale bestuurders, de Veilig Thuis-organisaties zullen worden ondersteund om de kwaliteit van het hele netwerk van Veilig Thuis-organisaties naar een hoger niveau te tillen. Het programma loopt tot en met juni Veilig Thuis Gelderland-Zuid De hierboven genoemde landelijke problemen hebben zich ook allemaal in Gelderland-Zuid voorgedaan. 1

197 Bij de start van Veilig Thuis is uitgegaan van de productieaantallen 2014 en het budget dat voor het SHG en AMK beschikbaar was. Bij de decentralisering van het AMK is een budgetkorting toegepast. Meteen bij de start van Veilig Thuis bleek een forse stijging van het aantal meldingen. Begroot was een totaal aantal meldingen van 660 op jaarbasis (500 AMK, 160 SHG). Het aantal meldingen in 2015 bedroeg echter meldingen. Dit was een verdrievoudiging van wat origineel begroot was. Behalve een verdrievoudiging van het aantal meldingen, had Veilig Thuis Gelderland-Zuid vergeleken met andere Veilig Thuis-organisaties een laag jaarbudget. Het startbudget van 2 mln. op inwoners is het laagste van de vergeleken regio s. Voor een vergelijk van budgetten 2016, zie bijlage. Naast de landelijke problemen ondervond Veilig Thuis Gelderland-Zuid additionele problemen (o.a. huisvesting, privacy-discussies, discontinuïteit aansturing). Ook was in Gelderland-Zuid een addendum op het handelingsprotocol vastgesteld. De cumulatie van problemen en de ondercapaciteit bij Veilig Thuis, leidde tot een hoge werkdruk, uitval van personeel en het ontstaan van wachtlijsten. Hierdoor was Veilig Thuis niet in staat om de werkwijze volgens het handelingsprotocol vorm te geven. De medewerkers van Veilig Thuis vielen terug in de routines die bestonden voor het oprichten van Veilig Thuis. In oktober 2015 heeft de situatie bij Veilig Thuis geleid tot een slechte beoordeling door de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de Inspecties). De invulling van een aantal randvoorwaarden (meer capaciteit, één registratiesysteem, oplossen van de privacy-discussie, sterkere aansturing, verhuizing naar één locatie), was van belang bij het inzetten van een verbetertraject. Dit verbetertraject is nog steeds gaande. Met ingang van 22 april 2016 hebben de Inspecties Veilig Thuis Gelderland-Zuid onder verscherpt toezicht gesteld. Naar aanleiding van een onaangekondigd bezoek op 15 april 2016 concluderen de Inspecties dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid de afgelopen maanden een vertekend beeld over de wachtlijst aan de Inspecties heeft gegeven. De Inspecties stellen vast dat hiermee het vertrouwen van de Inspecties in de aanpak en werkwijze van de directie van de GGD, onderdeel Veilig Thuis, Gelderland-Zuid ernstig is geschaad. Daarnaast hebben de Inspecties er onvoldoende vertrouwen in dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid de wachtlijsten binnen redelijke termijn kan wegwerken. Op basis hiervan heeft het Algemeen Bestuur een aanvalsplan opgesteld om de ontstane situatie ten goede te keren. De veiligheid van kinderen en gezinnen blijft voor het Bestuur prioriteit nummer 1. In het aanvalsplan zijn acties beschreven op a) casusniveau en op b) organisatieniveau. Op casusniveau gaat het bv. om het wegwerken van de werkvoorraad onderzoek en werkvoorraad vervolgtrajecten. Op organisatieniveau gaat het bv. om het aanstellen van een interim-manager, die de verantwoordelijkheid op het terrein van Veilig Thuis het komende halfjaar op zich neemt. De interimmanager krijgt de opdracht om ervoor te zorgen dat Veilig Thuis Gelderland-Zuid binnen 6 maanden structureel voldoet aan de wettelijke normen en afhandeltermijnen, doordat de werkorganisatie en capaciteit op orde zijn. De financiering van het aanvalsplan gaat buiten deze begrotingswijziging om. 2. Normering werkprocessen Veilig Thuis In het landelijke handelingsprotocol Veilig Thuis (VNG) is de werkwijze vastgelegd voor Veilig Thuis. In de werkwijzen kunnen verschillende diensten en producten worden onderscheiden voor Veilig Thuis. Het betreft wettelijke taken en afspraken volgens de Wmo en de Jeugdwet. Sinds de introductie van het registratiesysteem Regas in november 2015 is registratie van de verschillende diensten en producten mogelijk. Hoewel de werkprocessen nog niet zijn gestabiliseerd, geven de cijfers een eerste inzicht in de samenhang van de productenportfolio van Veilig Thuis. Door de werkprocessen te monitoren ontstaat inzicht in de gemiddelde tijd, nodig om een (deel)product te realiseren. Veilig Thuis Gelderland-Zuid onderscheidt de volgende deelproducten: 1. Advies en ondersteuning hulpvragers 2. Advies en ondersteuning omstanders/professionals 3. Advies en ondersteuning omstanders/professionals Ziekenhuizen 4. Melding in ontvangst nemen en Triage 5. Inzetten van vervolgtrajecten 6. Onderzoek 7. Verzoek tot onderzoek RvK 8. Coördinatie tijdelijk huisverbod dagen 9. Deskundigheidsbevordering uurs bereikbaarheid 2

