NIEUWSBRIEF JUNI 2016

Transcriptie

1 NIEUWSBRIEF JUNI 2016 Mosos en STAN in de vier Vlaamse universitaire verlosafdelingen De mooiste beloning die we bij BMA kunnen krijgen is de waardering van onze klanten die STAN en Mosos gebruiken of willen gaan gebruiken. Dat er onlangs een binnenkwam van het UZ Brussel met de opdracht voor Mosos <CTG> en een extra STAN maakte ons daarom erg blij. Blij met de bestelling op zich, maar ook omdat dit betekent dat naast meer dan de helft van de Vlaamse materniteiten, nu tevens alle vier de Vlaamse universitaire ziekenhuizen met Mosos zullen werken. Pionier was het UZA dat reeds startte met Mosos in UZ Leuven begon in 2001 en integreerde Mosos <CTG> in het ruim verspreide EPD genaamd KWS. Het UZ Gent werkt al ruim acht jaar met op één na alle Mosos-modules. Deze vier universitaire centra zijn sinds lang ook STAN-gebruikers. Verder in deze Nieuwsbrief leest u een interview met professor dr. Léonardo Gucciardo, diensthoofd Verloskunde en Prenatale Geneeskunde van het UZ Brussel, waarin hij uitlegt waarom hij koos voor Mosos en waarom hij een Letter to the Editor naar de New England Journal of Medicine zond om zijn visie op STAN te delen. De andere onderwerpen die in deze Nieuwsbrief aan bod komen vindt u hiernaast in de inhoudstabel. Ik wens u veel leesgenot en hoop u te mogen ontmoeten op een van de evenementen vermeld in de kalender op pagina 3. Nicolas Maes, Bellegem, juni 2016 Professor dr. Léonardo Gucciardo, diensthoofd Verloskunde en Prenatale Geneeskunde UZ Brussel Inhoud 1 Voorwoord 2 Mosos en STAN in UZ Brussel 3 Kalender 4 Sense4Baby 4 De voordelen van preventief STAN -onderhoud 5 Korte berichten STAN 5 E-learning met certificatie 6 Het belang van STAN - casuïstiek 6 Mosos-modules: beknopt overzicht 7 Analyse van de Short Term Variation: STV 7 Integratiemogelijkheden met Mosos: beknopt overzicht 8 Korte berichten Mosos

2 Mosos en STAN in UZ Brussel, een interview met professor dr. Gucciardo Professor dr. Léonardo Gucciardo is sedert anderhalf jaar diensthoofd Verloskunde en Prenatale Geneeskunde in het UZ Brussel van de VUB. Zijn studie geneeskunde volgde hij aan de Universiteit van Luik, met daarna een opleiding gynaecologie-verloskunde aan de ULB. Na een subspecialiteit hoogrisicozwangerschappen van drie jaar in Genève doctoreerde hij over Foetale ingrepen aan de KU Leuven bij professor Jan Deprest. Eerder hebt u met Mosos gewerkt in het UMC Brugmann te Brussel. Wat was voor u de aanleiding om in UZ Brussel Mosos <CTG> te implementeren? L. Gucciardo: Ons vorige centraal bewakingssysteem was aan vervanging toe. Daarom werden de verschillende mogelijkheden bekeken en werd Mosos <CTG> uiteindelijk gekozen, een van de beste beschikbare opties voor centrale foetale bewaking mét STAN-integratie. Een bijkomend voordeel is dat desgewenst andere modules beschikbaar zijn voor de partusregistratie, ultrasound, rapportage en statistiek. Uit ervaring wist ik dat BMA eenvoudig koppelingen kan realiseren met een elektronisch patiëntendossier. Onlangs hebt u een extra STAN besteld voor de verlosafdeling van UZ Brussel. Wat was hiervoor de aanleiding? L. Gucciardo: In het verloskwartier heb ik gedurende mijn opleiding altijd met STAN en scalp ph gewerkt. Volgens mijn interpretatie van de beschikbare literatuur zie ik de combinatie van STAN met scalp ph als de beste kosteneffectieve foetale bewaking voor patiënten tijdens de partus. In het UZ Brussel hebben we ongeveer 2400 bevallingen per jaar. Vaak zijn er situaties waarbij meerdere patiënten een STAN nodig hebben. Daarom hebben wij een nieuw toestel gekocht. 2 UZ Brussel, v.l.n.r. An Spinnoy, hoofdvroedvrouw MIC-Materniteit, Lieve De Valckeneer, hoofdvroedvrouw Verlosafdeling, Frans Szymczak, adjunct-hoofdvroedkundige Verlosafdeling, dokter Monika Laubach, kliniekhoofd Verloskunde

