Wij samen. méér dan gewoon! Kleuterschool

Transcriptie

1 Wij samen méér dan gewoon! Kleuterschool

2 In dit boekje staan enkele afspraken zodat Wij samen méér dan gewoon zijn! Als we in een groep prettig willen samenleven, is het nodig dat we enkele Ze staan in volgende volgorde: naar school volgen. in de klas in de gang op de speelplaats de toiletten de middagpauze terug naar huis Victor: school zonder pesten

3 NAAR SCHOOL met de auto of te voet: Ik steek aan het zebrapad over bij de gemachtigd opzichter en kom langs de schoolpoort binnen. Ik ben netjes op tijd. Ik neem kort afscheid. Daarna stap ik zelfstandig naar de kleuterschool. Ik speel achter de rode lijn. met de fiets: Ik rij langs de Goorbosstraat en kom langs de poort achteraan de school binnen. Aan de poort stap ik af mijn fiets en zet mijn fiets in de fietsrekken. Ik ga onmiddellijk naar de speelplaats. Ik speel achter de rode lijn. Ik zet mijn fiets in de fietsenstalling tegen de muur en naast de omheiningsdraad. Ik laat deze fietsenstalling voor de kinderen van de lagere school. mijn boekentas: Ik zet mijn boekentas netjes op de plaats waar ik met de juf of meester afgesproken heb. Ik zet mijn boekentas zeker niet in het midden op de speelplaats. Bij regenweer hou ik mijn boekentas op de rug.

4 IN DE KLAS klasafspraken: - Ik werk in stilte. - Ik zit rustig op mijn stoel en stoor mijn buur niet. - Ik steek mijn vinger omhoog als ik iets te vragen of te zeggen heb. - Ik luister aandachtig wanneer iemand iets vertelt. - Ik werk netjes. - Ik roep niet in de klas of gang. Elke klas heeft ook zijn eigen afspraken. Die worden in het begin van het schooljaar meegegeven.

5 IN DE GANG Ik ben rustig in de gang Ik hang mijn jas aan de kapstok. Boekentassen worden volgens klasafspraken weggezet. Ik ga veilig de trap op en af. Ik hou met 1 hand de leuning vast en steek niet voorbij. Niemand geeft een hand.

6 OP DE SPEELPLAATS algemene speelplaatsafspraken: - We blijven achter de rode lijn spelen. We gaan niet naar de speelplaats van de lagere school of naar de fietsenrekken. - We mogen pas op het gras spelen wanneer de poortjes open zijn en het verbodsbord bedekt is. - Voetballen mag alleen onder het afdak. - We vragen steeds om een verloren bal te gaan halen. - We staan niet op de banken en tafels. - We trekken niet aan planten, trappen niet in de perkjes. - Papiertjes gooien we steeds in de vuilbak. - We trekken en duwen niet tegen de omheiningsdraad. draaimolen: - We zitten in de draaimolen op de bank. Wie de draaimolen voortbeweegt mag op het ronde middenstuk blijven hangen na het duwen. - Voeten blijven in de draaimolen en worden niet naar buiten gestoken. - Kinderen die niet in de draaimolen zitten houden de molen niet vast langs de buitenkant. We lopen dus niet rond de draaimolen en hangen niet aan de zijkant. - Kinderen die in- of uitstappen moeten daarvoor de kans krijgen. Laat de molen af en toe stoppen.

7 zandbak: - We laten het zand in de zandbak. We gebruiken geen water in de zandbak. - We spelen niet op de bovenste trap met zand. - We gooien niet met zand en verstoppen het speelgoed niet onder het zand. - Op het einde van de laatste speeltijd ruimen we met 2 klassen de zandbak op. Het materiaal verzamelen we in bakken en het groene zeil moet op de zandbak gelegd worden. - De juf bepaalt wanneer de zandbak open gaat. Klimrek en glijbaan : - We hinderen de glijbaan onderaan niet. - We klimmen niet langs de glijbaan naar boven. - We glijden niet met het hoofd naar beneden. - Aan het klimrek vertrekken we vanop de klimtoren richting ladder. - Er kan maar 1 kleuter per rek klimmen. Elkaar niet afduwen en we houden niemand vast om te helpen. - We staan niet onder het klimrek, en klimmen er niet bovenop.

8 Schommels : - We gaan zitten met het gezicht naar de speelplaats. We draaien de schommel niet rond de ketting of balk bovenaan. - We houden voldoende afstand. - We verplichten niemand om af de schommel te gaan. - We springen niet uit de schommel. Auto : - We klimmen steeds langs de trap naar boven. - We mogen niet langs de zijkant naar boven klimmen. - We wisselen regelmatig met het stuur en de wielen. Klimrek : - We klimmen nooit onder elkaar. - We klimmen netjes naar beneden en springen er niet af. - We duwen elkaar niet en wachten tot er een plaats vrij is.