198 In het landelijk netwerk van Veilig Thuis-organisaties is overeengekomen om dit jaar samen te werken aan product- en kwaliteitsnormen (productnormering). Indicatief hebben zeven Veilig Thuis-organisaties de uren per product al met elkaar gedeeld. De uren per product die Veilig Thuis Gelderland-Zuid hanteert passen in de landelijke range, zoals hieronder blijkt: - Advies varieert bij de zeven Veilig Thuis-organisaties van 1 tot 6 uur; Veilig Thuis Gelderland-Zuid hanteert 3½ uur. - Melding en triage varieert bij de zeven Veilig Thuis-organisaties van 4 tot 6 uur; Veilig Thuis Gelderland-Zuid hanteert 3½ uur. - Onderzoek varieert bij de zeven Veilig Thuis-organisaties van 16 tot 28 uur; Veilig Thuis Gelderland-Zuid hanteert 22 uur. Op basis van de realisatie van het eerste kwartaal 2016, kan worden geëxtrapoleerd naar de aantallen per deelproduct op jaarbasis. Door toepassing van uren per product, kan een doorrekening worden gemaakt naar benodigde capaciteit en, hiermee samenhangend, budget. 3. Toegevoegde uitgangspunten (2015) Mede naar aanleiding van het inspectierapport (okt. 2015) is een aantal uitgangspunten veranderd ten opzichte van de startsituatie van Veilig Thuis in 2015, te weten: - Er moet 24/7 een medewerker van Veilig Thuis inzetbaar zijn voor handelingen die bij wet zijn opgedragen aan Veilig Thuis. Dit leidt structureel tot hogere personeelskosten. - De medewerkers moeten tijdens kantooruren een beroep kunnen doen op gedragswetenschappers. Dit leidt structureel tot hogere personeelskosten. - Veilig Thuis moet beschikken over een registratiesysteem, dat het werkproces ondersteunt. Het systeem Regas is medio 2015 aangekocht en vervolgens geïmplementeerd. Dit brengt zowel structurele als incidentele kosten met zich mee. - De maatschappelijk gevoelige context maakt dat Veilig Thuis moet investeren in goede communicatie. Dit brengt structurele kosten met zich mee. Voor 2016 heeft de GGD een begrotingswijziging van ,- voorgesteld. Deze begrotingswijziging bestond uit: - De kosten voor de toegevoegde uitgangspunten, zoals bovenstaand benoemd ( ); - De capaciteit die werd ingeschat om de hoge werkdruk en wachtlijsten het hoofd te bieden (AB 25 juni 2015). Voor 2016 bedroeg dit 6,94 fte. ( ). In december 2015 zijn de consequenties voor de begroting Veilig Thuis 2016 in beeld gebracht. Zie hiervoor de in de bijlage gevoegde memo van 22 december In deze memo is tevens een overzicht gegeven van de jaarbudgetten van een aantal Veilig Thuis-organisaties in Nederland, gecorrigeerd naar het aantal inwoners. Deze begrotingswijziging is voor de eerste helft van 2016 door het Algemeen bestuur op 14 april 2016 goedgekeurd. Voor de tweede helft 2016 is de gemeenten geadviseerd om hetzelfde bedrag als een risico in de gemeentebegroting op te nemen. 4. Onderbouwing van de noodzaak tot extra budget Veilig Thuis 2016 Veilig Thuis heeft structureel extra middelen nodig. De onderbouwing hiervoor is onderstaand uitgewerkt en bestaat uit de volgende elementen: 1. Structurele kosten toegevoegde uitgangspunten 2015, zoals kosten n.a.v. het inspectierapport van okt (zie paragraaf 3). 2. Het aantal meldingen is verdrievoudigd. Veilig Thuis is daarop niet ingericht. 3. Veilig Thuis draait minder directe uren, vanwege o.a. scholing vanuit professionele kwaliteitseisen. Ad.1. Kosten toegevoegde uitgangspunten 2015 afkomstig uit het inspectierapport (okt. 2015) De kosten voor 24/7 beschikbaarheid ( ), gedragswetenschappelijke expertise ( ), registratiesysteem ( ) en communicatie ( 5.000) bedraagt totaal Het merendeel van deze kosten is structureel. 3

199 Ad.2. Drie keer zoveel meldingen t.o.v. de projectbegroting In onderstaande tabel staat het aantal adviezen, meldingen en onderzoeken in 2015 aangegeven. Ook is aangegeven de prognose 2016 van adviezen, meldingen en onderzoeken. Deze prognose is gebaseerd op de realisatie jan-mrt Onder het kopje begroot staat het aantal adviezen, meldingen en onderzoeken waarvan eind 2014 was uitgegaan. Het beschikbaar gestelde startbudget 2015 van 2,0 miljoen was hierop gebaseerd. Geconcludeerd wordt dat het aantal meldingen (waarop triage wordt uitgevoerd) is verdrievoudigd. Een melding (deelproduct 4, zie paragraaf 2) staat aan de basis van vervolgtrajecten (deelproduct 5), onderzoeken (deelproduct 6), toeleiding RvK (deelproduct 7). Met vervolgtraject wordt bedoeld de warme overdracht naar sociale wijkteams, naar het Veiligheidshuis of naar zorgpartners (gespecialiseerde zorg). Met andere woorden: de verdrievoudiging van het aantal meldingen betekent ook een toename van het aantal vervolgtrajecten en onderzoeken. De conclusie is dan ook dat de productielijn Veilig Thuis te klein is ingericht ten opzichte van het aantal daadwerkelijke meldingen en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden. Er is sprake van structurele ondercapaciteit. Ad.3. Minder directe uren door Veilig Thuis Er worden door Veilig Thuis minder directe uren gemaakt dan de GGD gewend is te begroten (1425 directe uren/fte/jaar). Dit komt doordat er: - meer tijd nodig is voor scholing en intervisie in het kader van professionele kwaliteitseisen conform toetsingskader inspectie (lees: het op peil houden van de deskundigheid van de medewerkers); - extra tijd nodig is om werkprocessen uit te werken en te implementeren; - meer tijd nodig is om samenwerking binnen keten te versterken; - meer tijd nodig is voor overleg etc. Ook landelijk heeft bijstelling naar een lagere norm voor productiviteit plaatsgevonden. Deze ligt rond de 1300 directe uren/fte/jaar. 4