3 BMA HEALTHCARE IT SOLUTIONS JUNI 2016 een kunstverlossing uit te voeren. Achteraf blijkt dan dat er bij de meeste pasgeborenen geen sprake was van tekenen van hypoxie. De vraag is dan: Was deze kunstverlossing wel echt nodig? Om deze valspositieve situaties te verbeteren en om situaties met een bevestigde evolutieve foetale hypoxie met een verbeterde betrouwbaarheid te identificeren, moeten andere middelen voor foetale bewaking gebruikt worden. Professor dr. Léonardo Gucciardo, diensthoofd Verloskunde en Prenatale Geneeskunde UZ Brussel Onlangs werd een door u gestuurde Letter to the Editor gepubliceerd door de New England Journal of Medicine. Wat was hiervoor de reden? L. Gucciardo: In augustus 2015 publiceerden Belfort et al. een RCT met een vergelijking tussen CTG versus CTG + STAN in het NEJM. De resultaten waren zonder nuance beschreven. Postnatale outcomes door de combinatie van CTG + STAN zouden zogezegd niet verbeteren volgens deze publicatie. Na een grondige analyse van deze resultaten heb ik samen met dr. Faron en dr. Blavier verschillende zwakke punten met mogelijke bias gevonden in deze publicatie. Diverse gepubliceerde meta-analyses hebben met zekerheid de correlatie aangetoond tussen het gebruik van de combinatie CTG + STAN en een reductie van kunstmatige bevallingen en postnatale metabole acidose. Zonder constructieve kritieken kunnen de conclusies van deze RCT een negatieve invloed hebben op onze klinische praktijk. Daarom heb ik als waarschuwing een Letter to the Editor geschreven. Wat is volgens u de plaats van STAN in de verloskunde in België? L. Gucciardo: Op de verlosafdelingen in België wordt in veel gevallen het CTG gebruikt als foetale bewaking tijdens de partus. De positieve predictieve waarde van een abnormaal CTG om een gebrek aan zuurstof te identificeren is laag. De negatieve predictieve waarde is echter zeer hoog. Dit betekent dat de kansen op een gebrek aan zuurstof bij een foetus met een volledig normaal CTG zeer laag zijn. Met een abnormaal CTG moet heel vaak een beslissing genomen worden om Foetale ECG-analyse met STAN en scalp ph is efficiënter. Scalp ph is een invasieve procedure omwille van de kleine incisie in de foetale huid. Het biedt een momentopname van het zuurstofmetabolisme bij de foetus. STAN-analyse is minder invasief en kan na plaatsing van de scalpelektrode het zuurstofmetabolisme beoordelen tot het einde van de partus. Verschillende meta-analyses hebben de positieve effecten van STAN aangetoond, zowel met als zonder scalp ph. De combinatie van beide kan zowel de incidentie van onnodige kunstverlossingen verminderen alsook de incidentie van perpartale hypoxie. Volgens mijn interpretatie van de literatuur is de combinatie van STAN met een scalp ph de beste en veiligste optie om het foetaal welzijn tijdens de partus te kunnen volgen. Wenst u meer informatie over de Letter to the Editor van professor dr. Léonardo Gucciardo? Gelieve dan contact op te nemen met info@bma-mosos.be. Kalender 2016 De komende maanden staan de volgende congressen en symposia op ons programma: 6 oktober VVOG, CTG-cursus, UZ Brussel 13 en 14 oktober VVOG, Jaarcongres, ICC Gent 2 december GZA St-Augustinus, State of the art in obstetrics and gynaecology 2016, Flanders Meeting & Convention Center Antwerp 3

