LEEFREGELS BEGELEIDERS

Transcriptie

1 SPEELPLEINWERKING MELDERT 2012 LEEFREGELS BEGELEIDERS Algemeen Als (hulp)animator: o sta je nooit alleen, je bent met verschillende mensen, vorm dus een team. Een goed team volgt de praktische afspraken (zie hieronder) correct op, zo kunnen ook geen misverstanden ontstaan. o begeleid je de kinderen, je verplaatst je in hun leefwereld en maakt afspraken met hen. Gezien de activiteiten geleid zijn, werk jij ook mee aan de planning en de uitwerking van de activiteiten. o neem je natuurlijk ook jouw verantwoordelijkheid op, je schuift niet alles door naar een andere (hulp)animator en/of hoofdanimator. Je neemt ook een deel van het praktische werk voor jouw rekening. o geef je het goede voorbeeld. Wat jij doet, doen de kinderen ook. Tot slot, denk eraan om steeds je identiteitskaart op zak te hebben. De hoofdanimator is de verantwoordelijke van de animatorenploeg. Hij/zij waakt over de houding, de begeleidingsstijl en de fysieke paraatheid van elke animator. De hoofdanimator treedt direct op als er op dit vlak zaken dreigen mis te lopen. Hij/zij neemt ook de nodige administratie op zich en springt in waar nodig. Leefregel 1: Lokalen en terreinen In principe zijn de lokalen en de terreinen die je gebruikt, bij de aanvang van de speelpleinwerking opgeruimd en in goede staat. Indien dit niet zo is, meld dit dan onmiddellijk aan de hoofdanimator. Elke beschadiging (gebroken ruit, defect slot, ) moet ook onmiddellijk gemeld worden aan de hoofdanimator. Deze verwittigt op zijn beurt de verantwoordelijke van de Gezinsbond. Hou de lokalen en terreinen leefbaar. Leefregel 2: Persoonlijk materiaal (Hulp)animatoren kunnen, uit eigen vrije wil, persoonlijk materiaal meenemen naar het speelplein, maar hij/zij blijft hier zelf verantwoordelijk voor. Gebruik je gsm niet tijdens activiteiten, tenzij in functie van het speelplein zelf. Leefregel 3: Afspraken rond roken en alcohol Er wordt geen alcohol gedronken en niet gerookt op het speelplein. Krav12_LeefregelsBegeleiders Pagina 1 van 5

2 Leefregel 4: Begeleiding Het speelplein is er in eerste plaats voor de kinderen. Als (hulp)animator mag je lol hebben met mekaar, maar laat de kinderen ook plezier beleven aan jouw aanwezigheid. Kinderen kijken hoe dan ook naar jou op (je bent groter, sterker, ouder). Vanuit je functie als (hulp)animator heb je macht over de kinderen (jij kan straffen, uitsluiten, belonen, voortrekken, achteruitstellen...). Let op volgende punten: o Veiligheid Zie niet alleen toe, maar voorzie ook wat kinderen kan kwetsen, waaraan ze zich pijn kunnen doen. Niet enkel lichamelijk maar ook psychisch (bv. racisme, pesten,...). Besteed hier ook de nodige aandacht aan bij de voorbereiding. o Variatie Bosspel is leuk, elke dag bosspel is niet leuk. Wissel af in je activiteiten en zorg dat de kinderen overal eens van kunnen proeven en genieten. o Tolerantie Geduld hebben is een deugd. Teveel geduld een ondeugd. Maak dus ook duidelijk aan de kinderen wat kan en niet kan. Leer hen de grenzen kennen (je hoeft daarom niet autoritair te zijn). Maak duidelijke afspraken met de kinderen zelf. Als gemaakte afspraken niet nagekomen worden, reageren de (hulp)animatoren direct en consequent vanuit zichzelf, maar met gezond verstand en met oog voor de specifieke situatie. Indien nodig kan men er achteraf met de hoofdanimator nog over praten. (Een voorbeeld hiervan: kinderen brengen ondanks het verbod eigen speelgoed, gsm, mp3, mee naar het speelplein. Je mag dit wegnemen en aan de hoofdanimator geven, die het op het einde van de dag aan de kinderen of ouders zal terugbezorgen). Ook tussen de (hulp)animatoren onderling moeten goede afspraken gemaakt worden. o Geborgenheid Zorg dat de kinderen zich thuis voelen, zowel bij jou als bij de andere kinderen. o Betrokkenheid Laat ook de kinderstem horen in de speelpleinwerking. Vraag hun mening over de activiteiten, vertel hun ook wat jij goed en minder goed vindt, hou rekening met hun verwachtingen om je programma samen te stellen. Neem ook tegenover de ouders een open houding aan. Het zijn tenslotte hun kinderen. Een gesprekje (ook als t goed gaat) kan enkel jou en de ouders wijzer maken. o Zelfontplooiing en zelfstandigheid Het kind verantwoordelijkheid laten opnemen, hem creatief bezig laten zijn, zelf zijn weg laten zoeken, een bepaalde vrijheid geven. Aanvaard het kind zoals het is, luister als hij/zij iets te vertellen heeft. Waardeer zijn persoonlijke bijdrage. o Spontaniteit Geef het kind de kans (via rollenspel, toneeltjes, dansen, vrije expressie,...) zichzelf te zijn. o Niet-prestatie gericht Samen bouwen, samen spelen, elkaar helpen,... plezier beleven,... Spelen wel, winnen niet! Ook aandacht voor niet-competitieve spelen. Leefregel 5: Themagericht werken Per week wordt er gewerkt rond een bepaald thema. Het is de bedoeling om de spelen per leeftijdsgroep in te kleden rond dat thema. Er kan eventueel een bepaalde dag een speciale activiteit georganiseerd worden met alle groepen samen (groepsspel, daguitstap). Zo n themadag wordt voorbereid door de hoofdanimator, maar het spreekt vanzelf dat de (hulp)animatoren een handje zullen moeten toesteken. Krav12_LeefregelsBegeleiders Pagina 2 van 5