datum: 12 april 2016 Begroting 2017 inclusief meerjarenbegroting t/m 2020

datum: 12 april 2016 Begroting 2017 inclusief meerjarenbegroting t/m 2020 datum: 12 april 2016 Begroting 2017 inclusief meerjarenbegroting t/m 2020 versie: 5.0 - AB 7 juli 2016 datum: 28 juni 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 4 2 Samenvatting... 5 3 Leeswijzer... 8 4 Uitgangspunten

Nadere informatie

Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 28 juni 2018 Agendapunt : 9, ter besluitvorming Van : Dagelijks Bestuur Onderwerp : Begroting 2019 Avri

Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 28 juni 2018 Agendapunt : 9, ter besluitvorming Van : Dagelijks Bestuur Onderwerp : Begroting 2019 Avri Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 28 juni 2018 Agendapunt : 9, ter besluitvorming Van : Dagelijks Bestuur Onderwerp : Begroting 2019 Avri Voorstel 1. De begroting 2019 (inclusief de meerjarenbegroting

Nadere informatie

Donderdag 7 juli 2016 van tot uur vergadert het Algemeen Bestuur van Avri in de vergaderzaal, locatie Geldermalsen, Meersteeg 15.

Donderdag 7 juli 2016 van tot uur vergadert het Algemeen Bestuur van Avri in de vergaderzaal, locatie Geldermalsen, Meersteeg 15. Algemeen Bestuur Avri Agenda 7 juli 2016 Donderdag 7 juli 2016 van 09.00 tot 11.00 uur vergadert het Algemeen Bestuur van Avri in de vergaderzaal, locatie Geldermalsen, Meersteeg 15. Agenda 1. Opening

Nadere informatie

Donderdag 7 juli 2016 van tot uur vergadert het Algemeen Bestuur van Avri in de vergaderzaal, locatie Geldermalsen, Meersteeg 15.

Donderdag 7 juli 2016 van tot uur vergadert het Algemeen Bestuur van Avri in de vergaderzaal, locatie Geldermalsen, Meersteeg 15. Algemeen Bestuur Avri Agenda 7 juli 2016 Donderdag 7 juli 2016 van 09.00 tot 11.00 uur vergadert het Algemeen Bestuur van Avri in de vergaderzaal, locatie Geldermalsen, Meersteeg 15. Agenda 1. Opening

Nadere informatie

datum: 12 april 2016 Begroting 2018 inclusief meerjarenbegroting t/m 2021

datum: 12 april 2016 Begroting 2018 inclusief meerjarenbegroting t/m 2021 datum: 12 april 2016 Begroting 2018 inclusief meerjarenbegroting t/m 2021 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Samenvatting... 5 3 Leeswijzer... 10 4 Uitgangspunten begroting 2018... 11 BELEIDSBEGROTING

Nadere informatie

De financiële mutaties van het tarief afvalstoffenheffing in de begroting 2016 ten opzichte van 2015 zijn in onderstaand overzicht samengevat.

De financiële mutaties van het tarief afvalstoffenheffing in de begroting 2016 ten opzichte van 2015 zijn in onderstaand overzicht samengevat. Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 9 december 2015 Agendapunt : 7f Van : Dagelijks Bestuur Onderwerp : Wijziging begroting 2016 van Avri en vaststelling tarieven afvalstoffenheffing voor 2016 Voorstel

Nadere informatie

Zienswijzen begroting 2017 Avri

Zienswijzen begroting 2017 Avri Zienswijzen begroting 2017 Avri Inleiding: De begroting 2017 van de Gemeenschappelijke Regeling Avri (Avri) is op 15 april 2016 aangeboden aan de raden van de deelnemende gemeenten. De gemeenten hebben

Nadere informatie

datum: 12 april 2016 Bestuursrapportage 2016

datum: 12 april 2016 Bestuursrapportage 2016 datum: 12 april 2016 Bestuursrapportage 2016 versie: 3.0 - Algemeen Bestuur Avri 13 oktober 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Ontwikkelingen 2016... 4 2.1 Start GR Avri... 4 2.2 Strategisch Bedrijfsplan

Nadere informatie

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie)

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie) RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie) Van Aan : het college van burgemeester en wethouders : de raads- en commissieleden Datum : 7 december 2016 Nr. : 2016-120 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Bedrijfsvoering 3 april 2013 Begroting 2014 Rd4 en jaarrekening 2012 Rd4 14129

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Bedrijfsvoering 3 april 2013 Begroting 2014 Rd4 en jaarrekening 2012 Rd4 14129 Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VI- Bedrijfsvoering 3 april 2013 onderwerp Begroting 2014 Rd4 en jaarrekening 2012 Rd4 14129 zaakkenmerk Inleiding De ontwerpbegroting 2014 van de Reinigingsdiensten

Nadere informatie

Nota Reserves en voorzieningen 2017

Nota Reserves en voorzieningen 2017 Nota Reserves en voorzieningen 2017 Pagina 1 van 17 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Waarom een Nota Reserves en Voorzieningen?... 3 1.2 Doelen van deze nota... 3 1.3 Leeswijzer... 3 2. Wettelijk kader...