4 Sense4Baby BMA zoekt continu naar innovatieve oplossingen binnen de verloskunde. Nu ook met een lichtgewicht mobiele monitor. De Sense4Baby-monitor kan worden gebruikt bij zwangeren om thuis een non-stresstest- CTG-registratie uit te voeren. Dit gebeurt momenteel meestal in het ziekenhuis in de monitoringruimte of op de consultatie. Dankzij een nieuwe technologie en in combinatie met een minimum aan training kan dit nu op een accurate manier thuis gebeuren. Zowel de foetale hartslag als de contracties worden geregistreerd. Ook de maternale zuurstofsaturatie en hartslag worden gemonitord. Eenmaal de registratie is beëindigd worden de gegevens via Bluetooth verstuurd naar een smartphone. Vanuit de smartphone wordt de registratie vervolgens door middel van WiFi en/of 3G/4G geüpload op een webportal. Om de vijf minuten worden de gegevens automatisch gesynchroniseerd met Mosos <CTG>. Vanop afstand kan de gynaecoloog de gegevens consulteren. De vanuit Sense4Baby bekomen metingen worden eveneens gearchiveerd. Meer informatie over Sense4Baby kunt u aanvragen via info@bma-mosos.be. De voordelen van preventief STAN -onderhoud Momenteel werd voor een derde van de in Vlaanderen gebruikte STAN -apparaten een preventief onderhoudscontract afgesloten. Aan de gebruikers vroegen we waarom ze hiervoor kozen. We zetten even de meest gehoorde voordelen op een rijtje: Een waarborg voor een veilig gebruik. Helpt bij het nakomen van veiligheidsvoorschriften voor personeel en patiënten voor ziekenhuisaccreditatie. Het spreekt voor zich dat een STAN die regelmatig en op een professionele manier onderhouden wordt een langere levensduur heeft. Op termijn vertegenwoordigt dit een serieuze kostenbesparing. Betere voorspelling van de vervangdatum, waardoor uw budget minder wordt belast en u efficiënter kunt plannen. De preventieve onderhoudsservice van BMA zorgt ervoor dat uw STAN optimale prestaties levert en vroedvrouwen en gynaecologen de beste zorg kunnen bieden aan foetus en parturiënte. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met info@bma-mosos.be. 4

5 BMA HEALTHCARE IT SOLUTIONS JUNI 2016 Korte berichten STAN Onder meer op de volgende verlosafdelingen werd recent in STAN geïnvesteerd: UZ Brussel, Jan Palfijn Merksem en AZ Vesalius Tongeren. De perinatale centra CHR de la Citadelle in Luik en CHR Namur deden in Wallonië hetzelfde. E-learning met certificatie Uw kennis van foetale monitoring verbeteren kan nu met een uniek webgebaseerd opleidingsprogramma dat u de volgende mogelijkheden biedt: U studeert wanneer u er de tijd voor hebt. U bent niet afhankelijk van de beschikbaarheid van een docent. U test uw kennis via een online certificatietest. De materniteiten van Ieper, Kortrijk en Waregem werken samen voor de bijscholing van hun vroedvrouwen. Op 23 en 24 februari werden er in het stijlvolle Notenhof van AZ Groeninge Kortrijk opleidingen georganiseerd. Een belangrijk onderdeel daarvan was het bespreken van CTG- en STANcasuïstiek. Een aantal met STAN geregistreerde casussen werd voorzien van commentaar door mevrouw Sylvie Gamme, adjunct-hoofdvroedvrouw van