RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Vlaardingen

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Vlaardingen Plaats : Vlaardingen Gemeentenummer : 0622 Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 22 september 2014 Datum vaststelling : 22 januari 2015

2 Pagina 2 van 18

3 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD INLEIDING VVE IN DE GEMEENTE VLAARDINGEN CONCLUSIES Pagina 3 van 18

4 Pagina 4 van 18

5 VOORWOORD In de periode heeft de Inspectie van het Onderwijs een landelijke bestandsopname uitgevoerd naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (vve). Daarna is het signaalgestuurde toezicht op vve in werking getreden. Het signaalgestuurde toezicht vve begon eind 2013 met het versturen van digitale vragenlijsten naar de 315 middelgrote en kleine gemeenten. Voor de 37 grote gemeenten is er tot en met 2015 een apart monitortraject. Op basis van een analyse van de digitale vragenlijsten is besloten om in middelgrote en kleine gemeenten waar risico s ten aanzien van de uitvoering van de wettelijke vve-verplichtingen lijken te bestaan, een onderzoek uit te voeren. Het onderzoek is uitgevoerd in de tweede helft van Dit rapport beschrijft in hoeverre de gemeente Vlaardingen in 2014 voldoet aan de eisen ten aanzien van vve en welke veranderingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van de bestandsopname. De hoofdinspecteur primair onderwijs en speciaal onderwijs, Dr. A. Jonk Pagina 5 van 18

6 1 INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente Vlaardingen in De aanleiding van het onderzoek is het mogelijk bestaan van risico s ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie in deze gemeente. De basis van het onderzoek is een digitale vragenlijst die de gemeente heeft ingevuld. De inspectie heeft deze vragenlijst geverifieerd aan de hand van de aangeleverde documenten en de toelichting daarop in een gesprek met betrokkenen van de gemeente. Vervolgens heeft de inspectie de eisen met betrekking tot het vve-beleid beoordeeld en de veranderingen ten opzichte van de bestandsopname in beeld gebracht. Het signaalgestuurde toezicht op de vve-locaties maakt nog geen deel uit van dit onderzoek. De inspectie start na de zomer van 2014 met het signaalgestuurde toezicht op vve op de locaties. De signalen van de GGD zijn leidend om te bepalen welke peuterspeelzalen en kinderdagverblijven met voorschoolse educatie worden bezocht. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Analyse van de beantwoorde digitale vragenlijst in relatie tot de bevindingen tijdens de bestandsopname. Analyse van aanvullend opgevraagde informatie in relevante beleidsdocumenten van de gemeente. Intern overleg met het team Kinderopvang over GGD-toezicht in de gemeente. Een gesprek met de betrokken beleidsambtenaren over het vve-beleid van de gemeente. Beoordeling van vve-beleid van de gemeente Vlaardingen. Toezichtkader Als basis voor de beoordeling gelden de beoordelingscriteria toezichtkader vooren vroegschoolse educatie voor gemeenten, zoals die te vinden zijn op: Pagina 6 van 18

7 > onderwijssectoren > voor- en vroegschoolse educatie. Opbouw rapport Hoofdstuk 2 geeft een beeld van het vve-beleid op gemeentelijk niveau. Daar wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemeente sinds de bestandsopname (paragraaf 2.1) en op de door de gemeente aangeleverde vve-documenten (paragraaf 2.2). Tenslotte geeft de inspectie in dit hoofdstuk een oordeel over het gemeentelijke vve-beleid (paragraaf 2.3). Hoofdstuk 3 bevat de conclusies over het vve-beleid in de gemeente Vlaardingen. Pagina 7 van 18

8 2 VVE IN DE GEMEENTE VLAARDINGEN De gemeente Vlaardingen heeft een digitale vragenlijst ingevuld. Op basis van de antwoorden heeft de inspectie mogelijke risico s gesignaleerd ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie. De digitale vragenlijst levert informatie over: wel of geen afspraken van de gemeente met de schoolbesturen en de houders over de doelgroepdefinitie, toeleiding, doorgaande lijn en resultaatafspraken; het bereik; de veranderingen bij de aspecten ouderbeleid, integraal vve-programma, externe zorg en interne kwaliteitszorg; het aantal vve-locaties en het aantal locaties waar de GGD tekortkomingen heeft gesignaleerd in het eerste domein (pedagogische praktijk). De beoordeling van het gemeentelijke beleid is gebaseerd op de digitale vragenlijst, opgevraagde gemeentelijke beleidsdocumenten, eventuele aanvullende informatie en het gesprek met de gemeente (zie paragraaf 2.3). Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren. 2.1 Ontwikkeling van vve in de gemeente Vlaardingen sinds de bestandsopname In 2011 heeft de inspectie de eerste stand van zaken opgemaakt over het beleid en de uitvoering van voor- en vroegschoolse educatie in Vlaardingen. In 2012 resulteerde dat in een vrij kritisch rapport. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de coördinatiefunctie en de regierol van de gemeente in de praktijk niet goed van de grond waren gekomen. Gedurende het onderzoek van toen en in de periode erna is veel beleid opgezet en uitgewerkt. De gemeente heeft hiermee haar regierol genomen. Pagina 8 van 18