Nadere informatie

Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 4 juli 2019 Agendapunt : Van : Dagelijks Bestuur Onderwerp : Begroting 2020 Avri

Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 4 juli 2019 Agendapunt : Van : Dagelijks Bestuur Onderwerp : Begroting 2020 Avri Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 4 juli 2019 Agendapunt : Van : Dagelijks Bestuur Onderwerp : Begroting 2020 Avri Voorstel 1. De begroting 2020 (inclusief de meerjarenbegroting tot en met 2023) van

Nadere informatie

Begroting 2016 inclusief meerjarenbegroting t/m 2019

Begroting 2016 inclusief meerjarenbegroting t/m 2019 Begroting 2016 inclusief meerjarenbegroting t/m 2019 Inhoudsopgave Pagina Inleiding... 3 Leeswijzer... 5 1. Bestuurlijke notitie... 6 Uitvoering basistaken 2. Kosten van het basispakket... 11 3. Opbrengsten

Nadere informatie

Jaarstukken 2018 en begroting 2020 BSR

Jaarstukken 2018 en begroting 2020 BSR Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 19 juni 2019 Portefeuillehouder M. Melissen Begrotingsprogramma Onderwerp Jaarstukken 2018 en begroting 2020 BSR Besluit om: 1. De bijgevoegde zienswijze vast

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

Bijlage agendapunt 9. Vaststelling belastingverordeningen 2010 (afvalstoffenheffing)

Bijlage agendapunt 9. Vaststelling belastingverordeningen 2010 (afvalstoffenheffing) Bijlage agendapunt 9. Vaststelling belastingverordeningen 2010 (afvalstoffenheffing) In de programmabegroting 2010 is in de paragraaf B. Lokale heffingen een toelichting met onderbouwing opgenomen met

Nadere informatie

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 1 april Nummer: 2014/6/ Portefeuillehouder: wethouder A. Winthagen-Bock. Afdeling: Openbare Ruimte

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 1 april Nummer: 2014/6/ Portefeuillehouder: wethouder A. Winthagen-Bock. Afdeling: Openbare Ruimte Raadhuisplein 1 T 045-575 33 99 6367 ED Voerendaal F 045-575 11 95 Postbus 23000 E info@voerendaal.nl 6367 ZG Voerendaal W voerendaal.nl \ raadsvoorstel Voerendaal, d.d. 1 april 2014 Nummer: 2014/6/ Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. 3 december n.v.t. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d.

Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. 3 december n.v.t. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 3 december 2018 10 n.v.t. wethouder M. Blind Zaaknummer 10962-2018 Datum B&W-besluit

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Normenkader, toets van de begroting aan de formele eisen Inhoudsopgave 1 Normenkader 2 1.1 Besluit Begroting en Verantwoording 2 1.2 Verordening

Nadere informatie

datum: 12 april 2016 Begroting 2019 inclusief meerjarenbegroting t/m 2022

datum: 12 april 2016 Begroting 2019 inclusief meerjarenbegroting t/m 2022 datum: 12 april 2016 Begroting 2019 inclusief meerjarenbegroting t/m 2022 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Samenvatting... 5 3 Leeswijzer... 9 4 Uitgangspunten begroting 2018... 10 BELEIDSBEGROTING PROGRAMMA'S

Nadere informatie

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen Bijlage Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen mei 2009 Pagina 1 van 7 Samenvatting In deze bijlage wordt inzicht gegeven in de mate waarin als gevolg van

Nadere informatie

Datum Agendapunt Documentnummer. 24 mei R06S004/z

Datum Agendapunt Documentnummer. 24 mei R06S004/z Datum Agendapunt Documentnummer 17 R06S004/z160020536 Onderwerp Masterplan Grondstoffen 2016-2020 Raadsvoorstel Zeewolde Beoogd effect Een duurzame en efficiënte verwijdering en verwerking van al het huishoudelijk

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.0754 B.18.0754 Landgraaf, 24 april 2018 ONDERWERP: ontwerpbegroting 2019 en meerjarenraming 2019-2023 BsGW Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE 22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2016 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2016 1 2. Beleidsbegroting 2016 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting

Nadere informatie

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal Meerjarenbegroting 2019-2022 1 Belangrijke data: 25 september 2018 vastgesteld in college 11 oktober 2018 informatiebijeenkomst (beeldvormend - technisch) 16, 17 en 18 oktober 2018 commissiebehandeling

Nadere informatie

KADERNOTA 2018 ( ) Versie: 1.3

KADERNOTA 2018 ( ) Versie: 1.3 KADERNOTA 2018 (2018-2021) Versie: 1.3 Inhoudsopgave Inleiding... 4 Aanleiding... 4 Algemeen... 4 Bedrijfsplan... 4 Doel kadernota... 4 Leeswijzer... 5 Financiële uitgangspunten... 6 Algemeen... 6 Financiële

Nadere informatie

Van afval naar grondstof. Informatieavond voor inwoners

Van afval naar grondstof. Informatieavond voor inwoners Van afval naar grondstof Informatieavond voor inwoners Agenda 2 1. Welkom en inleiding (wethouder Jan van t Zand) 2. Presentatie Afvalbeheer (Paul de Bruin, IPR Normag) 3. Vragen en dialoog 4. Afsluiting

Nadere informatie

Behandeling in commissie Het Raadsvoorstel wordt in de commissie Ruimte, Economie en Bedrijfsvoering behandeld.

Behandeling in commissie Het Raadsvoorstel wordt in de commissie Ruimte, Economie en Bedrijfsvoering behandeld. Raadsvoorstel Datum 16 mei 2017 Zaaknummer 194822483 Portefeuille H.G.W.M. van Rooijen Onderwerp Harmonisatie afvalbeleid Meierijstad. Samenvatting Harmonisatie afvalbeleid Meierijstad. Relatie met programmabegroting

Nadere informatie

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen.