de grootste STAN-site in België: RZ Jan Yperman te Ieper. Een panel bestaande uit dr. Benedicte Denys van AZ Groeninge, dr. Geert Page van RZ Jan Yperman en dr. Steven Hellebaut en dr. Bram Pouseele van het O.L.V. van Lourdes Ziekenhuis uit Waregem zorgde voor een geanimeerde en deskundige discussie. In Nederland draait STAN eveneens op volle toeren. De trend om STAN als standaardmonitor te gebruiken op de verlosafdeling zet er zich meer en meer door. In het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein bij Utrecht werd het aantal STAN s verdubbeld van vier naar acht. Het Flevoziekenhuis in Almere kocht twee extra STAN s en komt daardoor eveneens uit op een totaal van acht. Het Leids Universitair Medisch Centrum zal na recente aankopen en na de integratie van de verlosafdeling van het Alrijne Ziekenhuis te Leiderdorp uitkomen op een totaal van negen STAN s alsook een STAN Basis CTG-monitor. Daarmee wordt het LUMC Leiden een van de koplopers op het gebied van foetale bewaking met STAN in Nederland. De grootste materniteit van Nederland is echter nog steeds de grootste STAN-gebruiker: in Isala Zwolle heeft men na de recente aankoop van twee extra STAN-monitors elf STAN s en zevenentwintig STAN Basis CTG-monitors voor jaarlijks ongeveer 3750 bevallingen. Het e-learning-programma is deels gebaseerd op het tekstboek, maar werd nog verder uitgewerkt. Het webgebaseerde trainingsprogramma bestaat uit twee delen: foetale bewaking met CTG en foetale bewaking met ST-analyse. Beide programma s omvatten theoretische modules met illustraties en registraties om te bestuderen, een bibliotheek met casussen en een certificatietest. Na ieder hoofdstuk kunt u aan de hand van studievragen controleren hoe uw kennis evolueert. U vindt er ook een referentielijst met extra literatuur. De certificatietest bestaat zowel uit meerkeuzevragen als registraties waar u vragen over krijgt. Het CTG-gedeelte omvat een interactief opleidingsprogramma met training in CTG-interpretatie gericht op zorgverleners werkzaam op een verlosafdeling. De STAN-module is ook interactief en biedt training en opleiding omtrent ST-analyse in combinatie met het CTG. Dit luik is eveneens bestemd voor zorgverleners werkzaam op een verlosafdeling. Voor meer informatie over dit webgebaseerde opleidingsprogramma met online certificatie, contacteer info@bma-mosos.be. 5

6 Het belang van STAN -casuïstiek In het Jan Yperman Ziekenhuis te Ieper is er maandelijks een CTG- en STAN -bespreking, het monitoruurtje genaamd. Met behulp van de STAN Viewer-software en Mosos worden STAN-casussen retrospectief geanalyseerd. Het monitoruurtje wordt door adjuncthoofdvroedvrouw Sylvie Gamme voorbereid. Aanwezigen zijn de gynaecologen, assistenten en vroedvrouwen. De bedoeling is om CTG en/of STAN correct te leren interpreteren, vermijdbare oorzaken van intrapartale complicaties te identificeren en aan te pakken, alsook om een cultuurverandering teweeg te brengen waarbij open over fouten kan worden gesproken. Via een interdisciplinaire discussie wil men leren uit de voorgestelde gevallen: hoe het CTG te interpreteren, welke actie dient te geschieden, correleren van de neonatale uitkomst met de verwachting op basis van CTG en/of STAN enz. Het monitoruurtje is een educatief moment alsook een middel tot kwaliteitsverbetering. Zo worden lessen getrokken uit het verleden om in de toekomst correcter en beter geïnformeerd