9 Modules : - Niemand voorbijsteken of van de modules duwen. - Bij regenweer laten we de modules afdrogen. - We wisselen regelmatig van module. Het evenwichtspark : - We zoeken een leeg plekje om te starten. - We duwen niet. - We helpen elkaar niet. Het vliegtuig : - We stappen langs achter in en uit het vliegtuig. - We blijven zoveel mogelijk zitten. - Het stuur regelmatig wisselen.

10 Wiebelen : - Ik sta nooit recht en blijf mooi zitten. - Ik wacht tot er een plaats vrij is en verplicht niemand om er af te gaan. het speelhuisje - We vragen eerst aan de juf of het speelhuisje open mag. - We spelen niet in het huisje. - Na de speeltijd ruimen we al het speelgoed op en leggen alles netjes in de juiste bakken. De juf sluit steeds de deur.

11 Onder het afdak: Bij regenweer blijven wij onder het afdak. Daar is weinig ruimte daarom kiezen wij om samen met de anderen een rustig spel te spelen. Wij houden een gezellig babbeltje. Springtouwen, ballen, kunnen niet onder het afdak. We mogen niet roepen onder het afdak. Zorgen voor een nette school: Twee klassen zijn verantwoordelijk voor de orde van de speelplaats. Na de laatste speeltijd rapen ze papiertjes en ruimen ze alles op.

12 einde speeltijd: Ik luister naar de bel. De eerste bel gaat ik stop met het spel en ga naar de rij. Klein speelgoed stop ik zelf in de juiste bak. De tweede bel gaat ik sta in de rij met mijn twee voeten op het kenteken. Ik ben rustig.

13 DE TOILETTEN We gebruiken de toiletten enkel voor het toiletbezoek en om onze handen te wassen. Alle kleuters gaan onder begeleiding naar het toilet. Wie naar toilet moet gaan verwittigt steeds de juf die op de speelplaats is. Zowel jongens als meisjes zitten op het toilet. Jongens mogen dus niet recht staan!

14 DE MIDDAGPAUZE Ik blijf NIET op de school eten. Ik blijf in de klas en daar word ik door mijn ouders opgehaald of ik ga met een juf aan de eetzaal klaar staan. Hier word ik dan opgehaald. Ik blijf WEL eten op de school. Ik eet rustig in de eetzaal. Ik kan een drankje van de school kopen met een drankkaart. Ik eet eerst mijn boterhammen op dan pas mag ik een KLEIN snoepje eten. Ik eet al mijn boterhammen op. Ik drink mijn drankje volledig leeg. Ik breng niet te veel boterhammen mee. Ik mag gaan spelen op de kleuterspeelplaats Samen met de eetjuffen gaan wij naar de speelplaats om heerlijk te spelen.

15 TERUG NAAR HUIS Ik wacht rustig op de bank in de klas tot iemand mij komt halen. ( 2,5 en 3 jarigen) Ik verlaat rustig de klas en kom met mijn rij naar de speelplaats.( 4 en 5 jarigen) Ik ga rustig met de juf naar onze afgesproken plaats. Ik roep niet onder het afdak! Ik word door iemand opgehaald: Ik vertel de juf dat iemand er is die mij komt halen en wijs hem/haar even aan. De juf geeft mij toestemming om door te gaan. Dan pas ga ik mijn fiets halen. Ik ga naar de schoolse opvang: Ik blijf rustig bij de juf staan tot alle andere kleuters weg zijn. Daarna ga ik met de juf naar de plaats van de schoolse opvang. Alle namen worden genoteerd. Ik moet even wachten tot mijn naam afgeroepen wordt. Ik ga rustig op een stoel zitten.

16 VICTOR: school zonder pesten Wij willen een Spelen is fijn als: *iedereen kan meespelen *je lief bent voor elkaar *je elkaar een handje helpt *je speelgoed deelt met iemand anders *we niet bazen over de kleine kleuters *je mag zijn wie je bent

17 Wat als we dit even NIET KUNNEN / WILLEN o Ervaren de kleuters zelf iets wat ze niet leuk vinden leren we ze aan om zelf ook STOP te zeggen. Het gebaar van de stoppende hand wordt daarbij gebruikt. Anderen leren hiermee om gaan en stoppen hun gedrag. o Je mag ook even niet meer meespelen en nadenken, tot rust komen bij het STOP- bord als: 1. Je de regels niet naleeft 2. Je geen respect hebt voor elkaar 3. Je materiaal stuk maakt VICTOR IK SPEEL VOOR HET PLEZIER. PESTEN DOEN WE NIET HIER!