9 De coördinerende rol wordt duidelijk in de onderwijsvisie die is opgesteld in Vlaardingen. In de onderwijsvisie staan drie gedachtelijnen centraal: de doorlopende leerlijn, de doorlopende zorglijn en de doorlopende werklijn. De visie is tot stand gekomen in een samenwerking tussen de gemeente, de voorschoolse voorzieningen en het onderwijs en is een uitdrukking van de gezamenlijke ambitie om kansen te scheppen voor alle Vlaardingse kinderen. In dit document zijn ambities geformuleerd, waaronder de ambitie om integrale kindcentra op te zetten voor kinderen van 0-12 jaar. Hierin zijn onderwijs en kinderopvang naast sport, cultuur en jeugdzorg belangrijke partners, met één pedagogisch klimaat en één doorlopende leer-en ontwikkelingslijn van voorschoolse voorzieningen naar basisonderwijs en vervolgens naar voortgezet onderwijs. Hierbij wordt gezocht naar verbindingen tussen binnen- en buitenschools leren. Vanuit de optiek van ouders en kinderen functioneert het integrale kindcentrum als één organisatie die zich in de directe woonomgeving van de kinderen bevindt. Uit deze visie komen een aantal belangrijke ambities en kaders naar voren die gelden voor de voor- en vroegschoolse educatie. Doorgaande lijn De realisatie van de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool krijgt een belangrijke impuls door de realisatie van integrale kindcentra (ikc). De gemeente streeft ernaar dat alle scholen in 2015 een ikc zijn en dat de koppels met hetzelfde programma werken. Ook de warme overdracht is daarbij als belangrijk aandachtspunt opgenomen. De beoogde doorgaande lijn is daarnaast in verschillende subsidievoorwaarden opgenomen. In dat opzicht zijn de subsidievoorwaarden meer inhoudelijk uitgewerkt, zodat de gemeente ook via die weg de regie neemt. Ouderbetrokkenheid In het licht van passend onderwijs en bovenstaande doorgaande lijn is in de onderwijsvisie aandacht voor de doorgaande zorglijn opgenomen. De zorg voor leerlingen is geduid als een gedeelde verantwoordelijkheid tussen ouders, onderwijs (inclusief voorschoolse voorzieningen) en de gemeente. Het betrekken van ouders bij de ontwikkeling van hun kind staat hoog op de agenda van de gemeente. Dit was één van de aandachtspunten uit het inspectierapport van De gemeente heeft een externe partij ingehuurd voor een aantal verschillende activiteiten zoals een inspiratiemiddag voor professionals en het begeleiden van voor- en vroegscholen (koppels) bij het opstellen of intensiveren van beleid voor ouderbetrokkenheid. Bij dit beleid schrijft de gemeente voor dat de analyse van de doelgroep en mate waarin de doelgroep is bereikt moeten zijn Pagina 9 van 18