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen. JAARREKENING 2014 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.15.0625 B.15.0625 Landgraaf, 1 april 2015 ONDERWERP: Zienswijze ontwerp begroting 2016 BsGW Raadsvoorstelnummer: 24 PROGRAMMA

Nadere informatie

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 1 1. Inleiding en achtergrond De Financiële verordening van de provincie Zuid-Holland schrijft voor dat Provinciale Staten

Nadere informatie

Onderwerp : Verordening Reinigingsheffingen : Besluit tot vaststelling van de verordening Reinigingsheffingen 2012

Onderwerp : Verordening Reinigingsheffingen : Besluit tot vaststelling van de verordening Reinigingsheffingen 2012 Raadsvoorstel Onderwerp : Verordening Reinigingsheffingen. Indiener agendapunt Gevraagd besluit Bijlage(n) : Het college van burgemeester en wethouders, portefeuillehouder: H. Nijskens : Besluit tot vaststelling

Nadere informatie

Totaal bijdrage gemeenten

Totaal bijdrage gemeenten O.L.A.Z. Begrotingswijzigingen 2018 - samenvatting BATEN Raming 2018 Vastgesteld Verhoging Verlaging Nieuw 90 Bijdrage gemeenten Brandbaar afval 8.455.000 8.455.000 GFT-afval 3.465.000 3.465.000 Oud papier

Nadere informatie

Hieronder volgt een uiteenzetting van de financiële positie Het financiële beeld is als volgt:

Hieronder volgt een uiteenzetting van de financiële positie Het financiële beeld is als volgt: Financiële positie Financiële positie 2019-2022 Uitgangspunten Voor het opstellen van de begroting 2019 gelden de volgende uitgangspunten. 1. algemeen: we hebben de materiële budgetten niet geïndexeerd;

Nadere informatie

Openbaar. Investering mini-containers voor inzameling oud papier en karton. Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Investering mini-containers voor inzameling oud papier en karton. Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Investering mini-containers voor inzameling oud papier en karton Programma Openbare Ruimte Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Om het inzamelresultaat

Nadere informatie

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Den Haag 28 juni 2012 Inleiding Dit document bevat jaarcijfers van Avalex over het boekjaar 2011. Het bevat een balans

Nadere informatie

Gemeente Langedijk Kaderbrief Kaderbrief 2018

Gemeente Langedijk Kaderbrief Kaderbrief 2018 Kaderbrief 2018 Vastgesteld door het college van B&W van Langedijk op 21 maart 2017 1 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 2. Uitgangspunten en begrotingsrichtlijnen... 3 2.1 Prijsstijgingen... 3 2.2 Loonstijgingen...

Nadere informatie

Op 15 april 2015 heeft RMN ons de ontwerpbegroting voor 2016 toegestuurd. RMN vraagt u uw mening te geven over de ontwerpbegroting.

Op 15 april 2015 heeft RMN ons de ontwerpbegroting voor 2016 toegestuurd. RMN vraagt u uw mening te geven over de ontwerpbegroting. Nieuwegein 0 Gemeenteraad 2015-263 Onderwerp Begroting Reinigingsdienst Midden Nederland 2016. Datum 26 mei 2015 Raadsvoorstel kfdeling Duurzame Ontwikkeling Portefeuillehouder mr. ng Peter W.M. Snoeren

Nadere informatie

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Wijzigingen artikelsgewijs financiële 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Algemeen Bij de opstelling van de financiële, zoals deze ter besluitvorming voorligt in de raad van 14 februari 2017, is het uitgangspunt

Nadere informatie

BEGROTING 2017 PRESENTATIE

BEGROTING 2017 PRESENTATIE BEGROTING 2017 PRESENTATIE 1 Wijzigingen BBV 2016 Wijzigingen & Implementatie Hoofdlijnen (1) Taakvelden (2) Beleidsindicatoren (3) Verbonden partijen (4) Overhead (5) Investeringen (6) EMU saldo (7) Vpb

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 31 maart 2016 Agendapuntnummer : III, punt 5 Besluitnummer : 2028 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Rapportage

Nadere informatie

Datum collegevergadering : 12 maart 2019 Datum raadsvergadering : 24 april 2019

Datum collegevergadering : 12 maart 2019 Datum raadsvergadering : 24 april 2019 *ZEB7A108D2E* Zaak en documentnummer : Z/19/083544/DV.19-106 Commissievoorstel Datum collegevergadering : 12 maart 2019 Datum raadsvergadering : 24 april 2019 Portefeuillehouder : Wethouder H. Brunen Volgnummer

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Raadsvoorstel nr. 681498

Aan de Gemeenteraad. Raadsvoorstel nr. 681498 meppel.nl Agendapunt V/12. Meppel, 17 maart 2015 Aan de Gemeenteraad. Raadsvoorstel nr. 681498 Onderwerp: Verdergaande scheiding afvalstromen Voorgesteld besluit De raad voor te stellen: 1. Ter uitvoering

Nadere informatie

25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE 25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE BEGROTING 2013 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2013 1 2. Beleidsbegroting 2013 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting 2013

Nadere informatie

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 20 mei Nummer: Portefeuillehouder: Mevrouw A. Winthagen-Bock. Afdeling: Beleid