te handelen. Sylvie Gamme, adjunct-hoofdvroedvrouw Jan Yperman Jan Yperman is de grootste STAN-site van België. Momenteel zijn er acht STAN-monitors in gebruik. Sedert 2008 werkt men ook met Mosos. Mosos <CTG>, Mosos SPE en Mosos <ebirth> worden dagelijks ingezet. Mosos-modules: beknopt overzicht Mosos <CTG>: centrale monitoring. Dient om zowel centraal als decentraal CTG- en STAN-registraties te bekijken. Het partogram en de notitiemogelijkheid zijn beschikbaar. Via Citrix kunnen STAN- en CTG-registraties ook buiten het ziekenhuis worden opgevolgd. Bij de uitgebreide versie kan het bevallingsverslag voorbereid worden via een console. Met Mosos <Patientview> ziet u in een oogwenk een overzicht van alle parturiëntes. Mosos SPE: in de Mosos SPE-module gebeurt de afwerking van het bevallingsverslag samen met de SPE-registratie. Via de rapportgenerator verkrijgt u statistieken voor interne audits. Mosos <ebirth>: dient voor het rechtstreeks versturen 6 van de kennisgeving van de geboorte aan de gemeente alsook van de medische gegevens naar de overheid. Mosos <O>: het elektronisch zwangerschapsdossier. Mosos <Klinisch Dossier>: het postpartumdossier binnen Mosos, gelinkt aan Mosos <O>. Mosos : informatiesysteem voor de registratie en verwerking van de meetgegevens en beelden uit het echotoestel. Beelden worden opgeslagen in een DICOM-archief. Mosos <Home Monitoring>: via de Sense4Baby CTG-holter kunnen CTG-gegevens worden geregistreerd in Mosos. Via Mosos <CTG> kunnen deze gegevens vervolgens worden bekeken.

7 BMA HEALTHCARE IT SOLUTIONS JUNI 2016 Analyse van de Short Term Variation: STV Nog niet zo lang geleden besliste Neoventa - de fabrikant van STAN - om de Short Term Variation-analyse toe te voegen als mogelijke optie aan de STAN- en de STAN Basis CTG-monitors. Ondertussen zijn de eerste Vlaamse verlosafdelingen gestart met de integratie van STV. V.l.n.r. Vanessa Matthijs, Feline Strubbe en Tracy Deweirdt, hoofdvroedvrouw van AZ Alma, campus Eeklo, waar reeds met STV wordt gewerkt Uit onderzoek blijkt namelijk dat er een relatie bestaat tussen antepartum STV en de perinatale uitkomst. Een van de conclusies van een Engels- Spaans onderzoek was: The antepartum STV is an important marker of perinatal outcome in severely growth-retarded fetuses. [Citaat uit: Serra V., Moulden M., Bellver J., Redman C., The value of the short-term fetal heart rate variation for timing the delivery of growth-retarded fetuses. BJOG 2008;115: ] Bij dit onderzoek was ook professor Redman betrokken, een van de geestelijke vaders van STV. Voor meer informatie over STV gelieve contact op te nemen met info@bmamosos.be. Integratiemogelijkheden met Mosos: beknopt overzicht De volgende koppelingen van Mosos in combinatie met een elektronisch patiëntendossier worden reeds gebruikt in diverse Belgische ziekenhuizen: Patiëntkoppeling of ZIS-koppeling (Ziekenhuis Informatie Systeem): Deze koppeling dient om persoonsgegevens van een patiënt automatisch en op een eenvoudige manier in Mosos te importeren. Rapportagekoppeling: Hiermee kunnen vanuit Mosos brieven en documenten geïmporteerd worden in een elektronisch patiëntendossier. Meestal betreft het een bevallingsverslag met de brief voor de huisarts of de CTG- of STAN -strook met bijhorend partogram en notities. Synchronisatiekoppeling: Desktopsynchronisatie maakt het mogelijk om via een klik op een knop in het elektronisch patiëntendossier direct toegang te krijgen tot Mosos. Inloggen via centrale LDAP: Het voordeel hiervan is dat de gebruiker altijd hetzelfde paswoord kan gebruiken voor zowel Mosos als het elektronisch patiëntendossier. 7