10 opgenomen. De gemeente vraagt daarbij om terugkoppeling over de mate waarin de beleidsdoelstelling met de beoogde activiteiten is gerealiseerd. Een ander belangrijk onderdeel bij het betrekken van ouders bij de ontwikkeling van hun kind is de toeleiding van de kinderen naar de peuterspeelzaal of de hele dagopvang. De gemeente subsidieert diverse instanties om activiteiten uit te voeren. Voorbeelden van activiteiten zijn voorlichtingsbijeenkomsten in consultatiebureau's, huiskamerbijeenkomsten, voorleesprojecten in gezinnen, activiteiten die het samenspelen en de interactie tussen ouders en kind bevorderen en het informeren van ouders van kinderen die bijna 2 jaar zijn. Kwaliteit vve Een derde belangrijke peiler van de gemeente, naast de doorgaande lijn en ouderbetrokkenheid, is de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie. De pedagogisch medewerkers worden begeleid bij het behalen van de taaltoetsen en krijgen trainingen in onder andere de pedagogische en didactische uitgangspunten van voorschoolse educatie. Een belangrijk onderdeel hierbij voor zowel de voorschool als de vroegschool is het opbrengstgericht werken. Hierbij is praktische aandacht voor wat dit betekent voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de educatie. Ook op bestuurlijk niveau is dit een belangrijk onderwerp. Begin 2014 hebben de besturen en houders van de voorscholen zich gecommiteerd aan streefdoelen die behaald moeten worden met goede vve. Tot slot heeft de gemeente de GGD opdracht gegeven om bij haar toezicht ook de voorwaarden voor voorschools educatie te beoordelen. Tot op heden hebben de onderzoeken die in 2014 zijn uitgevoerd geen tekortkomingen op dit gebied opgeleverd. 2.2 Lijst met de vve-documenten die de gemeente Vlaardingen heeft aangeleverd Verslag LEA 17 februari 2014 Onderwijsvisie Vlaardingen; Alle kinderen zijn kansrijke kinderen (juni 2012) Onderwijskansenbeleid; een dekkend en kwalitatief goed aanbod aan voorschoolse voorzieningen (december 2013) Uitvoeringsprogramma nota voorschoolse voorzieningen (versie 3.0) Beleidsplan ouderbetrokkenheid (versie 1.0) Toeleiding doelgroepkinderen naar voorschoolse vve (versie 1.0) 2.3 Het gemeentelijk vve-beleid Pagina 10 van 18

11 In deze paragraaf geeft de inspectie haar bevindingen weer over het gemeentelijke vve-beleid. Per domein is beschreven op welke punten de inspectie het gemeentelijk beleid en uitvoering als voldoende ( 3 ) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder ( 2 ) als met ( 1 ) afspraken en op welke punten de gemeente als een voorbeeld voor anderen gezien wordt ( 4 ). De inspectie baseert haar bevindingen op de uitkomsten van de verificatie van de digitale vragenlijst door middel van documentenanalyse en gesprekken met vertegenwoordigers van de gemeente. Waar de bevindingen van de inspectie afwijken van het beeld uit de digitale vragenlijst van de gemeente wordt dit vermeld en onderbouwd. HET GEMEENTELIJK VVE-BELEID A1 1A2 1A3 1A4 1A5 1A6 1A7 1A8 1A9 1B 1C Definitie doelgroepkind Bereik Toeleiding Ouders Integraal vve-programma Externe zorg Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen Doorgaande lijn Resultaten Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau DE VVE-CONDITIES A 2B De inspectie publiceert jaarlijks ook een oordeel over het toezicht dat door de gemeenten op de kinderopvang en peuterspeelzalen wordt uitgevoerd. Voor meer informatie hierover zie >onderwijssectoren > Kinderopvang. GGD-rapport Gemeentelijk subsidiekader Toelichting: Pagina 11 van 18

12 2 Verbeterpunten 1a2 Bereik Het bereik wordt beoordeeld voor de peuters (voorscholen), omdat kleuters (vrijwel) allemaal naar de basisschool gaan. De inspectie beoordeelt het bereik op basis van aanbod (voldoende kindplaatsen) en op basis van het gerealiseerde bereik (hoeveel kindplaatsen zijn daadwerkelijk door doelgroepkinderen bezet). In de gemeente Vlaardingen is bekend hoeveel kindplaatsen op de voorschool gerealiseerd moeten worden volgens de gewichtenregeling. Midden 2014 was dat aantal 317. De gemeente stelt voor deze kinderen meer dan voldoende plaatsen beschikbaar (ruim 700). De gemeente heeft beperkt zicht op hoeveel geïndiceerde peuters (op basis van de gewichtenregeling) ook daadwerkelijk gebruik maken van de kindplaatsen. Wel is het zo dat de gemeente aangeeft ongeveer 77% te hebben gerealiseerd. Dit is opgenomen in het Onderwijskansenbeleid en gebaseerd op schattingen van 4/5 jarigen en hun eigen definitie van een doelgroeppeuter. De gemeente streeft naar 100% bereik in a7 Interne kwaliteitszorg voor- en vroegscholen Effecten van vve zijn mede afhankelijk van de kwaliteit van de vve die geleverd wordt door de voor- en vroegscholen. Het gaat dan om de pedagogische en educatieve vaardigheden van de pedagogisch medewerkers, de wijze waarop het vve-programma wordt gebruikt, de inrichting van de ruimtes, enzovoort. Van de locaties wordt verwacht dat zij deze kwaliteit regelmatig evalueren, verbeteren en borgen. De gemeente heeft geen afspraken gemaakt met de VVE-instelling over hoe zij dit doen en hoe ze zich over de gerealiseerde kwaliteit verantwoorden aan de gemeente. 1a9 Resultaten Volgens de wet op het Primair Onderwijs (artikel 167, lid 1b) moet de gemeente met de vve-instellingen en schoolbesturen afspraken maken over wat de resultaten van vroegscholen moeten zijn. Welke resultaten behaald moeten worden kan per gemeente verschillen. Belangrijk is wel dat de resultaten meetbaar zijn en daadwerkelijk gemeten worden. De resultaatafspraken moeten ook voldoende ambitieus zijn. Dat wil zeggen dat ze erop gericht zijn achterstanden bij kinderen in te lopen, zodat ze zonder of hooguit met een beperkte achterstand aan groep 3 kunnen beginnen. De gemeente Vlaardingen streeft ernaar dat ieder kind dat van een voorschoolse voorziening komt minimaal voldoet aan de beheersdoelen die de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) op sociaal-emotioneel gebied en rekenen, taal en Pagina 12 van 18