3 Leefregel 6: Dagindeling 7u00 vooropvang speelplein start, er is hiervoor iemand specifiek voorzien 8u00 (hulp)animatoren komen aan + korte vergadering over dagverloop 8u30 9u00 2 à 3 (hulp)animatoren helpen bij de vooropvang (toezicht op speelplaats) 9u00 9u15 begin speelpleinwerking Wanneer het themamuziekje door de boxen blaast, worden alle kinderen verzameld op de speelplaats (bij slecht weer in de refter). Hierna volgt de dagopening. Na de dagopening starten de activiteiten. Van de hoofdanimator krijg je een lijst met de namen van de kinderen die in jouw groep zitten. Controleer of deze lijst klopt en geef de gecontroleerde lijst terug af aan de hoofdanimator. 9u15 10u00 eerste deel voormiddagactiviteiten 10u00 10u30 ochtendversnapering (fruit + water) 10u30-11u55 voormiddagactiviteiten Om 11u55 wordt er verzameld op de speelplaats in de leeftijdsgroepen en wordt er naar de refter gegaan. 12u00 13u00 Middageten In de refter zet je je tussen de kinderen. Laat de kinderen niet rondlopen. Zorg dat alle kinderen voldoende eten. Let op de tafelmanieren. Wijs ze erop dat ze rustig eten, beleefd zijn, niet met hun mond open eten,. Per dag wordt er één groep aangeduid om de zaal op te kuisen (tafels afruimen en vegen). Iedereen blijft zitten tot de hoofdanimator teken geeft om per groep naar buiten te gaan. Elke middag houden een aantal (hulp)animatoren toezicht op de speelplaats en op het grasveldje aan de kleuterspeelplaats. Hiervoor wordt een permanentielijstje opgesteld dat zal kunnen worden geraadpleegd bij de hoofdanimator. De (hulp)animatoren die geen toezicht moeten houden, kunnen even op adem komen. 13u00 15u50 namiddagactiviteiten + vrij te kiezen pauze met versnapering (koek + drankje) 15u50u 16u00 afsluiten Wanneer het themamuziekje speelt, verzamel je met je leeftijdsgroep op de speelplaats en wordt de dag afgesloten. 16u00 16u30 2 (hulp)animatoren helpen het eerste halfuur bij de opvang. De verantwoordelijke van de naopvang staat aan de poort van de speelplaats om te controleren wie de kinderen ophaalt en/of de kinderen alleen naar huis mogen gaan. Alles wordt aangeduid op de lijsten in de aanwezigheidsmap. Wie een kind komt afhalen, moet het laten uitschrijven + ter bevestiging de lijst ondertekenen. De kinderen die niet werden afgehaald vóór 16u30 blijven automatisch in de naopvang. 16u30 17u00 alle (hulp)animatoren ruimen hun lokaal op en bergen hun gebruikte materialen op + vergadering. Tijdens deze vergadering worden de laatste voorbereidingen getroffen voor de volgende dag en vindt een evaluatie plaats van de voorbije dag. Leefregel 7: Verloren voorwerpen Als (hulp)animator kan je er mee voor zorgen dat er zo weinig mogelijk verloren voorwerpen zijn. Controleer alle verloren voorwerpen op het feit dat ze al dan niet een naametiket of andere vermeldingen dragen. Doe regelmatig een uitverkoop van gevonden zaken. Krav12_LeefregelsBegeleiders Pagina 3 van 5