8 Korte berichten Mosos Al sedert 2001 wordt Mosos <CTG> gebruikt op de verlosafdeling van Sint- Augustinus Wilrijk. Onlangs werd Mosos <CTG> er ook aangekocht voor de MIC-afdeling. Mosos <CTG> is onze module voor centrale bewaking. Sint- Augustinus is de grootste materniteit van Vlaanderen en tevens een perinataal centrum. Dr. Philip Loquet was hier de pionier voor Mosos , de echomodule van Mosos. Niet enkel in Sint-Augustinus Wilrijk wordt Mosos gebruikt als echografisch informatiesysteem. Ook in AZ Jan Portaels Vilvoorde werd onlangs met deze module gestart. Reeds eerder in 2015 werden hier Mosos <CTG>, SPE en <O> geïmplementeerd. Annick Cools, hoofdvroedvrouw Verloskwartier Sint-Augustinus Wilrijk In 2009 startte ZOL Genk met diverse Mosos-pakketten. Door een recente uitbreiding hebben ze nu tevens een site licentie voor Mosos SPE. Mosos SPE wordt gebruikt voor het aanmaken van het bevallingsverslag alsook voor de SPErapportage. Deze gegevens worden waar nodig doorgestuurd naar Mosos <ebirth>. Ondertussen wordt Mosos in iets meer dan de helft van de Vlaamse materniteiten gebruikt. Maar ook Brussel en Wallonië blijven niet achter. Recent installeerde BMA uitbreidingen van Mosos <CTG> in het nieuwe ziekenhuis Marie Curie te Lodelinsart en Hôpital André Vésale van het CHU van Charleroi te Montigny-le-Tilleul. In 2008 was de materniteit van het CHA Libramont de eerste in Wallonië om Mosos te implementeren. Het CHA Libramont is één van onze belangrijkste Mosos-referentiesites. Recent hebben we de bestelling mogen ontvangen voor de uitbreiding van Mosos <CTG>. Onlangs viel in het CHR van Verviers de beslissing om hun huidige centrale door Mosos <CTG> te vervangen. De keuze van een site licentie laat toe om zowel binnen als buiten het ziekenhuis monitors te volgen. Mosos <Patientview> biedt een overzicht van de gegevens van alle parturiëntes. Zo zien gynaecologen en vroedvrouwen de evolutie van de bevalling in een oogopslag. Onder meer twee STAN -monitors zullen met Mosos worden gekoppeld. Op 22 maart organiseerde het Mariaziekenhuis te Overpelt samen met BMA een overleg voor gebruikers van Mosos <CTG> en Mosos SPE. Bedoeling was dat gebruikers hun wensen voor aanpassingen konden doorgeven in overleg met andere materniteiten en productspecialisten van BMA. Delegaties van volgende materniteiten verleenden hun medewerking: Kliniek Sint-Jozef Bornem, ZOL Genk en AZ Vesalius Tongeren. Kloosterdreef 7 B-8510 Bellegem tel 32 (0) fax 32 (0) info@bma-mosos.be Colofon De Nieuwsbrief verschijnt in gedrukte versie. Deze is bedoeld voor onze klanten, maar gaat tevens óver onze klanten: Wat zijn hun ervaringen met BMA? De Nieuwsbrief dient ook om u op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen binnen ons bedrijf, alsmede van onze meest recente producten en diensten. De Nieuwsbrief is een uitgave van: BMA BeLux BVBA Kloosterdreef 7 B-8510 Bellegem Belgium BMA BeLux BVBA Artikelen uit de Nieuwsbrief mogen worden overgenomen na toestemming van BMA en met bronvermelding. Om de BMA Nieuwsbrief te ontvangen dient u zich aan te melden door een te zenden aan info@bma-mosos. be. Vragen en opmerkingen kunt u eveneens naar bovengenoemd adres sturen. 8