13 motorische ontwikkeling heeft geformuleerd. Met het basisonderwijs maken zij afspraken over de resultaten aan het eind van groep 2. Verder geeft de gemeente aan afspraken te maken over de monitoring van de resultaten. In januari 2015 is in het LEA besloten om deze afspraken verder te concretiseren nadat een zogenaamd peuter- en kleuteronderzoek heeft plaatsgevonden. Middels dit onderzoek wordt het huidige niveau van de doelgroepleerlingen bepaald, waarna ambitieuze doch reële streefdoelen gesteld kunnen worden. Er zijn nog geen afspraken gemaakt over hoe de locaties (inclusief vroegscholen) de gegevens aan de gemeente aanleveren. 1c Systematische evaluatie In de diverse beleidsdocumenten en subsidievoorwaarden is opgenomen dat partijen zich aan de gemeente verantwoorden over de voortgang en de bereikte resultaten. In het onderwijskansenbeleid is daarnaast aangegeven dat er een vorm van monitoring wordt opgezet. De monitor bevat minstens informatie over de doelmatigheid van de toeleiding, de gebruikte vve-programma s, uitkomsten van toetsen en observaties, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de duur van de vve-deelname. Echter, deze afspraken zijn recent opgesteld en er zijn nog geen evaluaties beschikbaar. Wel heeft de gemeente de resultaten van de inspectie uit 2011 en van andere gesprekken en onderzoeken gebruikt om een uitvoeringsprogramma op te stellen. 3 Voldoende 1a1 Definitie doelgroepkind De gemeente heeft samen met de betrokken partijen een definitie opgesteld voor zowel doelgroeppeuters als -kleuters. De gemeente verantwoordt deze definitie op basis van hun visie op vve. De gemeente kan haar beleid nog verder verdiepen door aandacht te besteden aan een analyse van de populatie. In de praktijk kan een indicatie voor vve ook ontstaan tijdens de voor- of vroegschoolse periode. Hoe de gemeente en de betrokken partijen hiermee omgaan is niet in beleid en afspraken vastgelegd. Wel geeft de gemeente aan dat hier in de dagelijkse praktijk heel pragmatisch mee wordt omgegaan en dat peuters, indien nodig, alsnog een indicatie krijgen. 1a3 Toeleiding In samenwerking met diverse betrokken instanties verbetert de gemeente de toeleiding van kinderen naar de voorscholen. De afspraken over wie verantwoordelijk is voor de toeleiding zijn in ontwikkeling. Duidelijk hierbij is dat Pagina 13 van 18