\ raadsvoorstel. Voerendaal, d.d. 20 mei Nummer: Portefeuillehouder: Mevrouw A. Winthagen-Bock. Afdeling: Beleid Raadhuisplein 1 T 045-575 33 99 6367 ED Voerendaal F 045-575 11 95 Postbus 23000 E info@voerendaal.nl 6367 ZG Voerendaal W voerendaal.nl \ raadsvoorstel Voerendaal, d.d. 20 mei 2008 Nummer: Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 31 mei 2016 Agendanummer : 14 Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : J. (Jasper) Nieuwenhuizen : Bestuurs- en managementondersteuning : M. (Mark) Prijs Voorstel

Nadere informatie

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 = aankruisen wat van toepassing is BEGROTING Artikel 7 t/m 21 BBV Beleidsbegroting

Nadere informatie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

: 12 december : wethouder B. Bonnema

: 12 december : wethouder B. Bonnema R16.00048 E bprrv Littenseradiel : 12 december 2016 : Gemeentelijke belastingen, heffingen en tarieven : wethouder B. Bonnema : De raad besluit : 1. de belastingen, de heffingen en de tarieven overeenkomstig

Nadere informatie

23 maart 2016 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2017

23 maart 2016 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2017 23 maart 2016 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2017 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2017 1 2. Beleidsbegroting 2017 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.0627 B.18.0627 Landgraaf, 10 april 2018 ONDERWERP: Zienswijze begroting 2019 Veiligheidsregio Zuid-Limburg Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB04072018-7.2 Aan het Algemeen Bestuur Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming 2020-2022 Geacht bestuur, Bijgaand treft u aan de begroting voor het

Nadere informatie

Kilogram gescheiden ingezameld per inwoner per jaar Landelijke doelstelling. Resultaat Lingewaard 2011

Kilogram gescheiden ingezameld per inwoner per jaar Landelijke doelstelling. Resultaat Lingewaard 2011 Memo Onderwerp Afvalinzameling: vergelijking Zevenaar- 1 Inleiding Afvalscheiding is belangrijk. Door scheiding aan de bron (in de huishoudens) kunnen afvalcomponenten en fracties worden verkregen die

Nadere informatie

:04 Begrotingswijziging 2016

:04 Begrotingswijziging 2016 17-11-2015 14:04 Begrotingswijziging 2016 INHOUDSOPGAVE A) INLEIDING 1 B) 1 e WIJZIGING 2 C) PROGRAMMAREKENING 4 D) TOELICHTING BEGROTINGSWIJZIGING 5 E) PRODUCTBEGROTING 12 F) INVESTERINGEN 14 A) INLEIDING

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

Nieuwe tariefstructuur

Nieuwe tariefstructuur Aan Van Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur Datum 21 november 2016 Onderwerp Nieuwe tariefstructuur Vanaf het begin van de gemeenschappelijke regeling (Avalex), zijn de deelnemersbijdragen gebaseerd op

Nadere informatie

IBML Financieel technische vragen begroting 2017

IBML Financieel technische vragen begroting 2017 IBML Financieel technische vragen begroting 2017 Pag. 3 Herprioritering van groot onderhoud levert op korte termijn niet voldoende investeringsruimte op. Vraag 1: Welk bedrag is wel op korte termijn beschikbaar?

Nadere informatie

Onderwerp Begroting FUMO 2017

Onderwerp Begroting FUMO 2017 Onderwerp Begroting FUMO 2017 Portefeuillehouder Siebenga Datum collegebesluit 12 april 2016 Opsteller mevrouw M.N. de Vries Registratie GF16.20039 Agendapunt 7 Voorstel 1. De zienswijze zoals verwoord

Nadere informatie

1 Inleiding Bestuurlijke inleiding Leeswijzer... 5

1 Inleiding Bestuurlijke inleiding Leeswijzer... 5 Kadernota 2019 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Bestuurlijke inleiding... 3 1.2 Leeswijzer... 5 2 Dienstverlening Avri... 6 2.1 Basispakket: het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstromen

Nadere informatie

Missie. Gemeenschappelijke regeling: GGD Hollands Noorden

Missie. Gemeenschappelijke regeling: GGD Hollands Noorden Gemeenschappelijke regeling: GGD Hollands Noorden Hoofddoelstelling Doel van de samenwerking is het gezamenlijk behartigen van belangen, die de schaal van de individuele gemeenten te boven gaan, ten behoeve

Nadere informatie

Het voorstel aan de raad is om het Grondstoffenbeleidsplan vast te stellen. Het vaststellen is opgesplitst in een aantal deelbesluiten.

Het voorstel aan de raad is om het Grondstoffenbeleidsplan vast te stellen. Het vaststellen is opgesplitst in een aantal deelbesluiten. Agendanr.: Voorstelnr.: RB2012144 Onderwerp: Afvalinzameling: Grondstoffenbeleidsplan - 2016 Aan de Raad, Heerhugowaard, 4 december 2012 Beknopt voorstel Het huidige afvalbeleidsplan is door de raad vastgesteld

Nadere informatie

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord 1 180706 AB 5 B7 Toetsingsformulier jaarstukken 2017 en begroting 2019.pdf JAARREKENING 2017 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Ja, jaarrekening en aanbiedingsbrief zijn op

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting Actueel financieel beeld voor de jaren 2018-2022 Met dit overzicht schetsen wij het actuele financiële beeld voor de gemeente Gooise Meren voor de komende jaren. Dit overzicht dient meerdere doelen. Ten

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur 17 april 2019 Voorstel begroting 2020 Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Agendapunt, Onderwerp Voorstel begroting 2020 Datum voorgelegd 17 april 2019 Agendering

Nadere informatie

S. Nieuwenburg 3580

S. Nieuwenburg 3580 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 5.1 S. Nieuwenburg 3580 Stefan.Nieuwenburg@a2samenwerking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 250782/250832 portefeuillehouder H. Tindemans Van