4 Leefregel 8: Materiaal o is van het speelplein, niet voor eigen gebruik o is niet onuitputtelijk, dus draag er zorg voor! Neem enkel dat materiaal mee dat je nodig hebt. Enkele vuistregels: o gebruik materiaal waarvoor het dient o indien het materiaal bijna opgebruikt is, verwittig je de hoofdanimator, die het doorgeeft aan de verantwoordelijke van de Gezinsbond o wees zuinig in het verbruik o verzamel zelf eventueel wat kosteloos materiaal (wc-rolletjes, kaasdoosjes, yoghurtbekertjes, ) o zet het materiaal dat je nodig hebt de dag ervoor klaar, zo ben je er zeker van dat je over het nodige materiaal kan beschikken. Leefregel 9: Programma Op de speelpleinwerking kan je vrij (met het animatorenteam) bepalen wat je gaat doen. De voorbereidingen moeten een week op voorhand volledig uitgewerkt doorgegeven worden. Voorzie eventueel extra: o 2 volledig uitgewerkte regendagen (met activiteiten die niet opgenomen zijn in je programma) o Een klein boekje met minimum 20 dode momentjes (verhaaltjes, spelletjes, raadseltjes, liedjes, ) o 15 opdrachten voor een opdrachtenspel o Een reserve-activiteit voor een voor- of namiddag. Leefregel 10: Uitstappen Met de speelpleinwerking op stap kan. Het kan voor een zoektocht, een bosspel, een fietstocht,. Bereid dit echter goed voor en vermeld het zeker in de weekplanning. Telkens gelden dezelfde regels: o waarschuw de hoofdanimator en vertel hem waar je heengaat. Steek bij je voorbereiding in de map een wegbeschrijving o hou vooraf de weersomstandigheden in het oog en pas je tocht hieraan aan o bereken vooraf de af te leggen afstand, hou er rekening mee dat je met kinderen op stap bent o tel steeds de kinderen wanneer je ergens vertrekt o let erop dat de kinderen veilig de weg op gaan o respecteer de verkeersregels o vermijd grote en drukke wegen o zorg voor voldoende begeleiding onderweg, een (hulp)animator vooraan en achteraan o pas je tempo aan de groep aan en laat de trage stappers vooraan lopen o zorg ervoor dat een (hulp)animator het verkeer tegenhoudt als je de straat oversteekt o iedereen draagt een fluo hesje, geef zelf het goede voorbeeld o neem altijd een EHBO kit mee die volledig in orde is o voorzie bij warm weer drank voor onderweg en zonnebrandcrème o neem het telefoonnummer van de Kravaalfoon mee en vergeet zelf je gsm niet, zodat je bereikbaar bent. Krav12_LeefregelsBegeleiders Pagina 4 van 5

5 Leefregel 11: Spelvoorbereiding STADIUM is een goed sleutelwoord als je een spel voorbereid. STADIUM is een letterwoord en staat voor het volgende: o SPELREGELS Je spel kan maar vlot en geordend verlopen als je op voorhand weet hoe het ineen zit en wat mag en niet mag. o TERREIN Je moet een terrein, waarin je je spel gaat spelen afbakenen, niet zomaar het speelplein of het bos, maar van hier tot daar en niet verder. Pas je terrein aan aan het aantal kinderen. o AANPASSING Je spel moet aangepast zijn aan jouw groep, hou rekening met hun leeftijd, hun ingesteldheid,.je spel moet ook aangepast zijn aan weersomstandigheden en het aantal kinderen. o DOELSTELLING Wat ga je doen, wat wil je bereiken, wat is je doel? o INKLEDING Een spel begin je niet zomaar, maak het voor de kinderen boeiend. Zorg daarom voor de goede inkleding van je spel in het weekthema. Daarnaast is het belangrijk om je groepen eerlijk en logisch in te delen. Hoe ga je dit doen? o UITLEG Zorg voor een duidelijke en vlotte uitleg. Hoe leg je het spel uit? Waar leg je het spel uit? Hoe zijn de kinderen tijdens de uitleg opgesteld? Wie zegt wat? o MATERIAAL Als je je spel voorbereidt, ga je ook na welk materiaal je allemaal nodig hebt. Extra of buitengewoon materiaal wordt minstens een week op voorhand besteld bij de verantwoordelijke van de Gezinsbond. Als je op je speelpleinwerking dus een spel voorbereid, overloop dan STADIUM, als dat in orde is, heb je al half gewonnen! Krav12_LeefregelsBegeleiders Pagina 5 van 5