14 het CJG aan zet is. Ook is subsidie verleend aan enkele instanties om diverse activiteiten te ontplooien rondom de toeleiding. Op dit moment hebben de ambtenaren beperkt zicht op het non-bereik. Er is wel een werkgroep gestart die de afspraken, de activiteiten rondom toeleiding en het non-bereik in kaart moet brengen. Uit dit onderzoek komen diverse knelpunten (w.o. registratie) naar voren, maar ook dat er te weinig zicht is of doelgroepkinderen ook daadwerkelijk naar een voorschool gaan. Daarnaast is niet duidelijk waarom ouders hun kinderen niet inschrijven en of activiteiten voldoende effect hebben op de toeleiding. Het onderzoek mondt uit in een aantal adviezen waar met name de gemeente en het CJG mee aan de slag zullen gaan. 1a4 Ouders In 2012 kwam naar voren dat de gemeentelijke aanpak zich vooral richt op het bereiken en ondersteunen van ouders, maar niet op een gericht en uitgewerkt inhoudelijk beleid waarin de betrokkenheid van ouders bij voor- en vroegschoolse educatie is opgenomen. Inmiddels heeft de gemeente het ITS opdracht gegeven op de verschillende locaties specifiek ouderbeleid uit te werken. Begin oktober organiseerde deze partij een conferentie voor de betrokkenen om hen te motiveren en te inspireren. In één van de volgende overleggen van het LEA spreken de bestuurders, houders en gemeente over een beleidskader van de gemeente. Het hoofddoel van het gemeentelijke kader is het optimaliseren van de ontwikkelingskansen van kinderen. Daarvoor wil de gemeente de samenwerking versterken tussen (voor)scholen en ouders bij de ontwikkeling van kinderen om daarmee de onderwijsprestaties van doelgroepkinderen te vergroten. Ook heeft de gemeente een conceptkader opgesteld dat concreet moet worden uitgewerkt met het veld. Het kader heeft nu vooral de vorm van een plan van aanpak waarin zowel uitgangspunten als activiteiten zijn opgenomen. De gemeente beoogt dat 60% van de doelgroepouders deelneemt aan activiteiten. Bij het kader ontbreekt een analyse van de ouderpopulatie. Wel geeft de gemeente aan dat in de locatiespecifieke plannen (die allen gereed moeten zijn in 2015) deze analyse opgenomen moet zijn om zo tot de juiste activiteiten te komen. De inspectie waardeert de opzet en aanpak als voldoende, maar verwacht wel dat het beleidskader dit schooljaar wordt vastgesteld en nader uitgewerkt is zodat expliciet wordt welke visie de gemeente hanteert, welke doelen zij daarmee nastreeft en welke resultaten zij denkt te bereiken met de aanpak. 1a5 Integraal VVE-programma De gemeente heeft geen specifiek vve-programma voorgeschreven. Maar alle voorscholen werken met hetzelfde programma (Startblokken). Daarnaast geeft Pagina 14 van 18

15 de gemeente aan dat in 2015 alle koppels (samenwerkende voor- en vroegscholen, ikc s) moeten werken met hetzelfde programma en dat alle locaties werken met een goed (erkend) vve-programma. In de praktijk levert dit nog discussie op. De besturen zijn nog niet bereid zich aan één bepaald programma te binden. In de subsidievoorwaarden voor de voorscholen is wel opgenomen dat er gewerkt moet worden met één specifiek observatieprogramma (KIJK!). De peuterspeelzalen en hele dagopvang bieden naast het vve-programma diverse andere activiteiten aan om de ontwikkeling van peuters (en hun ouders) te stimuleren. 1a6 Externe zorg In de onderwijsvisie is een relatie gelegd met passend onderwijs. De gemeente gaat uit van een zorgstructuur waarbij het gezin (CJG), de school (zorgteam/ ZAT/wijkteam) en de buitenruimte (o.a. welzijnswerk) bij elkaar betrokken worden. Gemeente, zorgpartners (onder wie het Centrum voor Jeugd en Gezin), onderwijs (inclusief voorschoolse voorzieningen) werken dus allen voor dezelfde (schoolgaande) kinderen en hun ouders. In de onderwijsvisie zijn ook een aantal doelstellingen en uitgangspunten opgenomen. In de onderwijsvisie heeft de voorschool een plek gekregen waardoor de zorgstructuur zich ook op peuters richt. 1a8 Doorgaande lijn Mede door de ontwikkeling van ikc s in 2015 legt de gemeente de nadruk op het belang van een goede doorgaande lijn in de ontwikkeling van kinderen. De overdracht tussen voor- en vroegschool wordt door (meer) intensieve samenwerking verbeterd en ook de warme overdracht kan hierdoor verbeteren. Tussen peuterspeelzalen en de basisscholen is dit veelal al op orde, maar de gemeente wil ook dat kinderdagverblijven hier beter op aansluiten. Er zijn afspraken gemaakt over de coördinatie. Zo krijgt elk koppel een vve-coördinator en moet de vroegschool met haar programma s aantoonbaar aansluiten op het niveau van de voorschool. Uit subsidievoorwaarden blijkt dat een externe partij de opdracht heeft gekregen om dit alles ook bij de kinderdagverblijven te realiseren. Op termijn is het ook wenselijk dat binnen de ikc s afspraken zijn gemaakt over het pedagogisch en educatief/didactisch handelen en andere inhoudelijke onderwerpen. VVE CONDITIES Pagina 15 van 18