Nadere informatie

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 1 juni 2010 Corr. nr.:

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 1 juni 2010 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : WL Datum collegebesluit : 1 juni 2010 Corr. nr.: 2010004432 Onderwerp : Programma : 5. Welzijn en zorg Commissie : Bestuur en Middelen Agenda nr. : 13, 2010/40 Voorstel tot

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Documentnummer: B.17.0918 B.17.0918 Landgraaf, 12 mei 2017 ONDERWERP: Ontwerpbegroting 2018-2022 BsGW Verantwoordelijke portefeuillehouder(s): C.P.G. Wilbach

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Kenmerk 15.503838. Vergaderdatum 9 juni 2015. Afval is Grondstof. Beleidsnota 2015-2018

Voorstel aan de raad. Kenmerk 15.503838. Vergaderdatum 9 juni 2015. Afval is Grondstof. Beleidsnota 2015-2018 Voorstel aan de raad Opgesteld door Stadswerken Kenmerk 15.503838 Vergadering Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 9 juni 2015 Geheim Nee Afval is Grondstof. Beleidsnota 2015-2018 Het College van burgemeesters

Nadere informatie

Inleiding Duurzaamheid Circulaire economie Doelstellingen Huidige situatie en resultaten Randvoorwaarden en toekomstige ontwikkelingen Scenario's

Inleiding Duurzaamheid Circulaire economie Doelstellingen Huidige situatie en resultaten Randvoorwaarden en toekomstige ontwikkelingen Scenario's GRONDSTOFFENBELEID Inleiding Duurzaamheid Circulaire economie Doelstellingen Huidige situatie en resultaten Randvoorwaarden en toekomstige ontwikkelingen Scenario's Investeringen Vervolg Inleiding Alle

Nadere informatie

Raadsvoorstel Besluit om: Inleiding

Raadsvoorstel Besluit om: Inleiding Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 19 juni 2019 Portefeuillehouder C. Kreuk - Wildeman Begrotingsprogramma 2 Sociaal Domein Verbonden partijen Onderwerp Zienswijze op concept-begroting 2020 GGD

Nadere informatie

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Nummer Onderwerp : B-2.14.2006 : Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Korte inhoud : Voor de voorjaarsnota moet de begrote algemene uitkering worden verhoogd met 144.637 en de

Nadere informatie

Totaal bijdrage gemeenten

Totaal bijdrage gemeenten O.L.A.Z. Begrotingswijzigingen 2019 - samenvatting BATEN Raming 2019 Vastgesteld Verhoging Verlaging Nieuw 90 Bijdrage gemeenten Brandbaar afval 8.245.000 2.596.400 10.841.400 GFT-afval 3.666.000 3.666.000

Nadere informatie

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen voorstel aan de raad Opgesteld door Stadswerken Kenmerk 15.503838 Vergadering Gemeenteraad Vergaderdatum 25 juni 2015 Jaargang en nummer 2015 59 Geheim Nee Afval is Grondstof. Beleidsnota 2015-2018 Het

Nadere informatie

datum: 12 april 2016 Begroting 2020 inclusief meerjarenbegroting t/m 2023 versie ten behoeve van zienswijzen gemeenten

datum: 12 april 2016 Begroting 2020 inclusief meerjarenbegroting t/m 2023 versie ten behoeve van zienswijzen gemeenten datum: 12 april 2016 Begroting 2020 inclusief meerjarenbegroting t/m 2023 versie ten behoeve van zienswijzen gemeenten 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Samenvatting... 6 3 Leeswijzer... 11 4 Uitgangspunten

Nadere informatie

Raadsvergadering: 28 nov 2017 Besluit: Aangenomen Voor: HOP, CDA, VVD, CU, D66, SP, ND, LMJ, BB, SH, PvdA Tegen: TD

Raadsvergadering: 28 nov 2017 Besluit: Aangenomen Voor: HOP, CDA, VVD, CU, D66, SP, ND, LMJ, BB, SH, PvdA Tegen: TD Raadsvergadering: 28 nov 2017 Besluit: Aangenomen Voor: HOP, CDA, VVD, CU, D66, SP, ND, LMJ, BB, SH, PvdA Tegen: TD Agendanr.: 12 Voorstelnr.: RB2017097 Onderwerp: Afvalinzameling - Grondstoffenbeleidsplan

Nadere informatie

Zienswijzen Jaarstukken 2016 Avri

Zienswijzen Jaarstukken 2016 Avri Zienswijzen Jaarstukken 2016 Avri Inleiding: De Jaarstukken 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling Avri (Avri) is op 13 april 2017 aangeboden aan de raden van de deelnemende gemeenten. De gemeenten hebben

Nadere informatie

Onderwerp: Jaarrekening 2006 en begroting 2008 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Nummer:

Onderwerp: Jaarrekening 2006 en begroting 2008 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Nummer: Gemeente Boxmeer Onderwerp: Jaarrekening 2006 en begroting 2008 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 29 mei 2007 Aanleiding Ter uitvoering van het

Nadere informatie

*ZEA284A3E65* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015

*ZEA284A3E65* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015 *ZEA284A3E65* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-30481/DV.15-566, afdeling Ruimte. Sellingen, 10 december 2015 Onderwerp: Afvalstoffenbeleidsplan 2016-2020 Aanleiding

Nadere informatie

Raadsvoorstel Nummer: 242561

Raadsvoorstel Nummer: 242561 Raadsvoorstel Nummer: 242561 Datum: 3 februari 2015 Hoort bij collegeadviesnummer: 242560 Datum raadsvergadering: 2 april 2015 Portefeuillehouder: A. Vermeulen Onderwerp Kadernota 2016 VRU Voorgesteld

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluit

Raadsvoorstel en besluit Raadsvoorstel en besluit 2008-6621 Verordening reinigingsrecht Zwijndrecht 2009 18 november 2008 Aan de leden van de raad, Het college van burgemeester en wethouders stelt u voor op grond van de artikelen

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 1 2 Inhoud 1 Visie en wettelijke kaders 5 1.1 1.2 Visie Wettelijke kaders 2 Reserves 7 2.1 Soorten reserves 8 2.1.1 Algemene reserves 2.2 2.3 2.4 3 Voorzieningen 11 3.1 3.2

Nadere informatie

Raadsvoorstel Zaak :

Raadsvoorstel Zaak : Zaak : 00467326 Onderwerp Portefeuillehouder van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant De heer drs. J. Hamming Datum raadsvergadering 17 mei 2016 Samenvatting De stelt de ontwerpbegrotingen voor 2016

Nadere informatie

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Rm mziz/wlimburg. Begrotingswijziging Programmabegroting RUD Zuid-Limburg. Meerjarenraming

Rm mziz/wlimburg. Begrotingswijziging Programmabegroting RUD Zuid-Limburg. Meerjarenraming Rm mziz/wlimburg -o Begrotingswijziging Programmabegroting 2017 Meerjarenraming 2018-2021 RUD Zuid-Limburg R < mzh/v/limburg Inhoud A. inleiding 3 B. Beheer van de RUD Zuid-Limburg 3 C. Financieel 3 C.1

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.16.0984 B.16.0984 Landgraaf, 23 mei 2016 ONDERWERP: Vaststellen zienswijze raad van begroting GGD Zuid Limburg 2017 Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018 Vergadering gemeenteraad d.d. 30 november 2017 Agenda nummer 7 Portefeuillehouder: wethouder de heer J.H. Menninga Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018 Korte inhoud: Jaarlijks worden

Nadere informatie

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Invoering nieuwe voorschriften Besluit Begroting & Verantwoording (BBV). Datum 25 mei 2016 Naam en telefoon Coen van den Hout (9300) Afdeling F&C Portefeuillehouder Frank den Brok Waarover wil

Nadere informatie

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord 1 e HERZIENING BEGROTING 2017 Omgevingsdienst Brabant Noord 1. ALGEMEEN 1.1 Algemene uitgangspunten Op basis van de meest actuele ontwikkelingen is de op een aantal onderdelen bijgesteld. Bij de herziening

Nadere informatie

Aan colleges van B&W van de gemeenten in de Hoeksche Waard

Aan colleges van B&W van de gemeenten in de Hoeksche Waard Aan colleges van B&W van de gemeenten in de Hoeksche Waard Westmaas, 18 oktober 2018 Betreft: Geachte colleges, Het algemeen bestuur van de RAD Hoeksche Waard heeft op basis van artikel 5 lid 1 van de

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: OLOGWB10. Onderwerp Tarieven rest- en GFT-afval 2012

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: OLOGWB10. Onderwerp Tarieven rest- en GFT-afval 2012 Zaaknummer: OLOGWB10 Collegevoorstel Inleiding Het Afvalbeheerplan 2011 2015 is op 8 februari 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Eén van de maatregelen uit het plan is het vergroten van het verschil

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven Nr. 626 6 november 2017 Financiële Verordening 2018 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepaling

Nadere informatie

Van Afval Naar Grondstof:

Van Afval Naar Grondstof: Van Afval Naar Grondstof: Tynaarlo als speler in de markt Presentatie afvalbeleid Tynaarlo 1 Waar gaat het vanavond over? 1. Huidige stand van zaken 2. Van Afval Naar Grondstof (Vang) doelstellingen 3.

Nadere informatie

HJAM Hendriks en FWT Jetten. Telefoonnummer: Managementrapportage Begrotingswijzigingen

HJAM Hendriks en FWT Jetten. Telefoonnummer: Managementrapportage Begrotingswijzigingen Raadsvergadering 13 december 2016 Volgnummer 116-2016 Onderwerp Programmanummer Alle programma's Registratienummer 2016-36907 Collegevergadering 15-11-2016 Portefeuillehouder Organisatieonderdeel Wethouder

Nadere informatie

Evaluatie Resultaten Goed Scheiden Loont 2014

Evaluatie Resultaten Goed Scheiden Loont 2014 Evaluatie Resultaten Goed Scheiden Loont 2014 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 3 3. Doelstelling afvalscheidingpercentage... 4 4. Containers: plaatsingen en wisselingen... 4 5. Afvalhoeveelheden...

Nadere informatie

Eerste begrotingswijziging 2018

Eerste begrotingswijziging 2018 Eerste begrotingswijziging 2018 Colofon Uitgave Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Datum 15 december 2017 Adresgegevens Spoorlaan 181 5038 CB Tilburg Telefoon (013) 206 01 00 www.omwb.nl info@omwb.nl

Nadere informatie

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN Gemeente Nieuwkoop Afdeling Bedrijfsvoering April 2017 1 Inhoud 1. BEGRIPPEN EN KADERS... 4 ARTIKEL 1.1 RESERVES... 4 ARTIKEL 1.2 VOORZIENINGEN... 4 ARTIKEL 1.3 RENTE...

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011

NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011 NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011 Benchmark Analyse (peiljaar 2010) Definitief In opdracht van NVRD Opgesteld door MWH B.V. Projectnummer M11B0027 Datum 4 april 2012 Postadres Postbus 5076 6802 EBARNHEM

Nadere informatie