16 De gemeente heeft geregeld dat de GGD de basiskwaliteit van de voorscholen beoordeelt (indicator 2a). Daarnaast heeft zij in haar subsidievoorwaarden enkele inhoudelijke voorwaarden opgenomen over de realisatie van voorschoolse educatie. Zij gaat er daarbij vanuit dat de locaties zich ook houden aan de Wet op de Kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. 4 Voorbeeld voor anderen 1b Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau Na de bestandsopname heeft de gemeente haar regierol en coördinerende taak serieus opgepakt. Er zijn veel initiatieven opgestart, beleid is opgezet en er is gewerkt aan wederzijds vertrouwen tussen het veld en de gemeente. Daarnaast is door verschillende partijen (besturen, houders, gemeente) tijd en capaciteit geïnvesteerd om het vve-beleid goed van de grond te krijgen. Gezien alle resultaten is de gemeente nu aantoonbaar regievoerder. Dit is een belangrijke verbetering ten opzichte van Een mooi en concreet voorbeeld is de mate waarin de subsidievoorwaarden nu veel inhoudelijker en gerichter zijn uitgewerkt. De gemeente stelt eisen aan de uitvoering en begeleiding van vve. Uit de documenten blijkt daarnaast dat de gemeente niet geïsoleerd opereert, maar ook het consultatiebureau, het CJG en het samenwerkingsverband betrekt. De gemeentelijke structuur is ook aangepast. Zo is de tijdelijke werkgroep Doorgaande lijn opgeheven en het LEA weer in ere hersteld. Bij het LEA is ook de kinderopvang vertegenwoordigd. Pagina 16 van 18

17 3 CONCLUSIES De inspectie heeft op het niveau van de gemeente het beleid voor de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Vlaardingen beoordeeld. Dit vanwege mogelijke risico s ten aanzien van de uitvoering van wettelijke eisen betreffende voor- en vroegschoolse educatie. Conclusies gemeentelijk vve-beleid De inspectie concludeert dat de gemeente Vlaardingen een enorme kwaliteitsverbetering heeft gerealiseerd in de regie op en coördinatie van vooren vroegschoolse educatie. Op basis van de vragenlijst kwam de gemeente naar voren als risicovol aangezien de gemeente niet leek te voldoen aan de wettelijke vereisten. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de gemeente zich op onderdelen nog kan verbeteren, maar dat aan de wettelijke eisen is voldaan. Verbeterafspraken De inspectie ziet op dit moment geen aanleiding om expliciete verbeterafspraken te maken met de gemeente Vlaardingen. Wel gaat zij ervanuit dat de gemeente enkele aandachtspunten ter harte neemt en reeds gedane toezeggingen in het volgende jaar ten uitvoer brengt. Verbeterpunten De gemeente Vlaardingen kan zich nog inhoudelijk verder verbeteren op het gebied van: - Het vaststellen en realiseren van het bereik - Het maken van afspraken over de interne kwaliteitszorg op voor- en vroegscholen - De resultaatafspraken - De eigen evaluatie en monitoring van vve zodat zij gericht tot verbeteractiviteiten kan overgaan. Voldoende oordelen De gemeente heeft de volgende onderdelen in voldoende mate op orde: - Definitie doelgroepkind - Toeleiding - Ouders - Integraal vve-programme - Externe zorg - Doorgaande lijn Pagina 17 van 18

18 Voorbeelden voor anderen De gemeente Vlaardingen heeft de regie- en coördinerende rol in de afgelopen jaren zo goed op zich genomen dat de inspectie de gekozen aanpak een voorbeeld voor andere gemeenten vindt. Vervolgafspraken: Signaalgestuurd toezicht: de inspectie zal begin 2015 opnieuw een vragenlijst sturen naar de middelgrote en kleine gemeenten en een inschatting maken van mogelijke risico s. Tevens worden daarbij de uitkomsten van eventuele locatieonderzoeken meegenomen. Op grond van de analyses wordt opnieuw bekeken in welke gemeenten in 2015 een onderzoek plaatsvindt. Pagina 18 van 18